ligt u ook zo graag in het ziekenhuis
DESCRIPTION
Hilarische belevenissen in het ziekenhuisTRANSCRIPT
FOX Y DESIGN
Ligt u ook zo graag in het
ziekenhuis
Frits van Hintum
Hilarische belevenissen in het ziekenhuis
De opbrengst
van dit boekje
komt ten goede aan
de Nederlandse
Hartstichting
FOXY DESIGN
Ligt u ook zo graag in het
ziekenhuis
Frits van Hintum
Hilarische belevenissen in het ziekenhuis
Tekst: Frits van HintumIllustraties: Erik VosVormgeving: Foxy Design
ISBN: 9789081931915NUR: 303
© 2012 Foxy Design, Zaltbommel
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaardt schrijver noch uit-gever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.
Artsen en verplegend personeel let op! Doe er uw voordeel mee…
Inhoud
Ziekenhuis? Je zal er maar in liggenOver tactiek gesproken
Ben je nog bij de les na de operatie?Speeltuin
Het infuusCommunicatie
Kerst en Oud en NieuwDe avond voor de operatie
Vlak voor de operatieNa de operatie
Op de intensive care (Utrecht)Terug van de intensive care
Derde en vierde dag na de operatieZiekenhuishumor
Een vreemdeEen ‘kei’ van een vrouw
Van het ‘pad’ af?I.C.D.
Lopend uit het ziekenhuisHet grote onderzoek
Mijn gezinCardio trainingen
Tante Miep Het busje
De nonRuzie
Moeder-overstePijnlijke Willem
Tante KlaraOnze Tante Miep
Einde oefening
6
Ziekenhuis? Je zal er maar liggen
Opvallend is het gebrek aan inlevingsgevoel bij het
ziekenhuismanagement; het intermenselijk traject is
afwezig. Ik ben er nog steeds niet achter of het aan-
geboren is of zelfprotectie.
Natuurlijk kun je niet alles van je werk mee naar huis
nemen. ’s Avonds bij thuiskomen moet je immers de
verhalen van het thuisfront aanhoren: ‘Bij Albert
Heijn zijn vandaag de eieren in de bonusaanbieding’
en stel je de ramp eens voor als je partner naar de kap-
per is geweest en je ziet het niet.
Ook niks ellendigers als je als een verpleegster thuis-
komt en je vergeet aan je partner te vragen of zijn
voetbalclubje gewonnen of verloren heeft.
Een hondje die geopereerd moet worden bij de die-
renarts is mijns inziens beter af, daar wordt klein
Woefje over zijn bolletje gestreken en bemoedigend
toegesproken. ‘Nee, Woefje, het doet geen auw…!’
Het is misschien een idee om bij de medische oplei-
ding verplicht te stellen om het vak – trachten mee te
voelen – op het rooster te plaatsen. Nog beter is het
om een weekje alle medici en verplegend personeel
als patiënt te laten opnemen maar dan wel als ano-
7
nieme dommerds die ook niet weten wat hen over-
komt.
Het robotdenken kan dan worden voorkomen.
Bij mijn laatste bezoek enkele dagen voor het
moment suprême, op naar de operatiekamer, werd
ik dagelijks verwelkomd door maar liefst acht ver-
schillende cardiologen, niet omdat ik zo’n bijzonder
geval was maar het schema zat nu eenmaal zo in
elkaar. Er staat me een vrouwelijke cardioloog bij
van buitenlandse afkomst zoals ik later hoorde, die
helemaal niets heeft gevraagd of gezegd, keek alleen
op het kaartje aan het voeteneind van het bed, keek
me niet aan en vertrok weer zoals ze gekomen was.
Dan voel je je volkomen in het donker achtergelaten,
je zit in een gevangenis waarvan de cel steeds kleiner
wordt.
8
Over tactiek gesproken
Komen twee verpleegsters binnen, je ligt zowel links
als rechts aan een infuus. ‘We hebben een slechte me-
dedeling voor u!’ Je schrikt en dan komt het: ‘uw bed
moet naar een andere kamer.’
Intussen doorkakelend over het nieuwe kapsel van
een collegaatje. ‘Die loopt even voor gek, wat een ach-
terlijke kleur’.
Wat missen die dames nou? Niet opgelet gedurende
de verpleegsterscursus of gewoon ongeschikt?
Geconstateerd moet worden dat een onwaarschijnlijk
hoog aantal zusters in opleiding, patiënten als
kinderen behandelt. Een soort macht?
9
Ben je nog bij de les na de operatie?
De logopediste komt langs, een aardige vrouw waar
iets onnozels van afstraalt. Dat kan ze ook niet helpen
maar ze is wel begripvol en vriendelijk en heeft blijk-
baar ook de tijd, gezien haar minutenlange dialoog.
Er wordt gevraagd naar vooropleiding. Uit balorigheid
antwoord ik: ‘alleen lagere school.’ Uiteindelijk wordt
er gevraagd om een poes te tekenen. Ik teken een
rondje, zet er twee oren op en een staart en schrijf er
onder: dit is een poes. Ze zegt niks, wat op zich al knap
is. Daarna krijg ik een stuk karton met afbeeldingen
van beesten in de dierentuin. Leeuw, giraffe, olifant en
nog vele andere dieren worden feilloos opgenoemd. Bij
de kameel gaat het mis, ik geef als antwoord drome-
daris en dit was fout volgens het antwoordenlijstje op
de achterkant. Dan staat het fout op de achterkant, is
mijn opmerking want een kameel heeft twee bulten
en een dromedaris maar één. Dat was nog niet eerder
opgemerkt blijkbaar want ze had het er moeilijk mee.
Het afscheid was hartverwarmend, de eerste die snelle
beterschap wenste.
10
Speeltuin
’s Morgens om zeven uur begint de dag. Uit het niets
komt een kakofonie van lachend en giechelend ver-
plegend personeel opdraven. Door de vele dagelijk-
se wisselingen – in eenenvijftig dagen tweeënveertig
verschillende verpleegsters aan je bed met prachtige
exotische namen – is er onderling veel vraagverkeer.
Waar ligt iets en waar staat iets? Inefficiënt en fouten-
gevoelig, dat blijkt ook uit de medicijnendosering, of
iets vergeten of de pillen van de buurman op je bord.
Ik besluit een dagboek bij te houden, dat geeft meer
vertrouwen in het verstrekken van de juiste medicij-
nen en aantallen. Gezegd moet worden dat deze con-
trole positief wordt benaderd. Iedere verpleegster
vraagt dagelijks, ‘Klopt het met gisteren?’
Op veel jong verplegend personeel rust een tijdsdruk
en gebrek aan leiding veroorzaakt onzekerheid. Het
tweede echelon is gewoon zoek en is blijkbaar wegbe-
zuinigd.
Een driewielig karretje met bloeddruk apparatuur
komt binnen, geduwd door een leerling-verpleegster.
Het arme kind had pech, de band om de arm was te
kort en er moest een ander karretje worden opge-
11
trommeld. Ze was snel weer terug maar nu werkten
de meters niet. Dat was niet vreemd want ze was ver-
geten de stekker in het stopcontact te doen. Bij het
meten van de hartslag vroeg ze of ik wist dat de hart-
slag onregelmatig was. Ja, dat wist ik, want daar lag
ik nou precies voor in het ziekenhuis. Ze bloosde. Ik
bood haar een bonbon aan en lachend ging ze weer
een kamer verder.
Bedankt voor het lezen van deze preview.Bestel dit boek en lees verder...!
Voor meer informatie over dit boek en anderen boeken van Foxy Design: www.foxy-design.nl