is toepassing van de niosh-formule geschikt om de...
TRANSCRIPT
IS TOEPASSING VAN DE NIOSH-FORMULE GESCHIKT OM DE ACTIE LIMIET VOOR GEWICHTEN VAN BLOKKEN VOOR METSELEN EN LIJMEN TE BEPALEN?
April 2002
Auteurs: P. Kuijer R. Grouwstra H. van der Molen
M. Frings-Dresen © Stichting Arbouw, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave, noch middels deze uitgave verkregen gegevens mogen in enige vorm of op enige wijze zonder voorgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt. Hoewel bij de samenstelling van deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Arbouw aanvaardt geen aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade ontstaan door of verband houdende met toepassing van door Arbouw gepubliceerde uitgaven.
2
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING....................................................................................... 5
1. INLEIDING........................................................................................ 7
2. METHODE ........................................................................................ 8
2.1. Inventarisatie ........................................................................................ 8
Natuursteenblokken, keramische blokken en gipsblokken .................................. 8
Kalkzandsteenblokken ............................................................................. 9
Cellenbetonblokken ................................................................................ 9
Betonsteenblokken ................................................................................. 9
2.2. Literatuuronderzoek ............................................................................... 9
2.3. Werkplekmetingen ................................................................................10
3. RESULTATEN...................................................................................11
3.1. Inventarisatie .......................................................................................11
3.2. Literatuuronderzoek ..............................................................................11
Gebruikte literatuur ...............................................................................11
Subvraagstellingen ................................................................................11
3.3. Werkplekmetingen ................................................................................16
4. DISCUSSIE .......................................................................................18
4.1. Huidige blokken ...................................................................................18
4.2. Nieuw te ontwikkelen blokken..................................................................19
4.3. AL voor blokken?.................................................................................19
5. CONCLUSIE .....................................................................................21
6. AANBEVELING.................................................................................22
7. DANKWOORD ..................................................................................23
8. LITERATUUR ...................................................................................24
Bijlage I Scoreformulier werkplek ....................................................................27
Bijlage II Inventarisatie van blokken..................................................................28
3
4
SAMENVATTING In het kader van de CAO onderhandelingen is Arbouw gevraagd te adviseren over de
maximale gewichtsgrens (Actie Limiet) (AL) van blokken voor metselen en lijmen in de
bouw, die door 90% van de mannelijke werknemers zonder risico op gezondheidsschade
handmatig kan worden verwerkt. Arbouw heeft het Coronel Instituut voor Arbeid, Milieu
en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam in
samenwerking met ERGOcare en het Tilproject van de Faculteit der
Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam, gevraagd de volgende
vraagstelling te beantwoorden:
‘Zijn de door Arbouw gehanteerde methoden geschikt om een algemeen geldende AL voor
het gewicht van blokken tijdens metselen en lijmen vast te stellen?’
Het onderzoek bestond uit een inventarisatie van blokken, een literatuuronderzoek en
metingen op bouwplaatsen. Een inventarisatie van blokken die in de bouw worden gebruikt,
is verkregen door de producenten te benaderen. De bestudeerde literatuur bestond uit
relevante Arbouw rapporten, literatuur aangedragen door contactpersonen, literatuur
verkregen uit het wetenschappelijke databestand PubMed en literatuur uit een eigen
databestand met behulp van de zoektermen ‘NIOSH’ en ‘tillen’. De werkplekmetingen zijn
verricht om een beeld te krijgen van op welke wijze de blokken worden verwerkt en om
metingen voor de NIOSH formule uit te voeren.
Arbouw hanteert de NIOSH formule om te komen tot een AL voor de gewichten van
blokken. Uit de geraadpleegde literatuur blijkt dat door toepassing van de NIOSH formule
alleen een valide ordening in de zwaarte van tilsituaties kan worden aangebracht. Geen
onderbouwde uitspraak kan worden gedaan over de grootte van het risico op
gezondheidsklachten gegeven een bepaald gewicht. Bovendien lijkt het zo te zijn dat de
belangrijkste factoren uit NIOSH formule (de horizontale factor en de frequentiefactor) niet
betrouwbaar te meten zijn in de praktijk. In de Arbouw rapporten zijn alleen gemiddelde
waarden gebruikt voor de NIOSH formule. Geen gegevens zijn vermeld over spreiding van
bijvoorbeeld de horizontale factor en de frequentiefactor. Uit de werkplekmetingen kwam
naar voren dat er sprake was van een behoorlijke spreiding van de verschillende factoren
voor de NIOSH formule. Daarnaast mag de NIOSH formule, gegeven een aantal
verzwarende omstandigheden bij het metselen en lijmen van blokken, niet in iedere situatie
worden toegepast.
De conclusie is dat de NIOSH formule niet geschikt is om te komen tot een algemeen
geldende maximale gewichtsgrens van blokken voor metselen en lijmen in de bouw, die
door 90% van de mannelijke werknemers zonder risico op gezondheidsschade handmatig
5
kan worden verwerkt (AL). De voorspellende waarde van de NIOSH formule voor het
optreden van gezondheidsklachten is namelijk beperkt, de betrouwbaarheid van de metingen
in de praktijk zijn waarschijnlijk onvoldoende en de NIOSH formule mag niet in iedere
tilsituatie worden toegepast. Daarnaast is niet bekend op welke wijze de nieuw te
ontwikkelen blokken, met een gewicht conform de AL, handmatig worden verwerkt. Dit
kan grote gevolgen hebben voor de fysieke belasting en dus op het risico van
gezondheidsklachten. Opgemerkt dient te worden dat er ook geen andere methoden bestaan
die met zekerheid kunnen aangeven dat 90% van de mannelijke werknemers worden
beschermd.
Een aanvaardbaar tilgewicht kan daarom beter worden gedefinieerd in meer algemene
termen dan in termen van bescherming van een exact percentage van de mannelijke
werknemers zoals gedaan is in de AL. Bijvoorbeeld, een aanvaardbaar tilgewicht is een
gewicht dat gezien de stand van de wetenschap niet leidt tot een verhoogd risico op klachten
aan het bewegingsapparaat. Een dergelijk tilgewicht kan worden bepaald door gebruik te
maken van de NIOSH formule, de ervaringen van de medewerkers die blokken metselen en
lijmen, en meer specifieke meetmethoden voor het bepalen van de fysieke belasting voor
rug en schouders.
6
1. INLEIDING In het kader van de CAO onderhandelingen is Arbouw gevraagd te adviseren over de
maximale gewichtsgrens van blokken voor metselen en lijmen in de bouw, die door
werknemers zonder risico op gezondheidsschade handmatig kan worden verwerkt. Er wordt
over blokken gesproken als eenheden met twee handen worden verwerkt. Dit betekent
onderzoeksmatig dat met een zo groot mogelijke zekerheid aangegeven dient te worden of
het gewicht van een blok, rekening houdend met duur en frequentie, in het groene gebied
valt conform de classificering van de Arbouw-bladen (dat wil zeggen onder de Actie Limiet
– AL).
Arbouw heeft het Coronel Instituut voor Arbeid, Milieu en Gezondheid, Academisch
Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam in samenwerking met ERGOcare en het
Tilproject van de Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam,
gevraagd de volgende twee vraagstellingen te beantwoorden:
1) ‘Zijn de door Arbouw gehanteerde methoden geschikt om een algemeen geldende AL
voor het gewicht van blokken tijdens metselen en lijmen vast te stellen?’
2) ‘Wat is de AL voor het gewicht van blokken tijdens metselen en lijmen bij
verschillende werkmethoden en productiehoeveelheden?’
In dit rapport wordt, conform het voorstel (23 juli 2001 ‘Actie Limiet voor gewichten van
blokken voor metselen en lijmen’) en de opdrachtbevestiging (brief van 1 november 2001,
kenmerk: o&o.01.203 HvdM/yc) antwoord gegeven op de eerste vraagstelling.
7
2. METHODE
Het onderzoek bestond uit een inventarisatie van blokken, een literatuuronderzoek en
metingen op bouwwerkplaatsen.
2.1. Inventarisatie
Een inventarisatie is gemaakt van welke type blokken in de bouw worden gebruikt. Van
ieder blok dienden de volgende kenmerken beschreven te worden: leverancier, typenummer,
drooggewicht, afmetingen (lxbxh), werkmethode (1-handig, 2-handig of mechanisch),
verwerkingsmethode (lijmen of metselen), aanwezigheid van speciale vormen (velsranden),
aanwezigheid van duimgaten, en zo mogelijk gegevens over de verkoop. Om een overzicht
te krijgen van alle gebruikte blokken voor metselen en lijmen in de bouw is contact gezocht
met het Nederlands Normalisatie-instituut (NN-i) te Delft. De heer L. Steenman van het
NN-i adviseerde om de inventarisatie op te delen in productgroepen. De volgende
productgroepen bestaan: natuursteen, keramische blokken en stenen (metselbaksteen),
kalkzandsteen, betonsteen, cellenbeton en gips.
Voor de inventarisatie per productgroep is contact gezocht met de brancheorganisaties van
de verschillende constructiematerialen, te weten: Koninklijk Verbond van Nederlandse
Baksteenfabrikanten voor metselbaksteen, Coöperatieve Verkoop- en productievereniging
van Kalkzandsteen producenten (CVK) voor kalkzandsteen, Stichting betonfabrikanten van
bouwblokken en –stenen en MBI voor betonsteen, Ytong voor cellenbeton, het Bedrijfschap
Natuursteen voor natuursteen. Daarnaast is GIBO benaderd voor gipsblokken.
Natuursteenblokken, keramische blokken en gipsblokken
Drie type blokken zijn, na overleg met brancheleden en Arbouw buiten beschouwing
gelaten: natuursteenblokken, keramische blokken en gipsblokken. De heer Nuvelstein van
het Bedrijfschap Natuursteen gaf aan dat het percentage natuursteen dat wordt gebruikt in de
bouw in Nederland minimaal is. De blokken natuursteen zijn niet genormaliseerd. Het zijn
afzonderlijke partijen met afwijkende maatvoering. Het is daarom niet mogelijk hier een
overzicht van te maken. De heer Koers van Het Koninklijk Verbond van Nederlandse
baksteenfabrikanten gaf aan dat er haast geen keramische blokken bestaan, met uitzondering
van een klein percentage speciale binnenwand blokken van keramisch materiaal. De
gipsblokken zijn buiten beschouwing gelaten op advies van Arbouw omdat de
gipsblokstellers onder een andere CAO vallen en buiten het domein van het A-blad metselen
en lijmen vallen.
8
Kalkzandsteenblokken
Voor de inventarisatie van de kalkzandsteenblokken is een bezoek gebracht aan CVK-
kalkzandsteen in Hilversum. Daar is gesproken met de heer J. Riezebos. De heer Riezebos
is hoofd bouwtechniek van CVK en heeft de meeste informatie kunnen geven over de
blokeigenschappen.
Cellenbetonblokken
Voor cellenbetonblokken is een bezoek gebracht aan Ytong te Vuren en is gesproken met de
heren G.J. de Groot en J. Teeuw. Zij hebben de informatie gegeven over de
blokeigenschappen.
Betonsteenblokken
Voor betonsteenblokken is in eerste instantie contact opgenomen met de heer J. van der
Wurf van BFBN en vervolgens met de heer H. van den Heuvel van MBI. De heer van den
Heuvel heeft het blokken assortiment van MBI en BIA (de twee grootste producenten van
betonsteenblokken) geleverd. Ook heeft hij een mondelinge toelichting gegeven over de
eigenschappen van de betonsteenblokken.
2.2. Literatuuronderzoek
De onderzoeksvraag ‘Zijn de door Arbouw gehanteerde methoden geschikt om een
algemeen geldende AL voor het gewicht van blokken tijdens metselen en lijmen vast te
stellen?’ is opgedeeld in de volgende negen subvraagstellingen:
1. Wat is de definitie van AL?
2. Welke methode heeft Arbouw gebruikt voor het bepalen van de AL bij het metselen en
lijmen van blokken?
3. Welke gegevens worden door deze methode gebruikt om tot schatting van het maximale
gewicht te komen?
4. Welke overige randvoorwaarden worden aan het gebruik van deze methode gesteld?
5. Wordt deze methode als valide en betrouwbaar beoordeeld in de wetenschappelijke
literatuur om te komen tot een maximaal gewicht? Validiteit is gedefinieerd als antwoord
op de vraag ‘Heeft de methode een voorspellende waarde voor het optreden van
gezondheidsklachten?’. Betrouwbaarheid is gedefinieerd als antwoord op de vraag
‘Wordt bij het herhaald toepassen van de methode door dezelfde of verschillende
personen de juiste meetwaarde verkregen?’.
9
6. Zijn de benodigde gegevens bij het metselen en lijmen van blokken op een betrouwbare
manier verkregen?
7. Voldoen het metselen en lijmen van blokken aan de gestelde randvoorwaarden?
8. Zijn er geen fouten gemaakt in de berekening bij het toepassen van de methode?
9. Is de definitie van het maximale gewicht bij deze methode gelijk aan de definitie van de
AL?
De volgende literatuur voor het beantwoorden van de subvraagstellingen is gebruikt. In de
eerste plaats zijn de relevante Arbouw rapporten bestudeerd. Daarnaast is in PubMed
(databestand van internationale wetenschappelijke tijdschriften over onder andere werk,
fysieke belasting en gezondheid) gezocht met de woorden ‘NIOSH’ (naam van de door
Arbouw gebruikte methode) in combinatie (‘AND’) met het woord ‘lifting’ (tillen).
Daarnaast is relevante literatuur gebruikt die werd aangedragen door de diverse
contactpersonen. Tot slot is uit een eigen databestand relevante Nederlandstalige en
internationale literatuur verzameld over ‘NIOSH’ en ‘tillen’.
2.3. Werkplekmetingen
Om een beeld te krijgen van het werken met blokken zijn in totaal op drie bouwplaatsen
observaties verricht en metingen uitgevoerd. Het beoordelingsformulier is weergegeven in
bijlage I.
Op de drie bouwplaatsen werden de volgende blokken gehanteerd: Ytong G4/600, CVK
L214/148 en CVK V100/198. Iedere blok werd tijdens de observaties door één medewerker
verwerkt. Tevens is de door Arbouw gehanteerde methode om te komen tot een AL voor
blokken toegepast. Per blok zijn in totaal drie metingen door dezelfde persoon verricht. De
observatie startte met het gedurende 15 minuten bijhouden van het aantal blokken dat werd
verwerkt. Deze informatie is gebruikt om de tilfrequentie te bepalen. De tilduur gedurende
een dag is niet gemeten. Deze is gebaseerd op de gegevens van Arbouw. Vervolgens zijn
drie metingen verricht. De metingen bestonden in ieder geval uit een veel voorkomende
tilsituatie en een ‘ongunstige’ tilsituatie. De veelvoorkomende tilsituatie is bepaald op basis
van de observaties. De ‘ongunstige’ situatie is bepaald in overleg met de medewerker.
10
3. RESULTATEN
3.1. Inventarisatie
De kenmerken van de blokken zijn vermeld in bijlage II. De massa van de blokken die
handmatig worden verwerkt, varieert tussen de 3,0 en 18,0 kg. De producenten hebben op
verschillende wijze aangegeven wat de meest verkochte blokken waren. De massa van de
meest verkochte blokken van Ytong die handmatig worden verwerkt, bedragen 7,9 kg, 8,9
kg en 9,2 kg. De massa van de ‘meest verkochte blokken’ van CVK bedragen 9,0 kg, 13,0
kg en 14,0 kg. De massa van de meest verkochte blokken (‘top 3’) van MBI bedragen 8,5
kg, 9,0 kg en 14,7 kg en van BIA 8,2 kg, 12,7 kg en 17,5 kg en 7,3 kg, 11,2 kg en 15,4
kg.
3.2. Literatuuronderzoek
Gebruikte literatuur
De geraadpleegde Arbouw rapporten zijn getiteld ‘Risico-inventarisatie en -evaluatie fysieke
belasting. Deel 1: metselen van stenen en blokken, Deel 2:Lijmen van stenen, blokken en
elementen’ 1 en ‘A-blad metselen en lijmen (eindconcept)’ 2. De zoekstrategie in Pubmed
leverde 71 artikelen op. Twee artikelen verschaften informatie over het risico op klachten
aan het bewegingsapparaat 7,14. Drie artikelen behandelden de betrouwbaarheid (‘accuracy’)
van de NIOSH formule. Deze artikelen 4,5,13 zijn voor dit onderzoek gebruikt. De literatuur
die werd aangedragen door een contactpersoon was het rapport van de SAOB 9. Tot slot is
uit het eigen databestand het rapport van de Gezondheidsraad 6 geselecteerd en artikelen van
Waters et al. 15 en van Vink et al. 11,12 over de NIOSH formule. Deze literatuur is gebruikt
om de negen subvraagstellingen te beantwoorden.
Subvraagstellingen
1. Wat is de definitie van AL?
De AL wordt omschreven als ‘De AL is veilig voor 90% van de werkende mannen’ (citaat
pagina i uit de samenvatting) 1. ‘Onder de AL spreekt men van een ‘groene’ situatie,
hetgeen aangeeft dat het risico op gezondheidsschade klein is (citaat pagina i uit de
samenvatting) 1. De richtlijn geldt voor groepen en niet voor individuen (citaat pagina i uit
de samenvatting) 1.
2. Welke methode heeft Arbouw gebruikt voor het bepalen van de AL bij het metselen en
lijmen van blokken?
11
Het metselen van blokken wordt beschreven met de activiteiten bukken, reiken, tillen en
dragen. Hoewel het niet expliciet wordt vermeld in het rapport 1, lijkt het metselen van
blokken met name te worden gezien als tilbelasting.
Het lijmen van blokken wordt ook beschreven met de activiteiten bukken, reiken, tillen en
dragen. Het lijmen van blokken wordt gezien als tilbelasting (Deel 2: pagina 19) 1.
De fysieke belasting tijdens tillen is beoordeeld met de ‘til–ADVISEUR’. Dit is een
software pakket, waarmee tilsituaties kunnen worden beoordeeld met behulp van de NIOSH
formule 1.
3. Welke gegevens worden door deze methode gebruikt om tot een schatting van het
maximale gewicht te komen?
De NIOSH formule gebruikt de volgende zes factoren 6,15:
1. Horizontale factor (Hf)
2. Verticale factor (Vf)
3. Verticale afstandsfactor (VAf)
4. Asymmetriefactor (Af)
5. Frequentiefactor (Ff)
6. Gripfactor (Gf)
Voor de definitie van de factoren wordt verwezen naar de Nederlandstalige publicatie van
Vink et al. 12.
4. Welke overige randvoorwaarden worden aan het gebruik van deze methode gesteld?
De NIOSH formule mag niet worden gebruikt wanneer er sprake is van 6,11,15:
• Tillen met één hand
• Herhaald tillen gedurende een werkdag van meer dan 8 uur
• Tillen en het uitvoeren van andere zware werkzaamheden zoals dragen, duwen en
klimmen
• Geknield of zittend tillen
• Tillen waarbij de manoeuvreerruimte beperkt is
• Tillen van onstabiele objecten
• Tillen in combinatie met duwen, trekken of lopen
• Tillen met hulpmiddelen
• Tillen waarbij hoge versnellingen optreden
• Tillen waarbij sprake is van een slecht vloercontact
• Tillen in een warme, koude of vochtige omgeving
• Tillen met twee personen.
12
5. Wordt deze methode als valide en betrouwbaar beoordeeld in de wetenschappelijke
literatuur om te komen tot een maximaal gewicht?
In 1995 concludeerde de Gezondheidsraad 6 over de validiteit ‘dat door toepassing van de
NIOSH formule een valide ordening in de zwaarte van tilsituaties aangebracht kan worden.
Het is daarmee één van de instrumenten die bij de preventie van gezondheidsschade door
tillen kan worden ingezet. De NIOSH formule heeft het karakter van een ‘best evidence’-
benadering. Dit laatste betreft zowel de in de formule opgenomen factoren als de wijze
waarop deze gewogen zijn. Hiermee geeft de commissie tevens aan dat er beperkingen zijn’
(pagina 29 ‘Oordeel over de NIOSH formule’). Een belangrijke beperking is dat de formule
niet is gebaseerd op exacte gegevens betreffende de daarmee te voorkómen
gezondheidsschade op individueel of groepsniveau. Daardoor kan geen onderbouwde
uitspraak worden gedaan over de grootte van het risico op gezondheidsklachten gegeven een
bepaald gewicht. Sinds het verschijnen van het rapport van de Gezondheidsraad zijn twee
onderzoeken uitgevoerd die een relatie leggen tussen de NIOSH formule en het risico op
rugklachten. Waters et al. 14 vonden een meer dan twee keer zo groot risico op rugklachten
bij beroepen waar het getilde gewicht tussen de twee en drie keer zo groot was als het
aanbevolen maximale gewicht volgens de NIOSH formule. Bij tilgewichten die groter waren
dan drie keer het aanbevolen maximale gewicht, vonden zij geen verhoogd risico op
rugklachten. Dit zou op basis van een dosis-respons relatie wel te verwachten zijn. Waters
et al. verklaarden dit onder andere door een mogelijke uitval van werknemers met lage
rugklachten in beroepen waar het risico meer dan drie keer zo groot was als het aanbevolen
maximale gewicht. Marras et al. 7 pasten de NIOSH formule toe op een reeds beschikbaar
databestand van klachten bij werknemers en van min of meer vergelijkbare kenmerken van
tilsituaties zoals gehanteerd in de NIOSH formule. Zij concludeerden dat de NIOSH
formule goed in staat was om beroepen met een hoog risico (tilgewicht is meer dan drie zo
groot als het aanbevolen maximale gewicht volgens de NIOSH formule) te identificeren. De
NIOSH formule was niet goed in staat om beroepen met een laag (tilgewicht is kleiner dan
het aanbevolen maximale gewicht volgens de NIOSH formule) en een enigszins verhoogd
(tilgewicht is groter dan één keer en kleiner dan drie keer het aanbevolen maximale gewicht
volgens de NIOSH formule) risico te identificeren. De NIOSH formule heeft dus een
beperkte validiteit.
De Gezondheidsraad deed geen uitspraak over de betrouwbaarheid van de methode. Drie
artikelen uit het databestand PubMed behandelden de betrouwbaarheid (‘accuracy’) van de
NIOSH formule. Waters et al. 13 onderzochten in een laboratoriumsituatie in hoeverre 27
niet-ergonomen na een dag training de verschillende factoren betrouwbaar konden bepalen.
Tussen de dag training en het bepalen van de betrouwbaarheid zaten 8 weken. De massa van
het object, de duur van het tillen en de frequentie van het tillen werden niet bepaald. De
13
belangrijkste twee conclusies waren dat 1) de interindividuele spreiding klein was (en dus de
betrouwbaarheid goed was - eigen toevoeging), met name voor de belangrijkste factor: de
horizontale afstand, en 2) de gripfactor en de asymmetriefactor het minst betrouwbaar
(doch acceptabel – eigen toevoeging) werden gemeten.
Burdorf en Van der Beek 4 plaatsten enkele kritische kanttekeningen bij dit onderzoek. Zij
stelden dat de meetfouten in de praktijk groter kunnen zijn doordat een tiltaak in een echte
arbeidssituatie minder gestandaardiseerd is. Bovendien stelden zij dat slechts vier van de zes
factoren zijn onderzocht. Het bepalen van de frequentiefactor op basis van onder andere de
tilfrequentie tijdens een representatieve periode van 15 minuten tillen en het bepalen van de
duur van het tillen gedurende een werkdag is volgens hen verre van gemakkelijk. Daarbij
komt nog dat de frequentiefactor het zwaarst meetelt in de NIOSH formule. De
betrouwbaarheid van de metingen speelt daarom een grote rol in de bruikbaarheid van de
NIOSH methode.
De kritische kanttekeningen van Burdorf en Van der Beek worden bevestigd in het
onderzoek van Dempsey et al. 5. Zij onderzochten in hoeverre de zes factoren van de
NIOSH formule in een laboratoriumsituatie bij verschillende enkelvoudige en meervoudige
(palletizeren) tiltaken betrouwbaar konden worden bepaald. De tiltaken werden beoordeeld
door 8 personen die een vier uur durende training hadden gevolgd. Zij concludeerden dat
significante verschillen werden gevonden tussen de werkelijk waarden en de door de 8
personen bepaalde waarden. Opvallend was dat de grootste meetfouten werden gemaakt bij
de twee belangrijkste factoren uit de NIOSH formule namelijk de frequentiefactor en
horizontale factor. Dit betekent dat hoge eisen dienen te worden gesteld aan de meetstrategie
om betrouwbare gegevens te krijgen. De vraag is in hoeverre dit haalbaar is bij metingen in
de praktijk. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat de belangrijkste factoren uit NIOSH
formule (de horizontale factor en de frequentiefactor) niet betrouwbaar te meten zijn in de
praktijk.
6. Zijn de benodigde gegevens bij het metselen en lijmen van blokken op een betrouwbare
manier verkregen?
In het rapport 1 wordt vermeld dat de NIOSH formule is toegepast voor het van de grond af
werken en voor het op hoogte werken bij het metselen en lijmen van blokken (deel 1, pagina
26 en 27 en deel 2 pagina 19 en 20). Geen gegevens zijn vermeld over hoeveel metingen
zijn verricht bij hoeveel medewerkers (in ieder geval 8 medewerkers bij het lijmen van
blokken) en bij welke type blokken deze metingen zijn uitgevoerd tijdens het metselen en
lijmen. Tevens is niet vermeld op welke wijze de variabelen van de NIOSH formule precies
zijn gemeten. De horizontale factor, asymmetriefactor, frequentiefactor, gripfactor zijn
bepaald op basis van een gemiddelde meetwaarde (zie tabel 1). Geen informatie is gegeven
14
over spreiding rond het gemiddelde. De verticale factor en de verticale afstandsfactor is
bepaald op basis van metselen en lijmen van blokken van laag bij de grond en op hoogte (zie
tabel 1), waarbij het blok eerst naar middelhoogte (115 cm) is gebracht. De waarden voor
metselen en lijmen verschilden niet. De duur van het metselen en lijmen is omschreven als 2
uur met 10 minuten pauze. Geen informatie is vermeld over eventuele spreiding. Deze
vraag kan dan ook op basis van de gepresenteerde gegevens niet worden beantwoord.
7. Voldoen het metselen en lijmen van blokken aan de gestelde randvoorwaarden?
De werksituaties in de bouw kennen een grote diversiteit. De verwachting is dat er
regelmatig situaties zijn waar sprake is van koude (minder dan 19 graden), beperkte
bewegingsruimte en het verrichten van andere zware werkzaamheden. De NIOSH formule
mag dan niet worden toegepast. Een mogelijkheid zou zijn om de fysieke belasting te meten
in termen van psychofysische, energetische en/of biomechanische belasting van een
medewerker. Het is niet bekend in hoeveel procent van de werksituaties de NIOSH formule
niet kan worden toegepast bij het metselen en lijmen van blokken.
8. Zijn er geen fouten gemaakt in de berekening bij het toepassen van de methode?
In het toepassen van de NIOSH formule, gegeven de waarden uit het rapport 1, is geen fout
gemaakt (zie tabel 1). De keuze voor een enkelvoudige tiltaak, gebaseerd op gemiddelden,
wordt niet in de Arbouw rapporten verantwoord. Het lijkt logischer om de NIOSH toe te
passen voor een gecombineerde (meervoudige) tiltaak gezien de aard van de
werkzaamheden bij het metselen en lijmen van blokken. Mogelijk dat dit is gedaan en dat
een vergelijkbare RWL (recommended weight limit) (aanbevolen maximale tilgewicht) is
verkregen. Hierover zijn geen gegevens verstrekt 1.
Tabel 1. De berekening van de RWL (recommended weight limit) (aanbevolen
maximale tilgewicht) voor het metselen en lijmen van blokken op basis van de
NIOSH formule, gebaseerd op de gegevens uit het rapport 1
Metselen/Lijmen Hf Vf VAf Af Ff Gf RWL
(kg)
Grond <->
Middel
0,71
(35 cm)
0,82
(15 cm)
0,87
(100 cm)
0,92
(25
graden)
0,65
(2x/min)
0.90
(slecht)
6,3
Hoog <->
Middel
0,71
(35 cm)
0,78
(150 cm)
0,95
(35 cm)
0,92
(25
graden)
0,65
(2x/min)
0.90
(slecht)
6,5
15
9. Is de definitie van het maximale gewicht bij deze methode gelijk aan de definitie van de
AL?
De definitie van de AL is niet gelijk aan de definitie van de RWL van de NIOSH formule.
De NIOSH formule spreekt alleen van een verhoogd risico zonder expliciet te vermelden
welke percentage van de (mannelijke en vrouwelijke) werknemers een verhoogd risico
loopt. Impliciet wordt daarmee door verondersteld dat 100% van de werknemers wordt
beschermd bij het toepassen van de NIOSH formule.
3.3. Werkplekmetingen
De resultaten van de werkplekmetingen zijn per type blok weergegeven in tabel 2. De
variatie van de horizontale factor (Hf), zowel bij het hanteren van een zelfde type blok als
bij het hanteren van een andere type blok, is groot. Deze varieert tussen 0,96 en 0 (verder
reiken dan 63 cm). De Hf is met name ongunstig bij het oppakken van blokken die achterop
het pallet lagen (Begin-waarden). De Hf is in het algemeen gunstig bij het plaatsen van een
blok in de wand (Eind-waarden). De blokken worden op de vloer geplaatst en boven 175
cm. Dit betekent dat de verticale factor varieert tussen 1 en 0 (hoger dan 175 cm). De
asymmetriefactor varieerde tussen 1 en 0,86. De frequentiefactor varieerde tussen 0,35 en
0,65.
16
Tabel 2. De gemeten waarden en de bijbehorende factor voor de Hf en Af tijdens de drie
metingen per bloktype. De Ff en Gf zijn identiek voor de drie metingen. Voor
de Vf zijn de minimale en maximale waarden bepaald die voorkwamen tijdens
het bouwen van de desbetreffende wand (De VAf is hier een afgeleide van en
wordt niet in de tabel weergegeven omdat deze kan variëren tussen 0 en 1). Metselen/Lijmen Meting Begin
Eind Hf Vf Af Ff Gf
Ytong G4/600 1 B 0,80 (31 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
0,86 (45 graden)
0,65 (2x/min)
0,90 (slecht)
E 0,83 (30 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,65 (2x/min)
0,90 (slecht)
2 B 0,71 (35 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
0,86 (45 graden)
0,65 (2x/min)
0,90 (slecht)
E 0,96 (26 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,65 (2x/min)
0,90 (slecht)
3 B 0,63 (40 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
0,86 (45 graden)
0,65 (2x/min)
0,90 (slecht)
E 0,78 (32 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,65 (2x/min)
0,90 (slecht)
CVK L214/148 1 B 0 (75 cm)
1 – 0 (8cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,45 (4x/min)
0,90 (slecht)
E 0,60 (42 cm)
1 – 0 (8cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,45 (4x/min)
0,90 (slecht)
2 B 0,60 (42 cm)
1 – 0 (8cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,45 (4x/min)
0,90 (slecht)
E 0,60 (42 cm)
1 – 0 (8cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,45 (4x/min)
0,90 (slecht)
3 B 0 (77 cm)
1 – 0 (8cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,45 (4x/min)
0,90 (slecht)
E 0,57 (44 cm)
1 – 0 (8cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,45 (4x/min)
0,90 (slecht)
CVK V 100/198 1 B 0,50 (50 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,55 (3x/min)
0,90 (slecht)
2 E 0,66 (38 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,55 (3x/min)
0,90 (slecht)
3 B 0,64 (39 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,55 (3x/min)
0,90 (slecht)
1 E 0,76 (33 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,55 (3x/min)
0,90 (slecht)
2 B 0 (71 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,55 (3x/min)
0,90 (slecht)
3 E 0,76 (33 cm)
1 – 0 (10cm - >175 cm)
1 (0 graden)
0,55 (3x/min)
0,90 (slecht)
17
4. DISCUSSIE Het doel van dit rapport was om te beoordelen of in het kader van de CAO
onderhandelingen de maximale gewichtsgrens van blokken voor metselen en lijmen in de
bouw, door Arbouw op de juiste wijze is bepaald. Een dergelijke gewichtsgrens is dan
zowel bepalend voor de huidige blokken als voor eventueel nieuw te ontwikkelen blokken.
4.1. Huidige blokken
De door Arbouw gebruikte NIOSH formule is een methode om een schatting te maken van
de zwaarte van een tilhandeling bij het tweehandig tillen. De methode heeft een beperkte
validiteit doordat de formule niet is gebaseerd op exacte gegevens betreffende de daarmee te
voorkómen gezondheidsschade op individueel of groepsniveau. Daardoor kan geen
onderbouwde uitspraak worden gedaan over de grootte van het risico op
gezondheidsklachten gegeven een bepaald gewicht. Daarnaast zijn twee mogelijke
tekortkomingen geconstateerd bij het toepassen van de NIOSH formule.
De eerste mogelijke tekortkoming is dat niet duidelijk is of de benodigde parameters voor de
NIOSH formule op een betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Met name een onjuiste
bepaling van de horizontale factor en frequentiefactor heeft een groot effect op het
geadviseerde gewicht van een blok. Uit een onderzoek uitgevoerd in een
laboratoriumsituatie bleek dat deze twee parameters niet betrouwbaar zijn te bepalen 5. In de
praktijk is het waarschijnlijk nog lastiger. Daarnaast was het opvallend dat op de drie
bezochte werkplekken een aanzienlijke spreiding bestond van de twee belangrijkste factoren
uit de NIOSH formule: de horizontale afstand en tilfrequentie. Deze waren volgens Arbouw
gemiddeld 35 cm en gemiddeld 2x per minuut voor het metselen en lijmen van blokken.
Niet vermeld is hoe Arbouw aan deze gemiddelde waarden is gekomen en wat de spreiding
was. Op de door ons bezochte werkplekken varieerden de horizontale afstand tussen 26 cm
en 77 cm. De frequentie varieerde tussen de 2x per minuut en 4x per minuut. Het was
mogelijk beter geweest als de NIOSH formule niet voor één gemiddelde tilsituatie was
berekend maar voor de combinatie van tiltaken zoals deze voorkomen bij het metselen en
lijmen van verschillende blokken. Bovendien zou het beter zijn geweest als rekening was
gehouden met de spreiding in de verschillende factoren van de NIOSH formule.
De tweede mogelijke tekortkoming is dat in de bouw situaties voorkomen waar de NIOSH
formule niet kan worden toegepast doordat er sprake is van verzwarende omstandigheden,
bijvoorbeeld bij koude, zeer dynamisch (‘snel’) tillen en werken in een kleine ruimte. In dat
geval adviseren de auteurs van de NIOSH formule dat aanvullende metingen dienen te
worden gedaan of andere analyse technieken dienen te worden toegepast. De verwachting is
18
dat door deze verzwarende omstandigheden het geadviseerde tilgewicht lager zal zijn dan de
berekende RWL volgens de NIOSH formule. In dergelijke situaties dienen andere
meetmethoden te worden ingezet.
4.2. Nieuw te ontwikkelen blokken
De AL voor blokken bedraagt (ongeveer) 6 kilogram 2. De MAL is gesteld op 14 kg (en tot
1-1-2001 was dat 18 kg) 2. Het lichtste gewicht van een huidig blok bedraagt 3 kg. Het is
niet duidelijk in hoeverre een lager blokgewicht zal resulteren in een andere werkwijze. Een
lager blokgewicht kan leiden tot een minder gunstige werkwijze in termen van de NIOSH
formule. Dit kan betekenen dat de fysieke belasting toe- in plaats van afneemt met als
mogelijk gevolg een verhoogd risico op gezondheidsklachten. Twee voorbeelden kunnen dit
verduidelijken. Een lager blokgewicht, bijvoorbeeld 7 kg, leidt ertoe dat metselaars niet
meer tweehandig maar éénhandig blokken gaan tillen bij metselen en lijmen. Dit éénhandig
tillen kan er toe leiden dat de fysieke belasting voor bijvoorbeeld de schouder hoger wordt
en dus het risico op schouderklachten. Een ander voorbeeld is dat door een lager tilgewicht
de tilfrequentie toeneemt om een gelijkblijvende productie te halen. Gerekend over een
werkdag kan dit betekenen dat door de toename in frequentie van tillen de fysieke belasting
hoger wordt ondanks dat het blok minder zwaar is. Niet alleen het blok, maar ook het
‘bovenlichaam van de medewerker’ moet namelijk vaker worden getild. Daarnaast nemen
door een toename in blokken ook de overige fysieke belastende activiteiten meer tijd in
beslag zoals het opperen van meer blokken en het maken van meer metsellijm.
4.3. AL voor blokken?
Uit een recente studie 3 van het Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat
(http://www.kenniscentrumakb.nl/) blijkt dat belangrijkste risicofactoren voor lage
rugklachten zijn: 1. handmatig lasten verplaatsen (vooral tillen); 2. veelvuldig buigen en
draaien met de romp; 3. zware fysieke belasting en 4. blootstelling aan lichaamstrillingen.
De eerste drie risicofactoren komen voor bij het metselen en lijmen van blokken. Het
verminderen van het tilgewicht is algemeen geaccepteerd als een effectieve maatregel om
het risico op rugklachten te verkleinen 3. Helaas is op dit moment naast de NIOSH formule
ook geen andere methode beschikbaar die een valide uitspraak kan doen over een
bescherming van 90% van de mannelijke werknemers bij tillen in het algemeen of bij het
metselen en lijmen van blokken in het bijzonder. Een aanvaardbaar tilgewicht kan beter
worden gedefinieerd in meer algemene termen van de Arbowet. Bijvoorbeeld, een
aanvaardbaar tilgewicht is een gewicht dat gezien de stand van de wetenschap niet leidt tot
een verhoogd risico op klachten aan het bewegingsapparaat.
19
Een dergelijk tilgewicht kan worden bepaald door gebruik te maken van de NIOSH formule,
de ervaringen van de medewerkers die blokken metselen en lijmen, en meer specifieke
meetmethoden voor het bepalen van de fysieke belasting voor rug en schouders. Uit de
onderzoeken van Waters et al. 14 en Marras et al. 7 met de NIOSH formule blijkt dat een
gewicht van twee tot drie keer het aanbevolen tilgewicht samenhangt met een verhoogd
risico op rugklachten. Deze range zou kunnen worden gebruikt om, in combinatie met de
ervaringen van medewerkers die blokken metselen en lijmen, te komen tot een te
onderzoeken range van blokgewichten. Per blokgewicht dient de fysieke belasting te worden
bepaald gegeven een bepaald productie. Deze onderzoeksopzet is vergelijkbaar met de
onderzoeksopzet van het SAOB rapport 9. De bruikbaarheid van de resultaten van het SAOB
rapport is om twee redenen beperkt. In de eerste plaats is niet beschreven op welke wijze de
effectmaten (energetische belasting, tilduur, krachtduur en vermogen) zijn bepaald. Geen
informatie is geven over welke meetmethoden zijn gebruikt, hoeveel metingen zijn
uitgevoerd bij hoeveel medewerkers en op welke wijze de resultaten zijn getoetst. In de
tweede plaats is van de vier effectmaten geen relatie bekend met het optreden van klachten
aan het bewegingsapparaat. Biomechanische maten zijn meer geschikt zoals (piek)momenten
rond schouder, (piek)compressiekracht op de rug en de hoeveelheid krimp van de
wervelkolom aan het eind van een werkdag. Verschillende onderzoeken hebben namelijk
een relatie aangetoond tussen deze effectmaten en het optreden van klachten aan het
bewegingsapparaat 8,10. Met behulp van deze maten kan tot een betere gezondheidkundige
onderbouwing worden gekomen van een aanvaardbaar tilgewicht.
20
5. CONCLUSIE De NIOSH formule is niet geschikt om te komen tot een algemeen geldende maximale
gewichtsgrens van blokken voor metselen en lijmen in de bouw, die door 90% van de
mannelijke werknemers zonder risico op gezondheidsschade handmatig kan worden
verwerkt (AL). De voorspellende waarde van de NIOSH formule voor het optreden van
gezondheidsklachten is namelijk beperkt, de betrouwbaarheid van de metingen in de praktijk
zijn waarschijnlijk onvoldoende en de NIOSH formule mag niet in iedere tilsituatie worden
toegepast. Daarnaast is niet bekend op welke wijze de nieuw te ontwikkelen blokken, met
een gewicht conform de AL, handmatig worden verwerkt. Dit kan grote gevolgen hebben
voor de fysieke belasting en dus op het risico op gezondheidsklachten. Opgemerkt dient te
worden dat er ook geen andere methoden bestaan die met zekerheid kunnen aangeven dat
90% van de mannelijke werknemers worden beschermd.
21
6. AANBEVELING Een aanvaardbaar tilgewicht kan beter worden gedefinieerd in meer algemene termen dan in
termen van bescherming van een exact percentage van de mannelijke werknemers zoals
gedaan is in de AL. Bijvoorbeeld, een aanvaardbaar tilgewicht is een gewicht dat gezien de
stand van de wetenschap niet leidt tot een verhoogd risico op klachten aan het
bewegingsapparaat.
Een dergelijk tilgewicht kan worden bepaald door gebruik te maken van de NIOSH formule,
de ervaringen van de medewerkers die blokken metselen en lijmen, en meer specifieke
meetmethoden voor het bepalen van de fysieke belasting voor rug en schouders. Op basis
van de NIOSH formule en ervaringen van medewerkers die blokken metselen en lijmen,
dient een range van te onderzoeken blokgewichten te worden geselecteerd. Per blokgewicht
dient de fysieke belasting te worden bepaald gegeven een bepaald productie. De fysieke
belasting dient te worden uitgedrukt in biomechanische effectmaten zoals (piek)momenten
rond schouder, (piek)compressiekracht op de rug en de hoeveelheid krimp van de
wervelkolom. Met behulp van deze maten kan tot een betere gezondheidkundige
onderbouwing worden gekomen van een aanvaardbaar tilgewicht dan met alleen de NIOSH
formule.
22
7. DANKWOORD De producenten CVK, MBI en Ytong worden bedankt voor het beschikbaar stellen van de
gegevens over de blokken. De heren J. Riezebos en P. de Ruiter van CVK bedanken we
hartelijk voor het organiseren en begeleiden van een deel van de werkplekbezoeken. Dr. M.
Hoozemans van het Tilproject van de Faculteit der Bewegingswetenschappen bedanken we
voor het kritisch beoordelen van het conceptrapport en het doen van bruikbare suggesties
voor verbetering.
23
8. LITERATUUR 1. Arbouw. Risico-inventarisatie en -evaluatie fysieke belasting. Deel 1: metselen van
stenen en blokken Deel 2:Lijmen van stenen, blokken en elementen. 1997. Amsterdam,
Arbouw.
2. Arbouw. A-blad metselen en lijmen (eindconcept). 1999. Amsterdam, Arbouw.
3. Burdorf, A., Miedema, H. M., and Verhoeven, A. C. Risicofactoren voor lage
rugklachten in het beroep. 2002. Rotterdam, Kenniscentrum AKB.
4. Burdorf A and Van der Beek AJ. Accuracy of measurements for the revised NIOSH
lifting equation. Applied Ergonomics 29(6) 433-438. Appl.Ergon. 1999;30:369-71.
5. Dempsey PG, Burdorf A, Fathallah FA, Sorock GS, and Hashemi L. Influence of
measurement accuracy on the application of the 1991 NIOSH equation. Appl.Ergon.
2001;32:91-9.
6. Gezondheidsraad: Commissie Risicobeoordeling handmatig tillen. Risicobeoordeling van
handmatig tillen. publicatie nummer 1995/02. 1995. Den Haag, Gezondheidsraad.
7. Marras WS, Fine LJ, Ferguson SA, and Waters TR. The effectiveness of commonly
used lifting assessment methods to identify industrial jobs associated with elevated risk
of low-back disorders. Ergonomics 1999;42:229-45.
8. Marras WS, Lavender SA, Leurgans SE et al. Biomechanical risk factors for
occupationally related low back disorder risk. Ergonomics 1995;38:377-410.
9. Nijhuis, S. A. Handmatige verwerking van lijm- en metselblokken: invloed van het
blokgewicht op de fysieke belasting. SAOB opdrachtnummer: 06.10.615. 2001. Ede,
SAOB.
10. Norman RW, Wells RP, Neumann P, Shannon HS, and Kerr M. A comparison of peak
vs cumulative physical work exposure risk factors for the reporting of low back pain in
the automotive industry. Clin.Biomech. 1998;13:561-73.
11. Vink P, Smitt P, and Van der Berg R. De nieuwe NIOSH-methode (II). Het
toepassingsgebied, het beoordelen van enkele tiltaken, meerdere tiltaken en kortduren
tiltaken. Tijdschrift voor Ergonomie 1993;18:7-11.
12. Vink P, Van der Berg R, and Dul J. Het beoordelen van tillen met de nieuwe NIOSH-
methode. Tijdschrift voor Ergonomie 1992;Oktober:2-9.
24
13. Waters TR, Baron SL, and Kemmlert K. Accuracy of measurements for the revised
NIOSH lifting equation. Appl.Ergon. 1998;29:433-8.
14. Waters TR, Baron SL, Piacitelli LA et al. Evaluation of the revised NIOSH lifting
equation. A cross-sectional epidemiologic study. Spine 1999;24:386-95.
15. Waters TR, Putz-Anderson V, and Garg A. Revised NIOSH equation for the design and
evaluation of manual lifting tasks. Ergonomics 1993;36:749-76.
25
26
Bijlage I Scoreformulier werkplek
Scoreformulier
Datum
Type Blok
Persoon
Handeling:
Meting Begin
Eind
Massa
(kg)
H
(cm)
V
(cm)
D
(cm
)
A
(graden)
F
(x/min)
G
1 B
E
2 B
E
3 B
E
Duur til. evt 1of 2
handelingen (s)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
27
Duur metselen/lijmen per dag: …..
…………………………………….
……………………………………………………………………..
Duur pauze per dag………………………………………………
………………………………………………………………………..
Andere fysiek belastende taken…………………………………..
……………………………………………………………………….
Frequentie (op basis van 15 minuten):………………
………………………………………………………………………
Wat is laagste positie pakken/wegzetten:………………………
………………………………………………………………………
Wat is de hoogste positie pakken/wegzetten: …………………
………………………………………………………………………
Wat is verste positie pakken/wegzetten: ………………………..
………………………………………………………………………..
Bijzonderheden/Opmerkingen:……………………………………
Bijlage II Inventarisatie van blokken
bron type blok drooggew. In kg/ aflever gewicht
afmetingen in mm L*H*B
methode 1,2 handig / mechanisch
lijmen of metselen
velsrand/ speciale vormen
duim- gaten
verkoopcijfers (procenten van de totale blok verkoop/meest verkocht/top 8)
Ytong G4/600 4,5 600*200*50 2 Lijmen n n 4,5Ytong G4/600 6,3 600*200*70 2 Lijmen n n 13,5Ytong G4/600 8,9 600*200*100 2 Lijmen n n 16,7Ytong G4/600 13,4 600*200*150 2 Lijmen n n 10,0 Ytong G4/600 9,0 600*400*50 2 Lijmen n n 4,5Ytong G4/600 12,5 600*400*70 2 Lijmen n n 13,5Ytong G4/600 17,9 600*400*100 2 Lijmen n n 16,7Ytong G4/600 11,9 400*200*200 2 Lijmen n n 3,0Ytong G4/600 14,3 400*200*240 2 Lijmen n n 0,03Ytong G4/600 17,9 400*200*300 2 Lijmen n n 0,02Ytong G5/800 9,2 500*200*100 2 Lijmen n n 16,7CVK M 100/157 9,0 327*157*100 2 Metselen j j meest verkochtCVK M 100/240 13,0 327*240*100 2 Metselen j j meest verkochtCVK M 150/157 12,0 327*157*150 2 Metselen j j CVK M 214/133 13,0 327*133*214 2 Metselen j j CVK L 67/298 14,0 437*298*67 2 Lijmen j j CVK L 100/198 14,0 437*198*100 2 Lijmen j j meest verkochtCVK L 100/298 22,0 437*298*100 m Lijmen j n meest verkochtCVK L 120/198 12,0 297*198*120 2 Lijmen j j CVK L 120/198 18,0 437*198*120 m Lijmen j n CVK L 150/148 11,0 297*148*150 2 Lijmen j j
28
CVK L 214/98 11,0 297*98*214 2 Lijmen j j CVK (oud) L 214/148 16,0 297*148*214 2 Lijmen j j CVK V 67/298 14,0 437*298*67 2 Lijmen j j CVK V 100/198 14,0 437*198*100 2 Lijmen j j meest verkochtCVK V 100/298 22,0 437*298*100 m Lijmen j n meest verkochtCVK V 150/148 11,0 297*148*150 2 Lijmen j j CVK V 150/298 34,0 437*298*150 m Lijmen j n CVK V 214/98 10,0 297*98*214 2 Lijmen j j CVK V 214/298 48,0 437*298*214 m Lijmen j n CVK LW 120/198 12,0 297*198*120 2 Lijmen j jMBI FAFM…BS 9,5 290*190*90 2 Metselen j n 5 lijst m.
verk.blokken MBI FBFM…BS 6,5 190*190*90 2 Metselen j n MBI FCFM…BS 5,1 140*190*90 2 Metselen j nMBI FDFM…BS 3,2 90*190*90 2 Metselen j nMBI FEFM…BS 14,2 290*190*140 2 Metselen j n 8 lijst m.
verk.blokken MBI FFFM…BS 9,6 190*190*140 2 Metselen j n MBI FGFM…BS 7,5 140*190*140 2 Metselen j nMBI FHFM…BS 5,1 90*190*140 2 Metselen j nMBI FJFM…BS 18,0 290*190*190 2 Metselen j nMBI FKFM…BS 13,5 190*190*190 2 Metselen j nMBI FLFM…BS 9,6 140*190*190 2 Metselen j nMBI FMFM…BS 6,5 90*190*190 2 Metselen j nMBI FACM…BS 9,9 290*190*90 2 Metselen j n 4 lijst m.
verk.blokken MBI FBCM…BS 6,8 190*190*90 2 Metselen j n MBI FCCM…BS 5,4 140*190*90 2 Metselen j n
29
MBI FDCM…BS 3,4 90*190*90 2 Metselen j nMBI FECM…BS 14,7 290*190*140 2 Metselen j n 1 lijst m.
verk.blokken MBI FFCM…BS 10,5 190*190*140 2 Metselen j n MBI FGCM…BS 7,5 140*190*140 2 Metselen j nMBI FHCM…BS 5,4 90*190*140 2 Metselen j nMBI FJCM…BS 18,5 290*190*190 m Metselen j n 2 lijst m.
verk.blokken MBI FKCM…BS 14,5 190*190*190 2 Metselen j n MBI FLCM…BS 10,5 140*190*190 2 Metselen j nMBI FMCM…BS 6,8 90*190*190 2 Metselen j nMBI FALM525BS 9,5 290*190*90 2 Metselen j nMBI FBLM525BS 6,5 190*190*90 2 Metselen j nMBI FCLM525BS 5,1 140*190*90 2 Metselen j nMBI FDLM525BS 3,2 90*190*90 2 Metselen j nMBI FELM525BS 14,2 290*190*140 2 Metselen j n 6 lijst m.
verk.blokken MBI FFLM525BS 9,6 190*190*140 2 Metselen j n MBI FGLM525BS 7,5 140*190*140 2 Metselen j nMBI FHLM525BS 5,1 90*190*140 2 Metselen j nMBI FJLM525BS 18,0 290*190*190 2 Metselen j n 7 lijst m.
verk.blokken MBI FKLM525BS 13,5 190*190*190 2 Metselen j n MBI FLLM525BS 9,6 140*190*190 2 Metselen j nMBI FMLM525BS 6,5 90*190*190 2 Metselen j nMBI FALM100CS 9,0 290*190*90 2 Metselen j n 3 lijst m.
verk.blokken MBI FBLM100CS 6,0 190*190*90 2 Metselen j n
30
MBI FCLM100CS 4,8 140*190*190 2 Metselen j nMBI FDLM100CS 3,0 90*190*90 2 Metselen j nMBI FALM100AS 8,5 290*190*90 2 Metselen j n 3 lijst m.
verk.blokken MBI GULM100BK 14,6 323*240*100 2 Metselen j nMBI GGLM100BK 24,0 323*240*150 m Metselen j nMBI GLLM100BK 31,5 323*240*200 m Metselen j nMBI BKCM100BS 11,5 290*190*100 2 Metselen j nMBI BLCM100BS 16,5 290*190*150 2 Metselen j nMBI BMCM100BS 22,5 290*190*200 m Metselen j nMBI FACM100BK 9,9 290*190*90 2 Metselen j n 4 lijst m.
verk.blokken MBI FECM100BK 14,7 290*190*140 2 Metselen j n 1 lijst m.
verk.blokken MBI FJCM100BK 18,5 290*190*190 m Metselen j n 2 lijst m.
verk.blokken BIA 201 9/19 7,3 290*190*90 2 Metselen j n 3 lijst m.
verk. blokkenBIA 101 10/19 8,5 290*190*100 2 Metselen j n BIA 301 10/19 9,4 290*190*100 2 Metselen j nBIA 401 10*20*30 10,9 300*200*100 2 Metselen j nBIA 501 5/12 13,3 325*240*100 2 Metselen j nBIA 601 12/19 10,6 290*190*120 2 Metselen j nBIA 701 14/19 11,2 290*190*140 2 Metselen j n 1 lijst m.
verk. blokkenBIA 801 7/12 16,8 325*240*140 2 Metselen j n BIA 901 19/19 15,4 290*190*190 2 Metselen j n 2 lijst m.
verk. blokkenBIA 1001 20/19 15,9 290*190*200 2 Metselen j n
31
BIA 1101 20/24 22,5 325*240*200 m Metselen j nBIA 1201 26/19 15,7 220*190*260 2 Metselen j nBIA 1301 26/24 20,1 220*240*265 m Metselen j nBIA 1401
32/19*18 14,3 180*190*320 2 Metselen j n
BIA 1411 32/19*20
16,9 200*190*320 2 Metselen j n
BIA 1501 32/24 21,9 200*240*320 m Metselen j nBIA 202 9/19 8,2 290*190*90 2 Metselen j n 3 lijst m. v. bl.BIA 102 10/19 9,6 290*190*100 2 Metselen j nBIA 302 10/19 10,6 290*190*100 2 Metselen j nBIA 402 10*20*30 12,3 300*200*100 2 Metselen j nBIA 502 10/24 15,1 325*240*100 2 Metselen j nBIA 602 12/19 12,0 290*190*120 2 Metselen j nBIA 702 14/19 12,7 290*190*140 2 Metselen j n 1 lijst m.
verk. blokkenBIA 802 14/24 19,0 325*240*140 m Metselen j n BIA 902 19/19 17,5 290*190*190 2 Metselen j n 2 lijst m.
verk. blokkenBIA 1002 20/19 18,0 290*190*200 2 Metselen j nBIA 1102 20/24 25,6 325*240*200 m Metselen j nBIA 1202 26/19 17,8 220*190*260 2 Metselen j nBIA 1302 26/24 22,8 220*240*265 m Metselen j nBIA 1402
32/19*18 16,2 180*190*320 2 Metselen j n
BIA 1412 32/19*20
19,2 200*190*320 m Metselen j n
BIA 1502 32/24 24,8 200*240*320 m Metselen j nBIA 203 9/19 7,3 290*190*90 2 Metselen j n 3 lijst m.
32
verk. blokkenBIA 103 10/19 8,5 290*190*100 2 Metselen j nBIA 303 10/19 9,4 290*190*100 2 Metselen j nBIA 403 10*20*30 10,9 300*200*100 2 Metselen j nBIA 503 10/24 13,3 325*240*100 2 Metselen j nBIA 603 12/19 10,6 290*190*120 2 Metselen j nBIA 703 14/19 11,2 290*190*140 2 Metselen j n 1 lijst m.
verk. blokkenBIA 803 14/24 16,8 325*240*140 2 Metselen j n BIA 903 19/19 15,4 290*190*190 2 Metselen j n 2 lijst m.
verk. blokkenBIA 1003 20/19 15,9 290*190*200 2 Metselen j n BIA 1103 20/24 22,5 325*240*200 m Metselen j nBIA 1203 26/19 15,7 220*190*260 2 Metselen j nBIA 1303 26/24 20,1 220*240*265 m Metselen j nBIA 1403
32/19*18 14,3 180*190*320 2 Metselen j n
BIA 1503 32/24 21,9 200*240*320 m Metselen j nBIA 260 9/19 8,2 290*190*90 2 Metselen j n 3 lijst m.
verk. blokkenBIA 160 10/19 9,6 290*190*100 2 Metselen j n BIA 360 10/19 10,6 290*190*100 2 Metselen j nBIA 460 10*20*30 12,3 300*200*100 2 Metselen j nBIA 560 10/24 15,1 325*240*100 2 Metselen j nBIA 660 12/19 12,0 290*190*120 2 Metselen j nBIA 760 14/19 12,7 290*190*140 2 Metselen j n 1 lijst m.
verk. blokkenBIA 860 14/24 19,0 325*240*140 m Metselen j n
33
34
BIA 960 19/19 17,5 290*190*190 2 Metselen j n 2 lijst m. verk. blokken
BIA 1060 20/19 18,0 290*190*200 2 Metselen j n BIA 1160 20/24 25,6 325*240*200 m Metselen j nBIA 1260 26/19 17,8 220*190*260 2 Metselen j nBIA 1360 26/24 22,8 220*240*265 m Metselen j nBIA 1460
32/19*18 16,2 180*190*320 2 Metselen j n
BIA 1560 32/24 24,8 200*240*320 m Metselen j nBIA 1611 67/298 10,0 297*298*67 2 Lijmen j nBIA 1601 100/198 10,0 297*198*100 2 Lijmen j nBIA 1621 120/198 12,0 297*198*120 2 Lijmen j nBIA 1631 150/198 14,0 297*198*150 2 Lijmen j nBIA 1602 100/198 11,4 297*198*100 2 Lijmen j nBIA 1622 120/198 13,6 297*198*120 2 Lijmen j nBIA 30t/m95
7030 100/198 11,4 297*198*100 2 Lijmen j n
BIA 163(?)150/198 ? 297*198*150 ? Lijmen j n