inkijkexemplaar van de raad naar de straat

26

Upload: ren-blom

Post on 17-Feb-2017

287 views

Category:

Documents


3 download

TRANSCRIPT

VAN DE RAAD NAAR DE STRAAT

Aan de slag met je nieuwe rol als raadslid binnen een veranderende samenleving

Renée BlomBlom-Connect

Met dank aan

Ik wil iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd aan het boek en in het bijzonder aan Klaasjan de Jong (fractievoorzitter in Zoeter-meer), Gertruud van Kempen (Over de Wereld Tekst en Advies), Arie Viskil (raadslid Bunnik) en Frans Backhuijs (burgemeester Nieuwe-gein), die mij hebben voorzien van constructieve feedback waardoor het een beter boek is geworden.

Ook dank aan Koos Janssen, Roelof de Wild, Klaasjan de Jong, Piet Daal-hof en Jan Dirk Pruim voor hun tekstuele bijdragen.

INLEIDING 9

1. WAT VERWACHT DE SAMENLEVING? 15 Imago politici 15 Imago gemeente 16 Rollenboek voor ambtenaren 17 Wat mag de samenleving verwachten 18 Voorkom claimgedrag 20 De representatieve democratie in gevaar 22 Domme vragen bestaan niet 27

2 KEN JEZELF 29 Wat voor een politicus ben je 29 Competenties bij anderen binnen je fractie 32 Bepaal prioriteiten: persoonlijk en als fractie 33 Denk van buiten naar binnen 34 Geen verkooppraatjes 35 Borstklopperij werkt niet 36

3 MAAK CONTACT EN ONDERHOUD ZE 39 Social media; eerst denken, dan doen 39 Lichaamstaal 40 De publieke tribune 41 Politici op pad 43 Communicatieplan 45

INHOUD

4 WEET WAT JE KUNT BIEDEN 47 De treden van de participatieladder 47 Betrokken gemeenteraad 49 Nieuwe rol ambtenaren 50 De Arena 52 Right to Challenge 53 Laat de doelgroep zelf aan het woord 54 Kinderparticipatie 56 Proefballonnetjesoplaten 56 De gemeentelijke begroting 57 Een juiste strategie is altijd maatwerk 60 Toegankelijkheid collegeleden 61 Integriteit 62 Ultieme scheidsrechter 64 Raadsprogramma 64 Open data 65

5 MOEIZAME GESPREKKEN 67 Schiet niet in de verdediging 67 Weerstand bij jezelf 68 Metstemverheffinggeengoedgesprek 69

6 WAT WEL, WAT NIET 71 Do’s 71 Don’ts 73 Raadslid zijn; een makkie!? 74

Interessante sites en andere bronnen 75

Blom-Connect 76

8

Leren loslaten.

9

INLEIDING

Dit boek ‘Van de Raad naar de Straat’ geeft praktische tips over hoe je van een traditionele volksvertegenwoordiger de omslag kunt maken naar een meer faciliterende volksvertegenwoordiger, die vooral inwoners en ondernemers in de stad de ruimte wil geven om hun ideeën voor hun straat, wijk of stad waar te maken. Hoe kun je een goede volksverbinder worden zonder je politieke idealen los te laten? Hoe ga je om met integriteit, wat zijn de do’s en don’ts, weet je voldoende de weg binnen je eigen gemeentehuis? Allemaal zaken die aan bod komen. Achterin tref je een opsomming aan van diensten en trainingen die dieper ingaan op de materie in dit boekje.

Momenteel wordt er in ‘gemeenteland’ overal gesproken en ge-schreven over dat het goed is dat de overheid op een nieuwe manier aansluiting zoekt bij wat er in de samenleving speelt. Maar waarom vinden we dat de overheid moet gaan leren loslaten en moet stoppen met regisseren. Daar zijn heel veel oorzaken voor te benoemen. De afgelopen decennia heb ik aan heel veel kanten van de tafel gezeten. Als bestuurder bij vrijwilligersorganisaties en een groot burgerinitiatief en als journalist heb ik gezien en ervaren hoe ingewikkeld het kan zijn je weg te vinden binnen het gemeentehuis. Als raadslid en nog meer als wethouder zat ik aan de andere kant van de tafel en kreeg ik een goede kijk op hoe en ambtelijke organi-satie, het college en de politiek werkt. Vanuit die ervaringen zie ik een paar belangrijke redenen waarom wij nu niet anders kunnen dan meer ruimte te geven aan de samenleving. Met de komst van het internet ligt de kennis voor iedereen ‘op straat’ en gemiddeld genomen zijn we hoger opgeleid. Hierdoor zijn wij met z’n allen

10

veel mondiger geworden en zijn er nog maar weinigen die geloven dat politici de mensen zijn die weten wat goed voor de stad en haar inwoners is. Die tijd is allang voorbij. Toch blijven veel politici nog in hun oude rol van volksvertegenwoordiger doorgaan. Het is voor po-litici ingewikkeld een stuk van de macht los te laten en meer ruimte te geven aan initiatieven en ideeën vanuit de samenleving. Mede hierdoor groeide het wantrouwen de afgelopen decennia richting de politiek en daarmee de kloof tussen de politiek en het electoraat; steeds minder mensen gaan naar de stembus, de groep zwevende kiezers blijft groeien, het aantal leden van politieke partijen neemt af en het aantal lokale partijen neemt toe. Nu hoor ik al mensen denken; het is toch gewoon een bezuiniging dat de overheid zichzelf een andere rol wil aanmeten door meer taken bij de mensen zelf neer te leggen. Ik zie dat niet als dé reden waarom we dit moeten doen. Natuurlijk speelt het dreigend failliet van de verzorgingsstaat een rol. Ik behoor echter tot de groeiende groep mensen die zegt dat we, los van genoeg of te weinig geld, als politici, bestuurders en overheid ons op een andere manier moeten gaan verhouden tot de samen-leving. Ik geloof in de kracht van de samenleving en een veel vaker faciliteren rol voor de overheid in plaats van de tot voorkort meestal regisserende rol.

Leren loslatenIk ben blij dat steeds meer politici, net als ik, ook vinden dat ze toch moet leren loslaten. De vraag voor velen is echter wel in welke mate en hoe. Loslaten moet wat mij betreft niet staan voor ‘zoek het zelf maar uit..’, maar voor een grotere betrokkenheid bij wat er leeft onder de mensen zonder hen zaken uit handen te nemen. Interesse voor hun wel en wee, zonder dat de politiek direct zelf met oplos-singen meent te moeten komen en dit vertaalt in beleid. Iedereen

11

heeft het er over dat maatschappelijke initiatieven de ruimte moeten krijgen, maar wat betekent dit bijvoorbeeld voor een gemeenteraad of een college van burgemeester en wethouders. Waar hebben ze nog wel zeggenschap over en waarover veel minder of niet meer en hoe gaan zij invulling geven aan hun nieuwe rol?

Loslaten is een kwestie van vertrouwen hebben in de ander.

Bijna tien jaar ben ik politiek verslaggever geweest voor lokale en regionale kranten. In die hoedanigheid heb ik veel geschreven over de muren in gemeentehuizen; de bureaucratie waar allerlei soorten initiatiefnemers tegenaan liepen. Daarnaast heb ik ook aanvaringen gehad met die muren in mijn hoedanigheid van bestuurder bij een aantal vrijwilligersorganisaties en als voorzitter van een burgerini-tiatief.

12

Uiteindelijk besloot ik als journalist te stoppen daarover te schrijven en werd ik als vijfde generatie in mijn familie politiek actief. Als raadslidenalswethouderishetafbrekenvandie(bureaucratische)muren binnen gemeentehuizen en het verkleinen van de kloof tussen de politiek en inwoners door daadwerkelijk de verbinding te zoeken, altijd mijn belangrijkste agendapunt geweest. Alleen dan ontstaat er ruimte voor herstel van vertrouwen in de politiek. Dan staan we niet langer tegenover elkaar, maar worden we bondgeno-ten en kunnen politici op een veel betere manier invulling geven aan hun rol van volksvertegenwoordiger en volksverbinder. Niet van binnen naar buiten regeren; binnen het gemeentehuis beleid maken voor de stad, maar van buiten naar binnen regeren; behoeftes die vanuit de samenleving worden aangedragen, met die samenleving in de lead omzetten in acties en indien nodig vertalen in beleid.

Niet van binnen naar buiten...

13

Om dat te kunnen bereiken, moeten we als politici loskomen van de dagelijkse hectiek die veelal veroorzaakt wordt door een niet-af-latende stroom aan beleidsstukken en raadsvoorstellen en primair contact zoeken met de mensen voor wie we het doen; de inwoners en ondernemers in onze gemeenten.

14

Imago politici.

15

HOOFDSTUK 1 WAT VERWACHT DE SAMENLEVING?

Om te weten wat de samenleving van ons verwacht, is het allereerst van belang om er nog even kort bij stil te staan welke vooroordelen er allemaal bestaan over de politiek, politici en de overheid. Natuur-lijk denkt niet iedereen er zo over, maar we kunnen er gerust van uit gaan dat er veel te veel mensen zijn die een negatief beeld hebben van alles wat met politiek en de overheid te maken heeft. Kijk alleen al naar het percentage mensen dat het al niet meer zinvol vindt om naar de stembus te gaan. Dus even door deze zure appel heen bijten!

Imago politici Toen ik overwoog de politiek in te gaan, waren er veel mensen in mijn omgeving die mij waarschuwden dat de politiek mij zou veran-deren, dat ik vanzelf onderdeel van het systeem zou worden en dat mensen mij anders zouden gaan zien. Dit zegt alles over het imago van politici en voor een deel kregen zij ook nog gelijk. De politiek heeft mij mondiger gemaakt en veel geleerd, maar geen wezenlijk ander mens van me gemaakt. Wel vond ik het bizar te ervaren dat zodra ik als herkenbaar partijpoliticus de straat op ga, mensen mij kwalificerenalszakkenvuller,leugenaarofnaïevelingalsikhener van probeer te overtuigen dat politici weldegelijk voor hen het verschil kunnen maken. Ook hoor ik vaak ‘ik heb niets met politiek’ of ‘jullie zijn niet te vertrouwen dus stemmen heeft geen enkele zin’.

16

Het belangrijkste dat je als raadslid kunt doen is het gesprek niet uit de weg gaan; sterker nog het gesprek op te blijven zoeken, de ander altijd in zijn waarde te laten door echt te horen wat iemand zegt en bovenal wat je afspreekt ook na te komen. Wees daarbij vooral ook helder in je afspraken. Beloof geen gouden bergen. Nee, is ook een antwoord.

Imago gemeente Voor velen staat de gemeente synoniem voor de politiek en het college van burgemeester en wethouders. De gemeente deugt niet, ambtenaren regeren, de bureaucratie viert er hoogtij. Zij wanen zich in een ivoren toren waar, als burgers al mogen participeren, de uitkomst toch al vast staat. Het is belangrijk ons te realiseren dat dit beeld bij heel veel mensen, terecht of onterecht, leeft en dat dit voor een groot deel niet de mensen zijn waar wij gemakkelijk mee in aanraking komen.

TIP: Ga bij jezelf na hoe jij tegen de ambtelijke organisatie

en het college aankijkt. Heb je zelf goed inzicht in hoe het

ambtelijk apparaat functioneert? Zo nee, ga in gesprek met

ambtenaren. In sommige gemeenten moet dit via de griffier,

maar ook als dat niet hoeft, informeer de griffier dan toch.

TIP: Organiseer ontmoetingen of snuffelstages tussen raads-

leden en ambtenaren.

Het is mijn persoonlijke ervaring dat ambtenaren, en met name diegenen die nooit bij raadsvergaderingen of collegeleden hoeven te zijn, vaak geen goed beeld hebben van hoe het politieke ‘spel’ gaat. Nu moeten ambtenaren zich natuurlijk niet met dit ‘spel’ gaan be-zighouden, maar als binnen het stadhuis iedereen de verbinding wil zoeken met de samenleving door ook veel meer de stad in te gaan,

17

dan is het goed als wij politici ook beter weten hoe onze ambtenaren te werk gaan in de stad en vice versa.

Rollenboek voor ambtenarenHet algemene wensbeeld is dat ambtenaren niet meer van achter hun bureau oplossingen bedenken om die vervolgens in de samen-leving weg te zetten, maar dat vraagstukken nu zoveel mogelijk met, in en door de samenleving worden opgelost. Hiervoor is het nodig dat de overheid een netwerkorganisatie wordt en dat betekent dus een andere manier van werken. In het hele land worden ambtenaren dan ook op hun nieuwe rol voorbereid.In Oude IJsselstreek hebben ze dit heel letterlijk genomen want daar wordt inmiddels gewerkt met een rollenboek. Functiebeschrijvingen van ambtenaren zijn daar vervangen voor rollen zoals regievoerder, adviseur, ondersteuner en dienstverlener.

18

Het is ook de vraag wat de nieuwe rol van ambtenaren betekent voor de driehoek ambtenaren, collegeleden en raadsleden. In hoofdstuk 4 ga ik daar nader op in.

Wat mag de samenleving verwachtenAan de hand van de vele vooroordelen zou je verwachten dat de samenleving heel wat wil van de overheid. Maar als je tussen de regels doorleest en luistert dan vraagt de samenleving alleen maar om gehoord te worden, om duidelijkheid en om een coöperatieve overheid. Bovendien verwachten mensen dat de overheid ook vaker met een open vraag naar hen toe komt, bijvoorbeeld: “Wij zien een probleem bij u in de buurt. Ervaart u dat ook zo en wat zou een oplossing kunnen zijn?” Dan betrek je inwoners daadwerkelijk vanaf het begin van een traject. Sterker nog; als zij geen probleem zien, moet je je afvragen wat je als overheid nog moet doen. Het omge-keerde gebeurt wel al vaker. Inwoners klagen en de gemeente pakt het probleem op; of het nu gaat om losse stoeptegels of een breder probleem als verwaarloosde openbare ruimte.

Veel eenheidsworst

“Wees jezelf als raadslid bewust van het feit dat wat je –tot

nu toe – levert aan de samenleving vaak een eenheidsworst

is. Gelijke kappen voor gelijke monniken. Een eenduidige

verordening of beleidsplan; gelijk voor iedereen. Maar niet

alle monniken zijn gelijk, want de wensen van bewoners zijn

verschillend, bijvoorbeeld tussen bewoners van een buitenwijk

en het centrum. Maar misschien nog wel meer tussen bewoners

van een stad en de dorpen er omheen.”

Piet Daalhof, wijkcoach Vianen

19

Iedereen heeft de behoefte gehoord te worden. Wij moeten weer leren communiceren met de mensen in onze stad, en dat betekent zonder vooroordelen echt luisteren naar wat ons verteld wordt. We moeten leren om niet primair te denken langs partijpolitieke beginselen, want dat doen onze gesprekspartners ook niet. Als je dat lukt creëer je ruimte voor een echt dialoog die niet beperkt wordt door allerlei kaders die wij als politici geneigd zijn te hanteren.

TIP: Denk in kansen en niet in problemen.

Zelfs als je in gesprek gaat over iets waar je eigenlijk meteen al van weet dat je daar niet achter kunt staan, dan is het toch goed om in een open gesprek te proberen te achterhalen wat iemand beweegt om met zo’n voorstel te komen en blijf je tegelijkertijd altijd afvra-gen in hoeverre je ergens zeggenschap over hebt of wilt hebben. Met wie ik niet in discussie ga zijn mensen die boos, zwaar geëmoti-oneerd of zelfs agressief zijn.

TIP: Ga niet in discussie of staak een discussie als mensen

hevig geëmotioneerd zijn. Zij kunnen dan niet meer gefocust

zijn op wat jij zegt, maar alleen op wat zij menen te horen en

vooral voelen.

De samenleving vraagt om duidelijkheid. Dit geldt voor plannen of geluiden vanuit de samenleving die niet door de politiek gesteund worden, maar dat geldt ook ten aanzien van besluiten die door de politiek genomen worden en ten aanzien van de uitgaven die we doen. Een ‘nee’ is nu eenmaal makkelijker te accepteren als je weet waarom het een ‘nee’ is; plannen van de gemeente worden makke-lijker geaccepteerd als duidelijk is hoe ze tot stand zijn gekomen en wat het doel is. Meer belasting betalen of minder subsidie ontvan-gen veroorzaakt minder weerstand als inwoners goed uitgelegd is

20

waarom dat nodig is en waaraan het geld wordt uitgegeven. Duide-lijkheid, een transparante overheid, schept vertrouwen. Onduidelijk-heid voedt het wantrouwen en vergroot de kloof die er nu al is.

Onze inwoners en ondernemers vragen een coöperatieve overheid; een overheid die geen barrières opwerpt, maar een overheid die naast je gaat staan en faciliteert waar dat wenselijk en/of mogelijk is; een overheid die er is voor de allerzwaksten in onze samenleving en een overheid die vertrouwen heeft in de kracht van de samenleving.

Voorkom claimgedrag bij jezelf Om claimgedrag te kunnen voorkomen is het belangrijk eerst vast te stellen wat we onder claimgedrag verstaan. Het is meer dan dat je zegt ‘dit is van mij’. Claimgedrag is ook iets wat zich sluipenderwijs kan voordoen, en soms zelfs zonder dat je je er bewust van bent. Dat komt omdat claimgedrag ook kan worden bestempeld door de ander, die jouw handelen als dusdanig interpreteert.

Voorbeeld – Een bekende valkuil; met een wijkraad ben je als fractie

in gesprek over een initiatief dat zij hebben. De besprekingen vinden

plaats in het gemeentehuis omdat daar een goede vergaderruimte

is. De gemeente stelt de ruimte om niets beschikbaar. Als fractie wil

je een goed gastheer zijn en dus wordt de aftrap iedere keer door de

fractievoorzitter gegeven. Hierdoor belandt het voorzitterschap van

de besprekingen op een heel natuurlijke wijze bij de fractie. Bij de

wijkraad ontstaat geleidelijk aan het beeld dat de fractie ‘in de lead

is’ ten aanzien van het proces rond hun initiatief. Dit is makkelijk te

voorkomen door allereerst te proberen op locatie te vergaderen en

vervolgens de wijkraad daadwerkelijk de leiding te geven over de

bijeenkomst.

21

Claimgedrag kan zich ook voordoen vanuit enthousiasme. Een idee wat klein begon, groeit uit tot iets veel groters. Iedereen voelt zich betrokken en de ideeën vliegen over tafel. Dat is prima als dit het gevolg is van een gezamenlijk proces waarbij de initiatiefnemers in alle vrijheid altijd de grenzen kunnen bepalen of gaandeweg bijstellen. Het is slecht als dit enthousiasme ertoe leidt dat de initiatiefnemers de regie op het geheel kwijtraken of als vragen van de initiatiefnemers gekoppeld worden aan het wel of niet willen verbreden van hun initiatief. Op dat moment is er ook geen sprake meer van een open gesprek, waarbij ruimte voor het initiatief het uitgangspunt is, maar zijn de gesprekspartners in een onderhandelingsfase terecht gekomen.

Voorbeeld: In september 2015 kochten de Nederlandse en Franse

staat gezamenlijk de twee huwelijksportretten van Maerten Soolmans

en Oopjen Coppit door Rembrandt van de Franse bankiersfamilie

Rothschild. In dit proces verloor initiatiefnemer Wim Pijbes, directeur

van het Rijksmuseum de regie op zijn acties. Een particulier initiatief

van het Rijksmuseum werd door de politiek doorkruist. Het Rijksmu-

seum was namelijk al druk bezig met het bij elkaar halen van geld via

private partijen. Parallel aan deze inzameling van aanvullende gelden,

bleek er een afspraak te zijn gemaakt tussen de staatssecretaris en

haar Franse collega om gezamenlijk de schilderijen te kopen.

Het Rijksmuseum moest de inzamelingsactie terugdraaien omdat

investeerders alleen geld hadden toegezegd met als doel dat beide

portretten in het bezit van Nederland zouden komen.

Claimgedrag doet zich ook voor als er politiek gescoord moet worden met het resultaat van een bewonersinitiatief. Dat speelt overigens ook ambtelijk als bijvoorbeeld de afdeling communicatie er mee aan de haal gaat. Politiek gezien is dat minstens net zo erg en ook niet goed voor het vertrouwen. Goede afstemming tussen alle betrokkenen is de enige manier om claimgedrag te voorkomen.

22

Geen claimgedrag, maar samen delen.

TIP: Om claimgedrag te voorkomen is het goed om van tevo-

ren af te spreken dat de initiatiefnemers het voorzitterschap

hebben tijdens ontmoetingen, is het belangrijk om als fractie

vooral niet in het gemeentehuis elkaar te ontmoeten en hen

ook in de lead te houden als het om publiciteit gaat.

De representatieve democratie in gevaar Een belangrijke vraag waar heel veel mensen zich nu over buigen en waar met name politici en bestuurders mee worstelen is de toe-komst van de representatieve democratie. Wij raadsleden zijn toch niet voor niets via verkiezingen gekozen om het volk te vertegen-woordigen en met name het algemeen belang te dienen, budgetten tebewaken,hetcollegetecontrolerenenvooralfinalebesluitente

23

nemen? De raad is het hoogste orgaan en een meerderheid in de raad beslist. Maar is het nu niet ook al zo dat we meestal besluiten nemen, die niet door iedereen in de stad worden gesteund? Dat we, om colleges te vormen of om een meerderheid voor plannen te vin-den, compromissen sluiten? Kunnen wij onszelf nu echte volksverte-genwoordigers noemen terwijl er heel veel mensen niet meer naar de stembus gaan en er een enorme versplintering plaatsvindt in het politieke landschap en de afstand tussen volksvertegenwoordigers en de samenleving groot is? Wie van uw buren weet welke mensen hen vertegenwoordigen in de gemeenteraad en wat zij daar eigenlijk doen? Misschien ligt hier niet alleen een taak voor politici, maar ook voor de media om wat meer de partijpolitieke verschillen te duiden. Op landelijk niveau gebeurt dat wel, maar op lokaal niveau steeds minder. Omdat de verschillen in de landelijke politiek wel breed uit-gemeten worden in de media, is het dus ook logisch dat de landelijke politiek veel invloed heeft op het stemgedrag bij lokale verkiezingen.

Politiek is soms ‘au’

“De representatieve democratie is springlevend. Het is een

kunst om als lokale politiek het goede leven mogelijk te kunnen

maken. Daarbij gaat het niet om stemmenmaximalisatie, maar

om inhoud optimalisatie. De essentie van onze democratie naar

voren halen en niet bang zijn om de confrontatie aan te gaan.

Politiek is soms nou eenmaal ‘au’. Zolang politici zichzelf open

durven op te stellen, de dialoog aangaan en niet genoegen

nemen met de ‘lieve vrede’, is onze representatieve democratie

alles behalve in gevaar.”

Koos Janssen, burgemeester van Zeist

24

Terug naar de vraag wat het nut is van de representatieve democra-tie als wij de samenleving veel meer ruimte geven. Naar mijn idee moet je de vraag omkeren; wat is het belang van jouw partij en van jou als raadslid als je vanuit jouw partij en verkiezingsprogramma onvoldoende aansluiting kunt vinden bij wat er in de samenleving leeft? Als ideeën vanuit de samenleving je teveel beperken in je functioneren als raadslid?

Kom uit je ivoren toren.

Om te zorgen dat je verkiezingsprogramma, maar ook moties of ini-tiatiefvoorstellen voldoende aansluiten op wat er in de samenleving leeft, is het belangrijk dat je de input voor je verkiezingsprogramma ophaalt uit de stad. Verkiezingen worden door velen gekoppeld aan persoonlijk gewin waarbij het belang van de samenleving minder belangrijk is. Mensen zijn graag bereid mee te denken als zij de over-tuiging hebben dat hun belang voorop staat en dat kan alleen als je continu een zichtbare verbinding hebt met de samenleving.

25

Tip: Haal je input vooral gedurende de hele periode op in de

stad en niet alleen als de verkiezingen voor de deur staan.

Naast de nieuwe rol van volksverbinder blijven een aantal taken voor raadsleden onveranderd. Dat is allereerst de controlerende rol. Het vaststellen van de begroting, de voorjaarsnota’s en jaarstukken en het toezicht houden op de uitvoering van de wettelijke taken en regelgeving die we als gemeenten hebben. Verder is het aan de gemeenteraad om kaders te stellen en te controleren of er binnen die kaders wordt gewerkt.

Tot slot moet de gemeenteraad monitoren op doelstellingen. Met name kaders stellen en monitoring op doelstellingen is binnen het sociale domein een stuk ingewikkelder dan in het ruimtelijk domein. Zijn sociale doelstellingen wel meetbaar te maken? En als het om initiatieven vanuit de samenleving gaat, willen we die altijd kunnen meten op de doelstellingen? Schuilt hier ook het gevaar van eenheidsworst in plaats van maatwerk?

Voorbeeld - Het sport- en beweegbeleid is er op gericht dat meer

mensen gaan sporten en/of bewegen en daardoor een gezonder leven

leiden. Daarom worden kinderen op basisscholen via clinics in contact

gebracht met verschillende sporten. Nu kun je meten hoeveel kinderen

er vervolgens meteen lid worden van een verenigingen. Maar als dat

er weinig zijn, is het dan zo dat het doel dus niet bereikt is. Het kan

toch zo zijn dat deelnemende kinderen op een andere manier gemo-

tiveerd zijn om meer te gaan bewegen of enkele jaren later alsnog

lid worden van een sportclub. Kortom; de clinic van nu kan ook op

langere termijn zijn doel behalen. Daarbij is het doel ‘gezonder leven’

sowieso al een doelstelling die je nauwelijks en zeker niet op korte ter-

mijn kunt meten en dus linken aan het lokale sport- en beweegbeleid.

26

Als het om een faciliterende rol van de lokale overheid gaat, dan is het de taak van raadsleden om hun kaders en doelstellingen binnen zowel het sociale als fysieke domein zo te formuleren dat ze wel meetbaar zijn. Het zal dan meer gaan om het vaststellen van kaders ten aanzien van procedures, het faciliteren, de communicatie en eventuele budgetten die bijvoorbeeld ruimte geven voor initiatieven uit de samenleving. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat dit soort kaders ook de ruimte geeft aan ongelijkheid en dat het stellen van kaders een stuk ingewikkelder wordt bij beleidsoverstijgende initiatieven.

Voorbeeld - Per buurt is door stadsdeel Oost in Amsterdam en de

bewoners in kaart gebracht waar door de gemeente het geld aan uit

wordt gegeven en hoeveel. Dit geeft een helder beeld van waar de pri-

oriteiten liggen en waar de verschillen worden gemaakt met andere

buurten. Vervolgens kregen buurtbewoners de mogelijkheid om sug-

gesties aan te dragen en prioriteiten te verleggen. Lokale democratie,

noemen ze dit in de Indische buurt. Inmiddels zijn er meer gemeenten

die experimenteren met deze wijk- of buurtbegrotingen. Per wijk

kunnen er dus andere keuzes worden gemaakt over waar het geld aan

uitgegeven moet worden. Die keuzes kunnen zowel betrekking hebben

op het sociale of het ruimtelijke domein.

Inwoners bepalen waar geld naartoe gaat.

27

Domme vragen bestaan niet Elke beroepsgroep heeft zijn eigen taalgebruik. Dat leidt ook regelmatig tot misverstanden. Durf daarom ook gewoon om verduidelijking te vragen, als je iets niet begrijpt. Dat komt niet over als dom. Je kwetsbaar durven opstellen door te durven vragen is juist een teken van kracht. Bovendien vindt je gesprekspartner het over het algemeen leuk om blijk te kunnen geven van zijn of haar kennis. Het omgekeerde kan ook gebeuren. Dat jou om verheldering wordt gevraagd, omdat je gesprekspartner je niet begrijpt. Accepteer dat en voorkom te allen tijde dat je de ander het gevoel geeft dat je niet snapt waarom die jou toch niet kan begrijpen. Geef ook de ander nooit het gevoel dat die domme vragen stelt.

TIP: Waarderend taalgebruik versterkt de motivatie en het

enthousiasme, en daarmee het zelfvertrouwen van mensen

en draagt bij aan een goed gesprek.

Probeer tijdens het gesprek altijd in mogelijkheden en kansen te denken in plaats van in beperkingen en bedreigingen.

TIP: Verbied jezelf kreten als ‘ja-maar’ te gebruiken. Stel in

plaats daarvan een verhelderende vraag of spreek je zorgen

uit en vraag de ander hoe die daar tegenaan kijkt.

Meer over een ‘goed’ gesprek in hoofdstuk 4.