kalapati 1

114
KALAPATI 1 Inhoudsopgave Voorwoord Ouverture Eerste akte (de eerste 6 jaren) Allen (een hoofdstuk apart) Tweede akte (CloudNine) Derde akte (de ondergang) Familie Vierde akte (de weg gaat omhoog) Vijfde akte (uit het hoofd-stuk) Willie (geen hoofdstuk maar een prachtmens) Nawoord And the credits go to: VOORWOORD Stel: Je huis brandt af en alles gaat verloren. Of: Je wordt ten onrechte je huis uit gezet en raakt alles wat je 1

Upload: saopio

Post on 08-Nov-2015

224 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Filipiniana

TRANSCRIPT

KALAPATI 1InhoudsopgaveVoorwoordOuvertureEerste akte (de eerste 6 jaren)Allen (een hoofdstuk apart)Tweede akte (CloudNine)Derde akte (de ondergang)FamilieVierde akte (de weg gaat omhoog)Vijfde akte (uit het hoofd-stuk)Willie (geen hoofdstuk maar een prachtmens)NawoordAnd the credits go to:

VOORWOORD Stel: Je huis brandt af en alles gaat verloren. Of: Je wordt ten onrechte je huis uit gezet en raakt alles wat je had kwijt. Je kunt op veel manieren reageren: Verdrietig, wanhopig en boos. Het zijn heel natuurlijke, menselijke reacties. Maar je weet dat je verder moet. Stilstaan en afwachten is geen optie. Het is exact wat mij gebeurde. Tot het punt dat ik geen toekomst meer zag en maar n uitweg. Een uitweg die ik uiteindelijk niet kon inslaan. Tot op de dag van vandaag weet ik niet welke hindernis die weg blokkeerde. Iets heeft mij een zekere riching in gestuurd. Een andere weg doen inslaan. Een weg die een keiharde leerschool bleek. Een weg waaraan ook vriendelijke, goedwillende mensen huisden. De juiste mensen blijken namelijk wel degelijk te bestaan. Langzaam laat je het verleden achter je. Zo ontstaat er ruimte voor een nieuwe toekomst en een nieuw jij. Want de gebeurtenissen en de nieuwe ervaringen hebben je aan het denken gezet. Je gaat alles meer en meer relativeren. Oude waarden worden weggestreept om plaats te maken voor nieuwe. New and improved zeg maar. En dan komt er uiteindelijk die dag dat je het leven in zijn volle glorie weer omarmt. Kalapati is Tagalog* voor duif. Vroeger had ik zelf een paar duiven en ik genoot intens wanneer ik ze in formatie zag vliegen. Nog steeds vind ik het schitterende vogels. Kalapati is ook de naam die men hier in San Fernando aan een jongeman heeft gegeven. Het is een gehandicapte man. Vermoedelijk aan een oog blind, hij kan niet praten en heeft een soort bewegingsdrang. Veel mensen denken dat hij ook verstandelijk gehandicapt is. Daar zet ik zo mijn vraagtekens bij. Kalapati hangt vaak op de plaza rond en trekt veel bekijks wanneer hij zijn acrobatische kunsten vertoond. Ik denk dat Kalapati een prachtig mens is. Net zo prachtig als het woord kalapati zelf. *De officile Filippijnse taal

OUVERTUREGefeliciteerd! Het is een jongen en hij heeft een zwakke rug. Dat waren de eerste woorden die ik gehoord moet hebben toen ik op 17 juli 1956 om 01.13 uur onder oorverdovend gekrijs daar althans ga ik voor het gemak maar even vanuit want het is mij nooit verteld maar alle babies maken tenslotte zo hun entree naar ik begrepen heb- ter wereld kwam. Mijn ouders hadden een kleine vier-kamer flat aan de rand van Haarlem in de Dr. Schaepmanstraat, Parkwijk. Recht tegenover ons een flink stuk braakliggende grond waarachter de autoweg naar Amsterdam, de Amsterdamse vaart en de spoorlijn. Heel veel kan ik mij uit de periode dat wij daar woonden niet herinneren maar dat ik geen makkelijk kind was is mij altijd bijgebleven. Een gegeven dat ik later maar al te graag als excuus zou gebruiken wanneer mij naar mijn kinderwens gevraagd werd. Met de genen die mij tot een haast ondhandelbaar kind maakten moest ik er absoluut niet aan denken. (Het homo-zijn even daargelaten Kinderen maken kan elke boerenlul was een favoriete uitspraak van mijn eerste vriend Hugo.) Als kleuter wilde ik eens met vader en moeder mee naar de Amsterdamstraat waar zij heen moesten voor de aankoop van het een of ander. Ik mocht mee als ik plechtig beloofde zelf te lopen want ik zou niet gedragen worden. Op de terugweg besloot ik echter dat ik nu wel lang genoeg gelopen had en gaf te kennen dat ik gedragen wilde worden. Dat kon ik vergeten en na enig gesteggel over en weer besloten mijn ouders door te lopen in de veronderstelling dat ik wel zou volgen. Niet van plan om nog een stap te verzetten plantte ik mijn kleine krent op de stoeprand. Een nieuwe strategie moest uitkomst bieden; mijn ouders sloegen een zijstraat in. Nu in de vaste overtuiging dat, wanneer zij uit beeld waren, ik ongetwijfeld in paniek zou raken en alsnog zou komen aanrennen. Ook nu was dat buiten de waard gerekend. Ik zat prima en bleef koppig zitten totdat mijn vader mij uiteindelijk optilde en naar huis droeg. Die vastberadenheid zat er al vroeg in. Zo ook die keer na het middageten waar ik nagenoeg niets van had genomen omdat ik het niet lustte. Vaste regel bij ons was dat wij pas van tafel mochten als iedereen klaar was. Nu was het wachten op mij maar ik wilde niet eten en ik zou niet eten. Mijn ouders vonden het na verloop van tijd niet helemaal terecht dat mijn zusjes aan tafel moesten blijven omdat ik mijn hakken in het zand had gezet. En dus besloten zij het eten dan maar onder dwang naar binnen te werken. Een van hen hield mijn mond open terwijl de ander alles naar binnen lepelde. Toen ik in mjn beleving vele uren later- naar bed werd gebracht kwam alles eruit. Ik had geen hap doorgeslikt. Van het gezinsleven staan mij vooral de pakjesavonden bij en de kerstperiode. Dan waren we echt een heel hecht gezin. Mijn moeder vond dat de kerststal pas op 24 december neergezet kon worden, evenals de boom geen boerenkermis zoals mijn moeder de bomen met gekleurde ballen noemde- die uitsluitend zilverkleurig was. En dat noemde zij dan een witte boom. s Avonds gingen wij naar de nachtmis en niet eerder dan na thuiskomst legde mijn moeder de kribbe met het kindje erin in de stal. Dat kindje was de enige die ik ooit in mijn leven heb gezien en ik heb tot lang daarna nog gekeken of er een soortgelijk kindje bestond maar mijn zoeken is altijd vruchteloos gebleven- met zijn duim in zijn mond. Mijn moeder vond dat dit veel natuurlijker was dan een baby die zijn armen in een uitnodigend gebaar uitstrekt. Terwijl wij elk jaar met de kerststal in de weer waren en de eettafel netjes dekten plaatste mijn vader de worstebroodjes, die hij eerder op de dag had gebakken in de oven zodat wij ze heet geserveerd kregen. Ieder van ons had een kaarsje achter het bord. De drie Koningen die ver verwijderd van de stal stonden mochten wij elke dag een klein stukje verplaatsen tot zij op 6 janurai Drie Koningen- dan eindelijk naar binnen mochten. Op oudejaarsavond werden wij op tijd uit bed gehaald. Wanneer wij dan de huiskamer in kwamen zater er altijd tante Annie (een jongere zus van mijn moeder) en oom Arie uit Hilversum. Hij had het mooiste vuurwerk wat ik mij als kind maar bedenken kon. Op school was ik geen uitblinker. Dit tot groot verdriet van vooral mijn vader. Mijn beide zussen deden het stukken beter en op verjaardagen waar de hele familie bijeenkwam werd er dan ook vol trots over hen gesproken. Mijn broer en ik werden nauwelijks genoemd. Voor mijn elfde verjaardag kreeg ik een singletje waar ik echt helemaal gek op was: The happening van The Supremes. Deze single luidde een levenslange bewondering voor Diana Ross in. Op de mavo wist onze lerares Engels, Coby van Graven, al vanaf het begin dat ik homo was. Vanwege mijn grote passie voor Diana Ross. Coby en ik zijn tot lang na de schoolperiode bevriend gebleven. Op school zelf had ik overigens niet veel vrienden en ik voelde mij eigenlijk een buitenbeentje. (Is er ook zoiets als een binnenbeentje?) Na school ging ik werken op een groot kantoor waar mijn vader ook werkte. Daar had ik al spoedig wat vriendinnen met wie ik graag de pauzes doorbracht. Mijn vader was dan apetrots als hij mij met die meiden zag zitten. Dat is nou mijn zoon plachtte hij vol trots tegen zijn collegas te zeggen. Het moet een enorme deceptie voor hem zijn geweest dat ik op een dag thuiskwam met de mededeling dat ik homo was. Het is maar goed dat mijn ouders nooit hebben geweten dat ik mij schandalig gedragen heb in de eerste jaren na mijn coming out. Praktisch elke avond een vluggertje in de Haarlemmer Hout terwijl ik de weekenden in Amsterdam doorbracht. Met volle teugen genoot ik van de barbezoeken daar en was blind voor de feitelijke leegte van dit bestaan. Het waren de jaren van de disco dus dat was elk weekend flink feesten. Vaste vrienden heb ik genoeg gehad. Hugo, Jan, Harmen, Martin, Ruud en Ogie. Ik laat Allen bewust buiten beschouwing (Zie hoofdstuk Allen, een hoofdstuk apart). Relaties of niet, het sletterige in mij is nooit helemaal verdwenen. Hierbij moet ik wel aantekenen dat in de loop der jaren de accenten wat zijn verschoven. Er moest later toch ook wel wat meer diepgang in zitten. Met Herman heb ik 17 jaar iets gehad wat ik met geen mogelijkheid zou kunnen benoemen. Een LAT relatie? Niet echt. Wij zagen elkaar wel vaak in de weekenden maar er konden ook maanden voorbij gaan waarin er amper contact was. Herman was erg dominant en zijn kinky kant trok mij wel aan. Dat was voor hem het belangrijkste in onze relatie. Angstvallig leidde hij een dubbelleven. Niemand mocht weten dat hij in de SM scene verkeerde. In die periode van 17 jaar heb ik Ruud ontmoet met wie ik enkele jaren heb samengewoond. Monogamie kwam in mijn vocabulaire niet voor. Daar ben ik altijd heel open over geweest en het was aan de vrienden om te beslissen of zij er akkoord mee konden gaan of niet. Na zijn vakantie in de zomer van 2002 kon ik Herman niet bereiken. Het duurde enkele dagen voordat er uiteindelijk contact was. Hij was vanuit het vliegtuig per ambulance naar het ziekenhuis gebracht vanwege nierstenen. Dat althans was het verhaal dat hij mij vertelde. Hierna heb ik hem hooguit nog twee keer gezien. In september stuurde hij mij enkele kleine priv spullen terug in verband met, zoals hij het zelf schreef, een onzekere toekomst. Artsen hadden bij hem kanker in de slokdarm geconstateerd. Hij had liever geen bezoek want eten en praten waren bijzonder pijnlijk. Tot half oktober kreeg ik aanvankelijk nog een antwoordapparaat te horen wanneer ik belde maar na enige tijd leek die ontkoppeld te zijn. Nu ging er bij mij een alarmbel rinkelen. Ik besloot het ziekenhuis te bellen waar hij was behandeld voor de nierstenen. De telefonist verbond mij door met de afdeling Intensive Care. Mededelingen deed men daar niet. Daarvoor moest ik de aangewezen contactpersoon bellen; Hermans vriendin Elma met wie hij een platonische verhouding had. Elma en ik wisten van elkaars bestaan maar hadden elkaar nooit ontmoet. Ik belde haar nu en zij vertelde dat Herman aan de beademing lag. Zij zou mij uiteraard op de hoogte houden over het verdere verloop. Enkele weken later lostte zij die belofte in. Het was op een zaterdagmiddag in november dat zij mij vertelde dat Herman was overleden. Vrij nuchter en zakelijk nam ik de boodschap aan en vroeg wanneer de begrafenis zou zijn. Het antwoord was ontluisterend. Herman was die dinsdag ervoor al begraven en had mij er niet bij gewild. De spelers uit zijn dubbelleven mochten elkaar vooral niet ontmoeten, zelfs niet op de begrafenis. Ik heb een gedicht geschreven en een CD samengesteld. Een exemplaar wilde ik Elma geven. Zij bezocht mij thuis en wij hebben een paar uur gepraat waarbij wij soms van de ene verbazing in de andere vielen. Herman bleek veel verhalen te hebben verzonnen. Nierstenen? Had hij nooit gehad! Het heeft mij allemaal zwaar teleurgesteld en om er maar eens een clich tegenaan te gooien: wonden helen maar de littekens blijven. In maart van het jaar daarop zijn Elma en ik samen naar zijn graf gegaan. Ik huilde, zij troostte. Mede door omstandigheden hebben wij elkaar daarna nooit meer gezien of gehoord. Terug naar vroeger nu. Na ongeveer twee jaar op dat grote kantoor in Amsterdam gewerkt te hebben solliciteerde ik bij het GAK in Haarlem. Het kantoor stond pal tegenover onze flat in Schalkwijk. Daar ontdekte ik dat een saai kantoorleven te weinig uitdagingen bood. Elke dag dezelfde koppen en dezelfde flauwe grappen zorgden er wel voor dat ik weg wilde. Dat ik het er nog meer dan twaalf jaar heb uitgehouden is onbegrijpelijk. Na het GAK heb ik van alles en nog wat gedaan. In een kleine buurtsuper op de Haarlemmer Dijk in Amsterdam werkte ik een tijdje met veel plezier. Ook in de bar van een vriendin had ik het uitstekend naar mijn zin tot ik mij ging toeleggen op de fotografie. Dat was een grote hobby van mijn vader die mij erg veel geleerd heeft en nu eindelijk eens wl mijn keuze wist te waarderen. Als freelance fotograaf werken viel om verschillende redenen tegen. Later -ik woonde inmiddels met Ruud samen in Leiden- fotografeerde ik veel met een vent die ik op de Vrije Universiteit in Den Haag had ontmoet. Het leverde allemaal niet genoeg op. Een aanbieding om voor een jaar in een ziekenhuis in Leiderdorp te werken als medisch fotograaf nam ik onmiddelijk aan. Een jaar waarin ik het ziekenhuisleven van binnenuit kon observeren. Nu wist ik het: ik wilde de verpleging in. De opleiding op zich was goed te doen maar in het ziekenhuis liep ik tegen heel wat zaken aan die weinig motiverend waren. Omdat ik dertig plusser was kreeg ik soms taken die ik, kijkend naar de fase van de studie, helemaal niet mocht doen. De vepleegkundigen zeiden dan Kom op zeg, je bent toch geen kind meer? terwijl ik vanuit de opleiding hoorde dat ik mijn eigen grenzen moest bewaken. Ga dr maar aan staan als het beredruk is en je weet dat je bepaalde handelingen goed kunt uitvoeren ook al mag het nog niet officiel. Je collegas zaken weigeren waardoor zij op zijn minst gerriteerd raken wil je voorkomen. Zij zijn het immers die je moeten beoordelen. In het laatste jaar besloot ik te stoppen, wetend dat ik als verzorgende aan de slag kon, hetgeen ook precies was wat ik ging doen. In mijn laatste baan werkte ik als vaste nachtdienst in de thuiszorg. Aan die periode bewaar ik nog goede herrineringen. Als ik alles nog eens terughaal was het allemaal goed maar ontbrak het aan echte uitschieters. Mijn leven was van een gemiddeld niveau. Doorsnee. En dat is nu juist waar ik een enorme hekel aan heb.

EERSTE AKTE (de eerste 6 jaren) Na een periode van enkele maanden vol chatsessies met Ogie stapte ik in september 2006 het vliegtuig in richting Filippijnen. Vanaf onze ontmoeting op het vliegveld voelde ik mij vertrouwd en het was alsof wij elkaar al jaren kenden. Buiten zag alles er wereldvreemd uit. Wat mij het meest is bij gebleven zijn de mensen die straten vegen en de groenvoorziening onderhouden. Volledig ingepakt om zich tegen de zon te beschermen zagen zij eruit als levende vogelverschrikkers. Het hoofd bedekt met een T-shirt en zonnebril waarboven een grote strooien hoed. O. en ik hadden drie heerlijke weken waarin hij mij meenam naar enkele zeer bezienswaardige plaatsen. Regelmatig verzuchtte ik dat ik hier wel zou willen wonen en O. maakte mij duidelijk dat die wens wel degelijk bewaarheid kon worden. Het enige wat ik hoefde te doen was in Nederland alles afsluiten en terug komen. Het klinkt eigenlijk te simpel om waar te zijn maar het was exact datgene wat ik deed. Mijn wens om uit Nederland weg te gaan bestond al enkele jaren en ik kan niet zeggen dat ik met pijn in het hart wegging. Dat ik vrienden zou gaan missen was wel duidelijk maar dat kon mijn vertrek uit de lage landen beslist niet tegenhouden. Een beetje gecompliceerd was de situatie overigens wel. O. had sinds kort een relatie met een Amerikaan die nu 70 jaar oud was. Deze man, Chuck was erg blij met het feit dat ik bij Ogie ging wonen. Dit verdient uiteraard enige uitleg. Chuck vertelde mij tijdens een chat dat hij het huis in San Juan samen met O. had gekocht. Zij hadden bewust gekozen voor een plek, ver van Os familie. In de Filippijnen zijn de familiebanden erg sterk en men komt dagelijks bij elkaar over de vloer. O. en Chuck. hadden daar beide absoluut geen trek in. Chuck heeft een zaak in New York en daarnaast enkele huizen langs de Oostkust van Amerika. Hij kan dus niet veel in de Filippijnen zijn en als hij er dan is zit een uitbundig romantisch leven er voor hem niet meer in, zo legde hij mij uit. Ondertussen zat O. in dat grote huis met bijbehorende gigantisch grote tuin. Hij was nieuw in San Juan en kende derhalve weinig mensen daar. Alles bij elkaar genomen vond Chuck. het dus een fantastisch idee dat ik bij O. ging wonen en als hij dan vanuit Amerika over zou komen waren wij samen gewoon een gelukkig gezin zoals hij dat zelf noemde. Hij kwam in november 2007 inderdaad over en zou tot eind maart het volgende jaar blijven. Dat wij echt gelukkig waren kan ik nu niet direct zeggen. De aardige man vol humor bleek een regelrechte tiran. Alles moest precies zoals hij het wilde. Om de kleinste zaken kon hij enorme woede aanvallen krijgen. Natuurlijk was ik nog niet volledig ingeburgerd en daardoor voelde ik mij vaak onzeker. De situatie was dus allesbehalve prettig te noemen en op een dag pakte ik mijn rugzak en vertrok naar vrienden om enkele dagen bij te tanken. Helaas betekenden deze 4 maanden met Chuck het einde voor O. en mij. Alles was totaal anders geworden. Wij bleven goede vrienden en huisgenoten maar het vuur was volkomen gedoofd en iedere poging om het nieuw leven in te blazen liep hopeloos mis. Begin 2010 stelde O. mij (opnieuw net als bij Chuck op Yahoo messenger) aan een Duitser voor die in Thailand woonde. Ik wierp een blik op het scherm en zag een breed lachende man die uitbundig begon te zwaaien. Hij werd Spike genoemd. Deze Spike zou in april voor enkele weken overkomen en de geschiedenis herhaalde zich: ook hij keerde terug naar Thailand om daar de boel af te sluiten en vervolgens bij O. in te trekken. In principe had ik er geen enkel bezwaar tegen. O. en ik hadden immers niks meer wat ons als koppel samen hield en bovendien had ik inmiddels ook een vriend gevonden in Allen. Je in een ander land vestigen gaat natuurlijk niet zomaar zonder slag of stoot en dat gold ook voor Spike. Het viel mij echter op dat binnen enkele weken hij en O. al regelmatig behoorlijke meningsverschillen hadden. In huis was n kamer waar wij alle drie onze pc hadden. Ook daar werden ruzies uitgevochten en ik was bepaald niet blij hier getuige van te moeten zijn. Verderop in de gang, naast de keuken had ik mijn eigen kamer. In de tuin was een kleiner huisje, ooit bedoeld voor het personeel. O. vroeg mij of ik liever in mijn kamer bleef of naar het kleine huis wilde verkassen. Een vraag waar ik geen seconde over hoefde na te denken. Overdag deed ik het huishouden en sproeide de tuin. Na het avondeten keerde ik dan naar mijn eigen huisje waar ik alle privacy had die ik mij kon wensen en waar ik verlost was van de strubbelingen tussen O. en Spike. Eten deden wij gezamenlijk en ik weet nog al te goed dat ik enkele malen van tafel ben opgestaan om mij terug te trekken. Het voelde alsof ik op een boot zat met twee kapiteins. Op de vrijdagavonden gingen wij eten in een restaurant in San Fernando. De Duitse eigenaar was al langere tijd een vriend van ons. Wij aten daar met vrienden en speelden ons dobbelspel. De sleur kwam erin en aan het eind van een lange periode zat iedereen op zijn/haar eigen smartphone te koekeloeren. Het dobbelen was eigenlijk maar strontvervelend want haalde eenieder uit de bezigheden op de smartphone. Dit heb ik altijd enorm gehaat. Samen uitgaan doe je voor de gezelligheid. Je praat met elkaar en maakt plezier. De komst van smartphones, Ipads en tablets heeft daar een afschuwelijke verandering in gebracht. Het is ieder voor zich en vaak is een gesprek niet mogelijk want met oordoppen in het hoofd luistert eenieder naar zijn eigen muziek. Maar het meest afschuwelijke van de vrijdagavonden was wel de weg naar het restaurant en terug. Geen automobilist of motorrijder deed het goed en om de haverklap hoorde ik look at that idiot over there! of Oh my.what an asshole!. En meer van dergelijke uitlatingen. In luttele minuten werden er talloze idiots en assholes waargenomen. Begin 2013 overleed de laatste zuster van mijn moeder. Dat betekende dat alle neven en nichten in november dat jaar een aardig bedrag op hun rekening kregen gestort. Nu was het voor O. tijd om mij heel erg voorzichtig duidelijk te maken dat ik beter een andere plek kon gaan zoeken om te wonen. Natuurlijk zei hij het niet met zoveel woorden maar de boodschap kwam wel degelijk over. Geen enkel punt want ik wilde zelf ook graag weg. Met O, een tikkeltje snobbistisch en een enorme betweter kon ik het nog wel uithouden. Maar Spike. was echt een vreselijk mens om mee om te gaan. Naar de buitenwereld allervriendelijkst, thuis een enorme hork. Tijd om mijn periode in San Juan af te sluiten. Tijd om mijn vleugels opnieuw- uit te slaan. Het voelde echt alsof ik voor het eerst het ouderlijk huis verliet.

ALLEN (een hoofdstuk apart)Ergens aan het begin van het vierde kwartaal in 2008 waren O. en ik weer eens in Baguio. (Wij gingen hier maandelijks heen met tweeerlei doel. Ten eerste kochten wij er zaken die bij ons in de direkte omgeving niet verkrijgbaar waren terwijl het tevens een aardige ontsnapping was aan de hitte langs de kust. Wij hadden juist groenten en koffie gekocht op de markt en waren aan onze klim begonnen naar SM Mall waar de auto geparkeerd stond. Onderweg op Session road zag ik een heel aantrekkelijke jongen zitten en mijn ogen bleven iets langer bij hem rusten dan te doen gebruikelijk. Een eindje verderop namen wij een ijsje en terwijl wij daarvan genoten kwam de jongeman langslopen. Wij vervolgden onze moeizame, want tassen vol meeslepend, weg en zagen hem weer zitten. Nu begon hij ons te volgen tot aan de roltrap in de Mall die ons naar de ondergrondse garage bracht. Ik vermoedde dat hij nu zou denken dat wij vertrokken en was dan ook verrast te zien dat hij er bij onze gang opwaarts nog steeds stond. Wij waren op weg naar de derde verdieping waar O. zoals gebruikelijk altijd, iets moest kopen bij Ace hardware. Hij vroeg mij voor de winkel te wachten. Mocht de jongen weer opduiken dan kon ik hem uitnodigen om met ons koffie of thee te drinken? En exact zo geschiedde. De knul liep zon 30 meter van mij verwijderd wat te slenteren, aldoor mijn ogen zoekend. Met een klein hoofdgebaar kleine gebaren en seintjes zijn tenslotte overal hetzelfde- wenkte ik hem en daar had hij natuurlijk op gewacht want hij kwam direct naar me toe. Hij stelde zich voor als Allen, 19 jaren jong. Terwijl wij koffie dronken vertelden wij hem dat wij uit San Juan, La Union kwamen waarop hij verzuchtte dat hij daar graag naartoe zou willen gaan. O. sprong daar direct op in en zei hem dat hij van harte welkom was en zelfs met ons mee kon rijden. Het was beslist niet tegen dovemansoren gezegd. Bij thuiskomst zei O. mij dat hij het prima vond als Allen bleef slapen maar dan wel met mij in de logeerkamer. En zo dus kwam Allen in mijn leven. Ik had een heerlijke nacht, genoot van zijn prachtige, licht gespierde lichaam. De volgende morgen moest Allen weer terug naar Baguio maar had zijn geld thuis laten liggen en dus betaalde ik de busreis voor hem. Natuurlijk had ik meteen gewaarschuwd moeten zijn maar de mededeling dat hij niks bij zich had klonk mij plausibel in de oren. Wij hadden hem immers geheel onverwacht meegenomen. Zoals te doen gebruikelijk tegenwoordig, tekste Allen mij regelmatig en O. zei mij om hem te vragen de volgende keer zijn identiteitskaart van school mee te nemen. Hij geloofde niet dat Allen 19 was. Dit in tegenstelling tot mijn eigen waarneming. Hij was op mij zeer volwassen overgekomen. Maar O. had wel degelijk gelijk toen bleek dat Allen pas 17 was. Het bleek zijn eerste maar beslist niet laatste leugen. Al spoedig had Allen door wanneer O. voor een paar dagen weg was. Hij stuurde dan teksten waarin hij mij vertelde hoezeer hij mij miste en of hij alsjeblieft langs kon komen. Weigeren kon ik hem nooit want ik genoot oprecht van zijn gezelschap en genoot van de aanblik die zijn jonge, gespierde lijf mij bood. De knappe kop erboven maakte het plaatje helemaal af. Toch vermeed ik intiem contact. De wil was er wel degelijk maar ik achtte hem echt te jong. Allen van zijn kant was hierover behoorlijk teleurgesteld maar bleef volhouden. Op een dag Allen was daags ervoor vertrokken- miste ik 500 pesos die ik toch echt tussen mijn onderbroeken in de kast verstopt had. Zou Allen?? Dit idee schoof ik snel terzijde.Waarschijnlijk had ik het zelf uitgegeven en was vergeten waaraan. Het zou beslist de eerste keer niet geweest zijn. Mijn medelander Bert kreeg voor een paar dagen een andere Nederlandse vriend op bezoek samen met zijn Filippijnse vriend. Een mooie gelegenheid voor Bert, zijn vriend Val en onze vrienden Bill en Amy om ons te bezoeken. Allen was er die dag ook en we hadden dus volle bak. Aan het einde van de middag vertrok de groep. Wij stonden met zijn allen buiten bij de autos toen de vriend van de vriend opmerkte dat zijn tas nog binnen lag. Het duurde opvallend lang voor hij weer ten tonele verscheen. Die avond ontdekte O. dat er wat klein spul weg was waaronder een (oude) camera. Op mijn kamer stelde Allen dat hij niks had weggenomen hetgeen naar mijn overtuiging ook moeilijk gekund had want hij droeg een loeistrakke jeans en dito T-shirt (mijn God wat zag hij er weer heerlijk uit!). Een tas had hij niet bij zich. Enige tijd maanden misschien- later ontdekte O. tot grote ontsteltenis dat zijn originele Levis jeans ontbrak tussen zijn kleren. Toen ik Allen voorzichtig vroeg of hij hier iets van wist reageerde hij verontwaardigt. Zoiets zou hij nooit doen. Terugkijkend weet ik het allemaal zo net nog niet. In 2011 waren O. en ik voor de verandering weer in Baguio en Allen tekste met de vraag of wij elkaar konden ontmoeten in Burnham park. Hij was duidelijk over zijn toeren en de reden die hij hiervoor aangaf rechtvaardigde dit. Er was een rechtszaak tegen hem aangespannen en hij moest waarschijnlijk de gevangenis in. Als zoon van een hoofdcipier wist hij heel goed hoe dat moest zijn. Ik vroeg hem wat er precies aan de hand was en hij vertelde hoe hij als bodyguard voor een bekend politicus in La Union in gevecht was geraakt met de body guard van een rivaliserende politicus. Hij had de man een keiharde dreun in het gelaat verkocht en daarbij neus en oogkas gebroken. Frans, prison here is hell on earth besloot hij zijn verhaal en voor het eerst zag ik echte paniek in zijn ogen. De volgende zitting zou eind december plaatsvinden en ik zei hem dat ik daarbij wilde zijn. De dag voor de zitting boekte ik in het mij inmiddels bekende Prime hotel, gunstig gelegen op 20 meter van Baguios hoofdader Session road. Terwijl ik alles met de receptionist aan het doornemen was zoefde er iemand langs mij om vervolgens met een plof op de bank neer te vallen. Het was Allen en wat zag hij er adembenemend uit! We gingen naar boven en ik kon mijn ogen niet van hem af houden. Allen is de enige man in mijn leven geweest die mij een erectie kon bezorgen door alleen maar naar hem te kijken. Dat is geen andere man verder ooit gelukt. Gezien de situatie waarin hij verkeerde vond ik hem uitermate ontspannen. Of voerde hij hier op vakkundige wijze een toneelstukje op? Hij is immers een man die nooit emoties laat zien. Liever toont hij alleen zijn stoere macho kant. Wij aten in een klein en druk restaurant waar overheerlijke spare ribs worden geserveerd. De volgende morgen maakte Allen zich op voor de rechtszaak. Op zijn verzoek had ik een overhemd met lange mouwen meegenomen want dit werd absoluut noodzakelijk geacht. Bij aankomst in het gerechtsgebouw ontmoette ik voor het eerst Allens vader. Een kleine, gezette man van weinig woorden. Het wachten leek een eeuwigheid te duren maar uiteindelijk werd Allen dan toch opgeroepen en opnieuw wachtte ik, ditmaal alleen. Na zon 20 minuten kwam hij weer tevoorschijn. Uitspraak in februari. Het zou beslist op gevangenis uitdraaien. De borgsom, zo stond al vast zou 21.000 pesos bedragen. Nu kreeg ik van mijn tante elk jaar in januari een aardig bedrag belastingvrij overgemaakt en dus beloofde ik Allen die borgsom voor te schieten. Bij het verlaten van de rechtbank zei Allens vader helemaal niets. Sterker: hij liep enkele meters voor ons uit. Allen riep hem om geld te vragen. Dat werd een magere 100 pesos waar je niet echt veel mee doet. Tot eind januari kreeg ik herhaalde oproepen om toch alsjeblieft die borgsom te betalen. Het was met Allen altijd weer afwachten wanneer ik hem zou zien of horen. Het was begin 2012 dat Allen bericht kreeg van zijn opa uit Quezon province. De man heeft een boerderij met een gigantisch stuk grond. Hij had besloten Allen hier een klein deel van te geven. Dit keer ging Allen dus wel heel erg ver weg. Het meest afschuwelijke vond ik het feit dat op de boerderij geen electriciteit was en zelfs geen signaal voor mobiele telefoons. Allens opa zelf woonde in Lopez city en de dagen dat Allen de oude man bezocht kon hij gelukkig wel berichtjes sturen en af en toe op internet komen. Hij vroeg mij bij zijn vader papieren op te halen zoals geboorte akte, schooldiplomas en dergelijke en die naar hem te brengen want hij had ze dringend nodig om de overdracht van de enkele hectaren grond af te ronden. Het beloofde een lange reis voor mij welke ik graag aanvaardde want eindelijk kon ik Allen weer zien. Allen en zwager Vince haalden mij van de bushalte welke op slechts vijf minuten lopen van de woning lag. Binnengekomen stelde Allen mij glimmend van trots aan iedereen voor. Opa, tante, neef en zus. Een uur na aankomst leek het verstandig om maar zo snel mogelijk met de overdracht verder te gaan en wij bezochten enkele instanties waar de nodige papieren werden gecheckt en gekopieerd. Het was juni en behoorlijk warm waardoor het buiten, voor het huis gezeten in een schommelstoel aangenaam verpozen was. Allen verbood mij min of meer hier ooit alleen de stad in te gaan. Te allen tijde moest ik worden vergezeld door hem of Vince. Gevraagd naar het waarom legde hij mij uit dat de NPA* hier actief was. Een rebellerende groep die er op uit is het * New Peoples Army politieke systeem in de Filippijnen omver te werpen en daarbij geen middel schuwt. Buitenlanders zijn een geliefd doelwit voor kidnapping teneinde losgeld te krijgen. De leider van de NPA Jos Mara Sison woont al sinds 1987 in Nederland dus ik vermoed niet dat de rebellen mij ook maar een haar zouden krenken. Allens zus vroeg mij uiteraard, ik ben inmiddels niet anders gewend- het hemd van het lijf en het was zaak dat ik mijn antwoorden nauwkeurig afwoog want men wist niets van onze relatie. Voor de buitenwacht waren wij gewoon goede vrienden. Aan het eind van het gesprek zei ze dat het een blessing was dat ik in de familie was gekomen en ik vermoedde dat zij maar al te goed begreep hoe de vork exact in de steel zat. Dit vermoeden zou 2 jaar later bevestigd worden. Op de boerderij zelf was het echt genieten voor mij. Iets wat de meeste mensen hier gewoon niet kunnen begrijpen, ervan uitgaande dat blanken uitsluitend luxe willen. Een bad nemen deden we onder de pomp op het erf. Allen toonde mij het rijstveld, de Ananas plantage en de Kokospalmen. Hij was begonnen met het planten van Ampalaya, een erg bittere groente die bij uitstek zeer goed is voor diabetici. Hij adviseerde mij bij een volgende trip mijn handdoek mee te nemen want wij zouden gaan zwemmen in een riviertje dat dwars door het land stroomt. Nou viel er niet veel te zwemmen want het water kwam amper boven onze knien maar verfrissend was het beslist. Zijn ooms die dagelijks op de boerderij werken krijgen hulp van een knulletje dat er in de buurt woont. Hij verzette wel wat werk maar was meer bezig met zingen en grappen uithalen. De tweede dag ontdekte ik s middags dat hij mijn brood had opgemaakt en daar was ik even niet blij mee. Ik moest dringend wat eten en de dichtstbijzijnde winkel was al gauw een klein half uur lopen. Allen en ik vertrokken maar hij zag de noodzaak om enige haast te maken niet in. Mijn humeur zakte naar een dieptepunt een teken dat mijn bloedsuikerspiegel echt te laag was- en Allen besloot alleen verder te gaan. Even later kwam hij terug, overhandigde mij een zak met brood, liep met grote passen richting boerderij en keerde zich na een meter of 10 om. And tomorrow you can go back! riep hij nijdig. Die avond wilde hij niets van mij weten. Ik ging alleen naar de tiki hut waar een matras op de grond lag en mopperde wat in mijzelf. Allen, die mij kennelijk gevolgd was vond dat ik mij vreselijk aanstelde. Ik probeerde hem uit te leggen wat er gebeurt in het lichaam van een diabeet wanneer de bloedsuikerspiegel te laag is en dat agressief gedrag een van de symptomen kan zijn. Niet dat de persoon daar zelf bewust voor kiest, het is meer een roep van je lijf om voedsel. Hij gromde wat en kwam naast mij liggen. De volgende morgen leek het voorval te vergeten en enkele weken later informeerde hij regelmatig of ik mijn medicijnen wel had genomen. Ik had het idee dat hij op internet wat speurwerk had verricht. Terug in de stad nam Allens opa ons mee op een tocht ver van huis. Wij kwamen in een gebied waar enkele huisjes stonden en het viel mij direct op dat iedereen de man goed kende. Wij begonnen aan een wandeling door de natuur tot wij bij een brede stroom kwamen waarin enkele mannen druk bezig waren massas kokosnoten bij elkaar te houden terwijl deze met de stroom meedreven. Een perfecte manier van transport bedacht ik. In deze rivier konden wij beslist wel zwemmen. Helder als glas en aangenaam van temperatuur. Opa bleef hoog en droog. Zo in de vrije natuur onder een strak blauwe lucht met uitzicht op heuvels en bossen terwijl het enige geluid dat wij waar konden nemen van vogels kwam, voelde ik mij als een klein kind in een snoepwinkel. Ik wilde alles extra goed in mij opnemen want het scheen mij een ervaring die ik niet snel weer zou beleven. Wij verlieten het terrein dat, zo bleek nu, ook van Allens opa was om verderop in een dorpje wat te eten. In de winkel ernaast kocht ik sigaretten en bij de kassa werd mij gevraagd waar ik vandaan kwam. Im from La Union zei ik nuchter in Tagalog. Beide dames keken mij verbaasd aan, wisten zichtbaar niet hoe hierop te reageren dus ik vertelde hen hoe ik hier gekomen was. Allens vader vond het een geweldig verhaal en hij leek daarna iets anders ten opzichte van mij. Vijf dagen was genoeg geweest en ik keerde terug naar huis, wetend dat Allen goed zat. Begin 2013 wees O. Allen op een door de overheid betaalde cursus Hilot massage waar de cursisten bij goed afronden van de training 750 pesos zouden ontvangen. Dat was niet het belangrijkste natuurlijk. Allen zou een basis hebben om te kunnen starten als masseur waarmee hij na 2 jaar met gemak 500 per clint zou kunnen verdienen en derhalve een zeer goed inkomen zou kunnen verwerven. Een Nederlandse vriend die -zoals elk jaar- bij ons logeerde beloofde Allen de 750 pesos te verdubbelen. Allen begon en na een week deelde hij mede dat hij een speciaal pak een soort uniform voor verplegers en therapeuten- moest hebben. Wij gingen de stad in en vonden dat wat hij nodig had en ik was blij dat de prijzen hier zeer laag zijn. Witte schoenen moest hij trouwens ook nog hebben en deze kocht ik voor hem in een redelijk grote schoenwinkel. Hij zag er gelikt uit die maandagmorgen. Woensdag nam hij mijn camera mee om tijdens de praktijklessen fotos te kunnen maken. De Nederlandse vriend en ik gingen ook naar de cursusplaats zodat hij eveneens fotos kon maken waar Allen ook op stond. Allen was die dag niet op komen dagen. WTF!! Allen was, zo leek het, van de aardbodem te zijn verdwenen. Zijn telefoon was uitgeschakeld zodat ik hem niet bereiken kon. Na een week of zes stuurde hij mij een berichtje. Hij werkte nu in Tarlac bij zijn oom. Ik vroeg hem naar mijn camera omdat ik deze beslist miste. Enkele dagen later verscheen hij even plotseling als hij ervoor verdwenen was. De camera was in Baguio bij zijn broer en hij zou hem de volgende morgen wel even ophalen. Dat was onbegonnen werk. De reis naar Baguio per bus is zeker twee uur en terug is deze echt niks vlotter. En dan ook nog naar Tarlac om te werken betekende nog eens minstens vier uur en ik vertelde Allen dat dit gekkenwerk was. Maanden zonder camera en zonder Allen volgden tot ik het bericht kreeg dat hij in Cavite werkte als body guard voor een wanna be burgemeester, een vriend van zijn vader. Natuurlijk had hij geld nodig om de huur van zijn kamer in een boarding house te betalen. En oh! Hij moest een zwarte broek en dito schoenen kopen. Speciaal voor mij opende hij een Skype account. Regelmatig kon ik lezen dat hij heel erg veel van mij hield wat ik zeker op prijs stelde maar ik wilde hem bij mij hebben en niet 12 uur reizen ver van mij vandaan. Na enkele weken kwam er een ernstig verontrustend bericht. Allen en enkele collegas hadden zich na een achtervolging door body guards van een rivaliserende politicus moeten verstoppen op een boederij. Zij zouden wachten tot het donker werd en ik begreep dat er serieus gevochten was. Allen dacht zelfs dat hij iemand neergeschoten had. Hijzelf was met een flink mes op zijn hoofd geslagen en hij bloedde. De hele avond bleven wij over en weer berichtjes sturen in een waarvan hij mij verzekerde dat ik het was tijdens deze onmiskenbaar zware beproeving die hem de kracht gaf om door te gaan. Uiteindelijk, het was al ruim na middernacht kreeg ik dan te horen dat hij in de aangrenzende provincie in veiligheid was. De volgende morgen vroeg hij of ik geld kon sturen zodat hij de bus naar huis kon nemen. Hij kon beslist niet meer terug naar zijn kamer want het kon zomaar gebeuren dat hij daar opgewacht zou worden. Ik beloofde hem 1000 pesos te sturen waarop hij vroeg er 1500 van te maken zodat hij een nieuw shirt kon kopen want hij zat onder het bloed. Mijn hoop hem nu spoedig weer te zien was een ijdele. Hij moest eerst naar zijn vader zodat hij kon vertellen hoe slecht diens vriend was. Behoorlijk in mijn wiek geschoten vroeg ik hem of zijn pa de terugreis soms betaald had. Wat ik ook aanvoerde, zijn eerste gang was naar Bauang. De dag die volgde bracht nog slechter nieuws. Hij moest met pa mee naar Baguio. Volkomen onbegrijpelijk want, zo redeneerde ik, hij was 21 jaar en kon dus zelf wel bepalen waar hij heen wilde en daarbij kwam dat zijn vader mij eerder had verteld dat Allen slechte vrienden had in Baguio. Later die dag meldde Allen dat zijn vader ervoor had gezorgd dat hij er kon werken bij een oom. Teleurgesteld en woest was ik. Het betekende dat de periode waarin ik Allen niet zag geprolongeerd werd. Overigens had hij mij beloofd na Cavite met mij te gaan samenwonen. Het maakt me niet meer uit wat mensen zeggen had hij mij verteld. Het zou pas november worden voor ik hem weer zag. Allen en ik vonden onze plek aan de rand van San Fernando net even voor San Juan. De eerste weken besteedden wij veel tijd aan het doen van inkopen. Ik moest het appartement inrichten en wij begonnen met helemaal niks. In CSI Mall zocht ik koelkast en fornuis uit waarna ik op aandringen van Allen naar buiten ging. Ik had hem het geld overhandigd en hij zou nu proberen korting te krijgen, iets wat beslist niet zou lukken als ik erbij gestaan had. Het liep tegen Kerstmis, Allen en zijn broer hadden schoolvakantie (beide volgden de opleiding criminology waarover ik ooit tegen Allen had gezegd Waarom die opleiding nog volgen? Je bent al een crimineel) en hadden dus alle tijd om een bar te bouwen. Weer een misrekening mijnerzijds. Oudejaarsavond vierden wij bij Bill en Amy. Allen hield zich wat afzijdig en na ruim een uur kreeg ik een tekstbericht. Waarom ik zo nodig iedereen van alles had moeten vertellen over hem. Ik was mij van geen kwaad bewust en vroeg hem waar hij was want ik zag hem nergens. Op weg naar huis was hij dus. Die nacht nadat ik thuis was gekomen stuurde hij een berichtje met het verzoek de achterdeur te openen. Hij was over het hek geklommen en had zich zo toegang tot de achtertuin verschaft. In mei 2014 beleefde ik het tragisch dieptepunt. Na mijn tweede ziekenhuis opname werd het mij niet toegestaan de rekening aan de kassa op de begane grond te betalen. Ik zou er eens vandoor kunnen gaan zonder betalen! Allen was gekomen om mij op te halen en aangezien er geen andere oplossing voorhanden leek gaf ik hem mijn pasje en pincode. Hij kwam terug met de bon en had iets van de prijs af kunnen krijgen. Hoe nobel. Enkele weken later op een zondagmorgen kwam ik thuis nadat ik in de stad geld had gepind en boodschappen had gekocht. Allen stond op het punt om naar de sportschool te gaan maar zou eerst nog informeren naar de vijf stoelen welke ik wel betaald had maar die nooit geleverd waren. Ik vroeg hem een lichtslang te kopen zodat ik de reclame goed verlicht had s avonds. Hiervoor gaf ik hem 1000 pesos mee. Die avond kwam er een tekstbericht. Hij bleef bij zijn oma die in het ziekenhuis hier was opgenomen. Mijn vraag waarom ze nu weer opgenomen was enkele weken ervoor was ze aan staar geopereerd zoals Allen mij had verteld en toen moest hij ook enkele dagen bij haar blijven- bleef onbeantwoord. Op dinsdagmiddag stuurde ik hem een berichtje dat ik een schoon T-shirt zou brengen want ik wist hoezeer hij gebrand was op schone kleren. In het ziekenhuis bleek oma helemaal niet opgenomen te zijn geweest. Bij de bank ontdekte ik vervolgens dat mijn pasje niet in mijn portemonnee zat. Ik snelde de bank in en daar vonden wij uit dat er na mijn laatste opname op zondag er nog eens ruim 10.000 pesos was opgenomen. Het pasje werd terstond geblokkeerd. Nu moest ik naar het politiebureau om aangifte te doen. Dat nam zon 2 uur in beslag. De agent vroeg of ik een confrontatie wenste. Daar had ik wel degelijk behoefte aan en dus werd die vastgesteld op de volgende vrijdag. Donderdagmorgen belde de agent mij. Of ik ook wist in welke barangay in Bauang Allen woonde. Ik moest hem het antwoord schuldig blijven hetgeen betekende dat men hem niet kon oproepen. Ik probeerde nog vergeefs voor te stellen Allens vader te bellen. De agent moest hem ongetwijfeld kennen als hoofdcipier van de provinciale gevangenis. Maar nee, daar kon geen sprake van zijn. Ik was erg druk rond die tijd met voorbereidingen voor een groot feest en liet het er dus maar bij zitten. De rest van het verhaal komt her en der in de verschillende hoofdstukken nog aan de orde.

TWEEDE AKTE (CloudNine)Allen en ik gingen samen op zoek naar een plek om te wonen en een eetcaf op te zetten. Wij vonden een pand aan de rand van San Fernando. Een splinternieuw gebouw bestaande uit 3 units. Het lag zon 15 tot 20 meter van de verkeersweg en had een flinke tuin aan de achterkant. Wij waren de eerste huurders. Al spoedig bleek de herrie van de autos en bussen enorm binnen te dringen. Na twee weken ging ik met O. samen inkopen doen en bij terugkomst ontdekte ik een natte plek op de vloer. Mijn eerste reactie was omhoog kijken natuurlijk maar ik kon er werkelijk niets verontrustends waarnemen. You got two puppies hoorde ik O. naast mij zeggen. Hij wees naar de trap en inderdaad lagen daar twee puppies te slapen. Dat had Allen mij wel even mogen vertellen! Het idee om twee pups te hebben stond mij totaal niet aan. Ik moest de zaak beneden opbouwen en dat betekende dat de rolluiken aan de voorkant hele dagen open zouden staan. In gedachte zag ik de pups al platgereden op straat liggen. Allen zat normaal gesproken overdag op school maar nu brak gelukkig de kerstvakantie aab en dus konden hij en zijn broer de bar opbouwen. Wat een misrekening! Af en toe verscheen hij, deed soms wat en verdween dan weer voor meerdere dagen. Het schoot beslist niet op. Ondertussen waren de pups nog niet zindelijk en ik had echt geen tijd om veel aandacht aan hen te besteden. Na enkele weken verzocht ik Allen dus om de beestjes alsjeblieft mee terug te nemen naar Bauang waar zijn vader, broer en zus wonen. Op een gegeven moment verscheen Allen maar helemaal niet meer. En dus stond ik er alleen voor. Minder dan vijf minuten lopen achter mijn toko was een sari-sari store* met een groot terras waar ik regelmatig dat staat iets beter dan dagelijks- s avonds een biertje ging drinken. Dat diende twee doelen: de inwendige mens verwennen en mensen uit de buurt leren kennen. De eigenaars, Oscar en zijn vrouw Lorna waren bijzonder aardige mensen. Het was Oscar die mij in contact bracht met een aannemer die de bar, waar Allen en zijn broer 4 weken eerder aan begonnen waren af te maken. Ook zou hij tafels maken en, heel belangrijk, de keuken bouwen achter de bar, in de tuin. Overigens was dit nog in de tijd dat Allen soms plotseling kwam opdagen voor een bliksembezoek. Uitgerekend nu was hij dus weer even aanwezig en vond het een belediging dat ik iemand anders in de arm had genomen en dus vertelde ik de aannemer Rudy dat hij misschien het beste, om de lucht te klaren, Allen kon complimenteren met wat hij al bereikt had. Want het moet gezegd, het zag er goed uit. Het compliment deed inderdaad wonderen en Allen werd weer iets enthousiaster nu. Bar en tafels waren redelijk spoedig af en zagen er goed uit. De bouw van de keuken vergde de nodige tijd. Toen hij af was bleek hij erg laag, duidelijk gemaakt naar Filippijnse maten. Ook bij Oscar ontmoette ik Earl, een intelligente jongeman die mij op een knul wees die een goede barman zou kunnen zijn. Toen ik hem vertelde dat ik een voorpui wilde hebben van hout met een raam erin vertelde hij mij dat zijn oom dat goed kon doen. De oom kwam en leverde perfect werk. Ook maakte hij langs de trap naar boven een afscheiding en zette een mooie deur in elkaar. Vervolgens installeerde hij de bedrading voor de lampen. Erg snel ging het allemaal niet en daar kwam nog eens bij dat de eigenaar van het pand niet erg opschoot met het aanvragen van een vergunning. Zonder die vergunning was er geen huurcontract en die had ik nodig om mijn vergunning aan te kunnen vragen. Uiteindelijk was dit half maart rond en kon de zaak op 22 maart 2014 eindelijk open. Volgens Filippijnse wetgeving kunnen buitenlanders hier geen eigen bezit hebben. Om een zaak te kunnen openen zoals ik dat wenste is het dus noodzakelijk dat je een Filippijnse naam op je officile documenten hebt staan. Daartoe is het absoluut van belang dat je iemand voor 100% kunt vertrouwen. Ik vertrouwde Edward, mijn vriend uit Aringay voldoende en dus kwam de zaak op zijn naam. CloudNine ging draaien! Wrang was wel dat ik de afgelopen maanden de volle huurprijs had moeten betalen ook al kon ik geen vergunning aanvragen. Het geld vloog eruit terwijl er geen inkomsten waren. Nick was barkeeper en Rupert de ober. Liever zie ik gewoon mensen die alle voorkomende taken aan kunnen. Earl was bijna dagelijks aanwezig en hielp met van alles en nog wat. Wanneer Allen in de zaak was was geen van drien erg open. Zij zagen hem absoluut * convience store of: klein winkeltjeniet zitten met al zijn pretenties. Omdat alles zo tergend langzaam was verlopen de afgelopen maanden was er veel meer geld uit gegaan dan ik wilde. Tot overmaat van ramp moest ik in april twee keer worden opgenomen in het ziekenhuis voor een longontsteking. Soms lees je dat mensen overleden zijn aan een verwaarloosde longontsteking. Hoe dat mogelijk is ontgaat mij volkomen. Wat doet dat pijn! Ik heb het uitgeschreeuwd van ellende. Het was alsof ik van binnenuit uit elkaar werd gescheurd. Bij de tweede opname werd er longvocht weggenomen voor onderzoek. Daaruit bleek niets ernstigs gelukkig maar het was behoorlijk pijnlijk in de portemonnee, de kosten voor de twee opnames waren aanzienlijk. Dat kon ik er nog eens bij hebben. Het opzetten van een zaak vergt de nodige tijd. Mensen moeten er weet van hebben dat er iets nieuws is en ik had dan ook niet verwacht dat het direct storm zou lopen. Maar ach, er was geen andere restobar in de buurt dus ik hoopte dat dat in mijn voordeel zou werken. Wishful thinking. Er waren zeker wel vaste klanten maar dat was een handje vol en zij kwamen ook niet dagelijks. Vaak zat Nick verveeld aan een tafeltje, druk bezig met zijn mobieltje terwijl Rupert dan achter de bar op de laptop bezig was. Letterlijk achter de bar, gezeten op een bierkrat dus erg laag. Van buitenaf bekeken niet echt een aantrekkelijk gezicht en dus zei ik hen iets meer zichtbaar te blijven en vooral niet verveeld of doelloos rond te hangen. Voor Nick was dit het sein om naar de keuken te verdwijnen, helemaal maar uit beeld. Later betrapte ik hem eens terwijl hij zijn kunstgebit stond te poetsen in de spoelbak. Een bezigheid die ik niet wens te zien in de bedrijfskeuken. Onze bevriende restaurant eigenaar had mij zijn accountant aangeraden. De man zou voor 10.000 pesos mijn vergunningen regelen en dan voorts elke maand alle benodigde handelingen verrichten voor 4.000 per maand. Er werd een stapel documenten en paperassen bij mij thuis gedumpt zonder enige tekst of uitleg. Zoek het maar uit dus. Het oorspronkelijke bedrag heb ik nooit terug gezien; het was altijd aanzienlijk meer. Eind april diende zich een vriend van Earl aan, DJ Bob. Hij was erg enthousiast en stelde voor een feest te organiseren dat live op de locale radio zou worden uitgezonden. Een hem bekend duo wilde voor een habbekrats optreden. Het idee sprak mij erg aan en wij begonnen de voorbereidingen. Flyers werden gedrukt, plannen gemaakt. Omdat ik dagelijks druk was met de inkopen en het schoonhouden van de bar was het geweldig dat anderen zich met het feest bemoeiden. Maar voor kosten makende zaken moest men toch eerst bij komen. Zo was daar de geluids installatie. Ook moesten er tafels en stoelen gehuurd worden voor het buitengedeelte. Parasols zouden geregeld worden bij diverse firmas. Menig bedrijf adverteert via parasols en dat is allemaal kosteloos. Al met al was het nog een heel geregel. En zo werd het 17 mei, de grote dag. De parasols heb ik nooit gezien en de tafels werden niet gehuurd. Wel had ik twintig extra stoelen die ik kon lenen van de barangay hall. Aan het eind van de middag was het een drukte van belang. De mannen van het geluid waren druk met het installeren van de apparatuur, het duo deed een geluidstest, Rupert verrichtte allerlei hand en spandiensten terwijl Earl en ik druk waren met inkopen en koken. Er moest gegeten worden voordat we los gingen en ook waren er de diverse hapjes nodig voor s avonds. Ik vond Nick druk doende de vloer aan te vegen en vroeg hem naar de keuken te komen om af te wassen. Na vijf miuten herhaalde ik dit verzoek hem erop wijzend dat Earl en ik druk waren met koken en wij de ruimte en keukengerei hard nodig hadden. Nog eens vijf minuten later verzocht ik niet meer maar gebood hem te komen. Dat was het voordeel van werkgever zijn dat ik even vergeten was. Hij bleef enige tijd in de deuropening staan, pakte toen plastic zakjes om de patat in porties te verdelen. Nu was ik al dagen druk bezig geweest, had iedereen genstrueerd en dan krijg je dit. Daar komt nog bij dat ik twee dagen eerder pindas had gekocht die hij met knoflook zou bereiden in hete olie. Dat deed hij de avond erna. Hij toonde niet veel interesse en de pindas eindigden een trieste verbrandingsdood. Nu op de grote avond was de maat vol en ik zei hem in niet mis te verstane woorden dat hij aan de afwas moest en wel terstond. Onder een naar protest riekend ahum! welk om de haverklap herhaald werd, ging hij dan aan de slag. Earl en ik keken elkaar eens aan, trokken onze wenkbrauwen op en gingen verder met onze klussen. De eerste klanten waren binnen en daarvan moest ik op de hoogte gebracht worden vond Rupert. Hij had gelijk want hij vertelde mij in de keuken dat het Allens zus was met een paar vriendinnen. Precies de mensen die ik vanavond niet binnen wenste. Ik maakte haar duidelijk dat na wat Allen mij geflikt had, ik geen enkele Palomique meer wilde zien. (zie hoofdstuk Allen) Het groepje verliet de zaak terwijl anderen er binnen kwamen. De ruimte was snel aardig vol en ook buiten zat al een aantal mensen. Opnieuw kwam Rupert mij halen. Er zat iemand buiten die naar mij had gevraagd. Ik weet niet meer wie het was. Wel weet ik dat ik een aardig gesprek had waarin ik gestoord werd door een luid klinkend Okay achter mij. Ik draaide mij om en zag Nick met zijn tas richting straat snellen en in een jeepney springen nog voor ik ook maar iets kon roepen of doen. Nu moest ik snel naar Earl om te horen of er iets was voorgevallen. Nee, er was niks bijzonders gebeurd tijdens mijn afwezigheid maar Earl wist wel dat Nick het niet kon verkroppen dat iemand anders en dan nog wel jonger ook- hem aanwijzingen gaf. Later die avond stuurde Nick vele vervelende en zelfs dreigende berichten naar Earl. (Wij hebben hem sindsdien nooit meer gezien. Wel vernam ik dat hij zijn broer had gevraagd de 400 pesos die hij claimde op te halen bij mij. Daar kon natuurlijk geen sprake van zijn. Als hij geld wilde diende hij zelf naar mij toe te komen.) De avond eindigde en na aftrek van alle onkosten bleef er bitter weinig over. Teleurstellend dat zeker maar meerdere mensen wisten nu in ieder geval dat CloudNine bestond. Earl, die zojuist zijn baan verloren had en nu vast voor mij zou komen werken had de volgende avond juist vrij gepland. Uit ervaring wisten wij natuurlijk al dat de zondagen altijd rustig waren en dat konden Rupert en ik samen wel aan. Dachten wij. Het was bijna net zo druk als de dag ervoor. Volle bak. Maar geen Earl vandaag en lichtelijk in paniek stuurde ik hem een noodoproep. Hij woont enkele minuten lopen verderop dus binnen de kortste keren kwam hij in galop de zaak in. Helaas bleef het na die zondag beangstigend rustig in de zaak. Men stelde voor dat ik op zaterdagen een videoke zou huren maar ik zag daar geen brood in. 300 pesos per dag voor een tent vol niet bepaald welluidende klanken. Daar kwam nog bij dat wanneer het restaurant daadwerkelijk zou starten ik mijn blikken gericht had op een publiek dat niet op videoke zit te wachten. DJ Bob wilde mij graag aan zijn vader voorstellen. Een 72 jarige accountant die bij een groot bedrijf werkzaam was. Van pensioen wilde de man niets weten. Ik ontmoette een statige, rijzige man. Hij vroeg mij wie mijn accountant was en op mijn antwoord schudde hij zijn grijze hoofd en zei Congratulations, you got yourself the biggest swindler in town. Ik begreep dat de accountant mij vier keer meer had laten betalen dan gebruikelijk. Zon vermoeden had ik al. Bob belde de man over mijn klachten. Daarop kreeg ik een tekstbericht van de accountant waarin hij meedeelde niet meer voor mij te (willen/zullen) werken. De tweede luis die de pels verliet. Rouwig kon ik er beslist niet om zijn. Ondertussen moest ik maar geld in de zaak blijven pompen. Achteraf was de huur natuurlijk veel te hoog. Maar zo bleek wel meer achteraf. Alle goede adviezen kwamen te laat. O. heeft nooit enige hulp aangeboden en Allen liet het ook afweten. De kritiek die zij altijd achteraf hadden was dan niet van de lucht. Mijn zussen hebben een paar keer geholpen. (zie akte Familie) Zonder geld was ik soms gedwongen de deuren dicht te houden. Ik kocht het hoognodige om zelf in leven te blijven. Sigaretten moest ik vaak ontberen tijdens zulke periodes terwijl ik ze dan juist het hardst nodig had. Dagenlang zat ik boven in het apartement en keek op Youtube naar oude series. Regelmatig ook had ik chatsessies met gebruik van video. Een bezigheid uitsluitend voor mensen in een depressie maar dat besef je natuurlijk niet op die momenten. Zoals je je ook niet realiseert dat je er bepaald niet vrolijker van wordt. De ultieme ledigheid. Een nieuwe tegenvaller kwam tijdens het regenseizoen. In de badkamer ontdekte ik een plasje water waarvan ik de herkomst niet kon achterhalen. Na enkele dagen vond ik op meer plekken water in huis en in de bar kwam het water nu door het plafond. Er bleken talloze scheurtjes in de buitenmuur te zitten. Met een regenbui in de bar was het zinloos te openen want er zou geen hond komen. De huisbaas reageerde verschrikt. Enige compensatie voor gederfde inkomsten zat er echter niet in. Het was al met al dermate deprimerend dat ik regelmatig overwoog een overdosis pillen te slikken. Maar ik had de gore moed niet en steeds wanneer ik ten einde raad was kwam er op de een of andere manier hulp. In vele gedaantes. In juli kreeg ik buren. Er zou een salon/spa gebouwd worden. Dat gaf weer hoop maar die vervloog al spoedig toen bleek dat er helemaal geen nieuwe zaak gebouwd werd. De mensen kwamen eens per week hun was doen en verdwenen dan weer. Vrij onverwacht opened in augustus wel de derde unit. Een handel in van alles en nog wat, gerund door een oudere dame die uitsluitend een stel nichten in dienst had. Meer business in de buurt zou goed voor mij kunnen zijn redeneerde ik nog optimistisch. Maar ook dat bleek slechts een illusie te zijn. Rogel was inmiddels bij mij ingetrokken. Ik kende hem al vanaf het eerste jaar dat ik hier woonde. Een lange jongen, niet echt knap maar wel ontzettend lief, ietwat verlegen en daardoor altijd een afwachtende houding aannemend. Toch claimde hij dominant te zijn en ik moet toegeven dat hij het wel in zich had. Het kwam er alleen verdomd moeilijk uit. In tegenstelling tot Allen viel Rogel bij personeel en publiek wel in goede aarde. Zeer tegen mijn zin schafte ik in september een cd/dvd speler aan die ook geschikt was voor videoke. Er zat een cd bij met duizenden liedjes plus een boek waarin deze opgezocht konden worden. Ik zal ruiterlijk toegeven dat het mij alles meeviel en beter- het trok inderdaad meer klanten. Nu was het echt zaak het restaurant gedeelte te gaan openen. Opnieuw vroeg ik mijn zus om een kleine- lening. Ik kreeg een mail terug met de mededeling dat zij met mijn andere zus en broer had overlegd en zij hadden besloten mij niet meer te helpen. Dit nu was voor mijn zaak de absolute doodsteek. Ik had hulp gevraagd zodat ik buiten een houten terras kon bouwen en aardige sfeerverlichting kon ophangen zodat het er vanaf de weg sfeervol zou uitzien en meer de aandacht zou trekken. Na enkele weken kon ik niet meer verder draaien. Ik stuurde Rogel naar zijn familie en vertelde hem het videoke apparaat mee te nemen opdat hij het kon verkopen.

DERDE AKTE De ondergangOp maandag 10 november kwam de huisbaas, samen met zijn secretaresse en Edward met de mededeling dat ik het pand terstond moest verlaten. Volgens hem was ik vier maanden achter met betalen van de huur hetgeen pertinent niet waar was. Een kwitantie had ik slechts n keer ontvangen en ik verkeerde altijd in de veronderstelling dat alles op een goede manier was verlopen. Ik was volkomen van slag, radeloos. Zijn secretaresse noteerde enkele van mijn bezittingen en ik kon kiezen, 40.000 peso mee of niets. Maar eruit moest ik. Er was niemand om mij bij te staan. Aan Edward had ik helemaal niets. Het enige dat hij deed was de geluidsinstallatie claimen als zijnde van hem. Vervolgens ontkoppelde hij de bedrading en pakte aan het eind versterker plus boxen in twee grote plastic zakken. En dus tekende ik. Beter weg met wat geld op zak dan helemaal niks. De huisbaas had erg met mij te doen. Jaja! Stinkend rijk, mij het vel over de oren gehaald en dan alles wat ik genvesteerd heb gewoon jatten. In zijn goedertierendheid wilde hij mij nog wel even naar Plaza hotel brengen. Een mens moet toch ergens slapen nietwaar? Daar aangekomen ging ik, na mijn tassen met kleren, een boek en een enkele foto op tafel te hebben gezet op zoek naar een plek waar ik beltegoed kon kopen. Pal achter het hotel waren wat kleine standjes en bij een ervan stond een alleraardigste knul. Jazeker had hij beltegoed. Hij was maar al te graag bereid om mij van dienst te zijn. In de bar van het hotel dronk ik de nodige biertjes om daarna (niks weerhoudt mij van het slapen) in Morpheus armen weg te zakken. Een lange, doelloze dag volgde. Eten, zo had ik ontdekt kon ik redelijk goedkoop bij restaurant Go Eat! Voortreffelijke gebakken rijst met garnalen. Niets om handen hebbend waren de dagen dodelijk saai en bovendien werd ik continu herinnerd aan wat er zich had afgespeeld. De derde dag kwam Rogel. Hij wist zich met de situatie geen raad. Een groot leider heeft hij zich inderdaad nooit getoond. Altijd die afwachtende houding waar ik zon enorme pesthekel aan heb. Ook op die derde dag kwam een uitnodiging van Edward om naar Aringay (een klein plaatsje op een half uur van San Fernando) te komen waar ik enige tijd zou kunnen verblijven. Dat kwam als geroepen want ik moest eruit, andere mensen zien. Edwards moeder had hem gezegd mij te vragen. Zijn zus die in Canada woont en werkt heeft achter het huis van Edward een eigen huisje en daar kon ik verblijven. Het was juist in de periode van Aringay fiesta. Vele avonden zaten Edward en ik op plaza in een stalletje om bier te drinken. In San Fernando kocht ik een smartphone zodat ik dagelijks toch online kon zijn en, niet geheel onbelangrijk: datingsites kon bezoeken. Diverse mannen jong en oud kwamen op de verschillende sites voorbij maar het was mij allemaal te oppervlakkig. Ik was op zoek naar een partner. Geen avontuurtjes. En man sprong er duidelijk uit maar ik had een vermoeden dat het niet echt serieus was. Dat zou later anders blijken. Op een andere site ontmoette ik Harren. Hij woont in Manila en was voornemens mij snel op te zoeken. Harren liet er bepaald geen gras over groeien en maakte zijn opwachting enkele dagen later al. We zouden in een hotel verbijven omdat ik Edwards moeder niet met een extra gast wilde belasten. Bovendien wilden wij onze privacy hetgeen in huis schier onmogelijk was. Ik haalde Harren van de bus en nam hem eerst mee naar huis waar hij lichtelijk in paniek raakte toen Edwards hond op hem afkwam. Hij vertelde mij half moslim te zijn. Daar begrijp ik weinig van. Half moslim? Is de andere helft dan katholiek? Edward bracht ons naar een resort een aardig stuk buiten de stad waar ons een kamer werd aangeboden waar weinig eer aan te behalen viel. Eten was er niet te krijgen afgezien van zakjes pancit. Bij gebrek aan andere resorts of hotels zagen wij ons genoodzaakt deze kamer te huren. Voordat we naar bed gingen stelde Harren dat ik mij heel goed moest wassen. Ik had immerse een hond geaaid en volgens de Islam zijn honden, net als varkens erg onrein. Met lichte tegenzin begaf ik mij naar de badkamer voor een wasbeurt waar ik zelf allerminst behoefte aan had. Een vrijpartij volgde maar het deed mij niet veel. Eigenlijk wilde ik gewoon lekker gaan slapen. Harren had aanvankelijk voor 2 nachten geboekt maar wekte mij de volgende morgen in alle vroegte. Het uitzendbureau wilde hem die ochtend zien voor een gesprek. Hij had hen geantwoord dat hij in La Union was, minstens 8 uur rijden verwijderd van Manila. Een nieuwe oproep volgde voor de volgende dag en dus moest Harren, daags nadat hij was aangekomen alweer terug. Een behoorlijke tegenvaller voor ons beide want hoewel ik niet enthousiast was na de eerste nacht had het evengoed mooier kunnen worden maar dat was ons dus niet gegeven. Het lot bepaalde anders en ik ben ervan overtuigd dat dat niet zonder reden is. Terug in het centrum van Aringay passeerden wij een plek waar veel mensen en enkele agenten druk bezig waren met iets. Het werd al snel duidelijk waarmee: er lag een dode man in het portaal van een woning. Uit flarden van gesprekken begreep Harren dat het hier een zelfmoord betrof. Voor mij, gezien de omstandigheden waarin ik verkeerde nu niet echt een opbeurende gedachte. Omdat Harren absoluut koffie wilde waar ik alleen maar mee kon instemmen- en dit in Aringay niet verkrijgbaar bleek in dit vroege ochtenduur besloten wij naar Agoo te gaan waar ik een Jollibee wist en Harren mij ervan overtuigde dat daar uitstekende koffie geserveerd wordt. Op de plaza van Agoo waren diverse drumbands met majorettes om de beurt aan het spelen. Het bleek hier om een competitie te gaan. Harren raakte erg onder de indruk van de bands en huppelende meiden hetgeen mij niet goed uitkwam want ik moest echt iets eten. Toen ik hem er op wees dat ik voelde dat mijn bloedsuikerspiegel aan de lage kant raakte een afschuwelijk gevoel. Je bent bibberig door je hele lijf- maakte hij een prachtig uitnodigend gebaar met zijn hand en wij wandelden snel de zaak in voor een heerlijk ontbijt en de onvermijdelijjke koffie. Voor het verlaten van Jollibee drukte hij mij 500 pesos in de hand en voegde er een billjet van 100 aan toe. Voor sigaretten. Ik was tijdens het ontbijt toch iets meer onder de indruk geraakt van Harren. Bij de bushalte wachtte ik met hem totdat de juiste bus arriveerde. Een koel afscheid kussen in het openbaar is niet voor iedereen een doodgewone zaak kennelijk- volgde en ik keerde terug naar Aringay waar het dagelijkse leven weer doorging. Ik had het als taak op mij genomen de planten in de tuin water te geven. Edwards moeder deed dit normal gesproken en soms zijn nichtje- maar het is een vreselijk gedoe. Eerst een emmer vol water pompen waarna met een plastic bakje de planten besproeid dienen te worden. Het betekent ettelijke malen een nieuwe emmer water pompen en aangezien Edwards moeder 72 jaar is en al genoeg om handen heeft vond ik het niet meer dan redelijk deze taak over te nemen. Ook ging ik regelmatig naar de mark tom de boodschappen in huis te halen waarvan ik het merendeel betaalde omdat ik beslist niet op hun kosten wilde leven. Een jongere zus van de moeder kreeg tijdens de geboorte zuurstofgebrek waardoor zij verstandelijk gehandicapt is. Op latere leeftijd kreeg zij de ziekte van Parkinson. Ook zij left hier en heeft veel zorg nodig. Een afschuwelijk voorval voltrok zich op een avond nadat Edward en ik waren thuis gekomen van de plaza. Hij had meer gedronken dan goed voor hem was en vroeg om de haverklap of ik ok was. Op een gegeven moment zal ik waarschijnlijk iets gerriteerd geantwoord hebben. Hij ontplofte. Woedend begon hij te schreeuwen en te tieren dat ik een gast was in zijn huis en dat ik dat had te waarderen enz. enz. Twee bordjes werden naar buiten aan gruzelementen gesmeten voordat hij de telefoon pakte en de politie belde. Veel kon ik uit zijn betoog niet opmaken maar hoorde wel de termen ambassade en transportation to Holland vallen. De herrie die hij veroorzaakte alarmeerde zijn moeder, nicht en neef. Niemand kon hem tot bedaren brengen. Volledig over mijn toeren ging ik naar mijn plek en begon mijn tassen maar te pakken. Wist ook niks anders te bedenken op dat moment en je kunt per slot van rekening maar beter voorbereid zijn op de dingen die komen gaan. Na enige tijd kwam Edward aan de deur. Hij was geheel tot bedaren gekomen en had de politie weer gebeld om hen ervan te verwittigen dat alles op een misverstand berustte. De volgende morgen bood hij mij uitgebreid zijn excuses aan. De waarde daarvan kon ik maar moeilijk inschatten of beter gezegd niet inschatten- want hij wist niet eens meer wat hij allemaal gedaan had. Mijn alarmbel was echter afgegaan en dat betekent zoveel dat het voorval wel degelijk opgeslagen was in mijn kop. Het verblijf verliep verder zonder incidenten en alles liep eigenlijk op rolletjes totdat Edwards moeder behoorlijk aangedaan naar mij toekwam met de mededeling dat door geroddel van de buren haar dochter had vernomen dat haar huis werd verhuurd. Ma was hierdoor erg van streek geraakt. Zij had mij in het huis gelaten om mij te helpen en nu hadden de buren dus alles verkloot want de dochter was niet erg blij met het nieuws dat zij had gekregen, hetgeen alleen maar begrijpelijk is. Om verdere escalatie te voorkomen was het beter wanneer ik dus zou vertrekken. Hoewel ik wist dat deze afgelopen periode slechts van tijdelijke aard zou zijn kwam het toch rauw op mijn dak. Mijn geld was nagenoeg op en ik wist werkelijk niet wat te doen. Eerst moest ik mijn kleren maar eens uitsorteren want veel had ik niet meer nodig wist ik al. Ik vouwde alles netjes op en vond, totaal onverwacht want ik had alles toch al duidelijk gecheckt, nog 2000 pesos in mijn jeans. Die kwamen mij nu wel heel goed van pas. En tas met kleren achtte ik meer dan voldoende. De rest verdeelde ik in twee groepjes; een stapel om heel misschien later nog eens op te halen een kans die ik echter nihil achtte- en eentje die ik aan de familie zou geven. Kleren waar geen eer meer aan te behalen was omdat de kleuren verschoten waren of omdat er gaten in waren gevallen (deze droeg ik vaak thuis teneinde mijn goede kleren te sparen. Een gewoonte die ik lang geleden had overgenomen van Martins moeder) gingen in een grote plastic zak welke ik aan het hek hing voor de vuilnismannen. Nu moest ik nog een zeer aandvaardbare maar desalniettemin kutsmoes verzinnen over mijn plan en ik bedacht dat ik een knul kende in San Fernando, barangay Lingsat. Een jonge jongen die mij dagelijks op facebook of skype benaderde omdat hij sex wilde. Dat hadden we al eens gehad en het was hem erg goed bevallen. Sindsdien meldde hij dagelijks dat hij geil was en langs wilde komen voor een vluggertje. Vruchteloze pogingen want ik wimpelde hem steevast af. Niet dat ik er geen zin had want ik vond het een botergeile knul. Maar het idee van een vluggertje stond en staat mij niet zo aan. Het is allemaal zo leeg en zonder betekenis, iets waar ik geen enkele waarde aan hecht. Nu echter kwam deze Rogelio goed van pas. Plannen om daadwerkelijk naar hem toe te gaan had ik natuurlijk niet maar het kwam zeer geloofwaardig over op Edward en zijn moeder die in tranen afscheid nam en mij nogmaals op het hart drukte dat zij echt graag wilde helpen maar een ruzie met haar dochter wilde voorkomen. De dochter stuurt met regelmaat geld en het is begrijpelijk dat de familie dat niet wil missen. Ik vertrok naar San Fernando en boekte voor twee nachten in Plaza hotel. Kamer 404 had uitzicht op een middelgroot plein waar nu een mini kermis was opgesteld en diverse tentjes met kleding, bling-bling zooi, schoenen enz. Mijn smartphone bracht mij ondanks de beloofde WIFI van het hotel niet op het internet en dus besloot ik de stad in te gaan en weer die overheerlijke gebakken rijst met garnalen te nuttigen waarbij een biertje mijn gevoel van korstondig geluk moest vervolmaken. Tijdens het eten kreeg ik een berichtje van genoemde Rogelio. Hij was zoals gewoonlijk geil en wilde langskomen maar dit keer vroeg hij ook wat zijn kerstcadeau zou zijn. Hij was amper op de hoogte van mijn situatie maar ik beloofde hem mijn smartphone welke ik na morgen nooit meer nodig zou hebben. Die ochtend belde hij mij in alle vroegte wakker en meldde dat hij voor het hotel stond zodat ik nog flink slaperig de gang naar beneden maakte om hem op te halen. Ik had de deur van de kamer nog niet op slot gedaan of ik werd al stevig omarmd en gezoend. Een douche leek mij raadzaam want sex met iemand die nog helemaal klef is van de nacht leek mij nou niet een heel aantrekkelijke gedachte hoewel ik niet het idee had dat het hem ook maar iets uitmaakte. Bij mijn terugkeer in de kamer lag hij al spiernaakt op bed en had er duidelijk zin in. Deze keer zou de allerlaatste zijn en dus besloot ik dat ik maar beter er zoveel mogelijk van genieten kon. Het werd een lange vrijpartij waarbij onze tongen zon beetje elk deel van onze verhitte lichamen streelden. In geen tijden had ik een dergelijke vrijpartij meegemaakt en het deed mij meer dan goed. Misschien ook omdat ik mij had voorgenomen dat de laatste keer wel bijzonder goed mest zijn. Alles aan hem smaakte fantastisch. Beter dan een stevig ontbijt. En toch realiseerde ik mij dat het gewoon platvloerse sex was geweest. Het was niet mooi of betoverend of romantisch. Een ordinaire sexpartij. Niets meer of minder dan dat. Nadat hij een douche had genomen en zich weer ordentelijk gekleed vroeg hij naar de beloofde smartphone. Weer moest ik razendsnel nu want dit had ik stom genoeg niet aan zien komen- een smoes bedenken. Morgenochtend kon hij zich bij de receptie melden en daar zou hij het kleinood dan overhandigd krijgen. Niet geheel tevreden vertrok hij. Onder elke andere omstandigheid zou ik nooit tot dergelijk bedrog gekomen zijn maar nu maakte het allemaal geen zak meer uit. Deze wetenschap gaf mij lucht en een gevoel van blijdschap. Deze laatste dag wilde ik nog eens alle mij zo bekende plekken in San Fernando langs. Nooit eerder was ik mij zo bewust van de winkels, de straathoeken, de ophogingen en gaten in de weg. Ik zoog alle beelden als een dorstige in mij op. Het diende geen enkel doel maar ik genoot intens. Zo was het dus bedoeld; de laatste dag moest mooi en fijn zijn zonder wrok, angst of verdriet. In een internetcaf bezocht ik voor de laatste keer facebook waar ik Rogelio een berichtje stuurde met de mededeling dat mijn telefoon op de markt was gestolen. Als de eerste leugen een feit is volgen de andere een stuk makkelijker. Aan het eind van de middag was het alleen nog maar zaak om rum en cola te kopen en nu kreeg ik de enige teleurstelling van vandaag te verwerken omdat ik net tekort kwam voor een middelgrote fles zodat ik het nu met 250 cc moest doen. Dat had ik mij toch wel even anders voorgesteld. Terug in het hotel zette ik mijzelf aan het schrijven. Een paar persoonlijke brieven aan O. en Edward plus een voor de mensen die mij morgen zouden vinden en eentje die maar op facebook geplaatst moest worden zodat alle bekenden genformeerd zouden zijn moesten het doen. Het op een persoonlijke wijze uiten van mijn gevoelens was nog een aardige klus want hoe zeg je dingen die je absoluut te melden hebt op een manier die niet kwetsend is. Het had geen enkele zin om grof of onbeleefd te zijn nu. Zo wilde ik pertinent geen afscheid nemen. Maar ook was ik volkomen gevoelloos. Het duurde dus geruime tijd voordat ik klaar was terwijl de fles rum geduldig als de ultieme beloning wachtte. Het mocht dan een kleine fles geweest zijn, ik werd er behoorlijk slaperig van. Een mens kan soms zulke foute beslissingen nemen. Geheel tegen mijn wens om nog een keer te ontwaken werd ik pas de volgende morgen wakker, had heel mooie dromen gehad maar wist werkelijk niet meer waar zij over gingen en wie er in voorkwamen. Ik had er mijnn hoofd over kunnen breken om misschien wat terug te kunnen halen maar wat voor zin had het nog? Uitchecken kon tot 13.00 uur en ik had dus nog een paar uurtjes te gaan. Nog een allerlaatste keer de stad in want ik was vast plekjes vergeten gisteren en nu had ik nog even tijd om dit goed te maken. Voor het middaguur was ik terug op de kamer. Ik herlas de brieven, deed ze in verschillende enveloppen welke ik niet dicht plakte. Mijn paspoort legde ik naast de brieven op tafel met erin het adres en telefoon nummer van de Nederlandse ambassade. Ik was zo in de vaste overtuiging dat mijn beslissing de enig juiste was dat ik mij zeer voldaan voelde. Ik had al wel vaker met de gedachte gespeeld alles achter mij te laten maar het boezemde mij elke keer teveel angst in. Mijn God hoe anders was dat nu. Heel feitelijk had ik de verschillende manieren overwogen. Pillen liet ik al snel buiten beschouwing. Het idee dat het niet het beoogde effect zou sorteren waardoor ik wellicht een vegetatief leven zou moeten leiden trok mij in het geheel niet aan. Ophangen was een optie maar om het zo benauwd te krijgen in de laatste ogenblikken zou reden voor paniek kunnen zijn en zo wilde ik beslist niet vertrekken. Verdrinken leek mij zo ongeveer hetzelfde effect te hebben en ook dat idee werd aan de kant gezet. Ik had een mes in mijn tas waarvan ik het idee had dat het vlijmscherp moest zijn. Ik had mij al een paar keer flink verwond aan het kreng en dat moest het dus maar worden. In de badkamer stond een flinke emmer welke goed van pas kwam. Ik vulde hem voor driekwart met water en terwijl ik hem naast het bed plaatste hoorde ik iemand mijn naam roepen. Shit! Hoe kan iemand nu weten dat ik hier ben? was de eerste gedachte. In een automatisme liep ik naar de deur, opende deze en trof niemand. Ik hersloot de deur en ging verder met mijn voorbereidingen. Ik ging op bed liggen en liet mijn linker arm naast het bed hangen. Dit, zo scheen het mij toe, was een goede manier om de juiste plek voor de emmer te bepalen. De deken was keurig naar het voeteneind geslagen en het kussen lag perfect. Dit vond ik erg belangrijk want hoewel de situatie ernstig was wilde ik toch op zijn minst een beetje comfortabel kunnen liggen. Er mocht nog wel een greintje waardigheid resten was mijn idee. Ik was er klaar voor. Opnieuw was er geen wrok, angst of verdriet. Ik zette mij op de rand van het bed, nam het mes en hing mijn arm in het water. Zonder enige emotie sneed ik in mijn pols. Het was niet anders dan bijvoorbeeld een horologe omdoen. Gewoon een handeling waar je niet bij nadenkt. Echt emotieloos. Zelfs het snijden voelde ik niet. Met volle aandacht keek ik toe. Het was een deceptie van de grootste orde. Tergend langzaam kleurde het water maar de door mij verwachtte pulserende stroom bleef uit. Opnieuw het mes erin dus. Het bloedde even iets heviger maar niet voldoende. Wat een kutmes! Maar daar ging mij opeens een licht op. Ik had de lege rumfles nog! In de badkamer sloeg ik deze tegen de muur aan gruzelementen en zocht in alle rust de mij het meest geschikt lijkende scherf eruit. Het glas ging erin als ware mijn pols zachte boter, dat wel. Het vreselijke en zeer gewenste bloeden bleef echter ook nu uit. Opnieuw hoorde ik luid en duidelijk iemand mijn naam roepen en met een ruk draaide ik mij om want het kwam van de andere kant van het bed. En weer zag ik uiteraard- niemand. Hier raakte ik nu even in een lichte paniek. What the fuck!! Het snijden ging nu een stuk minder rustig. Ik wilde eeuwige rust! Was zelfs dat mij nu niet gegund? Al met al ben ik een uur bezig geweest met een zeer bedroevend eindresultaat. Tegen 13.00 uur haalde ik mijn hand uit de emmer en bekeek de zaak eens even. Flinke stukken huid en ook wat vlees dreven in de emmer en ik keek in een behoorlijk gat in mijn pols. Ik nam een bandana, bond deze strak om mijn pols, leegde de emmer in het toilet en spoelde hem om, veegde de glasscherven op de grond bij elkaar om vervolgens de boel rond het bed op orde te brengen. Zwaar teleurgesteld maar ook ontredderd pakte ik de brieven plus paspoort in en vertrok. Hoe vreemd kun je soms doen of denken. Op de weg naar beneden hoopte ik dat de receptionist de bandana niet zou opmerken want dan zou zij geheid weten wat er zich boven afgespeeld had. Pure nonsens natuurlijk maar de gedachte ging niet weg voordat ik de deur achter mij dicht hoorde vallen. Opnieuw stond ik nu op straat, dit keer heel wat minder blij dan daags ervoor. Zonder enig doel voor ogen begon ik te lopen. Ik passeerde plaza en liep almaar door. Aan het het eind van de straat die mij ver van plaza leidde zag ik in de verte groene heuvels. Daar moest ik wezen wist ik nu. Waarschijnlijk was het daar dun bevolkt en er waren bomen genoeg, zo kon ik van hieruit goed zien, om te hangen.

FAMILIEMijn ouders waren Brabanders. Vader kwam uit Elshout en moeder uit Hintham, nu opgenomen in de Gemeente s Hertogenbosch maar destijds nog een buurgemeente daarvan. Mijn grootvaders heb ik nooit gekend. Zij waren voor mijn komst al overleden. Opa van Liempt was ooit burgemeester van Elshout. Mijn vader had daar soms wel prachtige verhalen over. De grootouders van mijn moeder hadden een horecabedrijf (ik weet niet precies wat voor soort maar ik meen mij te herinneren dat mijn moeder me ooit vertelde dat het een bar was). Mijn oma voedde haar kinderen vrij streng op naar ik begrepen heb en vaak heb ik mij afgevraagd of dat met de zaak van haar ouders te maken had. Heeft zij er vreselijke ervaringen opgedaan? Het antwoord op deze vraag zal voor altijd in de schoot der Goden verscholen blijven. Mijn moeder was vier en een half jaar ouder dan mijn vader en zij vertelde mij ooit dat om die reden haar ouders tegen het huwelijk gekant waren. Het moet zon beetje de einge keer geweest zijn dat mijn moeder de wens van haar ouders niet honoreerde. Op 29 augustus 1950 traden mijn ouders in het huwelijk. Ruim twee jaar later werd mijn oudste zus Willy geboren. Mijn moeder was een jaar later in verwachting toen het gezin naar Haarlem verhuisde. Mijn vader had een baan in Amsterdam en Haarlem was aanzienlijk dichterbij dan Den Bosch. Het was winter en mijn vader moest in die tijd overwerken. Mijn moeder moet een vreselijke tijd hebben doorgemaakt. Een kind van amper een jaar, de tweede op komst, zij kende bijna niemand en TV was er niet. Een zwart bakelieten telefoon aan de muur bood haar de enige mogelijkheid om contact met haar familie te onderhouden. In april 1954 werd Dorine geboren. Twee jaar later in juli was ik aan de beurt. Harrie tenslotte maakte het gezin in augustus 1958 compleet. Met hem had ik een haat/liefde verhouding. Mijn moeder had in het ouderlijk huis nog vier zussen en een broer die nooit zouden trouwen en een paar keer per jaar gingen wij daar naartoe. Het was er braaf en zeer katholiek. Mijn vaders familie zag ik meestal bij ons thuis op verjaardagen. Het was dan een drukte van belang. Mijn beeld van beide families heb ik later ernstig moeten bijwerken toen bleek dat mijn coming out niet door iedereen geaccepteerd werd. Een schoonzus van mijn vader die mij altijd hartelijk begroette met drie kussen schijnt typisch Brabants te zijn- liet haar afkeur duidelijk merken. Gekust werd er niet meer. Ik kon een hand krijgen maar het moest wel op afstand. Hier bleek de salontafel van groot nut te zijn. Met Harmen, de eerste vriend met wie ik samenwoonde, logeerde ik enkele dagen bij een oom en tante in Weert. Na ons vertrek moest er een familiebijeenkomst georganiseerd worden waarin mijn oom duidelijk te verstaan werd gegeven dat het volkomen fout was geweest mij met mijn vriend te laten logeren. Mijn oom en tante waren oprecht zeer verontwaardigd. Maar ook aan moeders zijde was het niet helemaal pluis. Het duidelijkste voorbeeld hiervan was de begrafenis van mijn moeder. De hele familie verzamelde in ons huis en in de brede, lange gang stonden mijn zussen en broer met aanhang opgesteld en uiteraard stond ik er ook samen met mijn vriend. Een schoonzus van mijn moeder die eerst mijn vader in de woonkamer had gecondoleerd kwam met uitgestoken hand op mij af, zag mijn vriend en wendde zich vervolgens tot mijn broer. De begroeting hoor ik nog steeds: Ha Harrie, hoe is het met de kinderen? Ze negeerde mij volkomen. Ik was te beleefd in die tijd en zei helemaal niets. Een dergelijke botte houding zou nu het monster in mij naar boven halen. Willy meende dat ik de zaak overdreef. Ik zag het allemaal verkeerd want het waren allemaal heel lieve, aardige mensen. Zij ging hierbij voorbij aan het feit dat ik in het geval van de logeerpartij door mijn oom zelf was ingelicht over de gebeurtenissen. Niet zo heel lang geleden meldde een nichtje van mij zich op facebook. Wij chatten wat over en weer en zij vertelde mij dat haar moeder een zus van mijn vader- meerdere malen zich had afgevraagd hoe het met mij zou gaan. Ik vertelde mijn nichtje dat ik, gezien de negatieve reacties, geen enkele behoefte had gevoeld destijds om de familiebanden verder te onderhouden. Hierop wist zij mij te vertellen dat er inderdaad veel negatief over mij was gepraat maar dat niet de hele familie dezelfde mening was toegedaan. Zo hadden haar ouders altijd een lans voor mij gebroken. Ook vertelde zij mij dat zij er getuige van was geweest toen ik expliciet niet werd uitgenodigd voor de 75e verjaardag van mijn peetoom. Hij wilde geen flikkers op zijn feest. De afgelopen maanden heb ik besloten alle negatieve elementen uit mijn omgeving aan de kant te zetten. Ook mijn zussen en broer want wat wil het geval? Mijn vader vertelde mij dat na de dood van mijn moeder hij Dorine had gevraagd elke maand 500 gulden van zijn rekening op te nemen en deze op een aparte rekening te zetten. Dat geld kon dan na zijn dood verdeeld worden zonder dat er belasting over betaald hoefde te worden. Terwijl hij het hier over had werd hij woedend. Die verdomde belastingen! Ik hb al belasting over dat geld betaald! Van al het geld dat Dorine van de rekening heeft gehaald heb ik nimmer een cent gezien. Wel mocht ik aanschouwen hoe zij de muur tussen keuken en woonkamer had laten uitbreken en een luxe inbouwkeuken had aangeschaft. En terwijl er dan toch gebroken en gebouwd werd kon er meteen ook wel een, eveneens luxe, badkamer geplaatst worden. Hoe een gezin met drie jonge kinderen zich dit kon veroorloven is mij een raadsel. Overigens is er nooit ook maar een poging ondernomen om mijn beweringen te ontkrachten hetgeen mij sterkt in de idee dat ik het wel degelijk bij het rechte eind heb. Enige maanden geleden kreeg ik van Willy een mail waarbij de gal bijkans van mijn scherm afdroop. Nadat de familie mij in oktober had gemeld mij niet meer te willen helpen had ik gemaild dat ik precies wist hoe de vork in de steel zat en dat ik donders goed wist wat Dorine gedaan had en Willy indertijd, na de dood van mijn vader de sieraden uit veiligheidsoverwegingen mee naar huis had genomen. Aan mijn geheugen mankeert niks. Nu werd ik zo ongeveer voor leugenaar uitgemaakt en hiermee werd mijn vader dus ook als leugenaar weg gezet. Jij weet heel goed dat Dorine goudeerlijk is! Over de sieraden had ze nu een nieuw verhaal, geheel anders dan de versie die zij mij twee jaar na de dood van mijn vader op de mouw spelde. De sieraden zouden in het jaar na mijn vaders overlijden bij haar thuis onder ons vieren verdeeld worden. Toen ik twee jaar later niks hierover vernomen had belde ik haar maar eens om te informeren hoe het zat. Zij vertelde toen helemaal van niks te weten, zij had de sieraden niet. Ik wist wel degelijk dat zij ze wel had natuurlijk maar aangezien ik geen behoefte had aan mot in de familie ging ik er verder niet op in. In haar laatste email komt zij dus met een geheel andere versie van het gebeuren. De spin is vergeten wat zij destijds verteld had. Zij had de sieraden mee naar huis genomen uit emotionele overwegingen. Zozo! Nee maar! Had zij zich nooit afgevraagd of zus en broers misschien emoties hadden? En zat Willy destijds avond aan avond treurend tussen de ringen, oorbellen enz? Had zij daar werkelijk het hele assortiment bij nodig? Grappige bijkomstigheid is dat zij alle sieraden dus voor zichzelf wenste te houden. Toen haar zoon jaren later letterlijk niet goed werd van het gymnasium en thuis te kennen gaf dat hij dolgraag edelsmid wilde worden had dat nog de nodige voeten in de aarde. Aan de telefoon vertelde Willy mij dat ze het heel erg jammer vond dat hij nu de enige niet-beta in het gezin was. Het leek haast belangrijker dan het feit dat hij een richting