innovatie en economische groei in zuid-korea bachelorscriptie ieg z… · web viewnaast innovatie...
TRANSCRIPT
2010INNOVATIE EN ECONOMISCHE
GROEI IN ZUID-KOREA
Abstract: Korea is een land met een lange en gruwelijke geschiedenis. Aan het begin van de 20ste eeuw was Korea nog geannexeerd door Japan en in 1950 geconfronteerd met een burgeroorlog. Ondanks de bezettingen en oorlogen heeft Zuid-Korea zich in de afgelopen 50 jaar weten te ontwikkelen van een onderontwikkeld land tot een van sterkste economieën in Azië. Voornamelijk door de focus en het streven naar groeiende R&D activiteiten, diversificatie, innovatie en een sterke ontwikkeling van het technologische vermogen, wist Korea zich te ontwikkelen tot een sterk concurrerende economie op de internationale markt. Aan de hand van R&D binnen het NIS en ontwikkelingen in FDI wordt er in deze scriptie gekeken hoe deze ontwikkelingen de innovatie heeft beïnvloed en hoe deze ontwikkelingen de economische groei heeft bevorderd.
2010
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAMErasmus School of EconomicsDepartment of Applied Economics
Bachelor Scriptie"Innovatie en Economische Groei
in Zuid-Korea."
Scriptie Begeleiderster:Drs. B. Hoogendoorn
Geschreven doorStudentnaam: Can C. Huynh Studentnummer: 287512Email: [email protected]
2010Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 INLEIDING............................................................................................ 2
1.1 Aanleiding en relevantie van het onderzoek.......................................................2
1.2 Doel van het onderzoek..........................................................................................3
1.2.1Doelstelling..........................................................................................................................3
1.2.2Vraagstelling........................................................................................................................4
1.3 Methode en opzet van het onderzoek....................................................................4
1.3.1Literatuur onderzoek............................................................................................................4
1.3.2Opzet van het onderzoek......................................................................................................7
HOOFDSTUK 2 GESCHIEDENIS VAN KOREA...........................................................8
2.1 Geschiedenis van Korea.........................................................................................8
HOOFDSTUK 3 HET NATIONAAL INNOVATIE SYSTEEM VAN KOREA..........11
3.1 Achtergrond Nationaal Innovatie Systeem........................................................12
3.2 Het huidige Koreaanse Nationaal Innovatie Systeem..........................................14
3.2.1R&D in de Bedrijfssector...................................................................................................14
3.2.2Publiek en Overheidssector................................................................................................18
3.2.3Het Hoger Onderwijs Systeem en Universiteiten..............................................................20
3.3 Ontwikkeling Koreaanse NIS..............................................................................22
3.4 Samenvatting.........................................................................................................25
HOOFDSTUK 4 FOREIGN DIRECT INVESTMENT & INNOVATIE......................27
4.1 Technologisch vermogen......................................................................................28
4.2 Ontwikkelingen in FDI en Technologische vermogen.......................................28
4.2.1Restrictie Periode...............................................................................................................29
4.2.2Liberalisatie Periode...........................................................................................................30
4.2.3Acceleratie Periode............................................................................................................31
4.3 Samenvatting.........................................................................................................32
HOOFDSTUK 5 CONCLUSIE........................................................................................ 33
REFERENTIELIJST............................................................................................................ 39
Pagina | 1
2010Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1Aanleiding en relevantie van het onderzoek
Korea1, dat aan het begin van de 20ste eeuw nog een van de armste Aziatische
landen was, heeft zich in de tweede helft van de 20ste eeuw weten te manifesteren tot
een van de sterkste economieën in Azië. Zij ontwikkelde zich van een land met een
inkomen per capita van US $100 in 1960 tot het hedendaags modern Korea met een per
capita inkomen van US $19.738 (Worldbank, (2008)). Deze wonderbaarlijke groei
noemt men ook wel "the miracle on the Han River". Korea heeft zich op miraculeuze
wijze ontwikkeld van een agrarische samenleving, tot een geïndustrialiseerde
samenleving. Voornamelijk door de mobilisatie van arbeid en kapitaal, Foreign Direct
Investment (FDI), import en export beleid, (Connolly M. & Kei-Mu Yi (2008)).
Door deze ontwikkelingen is Korea nu een van de belangrijkste producenten van
hightech goederen, waarbij Chaebols2, zoals Samsung Group, LG Group en SK Group,
toonaangevend zijn in de hightech sector. Zij hebben zich sinds de jaren tachtig
onderworpen aan een substantiële groei door investering in innovatie en diversificatie.
Tegenwoordig speelt Korea een belangrijke rol als één van de topproducenten in de
scheepsbouw (Samsung), automobielindustrie (Hyundai KIA Automotive Group),
staalindustrie (Hyundai Group) en bij de productie van elektronische goederen op de
international markt.
Deze wonderbaarlijke economische groei van Korea heeft in de afgelopen
decennia veel aandacht getrokken van economen en beleidsmakers, omdat de
verklarende factoren voor de economische groei mogelijk toepasbaar kan zijn voor
ontwikkelingslanden met gelijksoortige initiële kenmerken en ontwikkelingen.
Innovatie3 speelt hierbij een belangrijke rol. Het aanmoedigen van innovatie is volgens
beleidsmakers en vele studies dan ook de sleutel tot economische groei. Naast innovatie
1 Met Korea wordt er in deze scriptie gerefereerd naar de Republiek Korea/ Zuid-Korea, tenzij anders vermeld.2 Een Chaebol zijn, door families gecontroleerde, Koreaanse ondernemingsgroepen. Chaebols zijn invloedrijke entiteiten die zich op zowel politieke als economische vlakte met de overheid op deelgebieden als (infrastructurele) planning en (technologische) innovatie de stuwende kracht vormen van de economische groei in Zuid-Korea na de oorlog. (bron: http://nl.wikipedia.org)
Pagina | 2
2010is economische openheid van een land ook belangrijk. Korea heeft in haar
voorgeschiedenis een gesloten economie gehad waardoor ontwikkelingen zeer gering
waren. Na de Japanse bezetting ontstond er meer economische openheid tegenover
andere wereldlanden. Economische openheid ondersteunt innovatie in termen van
marktcompetitie, waarin bedrijven gedreven worden te concurreren doormiddel van
innoveren en absorberen van nieuwe technologieën, die zijn ontstaan door spillovers en
linkages4. Dit bevordert indirect het innovatieniveau van het land en zodoende ook haar
economische vooruitgang. In dit onderzoek zullen we dan ook kijken naar de innovatie
ontwikkeling en indirect ook naar de economische openheid van Korea, in termen van
FDI en het Nationaal Innovatie Systeem.
1.2Doel van het onderzoek
1.2.1 Doelstelling
Innovatie en economische groei in Korea zijn interessante onderwerpen, voor
zowel economen als beleidsmakers. Ondanks dat zijn er maar weinig onderzoeken naar
de relatie tussen innovatie en economische groei in Korea. Onderzoeken naar innovatie
en economische groei is dan ook beperkt. Wel zijn er veel onderzoeken gedaan naar de
relatie tussen Foreign Direct Investment (FDI), Human Capital en Trade Policy op
economische ontwikkeling. (Piazolo, Marc (1995), Lee, Jong-Wha, (2005), Connolly
M. & Kei-Mu Yi (2008), Raj Kumar Rai (2009)). Er is ook onderzoek gedaan naar
patenten als indicator van innovatie, (Dipendra S. (2007)), maar geen enkel onderzoek
heeft zich, naar mijn weten, gefocust op de innovatie uit FDI en innovatie in R&D
(Nationaal Innovatie System, NIS) en de economische groei in Korea, om zodoende de
ontwikkelingen binnen FDI en R&D als gezamenlijke factoren te gebruiken die de groei
in innovatie en zo ook de economische groei verklaren.
3 Rogers, E. M. (1983) definieert innovatie als een idee, uitvoering of doel dat door een ander individu of eenheid gezien wordt als nieuw. Innovatie wordt in deze scriptie gezien als het vermogen tot vernieuwing in de economie.4 Spillovers en Linkages zijn effecten die optreden door aanwezigheid van buitenlandse bedrijven met nieuwe technologieën voor lokale bedrijven. Lokale bedrijven in het gastland nemen deze uitgelekte technologieën over. Naast technologieën profiteren kunnen lokale ondernemingen ook profiteren van de netwerken die buitenlandse bedrijven met zich mee brengen en creëren.
Pagina | 3
2010Deze scriptie zal een beschrijving geven van de FDI en Nationaal Innovatie
Systeem (NIS) en haar ontwikkelingen. Het doel van deze scriptie is een verklaring te
geven van de wonderbaarlijke groei van Korea aan de hand van een analyse van de FDI
en het Nationaal Innovatie Systeem beleid, die zij vanaf de jaren 60 heeft doorgevoerd.
1.2.2 Vraagstelling
De onderzoeksvraag luidt als volgt:
Welke kernmerken en ontwikkelingen hebben de R&D en FDI in Zuid-Korea beïnvloed
en hiermee de innovatie en economische groei bevorderd.
Met behulp van de volgende deelvragen wordt er geprobeerd een antwoordt te vinden
op de hoofdvraag:
Wat zijn de kernmerken en de ontwikkelingen in het Koreaanse Nationaal
Innovatie Systeem die innovatie hebben bevorderd en welke invloed hebben deze
ontwikkelingen op de economische groei gehad?
Welke ontwikkelingen in het FDI beleid zijn doorgevoerd en welke
ontwikkelingen in het National Technologische vermogen zijn waargenomen die
de innovatie in Korea hebben bevorderd en hoe hebben zij de economische groei
bevorderd?
1.3Methode en opzet van het onderzoek
1.3.1 Literatuur onderzoek
Veel economen zijn geïnteresseerd in de wonderbaarlijke economische
ontwikkeling die Korea heeft meegemaakt. Economische ontwikkeling is het resultaat
van een positieve transformatie van verschillende interne en externe factoren, zoals de
ontwikkeling in binnenlandse en internationale investeringen, innovatie, demografische
en geografische factoren, Sociaal Culturele factoren, Human Capital, Economische
beleid, Politiek stabiliteit en beleid (Arvanitidis, Paschalis et al.(2007)). Innovatie is één
van de belangrijke determinanten van economische groei voor Korea geweest. Volgens
Pagina | 4
2010economen, zoals Solow, Romer, en Jorgenson, dragen investeringen in R&D voor bijna
vijftig procent bij aan de Total Factor Productivity (ASTRA5(2006-2007)) en hiermee
leveren zij een grote bijdrage aan de economische output, GDP.
In Figuur 1 wordt de ontwikkeling van GDP en innovatie weergegeven, waarbij
de economische ontwikkeling als groei in GDP is uitgedrukt. De ontwikkeling van
innovatie wordt weergegeven als investeringen in R&D en FDI. Het opvallende aan
deze ontwikkelingen is het sterke verband tussen de ontwikkelingen van het GDP en de
ontwikkeling van innovatie. Het GDP volgt vanaf eind jaren zeventig ongeveer dezelfde
trend als innovatie en geeft hiermee aan dat er een sterk verband bestaat tussen
innovatie en economische groei.
Figuur 1. Ontwikkeling van GDP en Innovatie, 1976-2008.
bron: World Development Indicators (WDI)
In de publicatie van ASTRA wordt een raamwerk6 geschetst waarin innovatie
beschreven wordt als een Multi- dimensionaal systeem van verschillende interactieve
factoren, processen en instrumenten. Hierin worden R&D, Human Capital, Investment
Capital and Netwerken als de voornaamste inputfactoren genomen, waarmee via
implementatie van innovatie, processen en modellen een output wordt geleverd die de
5 ASTRA: The Alliance for Science &Technology Research in America (2006-2007) Defining Innovation: A New Framework to aid Policymakers, www.USInnovation.org6 Raamwerk is de letterlijke vertaling van Framework. Vanaf hier wordt het begrip raamwerk vervangen door Framework.
Pagina | 5
2010welvaart en economische groei van een land aangeven. Met behulp van dit framework
wordt er in deze scriptie gekeken naar de factoren die bepalend zijn voor het niveau van
innovatie in Korea in de afgelopen decennia. We zullen kijken naar slechts een deel en
een vereenvoudigde versie van het ASTRA-model, dat in Figuur 2 wordt geïllustreerd.
Vereenvoudigde model v. het ASTRA Framework
Figuur 2: Vereenvoudigde ASTRA-model
Aan de hand van een literatuur onderzoek zal worden ingegaan op de factoren die
bepalend zijn voor innovatie. Het hierboven weergegeven figuur geeft een visuele
weergave van het framework dat gebruikt zal worden. Er zal bekeken worden hoe Korea
vanaf de jaren zestig zich heeft aangepast en ontwikkeld met betrekking tot het FDI (dat
in het complete ASTRA-model onder het concept van Netwerken7 valt) en de
ontwikkeling van het Nationaal Innovatie Systeem (dat zowel in het ASTRA-model als
in deze scriptie wordt uitgedrukt in R&D activiteiten). Hierbij word de aanname
gemaakt dat FDI en R&D binnen het NIS als inputfactoren functioneren van innovatie
en zowel als verklarende als bepalende factoren worden geacht in de ontwikkeling van
het innovatieniveau. Met andere woorden, in dit onderzoek wordt aangenomen dat FDI
en R&D in grote mate de technologische stand, het innovatieniveau, binnen een land
vormen door de creatie van bijvoorbeeld nieuwe technieken, productieprocessen,
producten (diversificatie), markten en ondernemingen, wetenschappelijke modellen, en
bedrijfsmodellen. Daarnaast wordt in dit onderzoek ook aangenomen dat het
innovatieniveau, in termen van bijvoorbeeld het aantal verschillende innovatieve
technieken, producten en innovatierijke ondernemingen die zowel op de binnenlandse
markt als op de internationale markt actief zijn, het welvaartsniveau en de economische 7 Netwerken dat in het ASTRA(2006-2007) model wordt gebruikt wordt in dit onderzoek vertaald naar Foreign Direct Investment, omdat FDI de bron is van "nieuwe" technologie als gevolg van technologische spillovers en linkages door clustering en netwerken. In andere woorden FDI geeft in zekere zin hetzelfde aan als Netwerk.
Pagina | 6
2010groei binnen Korea kan beïnvloeden. Het innovatieniveau beïnvloed op den duur de
economische groei en welvaart binnen Korea, door bijvoorbeeld de veranderingen in
exporten en importen, diversificatie en groei van binnenlandse markten, groei van
werkgelegenheid of werkloosheid in verschillende industrieën (Arvanitidis, Paschalis et
al.(2007)). Deze aannames kunnen goed worden bevestigd door de in Figuur 1 getoonde
gegevens van die een verband aantonen tussen de innovatie en het GDP.
Met het beschreven framework in Figuur 2 wordt er in de komende
hoofdstukken getracht om antwoord te geven op de deelvragen en de hoofdvraag. We
kijken in de komende hoofdstukken naar de ontwikkelingen in R&D binnen het NIS
systeem en FDI, die de innovatie in Korea grotendeels hebben bepaald. Uiteraard zijn er
meerdere factoren die het framework omvat en ook de output bepalen, en zodoende de
economische groei kunnen beïnvloeden. Echter liggen deze factoren buiten de grenzen
van dit onderzoek. Daarom zal slechts een gedeelte en een simplificatie van het
framework gebruikt worden.
1.3.2 Opzet van het onderzoek
In de volgende hoofdstukken zal meer er gedetailleerd worden ingegaan op de
onderwerpen FDI en Nationaal Innovatie Systeem ontwikkelingen in Korea. We
beginnen in Hoofdstuk 2 eerst met een samenvatting van de geschiedenis van Korea om
een beter beeld te verkrijgen van de politieke, economische situatie en ontwikkelingen
in Korea vóór de jaren zestig. In Hoofdstuk 3 en 4 wordt geprobeerd een antwoord te
geven op de corresponderende deelvraag. Om specifieker te zijn, in Hoofdstuk 3 wordt
het Nationaal Innovatie Systeem van Korea besproken. Hierin worden de verschillende
relevante sectoren en ontwikkelingen omschreven, die het Nationaal Innovatie Systeem
omvat. Hoofdstuk 4 behandelt Foreign Direct Investment van Korea en haar
technologisch vermogen en vooruitgang. De veranderingen binnen de drie fases die in
Hoofdstuk 4 wordt omschreven geven de ontwikkeling van het FDI beleid en het
Koreaanse technologische vermogen aan. In het laatste hoofdstuk wordt er een
samenvatting gegeven en een conclusie getrokken. Aan de hand van bevindingen in de
voorgaande hoofdstukken zal dan een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag.
Pagina | 7
2010Hoofdstuk 2 Geschiedenis van Korea
In dit hoofdstuk wordt in het kort de geschiedenis van Korea omschreven om
een beeld te schetsen van de ontwikkelingen en omstandigheden tijdens de Japanse
bezetting en burgeroorlog. Hierbij word gekeken naar de conditie waarin Korea zich
verkeerde vóór de industrialisatie van de jaren zestig om zo een beter beeld te kunnen
verkrijgen van de innovatie en economische ontwikkelingen die daarna plaatsvonden.
2.1Geschiedenis van Korea
Korea is een land met een lange geschiedenis en rijke historische cultuur.
Vanwege conservatieve standpunten had het oude Korea weinig contacten met de rest
van de wereld tot aan 1883, waarin zij een overeenkomst tekende voor het openen van
haar grenzen. Na 27 jaar van verandering in ontwikkeling en buitenlandse diplomatie
werd het Oude Korea8 geannexeerd9 door Japan. In 1910 werd het Oude Korea ingelijfd
in het Japanse Keizerrijk, waarin zij 35 jaar onder het Japanse machtsbewind stond.
Tijdens de bezetting werden in het Oude Korea moderne transport en
communicatiemiddelen opgezet. Landbouw- en mijnbouw-productie werden verhoogd
en grote investeringen in productie-industrieën vonden plaats. Dit bracht vele
verandering en voordelen, voornamelijk voor de Japanse economie, met zich mee,
echter had de lokale Koreaanse bevolking geen tot in kleine mate baten bij deze
ontwikkeling. Deze ontwikkelingen kwam voornamelijk ten goede aan de Japanse
economie en haar commerciële behoeften en vereenvoudiging van het centraal bestuur.
Ook bracht Japan tijdens de bezetting een nieuw belastingsysteem met zich mee om
daarmee goederen, voornamelijk rijst, te financieren voor export naar Japan (10,6% v.
GDP), (Mizoguchi, Toshijyuki (1979)). Voedselconsumptie per capita van het Oude
Korea daalde en slechts enkele Koreanen profiteerde van het nieuwe belastingsysteem.
De hoge exporten veroorzaakte vele hongersnoden. Terwijl de Koreaanse bevolking al
in grote armoede leefde en werd misbruikt als slavenarbeider op de spoorwegen en in de
8 Het Oude Korea beroept zich op het volk dat sinds de (Ko-)Choson periode heeft ontwikkeld tot aan de splitsing van het volk in 1945.9 Geannexeerd door Japan houdt in dat het Oude Korea gekoloniseerd werd en niet een deel uit maakte van Japan als land. Koreaanse burgers hebben geen zeggenschap over het Japanse parlement.
Pagina | 8
2010mijn- en landbouwindustrie werden ook andere resources van het onderontwikkelde
land verder geëxploiteerd.
Gedurende de Tweede Wereld oorlog werd het Oude Korea strategisch als basis
gebruikt voor de Japanse oorlogsinspanningen. Daarnaast moest het Oude Korea
voedsel, grondstoffen en mankracht, zowel in arbeiders als soldaten, leveren voor
Japanse militaire activiteiten. Vanwege vele demonstratieve bewegingen tegen Japan,
die gedurende de koloniale periode plaatsvond, probeerde Japan in de jaren10 veertig de
Koreaanse identiteit volledig weg te vagen door middel van wetten en scholing die de
Koreaanse taal, kranten en zelfs namen veranderden en verbood. Ondanks de armoede,
leed, uitbuitingen en veranderingen die Japan tijdens de bezetting met zich mee bracht,
beroemt Japan zich er wel op dat zij het Oude Korea hebben gemoderniseerd, door
middel van de aanleg van spoorlijnen en wegen, het ontwikkelen van de mijnbouw en
moderne industrieën en het instellen van een modern kadaster en andere innovatieve
registers en systemen, (Walraven, B.C.A.(2009)).
Na het verlies van Japan in de Tweede Wereldoorlog in 1945, werd het land
verdeeld in twee delen die onder het bestuur stond van respectievelijk de Sovjet-Unie en
de Verenigde Staten. De officiële oprichting en scheiding van Noord-Korea
(Democratische Volksrepubliek Korea) en Zuid-Korea (Republiek Korea) is in 1948 tot
stand gekomen. Echter, bracht deze scheiding weinig stabiliteit, zowel politiek als
economisch, met zich mee. In 1950 brak de 'Koreaanse oorlog' tussen de twee Korea uit,
die in 1953 ten einde kwam. Reconstructie van Zuid-Korea werd toen gesteund door
Amerikaans hulp. Aandacht werd gegeven aan land hervorming en een effectief
nationaal onderwijs systeem, (Sören Eriksson, (2005)), en hiermee werd een basis
gelegd voor de latere economische ontwikkeling van Korea.
Om een goed begrip van de economische ontwikkeling van Korea te verkrijgen
is er in eerdere studies, (Mizoguchi, Toshijyuki (1979), Young-Iob, Chung (2006),
(2007)), gekeken naar de ontwikkeling van Korea tijdens de Japanse bezetting en de
Koreaanse Oorlog, om van hieruit de initiële conditie van de naoorlogse ontwikkeling
10 Jaren ... worden in de scriptie gerefereerd naar de decennia van de 20ste eeuw, tenzij anders vermeld.
Pagina | 9
2010van Korea te kunnen schatten. Deze studies tonen aan dat ondanks de agressieve
controle door Japan, gedurende de bezetting, de Koreaanse productie industrie is
gegroeid ter ondersteuning van de Japanse militaire activiteiten. Werkgelegenheid
groeide in de arbeidsintensieve industrieën, terwijl de agrarische werkgelegenheid
daalde; er was sprake van maar weinig werkloosheid, echter waren de loonprijzen zeer
laag. Arbeiders waren dan ook laag geschoold en Human Capital was een gebrek.
Kapitaalformatie en investeringen waren één van de drijfveren voor de groei in
verschillende industrieën. Buitenlandse investeringen kwamen voornamelijk uit Japan
en contact met China en andere landen waren aan het einde van de bezetting uitgesloten.
Technologische vooruitgang was tijdens de bezetting afhankelijk van Japanse
investeringen. Investering werden vooral gemaakt in de voedselindustrie voornamelijk
voor de export. De voedselindustrie bedroeg 30% van de totale productie industrie,
maar andere industrieën, zoals de textiel, chemische en metaal industrie, kwamen snel
op in het begin van de jaren dertig. In 1938 werd bijvoorbeeld het familie bedrijf
Samsung opgericht die haar eerste stap maakte in de voedselindustrie. Door veel
concurrentie innoveerde zij sterk en diversifieerde zij in het belang van de
industrialisatie.
Na 1955 werd innovatie voornamelijk gedreven door de groei van zowel
binnenlandse als buitenlandse concurrentie en investeringen in R&D in verschillende
industrieën. (Mizoguchi, Toshijyuki (1979)). Met de opkomst van de industrialisatie,
buitenlandse investeringen en innovatie groeide Korea vervolgens met een gemiddelde
groei rate van 6.6% over de periode van 1955-2005. (Dipendra S.(2007)).
Pagina | 10
2010Hoofdstuk 3 Het Nationaal Innovatie Systeem van Korea
In de periode van 1955 tot het heden kende Korea een economische groei die
zich kenmerkte met de transformatie van een onderontwikkeld land met een
dominerende agrarische economie naar een sterk ontwikkelde land met een
geïndustrialiseerde economie.
De transformatie die plaats vond werd mede mogelijk gemaakt door de overheid
en industriële ondernemingen die pleitte voor een versnelde industrialisatie, waarbij
mobilisatie van arbeid en kapitaal in combinatie met buitenlandse technologieën een
belangrijke rol speelt. Omdat industrieën in de periode voor de onafhankelijkheid van
Zuid-Korea nauwelijks tot matig ontwikkeld waren en er weinig sprake was van
buitenlandse contacten en investeringen, waren buitenlandse investeringen en
technologieën erg gewild in de beginperiode van de industrialisatie. Deze technologieën
die overgenomen konden worden zorgde ervoor dat goedkope productie van
handelsgoederen, meer complexere en kwalitatieve goederen mogelijk werd, waardoor
de internationale concurrentie positie van Korea werd bevorderd.
Nadat Korea was toegetreden tot de hoge inkomenslanden11 waren de condities
waarop de Koreaanse economie steunde veranderd. Goedkope arbeid kon niet meer
worden gezien als een comparatief voordeel en in de hightech industrie kon niet meer
gebouwd worden op buitenlandse technologieën. Dit zorgde ervoor dat de binnenlandse
productie en ontwikkeling van nieuwe technologie bij vele Koreaanse bedrijven hoog in
het vaandel stond. Om voldoende competitief te zijn op de internationale markt is er
vraag naar innovatie.
Dit hoofdstuk zal zich, aan de hand van het analyseren van het Koreaanse
Nationaal Innovatie Systeem, richten op het beantwoorden van de volgende deelvraag:
Wat zijn de kernmerken en ontwikkelingen in het Koreaanse Nationaal Innovatie
Systeem die innovatie hebben bevorderd en welke invloed hebben deze
ontwikkelingen op de economische groei gehad?
11 High income countries, landen met een inkomen van $ 11.906 per capita behoren tot de hoge inkomens landen. Korea behoort sinds de afgelopen drie decennia tot deze groep. Bron: http://data.worldbank.org/about/country-classifications.
Pagina | 11
2010In de volgende paragraaf wordt een korte omschrijving gegeven van het begrip
Nationaal Innovatie Systeem (NIS) en het model. Vervolgens wordt er gekeken naar de
kenmerken en ontwikkelingen van deze sectoren. Daarna wordt een kort overzicht
gegeven van de ontwikkeling van het NIS die de innovatie in Korea heeft doen
ontwikkelen.
3.1Achtergrond Nationaal Innovatie Systeem
Aan het eind van de jaren tachtig is het concept van NIS ontwikkeld en
opgekomen in Europa en de Verenigde Staten (Freeman, 1987). Dit concept is sindsdien
veel gebruikt en verder ontwikkeld, doordat dit concept vanuit een nationaal perspectief
een brede en gedetailleerde beschrijving geeft van de verschillende economische
actoren, elementen, instituten en de onderlinge relaties hiertussen die onderzoek en
innovatie bevorderen.
Een meer recent onderzoek over NIS is gedaan door Lundvall (1992). Zijn
definitie van NIS luidt als volgt: "all parts and aspects of the economic structure and
the insitutional set-up affecting learning as well as searching and exploring" (Lundvall
(1992, p.12)). Met deze definitie markeert hij de structurele opbouw en economische
infrastructuur van de bedrijfssector, de organisatie van ondernemingen binnen deze
sector, de link tussen ondernemingen, de eigenschappen en verantwoordelijkheden van
de collectieve sector, evenals de hoogwaardige onderzoek- en onderwijs-instituten, als
belangrijke onderdelen van het NIS. In andere woorden, bij het NIS concept wordt er
voornamelijk gekeken naar de allocatie van R&D activiteiten en de bronnen van
financiering, de karakteristieken van ondernemingen en industrieën, de rol van
universiteiten en het overheidsbeleid met als doel het aansporen en creëren van
innovatie.
Het in detail uitwerken van een NIS concept omvat een zeer breed framework
met een groot aantal elementen en factoren die dienen te worden onderzocht. Een
uitgebreid en gedetailleerd onderzoek over het Koreaanse NIS met alle relevante
factoren en elementen zou het bereik van dit onderzoek overschrijden. Daarom wordt er
bij dit onderzoek van het Koreaanse NIS in de volgende delen gebruik gemaakt van een
Pagina | 12
2010vereenvoudigde vorm van het framework dat ook in eerdere studies is gebruikt
(Lundvall (2007)). Een simplificatie van het NIS model wordt hieronder in Figuur 3
weergegeven (Hemmert M. (2007)). Hierin worden de volgende elementen als relevant
geacht.
De bedrijfssector en haar onderlinge relaties en R&D activiteiten van.
De overheid en de openbare onderzoekssector.
Het hoger onderwijssysteem en universiteiten.
Figuur 3. Het NIS model
Dit model geeft de 3 belangrijkste sectoren aan binnen het vereenvoudigde NIS model.
Een evenwichtige interactie tussen deze sectoren en elke sector apart levert als output
een bijdrage aan de groei van patenten, wetenschappelijke papers, innovatieve
producten en processen (Hemmert M. (2007)). Dit is het resultaat van de
ontwikkelingen in R&D investeringen. In de volgende sectie wordt de ontwikkeling van
R&D investeringen van de verschillende sectoren belicht, alsmede de ontwikkeling van
innovatie en de relatie op economische ontwikkeling.
Pagina | 13
20103.2 Het huidige Koreaanse Nationaal Innovatie Systeem
In deze sectie zullen de verschillende sectoren in het NIS model worden
bekeken. We bekijken de kenmerken van de bedrijfssector en haar ontwikkelingen, de
publieke sector en het hoger onderwijs systeem. Aan hand de hiervan proberen we
antwoord te geven op de deelvraag: Wat zijn de kernmerken en de ontwikkelingen in het
Koreaanse Nationaal Innovatie Systeem die innovatie hebben bevorderd en welke
invloed hebben deze ontwikkelingen op de economische groei gehad?
3.2.1 R&D in de Bedrijfssector
Korea is een land met maar weinig natuurlijke hulpbronnen. Deze hulpbronnen
werden tijdens de bezetting voornamelijk geëxploiteerd door Japanse ondernemingen.
Zij zorgden voor de opkomst van verschillende industrieën. Industrieën zoals de
mijnbouw, landbouw, visserij en textiel industrie waren kenmerken van de Koreaanse
agrarische economie. Ondanks de onderdrukking van de Japanners waren er wel
Koreaanse ondernemingen, maar die werkten vaak in het voordeel voor de Japanners. Er
was sprake van een lichte groei in de privé-sectoren in het einde van de jaren dertig
(Mizoguchi, Toshijyuki (1979)).
In de naoorlogse periode was er weinig sprake van economische groei, door
politieke instabiliteit. Ook waren er maar weinig ondernemingen die de oorlogperiode
hadden overleefd. Vaak waren het grote landeigenaren of grote industriële
ondernemingen die veel macht hadden verkregen door het vertrek van de Japanners in
1945. De privé-sector werd dan ook voornamelijk gedomineerd door grote
ondernemingen. Het ontstaan van Chaebols begon in het begin van de jaren vijftig,
waarbij deze onderneming in samenwerking met de overheid streefde naar
industrialisatie van Korea. Omdat buitenlandse ondernemingen en technologieën
aanwezig waren, was het voor vele Chaebols mogelijk om deze te imiteren. De
industrieën die tijdens de Japanse bezetting waren opgezet konden hierdoor uitgebreid
worden. De Chaebols domineerde zo de binnenlandse markt, maar daarnaast verkregen
ze ook een sterke concurrentiepositie op de internationale markt door de export.
Diversificatie en innovatie werden als zeer belangrijk geacht door de Chaebols.
Pagina | 14
2010De groei die vele industrieën meemaakten in Korea ging gepaard met de
behoefte om steeds meer te diversifiëren en te innoveren om. De Chaebols begonnen
vanaf de jaren zeventig te beseffen dat R&D belangrijk was voor de verbetering van
productie en producten, en de creatie van nieuwe producten. Investeringen in R&D
groeide vanaf de jaren zeventig met gemiddeld 30 procent per jaar12 in het belang van de
Chaebols. In de jaren tachtig begonnen de zware industrieën, zoals de chemische-,
metaal-, scheepsbouwindustrie en defensie een dominante rol te spelen in innovatie. De
dominantie van deze industrieën zorgde voor grotere groei in de export en economische
groei, ondanks de economische crisis in 1985 die zorgde voor een grote schuld in de
handelsbalans van dat jaar. De jaren daarna konden de Chaebols door groeiende
investeringen in R&D en door de ontwikkeling in de hightech industrie te stimuleren
grotere groei in export behalen. Hiermee werd de handelsbalans van de jaren daarvoor
gecompenseerd.
Sinds 2003 vindt meer dan 75% van de totale R&D activiteiten binnen de
bedrijfssector van Korea plaats Dit is in vergelijking met andere ontwikkelde landen
hoog en één van de hoogste in OECD landen13. Door de opkomst van verschillende
industrieën, mogelijk gemaakt door de succesvolle industrialisatie, zijn R&D
activiteiten binnen deze sector zeer verdeeld. In het begin van de industrialisatie was er
sprake van veel R&D activiteiten in de lichte productie-, textiel- en landbouwindustrie.
In de jaren tachtig kregen de zware industrieën, zoals metaal, scheepsbouw, chemische
industrie en defensie een dominante rol in R&D activiteiten. In de jaren negentig en
sindsdien wordt er veel geïnvesteerd in R&D in de hightech-, elektronica- en
autoindustrie. (MEST, Republic of Korea (2005)).
In Figuur 4 worden de R&D activiteiten in Korea en de verdeeldheid van R&D
activiteiten binnen de bedrijfssector geïllustreerd. Hierin kunnen we zien dat de
industrie in elektronische onderdelen een dominante rol speelt in R&D. De industrie in
auto's en audio-, video-, communicatieapparatuur volgen daarna. Samen omvatten deze
industrieën bijna 2/3 van de totale R&D in de bedrijfssector.
12 Eigen berekening; nieuw- oud /oud geeft groei percentage, periode van 38 jaren gemeten, alle groei percentage opgeteld delen door 38 geeft het gemiddelde groei percentage vanaf de jaren 70.13 Organisation for Economic Co-operation and Deverlopment. OECD landen zijn landen die lid zijn van deze organisatie.
Pagina | 15
2010
Figuur 3.
Figuur 4: R&D activiteiten in de bedrijfssector, publieke sector en het hoger onderwijs en universiteiten.Bron: Ministery of Education, Science and Technology, Korea 2005.
Het grootste aandeel van R&D investeringen wordt vaak gemaakt door de
grootste ondernemingen van Korea, Chaebols. R&D investeringen voor bijvoorbeeld
alleen Samsung bedroegen al 6.5 miljard USD in 2007 dat gelijk is aan circa 21,35%14
van het totale R&D in de bedrijfssector(OECD, (2008)). Dit geeft aan dat industriële
ondernemingen in de bedrijfssector een belangrijke rol spelen in de formatie van
industriële R&D en het Koreaanse NIS. Grote ondernemingen spelen sinds het begin
van de industrialisatie van Korea een belangrijkere rol dan midden- en klein-bedrijven.
Investeringen in innovatie hebben in de laatste decennia gezorgd voor zeer
competitieve prestaties van Koreaanse ondernemingen op de internationale markt.
Koreaanse ondernemingen hebben zich op de verschillende internationale markten
gevestigd als technologische toonaangevende concurrenten. Ondanks dat deze
toonaangevende ondernemingen succesvol zijn, zijn deze ondernemingen in zeker mate
nog afhankelijk van buitenlandse ondernemingen en technologieën. Dit komt
voornamelijk omdat Chaebols niet voldoende verticaal geïntegreerd zijn en
onvoldoende goede binnenlandse leveranciers hebbe, waardoor ze afhankelijk zijn van
14 Op basis van eigen berekening; 6,500 biljoen /30,438 biljoen = 0.2135, bron: OECD 200821.35% van het totale industriële R&D
Pagina | 16
2010buitenlandse leveranciers en dienst technologieën. Ze zijn hierdoor bijvoorbeeld in
zekere mate afhankelijk van Japanse onderdelen voor de productie van mobiele
telefoons en DVD spelers, omdat Japanse leveranciers efficiënter en goedkoper kunnen
produceren. Hieruit blijkt dat het Koreaanse bedrijfssector een zwakke
leveranciersmarkt heeft, wat het zwakte punt van het huidige Koreaanse NIS aangeeft.
De genoemde leveranciersmarkt voor verschillende industrieën in Korea waren
relatief zwak. Een oorzaak hiervan is een zwakke Middel- en Klein Bedrijf (MKB)
Sector. Middel en Klein bedrijven waren voorheen vaak onderdrukt en konden zich
moeilijk vestigen op de binnenlandse en buitenlandse markt. Tegenwoordig zijn deze
ondernemingen in de afgelopen dertien jaar in snelle opkomst. Deze ondernemingen
kenmerken zich als relatief klein (met een paar honderd werknemers), onafhankelijk
(van Chaebols), snel groeiend en R&D intensief (Park, Hun Joo (2006)).Het feit dat
deze ondernemingen het kunnen overleven in de binnenlandse markt toont aan dat deze
ondernemingen zich succesvol hebben bewezen en ontwikkeld. Daarnaast leveren ook
zij een bijdrage aan de innovatie, ondanks de dominantie van de Chaebols. De Chaebols
hebben in de afgelopen decennia de binnenlandse markten gedomineerd, waarbij
voorheen de MKB sector zeer beperkt en haast geen bestaan had tot aan de afgelopen
dertien jaar, waarin de MKB sector sterk is gegroeid en naar mijn vooruitzichten een
steeds belangrijkere rol zal gaan spelen in verschillende industrieën.
De groei van bijna tien procent15 in de MKB sector werd grotendeels gesteund
door de overheid maar ook door andere factoren, zoals "the refugee effect"16. De refugee
effect houdt in dat bij hoge werkloosheid een deel van deze werklozen besluit om het
ondernemerschap in te gaan. Bijvoorbeeld, door de wereldwijde crisis in 1997 hebben
de Chaebols een groot aantal ontslagen doorgevoerd met als gevolg dat er veel
werkloosheid van hooggeschoolden ontstond. Door de grote ontslagen werd het beeld
die veel geleerden, hooggeschoolden en onderzoekers hadden van de Chaebols
vervaagd. De Koreaanse populatie had altijd het beeld dat werken voor Chaebols een
stabiele en succesvolle carrière met zich meebracht. De omkeer in de gedachtegang gaf
aanleiding aan geleerden en hoog opgeleiden om te gaan ondernemen. Hierdoor is er
een groei in aantal ondernemingen en de groei in het MKB sector mogelijk.
15 Bron: World Development Indicator (WDI)16 Refugee effect: hoog werkloosheid kan aanleiding geven tot een sterke groei van ondernemingsschap. Thurik, R. et al (2008) Does self-employment reduce unemployment?, Elsevier, Journal of Business Venturing, Volume 23, Issue 6, November 2008, Pages 673-686
Pagina | 17
2010
3.2.2 Publiek en Overheidssector
De Koreaanse overheid stichtte in 1966 de Korean Institute of Science and
Technology (KIST). Dit was een van de eerste instituten die Korea heeft gevormd ten
behoefte van de ontwikkelingen van het Koreaanse Technologische vermogen. In 1976
werd het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Technologie (MEST17) opgericht,
daarbij ook het instituut, Korean Advanced Institute of Science (KAIS). Daarnaast zijn
er ook verschillende overheidsgefinancierde onderzoeksinstellingen het leven
ingeroepen, om industriegericht onderzoek te doen. Met de oprichting van deze
instituten wil de overheid R&D activiteiten binnen het land vergoten en zich minder
afhankelijk stellen van buitenlandse kennis (Yun J.H.J. (2007)).
In het onderstaande figuur wordt een verdeling gegeven van de R&D uitgaven
van de verschillende overheid ministeries. Daaruit valt waar te nemen dat het MEST
voor niet minder dan 30% bijdraagt aan de totale R&D uitgave van de overheid.
Ondanks de dominante rol en grote bijdrage die de MEST levert, zijn er ook andere
ministeries aanwezig die een bijdrage leveren aan R&D. We kunnen zien dat veel van
deze ministeries een bijdrage leveren van circa 10 tot 20 procent aan de totale R&D
uitgave. R&D activiteiten binnen de overheidssector is in een zekere mate goed
verdeeld te noemen. Ondanks de goede verdeeldheid in R&D hebben deze ministeries
verschillende R&D activiteiten die niet goed met elkaar gecoördineerd en afgestemd
zijn, waardoor verschillende activiteiten van deze ministeries elkaar kunnen overlappen.
Dit kan een efficiëntieprobleem vormen voor het beleid van de wetenschap en
technologie die de overheid wil doorvoeren ten behoefte van de ontwikkeling van de
innovatie in Korea.
17 MEST, Ministery of Education, Science and Technology, voorheen Ministery of Science and Technoloy opgericht in 1967, ten behoefte van de Koreaanse ontwikkeling.
Pagina | 18
2010
Figuur 5. R&D uitgave van verschillende ministeries, bron: MEST (2005)
De genoemde ministeries zijn overheidsorganen die nauw verbonden zijn met de
regering en haar doelen en het beleid Deze instituten leveren dan ook de grootste
bijdrage aan R&D activiteiten binnen het Publiekssector. Naast overheidsinstituten,
(ministeries), zijn er ook nog andere instellingen en onderzoeksinstituten die zijn
opgericht en gefinancierd door de overheid en een bijdrage leveren aan de R&D
uitgaven. Deze instituten hebben zich in de afgelopen jaren voornamelijk
geconcentreerd op de Technische Wetenschap, waardoor dit veld van onderzoek een
dominante rol speelt in non-commerciële R&D.
Onderzoeken op het gebied van de Technische Wetenschap lopen vaak samen
met de R&D van de bedrijfssector, dat zich sterk richt op elektronica en auto's. Hierdoor
wordt verwacht dat er een sterke band aanwezig is tussen de R&D activiteiten van
industriële ondernemingen en door de overheid ondersteunde instituten. Daarom speelt
de overheid een belangrijke rol in het ondersteunen van de innovatie in de
bedrijfssector. 6.2% van de totale R&D in 2004 de bedrijfssector is gefinancierd door de
overheid (OECD (2005)). In vergelijking met Europese landen, Japan en Amerika is dit
percentage niet laag maar ook niet hoog.
Naast financieren van onderzoeksinstituten en het ondersteunen van R&D in de
bedrijfssector geeft de overheid ook steun aan de MKB sector. Omdat de opkomst van
het MKB vrij nieuw is en door het gebrek aan kennis op dit gebied levert het ingevoerde
overheidsbeleid, met betrekkingen tot de MKB sector, vaak meevallende resultaten op,
Pagina | 19
2010in termen van succesvolle door overheid gesteunde ondernemingen. Daar tegenover
staat dat het overheidsbeleid en overheidssteun wel de MKB sector sterk heeft
gestimuleerd en doen groeien in vergelijking met de jaren voor 1997. Met onder andere
hulp via subsidie is het aantal kleine ondernemingen sterk gegroeid, waardoor lokale
concurrentie sterk is gestimuleerd en ondernemingen gedreven worden te innoveren
Wat ook een belangrijke ontwikkeling is binnen het innovatiebeleid van de
overheid is het beleid op bescherming van intellectueel eigendom. Deze wetten en
regelingen, die door de overheid in de jaren zestig tot tachtig van de vorige eeuw zwak
zijn toegepast, zijn sinds de jaren tachtig aangepast en strenger geworden (Yim, D.S.
(2006)). Dit heeft ervoor gezorgd dat onderzoekers, uitvinders en inventieve personen
meer gedreven worden tot innovatie, zonder belemmerd te worden door de angst dat
hun uitvindingen onrechtmatig worden gebruikt.
Kort samengevat, het beleid voor wetenschap en technologie, haar instituten en
de publieke R&D sector is de afgelopen jaren volwassen geworden. Er kan worden
gezegd dat het voldoende ontwikkeld is in vergelijking met andere ontwikkelde landen.
3.2.3 Het Hoger Onderwijssysteem en Universiteiten
Het onderwijssysteem en universiteiten binnen Korea hebben voornamelijk 2
doelen met betrekking tot innovatie. Het eerst doel is een bijdrage leveren aan
kennisvorming en kennisoverdracht via en door middel van onderzoeksactiviteiten. Het
tweede doel is het leveren van hooggeschoolden door middel van onderwijzing. Bij het
onderwijzen van haar bevolking heeft Korea zich in de afgelopen decennia bewezen in
kwantitatieve termen. Het percentage geschoolden met een middelbare school diploma
en universitaire diploma was één van de hoogste percentages van alle OECD landen in
het jaar 2002, (OECD, (2005)). Het hoge percentage hooggeschoolden in Korea kan
verklaard worden door, traditiegetrouwde waardering voor het onderwijs en door de
mentaliteit en opvatting dat onderwijs zeer belangrijk wordt geacht voor het individu,
zijn of haar carrière en toekomst (Mahlich, J. & Pascha, W.(2007)).
Ondanks het hoge percentage hooggeschoolden in Korea, is er vaak kritiek op de
kwaliteit van het Koreaanse onderwijs. De bedrijfssector heeft kritiek op het universitair
onderwijssysteem en universitaire opgeleiden die niet goed functioneren en voldoen aan
de verwachtingen van bedrijven. Hierdoor moeten bedrijven vaak in grote schaal
Pagina | 20
2010investeren in deze universitair opgeleiden door middel van interne opleidingen en
trainingen.
Door de zwakke kwaliteit van het onderwijs worden vaak Koreaanse kinderen in
hun vroege jeugd naar het buitenland gestuurd, omdat verwacht wordt dat in het
buitenland de kwaliteit van het onderwijs hoger ligt. Dit heeft in eerste instantie een
negatief effect op het aantal geschoolde en afgestudeerden binnen Korea, maar in zekere
zin ook een positief invloed op de kwaliteit van hooggeschoolde, aangezien een groot
gedeelte van deze geschoolden terugkeren naar Korea.
In de afgelopen tien jaren heeft de overheid geprobeerd, door middel van
verschillende beleidsvormen en onderwijs programma's de kwaliteit van het onderwijs
te verbeteren. Daarbij is sterke de nadruk gelegd op de verbetering van de toetsing op
centrale examens, die toegang geven tot universiteiten. Waar vroeger voornamelijk
werd getest op geheugen- en leesvaardigheden, wordt nu een nadruk gelegd op
analyserende vaardigheden en vaardigheden om vraagstukken op te lossen. Hierdoor is
de kwaliteit van het secundaire en tertiaire onderwijs verbeterd.
Het Hoger Onderwijs en Universiteiten hebben tot sinds kort weinig bijgedragen
aan R&D onderzoeken. Uit het OECD(2005) onderzoek van vóór 1990 blijkt dat
ongeveer negen procent van de R&D activiteiten voortkomt uit het hoger
onderwijssysteem en universiteiten. Dit percentage geeft aan dat de bijdrage aan R&D
activiteiten van het hoger onderwijs relatief laag ligt in vergelijking met andere landen.
Het lage percentage kan redelijk goed verklaard worden doordat onderwijsinstellingen
voorheen voornamelijk werden gezien als echte onderwijsinstituten met als enige doel
te onderwijzen, waardoor onderzoeksprojecten en activiteiten geen aandacht kregen van
onderwijsinstellingen. Deze mentaliteit is sinds de jaren negentig sterk veranderd, met
als gevolg dat de overheid en bedrijfssectoren universitaire onderzoeksactiviteiten in
grote mate gingen steunen. Deze steun is in de afgelopen vijftien jaar met bijna
vierhonderd procent gegroeid (MEST(2005)). Dit heeft geleid tot een sterke stijging van
R&D activiteiten binnen het hoger onderwijs in de afgelopen decennia.
In het kort samengevat heeft Korea in het afgelopen decennia sterk geïnvesteerd
in de uitbreiding van haar academisch onderzoeksvermogen, doormiddel van
overheidsfinanciering en beleid. Hoewel het percentage van R&D uit het hoger
Pagina | 21
2010onderwijs en universiteiten zoals in Figuur 4 is aangegeven vrij laag is, zijn zowel het
onderwijs, als de onderzoeksactiviteiten niet beperkt in de kwantiteit die zij leveren,
maar voornamelijk in de kwaliteit. Hierdoor ligt de focus sterk op het verbeteren van de
kwaliteit van het onderwijs en haar onderzoeksactiviteiten. Met het oog op deze
verbetering, zal dit in de nabije toekomst ten goed komen aan de groei van het
Koreaanse NIS.
3.3Ontwikkeling Koreaanse NIS
In eerdere studies (Hemmert M. (2007)) heeft de groei van innovatie een
duidelijk onderscheid kunnen maken in haar ontwikkeling. De technologische
ontwikkeling van Korea in de afgelopen vijftig jaren kan worden onderverdeeld in 3
periodes. In Figuur 6 worden de verschillende periodes aangegeven.
Figuur 6. Ontwikkeling R&D, verdeling periodesBron: World Development Indicators (WD)
De eerste fase was tot de jaren zeventig waarin implementatie en imitatie van
buitenlandse technologieën plaats vonden; In deze periode speelde voornamelijk
implementatie en imitatie van buitenlandse technologieën een rol in de technologische
ontwikkeling van Korea. Door economische openheid in deze periode was het voor
buitenlandse ondernemingen mogelijk gemaakt om zich te vestigen in Korea. Hierbij
Pagina | 22
2010brachten deze ondernemingen technologieën met zich mee die vaak werden
geïmplementeerd in de industriële faciliteiten. Deze technologieën werden vaak
aangepast en geïmiteerd door Koreaanse ondernemingen. Door de grote stimulans van
de overheid en de Koreaanse ondernemingen om grootschalige industrialisatie door te
voeren, transformeerde Korea met behulp van de absorptie en imitatie van buitenlandse
technologieën van een agrarische economie tot een land met een industriële economie.
Hierbij was er in zekere zin sprake van technologische ontwikkeling binnen Korea.
Echter tot aan het begin van de jaren tachtig was de R&D intensiteit18 binnen Korea
minder dan 1%, wat betekende dat er weinig sprake was van R&D activiteiten binnen
Korea. De ontwikkeling van innovatie was afhankelijk en beperkt tot de technologieën
van buitenlandse ondernemingen.
De tweede fase was de formatie van industriële R&D capaciteiten in de jaren
tachtig; Door de groeiende markten, industrialisatie en economische ontwikkelingen
binnen Korea was er in de jaren tachtig een behoefte aan grote investeringen in R&D.
Dit zorgde ervoor dat de bedrijfssector, veel in R&D gingen investeren. De R&D
intensiteit steeg uiteindelijk tot bijna 2% in de jaren negentig. Deze stijging in R&D
investeringen is voornamelijk te verklaren door investeringen van de industriële
groepen, Chaebols. Ten behoeve van de proces-, productverbetering en nieuwe product
ontwikkeling zagen de Chaebols de voordelen van het ontwikkelen van eigen R&D
capaciteiten. Daarnaast maakten deze ondernemingen ook nog gebruik van nieuwe
buitenlandse technologieën. Om deze nieuwe hoogwaardige, complexe technologieën
effectief te kunnen gebruiken zijn er in zekere mate investeringen in R&D vereist voor
het ontwikkelen van een eigen technologische vermogen.
De derde fase begon vanaf de jaren negentig waarin er behoefte was om
fundamentele onderzoekscapaciteit op te bouwen; Vanaf de jaren tachtig werd er vooral
onderzoek gedaan in praktische R&D investeringen die voornamelijk toepasselijk moest
zijn in de bedrijfssector. Hierdoor was er in sterke mate een gebrek aan kennis op het
gebied van de fundamentele R&D. Deze kennis vormt echter de basis voor het
technologische vermogen van een land, zowel om effectief gebruik te kunnen maken
18 De R&D intensiteit is de ratio van R&D investering per GDP. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de cumulatieve R&D investeringen van de sectoren gedeeld door het GDP om een beeld verkrijgen van de R&D investering per GDP in Korea.
Pagina | 23
2010van nieuwe buitenlandse technologieën, als om de technologieën en kennis uit
binnenlandse R&D investeringen beter te kunnen implementeren en uit te voeren.
In de jaren negentig tot 2008 steeg de Koreaanse R&D intensiteit tot bijna vier procent.
De R&D investeringen stegen enorm vergeleken met het nationaal inkomen. Deze
stijging is te verklaren door een drietal redenen. In eerste instantie was er vraag naar om
de fundamentele R&D om kennis te vergaren, om zo de technologische stand (van
innovatie) te verbeteren. Ten tweede was er sprake van de gedachte om de
concurrentieposities op de internationale markt en de toonaangevende posities van
ondernemingen in sommige markten te beschermen en te verbeteren door middel van
R&D investeringen door industriële ondernemingen. Ten derde, de Koreaanse overheid
in samenwerking met de Chaebols en ten behoeve van de Chaebols legde veel nadruk
op de ontwikkeling van R&D investeringen. Hierdoor werd het noodzakelijk om het
nationale onderzoeksnetwerk en de onderzoeksinfrastructuur binnen Korea te
verbeteren. Door de samenwerking tussen Chaebols en de overheid is de R&D
intensiteit vanaf de jaren negentig sterk gestegen.
Figuur 7 . Ontwikkeling van Korea's R&D intensiteit; R&D uitgave / GDP.bron: World Development Indicators (WDI)
De fases en de trend omschreven in het voorgaande deel zijn in Figuur 7 goed
terug te zien in de ontwikkelingen van R&D intensiteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van de cumulatieve R&D uitgaven van de sectoren gedeeld door het GDP om een beeld
te verkrijgen van de R&D uitgave in percentages van het GDP.
Pagina | 24
2010De Koreaanse R&D intensiteit, als voornaamste indicator van innovatie, heeft
zich ontwikkeld tot een van de hoogste in de wereld en heeft menige Europese landen
ingehaald en overtroffen in termen van R&D investering. Het overzicht van de drie
fasen en de ontwikkeling van het NIS geeft aan dat Korea zich in een zeer korte tijd
haar technologische achterstand heeft ingehaald en het relatieve niveau van R&D
investeringen sterk heeft doen stijgen. De Koreaanse R&D intensiteit is tegenwoordig
één van de hoogste in de wereld geworden met een R&D uitgave 3.2% van het GDP in
2006, (OECD (2008)).
3.4Samenvatting
Het huidige Koreaanse NIS kenmerkt zich door de dominante rol van Chaebols
in de bedrijfssector. De Chaebols zijn de grootste investeerders in R&D activiteiten en
innovatie. Door het toepassen van diversificatie en innovatie hebben deze Chaebols
diverse successen in verschillende industrieën en economische groei in Korea behaald.
Daarnaast hebben sommige Chaebols een sterke en toonaangevende concurrentiepositie
behaald op de internationale markt. Echter zijn ze gedeeltelijk nog afhankelijk van
buitenlandse ondernemingen en technologieën, omdat Korea een relatief zwakke
leveranciersmarkt heeft. Om deze reden is er in de afgelopen decennia een nauw
samenwerkingsverband tussen de MKB sector en de overheid. Daarnaast steunt de
overheid de MKB sector om innovatie te bevorderen. Een belangrijk beleid hierbij is het
beleid op de bescherming van intellectueel eigendom.
Naast de MKB sector ondersteunt de overheid ook de ontwikkeling in de
onderwijssector. Door het gebrek in kwalitatief onderwijs, dat samengaat met lage R&D
activiteiten, probeert de overheid met behulp van verschillende onderwijsprogramma's
en het beleid verandering aan te brengen aan de kwaliteit van het onderwijs en hiermee
ook kwalitatief onderzoek en R&D activiteiten te vergroten, om de innovatie te
stimuleren, ter ondersteuning van de ontwikkeling van de bedrijfssector.
De ontwikkeling van het Koreaanse NIS kenmerkt zich in drie verschillende
fases: De eerste fase was tot 1970 waarin introductie en imitatie van buitenlandse
technologieën plaatsvond. Er werd grootschalig industrialisatie doorgevoerd en
Koreaanse onderneming waren sterk afhankelijk van buitenlandse technologieën.
Pagina | 25
2010De tweede fase was de formatie van industriële R&D capaciteiten in de jaren tachtig.
Aan het begin van deze periode beseften grote industriële ondernemingen, genaamd
Chaebols dat Korea een eigen intern innovatiesysteem nodig had. R&D ontwikkeling
was nodig voor de diffusie van geavanceerde buitenlandse technologie en ontwikkeling
van producten en verbeteringen.
De derde fase begon vanaf de jaren negentig waarin fundamentele
onderzoekcapaciteiten werd opgebouwd. Hierin werd in de laatste jaren ook de groei
van het MKB ontwikkeld en veranderingen in de onderwijssector doorgevoerd door
middel van een nauwe overheidssamenwerking met de overheid om kwalitatief goede
innovatie te kunnen doorvoeren.
De ontwikkelingen in de verschillende elementen van het NIS in de drie
periodes hebben ervoor gezorgd dat er sprake was van enorme investeringen en
veranderingen in verschillende industries. Daarnaast werd economische groei mogelijk
gemaakt door innovatie en diversificatie die de concurrentie positie van Koreaanse
Chaebols op de internationale markt hebben bevorderd. Volledig ter ondersteuning van
de Chaebols en de bedrijfssector heeft de overheid veel R&D activiteiten en
beleidsveranderingen doorgevoerd. Het hoger onderwijssysteem heeft zich weten te
ontwikkelen ten behoeve van de bedrijfssector met behulp van het overheidsbeleid en
privé-financiering. R&D en innovatie werden gedurende de industrialisatie beschouwd
als de voornaamste bron van economische groei.
Pagina | 26
20104 Foreign Direct Investment & Innovatie
Een belangrijke factor in de ontwikkeling van een economie is volgens vele
onderzoekers innovatie, dat niet enkel wordt gevormd door onderzoek en investeringen
in R&D, maar ook gepaard gaat met internationale technologieën (Mahlich, J. &
Pascha, W.(2007)). Deze internationale technologieën zijn voornamelijk terug te vinden
in buitenlandse ondernemingen en Foreign Direct Investment (FDI). Foreign Direct
Investment zijn buitenlandse investeringen gemaakt door internationale ondernemingen.
Deze internationale ondernemingen proberen door middel van FDI zich te vestigen in
een gastland om verscheidene redenen.
1.Internationale ondernemingen willen de lokale markt(en) van het gastland veroveren.
2. Opzetten van een internationaal netwerk.
3.Gebruik maken van de comparatieve voordelen van het gastland.( arbeidskosten
bijvoorbeeld zijn in sommige landen veel lager).
Daar tegenover staat dat deze internationale onderneming een grote FDI inflow met zich
meebrengen en hiermee ook buitenlandse technologieën. FDI functioneert hier als
doorgeefluik voor de uitwisseling van technologieën tussen landen. Daarbij spelen
tegenwoordig multinationals19 een steeds belangrijkere rol door technologische
spillovers en linkages, (Görg, Holger& Eric Strobl (2003)). Spillover en linkages zijn
externe effecten die multinationals met zich meebrengen in een gastland, die zowel
positief als negatief kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het meebrengen van nieuwe
technologieën binnen een land, de concurrentie verhoging door het toetreden van deze
internationale ondernemingen, of de netwerken die door toetreding van internationale
ondernemingen worden gecreëerd.
In dit hoofdstuk zullen we de relatie tussen de ontwikkeling van het FDI beleid,
Koreaanse technologisch vermogen en innovatie onderzoeken. Hiermee proberen we
antwoord te geven op de volgende deelvragen:
Welke ontwikkelingen in het FDI beleid zijn doorgevoerd en welke ontwikkelingen
in het National Technologische vermogen zijn waargenomen die de innovatie in
Korea heeft bevorderd en hoe heeft het de economische groei bevorderd?
19 Grote ondernemingen die hun productie en services in meer dan een land hebben gevestigd.
Pagina | 27
20104.1Technologisch vermogen.
In deze paragraaf wordt het concept van technologisch vermogen kort toegelicht.
Het nationaal technologisch vermogen is het technologische vermogen op nationaal
niveau20. Technologisch vermogen is het vermogen om effectief gebruik te maken van
bestaande technologisch kennis door het gebruiken, imiteren, veranderen of aanpassen
van deze kennis. (Mahlich, J. & Pascha, W.(2007)). Dit kan leiden tot het ontstaan van
nieuwe producten, processen en technologieën. Hierbij moet men begrijpen dat het
technologisch vermogen vaak verbonden is met productiecapaciteiten, omdat beperkte
productiecapaciteit vaak aanleiding geeft tot het efficiënter gebruik van technologieën,
en dus het technologisch vermogen verhoogt. Omgekeerd, kan het technologische
vermogen leiden tot een vergroting van de productie capaciteit, (Archibugi, Daniele &
Alberto Coco (2005)). Dit is onder andere dan ook één van de belangrijkste redenen
waarom onderzoekers en beleidsmakers geïnteresseerd zijn in het technologisch
vermogen.
4.2Ontwikkelingen in FDI en Technologische vermogen
In deze paragraaf wordt de verandering in het FDI beleid en het technologisch
vermogen in kaart gebracht. De ontwikkeling van FDI en het technologisch vermogen
in Korea kan worden onderverdeeld in drie periodes. Hierbij wordt er gebruik gemaakt
de verdeling die ook door Yun J.H.J. (2007) wordt gebruikt in zijn onderzoek. De
ontwikkeling in het FDI beleid en het technologisch vermogen kent drie periodes
namelijk;
1. Periode van 1962 tot 1983 kan worden gezien als de 'restrictie-periode'; Imitation fase
2. Periode van 1984 tot 1994 kan worden gezien als de 'liberalisatie-periode';
Internalization fase
3. Periode van 1995 en later kunnen worden gezien als de 'acceleratie-periode';
Innovation fase
In Figuur 8 kunnen de scheidingen van de periodes goed waargenomen worden.
20 Vanaf het deel 4.2 wordt met technologisch vermogen of het Koreaanse technologische vermogen het Nationaal Technologische vermogen bedoeld.
Pagina | 28
2010
Figuur 8: de ontwikkeling van FDI in biljoenen USD in de afgelopen 4 decennia.Bron: WDI online.
4.2.1 Restrictie-Periode
Vanaf de periode na 1960 kreeg de Koreaanse overheid hulp via buitenlandse
leningen en buitenlandse technologieën. Hoewel het erop leek dat Korea zeer open was
tegenover buitenlandse investeringen, was het FDI beleid eigenlijk zeer strikt. FDI werd
toen vaak belemmerd door complexe gedetailleerde processen en gelimiteerd tot
investeringen die ervoor zorgden dat ondernemingen niet meer dan 50 procent
buitenlands waren ((Mahlich, J. & Pascha, W.(2007))). Zodoende probeerde de
Koreaanse overheid voldoende controle te hebben over de ondernemingen binnen
Korea, ter voorkoming van grote invloeden op de Koreaanse economie die niet waren
verwerkt in het vijf jaren stappenplan die ze doorvoerde. Het Koreaanse FDI beleid was
een deel van het vijf jarenstappenplan en werd voornamelijk door het Economic
Planning Board (EPB) opgesteld.
In het begin van de jaren zestig heeft de Koreaanse overheid een beperking
opgelegd op de inflow van FDI. Hiermee probeerde zij binnenlandse ondernemingen te
stimuleren om haar technologisch vermogen en nieuwe technologieën te ontwikkelen.
Echter waren binnenlandse ondernemingen gelimiteerd in technologieën die ze kenden
en konden imiteren. In deze jaren besefte de Koreaanse overheid dat zij haar
technologisch vermogen onmogelijk kon vergroten door enkel imitatie van een beperkt
Pagina | 29
2010aantal technologieën. De Koreaanse overheid ging hierdoor selectief aan de slag door
zich te focussen op bepaalde industrieën, zoals de chemische industrie, die in sterke
mate de industrialisatie kon bevorderen. FDI in die industrieën werd bevorderd en
gestimuleerd door een minder strikt beleid en R&D activiteiten in die industrieën
konden worden opgezet.
In de periode na 1972 werd FDI het beleid wat minder strikt voor bepaalde
industrieën. Ook werd het FDI beleid die de limiet stelde en ervoor zorgde dat
ondernemingen niet uit meer dan 50% buitenlandse kapitaal bestond opgeheven in
bepaalde industrieën. Dit was opgesteld in het beleid genaamd, "A General Guide to
Inward FDI" (Yun J.H.J. (2007)), waarin werd bepaald dat investeringen in industrieën
met een hoge overdraagbaarheid van technologieën, zoals de chemisch-, machine-,
apparatuur- en elektronica-industrie, meer toegankelijkheid en minder beperkingen
kregen dan andere industrieën. De redenering hierachter was dat de overheid haar
technologisch vermogen wilde vergroten en een grotere stroming van buitenlandse
geldeenheden wilde creëren. Echter bedroeg het FDI in de periode na eind jaren
zeventig nog slechts 164 tot 191 miljoen zoals weergegeven in Figuur 8.
4.2.2 Liberalisatie-Periode
In deze periode werden de taken over het Koreaanse FDI beleid, dat voorheen
werd behandeld door de EPB, overgedragen aan het Ministerie van Financiën. Hierdoor
vonden aanpassingen in het beleid plaats. Het FDI beleid waarbij gold dat
ondernemingen niet meer dan vijftig procent uit buitenlandse investeringen mocht
bestaan werd afgeschaft. Daarvoor in de plaats kwam een subsidiesysteem waarbij de
overheid investeringen in bepaalde industrieën aanmoedigde. Dit resulteerde in een
sterke groei in FDI. Daartegenover stond dat enkele belastingregelingen die de FDI
bevorderden werden afgeschaft, ter voorkoming dat buitenlandse ondernemingen meer
markt en concurrentie voordeel kregen tegenover binnenlandse ondernemingen.
Ondanks deze veranderingen hadden sommige sectoren, zoals de voeding-,
landbouw-, kleding-, textielindustrie en visserij minder investeringen en FDI
aangetrokken. Deze industrieën hadden zich minder sterk ontwikkeld dan werd
verwacht. Dit kwam voornamelijk doordat de ontwikkeling binnen deze sectoren weinig
kapitaal-afhankelijk waren.
Pagina | 30
2010Daar tegenover stond dat kapitaal intensieve industrieën, zoals de hightech
industrie en de chemische industrie veel buitenlandse investeringen aantrokken. Dit
zorgde voor een grote groei binnen deze industrieën en ook de groei in R&D uitgaven.
4.2.3 Acceleratie-Periode
Tijdens deze periode werd het met behulp van het uitbreiden en propageren van
Universitaire R&D en nationale R&D onderzoeken de ondersteuning en diffusie van
technologieën gestimuleerd. Het voornaamste doel van het technologische beleid in de
jaren negentig was dan het ontwikkelen van een geavanceerd Nationaal Innovatie
Systeem dat even goed moest presteren als andere ontwikkelde landen. Dit
innovatiesysteem moest voornamelijk aangedreven worden door R&D en ontwikkeld
zijn voor en door de bedrijfssector. Om de diffusie voor nieuwe ontwikkelde
technologieën te bevorderen was er sprake van een versoepeling van regels. Daarnaast
trad Korea in deze periode toe aan de World Trade Organisation (WTO), waarnaar het
Koreaanse FDI beleid werd herzien en overwogen. Hierbij werden wetten en regelingen
ingevoerd die betrekking hadden op buitenlandse investeringen, die leidde tot een sterke
groei van FDI door het stimuleren van FDI in technologisch intensieve industrieën,
zoals in Figuur 8 werd weergegeven, tot een groei van FDI die bijna 10 miljard USD
bedroeg. De groei bedroeg gemiddeld jaarlijks 68% in deze periode (Yun J.H.J. (2007)).
Ondanks de wereldwijde crisis in 1997, groeide FDI nog zeer sterk, dit werd
voornamelijk mogelijk gemaakt door de overheid die op korte termijn buitenlandse
investeringen sterk stimuleerde om zo tekorten in buitenlandse geldeenheden in Korea
aan te vullen (Yun J.H.J (2006)). Korea stimuleerde op voornamelijk hightech
industriegerichte FDI, zoals de elektronica-, machine- en chemische-industrie. Daaraan
toegevoegd vonden erin in enkele jongere industries zoals de farmaceutische- en
metaalindustrie ook een hele sterke groei plaats. Dit kwam voornamelijk doordat het
technologische vermogen van Korea sterk was ontwikkeld en hiermee een sterke
fundering was gecreëerd van buitenlandse technologieën en FDI.
Pagina | 31
20104.3Samenvatting
De ontwikkelingen in FDI kunnen goed onderscheiden worden in drie periodes.
In het begin van de jaren zestig was er een strikt FDI beleid die maar een klein inflow
van FDI aantrok. Door complexe processen en beperkingen die op FDI werden gelegd
voorkwam de Koreaanse overheid dat buitenlandse ondernemingen invloed op
activiteiten uit gingen oefenen die effect konden hebben op het vijf jarenstappenplan.
Aan het begin van de jaren 70 werden deze regelingen milder voor bepaalde
technologie-intensieve industrieën die het technologisch vermogen kon vergroten.
Tijdens de Liberalisatie-periode werd de verantwoordelijkheid overgedragen aan het
Ministerie van Financiën en werd het FDI beleid aangepast. Het beleid op FDI die een
limiet stelde op buitenlandse investering binnen een onderneming werd afgeschaft en
een systeem ter bevordering van de stimulatie van FDI werd aangehouden. Dit zorgde
voor een sterke groei van FDI in Korea. Na het toetreden van Korea in het WTO,
maakte FDI in Korea een extreem grote groei mee voornamelijk door aanpassingen
binnen het beleid dat gericht bepaalde hightech industrieën stimuleerde. Deze
veranderingen in FDI beleid lopen parallel aan de ontwikkeling van het technologisch
vermogen van Korea.
Pagina | 32
2010Hoofdstuk 5 Conclusie
Dit hoofdstuk geeft een korte samenvatting van de verschillende hoofdstukken,
zodoende wordt er antwoord gegeven op de gestelde deelvragen;
Wat zijn de kenmerken en de ontwikkelingen in het Koreaanse Nationaal
Innovatie Systeem die innovatie hebben bevorderd en welke invloed hebben deze
ontwikkelingen op de economische groei gehad?
Welke ontwikkelingen in het FDI beleid zijn doorgevoerd en welke
ontwikkelingen in het National Technologisch vermogen zijn waargenomen die
de innovatie in Korea hebben bevorderd en hoe hebben zij de economische groei
bevorderd?
Aan de hand van deze besprekingen wordt er vervolgens antwoord gegeven op de
hoofdvraag: Welke kernmerken en ontwikkelingen hebben de R&D en FDI in
Zuid-Korea beïnvloed en hiermee de innovatie en economische groei bevorderd.
Het eerste hoofdstuk omschrijft in het kort de geschiedenis van Korea. Hierin
wordt de stand van de economie omschreven voor de industrialisatie van voor de jaren
zestig. Voor deze periode onderwierp Korea zich aan de macht van Japan die,
doormiddel van exploitatie van de natuurlijk bronnen in Korea, verschillende
industrieën moderniseerde. Echter was er weinig sprake innovatie of technologische
ontwikkeling. Enkel Japanse technieken en technologieën werden in beperkte mate
toegepast op de Koreaanse economie. De productie-industrie en andere industrieën die
door Japan werden opgezet groeiden, ondanks de agressieve controle door Japan.
Buitenlandse investeringen en FDI kwamen voornamelijk voor uit Japan. Contact met
andere landen was uitgesloten en technologische ontwikkelingen was voornamelijk
afhankelijk van Japan. Na het vertrek van Japan was er sprake van politieke instabiliteit.
Door de overname van Rusland en de Verenigde Staten is er onder de bevolking een
scheiding ontstaan. De scheiding tussen de gebieden zorgde voor een burgeroorlog en
het ontstaan van Noord- en Zuid-Korea. De Koreaanse agrarische economie was
voornamelijk gedomineerd door grote landeigenaren en grote ondernemingen terwijl de
Pagina | 33
2010economie stagneerde. Er was vraag naar verandering van zowel de overheid als de
privé-ondernemingen, Chaebols, als de bevolking.
Het Koreaanse NIS in dit onderzoek bestaat uit een drietal sectoren. De
voornaamste sector die bijdraagt aan de ontwikkeling van innovatie in Korea is de
bedrijfssector. Deze sector kenmerkt zich door dominante grote ondernemingen
genaamd Chaebols die sinds de jaren zestig in samenwerking met de overheid een grote
bijdrage hebben geleverd aan de technologische ontwikkelingen. Doordat innovatie en
diversificatie een belangrijke elementen zijn voor de groei van de deze ondernemingen,
werd sinds de jaren zeventig massaal geïnvesteerd in R&D. De groei in deze sector kan
voornamelijk verklaard worden door twee redenen. Ten eerste, de constante groei in
technologische ontwikkeling en innovatie; Hierbij werden in de beginjaren van de
industrialisatie buitenlandse technologieën geïmiteerd en gebruikt. Vervolgens vanaf de
jaren zeventig werd geïnvesteerd in eigen R&D ontwikkelingen. R&D investeringen in
deze sector groeide enorm en de R&D intensiteit van Korea is één van de hoogste in de
wereld. Ten tweede, de concentratie van investeringen in verschillende industrieën; In
het begin van de industrialisatie concentreerden Chaebols zich voornamelijk in de groei
van bestaande industrieën, zoals de voedsel-, productie- en textielindustrie. Met de
komst van technologische ontwikkeling en R&D, werd er plek gemaakt voor zwaardere
industrieën, zoals de metaal-, chemische-, scheepsbouwindustrie en defensie. R&D
investeringen werden geconcentreerd op deze industrieën tot de jaren negentig, waar
een verschuiving plaats vond naar de hightech industrie, zoals de elektronica-industrie,
video-, audio- en communicatie-industrie en auto industrie.
De tweede sector in het NIS model dat een grote bijdrage heeft geleverd aan
innovatie ontwikkeling is de overheid en publiekssector. Zij heeft sinds het begin van de
industrialisatie een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de bedrijfssector
door actieve steun in R&D investeringen, oprichting van publieksonderzoekcentra's
(KIST, KAIS) verbetering van onderzoeksnetwerken en infrastructuur en FDI beleid en
hervorming. Vanaf de jaren tachtig is de steun voor Chaebols in Korea verminderd en is
deze verschoven naar hde MKB sector die vanaf eind jaren negentig een steeds
belangrijke rol krijgt in de Koreaanse economie. Daarnaast steunde de overheid ook het
hoger onderwijs en universiteiten, om zo de kwaliteit van het hoger onderwijs systeem
te verbeteren en R&D activiteiten binnen deze sector te verbeteren.
Pagina | 34
2010Het hoger onderwijs en universiteiten zijn de derde sector in het NIS model.
Deze sector heeft zich sinds de industrialisatie ontwikkeld op twee manieren. In eerste
instantie onderwijst deze sector jaarlijks een groeiend aantal hooggeschoolde, waardoor
het percentage hooggeschoolden in Korea redelijk hoog is en dit percentage dan ook één
van de hoogste onder OECD landen is. In tweede instantie heeft het de kwaliteit van het
onderwijs verbeterd en academisch onderzoeksvermogen zowel kwalitatief verbeterd als
kwantitatief vergroot door samenwerkingsverbanden en steun van de overheid en de
bedrijfssector.
De kenmerken en ontwikkelingen binnen het NIS zijn het voorgaande deel
genoemd. De samenwerking en de ontwikkelingen binnen en tussen deze sectoren in het
NIS hebben voor grote groei in R&D investeringen en R&D activiteiten gezorgd. Dit
betekent dat er door innovatie nieuwe producten, product diversificatie, goedkopere
producten en meer kwalitatieve producten aangeboden konden worden, wat leidde tot
succesvolle ondernemingen met een betere concurrentiepositie op de internationale
markt en ook grotere exporten, door deze comparatieve voordelen uit de innovatie.
De ontwikkeling van FDI beleid kan worden onderverdeeld in drie periodes; De
periode van 1962 tot 1983, genaamd de restrictie-periode, waarin het FDI beleid strikt
werd doorgevoerd, ter bescherming van de binnenlandse ondernemingen en ter
voorkoming van ongewenste effecten op het vijf jarenstappenplan. FDI werd in de jaren
zestig beperkt tot onderneming die voor minder dan 50 procent uit buitenlandse kapitaal
bestonden. Zodoende had de Koreaanse overheid en onderneming meer controle en
zeggenschap. Ook stimuleerde de overheid hiermee binnenlandse onderneming hun
technologisch vermogen te ontwikkelen. Het FDI beleid ontwikkelde zich in de jaren
zeventig, doordat economische groei verandering had aangebracht in bepaalde
industrieën en meer vraag had gecreëerd naar innovatie en technische ontwikkeling.
Voor de ontwikkeling moest het FDI beleid selectief worden versoepeld. Dat hield in
dat voor bepaalde, voornamelijk kapitaalintensieve, industrieën mildere regelingen
werden doorgevoerd, om die industrieën te stimuleren en FDI aan te trekken. Dit zorgde
voor meer concurrentie in die markten. Daarnaast werd het technologisch vermogen
verhoogd door de buitenlandse technologieën die aanwezig waren in die industrieën.
In de periode van 1984 tot 1994, genaamd de liberalisatie-periode werd het FDI
beleid overgedragen aan het Ministerie van Financiën. Hierdoor werd het FDI beleid
Pagina | 35
2010versoepeld. Regelingen en regels met betrekkingen tot het 50 procent buitenlandse
aandeel in ondernemingen, werden afgeschaft. Er was nu meer sprake van vrijheid voor
FDI. Daarnaast stimuleerde de overheid specifieke industrieën door middel van een
subsidiesysteem die werd doorgevoerd. Hiermee groeide het technologisch vermogen
sterk, door een sterke aanwezigheid van buitenlandse investeringen en technologieën.
De periode van 1994 tot het heden wordt ook wel de acceleratie-periode
genoemd. De focus lag in deze periode vooral op de ontwikkeling van het technologisch
vermogen en R&D investeringen. Daarnaast was het doel om een stabiele NIS te
creëren met sterke R&D activiteiten. Om innovatie te bevorderen en buitenlandse
technologieën aan te trekken werd het FDI beleid minder complex gemaakt en
versoepeld. Met de toetreding van Korea aan de World Trade Organisation werd het
FDI herzien. Deze verandering bracht een sterk groeiende inflow van FDI met zich mee.
Hierdoor is het technologisch vermogen in Korea na enkele jaren zeer sterk ontwikkeld.
De bovengenoemde ontwikkelingen in FDI beleid en het technologisch
vermogen laten zien dat verandering en versoepeling van het FDI beleid heeft gezorgd
voor een sterke inflow van FDI. Dit brengt met zich mee dat er sprake was van
buitenlandse technologieën die vaak interessant zijn voor de R&D activiteiten en
innovatie in Korea. Opdat de laatste jaren het technologisch vermogen sterk ontwikkeld
is, heeft FDI voor grote bijdrage geleverd aan de groei van verschillende industrieën en
zodoende een bijdrage geleverd aan de economische groei.
Korea dat zich vóór de jaren zestig een onderontwikkeld land was met een
agrarische economie en dat voor een groot deel is opgebouwd door de Japanners tijdens
de Japanse bezetting, heeft in de afgelopen vijftig jaar haar technologische en
economische achterstand met grote sprongen ingehaald. De bovengenoemde
ontwikkeling in het NIS en het FDI beleid hebben hier een grote bijdrage aan geleverd.
Deze ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat er een stijgende groei bestaat in R&D
en FDI. Binnen het vereenvoudigde framework dat in Hoofdstuk 1 beschreven is,
worden R&D en FDI omschreven als input factoren in het model dat het
innovatieniveau kan beïnvloeden. Het innovatieniveau kan aanleiding geven tot groei en
ontwikkelingen binnen een land.
Pagina | 36
2010In het volgende schema worden de veranderingen en ontwikkelingen binnen Korea
geplaatst in het besproken framework en wordt het framework schematische overzicht
weergegeven in Tabel 1.
Innovatie input:
Ontwikkelingen: Innovatieniveau: Economische Impact
R&D (NIS): Bedrijfssector
Veel steun en goede samenwerking met overheid
Buitenlandse Technologieën (imitatie), Formatie eigen R&D, fundamentele onderzoekcapaciteiten.
Opbouw en Concentratie van verschillende industrieën.
Grote succesvolle ondernemingen. Diversificatie en innovatie van
producten. Sterke concurrentie posities in
internationale markten en verschillende industrieën, waardoor veel export mogelijk was.
Economische ontwikkeling, stijging in GDP.
Welvaartstijging Grote producten
aanbod en diversificatie.
R&D (NIS):Publiek en Overheidssector
Actieve steun en samenwerking met bedrijfssector via: Subsidies, leningen in R&D investeringen
Verbeteren van Onderzoeksnetwerken en infrastructuur.
FDI beleid en hervorming.
Oprichting van ministeries en instituten, hiermee grote bijdrage R&D activiteiten.
Bijdrage aan groei van de Chaebols, grote ondernemingen en industrieën.
R&D (NIS):Het Hoger Onderwijs Systeem en Universiteiten
Groeiend percentage hooggeschoolde.
Kwaliteit verbeteringen binnen het onderwijs, universiteiten.
Laatste decennia veel steun van overheid en de bedrijfssector.
Hoog percentage hooggeschoolde. Goede beschikbaarheid van goede Human Capital.
Bijdrage kennis vorming overdracht en R&D activiteiten, toepasbaar voor bedrijfssector en ontwikkeling technologische vermogen.
FDI : Ontwikkelingen van een zeer strikt beleid naar een geleidelijk meer open beleid en hervorming na aantrede bij WTO.
Toetreding in internationale handel gemeenschap
Tabel 1: Framework: Ontwikkeling innovatie en economische groei
De verschillende ontwikkelingen in R&D binnen het NIS, in zowel de bedrijfssector, als
de publieke en overheidssector, het onderwijssysteem en universiteiten, hebben in de
afgelopen vijf decennia veel invloed gehad op de innovatie in Korea. Hierdoor zijn
ondernemingen zoals de Chaebols zeer invloedrijk en succesvol geworden.
Voornamelijk door de focus en het streven naar groeiende R&D activiteiten,
diversificatie, innovatie en een sterke ontwikkeling van het technologische vermogen,
heeft ertoe geleid dat de Chaebols en andere ondernemingen in de bedrijfssector een
Pagina | 37
2010versterkte concurrentiepositie hebben verkregen op de internationale markt en hierdoor
een sterke groei hebben meegemaakt. Het succes van de Chaebols en andere
ondernemingen hebben ervoor gezorgd dat exporten sterk stegen en de handelsbalans
positief groeide. Daarnaast bracht de groei van deze ondernemingen werkgelegenheid
en hogere lonen met zich mee. Het Nationaal GDP per capita heeft zich in de afgelopen
vijf decennia ontwikkeld van US $100 in 1960 tot circa US $19.738 (Worldbank,
(2008)).
In Figuur 1 in Hoofdstuk 1 is de stijgende economische groei van Korea in GDP
weergegeven. Deze stijgende groei kan grotendeels verklaard worden door de stijgende
activiteiten voor innovatie, gezien de trend van GDP en innovatie elkaar nauw volgen.
Andersom kan de sterke groei in innovatie ook verklaard worden door de economische
groei. We kunnen hieruit opmaken dat de stijgende groei van innovatie uit R&D
activiteiten en innovatie uit FDI veel succes voor de Chaebols en ondernemingen
hebben gezorgd, daartegenover zorgt de economische groei ervoor dat een sterke groei
in innovatie mogelijk was door middel van investeringen in R&D, onderzoek en
onderwijs. Naast de ontwikkelingen in de bedrijfssector hebben de overheidssector en
het hoger onderwijs en universiteiten ook invloed gehad op het innovatie door
oprichtingen van onderzoeksinstituten en scholing van de Koreaanse bevolking. Dit
heeft ertoe geleid dat er een goede beschikbaarheid is van het Human Capital en
hiermee het technologisch vermogen sterk verbeterd kon worden.
De ontwikkelingen in FDI en het NIS hebben hierbij sterke invloed gehad op de
Koreaanse innovatie en zodoende indirect invloed op de welvaart en economische groei
van Korea. Innovatie heeft de economische groei in Korea de afgelopen decennia sterk
bevorderd. Er kan gezegd worden dat Korea zicht wist te ontwikkelen van een
onderontwikkeld land tot één van de sterkste economieën in Azië voornamelijk door de
ontwikkeling van Innovatie.
Pagina | 38
2010Referentielijst
Agrawal, Ajay (2002) Innovation, growth theory, and the role of knowledge spillover,
Innovation Analysis Bulletin – Vol. 4, No. 3.
Archibugi, Daniele & Alberto Coco (2005), Measuring Technological capabilities at
the country level: A survey and menu for choice, Research Policy, Elsevier, vol. 34(2),
pages 175-194, March.
Arvanitidis, Paschalis & Petrakos, George & Pavleas, Sotiris (2007), Determinants of
Economic Growth: The Experts’ View. Papers DYNREG20, Economic and Social
Research Institute (ESRI).
ASTRA: The Alliance for Science &Technology Research in America (2006-2007)
Defining Innovation: A New Framework to aid Policymakers, www.USInnovation.org.
Cho, Su Hee & Byung Jun Cho & Jai Hyoung Son (2008), Industry Oulook-
Semiconductor - Memory Chips, KIS, Korea Investors Service inc.
Connolly, M & Kei-Mu Yi (2008), How Much of South Korea’s Growth Miracle Can
Be Explained by Trade Policy?, Federal reserve bank of San Francisco, working paper
series.
Dipendra S.(2007), Patents, Innovations and Economic Growth in Japan and South
Korea: Evidence from individual country and panel data, MPRA Paper No. 2547,
posted 07. Ritsumeikan Asia Pacific University and Macquarie University.
Enos, J., and W.H. Park (1987). The Adoption and Diffusion of Imported Technology:
The Case of Korea. London: Croom Helm.
Freeman, C. (1987) Technology Policy and Economic Performance: Lessons from
Japan, Pinter, London.
Görg, Holger& Eric Strobl (2003), Multinational companies, technology spillovers and
plant survival, Scandinavian Journal of Economics.
Pagina | 39
2010Hee Yol Yu (2006), Korea's National Innovation system, Korean Institute of S&T
Evaluation and Planning.
Hemmert M. (2007), The Korean Innovation System: From Industrial Catch-up to
Technological Leadership?, Psycica- Verlag, A Springer Company.
Ho, Kate &Katharina Luban (2004), National Innovation Systems: A case study of
South Korea and Brazil, Coursework for Economic and Public Policy of Technology
MSc Technology Management.
Kim, Haknoh (2007), Regional innovation policy of South Korea, compared with and
learning from, The European Union. University of Wisconsin-Madison.
Kim, L. (1988). Korea's Acquisition of Technological Capability: Macro and Micro
Factors. Seoul: Korea University Business Management Research Centre, Mimeo.
Kim L. (1997) Imitation to Innovation: The Dynamics of Korea's Technological
learning, Harvard Business School Press, Boston MA.
Lee, Jong-Wha, (2005). Human capital and productivity for Korea's sustained
economic growth, Journal of Asian Economics, Elsevier, vol. 16(4), pages 663-687,
August.
Lee Peter H.(1996), Sourcebook of Korean Civilization. Volume 2: From the
Seventeenth Century to the Modern Period, New York, Columbia University Press.
Lundvall, Bengt-Ake (1992), National Systems of Innovation: Towards a Theory of
Innovation and Interactive Learning, Pinter, London.
Lundvall, Bengt-Ake (2007)."National Innovation Systems - Analytical Concept and
Development Tool," Industry & Innovation, Taylor and Francis Journals, vol. 14(1),
pages 95-119.
Mahlich, J. & Pascha, W.(2007) 'Innovation and Technology in Korea: Challenges of a
Newly advanced Economy', Psycica- Verlag, A Springer Company.
Pagina | 40
2010MEST, Ministery of Education Science and Technology of Republic of Korea (2005),
Report on the Survey of Research and Development in Science and Technology, MEST,
Seoul.
Mizoguchi, Toshijyuki (1979), Economic Growth of Korea under the Japanese
Occupation -Background of Industrialization of Korea 1911-194, Vol. 20, no. 1,
Hitotsubashi Academy, Hitotsubashi University.
OECD (2005a), Main Science and Technology Indicators, www.OECD.org.
OECD (2005b) Economic Surveys: Korea, www.OECD.org.
OECD (2008), Science, Technology and Industry Outlook 2008, www.OECD.org.
OECD (2008), OECD Information Technology Outlook 2008, www.OEDCD.org.
Park, Hun Joo (2006), The perspective of Small Business in South Korea, KDI School of
Pub Policy & Management Paper No. 06-13
Piazolo, Marc (1995), Determinants of South Korea Economics Growth 1955-1990,
International Economic Journal, Volume 9, Number 4. 109-133.
Raj Kumar Rai (2009), Foreign Direct Investment and Economic Growth in South
Korea and Policy Lessons for Nepa., London, Middlesex University Business School.
Rogers, E. M. (1983). Diffusion of innovations, New York: Free Press.
Sören Eriksson (2005), Innovation Policies in South Korea & Taiwan, VINNOVA -
Swedish Agency for Innovation Systems / Verket för Innovatonssystem.
Suh, Joonghae, (2000). Korea's Innovation System: Challenges and New Policy Agenda,
Discussion Papers 4, United Nations University, Institute for New Technologies.
Torun, Hasan and Cumhur Çiҫekҫi (2007), Innovation: Is The Engine For The
Economic Growth. EGE University.
Pagina | 41
2010Walraven, Boudewijn C.A. (2009), Koreaanse Geschiedenis, Leiden, Universiteit
Leiden Universitair Facilitair Bedrijf.
Yim, D.S.(2006), Korea’s National Innovation System and the Science and Technology
Policy, Science and Technology Policy Institute (STEPI), Seoul, Korea.
Young-Iob, Chung (2006), Korea Under Siege, 1876–1945: Capital Formation and
Economic Transformation., New York: Oxford University Press.
Young-Iob, Chung (2007), South Korea in the fast lane; Economic development and
capital formation, New York: Oxford University Press.
Yun J.H.J. (2006), The Technology policy of Korea. Kyong Mun Sa, Seoul.
Yun J.H.J. (2007), The development of technological capability and the transformation
of inward fdi in Korea from 1962 to 2000, Psycica- Verlag, A Springer Company.
Pagina | 42