les 1: communicatie en interactie + soorten communicatie co1-2 pp1.pdf · 2018-03-23 · gedurende...
TRANSCRIPT
Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie
Gedurende de opleiding krijg je vakken die vallen onder:
Communicatie 1,2,3,4
In periode 1 krijgen jullie communicatie 1 + 2
- Communicatie – Luisteren 1 + 2 (3uur per week)
Het vak communicatie – luisteren 1 +2 ronden jullie af met een theorietoets. Uiteindelijk wordt het vak communicatie 1,2,3,4 GEMIDDELD met een voldoende afgerond.
Boek: ‘Communicatie MZ’
Tekstboek + Werkboek
Zorg dat je die iedere les bij je hebt!
‘Wie oh wie’
Maak in tweetallen een mindmap ‘Waar denk jij aan als het gaat over communicatie?’
Bespreken in de klas in de klas een grote mindmap maken.
Communicatie
‘Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.’
Het uitwisselen van woorden of signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreekst, maar ook steeds vaker via hulpmiddelen als email, mobiele telefoon of internet.
Zender Boodschap Ontvanger
Zender: degene van wie de informatie komt, richt de informatie op één of meerdere personen
Boodschap: dat wat wordt overgebracht
Ontvanger: degene die de informatie ontvangt. De reactie die de ontvanger geeft noemen we feedback. Er is altijd feedback (direct of indirect).
Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.
Bedenk in tweetallen min. 10 media.
Bespreken in de klas.
Media zijn bijv.: tv, radio, krant, boek, tijdschrift, brochure, internet, film, brief, email en WhatsApp.
Filmpje
Feedback is terugkoppeling. Feedback is het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt.
ZenderBoodschap
Medium
Ontvanger
Feedback
Eenzijdige communicatie
Er is eenrichtingsverkeer: direct reageren door de ontvanger is niet mogelijk. Denk aan: radio, boeken, tijdschriften en folders.
Tweezijdige communicatie
De ontvanger heeft de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt. Er is interactie mogelijk. Denk aan: gesprek, interview en discussie.
Meerzijdige communicatie
Vorm van communicatie waarbij meerdere ontvangers zijn die direct kunnen reageren.
‘Eenzijdige communicatie’
In tweetallen: Ga met de rug naar elkaar zitten. Persoon 1 vertelt aan persoon 2 hoe zijn/haar kamer eruit ziet. Persoon 2 tekent dit na zonder vragen te stellen of signalen te geven!
Klaar? Bespreek de opdracht met elkaar!
‘Tweezijdige communicatie’
Wissel de rollen! Ga met de rug naar elkaar zitten. Persoon 1 vertelt aan persoon 2 hoe zijn/haar kamer eruit ziet. Persoon 2 tekent dit na. Persoon 2 mag nu wel vragen stellen aan persoon 1.
Klaar? Bespreek de opdracht met elkaar!
Communiceren kan verbaal of non-verbaal.
Verbale communicatie kan misgaan als de ontvanger de woorden anders of verkeerd interpreteert interpretatiefouten
Interpreteren: betekenis toekennen aan wat je waarneemt, in dit geval: aan wat je hoort of leest.
De communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Woorden zijn symbolen met een bepaalde betekenis. Als je het woord stoel hoort, zie je allemaal een stoel voor je.
Filmpje: ‘The power of words.’
Alle communicatie die niet via woorden verloopt. Denk aan: lichaamstaal, stem, houding, mimiek etc.
Uit onderzoek komt keer op keer naar voren dat dit heel belangrijk is! Als je zegt dat je geïnteresseerd bent in wat iemand vertelt, maar je zit de hele tijd uit het raam te kijken dan gelooft iemand niet je woorden, maar je houding!
Wees je daar bewust van!
Algemeen voorkomen (haardracht, kleding en uiterlijk)
Eerste indruk (in een paar seconde)
Lichaamshouding
Gebaren
Gezichtsuitdrukking
Glimlachen
Oogcontact
Stem (verdere info volgt)
Aanraking en nabijheidsgedrag (verdere info volgt)
Lees thema 1 ‘Communicatie’ hoofdstuk 1’Aspecten van communicatie’ tot 1.4
Maak daarna opdracht 1 t/m 4 in je werkboek
Opdrachten bespreken
Lezen: thema 1 ‘Communicatie’ tot en met hoofdstuk 1.6
Opdracht 1 tot en met 4 af