klassieke rozenkruisers tijdschrift pentagram 1999 nummer 2 tobias hess johan valentin andreae...

58
PENTAGRAM Tweemaandelijks tijdschrift van het LECTORIUM ROSICRUCIANUM TEN GELEIDE OuDsTE R0zENKRuIsERs MANIFEST OPNIEUW VERTAALD EN AANGEVULD DE NIEUWE FAMA VAN DE ZEVENVOUDIGE BROEDERscHAP VAN HET GOUDEN R0zENKRUI5 Maart/april 1999 2lste jaargang nr. 2 DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK IS HET COLLECTIEVE GEHEUGEN VAN NATIONAAL ERFGOED OVER DE INVLOED VAN DE ROzENKRUIsER5- GEDACHTEN OP ONTWIKKELINGEN IN EUROPA SCHEP MIJ EEN REIN HART, 0 MIJN G0D! DE Roos EN HET KRUIS INNERLIJKE VRIJHEID MOET AFGEVOCHTEN WORDEN PR0FETIE IS WERKELIJKHEID GEWORDEN DE ROEP VAN HET R0zENKRuIs DE UNIVERsELE RECHTEN VAN DE MENS DE LEEUW VAN MIDDERNACHT, DE ADELAAR EN DE ANTIcHRZST LIJST VAN BRUIKLEENGEVERS VIER EEUWEN LEVENDE TRADITIE

Upload: stichtingrozenkruis

Post on 22-May-2015

319 views

Category:

Spiritual


6 download

DESCRIPTION

Themanummer van het Tijdschrift Pentagram over de klassieke rozenkruisers in de 17e eeuw naar aanleiding van de expositie ‘De Roep van het Rozenkruis, vier eeuwen levende traditie’ in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Op 10 december 1998 werd de tentoonstelling ‘De Roep van het Rozenkruis, vier eeuwen levende traditie’ onder grote belangstelling geopend in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Deze expositie die ruim 2500 bezoekers trok, werd georganiseerd door de Koninklijke Bibliotheek, de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam en het Lectorium Rosicrucianum in Haarlem. Zij gaf een zeer breed beeld van de vele antwoorden en reacties op de Manifesten van de rozenkruisers die in de 17e eeuw zijn verschenen. De tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek plaatste heel duidelijk in het licht, wat het ware Rozenkruis bedoeld heeft en nog altijd bedoelt. Om die reden hebben wij haar presentatie en de achtergronden daarvan voor u toegelicht in dit thema-nummer van het tijdschrift PENTAGRAM.

TRANSCRIPT

Page 1: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

PENTAGRAMTweemaandelijks tijdschrift van het

LECTORIUM ROSICRUCIANUM

TEN GELEIDE

OuDsTER0zENKRuIsERs

MANIFEST OPNIEUWVERTAALD ENAANGEVULD

DE NIEUWE FAMA VANDE ZEVENVOUDIGEBROEDERscHAP VAN

HET GOUDENR0zENKRUI5

Maart/april 1999 — 2lste jaargang nr. 2

DE KONINKLIJKEBIBLIOTHEEK IS HETCOLLECTIEVEGEHEUGEN VANNATIONAAL ERFGOED

OVER DE INVLOEDVAN DEROzENKRUIsER5-GEDACHTEN OPONTWIKKELINGEN INEUROPA

SCHEP MIJ EEN REINHART, 0 MIJN G0D!

DE Roos EN HETKRUIS

INNERLIJKE VRIJHEID

MOET AFGEVOCHTEN

WORDEN

PR0FETIE ISWERKELIJKHEID

GEWORDENDE ROEP VAN HET R0zENKRuIs —

DE UNIVERsELERECHTEN VAN DE

MENS

DE LEEUW VANMIDDERNACHT, DE

ADELAAR EN DEANTIcHRZST

LIJST VANBRUIKLEENGEVERS

VIER EEUWEN LEVENDE TRADITIE

Page 2: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

RedactieC. Bode, AH. v.d. Brui,1W v.d. Brui, R. Bürmann, R Huys,H.R Knevei, A. Stokman-Griever,G. Uijée

SecretariaatC. Bode, G. Uijée

TIJDSCHRIFT VAN DE INTERNATIONALE

SCHOOL VAN HET GOUDEN R0zENKRUIs

LECT0RIuM ROsICRuCIANuM

Redactie-adresPentagram,Maarcensdijkseweg 1,NL-3723 MC Biithoven

Abonnementen-administratie• Stichting Rozekruis Pers,Bakenessergracht 5,NL-20iIJS HaarlemPostbank 522103

• BelgiëLectorium Rosicrucianum v.z.w.Lindeniei 12, B-9000 GentVertegenwoordigd doorF. Steenhout

Abonnementsprijs• Per jaar f45,—Losse nummers f 9,—

• België:Per jaar Bfr. 850Losse nummers Bfr. 80

• Andere landen:Per jaar f59,50

Verschijnt in de volgende talenNederiands, Braziiiaans*, Duits,Engels, Frans, Grieks*, Hongaars,itaiiaans*, Poois*, Russisch*,Spaans*, Zweeds.*Het blad verschijnt zesmaal perjaar (* viermaal per jaar)

ISSN 1380-9997

Page 3: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

PENTAGRAM

Het tijdschr~fl Pentagram stelt zich ten doel deaandacht van de lezers te vestigen op een nieuwetijd die aangebroken is in de ontwikkeling vande mensheid.

Het Pentagram is door alle tijden heen het symboolgeweest van de wedergeboren mens, de nieuwemens.

Het is eveneens het symbool van het universum enzijn eeuwige wording waarin het Godspian totopenbaring komt.

Een symbool heeft echter alleen waarde indien hettot realiteit gevoerd wordt.De mens die het Pentagram in zijn microkosmos, inzijn eigen kleine wereld verwerkelijkt,bevindt zich op het pad van transfiguratie.

Het tijdschr~fl Pentagram roept de lezer opdeze geestelijke revolutie in hemzelfte doen plaatsvinden.

INHOUD

2 TEN GELEIDE

4 OUDSTE R0ZENKRUTSER5MANIFEST OPNIEUWVERTAALD EN AANGEVULD

6 DE NIEUWE FAMA VAN DEZEVENVOUDIGEBROEDERscHAP VAN HETGOUDEN R0zENKRUIs

50 SCHEP MIJ EEN REIN HART,O MIJN G0D!

II DE Roos EN HET KRUIS

13 INNERLIJKE VRIJHEID MOETAFGEVOCHTEN WORDEN

22 PROFETIE IS WERKELIJKHEIDGEWORDEN

27 DE KONINKLIJKEBIBLIOTHEEK IS HETCOLLECTIEVE GEHEUGENVAN NATIONAAL ERFGOED

35 OVER DE INVLOED VAN DER0zENKRUISERSGEDAcHTENOP ONTWIKKELINGEN INEUROPA

42 DE UNIVERSELE RECHTENVAN DE MENS

48 DE LEEUW VANMIDDERNACHT, DEADELAAR EN DEANTICHRIST

~ LIJST VANBRUIKLEENGEVERS

2ISTEJAARGANG NR. 2MAART1999

© Stichting Rozekruis Pers. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is overname van (delen van) artikelen niet toegestaan.

Page 4: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

TEN GELEIDE

Een broeder vanhet Rozenkruis,Manly R Hall.

Op 10 december 1998 werd de tentoonstelling ‘De Roep van het Rozenkruis,vier eeuwen levende traditie’ onder grote belangstelling geopend in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Dezeexpositie die ruim 2500 bezoekers trok,werdgeorganiseerd door de KoninklijkeBibliotheek, de Bibliotheca PhilosophicaHermetica in Amsterdam en het Lectorium Rosicrucianum in Haarlem. Zijgafeen zeer breed beeld van de vele antwoorden en reacties op de Man~festenvan deRozenkruisers die in de 17e eeuwzijn verschenen.

het geëxposeerde kwam duidelijknaar voren, hoe deze geschriften in kortetijd over heel Europa bekend werden envier eeuwen lang sterk in de belangstellingzijn gebleven. Talloze stromingen zijnonstaan als reactie op de Roep van deBroederschap. Sommige baseren zich opde Manifesten, andere alleen op de naamRozenkruis. Behalve Rozenkruisersgeschriften uit vorige eeuwen was er eenoverzicht te zien van de belangrijkste esoterische en filosofische Rozenkruisbewegingen in onze eeuw.

Dat deze tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek een plaats kon krijgen en zo’n grote belangstelling trok, bewijst wel, dat de Fama Fraternitatis nogniets van zijn kracht verloren heeft en aansluit bij de heroriëntatie die thans plaatsvindt op geestelijk en religieus gebied.Dat is ook de reden waarom wij in dezeuitgave van PENTAGRAM de toespraken afdrukken die ter gelegenheid van de officiële opening werden gehouden. Wij zijnverheugd, dat wij daarnaast ook de gesprek-

ken van dr. W van Drimmelen, bibliothecaris van de KB en dr. Carlos Gilly,bibliothecaris van de BPH met onze medewerkers kunnen publiceren.

Verder hebben wij een poging gedaande samenhang te tonen tussen de Mani

festen van de 17e eeuwse Rozenkruisersen de leer van het moderne Rozenkruis.Het Lectorium Rosicrucianum baseertzich op de oude bronnen en draagt deFama op actuele wijze uit. De ‘oude’ en de‘nieuwe’ Fama hebben voor de Geestesschool van het Gouden Rozenkruis één endezelfde betekenis. Beide wijzen op denoodzaak van een geestelijke omwending.

De renaissance van de geestelijkemens is bezig zich in onze woelige tijd teopenbaren. Het verbreken van alles watde mens kunstmatig tracht te vereeuwigen, plaatst hem voor vrijwel onoplosbareproblemen. De spanningen en de pijnwaaronder de mensheid gebukt gaat,maken haar steeds meer bewust van deaard van haar levensveld en plaatsen haarvoor de noodzaak van de grote sprongnaar een nieuw, eeuwigheidsbewustzijn.De Roep van het Rozenkruis was en isgeen betweterij of een utopische gedachte,maar een geestelijke noodzaak. «Opdat»,zoals deFama het uitdrukt, «de mens tocheindelijk zijn adeldom en heerlijkheid zoubeseffen en begrijpen zou, waarom hijmicrokosmos genoemd wordt.

De tentoonstelling in de KoninklijkeBibliotheek plaatste heel duidelijk in hetlicht, wat het ware Rozenkruis bedoeldheeft en nog altijd bedoelt. Om die redenhebben wij haar presentatie en de achtergronden daarvan voor u toegelicht in ditPENTAGRAM.

Redactie

2

Page 5: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

•~4;-~•

rJ

/

Iits~

•--

¶~L’~~’\~k

1~

1f4.

.4~

Page 6: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

OuDsTE ROzENKRuIsERs MANIFEST OPNIEUWVERTAALD EN AANGEVULD

«Door intensieve nasporingen van drCarlos Gilly, bibliothecaris van de Bibliotheca Philosophica Hermetica teAmsterdam, zijn enkele manuscriptenontdekt die dateren van v66r de eerstedruk van de ‘Fama Fraternitatis ~ Uitdeze manuscripten is gebleken, dat inde eerste gedrukte uitgaven diverse zin-sneden zijn weggevallen, verkeerd gelezen en/ofverkeerd gezet. »(P van der Kooij, lfebruari 1996)

et eerste gedocumenteerde afschriftvan de Fama Fraternitatis circuleerdereeds in 1610. Kopieën kwamen terecht inKassel, .Marburg, Augsburg, Straatsburgen Plötzkau en bereikten in 1613 Praag.Vergelijkingen van deze afschriften metde later gedrukte teksten tonen aan dat ernog geen sprake was van een geautoriseerde versie. Om zo dicht mogelijk bij deoorspronkelijke tekst te komen en deze teontdoen van de talrijke fouten en willekeurige veranderingen, hebben dr. CarlosGilly en Pleun van der Kooij de verschillen op een rij gezet en een nieuwe verta

~~•

•.•~- t. -

.,;~-, ~-‘-~, ~ 1 -I ~

~ ~o~ç -

ling gemaakt, waarin de hiaten zijngevuld, onduidelijkheden zijn verklaarden nieuwe inzichten zijn verwerkt.

«Bij een komende herdruk van ‘DeRoep’ zullen de in onze Fama-tekst (dat isde tekst die in 1933 bij de Rozenkruis Persin Haarlem werd uitgegeven- red.) aldusontstane fouten uiteraard verbeterd worden, waardoor de tekst hier en daar ookbeter begrijj~’eljk wordt. Ik heb daaromde bedoelde correcties in de tekst van deFama verwerkt en tevens de gelegenheidgebruikt om de bestaande vertaling — dienog diverse sporen vertoonde van haaroorspronkelijke ‘Engelse’ herkomst — teherzien. »

Bij het vernieuwen van de tekst is uitgegaan van de Duitse uitgave van 1614.Daarmee is het voorwoord uit de editievan 1615 vervallen. Pleun van der Kooij besluit zijn briefmet de opmerking: «Volledigheidshalve moet ik er tenslotte nog op wijzen dat ook na de gelukkige vondst vanGilly van enkele manuscripten het laatstewoord over de tekst van de Fama misschiennog niet gesproken is. De oorspronkelijketekst is namelijk helaas nog altijd niet gevonden. En daar er in de nu herziene teksttoch nog wel enkele onduidelijkheden schuilen, zullen die wellicht pas opgelost wordenals het oorspronkelijke manuscript alsnog tevoorschijn komt.

Fama Fraternitatis, oudste manifest der Rozenkruisers Broederschap, bewerkt aan de hand vanteruggevonden manuscripten doorPleun van derKooij. Met een inleiding over het ontstaan en degeschiedenis van de Manifesten der Rozenkruisers door dr. Carlos Gilly. Rozekruis Pers,Haarlem 1998. ISBN 90-6732-209-1.

4

Page 7: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

FAMA FRATERNITATISODER BRUDERSCHAFFTDESHOCHLÖBLICHENORDENS DES ROSEN CREUTZES.

«An die H~upter, ~t~nde und GelehrtenEuropae.

Wir die Brüder der Fraternitet def~ R.C.entbieten allen und jeden, so diese unsereFamam Christlicher Meinung lesen, unsern Gru{~, Liebe und Gebett.

Nachdem der allein weyse undgn~dige Gott in den letzten Tagen seinGnad und Güte so reichlich über dasMenschliche Geschiecht aufigossen, daIlsich die Erkantnuf~, beydes seines Sohnsund der Natur, je mehr und mehr erweitert, und wir uns billich einer glückseligen Zeit rühmen mögen, daher Erdann nicht allein fast das halbe theilder unbekandten und verborgenen Welterfunden, viel wunderliche und zuvor niegeschehene Werck und Geschöpff derNatur uns zuführen, und dann hocherleuchte Ingenia auffstehen lassen, diezum theil die verunreinigte unvolikommene Kunst wieder zu rechtbrachten, damit doch endlich der Mensch seinenAdel und Herrlichkeitverstünde, welchergestalt der Microcosmus, und wieweit sich seinKunst in derNatur erstrecket.»

FAMA FRATERNITATISOFEENMAREVANDEBROEDERSCHAPDER ZEER LOFWAARDIGE ORDEVANHETROZENKRUIS

«Aan de staatshoofden, regeringen en geleerden van Europa.

Wij, broeders van de Broederschap vanhet Rozenkruis, bieden aan allen die dezeonze Fama in christelijke gezindheidlezen, onze groet, onze liefde en ons gebed.

Nadat de alleen wijze en genadigeGod in de laatste tijden zijn genade engoedheid zo rijkelijk over het menselijkegeslacht heeft uitgestort dat zowel het inzicht aangaande zijn Zoon als met betrekking tot de natuur zich meer en meer verdiept heeft, mogen wij terecht van een gelukkige tijd gewagen, waarin Hij ons nietalleen bijna de helft van de onbekende enverborgen wereld heeft doen ontdekkenen vele wonderbare en tevoren nimmergeziene werken en schepselen van de natuur getoond heeft, doch bovendien zeerverlichte en met wijsheid begiftigdemensen heeft doen opstaan, die de ont

aarde, onvolmaakte kunst tendele in ere hersteld hebben,~ opdat de mens toch em

~‘... delijk zijn adeldom enheerlijkheid zou bese en,we e e 0e-danigheid van demicrokosmos is, enhoever zijn kunstzich in de natuuruitstrekt.

Ttibingen rond600.johann ValentinAndreae, auteurvan de Fama Fraternitatis

5

Page 8: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

DE NIEUWE FAMA VAN DE ZEVENVOUDIGEBROEDERSCHAP VAN HET GOUDEN R0zENKRUIS

Deze nieuwe Fama werd op het keer-punt van de 2Qste eeuw uitgebracht teWiesbaden op 3 en 4 september 1952doorJan van Rijckenborgh.

“~Vij zijn hier bij u gekomen vanuit dezetel van het West-Europese Centrumvan de Zevenvoudige Wereldbroederschap van het Gouden Rozenkruis inNederland om u in kennis te stellen vaneen Roep van de Broederschap, eennieuwe Fama Fraternitatis, die in dezedagen uitgaat tot allen die hem kunnenverstaan. Het betreft een keerpunt voorde gehele mensheid! Ons woord betreftgeen sektarisch afgescheiden groep maareen onherroepelijke wending in de gansewereidgang. Daarbij is ieder mensenkind,ieder volk en ieder ras partij.

De Broederschap van het GoudenRozenkruis heeft de gehele mensheid hartelijk lief en wil allen die dit wensen zonder enige uitzondering geheel en volkomen dienen. Zij deelt geen inwijdingenuit en schenkt geen bijzondere voorrechten aan uitgezonderden. Zij is er voorallen en zij is volkomen objectief, Vrij vanalle rassen en volkeren, vrij van politieke,sociale en economische inzichten en woelingen. In haar mensheidsdienst heeft zijgeen enkel belang bij de gewone dialectische wereldorde. Zij wijdt zich aan hetoorspronkelijkeVaderland van het menselijke geslacht, het Onbeweeglijk Koninkrijk dat niet van deze wereld is.

De moderne Fama Fraternitatis, die uthans wordt aangeboden, is geenszinsidee nummer zoveel. Wat zou het ookvoor nut hebben aan al die ideeën nog

één toe te voegen! Het zou zijn als eendruppel water toevoegen aan de oceaan.

Er is een elektromagnetisch stralingsveld dat het leven in onze gewone wereld-gang onderhoudt. En er is een ander elek—tromagnetisch stralingsveld uit een anderuniversum dan het ons bekende. Dit nogonbekende stralingsveld gaat zich aan demensheid openbaren en plaatst haar vooreen nieuwe ontwikkeling. Op dat feit nuis onze moderne Fama Fraternitatis gebaseerd. Wij brengen u dus geen nieuweidee, geen nieuwe speculatie, maar kondigen een nieuwe fase in de ontwikkelingvan de mensheid aan, waarop wij onsallen hebben te bezinnen. Het gaat hierniet om een ontwikkeling die over tien oftwintig jaren gaat beginnen, zodat u dezeFama Fraternitatis kunt boeken bij al dievoorspellingen die er reeds zijn. Neen, hetbetreft hier een proces dat reeds aangevangen is en waarbij wij dus allen geheelzijn betrokken.

DE TEKENEN VAN DE TIJD VERSTAAN

Onze Fama Fraternitatis verschijnt ophet moment waarop u de realiteit ervankunt zien. Waarop u de tekenen van dezetijd kunt verstaan. Want dan kunt u ookhet juiste besluit nemen en de enig juiste levenshouding gaan innemen. Het doel vanonze Fama Fraternitatis is dat u allen enallen die nog komen, aan de goede kantvan deze nieuwe ontwikkeling gevondenzult worden. Velen hebben reeds gekozenen anderen zullen dat nog doen, als zijonze Fama Fraternitatis vernemen en verstaan.

Wat is de Broederschap? Zij is de een-

6

Page 9: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

-~

heid van welgezinden, de gemeenschapvan de kinderen Gods. Allen, die met hetgeopende rozenhart deel krijgen aan hetgeopenbaarde nieuwe stralingsveld, worden in de keten van de Broederschap opgenomen. De kracht van deze bindingwordt door henzelf bepaald, door huneigen toestand-van-zijn. En er is niemanddie uw opneming in de Broederschap zoukunnen beletten, tenzij hijzelf zijn eigentegenstrever zou zijn.

Nu u het doel van de nieuwe Famakent, is het nodig haar aard te bespreken.Als het doel is: al diegenen die dat kunnenen willen tot een directe nieuwe levenshouding te doen besluiten, is de aard vande Fama het verstrekken van inlichtingenmet betrekking van het waarom en waartoe. Wij dienen haar boodschap te verstaan, zodat wij kunnen weten, wat zichgaat voltrekken, wat bezig is naar vorente treden.

Er is een elektromagnetisch stralingsveld van de Universele Broederschap.Sommigen hebben daarop reeds met hetgeopende rozenhart leren reageren. Zijwonen in alle delen van onze wereld, in

alle landen worden zij gevonden. Zij hebben geleerd te reageren op de elektromagnetische stralen van de Broederschap.Zoals elke elektromagnetische stralingheeft ook die van de Broederschap een positieve en een negatieve pooi, een aantrekkende en een afstotende werking die verloopt volgens kosmische wetten. Zij, dieop de elektromagnetische stralingen vande Broederschap reageren, vertonen designatuur van de tweevoudigheid. Metéén deel van hun wezen reageren zij opde dialectische wereld. Uit levensnoodzaak. Met een ander deel reageren zij opde oorspronkelijke natuur. Eveneens uitlevensdrang. Zodra nu het oeratoom aande top van de rechterhartkamer door deelektromagnetische stralingen van deUniversele Broederschap wordt aange

Jan van Rijckenborgh, grondlegger van deInternationaleGeestesschoolvan het GoudenRozenkruis.Een Nieuwe Roepder zevenvoudigewereldbroederschop van hetGouden Rozenkruisop het keerpunt vande twintigste eeuv~uitgebracht teWiesbaden op 3 en4september1952doorf. Van Rijckenborgh. RozekruisPers, 980.

EEN NIEUWE ROEPDER ZEVENVOUDIGE WERELOBROEDERSCHAP

VAN HET GOUDEN ROZENKRUIS

OP HET KEERPUNT VAN DE TWINTIGSTE EEUW

UITGEBRACHTTE WIESEADEN OP 3 EN 4SEPTEMBER 1952

DOOR

J. VAN RIJCKENBORGH

flIEEDE EEUX

1980HAARLEM — ROZEICRUIS PERE — NEDERLAND

7

Page 10: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

raakt en zich voor die stralingen gaat openen, worden deze vernieuwende magnetische werkingen in het gehele levenssysteem actief. Er zijn dus bij dergelijke mensen twee magnetische werkingen teonderscheiden: ten eerste een werkingvan deze wereld, ten tweede een werkingvan de Universele Broederschap. Het isduidelijk, dat deze mensen daardoorvoortdurend in een toestand van verandering verkeren. Naar het ene veld wordende invloeden steeds minder, naar het andere veld worden zij steeds krachtiger.

DRANG NAAR DE DIALECTIEK WORDT

STEEDS MINDER

Dit proces kunnen wij vergelijken meteen reis van het ene gebied naar het andere. Johannes de Doper zei: «Ik moetminder worden, en Hij moet meer worden.» Zo zal het ook gaan met de mensdie zich aan dit nieuwe elektromagnetische veld overgeeft. Zijn belangstellingvoor en drang naar het veld van de dialectiek wordt steeds minder, hij groeit toenaar het veld van steeds grotere innerlijkerijkdom en heerlijkheid. Naarmate ditproces voortgaat, wordt steeds meer elektromagnetisch vermogen van het nieuweleven openbaar. Immers, wat een mensbezit en ontvangt, straalt hij ook uit.

Wie in het licht van deze actuele ontwikkelingen tot het nieuwe leven gaat besluiten en door de poort van het rozen-hart binnengaat, zal door de aanrakingvan de nieuwe kracht een biologische verandering ondergaan. Deze veranderingzal eerst blijken in het bloed, dan in alleorganen en vervolgens in alle voertuigender persoonlijkheid. Al deze veranderingen vormen het begin van transfiguratie.Allen die zich tot deze nieuwe mensen-groep tezamen voegen, vertonen deze sig

natuur. Zij zullen structureel veranderenen aan transfiguratie onderworpen worden.

De nieuwe elektromagnetische krachtdie onze wereld binnenvloeit is niet uit dedialectische natuur te verklaren. Ditfluï de van het nieuwe leven stroomt hetstelsel van de mens binnen, zodra hij zichdaarvoor op de juiste wijze opent. Hetgroeit aan tot een brede stroom zodrameerderen dat doen. Zo vormt zich eennieuwe atmosfeer die de gehele aarde zalomringen en doortrekken.

Hoe leer ik in harmonie te leven metdeze nieuwe atmosfeer? Ons antwoordluidt: door de alchemie van de GoudenRozenkruisers! Wij bieden u de kennisvan deze alchemie van ganser harte enom niet aan.

UITSLUITEND TRANSFIGURI5TI5CHE

ALCHEMIE

Rozenkruisers waren altijd alchemisten. Maar er zijn altijd twee soorten alchemie geweest: de dialectische alchemie ènde transfiguristische alchemie. De dialectische wordt toegepast door occultisten.Daarom zijn er in de wereld velen diezich Rozenkruisers noemen, maar occultisten zijn. Het aanbod dat wij u doen,heeft uitsluitend betrekking op de transfiguristische alchemie. Om de dialectischealchemie te beoefenen moet u niet bij onszijn.

De alchemie van de Rozenkruiserssteunt op verandering van het bloed in deruimste zin van het woord: het slangen-vuur, het zenuwfluï de en de bloedvloeistof. Dit drievoudige bloed is onze levensbasis. Het is ons ik, ons bewustzijn, onzeziel. Ons gehele verleden, ons gehelekarma, ons gehele karakter hebben hunbasis in het bloed. Het drievoudige bloedis de kern, de ziel, van de microkosmos.

8

Page 11: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Alle magnetische krachten en alle invloeden daarvan manifesteren zich in hetbloed en leggen daarin hun bedoelingenvast. Daarom steunt transfiguristische al-chemie op de verandering van het bloed,terwijl dialectische alchemie het bloed,het zenuwfluï de en de organen die daarmee verbonden zijn, cultiveert. Het resultaat daarvan is een zeer zelfbewust, ikcentraal mens. Iemand die zegt: «Ik kan alles.Ik ben alles. Ik ben god. Ik ben de übermensch.»

De transfiguristische alchemie begintbij het opbreken van het ik.Wat de occultealchemie als basis gebruikt, wordt door detransfiguristische alchemie volstrekt enonvoorwaardelijk aangetast. Daarom zalde Broederschap het ik niet als leider vanhet veranderingsproces stellen en nimmerbij het ik aanknopen.

OPGEvEN VAN HET IK IS ESSENTIEEL

Als u let op de Universele Leer van alletijden, ontdekt u dat het opgeven van hetik duidelijk aan het daglicht treedt. LaoTse spreekt over het opgeven van het ikdoor een leven in niet-doen en niet-zijn.«Dit is, » zo zegt hij, «de sleutel tot Tao.»Boeddha leert het niet-gehecht zijn, de totale neutralisatie van het zelf. Christuszegt: «Wie zijn leven, zijn ik, zal willenverliezen om mijnentwil, die zal het, Tao,vinden. » De Katharen stelden het endura,de ikdoding. Christiaan Rozenkruis doetin zijn Alchemische Bruiloft hetzelfde: deridders van de gouden steen zweren heteigen ik volkomen af; zij dragen het overaan de Gnosis.

Zo blijkt ons voorstel niet nieuw tezijn. Transfiguristische alchemie is nadrukkelijk geen proces waarin het ik zichontwikkelt. Het moet beginnen met dezelfovergave van het ik.

2 ~) d;»~vexJ4~z_v~ ~ -

No !P~

~~~a~9»ea&w~I~.

~ ~ ≥~%,n~%,a. ~e~a»e~j wave

av~.. av~. evea.

Beschikkende op de vcrzoekschritten ter bekoming van erkenning van dedaarin genoemde, voor minder dan dertig jaren aangegane vereenigisgen doorgoedkeuring van hare daarbij overgelegde statuten;

Gelet up de voorschritten der wet van 22 April 1855 (Sflxa/abladu’.32)in het algemeen en op art. 6, tweede tid, dier wet in het bijzonder;

Op de voordracht van Onzen Minister van Justitie van den21 800teraber 1935 , I~’~ Atdeeling B, N°. 878HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VEItSTAAN:

de ooergelegde statuten der navotgende vereenigingen goed te keuren en dezevereenigingen mitsdien te erkennen; te weten;10. nou.178. do vereeniging: “lIet Ruzelwuineru Gen0000eha»”, geven—

tigd te ltuu~1om.

Onze mi ter va,tf’~lustilie is belasl met de uitg~e~jrtÇv,gn dit ~esluil, enz.den y-~t~~a. t933.

De Minister van Justitie, (Oel.) WtLI-IELMINA.

(Oet.)Overeenkomstig het oorspronkelijke,~

er eensluidend niltreknO(DeS~et~,-Qwaeats~ueemd,

Tenslotte willen wij u zeggen — zo ditnog een probleem voor u mocht zijn — datu de betekenis van de woorden: « Wie zijnleven zal willen verliezen om mijnentwil,die zal het behouden», goed moet verstaan. Wie de zelfovergave op de juistewijze toepast, zal een bewustzijnsverglijden van het oude ik in het nieuwe ik ondergaan. De oude ziel zal ondergaan, terwijl terzelfder tijd, zonder enig vacuüm,een nieuwe ziel zal verrijzen.

Moge deze, onze nieuwe Fama, worden verstaan zoals zij is bedoeld!

Jan van Rijckenborgh

De vereniging‘Het Rozekruisers Genootschap’ te Haarlemwerdop25september 1935bij KoninklijkBesluit erkend engoedgekeurd. Deacte werd op HetLoo getekenddoor KoninginWilhelmina.

9

Page 12: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

SCHEP MIJ EEN REIN HART, 0 MIJN G0D(Fragment uit een toespraak van Catharose de Petri)

Het is u bekend dat van het zielecen- Willen, denken, begeren en verlangentrum vele werkingen uitgaan. Ziet u spelen vaak een verwoestend spel in ons

leven. Wanneer Wij de chaos overzien vandaarom het zielecentrum als het cen ons gevoelsleven, dan weten wij, dat onstrum van het hoofdheiligdom en van hart onrein is. Daar het hart de toegangs

Catharose de het hartheiligdom. Enerzijds beleven- poort voor de Gnosis is, hebben wij in dePetri en Jan van

• 1 •,~ 1 eerste plaats te streven naar een rein hart.Rijckenborgh in aigt net zietecentrum net wuten en netHoe reiner en zuiverder ons hart is, hoece tuin van net

Conferentie-oord denken, anderzijds ook het begeren en/ beter en duidelijker de roepende stem vanRenova. ofhet verlangen. de Gnosis in ons. Een rein hart is absolute

voorwaarde.

Zuiverheid van verlangens,zuiverheid van motieven,zuiverheid van geloof hoop en liefde,zij vormen de allergrootste eis.

Iedereen die nog maar nauwelijks de eerste, aarzelende stappen op het Pad zet,kan daarmee een begin maken. Ditwordt mogelijk door de Roos des Harten.Zij is niet alleen gevoelig voor gnostiekeimpulsen van buitenaf maar ook voornoodkreten van onze zielekern. Wanneerhet bewustzijn die nood ervaart en naarbevrijding zucht, ontvangt de Roos als hetware een magnetische schok. De nagalmvan de noodkreet zendt zij dan uit naarhet sternum. De kracht van de Roos breekteen opening in het hartheiligdom. Zo komthet eerste antwoord van de Gnosis totstand met behulp van de Roos.

Op dat begin dient ieder mensenkindvoort te bouwen en allereerst te strevennaar reiniging van het hart. Want doordeze reiniging openen wij ons stelsel steedsbeter voor het verdere proces des heils.Daarom wordt in alle Heilige Taal denadruk gelegd op deze reiniging en

Page 13: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

DE Roos EN HET KRUIS

redding van het hart. « Schep mij een reinhart, o God», is de kreet van de waarlijkhunkerende ziel die begrifr’t. De muurvan de onheilige ikcentrale verlangensmoet doorbroken worden.Wie deze reiniging zonder ophouden toepast en nimmer met zichzelf tevreden is,zal de bevrijdende gevolgen in zijn gehelelevensstaat ervaren. Zo is deze eersteschrede op dit Pad tevens het bewijs en detoepassing van het zo noodzakelijke Berg-rede-leven.

«Zalig zijn de reinen van hart, want zijzullen God zien.

Catharose de Petri

« Wij roepen in uw bewustzijn het beeldop van een gestileerde roos die wordt gevormd door zeven in elkaar vloeiendecirkels met een gemeenschappelijk hart.Zij is het symbool der kosmische zevenheid van de werkelijke goddelijke aardeplaneet.

T.J mag hierbij niet denken aan de zevenplaneten van ons zonnestelsel, noch aande diverse sferen van ons levensveld,maar u dient hierin uitsluitend een aanduiding te zien van de heilige, goddelijkeaarde zoals zij voorheen was en tot op dituur is. Het betreft hier een stelsel dat menhet best kan omschrijven als een systeemvan zeven in elkaar wentelende bollenmet een gemeenschappelijk hart.

Het is begrijpelijk, dat de ouden eenbloem kozen, een reine roos, lelie, oflotus om een schone verbeelding te gevenvan deze eeuwige, goddelijke werkelijkheid. Soms zien we één bloem, dan weereen krans van zeven bloemen die steedsde ene idee uitdragen: de goddelijke zevenvoudige aarde, wordende en eeuwigzijnde uit de oergrond van het al.

Zoals de ware aarde is, zo moet ook deware mens zijn. Daarom duidt de heiligebloem niet slechts op de macrokosmos,maar ook op de microkosmos. Om de gevallen microkosmos weer in zijn oorspronkelijke staat te brengen, moet hijtwee processen doorstrijden en doorleven. Moet hij twee wegen gaan. Een wegvan afscheid, van verbreking, van eentotaal enduristisch sterven, voorgesteld

Vanaf haar prilste jeugd was Catharose de Petri zich bewust van degeestelijke opdracht in haar leven. In1930 aanvaardde zij haar taak alsGeestelijk Leidster van de Geestesschool van het Gouden Rozenkruis,tezamen met Z~V Leene en Jan vanRijckenborgh.

Zij wijdde zich geheel aan het spirituele werk van de Universele Broederschap Christi ten dienste van wereld en mensheid. Zij droeg haarboodschap uit voor allen die luisterenwilden en wees hen op het doel vanhet leven: het vrijmaken van de onseerfelijke ziel, en dat voert tot transfiguratie. Het Rozenkruisersdevieswas hââr devies: Zeifvergeten dienstbaar zijn voor anderen is de veiligsteen meest blijde weg tot God.

11

Page 14: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

door een horizontale balk; en een pad vannieuwe opgang, van nieuwe wording, wedergeboorte, transfiguratie, voorgestelddoor een verticale balk. De bloem, deroos, zal dus met het kruis onherroepelijkeen eenheid moeten vormen.

De verticale balk van het kruis staatmet zijn voet in het duistere aardediep geplant, als bewijs van het glorieuze feit dathet pad van transfiguratie inderdaad inhet hier, in de wereld van tegenstellingenen veranderingen, van opgaan, blinken enverzinken, kan worden aangevangen. Dehorizontale balk van het kruis, de wegvan natuurverbreking, heeft geen directebinding met de natuurgrond van de dialectiek. Immers, dit afscheid is zeer tegen-natuurlijk, het wordt een dwaasheid geacht. Maar wat naar de maatstaven vande gewone, natuurlijke bezinning een volstrekte dwaasheid is, wordt goddelijkewijsheid wanneer wij de weg van het endura bewandelen.

Onze handen zijn v66r alles directe‘organen’ van handeling. Daarom, wanneer de kandidaat in de Christusmysteriën het pad van het endura gaat, wordtprocesmatig zijn dialectisch handelen gestaakt. Dan worden zijn handen aan hetkruis genageld. Dan kunnen zijn voetenhet gewone doen van alle dag niet meervolgen. Zijn voet wil het nieuwe padgaan, het verticale pad van opstanding,van herrijzenis. En dus is ook zijn voetnaar de oude natuur geklonken aan hethout.

In het hart van het kruis, dat de kandidaat in zich zelf heeft opgericht, gaat eenbloem ontluiken, de wonderbare bloem,

‘het kostbare juweel in de lotus’. Dat is hetgeestvonkatoom, één der allerkleinsteatomen. Onvoorstelbaar klein, zoals inhet zaad van de bloem het embryo van degehele plant, van heel de komende wording, onvoorstelbaar klein aanwezig is.En de kandidaat juicht: «0, kostbaar juweel in de lotus, 0, roos die aan het kruisontbloeit; Eloi, Eloi, lama sabachtani (0,Elohim, hoe hebt Gij mij verheerlijkt)!»En tenslotte klinkt de bevrijdingsroep:«Consummatum Est (Het is volbracht)!»

Uit: J. van Rijckenborgh, DeKomende NieuweMens, Rozenkrujs Pers, Haarlem, vijfde druk1999

12

Page 15: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

INNERLIJKE VRIJHEID MOET AFGEVOCHTEN WORDENToespraak doorjR. Ritman, stichter van de bibliotheca Philosophica Hermetica

Wij achten het een bijzonder voorrechtom de viering van het 200-jarige bestaan van de Koninklijke Bibliotheekte mogen verbinden met de historischetentoonstelling ‘De Roep van het Rozen-kruis ~ die tevens het 75-jarig jubileumvan de School van het Gouden Rozen-kruis inluidt.

zijn de heerVan Drimmelen en zijnstaf bijzonder erkentelijk dat zij de deurenvan de Koninklijke Bibliotheek wijd geopend hebben om het Lectorium Rosicrucianum in de gelegenheid te stellenom ‘De Roep van het Rozenkruis’ in hetvolle daglicht van deze tijd te plaatsen.Het initiatief voor deze tentoonstellingontstaat in een tijdsbeeld, waarin meerdat ooit een appèl wordt gedaan op hetgeweten van een consumptiemaatschappij, waarin het wegdrukken van de fundamentele levenswaarden de boventoon lijktte gaan voeren.

Het was op 24 augustus 1924 dat destichters van de School van het Rozen-kruis, de gebroeders Jan en Wim Leene,op Bakenessergracht 13 in Haarlem hunzoektocht naar het geestelijk testamentvan de Broederschap van het Rozenkruisaanvingen. Dit was ruim 300 jaar na hetverschijnen van de Rozenkruisersmanifesten, de Fama Fraternitatis Rosae Crucis (De roep van de Rozenkruisersbroederschap), de Confessio Fraternitatis(De Belijdenis van de Rozenkruisersbroederschap) en de Chymische Hochzeit desChristian Rosencreutz (De Alchemische

Bruiloft van Christiaan Rozenkruis) inrespectievelijk 1614, 1615 en 1616.

De Broederschap van het Rozenkruisontstond in het begin van de 17e eeuw, aande vooravond van de Dertigjarige Oorlog,één van de bloedigste godsdienstoorlogendie Europa gekend heeft. Hierin stondende verdedigers van de Reformatie, de na-volgers van Luther en Calvijn, tegenovereen machtsblok van de Habsburgse monarchie, dat in een monsterverbond metde Kerk van Rome alle machtsmiddelentot behoud van hun zeggenschap overKerk en Staat in de strijd wierp.

Het is geen toeval dat JohannValentinAndreae, die in nauwe samenwerkingmet zijn inspirator Tobias Hess de Manifesten der Rozenkruisers het licht deedzien, een kleinzoon was van één van denaaste medewerkers van Luther, JacobAndreae.

REFORMATIE GING NIET VER GENOEG

De Rozenkruisersmanifesten haddenhun oorsprong in de behoefte van die tijdom tot een nieuw samenlevingsideaal tekomen, een ideaal waar vele Europese vorstenhuizen uit die tijd, zoals die in de LageLanden, Duitsland en Frankrijk, met harten ziel achter stonden. De Reformatieging de samenstellers van de Manifestenniet ver genoeg. Zij verweten de navolgersvan Johannes Hus, Maarten Luther enjohannes Calvijn dat zij teveel in de oudetoestand bleven stilstaan en nog teveel tegast waren bij de ‘oude vleespotten vanEgypte’. Het radicale element bij devroege Rozenkruisers bestond niet alleen

13

Page 16: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

--~

-1

t-~

Page 17: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

hierin, dat zij voorvechters waren van devrijheid van het individu, maar ook opriepen tot innerlijk Christendom, tot levende navolging van Christus, de inwijdingsweg van de ziel. Dus streefden zijniet alleen naar bevrijding van het individu en naar vrijheid voor zijn intellectuele actieradius, maar in de eerste plaatsnaar vrijheid van de levende ziel, het diepste innerlijk, dat als een levende harteklop, ja, als een verborgen hartslag inieder van ons aanwezig is.

VERNIEUWING VAN BINNENUIT

De christelijke belevingsweg was voorhen geen uiterlijke vormendienst, maarhet stellen van de spirituele levensdaad,die het bewustzijn van de mens ingrijpendverandert. Daarom spreekt de Fama Fraternitatis van een christelijke broederschap, waarin alle wijsheidsaanzichtenvan de totale mensheidsgang centraalstaan en onderzocht worden. Wij citeren:«Nadat de alleen-wijze en genadige Godin deze laatste tijden Zijn Genade enGoedheid zo rijkelijk over het menselijk geslacht heeft uitgegoten, dat zich het inzicht, zowel aangaande Zijn Zoon als metbetrekking tot de Natuur, meer en meerverdiept heeft, mogen wij terecht gewagenvan een gelukkige tijd, waarinHij ons nietalleen de he~fl der onbekende en verborgenwereld heeft doen vinden en ons dezegeopenbaard heeft, en ons vele en wonderbaarljke en tevoren nimmer geziene werken en schepselen der Natuur heeft getoond, doch bovendien zeer verlichte, geniale mensen heeft doen opstaan, die deontaarde en onvolkomen Kunst ten delewederom hersteld hebben, opdat toch eindelijk de mens zijn adeldom en heerlijkheid zou verstaan, en inzien om welkereden hij microkosmos genoemd wordt en

hoever zijn Kunst in de Natuur reikt. »Daarom sprak de inspirator van de Manifesten, Tobias Hess, over een derde mensheidsperiode: die van de Heilige Geest,die het Christendom van binnenuitmoest vernieuwen.

De door ons allen heden ten dage zogekoesterde rechten als vrijheid van godsdienst, scheiding tussen kerk en staat, vrijheid van drukpers, recht op vrije meningsuiting die wij als de verworvenheden vanonze tijd beschouwen, moesten in de tijdvan de Rozenkruisersmanifesten nog letterlijk afgevochten worden op het dominerende gezag. Prins Willem van Oranje,Marnix van St. Aldegonde, de Gravenvan Egmond en Hoorn, de strateeg PrinsMaurits, de doortastende Prins FrederikHendrik en velen met hen vochten voorde vrijheid van het individu. Zij brakende knechting van de toenmalige Roomseheersers van Europa! Wij zouden hiervandaag niet in de Koninklijke Bibliotheek te gast kunnen zijn als de Oranjesniet met inzet van hun leven, lijf en goedgestreden hadden voor de godsdienstvrijheid die door de Reformatie in Europa eennieuwe samenlevingsbeeld, een nieuw levensklimaat mogelijk maakte.

VOEDINGSBODEM VOOR SPIRITUELEGEDACHTEN

Na de val van Antwerpen in 1585begon een grote uittocht naar Amsterdam, Leiden en Haarlem, waar vrijheidvan godsdienst en vrijheid van drukpersbestonden. Hierdoor vond een stroomvan spiritualistische literatuur zijn wegnaar Holland en er ontstond daar een spirituele voedingsbodem voor Rozenkruisers, Humanisten, Lutheranen, Calvinisten, Remonstranten en Contra-Remonstranten. Zij legden het pluriforme

Afbeelding uitMein Manuscriptvon Stem derweisen, Froschmayer vonScheibenhoif,18e eeuw.

15

Page 18: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

gedachtengoed van de Lage Landen inhun geschriften vast en droegen het inhun leven uit.

Door de erfenis van de Renaissance enhet daaruit voortvloeiende Humanisme,door de Reformatie en het zich ontwikkelende Protestantisme ontstond in de Nederlanden van de 17e eeuw een kleurrijkstuk geschiedenis, dat niet meer is weg tedenken uit onze samenleving. Grote Hollandse schrijvers en geleerden als Erasmus, Vossius, Barlaeus, Huygens, Boerhaave, R C. Hooft, Descartes en Spinozahebben op het intellectuele en natuurwetenschappelijke vlak een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling vanhet Europese denken.

Wij kunnen rustig stellen, dat het huidige Europese spirituele denken mede ge-

vormd is door de ontwikkelingen in de16e en 17e eeuw in de Lage Landen. Belangrijke Europese theosofen als Gichtel,Brecklin, Giftheil, Kuhlmann en de grotepedagoog Comenius vonden een veiligehaven in Amsterdam, waar hun geschriften door Hendrik Betkius, AbrahamWillemz van Beyerland en vele anderen gedrukt werden, waarna ze overal in Europahun bestemming vonden. Ook het volledige werk vanJacob Boehme werd in Amsterdam gedrukt.

BEDREIGING VAN DE SPIRITUELE IMPUL5

De stichters van de moderne Schoolvan het Rozenkruis, Jan en Wim Leene,leefden en werkten in de periode tussende twee wereldoorlogen van 1914-18 en1939-45. Een tijd die te vergelijken is methet begin van de 17e eeuw. Zij waren zichsterk bewust van de mate waarin het politieke beeld van de dertiger jaren bepaaldwerd door het opkomend nationaal socialisme. Zij zagen de uitkomsten van de expansiedrift van Duitsland niet alleen alseen gevaarlijke politieke aardverschuivingop de landkaart van Europa, maar ook alseen bedreiging voor de grote spirituele impuls, die aan het begin van de eeuw wasingezet door spirituele denkers als H.P.Blavatsky, dr. Rudolf Steiner en MaxHeindel.

Temidden van grote onrust en oorlogsdreiging in Europa gingen de gebroeders Leene op zoek naar de bron en dewortels van de spirituele bevrijdingsdrangdie de Renaissance, het Humanisme envervolgens de Reformatie zo sterk bepaalde en die in alle geledingen in Europaheeft doorgewerkt. Deze zoektocht werdbekroondmet de ontdekking van de Broederschap van het Rozenkruis in haarspirituele erfenis, haar geestelijk testa

De Steen derWijzen, ManlyP. Hall

16

Page 19: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

ment. In 1936 vonden zij in het BritishMuseum te Londen de originele uitgaven van de Fama, de Confessio, deChymische Hochzeit en nog een andergeschrift van Andreae, de RepublicaeChistianopolitanae.

In de geschriften van de gebroedersLeene, die vanaf de dertiger jaren in gedrukte vorm begonnen te circuleren, vinden wij de weerklank van hun innerlijkeonrust en hun grote dienende mensen-liefde. Zij toonden aan, dat ook nû de politieke machtsinstrumenten die zich in Europa mobiliseerden de spirituele vrijheidbinnen de samenleving bedreigden en beknotten. Zij begrepen ook, en velen methen, dat om deze vrijheid gevochtenmoest worden. Maar zij zochten hunkracht in de wapenrusting Gods, bekroond met de helm van de hoop en hetzwaard van de liefde, gesteund door dekracht van hun scherpe tong en door hetstellen van de daad. Daardoor ligt de wijsbegeerte van de moderne Rozenkruisersverankerd in een praktische, levende zielengemeenschap die hunkert naar de ontmoeting met de Geest.

MILJoENEN HOOFDEN EN HARTEN IN

BEWEGING GEBRACHT

Toen Jan en Wim Leene in 1935 hunGeestesschool stichtten, deden zij dit uitoprechte levensovertuiging. Daarmeeplaatsten zij zich in de rijen van grotespirituele leraren als Helena PetrovnaBlavatsky, die in 1875 te New York deTheosophical Society stichtte, Max Heindel, die in 1909 de Rosicrucian Fellowshipstichtte, en dr. Rudolf Steiner, die in1913 het fundament voor de Antroposofie legde. Zo zetten zij zich in voor verwerkelijking van de Rozenkruisersidealen, waaruit ook de grondlegger van de

A.M.O.R.C., imperator Harvey SpencerLewis, in 1909 zijn inspiratie putte.

De grote geestesscholen en wijsheidsstromingen die hun weerklank vinden inde Theosofie, de Antroposofie en de Rozenkruisers, hebben in de afgelopen eeuwen miljoenen mensenhoofden en mensenharten in beweging gebracht. Hiervangetuigt mevrouw Blavatsky met de volgende woorden: «Want de inhoud van ditboek, ‘De Geheime Leer’, kan worden gevonden, verspreid over duizenden boekdelen die de geschriften omvatten van degrote Aziatische en vroege Europese religies, verborgen achter tekens en symbolen,die ten gevolge van deze sluier tot nu toeonopgemerkt bleven. Wat nu wordt geprobeerd, is de oudste leerstelling samen tebrengen en daarvan één harmonisch samenhangend geheel te maken. »

Hoe deden zij dat? Door op elk gebiedvan de natuur de oudste tradities te toetsen, te onderzoeken en te controleren opbasis van de onafhankelijke visioenen vangrote adepten. Dat wil zeggen: zij werdenmensen die hun fysieke, psychische engeestelijke gestel tot de hoogst mogelijkegraad hebben ontwikkeld en vervolmaakt.

Van geen adept werd het visioen aanvaard, voordat het was gecontroleerd enbevestigd door de visioenen van andereadepten — zo verkregen dat zij als op zichzelf staande bewijzen konden dienen — endoor eeuwen van ondervinding.

De snelle en doordringende blik vandie zieners reikte tot de kern van de materie zelf en nam de ziel van de dingen waar,terwijl een gewone oningewijde, hoe geleerd dan ook, slechts de uiterlijke vormzou hebben waargenomen.

Maar de moderne wetenschap gelooftniet in de ‘ziel van de dingen’ en zij zaldaarom het stelsel van de oude cosmogo

17

Page 20: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

nie verwerpen. Ze gelooft dat het heelal enalles daarin geleidelijk is opgebouwd doorblinde krachten, inherent aan de materie.

En zo getuigt Max Heindel in zijn geschrift Waarom ik een Rozenkruiser ben:«Om te beginnen zou verklaard moetenworden, waarom bestudeerders van deLeer der Rozenkruisers zich ze~fgeen ‘Rozenkruisers’noemen. Deze naam komt alleen aan de Oudere Broeders, de werkelijke deelgenoten van die Orde toe, die deHogepriesters zijn van de Westerse Wijs-heidsleringen. Zij staan in hun geestelijkeontwikkeling even ver boven de levende,grootse Heilige, als deze staat boven delaagstefetisj-aanbidde~ »

In zijn toespraak overDegeheimefiguren der Rozenkruisers zei dr. Rudolf Steiner: «Hetgeen door de Rozenkruiser dermiddeleeuwen werd beleefd, bij de aanblik der natuurprocessen, is een heilige natuurwetenschap. Wat de Rozenkruiser konbeleven ten aanzien van Geestelijke offergezindheid~ aan grote vreugden, grote natuurgebeurtenissen, aan smart en treurigheid, al die verheven voorvallen tijdensde experimenten door hem genomen,werkte bevrijdend en verlossend op hemin. Wat de verschillende Godsdiensten bijmachte waren te geven, is door ChristiaanRozenkruis en het Collegium van deTwaalven verzameld. De uitwerkingdaarvan zal nu datgene zijn, wat de verschillende religies afzonderlijk hebben gegeven en wat door hun belijders is nagestreefd en verlangd, namelijk dit te vindenin de Christusimpuls.Dit nu zal de ontwikkeling van de ko

mende drieduizend jaren zijn: het begripvoor die Christusimpuls te scheppen en tedoen toenemen. Vanafde 20e eeuw zullenalle religies verenigd zijn in het Rozenkruisers Mysterium. Zulks zal mogelijkzijn binnen de komende drieduizend

jaren, omdat het niet langer nodig zalzijn de mensheid te beleren, te onderrichten door middel van hetgeen in documenten is vastgelegd. De aanblik van de Christus zè~f zal de mensheid doen verstaan,wat Paulus op weg naar Damascus heeftbeleefd; de mensheid zètfzal door dit Paulus-beleven heengaan. »

Jan Leene, die als schrijver en grootmeester de naam Jan van Rijckenborghaannam, schrijft in 1939 in zijn commentaar op deFama Fraternitatis: «Toen MaxHeindel in 1909 optrad~ was de tijd nogniet gekomen om zulks volledig te openbaren. Eeuwenlang wisten de Broeders vanhet Rozenkruis hun bedoelingen te maskeren en ook Max Heindel had zich terzakeaan een opdracht te houden, hoewel hij degrote beweging der moderne Rozenkruiserij inluidde. Dat hij wist van de grote roeping der Broederschap voor de twintigsteeeuw, blijkt uit de grondwet: Een helderverstand, een liefdevol hart en een gezondlichaam. Een helder verstand —Waarheid;een liefdevol hart — Goedheid, een gezondlichaam — Gerechtigheid.

En het is een deel van onze grotevreugde dat wij, onze roeping volgende,op de grondslagen, doorMax Heindel destijds gelegd, hebben mogen voortbouwen,en de Rozenkruisersarbeid tot steeds grootser openbaring hebben mogen voortstuwen. In wijde glorie verschijnt voor onshet grote werk. In een nimmer tevoren vermoede glorie!

De Oudere Broeders hebben voor huntegenwoordige wereldwerk een groteschare helpers nodig, getrainde gezellen,die Jilosofisch en gnostiek-wetenschappelijk bij zijn. Was van tevoren aangekondigd, waartoe de Rozenkruisersarbeiddiende, dan was door de bekende aanvallen der zwarte scharen al heel spoedig hetbeginnende werk vernietigd. Doch door

18

Page 21: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

het grootse werk van het Rozenkruis zijnduizenden wakker geworden. Heindelhad velen in hart en hoofd gegrepen, ensommigen zijn hier en daar uitgekozenvoor speciale beï nvloeding. Zij zijn jarenlang geschoold en beproefd, zij hebben hetontzettend moeilijk gehad, en op het moment dat het zwarte blok onraad begon tevermoeden en zijn vazallen overal neerstreken om het werk dat gevaarlijk dreigde teworden, te ondergraven, verrees uit de asvan Heindels offe~ uit Heindels liefde, hetherboren Rozenkruis, een nieuw apparaatvoor de Broederschap van het Licht.

En nu, op het psychologisch moment,dat de zwarte schaduw zich gedeclareerdheeft en ligt te stuiptrekken in machtelozewoede, spreken wij u van de grote hervorming, van de nieuwe hervorming, van eennieuwe dageraad der tijden. Bloedroodstij~t de Zon van Aquarius boven de kim.Als een gouden bol, symbool van Christus’glorie, zal hij zijn weg naar het zenit vervolgen.

Toen, in 2909, wisten de broeders reedsvan het grote wereidgebeuren dat wij detwee wereldoorlogen noemen; toen wistmen reeds van hetfascistische monster datde muil zou openen om de argeloze massate verslinden. Daarom kwam Max Heindel om door zijn publicaties een helden-schaar te kweken; ri]~ voor het juiste moment, geschikt op het juiste moment, gereed om te worden gebruikt. En dat is nuonze vreugde, dat deze kerngroep inmiddels door het in een nieuwe gestalte herrezen Rozenkruis belangrijk versterkt en uitgebreid, mede partij is in het mechaniekder nieuwe openbaring en dat wij er onzebescheiden rol in mogen spelen. Dat wij totu mogen getuigen van dat nieuwe wereldtorsen en van nieuwe overwinningsglorie;dat wij u mogen uitnodigen om mede op tetrekken naar dat nieuwe land.

Het Christenrealisme zal de geest, dieLuther tot handeling bewoog op een zeerveel hoger niveau tot nieuwe openbaringstuwen. Onder leiding van de UniverseleBroederschapsketen des Lichts zal onweerstaanbaar in het wereldbestel worden ingegrepen, om met het oog op de dreigendealgehele ondergang der mensheid, door ‘smensen verblinde levensgang zei/opgeroepen, de van Godswege verordineerde Hervorming alsnog tot eenfeit maken, en aantallozen die nu nog in de greep van dewaan hun autoriteiten volgen, de gelegenheid te schenken het Pad van regeneratie,het Pad van terugkeer tot de oorspronke

Het OpusMagnum isvoibracht,Manly P. Hall

19

Page 22: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

-

‘1

AS,

~m~r%eft ~cn. ~•~n4g4~r rlP6n~,~14kIb

t v~.rfYutwlid ø (~l~ ~~sii~~nl~Ç’ij~W w~CÇiv~~~(en1vkt~W

~

~1~4wini~ es~~~w~’

~t~ww~4n( ~Q~*7~r~’4ç~~ ~ 4flÇ~.1I~ &tVDft

‘~rel1

ee~e~w~uc9 .nnim~afroRüwr ~Çe~r~j~~: nj$im~rn~oÎ iv4n

~&- “ .‘~

“1’ t - •5’S- -

~ ~L ~

Page 23: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

lijke menselijke levensstaat, te vinden en tebetreden.

Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog hebben de bewegingen die deZwarte machten dienden, zodra zij aanhet bewind waren, de esoterische groepen,waaronder die van het Rozenkruis, naarhun uiterlijke gestalte neergeslagen. Deware Rozenkruisersbeweging echter iseven ongrijpbaar als de lucht en met grotekracht werd en wordtgewekt door deBroeders van het Licht. Niets en niemand kande zegevierende opmars tegenhouden,niets en niemand kan de hervorming eenhalt gebieden. Temidden van om zichheen grijpende ontbindingskrachten in Europa en de ganse wereld, wordt de overwinning voorbereid. De golven der hervorming, de onweerstaanbare Krachtenvan het Etherlichaam van ChristiaanRozenkruis, verheffen zich met goddelijkemajesteit en omvatten en doordringen onsganse levensveld. En slechts het blok vande Zwarte cultuur heeft deze Macht derAquarius-revolutie te vrezen.

Welke rol speelt de Broederschap vanhet Rozenkruis in het mensheidsgebeuren?Het is een Christenrol, een Christusbouwin deze wereld: tot een bevrjdende wending in de dramatische mensheidsgang,naar de eis van den Logos.

Hoogten noch diepten vermogen ons tescheiden van de liefde van Christus, dieslechts door mensenhoofden, mensenharten en mensenhanden macht over onskan krijgen.

Rozenkruis staat en die tot uitdrukkingkomt in de vele geschriften die door honderden navolgers van de Rozenkruisersgepubliceerd zijn, maar ook in de belangrijkste geestesstromingen van de 17e tot de20e eeuw naar voren komt. Deze traditieis lang, veel te lang, naar de periferie vande samenleving verbannen geweest.

Deze tentoonstelling toont aan, datde Roep van het Rozenkruis in de afgelopen vier eeuwen onophoudelijk gehoord èn nagevolgd werd, Vandaag klinktzij helderder dan ooit en zijn de sluiers vanschijnbare geheimzinnigheid weggenomen. De deuren van de moderne Rozenkruisersbroederschap staan voor iedereenwijd open, zelfs voor de sectencommissiesdie momenteel in Frankrijk, België, Zwitserland en Duitsland op basis van onvolledig onderzoek de integriteit van de moderne Rozenkruisers in twijfel trekken.

Daarom is het van zo’n groot belangdat de spirituele erfenis van grote denkersen geestesstromingen, vastgelegd in talloze geschriften, mede in veiligheid is gebracht in, en op wetenschappelijk verantwoorde wijze wordt ontsloten door deBibliotheca Philosophica Hermetica; eenbibliotheek die wij tot ons nationale cultuurgoed mogen rekenen, en die daardoorop haar eigen en waardige wijze een bijdrage kan leveren aan deze tentoonstelling in de Bibliotheek der Oranjes.

De boom derKennis van Goeden Kwaad,Geheime Figurender Rosenkreuzer.

Deze tentoonstelling is historisch, omdatvanaf het verschijnen van de eerste Manifesten met ieder nieuw geschrift, met iedere nieuwe opvolging van de broederschappelijke idealen, gevochten werdvoor de vrijheid van de Geest. Het is dezegeestkracht, die achter de Roep van het

21

Page 24: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

PR0FETIE IS WERKELIJKHEID GEWORDENToespraak doorA.H van den Brui, Lectorium Rosicrucianum

De Fama Fraternitatis, de Roep van deBroederschap die een kleine vierhonderdjaar geleden de wereld ingezondenwerd, is blijven klinken tot op heden, 10december 1998. Dat bewijst deze tentoonstelling. Daarin komt duidelijknaar voren, hoe deze Roep eeuwenlangheeft doorgewerkt tot op de dag vanvandaag. Dat bewijst ook u, dames enheren, die hier in grote getale gekomenbent voor de opening van deze bijzondere tentoonstelling.

~Vij zijn ervan overtuigd, dat alle aanwezigen hier zich bewust zijn van een historisch moment in de tijd. Opnieuwverschijnt een Nederlandse vertaling vande Fama Fraternitatis. Een vertaling, diedoor het onvermoeibare werk van dr. Carlos Cilly en wijlen Pleun van der Kooij deorginele tekst het dichtst nabij komt.

Wij achten het dan ook van bijzonderebetekenis, dat de presentatie van dezenieuwe vertaling plaats mag vinden in deKoninklijke Bibliotheek, het centrum vanhet Nederlandstalige boek, waar heden enverleden zo volledig mogelijk vertegenwoordigd zijn.

Zo bevindt zich hier de eerste drukvan de Fama Fraternitatis in het Nederlands, uitgegeven in het jaar 1615. Hetgeenbetekent, dat reeds een jaar na de eerstedruk in Kassel — in 1614 — de grote betekenis van dit geschrift in de Nederlanden begrepen werd. En dat is nog immer zo.Want wij kunnen zeggen, dat Amsterdamniet alleen de hoofdstad van Nederland is,

maar eveneens de hoofdstad van de Rozenkruisersgeschriften, bijeengebracht inde Bibliotheca Philosophica Hermetica teAmsterdam. Een schatkamer van onnoemelijk veel wijsheid en godsdienstige eerbied, van werken die verwijzen naar deOer-Bron van het geestelijke zijn.Vanwerken, die van uiterst groot belang zijn voorhet onderzoek dat met het functionerenvan de nieuwe Leerstoel in de geschiedenisvan de Hermetische Filosofie en verwantestromingen gepaard zal gaan.

INSPIRERENDE GEESTELIJKE AGENS

Nu, een kleine vierhonderd jaar later,wordt deFama Fraternitatis opnieuw metgrote interesse tegemoet gezien door aldiegenen, voor wie het woord Rozenkruisniet alleen een intrigerend woord is, maarook een inspirerende geestelijke agens.Hier willen wij aansluiten bij het voor-

Tijdens zijn openingstoespraak gafde heer AJ-Z van den Brui namens hetLectorium Rosicrucianum en de uitgeverij Rozekruis Pers een exemplaarvan de nieuwe vertaling van de FamaFraternitatis ten geschenke aan dr~W van Drimrnelen, directeur-bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek) aan mevrouw .ET HamelinkLeene, dochter van de beer j Leene,,aan de heerH Leenç, zoon van de beerZWLeene en aan de beerJJ~ Ritman,stichter van deBibliotheca PhilosophicaHermetica.

22

Page 25: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

woord van dr. W. van Drimmelen in de catalogus van deze tenstoonstelling. Daarinstelt hij terecht, dat deze spirituele agens«tot op de dag van vandaag mensen bezighoudt (en daarop willen wij de nadruk leggen) en inspireert. » Dat dit door de afgelopen eeuwen heen inderdaad zo is geweest,blijkt uit het omvangrijke onderzoek datdr. Carlos Gilly heeft verricht en waarvande resultaten worden gepubliceerd in deBibliografie van de Vroege Rozenkruisers,een boek waar wij met ongeduldig verlangen naar uitzien.

Dat de inspirerende kracht voor ontelbaren in onze tijd actueel is, kunnen wijonderbouwen met de ervaringen die wijopdoen tijdens onze reizen door Europaen daarbuiten. Waar wij talloze mensenontmoeten die op de Roep van de Broederschap antwoorden en die de geestelijkehervorming, die toch de diepste betekenisis van de Roep van het Rozenkruis, in hetcentrum van hun leven willen plaatsen.Dat bewijst dat de Fama nog altijd klinkten op de draaggolf van haar spirituelekracht wereldwijd mensen aanraakt. Hetantwoord op die aanraking blijft al langniet meer beperkt tot Europa.

Aan het eind van de twintigste eeuwwordt zo de cirkel gesloten. Immers, aande basis van de Manifesten liggen dezelfdewijsheid en dezelfde geestelijke impuls tengrondslag, die lang voordien reeds in degeschriften van Hermes Trismegistoswaren neergelegd. En niet te vergeten inde gnostieke bronnen en in tal van arabische en Griekse invloeden die ook uit deBijbel naar voren komen. Wij mogendaarom wel zeggen, dat het Universele

NIEUWE GEBOORTE SCHEPPEN IN DE

MICROKOSMOS

In dit verband mogen wij grote bewondering koesteren voor de vertalervan de eerste Nederlandse uitgave van deFama uit 1615, en voor het antwoord vanHaslmayer daarop, waarin hij het verminkte ‘Cnothi Seauton’ herkende als‘Kendt u selven’. Haslmayer begreep direct de diepe geestelijke betekenis van

Dr.W van Drimmelen, mevrouwE.THamelinkLeene en de heerH.Leene ontvangen eenexemplaar van denieuwe vertalingvan de Fama uithanden van deheer A.H.van denBrui

Woord, dat van de Oerbron van hetLeven uitgaat als een geestelijke kracht,vrijgemaakt kân en moét worden om degeestelijke waardigheid van de mens teherstellen en hem zijn afkomst te doenherinneren. Een afkomst, die als een goddelijk monadisch kernbeginsel in zijnmicrokosmos verborgen ligt.

23

Page 26: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

De dagbladenTrouw, het Algemeen Dagblad, hetFinancieel Dagbladen de Volkskrantgaven een uitvoerige beschrijvingvan de tentoonstelling en haarachtergronden.

deze woorden. Hij schreef, dat de menseen nieuwe geboorte moet scheppen inzijn microkosmos en dat hij die NieuweGeestelijke Geboorte dient te vieren, wilhij het Rijk van God eenmaal kunnen betreden. De basis daartoe is het ‘Mens kenuzelven’.

Deze aansporing doorgloeit de Manifesten: « de Ware Mens te wekken, voorafgegaan door een innerlijke, geestelijke omwenteling. »

U zult het ons niet euvel duiden, datwij, als leden van het Lectorium Rosicrucianum de man, die voor ons het geheimen de diepe betekenis van de Man~festender Rozenkruisers heeft ontsluierd, onzegrootmeester Jan van Rijckenborgh, bewonderen en dankbaar zijn. Van jongs afaan, zo heeft hij ons eens toevertrouwd,wist hij dat de naam Rozenkruis in zijnleven van grote betekenis zou zijn. Datheeft hij ook bewezen door opnieuw deRoep van de Broederschap van het Rozen-kruis in zijn volle omvang te doen herleven. Maar wat meer is, hij heeft de vollebetekenis van die Roep voor iedere zoekernaar de Waarheid vrijgemaakt. Iedereendie van zijn verklaringen van de Fama,de Confessio en de Alchemische Bruiloftkennis neemt, zal, ook al wenst hij het Rozenkruispad zoals Van Rijckenborgh datvoor hem ontvouwt, niet te gaan, volmondig erkennen, dat er een grote geestelijkeschat uit deze geschriften is vrijgemaakt.

De Fama is voor Van Rijckenborghgeen romantisch reisverhaal van eneC.R.C., maar een mysteriegeschrift, waarinhet geestelijke pad dat de mens moet gaanom tot wereld- en mensheidsvernieuwing

te komen, wordt uitgebeeld. In de Confrssio ziet hij niet een geloofsbelijdenis in degeijkte betekenis, maar een geweldige profetie, die in onze dagen op vervaarlijkewijze wordt onthuld. Uit de AlchimischeBruiloft ontvangt Van Rijckenborgh degrote inspiratie die hem de sleutels in handen geeft om dit geschrift, dat in zoveelmystificaties is gehuld, te openen naarzijn ware betekenis. Wij citeren VanRijckenborgh uit zijn inleiding tot de Al-chemische Bruiloft: «Wie was, of beter isChristiaan Rozenkruis? Hij is het prototype van de ware, oorspronkelijke mens,de nieuwe mens die waarlijk christen is;die Christus in zich vrijgemaakt heeftdoor het pad te gaan van het kruis in dekracht van de roos. Het kruis is een ontmoeting tussen twee krachtlijnen die dia-metraal tegenover elkaar staan. Het betekent een totale verandering, een omzetting van krachten, een alchemischeomzetting. De roos in de mens moet verbonden worden met haar ware levens-veld, het veld der onsterfelijkheid. De roosmoet worden vrijgemaakt door de kruis-weg van trans/guratie. Daarom sprekenwij van Rozenkruis. Men is Rozenkruiser,wanneer men dit pad ten einde toe bewandeld heeft. Men wordt Rozenkruiser, wanneer men ermee aanvangt. Wie dit padaanvangt, beleeft natuurlijk ervaringen.Voor zo iemand zal het heel belangrijkzijn te weten ofzijn ervaringen en de gevolgen daarvan juist zijn, of zij kloppenmet het pac4 of zijn reacties van dag totdag bij het gaan van dat pad, wel juistzijn. Welnu, also/het een uiterst nauwkeurig verslag is van de eigen levensgang,

24

Page 27: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

TrOUvt~ DONDERDAG 31 DECEMBER 1998

Ueervek Leer van de ltvoenkrvd.nernwelliohtonbegrijpelijkenon.ree tong .rnkelijh zijn, inch staat dcveeterieehe stroming volop in de

‘)RJMR van 5459 belangstelling. Daarvan getnigenwonderbaarlijke de rijk gevulde uitstalkasten van

os mysteilrun. ze. de moderne bonklrandel. Nognd bnndollofeest, npeekeoder is het bericht dat dein tloveoknris als Universiteit van Amsterdam eenverschijnen en de aparte hoogleraar krijgt voor de

cda optrad als oere- genotniedenin van de hermetinvberen. De gasten wrr. fdosofie — de gnnotische eten.opeenvvregnchaul ming die een belangrijke inspira.ontvingen een Gul- ttebrnnwasvandeflozenkrnlneenden binnen in en —en andere alternatieve religien.nlot en worden Deteerrtnelwordtmngelijkdrnk

t met dans en to. rij de Ilnancible bijdrage non eneiltie landgenoot. die vooralsnog

plaatste rich opde onbehendwrnntteblijren. Tekenhet vierkante ei- den tijdn~ de alternatieve gods.

ipns meten acht dirnotontenechap oniplooit richrllrndetnren. waar op en moment slot de traditinne.npelkeetagenirra. te pnrdlkansenopleiding aan debeleefde. tlnren- UoAverdedjni.- mee hoe en Ben ander voorbeeld is de ten.traal rloeg in de toossntellirng De reepcnrn het eromhoning enen knsir, van is deijember int rg feingen beiden brosari in de Koninklijke Iliblin.er van de theeb in Den Haag. Aan de handnode en last- van rlln nodeboeken krijgt de kr.endegasten roeker en Isiniorisch ooerninhran deC00. van de gorenkrosinern, Dr Kit pot‘envoartaan voor tweederde uit de Bibliollr.ca~rGodsals Philenrpldca klerorlica, de kintole kenvbnn. ninclse verzameling van de Arts‘lijke free. sterdamse oodrmemer en 9wmoenten rrnknaineo loont Ilitman. De en.

nvmijden~ positie is tenen aardniding nooroovendirn weer en hneiv i’ama &alroriiao,leven dan her radar rvonjj?rt der Re,rokrni.

rees Broederschap.looft van InfleoHaagralookmatresaalrvd begin te zien rijn vii nnilecties run ver.door de wante groepen. Diverse steansin.

asValentin gen foorduren namrlljk voort opneen van de hei gedaohiengued van de Bonen.- Rooentorrai. kmuinrrs. In deeelfdr traditiesnkildert Im- staande antroposolle ende eIsen.e srrbioding soge. kon syrohnlieklnaanneoigrake gezien In delen van de snijmetnrlarlj.ooonbjkbeide- Dok het hedondaagse ren-age.ie graficus en derskenin eterkhelnnlneddoondederlsodenin Dr old agevan het roornkeuir.fi ootaijjjivl, - Ondanks—of rrnssclnirn juistDaarin laat als gevolg van — de gemeen.

.arrrreks nchappelijkr oorsprong staan denvoeov’ soms op

vindt iedere leerling die het pad gaat, zijnervaringen en de gevolgen daarvan aangegeven in de ~Alchemische Bruiloft~

BLADZIJDE NA BLADZIJDE WORDT HET PAD

VERKLAARD

Zo ontvouwt Van Rijckenborgh voorde Rozenkruisleerling het Rozenkruispad zoals het in de Alchemische Bruiloftbeschreven wordt. Bladzijde na bladzijdeziet de leerling het pad voor zich en hijtracht zelf een C.R.C. te worden. Op gelijke wijze heeft Jan van Rijckenborgh het

engstolliog noor de bistndncho tooenhwiinvs ton en worden bon notsprovkoljkewooilrstooin onroogeh1hr tube vertaald.Devnreiankn kloof noor rneoignon tingrvvhiedeoir rode betvkrnis one deRneoehaoioennhewrgingrn oog all5din vovrleo gohold. Wet000chappeesstelden nteeds npninvrw do ovang ofvr wel wrebdjh Dooeohoaioers heb.kon bostaun. Die wang wordt doorde teotoonntrltivg ‘De roep van netDoronhi-as, die mnroovtrof insietordnli1kr 9 bhnthovh in Den [laag Irkeekhtigen is, knoentigrod h~arrt.weord lIet ovennioerbge hstonincbeonatreiaal dat doen in nanvnrngeltradntlaat tien derde loemoierosvrij sindshaar ootstaae in het begin van detrventienrievrrmvcorreiebsovaarserbeogen, maan dnroodookn vedrrwennen krovdr traditie is gobltvrrn.Ook na nog rijn erin oo hidtoo Nederland inenten die ahh niet deenen voernen maar nok trachten te lenen vnlgrvn deadfde intootirs alsbon kasriehe a-nergovgoos. Dneernkriuters, en laat de esgioutie en voor.al de bijbehorende catalogus tien.sijn geen leden van ren okacow seb.te. maan rnoosen evettroeggrvtreodekroon, dir ren rpidtoeei Ineen na.ntreetdoo ee -streven Zij staan ode

iolrnaniie danrnmrrert rijn in wenen krt modelvan de renroomteling svev do amnditie von drRooenkrvioeru mde Knoinklimke Bibkndieeb. DeBroedernohap der Roneekrniarvo nninrnnd betsnndettefnrsnade,wauooeeherclvnistelijbtrlnoleen protrssaastre variant h-een me

1101 sledagtvi’

Corpus Hermeticum, de boeken van Her-mes Trismegistos besproken en verklaard.De hermetische filosofie stond bij de klassieke Rozenkruisers in hoog aanzien.

De verklaringen van Van Rijckenborgh van de Manifesten van de Rozenkruizers alsmede die van het Corpus Hemeticum zijn beide in vier delen uitgebracht. Zij zijn inmiddels in meer danzeven talen vertaald en uitgegeven. Laterheeft Jan van Rijckenborgh ook een schitterende uitleg gegeven van het gnostiekeEvangelie van de Pistis Sophia dat wordttoegeschreven aan Valentinus. En hij

‘~ Geen rozen voor d~ dnne Cmhk5r nare Limpt

DEN IIMO— Egyptssntre rnnoeikreaan bot begin van de ehestoljhoaartvlling begroeven uit angst

‘r bloedige gndsdierrstoodogvn,mavifrsteo dikwijls uit, ver

~NN 6sZ~

‘de’ -

- vl..~t, ~vNe-~REFORMA9: ~ Oproep tot regeneratie

c4~~xpositie Koninidijke Bibliotheek sluit aan bij groeiende belangstelling voor esoterie

“.reovMirs_ty Dien ~de~J rvn.~bgtin~apoi

r)nisunwooelsnkoreonldounbrsiornul Tsietpsgsou’-andererstedarnbvan

)sae en muaks de haloon op Doelrn, die IV, Arrdre,e Atlgerooine and P’ “de ~‘~° runtitGvtd L.) her algolopon jarr nier njn hereiks worden General ttnfnrmaeaon deegnoiurn ~g#4firrolbk Iie turnait

~~~~ttOenen als voornemens voor her nievwe)asr wnisrnWrli. Beneben der pama INN ,ndatsaesnoritnsisooie shiodigd -toe pennainob dievoomemers ook Frasss,rdtatiu ‘KanantWiibebn NNi4~ zoon.

NorP.nl ignnsijn—stoppenosrrrnkrnuoretgohnord Wrosal,1614 ~ ø~ O~5~9er .,fog~g nr min is weren leoeoskenobouiorlgk vani~’v-~’i$j denarogerino -_~9

- radare, die mde kern vrligrenn Is In nore

se- T snmenleosognvnmmenonskeeken n’ropinievvoneinrnsi

- - een reomosetrlkng none de traditie voo- -. — us Den Ilurg run hij hei doem- en voomit- ge Grens 000mdr 10cm

i-.vkee. dat de laarure njd nogal eenu ore svconmrvb--eI“dc mei bni nadorrod einde van her eens anvr —

keek beest een tasnekil je‘nsderewnekr”

de groeiende kelongstolling hiervoor.klei die stelling kerk Van Ddmssselen grmn

nngrkjb. Afgerion von hen dwkbenovhtr nowage.000ioim Oibibin de danniordam, sears allerrawenovdn nroredrokeninomiognneogrloofsovorioigingmnsorersnirvwrmligieuarnnrvoepwurden vnooergd Ir ovlangs run delinivernisritvassAmsterdamdeivcrrdrlrrentoelindeweeeldoaogrsreld, speviani voor do knomdedog non dewrsrrrnoesniednokeseadidrsledsdelgerreissav.ee. Dit betekent das een Int nu toe vemnaohrnaamd doel van oom oativar, dat ode loop doreeuwen door her okdsreodam werd ‘weggrnaiorvd’, onderdeel is gnwordrv van de gravoepreerde wosnoochap’ no dosrdoor ongrrsdjEeldom ovlmeele vvaorde aal minnen, -Hemmniiirrmrfvnordeieoroonatelllsgiredetu

nmntdijkr Bibliotheek ging sisvau hei Leomriumlkvnicrodao- -Ir touenbosivnivurdeintiederland lOeP —-‘ “odrobenuandebe

25

Page 28: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

heeft de Tao Teh King van Lao Tse verklaard in de Chinese Gnosis. Nog vele andere werken uit de universele wijsbegeerteheeft hij opnieuw in het licht geplaatst entot een vloeiende stroom van geestelijkekracht gevoerd.

Wij willen met dit alles slechts betogen, dat de rijkdom aan wijsbegeertedie uit deze werken te voorschijn treedt,geheel is geï nitieerd en geï nspireerd doorde Fama Fraternitatis, de Confessio en deAlchemische Bruiloft van ChristiaanRozenkruis. Drie geschriften, die ook indeze tentoonstelling een centrale plaatsinnemen.

ONTWIKKELING VAN ESOTERISCH DENKEN

Jan van Rijckenborgh heeft altijdgroot respect getoond voor mevrouw Blavatsky, dr. Rudolf Steiner en uiteraardvoor Max Heindel. Maar ook voor degrote denker Inayat Kahn. Hoewel hijduidelijke verschillen onderkende in derealisatie van hun gedachten heeft VanRijckenborgh direct na de tweede wereldoorlog in 1945 en in 1946, een poging ondernomen om met Vrijmetselaren, Theosofen, Antroposofen en Soefi’s tot een bepaalde samenwerking te komen. Eenreeks brochures uit die tijd getuigen vandie pogingen. Maar tot zijn grote teleurstelling is daarop geen reactie gekomen.Misschien ook wel, omdat Van Rijcken—borgh de volle overtuiging huldigde, datde Broederschap van het Rozenkruis indie samenwerking een centrale rol op

zich zou nemen. In 1946 schreef hij: «Wijhier staan op het reeds meermalen verdedigde standpunt, dat zich momenteelgroteveranderingen bezig zijn te voltrekken inhet esoterische levensveld. Dat wij allenpartij zijn in deze veranderingen, dat wijde goddeljke wil in deze wieling moetenleren verstaan en dat wij van ganserharte aan alle noodzakelijke processenmoeten gaan medewerken. Het gaat hierdus om een taak die gelijkelijk door Rozenkruisersstudenten (ook in andere stromingen) moet worden omvat, waar zij zich inhet esoterisch veld bevinden. In de komende jaren zal duidelijk gaan blijkenwie zichzeif heeft gezocht en wie het erom te doen was het Grote Werk onpersoonlijk te dienen.

Alle grote werkers die de laatste honderd jaren naar voren getreden zijn in hetopenbare leven, wisten dat al hun arbeiddeel was van een ingenieus plan waarinnatuurnoodzakelijk het Rozenkruis deslotfase zou uitvoeren. Deze idee kan dusniet alleen leven in Rozenkruiserskringen,maar zij moet, als het waar is, ook bij andere werkers naar voren treden.

Welnu, geachte aanwezigen, wij menengezien dit aspect van deze tentoonstelling,dat dit profetische woorden zijn geweest.

26

Page 29: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK IS HETCOLLECTIEVE GEHEUGEN VAN NATIONAAL ERFGOEDGesprek met dr W van Drimmelen, Directeur-Bibliothecaris van deKoninklijke Bibliotheek, Den Haag

Door wie is de Koninklijke Bibliotheekopgericht en wanneer was dat?

Deze bibliotheek is opgericht door deVolksvertegenwoordiging van de BataafseRepubliek. In 1798. StadhouderWillem deVijfde had het land verlaten en zijn bibliotheek was achtergebleven. Toen was er eenlid van de Volksvertegenwoordiging, dievond het nuttig voor het parlement omeen bibliotheek te hebben. Die achtergelaten bibliotheek van de stadhouder leekhem een aardig begin. De Volksvertegenwoordiging heeft toen aldus besloten. Pasonder koning Lodewijk Napoleon werdhet de Koninklijke Bibliotheek. In 1806.Dus het predikaat «Koninklijk» hebbenwe te danken aan een vreemde vorst.Maar ja, Lodewijk Napoleon heeft welmeer goed gedaan voor Nederland. Diewas Nederland goed gezind.

En is er vanuit die tijd na te gaan of eenbepaalde richting werd gekozen?

In verzamelingen, of... Ik denk dat jehet beste kunt zeggen, dat de KB een klassieke humaniorabibliotheek was. Een geleerdenbibliotheek. Dat is hij nog. Onzewetenschappelijke collectie ligt op het terrein van de geesteswetenschappen. Enniet op het terrein van natuur en techniek.Maar er is een aspect bijgekomen en dat isde KB als depotbibliotheek. Depot vanalle publicaties die in Nederland verschenen zijn. Dat is bij uitstek een taak van deNationale Bibliotheek. Dus het cultureelerfgoed van het eigen land bewaren. Hetis nu al heel lang zo, dat alle uitgevers in

Nederland 1 exemplaar van hun publicaties opsturen naar de KB. Dat wordt hieropgenomen in het depot. En als het goedis, zijn ook alle publicaties van het Lectot~ium Rosicrucianum aanwezig.

U zei zoëven, dat de ontwikkeling begonmet geesteswetenschappen. Wat is de oudste druk in de KB die te maken heeft metgeestelijke vernieuwing?

Het oudste geschrift is een evangeliarium uit de 9e eeuw.Wij hebben ook geschriften uit de eeuwen daarna. Uiteraardzeer veel oude drukken uit de Nederlanden uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Geschriften die je kunt aanduiden als een vernieuwingsbeweging? Ik denk, dat je de in hetNederlands vertaalde Bijbel als een voorbeeld kunt beschouwen. Dat de Bijbel inde taal van het volk beschikbaar kwam,was vernieuwing. Dus zou je kunnen zeggen, dat de beroemde Delftse Bijbel aandat criterium voldoet.Wat we ook hebben,ja dit is heel aardig, een jaar of wat geledenwas er iemand in Delft, die zijn huis verbouwde en tussen de binten oude boekjesvond. Die bleken 16e eeuws te zijn. Gedeeltelijk aangevreten door muizen ofander ongedierte en er zaten van die loop-graven in, waar beestjes zich doorheengevreten hadden. Er waren boekjes bij,waarvan bekend was dat ze bestaanhadden, maar er was tot nu toe geenenkel exemplaar gevonden. Er waren ookeen paar onbekende titels bij. Ketterse geschriften, die helemaal onbekend waren.Het was gevaarlijk om die boekjes te

27

Page 30: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

De KoninklijkeBibliotheek inDen Haag.

hebben. Vandaar, dat ze tussen die bintenwaren verborgen. En er zaten er bij vaneen drukker van wie bekend is, dat hij ophet schavot is omgekomen omdat hij ketterse geschriften drukte.

Welke geschriften waren dat?Dat weet ik niet uit mijn hoofd. Het

zijn theologische werken die uiteraard temaken hebben met de reformatie. De Manifesten van de Rozenkruisers moet jetoch ook plaatsen in de traditie van de Reformatie.

Zijn er ook wel eens tentoonstellingen geweest in clie richting? U bedoelt tentoonstellingen over de Reformatie?

Ja, bijvoorbeeld. In ieder geval over ditsoort vernieuwingsgedachten? Zo’n tentoonstelling specifiek over zo’n bewegingzoals we nu hebben, kan ik me in de tijddat ik hier zit niet herinneren. Onze tentoonstellingen gaan over een heel grootscala van onderwerpen. Dat is natuurlijkhet bijzondere van zo’n grote en oude bibliotheek, dat er geen aspect van het bestaan is, dat je daar niet vindt. Al die onderwerpen hebben gemeen, dat het boek

er zo’n grote rol in speelt. Dat is ook kenmerkend voor de Rozenkruiserstraditie,dat het boek daarin zo’n grote rol speelt.En dat er vanuit die Rozenkruiserstraditiezelf zoveel belangstelling voor die boekenis. En dat zij het principe huldigen van «adfontes ». Nou, dan kom je dus bij bibliotheken terecht. Daar ligt een belangrijke verbinding tussen ons werkende Rozenkruiserstraditie.

Plus het fit dat ze behouden zijn! Dat isnatuurlijk een heel belangrijk punt?

Er zijn boeken verloren gegaan in deloop der eeuwen, ja. Maar er is ook veelbewaard gebleven. Bijvoorbeeld in Nederlandse bibliotheken. Daarbij speelt eenrol, dat Nederland in de 17e en 18e eeuwhet grootste boekenproductiecentrumvan de wereld was.

Vandaar, dat deMan~festen al een jaarna verschijning in Nederland waren vertaald en gedrukt. Uit vele landen kwamende mensen hierheen met hun manuscripten omdat zij hier wel gedrukt kondenworden en ergens anders niet.

De bekende tolerantie... Ja, dat heeft erook een rol in gespeeld.

rnh-rnr~

28

Page 31: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Hoe ervaart uw bibliotheek de vernieuwde belangstelling voor de hermetische filosofie, de Rozenkruisersfilosofie?

Is er meer aanvraag dan voorheen? Iser bij u ook meer aankoop van dat soortwerken? Ja, als we kijken in Nederlandnaar belangstelling voor de hermetischetraditie, dan is het denk ik een feit, dat deBPH daar een grote rol in speelt. Die heefttentoonstellingen georganiseerd en zohebben de mensen erover gehoord. Inonze collectie zijn dit soort onderwerpenvanouds ook een onderdeel. Hermetisme,esoterie, gnosis, mystiek, al dat soort onderwerpen zitten van ouds in onze collectie. En het is nog steeds een actief gebied inons beleid. Dat is zo gegroeid en het is nueen van de sterke onderdelen van de collectie. Het is overigens ook een van de aantrekkelijke aspecten van de tentoonstelling die we hier nu hebben, dat je daar boeken ziet, die op een periode van viereeuwen betrekking hebben; in dit gevaldan vier eeuwen Rozenkruiserstraditie.Een bibliothecaris vindt dat natuurlijk interessant.

Zij vormen natuurlijk ook een onloochenbare getuigenis van mensen die voorde filosofie achter de Reformatie somszet/s hun leven in de waagschaal stelden.Ik denk aan Huss die op de brandstapel terecht kwam... De boeken in deze Nationale Bibliotheek vormen ons collectieve

geheugen. Dat is het bijzondere van boeken. Alles wat mensen bedacht hebben,wat ze beleefd hebben, wat ze ervaren hebben, wat ze uitgevonden hebben, dat vindje allemaal terug in die 26 lettertjes op papier. Dat is een wonder. Dat is het wondervan een bibliotheek. Het is heel belangrijk,dat, wat die mensen bedacht hebben enuitgevonden hebben, bewaard wordt. Datdie getuigenissen van mensen bewaardblijven.

Maar er zijn nog meer redenen. Hetvoorkomt ook dat we elk jaar opnieuwhet wiel moeten uitvinden. We kunnennu op de schouders staan van de mensendie ons voorgingen.Verder denk ik dat hetook gewoon boeiend en interessant is. Zozijn er verschillende redenen om dat collectieve geheugen in stand te houden.

In verband met de filosofie, waarmeewij bezig zijn, ligt er in de tentoongesteldeboeken een verbinding met de toepassingen de realiteit van het leven. Dat is zo,maar ik moet u wel zeggen, dat een Nationale Bibliotheek daarin niet kiest. Een Nationale Bibliotheek heeft een dienendetaak voor het hele land. Vanuit die dienende taak moeten wij ons eigen cultureelerfgoed bewaren en onze eigen cultuurdocumenteren. Bij die cultuur hoort ookde Rozenkruiserstraditie. Dus als bibliothecaris zegt ik: natuurlijk moet dit erzijn. En natuurlijk kan dit van belang

Opening van detentoonstellingdoor Dr.WVanDrimmelen,Directeur-Bibliothecaris van deKB.

29

Page 32: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

zijn. Ik wil ook wel zeggen: is het van belang voor geestelijke ontplooiing vanmensen nu. Maar dat is één kant van dezaak. Vanuit mijn taak als bibliothecarismoet ik wijzen op al die belangrijke functies die boeken in bibliotheken hebben enerop wijzen, dat er verschillende verzamelterreinen zijn en dat voor elk van dieterreinen een nuttige taak en functie isaan te wijzen. Maar die u nu noemt, is ernatuurlijk één. En ik moet u zeggen, persoonlijk ervaar ik het als een wonder dat jeeen boek kunt lezen van laat ik zeggen2000 jaar oud... laat ik maar iets roepen:van Marcus Aurelius. Dat je een boek vanMarcus Aurelius nu kunt lezen — dat wehet kunnen vertalen is al prachtig, wantwe weten toch vrij zeker wat er gestaanheeft. En dat je dat nu openslaat en gaatlezen en dat je dan echt het gevoel hebtdat je die man kunt begrijpen. En dat hijdaar iets zegt dat nu van betekenis is.Voor mensen nu. Dat is een wonder. Datgeldt ook voor de Manifesten van de Rozenkruisers. Dat geldt natuurlijk vooreen heel scala van boeken.

Wat verwacht u van hetfunctioneren vandie nieuwe leerstoel voor hermetischefilosofie en aanverwante stromingen in Amsterdam?

Ik ben zeer benieuwd hoe zich datgaat ontwikkelen. Ik denk dat het goed is.

Maar je moet het wel breed opvatten enniet tot bepaalde stromingen beperken.Ik denk dat het goed is, dat er ook voordit gebied aandacht is bij de universiteiten.Hermetische tradities, gnosis, natuurlijk,die zijn er al een paar duizend jaar. Diezijn in het verleden wel eens ondergeschoffeld. Uit de aandacht verdwenen. Ennu is er weer beweging, is er weer aandacht voor. Dat moeten we dan bestuderen, laten we daar kennis van nemen.Laten we onderzoek doen op dat gebied.Ik vind het heel goed dat het gebeurt. Vanuit de bibliotheek gezien, komt er natuurlijk nog iets bij. En dat heeft ook weer temaken met de BPH. Er is door de Rozenkruisersbeweging en door de belangstelling die ze hebben opgeroepen, en doorde belangstelling die ze zelf hebben vooroude boeken, een bijdrage geleverd aande boekwetenschap. Dat is van ons uit gezien natuurlijk heel erg interessant. Mensen zouden mij kunnen vragen waaromnou een tentoonstelling over de Rozenkruiserstraditie in de KB? — dan zeg ik, erzijn verschillende redenen, maar dit is erin ieder geval één. Dat is voor mij een belangrijke reden om te zeggen: zo’n tentoonstelling vind ik interessant. Daarzijn wetenschappelijke bijdragen geleverdaan het vak boekwetenschap, nou, ziet udeze tentoonstelling ook maar als erkenning daarvan.

Page 33: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

U zei dat er verschillende invalshoekenzijn. Welke zijn er nog meer?

Eén heb ik al genoemd. Dat is het beginsel «ad fontes ». Dat spreekt een bibliothecaris natuurlijk wel aan, zo’n principe.Dan kom je toch te biecht bij een bibliothecaris, als je «ad fontes» wil. Dus dat iseen belangrijke reden om zo’n tentoonstelling te willen. Er is nog een reden:400 jaar in één tentoonstelling is inhoudelijk gezien interessant. Ook dat is eenreden om dat te doen.

Ik wilde nog even terugkomen op die leer-stoel in Amsterdam. Dat heeft toch metdeze tijd te maken? Dat zou kunnen...

Er is toch belangstelling ... Ja, dat zoukunnen. Maar ik vind dat ik een beetjevoorzichtig moet zijn met uitsprakendaarover. Het is zo moeilijk om precies tezien wat er in je eigen tijd gebeurt. Een keihard feit is natuurlijk, dat er een — moet ume niet kwalijk nemen, dat ik die titel nunoem, ik begrijp dat het een ander soortliteratuur is dan waar u het over heeft —

maar dan noem ik de Celestijnse Belofte.Ja, dat vind ik interessant, dat u dat

boek noemt. Daar liggen raakpunten.Hoewel ik niet begrijp, dat zo’n samengeraapt boek binnen de kortste keren in Nederland weet ik hoeveel edities haalt. Hetbetekent wel, dat er dus heel breed belangstelling is voor wat men dan meestal ge-

makshalve spiritualiteit noemt. Dat iseen soort grote gemene deler waar datdan aangehangen wordt. Of ze noemenhet New Age, maar dat zijn natuurlijkwat gebrekkige begrippen. Laten we hetvoor het gemak maar even als parapluzien. Nou, als ik naar die paraplu kijk,dan is het onmiskenbaar, dat de belangstelling daarvoor groot is. Ik kan die belangstelling moeilijk definiëren. Hoe gaatzich dat verder ontwikkelen? Het lijkt mijvoor iemand die deel uitmaakt van dezetijd heel erg moeilijk dat te zeggen. Als jeover 50 jaar terugkijkt, kun je dat beter beoordelen. Maar ik kan me wel voorstellendat in zo’n klimaat de belangstelling voorde Rozenkruiserstraditie ook groterwordt. Want dat past wel een beetje in dittij dsbeeld. Het zou kunnen, dat vanuit datalgemene klimaat ook de belangstellingdaarvoor toeneemt. Dat zou heel goedkunnen. Of we dat nou in de KB zo goedkunnen merken, dat betwijfel ik.

Is het een verschuiving in de belangstellingvoor spiritualiteit vanuit het meer kerkelijk-religieuze?

Naar buitenkerkelijke spiritualiteit?Zo’n verschuiving kun je inderdaad in deNederlandse bibliografie zien. Als je daarde onderwerpscodes langs gaat, kunt jehet hier zien groeien en daar minder worden. Eigenlijk zou je zeggen, dat zo’n tra

Page 34: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

ditie die al 2000 jaar bestaat het verdientom permanent ergens bestudeerd te worden. Het is een onderdeel van onze westerse cultuurgeschiedenis. En alleen omdie reden al vind ik het de moeite waardom het te bestuderen, nog afgezien vanwat ik er persoonlijk van zou vinden.

Wat vindt u ervan, dat wij een PENTAGRAMsamenstellen dat bij heel veel mensen in en buiten Europa terecht komt?

Ja, u praat met mij nu als bibliothecarisvan de KB. Uit dien hoofde vind ik het natuurlijk heel erg leuk, dat hier een tentoonstelling is, waar dan ook aandachtaan wordt besteed. Ik vind het erg prettigdat daar artikelen over in de krant verschijnen. Dat betekent ook, dat er aandacht is voor ons werk. Als u daar danzelf ook nog aan gaat bijdragen door in uwtijdschrift — uw tijdschrift verschijnt bovendien in 10 of 15 talen — daar nog meer mensen op te wijzen, ja, uiteen oogpunt van bekendheid geven aan het werk van de KBvind ik dat heel prima. Dat is ook een stukjevan ons...

Wij vinden het juist zo ontzettend belangrijk, dat wij deze verbinding met ditfundamentele punt hebben. Nederlandspeelt daarin toch wel een zeer geprononceerde rol. Ik zal u mijn visie geven op watu daarnet zei. Ik heb in de loop van dit gesprek al een paar keer elementen genoemdwaarom deze tentoonstelling past in onsbeleid. Ik heb aspecten genoemd als «adfontes» en ook de BPH. Dat wij met deBPH samenwerken is ook één van die dingen. Dus ik vind dat het op verschillendemanieren aansluit bij het werk en de taakvan deze bibliotheek. Nu zegt u dat u hetvan belang vindt om ook in het buitenlandte kunnen tonen: kijk eens, in Nederlandkunnen wij in de Nationale Bibliotheekzo’n tentoonstelling hebben. Het zoukunnen, dat andere Nationale Bibliotheken in andere landen daar terughoudendin zouden zijn. Het zou kunnen, dat ze

dan denken dat het net is, alsof wij alsoverheidsinstelling kiezen voor een geestelijke stroming. Ja, dat zou kunnen, dater collega’s in het buitenland zijn, diedaardoor terughoudend zouden zijn. Ikweet het niet, dat moet u ze zelf vragen.Maar het zou kunnen. Nou, mijn antwoord daarop is: ik heb u de redenen genoemd waarom ik deze tentoonstellinginteressant vind voor de KB. Hij voldoettevens aan de kwaliteitseisen. En ja, danmoet ik zeggen, in dit land kan dit dus.En als dat in een ander land niet zou kunnen, dan vind ik dat jammer voor dat land.Maar ik vind, dat mensen moeten kunnenbegrijpen, dat een Nationale Bibliotheekniet automatisch als instelling kiest voorde inhoud van de boeken die er liggen.Kiezen wij daarmee nu voor de Rozenkruisers? Nee. Waar wij voor kiezen, isdat die boeken die daar liggen en die tentoonstelling als geheel interessant zijn enaan kwaliteitseisen voldoen. Bovendien ishet heel erg interessant om oude boeken telaten zien waar dan ook nog door bepaalde oorzaken geheimzinnigheid omheen geweven is. Die geheimzinnigheidkan ook te maken hebben met het feit,dat oorspronkelijk toen ze geschrevenwerden, het misschien niet helemaal veilig was om al te openlijk daarover tedoen. Dat op zich kan al spannend zijnom in een tentoonstelling te laten zien. Ikheb dus nog weer een reden genoemd,waarom het aardig is. Ik vind het wat simplistisch om te zeggen, dat een NationaleBibliotheek die bepaalde dingen laat zien,zich daarmee zou engageren...

Nu heb ik een vraag en die kunnen we buiten het bestek houden als we dat willen.Die heeft ook met het Lectorium Rosicrucianum te maken, dat is een duidelijkestroming in Nederland. Niet alleen in Nederland, maar in tientallen landen. Heeftu daar geen moeite mee?

Nee, daar heb ik geen moeite mee. Ik

32

Page 35: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

bedoel, er had hier ook een tentoonstelling kunnen zijn van de HervormdeKerk. Als ze gekomen waren met eenthema en een verzameling boeken, waardoor het inhoudelijk en qua kwaliteit voldoet aan onze criteria, dan had het ook deHervormde Kerk kunnen zijn. Die kunnen ook komen met een interessant onderwerp. Maar nu is het Lectorium gekomen. Dan vind ik dat wij moeten kijkennaar onze normale criteria die wij hebbenvoor tentoonstellingen. Dat hebben wegedaan.

Wij hebben daarbij ook de mogelijkheid te baat genomen om andere bewegingen die met Rozenkruiserij te makenhebben, in het licht te zetten. Er is eencatalogus bij verschenen die heel informatief is voor iemand die om welke redendan ook zich hierin wil verdiepen.

Iedereen die dat gelezen heeft, ook vanbuitenaf die zegt: nou heb ik eindelijk eenbeeld. Ja, mij is geen andere publicatie bekend waarin je dat zo handig, zo bij elkaar

kunt vinden. Dat is ook nog eens eengoede reden om zoiets te doen. Dan hebben we meegeholpen om een publicatie inhet leven te roepen waarin je op een efficiënte manier informatie kunt vindenover deze stroming. Maar u heeft gelijk,dat je ook kunt zeggen, dat er in het klimaat van deze tijd dingen aan het veranderen zijn en belangstellingen zich openbaren. Daaraan kun je ook nog eens eenargument ontlenen om aan zo’n onderwerp nu aandacht te besteden.

Dat vind ik toch wel een belangrijk punt.Alleen moet ik het in van die vage woorden aanduiden. New Age of spiritualiteitof...

Ja, de verschuiving van het godsdienstige-religieuze thema. Men wordt echtin de laatste halve eeuw losgeweekt vaneen enorme orthodoxe invloed en in debreedte geconfronteerd met de gedachtengangen die er allemaal geweest zijn en diealtijd op de achtergrond gehouden zijn.

De Roep van hetRozenkruis, viereeuwen levendetraditie

33

Page 36: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Er is inderdaad een heel brede religieuze belangstelling. Laat ik me voorzichtig uitdrukken. Je kunt dat ook zienin de boekwinkels. God verkoopt dusook, even heel simpel gezegd. Maar tegelijkertijd zie je, dat die belangstelling zichniet manifesteert in de traditionele kerken. Dat is helder. Want die hebben temaken met afnemende ledenaantallen.

Doordat ze zo blijven vasthouden aantradities? Dat mag u zo zeggen. Dat vindik weer een andere discussie. Ik constateer, dat dit zich voordoet. Aan de enekant een vorm van brede religieuze belangstelling, terwijl de kerken leden verliezen. Er zit ook een tendens in, denk ik,dat mensen meer de nadruk leggen op eenindividuele beleving en een eigen vormvan beleving. Ik denk, dat je dat ook kuntwaarnemen. Daar zult u wellicht van zeggen, dat het aansluit bij uw eigen traditie,omdat daarin ook die eigen verantwoordelijkheid en die eigen weg worden benadrukt.

Dat is gnostiek... Ja, dat wordt erg benadrukt, dat sluit op elkaar aan. Ik denk,dat je in zijn algemeenheid kunt constateren, dat de nadruk ligt op individuele,eigen vormen van beleving van die religieuze belangstelling.

Daar ligt natuurlijk ook een stuk vrijheid in. De vrjheidsgedachte dat je toteigen innerlijk schouwen kunt komen, toteigen innerlijk denken... Hoewel dat bij deRozenkruiserstraditie toch wel in georganiseerd verband gebeurt? Je doet het nooitin het luchtledige. Het gebeurt toch altijdin een sociaal verband.

Een laatste vraag. U heeft in uw collectiehet dagboek van Paulus de Kempenaeruit 1615. Hij schrijft daarin dat hij de Manifesten van de Rozenkruisers heeft gezienen dat het eigenlijk misschien een beetje tevroeg is voor de algeheleReformatie die zijvoorstaan. Als u nu een dagboek zou bijhouden — u bent nu met die Man~festen geconfronteerd — wat zou u dan in uw dagboek schrijven?

Dat het in deze tijd belangrijk is, dat erruimte is voor beschouwelijkheid. Ja, eh,misschien meditatie, bezinning, maarlaat ik zeggen, ruimte om de file op hetPrins Clausplein te ontvluchten. Bezinning, meditatie.., zij lijken door de maniervan wonen en leven in dit land, steedsmoeilijker te worden. Terwijl er wèl behoefte aan is. Dat blijkt uit die belangstelling, waar we het over hadden. Dat blijktuit zo’n Celestijnse Belofte die zoveeldrukken beleeft. Er is wel een behoefteaan. Dus ik denk, dat oproepen tot beschouwelijkheid, bezinning, inkeer, nietde hele dag over de snelweg racen... datdat tegenwicht heel welkom is. Ik pleit erniet voor dat iedereen in de woestijn gaatzitten mediteren, want wie bakt er dannog het brood? Maar dat we een tegenwicht naar die kant nodig hebben, daarben ik van overtuigd. Dus wat dat betreftis elke oproep tot bezinning, meditatie ofwat dies meer zij welkom. Ik denk dat ditin deze tijd als tegenwicht heel belangrijkis.

Wij danken u voor dit boeiende gesprek.

34

Page 37: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

OVER DE INVLOED VAN DE ROZENKRUISERSGEDACHTEN OP ONTWIKKELINGEN IN EUROPA

Gesprek met d~ Carlos Gilly, bibliothecaris van de Bibliotheca Philosophica Hermetica teAmsterdam.

~Naar aanleiding van de tentoonstellingin de Koninklijke Bibliotheek in DenHaag komen twee belangrijke aspectennaar voren: de mystieke Rozenkruisersvan de 17e eeuw en de historische Rozenkruisers van de 20ste eeuw. Mystiek,omdat zij tot de traditie van de mysterieuze alchimisten worden gerekend enpersonen veelal niet met historische figuren in verband gebracht kunnen worden.Maar ook mystiek, omdat hun boodschapals een utopie en een sprookje wordtbeschouwd. Het geschreven woord en degedrukte letter leveren echter onfeilbaregetuigenissen van hun bestaan. De historische identiteit van de 20ste eeuwse Rozenkruisers staat eveneens vast en hunboodschap wordt evenmin serieus genomen. Nu bezitten de KB in Den Haag ende BPH in Amsterdam een grote hoeveelheid materiaal waaruit de enorme invloedblijkt van het gedachtengoed van de Rozenkruisers op de culturen, politieke ontwikkelingen en religieuze stromingen inEuropa. Vele historici hanteren deze feitenechter als ‘bewijs’ van allerlei tegenstrijdigeen negatieve aspecten (de Verlichting enhaar bestrijders, linkse en rechtse ideologieën, sekten als die van de Zonnetempelen sektencommissies in landen als Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.)

Dr. Gilly, kunt u op basis van defeiten diebijeen heeft gebracht, aantonen dat het

gedachtengoed van de Rozenkruisers positieve invloed had op ontwikkelingen inEuropa?

Het eerste Manifest van de Rozenkruisers verscheen in 1614 in Duitsland.De titel was: Fama Fraternitatis. Daarboven stond :Allgemeine und GeneralReformation der gantzen weiten Welt. Er is geenander reformatorisch geschrift dat in deafgelopen vier eeuwen bij tijdgenotenzo’n directe weerklank vond als dezeFama Fraternitatis des löblichen Ordensdes Rosenkreutzes an alle Gelehrte undH~iupter Europas geschrieben. Nog geenacht jaar later waren al ruim 300 geschriften gedrukt waarin het verschijnsel‘Rozenkruis’ vanuit zeer verschillendekringen werd aanvaard of bestreden.Theologen van alle christelijke richtingen,artsen uit de oude school van Galenus ende nieuwe school van Paracelsus, conservatieve volgelingen van Aristoteles en aanhangers van de hermetische wijsbegeerte,alchimisten, astrologen, juristen, politiekeschrijvers en literatoren namen hartstochtelijk het woord en bestreden of verdedigden de onzichtbare Broederschap en haaraangekondigde ‘herwaardering’ van allewaarden en normen in godsdienst, maatschappij en wetenschap. En dat gebeurdeniet alleen in Duitsland, maar ook in Engeland, de Nederlanden, Frankrijk, Italië,Bohemen en Zweden. Al spoedig raakteheel Europa betrokken in het debat overde Rozenkruisers. In hun eerste Manifestschreven zij reeds over idealen die paslater in de Europese cultuur als vanzelfsprekend werden beschouwd. Religieuzeverdraagzaamheid bijvoorbeeld. Geloof

35

Page 38: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

in de vooruitgang, het inzicht dat ervaringmeer waard is dan autoriteit of speculatie,het streven naar evenwicht tussen denkenen handelen in alle aspecten van het leven.

Verwacht u dat door de nieuwe leerstoel inde hermetische wetenschappen in Amsterdam in de wetenschap en daarbuiten eenander standpunt zal ontstaan ten aanzienvan de Rozenkruisersgedachten?

Met een leerstoel voor hermetischewijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam gaat een zeer oude wens in vervulling. De eerste hermetische leerstoelin Europa werd door niemand minderdan Marsilio Ficino bezet. De uitstralingwas zo enorm, dat Theodor Zwinger inBazel, één van de grootste geleerden vande 16e eeuw, daarover het volgendeschreef: «Hoeveel dank onze RespublicaLiteraria verschuldigd is aan de platonische Academie in Florence en aan haar oprichter Cosimo de’ Medici blijkt hieruit,dat in onze tijd, waarin de grofite barbarijalle wetenschap heeft doordrongen en verdorven en het Latijn en het Grieks hun renaissance, de Academie van Florence deeerste was, die is begonnen met het bestuderen van een zuiverder wijsbegeerte, ontleend aan platonische en hermetischebronnen [...] Dankzij de leden van dezeAcademie kunnen wij nu ook vrij en elegant filosoferen. Aan de universiteitenvan de 16e en 17e eeuw, waar de leer vanAristoteles nog domineerde, was echterweinig van deze invloed te bespeuren.Daardoor werden de hermetische wetenschappen gedwongen een schaduwbestaan te leiden buiten hun muren. Hetfeit, dat de nieuwe leerstoel uitgerekendin Amsterdam komt, kan slechts voor diegenen een verrassing zijn, die niets afweten van de geschiedenis van Amsterdam.In de 17e eeuw had Amsterdam geen universiteit. Maar wel een zeer geëngageerdeboekdrukker, die niet alleen het CorpusHermeticum in de vertaling van AW van

Beyerland uitgaf~ maar ook de werken vanJacob Boehme, Comenius, Breckling enandere Theosophen, van mystici en chiliasten, van alchimisten, Paracelsisten enandere hermetische natuurvorsers enGodzoekers. En voor zover het de Rozenkruisers betreft, in 1615 werd de FamaFraternitatis in Amsterdam in het Nederlands gedrukt. Uit heel Europa trokkenaanhangers van het Rozenkruis naar Amsterdam. Het is dan ook geen wonder, datde vier grote, nog bestaande verzamelingen van Rozenkruisersgeschriften (inGotha, Halle, Wroclaw [Breslau] en Wolfenbüttel) uit Amsterdam afkomstig zijn.De nieuwe leerstoel heeft dus ook bandenmet een stuk geschiedenis van de Rozenkruisers in Amsterdam.

Een conflict tussen de hermetischewetenschappen en andere wetenschappenspeelt zich volgens mij voornamelijk af inde hoofden van diegenen, die juist het enthousiasme en de toewijding van de oudeHermetici, natuurfilosofen en Rozenkruisers niet in de moderne wetenschapkunnen plaatsen. Maar voor diegenen,die de wiskundige en natuurkundige ver-handelingen kennen van de schrijver vande Fama Fraternitatis of de alchimischeactiviteiten van Newton, bestaat zo’n conflict in het geheel niet.

Komt dit aspect ook niet duidelijk naarvoren in uw bibliografie die binnenkortdoor de BPHzal worden gepubliceerd?

In de bibliografie over de Rozenkruisers van 1604-1800 worden ruim 1500drukken, manuscripten en archiefdocumenten in chronologische volgorde opgenomen en van commentaar voorzien. Alscriterium geldt, dat de Rozenkruisers inzo’n geschrift uitdrukkelijk worden vermeld. Door voor- of tegenstanders. Allegeschriften worden met dezelfde maat gemeten, ongeacht of zij gaan over theologie, natuurfilosofie, artsenij, alchimie, astrologie, politiek of andere zaken.

36

Page 39: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Deze enorme collectie geschriften zalons hopelijk ook aantonen hoe gecompliceerd de geschiedenis van de wetenschapis. Hoe de meningen over de vooruitgangvan de wetenschap steeds zijn gewijzigden hoe de rollen van voor- en tegenstanderom beurten door één en dezelfde persoonkunnen worden gespeeld. Dankzij het optreden van de Rozenkruisers en de daaruitvoortgekomen stromingen krijgen wij eenzeer diepgaand inzicht in het culturele enreligieuze leven van een sterk bewogen periode in Europa.

Welke Rozenkruisersbewegingen van nusluiten volgens u het dichtst aan bij debronnen en de boodschap van de Man~festen? In hoeverre zetten zij de traditievoort, aangepast aan deze tijd?

Zoals elke historische stroming heeftook die van de Rozenkruisers steeds veranderingen ondergaan. De schrijvers vande Manifesten en hun vrienden waren na-

tuurlijk ook kinderen van hun tijd. Hunkritiek was gericht tegen de heersendedogmatiek in godsdienstige en wetenschappelijke leerstellingen, zonder dat zijzich daarbij baseerden op eigen religieuzeervaringen of wetenschappelijke onderzoekingen. De Fama Fraternitatis riepvoornamelijk op tot het in evenwichtbrengen van geloof en leven, kennis enervaring, theorie en praktijk. Daaromgreep de schrijver terug op de hermetischewijsbegeerte, de middeleeuwse mystiek,de alchimie en zelfs ook op de magie vande directe wisselwerking tussen de mensals microkosmos en de macrokosmos. DeBroeders van het Gouden Kruis die zichin 1675 in Italië hadden gegroepeerd (deGoud- en Rozenkruisers, zoals zij na1710 in Duitsland heetten) namen wel deboodschap over, maar vergaten de oorspronkelijke Manifesten. Toen de FamaFraternitatis in 1783 in hun tijdschriftwerd afgedrukt, was de tekst zo onbekend

Kernbibliotheekvan de B~bIiothecaPhilosophicaHermetica,Amsterdam.

1 i1 ‘1 OU

IIri ?‘~~ [11 ~

1~ ii C~1.f

4

Page 40: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

geworden, dat tal van abonnees meendenmet de stichting van een gloednieuw geheim genootschap te doen te hebben. Zijmeldden zich als lid aan. Gelukkig warener ook aanhangers en sympathisanten vande Rozenkruisers die de voorgeschiedenisvan de Orde nog wel kenden. Onder henwas de verzamelaar en uitgever van de Geheimen Figuren der Rosenkreuzer. Zijwaren niet tevreden met de geschriftenvan de Goud- en Rozenkruisers en vertaalden niet alleen de Fama in hun eigentaal, maar ook geschriften van Paracelsus,Arndt,Weigel en Boehme. In die toestandkwam verandering, toen de oorspronkelijke Manifesten door toedoen van de Societas Rosicruciana in 1887 in het Engelswerden gedrukt. Daarna volgde een onafgebroken reeks van uitgaven in alle mogelijke talen. Sinds 1900 zijn er al 50 editiesvan de Fama en de Confessio Fraternitatisuitgegeven en ruim 20 van de ChymischenHochzeit.

Op de vraag, welke huidige organisaties onder de naam Rozenkruis hetdichtst bij de bron zitten, ga ik liever nietin. Ik heb als historicus alleen de taak dezebronnen te vinden, een historisch overzicht te maken en de niet-historische enocculte ballast die er vooral in de 17e en18e eeuw aan toegevoegd werd, te verwijderen. Zo bezien, staan die organisatieshet dichtst bij de klassieke Rozenkruiserij,die door de tijd heen de idealen vanTobiasHess, Johann Valentin Andreae, JohannArndt, Jacob Boehme en hun vriendenhebben gevolgd.

Ging het de schrijvers van de Man~festenalleen om een reformatie of ook om eenverandering in de mens zeif?

Het ging de auteurs — dat wil zeggen,Andreae, Hess en hun vrienden van deTübingerkring — om allebei. De nagestreefde reformatie van de uiterlijke wereld was alleen mogelijk als de mens innerlijk zou veranderen. Andreae heeft

deze innerlijke verandering prachtig uitgebeeld in zijn Chymischen HochzeitChristiani Rosencreutz, nog voordat hijaan de Fama en de Confessio Fraternitatisbegon. Deze ‘algemene reformatie derganse wereld’ was echter niet politiek bedoeld, zoals bepaalde opruiende publicaties tijdens de Dertigjarige Oorlog luidkeels suggereerden. Het ging Andreaeveel meer om een reformatie van de geest,hetgeen Tobias Hess in 1605 in zijn briefaan de hertog van Württemberg reedshad verklaard.

Hoe was het mogelijk dat de Manifesten aleerder in druk verschenen? Zonder dat deschrijvers dat vemoedden ofwensten?

Het blijkt, dat Tobias Hess en zijnvrienden in eerste instantie de FamaFraternitatis in vijf talen aan de Geleerdenvan Europa wilden zenden, samen met deConfessio in het latijn. Maar voordat zijmet de vertalingen konden beginnen env66r het tijdstip dat zij gunstig achttenvoor publicatie, moeten zij hebben gemerkt, dat er reeds vele kopieën in omloop waren gebracht. Uitgerekend gekopiëerd door èn van diegenen, die in deFama en de Confrssio wordt omschrevenals een ‘pseudo alchimist’. Het verrassende element waarop de schrijvers vande Manifesten hadden gehoopt, was echter al teniet gedaan door het in 1612 gedrukte antwoord van Adam Haslmayer.Zij moesten nu rekening houden met eenillegale druk van de Fama. In maart 1614verscheen deze dan ook in Kassel.

De vraag, waaromTobias Hess en zijnvrienden deze voorspelbare ontwikkelingniet hebben voorkomen door de Manifesten zelf op het juiste moment uit te geven,blijft nog onbeantwoord, daar de desbetreffende bronnen nog ontbreken. Vaststaat echter wel, dat degene, die opdrachtgaf voor de eerste druk van de Fama en deConfessio, Landgraf Wilhelm von Hessen,noch zijn hofdrukker in Kassel, Wilhelm

38

Page 41: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Wessel, enig idee hadden van wie de Manifesten afkomstig waren.

Welke aanwijzingen had u dat er nog andere manuscripten moesten zijn, voordathet eerste boek werd gedrukt? Hoe kwamu er achter, dat zij er inderdaad ookwaren?En waar heeft u ze ontdekt?

De vier manuscripten van de Fama diezijn gevonden, waren eigenlijk niet onbekend op het moment, dat ik met mijnonderzoek begon. Eén stond sedert 1903in de manuscriptencatalogus van deHerzog August Bibliotheek inWolfenbüttel, twee stonden vermeld in de catalogusvan 1962 van deWeilcome Library in Londen. Maar, zoals dat bij de talrijke geschriften van Adam Haslmayr het gevalwas, had ook hier geen onderzoeker demoeite genomen de handschriften ookop te sporen. Het Salzburger manuscriptuit het bezit van Andreae’s vriend Christoph Besold was al in 1929 in Breslau onderzocht door Will Erich Peukert, degrote geschiedschrijver van de Rozenkruisers. Hij vond het toen ‘waardeloos’. Hetgaat hier om het enige manuscript van deFama, waarin al die passages voorkomen,die in alle andere manuscripten en vooralin de gedrukte uitgaven van de Fama zijnweggelaten.

Heeft Andreae, oféén van zijn vrienden,wel eens aangegeven, dat er zulke manuscripten moesten zijn?

Dat er illegale kopieën van de Famamoesten bestaan, hebben Andreae enzijn vrienden pas in maart 1612 ervaren,toen het Antwort an die lobwürdige Bruderschaft der Theosophen von RosenCreutz van Adam Haslmayer in druk verscheen. En later, eind juni van hetzelfdejaar, toenVorst August von Anhalt uitgerekend bij Tobias Hess thuis liet informeren naar de Confessio Fraternitatis. Andreae heeft ook zeker wel via BenedictusFigulus gehoord dat er afschriften circu

leerden in Kassel, Marburg en Straatsburg. Want alleen zo kan men verklaren,waarom Andreae zich zo aan de ‘globetrotter Figulus’ ergerde. Zelfs dertig jarenlater nog in zijn autobiografie! Zou hetechter naar Andreae’s wens verlopenzijn, dan zouden de Manifesten waarschijnlijk helemaal niet zijn gedrukt. Wijmoeten Adam Haslmayr en BenedictusFigulus dus dankbaar zijn, dat zij royaalmet hun gebrekkige kopieën zijn omgegaan.

Waarom is het zo belangrijk dat de oorspronkelijke tekst van de Fama bovenwater komt?Er is toch al een gedrukte versie vanJohann Valentin Andreae?

Van de vier gevonden manuscripten iser dus maar één dat geen omissies in detekst vertoont. Helaas ontbreken welacht pagina’s. In alle andere manuscripten

Johann Arndtwees Andreae ophet feit dat eeninnerlijke reformatie met deuiterlijke moestsamengaan.

39

Page 42: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

kader van het Rozenkruisersonderzoekdoor de BPH ontdekt is, geeft hoop opnieuwe ontwikkelingen.

Waaruit verklaart u de enorme belangstelling voor de Manijesten die sinds 1900 opgang gekomen is?

De 18e eeuwseVerlichting heeft tal vanaspecten. Ook een Rozenkruisersaspect.De essentie van deVerlichting kan zondermeer worden teruggevoerd op Andreae,Arndt, Comenius, Breckling en GottfriedArnold. Niet zozeer naar aanleiding vanhet bekende boek van Frances Yates. Devindingrijke 19e eeuw was echter eenzijdig filosofisch, de wetenschap richttezich uitsluitend op de techniek en dereligies toonden zich rationeel. Het laatstebleek te ouderwets. Dat geeft aan,waaromvele zoekers naar oosters gedachtengoeduitweken, terwijl anderen waarschijnlijkom dezelfde redenen de lange traditie vanhet Europese Hermetisme ‘herontdekten’ en voortzetten. In deze traditie heeftook het Rozenkruis een buitengewone rolgespeeld. Immers, in de Manifesten kwamen al die aspecten samen die eeuwen-lang als van hermetische, gnostieke, mystieke of alchimische herkomst werden verdacht en als ketterij werden vervolgd.

De rechts-geleerde Christoph Besoldstelde johannValentin Andreaezijn bibliotheekmet 4000 boekenter beschikking.Wiskundige problemen Uit

CoilectaneorumMathematicorumvan johann Valentin Andreae, 1614.

ontbreken dezelfde tekstgedeelten als inde eerste druk van Kassel. Los van alle varianten in de taal, verwijzen zij naar éénkopie, die kennelijk in haast is gemaakten voortijdig buiten de Tübingerkring incirculatie raakte. Met de recente uitgavevan de Fama Fraternitatis van Pleun vander Kooij (uitgave Rozenkruis Pers) hebben wij nu een tekst die is gecompleteerden waaruit de talloze varianten en leesfouten zijn verdwenen. Deze tekst is authentiek, voorzover er geen ander en compleetmanuscript van de Tübingerkring wordtgevonden. Alleen de acht pagina’s ontbreken nog. Wat in de afgelopen jaren in het

Waaruit stamt uw grote belangstellingvoor de Rozenkruisers? U bent toch degrootste specialist in de historie van de Rozenkruisers geworden! Wat heeft u er nutoe gebracht dit enorme onderzoek op u tenemen?

Ik ben Spanjaard en ben indertijd uitgeweken naar Zwitserland. In Bazel bestudeerde ik de geschiedenis van 16eeeuwse religieuze dissidenten uit Spanjedie in het buitenland verbleven. Daarnaast maakte ik studie van boeken vanSpaanse auteurs die tezelfder tijd buitenhet Iberisch schiereiland waren gepubliceerd. Aangezien de belangrijksteSpaanse dissidenten na hun afscheid van

jY/

40

Page 43: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

de roomse kerk al spoedig met de gereformeerde kerken in conflict kwamen en alsketters werden bestempeld, begon ik mijook voor alle andere ketters uit de reformatieperiode te interesseren. Ik steldevooral belang in Paracelsus, wiens werkenbij dezelfde drukker waren uitgegeven,die niet alleen alchimische manuscriptenuit Spanje had gedrukt, maar ook tal vanboeken van Sebastian Castellio, de grotestrijder voor religieuze verdraagzaamheid. Zo kwam ik in contact met hetwerk van Theodor Zwinger en JohannArndt die Castellio en Paracelsus bijelkaar brachten en ook Johann ValentinAndreae — en daarmee de Rozenkruisers— krachtig hebben beï nvloed. In de vriendenkring van Andreae vond ik een voortzetting van de ideeën die mij zo na aan hethart lagen en waarover nog weinig geschreven was. Aldus was mijn weg naarhet onderzoek van de Rozenkruisers geeffend.

De directe aanleiding was echter deopdracht om de Italiaanse editie van TheRosicrucian Enlightenment te recenseren,dat mooie, suggestieve en historisch bezien discutabele boek van Frances Yates.Van die recensie kwam echter niets terecht, want deze werd langzamerhand zoomvangrijk, dat er uiteindelijk een nieuwegeschiedschrijving over de Rozenkruisersuit zou zijn ontstaan. Ik zag in, dat eendergelijk project zonder een grondig onderzoek van talloze archieven en bibliotheken niet kon worden uitgevoerd. Iknam er voorlopig genoegen mee voor deHistorische Vereniging van Basel een lezing te houden over ‘De Rozenkruisers —

een mislukte reformatie in de 17e eeuw.’Daardoor kwam ik voor het eerst in contact met Joost Ritman. Hij vroeg mijbibliothecaris van de BPH te willen worden. De rest is u bekend. Nadat ik deunieke verzameling drukken en manuscripten van de klassieke Rozenkruisersin Ritman’s bibliotheek had doorgewerkt,

heb ik in meer dan 120 bibliotheken en archieven ruim 1800 boeken en documentenmet betrekking tot de 17e en 18e eeuwseRozenkruisers op microfilm vastgelegd.Dit materiaal wordt beschreven en vancommentaar voorzien in de bibliografiewaarover wij reeds spraken. Zij verschijntbinnenkort eerst als boek en daarna, compleet met de gescande documenten, op internet. In deze bibliografie komt de geschiedenis van de Rozenkruisers en vande bewegingen die uit hun gedachtenvoortkwamen, in haar volle breedte naarvoren. Zoals ik reeds zei, schenkt zij onseen zeer gedetailleerd beeld van het culturele en religieuze leven in een uitermatebewogen periode van de Europese geschiedenis. Het streven naar volmaaktheid en naar harmonie tussen mens, kosmos en natuur zoals dat zo nadrukkelijkwordt gesteld in de Manifesten van de Rozenkruisers is zo actueel, dat het in dezetijd de gedachten van vele mensen zal kunnen inspireren.

Wij danken u voor dit verhelderende gesprek.

41

Page 44: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

DE UNIVERSELE RECHTEN VAN DE MENS

Ontdekking vande grafkamer vanChristian Rosencreutz. Ontleendaan An encyclopedic outline ofmosonic, hermetic,qabbalistic andRosicrucion symbolical philosophy vanManly RHaII. SanFrancisco, 1928.

Tien december1998, de dag van de officiële opening van de tentoonstelling ‘DeRoep van het Rozenkruis, vier eeuwenlevende traditie ~ was het vijftig jaargeleden, dat de Verenigde Naties de Universele Rechten van deMens neerlegdenin een verklaring die dertig punten omvat. Het proclameren van het recht omte leven, het recht op persoonlijke vrijheic4 op vrijheid van denken, geweten,godsdienst, meningsuiting — het zijnstuk voor stuk rechten die voortkomenuit de autonomie van de Homo Universaus.

Flet woord universeel roept bij iedereeneen andere betekenis op. Vaak wordt hetgebruikt om aan te duiden dat iets overalbij past. Maar dat is niet de belangrijkstebetekenis van het woord. Een universumis een geheel op zichzelf staand, op zichzelf functionerend systeem waarvan alledelen op elkaar aansluiten en met elkaarsamenwerken als in één groot organisme.In een universeel levensveld voldoen alleelementen aan de eisen van dat veld. Zijgehoorzamen aan de wetten van dat velden volgen de lijnen van ontwikkeling diein dat veld zijn neergelegd. Elk element isdaarin als een levende cel.

Het grote universumwaarin wij leven,voldoet aan die beschrijving. Het is een levend organisme waarin alle delen gehoorzamen aan de wetten van dat organisme.Onlangs heeft de telescoop Hubbie waargenomen, dat er zeker nog 45 miljard

melkwegstelsels buiten de reeds bekendemoeten bestaan. Letterlijk ontelbare sterren hebben daarin hun vaste plaats, planeten beschrijven daarin hun baan en allesin volmaakte harmonie met het geheleveld. Ook de bewoners hebben een eigenplaats in dit systeem. Een eigen plaatsmet daaraan verbonden een eigen taak.

AL HET LEVEN BEANTWOORDT AAN

GODDELIJKE WETTEN

Het goddelijk universum is niet voorhet menselijk oog waarneembaar. Hetwordt wel beschreven als het Oorspronkelijk Koninkrijk. Als het levensveld datniet door de zondeval is aangetast. Ookin dat levensveld heeft ieder schepsel zijnplaats en taak in harmonie met het gehelesysteem Gods. Alles beantwoordt aan degoddelijke wetten en wijkt daar niet vanaf, omdat het deze wetten in vrije keuzevolgt. De mens als bewoner van de kosmos was dus in zijn oorspronkelijke staatnaar zijn eigenschappen en mogelijkheden in harmonie met die kosmos. Hijheeft echter eigen levenscondities geschapen. Dat die situatie niet strookt met hetgoddelijk levensveld, blijkt wel uit het levensprincipe dat voor alle levende wezensgeldt: eet of word gegeten.

Gelukkig zijn er zo langzamerhandmiljoenen mensen die genoeg krijgen vandie eeuwige en onontkoombare strijd omeen plaats onder de zon te veroveren. Zijrealiseren zich, dat dit bestaan van bloed,zweet en tranen niets te maken heeft metde oorspronkelijke opdracht van de mens:leven als een levende cel in het grote ge-

42

Page 45: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

~i

J

-

u.

/

(

Page 46: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

tig vast te houden, breekt anderzijds eenbewustzijn baan dat de mens plaatst voorzijn rechten. En voor zijn plichten!

HOGE IDEALEN VERZANDEN IN

REGELGEVING

Werkvergaderingvan de Unesco,februari 1946.Beginselverklaring, ondertekend door 20landen.

heel van Gods Schepping. Leven zondereen ander te vernietigen, leven zondereen ander te overheersen en te kleineren,zoals dat bon ton lijkt te zijn in dat universum waarin de door eigenwaan verblindemensheid woont. Haar verblindheid heefthaar genoopt eigen wetten en rechten testellen. Zo heeft het afgedwaalde, karikaturale levensveld van de afgedwaalde, karikaturale mensheid in wisselwerking methaar bewoners haar vrije keuze beteugeld.

Na vele eeuwen ploeteren, betweterij,getwist en gemoord staat een deel van demoderne mensheid nu op het punt waarde Renaissance haar voor plaatste: belevendiging van de Homo Universalis. Verbreking van alle banden die de oorspronkelijke mens binden aan de dood. Vrijmaking van alle vermogens die hem vanuithet oorspronkelijke rijk zijn toebedeeld.

In de Manifesten van de klassieke Rozenkruisers wordt opgeroepen tot algehele, fundamentele levensreform. Niettot een door kerk en staat beperkte reformatie, maar tot algehele herschepping vande mens, opdat hij nu eindelijk aan deroep van de oorsprong zal kunnen voldoen. Misschien niet direct aanwijsbaar,maar zeker in tal van gedachten van grotedenkers wordt die Roep meer of mindersterk verwoord. Waar enerzijds gepoogdwordt het oude en versteende krampach

Het tragische is steeds, dat zulkemachtige impulsen eerst worden geï nterpreteerd op het morele en materiële vlak.Wat als een machtig beeld naar vorenkomt in vlammende betogen en hoge idealen, verzandt al snel in regelgeving en beperkingen. Maar de ‘Universal Declarations of Human Rights’ van 10 december1948 was toch in eerste instantie bedoeldom de mens zijn waardigheid als mens tegeven. Hoe die gedachte tot nu toe is vertaald, is bekend. Dat zij toch ook velen bewust heeft gemaakt van andere waarden,is eveneens een feit. Het is gebleken, dat dewetten van dit toegesloten universum demens niet de geestelijke vrijheid laten diehij zoekt, maar hem alleen steeds vasterbinden aan de grove materie. Volgens diewetten wordt ‘iets’ gevormd uit materie,draait deze vorm enige tijd mee in de mallemolen van de materie en wordt zij uiteindelijk door dezelfde wetten vernietigd.De moeder die baart, doodt eveneens. Soldaten op het slagveld worden met dezewrede, onontkoombare wet geconfronteerd. Zij strijden voor hun eigen volk enworden vermoord door dezelfde krachtendie dit volk hebben gevormd. De FranseRevolutie at haar eigen kinderen op. Zovoldoen de schepselen van het afgeslotenuniversum, dat door de gevallen mens bewoond wordt, aan de wetten van dat uni

44

Page 47: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

versum. Aan de wet van opgaan, blinkenen verzinken.

Waar men heeft ingezien dat dit nietlanger kan en dat de ellende van het schepsel met de dag groter wordt, zijn de ‘universele rechten van de mens’ in het levengeroepen. Het zijn formuleringen van gedachten die als een reactie op het onmenselijke wereldieed zijn ontstaan. Zij worden ieder volk en iedere regering onderde aandacht gebracht. Om de mensheidnaar een beter, menswaardiger bestaan tevoeren. Om het kwaad in de wereld uit tebannen door goedheid toe te passen. Maarhelaas vertaalt ieder volk, elke natie dezerechten op eigen, politieke wijze. De onderliggende gedachte is immers dat ieder

Mi~dI~~ No. ~t,~

FINAL ACtUNITED NATIONS cONPERENCE FOR THEESTAIILIS[IMIjNr OF AH EDIICATIONAL

SCIENFIFIC ~in CULFURU,ORGANISAIION

flflOON. &,. 001000)0,

~0 O,~O*q t ~0& t~ F.~o. 00..,,fl...,...., k, <0~,,#~t -, ij.*

HIS M4joST~5 OTSII055RY OFPICE

C.od. ~

45

Page 48: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

mens op aarde recht heeft op onder andere leven, voedsel, educatie, menswaardig onderdak en waardige en rechtvaardige behandeling. Dat zijn stuk voor stukkreten die politiek en cultuurfilosofischverschillendworden geï nterpreteerd. Vandaar dat men kan zeggen dat zij weliswaarbetrekking hebben op het gevallen universum en in die zin universeel zijn, maar inwaarheid zijn zij een karikatuur van deUniversele Geestelijke Rechten van deMens.

De universele geestelijke rechten vande mens hebben onder andere betrekkingop voeding met goddelijk licht, huisvesting in het oorspronkelijk koninkrijk, onderricht in de Universele Leer, vrijheidvan de ziel om vrijwillig in binding te treden met de Geest Gods.

Voor de materiële rechten van de menswordt dapper gestreden en er wordt veelgeld besteed aan de realisatie daarvan.Grote voorvechters spannen zich tot hetuiterste in om hun medeschepsel uit deput van diepe ellende te trekken. Hoewelhun werk is gebaseerd op edele en menslievende motieven en zij veel ellende verzachten, bereiken zij hiermee slechts debiologische mens. Zij vertolken de grondrechten van de biologische bewoner vande aarde. Maar de geestelijk vrije mensheeft andere rechten als erfenis uit eenander, goddelijk levensveld.

RECHT OP EEN PLAATS IN HET

KONINKRIJK GoDs

Zo heeft de mens, iedere mens, rechtop vrijheid van levenskeuze: God of demammon. Hij heeft recht op oorspronkelijk voedsel dat uit het zuivere Licht gevormd is; hij heeft recht op ontwikkelingvan zijn innerlijke kwaliteiten; op onder-

richt in de universele leer; ontwikkelingvan zijn onsterfelijke ziel. Hij heeft rechtop eeuwig onderdak, op huisvesting inhet koninkrijk Gods.

Hoewel laatstgenoemde rechten inmenig oor dwaas zullen klinken, liggenzij toch meer voor de hand dan de biologische rechten. Want de zogenoemde rechten van de mens moet men van zijn medeschepsel afdwingen, in wetten vastleggenen verdedigen. Terwijl de goddelijke rechten in ieder mens als een universele grondwet zijn neergeschreven. Zij vereisen geenuiterlijk gekrakeel, daar zij reeds vastliggen en een feit zijn. Niemand behoeft zevoor een ander in wetten weer te gevenen te verdedigen. Ieder die zich verbindtmet het oorspronkelijke koninkrijk heeftdoor deze simpele omwending van zijnbiologisch bestaan reeds deel aan zijn goddelijke grondrechten.

In het universum van bloed en geweldmoet ieder schepsel van de eerste tot delaatste seconde strijden voor zijn voedsel,ontwikkeling, onderdak, veiligheid enrecht. Strijden ten koste van het medeschepsel. Of dat nu een plant, dier ofmens is of zijn gehele levensveld, deaarde. Alles in dit levensveld, hoe kleurrijk en schoon en verheven het zich ookmag voordoen, is onderhevig aan vervalen dood. En alle strijd is gericht op overleven en rekken van het «leven».

Hoe volkomen anders is de aard vanhet Goddelijke Universum. De bewonersvan dit levensveld zijn opgenomen in eenproces van harmonische ontwikkelingwaarin iedereen put uit de rijke bron vande Geest. Daarin is geen strijd om zich tehandhaven, want alle noodzakelijke levenselementen staan ieder schepsel vrijelijk en in overvloed ter beschikking. Geestelijk voedsel kent geen beperking. Leven

46

Page 49: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

is dan eeuwige ontwikkeling. Onderrichtis inzicht ontvangen in de UniverseleLeer. Dat wil zeggen, in de structuur vanhet goddelijke levensveld, in het PlanGods. Onderdak betekent hier medebewoner zijn van het huis Gods.

De rechten van de mens, hoe goed enverheven ook bedoeld en hoe heilzaamook voor die talloze miljoenen die in ellende moeten existeren, kunnen kritischworden gezien als een vertekening van degoddelijke grondrechten van de Geestelijke Mens. Maar zij vormen ook een aanloop, een springplank naar hoger geestelijk leven. Want indien zij universeel worden toegepast, zal de biologische menseen kunstmatig ‘koninkrijk op aarde’hebben gebouwd. Deze synthese kanlang stand houden, maar is niet in staatzichzelf in stand te houden. De innerlijkekracht van een mens komt in opstandtegen materiële welvaart. En als dan de innerlijke geestelijke rechten niet wordenherkend en aangegrepen, is het resultaatveelal degeneratie en ondergang, of agressiviteit, opstand en bloedvergieten. Daardoor neemt het aantal gedesillusioneerden nog verder toe. De werkelijkheidblijkt anders dan het gekoesterde, vaakopgelegde, ideaal. In de neergang vanmenselijke waarden wordt het zoekennaar hogere waarden gestimuleerd. Doorbittere ervaringen heen.

DE WEG NAAR UNIVERSEEL LEVEN STAAT

OPEN.

De wetten van de geestelijke mens blijven onaantastbaar bestaan. De weg naarde geestelijke levensstaat is geopend. Conflicten spitsen zich toe en blijken niet oplosbaar. De mensen worden uit hundroom wakker geschud en voor een

nieuwe weg geplaatst. Wat eertijds nogeen individuele mogelijkheid leek, is nueen vrije ruimte die door grote groepen tegelijk betreden kan worden.Waarnaar zovelen zochten, waarvoor zovelen streden, hetis in onze tijd beschikbaar geworden: hetuniversele recht van de geestelijke mens.

Velen die nog geen uitweg zagen, of erniet naar mochten zoeken, ervaren dienieuwe mogelijkheden « alsof er een sluieris weggerukt». In deze kritieke situatiezweeft een mens tussen twee universa.Enerzijds de materie die zijn ziel opnieuwwil inkapselen, anderzijds de bevrijdenderoep van het eeuwige leven. Beide levens-velden stellen hun normen en mogelijkheden. De hunkerende ziel heeft reeds gekozen en haar bewaker, de persoonlijkheid,moet nu herkennen en kiezen. Waar deuniversele rechten van de geestelijkemens zich steeds duidelijker gaan manifesteren en reeds door zovelen in depraktijk worden gebracht, wordt dekloof tussen beide universa steedsduidelijker zichtbaar. Tussenbeide levensvelden is tijdelijkeen brug geslagen om iederdie dat waarlijk wil toegangte verlenen tot het Universum Gods.

Erasmus vanRotterdam bij deentree van detentoonstelling inde KoninklijkeBibliotheek inDen Haag.

t‘me

Page 50: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

DE LEEUW VAN MIDDERNACHT, DE ADELAAREN DE ANTICHRIsTPolitieke, religieuze en chiliastische vlugschriften, pamfletten en volksliederenin de Dertigjarige Oorlog.

De vrede van Augsburg had het confessioneel gespleten Duitsland tot aanhet uitbreken van de Dertigjarige Oorlog in 1618 een zekere stabiliteit verleend. Men zou deze periode vanbeperkt evenwicht als een ‘koude oorlog’ kunnen aanduiden, want de propaganda-oorlog tussen de godsdienstigepartijen werd met grotefelheid gevoerd.

Terwiji de roomskatholieken na hetConcilie van Trente een blok vormden,werd de kloof tussen protestanten en gereformeerden steeds breder. De definitievebreuk vond plaats toen de gereformeerdenin 1580, net als deWederdopers, Schwenckfeldianen en anti-Trinitariërs, tot ketterswerden verklaard. Dat daardoor veel protestantse landvorsten in Duitsland zichjuist tot het Calvinisme aangetrokkenvoelden, was misschien onbedoeld, maarwerd in het belang van een sterkere dogmatische eenheid op de koop toe genomen.

Het «Liever paaps dan calvinistisch»maakte deel uit van de officiële lutherseleer. Het bleef dan ook niet bij zulke woorden. Er was sprake van ‘geestelijke roof-handel’ die werd onderstreept door hetfeit dat het lutherse keurvorstendom Saksen in de Dertigjarige Oorlog aan de zijdevan de Katholieke Liga streed tegen deEvangelische Unie die door Calvinistenwerd geleid.

VERBITTERING IN DE DISCUSSIE NAM TOE

Na de stichting van de ProtestantseVorsten-Unie in 1609 en het ontstaan vande Katholieke Liga in 1610, nam de publiciteit in de politieke en confessionele strijdeen geweldige vlucht. De verbittering inde discussies nam toe en een confrontatiescheen onvermijdelijk. Ofschoon de vlugschriften uit Luthers tijd terecht als de eerste massamedia worden beschreven, kwamde doorbraak van de moderne propagandatijdens de Dertigjarige Oorlog. Deze zorgvuldig voorbereide oorlog werd in elke fasemet propaganda begeleid.

Wie de polemische literatuur van dietijd bekijkt, krijgt de indruk dat de inspanningen van de door Calvinisten geleideProtestantse Unie en de intriges van deKatholieke Liga onder leiding van de Jezuï eten nauwelijks méér bijdroegen tothet uitbreken van de Dertigjarige Oorlogdan de stromen politieke pamfletten,vlugschriften, nieuwe kranten, geï llustreerde pamfletten, afbeeldingen, rebussen, satirische liedjes, astrologische berekeningen, verklaringen over kometen envoorspellingen die te maken hadden methet ‘einde der tijden’. Uit de vele duizenden publicaties die deels pas in de laatste jaren intensief zijn onderzocht, trekken die over de Leeuw van Middernachtsterk de aandacht. Zij hebben direct temaken met twee sleutelfiguren van deDertigjarige Oorlog. Dit chiliastisch motief uit de profetie van de Leeuw van Mid

48

Page 51: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

dernacht is door zijn verwijzing naar Frederik V~ keurvorst van de Paits en naarGustaaf Adolf van Zweden de oorzaakvan talloze publicaties over de Dertigjarige Oorlog.

GEWAAGDE VERKLARING VAN EEN VISIOEN

De profetie van de Leeuw van Middernacht en de vernietiging van de Adelaarontstond kort na 1600 als een pseudo-epigrafisch geschrift van Paracelsus. Er zijntwee manuscripten bewaard gebleven; inHannover en in Neurenberg. Zij werdenvoor het eerst gedrukt in 1622, zonder vermelding van de naam en de woonplaatsvan de drukker. In 1625 verschenen zij opnieuw. Nu gedrukt in ‘Philadelphia’,waarmee waarschijnlijk Hamburg bedoeld werd. Om de indruk te wekken datzij echt waren, werden zij voor een deel uitauthentieke teksten van Paracelsus samengesteld. Het gaat hier om een gewaagde chiliastische verklaring van hetAdelaarsvisioen uit het elfde en twaalfdehoofdstuk van het vierde (apocriefe)boek Ezra. In deze profetie schrijft dezogenaamde Paracelsus over drie groteschatten die op verschillende plaatsen begraven zijn. «Een ervan zal spoedig na deval van de laatste Oostenrijkse keizerRudoifworden gevonden. Op dat momentzal er een Leeuw van Middernacht komendie de Adelaar zal opvolgen. Hij zal hemzeij~ overtreffrn en over geheel Europa eneen deel van Azië enAfrika heersen. In het

I~9~ je~~r 1

~ 1

Lc1t~~~’;..~+ ~ottô ~l’or v&i~n~j(,vm ~çfc’~fj~y~VOfl~ 1,1 ~

~“t~_iit ~rj~t~e6cltiU1 ~ -

~M DCY~XiI

~z.

begin zal deze Leeuw echter veel moeitehebben om de klauwen van de Adelaaruit het Rijk te verwijderen. Voordien zaler in alle landen grote verwarring ontstaan en er zullen afichuweljke dingenplaatsvinden en de onderdanen zullen opstaan tegen hun eigen heren en er zal grotetweedracht zijn. Daarbij zal het echterniet blijven, want daarna zal er eenbrand uitbreken die moeilijk te blussen isen er zal sprake zijn van grote neergang.Maar de Leeuw van Middernacht zal dewrede vijand verslaan, verdelgen en vernietigen. Als deze Leeuw de scepter vande Adelaar overneemt, zal ieder hem zienen hem volgen. Dan zal er overal vrede,rust en eenheid zijn. Het einde zal danniet ver meer zijn.

De eerste waarvan bekend is, dat hijdeze voorspelling kende en ook uitvoerigciteerde, was de Tiroler ParacelsiaanAdam Haslmayr. Al in 1612 trachtte hijmet alle macht zijn vriend en koninklijkebeschermer August von Anhalt over te

[

Visioen over deleeuw in hetwoud in hetvierde boek vanEzra: «Alleenreeds zijn aanblikwas voldoende omopnieuw de herinnering wakker teroepen aan de verloren gegane heiligestaat.»

49

Page 52: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

halen om de rol van de Leeuw te spelen.Deze weigerde echter met de woorden:«Als ik de Leeuw moet zijn, dan zou hetgeliefde nakomelingschap slecht verzorgdzijn, want een algehele reformatie kanniet zonder bloed en dood begonnen nochbeëindigd worden».

Met deze toespeling op de reformatiewerden de toen nog niet gedrukte Manifesten van de Rozenkruisers bedoeld. DeFama Fraternitatis zegt: «Want Europagaat zwanger en zal een sterk kind baren,dat een groot peetgeschenk nodig zal hebben. » En in de Confessio Fraternitatis staat:«Dat echter onze schatten onaangetast worden gelaten, tot de Leeuw komt en die voorzich zal opeisen, ontvangen en tot bestendiging van zijn Rijk zal aanwenden. »

Tijdens de hevige strijd die de Man ifesten na hun publicatie veroorzaakten, ontstonden de meest uiteenlopende verklaringen over de betekenis van de Leeuw.Wilhelm Neuheuser uit Stressburg, diezichzelf tot profeet van het verenigde rijkhad uitgeroepen, antwoordde de broederschap in 1616: «De Leeuw in Ezra, diedaar opstaat en de Adelaar straft (die jullie de Leeuw van Middernacht noemt) isLuther geweest. Waar de toevoeging ‘vanMiddernacht ‘ vandaan komt, weet ik weliswaar niet, maar met betrekking tot deReformatorem Politae, de Reformationem Religionis antichristianae en de Reformationem et ampliationem omniumartium, weet dan, dat ik het met julliewat dat betreft ook eens ben.

«WELKE REFORMATIE KOMT EN DOOR WIE

ZAL DIE PLAATSVINDEN?»

Een Luthers-orthodoxe auteur onderhet pseudoniem Crucigerus reageerde in1618 met de opmerking dat de Leeuw ofhet voorspelde ‘Kind van Europa’ misschien een ‘calvinistische of arianischeantichrist» was, die de oorzaak zou zijnvan oproer en onenigheid in het Heilige

Roomse Rijk en de aangrenzende Koninkrijken. Zelfs de Calvinist Moritz vonHessen die had toegestemd in de eersteuitgave van de Manifesten, liet aangeklaagde Rozenkruisers door de rechtbankvragen: «Welke reformatie komt en doorwie zal die plaats vinden? Wie is de voorloper van de grote Leeuw van Middernacht en wie is de Leeuw? Wie zal dat‘kind in Europa zijn’?» RentmeesterJohann Faulhaber uit Ulm bracht de strijdtussen de Leeuw, de Adelaar en de Antichrist in verband met de komeet die in1618 was verschenen en hij legde de strijdvast in twee fraaie gravures.

De interpretatie die het meest bekendzou worden, was die van een politieke agitator die zich Johannes Plaustrarius vonKayserslautern noemde. In werkelijkheidkwam hij uit Bern en heetteJohannes K~.rcher. In 1619 schreef hij in een profetieover de grote Leeuw van Middernachtdie voor geen Adelaar wijkt en Oostenrijkzonder heer zou laten. Deze zou geenander kunnen zijn dan de ‘Paltser’. Inkorte tijd zou hij ‘Heiland van het Rijk’worden, als hij «waarneemt wat hij nu zobegeert te bestrijden

DE BRULLENDE LEEUW ZAL DE ADELAAR

SPOEDIG OVERWINNEN

De voorspelling van K~rcher had geeninvloed op de acceptatie van de Boheemsekroon door Frederik van de Palts in dezomer van 1619 en evenmin op het beginvan de Dertigjarige Oorlog. Het pamfletbeleefde verschillende drukken en het effect was veel meer propagandistisch. Ineen ander politiek-apocalyptisch pamfletuit 1620— Wunder undfigürliche Offenbarung — schreef de ijverige Plaustrariusreeds op het titelblad over ‘de nieuwe koning Frederico Paltsgraaf of de brullendeLeeuw uit het woud uit het vierde boekEzra’. Deze Leeuw zal door zijn gebrulde Adelaar spoedig overwinnen, want hij

50

Page 53: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

is de sinds eeuwen voorspelde ‘Frederikder laatste dagen’ en de ‘grote koning vande eindtijd’. De datum waarop de Antichrist vernietigd zou worden, ontleendePlaustrarius aan romeinse cijfers in eengetal- of tijdvers: FrlDeriCVs rVlnlertRoM. Dat wil zeggen: 1625.

De eindstrijd werd iets te haastig inhet fraaie blad Magische Figuren derTriumphierende Löwen verwoord:

«Een Leeuw, wonderbaarlijkOnthoofdt moedig het dier,Dat zeven koppen telt,Het dier moet overhoop.»

Wie overhoop ging was Frederik zelf. Op8 november 1620 werd het Boheemse legerbij deWitte Berg bij Praag door de troepenvan de Katholieke Liga en het keurvorstendom Saksen in nauwelijks twee uuroverwonnen. In de grauwe ochtendschemering van de negende november vluchtten Frederik en zijn hofhouding naarBreslau. Alles gebeurde zo plotseling datde archiefwagen met de belangrijkstedocumenten in handen van de overwinnaars viel. Keizer Ferdinand II ontbondalle confessionele en aan stand gebondenvrijheden en liet de leiders van de rebellieop wrede wijze openbaar terechtstellen.Tweederde van hun landbezit werd doorde aanhangers van de overwinnendepartij geconfisceerd. Wie niet katholiekwerd, moest het land verlaten.

KoNING VOOR SLECHTS ÉÉN WINTER

Van katholieke en lutherse zijde kwamen ontelbare geï llustreerde pamflettenmet spotliedjes op de gevluchte Frederik,die slechts ‘koning voor één winter’ wasgeweest. Een ‘Winterkoning’. In een vlugschrift Die ganze Wahrheit werd de aan-matiging van de Leeuw gehekeld, die nudoor de Beer (Beieren), de Spin (de Spaansetroepen onder Spinola) en de Draak (keurvorstendom Saksen) werd verscheurd.

«Een sterke leeuw, metfrisse moeddeed heel aanmatigend /..jNu boet het schaapje in het bosvoor wat de Leeuw misdaan heeft.Tot op de huid scheert men de wolGod laat ‘t niet ongewroken. »

In tal van vlugschriften illustreerden deoverwinnaars het verloop van de oorlogals het draaien van het rad van fortuin.Eerst viel het geluk de Leeuw ten deel,daarna de Adelaar.

«Het kleine rad aan rechter handtoont u het Bohemer landDe Leeuw vervolgt de Adelaar,Het rijk is nu in groot gevaar [..jOf ‘t grote rad ook zo bekeken,Betekent hier het Roomse RijkDeAdelaar stijgt juichend op,de Leeuw verloor de slag. »

Er waren ook afbeeldingen van de strijdende partijen waarop de triomferendeAdelaar de slapende Leeuw volgt, die nazijn mislukt Boheems avontuur alleenmaar rust wil. Klaarblijkelijk deed de keizerlijke propagandamachine erg haar bestom de bijbelse symboliek van de Leeuwvoor eens en altijd te vernietigen.

‘P05TILLI0N DES GRO{~EN LÖWEN’

Dit lukte echter niet. Een Duits-Boheemse balling, Paul Felgenhauer uitPuschwitz, publiceerde tussen 1622 en1625 onder het pseudoniem ‘Postiliondes grossen Löwen’ niet minder dantwaalf vlugschriften om de gewondeLeeuw te verdedigen en te troosten. Hijvoorspelde dat de Leeuw het volgend jaarnaar Praag zou terugkeren. Dezelfde verwachtingen werden ook in anonieme enonder pseudoniem geschreven vlugschriften uitgedrukt. In een voorspelling in hetLatijn van 1621 staat zelfs: «De treurigeLeeuw werd weliswaar verjaagd en verdreven, maar het zal hem toch nog een-

51

Page 54: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

LEOSEPTENTRTONAL ISConLï deratl1S & denotacus, in Speculo Mirabilium

Leonis de TribuJuda,TemporehocNouiffimocreatorum,

~~tc ~d ~tttern~t~a(~~t~

eplcga ~‘nea[L~n fi r~~e i~c/ ~u bic~’fct n~it.

3fl ~tc~em offeti5~r~e n’ftt’t / b~ fe~ ~€r~eb cpgtntIfd~c ~~i~zfft~e .L~ite I’øfl ~i?~ttcrnacf~~t f ndlçt~lStn’d)hcn ~‘nnb au~ ~neb~n ~t ~ecrf~cncn f~nrn ~t~itncrn / er~ttc~

,‘ tiIî t~dctinnrn b Iadpice f~nan ~nn wa~eenJ~ncn ijf~gec

wirbt~nt~fiT.~ti ~Prcn bcm5~immlifd~cn .~dn,cn ~‘om €~cfcr2frcr,t ~Çub~t / ivdcf~cr i~

~nr ~3rnebe ftinw .t~c~tt~m 1 tetrcf~e fTnbbit~rnnt~,~i rn~farnp~ affcnQMdu~igcn ,eft,

fircn ~L~1B,

~b,wc~ bcii’~3iie,~rN~jcn

~4~~n~utf~ j~rtr ~un~fraiuvcn.~in~3unb~t~ ~nbi(. glt~ t’tr vt~n bt~ ~nIfll~ / ~nb fchitr

~l4iei5ciuQ~,~,c~,ltce,t,ut, ~3cjCIlCD.CE~t WI~D LrVLLei aVfl ~to~/ D~ I~r~ WW!

~ 1~ ~ ~r.

maal lukken, keizer, paus en reformatorvan de kerk te worden. »

Terwijl de calvinistische hoftheologenvan de Winterkoning zich distantieerdenvan dit soort literatuur, schijnt Frederikzelf ontroerd geweest te zijn. Of dit propaganda was, blijft vooralsnog een vraag. Inieder geval ontving hij in Breslau de zienerChristoph Kotter uit Sprotau in Silezië,dezelfde die niemand minder dan Comenius op het chiliastische spoor had gezet.Maar niet alle chiliasten lieten zich voorde zaak van deWinterkoning winnen. Dehuisleraar Philipp Ziegler uit Würzburg,die zich in steden als Basel, Frankfurt,Amsterdam en Londen uitgaf voor een«door God’s genade gekroonde Koningvan Jeruzalem, Broeder van het Rozen-kruis, hoogste aanvoerder en Duitse Michaël, Monarch en Renovator van de heleWereld», beschouwde zichzelf ook als deLeeuw van Middernacht. De meeste theo-

sofen van die tijd, zoals Jacob Boehme,Paul Kaim en zelfs de chiliastische astroloog Paul Nagel bleven echter bij de overlevering dat de Leeuw uit het vierde boekEzra uitsluitend doelde op de wederkerende Christus. Volgens hen was het nietjuist deze rol aan een mens toe te delen.Een onbekende aanhanger van JacobBoehme gaf in 1622 een serie platen uitter verklaring van een oude profetie. Hijkoos als titel Visioen of gezicht van hetmoedige begin van de ware Leeuw vanMiddernacht. Maar ook deze platen zouden spoedig in de politieke publicistiekworden getrokken.

Na de opdeling van de Paits tussenSpanje en Beieren en door de successenvan de legers van Tilly en Wallenstein inNoordduitsland, moesten zelfs de trouwste aanhangers van Frederik inzien, dat deWinterkoning niet de verwachte bevrijderwas. Alleen de Boheemse astronoom Si

Partlicius waagde het nog in zijnaan Frederik opgedragen MetamorphosisMundi uit 1626 over de Leo redivivus tespreken.

DE LEEUW KWAM NU UIT HET NOORDEN

Toen Zweden zich in 1630 in de oorlogmengde, keerden niet alleen de kansen,maar veranderden ook de publicatiesover de Leeuw van Middernacht. Hijkwam nu inderdaad uit het Noorden enheette Gustaaf Adolf. De vergelijkingmet de Leeuw van Middernacht leek deZweedse koning niet slecht te bevallen.Direct na zijn landing in Duitsland liethij een gedenkpenning maken met op deene kant zijn portret en op de andere kanteen gekroonde Leeuw met zwaard en Bijbel. In de rand stond:

De Leeuw van Middernacht met zijnvoornaamste wonderen, als in eenspiegel aan ons allengetoond. 1625.

52

Page 55: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Uit middernacht ben ik gekomenen strijden is mijn lust,ik zal steeds waken en Gods Engel eren.

ZELFS ORTHODOXEN RAAKTEN IN DE BAN

VAN DE LEEUW

Gezien deze instelling van GustaafAdolf wekt het geen verbazing, dat de zogenaamde Paracelsiaanse profetie van deLeeuw van Middernacht in twee jaarmeer dan twintig herdrukken beleefde.In een verzamelband met de titel Des Mitternechtigen Post Reuters dreij~iches Pass-port, die alleen al in 1632 vijfmaal werd uitgegeven, bevonden zich niet alleen dezevoorspelling, maar ook citaten van Haslmayr, de Fama en Confessio ER.C en uittreksels van 120 andere voorspellingen,waarvan werd aangenomen dat zij betrekking hadden op de Leeuw of tenminste opde zegevierende Zweedse koning. Het jaarvan publicatie was vermeld met het chronogram: Anno, quo Leo Septemtrlonalls,Verltatls VIndeX4 Iô triVMphat.

Deze keer lieten zelfs de meest orthodoxe Lutheranen in Duitsland zich doorhet algemene enthousiasme voor deLeeuw aansteken. Door de rigoreuzewijze, waarop het restitutie-edict (1629)van Ferdinand II in de bezette protestantegebieden werd uitgevoerd, zagen zij in watook hen van de overwinnaars te wachtenstond. Ineen geschrift van 1631 gaven zij tekennen: «De Leeuw van Middernacht, detrots van Babel moet breken en scheuren...de Leeuw uit Middernacht, die Gods Geestzal opwekken, die met geschreeuw enmacht de middagkoning afrchrikt... deLeeuw uit Middernacht, die vrede aan degelovigen komt brengen, met God en metridderljke wapens.

Na 1630 werd de Leeuw uit het Noorden in vlugschriften afgebeeld als reddervan de christelijke kerken. De Leeuw diein Duitsland was geland om het veelkoppige apocalyptische Beest met het zwaardte bestrijden. In tegenstelling tot de chiliastische verwachtingen in de propaganda voor Frederik van de Palts, ginghet voortaan om de gewapende verdediging van de reformatie. Maar eerst moestGustaaf Adolf de veren van de adelaarplukken en de keizerlijke troepen tot hetgevecht uitdagen:

«Ik ben de Leeuw van Middernacht,Met u wil ik metfrisse moed vechtenWant strijden doe ik met God ‘s kracht,God helpt de rechtvaardigen. »

OvERWIcHT VAN DE TEGENSTANDER

GEBROKEN

Door de beslissende overwinning bijBreitenfeld werd het overwicht van de katholieke legers in Duitsland gebroken. Deweg naar de keurvorstendommen, de Papensteeg langs de Rijn, lag nu open voorGustaaf Adolf. Het veelvuldig herdruktevlugschrift De Papensteeg van MatheusMerian meldt:

«De Leeuw uit Middernachtheeft eind ‘lijk zich gewrokenen jullie op de vlucht gejaagd,dat volgevreten kloostervolk,jullie in de Papensteeg.

In aansluiting op het rijk geï llustreerdevlugschrift Leones Triumphantes uit 1620combineerde de pro-Zweedse propagandisten een reeks prognoses in 30 scènesover de controverse tussen de Leeuw, deAugsburgse Adelaar en het antichriste

53

Page 56: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Oculus clivinirs, pcr qtiarn flctis~ idit cr crcanî orni ta

i~rrjcb~? ~in~in~u4tngcn ~tnf~ng.

Eumc 1 C~inalui t

4~3itnmrifrf,j ~Sva~ tutu.~durtt.

3) ~r~nÇc6! o~3î ~a4~!b~in~djg~ ~ )25i’rt qi

~ ~ti~4 v~rirn~irtfltig f~abt&~cInpfmgai

fJNCTLiRJ\ Cce1cf~is$ ~.

Saci unc11tI.

OSACkUCIS.~ TENITE.

~ dc ~ idetc

N~iura, rf~ cm crfi~a~ncr ncrtârl:jtt~&r c,itf: ~ittf~L inntfr?f~ ntl~ corpora(i(~f~~l.’~ci~i&i4ti(i ~iLb utzid2~f~aikn, n~4~tm nnctÇfrnctz tttttzt~ c,pi~m~tifL øcr~n-grn u.

rcdc~tOCIlIlI% liariti 1 !IvcL~dL,pcL qricmttiÉ~! ditarcr cc 1 tL Ircll.I otnhtla.

~&nbtg, f6b~t~~b nircFI~4 ~bt~4t1~t~ fl’mc&r nt~jc&rri~r~

L is~ ICII \ itLti~≥t ~ rcrLj

~ ~rr~iI~(tc iS~a ~ic ~i&c2’c- btnil~.

~2~tcnfc6! o~4~h!idmç~(~ n~ bh~iatur Itlen1~r4

i5~[t 3i~~c~ i-i’~~.gcL’~l&9 wtc~’cr

1i~ iURAPhyIcarn. ~5 ~tø3mm~nt~~t~-~tc~I, ~

ungfraci Çi

~2 1-{a.rpocratcs

Domrnu~ 1,rovid~tt~

irnbtiî ctturcn ~ni3~mwItrn~ ctuf~r~cr~

~tr ~crn

art uncnb~fc~rnatL~rhc( ~~r

11111 4~ in &r .J14tLw nnb ~a,r fn~&t~lcgci’f?trbtw6cr3ltirt~c6 v~r~crI.

_ø f~I1~lc.t

~1 Tiph~fl~‘.,grn,f.

~1Vir~ ticc1;~~ i~r t~rn ccni.,~( ~jt

4 M~’~ ~cifS ~.Dlvi uM.~-~f~i Al -

N~tur≥”~ ut./

- :~ /\/

PH1LOsOP[-llc~.

te,,, T m~.d1r /.~

VENITE..Arri1jc. \rricjc Aurcs

11, ~rchcrtis.

b~m~ttIa~

~ ~. ruin tuarumFF

Conf2ntatum d~.

o t.

~bt4tr ~,tott~4

1

r~ YL .

1’ i~ o1chor~ Exi~us aj~ot~a~t~~1C \tC~

Page 57: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

lijke pausdom. Daarin komt de Leeuw alsoverwinnaar en heerser in het geheleRoomse Rijk naar voren. Dat GustaafAdolf, in tegenstelling tot de Winterkoning, nooit naar de keizerskroon heeftgestreefd, wordt in dit vlugschrift genegeerd.

TERUGKEER VOORBEREID

Het ontbrak echter niet aan auteursdie een dergelijke mogelijkheid reeds technisch hadden voorbereid. De calvinistische geleerde Johann Heinrich Alstedthad in 1624 in zijn Tractatus de Chronologia (zoals vroeger reeds de Poolse alchimist Sendivogius) de traditionele leer vande vier monarchieën (Babylon, Perzië,Griekenland, Rome) verworpen. Hijstelde daarvoor in de plaats een nieuwschema gebaseerd op de vier hemelstreken: de monarchia orientalis van de Assyriërs, de meridionalis van de Perzen en deGrieken, de occidentalis van de Roomsekerk en tenslotte de septentrionalis of borealis, die God spoedig in Noord-Europazou laten stichten door de Leeuw vanMiddernacht.

De vroege dood van Gustaaf Adolf ophet slagveld van Lützen op de 16e november 1632 sloeg voorlopig alle hoop op verwerkelijking van dit politiek chiliasme debodem in. Spoedig verschenen echternieuwe profetieën over de Leeuw. Veelhaalde dat niet uit, want er was niemandmeer die bij dit symbool paste. De Leeuwvan Middernacht verdween daarna sneluit de pamfletten en vlugschriften van deoorlogspropaganda.

De oorlog zou echter nog 16 lange enbittere jaren duren, voordat hij eindelijk inhet jaar 1648 door de vrede vanWestfalenwerd beëindigd.

Chiliasme = leer van een duizendjarig vrederijkna de wederkomst van Christus op aarde (opgrond van Openbaring 20: 2-7).De aanduiding «Leeuw van MiddernachtLeeuw van het Noorden» is een allegorischefiguur, die teruggaat naar een profetie, die aanParacelsus wordt toegeschreven. Hier wordt —net als in het apocriefe vierde boek van Ezra,hfdst. 12 en 13— gesproken over de Leeuw als detoekomstige overwinnaar van de Adelaar. DeAdelaar duidt op de Habsburgers die deAntichrist (de paus) beschermen.Tijdens deDertigjarige Oorlog werd de Leeuw van Middernacht soms met Frederik van de Palts geïdentificeerd, soms ook met Gustaaf Adolf vanZweden.

BRUIKLEENGEVERS:

A.M.O.R.C.,Den HaagBibliothecaThysiana, UniversiteitsbibliotheekLeidenBibliotheca Philosophica Hermetica, AmsterdamBibliotheek van de Antroposofische Vereniging,Den HaagBibliotheek van deTheosofischeVerenigingAmsterdamBibliotheek van het Cultureel-MaçonniekCentrum Prins Frederik, Den HaagGemeentebibliotheek Rotterdam, coil. Remonstrantse KerkHr. en mevr. R. BürmannKoninklijke Bibliotheek, Den HaagLectorium Rosicrucianum, HaarlemRosicrucian Fellowship, Laag SoerenRijksprentenkabinet, AmsterdamScryption,TilburgSocietas Rosicruciana in Anglia, LondenUniversiteitsbibliotheek, AmsterdamUniversiteitsbibliotheek, Utrecht.

De hemelse enaardse Eva, moedervan alle schepselen inde hemel en opaarde, Geheime Figuren der Rosenkreuzer

55

Page 58: Klassieke rozenkruisers tijdschrift Pentagram 1999 nummer 2 Tobias Hess Johan Valentin Andreae Christoph Besold

Auteurs bij de Rozekruis PersJAN VAN RIJcKENB0RGH

CATHAR0sE DE PETRJ

AN-rONIN GADAL

KARL VON EcKARTsHAusEN

JACOB BOEHME

JAN AMOs C0MENIus

GusTAv MEYRINK

MARsILI0 FIcINo

MANI

MIKHAÏ L NAIMY