landelijke visie hulpverlening brandweer - ifv...2020/11/30  · 4 5 voorwoord voor u ligt onze...

28
Landelijke visie Hulpverlening Brandweer

Upload: others

Post on 31-May-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

Landelijke visie

Hulpverlening Brandweer

Page 2: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

Landelijke visie

Hulpverlening Brandweer

Page 3: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

InhoudsopgaveVoorwoord 4

Samenvatting 5

Inleiding 6

1 Uitgangspunten 9

2 Hulpverlening in de praktijk 13

3 Aanbevelingen bij operationaliseren 19

4 Implementatie en beheer 20

Bijlage 22

Page 4: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

54

VoorwoordVoor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele land hebben

een bijdrage geleverd aan dit document, waarvoor mijn hartelijke dank. Mijn dankbaarheid gaat ook uit naar onze

partners van binnen en buiten de veiligheidsketen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit document.

De visie doet recht aan de grote verscheidenheid van de kerntaak hulpverlening in Nederland, maar geeft ook een

concretere invulling aan die taak. Zo is er een definitie van de kerntaak geformuleerd, die het mogelijk maakt om

waar nodig te differentiëren, in overeenstemming met de risico’s van het verzorgingsgebied van de regio’s, maar

zonder af te wijken van landelijk afgesproken beleid.

Deze visie biedt een praktisch en richtinggevend, maar niet vrijblijvend kader. Veiligheidsregio’s worden geacht

binnen dit kader de kerntaak hulpverlening in te richten om zo de uniformiteit in hulpverlening te waarborgen. Het

beschreven kader is een ondergrens. Het staat veiligheidsregio’s vrij om, afhankelijk van de lokale risico’s, boven op

deze ondergrens aanvullende maatregelen te nemen om deze risico’s het hoofd te bieden.

De implementatie van dit kader kost tijd en geld. Eventuele organisatorische en materiele wijzigingen zijn afhankelijk

van factoren zoals regelgeving, aanbestedingen, budget en capaciteit. Verwacht wordt dat veiligheidsregio’s vier jaar

tijd nodig hebben om de deze visie te implementeren. We bieden de veiligheidsregio’s deze tijd met name om ze in

staat te stellen de inkoop van kennis en materieel, in overeenstemming met de geldende aanbestedingsregels uit te

voeren en te implementeren. Uiterlijk 1 januari 2025 zal dan elke veiligheidsregio conform deze visie werken.

Ik wens de regio’s veel succes bij de implementatie.

Tijs van Lieshout,

Voorzitter Brandweer Nederland

‘Deze visie biedt een praktisch en richtinggevend, maar niet vrijblijvend kader.’

Page 5: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

5

Samenvatting De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) heeft de behoefte uitgesproken om breder te

gaan ontwikkelen op het gebied van hulpverlening. Aansluitend bij de uitvoeringsagenda van Brandweer Nederland

en de visies die inmiddels ontwikkeld zijn, onder andere op het brandweeroptreden bij brand en incidenten met

gevaarlijke stoffen, maar ook op de wijze waarop we grootschalig optreden moeten inrichten, ontstond de behoefte

om een landelijke visie op hulpverlening te ontwikkelen.

Er is in dit document bewust gekozen voor de benaming hulpverlening in plaats van technische hulpverlening.

Technische hulpverlening wordt in het werkveld voornamelijk geassocieerd met de extractie van beknelde slachtoffers

uit voertuigen, terwijl het taakgebied hulpverlening veel breder en gevarieerder is. Een eerste stap om de ontwikkeling

van hulpverlening te concretiseren is het vormen van een eenduidige visie op wat hulpverlening precies behelst.

Hiervoor is de volgende definitie opgesteld:

Hulpverlening bestaat uit noodzakelijke en/of urgente hulpvragen, niet zijnde brandbestrijding, incidenten

met gevaarlijke stoffen en waterongevallen. Die specialistische kennis, vaardigheden, inzicht en/of materialen

behoeven om de gezondheid, welzijn en aantasting van mens, dier & milieu en ontwrichting van het

maatschappelijk belang tegen te gaan en/of de situatie terug te brengen naar een stabiele situatie. Waarbij de

brandweer vanwege haar paraatheid, technische kennis en middelen de meest geschikte partij is. Wat resulteert

in: technische hulpverlening, hulpverlening, dienstverlening en het bieden van een vangnet voor de maatschappij.

De laatste zin van de definitie refereert naar de categorieën waarin deze definitie geoperationaliseerd kan

worden. Om deze definitie concreet te maken voor de veiligheidsregio’s is zij geoperationaliseerd in een

hulpverleningspiramide. Deze beschrijft het operationele proces in vijf lagen, van onder naar boven: maatwerk,

basisbrandweeroptreden, regionaal specialistisch optreden, grootschalig brandweeroptreden, landelijk specialistisch

brandweer optreden en restrisico. De volgordelijkheid van de lagen kan afhankelijk van het incident opeenvolgend zijn

of niet. Het systeem is flexibel en vraaggestuurd. Ook wordt in de hulpverleningspiramide de verhouding met externe

expertise/middelen geduid. Deze middelen kunnen onafhankelijk van de laag worden ingezet.

Voor een succesvolle implementatie van de visie zijn er een aantal aandachtspunten. Allereerst is het van belang dat

de visie omarmt wordt. Daarnaast is het belangrijk dat de visie wordt opgenomen in de les- en leerstof. Om adequate

en eigentijdse les- en leerstof te kunnen ontwikkelen is het noodzakelijk dat er meer aandacht komt voor onderzoek

op het gebied van hulpverlening. Tot slot is het van belang dat er een landelijk overlegorgaan wordt samengesteld. De

onderwerpen met betrekking tot hulpverlening worden op dit moment weinig of niet op landelijk niveau behandeld,

wat wel van belang is om samen middels een eenduidige visie te handelen.

De fase van implementeren zal volgen na behandeling van de visie door de Raad van Commandanten en Directeuren

Veiligheidsregio (RCDV). De implementatiefase wordt verder uitgewerkt in een implementatiedocument en zal actief

worden ondersteund door het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV).

Page 6: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

6

Inleiding Het programma ‘Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden Brandweer

Nederland’ (GBO-SO) geeft in opdracht van de Raad van Commandanten en Directeuren

Veiligheidsregio (RCDV) invulling aan de doorontwikkeling van bovenregionaal

brandweeroptreden. De verouderde beleidslijn van de brandweercompagnie en de opdracht van

het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 2007/2008 om te komen tot een

nieuwe visie op bovenregionaal optreden, vormen hier de aanleiding toe.

Het beoogd effect van het programma is het intensiveren van samenwerking binnen de brandweer op verschillende

schaalniveaus. Hierbij zijn de vier kerntaken van de brandweer richtinggevend, aangevuld met de organisatie van de

logistiek ter ondersteuning. Binnen het programma GBO-SO is daartoe in een blauwdruk een aantal uitgangspunten

opgesteld dat als basis dient voor de uitwerking van de landelijke samenwerking met betrekking tot grootschalig en

specialistisch optreden:

• Risicogericht

De brandweer stuurt op risico’s dankzij een landelijke (brandweer)risicokaart. Dit betekent dat er risicogericht gewerkt

wordt, in plaats van aanbodgericht.

• Samen

De brandweer werkt samen als Brandweer Nederland. Door kennis en kunde te bundelen verhoogt de brandweer

haar doelmatigheid en doelgerichtheid. De samenwerking russen regio’s en verschillende disciplines zal zoveel

mogelijk worden versterkt en ondersteund.

• Slim

De brandweer pakt GBO-SO slim aan. Doorontwikkeling en innovatie maken onderdeel uit van het model. Kennis

delen en leren door te doen, zijn essentiële uitgangspunten.

• Regie

De RCDV stuurt op de doelen, gebaseerd op de risico’s en stelt de middelen beschikbaar. Het programma GBO-SO

biedt mogelijkheden en (financiële) middelen om de ingezette koers voor het professionaliseren van hulpverlening te

continueren.

In de onderstaande tabel staat weergegeven hoe het programma GBO-SO zijn doelstellingen concretiseert:

Type plan Schaalniveau Doel

Programmaplan GBO-SO Strategisch niveau > richtenIntensiveren van de landelijke

samenwerking

Projectplan per ‘specialisme’ Tactisch niveau > inrichtenOrganiseren samenwerking op landelijk

niveau (STH, NBB, IBGS, L&O)

Deelprojectplan per ‘component’ Operationeel niveau > verrichten

Realiseren van componenten die invulling

geven aan de samenwerking op landelijk

niveau (STH, NBB, IBGS, L&O)

Tabel 1.1: Plannen en doelstellingen GBO-SO

Page 7: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

7

Via het programma GBO-SO zijn afspraken gemaakt over interregionale samenwerking en worden de (bestuurlijk

vastgestelde) specialismen uitgewerkt in visies en operationele structuren.

Aanleiding De toename van het aantal hulpverleningsincidenten en het komen tot interregionale samenwerking kan worden

bekrachtigd met een eenduidige visie. Om dit te bewerkstelligen is in 2018 een landelijk coördinator Hulpverlening

aangesteld en is er een traject gestart om te komen tot een landelijke visie. De Raad van Commandanten en

Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) heeft de behoefte uitgesproken om breder te gaan ontwikkelen op het gebied

van hulpverlening. Aansluitend bij de uitvoeringsagenda van Brandweer Nederland en de visies die inmiddels

ontwikkeld zijn, onder andere op het brandweeroptreden bij brand en incidenten met gevaarlijke stoffen, maar ook

op de wijze waarop we grootschalig optreden inrichten (zie tabel 1.2), ontstond de behoefte om een landelijke visie

op hulpverlening te ontwikkelen.

Brand HulpverleningIncidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen

Waterongevallen

Specialistisch optreden

Visie ontwikkeld

Landelijke visie

hulpverlening

brandweer

Visie ontwikkeld Visie ontwikkeld

Grootschalig Brandweer-optreden

Basis Brandweer-optreden

Tabel 1.2 Samenhang landelijke visies

DoelDe doelstelling is om te komen tot een landelijke visie op hulpverlening voor de komende acht jaar. Door een

dergelijke visie op te stellen, krijgen de regio’s eenzelfde kijk op het thema, wat bijdraagt aan het kunnen bieden

van zo goed mogelijke hulp richting de burger en aan een efficiënte inzet van mensen en middelen tijdens

brandweeroptredens.

Onderzoeksopzet Om de landelijke visie op hulpverlening op te stellen, is een projectteam gevormd. Dit projectteam heeft een kick-off

georganiseerd in de vorm van een 24-uurs sessie. Deze sessie bestond uit twee dagen; vertegenwoordigers van de 25

veiligheidsregio’s (uit ieder district twee), en van het IFV, Brandweeracademie, STH en diverse externe partijen, zoals

USAR.NL, Rijkswaterstaat, GHOR en Ambulancezorg Nederland waren vertegenwoordigd. De vertegenwoordigers die

aanwezig waren, bekleedden functies op alle niveaus in de organisatie. Deze verscheidenheid heeft bijgedragen aan

het doel om door het opstellen van een visie een brug te slaan tussen verschillende niveaus: strategisch, tactisch en

operationeel.

Tijdens de sessie werden de deelnemers meegenomen in het verleden, het heden en de toekomst van hulpverlening.

In gezamenlijkheid is tijdens deze sessie een definitie bepaald en zijn eenduidige lijnen uitgezet voor een

toekomstbeeld van hulpverlening.

Page 8: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

8

Uit deze sessie is een kleinere werkgroep ontstaan die zich heeft ingezet om de visie verder uit te werken in de

vorm van een concept-visie. Dit concept is vervolgens langs diverse gremia geweest ter review en op basis van de

feedback is het vastgestelde visiedocument ontstaan. Dit document wordt ondersteund door alle lagen van de

brandweerorganisatie.

LeeswijzerDeze visie begint met een beschrijving van de uitgangspunten die eraan ten grondslag liggen (hoofdstuk 1).

Vervolgens zal worden ingegaan op de praktische uitwerking van de visie (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 en 4 zullen

hier een verdiepingsslag aan geven. Zo zal er in hoofdstuk 3 worden ingegaan op de aandachtspunten bij de

operationalisering en in hoofdstuk 4 wordt beschreven wat er van belang is voor de implementatie en het beheer van

deze visie.

Page 9: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

9

1 Uitgangspunten 1.1 Wettelijk kader HV De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) geeft een omschrijving van ‘brandweerzorg’ en beschrijft de taken van de brandweer.

Volgens de Wvr behoort tot ‘brandweerzorg’:

• het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken

van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

• het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand.

Binnen deze laatste categorie bestaat in de wet- en regelgeving nauwelijks onderscheid tussen de taakafbakening

van de andere kerntaken van de brandweer. Daarmee lijkt het erop neer te komen dat hulpverlening alles omvat

waarbij er een gevaar is/dreigt voor mens en dier, en wat géén brand, incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (IBGS) of

bestrijding van waterongevallen (WO) betreft.

In deze voorliggende visie wordt gesproken over maatwerkeenheden, basiseenheden en specialistische eenheden.

Een basiseenheid bestaat uit een bevelvoerder, chauffeur (tevens voertuigbediener) en twee ploegen van twee

manschappen, conform het Besluit veiligheidsregio’s, artikel 3.1.2. Bij een maatwerkeenheid wordt ervan uitgegaan

dat deze gelijk of kleiner is dan een basiseenheid. Een specialistische eenheid is een eenheid die opgeleid is om

specialistische werkzaamheden uit te voeren. Hierbij is de omvang van de eenheid afgestemd op de uit te voeren taak.

Het bestuur van een veiligheidsregio kan besluiten tot een andere samenstelling van de basiseenheid, mits daarmee

wordt voorzien in een gelijkwaardig niveau van brandweerzorg en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en

gezondheid van het brandweerpersoneel, conform het Besluit veiligheidsregio’s, artikel 3.1.5.

Tot slot is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) per 1 januari 2020 in werking getreden. Deze wet

zal invloed hebben op de bedrijfsvoering van de brandweer en met name op de wijze waarop vrijwilligers aangesteld

worden. In deze visie trachten wij in te spelen op de gevolgen hiervan. Door het handhaven van maatwerkeenheden,

basiseenheden en specialistische eenheden wordt taakdifferentiatie mogelijk gemaakt.

1.2 Vier kerntaken Binnen de brandweer wordt onderscheid gemaakt tussen vier kerntaken: brandbestrijding, incidentbestrijding

gevaarlijke stoffen (IBGS), bestrijding van waterongevallen (WO) en hulpverlening (HV). De taakgebieden

brandbestrijding, IBGS en WO zijn op basis van hun eigenschappen redelijk afgebakend. Voor HV lijkt deze

afbakening echter te ontbreken. Er bestaat geen omschrijving van wat HV is, anders dan voorbeelden van typen

incidenten die daaronder vallen. Daarnaast worden de in eerste oogopslag vergelijkbare begrippen door elkaar

gebruikt. Bij de totstandkoming van deze visie is er dan ook voor gekozen om een meer concrete definitie voor de

kerntaak HV op te stellen. Omdat een duidelijke definitie het eenvoudiger maakt om te komen tot een heldere visie

voor de komende acht jaar, is er dan ook voor gekozen om een meer concrete definitie voor de kerntaak HV op te

stellen. Dit sluit echter niet uit dat er helemaal geen sprake meer is van overlap tussen de diverse taakgebieden.

Page 10: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

10

Definitie HV

Hulpverlening bestaat uit noodzakelijke en/of urgente hulpvragen, niet zijnde brandbestrijding, incidenten

met gevaarlijke stoffen en waterongevallen. Die specialistische kennis, vaardigheden, inzicht en/of materialen

behoeven om de gezondheid, welzijn en aantasting van mens, dier en milieu en ontwrichting van het

maatschappelijk belang tegen te gaan en/of de situatie terug te brengen naar een stabiele situatie. Waarbij de

brandweer vanwege haar paraatheid, technische kennis en middelen de meest geschikte partij is. Wat resulteert

in: technische hulpverlening, hulpverlening, dienstverlening en een vangnet voor de maatschappij.

Er is in dit document bewust gekozen voor de benaming hulpverlening in plaats van technische hulpverlening.

Technische hulpverlening wordt in het werkveld voornamelijk geassocieerd met de extractie van beknelde slachtoffers

uit voertuigen, terwijl het taakgebied hulpverlening veel breder is, en technische hulpverlening omvat.

1.3 Technische Hulpverlening (THV) In de Wet veiligheidsregio’s staat opgenomen dat het werk van de brandweer erop is gericht gevaar voor mens en

dier te beperken en te bestrijden. Op het gebied van technische hulpverlening zijn dit vooral situaties waarbij mensen/

dieren ingesloten, bekneld of vast zitten en geen mogelijkheid hebben om zich zelfstandig te bevrijden, terwijl er

wel een noodzaak/urgentie is dat dit gebeurt. Daarnaast kan een bepaalde mate van verwonding een reden zijn om

de brandweer te alarmeren, zonder dat er sprake is van een beknelling. De brandweer komt in deze situaties ter

plaatse om de mensen/dieren te bevrijden en/of de situatie te stabiliseren, zodat een verergering van de situatie wordt

voorkomen. Over het algemeen wordt daarbij gebruikgemaakt van bijzondere en/of specialistische gereedschappen

en kennis.

1.4 Hulpverlening (HV) en dienstverlening (DV)In principe kunnen alle werkzaamheden van de brandweer worden gezien als ‘hulp- en dienstverlening’, maar ook

binnen de kerntaak ‘hulpverlening’ kan dit onderscheid worden gemaakt. De brandweer wordt regelmatig om

hulp gevraagd in situaties anders dan brand, IBGS, WO en technische hulpverlening. In het geval van hulpverlening

is daarbij sprake van (dreigend) (fysiek) gevaar, waarbij de brandweer de situatie moet veiligstellen of stabiliseren.

Ook kunnen andere hulpdiensten de hulp van de brandweer inschakelen, omdat zij bijvoorbeeld de middelen niet

hebben. Er bestaat dan de noodzaak dat de situatie zoals die op dat moment bestaat, wordt verholpen (urgentie).

Voorbeelden zijn buitensluitingen waarbij kleine kinderen alleen in een woning aanwezig zijn of assistentie van

ambulancepersoneel. Dit is dan ook een taak waaraan de brandweer uitvoering moet kunnen geven.

Er is sprake van dienstverlening wanneer er géén gevaar is voor mensen en/of dieren, maar deze(n) wel worden

aangetast in hun leefomgeving. Dit kunnen situaties zijn waarbij zowel groepen als individuen (fysiek) worden

belemmerd (zoals door omgevallen bomen over wegen en wateroverlast). Bij dit soort dienstverlening is er géén

sprake van noodzaak/urgentie, en in feite zijn deze werkzaamheden dan ook geen wettelijke taak van de brandweer

en kunnen – mogelijk – ook door een derde partij worden uitgevoerd. Het is dus een taak die de brandweer kan,

maar niet moet uitvoeren.

Page 11: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

11

1.5 Vangnet voor de maatschappijDe brandweer als ‘vangnet voor de maatschappij’ wordt als volgt gekenmerkt: als een burger niet (meer) weet bij wie

hij/zij terecht in een bepaalde situatie of met een bepaald probleem, wordt vaak een beroep gedaan op de brandweer

(en andere hulpdiensten). Dit gaat om situaties waarbij de persoon in zijn/haar leefomgeving wordt aangetast. De

interventie van de brandweer is erop gericht de burger verder te helpen door de situatie te helpen beoordelen en

indien nodig als intermediair op te treden tussen de burger en de instanties die in de te ondernemen vervolgstappen

een rol spelen (zoals installatie- en reinigingsbedrijven). Dit ‘vangnet’ omvat de algemene inzetbaarheid van de

brandweer in de maatschappij en kan verder gaan dan alleen incidenten op het gebied van hulpverlening. Optreden

als vangnet is echter geen wettelijke taak.

Technische Hulpverlening Hulpverlening Dienstverlening Vangnet maatschappij

Eig

en

sch

ap

pen

Primaire bedreiging betreft géén Brand, IBGS of WO

– Personen/dieren zitten

bekneld, ingesloten of vast.

– Geen mogelijkheid om

zichzelf daarbij te bevrijden.

– Incidenten waarbij

bijzonder/specialistische

gereedschappen, kennis of

handelingen nodig zijn.

– Sprake van noodzaak/

urgentie dat situatie wordt

opgelost.

– Personen worden

aangetast in hun

leefomgeving.

– Er is sprake van

(dreigend) (fysiek)

gevaar.

– Andere hulpdiensten

schakelen de hulp van

de brandweer in.

– Er is sprake van

noodzaak/urgentie (evt.

ook spoed).

– Personen worden

aangetast in hun

leefomgeving.

– Géén sprake van

urgentie/noodzaak.

– Binnen afzienbare tijd is

géén redelijk alternatief

voorhanden.

– Personen worden

aangetast in hun

leefomgeving.

– Géén sprake van urgentie.

– Burger weet niet waar hij/

zij terecht moet.

Taak b

ran

dw

eer – Redden van mens en dier.

– Beperken en bestrijden van

gevaar voor mens en dieren

(o.a. door die uit hun situatie

bevrijden).

– Stabiliseren van de situatie.

– Beperken en bestrijden

van gevaar/verlenen

van hulp (evt. schade-

beperken).

– Stabiliseren van de

situatie.

– Verhelpen van de

situatie, indien binnen

afzienbare tijd géén

redelijk alternatief

voorhanden is.

– Burger verder helpen,

door situatie te

beoordelen

– Indien nodig: treedt op

als intermediair/ schakelt

vervolginstanties in (of

laat deze inschakelen).

Tabel 1.3 Eigenschappen en taken brandweer bij THV, HV, DV en Vangnet

1.6 Omvang hulpverleningstaak brandweerOm een beeld te krijgen van de omvang van de vier kerntaken is er gebruikgemaakt van gegevens van het CBS. In

2018 vonden ruim 75.000 brandincidenten plaats; daartegenover stonden ruim 62.000 hulpverleningsincidenten.

Het aantal overige incidenten (incidenten waarbij gevaarlijke stoffen betrokken waren of sprake was van een

waterongeval) lag op ruim 10.000.

Page 12: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

12

De trend over de afgelopen vijf jaar is dat er een stijgende lijn zit in het aantal hulpverleningsincidenten en een

dalende lijn in het aantal brandincidenten (zie afbeelding 1.1). Het aantal incidenten waarbij een hulpverleningsinzet

vanuit de brandweer wordt verwacht, is dan ook gestegen. Tevens is de complexiteit van de inzetten toegenomen.

Deze ontwikkeling toont zich met name sterk in de stedelijke gebieden. Uit de data blijkt dat daar het aantal

hulpverleningsincidenten het aantal brandincidenten al voorbijgegaan is (zie afbeelding 1.2).

Afbeelding 1.1

Zowel in het stedelijk gebied als op het platteland is daarentegen wel dezelfde trend waar te nemen. Ook op het

platteland is namelijk het aantal hulpverleningsincidenten aan het toenemen en als de trend zich doorzet, zal ook hier

op termijn het aantal hulpverleningsincidenten groter zijn dan het aantal brandincidenten.

Afbeelding 1.2

120.000

100.000

80.000

60.000

40.000

20.000

0

2.000

1.800

1.600

1.400

1.200

1.000

800

600

400

200

0

3.000

2.500

2.000

1.500

1.000

500

0

12.000

10.000

8.000

6.000

4.000

2.000

0

3.500

3.000

2.500

2.000

1.500

1.000

500

0

2013

2013 2014 2015 2016 2017 2018*

2013 2014 2015 2016 2017 2018* 2013 2014 2015 2016 2017 2018*

2015 20172014 2016 2018*

Brandincidenten Hulpverleningsincidenten Overige incidenten

Brandincidenten Hulpverleningsincidenten Overige incidenten

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018, Nederland

Stedelijk versus Platteland

4.000

3.500

3.000

2.500

2.000

1.500

1.000

500

0

2013 2014 2015 2016 2017 2018*

8.000

7.000

6.000

5.000

4.000

3.000

2.000

1.000

0

4.500

4.000

3.500

3.000

2.500

2.000

1.500

1.000

500

0

5.000

4.500

4.000

3.500

3.000

2.500

2.000

1.500

1.000

500

0

2013 2014 2015 2016 2017 2018* 2013 2014 2015 2016 2017 2018*2013 2014 2015 2016 2017 2018*

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Zaanstreek-Waterland

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Amsterdam-Amstelland

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Hollands Midden

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Limburg-Noord

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Noord- & Oost-Gelderland

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Rotterdam-Rijnmond

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Fryslân

Alarmeringen brandweer

Jaren 2013 t/m 2018; Twente

Page 13: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

13

2 Hulpverlening in de praktijkWaar hoofdstuk 1 een definitie en omschrijving heeft gegeven van de kerntaak hulpverlening, gaat dit hoofdstuk in

op de concrete toepassing van hulpverlening in de praktijk. De diverse stappen worden uitgewerkt aan de hand van

de zogenaamde hulpverleningspiramide. Op deze manier worden de fases concreet gemaakt.

2.1 Hulpverleningspiramide

Afbeelding 2.1 Hulpverleningspiramide

Gelet op de grote diversiteit aan risico’s per regio is ervoor gekozen om geen opkomsttijden te benoemen. Wel

moet benadrukt worden dat er bij hulpverlening snel sprake is van een keten, mede door de betrokkenheid van

andere hulpdiensten en derde partijen. Voorbeeld: als Ambulancezorg Nederland een tijd hanteert waar binnen een

slachtoffer uiterlijk naar een ziekenhuis moet worden vervoerd, dan is het praktisch om dit te laten passen in de

keten. Om de keten van hulpverlening goed te kunnen doorlopen is het raadzaam om per regio fases te benoemen

waarmee de afhankelijk van de lagen beschreven wordt.

Landelijk

Interregionaal

Regionaal

Niveau

Externe expertise/middelen

Incidenten die kennis/het materieel van de brandw

eer overstijgen, waardoor externe expertise/m

iddelen nodig zijn.

5. Restrisico

4. Landelijk specialistisch optreden

Incidenten die capaciteiten overstijgen, waardoor landelijke expertise/middelen nodig zijn.

3. Grootschalig brandweeroptredenIncident waarbij meer dan drie basis- en/of

regionale specialistische eenheden nodig zijn om het incident te kunnen bestrijden.

2. Regionaal specialistisch optredenEen aantal kazernes in de regio voeren deze specialistische

werkzaamheden uit. Maatwerk per kazerne is mogelijk.

1. BasisbrandweeroptredenAlle kazernes voeren deze werkzaamheden uit. Elke kazerne op hetzelfde niveau en

uitgerust met dezelfde middelen.

0. MaatwerkIncidenten zijn klein van omvang. (Ondersteunende) voertuigen voeren zelfstandig de

werkzaamheden uit.

Page 14: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

14

2.1.1 Laag 0 – Maatwerk – Zelfstandig optreden

Voor kleine incidenten waarbij sprake is van geen of beperkt gevaar en er geen slachtoffers zijn maar de brandweer

wel nodig is, kan de meldkamer besluiten om op basis van regiospecifieke uitrukvoorstellen een kleinere eenheid

dan de basiseenheid te sturen. Daarbij zijn de werkzaamheden van zodanige omvang dat deze kunnen worden

verricht door en onder verantwoordelijkheid van de bemanning van de (maatwerk)eenheid. Het gaat bijvoorbeeld

om het openen van een deur, het stoppen van een kleine waterlekkage of het schouwen van een voertuig waarin

geen personen meer aanwezig zijn. Indien het incident toch groter of complexer is dan de mogelijkheden van de

maatwerkeenheid, dan kan de basiseenheid (laag 1) alsnog ter plaatse komen.

De werkzaamheden binnen de laag ‘Maatwerk’ kunnen op hoofdlijnen als volgt worden beschreven:

• verkennen (o.a. op risico’s voor hulpdiensten/omgeving)

• hand- en spandiensten verrichten

• eenvoudige stabilisatie en bevrijdingswerkzaamheden uitvoeren.

2.1.2 Laag 1 – Basisbrandweeroptreden

Veelvoorkomende incidenten worden afgehandeld met de basiseenheid (laag 1 – Basisbrandweeroptreden). De

werkzaamheden van de basiseenheid kunnen als volgt worden beschreven:

• verkennen

• veiligstellen voor de omgeving

• start fixeren en stabiliseren

• enkelvoudige redding/bevrijding (toegang verschaffen, één slachtoffer, LPLHB)

• voorbereidingen ten behoeve van opkomende eenheden.

In de Wvr en haar onderliggende besluiten en regelingen wordt de basisbrandweerzorg beschreven. De

basisbrandweerzorg organiseert een slagkracht tot een maximum van drie basiseenheden en één bijzonder voertuig

onder leiding van een Officier van Dienst.

2.1.3 Laag 2 – Regionaal specialistisch optreden

Incidenten waarvoor specialistische kennis en/of middelen nodig zijn, worden verricht met de basiseenheid én

een specialistische eenheid. In aanvulling op laag 1, kunnen de werkzaamheden binnen laag 2 als volgt worden

beschreven:

• (verder) stabiliseren als vervolg op fixeren

• uitvoeren van reddings- en bevrijdingswerkzaamheden

• complexe redding/bevrijding.

Differentiatie binnen het specialisme

Net zoals laag 1, kent laag 2 een grote diversiteit van het soort incidenten dat binnen deze laag kan voorkomen. Van

de bemensing van de specialistische eenheid wordt met betrekking tot de onderwerpen die bij deze incidenten spelen

specialistische kennis- en expertise verwacht om de bestrijding veilig en effectief te kunnen uitvoeren.

Door de beschikbaarheid van deze aanvullende expertise kan ook een adviesfunctie op het gebied van HV worden

ingericht, net zoals dat binnen de andere kerntaken wordt gedaan door middel van bijvoorbeeld een duikploegleider.

Deze adviesfunctie kan een belangrijke rol naar het eigen brandweerpersoneel vervullen voorafgaand, tijdens en na

Page 15: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

15

afloop van de incidentbestrijding. Regionale specialismen kunnen in bepaalde situaties ook interregionaal worden

ingezet.

2.1.4 Laag 3 – Grootschalig brandweeroptreden

We spreken van grootschalig brandweeroptreden bij een inzet met meer dan drie basiseenheden.

In aanvulling op laag 2, kunnen de werkzaamheden binnen laag 3 als volgt worden beschreven.

• meervoudige redding/bevrijding

• continueren van gestarte reddings- en bevrijdingswerkzaamheden

• voorbereidingen treffen ten behoeve van de inzet van bijstand en/of externe expertise/middelen.

2.1.5 Laag 4 – Landelijk specialistisch brandweer optreden

Indien voor de te verrichten werkzaamheden naast de regionale expertise en middelen ook landelijk specialistische

kennis/capaciteiten nodig zijn, is sprake van laag 4. Landelijke specialismen kunnen worden omschreven als:

“landelijk georganiseerde eenheden, adviesgroepen en/of specifieke kennis die bij een incident kunnen worden

ingezet”1. Er zijn binnen de brandweer in Nederland op dit moment vier landelijk specialismen: Specialisme

Natuurbrandbeheersing, Specialisme Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen, Specialisme Logistiek & Ondersteuning en

Specialisme Technische Hulpverlening. Deze kunnen worden opgeroepen voor incidenten waarbij bijzondere kennis,

vaardigheden en materieel vereist zijn.

In aanvulling op laag 3, kunnen de werkzaamheden vanuit laag 4 daarom als volgt worden beschreven:

• ondersteunen van de gestarte werkzaamheden, met behulp van landelijke kennis/expertise en middelen.

2.1.6 Laag 5 – Restrisico

De hulpverleningspiramide geeft weer dat de brandweer in zo veel mogelijk gevallen in passende brandweerzorg

voorziet. Er blijft echter altijd een resterend risico over. Dit betreft scenario’s die we wel kunnen bedenken, maar die

te omvangrijk zijn om zich op voor te bereiden, of scenario’s waar de brandweer niet in staat is om zich op voor te

bereiden en die het optreden van de brandweer overstijgen. De brandweer valt dan terug op de veerkracht van de

eigen organisatie.

In dit document verstaan we dan ook onder restrisico:

“Bij een risicoanalyse een niet nader te definiëren, en veiligheidshalve nog aan te nemen resterend risico, na het

elimineren respectievelijk in aanmerking nemen van alle denkbare gekwantificeerde risico’s.’’

2.1.7 Externe expertise/middelen

Indien voor de te verrichten werkzaamheden externe capaciteiten nodig zijn, dan kan er in elke laag

gebruikt worden gemaakt van externe expertise/middelen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de

calamiteitenbestrijdingsorganisatie van ProRail of USAR.NL, maar ook aan lokale/regionale organisaties zoals

vervoersbedrijven, energiebedrijven, producenten enzovoort.

In alle lagen kunnen de werkzaamheden vanuit externe partijen als volgt worden beschreven:

• ondersteunen van de gestarte werkzaamheden met behulp van aanvullende externe kennis/expertise en middelen.

1 Doorontwikkeling grootschalig brandweeroptreden – Visie 2.0

Page 16: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

16

2.2 Overgangsfases naar de verschillende lagen De ‘span of control’ van de brandweer is erg afhankelijk van de omstandigheden van een incident. Op het moment

dat er bijvoorbeeld om landelijke/externe bijstand wordt gevraagd, zal altijd enige tijd verstrijken tussen het vragen en

het ter plaatse komen van deze expertise en middelen, maar in die tussenliggende tijd zal nog steeds hulp verleend

kunnen worden. Ter illustratie: een STH-team heeft een opkomsttijd van maximaal 90 minuten naar de incidentlocatie;

tot de aankomst van dit team, kunnen de aanwezige eenheden:

• een verdere verkenning uitvoeren

• de locatie en omgeving veiligstellen door het afbakenen van een veilige perimeter

• waar mogelijk starten met stabiliseren en het redden van bereikbare slachtoffers

• de opkomende eenheden onderweg briefen over de situatie ter plaatse en de te verwachten inzet

• voorbereidingen treffen ten behoeve van de komst van de externe eenheden (wat dit inhoudt is afhankelijk van het

incident; aanrijdend contact tussen de opkomende eenheden en de incidentlocatie kan dit proces versnellen)

• de situatie eventueel verder stabiliseren, al dan niet aangevuld met materiaal van particuliere bedrijven.

Overigens: zoals reeds vermeld, kunnen de beschreven lagen afhankelijk van het incident opeenvolgend zijn of niet.

Het systeem is flexibel en vraaggestuurd. De volgordelijkheid van de lagen wordt hiernaast toegelicht aan de hand van

een scenario waarin diverse lagen een rol spelen. Let op: dit betreft een voorbeeld ter illustratie.

2.3 InzetmatrixEen leidraad voor het operationele handelingsperspectief vanuit Brandweer Nederland bij HV-incidenten ziet er

samengevat uit als op pagina 18

Page 17: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

17

Een explosie in een appartementencomplex

De meldkamer krijgt melding van een explosie in een appartementencomplex. De eerste basiseenheden (laag

1) worden gealarmeerd en gaan naar het incident. Bij aankomst starten de basiseenheden met de verkenning.

Zij constateren dat een deel van het pand is ingestort en dat er diverse kleine brandjes zijn ontstaan. Volgens

omstanders worden er meerdere personen vermist. Gezien de omvang van het incident schalen de basiseenheden

direct op naar groot incident en GRIP-1. De meldkamer alarmeert aanvullend de regionale specialistische

eenheden (laag 2). Deze eenheden komen kort na de basiseenheden ter plaatse en ondersteunen de

basiseenheden bij het verder stabiliseren en starten met de complexere reddingen/bevrijdingen.

Om met behulp van een luchtverkenning snel een compleet beeld te kunnen maken, wordt een drone-team

gealarmeerd (laag 4). De basiseenheden richten zich verder op het veiligstellen van de locatie en de omgeving

door het afbakenen van een werkgebied. Er wordt een start gemaakt met de stabilisatie en het redden van

bereikbare slachtoffers. Tot slot bereiden ze de komst van opkomende eenheden voor door een verdere

verkenning uit te voeren en de aanrijdende eenheden te briefen over de taak die hen te wachten staat. De

Officier van Dienst constateert dat met het huidige potentieel niet alle slachtoffers bereikt kunnen worden door

een tekort aan specialistisch materiaal. Hij laat het landelijke Specialisme Technische Hulpverlening alarmeren

(laag 4). Eenmaal ter plaatse ondersteunt het STH de gestarte reddings- en bevrijdingswerkzaamheden met

behulp van landelijke kennis/expertise en middelen. In de mobiele commandopost bekijken en analyseren de

hulpverleners de beelden van de drone. De teamleider STH en de gezagvoerder van de drone adviseren en

ondersteunen de Taakcommandant van de brandweer bij het verder uitwerken van het reddingsplan.

In verband met het vermoeden dat er personen onder het puin liggen en het slachtofferbeeld nog incompleet is,

adviseert de teamleider STH om de speurhonden van USAR.NL, bijgestaan door een Teamleader van USAR.NL te

alarmeren (laag Externe expertise/middelen). Zowel STH als USAR.NL hebben een specifieke taak bij instortingen.

Daarnaast wordt een beroep gedaan op de structural engineer van USAR.NL (laag Externe expertise/middelen).

Deze geeft advies over te gebruiken materialen, de grondsoort en het krachtenspel dat hierop wordt uitgeoefend.

Na een inzet van meerdere uren wordt door samenwerking tussen alle lagen het laatste slachtoffer levend uit

het pand gered. Hierna maken de speurhonden van USAR.NL (laag Externe expertise/middelen) nog een laatste

zoekslag door het ingestorte pand om er zeker van te zijn dat er geen slachtoffers meer onder het puin liggen.

Verslaglegging, analyse en evaluatie vinden plaats in de dagen direct na de inzet. Hierin spelen alle betrokken

eenheden een rol. Samen met medewerkers van brand-/incidentonderzoek en vakbekwaamheid worden

ervaringen getoetst aan procedures. Zo kunnen zij samen processen verbeteren. Vanzelfsprekend krijgen alle

betrokken eenheden de uitkomsten teruggekoppeld en wordt deze kennis breed gedeeld.

Page 18: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

18

Taakverd

eli

ng

Taak

Men

sK

en

nis

/Exp

ert

ise

Mid

dele

n/

Mate

rieel

Eig

en

sch

ap

pen

in

cid

en

t (p

rim

air

)

0. M

aatw

erk

Maa

twer

keen

heid

• Ve

rken

nen

• H

and-

en

span

dien

sten

• Ee

nvou

dige

sta

bilis

atie

/ be

vrijd

ings

wer

kzaa

mhe

den

Inci

dent

is a

f te

ha

ndel

en m

et e

en

bepe

rkt

aant

al

pers

onen

.

Spec

ialis

tisch

e ke

nnis

- en

vaa

rdig

hede

n be

nodi

gd.

Bepe

rkte

ge

reed

scha

ppen

no

dig

die

afge

stem

d zi

jn o

p he

t m

aatw

erkp

akke

t.

• Pe

rson

en w

orde

n aa

nget

ast

in h

un

leef

omge

ving

. •

Géé

n sp

rake

van

urg

entie

/noo

dzaa

k.•

Binn

en a

fzie

nbar

e tij

d is

géé

n re

delij

k al

tern

atie

f vo

orha

nden

.•

Burg

er w

eet

niet

waa

r hi

j/zij

tere

cht

moe

t.

1. B

asi

sb

ran

dw

eero

ptr

ed

en

Basi

seen

heid

• Ve

rken

nen

• Ve

iligs

telle

n vo

or o

mge

ving

• St

art

stab

ilise

ren

• En

kelv

oudi

ge r

eddi

ng/b

evrij

ding

toe

gang

ve

rsch

affe

n, 1

sla

chto

ffer

, LPL

HB)

• Vo

orbe

reid

inge

n t.

b.v.

opk

omen

de e

enhe

den

Inci

dent

is a

f te

ha

ndel

en m

et d

e be

men

sing

van

de

basi

seen

heid

.

Basi

sopl

eidi

ng M

S/BV

.In

cide

nten

zijn

af

te h

ande

len

met

de

bepa

kkin

g va

n ee

n ba

sise

enhe

id.

• Pe

rson

en w

orde

n aa

nget

ast

in h

un

leef

omge

ving

. •

Er is

spr

ake

van

(dre

igen

d) (f

ysie

k) g

evaa

r /

ande

re h

ulpd

iens

ten

scha

kele

n de

hul

p va

n de

bra

ndw

eer

in.

• Er

is s

prak

e va

n no

odza

ak/u

rgen

tie (e

vt. o

ok

spoe

d).

2. R

eg

ion

aal

speci

ali

stis

ch o

ptr

ed

en

Spec

ialis

tisch

e ee

nhei

d

• (V

erde

r) s

tabi

liser

en a

ls v

ervo

lg o

p fix

eren

• U

itvoe

ren

redd

ings

- en

be

vrijd

ings

wer

kzaa

mhe

den

• C

ompl

exe

redd

ing/

bevr

ijdin

g

Inci

dent

is a

f te

ha

ndel

en m

et

bem

ensi

ng v

an d

e ba

sise

enhe

id in

sa

men

wer

king

met

ee

n sp

ecia

listis

che

eenh

eid.

Spec

ialis

tisch

e ke

nnis

en

-va

ardi

ghed

en

van

syst

emen

, ge

reed

scha

ppen

en

bev

rijdi

ngs-

en

stab

ilisa

tiete

chni

eken

zi

jn n

odig

.

Spec

ialis

tisch

e m

idde

len

zijn

nod

ig.

De

eige

nsch

appe

n zo

als

hier

bove

n be

schr

even

, in

clus

ief:

Pers

onen

/die

ren

zitt

en b

ekne

ld, i

nges

lote

n of

vas

t.•

Gee

n m

ogel

ijkhe

id o

m z

ichz

elf

daar

bij t

e be

vrijd

en.

• O

f er

is s

prak

e va

n in

cide

nten

waa

rbij

bijz

onde

r/sp

ecia

listis

che

gere

edsc

happ

en,

kenn

is o

f ha

ndel

inge

n no

dig

zijn

.•

Spra

ke v

an n

oodz

aak/

urge

ntie

dat

situ

atie

w

ordt

opg

elos

t.

3. G

roo

tsch

ali

g

bra

nd

weero

ptr

ed

en

Basi

s- &

reg

iona

le

spec

ialis

tisch

e ee

nhed

en

• M

eerv

oudi

ge r

eddi

ng/b

evrij

ding

• C

ontin

uere

n va

n ge

star

te r

eddi

ngs-

en

bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n•

Voor

bere

idin

gen

t.b.

v. in

zet

exte

rne

expe

rtis

e/m

idde

len

Gro

ot a

anta

l per

sone

n is

nod

ig v

oor

de

(con

tinue

ring

van

de)

inci

dent

best

rijdi

ng.

Zie

2. R

egio

naal

sp

ecia

listis

ch

optr

eden

.

Spec

ialis

tisch

e m

idde

len

zijn

nod

ig.

Alle

eig

ensc

happ

en z

oals

hie

rbov

en

besc

hrev

en, d

aarn

aast

is e

r sp

rake

van

een

m

eerv

oudi

g en

/of

(zee

r) c

ompl

ex in

cide

nt d

at

lang

duu

rt e

n gr

oots

chal

ige

inze

t ve

reis

t.

4. La

nd

eli

jk s

peci

ali

stis

ch

op

tred

en

Ond

erst

eune

n va

n de

ges

tart

e re

ddin

gs-

en

bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n, m

et b

ehul

p va

n la

ndel

ijke

kenn

is/e

xper

tise

en m

idde

len

Land

elijk

e ca

paci

teite

n zi

jn n

odig

voo

r in

cide

ntbe

strij

ding

.

Spec

ifiek

e la

ndel

ijke

kenn

is is

nod

ig.

Spec

ifiek

e la

ndel

ijke

mid

dele

n zi

jn n

odig

. A

lle e

igen

scha

ppen

zoa

ls h

ierb

oven

be

schr

even

, daa

rnaa

st is

er

spra

ke v

an e

en

mee

rvou

dig

en/o

f (z

eer)

com

plex

inci

dent

dat

la

ndel

ijke

expe

rtis

e en

of

mid

dele

n ve

reis

t.

Exte

rne e

xp

ert

ise/

mid

dele

n

Ond

erst

eune

n va

n de

ges

tart

e re

ddin

gs-

en

bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n, m

et b

ehul

p va

n ex

tern

e ke

nnis

/exp

ertis

e en

mid

dele

n

Exte

rne

capa

cite

iten

zijn

nod

ig.

Spec

ifiek

e ex

tern

e ke

nnis

is n

odig

.Sp

ecifi

eke

exte

rne

mid

dele

n zi

jn n

odig

. Bi

nnen

eig

en o

rgan

isat

ie z

ijn g

een

besc

hikb

are

kenn

is, v

aard

ighe

id e

n/of

mat

eria

al o

f de

ve

rant

woo

rdel

ijkhe

id g

aat

verd

er d

an d

ie v

an

de b

rand

wee

r.

Page 19: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

19

3 Aanbevelingen bij operationaliseren 3.1 Les- en leerstof Om deze visie te kunnen praktiseren is het van belang dat de inhoud worden verwerkt in les- en leerstof. De vraag

of de huidige methodes die worden gedoceerd in de opleidingen nog aansluiten bij de handelingen in de praktijk

komt steeds meer naar voren. Om aanpassingen door te kunnen voeren hanteert de Brandweeracademie een cyclus

van acht jaar. Iedere acht jaar kan de huidige les- en leerstof indien nodig worden aangepast en bijgesteld. De

Brandweeracademie is vanaf het begin betrokken geweest bij het opstellen van deze visie en nu zullen de gesprekken

met de Brandweeracademie voortgezet moeten worden om te bepalen wat er aangepast moet worden.

3.2 Onderzoek Om adequate en eigentijdse les- en leerstof te kunnen ontwikkelen is het van belang dat er meer aandacht komt voor

onderzoek op het gebied van hulpverlening. Op dit moment wordt er met name onderzoek gedaan op het terrein van

branden. Wat betreft branden is er door de jaren heen een cultuur ontstaan waarbij van incidenten geleerd wordt en

de kennis met elkaar gedeeld. Mede door het toenemend aantal incidenten is het van belang dat deze zelfde cultuur

ook voor hulpverlening ontwikkeld wordt. Zodoende kan vanuit de praktijk ook beter worden bepaald waar de

wensen en behoeften liggen.

3.3 Landelijk overlegorgaanAansluitend bij de behoefte naar onderzoek is het ontbreken van een landelijk overlegorgaan op het gebied van

hulpverlening iets wat op de korte termijn aangepakt zou moeten worden. In de werkwijze met landelijke vakgroepen

en netwerken die Brandweer Nederland en het IFV als kenniscentrum van Nederland hanteren, ontbreekt er een

vakgroep dan wel landelijk netwerk voor onderwerpen die te maken hebben met hulpverlening. Door het opzetten

van een landelijk netwerk kunnen problemen die grootschaliger zijn dan binnen de eigen regio worden geadresseerd

en opgepakt. Brandweer Nederland en het IFV fungeren hierbij als linking-pins en onderzoekscentra. Zij centraliseren

verschillende vormen van kennis en kunnen deze gevraagd en/of ongevraagd met elkaar verbinden Dit doen zij ten

behoeve van bestuurders, hulpdiensten (brandweer, politie, ambulancezorg/GHOR) en gemeentelijke diensten, maar

ook voor alle andere actoren die tijdens een incident een rol kunnen spelen.

De vakgroep Hulpverlening heeft de volgende verantwoordelijkheden:

• een verbinder zijn op het gebied van hulpverlening

• monitoren en ondersteunen bij de implementatie van de visie HV

• landelijke ontwikkelingen signaleren en alloceren

• verzamelen, bundelen en uitbreiden van kennis op het gebied van hulpverlening door het doen van

(wetenschappelijk) onderzoek

• informatie, ervaringen en evaluaties uitwisselen tussen de diverse regio’s

• een gezamenlijke strategie bedenken ten aanzien van de ontwikkelingen die gaande zijn op het gebied van

hulpverlening.

Taakverd

eli

ng

Taak

Men

sK

en

nis

/Exp

ert

ise

Mid

dele

n/

Mate

rieel

Eig

en

sch

ap

pen

in

cid

en

t (p

rim

air

)

0. M

aatw

erk

Maa

twer

keen

heid

• Ve

rken

nen

• H

and-

en

span

dien

sten

• Ee

nvou

dige

sta

bilis

atie

/ be

vrijd

ings

wer

kzaa

mhe

den

Inci

dent

is a

f te

ha

ndel

en m

et e

en

bepe

rkt

aant

al

pers

onen

.

Spec

ialis

tisch

e ke

nnis

- en

vaa

rdig

hede

n be

nodi

gd.

Bepe

rkte

ge

reed

scha

ppen

no

dig

die

afge

stem

d zi

jn o

p he

t m

aatw

erkp

akke

t.

• Pe

rson

en w

orde

n aa

nget

ast

in h

un

leef

omge

ving

. •

Géé

n sp

rake

van

urg

entie

/noo

dzaa

k.•

Binn

en a

fzie

nbar

e tij

d is

géé

n re

delij

k al

tern

atie

f vo

orha

nden

.•

Burg

er w

eet

niet

waa

r hi

j/zij

tere

cht

moe

t.

1. B

asi

sb

ran

dw

eero

ptr

ed

en

Basi

seen

heid

• Ve

rken

nen

• Ve

iligs

telle

n vo

or o

mge

ving

• St

art

stab

ilise

ren

• En

kelv

oudi

ge r

eddi

ng/b

evrij

ding

toe

gang

ve

rsch

affe

n, 1

sla

chto

ffer

, LPL

HB)

• Vo

orbe

reid

inge

n t.

b.v.

opk

omen

de e

enhe

den

Inci

dent

is a

f te

ha

ndel

en m

et d

e be

men

sing

van

de

basi

seen

heid

.

Basi

sopl

eidi

ng M

S/BV

.In

cide

nten

zijn

af

te h

ande

len

met

de

bepa

kkin

g va

n ee

n ba

sise

enhe

id.

• Pe

rson

en w

orde

n aa

nget

ast

in h

un

leef

omge

ving

. •

Er is

spr

ake

van

(dre

igen

d) (f

ysie

k) g

evaa

r /

ande

re h

ulpd

iens

ten

scha

kele

n de

hul

p va

n de

bra

ndw

eer

in.

• Er

is s

prak

e va

n no

odza

ak/u

rgen

tie (e

vt. o

ok

spoe

d).

2. R

eg

ion

aal

speci

ali

stis

ch o

ptr

ed

en

Spec

ialis

tisch

e ee

nhei

d

• (V

erde

r) s

tabi

liser

en a

ls v

ervo

lg o

p fix

eren

• U

itvoe

ren

redd

ings

- en

be

vrijd

ings

wer

kzaa

mhe

den

• C

ompl

exe

redd

ing/

bevr

ijdin

g

Inci

dent

is a

f te

ha

ndel

en m

et

bem

ensi

ng v

an d

e ba

sise

enhe

id in

sa

men

wer

king

met

ee

n sp

ecia

listis

che

eenh

eid.

Spec

ialis

tisch

e ke

nnis

en

-va

ardi

ghed

en

van

syst

emen

, ge

reed

scha

ppen

en

bev

rijdi

ngs-

en

stab

ilisa

tiete

chni

eken

zi

jn n

odig

.

Spec

ialis

tisch

e m

idde

len

zijn

nod

ig.

De

eige

nsch

appe

n zo

als

hier

bove

n be

schr

even

, in

clus

ief:

Pers

onen

/die

ren

zitt

en b

ekne

ld, i

nges

lote

n of

vas

t.•

Gee

n m

ogel

ijkhe

id o

m z

ichz

elf

daar

bij t

e be

vrijd

en.

• O

f er

is s

prak

e va

n in

cide

nten

waa

rbij

bijz

onde

r/sp

ecia

listis

che

gere

edsc

happ

en,

kenn

is o

f ha

ndel

inge

n no

dig

zijn

.•

Spra

ke v

an n

oodz

aak/

urge

ntie

dat

situ

atie

w

ordt

opg

elos

t.

3. G

roo

tsch

ali

g

bra

nd

weero

ptr

ed

en

Basi

s- &

reg

iona

le

spec

ialis

tisch

e ee

nhed

en

• M

eerv

oudi

ge r

eddi

ng/b

evrij

ding

• C

ontin

uere

n va

n ge

star

te r

eddi

ngs-

en

bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n•

Voor

bere

idin

gen

t.b.

v. in

zet

exte

rne

expe

rtis

e/m

idde

len

Gro

ot a

anta

l per

sone

n is

nod

ig v

oor

de

(con

tinue

ring

van

de)

inci

dent

best

rijdi

ng.

Zie

2. R

egio

naal

sp

ecia

listis

ch

optr

eden

.

Spec

ialis

tisch

e m

idde

len

zijn

nod

ig.

Alle

eig

ensc

happ

en z

oals

hie

rbov

en

besc

hrev

en, d

aarn

aast

is e

r sp

rake

van

een

m

eerv

oudi

g en

/of

(zee

r) c

ompl

ex in

cide

nt d

at

lang

duu

rt e

n gr

oots

chal

ige

inze

t ve

reis

t.

4. La

nd

eli

jk s

peci

ali

stis

ch

op

tred

en

Ond

erst

eune

n va

n de

ges

tart

e re

ddin

gs-

en

bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n, m

et b

ehul

p va

n la

ndel

ijke

kenn

is/e

xper

tise

en m

idde

len

Land

elijk

e ca

paci

teite

n zi

jn n

odig

voo

r in

cide

ntbe

strij

ding

.

Spec

ifiek

e la

ndel

ijke

kenn

is is

nod

ig.

Spec

ifiek

e la

ndel

ijke

mid

dele

n zi

jn n

odig

. A

lle e

igen

scha

ppen

zoa

ls h

ierb

oven

be

schr

even

, daa

rnaa

st is

er

spra

ke v

an e

en

mee

rvou

dig

en/o

f (z

eer)

com

plex

inci

dent

dat

la

ndel

ijke

expe

rtis

e en

of

mid

dele

n ve

reis

t.

Exte

rne e

xp

ert

ise/

mid

dele

n

Ond

erst

eune

n va

n de

ges

tart

e re

ddin

gs-

en

bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n, m

et b

ehul

p va

n ex

tern

e ke

nnis

/exp

ertis

e en

mid

dele

n

Exte

rne

capa

cite

iten

zijn

nod

ig.

Spec

ifiek

e ex

tern

e ke

nnis

is n

odig

.Sp

ecifi

eke

exte

rne

mid

dele

n zi

jn n

odig

. Bi

nnen

eig

en o

rgan

isat

ie z

ijn g

een

besc

hikb

are

kenn

is, v

aard

ighe

id e

n/of

mat

eria

al o

f de

ve

rant

woo

rdel

ijkhe

id g

aat

verd

er d

an d

ie v

an

de b

rand

wee

r.

Page 20: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

20

4 Implementatie en beheer Na behandeling van de visie door de RCDV volgen nog twee fases: de implementatie- en beheerfase. Hieronder is

op hoofdlijnen aangegeven welke zaken daarin verder worden uitgewerkt. Het streven is om in nauwe samenspraak

met de regio’s de implementatie- en beheerfase verder uit te werken in een implementatie- en beheersdocument, om

elkaars best practices te gebruiken en maximale ondersteuning te geven door reeds ontwikkelde of te ontwikkelen

producten aan te bieden vanuit het IFV.

4.1 Implementatie Belangrijk bij de implementatie is dat de regio’s zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor de inrichting van hun

diensten op het gebied van hulpverlening en daarmee ook eigenaarschap houden over de implementatie. Het IFV zal

vanuit zijn rol ondersteuning hierbij bieden in de vorm van:

• het organiseren van bijeenkomsten waar tekst en uitleg wordt gegeven over het belang van deze visie en de

werkwijze bij het uitvoeren ervan

• het voorbereiden van presentaties, animaties en andere media-uitingen die regio’s kunnen gebruiken bij verdere

implementatie

• het bieden van ondersteuning bij operationele voorbereiding

• het bieden van ondersteuning met betrekking tot vakbekwaam worden, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij

overleggen met hoofden vakbekwaamheid, door het aanbieden van voorbeeldoefeningen, het aanbieden van

korte filmpjes, enzovoort.

De start van de implementatiefase wordt vormgegeven door het gesprek aan te gaan met de regio’s. De eerste stap

hierin is al gezet door bij de aanloop naar de ontwikkeling van de visie alle regio’s te bezoeken, in gesprek te gaan en

een eerste schets te maken van de manier waarop hulpverlening op dit moment is geregeld in de diverse regio’s. Bij

de implementatiefase zal de focus met name liggen op de volgende hoofdvraag en bijbehorende deelvragen:

Wat heeft jouw regio nodig om de visie Hulpverlening te implementeren en op welke wijze kunnen we dat in

gezamenlijkheid doen?

• Wat zijn binnen jouw regio de HV-incidenten en de risico’s?

• Wat is het handelingsperspectief om deze incidenten en risico’s het hoofd te bieden?

• Hoe organiseren we de omgang met ontwikkelingen en nieuwe risico’s, passend binnen de context van de visie?

• Welke structuur is nodig om dit mogelijk te maken, passend binnen context van de visie en passend binnen de

structuur van GBO?

4.2 BeheerDe beheerfase volgt na de implementatie en is gericht op het borgen van

ervaringen opgedaan in de implementatiefase en tijdens daadwerkelijke

incidenten. Te denken valt aan het opzetten van een evaluatie, waarbij

gebruik wordt gemaakt van de PDCA-cyclus (zie afbeelding 4.1),

eventueel aangevuld met nader onderzoek.

Afbeelding 4.1

Act

Check

Plan

Do

Page 21: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

21

Het evalueren van incidenten waarbij sprake is van hulpverlening moet eenzelfde urgentie krijgen als het evalueren

van branden. Het evalueren zou in nauwe samenspraak moeten geschieden met de betrokken veiligheidsregio’s.

Ervaringen moeten worden uitgewisseld en de evaluatieprocessen die de veiligheidsregio hanteert moeten besproken

worden. Een incident zal worden geëvalueerd, waarna eventueel het herijken van de visie nodig is op basis van

opgedane ervaringen, veranderingen in de omgeving of andere technische oplossingen of vraagstukken uit de

samenleving. Uitgangspunt hierbij is wel om over een langere termijn de analyses en uitkomsten van de evaluaties te

bekijken vóórdat de visie wordt herzien. Hiermee zal er bestendigheid in optreden zijn en wordt voorkomen dat de

uitzondering de regel wordt.

Page 22: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

22

BijlageHieronder staat een overzicht dat inzicht geeft in de wijze waarop mogelijk invulling kan worden gegeven aan

de hulpverleningspiramide. Het overzicht geeft een indicatie van de verschillende soorten incidenten die in een

veiligheidsregio kunnen voorkomen, ingedeeld naar de verschillende lagen van de hulpverleningspiramide. Dit

overzicht is niet opgesteld om een volledig overzicht te geven van alle mogelijke HV-incidenten. Aanvullingen

op dit overzicht zijn daarom mogelijk. Daarnaast kan het voor bepaalde incidenten ook afhankelijk zijn van de

omstandigheden of een incident als hulpverlening getypeerd kan worden.

Page 23: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

23

So

ort

in

cid

en

tV

erv

oer

– W

eg

Verv

oer

– W

ate

rV

erv

oer

– Sp

oo

rLu

chtv

aart

Geb

ou

wen

– O

bje

cten

Om

gevin

g

Inci

den

ten

• Re

inig

en w

egde

k et

c.•

Weg

verv

oer,

afge

valle

n la

ding

• In

dam

men

/ads

orpt

ie

gele

kte

vloe

isto

ffen

• O

ngev

al –

beo

orde

len

situ

atie

• Be

knel

ling

licht

(vb.

fiet

s)•

Bekn

ellin

g zw

aar

(vb.

per

sone

nvoe

rtui

g)•

Bekn

ellin

g zw

aar

– bu

ssen

, vra

chtw

agen

, m

achi

nes,

etc

.•

Bekn

ellin

g ge

pant

serd

e vo

ertu

igen

• A

anva

ring

met

sch

ip•

Zink

en w

oonb

oot

• A

ssis

tere

n du

ikin

cide

nten

– b

erge

n en

/of

stab

ilise

ren

van

voer

tuig

/ob-

ject

en•

Kle

ine

dier

en t

e w

ater

/va

st in

ijs

• G

rote

die

ren

te w

ater

/di

epte

• H

ersp

oren

tra

ms

• Sc

hake

len

bove

nlei

ding

tr

am•

Raili

ncid

ente

n (a

anrij

ding

voe

rtui

g (li

cht/

zwaa

r/an

der

railv

oert

uig)

• A

anrij

ding

per

soon

• Lu

chtv

aart

-ong

eval

/be

knel

ling

klei

n

(vb.

dro

ne)

• Lu

chtv

aart

-ong

eval

/ be

knel

ling

groo

t

(vb.

vlie

gtui

g(je

)/-de

fens

ie)

• Li

ftop

slui

ting

• Bu

itens

luiti

ng•

Insl

uitin

g (n

iet

bekn

eld)

• In

stor

ting

(geb

ouw

/con

stru

ctie

/ inr

icht

ing)

• Re

ddin

g/be

vrijd

ing

(hoo

gte/

diep

te)

• Be

knel

ling

licht

(vb.

spe

elre

k)•

Bekn

ellin

g zw

aar/

indu

strie

(o.a

. mac

hine

s)

• K

lein

e di

eren

op

hoog

te

• Be

knel

de/o

pges

lote

n kl

eine

die

ren

• Be

knel

de/o

pges

lote

n gr

ote

dier

en•

Stor

m-

en n

atuu

rsch

ade

(vb.

loss

e ge

velp

anel

en, d

akpl

aten

, zon

nepa

nele

n/et

c.)

• G

ladh

eid/

sne

euw

val

• W

ater

over

last

• Le

kkag

e vl

oeis

toff

en/a

bsor

ptie

• Ti

lass

iste

ntie

(lic

ht/z

waa

r)•

Afh

ijsen

pat

iënt

(lic

ht/z

waa

r)•

Cre

ëren

toe

gang

tot

(bev

eilig

de) o

bjec

ten

(deu

ren/

gebo

uwen

)•

Bezi

tsaa

ntas

ting

(die

fsta

l, in

braa

k, v

erni

elin

g)•

Vero

ntre

inig

ing

• A

fsch

akel

en n

utsv

oorz

ieni

ngen

/ele

ktra

(s

traa

t)•

In k

aart

bre

ngen

con

sequ

entie

s ui

tval

nu

tsvo

orzi

enin

g (v

b. t

ijden

s ko

ude

perio

de)

• G

asle

kkag

e•

Vree

mde

luch

t

• Lo

slop

ende

die

ren

• Be

gele

iden

die

ren

bij

bran

d •

Gla

dhei

d/sn

eeuw

val

• O

mge

valle

n bo

men

• W

ater

over

last

Veili

ghei

d en

OO

(g

ewel

d, o

verv

al,

verd

acht

e si

tuat

ie)

• Ze

lfdod

ing

– be

oord

elen

/ass

iste

ntie

po

litie

• A

fsch

erm

en p

laat

s in

cide

nt•

Verli

chtin

g pl

aats

en•

Die

nst

aan

derd

en•

Verw

ijder

en o

bjec

ten

(vb.

SEH

)•

Gas

lekk

age

• Vr

eem

de lu

cht

0. M

aatw

erk

Maa

twer

k-ee

nhei

d

• A

anrij

ding

/ong

eval

: ve

rken

nen,

voe

rtui

gen

veili

gste

llen,

adv

ies,

kl

eine

han

d- e

n sp

andi

enst

en

• A

ssis

tent

ie b

erge

n ob

ject

en•

Verk

enne

n, h

and-

en

span

dien

sten

, adv

ies

• Ve

rken

nen,

han

d- e

n sp

andi

enst

en, a

dvie

s•

Verk

enne

n (e

vt. m

.b.v

. met

ing)

, han

d- e

n sp

andi

enst

en, a

dvie

s •

Kle

ine

dier

en o

p ho

ogte

bev

rijde

n •

Kle

ine

wat

erov

erla

st: v

erke

nnen

, toe

tred

en,

klei

ne le

kkag

es s

topp

en, v

erhe

lpen

m.b

.v.

wat

erst

ofzu

iger

, dom

pelp

omp

• K

lein

e st

orm

scha

de o

p m

aaiv

eld

(HV

) •

Bepe

rken

eff

ecte

n ui

tval

nut

svoo

rzie

ning

(v

b. t

ijdel

ijke

aggr

egaa

t pl

aats

en)

• Ve

rken

nen

(evt

. m.b

.v.

met

ing)

, han

d- e

n sp

andi

enst

en, a

dvie

s•

(Pre

vent

ieve

) gl

adhe

idsb

estr

ijdin

g (s

troo

ien/

adso

rptie

)•

Verw

ijder

en o

bjec

ten

(vb.

SEH

)

Page 24: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

24

So

ort

in

cid

en

tV

erv

oer

– W

eg

Verv

oer

– W

ate

rV

erv

oer

– Sp

oo

rLu

chtv

aart

Geb

ou

wen

– O

bje

cten

Om

gevin

g

Laag

1Ba

sise

enhe

id•

Uitv

oere

n re

ddin

gsw

erkz

aam

-he

den

bij l

icht

e be

knel

ling

(vb.

fiet

s)•

Verk

enne

n va

n si

tuat

ie

en fi

xere

n/st

abili

sere

n m

et m

idde

len

TS

(per

sone

n vo

ertu

ig/

vrac

htw

agen

)•

Veili

gste

llen

(voe

rtui

g/om

gevi

ng)

• Pe

rson

envo

ertu

ig

op 4

wie

len

toeg

ang

vers

chaf

fen

(con

vent

ione

le

voer

tuig

en)

• H

and-

en

span

dien

sten

(o

.a. r

eini

gen

weg

dek,

af

geva

llen

ladi

ng,

ande

re h

ulpd

iens

ten,

et

c.)

• W

erkz

aam

hede

n ev

t. o

p ad

vies

HV

• LP

LHB/

ELS

• St

abili

sere

n (w

oon)

schi

p•

Leeg

pom

pen

woo

nboo

t•

Vast

legg

en b

oot

• O

p de

kan

t he

lpen

van

kl

eine

die

ren

te w

ater

• Vo

orbe

reid

ende

w

erkz

aam

hede

n/

stab

ilise

ren

t.b.

v. g

rote

di

eren

te

wat

er.

• H

and-

en

span

dien

sten

• A

ssis

tent

ie v

erle

nen

bij v

eilig

stel

len

traj

ect/

railv

oert

uig

(afs

tand

ho

uden

, sch

akel

en

bove

nlei

ding

)•

LPLH

B/EL

S

• H

and-

en

span

dien

sten

• A

ssis

tent

ie v

erle

nen

bij

veili

gste

llen

obje

ct•

LPLH

B/EL

S

• Ve

rken

nen

situ

atie

(evt

. m.b

.v. m

etin

g)•

Verh

elpe

n lif

tops

luiti

ng•

Verh

elpe

n bu

itens

luiti

ng (s

poed

)•

Verh

elpe

n in

slui

ting

niet

bek

neld

(spo

ed)

• In

stor

ting:

ver

kenn

en, o

mge

ving

vei

ligst

elle

n,

grijp

redd

ing,

ops

chal

en•

Inst

ortin

g: h

and-

en

span

dien

sten

, on

ders

teun

en v

an s

tabi

lisat

ie-

wer

kzaa

mhe

den

• Ve

rhel

pen

licht

e be

knel

linge

n•

Ond

erst

euni

ng b

ij be

knel

ling

in m

achi

nes/

met

obj

ecte

n•

TS: m

ense

n/di

eren

op

hoog

te (m

.b.v

. lad

der)

Afh

ijsen

pat

iënt

(lic

ht: t

ot 1

20 k

g)•

Bevr

ijden

van

bek

neld

e/op

gesl

oten

kle

ine

dier

en•

Voor

bere

iden

de w

erkz

aam

hede

n/ s

tabi

liser

en

t.b.

v. b

ekne

lde/

opge

slot

en/g

rote

die

ren.

Stor

m-

en n

atuu

rsch

ade

gebo

uwen

(v

eilig

stel

len/

sta

bilis

eren

)•

Wat

erov

erla

st in

geb

ouw

en: w

ater

over

last

st

oppe

n/ s

chad

e-be

perk

en

• Ve

rhel

pen

geva

arlij

ke s

ituat

ies

bij s

neeu

wva

l•

Tila

ssis

tent

ie (l

icht

/zw

aar)

• A

lle a

ssis

tent

ie (h

ulp)

dien

sten

m.b

.v. T

S be

pakk

ing/

hand

jes

• St

abili

sere

n ga

slek

kage

. •

Uitb

reid

ing

(gas

)gev

aar

bepe

rken

(v

b. v

entil

atie

) •

Afs

chak

elen

nut

svoo

rzie

ning

• LP

LHB/

ELS

• Ve

rken

nen

situ

atie

(e

vt. m

.b.v

. met

ing)

• Va

ngen

losl

open

de

dier

en•

Bege

leid

ing

dier

en b

ij br

and

• (P

reve

ntie

ve)

glad

heid

sbes

trijd

ing

(str

ooie

n/ad

sorp

tie)

• Ve

rhel

pen

geva

arlij

ke

situ

atie

s bi

j sne

euw

val

• O

mge

valle

n bo

men

(s

tabi

liser

en, v

erke

nnen

, ve

iligs

telle

n, in

dien

m

ogel

ijk v

erw

ijder

en)

• A

lle a

ssis

tent

ie (h

ulp)

dien

sten

m.b

.v. T

S be

pakk

ing/

hand

jes

• St

abili

sere

n ga

slek

kage

. •

Uitb

reid

ing

geva

ar

bepe

rken

(vb.

w

ater

sche

rm)

Page 25: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

25

Laag

2Sp

ecia

lis-t

isch

e ee

nhei

d

• A

lles

wat

bep

erkt

blij

ft

tot

2 ‘k

luss

en’ (

vb.

stab

ilise

ren

voer

tuig

en

bev

rijde

n va

n 1

slac

htof

fer)

• Pe

rson

envo

ertu

ig: a

lles

mee

r/an

dere

pos

itie/

ande

re w

erkz

aam

hede

n da

n la

ag 1

= H

V e

rbij.

• U

itvoe

ren

stab

ilisa

tie

+ r

eddi

ngsw

erkz

aam

-he

den

bij a

nder

e vo

ertu

igen

/ mac

hine

s.•

Pant

ser

(HV

+)

• Vr

acht

wag

enin

cide

nt: 1

e H

V v

raag

t 2e H

V e

xtra

• Le

egpo

mpe

n w

oonb

oot

• Re

dden

van

gro

te d

iere

n te

wat

er (o

.a. g

ierk

elde

r)

• Ve

iligs

telle

n ra

iltra

ject

(li

ghtr

ail)

– sc

hake

len

(i.v.

m. m

idde

len)

• H

effe

n va

n vo

ertu

igen

• A

anrij

ding

/bek

nelli

ngen

vo

ertu

igen

i.c.

m. r

ails

.

• To

egan

g ve

rsch

affe

n to

t vl

iegt

uig

• Sl

acht

offe

rs b

evrij

den

• In

dien

nod

ig s

tabi

liser

en

m.b

.v. s

peci

ale

mid

dele

n•

Wer

ken

op h

oogt

e (p

latf

orm

s)

• O

plos

sen

bekn

ellin

g zw

aar

of w

aarb

ij sp

ecifi

eke

kenn

is e

n/of

ger

eeds

chap

pen

nodi

g zi

jn•

Inst

ortin

g: s

tabi

liser

en t

ot o

mva

ng la

tei/k

ozijn

pe

r H

V•

Bevr

ijdin

gsw

erkz

aam

hede

n bi

j ins

tort

ing

(waa

rbij

slac

htof

fers

gel

okal

isee

rd z

ijn)

• U

itvoe

ren

stab

ilisa

tie +

re

ddin

gsw

erkz

aam

hede

n bi

j and

ere

voer

tuig

en/m

achi

nes.

• Sl

oop-

en

bree

kwer

kzaa

mhe

den

• Le

vere

n va

n ex

pert

ise/

erva

ring/

mid

dele

n bi

j be

knel

ling

in m

achi

nes.

• H

oogt

e/di

epte

red

ding

o.a

. Yat

es S

pec

Pak

(blo

kken

hav

enho

ofd/

krui

prui

mte

s)

• Re

dden

van

gro

te d

iere

n in

die

pte

(o.a

. gi

erke

lder

)•

Bekn

ellin

g/op

slui

ting/

insl

uitin

g gr

ote

dier

en

verh

elpe

n•

Wat

erov

erla

st (m

eer

hand

jes/

publ

iek

terr

ein)

• St

orm

scha

de g

ebou

wen

/obj

ecte

n op

hoo

gte

(gro

ter)

• A

ssis

tent

ie h

ulpd

iens

ten

m.b

.v. s

peci

ale

gere

edsc

happ

en/m

ater

ieel

(v

b. s

prin

gkus

sen,

bra

ncar

ddra

ger)

• A

fdic

hten

(gas

)lekk

ages

• W

egne

men

gev

aarli

jke

conc

entr

atie

s ga

s,

m.b

.v. s

peci

alis

tisch

e m

idde

len

• G

evaa

rlijk

e si

tuat

ie

weg

nem

en b

ij om

geva

llen

bom

en

(> T

S m

ogel

ijkhe

den)

• A

fsch

erm

en p

laat

s in

cide

nt (t

ent,

sch

erm

en)

• Pl

aats

en v

erlic

htin

g (k

lein

)•

Ass

iste

ntie

hul

pdie

nste

n m

.b.v

. spe

cial

e ge

reed

scha

ppen

/m

ater

ieel

(vb.

sp

ringk

usse

n,

bran

card

drag

er)

• A

fdic

hten

(gas

)lekk

ages

• W

egne

men

gev

aarli

jke

conc

entr

atie

s ga

s, m

.b.v

. sp

ecia

listis

che

mid

dele

n

Laag

3Ba

sis-

& s

peci

alis

-tis

che

eenh

eden

• Fi

xere

n/st

abili

sere

n (z

war

e) la

sten

m.b

.v.

hijs

wer

kzaa

mhe

den/

lie

ren

• A

lles

mee

r da

n 2

‘klu

ssen

’ (vb

. bek

nelli

ng

2 sl

acht

offe

rs in

2

voer

tuig

en)

• H

effe

n zw

are

last

en

(indi

en d

it va

lt bi

nnen

w

erkz

aam

hede

n BR

W)

• G

rote

afs

tand

en

over

brug

gen

>

10

m.)

• H

ersp

oren

tra

ms

• Zi

e la

ag 2

• Be

rgin

g/ve

rpla

at-s

ing

(zw

are)

obj

ecte

n

• M

eer

van

laag

2•

Men

sen/

dier

en v

an (g

rote

) hoo

gte

of d

iept

e (t

anks

/rui

mte

n)•

Hef

fen

van

zwar

e la

sten

Wat

erov

erla

st (m

eer

hand

jes/

spec

iaal

m

ater

ieel

, o.a

. DPU

)•

Afh

ijsen

pat

iënt

(zw

aar

> 1

20 k

g)

• C

alam

iteite

nbak

(sla

chto

ffer

tra

nspo

rt, e

tc.)

• St

orm

ssch

ade/

omge

valle

n bo

om /

zwar

e la

sten

(fixe

ren,

st

abili

sere

n, v

erpl

aats

en)

• Pl

aats

en v

erlic

htin

g (g

root

– v

erlic

htin

gsba

k)

Laag

4•

Indi

en in

cide

nt in

om

vang

reg

iona

le

capa

cite

it ov

erst

ijgt

• Ex

tern

e ke

nnis

ove

r vo

ertu

igon

twik

kelin

gen

• Ex

tern

e ex

pert

ise

bij

aanv

arin

g sc

hip/

schi

p in

de

pro

blem

en (z

onde

r sl

acht

offe

rs)

• A

arde

n 15

00V

– 2

5kV

• H

effe

n N

S •

Com

plex

e sp

oorin

cide

nten

waa

rbij

slac

htof

fers

moe

ten

wor

den

gere

d en

re

gion

ale

mid

dele

n on

toer

eike

nd z

ijn

• Ex

tern

e ex

pert

ise/

m

ater

ieel

t.b

.v.

luch

tvaa

rt

• In

stor

ting

zond

er s

lach

toff

ers:

ver

kenn

en

bran

dwee

r•

Inst

ortin

g: S

TH e

n/of

USA

R.N

L –

zoek

- en

re

ddin

gsw

erkz

aam

hede

n bi

j ing

eslo

ten/

bekn

elde

per

sone

n/di

eren

• H

oogt

e/di

epte

red

ding

• W

ater

over

last

gr

oot

(RW

S,

Hoo

ghee

mra

adsc

hap,

et

c.)

So

ort

in

cid

en

tV

erv

oer

– W

eg

Verv

oer

– W

ate

rV

erv

oer

– Sp

oo

rLu

chtv

aart

Geb

ou

wen

– O

bje

cten

Om

gevin

g

Page 26: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

DeelnemersDe Visie Hulpverlening is behandeld door de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio en opgesteld

door de deelnemers aan de 24-uurs sessie en de werkgroep visie HV.

Deelnemers onderzoek en bezoeken Veiligheidsregio’s, inclusief de deelnemers aan 24-uurs sessie

(lichtblauw)

VR Groningen Martijn Wevers District Noord 3

VR Fryslân Peter Zijlstra District Noord 3

VR Drenthe Sander Bosma District Noord 3

VR IJsselland Jan Roo District Oost 5

VR Twente Richard Hassink District Oost 5

VR Noord- & Oost-Gelderland Christiaan Velthausz District Oost 5

VR Gelderland Midden Chris Lems District Oost 5

VR Gelderland-Zuid Paul Meuwsen District Oost 5

VR Utrecht Ronald Sonnevelt District Midden

VR Gooi- & Vechtstreek Michiel Verbree District Midden

VR Flevoland Robert Raben District Midden

VR Noord-Holland Noord Patrick Grim District Noord-West 4

VR Zaanstreek-Waterland Herman Meijer District Noord-West 4

VR Kennemerland Sander Boon District Noord-West 4

VR Amsterdam-Amstelland Mark Smit District Noord-West 4

VR Haaglanden Mike van Velzen District Zuid-West

VR Hollands-Midden Remko Hulsebosch District Zuid-West

VR Rotterdam-Rijnmond Bas Pronk District Zuid-West

VR Zuid-Holland Zuid Stefan Wenink District Zuid-West

VR Zeeland Gerard Teunissen District Zuid 6

VR Midden- & West Brabant Ronald Blokpoel District Zuid 6

VR Brabant-Noord Harry Eijkemans District Zuid 6

VR Brabant Zuid-Oost Tom van Dooren District Zuid 6

VR Limburg-Noord Sraar Theeuwen District Zuid 6

VR Zuid-Limburg Wim Plug District Zuid 6

Deelnemers aan de 24-uurs-sessie

Deelnemers

VR Gelderland-Zuid Wil-Jan Kappert District Oost 5

VR Brabant Zuid-Oost Rob van Dijk District Zuid 6

Specialisme Technische Hulpverlening (STH) Adrie van der Plas

Urban Search & Rescue (USAR.NL) Arwin van de Zande

Urban Search & Rescue (USAR.NL) Marco Boulogne

GGD/GHOR Nederland Jaap Wijnands

Ambulancezorg Nederland (AZN) Paul Boorsma

Rijkswaterstaat (RWS) Eeltje Hoekstra

Rijkswaterstaat (RWS) Linde Gasseling

Instituut Fysieke Veiligheid Piet Verhage

Instituut Fysieke Veiligheid Jan Jacobs

Page 27: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele

Sprekers & scenariobegeleiders

Provectus Academy Jack Kusters

Brandweer Nederland Gerard Koppers

Brandweeracademie Jaap Molenaar

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) Robin de Haas

VR Brabant Zuid-Oost Paul van Dooren

VR Noord-Holland Noord Patrick Grim

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) Gerbrand Jonker

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) Edwin Kok

Organisatie

Portefeuillehouder THV/ RCDV lid Dennis van Zanten

Programmamanager Uitvoeringsagenda + dagvoorzitter Max Krisman

Projectleider Lean Remmerde

Projectondersteuner GBO-SO Lianne Labeur

Deelnemers aan de werkgroep visie HV

VR Kennemerland Sander Boon District Noord-West 4

VR Haaglanden Mike van Velzen District Zuid-West

VR Zuid-Holland Zuid Stefan Wenink District Zuid-West

VR Brabant Zuid-Oost Rob van Dijk District Zuid 6

Provectus Academy Jack Kusters

Urban Search & Rescue (USAR.NL) Peter Schot

Projectleider Lean Remmerde

Projectondersteuner GBO-SO Lianne Labeur

Vermelding

Tot slot nog een bijzonder woord van dank voor de Veiligheidsregio Haaglanden. Met de basis die deze regio vanuit haar

bestaande visie op Hulpverlening heeft geleverd, is het mogelijk geweest om het proces voortvarend op te starten.

ColofonDit is een uitgave van Brandweer Nederland, november 2020.

Kemperbergerweg 783

6861 RW Arnhem

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

t 026 3552455

i www.brandweernederland.nl

e [email protected]

Omslagfoto: Hesli de Laat

Page 28: Landelijke visie Hulpverlening Brandweer - IFV...2020/11/30  · 4 5 Voorwoord Voor u ligt onze visie op de kerntaak ‘hulpverlening’ van de brandweer. Collega’s vanuit het gehele