lentis magazine, nr 1 2016

28
1|16 Martin Sitalsing is persoonlijk betrokken M AGAZINE G R E N Z E N THEMA Tegengestelde belangen overbruggen Roel Vroom We kennen geen grenzen meer Bram Bakker

Upload: lentis

Post on 29-Jul-2016

247 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Lentis Magazine, nr 1 2016

1|16

Martin Sitalsing is persoonlijk betrokken

M a g a z i n e

GRENZENTHEMA

Tegengestelde belangen overbruggen

Roel VroomWe kennen geen grenzen meer

Bram Bakker

Page 2: Lentis Magazine, nr 1 2016

INHOUDK O R T 1I K M O E T P E R S O O N L I J K E B E T R O K K E N H E I D H E B B E N 2S A M E N V O O R V E R W A R D E M E N S E N 5G R E N Z E N 6D E G R E N Z E N V A N D E P S Y C H O S E 7G E E F J E Z E L F D E R U I M T E ! 8D O C H T E R V A N . . . 1 0L E V E N A L S E E N O P L A A D B A R E B AT T E R I J 1 2O P G E P A S T E A F S T A N D ? 1 5W I E H E E F T E R H I E R E I G E N L I J K E E N P R O B L E E M ? 1 6C O N T A C T E N M E T C L I Ë N T E N M A K E N H E T W E R K H E E L

A F W I S S E L E N D 1 9T E G E N G E S T E L D E B E L A N G E N O V E R B R U G G E N 2 0S L I E T O A Z I E A A N T B E N U L 2 2W I J W I L L E N H I E R W E G 2 3H E L M U S Z O E K T Z I J N I D E A L E G E W I C H T 2 4K O R T 2 5

DE EERSTE!Dit is ‘m dan! De eerste Lentis Magazine, een geza-menlijk blad voor cliënten en medewerkers- door cliënten en medewerkers. Samen, omdat er meer is wat ons bindt, dan wat ons scheidt. In dit blad gaan we steeds op zoek naar de verbinding. We hopen en vertrouwen erop dat dat iedere keer een boeiend blad zal opleveren.In elk nummer zullen we allerlei onderwerpen belichten. Ook kiezen we een thema waar we extra aandacht aan geven. In dit nummer is dat het thema Grenzen. Het overschrijden van grenzen gaat misschien ongemerkt. Soms maakt het bang en voel je je tekort gedaan. In een psychose gebeu-ren dingen die alle grenzen overschrijden. Hoe is dat en hoe ga je daarmee om? En in een wereld vol extraverten ga je al snel over je grenzen als je introvert bent. Hoe voel je je als je manisch-de-pressieve vader voortdurend over je grenzen gaat? Kun je dan nog van hem houden? En hoe zit het eigenlijk met hulpverleners? Zij zijn erin getraind om afstand te houden, maar lukt dat altijd? We zijn benieuwd naar jullie reacties. Laat het ons weten via [email protected]. Veel leesplezier!

N amens de re dac tie ,

Ine Paulien WeijerJannie Strijkhoofdredactie

Lentis Magazine, tijdschrift voor cliënten en medewerkers van Lentis Correspondenten Petra de Maar, Riek Even, Anke Euverman, Jolanda Valk, Ingrid Webbink Hoofdredactie Jannie Strijk en Ine Paulien Weijer Redactie Anne Helmus, Ellen Dijkstra-Dijkwel, Jan-Koert Schipper, Petra Albertema, Anna de Ruiter, Erik Bies, Marja van der Wiel, Bart van der Wende, Harm Havinga, Jantina Eppinga, Marja Hillenga, Roos de Vries, Yvonne de Noord, Kander Handgraaf Eindredactie Jannie Strijk Fotografie Erik Zwarts, Bob de Vries, Hein Tholen, Suzanne Posthumus, Noord Nederlands Fotopersbureau, Joshua Keller, Klaas van Slooten Illustraties Anna de Ruiter, Anne Helmus, Kasper Grelling, Hein Tholen Ontwerp en opmaak Klaas van Slooten | bno Grafisch ontwerp Druk Grafische Industrie De Marne Redactieadres Redactie Lentis Magazine, Postbus 128, 9470 AC Zuidlaren, telefoon (050) 4097643.

Page 3: Lentis Magazine, nr 1 2016

KORT

Minimarkt in De EnkIedere eerste woensdagmiddag in de maand is er een minimarkt in verpleeghuis De Enk in Zuidlaren. De markt wordt gerund door medewerkers en vrijwilligers. Er is van alles te koop: van kleding en streekproducten tot bloemstukjes.

BinG in beeldMedewerkers en cliënten van BinG werden een tijdlang gevolgd door filmmaker Esra Piké. Dat heeft een mooie film opgeleverd. De documentaire gaat over de pogingen van twee hulpverleners van BinG om in contact te komen met hun cliënten. De film geeft een inkijk in het leven van cliënten van BinG. Bijzonder is dat de film zonder com-mentaar wordt getoond. Productie bedrijf is IJswater Films. De film werd vorig jaar vertoond op het Nederlands Filmfestival. Terugkijken kan: http://bit.ly/BinG-film.

Gratis plan voor jongeren‘Samen1Plan.nl’ heet het instrument waarmee een online hulpverleningsplan voor zorgtrajecten van jongeren kan worden gemaakt. Bij de totstandkoming van dit instrument waren verschillende instanties betrokken. Jonx was een van de initiatief-nemers. ‘Samen1Plan’ is ontwikkeld door cliënten en hulpverleners. Lees er meer over op ‘Samen1Plan.nl’. Weten hoe het werkt? Bekijk dan het filmpje: http://bit.ly/samen1plan.

Foto

: Kla

as v

an S

loot

en

1

Page 4: Lentis Magazine, nr 1 2016

geraakt aan het Groningse, onder meer doordat de kinderen hier groter werden. En ik vind het helemaal geen bezwaar om voor mijn sociale contacten af en toe naar het westen van het land te rijden.’

I s het hier ve i l iger dan in A msterdam?

‘Ja misschien wel. Ik denk dat het voor het opgroeien van kinderen prima is. Mijn kinderen fietsen zo naar de stad, misschien tien minuten of een kwartier fietsen, maar ze fietsen ook zo de bossen in. En de sportverenigingen zijn dichtbij, de school, alles. We zitten hier al vijftien jaar en hebben natuurlijk een heel netwerk opgebouwd. Mijn vrouw werkt in de omgeving, één van mijn dochters studeert hier en de andere in Utrecht. De derde dochter zit op de middel-bare school en mijn zoon zit op de lagere school. Hij zit in groep zeven.’

Ik z ie hier ook een piano st aan. Wordt d ie goed gebruik t?

‘Die wordt heel goed gebruikt. De kinderen zijn heel muzi-kaal. De jongste dochter, Senna, heeft in 2010 het Junior Songfestival gewonnen. Zij kan heel goed zingen. Maar de andere twee ook hoor, die kunnen ook mooi piano spelen en muziek maken. En Gio heeft een tijdje piano en keyboard gespeeld, maar hij is nu vooral DJ. Zelf vind ik zingen erg leuk.’

D u s regel mat ig s t aat hier de famil ie Si t a l s ing te mu siceren?

(Lacht) ‘Ja hoor, er wordt regelmatig met elkaar gezongen of een beetje muziek gemaakt.’

Van wijkagent tot zorgbestuurder

IK MOET PERSOONLIJKE BETROKKENHEID HEBBEN

Bart van der Wende en Harm Havinga Foto: Bob de Vries

U spreek t accent l oos Neder l and s .

‘Ik ben opgegroeid in de Zaanstreek, dat heeft toch ook wel z’n eigen accent. We zijn thuis opgevoed met het idee om perfect Nederlands te spreken. Dat vonden mijn ouders altijd héél erg belangrijk. ‘Joh, we zijn nu in Nederland, onze toekomst ligt hier, en dan verwachten we ook gewoon dat jullie goed Nederlands spreken.’ Daar werd altijd erg op gehamerd, om de taal goed te beheersen.’

De Zaanst reek i s het gebied van u w jeugd.

‘Klopt. Daar ben ik opgegroeid. Ik zat er nog één klas op de lagere school. Mijn hele middelbare schoolperiode heb ik daar doorgebracht en tijdens mijn studieperiode woonde ik er ook nog. Met de Zaanstreek heb ik nog steeds een sterke band. Mijn jeugdvrienden uit de middelbare schooltijd zijn nog steeds mijn vrienden. We zien elkaar vaak en we hebben een groepsapp waarop we van alles en nog wat met elkaar delen. Daarmee blijft die band met de Zaanstreek overeind, ondanks dat iedereen op een andere plek woont. Dat is een belangrijk gegeven voor mij, de omgeving waar ik opge-groeid ben.’

Toch verhui sde u naar Groningen.

‘Dat klopt, dat was in het jaar 2000. Ik ben naar Groningen gekomen omdat ze hier een nieuwe politiecommissaris zoch-ten. Na de Oosterparkrellen werd de hele leiding vernieuwd, en toen ben ik benaderd met de vraag of ik geïnteresseerd was om politiecommissaris te worden. Dat heb ik gedaan met het idee om na een jaar of vijf weer terug te gaan naar Amsterdam. Maar het is hier zó goed bevallen dat we zijn gebleven. We waren op verschillende manieren verbonden

Sinds 1 maar t is Mar tin Sital sing (54) de nieuwe grote baas v an L entis . Samen met ps ychiater Corstiaan Bruinsma vor mt hij

v anaf deze datum de Raad v an Bestuur. Grote bezuinigingen

komen op de zorg ver lener af. Wie is Mar tin Sital sing en w at wil hij

met L entis?We tref fen Mar tin Sital sing op

een regenachtige woensdagmiddag in zijn stij lvol le woning in Groningen-Zuid. Sital sing

geniet voor al bekendheid op grond v an zijn indruk wekkende

pol it iecar r ière. Hij w as leiding gevende in Amsterdam en Groningen en kor pschef in

Fr iesl and en Twente. De f amil ie Sital sing emigreerde in 1970 v an

Suriname naar Nederl and.

2

Page 5: Lentis Magazine, nr 1 2016

Wat v inden u en u w ge z in leuk om te doen al s er nie t ge werk t hoef t te worden?

‘We zijn dol op muziek, maar dat is vooral de hobby van de kinderen. We zijn ook allemaal gek op sporten. Gio en ik zijn basketballers. Gio zit ook op basketbal. Ik niet meer, maar ik ga wel altijd mee. Ik basketbalde wel altijd in mijn jeugd. En de meiden hockeyen alle drie. Zelf spin en fiets ik veel en mijn vrouw sport ook veel. We zijn een hele sociale familie, we houden van mensen om ons heen en vinden het heel leuk om met de familie dingen te doen. Ik mag ook graag lezen en ik ben maatschappelijk breed geïnteresseerd. Zo geef ik ook weleens lezingen en lever vanuit mijn expertise een bijdrage aan een betere samenleving.’

H oe ging de sol l ic i t a t ieprocedure?

‘Het was een stevige procedure met meerdere gesprekken. Met onder andere de Raad van Toezicht en de Centrale Cliëntenraad, en een gesprek met mijn toekomstige collega Corstiaan Bruinsma. Ik ben er wel blij mee, ik ben stevig tegen het licht gehouden. Ik zie er naar uit samen te werken met Corstiaan. We hebben allebei onze eigen expertise die we meebrengen en ik kan veel van hem leren.’

De zorg k r i jgt veel te maken met be zuinigingen. Wat voor opl ossingen draagt u aan?

‘We moeten oplossingen zoeken in het netwerk. Dat begint heel klein, met directe mensen om iemand heen en met gezinnen. Daar hebben mensen baat bij. Op een groter niveau organisaties ook. Maatschappelijke organisaties hebben vaak een verkokerde blik, ze zijn vooral met hun

eigen gebied bezig. Een probleem staat nooit op zichzelf. Daarnaast moeten we kritisch kijken naar Lentis zelf. Het hebben van een grote organisatie is niet een doel in zichzelf. Het gaat er om te kijken waar de vraag ligt vanuit de samenleving. Lentis moet focussen op waar de instelling goed in is. We moeten ook kijken naar de overhead. Wat hebben we nodig om onze kwaliteit te waarborgen? Hoe ga je om met gebouwen? Dat zijn kwesties waarover ik me nog wil buigen.’

Wat z i jn u w ambit ie s voor Lent i s?

‘Ik wil kijken waar we de verbinding kunnen leggen met de maatschappij. Wat is de toegevoegde waarde van Lentis als GGZ? Waarin zijn we onderscheidend? Neem bijvoorbeeld de TBS. De recidive ligt daar onder de 5%. Landelijk ligt de recidive in de criminaliteit rond de 60%. Kennelijk kunnen wij iets. Zit daar iets bij dat we kunnen toepassen in het reguliere gevangenissysteem? Daarnaast wil ik inzetten op het aansluiten op sociale interventies en een preventieve aanpak. Als er dan sprake is van psychische problematiek, vraagt dat om ondersteuning uit het netwerk.’

I n het ver leden werd vaak de famil ie er nie t b i j bet rok ken.

‘Ik kijk daar anders naar. Je moet samen kijken naar wat iemand nodig heeft en hoe je zijn netwerk in kunt schakelen. Ik heb het zelf ervaren. Mijn broer is erg depressief geweest en heeft uiteindelijk suïcide gepleegd. De behandeling was solitair, wij hadden er als gezin maar weinig mee te maken. Ik miste de begeleiding naar het gezin toe. Je kon geen ondersteuning bieden, je voelde je machteloos.’

C V Mar tin Sit al sing

1962 Geboren in Paramaribo (Suriname)1970 De familie Sitalsing komt naar Nederland1985 Agent bij politie Amsterdam1988 Inspecteur bij de politie Amsterdam1998 Wijkteamchef De Pijp (Amsterdam)2000 Districtschef Groningen-Haren2005 Plaatsvervangend korpschef Friesland2009 Korpschef Twente2012 Voorzitter RvB Jeugdbescherming Noord2016 Voorzitter RvB Lentis

Martin Sitalsing heeft onder andere de Nederlandse Politie Academie en een doctoraal studie Bestuurs-kunde afgerond. Daarnaast vervult hij diverse toe-zichthoudende functies in het publieke domein. Hij is getrouwd en vader van vier kinderen.

Van wijkagent tot zorgbestuurder

IK MOET PERSOONLIJKE BETROKKENHEID HEBBEN

3

Page 6: Lentis Magazine, nr 1 2016

U hebt ze l f du s ook er var ing met de GGZ?

‘Dat is wel echt iets van mij. Ik moet persoonlijke betrok-kenheid hebben. Dat had ik bij Jeugdbescherming Noord en ook bij Lentis. Dan voelt het voor mij minder als een baan en meer als een maatschappelijke opgave.’

De GGZ kent geen vakb ond. Kan Lent i s een v ui st maken in Den H aag?

‘Ik durf het in ieder geval wel. Bij Jeugdbescherming Noord schuwde ik ook niet om de media in te schakelen. Als het maar reëel is wat je wilt bereiken. Ik heb in de jaren een groot netwerk opgebouwd, zowel landelijk als lokaal. Dat wil ik inzetten, om ook plaatselijke bestuurders te mobiliseren. Je moet ook met de inhoud naar buiten durven. Als maat-schappelijke organisatie leg je ook een stuk verantwoording af naar de samenleving.’

V indt u het nie t j ammer dat u bi j Jeugdbe scher ming N oord weggaat?

‘Ik moet zeggen dat ik wel met gemengde gevoelens wegga. Toch komen bij Lentis weer een aantal dingen bij elkaar: het juridische deel, de forensische psychiatrie en de gewone zorg, in de volle breedte. Dus veiligheid en zorg, dat vind ik erg interessant. Dignis, de ouderenzorg, is voor mij nieuw en uitdagend. Het komt mooi bij elkaar met mijn ervaring.’

A l s kor p schef hebt u erg inge zet op digi t a l i ser ing. Wat i s u w v i s ie op digi t a l i ser ing in de zorg?

‘De zorg vraagt om een hybride aanpak. Er mag nog wel een slag worden gemaakt, ik zie geen toekomst zonder digitale hulpmiddelen. Er is zeker winst te behalen in het contact tussen cliënt, patiënt en behandelaar. Maar niet vernieu-wing sec. Het gaat om mensen. We streven naar maximale ondersteuning door digitalisering, maar niet vervanging van mensenhanden aan het bed. Bij de politie was het ook altijd een discussie. Je kunt nu aangifte doen via een website. Maar op het moment dat het nodig is, moet er face-to-face contact kunnen zijn. Het is altijd mensenwerk.’

Ziet u z ichzel f ooi t terugkeren bi j de p ol i t ie?

‘Na dertig jaar is het wel mooi geweest. Ik ben nog wel erg betrokken, maar het is voor mij teruggaan in het oude stra-mien. In mijn nieuwe baan komen een paar mooie dingen bij elkaar: de zorg en de justitiële kant. Dat ik daar affiniteit mee heb geeft me ook weer energie om wat nieuws te doen. Voorlopig ga ik me lekker op Lentis storten.’

A l s u ooi t s topt bi j Lent i s , w at zou u bereik t wi l len hebben?

‘Ik zou het geweldig vinden als we in de volle breedte verbinding vinden met de maatschappij. Ik vind dat er nog te veel een taboe heerst op de GGZ, daar praat je niet over. Ik zou graag willen dat het meer wordt geaccepteerd om over psychische problemen te praten. Daar lever ik graag een bijdrage aan. Ook zou het fijn zijn als we kunnen inzetten op de preventieve kant.’

4

Page 7: Lentis Magazine, nr 1 2016

Politie en Lentis

S A ME N V O O R V E R WA RD E ME N S E NDoor Petra Albertema en Jannie Strijk

Het is steeds v aker in het nieuws: ver w arde mensen komen meer en meer op str aat terecht . Een treurige ont wikkel ing , die het gevol g is v an ver anderingen in de zorg . De pol it ie komt al s eerste met deze groep in aanr aking . Dat roept veel v r agen op. Op Bureau Centrum in de stad Groningen hebben L entis en de pol it ie de handen daarom ineen gesl agen. Janet Scholten v an het FAC T-team centrum en het Sociaal Team centrum heef t wekel ijk s een aantal uren zit t ing op het pol it iebureau Centrum.

Janet wordt op het Bureau Centrum betrokken bij de zorg-meldingen die daar binnenkomen. ‘Ik merkte tijdens mijn werk dat de politie steeds meer te maken krijgt met ver-warde mensen. Ik heb toen voor de teamdagen van enkele politieteams een voorlichting gegeven. Zo ontstond het idee om meer samen te gaan werken.’

Me er ver w arde mensen

Robert Woud, brigadier Basisteam Centrum: ‘Wij komen vanuit de politie inder daad steeds meer in aanraking met mensen die een psychische aandoening hebben. Dit kan op straat zijn, vanuit meldingen in de wijk, of tijdens het verhoor van een verdachte. Vanuit Lentis heeft Janet het ini-tiatief genomen om te kijken of zij de samenwerking tussen Lentis en de politie kan verbeteren. Janet is wekelijks op het bureau aanwezig en daarnaast is ze voor ons telefonisch en per mail bereikbaar. We kunnen met alle vragen rondom (psychische) hulpverlening bij haar terecht.’ De vragen die Janet krijgt lopen uiteen. ‘Soms is het even overleggen over een situatie of persoon. Soms gaat het over de stappen die er gezet moeten worden om een rechterlijke machtiging* te

krijgen. Het kan ook zijn dat ik ondersteun bij een bezoek of een verhoor van een verdachte met psychische problemen of dat ik toelicht hoe je het beste om kunt gaan met mensen met bepaalde aandoeningen. We evalueren praktijkgeval-len, wat ging er goed en wat kan de volgende keer beter. En allerlei andere zaken die zich maar voordoen.’

Kor te l i jnt je s

Wijkagent Heidanus plaatste een tweet over de samenwer-king, omdat hij het mooi vindt dat hulpverlening en politie elkaar zo vinden. ‘Janet is erg praktisch ingesteld en voor iedereen benaderbaar. Er is geen ellenlang overleg, maar gewoon kort eenvoudig contact waarbij er wordt gekeken hoe we elkaar kunnen helpen. De korte lijntjes die er zo zijn werken heel prettig.’Deze pilot zal eerst 6 maanden lopen. Dan wordt bekeken of dit een aanwinst is voor beide partijen. Als dat zo is, krijgt de pilot een vervolg.

*Een rechterlijke machtiging is een beslissing van de rechter dat een cliënt gedwongen opgenomen moet worden of blijven.

5

Page 8: Lentis Magazine, nr 1 2016

GRENZENGrenzen. Soms zijn ze zichtbaar, soms niet. Het overschrijden van grenzen gaat soms misschien ongemerkt. Soms maakt het bang en soms voel je je tekort gedaan. In een psychose gebeuren dingen die alle grenzen overschrijden. Hoe is dat en hoe ga je daarmee om? En in een wereld vol extraverten ga je al snel over je grenzen als je introvert bent. Hoe voel je je als je manisch-depressieve vader voortdurend over je grenzen gaat? Kun je dan nog van hem houden? En hoe zit het eigenlijk met hulpverleners? Zij zijn erin getraind om afstand te houden, maar lukt dat altijd?

GRENZENAls we nu praten over grenzen, dan zijn dat vaak onzichtbare grenzen. Ooit was dat anders. Toen was er rondom het toenmalige terrein in Zuidlaren begrenzing rondom; rond het instellingsterrein en rond de pavil-joenen. Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw is er een duidelijk zichtbare grens tussen het ‘psychiatrisch landgoed’ Dennenoord in Zuidlaren en de omgeving. Het hekwerk, dat in hoogte verschilt, voorkomt dat de bewoners van Zuidlaren de rust van de patiënten kunnen verstoren. Tegelijkertijd voorkomt het hek dat pati-enten de bewoners van Zuidlaren tot last kunnen zijn. Ook rondom meerdere paviljoenen stond een stevige afrastering: voor de veiligheid en voor de rust. Gaf de begrenzing van het hekwerk een gevoel van veiligheid of van opsluiting? Reageren? Stuur je reactie naar [email protected].

Door: Rense Schuurmans, voorzitter Lentis ErfgoedFoto: Collectie Lentis Erfgoed

6

Page 9: Lentis Magazine, nr 1 2016

DE GREN ZEN VA N DE P SYCHOSEDoor: Erik BiesIllustratie: Kasper Grelling

Het is heel moeilijk om aan mensen die nog nooit een psychose hebben gehad uit te leggen wat dat precies is, een psychose. Voordat ikzelf in 2004 een psychose kreeg, had ik natuurlijk weleens gehoord van het begrip en er ook weleens over nagedacht. Ik stelde mij een psychose voor als een soort ‘storm’ in het hoofd, een hevige vorm van extase waarbij je langdurig euforische gevoelens hebt. Maar zo was het helemaal niet, althans niet in mijn geval. Ik had ook weleens gehoord van ‘stemmen in het hoofd.’ Dat leek mij een onmogelijkheid: stemmen, en overigens alle geluiden, kun je alleen horen via je oren. Dat je wel terdege stemmen in je hoofd kunt horen, ontdekte ik natuurlijk tijdens mijn psychose. Het is één van de meest angstwekkende aspec-ten van de psychose en ook de bekendste, maar niet per se de ergste. Tijdens een psychose gebeuren er wel meer ingrijpende en onverklaarbare dingen en stemmen zijn daar alleen maar een onderdeel van.Toen ik voor het eerst werd opgenomen in 2004 vroeg ik, toen het weer wat beter met mij ging, aan verscheidene mensen wat zij ervoeren tijdens hun psychose(s). Tot mijn verbazing beschreef een enkeling inderdaad zoiets als een ‘storm’ in het hoofd. Echter, de meeste mensen vertelden mij dingen die ik volle-dig herkende en maar al te vaak zelf ook had meegemaakt. Zo vertelde een jonge vrouw mij dat zij eens met de trein naar Parijs was gegaan, omdat de stemmen in haar hoofd haar vertelden dat zij daar een aantal mensen zou ontmoe-

ten, die haar vol liefde zouden opnemen in hun geheime genootschap. Ikzelf heb dit soort ‘opdrachten’ ook vaak gekregen, maar ik hoefde gelukkig niet helemaal naar Parijs. Ik zou deze mensen ontmoeten in Groningen of Assen, niet heel ver van huis dus. Urenlang heb ik gezocht naar de mensen van het genootschap, maar er was natuurlijk nooit iemand. Omdat er tijdens een psychose dingen gebeuren die alle grenzen overschrijden, zoals de al genoemde stemmen in het hoofd, kun je niet meer normaal nadenken en daardoor vertoon je ook grensoverschrijdend gedrag. Zo heb ik een hele nacht door Assen gezworven en alsof dat niet idioot genoeg was heb ik die nacht ook nog veel geld, 270 euro, weggegooid. Ook heb ik een nieuw telefoontje en veel kle-ding weggegooid omdat ik dacht dat er microscopisch kleine zendertjes in zaten. Iedere keer als ik iets at, zei een stem in mijn hoofd: ‘Dit is je galgenmaal.’ Op een gegeven moment leek het mij ook een goed idee om mijn huis in brand te steken. Dat heb ik gelukkig uiteindelijk niet gedaan.De psychose was een nachtmerrie waaruit ik pas ontwaakte toen ik werd opgenomen, met een psychiater sprak die (bijna) alles begreep en mij medicatie gaf. Tot op de dag van vandaag ben ik bang dat de psychose terugkomt, al neem ik elke dag trouw de medicijnen in.

7

Page 10: Lentis Magazine, nr 1 2016

Door: Yvonne de NoordFoto: Hein Tholen

We spreken af bij Bram thuis. Aan de boeken in zijn kast valt te zien dat hij ons wel het één en ander kan vertellen over emoties. Bram: ‘Emoties zijn de tegenhangers van ons verstand. In ons brein strijden twee dingen om voor-rang, namelijk ons gevoel en ons verstand. Bij gezonde mensen zijn die twee in balans. Je ziet vaak problemen ontstaan als mensen niet goed kunnen voelen of te veel voelen en vaak heeft dit te maken met een ongelukkige jeugd. Emoties hebben de ruimte nodig. Het is van groot belang dat ze herkend en erkend worden door de ouders. Voor het kind is dit cruciaal om later in het leven een beetje gelukkig te zijn. Kinderen die emotioneel tekort komen kunnen last krijgen van angststoornissen of depressies, die worden later vaak psychiatrisch patiënt.’

Gevoel al s ver trek punt

In zijn werk krijgt Bram dagelijks te maken met een diver-siteit aan emoties. ‘Als we niet weten waar ze vandaan komen en hoe we ermee om moeten gaan kunnen ze ons leven behoorlijk beheersen.’ Volgens Bram gaan veel mensen de fout in door hun emoties niet als vertrekpunt te nemen. ‘Het is belangrijk om te voelen, vervolgens denk je na over wat je voelt en dan pas handel je. Om het uit te leggen gebruik ik vaak het ABC-model. A staat voor affect (gevoel en emotie), B staat voor behaviour (gedrag) en C staat voor cognitie (denkbeelden en overtuigin-gen). Je vindt iets van dingen, je voelt dingen en je doet dingen. Als die met elkaar in overeenstemming zijn, is er niks aan de hand. Op het moment dat één van die drie achterblijft heb je een probleem.’Zo telt Nederland naar schatting een miljoen mensen met depressieve klachten. Volgens Bram is dit grotendeels te wijten aan onze samenleving. ‘Mensen zitten te veel

in hun denkmodus, daartoe worden ze gedwongen. Ze willen verstandig zijn, bedenken wat er moet gebeuren en verwaarlozen zo hun gevoelsleven. ‘Ik heb een klus te klaren en die moet af, niet piepen’, zeggen ze dan tegen zichzelf. Maar je gevoelsleven is net zoiets als een kamerplant die je water en aandacht moet geven, anders gaat hij niet bloeien.’

Z org v uldig heid

We lopen allemaal weleens te malen of voelen ons gedeprimeerd. De aanleiding is niet altijd duidelijk wat soms voor nare klachten kan zorgen. We stappen ermee naar de huisarts van wie wordt verwacht dat die in een consult van amper zeven minuten ziet wat er aan de hand is. Vaak eindigt men dan met pillen, dat is de kortste en goedkoopste route, maar voor veel mensen niet de beste. Bram heeft er geen enkele moeite mee dat de huisarts weleens een slaappil voorschrijft, maar hij ziet steeds vaker dat het gaat om veel zwaardere medicatie zoals antidepressiva. ‘Mensen gebruiken dat maanden, soms zelfs jaren. Ik vind dat niet goed.’ De psychiater fronst zijn wenkbrauwen. ‘Goede voorlichting is een vereiste, want het zijn niet zomaar medicijnen en vaak hebben ze nare bijwerkingen. Dit is een taak voor psychiaters om een helder en objectief beeld te krijgen van iemands situatie, maar ja die hebben ze al wegbezuinigd want die zijn te duur. Met dit soort gesprekken kom je altijd uit op geld. Wie gaat het betalen?’

Emoties, iedereen heef t ze . En zo veel emoties al s er z i jn, zo verschil lend g aat iedereen er ook mee

om. Hoe kan het dat de één ze gemakkel ijker toont dan de ander?

En w at is het verband tussen emoties en

depressies? Wij gingen hierover in gesprek met ps ychiater en publ icist

Br am Bakker (52).

In gesprek met Bram Bakker, psychiater

G E E F J E Z E L F D E RU IM T E !

8

Page 11: Lentis Magazine, nr 1 2016

Ge en hog ere w iskunde

Het aantal mensen met psychische klachten neemt sterk toe en dat kan Bram wel verklaren: levensstijl en over-belasting. ‘We leven steeds wilder, woester, ongezonder, fanatieker en kennen geen grenzen meer.’ Nederland telt veel depressieve mensen en volgens hem zijn deze twee factoren aan elkaar gelinkt. ‘Als je je rug overbelast krijg je er last van, een stratenmaker krijgt last van zijn knieën en als je je hoofd overbelast krijg je psychische klachten. Het is allemaal geen hogere wiskunde hoor,’ zegt hij. ‘Neem nu zo’n mannetje in de rijstvelden in Thailand. Wij vinden het misschien zielig dat ze daar tot hun enkels in het water staan, twaalf uur op een dag en zo’n veertig jaar lang, maar die mensen hebben geen psychische klachten hoor. Het is gezond om met je handen en lijf te werken en niet telkens in je hoofd bezig te zijn. Deze mensen kennen geen burn-out en depressie komt daar ook veel minder voor. Dat noemen wij ontwikkelingslan-den. Kom op zeg!’

D it is mensenwer k

Wanneer er een sterke familiaire aanleg is voor psy-chische klachten ontkom je vaak niet aan medicatie. Een doelgroep die Bram dagelijks met veel compassie behandelt. ‘Dit is mensenwerk. Mensen kun je alleen maar helpen door het als mens te doen. Je bent geen diagnose, je bent een mens met een diagnose. Er wordt al gauw een label opgeplakt en vervolgens heb je het alleen dáár over. U heeft een depressie? Oké, dan komt u in het depressieprotocol. Dat is te treurig voor woorden, maar het is wel realiteit.’Aan het vak van psychiater zit ook een keerzijde. In de afgelopen twintig jaar heeft Bram zo’n vijftien patiënten aan zelfmoord verloren en vorig jaar kwam het wel erg

dichtbij. Schrijver en dichter Joost Zwagerman maakte op 51-jarige leeftijd een einde aan zijn leven. Hij was een vriend van Bram. ‘Tussen hem en mij waren veel paralel-len: we waren even oud, hadden kinderen van dezelfde leeftijd, woonden vlak bij elkaar en zaten bij dezelfde uitgever. Ook hadden we allebei affiniteit met het onder-werp zelfmoord. Dus als iemand die er altijd erg op tegen is geweest het uiteindelijk zelf doet, dat tikt er wel in.’Bram zijn visie op zelfdoding is niet veranderd en hij blijft strijden voor zelfmoordpreventie. Hij vindt dat de maat-schappij hier een eerste stap in moet zetten. Ook moeten mensen nadenken en stil gaan staan bij hun gevoel en emoties, daar ligt de sleutel. ‘Als je in de problemen zit, moet je structuur aanbrengen. Dus als je honderd proble-men hebt, moet je niet denken: nu ga ik ze alle honderd te lijf. Je moet dan datgene kiezen waar je het meeste last van hebt en daar richt je dan je energie op. En als je dat gedaan hebt, pak je het volgende probleem aan.’

Geu zennaam en toekomst

Het is duidelijk. Bram is gedreven en komt op voor men-sen in nood, wat niet altijd in zijn voordeel werkt. Door zijn uitgesproken mening over de psychiatrie en pillen krijgt hij weleens het verwijt een dwarse psychiater te zijn, maar daar ligt Bram niet wakker van. Hij vindt het een geuzennaam. ‘Dwarsliggers houden immers de rails bij elkaar’, zegt hij. Met z’n boeken wil hij overdragen dat het gevoelsleven en emoties ertoe doen. ‘We moeten steeds maar harder werken, maar er zijn helemaal geen goede argumenten waarom we dat moeten doen. Gewoon eens een potje voor ons uitstaren, dát zouden we moeten doen. Daar knapt een mens pas van op!’

Geluk uit een potje In Br am zi jn nieu we bo ek Geluk uit e en p otje stelt hi j de

le zer en z ichzel f de v r aag w aarom we zove el me dic atie

z i jn g aan g ebr uiken. H et is e en pr ik kelend boek over

e en ver z weg en maat schappel i jk proble em: het ma ss ale

g ebr uik v an veronderstelde ‘g eluk spil len’. Vol g ens Br am

e en be etje g ek , omdat het ste e ds duidel i jker wordt dat het

me e stal niet tot g ene zing le idt of het herstel bevorder t .

‘We kennen geen grenzen meer’

In gesprek met Bram Bakker, psychiater

G E E F J E Z E L F D E RU IM T E !

Foto

: Kla

as v

an S

loot

en

9

Page 12: Lentis Magazine, nr 1 2016

Leven met een manisch depressieve vader

D O CH T E R VA N . . .Door: een dochterIllustratie: Kasper Grelling

L even met een manisch depressieve v ader. Dat is niet makkel ijk . In dit ar tikel ver tel ik over mijn persoonl ijke er v ar ing: hoe is het om de dochter te zijn v an mijn zeer uitgesproken en unieke v ader?

‘Daar staat hij . Zo druk al s hij kan doen, zo teneergesl agen kan hij k ijken. Neerhangende schouders en een afgewezen, gek welde bl ik in zijn ogen. Ja , papa. Genoeg is genoeg . En luisteren zal je w aarschijnl ijk nooit meer goed leren. . .’

10

Page 13: Lentis Magazine, nr 1 2016

Wat is manisch - depre ssie f ?

Mijn vader is manisch-depressief. Dat betekent dat lange depressieve periodes zich afwisselen met langdurige mani-sche periodes. De meeste mensen weten wat een depressie is, neem ik aan. Als mijn vader depressief is, voelt hij zich volledig down en kijkt hij uitzichtloos naar het leven. Als hij manisch is vertoont hij op alle fronten grensoverschrijdend gedrag. Naar zijn eigen lichaam (zichzelf geen rust geven) en naar mensen in zijn omgeving. Hij gaat over alle mogelijke grenzen heen, fysiek en emotioneel.Vooral op openbare plekken in manische periodes is mijn vader allesbehalve in contact. Niet met zichzelf, niet met de persoon waarmee hij is en ook niet met de mensen waar hij vanuit zijn manisch gedrag contact mee probeert te maken. Mijn vader lijkt in deze context geen enkel gevoel van res-pect voor andermans grenzen en ruimte te hebben. Hij walst gewoon over iedereen heen. Als zijn dochter is dit, zoals je je kunt voorstellen, erg lastig. Het is ook heel erg vervelend om daar bij te moeten staan.

Grens overschr i jdend g e dr ag

Een typerend voorbeeld van grensoverschrijdend gedrag is dat mijn vader mijn moeder constant lastig viel op haar werk. Hij viel steeds weer ongevraagd binnen en luisterde gewoon niet naar het ‘nee’ en de grenzen die keer op keer werden aangegeven. Voor mij en mijn broer was dat ook niet makkelijk. Het was ook raar om als kind van dichtbij te zien hoe hij steeds weer intiem met allemaal verschillende vrou-wen was. Mijn vader kan ook niet goed met geld omgaan. Met name in manische periodes uit zich dat in extreme uitgaven. Uitgaven aan, in onze ogen, onzinnige en onbe-langrijke zaken. Bijvoorbeeld toen mijn broer en ik financiële steun voor onze opleiding nodig hadden en mijn moeder mijn vader om hulp vroeg. Hij zei geen geld te hebben, maar

we ontdekten dat hij wel een reisje naar het buitenland met z’n zoveelste minnares had gepland. Dit doet pijn. Meer pijn dan ik kan uitleggen aan derden. Je voelt je door dit soort gedrag niet belangrijk. Als kind voelde ik me achtergesteld. Zowel mijn broer als ik hebben dit meerdere malen meegemaakt en zijn beiden in therapie om dit soort ervaringen, die ons zelfbeeld natuurlijk hebben aangetast, te verwerken en een plek te geven.

Zel f t w ij fel

Soms dacht ik weleens: lijk ik op hem? Of: ik lijk vast op hem, maar ik wil niet op hem lijken!Ik ken veel zelftwijfel. Het is immens pijnlijk als je het gevoel hebt dat je je eigen vader op moet voeden. En dan ook nog zonder resultaat, want uiteraard laat een vader zich niet opvoeden door zijn eigen kinderen. Hoeveel behoefte hij ook heeft aan bevestiging en begrenzing. Volwassener zijn dan je eigen vader... dat voelt heel verwar-rend en vervreemdend.Ook ik, net als ieder ander, heb de behoefte aan gewoon af en toe kind zijn. Die luxe heb ik helaas niet met een onverantwoordelijke vader. En ja, ik kan je vertellen: ik ben erfelijk belast. Ik vind hiermee omgaan niet gemakkelijk. Bij mij gaat grenzen respecteren duidelijk ook niet vanzelf. Elke dag opnieuw moet ik me hier heel bewust van zijn en er aandacht aan besteden.

O ntkenning

De ontkenning is misschien nog wel het lastigste. Mijn vader wil niks weten van zijn ziektebeeld. Als we erover zouden kunnen praten en hij een keer zou luisteren en open zou staan voor feedback, dat zou voor mij al een hoop schelen! Waarom mijn vader er niet aan toe wil geven weet ik niet.Wat ik wel eens hoor is dat dit ziektebeeld binnen de

hulpverlening bekend staat als de moeilijkst te behandelen stoornis. Dit komt omdat iemand vaak wel van de depressies af wil, maar de manische periodes (die een kick geven) wil behouden. Dit hangt helaas met elkaar samen. Dus iemand moet echt toegeven en inzien dat beide fases een probleem voor hem en zijn omgeving vormen. Pas dan kan iemand werkelijk geholpen worden. Vaak wordt dit door de mensen uit de nabije omgeving aangegeven. Bij ons is dat wel vaak gebeurd, maar in plaats van er iets mee te doen voelde mijn vader zich aangevallen en afgewezen. Dus dit leidde nooit tot een erkenning of een langdurige oplossing.

E en g eluk k ig e inde?

Mensen denken dat het heel heftig is om te leven met zo’n extreme vader. Maar het rare is, je went eraan. Het wordt gewoon. De dingen waar je het slechtste raad mee weet in je leven, stop je ergens diep weg. In de hoop dat het vanzelf goed komt. In de hoop dat alles uiteindelijk alsnog op z’n pootjes terecht komt. En natuurlijk blijft dat uit... er is geen gelukkig einde. Er is geen surrogaat-vader. Want ook mijn moeder heeft haar problemen en is nooit hertrouwd. Het doet pijn om te beseffen hoeveel ik gemist heb en hoeveel ik nog steeds mis. En ik weet dat er meer mensen zijn met problemen in hun gezin of dealen met heftige dingen van vroeger... Maar ik heb het gevoel alsof dit stuk in mij nooit meer helemaal heel gaat worden. Dit gemis, een afwezige vader, kan ik nooit ergens opvullen. Hoe hard ik ook mijn best doe. In zeker zin ben ik, door de dochter te zijn van deze man, al sterk gekleurd. Wellicht sterker dan de doorsnee ‘dochter van’. Het beste dat ik kan doen is de pijn erkennen, de trauma’s verwerken en mijn vader vergeven. Om door te kunnen gaan met mijn leven en mezelf wél het geluk te gunnen.Dat is het grootste wat ik mezelf kan geven.

11

Page 14: Lentis Magazine, nr 1 2016

Door: Jantina EppingaFoto: Bob de Vries

Al s je het woord introver t opzoekt

in het woordenboek staat er:

in zichzel f gekeerd, weinig

spr aak zaam. Vaak kr ijg t het ook

de stempel ver legen, soms zel fs

mensenschuw. Maar is dat wel zo?

En hoe bew aar je de grenzen v an

je energieniveau?

LEVEN ALS EEN OPLAADBARE BATTERIJ

12

Page 15: Lentis Magazine, nr 1 2016

Door: Jantina EppingaFoto: Bob de Vries

Je komt thuis van de verjaardagsvisite van een vriend. Het was best gezellig, maar het praten over koetjes en kalfjes met zijn buurman slurpten je energie op. Low battery, staat met grote letters op je voorhoofd en je hebt behoefte aan een rustige omgeving. Ondertussen baal je, omdat je weer als eerste naar huis ging.

Z onnepanelen

Psycholoog Marti Orten Laney beschrijft in haar boek ‘Intro-vert, groeien in een extraverte wereld’, dat introverten net oplaadbare batterijen zijn. Als ze te veel energie verbruiken, moeten ze zich opladen in een omgeving met weinig prik-kels. Extraverte mensen zijn vergelijkbaar met zonnepane-len. Als ze alleen zijn voelen ze zich mwah… Extraverten zijn graag in de buitenwereld en krijgen juist weer energie als ze in de buurt van mensen zijn, net zoals zonnepanelen de zon nodig hebben. Introverten zijn dus meer naar binnen gericht en extraverten zijn meer naar buiten gericht. Het boek vertelt ook dat 25 procent van de mensenheid introvert is en 75 procent extravert. Al valt het te betwijfelen of het zo zwart-wit is. Er zijn ook mensen die zowel introverte als extraverte kenmerken hebben. Deze middengroep wor-den ambiverten genoemd. Introverten kunnen er moeite mee hebben om te leven in een samenleving die vooral gericht lijkt te zijn op extraverte mensen. Maar het in jezelf gekeerd zijn is helemaal niet iets dat je in de weg hoeft te staan, zolang je jezelf op tijd oplaadt en niet te vaak je grenzen overschrijdt.

Manneng rot

Het stereotype beeld van intro’s (introverten) klopt vaak niet. De grootste popsterren kunnen een introvert tempera-ment hebben: na een uitbundig optreden gaan zij niet naar een club om te feesten, maar willen het liefst alleen zijn

om zichzelf weer op te laden en alle prikkels te verwerken. De focus ligt in het hoofd en ze hebben een rijke innerlijke wereld. Intro´s kunnen ook erg zelfverzekerd zijn in sociale situaties en ze praten ook graag, maar vooral wanneer het onderwerp ze écht interesseert. Koetjes en kalfjes zijn vaak niet aan ze besteed. Als er te veel prikkels op ze afkomen, lijkt het soms alsof het brein zichzelf even uitschakelt en helder nadenken lukt niet meer. Natuurlijk zijn er verlegen introverten, maar extraverten kunnen net zo goed verlegen zijn of onzeker in sociale situaties. Eward is zo’n persoon die zich tijdig terugtrekt: ‘Ik ben zo introvert als de pest. Ik vind het leuk om onder de mensen te zijn en gesprekken te voeren. Maar na een tijdje verlang ik naar mijn ‘mannengrot’, waar ik lekker in alle rust kan gamen en lezen. Ik zou wel een vriendin willen hebben, maar zonder relatie voel ik me ook goed. Door mijn rijke innerlijke wereld voel ik me niet vaak eenzaam. Ik weet ook hoe ik mijn tijd het beste kan indelen, daar ben ik wel achtergekomen de afgelopen jaren. Nu val ik niet meer op m’n bek, maar blijf staande.’

Pers o onl i jke temp o

Weten waar de grenzen liggen is erg belangrijk, maar hoe doe je dat? Psycholoog Laney beschrijft in het boek dat je je persoonlijke tempo moet vinden en je energievoorraden in evenwicht moet brengen met het verbruik. Zo raak je niet leeg of oververmoeid. Onrust en depressieve gevoelens kun-nen anders bezit van je nemen, waardoor je blokkeert. Maar hoe kun je het beste je eigen ritme vinden? Doe de belangrijkste of moeilijkste taken op de momenten dat je het meeste energie hebt. En doe makkelijke taken als je energiepeil laag is. Wees ook realistisch over je doelen. We leven in een cultuur die ons wijsmaakt dat we allemaal alles kunnen hebben, maar dat zorgt bij intro’s alleen maar voor

meer druk. Je kunt niet alles hebben. Richt je op zaken die je wel kunt bereiken en - heel belangrijk - waar je plezier aan beleeft. Bedenk dan goed hoe je je energie wilt besteden. Onthoud dat je energievoorraad niet onuitputtelijk is en verdeel je project in stukken.

N e e zeg g en

Intro’s voelen zich vaak schuldig als ze niet meer kunnen doen dan hun energie ze toestaat. Daarom laten ze zich overhalen om dingen te doen of ze schatten hun energie-voorraad niet goed in. De kunst is om de prikkels van de buitenwereld zodanig af te stellen, dat je niet overprikkeld raakt en elke dag goed mee kan draaien. Er zijn mensen die het niet begrijpen als je een voorstel moet afwijzen. Een tip uit het boek is om dan een tegenvoorstel te doen. Vertel wat je niet kunt doen en zeg daarna wat je wel kunt doen. ‘Ik kan vanavond niet met je naar dat restaurant, maar zullen we morgen koffiedrinken?’ Nee zeggen is niet altijd makkelijk. Volgens het boek moet je jezelf afvragen wat je écht wilt. Gun jezelf wat tijd om na te denken over je antwoord en zeg: ‘Dat weet ik nog niet zeker.’ Of probeer het en zie wat er gebeurt. Mensen zullen je er niet door in de steek laten. En als ze dat toch doen, dan had je al veel eerder nee moeten zeggen.

Een aantal tips om nee te zeggen: • Zeg vriendelijk nee, zonder uitleg of verontschuldiging. • Stel prioriteiten: ‘Ik vind dat heel leuk, maar ik moet

deze klus eerst afmaken.’ • Erken de andere persoon: ‘Wat fijn dat je me vraagt,

maar helaas kan ik je op dit moment niet helpen. Dank je wel dat je aan me dacht!’

• En realiseer dat je niet alle goede aanbiedingen hoeft te accepteren, er zullen ongetwijfeld andere volgen.

13

Page 16: Lentis Magazine, nr 1 2016

OP GE PA S T E A F S TA ND?Door: Anne Helmus

Wanneer mensen elkaar nog niet zo goed kennen en een band wil len opbouwen ver tel len ze elkaar detail s over zichzel f en hun leven. Ook kunnen zij de ander deel genoot maken v an een geheim. Je leer t elkaar beter kennen en er ont staat weder zijds ver trouwen. Ook in de rel atie tussen een cl iënt en een hulpverlener kan de hulpverlener iet s over zichzel f ver tel len. De rel atie kan hierdoor gel ijk w aardiger worden en de hulpverlener kr ijg een mensel ijk gezicht .

De hulpverlener laat sowieso zonder dat te willen al iets van zichzelf zien. Uiterlijke kenmerken, kleding en sekse en dergelijke geven een indruk waar je al veel uit af kunt leiden. Als een hulpverlener zwanger is, kan dit allerlei vragen oproepen. Ook mimiek kan veelzeggend zijn, bijvoorbeeld een vermoeide gelaatsuitdrukking. Het eventuele profiel op facebook maakt het plaatje compleet.

Te afstandel i jk

Cliënten klagen wel eens als een hulpverlener zich afstan-delijk en te professioneel opstelt. Dat hij of zij niets van zichzelf laat zien terwijl de cliënt geacht wordt zijn hele doopceel te lichten. In de beleving kan de cliënt dat als ongelijkwaardig ervaren. In de klassieke psychotherapie worden de grenzen rond het privéleven van de therapeut heel duidelijk getrokken. Anonimiteit en neutraliteit zijn belangrijke voorwaarden bij deze therapievorm.

Gepa ste afstand

Een hulpverlener heeft de opdracht om op gepaste wijze met afstand en nabijheid om te gaan. Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Als je je in het kader van intensief huisbezoek bij een cliënt thuis komt, kunnen er gemakkelijk allerlei aspecten van je persoonlijkheid naar voren komen die in een (poli)kliniek onderbelicht zouden zijn gebleven. Ook kan een bepaalde cliënt je op een gevoelig punt raken, zodat je je meer dan toelaatbaar inzet. Daardoor kun je in een moeilijk parket terecht komen.

Er v ar ing en

Cliënten ervaren het heel verschillend als een hulpverlener iets over zichzelf vertelt of zijn eigen gevoelens laat zien. Natuurlijk staat hierbij altijd de vraag centraal of het de eigen behoefte van de hulpverlener is of dat de interventie een constructieve rol speelt in de behandeling van de cliënt. Hiernaast komen een aantal cliënten aan het woord rond dit thema.

Sandr a Har tzema (actr ice Foolcolor) he e f t e en er v ar ing met e en hul pver lener die

iet s he el pers o onl i jk s over z ichzel f ver telde en

daardo or ve el steun g af.

‘Ik heb geweld in een relatie meegemaakt en daar de negatieve gevolgen van ondervonden en daardoor ben ik uit balans geraakt. Toen het ten gevolge van dit verleden een tijd lang niet zo goed met me ging kreeg ik hulp van een gespecialiseerde thuiszorgmedewerkster. Zij vertelde me dat ze zelf op jonge leeftijd in een Blijf van mijn lijf huis had gezeten als opvang na de gevolgen van een gewelddadige relatie. Dat ze dit aan mij vertelde maakte deze vrouw in mijn ogen menselijker. Ik nam haar adviezen daardoor eer-der aan dan die van iemand anders. Het was heel waardevol. Helemaal omdat ze er goed uitgekomen was. Ze was een voorbeeld voor me.’

1 4

Page 17: Lentis Magazine, nr 1 2016

OP GE PA S T E A F S TA ND?Door: Anne Helmus

Trees Dam (actr ice Foolcolor) had contac t met e en hul pver lener die haar e ig en

g evoelens niet onder controle had en daardo or niet

in staat w a s op ade quate w ijze hul p te ver lenen.

‘Na een tijd lang op een wachtlijst te hebben gestaan was ik eindelijk aan de beurt om in therapie te gaan. Ik was op zoek naar hulp voor verschillende heftige, emotionele en fysieke trauma’s. Op de kamer van de psychologe vertelde ik onder andere dat ik verkracht ben door twee mannen en wat voor vreselijke ervaring dit voor mij is geweest. De psycholoog werd door de hoeveelheid ellende emotioneel en de tranen biggelden over haar wangen. Ik had met haar te doen en kreeg het gevoel haar te moeten helpen en te troosten in plaats van zij mij. De omgekeerde wereld dus. Aan mijn eigen problemen kwamen we op deze manier niet toe. Uiteindelijk is het allemaal wel goed gekomen. Ik ben na wat omzwervingen op De Berkenhof in Zuidlaren terecht geko-men en heb daar een goede behandeling gehad. Tegenwoor-dig ben ik actief als actrice bij Foolcolor Media Producties. Een betere revalidatie is niet mogelijk. Ik kan mijn leed naar buiten brengen en laten zien dat het weer goed kan komen en dat er dus hoop is.’

Marja Hil leng a (medewerker Foolcolor) trof e en hul pver lener die op e en ong epa st moment

ve el aandacht v roeg t vo or haar e ig en problemen.

‘Na een ernstig ongeluk verbleef ik in een kliniek voor reva-lidatie. Ik zat nog onder de pijnstillers en was niet helemaal bij de les. Ik zat in een ongemakkelijker houding op het bed. Een verpleegkundige zou me helpen om vanuit het bed in de rolstoel te komen. In plaats van mij daar bij te helpen begon ze uitvoerig over zichzelf en haar moeilijkheden te vertellen. Dat ze ook zoiets had meegemaakt als mij was overkomen en over haar problematisch verlopen scheiding en verhui-zing. Ik was niet in staat om adequaat te reageren en had genoeg aan mezelf, op dat moment kon ik haar verhalen er echt niet bij hebben. Het was niet erg professioneel zoals ze deed. Later bood ze wel haar excuses aan.’

15

Page 18: Lentis Magazine, nr 1 2016

WIE HEEFT ER HIER EIGENLIJK EEN PROBLEEM?Sandra komt woest de kamer binnen gelopen. Met een verwilderde blik kijkt ze me aan en steekt meteen van wal. Met haar handen maakt ze allerlei onrustige bewegingen in een onnodige poging om mij op afstand te houden. Ze is niet gekomen omdat ze zelf een vraag heeft maar omdat haar baas het nodig vond dat ze eens met een hulpverlener ging praten. Ik moet vooral niet denken dat ze ook maar een vraag beantwoordt, laat staan dat ze een probleem heeft. Ze weet genoeg over hulpverleners, in ieder geval voldoende om te weten dat ze niet te vertrouwen zijn. Zo staat ze een tijdje in mijn kamer. Ondertussen ben ik er nog niet in geslaagd om op te staan en haar een hand te geven. Ik ben onder de indruk van haar binnenkomst en heb even de tijd nodig om te bedenken hoe ik hier mee zal omgaan. Ik ben oprecht verbaasd over zoveel power van iemand die ik nog nooit eerder heb gezien en vraag me af waarom ze zo te keer gaat.

H et is dat mijn baa s het w il

Ik sta op en steek mijn hand uit. Die negeert ze en laat nogmaals duidelijk blijken dat ze niets van me moet hebben. ‘Het is dat mijn baas wil dat ik ga praten, anders was ik niet gekomen. Ik heb hier helemaal geen zin in’. Ik vraag of ze koffie wil en wanneer ik met twee dampende bekers terugkeer, stel ik voor dat ze de koffie opdrinkt en dat we daarna klaar zijn. ‘Je kunt dan tegen jouw baas zeggen dat je geweest bent en dat je zijn verzoek hebt ingewilligd’. Nu is het de beurt aan Sandra om me verbaasd aan te kijken. ‘Volgens mij ben je een raar mannetje. Ik kan toch niet teruggaan zonder met je gesproken te hebben? Wat ga jij dan tegen mijn baas zeggen? Dat zal hij niet accepteren’. Nu is het mijn beurt om een zet op het verbale schaakbord te zetten. Ik geef aan dat haar baas don-ders goed weet dat niemand iets zal doen wat hij absoluut niet wil en dat het mij verbaast dat zij zich door hem laat sturen voor een gesprek dat ze niet wil. Om er aan toe te voegen dat ik zoiets nooit

16

Page 19: Lentis Magazine, nr 1 2016

Gerard Lohuis is werkzaam bij Lentis binnen de sociale psychiatrie en als docent en trainer actief in het onderwijs.

WIE HEEFT ER HIER EIGENLIJK EEN PROBLEEM?

Als je kunt overleven met wat jij hebt meegemaakt, dan moet je bijzonder sterk zijn

zou laten gebeuren. Als gestoken door een wesp reageert ze met de venijnige opmerking dat ik niet moet denken dat anderen iets over haar te zeggen hebben. Dat was misschien in het verleden het geval, maar sinds ze het huis uit is, heeft niemand meer iets over haar te zeggen.

E en ho ofd dat over lo opt

Voordat ik het goed en wel in de gaten heb, begint Sandra hierna te vertellen dat ze nu 23 jaar is, dat ze op haar eigen benen kan staan en dat ze haar eigen boontjes kan doppen. Ze wil niet naar een hulpverlener omdat die vooral geïn-teresseerd is in een diagnose en dat ze als de dood is om een bepaalde diagnose te krijgen. Want als ze heeft wat ze denkt dat ze heeft, dan wil ze niet langer leven. Dan hoeft het voor haar niet meer. ‘Nou kun je de wenkbrauwen wel omhoog trekken en doen alsof je van niets weet, maar ik ben niet gek. Ik laat me door niemand meer zeggen wat ik moet doen.’ Ik trek mijn schouders op, wat zij opvat als signaal om verder te vertellen. Ze is bang dat ze schizofrenie heeft, want dat heeft ze gisteravond via google opgezocht. Ze heeft een hoofd dat voortdurend overloopt, kan zich moeilijk concentreren en heeft allerlei gedachten die niet normaal zijn. Even zie ik hoe ze me angstig aankijkt alsof ze bang is voor een bevestiging.

E en roer ig ver le den

Ze is blijkbaar vergeten dat ze niets wilde zeggen want hierna vertelt ze, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, wat er in haar verleden is gebeurd. Ik vraag me af of ik in staat zou zijn om dat tegen een wildvreemde, wat ik nog steeds voor haar ben, te zeggen. Over seksueel misbruik, in de steek gelaten worden, klappen krijgen omdat vader te veel gedronken heeft, iets wat hij normaal gesproken nooit zou doen, en zo gaat het een tijdje voort. Plotsklaps slaat ze met de hand op de tafel en wil nu wel eens weten of ze schizofrenie heeft. Enigszins beduusd en nog onde de indruk van haar verhaal, mompel ik dat daar geen sprake van kan zijn. De opluchting die deze opmerking teweeg brengt is zichtbaar van haar af te lezen. Maar als ze dan geen schizofr-enie heeft, wat heeft ze dan wel? ‘Als je kunt overleven met wat jij hebt meegemaakt, dan moet je bijzonder sterk zijn, Sandra.’ Als een blad aan de boom verandert haar stemming en kijkt ze me eerst trots aan, dan begint ze te twijfelen en even later barst ze in tranen uit. Ze vindt het leven moeilijk en heeft met iedereen ruzie. Ze kan geen vriend vinden die het met haar haar vol weet te houden omdat ze zo grillig is. Ze slaat zichzelf af en toe met vlakke hand tegen haar hoofd en op haar buik omdat ze zich soms radeloos kan voelen. ‘Dat is toch niet normaal.’Ze kijkt me aan en vraagt of ze nog eens terug mag komen. Ik knik en vraag haar om haar baas de groeten te doen. ‘Nou, ik ga hier nog eens even met hem over praten, hij is nog niet klaar met me. Trouwens, ik ben vergeten te zeggen dat mijn moeder ook bij Lentis heeft gelopen. Zij heeft borderline. ’t Is maar dat je het weet.’

17

Page 20: Lentis Magazine, nr 1 2016

Cor r ie Groenewoud, secretaresse

CONTACTEN MET CLIËNTEN M A KEN HET WERK HEEL A F WISSELEND D it inter v iew is de l aat ste v an e en ser ie kett ing-

inter v iews uit het pers one el sbl ad Fol io. In

de ze e erste e dit ie v an L entis Mag a zine staat de

al ler l aat ste schakel v an dit kett ing inter v iew.

Cor r ie Groenewoud, secretaresse v an wonen Uithuizen en FAC T Noord Groningen is aangewezen door L ily Dobma, haar col leg a in Uithuizen: ‘Ze is een heel inspirerende col leg a, een heel sociale v rouw in haar werk en daarbuiten. Cor r ie loopt ook mee al s v r ijwil l iger bij onze w andel groep. Ze denkt dat ze niet s te ver tel len heef t , maar ik t wijfel er niet aan dat ze juist heel veel te ver tel len heef t .’

Als ik Corrie meld dat dit het laatste kettinginterview is vertelt zij dat ze zowel de Foolcolor als Folio altijd met heel veel plezier leest: ‘Ik heb zelfs nog recepten liggen uit Foolcolor die ik regelmatig kook!’ Elke maandagavond loopt Corrie als vrijwilliger een uur met de groep vanuit De Tille, ‘En ik doe ook mee aan de ‘Vrouwen Loop & Lifestyle dag’. Dat is een tocht speciaal voor vrouwen. We lopen dan vanuit de Menkemaborg, met afstanden van 5 tot 25 kilometer. Er doen zo’n 300 vrouwen aan mee, waaronder dus een groep vanuit hier. Het is altijd een heel gezellige dag, met aan het eind een high tea.’

Al s jong e meid beg onnen

Over haar loopbaan binnen Lentis vertelt Corrie dat die in 1981 begon: ‘Als jonge meid van 22 kwam ik in De Tille. Toen ik koos voor secretarieel werk koos ik ook er ook voor om dat in de zorg te doen, niet voor een bank of zo. Als jong meisje wilde ik de verpleging in maar ik was nog te jong na de middelbare school, je moest destijds 17 jaar en 7 maanden oud zijn voor een verpleegkundige opleiding. Ik koos toen voor de MEAO, en begon daarna te werken bij De Tille wat onder de gemeente viel, ik was dus ambtenaar. De

toenmalige administratief medewerker werd administra-teur, en ik ging naar zijn post. Alle werkzaamheden werden destijds nog met de hand gedaan, ik heb de hele opkomst van de computer nog meegemaakt. Het werk is in de loop der jaren heel erg veranderd en mijn functie ook. Ik ben nu secretaresse/superuser, ik zit vooral in de hoek van de AWBZ (nu WMO), terwijl er eerder vooral DBC* -gerelateerde vragen kwamen. De denkwijze was toch vaak : ‘O ja, de AWBZ is er ook nog. ’ Ik moet veel lezen om bij te blijven over bijvoorbeeld financieringsstromen en veranderingen die de ziektekostenverzekeraars doorvoeren.’

P a r t t im e w e r ke n: b a a nb r e ke n d

‘In 1987 werd mijn zoon geboren. Ik wilde graag bij De Tille blijven werken maar parttimers waren er nog niet, de keus was fulltime werken of stoppen met werken. Ik heb toen geïnformeerd bij de gemeente Hefshuizen waar De Tille onder viel. Ook hier bleek men geen ervaring te hebben met parttime werken, daarom ben ik vervolgens naar de gemeente Groningen gestapt waar dit wel bestond. Ik heb mijn wens toen voorgelegd aan het dagelijks bestuur van De Tille. De burgemeester, die ook voorzitter was van het Dage-lijks Bestuur gaf me uiteindelijk toestemming voor parttime werken - dat was wel baanbrekend eigenlijk! In dezelfde tijd is er binnen De Tille een werkgroep opgericht die zich bezighield met parttime werken binnen de verpleging. Dat werd toen uiteindelijk mogelijk, echter niet voor leidingge-venden. Toen mijn dochter in 1990 werd geboren waren er inmiddels al meerdere parttimers in De Tille en werd er niet meer zo raar tegenaan gekeken als je bleef werken. Ik kon zelfs gebruik maken van betaald ouderschapsverlof.’

Door: Jan Koert SchipperFoto: Noord Nederlands Fotopersbureau

Ket

tin

gin

terv

iew

1 8

Page 21: Lentis Magazine, nr 1 2016

Cor r ie Groenewoud, secretaresse

CONTACTEN MET CLIËNTEN M A KEN HET WERK HEEL A F WISSELEND ‘Ik werk nu 35 jaar en heb in die jaren verschillende functies gehad. Toen De Tille een RIBW werd ging ik in Hoogezand werken, bij de administratie van het Centraal Bureau van de RIBW’s (Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen). Mijn functie daar was secretaresse voor de Indicatie- en Plaatsingscommissie voor de chronische psychiatrie in het Westen van de provincie. De aanmelding voor alle woonvor-men van de RIBW en Dennenoord werd daar geregeld. Bij de oprichting van GGz Groningen werd mijn functie fulltime en ging deze naar Zuidlaren. Dat kon ik niet combineren met mijn gezin en ik kon toen gaan werken als secretaresse van een aantal teamcoördinatoren in BW Beijum.’

O p g e sl o te n in G r o nin g e n

‘In de periode dat ik in BW Beijum werkte werd ik ook ingewerkt in Psygis**. Ik ging daarvoor elke vrijdag naar een kantoor in Groningen; we moesten toen wel met Psygis werken, maar hadden het nog niet op locatie. Grietje Speulman leerde mij met veel geduld alle kneepjes van het werken met Psygis. We zaten in het voormalige natuur-museum aan de Sint Walburgstraat, in een klein kamertje in de hoek van het gebouw. Ik werkte nog even door nadat Grietje weg was en vertrok toen ook. Ik sloot de kamer af en wilde naar buiten, maar de voordeur zat al op slot. De deur van de hal was echter ook achter me in het slot gevallen, dus ik zat gevangen in de hal…Ik ben eerst meer eens een sigaretje gaan roken (ik rookte toen nog) en at mijn appeltje op. Langzamerhand begon ik toch wat ongerust te worden, ik kon ook niemand bellen want een mobieltje had ik toen nog niet. Gelukkig kwam om een uur of zeven de schoonmaker het pand binnen. ‘Je hebt geluk, zei hij. Ik kom ook vaak op de zaterdagochtend.’

L ang dur ig contac t g e e f t e x tr a dimensie

‘Na een reorganisatie in 2002 ben ik als secretaresse van teamcoördinator Jan Boelema weer in De Tille beland. Op den duur kwam het FACT-team hierbij in en ging ik voor het FACT werken. Dat was echt veel te veel voor mij, ik zat in die periode tegen het overspannene aan. Gelukkig kreeg het FACT op den duur een eigen secretariaat. Ik werk nu twee dagen voor De Tille en een dag voor het FACT, een hele mooie combinatie. In de 35 jaar dat ik nu in dienst ben is er altijd betrokkenheid bij De Tille geweest. De Tille viert dit jaar het veertigjarig bestaan, ik heb in die jaren alles bewaard aan krantenknipsels et cetera. Dat wordt nu gebruikt voor een boekje over De Tille dat gemaakt wordt op initiatief van de teamleider Theo Nijland, door Monique Huizer en Rense Schuurmans. Mensen vinden het tegenwoordig heel wat om zo lang ergens te werken, maar Ik vind het een voordeel: als je mensen zo lang kent wordt het contact anders. Die contac-ten met cliënten maken het werk heel afwisselend, het geeft echt een extra dimensie.’

* DBC staat voor diagnose behandelcombinatie. De DBC is een unieke code (van veertien cijfers) die de zorgvraag, diagnose en de totale behandeling van een patiënt weergeeft.

** Psygis: het systeem waarin de persoonsgegevens en het dossier van de cliënt worden verwerkt.

De allerlaatste van Jan Koer t

D it w a s niet al le en de l aat ste

schakel in e en indr uk wek kende

r i j inter v iews met me dewer kers ,

het is o ok het l aat ste

inter v iew v an re dac teur J an

Koer t S chipper. J an Koer t

he e f t 11 jaar me eg ewer k t aan

het pers one el sbl ad . Hi j w a s

hof lever ancier v an de kett ing-

inter v iews en br acht jarenl ang

me dewer kers en hun leven naa st

L entis in be eld . B e dank t J an

Koer t vo or al die mo oie ver halen!

19

Page 22: Lentis Magazine, nr 1 2016

Roel Vroom, voorzit ter Centrale Cliëntenraad

P A R T I J E N B I J E L K A A R B RE N G E NRoel Vroom Voor zit ter Centrale Cliëntenraad wil

T E G E N G E S T E L D E B E L A N G E N O V E RB RU G G E NRoel Vro om is sinds november vor ig jaar

vo or zitter v an de Centr ale Cl iëntenr aad . O ver

de s ol l ic itat ieproce dure die vo or afg ing aan z i jn

benoeming zeg t hi j : ‘Men zocht e en neutr aal

iemand die boven de par t i jen staat en niet tot

e en spe ci f ieke doel g roep beho or t . Ik ben zel f

g e en cl iënt in teg enstel l ing tot de re st v an de

le den v an de r aad .’

Roel Vroom Voor zit ter Centrale Cliëntenraad wil

T E G E N G E S T E L D E B E L A N G E N O V E RB RU G G E NDoor: Anne HelmusFoto: Suzanne Posthumus

Economische aspecten steeds belangrijker in de zorg

20

Page 23: Lentis Magazine, nr 1 2016

Roel Vroom Voor zit ter Centrale Cliëntenraad wil

T E G E N G E S T E L D E B E L A N G E N O V E RB RU G G E N‘Nadat ik was gestopt met mijn uitvaartonderneming in Friesland en samen met mijn vrouw in Zuidhorn ben gaan wonen, heb ik me ingezet als vrijwilliger. Ik werkte in het buurthuis en reed als chauffeur op de wijkbus van het verpleeghuis het Zonnehuis. Ik zocht naast deze klussen een meer intellectuele uitdaging en vond dit in deze functie als voorzitter van de Centrale Cliëntenraad. Mijn loopbaan in de psychiatrie begon met het volgen van de B-opleiding op Groot Bronswijk. Ik heb het afgemaakt op Licht en Kracht in Assen. Daarna heb ik de SPV-opleiding gevolgd en heb ik gewerkt bij de Sociaal Geriatrische Dienst. Ik heb indertijd de RIAGG-vorming meegemaakt en was vervolgens onder andere afdelingshoofd op het ’t Blauwbörgje.’

A f f initeit

‘In mijn werk als uitvaartleider heb ik altijd veel profijt gehad van mijn ervaring in de psychiatrie. Emoties spelen een grote rol bij een overlijden. Nabestaanden kunnen wel eens verward zijn of last hebben van een vernauwd bewust-zijn. Ook kreeg men wel eens ruzie over de keuze van de kist en andere praktische zaken waar men niet uit kwam. Het was op dat soort momenten handig om deze conflicten tot een goed einde te brengen met de mensenkennis opgedaan in de psychiatrie. De affiniteit met de doelgroep is er altijd gebleven. Als uitvaartleider moest ik met enige regelmaat een uitvaart verzorgen van iemand uit de daklozenopvang De Terp in Leeuwarden. De uitvaart moest van gemeentewege plaats-vinden voor een minimaal budget. Bekenden en vrienden van de overledene waren soms door gebrekkige mobiliteit en onvoldoende financiële middelen niet in staat om op de begraafplaats of in het crematorium afscheid te nemen. Ik heb het toen zo geregeld dat er in de opvang zelf een soort herdenkingsbijeenkomst plaats kon vinden ter nagedachte-nis aan de overledene. Het waren bijzondere bijeenkomsten waar ik hele mooie herinneringen aan bewaar.’

B emiddel aar

‘De eerste periode als voorzitter ben ik vooral bezig geweest om me te oriënteren en kennis te maken met iedereen. Len-tis is groot geworden en de medezeggenschap is veelomvat-tend en verspreid over de verschillende zorgroepen. Bij mijn aantreden was het een rommelige periode door ziekte in de administratieve ondersteuning. Ik leer veel nieuwe dingen. De medezeggenschap binnen Lentis is een complex gebeuren: er zijn ongeveer dertig com-missies en deelraden, waar minimaal wel honderd mensen bij betrokken zijn. Mijn eigen rol is die van ‘doelgroepover-stijgende bemiddelaar’. Ik probeer de partijen bij elkaar te brengen en mensen met elkaar te verbinden en tegenge-stelde belangen te overbruggen.’

Z org el i jk

‘Het is zorgelijk dat er zoveel in de zorg wordt gesneden. Wat ik me bijvoorbeeld afvraag is of we een rol kunnen spelen in de zorg die vanuit de WMO geleverd wordt. Nu worden in de regio Noordoost Groningen cliënten die al jaren zorg en activiteiten ontvangen van Lentis overgeheveld naar com-merciële aanbieders. Er lijkt op dat vlak een soort wildgroei gaande. Bij het aanbieden van bijvoorbeeld activiteiten gaat het niet alleen om het aanbieden van activiteiten. De opge-bouwde relatie en het vertrouwen wat daar bij hoort is ook van belang. Het luisterend oor en de ondersteuning. Ik vind het nogal diskwalificerend dat daar zo gemakkelijk overheen wordt gestapt. Omdat het goedkoper is, worden cliënten op deze manier als een pakketje bij een andere aanbieder ondergebracht.’

O ver t we e jaar we er?

‘Over twee jaar is er weer een aanbesteding. Cliënten die nu overgaan naar een andere aanbieder van activiteiten moeten dan misschien weer veranderen. Een andere reden van

terugloop in de activiteitensector is ook de verhoging van de eigen bijdrage. Hierdoor daalde het aantal cliënten en de daaraan gekoppelde inkomsten eveneens.De economische aspecten lijken steeds belangrijker te worden in de zorg. Elke afdeling moet zijn eigen broek op houden. Vroeger kon er nog wel eens met het budget gescho-ven worden.‘

Z org ver zeker aar

‘Vanuit de raad hebben we ook een structureel contact met de zorgverzekeraar. We zijn toehoorder bij belangrijke verga-deringen en er wordt daar ook, als we iets in brengen, goed naar ons geluisterd. Inmiddels heb ik ook al een paar keer met Corstiaan Bruinsma, lid van de Raad van Bestuur van Lentis, vergaderd. Dat contact verliep heel plezierig. Ik hoop verder op een goede wisselwerking tussen de verschillende onderdelen. En verwacht dat de medezeggen-schap nog meer proactieve uitstraling krijgt.’

Centr ale Cl iëntenr aad

De Centrale Cliëntenraad behartigt de belangen van de ggz-onderdelen van Lentis. De leden van de CCR hebben allemaal ervaring met de zorg die Lentis biedt. Zij kunnen vertellen hoe het bevalt; ze kunnen erover oordelen, er een mening over hebben en meepraten over hoe die zorg (ook voor nieuwe cliënten) kan verbeteren. Die ‘cliëntdeskun-digheid’ zetten ze in voor en namens cliënten bij allerlei inspraakactiviteiten. Naast de CCR zijn er ook cliëntendeel-raden voor Lentis Volwassenenpsychiatrie, Jonx, Dignis en Forint en per locatie commissies.

WMO

Delen van de zorg die eerst werden vergoed vanuit de AWBZ zijn met ingang van 2015 overgeheveld naar de gemeente. Gemeenten moeten er voor zorgen dat mensen zo lang moge-lijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft onder-steuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Voor Lentis betekent dit dat bijvoorbeeld beschermd wonen en dagactiviteiten nu vanuit de gemeente worden vergoed. Voor 2016 betekent dat bijvoorbeeld voor cliënten in noord-oost Groningen dat zij voor hun dagactiviteiten niet langer bij Lentis terecht kunnen. De reden hiervoor is dat deze gemeenten deze zorg bij andere aanbieders dan Lentis hebben ingekocht.

21

Page 24: Lentis Magazine, nr 1 2016

SLIETOAZIE AAN T BENULHet is geen nieuws dat de vergrijzing toeneemt en ook de kans om de ziekte van Alzheimer te krijgen. Alzheimer cafés, statistieken over Alzheimer en discussies in de media over euthanasie bij Alzheimer als er sprake is van wilson-bekwaamheid. Kortom, er is een hoop te doen rond deze hersenziekte.

In de mu ziek

Voor verschillende Groninger liedjesmakers was de ziekte een aanleiding om er een song over te maken.

Sl ie toa z ie aan t benul Bert Hadders schreef en zong het liedje met de titel ‘Slietoa-zie aan ’t benul’ (Slijtage aan het verstand. red.)

Doe zitst hier wel moar bist er naitGedachten in t verleden Dien haart dat ken nog joaren mitMor t benul is zwoar versleten.

Het liedje gaat verder over dat de hoofdpersoon niemand meer kent en steeds aan bekenden vraagt hoe ze heten. En dat ze uiteindelijk niemand meer wil zien: ‘gain vrumden in mien koamer.’

http://bit.ly/slietoazie

Veranderd in een anderLucas en Gea, het bekende zangduo uit Heiligerlee zingen ‘Veranderd in een ander’. Het tweetal kreeg het verzoek een lied te maken dat laat horen wat voor impact Alzheimer kan hebben. Bij de vader van een goede vriend van het muzikale tweetal is deze ziekte geconstateerd. In Het Streekblad zegt Gea; ‘Deze man had altijd veel vrienden en stond voor iedereen klaar. Nu hij daar in het tehuis zit komt er niemand meer voor hem. Dat raakt onze vriend diep in zijn hart.’

http://bit.ly/lucas-en-gea

Mijn moe der

Mijn eigen moeder was ook dement en zat op een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Zij kreeg wel regelmatig bezoek van familie. Ze had ook veel lichamelijke problemen waardoor mijn vader haar, in combinatie met de voortschrijdende dementie, uiteindelijk niet meer thuis kon verzorgen. Ze had vasculaire dementie. Ze was af en toe nog best helder en er was contact mogelijk. Voor mijn vader was het gezellig om regelmatig bij haar langs te gaan. Dat dit bezoek niet altijd gladjes verliep komt in het volgende verhaal naar voren. Ik schreef het naar aanleiding van zijn verhaal.

D o or: A nne H el mu s

Illus

trat

ie: A

nne

Helm

us

22

Page 25: Lentis Magazine, nr 1 2016

Ze zit samen met acht andere dames rond een grote tafel. De huiskamer wordt gedomineerd door een grootbeeld TV, waar de apen van de zender Animal Planet voor enig vertier zorgen. Mijn moeder leest de ondertitels voor. Voordat ze dement werd is ze nog geopereerd aan staar. Met haar gezichtsvermogen is niets mis. Enkele dames zitten een beetje te dommelen. Een jong ogend oudje loopt ongedurig heen en weer. Ze komt net terug van haar kamer om schoenen aan te trekken. Haar blote voeten maken duidelijk dat de missie niet is gelukt. Een verpleeg-kundige rolt een kar met koffie en koek de kamer binnen. De aandacht voor de apen is inmiddels verslapt. ‘Lekker koffie met koek!’ Iedereen is plotseling wakker.

Mijn moeder gaat met de koffie een beetje apart zitten met haar vriendin. Een minstens even forse vrouw als zij. Vroeger was ze boerin en stond ze voor dag en dauw koei-en te melken. Ze zitten een beetje met elkaar te smoezen. ‘Daar heb je hem.’ In de deuropening staat mijn vader. Hij begroet de dames en trakteert iedereen gewoontegetrouw op iets lekkers. Mijn moeder en haar verpleeghuisvrien-din weigeren. Mijn vader staat een beetje verbouwereerd te kijken. De dames kijken hem boos aan. ‘Wij willen hier weg’, zegt mijn moeder. ‘Jij moet ons geld geven’, vult haar vriendin aan. ‘Wij willen ook wel eens de stad in, even bij Indië koffie drinken met wat lekkers erbij.’ ‘Wij zitten hier opgesloten en jij kunt maar een beetje je gang gaan.’ zegt mijn moeder op inmiddels luide toon.Dat de dames achter slot zitten klopt. De deur naar buiten kan alleen maar open als er een speciale code ingetoetst wordt. Naar buiten kunnen ze niet. Behalve op een mooie dag met de hele club op het terras van het verzorgingste-huis. Maar goed, vandaag willen ze erop uit, de stad in, winkelen, geld uitgeven.

Uitje

Mijn vader bezoekt haar zeer regelmatig. Sinds de opna-me van mijn moeder in het verpleegtehuis voor demente bejaarden woont hij alleen in de flat. Op bezoek gaan bij zijn vrouw is voor hem een uitje. Bij de andere dames is mijn vader een graag geziene gast. Meestal blijven ze in de huiskamer zitten, gezellig bij de anderen. Soms zonde-ren ze zich af op de kamer van mijn moeder en genieten samen van het mooie uitzicht. Vandaag is dat anders. Mijn vader kent mijn moeder niet, zo obstinaat als ze nu doet. Normaal is ze een goedlachse vrouw die zelden moeilijk doet.

Mijn vader staat nog steeds oog in oog met de boze da-mes, die geld van hem willen en voet bij stuk houden. De verpleging staat inmiddels onwennig toe te kijken. Mijn vader is duidelijk verlegen met de situatie. Op een gege-ven moment heeft hij er genoeg van. Hij loopt de huiska-mer uit en trekt zich terug op de kamer van mijn moeder.

Hij wel !

Niet lang daarna rolt de verpleging mijn moeder binnen. Normaal blijven de dingen haar niet zo bij. Maar het incident in de huiskamer is ze nog niet vergeten. Iets wat heel grappig of verdrietig is of anderszins emoties oproept onthoudt ze goed. Dit in tegenstelling tot veel andere dingen die bij haar langs glijden. ‘Wat mankeerde je?’ vraagt mijn vader. Mijn moeder giebelt wat en zegt: ‘Ik moest het van haar vragen. Ik kan niet tegen haar op.’ Ze probeert hem te ontdooien en zegt ‘Wees nou niet langer boos’. Natuurlijk is ie dat al lang niet meer. Met een knuffel wordt het bijgelegd. Niet lang daarna meldt de taxi zich om mijn vader naar huis te brengen. Hij gaat nog niet naar zijn woonstee, maar laat zich afzetten bij een restaurant waar ze vroeger samen kwamen. Hij bestelt koffie met iets lekkers erbij. Hij wel!

W I J W IL L E N H IE R W E G

23

Page 26: Lentis Magazine, nr 1 2016

HE L MU S Z O E K T Z I J N ID E A L E G E W I CH T

Verschrikt kijk ik op de weeg schaal . Een ti jd l ang zat ik ruim onder de negentig kilo. In de buur t v an mijn streefgewicht . Nu geef t het digitale weeginstrument , deze ochtend v l ak na opstaan en toiletbezoek , ruim eenennegentig kilo aan. Ik baal een beetje maar weet natuurl ijk best wel hoe dit komt . ‘s Avonds voordat ik de tr ap naar boven bekl im g auw nog even een dik stuk Br ie uit de koelkast naar binnen werken, een bier tje e x tr a en af en toe een paar koekje uit de trommel snaaien.

Moll ig

Het probleem is dan ook: ‘Ik vind alles lekker en eet met smaak.’ Altijd al zo geweest.In mijn jeugd, we spreken over de jaren vijftig, ging ik vaak na schooltijd bij een tante langs om de strip van Prins Vaillant in de Panorama te lezen en om de kliekjes op te eten die haar eigen dochters hadden laten staan. Deze magere en bleekzuchtige nichtjes deden geheel onterecht haar kookkunst weinig eer aan. Mijn tante was blij als ik weer lekker zat te smikkelen. De nichtjes noemden me plagerig ‘Anne Beertje’. Misschien vonden ze mij schattig en had ik in mijn jeugd de neiging tot een niet ontsierende mollig-heid.

K ampe er tr ipje s

Met enige regelmaat zijn we tegenwoordig soms meer dan een maand op pad met ons kampeerbusje. Als ik na deze tripjes thuisgekomen op de weegschaal ga staan ben ik dikwijls kilo’s lichter dan bij vertrek. Op zich gek. Want tijdens de vakantie neem je toch snel een puntje vlaai bij de koffie op het terras en geven we ons over aan andere calorierijke zelfverwennerij. Tijdens de vakantie beweeg ik wel meer, veel fietsen en wandelen. En de vele wandelingetjes naar het toiletgebouw op de camping. Misschien is een belangrijke oorzaak van het afvallen het koken in kleine pannetjes. Ons VW campingbusje is uiterst effectief ingericht. Geen overbod-ige spullen en ruimtevretende objecten. Door de mini-pannen zijn de porties die we onderweg eten kleiner dan thuis, evenals de borden. Deze keukenac-cessoires helpen kennelijk het gewicht te begrenzen.

Mijn aandacht voor eten en mijn gewicht vallen, naar ik hoop, binnen normale verhoudingen. Dat is niet bij iedereen zo. Elk jaar hebben meer dan 200.000 mensen in Nederland last van een eetstoornis: Boulimia en Anorexia.

Over eetstoornissen

Lentis verschillende behandelvormen voor eetstoornissen.behandeling van eetstoornissen op de website van Lentis:http://bit.ly/eetbuistoornis

Informatie over de kliniek voor eetstoor-nissen vind je hier ook. http://bit.ly/kliniek-eetstoornissen

Op Youtube wordt het filmpje Door dik en dun, waarin eetstoornissen worden belicht erg goed bekeken. In ‘Door Dik en Dun’ word je meegenomen in de wereld van vier verschillende eetstoornissen: Mevrouw Boulimia, Mevrouw Anorexia, Mevrouw NAO en Mevrouw Eetbuistoornis. http://bit.ly/film-eetstoornissen. In januari hadden meer dan 10.000 mensen deze film bekijken.

Afgelopen jaar ben ik me meer met mijn gewicht bezig gaan houden. Lange tijd vond ik dat meer iets voor vrouwen en mietjes. Niet dat ik veel te zwaar was. Maar toch altijd wel een kilo of vijf boven het gewicht wat ik na de berekening van mijn BMI mag zijn. Sinds ik niet meer werk is het gemakkelijker om op gewicht te blijven. Aan de lokroep: ‘Anne er staat nog gebak in de koelkast,’ kon ik moeilijk weerstand bieden. Collega’s die het beste met me voor hadden brachten me bij voortduring in verleiding. Mijn gezellige werkkring bestond uit een groot team. Dus stond er bijna wekelijks wel iets lekkers op tafel. In de kantoor-tuin nam een grote pot gevuld met drop of chocolade een centrale plek in, alwaar je vrijelijk over kon beschikken. Ook de veelvuldige huisbezoeken gingen gepaard met de consumptie van gevulde koeken, rondo’s, kano’s en dikke plakken koek. Ik maakte mezelf wijs dat ik het aangebodene op moest eten om de relatie met de cliënt goed te houden. Ook tijdens de nazit van een congres liet ik me de hapjes goed smaken.

A nne H el mu s

2 4

Page 27: Lentis Magazine, nr 1 2016

KORTHE L MU S Z O E K T Z I J N ID E A L E G E W I CH T

Apps mindfulnessCollega’s van de Basis GGZ tipten de vol-gende apps:

Headspace: een app met je eigen personal trainer voor je geest. Voor op je telefoon of computer. De app is bedoeld voor mindful-ness/mediteren. Deze app heeft veel leuke filmpjes met uitleg over hoe je bijvoorbeeld mindfulness kunt toepassen bij alledaagse activiteiten. https://www.headspace.com/

Stop, breathe & think. De app geeft duide-lijke uitleg over mediteren en mindfulness. Er is een uitgebreid aantal mindfulness/medita-tie oefeningen, ook gericht op emoties zoals dankbaarheid en compassie. http://stopbreathethink.org/

Film Herstellen!Herstellen gaat niet ineens. Het Bureau Ervaringsdeskundigheid Lentis heeft samen met mediaproject Foolcolor een film uitgegeven over de vier fasen van herstel. De vier fasen van herstel worden toegelicht aan de hand van uitspraken van cliënten. ‘Mijn leven stond stil’ is een uitspraak van een cliënt die zich overweldigd voelde door de aandoening. http://bit.ly/herstellen-doe-je-zelf

Antidepressiva zonder schadelijke bijwerkingen‘Antidepressiva, zonder schadelijke bijwer-kingen’- 13 tips. Dat is de titel van boekje dat Marlieke de Jonge, stafmedewerker empowerment en praktiserend patiënt, schreef. In het boekje vind je 13 beproefde tips, gedichten en ruimte om eigen aante-keningen te maken. De folder kan worden opgevraagd bij de Informatieservice van Lentis, [email protected]. Bekijk de folder hier. http://bit.ly/top13-antide-pressiva.

X X V

Page 28: Lentis Magazine, nr 1 2016

Sommigen hebben het, anderen weer nietSoms zo heftig, maar ook stilletjes, zodat niemand het ziet

Soms rustig en bedaard, soms heftig en enormKalm, stilletjes, maar het volgende moment een wervelstorm

Alles ineens, kolkende woede, maar ook verdrietHuilend weggekropen in een hoekje, waar niemand je ziet

Dan ineens intense vreugde, pret en plezierAardig, spontaan en warm voor elk mens en dier

Dan ineens een brok in je keel door blinde haatUithalend naar een ieder die je in de weg staat

Dit allemaal in slechts 5 minuten tijd, het duurt maar heel evenMaar zo een episode lijkt wel een heel mensenleven

Wie ben ik? Mijn naam is Borderline en hierboven heb ik zojuist omschrevenwat ik met mensen doe

Waarom? Omdat ik een zwakke plek heb gevonden in het brein van deze mensen.Deze zwakke plek staat mij toe ze uit te putten, te verwarren en totrazernij te drijven

Plotseling komt deze zwakke plek in opstand, slaat terug en word ikaangevallen met wapens die mij totaal onbekend zijn, namelijk mevrouwassertiviteit, meneer stabiliteit, en de familie vaardigheid

Deze wapens zijn te sterk voor mij en het wordt tijd mijn koffers te pakkenen een nieuw slachtoffer te zoeken

K athy H orsting

Illustratie: Anna de RuiterX X V I