invorm juni 2015

32
INVORM THEMA: PARTICIPATIEWET   "Participatie is veel breder dan wat de ladder meet" Monique Beukers, Robert Coppes Stichting  "Ervaringsdeskun digheid raakt vak professional" René van Trijp, RIBW Brabant "Deur moet wijder open voor mensen met een beperking" Jetta Klijnsma, staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Noord-Brabant | juni 2015

Upload: stichting-transvorm

Post on 22-Jul-2016

217 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Brabant | juni 2015 | Uitgave van Stichting Transvorm

TRANSCRIPT

Page 1: InVorm juni 2015

INVORMTHEMA:PARTICIPATIEWET  

"Participatie is veelbreder dan wat deladder meet"Monique Beukers,Robert Coppes Stichting 

"Ervaringsdeskun­digheid raakt vakprofessional"René van Trijp, RIBW Brabant

"Deur moet wijder open voormensen met een beperking"Jetta Klijnsma, staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Noord-Brabant | juni 2015

Page 2: InVorm juni 2015

INHOUD3 COLUMN Wilma de Jong (Transvorm)

4 EXPERT Jetta Klijnsma (staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

8 FEITEN & CIJFERS Participatiewet

12 PARTICIPATIE Monique Beukers                

 (bestuurder Robert Coppes Stichting)

14 TOEZICHTHOUDER Herman Weggen

18 VIJF VRAGEN AAN Jules Keyzer (voorzit­

ter raad van bestuur Diagnostiek voor U)

20 IN BEELD Prins Heerlijk in de Zorg

23 KORT NIEUWS

24 INTERVIEW René van Trijp en Paola van

den Noordt (RIBW Brabant) over

ervaringsdeskundigheid

28 KORT NIEUWS

29 COLUMN Piet Verrijt (Transvorm)

30 PERSONALIA

 

12

14

18

2

Page 3: InVorm juni 2015

INHOUDVAN DE VOORZITTER

Wilma de Jong

Colofon

Titel InVorm, magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in

Noord-Brabant

Uitgever Stichting Transvorm

Abonnementsgegevens gratis voor bestuurders, managers en

beleidsmakers van zorg- en welzijnsorganisaties, overheid en

onderwijs in Noord-Brabant. Abonnementen en losse nummers

zijn op te vragen via [email protected] 

Frequentie verschijnt 3 keer per jaar

Omvang 32 pagina's

Oplage 2.000 exemplaren

Teksten Anne-Rieke de Haan, Gief van Schijndel, Hans Horsten,

Jelka van Eijk en Simone van Halen

Fotografie Joris Buijs / Beeld Werkt en Neven Fotografie Tilburg

Eindredactie en advertentie-exploitatie Simone van Halen en

Anne-Rieke de Haan, Transvorm

Redactie- en advertentieadres

Postbus 4275

5004 JG Tilburg

T 088 144 40 00

E [email protected]

I www.transvorm.org

Productie en verspreiding Editoo, Arnhem

ParticipatieIn deze InVorm worden diverse aspecten rondom participatiebelicht, toegelicht en bediscussieerd. Ieder moet er zijn ge-dachten over laten gaan, want we moeten er allemaal watmee. Als werkgever, als werknemer, als burger. Het zal nog tot veel overpeinzingen leiden, want doen watdeugdelijk is, zoals Piet Verrijt in zijn column schrijft, is niet zoeenvoudig. Juist omdat er zo veel dilemma’s aan vast zitten.Het kenmerk van een dilemma is dat er twee waarden, uit-gangspunten zijn die beiden waardevol (deugdelijk) zijn, maardie elkaar uitsluiten. Ik noem er een paar rondom dit thema:participatie vraagt aandacht, accepteren dat het werk wellichtiets minder doelmatig en efficiënt kan worden gedaan. Daar-naast moeten de uitgaven van zorg en welzijn naar benedenwillen we dit als maatschappij betaalbaar en toegankelijkhouden. Allebei is nastrevenswaardig, maar lastig te combine-ren. Ander voorbeeld: Jetta Klijnsma beschrijft: iedereen mee latendoen. Het werk opknippen en laat mensen met een beperkingdie onderdelen doen die zij wel kunnen. Anderzijds de vraagvan cliënten: niet te veel verschillende gezichten. Beide waar-den zijn in de basis positief, maar ze sluiten elkaar wel uit.Kortom: we zullen nog veel moeten nadenken en keuzesmaken. Omdat er veel dilemma’s aan vast zitten, zullen velenontevreden zijn met de keuzes, vrees ik. Wilma de Jongvoorzitter raad van toezicht Transvorm

3INVORM | juni 2015

Page 4: InVorm juni 2015

"Ik zie talloze mooie voorbeeldenvan werkgevers die mensen meteen beperking een kans geven"

"Ik zie talloze mooie voorbeeldenvan werkgevers die mensen meteen beperking een kans geven"

4

EXPERT

Page 5: InVorm juni 2015

"Het gaat om gelijke kansenvoor iedereen"

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil met de Participatiewet zo veelmogelijk mensen aan de slag helpen. Het liefst in reguliere banen of anders via beschut werk. “Wie kánwerken moet daarvoor de kans krijgen, of je nou een beperking hebt of niet”, stelt Klijnsma. Met de Parti-cipatiewet komt er één regeling voor mensen die een opstap naar de arbeidsmarkt nodig hebben. Sinds1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de mensen die kunnen werken, maar die het zondersteuntje in de rug niet redden op de arbeidsmarkt. “Werkgevers en werknemers moeten de deur veelwijder open zetten voor mensen met een beperking. Een cultuuromslag bij werkgevers, werknemers enmensen uit de doelgroep zelf, daar ga ik voor, zodat het normaal is dat ook mensen met een beperkingwerkzaam zijn bij bedrijven. Het gaat om gelijke kansen voor iedereen.”

Wat ziet u als belangrijkste gevolgen vande Participatiewet voor werkgevers enwerknemers in Zorg en Welzijn?"De gevolgen zijn er eigenlijk niet zozeervoor de huidige werknemers, maar vooralvoor mensen die een baan zoeken engraag in deze sector willen gaan werken.De Participatiewet biedt kansen voor men-sen met een beperking. Mensen die tot nutoe nauwelijks kansen kregen op dearbeidsmarkt. De gemeente kan hen hel-pen met allerlei ondersteunende voorzie-ningen. Werkgevers hebben toegezegd125.000 extra banen te gaan creëren voormensen met een beperking. Om ze te hel-pen die ambitie te verzilveren, zijn erinstrumenten zoals loonkostensubsidie,mobiliteitsbonussen en no-risk polissen.Ook kan de gemeente een jobcoach rege-len. Zo wordt de werkgever optimaalontzorgd om juist deze mensen een kansen een plek in hun organisatie te bieden."

Daarnaast moeten regionale werkbedrij-ven samenwerking binnen hun regioverder gestalte geven. In deze bedrijvenwerken de gemeenten in de arbeidsmarkt-regio’s samen met UWV, regionalewerkgevers, vakbonden en onderwijsin-stellingen. Klijnsma: "Het succes van deParticipatiewet valt of staat met eengoede samenwerking in de regio. Het isbelangrijk dat alle partijen in de regiotijdig aan de slag gaan om alle nieuweinstrumenten van de Participatiewetsuccesvol in te voeren."

Wat zijn de kansen die de wet in uw ogenvooral biedt voor de sector?"De sector Zorg en Welzijn staat voor groteuitdagingen nu de zorg verandert. De Par-ticipatiewet biedt kansen om het werkanders te organiseren. Bijvoorbeeld doorhet ‘opknippen’ van banen, waarbij men-sen die onder de Participatiewet valleneenvoudige taken overnemen van de pro-fessionals, die zich hierdoor veel beter ophun echte zorgtaken kunnen concentre-ren. Zo doet iedereen waar hij goed in is." 

Signaal van een werkgever tijdens een bij-eenkomst over de Participatiewet: Erwordt veel op het bord van zorg- en wel-zijnswerkgevers gelegd. We zitten in detransitie, er wordt bezuinigd, er wordt alveel gedaan met mensen met een afstandtot de arbeidsmarkt. We moeten afscheidnemen van medewerkers die niet passenin de ‘nieuwe’ zorgorganisatie en banencreëren voor andere, veelal laagopgeleidemedewerkers. Is er iemand die dit totaal-pakket aan maatregelen bekijkt en de totale impact voor de werkgeversbeoordeelt?"Het kabinet heeft een ambitieuze agendamet grote hervormingen. Dit betekent ookveel inzet van alle partijen in het veld.

"Het succes van de Participatiewet valt of staat met een goede samenwerking in de regio"

Vooral gemeenten krijgen er veel taken bij.Om alle hervormingen in samenhang tebekijken, heeft het kabinet de Transitie-commissie Sociaal Domein ingesteld.Binnenkort stuurt de commissie weer eenvoortgangsrapportage naar de Kamer.Daarnaast houdt staatssecretaris Van Rijnnauwgezet alle ontwikkelingen in degaten die gepaard gaan met de decentrali-saties in de zorg. Hij stuurt ieder kwartaaleen voortgangsrapportage naar de Kamer,waarin hij ook stilstaat bij de ontwikkelin-

gen op de arbeidsmarkt. Tenslotte dragende sectorplannen ook bij aan een soepeletransitie met middelen voor om- en bij-scholing van werknemers en begeleidingnaar ander werk. Ook hierbij houdt hetkabinet het effect goed in de gaten, via demonitor Sectorplannen." Hoe ziet u de banenafspraak in relatie tothet grote aantal cliënten dat (therapeu-tisch) werkt bij hun zorgverlener, vaak alzo lang dat ze vóór het ijkpunt van debaanafspraak vallen?"Uit cijfers van onder andere het CBS blijktdat de arbeidsparticipatie van mensen meteen beperking achterblijft bij de arbeids-participatie van andere mensen. Daarbij

5INVORM | juni 2015

EXPERT

Page 6: InVorm juni 2015

gaat het niet om therapeutisch werk, maarom betaald werk met een dienstverband.Het is belangrijk dat we iets extra’s doenzodat ook mensen met een beperkingmeer uitzicht hebben op echt werk. De af-spraak met sociale partners voor 125.000extra banen voor deze mensen helpt daar-bij." "Om zeker te zijn dat het ook écht omextra banen gaat, is een meting uitge-voerd van het aantal mensen uit de doel-groep dat werkte op 1 januari 2013. Zokunnen we jaarlijks kunnen bekijken of deafgesproken extra banen er ook echt bijkomen." Eind 2016 wordt voor het eerstgekeken of de toegezegde banen daadwer-kelijk zijn gerealiseerd. Als dit niet isgelukt, treedt de Quotumwet in werking.Bedrijven met 25 of meer werknemers krij-gen dan een heffing van 5.000 euro perniet ingevulde werkplek per jaar. Klijnsma:"Het is een stok achter de deur. Ik heb er

Wie is Jetta Klijnsma? Jetta Klijnsma (1957) was van 1998 tot2008 PvdA-wethouder in Den Haag,eerst op het gebied van welzijn envolksgezondheid, later van financiënen cultuur. Van 2008 tot 2010 was zestaatssecretaris Sociale Zaken enWerkgelegenheid in het kabinetBalkenende-Bos. Na een periode alsTweede  Kamerlid werd ze op5 november 2012 benoemd in hetkabinet-Rutte-Asscher, opnieuw alsstaatssecretaris van Sociale Zaken enWerkgelegenheid. “In het Nederland waar ik wil wonen,doet iedereen mee. Man en vrouw,jong en oud, hier geboren en van ver,mensen met en zonder arbeidsbeper-king. Iedereen die kan werken, moetde kans krijgen dat ook te doen. Daar-om ben ik supergemotiveerd om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijkmensen aan de slag gaan.”

alle vertrouwen in dat het gewoon gaatlukken en dat het quotum nooit nodig zalzijn. In het land zie ik talloze mooie voor-beelden van werkgevers die mensen meteen beperking een kans willen geven." Is of komt er naast de baanafspraak enquotumregeling ook een beloning voorwerkgevers die het heel goed doen?"Met werkgevers en werknemers is afge-sproken dat zij de komende tijd zelf aan deslag gaan met het creëren van extrabanen voor mensen met een beperking. Ofwerkgevers die het heel goed doen eenbeloning krijgen, is bij de banenafspraaken quotumheffing niet aan de orde. Wélkijkt het kabinet in bredere zin naar sociaalondernemerschap en de betekenis vansociaal ondernemen voor het oplossen vanmaatschappelijke issues. De minister vanSociale Zaken en Werkgelegenheid heeftde Sociaal Economische Raad (SER) daar-over ook om advies gevraagd."

6

EXPERT

Page 7: InVorm juni 2015

In Den Bosch is een zorgcoöperatie gestartwaar inwoners terecht kunnen voor hulpbij het huishouden. Den Bosch is de eerstegrote stad die een zorgcoöperatie heeftopgericht. De gemeente Den Bosch werktin de zorgcoöperatie samen metthuiszorgaanbieders IVT Thuiszorg, Tzorgen het Steunpunt Mantelzorg vanwelzijnsorganisatie Divers.

Helft nieuwe cao’s heeft afspraken over Wajongers

In bijna de helft van de cao’s die in 2015zijn afgesloten, staat een afspraak overbanen voor mensen met een afstand totde arbeidsmarkt. Vorig jaar was dat nogmaar in een derde van de cao’s het geval.Dat meldt werkgeversvereniging AWVN inhaar cao-bericht.  AWVN, dat als adviseur van werkgeversbetrokken is bij het merendeel van alle900 Nederlandse cao’s en arbeidsvoor-waardenregelingen, verwacht dat naarma-te het cao-seizoen vordert, het aantal vandergelijke afspraken verder toeneemt. QuotumwetArbeidsmarktafspraken hebben betrekkingop bijzondere doelgroepen als Wajongersen andere (gedeeltelijk) arbeidsongeschik-ten. Met het maken van dergelijke afspra-ken komt het bedrijfsleven een belofte nauit het Sociaal Akkoord van 2013. AWVNleidt zelf een project om mensen met een

arbeidsbeperking aan de slag te krijgen.(www.werkgeversgaaninclusief.nl) LoonstijgingIn maart 2015 kwamen 17 nieuwe cao’s totstand met een gemiddelde loonstijgingvan 1,66 procent. Voor geheel 2015 be-draagt het gemiddelde 1,61 procent.Daarmee zet de loonontwikkeling van2014 zich onverminderd voort. Nieuwe afspraken in cao’s zorgIn de cao voor het ziekenhuispersoneelligt de klemtoon op opleidingsbeleid en opomzetting van externe flexibiliteit (uit-zendkrachten) naar interne flexibiliteit(vast personeel dat flexibeler inzetbaarwordt). Ook wordt de intentie onder-streept dat instellingen arbeidsplaatsen inreguliere functies beschikbaar stellen voorwerknemers met een afstand tot dearbeidsmarkt.

IKEA benut kansenjobcarving "Op papier had ik dit werk nooit kun-nen doen," vertelt Marcel van Rooijaan de ondernemers van Ekkersrijt.Hij werkt via WSD-Groep al twee jaarbij IKEA op Ekkersrijt en zit daar hele-maal op zijn plaats. IKEA en WSD in-formeerden geïnteresseerden overhun samenwerking. Voor IKEA is diesamenwerking een mogelijkheid om invulling te geven aan hun strevennaar een beter bestaan voor zoveelmogelijk mensen. Voor WSD en haarmedewerkers is het de gelegenheidom talenten verder te ontwikkelen ende arbeidswaarde van mensen te ver-zilveren.  Functies creërenOm met de WSD'ers te kunnen wer-ken is IKEA op zoek gegaan naar werk-zaamheden die het eigen personeelveel tijd kosten en waardoor ze min-der tijd aan hun eigen werk kunnenbesteden: Jobcarving of functiecrea-tie. Door het bijvullen van de vakkenen het verwerken van het afval doorde mensen van WSD te laten doen,kunnen de medewerkers van IKEAmeer tijd besteden aan hun primairetaak. Bijvoorbeeld het helpen van debezoekers aan het woonwarenhuis. Succes door begeleidingZo'n 50 leden van ondernemersvereni-ging Ekkersrijt kwamen 23 april 2015naar IKEA voor informatie over de bij-zondere samenwerking tussen IKEAen WSD. Dat er mensen van WSD bijIKEA werken, past volledig in IKEA'sstrategie om maatschappelijke ver-antwoordelijkheid te nemen.  Voor de WSD'ers is het een prachtigewerkplek om te laten zien wat ze inhuis hebben en het beste uit zichzelfte halen. Beide partijen werken daarintensief voor samen. Het succes valtof staat met de begeleiding. Zowelvanuit IKEA als vanuit WSD zijn er res-pectievelijk een werkleider en eenconsulent en jobcoach betrokken.      

Het Rijk heeft de plannen goedgekeurd enkent de gemeente jaarlijks ruim 1 miljoeneuro toe. Hierdoor kan de gemeente detarieven voor particuliere hulp bij hethuishouden laag houden. De gemeentebetaalt namelijk een deel van die hulp. Hetandere deel betaalt de mantelzorger ofparticulier zelf aan de zorgcoöperatie. Volgens de betrokken partijen is dezenieuwe vorm van huishoudelijke onder-steuning een uitkomst voor mantelzorgersdie overbelast dreigen te raken. Ookinwoners met een beperking die niet inaanmerking komen voor hulp bij hethuishouden uit de Wmo kunnen gebruikmaken van Zorgcoöperatie Den Bosch. Eenander belangrijk doel is het behoud vanwerkgelegenheid van huishoudelijkehulpen. www.zorgcooperatiedenbosch.nl

Den Bosch begint zorgcoöperatie

7INVORM | juni 2015

KORT NIEUWS

Page 8: InVorm juni 2015

Participatiewet, de wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Wat betekenen deze nieuwewetten voor werkgevers?

De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en de Wajong samen.Er is één regeling voor iedereen die extra hulp nodig heeft om aan het werk te komen. De gemeenten voe-ren deze wet uit. Op deze pagina's leest u wat de gevolgen zijn voor werkgevers.

Over de ParticipatiewetIedereen die kan werken maar daarbijondersteuning nodig heeft, valt sinds1 januari 2015 onder de Participatiewet.Met de invoering van de Participatiewetworden de WWB (bijstand), Wsw (socialewerkvoorziening) en Wajong (jonggehan-dicapten) samengevoegd in één regeling.Doel van deze nieuwe wet is om mensenzoveel mogelijk te stimuleren en facilite-ren regulier aan het werk te gaan. Vanwerkgevers wordt gevraagd en verwacht

dat ze deze groepen aan de slag zullenhelpen: mensen die in principe bij eenwerkgever kunnen werken moeten dat ookgaan doen. Werkgevers hebben een actie-ve rol om mensen met een ziekte of handi-cap aan een baan te helpen. Werkgeversdie iemand met een ziekte of handicap indienst nemen, kunnen ondersteuning krij-gen van UWV en gemeenten. Wat is de banenafspraak?In het sociaal akkoord is afgesproken om

125.000 banen te creëren voor mensenmet een ziekte of handicap, de zogenaam-de garantiebanen. Dit heet de banenaf-spraak. Werkgevers moeten tot 2026 intotaal 100.000 banen realiseren voormensen met een ziekte of handicap. Deoverheid doet dit voor 25.000 mensen meteen ziekte of handicap. Wajongers enmensen met een WSW-indicatie hebbende eerste twee jaar voorrang. Werkgevers, werknemers en het kabinet

8

FEITEN EN CIJFERS

Page 9: InVorm juni 2015

De regionale Werkbedrijven zijnaanspreekpunt voor werkgevers

zijn in het sociaal akkoord overeengeko-men dat in de jaren tot 2026 in totaal125.000 extra banen beschikbaar komenvoor mensen die niet in staat zijn het mini-mumloon te verdienen. Wajongers enmensen die op de wachtlijst staan voor desociale werkvoorziening komen als eerstevoor deze banen in aanmerking.

 Het doelgroepregisterIn het doelgroepregister staan de gege-vens van mensen die onder de banen-afspraak vallen. UWV beheert dit register.Onder de doelgroep van de banenafspraakvallen:• mensen in de Wajong die kunnenwerken;• mensen met een Wsw-indicatie;• mensen met een WIW-baan;• mensen met een ID-baan;• mensen die onder de Participatiewet val-len en van wie UWV op verzoek van de ge-meente vaststelt dat zij niet 100% van hetwettelijk minimumloon kunnen verdienen. QuotumwetMet de gegevens uit het doelgroepregisterbekijkt het ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid in 2016 of werkgevers deafgesproken aantallen over 2014 en 2015hebben gehaald. Wanneer de afsprakenover aantallen banen uit het sociaal ak-koord (de baangarantie) niet nagekomenworden, wordt de Quotumwet ingevoerd.De Quotumwet bepaalt dat bedrijvenvanaf 25 werknemers mensen met een ar-beidsbeperking moeten plaatsen. Dezewet beoogt ook een geleidelijke ingroeitotdat in 2026 een bepaald percentage isbehaald. Dit percentage is nog niet vastge-legd, gesproken wordt over 5%.De baangarantie wordt over 2014 en 2015gemonitord. De resultaten hiervan wordenin 2016 met sociale partners besproken. DeQuotumwet zal bij het niet behalen van debaangarantie waarschijnlijk per 1 januari2017 in gaan. Als de doelstelling niet ge-haald wordt, zal er een boete wordenopgelegd van 5.000 euro per niet ingevul-de plaats, per jaar. Ondersteuning werkgevers bij uitvoeringParticipatiewetWerkgevers die banen beschikbaar stellenvoor mensen met een arbeidsbeperking

kunnen daarbij een beroep doen op eeneenduidiger en eenvoudiger pakket vanondersteunende voorzieningen. Nu maakthet in het aanbod nog een verschil of ie-mand uit de doelgroep van de Participatie-wet afkomstig is van het UWV of via degemeente naar een plek op de arbeids-markt wordt geholpen. De ministerraad

heeft ingestemd met een wetsvoorstelwaarin de verschillen bij het afsluiten vanno-risk polissen en het aanbieden van mo-biliteitsbonussen voor de doelgroep van deextra banen worden opgeheven. Het stre-ven is dat de wijzigingen per 1 januari 2016van kracht worden.Gemeenten en sociale partners hebben bij

staatssecretaris Klijnsma van SocialeZaken en Werkgelegenheid aangedrongenop deze harmonisatie. Hierdoor ontstaatvoor werkgevers meer duidelijkheid overhet basispakket van ondersteunende in-strumenten dat ingezet kan worden bij deinvulling van de extra banen voor mensenmet een arbeidsbeperking. Het harmonise-ren van beschikbare instrumenten waarwerkgevers een beroep op kunnen doen, isvan belang voor het realiseren van debanenafspraak. Ook op het punt van deinzet van jobcoaches, die zorgen voor debegeleiding van werknemers met een be-perking, wordt het aanbod voor werkge-vers geharmoniseerd. Werkgevers krijgen ondersteuning bij hetaannemen van mensen met eenarbeidsbeperking van onder meer regiona-le Werkbedrijven en Werkgeversservice-punten. 

9INVORM | juni 2015

FEITEN EN CIJFERS

Page 10: InVorm juni 2015

Gevolgen voorbijstandsgerechtigdenSinds 1 januari 2015 hebben alle bij-standsgerechtigden te maken met de-zelfde arbeidsverplichtingen. En moe-ten gemeenten de bijstandsuitkeringverlagen van personen die niet vol-doen aan deze arbeidsverplichtingen.Ook krijgen bijstandsgerechtigdeneen lagere bijstandsuitkering als zijhun woonkosten kunnen delen. Gevolgen voor WajongersSinds 1 januari 2015 hebben alleen nogjonggehandicapten die niet kunnenwerken recht op Wajong. UWV gaattussen 2015 en 2018 de gegevens vanmensen met een Wajong-uitkeringvan voor 2015 opnieuw bekijken. Datdoen zij om vast te stellen wie wel ofgeen mogelijkheden heeft om te wer-ken. Gevolgen voor Wsw’ersSinds 1 januari 2015 kunnen er geenmensen meer in de Wsw instromen.Dit geldt ook voor mensen met eenWsw-indicatie die op de wachtlijststonden voor een Wsw-plek. Zij krij-gen mogelijk bijstand. Bestaande Ws-w’ers met een vast dienstverbandhouden hun baan en hun salaris.

Mogelijkheden voorwerkgevers > Situatie 1: Een werkgeverheeft al een Wsw’er, Wwb’erof Wajong’er in dienst of viadetachering aan het werk.In principe verandert er niets. De hui-dige Wsw’ers verliezen hun Wsw-indi-catie niet als gevolg van deze wet (ophet moment dat ze op 31-12-2014 eenSW-dienstverband hebben). De werk-gever blijft een loonkostensubsidieontvangen bij begeleid werken of eeninleenvergoeding betalen bij detache-ring. De afspraken hierover lopen viahet SW-bedrijf. Wanneer een werkge-ver een Wajong’er in dienst heeft, kandeze via UWV (en indien van toepas-sing met dezelfde jobcoachorganisa-tie) blijven werken. Instrumenten alsjobcoaching, loonkostensubsidie ende no-riskpolis blijven in de over-gangsperiode tevens beschikbaar. > Situatie 2: Een werkgever wilin de toekomst kansen biedenaan mensen met een afstandtot de arbeidsmarkt.De werkgever kan terecht bij het regi-onale werkbedrijf, de eigen gemeenteof het Sociale Werkbedrijf. Er zijn di-verse mogelijkheden, zoals deze nuook al bestaan:• detachering• proefplaatsing in het kader vanloonkostensubsidie• regulier dienstverbandVoor mensen die niet zelfstandig instaat zijn het wettelijk minimumloonte verdienen, heeft een werkgeverrecht op loonkostensubsidie of loon-kostendispensatie, afhankelijk van dedoelgroep.

Regionale WerkbedrijvenIn het sociaal akkoord is afgesproken dat35 Werkbedrijven een schakel moetenvormen tussen werkgevers en mensen diein aanmerking komen voor de banenaf-spraak. In de Werkkamer, het landelijkeoverleg tussen VNG en sociale partners,worden afspraken gemaakt over de Werk-bedrijven en de manier waarop de extrabanen gerealiseerd moeten worden. DeWerkbedrijven zijn gelinkt aan de35 arbeidsmarktregio's. In het bestuur van

Banenafspraak: 125.000 banencreëren voor arbeidsgehandicapten

de Werkbedrijven zitten gemeenten, werk-gevers en werknemers. Gemeenten zijnhierin leidend. Sociale werkbedrijven kun-nen een adviesfunctie krijgen voor het be-stuur.

 Regionale Werkbedrijven maken afsprakenover de bemiddeling tussen arbeidsgehan-dicapten en werkgevers die zorgen voorextra banen voor hen. Zij zorgen voor éénpakket met voorzieningen voor werkgeversin een regio. Een regionaal Werkbedrijf isook het aanspreekpunt voor werkgevers.Een regionale Werkbedrijf maakt afspra-ken over voorzieningen en subsidies als:• loonkostensubsidie en berekening van deloonwaarde van werknemers met eenarbeidshandicap (loonwaardemethodiek);• detacheringen;• jobcoaching;• werkplekaanpassingen;• no-riskpolis;• afspraken over de organisatie van be-schut werk. Regionale werkgeversservicepuntenWerkgeversservicepunten vormen éénloket waarachter gemeenten, UWV enscholen samenwerken. Zij bieden informa-tie over de voorzieningen en subsidies.Ook helpen zij bij:• het geschikt maken van werk voorarbeidsgehandicapten;• aanpassing van de werkplek;• het opzetten van leerwerktrajecten;• de inzet van een jobcoach. Brabantse arbeidsmarktregio’sNoord-Brabant telt vijf arbeidsmarkt-regio’s: West-Brabant, Midden-Brabant,Noordoost-Brabant, Helmond-De Peel enZuidoost-Brabant. Overgang Wajong, Wsw, tijdelijke contracten Wsw• De Wajong blijft bestaan voor mensendie duurzaam niet kunnen werken. Dezemensen behouden hun uitkering van hetUWV.• Bestaande Wajongers van wie na de her-beoordeling blijkt dat zij kunnen werken,blijven de verantwoordelijkheid van hetUWV. Het UWV houdt in 2015 een deel vanhet budget om deze doelgroep aan de slagte helpen.• Mensen die op 31 december 2014 in

Wsw-verband werkten, houden hun rech-ten en plichten onder de Participatiewet.Wsw’ers met een vast contact houdenrecht op een werkplek en kunnen niet wor-den ontslagen als gevolg van de verander-

de regels.• De Wsw-indicatie van mensen die op 31december 2014 op de wachtlijst stondenvoor de Wsw is van rechtswege vervallen.Er is afgesproken dat deze groep met voor-rang bemiddeld in aanmerking komt voorde baanafspraken.• Wsw-medewerkers van wie na 1 januari2015 het (tijdelijke) contract eindigt, kun-nen van de gemeente een vervolg-Wsw-aanbod krijgen. Hiermee wordt het jaarerop rekening gehouden bij de verdelingvan het voor de Wsw-uitvoering beschik-bare deelbudget.

10

FEITEN EN CIJFERS

Page 11: InVorm juni 2015

Bron: Directie Re-integratie en Participatie, Ministerie van SWZ   

In het kort: de feiten over de banenafspraak en de quotumheffing  Het sociaal akkoord van 11 april 2013 • Vrijwillige afspraak tussen kabinet en werkgevers.• 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking in 2026.• 100.000 marktsector, 25.000 overheidssector.• Als één baan wordt geteld 25,5 verloonde uren.• Pas als de vrijwillige afspraak te weinig banen oplevert, mogelijk activering van de quotumheffing.

Eerst de banenafspraak • Vanaf 2014 geldt de vrijwillige banenafspraak.• Alle werkgevers, groot en klein, kunnen de extra banen realiseren.• Monitor per sector (markt en overheid), landelijk, niet per individuele werkgever.  De doelgroep 1. Mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen;2. Mensen met een Wsw-indicatie;3. Wajongers met arbeidsvermogen.4. Mensen met een Wiw-baan of ID-baan. De extra doelgroep voor de quotumheffing bestaat uit de volgende mensen:5. Mensen met een medische beperking die is ontstaan voor hun 18e verjaardag of tijdens hun studie, die zonder een voorziening geen   WML kunnen verdienen, maar met een voorziening wel.

 

Het aantal banen per jaar De tabel hieronder laat zien om hoeveel extra plaatsingen op een baan het gaat (x 1.000, cumulatief).

Als de extra banen er komen, géén quotumheffing • UWV heeft de nulmeting uitgevoerd (peildatum 1 januari 2013) en monitort de aantallen banen in de markt- en overheidssector.• In 2016 wordt voor het eerst beoordeeld of de banen er in 2015 zijn gekomen. Als een sector niet genoeg banen heeft gerealiseerd,    -geldt voor die sector de quotumheffing.  Alleen als extra banen niet gehaald worden, de quotumheffing, op zijn vroegst vanaf 2017 • De quotumheffing kan pas actief worden bij onvoldoende extra banen.• Geldt alleen voor werkgevers met 25 of meer werknemers.• In het jaar voor de heffing ingaat, wordt het quotumpercentage bepaald.• De eerste beoordeling vindt in 2016 plaats over het jaar 2015.• De eerste heffingen worden op zijn vroegst in 2018 opgelegd over 2017.• Als werkgevers er in 2017 niet in geslaagd zijn te voldoen aan het percentage dat voor hun sector gold.

11INVORM | juni 2015

FEITEN EN CIJFERS

Page 12: InVorm juni 2015

Onzichtbare vooruitgang op departicipatieladder

"De zorg staat op zijn kop en wij doen het op z’n Coppes", aldus Monique Beukers, bestuurder van deRobert Coppes Stichting. Deze instelling ondersteunt de kleine groep blinden en slechtzienden met een ofmeer bijkomende beperkingen. "Ik vind het prachtig om te zien welke mogelijkheden deze mensen heb-ben, maar die zie je niet als je in grote stappen denkt."

12

PARTICIPATIE

Page 13: InVorm juni 2015

Al sinds de oprichting van de Robert Cop-pes Stichting 35 jaar geleden staat in devisie dat cliënten vooral de regie over huneigen leven moeten behouden. "Zelfregiezit in ons DNA", zegt Monique Beukers."Wij nemen niets over, maar zorgen ervoordat de cliënten iets kunnen. Soms moetenwe daarvoor tegendraads zijn. Dat doenwe dan, omdat we echt ergens voorstaan." De Robert Coppes Stichting heeftplaatsen voor begeleid wonen en dagbe-stedingscentra die specifiek voor hundoelgroep zijn ingericht. Daarnaast geeftde stichting specialistische begeleidingvanuit de Wmo. Momenteel is dat hetgeval in 52 gemeenten in Zuid-Nederland.Hiervoor heeft de sector een landelijkeraamovereenkomst gesloten met deVereniging van Nederlandse Gemeenten(VNG). "We zijn erg blij dat de gemeentenbegrijpen dat dit een bijzondere doelgroepbetreft waarvoor andere regelingen nood-zakelijk zijn."  Minder compensatiemogelijkhedenMensen met een visuele beperking lopenin hun dagelijks leven tegen nogal watproblemen aan. Soms letterlijk, denk aaneen half openstaande deur of niet aange-schoven stoel. Maar vaak gaat het om heelpraktische zaken, zoals het terugvindenvan de huissleutels of het omgaan metmensen uit de buurt. Een blinde of slecht-ziende kan tenslotte moeilijk als eerstegedagzeggen, omdat hij de ander niet ofnauwelijks ziet. De meeste cliënten vande Robert Coppes Stichting hebben naasteen visuele beperking minstens één ande-re beperking, waardoor zij mindercompensatiemogelijkheden hebben. Deimpact van al die beperkingen is enorm enveel gangbare ondersteuning is niet ophen van toepassing. Monique Beukerslicht toe: "De bijkomende beperkingenleiden vaak al tot een kluwen problemen.Daar valt de visuele beperking als eenloden mantel omheen. Visualisatie is bij-voorbeeld gangbaar bij autisme en metvoordoen leer je mensen met een verstan-delijke beperking bepaalde handelingen.Die ondersteuning valt weg als mensenniet tot nauwelijks zien."  Individuele aanpakWat het ingewikkeld maakt, is dat de on-derliggende problematiek lang niet altijdbekend is. "De visuele beperking is hetmeest opvallend. Dat is wat mensen directzien. Zij staan er vaak niet bij stil dat ermeer aan de hand is. Ons uitgangspunt is:wanneer er tijdens de reguliere begelei-

"Hoe meer beperkingen, des te moeilijker meedoen wordt"

ding van mensen met een visuele beper-king continu incidenten ontstaan, kun jeer vanuit gaan dat er meer speelt dan je tezien krijgt." De specialistische kennis bin-nen de stichting ligt op het vlak van deimpact die de visuele beperking op de bij-komende beperkingen heeft. Daarbij iseen individuele aanpak noodzakelijk,omdat iedere combinatie van beperkingenuniek is. Monique Beukers vertelt dat debegeleiding aansluit bij wat een cliënt wélkan. "Dan blijf je mogelijkheden zien. Eenbepaald talent of een bijzondere eigen-schap gebruiken we daarbij vaak als aan-knopingspunt." Als voorbeeld noemt zetwee bewoners die gek zijn op muziek enhier veel over weten. Zij maken nu sameneen radioprogramma bij de AlgemeneVughtse Lokale Omroep. 

 Bouwen aan vertrouwenDe begeleiding begint bij het winnen vanvertrouwen. Regelmatig zijn deze mensenin hun leven zoveel hindernissen tegenge-komen, dat ze een laag zelfbeeld hebben."Zij moeten dan eerst vertrouwen in zich-zelf krijgen. Daarom is het belangrijk omde tijd te nemen en de cliënt eerst goed teleren kennen. Er gaan vaak jaren overheenvoordat er een vertrouwensband is gerea-liseerd." Een voorbeeld hiervan is een cliëntdie eerst zonder resultaat psychiatrischebegeleiding kreeg. "In eerdere hulpverle-ningstrajecten werden de gevolgen vanzijn visuele beperking gemist, waardoor hijzeer passief werd. Het heeft vervolgenszeven jaar geduurd voordat hij weer ver-trouwen in zichzelf had. Nu werkt hijeen uur per week als vrijwilliger, doet zijneigen boodschappen en heeft contact metzijn buurman. Voor ons is dat een enormresultaat."  Werken geen hoofddoelDat de vooruitgang langzaam verloopt, be-tekent geenszins dat de begeleiding nietsoplevert. "Wij hebben nog steeds cliëntendie met een zeer intensief pakket begin-nen, maar later wel zelfstandig naar bui-ten gaan en dan nog maar een uur perweek begeleiding nodig hebben. Dat kostons misschien wel tien jaar, maar wat dannog? Binnenkort gaat een cliënt vaneind twintig na negen jaar zelfstandigwonen. Dat vind ik een fantastisch resul-taat!" Monique Beukers denkt wel dat het

lange, individuele begeleidingstraject eenrisico kan gaan vormen, omdat dit haaksstaat op de doelstelling van de Participa-tiewet. "De maatschappij is te snel voorcliënten die meer tijd nodig hebben. Hoemeer beperkingen je hebt, hoe moeilijkerhet wordt om mee te doen. Economischezelfstandigheid is niet automatisch vantoepassing op onze doelgroep. Ongeveerdriekwart van onze cliënten heeft dagbe-steding en haalt het niveau van de socialewerkplaats niet." Gelukkige periodenDe Participatieladder met zes treden van'sociaal geïsoleerd' tot 'betaald werk' isvoor deze cliënten geen passend instru-ment. "Participatie is veel breder dan watde Participatieladder meet. Een stap kan

ook zijn van ‘geïsoleerd met overlast’ naar‘geïsoleerd zonder overlast’." Ze vindt datwe ons moeten realiseren wat meedoen inde maatschappij voor sommige mensenbetekent. "Als er sprake is van meerderebeperkingen, dan wordt de mate van gelukdaardoor beïnvloed. Wij kijken vooral naargelukkige momenten of perioden en onshoogste doel is dat mensen gelukkig zijnin hun eigen leven, met hun eigen moge-lijkheden. Daar hoort betaald werk meest-al niet bij. Voor deze mensen is het veelbelangrijker dat zij daadwerkelijk onder-deel uitmaken van de maatschappij, wantdat is wat bijdraagt aan hun welbevin-den."

13INVORM | juni 2015

PARTICIPATIE

Page 14: InVorm juni 2015

14

TOEZICHTHOUDER

Page 15: InVorm juni 2015

Rubriek 'Toezichthouder' Zorg en Welzijn in Brabant staan vooreen ingrijpende transformatie. Datwerpt nieuw licht op het belang vangoed toezicht op organisaties die indeze sectoren actief zijn. Jarenlangkregen bestuurders vrij baan om degrenzen van publiek en privaat op tezoeken. Dat leidde tot een aantalincidenten en een roep in de maat-schappij om een scherper toezicht opde handelwijze van de zorgwereld enzijn bestuurders. Met nieuwe regelsen codes probeert de overheid de rolvan raden van toezicht te versterken.Daarom in de komende nummers vanInVorm een aantal interviews mettoezichthouders. Hoe vullen zij huntaak in, en welk spanningsveld zienzij?  

Hoe bent u toezichthouder geworden?"Mijn eerste toezichthouderschap was bijeen woningcorporatie. Je merkt al heelsnel dat de cultuur in die sector sterk ver-schilt van de zorg. De zorg ken ik van bin-nen en buiten. Ook de werkvloer, want ikheb tien jaar aan het bed gewerkt. Ik benooit als verpleegkundige begonnen, opge-leid door de zusters. Dat was een primaleerschool, waarmee ik een goeie klinischeblik heb ontwikkeld die ook als toezicht-houder van pas komt. Toen ik met datwerk begon was het een rustig baantje.Je hield eigenlijk alleen toezicht op de be-stuurder en moest niet teveel in het voet-licht treden. Je vergaderde zes keer per jaaren je liet de bestuurder zoveel mogelijk debestuurder zijn. Met zijn informatie moestje het doen, het was not done om die viaandere kanalen te betrekken. Er bestondzelfs een reglement dat dit verbood." Welke rol heeft u als toezichthouder?"Een heel andere rol dan ik als bestuurdergewend was. Toezicht houden is meer overde schouder meekijken dan overal hetvoortouw nemen. Je bent een klankbord,en je moet op afstand kunnen blijven. Datlaatste is voor mij geen probleem, wantdat past bij mijn persoonlijkheid. Ik denkdat je als voorzitter van een raad van toe-zicht wel goed met je bestuurder moetkunnen opschieten. Als je haren overeindgaan staan als hij binnen komt, is een con-structieve samenwerking nauwelijksmogelijk. Het eerste gesprek als toezicht-houder met je bestuurder moet gaan overelkaars verantwoordelijkheden. Je hebt inprincipe hetzelfde belang: een geolied lo-pende organisatie."

"Je moet 't als toezichthouderook aandurven op te stappen"

Herman Weggen uit Hoeven is gepokt en gemazeld in de wereld van zorg, welzijn en wonen. Hij wasonder meer 16 jaar bestuurder bij Avoord Zorg en Wonen in West-Brabant. De laatste tijd is hij vooralactief als toezichthouder. Op het moment zit hij in de raad van toezicht van St. Elisabeth, een woonzorg-centrum in Roosendaal. "Het zijn altijd de excessen die de meeste publiciteit trekken."

 Wat doet u als er conflicten tussen de bestuurder en het personeel zoudenontstaan?"Je probeert boven tafel te krijgen wat erspeelt. Als de bestuurder overhoop ligtmet een cliëntenraad of de OR moet je par-tijen de kans geven eruit te komen. Maarals het iets structureels blijkt te zijn, moetje in gesprek met het personeel. Desnoodspasseer je daarbij de bestuurder. Ook datwas een paar jaar terug ondenkbaar. Jemoet in zulke situaties ook je rug rechthouden en zelfs als toezichthouder opdurven stappen als blijkt dat je collega toe-zichthouders niet genoeg doen om deproblemen aan te pakken. Zelf heb ik datook een keer gedaan." Vanuit de samenleving klinkt nogal eenswat kritiek op toezichthouders. Ze zoudenbijvoorbeeld onvoldoende actie onderne-men tegen de ontstane 'bonuscultuur' inde non-profit sector."Ik voel me niet geroepen om daar weer-woord op te geven, want dat probleemheeft de politiek in de loop van de tijd overzichzelf afgeroepen. Eerst werd het toe-zicht in de zorg en bij woningbouwcorpo-raties door de overheid op afstand gezet.Die organisaties werden geprivatiseerd. Zemoesten meer de markt op en commer-ciëler gaan werken. Nu eist diezelfde poli-tiek dat diezelfde instellingen weer het ac-cent leggen op hun publieke taak. Op zichis die scheiding tussen publiek en com-mercieel goed. Dat betekent niet dat ik apriori tegen commercie in de gezondheids-zorg ben. Ziekenhuizen bijvoorbeeld zou ikbest willen 'opknippen'. Spoedeisende hulpmoet er 24 uur zijn. Zo’n voorziening kost

altijd geld, dat moet je dus publiek finan-cieren. Maar geef een aantal specialistenook de kans om voor eigen risico en reke-ning kleine klinieken op te zetten. Oog-heelkunde en cosmetische chirurgie lenenzich daar prima voor. Dat hoeft niet tenkoste van de kwaliteit te gaan. Sterker nog,het leidt tot concurrentie en innovaties." Loop je dan toch niet een verhoogd risicoop excessen?"Daar hoef je op zich niet bang voor te zijn.Een complicatie is altijd dat de excessen,en die zijn er de laatste jaren zonder meergeweest, veruit de meeste publiciteit trek-ken. Het generale beeld wordt bepaald

15INVORM | juni 2015

TOEZICHTHOUDER

Page 16: InVorm juni 2015
Page 17: InVorm juni 2015

door de 5% van de zorg en de corporatiesdie het niet goed doen, niet door de 90 à95% die uitstekend werk verrichten. Ziehet recente televisie-item over de vadervan staatssecretaris Van Rijn. Nederlanddenkt vervolgens dat het overal in de ou-derenzorg slecht gesteld is. Heel veel men-sen hebben volgens mij niet in de gatenhoeveel er in die raden van toezicht aanhet veranderen is. Politiek, overheid, en desectoren zelf werken aan een cultuur-omslag, maar het kost vijf tot tien jaarvoordat die zijn beslag heeft gekregen. Ikverwacht dat incidenten zoals in het verle-den nu geen kans meer krijgen. Misschienmoet je als raad van toezicht vaker zelfnaar buiten treden om te laten zien wat jedoet. Maar ja, loop je dan je bestuurderniet teveel voor de voeten?" Raden van toezicht krijgen een stevigererol bij zorg- en welzijnsorganisaties. Maaris er ook voldoende controle op decontroleurs?"De nieuwe regels dwingen je om kritischnaar jezelf te kijken. Je moet ieder jaar eengrondige zelfevaluatie houden. Toezicht-houders worden nu openbaar geworven.Er komen daardoor steeds meer mensenvan buiten de zorg binnen. Dat geeft een

andere, vaak scherpere blik. En er is na-tuurlijk de governance code voor radenvan toezicht. Ik vraag me overigens wel af,wat er op dit terrein nu verder gaat gebeu-ren. De roep om nog meer voorschriftenneemt toe. Minister Schippers wil niet metmeer nieuwe regels komen, en CZ vindt te-gelijkertijd dat alles wat in die code staatook in statuten moet worden vastgelegd.Ik heb daar mijn twijfels bij. In marmer ge-goten regels beperken de bewegingsvrij-heid. Je moet een professional zo weinigmogelijk voorschrijven, die moet aan deslag vanuit zijn eigen verantwoordelijk-heid. Als je de regelgeving alsmaar op-voert, ontpersoonlijk je de zorg. Daar zitniemand op te wachten." Zorg en Welzijn worden op het momentop de schop genomen. De Participatiewetis van kracht geworden. Hoe kijkt u tegendeze ontwikkelingen aan?"Op zich vind ik die ontwikkelingen goed.Zo zie ik dat het eigen risico helemaal zoslecht nog niet werkt. Meer zelfredzaam-heid is als algemeen uitgangspunt een uit-stekende zaak. Maar je moet ten allen tijdeeen goed oog hebben voor de kleine min-derheid die niet past binnen die algemeneregels en visie. Zoals sommige doelgroe-

pen binnen de Wmo bijvoorbeeld. Hoevoorkom je dat die buiten de boot vallen?Ook op dit punt moeten we het allemaalniet te strak willen regelen. Ik vind dat ermeer ruimte moet zijn voor individueleaanpassingen. We zijn op zoek naar eennieuwe balans. Vasthouden aan het oudeis niet verstandig, maar je hebt ook het be-lang van de samenleving te verdedigen.Dat vraagt om nieuwe creativiteit." Wat zou u zelf aan dat systeem van toe-zicht houden willen veranderen?"Raden van toezicht zouden van mij watdiverser van samenstelling mogen zijn. Ikmis bijvoorbeeld allochtonen en jongemensen. In veel raden van toezicht heb jetraditioneel een accountant zitten. Maarja, een accountant heeft de instelling al. Ikbetrek veel liever een ondernemer bij zo’nraad van toezicht die meedenkt over nieu-we woonconcepten en zorgproducten. Alsje verschillende culturen en achtergrondenbinnen haalt, krijg je verfrissende discus-sies." 

"Een ondernemerverfrist de discussie""Een ondernemerverfrist de discussie"

17INVORM | juni 2015

TOEZICHTHOUDER

Page 18: InVorm juni 2015

Jules Keyzer, voorzitter raad vanbestuur Diagnostiek voor U

Jules Keyzer was in 1985 initiatiefnemer van het Diagnostisch Centrum, inmiddels Diagnostiek voor U ge-heten. Medio 2014 is het hoofdkantoor verhuisd en sindsdien heeft de stichting een enorme efficiëntie-slag gemaakt. Het laboratorium is compleet vernieuwd en in de backoffice is het nieuwe werken inge-voerd. Groot verschil met de meeste andere zorg- en welzijnsorganisaties is het stijgende aantal opdrach-ten, veroorzaakt door onder meer demografische groei en verschuiving naar de eerste lijn.

18

VIJF VRAGEN AAN...

Page 19: InVorm juni 2015

Wat is uw huidige gemoedstoestand?“Voornamelijk positief, omdat door de be-zuinigingen ook kansen ontstaan. In driejaar tijd zijn de laboratoriumtarieven metveertig procent gedaald. Deze hoge drukheeft geleid tot het versneld doorvoerenvan organisatieveranderingen. Noodzake-lijke procesverbeteringen hebben ertoegeleid dat we met minder mensen meerwerk kunnen verrichten tegen lagere kosten. Dit stelt ons in staat het werkge-bied te verruimen. Binnenkort openenwe bijvoorbeeld een nieuwe vestiging inRoosendaal.”  Hebt u bewust gekozen voor een baan inde zorg- en welzijnssector? “Ik kom uit een apothekersfamilie en mijnbedje leek gespreid. Toch koos ik na mijnstudie farmacie niet voor het familiebe-drijf, maar voor het voortzetten van hetdiagnostisch centrum van Philips. Ik vindhet belangrijk dat mijn werk relevant is.Dagelijks vinden wij ernstige afwijkingen.Hierdoor krijgen patiënten de kans te ge-nezen. Tevens vormen wij een schakel dieeraan bijdraagt dat de patiënt in de eerstelijn blijft. Ik geloof dat hij bij de huisartsvaak beter af is en ben tegen een overdaadaan diagnostiek en behandeling. Wij ge-

"Wij geloven in zinnige, zuinige zorg en daar gedragen wij ons naar"

loven in zinnige, zuinige zorg en daar ge-dragen wij ons naar.” Wat vindt u de aantrekkelijkste aspectenvan uw huidige baan, en waaraan heeft ueen hekel?“Wat me aantrekt, is dat je moet anticipe-ren op een buitenwereld die continu in be-weging is. Als wij ergens in geloven, danstappen we erin, ook op korte termijn. Danmaakt het niet uit of het businessplan alhelemaal rond is of niet. Wat ondernemer-schap betreft lijken we eerder op een be-drijf dan een zorginstelling. Tegelijkertijdremt de dichtgetimmerde wet- en regel-geving ondernemerschap juist af. En ook alheb je een goed plan, het zijn de verzeke-raars die de knoppen bedienen.”  

Welke eigenschappen waardeert u hetmeest bij uw medewerkers, en aanwelke eigenschappen ergert u zich?“Doordat ons laboratorium in verregaandemate is geautomatiseerd en geroboti-seerd, hebben we nu een ander type men-

sen nodig. Ook onze overhead veranderten we doen een steeds groter beroep opzelfsturing. Flexibiliteit en zelfredzaam-heid zijn voor ons dan ook belangrijke ei-genschappen. Persoonlijk houd ik ook vanbevlogenheid. Ik waardeer oplossingsge-richtheid en erger me wanneer mensenroepen dat iets niet in hun taakomschrij-ving staat. Eigenlijk zou daarin alleen moe-ten staan: alles doen wat nodig is.” Wat zou u veranderen in de zorg- en wel-zijnssector als u de vrije hand had?“Kwaliteit zou meer leidend moeten zijn. Ikvind het huidige systeem, waarin de regiebij de zorgverzekeraars ligt, te beperkt. Zijzouden geleid moeten worden door men-sen met inhoudelijke kennis van het vak-

gebied. Daarbij vind ik het verstandigerom ketenkwaliteit in te kopen en nietzoals nu zorgschakels die met aanbeste-dingen worden uitgeknepen. Dit zou eruiteindelijk toe moeten leiden dat kwali-teit beloond wordt, in plaats van de prijs.”

19INVORM | juni 2015

VIJF VRAGEN AAN...

Page 20: InVorm juni 2015

20

IN BEELD

Page 21: InVorm juni 2015

Zomaar drie medewerkers met een bewoner in Servicecentrum Het Laar? Nee, Quincy en Dowie zijn leer-lingen van Prins Heerlijk die op een speciale manier opgeleid en begeleid worden om in de ouderenzorg tewerken. Jongeren met leerproblemen krijgen in hun eigen tempo een onderwijsprogramma op maat:Speciaal MBO in Bedrijf. In samenwerking met werkgevers in de zorg en met het Koning Willem I-collegein Den Bosch is de opleiding opgezet die in Het Laar gegeven wordt. Hierdoor krijgen zij de kans krijgenom hun droom, werken in de zorg, waar te maken. Tussen hen in hun werkbegeleidster Helen.

Werken in de ouderenzorg lerenin je eigen tempo

21INVORM | juni 2015

IN BEELD

Page 22: InVorm juni 2015
Page 23: InVorm juni 2015

Digitaal magazine voor werkgevers over Participatiewet

Om werkgevers te ondersteunen is er eendigitaal magazine ontwikkeld over de Par-ticipatiewet. 100.000 banenWerkgeversorganisaties hebben zich ge-committeerd aan het zogeheten 100.000banenplan. In de komende tijd moeten erzoveel functies worden ingevuld doormensen met een afstand tot de arbeids-markt. Om dat initiatief kracht bij te zettenis er een digitaal magazine gelan-ceerd: www.opnaarde100000.nl. Digitaal loket werkgeversHet nieuwe magazine is speciaal voor on-dernemers gemaakt. De artikelen nemenwerkgevers mee langs de Participatiewet.Het magazine bevat verhalen uit de prak-

tijk en laat werkgevers zien wat er in hunomgeving gebeurt. Het online blad biedtook inspirerende en praktische informatievoor ondernemers. Het online magazinevormt de start-up voor een digitaal loketvoor werkgevers. Dit wordt in het kadervan de 100.000 banen door de werkge-versorganisaties gebouwd. Het projectwordt dankzij dit nieuwe magazine meerzichtbaar. Bonheur Horecagroep en Macek TechnikaIn dit magazine hebben Brabantse bedrij-ven een prominente voorbeeldfunctie. DeBonheur Horecagroep en Macek Technikazijn uitgelicht als voorbeelden van werkge-vers die werknemers in dienst hebben meteen afstand tot de arbeidsmarkt.  Wajongers, werklozen en mensen met eenarbeidsbeperkingBij Bonheur in Tilburg zijn 85 medewerkersin vaste dienst, waarvan 8 wajongers, 3langdurig werklozen en 1 oudere ontslag-werkloze. Bij Macek Technika in Oss heeftde helft van de medewerkers een arbeids-beperking. Ton Gimbrère (Bonheur) en Janvan den Broek (Macek) vertellen in hetmagazine wat hen drijft.

Workshops SDW vergroten zelfstandigheid mensen metbeperking

SDW organiseert verschillende workshopswaarbij mensen met een beperking vaar-digheden krijgen aangeleerd op het ge-bied van huishouden, geld verdienen ofvriendschap. Doel van de workshops is hetvergroten van de zelfstandigheid, zodatdeelnemers beter voorbereid zijn op deel-name aan de maatschappij. SDW onder-steunt mensen met een (verstandelijke) -beperking. Professionals van SDW ontwikkelden deworkshops. "We vinden het belangrijk datmensen met een beperking zoveel moge-lijk zelf de regie over hun leven kunnen ne-men", aldus Annemarie Oonk, een van deinitiatiefnemers binnen SDW. "Met prak-tijkgerichte oefeningen leren we de cursis-ten vaardigheden die zij meteen in het da-gelijks leven kunnen gebruiken. We wer-ken met kleine groepen, zodat er veel

ruimte is voor persoonlijke aandacht." De workshop ‘Geld verdienen doe je zo’werd vorig jaar voor het eerst gegeven. Dereacties van de cursisten waren positief."De praktijkoefeningen waren een goedidee om jezelf beter in een sollicitatiege-sprek te verplaatsen," reageerde een cur-sist.  De workshops bestaan uit drie of vier bij-eenkomsten die ieder een dagdeel duren.Op www.sdw.nl vindt u een overzicht enomschrijving van de zeven verschillendeworkshops. Met vragen over de work-shops kunt u via e-mail terecht [email protected].

Voorbeelden van socialreturn in de bouw Ook andere sectoren hebben temaken met de Participatiewet. Bou-wend Nederland publiceerde een bro-chure met creatieve voorbeelden vansocial return on investment (SROI).Voorzitter Maxime Verhagen in hetvoorwoord: "Weinig sociale overheids-maatregelen zijn in onze achterbanmet zulke gemengde gevoelens ont-vangen als SROI en de Participatiewet.Sympathiek voor mensen met eenachterstand tot de arbeidsmarkt aande ene kant. Met risico op verdringingvan de vaste medewerkers aan de an-dere kant. En met de nodige organisa-torische voetangels en klemmen vooralle betrokkenen. Maar van verschil-lende kanten zijn er intussen allerlei initiatieven ontplooid die voor allepartijen aanvaardbaar zijn: met beteregaranties voor SROI-kandidaten, metminder rompslomp voor bedrijven enmet vermijding verdringing." Een greep uit de brochure ‘SROI en deParticipatiewet, creatieve initiatievenuit de praktijk’: • Een aantal aannemers in de regioNoord zoekt geen kandidaten meerop projectniveau, maar organiseerdeeen pool van mensen om uit te put-ten. Een stichting neemt de kandida-ten onder haar hoede; dat ontzorgt deaannemers en biedt de kandidateneen langetermijnperspectief.

• De stichting Infra-Werkt neemt opvoordracht van gemeenten kandida-ten met afstand tot de arbeidsmarktin dienst conform de CAO Bouwnij-verheid. De kandidaten krijgen eenbasistraining van een aantal wekenmet behoud van uitkering. Daarnavolgt een dienstverband van maxi-maal twee jaar. Het is de bedoelingom de kandidaten te trainen op soci-aal en technisch gebied, zodat ze in-zetbaar zijn binnen de wegenbouw.

• In de regio Nijmegen is een stimule-ringsfonds Leren/Werken GebouwdeOmgeving in het leven geroepen omprojecten die mensen met een af-stand tot de arbeidsmarkt kansen tebieden.

23INVORM | juni 2015

KORT NIEUWS

Page 24: InVorm juni 2015

24

INTERVIEW

Page 25: InVorm juni 2015

Participatie metervaringsdeskundigheid

Er is wat lef nodig om te beginnen met ervaringsdeskundigheid, maar RIBW Brabant laat zien dat het re-sultaat groot kan zijn. Deze zorginstelling begeleidt en ondersteunt mensen met een ernstige psychiatri-sche aandoening. Inmiddels is participatie in de organisatie ingebed. De inspanningen betalen zich terug,doordat niet voorbij is gegaan aan het individu en daarbij focust op zijn behoeften. Hoe dit leerproces isverlopen, vertellen René van Trijp, hoofd personeel en organisatie en Paola van den Noordt, senior erva-ringsdeskundig medewerker.

Als de scheidslijn tussen cliënt en medewerker vervaagt

deler, maar dat betekent niet dat zij tegendezelfde problemen aanlopen. Dat kun jeniet voor een ander invullen, want iederindividu zit anders in elkaar en heeft zijneigen verhaal.” Hiermee geeft hij aan dathet gaat om de ontwikkeling van het indi-vidu en de erkenning van talenten. Wat is er nodig om…Echter, alleen aandacht besteden aaniemands talenten is onvoldoende. Paolavan den Noordt vertelt dat dit een goedbegin is, maar dat er meer nodig is omervaringsdeskundigheid te implemente-ren. “Je moet kijken naar wat iemand

nodig heeft”, zegt ze daarover. Zij weetwaarover ze spreekt. Na het behalen vanhaar vwo-diploma kampte ze twintig jaarlang met ernstige psychische problemen.Haar klasgenoten gingen studeren, maardat zat er voor haar niet in. Paola kreegverschillende banen, veelal op kantoor,maar kwam uiteindelijk in de WAO te-recht. “Door het taboe op psychische klachtenmoest ik mijn ziekte verbergen. Ik was ge-noodzaakt een deel van mezelf thuis telaten.” Nu kan ze zichzelf zijn en moet zejuist aangeven wat ze nodig heeft om te

Al jaren stelt RIBW Brabant de cliënt cen-traal. René van Trijp vertelt dat zo’n driejaar geleden de gedachte ontstond dat ditbeter zou kunnen door meer aandacht aanparticipatie te besteden. “We waren daarals organisatie aan toe en het heeft onsveel gebracht. Naast het aanboren van eenextra kennisbron, gaat het ook over eencultuurverandering binnen de organisatie.We zijn veranderd in een open leercultuurwaarin mensen beter tot hun rechtkomen. Zowel de cliëntenzorg als demedewerkerszorg zijn erdoor verbeterd.”Hij hoopt dat de Participatiewet ook ande-re zorginstellingen stimuleert en zobijdraagt aan de bewustwording bij werk-gevers van het belang van participatie voorde organisatie. Daarbij maakt hij een dui-delijke kanttekening. “Het behalen van hetquotum moet geen doel op zich worden.” Weg van het hokjesdenkenRIBW Brabant vindt dat iedereen de kansmoet krijgen mee te doen in de maat-schappij en daarbij maakt de organisatiegeen onderscheid in medewerkers encliënten. “Voor ons zijn dat twee gelijk-waardige groepen en binnen de organisa-tie spreken we over de ontwikkeling vanmensen. Daardoor vervaagt de scheidslijntussen medewerkers, cliënten, vrijwilligersen ervaringsdeskundigen.” René van Trijpis dan ook wars van hokjesdenken. “Ik vinddat er binnen de zorg nog te veel groeps-denken bestaat. Zelfs binnen de Participa-tiewet gebeurt dit. Uiteraard zijn ermensen met een gemeenschappelijke

25INVORM | juni 2015

INTERVIEW

Page 26: InVorm juni 2015

kunnen herstellen en participeren. “Daar-voor ben ik zelf verantwoordelijk. Dat bete-kent tegelijkertijd dat het op de werkvloerwel bespreekbaar moet zijn. Dit kanbetekenen dat ik meld dat het even min-der goed met me gaat, of dat ik mijngrenzen beter aangeef.” Dat ontdekken iseen essentieel punt, omdat de meestemensen na langdurige uitval zelf niet pre-cies weten wat zij nodig hebben om goedte kunnen functioneren. “De werkgever moet daarover het gesprekblijven aangaan. Dat is een belangrijk on-derdeel van het participatievraagstuk enhet maakt het verschil. Doordat ik mijnkwetsbaarheden kan tonen, over mijn be-hoeftes kan praten en mijn werkgever be-reid is om daar samen met mij iets mee tedoen, ben ik in staat om goed te blijvenfunctioneren.” Participatie bij RIBW BrabantParticipatie vormt nu een integraal onder-deel van de organisatie en gaat binnenRIBW Brabant verder dan ervaringsdeskun-digheid alleen. Een mooi voorbeeld hiervanzijn de vrijwillige gastheren en gastvrou-wen op het hoofdkantoor. Zij zorgen eronder andere voor dat het gebouw opge-ruimd is en schenken koffie en thee. Voorde cliënten is het prettig vanwege de laag-drempeligheid. Zij worden ondersteunddoor een gastheer die langdurig werklooswas. Nu heeft hij een vaste, fulltime baanwaardoor hij weer is opgebloeid. RIBWBrabant heeft hierin geïnvesteerd in tijd engeld en daarvoor krijgt de organisatie ookiets terug. Het gebouw ziet er netjes uit ener wordt op schoonmaakkosten bespaard.Daarnaast kunnen verschillende cliëntenextra stappen maken op de participatie-ladder. Vanwege het succes wordt ditconcept nu ingezet op het opleidingscen-trum in Waalwijk. Verschillende cliënten helpen het teamervaringsdeskundigen mee met het gevenvan voorlichting. Aan de andere kant trektRIBW Brabant ook vrijwilligers van buiten-af aan. Tegelijkertijd heeft de open cultuurertoe geleid dat een begeleider na vijf jaardurfde te vertellen dat ook zij zich herken-de in de cliëntverhalen. Ze volgde daarnaeen opleiding en werkt nu als ervarings-deskundige. Daarmee heeft RIBW Brabantuitval voorkomen en is haar functionerenverbeterd. Zo zijn er nog tal van participa-tievoorbeelden te noemen.  

"Elke kwetsbaarheid kan als kracht dienen wanneer je hem goed hanteert" - Paola van den Noordt

Leren en waarderen“Voor ons is het ook een leerproces”, ver-telt René van Trijp. “We hebben die open-heid aangedurfd en zien nu dat we ookvan elkaar kunnen leren. Juist de gelijk-waardigheid die hierdoor ontstaat, vindenwe belangrijk.” Cliënt of medewerker,iedereen wordt gelijkwaardig behandeld.Vrijwilligers krijgen allemaal hetzelfdecontract en ervaringsdeskundig medewer-kers hebben precies dezelfde overeen-komst als begeleiders, ook qua salariëring. Dat vindt Paola van den Noordt een grootverschil met eerdere werkgevers. “RIBWBrabant laat zien dat zij gelooft in herstelen participatie en bereid is daarvoor te be-talen. Zij investeert in kwetsbaarheid. Ikwas gewend om altijd vanuit een stigmabehandeld te worden. Toen ik merkte datmijn kennis er wél toe deed, had ik het ge-voel dat ik voor het eerst gezien werd. Wat

dat met me deed, is onbeschrijflijk.” RolmodelRIBW Brabant heeft haar visie op participa-tie met de inzet van ervaringsdeskundigenomgevormd naar de praktijk en dat wassoms best lastig. Het werd een leerproceswaarin bijsturen regelmatig noodzakelijkwas. De eerste stap was het selecteren vandrie goede ervaringsdeskundigen die alsrolmodel fungeren. “Bij de selectie van er-varingsdeskundig medewerkers staan deverwachtingen van beide partijen centraal.Ook komt de fase van het herstelprocesaan bod”, vertelt Paola. “Het is namelijkniet gemakkelijk om te werken met jekwetsbaarheid. De vraag is of je daar klaarvoor bent en wat je nodig hebt om het tekunnen doen.” René vertelt dat er op dewerkvloer een barrière doorbroken moestworden. “De inzet van ervaringsdeskundig-heid is een forse verandering, omdat je

26

INTERVIEW

Page 27: InVorm juni 2015

Howie the Harp™  Dit is een eenjarige opleiding tot erva-ringsdeskundige afkomstig uit de Ver-enigde Staten. Uitgangspunt is datieder mens over innerlijke kracht be-schikt. Door deze kracht te ontdek-ken, kunnen mensen met een psychi-sche kwetsbaarheid grip krijgen ophun herstelproces. Zo leren zij om hunpersoonlijke ervaring in te zetten alsberoepskracht. Mensen die op dezewijze hun eigen herstelproces beheer-sen, kunnen een unieke bron van er-varing zijn voor anderen. Studentendie het complete traject met succesafronden, ontvangen het Howie theHarp-certificaat. Hiermee kunnen zijsolliciteren naar de functie van (assis-tent) ervaringsdeskundige. Op 21 sep-tember 2015 start de opleiding in Til-burg. Kijk voor meer informatie over dezeopleiding tot ervaringsdeskundige op:www.howietheharp.nl

"Medewerkers en cliënten zijn voorons twee gelijkwaardige groepen" - René van Trijp

aan het vak van de professional komt.Wanneer je geen goede rolmodellen selec-teert, loop je het gevaar dat het stigmaversterkt wordt. Het zelfvertrouwen van deervaringsdeskundige kan daardoorafnemen, en tegelijkertijd kunnen mede-werkers het zien als erkenning van hunweerstand.” Geen uitzonderingPaola is erg blij dat ze vijf jaar geleden decursus ‘Werken met eigen ervaring’ volg-de. “Ik had het geluk dat mijn persoonlijkbegeleider in mijn wensen, dromen enkwaliteiten geloofde en me adviseerde ditte gaan doen. Nu het goed met me gaat,word ik weleens als uitzondering gezien,maar dat ben ik niet. Ook met mij is hetslecht gegaan. Ik kom uit een omgevingwaarin ik patiënt werd genoemd en kreegallerlei stempels op mijn voorhoofd ge-drukt. Daar ga je op een gegeven momentook zelf in geloven, en dan denk je dat er

voor jou geen kansen bestaan in de maat-schappij.” Tijdens de cursus ontdekte Paoladat ze haar kwetsbare kanten juist alskracht kan inzetten. “Het is een deel vanmezelf, waarmee ik andere mensen kanhelpen. Elke kwetsbaarheid kan als krachtdienen wanneer je hem goed hanteert. Ikben gaan beseffen dat dit een kennisbronis.” Inmiddels bestaat het team Herstel Onder-steunende Zorg en Ervaringsdeskundig-heid uit zeven ervaringsdeskundigen,zeven leerling ervaringsdeskundigen eneen flink aantal vrijwilligers die allemaalop hun eigen manier te maken hebbengehad met uitval, herstel en participatie. Kennisdeling voorkomt stigmaHet team begon met het geven vantrainingen aan alle teams om het verande-ringsproces te versnellen en wordt nuorganisatiebreed ingezet. Hun takenpak-

ket is heel divers en hun kennis wordt aan-gewend voor advies en beleid. Nieuwdaarin is het aanbieden van de eenjarigeopleiding Howie the Harp (zie kader). Paolazet haar kennis tegenwoordig ook in omandere organisaties te informeren over hetwerken met ervaringsdeskundigheid. “Jehoeft het wiel niet telkens opnieuw uit tevinden, maar moet kennis met elkaardelen. Vooral destigmatisering vind ik be-langrijk. Ik besef wel dat dit een verande-ring is die je niet altijd kunt forceren. Het iseen kwestie van durven leren en daarin gaje ook weleens onderuit. Dan is het zaak opte staan en verder te gaan. Dat raakt dekern, namelijk dat zowel werkgever alswerknemer erop vertrouwen dat het goedkomt.” Ervaringen delenPaola van den Noordt en haar collega’sdelen graag hun ervaringen over het inzet-ten van ervaringsdeskundigheid als onder-deel van het participatieproces. Zij verzor-gen hierover presentaties, soms samenmet een cliënt. Neem gerust contact opmet Paola van den Noordt. Daarvoorstuurt u een e-mail naar:[email protected]

27INVORM | juni 2015

INTERVIEW

Page 28: InVorm juni 2015

Stichting Philadelphia Zorg en Miele zijnvorig jaar gestart met een leerwerktrajectFacilitair en Logistiek in het Miele Inspi-rience Centre in Vianen. Voor Philadelphiais het een voorbeeld van een leerwerktra-ject waarin mensen met een verstandelijkebeperking, samen met anderen, meer kan-sen krijgen op de arbeidsmarkt. Het leer-werktraject heeft tot doel dat kwetsbaremensen duurzaam werk krijgen en behou-den. LeerwerktrajectHet leerwerktraject combineert theorieles-sen met veel leren in de praktijk. Deelne-mers worden opgeleid tot assistent facili-tair medewerker of logistiek medewerker

met certificering op MBO niveau 1. Hetleerwerktraject begint met een inwerkperi-ode van een maand. Daarna wordt het eenleerprogramma op maat; aangepast ophet niveau van de verschillende deelne-mers. Mensen die vanuit een bijstands- ofwerkloosheidssituatie deelnemen, doenmaximaal een half jaar over het traject totcertificering op MBO niveau 1. Mensen meteen verstandelijke beperking mogen ertwee jaar over doen. Deelnemers werkenaan het verkleinen van hun achterstand opde arbeidsmarkt en het vergroten van hunwerkvaardigheden en kennis. Voor wie?In dit samenwerkingsproject van Phila-delphia en Miele zorgen de gemeente Via-nen, het UWV en Werk en Inkomen Lek-stroom (WIL) voor kandidaten die voldoenaan het profiel. Dat zijn jongeren en oude-ren met een afstand tot de arbeidsmarkt,zoals mensen met een Wajong-, WIA,WAO, WWB, Wet Wij of Ziektewetuitke-ring, en mensen met een WsW-indicatieen/of indicatie dagbesteding. Maar ookniet-uitkeringsgerechtigden, de zoge-

Philadelphia en Miele starten leerwerktraject voor mensen met afstand tot dearbeidsmarkt

naamde nuggers en mensen die via deWet Poortwachter een re-integratie of om-scholingsproject willen volgen. Mijn NetwerkPhiladelphia is een landelijke zorgorgani-satie voor mensen met een verstandelijkebeperking. Volgens Corrie van Randwijk,directeur Philadelphia cluster Werk & Be-geleiding, is het leerwerktraject bij Mielein Vianen een prachtig voorbeeld van dedienstverlening Mijn Netwerk. “Mijn Net-werk hebben we ontwikkeld om mensenmet een verstandelijke beperking (en/ofafstand tot de arbeidsmarkt) zo goed mo-gelijk te ondersteunen bij het zelfstandigerin het leven staan. Naast leerwerktrajectenbestaat Mijn Netwerk uit DigiContact(beeldbellen met een gespecialiseerde be-geleider 24 uur per dag, 7 dagen per week);ontmoetingsplekken; individuele begelei-ding; stimuleren en vergroten van het net-werk en cursussen om zelfstandigheid enparticipatie te bevorderen.” Bron: Philadelphia.

DepostBode draait op mensen met een beperking

Wat beweegt een commercieel bedrijf omnagenoeg alleen met mensen met een af-stand tot de arbeidsmarkt te werken? De-postBode in Oss heeft er ruim zeven jaarervaring mee. In de regio Oss-Uden-Veghelwerken inmiddels meer dan 100 mensenbij depostBode en onlangs is het verzor-gingsgebied uitgebreid naar de regio Box-tel. Hans en Caroline van der Lee: "Klantenkiezen bewust voor ons omdat we werkenmet mensen met een beperking." Deuren openenDe wijze waarop Hans en Caroline van derLee depostBode runnen, opent deurenrichting andere instanties. Caroline: "Wewerken samen met het UWV en gemeen-ten om mensen die niet bij reguliere werk-gevers aan de slag kunnen aan het werk tehelpen. Ook re-integratiebureaus wetenons te vinden. We bieden stageplaatsenvoor leerlingen die een afstand tot de ar-

beidsmarkt hebben. Interzorg Thuiszorglaat haar zieke medewerkers bij depostBo-de tijdelijk aangepast werk doen totdat zeweer in hun eigen functie aan de slag kun-nen." Kijken naar mogelijkheden van mensen"We weten van elke medewerker wat zijnof haar beperking is en kijken wat iemandzou kunnen doen. Voor een autistischemedewerker met een gehoorbeperkinghebben we een prima werkplek in de post-kamer. Hij werkt snel en foutloos, juistdoor zijn beperkingen," vertelt Caroline.Drie tips voor bedrijven die overwegen ommensen met een afstand tot de arbeids-markt een kans te bieden: • Probeer het! Praat met het SW-bedrijfover de werkwijze en kijk naar wat demensen kunnen. De mogelijkheden zijnveel groter dan je denkt.

• Zorg voor een goede begeleiding. De er-varing van Hans en Caroline is dat eennieuwe medewerker wat meer tijd nodigheeft om te wennen dan een ‘gewone’ me-dewerker. Zet daar een collega op die daargevoel voor heeft en die dat kan. • Maak er commercieel gebruik van.Omdat je met mensen met een afstand totde arbeidsmarkt werkt, gunnen anderen jewerk. Het levert opdrachten op! Bron: WSD 'Aan t Werk'

28

KORT NIEUWS

Page 29: InVorm juni 2015

Geluk is een keuze!Bestuurders staan vaak voor lastige dilemma’s. Uit tal van alternatieven en opties moet een keuze wor-den gemaakt. Vaak is het een kwestie van zoeken en afwegen voordat de knoop kan worden doorgehakt.Want elke keuze heeft consequenties. Dat geldt ook bij de invoering van de Participatiewet.

Een vast onderdeel van het takenpakketvan een bestuurder is het bezoeken van re-cepties. Soms is dat ronduit een bezoeking.Je staat in een lange rij om de jubilaris dehand te schudden, je zit vastgeklampt aanéén gesprekspartner of de witte wijn is opkamertemperatuur. Maar meestal ver-maak ik me opperbest en doe ik er veelnieuwe kennis en informatie op. Zo stond ik enkele weken geleden in eengroepje van vier bestuurders waarbij opeen gegeven moment ook de Participatie-wet en de quotumregeling  aan de ordekwamen. Na enig heen en weer gepraatwas het iedereen duidelijk dat de quotum-regeling - en daarmee de boete van 5.000euro - pas wordt ingevoerd als alle werkge-vers in Nederland in de marktsector (inclu-sief de zorg) gezamenlijk op 1 januari 2017minder dan 11.000 banen voor gehandi-capten hebben gerealiseerd. Zoals het bestuurders betaamd kwamenrazendsnel de keuzes voorbij. Iemand stel-de dat het verstandig zou zijn af te wach-ten in de hoop dat de quotumheffing nietzou worden ingevoerd, omdat anderewerkgevers in de sector voldoende banenzouden scheppen voor arbeidsbeperktewerknemers. Bovendien zou het heel goedkunnen dat in ons polderlandje de soepniet zo heet gegeten zou worden en datwerkgeversorganisaties uiteindelijk nogwel succesvol een stokje zouden weten testeken voor de invoering van de boetes. Een andere gesprekspartner vervolgde dathet altijd nog mogelijk zou zijn om na 1 ja-nuari 2017 arbeidsgehandicapte werkne-mers aan te nemen om zodoende de quo-tumheffing tot een minimum te beper-ken. Een derde gesprekpartner ten slotteoverwoog om gewoon de quotumheffingte betalen. Daarmee zou hij zich een boelongemak besparen en het zou zijn effi-

ciënte bedrijfsvoering niet in de warschoppen. Dat was hem best wat geldwaard. Uiteindelijk kwam gelukkig ook het voor-stel aan bod om meteen in de eigen orga-nisatie te beginnen met het aanstellen vanenkele arbeidsgehandicapten om zodoen-de aan de quotumverplichting te voldoenen daarmee tevens een bijdrage te leverenaan het niet invoeren van de quotumhef-fing. Kortom, meer dan voldoende stofvoor een geanimeerdediscussie. Op de terugweg mijmerde ik nog wat naover dit onderwerp. Elke keuze die jemaakt heeft zo z’n consequenties. Maarwelke keuze maak je dan op zo’n alle-daags onderwerp? Uit de (beperkte) lessenethiek die ik ooit heb gevolgd heb ik over-gehouden dat je je bij het maken van in-gewikkelde keuzes uiteindelijk moet laten leiden door de vraag wat een‘deugdelijk’ persoon zou doen. Volgens Aristoteles leidt dit zelfstot meer persoonlijk geluk. Ookover wat deugdelijk is kun je nogeen hele discussie voeren maar de meeste mensen zullen het er overeens zijn dat in een participatiesamenle-ving werk voor iedereen - en dus ook voorarbeidsgehandicapten - een deugdelijk uit-gangspunt vormt. Zo bezien is het eigen-lijk helemaal niet moeilijk. Geluk is eenkeuze! Piet Verrijt,directeur/bestuurder Transvorm

29INVORM | juni 2015

COLUMN: PIET VERRIJT

Page 30: InVorm juni 2015

Bestuursvoorzitter Artie van Tuijn neemtafscheid van ‘zijn’ RIBW Brabant

Op 1 mei 2015 trad Artie van Tuijn (1952) afals voorzitter van de raad van bestuur vanRIBW Brabant. Carla Lasonder (1969), voor-heen lid van de raad van bestuur van RIBWBrabant, nam op die datum het voorzitter-schap van hem over.Artie van Tuijn is de oprichter van RIBWBrabant en was al 28 jaar verbonden aandeze organisatie. Artie van Tuijn is ookvoorzitter van de RIBW Alliantie, een sa-menwerkingsverband van 22 RIBW’s in demaatschappelijke geestelijke gezondheids-zorg uit het hele land. Deze functie vervulthij tot het eind van dit jaar. 

Roel Hermanides treedt terug als lid raadvan bestuur Novadic-Kentron

Per 1 juli 2015 treedt Roel Hermanidesterug als lid van de raad van bestuur vanNovadic-Kentron, de instelling voor versla-vingszorg in Brabant. In goed overleg heb-ben Roel Hermanides en de raad van toe-zicht afgesproken dat hij tot 1 juli 2016 nogfulltime als adviseur bij Novadic-Kentronwerkzaam zal blijven om een aantal stra-tegische projecten uit te voeren.De achtergrond van dit besluit is een ver-schil van inzicht tussen de raad van toe-zicht en Roel Hermanides over de bedrijfs-voering van Novadic-Kentron. De raad vantoezicht heeft een passende regeling ge-troffen, die voldoet aan de WNT (Wet nor-mering bezoldiging topfunctionarissen) enaansluit bij de cao GGZ.

Roel Hermanides is sinds 1998 bestuurderbij Novadic-Kentron en heeft een grote in-vloed gehad op de ontwikkeling van de or-ganisatie. Ook op landelijk niveau heeft hijactief bijgedragen aan de professionalise-ring en profilering van de verslavingszorg.De raad van toezicht is hem daarvoor zeererkentelijk.

Hilly Jager nieuwe directeur-bestuurder ’tHeem

Hilly Jager is sinds 1 maart 2015 de nieuwedirecteur-bestuurder van Woon- en Zorg-stichting ’t Heem. Naast de bestuurlijketaken zal Jager zich richten op de ontwik-keling van de geplande en lopende vast-goedprojecten en de uitvoering van de ver-anderingen in de gezondheidszorg. Jagervolgt Peter Blankenstein op, die sinds no-vember 2012 tijdelijk de functie van direc-teur-bestuurder vervulde. 

Willy Spaan per 1 mei naar Leids Universi-tair Medisch Centrum

Voorzitter raad van bestuur MiekeOckhuizen neemt afscheid van ORO

Mieke Ockhuizen is na ruim elf jaar alsvoorzitter raad van bestuur van ORO ge-stopt. Hiermee sluit Mieke Ockhuizen haarprofessionele loopbaan af. Jan Roelofs,sinds 2012 lid raad van bestuur, nam per 1april 2015 de verantwoordelijkheden over.Onder leiding van Mieke Ockhuizen ont-wikkelde ORO zich tot een financieelgezonde organisatie met een breed dien-stenpakket voor mensen van alle leeftij-den. Een fijn en gelukkig leven voor cliën-ten vormde haar belangrijkste drijfveer."Alles wat je doet, staat in het teken van deondersteuningsvraag van de cliënt en zijnof haar familie. Die lijn is eigenlijk velejaren geleden al ingezet.Inmiddels is de omgeving waarin we ope-reren flink veranderd, maar die visie staatbij ORO nog recht overeind." 

Op 1 mei 2015 vertrok Willy Spaan als be-stuursvoorzitter van het Jeroen Bosch Zie-kenhuis. Hij is nu voorzitter van de raadvan bestuur van het Leids Universitair Me-disch Centrum (LUMC). Willy Spaan waszorgmanager van het jaar 2014 en heeft dekwaliteit van de zorg in het JBZ tot hoog

niveau gebracht. Willy Spaan is op 1 janua-ri 2008 begonnen als bestuursvoorzitter inhet JBZ en heeft zeven jaar in het JeroenBosch Ziekenhuis gewerkt.

Nieuw lid raad van toezicht Van Neynsel 

Julliëtte van Eerd is op voordracht van decentrale cliëntenraad toegetreden tot deraad van toezicht van Van Neynsel, de ou-derenzorgorganisatie in 's-Hertogenbosch.Van Eerd neemt de plaats in van MargoWeerts.Van Eerd is momenteel werkzaam als di-recteur bedrijfsvoering volwassenen bijGGz Breburg. Daarnaast is zij rvt-lid bijepilepsiecentrum Kempenhaeghe en be-stuurslid en penningmeester van deVereniging Managers Patiëntenzorg(VMP).Haar belangrijkste speerpunt is de verbe-tering van zorg voor cliënten en hunnaasten, specifiek met betrekking tot kwa-liteit, veiligheid en welzijn. 

30

PERSONALIA

Page 31: InVorm juni 2015

Bestuursvoorzitter Erik Sloot neemt af-scheid van GGZ Westelijk Noord-Brabant

Na de raad van bestuur bijna drie jaar ver-sterkt te hebben als bestuursvoorzitter,nam Erik Sloot op 1 maart 2015 afscheidvan GGZ Westelijk Noord-Brabant. De hui-dige bestuursleden Patrick Knapen en Lexde Grunt zullen vanaf dat moment geza-menlijk een collegiaal bestuur vormen.Erik Sloot werd in april 2012 aangesteld alsbestuursvoorzitter om de raad van bestuurtijdelijk te versterken, vanwege de moeilij-ke situatie waarin GGZ WNB toen verkeer-de. Inmiddels is de organisatie weer zover,dat de raad van bestuur teruggebracht kanworden naar twee leden. Erik Sloot gaat(opnieuw) met pensioen. 

Laverhof versterkt raad van toezicht 

De raad van toezicht van Laverhof heeftmet ingang van 1 januari 2015 YolandeKuin benoemd tot lid van de raad van toe-zicht. Mevrouw Kuin volgde daarmeeYvonne Bouwman-Bakker op, sinds januari2008 lid van de raad van toezicht van La-verhof en diens rechtsvoorganger Berne-Zorg.Yolande Kuin (64 jaar) is psychogeronto-loog en gezondheidszorgpsycholoog. Zijwerkte tot december 2014 als universitairdocent bij de sectie Ontwikkelingspsycho-logie en Psychogerontologie  aan de Rad-boud Universiteit Nijmegen. Zij heeft ge-durende haar loopbaan functies in depraktijk van de zorg voor ouderen gecom-bineerd met onderzoek en onderwijs. 

Jac de Bruijn is per 1 januari 2015 hetnieuwe lid raad van bestuur bij Prisma

Jac de Bruijn (1956) was hoofd behande-ling binnen Prisma en wetenschappelijkdocent aan de opleiding voor artsen voorverstandelijk gehandicapten aan het Eras-mus MC in Rotterdam. Hij is GZ-psycho-loog en rondde in 2005 een theologischestudie af aan de Universiteit vanTilburg. Inmiddels is hij ruim 30 jaar werk-zaam in de zorg, waaronder de geestelijkegezondheidszorg en jeugdzorg. De laatste10 jaar is hij werkzaam in de zorg voormensen met een verstandelijke beperking.Ook is De Bruijn bestuursvoorzitter exper-tisecentrum verstandelijke beperking enheeft hij diverse publicaties over mensenmet een verstandelijke beperking en me-thodisch werken op zijn naam staan.Jaap de Bruin is vanaf dat moment devoorzitter van de raad van bestuur. 

Joep Hubben nieuwe voorzitter raad vantoezicht Elisabeth-TweeStedenZiekenhuis

Joep Hubben is benoemd tot nieuwe voor-zitter van de raad van toezicht van het Eli-sabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg.Sinds 1 januari 2015 volgt hij daarmee KeesMouwen op.Joep Hubben is hoogleraar gezondheids-recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.Als advocaat en juridisch adviseur is hij

Jean-Pierre van Beers nieuw lid raad vanbestuur Elkerliek ziekenhuis

Jean-Pierre van Beers is benoemd als lidvan de raad van bestuur van het Elkerliekziekenhuis in Helmond. Per 1 maart 2015gaat hij van start. Hiermee is de vacaturedie ontstond door het vertrek van KeesWolse definitief ingevuld. Van Beers (44jaar) werkte als interim-directeur in het ca-tegorale ziekenhuis Dekkerswald (experti-secentrum voor mensen met een chroni-sche longziekte).”Ik werk nu zes jaar voor ziekenhuizen endat spreekt mij erg aan. Ons werk raakt debasis van het bestaan; het gaat daadwer-kelijk ergens over. Verder is het een prach-tige uitdaging om goede zorg te blijven le-veren in deze turbulente tijden en daarbijde zorg toegankelijk en betaalbaar te hou-den voor iedereen”, aldus Van Beers. 

René van Zijl nieuw lid raad van toezichtCello

Per 1 januari 2015 is René van Zijl lid van deraad van toezicht van Cello.René van Zijl (52 jaar) werkt al ruim zestienjaar bij Rabobank, momenteel als directie-voorzitter bij Rabobank Altena. Met zijn fi-nancieel-economische achtergrond, kennisvan en inzicht in vraagstukken rondom definanciële continuïteit van een organisatieén het vermogen om risico’s te kunnen be-

veelvuldig betrokken bij bestuurlijke orga-nisatieveranderingen in de gezondheids-zorg. Ook als toezichthouder heeft hijruime ervaring met fusie- en reorganisa-tieprocessen, onder meer als voorzitter vanKoninklijke Kentalis.

oordelen, brengt hij de disciplines die ver-tegenwoordigd zijn in de raad van toezichtin balans.

31INVORM | juni 2015

PERSONALIA

Page 32: InVorm juni 2015

Haar toekomst is onze gezamenlijke zorg

Tamara is onbereikbaar en onhandelbaar. Haar ouders weten zich geen raad. Ron heeft een licht verstandelijke beperking en zoekt werk dat bij hem past. Jasper wil een vak leren, maar hij is zwaar autistisch en teveel prikkels kan hij niet aan. Waar kan hij terecht? Zo zijn er veel ingewikkelde vragen van kinderen, jongeren en gezinnen die straks op u afkomen.

Koraal Groep biedt observatie, behandeling, begeleiding, verzorging, dagbesteding, passend onderwijs en arbeid(stoeleiding). Wij zijn gevestigd in Noord-Brabant en Limburg en werken zowel landelijk, bovenregionaal als regionaal. Samen met onze partners in het veld bieden wij kinderen, jongeren en gezinnen een compleet en samenhangend pakket zorg en ondersteuning.

Koraal Groep: Sterk in complexe zorg!

Wilt u meer weten over ons?

Kijk dan op www.koraalgroep.nl