hs5 melkzuur

Upload: felix

Post on 07-Jul-2018

225 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    1/18

     

    1

    SCHEIKUNDEMODULE PERIODE 5: 

    MELKZUURVan spierpijn tot kunstknie

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    2/18

     

    2

    Wat je moet kunnen als je deze module bestudeerd hebt

    1) Structuurformule van melkzuur kennen en herkennen.

    2) Toepassingen noemen van melkzuur

    3) Uitleggen waarom melkzuur in bepaalde toepassingen duurzaam te noemen is.

    4) Eigenschappen van melkzuur noemen (als zuur, als asymmetrisch molecuul)

    5) Eigenschappen van zuren in het algemeen noemen

    6) Reactievergelijkingen opstellen voor reacties van zuren met water of met carbonaat-

    ionen

    7) Conclusies kunnen trekken uit gemeten pH-waarden (zuur / basisch / neutraal? Meer of

    minder zuur?)

    8) Uit een gegeven structuurformule afleiden of de gegeven stof wel of geen

    spiegelbeeldisomeren heeft

    9) Processen beschrijven waarmee melkzuur gevormd kan worden

    10) Het belang van biotechnologie uitleggen en enkele voorbeelden van biotechnologische

    producten noemen11) Kunnen uitleggen wat bedoeld wordt met de termen groene chemie en effectief

    atoomgebruik

    12) Het effectief atoomgebruik voor een gegeven productieproces berekenen

    13) Uitleggen wat polymeren zijn en op welke manieren deze kunnen variëren in hun bouw

    en eigenschappen

    14) Uit een gegeven polymeerstructuur afleiden of die stof een thermoplast of een

    thermoharder is

    15) Voordelen van bioplastics benoemen en voorbeelden geven van toepassingen van

    bioplastics

    16) Uitleggen wat condensatiepolymerisatie betekent

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    3/18

     

    3

    1 Inleiding: waar kom je melkzuur tegen en wat is het? 

    Melkzuur, daar heb je vast wel eens van gehoord. Het zit bijvoorbeeld in veel voedings-

    middelen verwerkt, zoals karnemelk en zuurkool. Waarschijnlijk ken je het ook wel van de

    reclames: “deze yoghurt bevat rechtsdraaiend melkzuur”.

    Maar melkzuur kan ook in onze spieren ontstaan bij zware arbeid. In sportverslaggeving

    wordt dan ook regelmatig over verzuring gesproken, bijvoorbeeld bij een marathonloop: “de

    laatste kilometers zijn extra zwaar nu, want alle spieren zijn verzuurd”.

    En dan bestaat er ook nog polymelkzuur, een nieuwe, biologisch afbreekbare kunststof die

    tegenwoordig voor verschillende toepassingen gebruikt wordt.

    Melkzuur is dus blijkbaar een veelzijdige stof. In deze module leer je meer over de bouw en

    eigenschappen van het melkzuurmolecuul en hoe melkzuur kan ontstaan. Ook krijg je wat

    meer informatie over enkele toepassingen van (poly)melkzuur.

    Wat is melkzuur nu eigenlijk voor een stof? Melkzuur wordt ook wel 2-hydroxypropaanzuur

    genoemd. Het is een koolstofverbinding met molecuulformule C3H6O3 en met de volgendestructuurformule:

    CH3 – CH – C = O (wat de dubbele binding tussen C en O betekent komt in de| | bovenbouw aan de orde)

    OH OH

    Melkzuur komt van nature in kleine hoeveelheden voor in ons bloed en in bepaalde

    voedingsmiddelen. Omdat het een conserverende werking heeft, wordt het soms ook

    kunstmatig aan voedingsmiddelen toegevoegd. Op verpakkingen van voedingsmiddelen

    wordt melkzuur meestal aangegeven met E-nummer 270.

    Opgaven

    1) a. Neem de structuurformule van melkzuur over in je schrift en omcirkel het propaan-

    gedeelte van het molecuul.

    b. Welk deel van het molecuul zal bedoeld worden met “2-hydroxy”? Bedenk wat er

    altijd met een nummer in dit soort namen wordt aangegeven!

    2) a. Wat wordt er in het algemeen aangeduid met een E-nummer?

    b. Zoek thuis of in een supermarkt voorbeelden van producten waarop E270 vermeld

    wordt.

    c. Noem een andere stof met E-nummer die in voedingsmiddelen verwerkt kan zijn.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    4/18

     

    4

    2 Zure eigenschappen van melkzuur

    Fig.1. Zuren kun je o.a. herkennen aan hun smaak.

    Melkzuur is één van de vele zure stoffen die er bestaan. Dat het zuur is kun je onder andere

    merken aan de smaak. Maar soms proef je de zure smaak niet, omdat er ook andere stoffen

    bij zitten. En er bestaan ook zuren die te gevaarlijk zijn om te proeven, zoals accuzuur.

    Gelukkig hebben zuren meer kenmerken dan alleen hun smaak waaraan je ze kunt

    herkennen:

    - Zuren kunnen reageren met water, waarbij ionen ontstaan. Net als zouten kunnenzuren er dus voor zorgen dat water stroom gaat geleiden!

    Bij de reactie tussen een zuur en water staan de zuurmoleculen H+ ionen af en

    nemen de watermoleculen die H+ ionen op. Er ontstaan dus in elk geval H3O+ ionen.

    Voor een zuur met formule HZ ziet deze reactie er zo uit: HZ + H2O H3O+ + Z-.

    - Oplossingen van zuren hebben een pH-waarde < 7. Hoe lager de pH, des te zuurder

    de oplossing. De pH van oplossingen kun je meten met een pH-meter of met pH-

    papier.

    Er bestaan ook oplossingen met pH > 7, zulke oplossingen noemen we basisch. Een

    voorbeeld van zo’n oplossing is ammonia. Wanneer een oplossing een pH-waarde

    van 7 heeft, noemen we die pH-neutraal.De pH-schaal is een ‘machten van 10’-schaal. Dat wil zeggen dat pH 2 tien keer zo

    zuur is als pH 3 en pH 12 tien keer zo basisch als pH 11.

    Vloeistoffen met zeer lage pH (< 3) of zeer hoge pH (> 11) zijn agressief, ze tasten je

    huid en kleding aan.

    Fig.2. pH-papier Fig.3. Gevarensymbool pH < 3 of > 11

    - Zuren kunnen reageren met carbonaat-ionen, waarbij gasbelletjes ontstaan.

    Het gevormde gas is koolstofdioxide.

    Algemene reactievergelijking: 2 HZ + CO32-  2 Z- + CO2 + H2O

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    5/18

     

    5

    Proef 1: pH-waarden van verschillende oplossingen

    LET OP: Sommige stoffen bij deze proef zijn zeer agressief. Ga er dus voorzichtig mee om

    en zorg dat je kleding goed beschermd is (witte jas dicht!). Als je toch vloeistof op je huid

    krijgt, spoel die dan meteen onder de kraan met veel water af.

    Er staan buizen klaar met de oplossingen die in onderstaande tabel genoemd worden. Neem

    deze tabel over in je schrift en vul eerst je verwachtingen in.

    oplossing wat verwacht je? gemeten pH conclusie

    zuur/basisch/neutraal? zuur/basisch/neutraal

    accuzuur ………………………… ………… ………………………..

    ammonia ………………………… ………… ………………………..

    azijn ………………………… ………… ………………………..

    cola ………………………… ………… ………………………..

    demiwater ………………………… ………… ………………………..

    gootsteenontstopper ………………………… ………… ………………………..karnemelk ………………………… ………… ………………………..

    kraanwater ………………………… ………… ………………………..

    soda-oplossing ………………………… ………… ………………………..

    Spa Rood ………………………… ………… ………………………..

    zeep-oplossing ………………………… ………… ………………………..

    Meet nu van elke oplossing de pH met een klein stukje pH-papier (1 druppel vloeistof op het

    papiertje is voldoende!). Noteer de meetwaarden in de tabel en noteer ook je conclusies.

    Voeg tenslotte een schepje soda toe aan de buis met azijn.Noteer je waarnemingen en conclusie(s).

    Vragen bij de proef:

    a. Probeer te verklaren hoe het kan dat je verwachting soms niet klopte met de meetwaarde.

    b. Rangschik de oplossingen naar opklimmende pH.

    c. Voor welke oplossingen geldt de waarschuwing aan het begin van deze proef?

    Opgaven

    3) Wanneer je een zuur of een oplosbaar zout mengt met water, ontstaat in beide gevalleneen geleidende oplossing. Toch treedt niet hetzelfde soort proces op. Leg uit!

    4) Pieter gaat de elektrische geleidbaarheid onderzoeken van oplossingen van alcohol,

    broom, citroenzuur, ijzer(II)nitraat, koolstofdisulfide, natriumchloride en zwavelzuur.

    Leg uit welke van deze oplossingen stroom zullen geleiden.

    5) Geef de reactievergelijking voor de reactie tussen melkzuur en water (gebruik

    molecuulformules).

    6) Wat gebeurt er met de pH van een zure oplossing als je die flink verdunt met water?

    7) Hoeveel keer zo zuur is een oplossing met pH 1 als een oplossing met pH 4?

    8) Je hebt 10 mL gootsteenontstopper met pH 13. Hoeveel mL zoutzuur met pH 4 moet je

    hieraan toevoegen om een pH-neutrale oplossing over te houden?

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    6/18

     

    6

    3 Melkzuurgehalte bepalen

    Proef 2

    Melkzuur kan reageren met de base natriumhydroxide, de melkzuuroplossing wordt dan

    geneutraliseerd: C3H6O3  + NaOH NaC3H5O3 + H2OVan deze reactie kunnen we gebruik maken om het melkzuurgehalte in een oplossing te

    bepalen. Om zichtbaar te maken wanneer al het melkzuur is omgezet door de reactie met

    NaOH, voegen we een paar druppels van de indicator FFT (fenolftaleïen) toe. Dit is een stof

    die in een zure oplossing geen kleur heeft en in een licht basische oplossing paars. Als

    precies al het melkzuur heeft gereageerd, dan wordt de kleur dus lichtroze.

    Benodigdheden:

    karnemelk

    oplossing met 30,0 g/L NaOH

    oplossing van FFT

    maatcilinder

    injectiespuit

    bekerglas van 100 mL

    roerstaafje

    Werkwijze:

    Meet met de maatcilinder precies 20 mL karnemelk af en doe dat in het bekerglas.

    Voeg vier druppels FFT-oplossing toe.

    Vul de injectiespuit met precies 10 mL NaOH-oplossing en druppel deze oplossing langzaam

    in het bekerglas terwijl je roert.

    Stop met toevoegen van NaOH zodra  de karnemelk lichtroze wordt en die kleur minimaal10 s zichtbaar blijft.

    Noteer hoeveel mL NaOH-oplossing je dan hebt toegevoegd.

    Spoel het bekerglas met demiwater en herhaal de proef om te controleren of je nauwkeurig

    genoeg gewerkt hebt.

    Vragen bij de proef:

    a. Bereken in welke massaverhouding melkzuur en NaOH met elkaar reageren. Maak

    daarbij gebruik van de volgende atoommassa’s: C = 12 u, H = 1 u, O = 16 u, Na = 23 u.

    b. Bereken hoeveel gram NaOH je gemiddeld bij de karnemelk hebt gedaan.

    c. Bereken hoeveel gram melkzuur er gemiddeld gereageerd heeft.

    d. Bereken het melkzuurgehalte in de onderzochte karnemelk in g/L.

    e. Volgens bronnen bevat karnemelk 9 g melkzuur per liter. Verklaar eventuele verschillen

    tussen jouw uitkomst en deze waarde.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    7/18

     

    7

    4 Links- en rechtsdraaiend melkzuur

    In het dagelijks leven komen veel dingen voor in paren die niet identiek zijn, maar

    elkaars spiegelbeeld. Voorbeelden hiervan zijn onze handen en voeten. Zij zijn

    asymmetrisch. Dat wil zeggen dat er geen symmetrievlak in aanwezig is. Dit geldtook voor de handafdrukken en schelpen die je hieronder ziet afgebeeld, de

    stippellijnen stellen spiegels voor.

    Fig.4. Asymmetrisch..

    Moleculen kunnen op dezelfde manier asymmetrisch zijn. We noemen zulke moleculen dan

    spiegelbeeldisomeren, ze hebben namelijk dezelfde molecuul- en structuurformule maar qua

    driedimensionale vorm zijn ze elkaars spiegelbeeld. Stoffen die spiegelbeeldisomeren zijn

    hebben grotendeels dezelfde eigenschappen (bijvoorbeeld hetzelfde kookpunt, dezelfde

    dichtheid), maar verschillen vaak wel in hun biologische werking. Zo kan het zijn dat het ene

    spiegelbeeldisomeer een gezonde voedingsstof is en het andere niet opgenomen wordt in

    het lichaam of zelfs werkt als gif.

    Ook van melkzuur bestaan twee spiegelbeeldisomeren, linksdraaiend melkzuur en

    rechtsdraaiend melkzuur. Rechtsdraaiend melkzuur wordt beter opgenomen in ons lichaam.

    Fig.5. De beide spiegelbeeldisomeren van melkzuur. 

    Opdracht: molecuulmodellen bouwen

    A. Bouw een model van een asymmetrisch molecuul (geen melkzuur) dat minimaal 1

    koolstofatoom bevat. Maak het molecuul niet ringvormig. Teken de structuurformule.

    B. Herhaal deze opdracht, maar gebruik nu alléén koolstof- en waterstofatomen (bouw duseen alkaanmolecuul).

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    8/18

     

    8

    Er is een eenvoudige manier om aan de structuurformule van een stof te zien of er van die

    stof spiegelbeeldisomeren bestaan. Als dat zo is, moet er namelijk minimaal 1 koolstofatoom

    aanwezig zijn waaraan 4 verschillende atomen of atoomgroepen gebonden zijn. Zo’n

    koolstofatoom noemt men een asymmetrisch koolstofatoom.

    Voorbeelden:

    CH3 – CH2 – CH3  geen asymmetrisch C-atoom, want elke C is aan minstens 2 dezelfdegroepen gebonden (bijv. aan 2 H-atomen of aan 2 CH3-groepen)

    => geen spiegelbeeldisomeren

    CH3 – CH – CH2 – Br de middelste C is asymmetrisch, want die is gebonden aan H, CH3,

    | OH en CH2Br

    OH => wel spiegelbeeldisomeren

    Opgave

    9) Hieronder staan structuurformules van zeven verschillende stoffen. Leg uit welke van

    deze stoffen spiegelbeeldisomeren hebben.

    CH2 – CH – CH – CH – CH – C = O CH3 – C = O CH3 – C – CH3 

    | | | | | | | ||

    OH OH OH OH OH H OH O

    glucose azijnzuur aceton

    CH3 – CH2 – OH F – CH – Cl F – CH – F NH2 – CH – C = O

    | | | |Br Br CH3  OH

    alcohol Halon-1111 Halon-1201 alanine (aminozuur)

    (blusmiddelen)

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    9/18

     

    9

    5 Vorming van melkzuur in de natuur

    Als je ademhaalt adem je onder andere zuurstof in. Die zuurstof wordt gedeeltelijk gebruikt

    om bijvoorbeeld glucose (druivensuiker) dat in je bloed aanwezig is te verbranden. Dit

    noemen we een aërobe omzetting. Bij deze reactie ontstaan water en koolstofdioxide. Er

    komt ook behoorlijk wat energie bij vrij en daardoor kun je bijvoorbeeld sporten.

    Maar als je een fanatiek sport, merk je dat je sneller gaat ademhalen en dat het bewegen

    moeizamer gaat. Er is dan in de spiercellen te weinig zuurstof aanwezig waardoor er een

    anaërobe omzetting van glucose op gang komt. Bij deze reactie ontstaat dankzij bepaalde

    enzymen melkzuur. Je spieren raken verzuurd en dit leidt tot vermoeidheid en doet pijn.

    In reactieschema’s ziet het er dus zo uit:

    Ademhaling (aëroob)

    glucose + zuurstof   water + koolstofdioxide

    Verzuring (anaëroob)glucose   melkzuur

    In andere organismen, zoals bacteriën, vinden dezelfde processen plaats. Ze zijn niet alleen

    mogelijk met glucose, maar ook met andere koolhydraten, zoals sacharose en zetmeel.

    Opgaven

    10) Geef de reactievergelijkingen in molecuulformules voor de aërobe en anaërobe

    omzetting van glucose.

    11) Bacteriën halen hun energie onder andere uit de verbranding van sacharose

    (C12H22O11). In zuurstofarme omstandigheden kunnen ze sacharose echter ookomzetten in melkzuur of alcohol.

    a. Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van sacharose.

    b. Geef de reactievergelijking voor de omzetting van sacharose en water in melkzuur.

    c. Geef de reactievergelijking voor de omzetting van sacharose en water in alcohol en

    koolstofdioxide.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    10/18

     

    10

    6 Biotechnologische industrie

    Net zoals in onze spieren, kan melkzuur ook in de industrie gemaakt worden uit glucose, bijv.

    uit maïs of suikerriet. In de fabriek bootsen ze de anaërobe reactie na door gebruik te maken

    van melkzuurbacteriën. De omstandigheden worden zó gekozen, dat glucose alleen in

    melkzuur omgezet wordt. Dit proces, dat fermentatie genoemd wordt, duurt 4 tot 6 dagen.

    Zelf kun je dit proces op kleine schaal uitvoeren, bijv. bij het maken van zuurkool.

    Demonstratieproef 3: Zuurkool maken

    Deze proef kun je ook thuis uitvoeren. Het proces van zuurkool maken duurt ongeveer zes

    weken. LET OP: eet je zelfgemaakte zuurkool niet op! Je kunt met dit recept wel eetbare

    zuurkool maken, maar moet daarvoor tests doen die niet in dit practicum vermeld staan.

    Werkwijze:

    Neem een stuk witte of groene kool en verwijder daaruit eerst de beschadigde of vieze

    bladeren en de witte kern.

    Snijd de overige koolbladeren in kleine stukjes van maximaal 1-2 millimeter dik. Zorg dat je

    ongeveer één theekopje vol hebt.

    Doe de koolsnippers in een kom, voeg een kleine theelepel zout zonder jodide (Nezo) toe en

    kneed alles goed met schone handen. Zorg dat er wat sap vrijkomt.

    Breng de geknede kool over in een pot en leg daarop een passend stukje plastic (geknipt uit

    een vuilniszak). Druk de kool goed aan.

    Voeg 75 mL water toe.

    Leg een schone steen of ander gewicht op het plastic op de kool.

    Meet de pH van het vocht in de pot met een pH-papiertje.

    Sluit de pot losjes af met een deksel en laat hem bij kamertemperatuur, buiten direct zonlicht,vier tot zes weken staan.

    Bekijk de pot iedere week en doe waarnemingen (geur, uiterlijk, pH).

    Als er een beetje kool naar boven drijft of als er een beetje schimmel ontstaat, verwijder dat

    dan met schone handen en plaats de deksel terug.

    Vragen bij de proef:

    a. Schets het verloop van de pH als functie van de tijd.

    b. Noem twee redenen waarom de zuurvorming op een gegeven moment zal ophouden.

    In de industrie wordt veel vaker gebruik gemaakt van levende organismen om bepaaldeproducten te maken, men spreekt dan van biotechnologie. Enkele voorbeelden van

    biotechnologische processen zijn:

    - het maken van wijn of bier m.b.v. gistcellen

    - het maken van kaas m.b.v. schimmels

    - het maken van yoghurt m.b.v. melkzuurbacteriën (ook wel Lactobacillen genoemd)

    Sinds 1975 heeft ook een moderne vorm van biotechnologie zijn intrede gedaan. Daarbij

    worden micro-organismen gebruikt waarvan het erfelijk materiaal (DNA) zodanig is

    aangepast (genetisch gemodificeerd) dat ze andere stoffen gaan produceren dan ze normaal

    doen. Zo zijn er gistcellen gecreëerd die glucose niet omzetten in alcohol maar in melkzuur

    en zijn er schimmels gemaakt die nieuwe soorten penicilline maken.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    11/18

     

    11

    Het belangrijkste voordeel van biotechnologie is dat de micro-organismen ingewikkelde

    reacties op een gemakkelijkere en goedkopere manier laten verlopen dan anders mogelijk

    zou zijn.

    Film-opdracht 

    Bekijk de film “Van plant tot materiaal, medicijn en motorbrandstof” (7 minuten). Deze film isgemaakt op het Kluyver Centre, afdeling biotechnologie van de Technische Universiteit Delft

    Vragen bij de film:

    1. Waarom wil de chemische industrie aardolie als grondstof vervangen door gewassen

    zoals suikerriet?

    2. Welke drie soorten micro-organismen worden genoemd?

    3. Micro-organismen zetten plantenmateriaal om in andere stoffen; waarom doen ze dat?

    4. Net zoals de industrie produceren micro-organismen ook afvalstoffen en bijproducten.

    Welke drie bijproducten worden in de film genoemd?

    5. Welke stoffen zijn de natuurlijke conserveringsmiddelen van bier en yoghurt?

    6. Noem drie materialen die door nuttige micro-organismen tegenwoordig wordengeproduceerd.

    7. In de industriële biotechnologie maakt men gebruik van hernieuwbare grondstoffen.

    Hieronder staat een lijstje met grondstoffen. Noteer alleen de hernieuwbare grondstoffen.

    aardolie bietsuiker maïs aardgas kolen rietsuiker

    8. Beschrijf wat in de Industriële Biotechnologie wordt bedoeld met “De koolstofkringloop is

    gesloten”.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    12/18

     

    12

    7 Groene chemie – effectief atoomgebruik

    Chemische fabrikanten komen onder steeds zwaardere druk te staan om hun producten zo

    duurzaam mogelijk te produceren. Ze moeten hun producten maken met zo weinig mogelijk

    afval, zo min mogelijk gebruik van giftige stoffen en zo min mogelijk gebruik van energie.

    Wanneer processen aan al deze voorwaarden voldoen spreekt men van groene chemie.

    Eén van de factoren waarop gelet wordt is dus de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt.

    Die varieert enorm per soort product. Zo leveren eenvoudige omzettingen in de aardolie-

    industrie vrijwel geen afval op. Maar de synthese van bijvoorbeeld medicijnen in de

    farmaceutische industrie is veel ingewikkelder. Om één product te maken zijn dan veel

    reactiestappen nodig. De uiteindelijke opbrengst is vaak niet meer dan 10% product, terwijl

    de andere 90% bestaat uit ongewenste bijproducten. In tabel 1 zie je hoe groot de

    verschillen tussen de verschillende soorten chemische industrie zijn (1 ton = 1000 kg).

    Industriële

    sector

    Totale hoeveelheid gewenst

    product per jaar (ton)

    Totale hoeveelheid bijproducten

    per jaar (ton)

    Olieraffinaderijen 106 - 108 ca 0.1

    Bulkchemicaliën 104 - 106

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    13/18

     

    13

    (B) Na2O + 2 HCl   2 NaCl + H2O

    massaverhouding = 2 x 23 + 16 : 2 x (1 + 35) : 2 x (23 + 35) : 2 x 1 + 16

    62 : 72 : 116 : 18

    massa gewenste stof = 116 u, massa totaal ontstane stof = 116 + 18 = 134 u

      effectief atoomgebruik = 116/134 x 100 = 86,6

    Reactie A is dus gunstiger qua atoomgebruik dan reactie B.

    Opgaven12) Bereken het effectief atoomgebruik van de productie van melkzuur via fermentatie (zie

    par. 6).

    13) Bereken het effectief atoomgebruik van de productie van melkzuur via een chemisch

    proces dat bestaat uit de volgende twee opeenvolgende reacties:

    C2H4O + HCN C3H5ON

    2 C3H5ON + H2SO4 + 4 H2O 2 C3H6O3 + N2H8SO4 

    Massa C 12 u, H 1 u, O 16 u, N 14 u, S 32 u.

    14) Leg uit welke productiewijze van melkzuur het meest het predikaat groene chemie

    verdient.

    15) Een fabrikant zal niet altijd de productiewijze kiezen met het meest effectieveatoomgebruik. Bedenk redenen waarom niet.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    14/18

     

    14

    8 Polymeren (kunststoffen)

    Tegenwoordig gebruiken we veel kunststoffen, zoals plastics en synthetische rubbers. Al

    deze stoffen bestaan uit zeer lange moleculen, zogenoemde polymeermoleculen. Polymeren

    worden meestal gemaakt uit één eenvoudige grondstof. Deze stof, het monomeer, bestaat

    uit kleine moleculen. Onder de juiste omstandigheden kunnen die met elkaar reageren,

    waarbij veel moleculen (‘poly’ = veel in het Grieks) aan elkaar gekoppeld worden tot lange

    ketens. Je kunt deze polymerisatie vergelijken met het rijgen van een ketting: elke kraal stelt

    dan een monomeermolecuul voor en de ketting stelt een polymeermolecuul voor. De naam

    van het verkregen polymeer is simpelweg de naam van het monomeer met poly ervoor. Zo

    kun je dus uit melkzuur polymelkzuur maken.

    Door te variëren met grondstoffen en reactie-omstandigheden kunnen veel verschillende

    polymeren gemaakt worden met veel verschillende eigenschappen. Zo is een scala aan

    producten mogelijk, aangepast aan de wensen van de gebruikers. Onder andere om deze

    reden zijn kunststoffen zo populair geworden.De volgende variaties in de bouw van polymeermoleculen zijn mogelijk:

    - Verschillende monomeren

    Hierdoor kunnen de soorten atomen in het product variëren, maar bijv. ook of de

    ketens zijtakken hebben of niet. Als voorbeelden zijn hier stukjes uit het midden van

    drie verschillende polymeren weergegeven:

    polyetheen - CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 -

    polypropeen - CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 -| | | | |

    CH3  CH3  CH3  CH3  CH3 

    PVC - CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 – CH2 -| | | | |

    Cl Cl Cl Cl Cl

    Ook kan men in plaats van één monomeer twee verschillende monomeren als

    grondstoffen gebruiken. Deze moleculen kunnen dan in verschillende patronen in de

    polymeerketens terecht komen, bijv. regelmatig afwisselend (ABABABAB) of in

    blokken verdeeld (AAAAAABBBBBB).

    Al deze verschillen leiden tot verschillende eigenschappen, bijv. verschillen in

    smeltpunt, stijfheid, brandbaarheid, etc.

    - Verschil in ketenlengte (= aantal monomeermoleculen per polymeerketen)

    Hoe langer moleculen zijn, des te sterker ze elkaar aantrekken. Hierdoor wordt het

    smeltpunt van het materiaal hoger en wordt de kunststof ook harder.

    Om een zachte kunststof te maken moet je dus korte ketens maken. Ook kun je hem

    mengen met kleine moleculen, die tussen de polymeerketens gaan zitten en zo de

    aantrekkingskracht verlagen. Zulke toegevoegde stoffen noemt men weekmakers.

    - Wel of geen crosslinks tussen de ketens

    Sommige monomeren kunnen niet alleen reageren tot lange ketens, maar ook tot een

    netwerkvormig polymeer, omdat er tussen de ketens dwarsverbindingen (‘crosslinks’)

    kunnen ontstaan. Zulke materialen zijn heel hard, want de ketens kunnen dan nietmeer langs elkaar bewegen. Ook kunnen deze materialen niet smelten, want de

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    15/18

     

    15

    ketens kunnen niet los komen van elkaar. Men noemt netwerkvormige polymeren

    daarom ook wel thermoharders: ze blijven hard wanneer je ze verwarmt.

    Ketenvormige polymeren zonder crosslinks worden ook wel thermoplasten 

    genoemd: ze worden zacht (plastisch = vervormbaar) wanneer je ze verwarmt.

    Fig.6. Thermoplast na verwarmen.

    Proef 4: polymeren (onder)scheiden m.b.v. dichtheidsverschillen

    Je krijgt een bekerglas met een mengsel van kleine stukjes van vier verschillende plastics,

    elk met een andere kleur: polyetheen (PE), polypropeen (PP), polystyreen (PS) en PET.De dichtheden van deze plastics zijn: PE 0,94 g/cm3, PP 0,90 g/cm3, PS 1,04 g/cm3 en PET

    1,38 g/cm3.

    Uitvoering:

    Overgiet het mengsel met een ruime hoeveelheid water en roer even.

    Noteer welke twee kleuren plastic drijven en welke twee kleuren zinken.

    Schep de drijvende stukjes plastic met een theezeefje uit de vloeistof en doe ze in een ander

    bekerglas.

    Bedenk welke plastics zich nu in welk bekerglas bevinden.

    Bedenk welke vloeistof je aan het ene bekerglas moet toevoegen om de twee overgeblevenplastics van elkaar te scheiden en welke vloeistof aan het andere.

    Voeg aan het juiste bekerglas het ethanol/watermengsel toe, aan het andere de verzadigde

    zoutoplossing.

    Noteer welke kleur de plastics hebben die nu drijven.

    Vragen bij de proef:

    a. Noteer van elk onderzocht plastic de bijbehorende kleur.

    b. Hoe groot is de dichtheid van alcohol?

    c. Wat was ongeveer de dichtheid van het water/alcohol-mengsel dat je gebruikt hebt? In

    welke verhouding waren water en alcohol blijkbaar gemengd?

    d. Wat was ongeveer de dichtheid van de zoutoplossing?

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    16/18

     

    16

    Opgaven

    16) Welke andere redenen (naast de grote variatiemogelijkheden in eigenschappen) zijn er

    te noemen als verklaring voor de populariteit van kunststoffen?

    17) Bedenk een niet in de tekst genoemde manier waarop twee verschillende monomeren in

    een polymeerketen terecht kunnen komen. Gebruik net als in de tekst de letters A en Bom de twee monomeereenheden in de keten weer te geven.

    18) Teken schematisch een ketenvormig polymeer en een netwerkvormig polymeer.

    19) Leg uit of polyetheen, polypropeen en PVC thermoplasten of thermoharders zijn.

    20) Bedenk een gebruiksvoorwerp dat gemaakt is van een thermoharder.

    21) Wanneer je polymere materialen sterk verhit, gaan ze vaak verkleuren en soms ook

    stinken. Dit gebeurt zowel bij thermoplasten als thermoharders. Welk soort proces treedt

    er dan blijkbaar op?

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    17/18

     

    17

    9 Polymelkzuur, een bioplastic

    De meeste kunststoffen hebben twee belangrijke nadelen:

    1) De monomeren worden gemaakt van aardolie

    Helaas raken de winbare voorraden aardolie steeds verder op.

    2) Ze zijn moeilijk afbreekbaar

    Zowel in natuurgebieden op het land als in oceanen hoopt zich steeds meer kunststof-

    afval op. Dit kan daar tientallen jaren blijven liggen en is schadelijk voor allerlei dieren.

    Ook wordt kunststof-afval vaak verbrand. Daar komt veel koolstofdioxide bij vrij en soms

    ontstaan er ook giftige gassen.

    Om deze problemen op te lossen wordt er de laatste jaren gezocht naar duurzame

    alternatieven, zogenaamde bioplastics. De monomeren waaruit deze plastics zijn

    opgebouwd worden gemaakt van plantaardige stoffen. Daardoor zijn bioplastics ook goed

    afbreekbaar in de natuur. Een voorbeeld van zo’n bioplastic is polymelkzuur (PMZ).

    PMZ wordt inmiddels al voor veel verschillende toepassingen gebruikt:- bekers voor frisdrank of bier

    Tijdens popfestivals en andere grote evenementen

    ontstaat door het gebruik van PMZ-bekers geen enorme

    afvalberg meer, want PMZ is in de natuur na ongeveer 50

    dagen afgebroken. Het wordt dan weer omgezet in

    melkzuur, een stof waar de natuur weinig last van heeft.

    - verpakkingsmateriaal voor groente en fruit

    Extra voordeel van PMZ is dat het luchtdoorlatend is, zodat

    de houdbaarheid van groente en fruit verlengd wordt.

    Je kunt PMZ in deze toepassing herkennen doordat er eenlogo op staat en doordat het heel erg knispert en kraakt als

     je het aanraakt. 

    - hechtdraad

    Wanneer een wond gehecht wordt met PMZ, lost dit vanzelf op in het lichaam. De

    hechtingen hoeven dus niet meer door de arts verwijderd te worden. Voordeel is ook

    dat je lichaam de stof herkent en geen afstotingsreactie zal geven. In je lichaam komt

    immers al melkzuur voor van nature.

    - kunstknie

    Nee, je krijgt niet een hele kunstknie van PMZ, want die zou na enige tijd in je

    lichaam oplossen. In de praktijk brengt men een soort schuim van PMZ in de knie dattijdelijk steun geeft, zodat er bot- of weefselgroei kan plaatsvinden. Door de gaatjes in

    het schuim kan lichaamsweefsel binnendringen, dat het schuim langzaam zal

    vervangen.

    Polymerisatie van melkzuur

    Uit melkzuur kan PMZ ontstaan doordat de zuurgroep (COOH) van het ene molecuul

    melkzuur kan reageren met de OH-groep van een ander molecuul. Hierbij wordt een

    molecuul water afgesplitst. Als veel moleculen melkzuur op deze manier met elkaar

    reageren, ontstaat vanzelf een polymeer. Op de volgende bladzijde zie je in figuur 7 hoe op

    deze manier een ketentje van 6 monomeren gevormd wordt. In PMZ gaat het om honderden

    monomeren per keten.

  • 8/19/2019 Hs5 Melkzuur

    18/18

     

    18

    Fig. 7. Polymerisatie van polymelkzuur.

    Opgaven

    22) De manier van polymeriseren van melkzuur wordt wel condensatiepolymerisatie

    genoemd. Verklaar deze term.

    23) Er zijn meer stoffen die op een vergelijkbare manier kunnen reageren als melkzuur. Leguit welke van de volgende stoffen ook polymeren kunnen vormen.

    CH3 – CH2 – OH CH3 – C = O O = C – CH – CH – C = O| | | | |OH OH OH OH OH

    alcohol azijnzuur druivenzuur

    CH2 – CH – CH2  O = C – C = O| | | | |

    OH OH OH OH OH

    glycerol oxaalzuur

    24) Is polymelkzuur een thermoplast of een thermoharder? Leg uit.

    25) Beschrijf een experiment waarmee je het antwoord op vraag 24 zou kunnen bewijzen.

    Fig. 8. Bioplastic: biologisch afbreekbaar.