high tech en innovatie special

12
High Tech & Innovatie Voorwoord De topsector High Tech Syste- men en Mate- rialen (HTSM) is een belang- rijke motor en aanjager van de Nederlandse economie. Deze kennisinten- sieve topsector produceert een breed scala aan hoogwaardige eindpro- ducten, halffabricaten, componenten en materialen. Nederlandse hightech bedrij- ven behoren in hun marktsegment tot de wereldtop en onderscheiden zich door hun technologische excellentie. Deze producten worden geëxporteerd over de hele wereld en bieden sleuteloplossingen voor de huidige grote maatschappelijke uitdagingen. Denk aan uitdagingen op het gebied van mobi- liteit (verbeteren van verkeersveiligheid), gezondheid (intelligente zorgsystemen), duurzaamheid (zuinige auto’s en trucks) en alternatieve energiebronnen (zonnecellen en elektrisch rijden). Nederland is hierin toonaangevend, zo ook in het noorden van ons land, waar veel pareltjes te vinden zijn. Denk aan Philips Drachten, GEA Pro- cess Engineering en Neways Electronics, waarvan in deze special mooie voorbeelden te vinden zijn. Voor hightech bedrijven is innovatie essentieel. De topsector neemt bijna de helft van de totale private R&D-uit- gaven van ons land voor zijn rekening. Om onderscheidend te blijven moet meer geïn- vesteerd worden in publiek en privaat on- derzoek. De topsector promoot dus ook dat bedrijven en kennisinstellingen nog meer met elkaar samenwerken. De unieke kracht van deze samenwerking tussen grote be- drijven, mkb en kennisinstellingen bepaalt de internationale concurrentiekracht van HTSM in Nederland. De bedrijven hebben de ambitie om de exportwaarde ruimschoots te verdubbelen, naar een bedrag van 77 miljard euro in 2020. Onder het label ‘Holland High Tech – High Tech Solutions for Global Chal- lenges’ werken we collectief aan het berei- ken van deze gezamenlijke doelstellingen. Amandus Lundqvist Voorzitter topsector High Tech Systemen en Materialen www.hollandhightech.nl special “Het bruist bij LIMIS” LIMIS groeit uit tot een belangrijk medisch inno- vatie- & kenniscentrum. Directeur Hessel Bouma: “Vanuit een behoefte ontwikkelen wij betekenis- volle medische innovaties.” LIMIS begon ruim tien jaar geleden met het trainen van chirurgen voor laparoscopische colon-ingrepen. Dit zijn operaties in de buik. Voorheen werden dergelijke operaties via een grote snee in de buik gedaan. Tegenwoordig gaat dit minder rigoureus: er worden vier kleine sneetjes in de buik gemaakt. In één snee gaat een buis met licht, in een andere snee een camera en in de overige sneetjes de instrumen- ten waarmee de operatie wordt verricht. Via camerabeelden ziet de chirurg precies wat hij doet. Hessel Bouma: “We bieden ook al enkele jaren trainingen aan operatieassistenten. Ook deze trainingen scoren erg hoog: gemiddeld 8,4.” Sinds een jaar of vier zet LIMIS eveneens hoog in op het gebied van innovatie. Als onafhan- kelijke instelling ontwikkelt het verschillende producten en diensten. Zo is LIMIS bezig met onderzoek naar de mogelijkheden voor een scanner die gaatjes in een darm na een hech- ting kan detecteren. Er is na een darmoperatie altijd kans dat de hechting gaat lekken, het- geen een wereldwijd probleem is. Het probleem is dat de gaatjes te klein zijn voor het oog en het lekken meestal enkele dagen na de operatie gebeurt. De scanner die LIMIS wil ontwikke- len, inspecteert de darm gelijk na de operatie, voordat de buik wordt dichtgemaakt. Ook buiten de operatiekamer wil LIMIS bijdra- gen aan de gezondheid. Over enkele maanden lanceert het instituut een slimme website die mensen met overgewicht helpt om hun gedrag te veranderen en hun gewicht blijvend omlaag te brengen. In dit programma is alle relevante kennis ingevoerd die bewegingsexperts, diëtis- ten en psychologen hebben met betrekking tot dit probleem. ,,Mensen kunnen zich thuis aanmelden op deze site. Na het invoeren van hun gegevens krijgen ze persoonlijk advies over hoe ze hun leefstijl kunnen aanpassen en tot een gezond gewicht kunnen komen. Het is dus een heel slimme applicatie.” De website maakt het bovendien mogelijk om met andere mensen in contact te komen die ook proberen hun gewicht naar een gezond niveau te brengen. De virtuele operatiekamer (OK) is ook een innovatie van LIMIS. Dit is een online trai- ningstool voor OK-assistenten en wordt in samenwerking met Grendel Games ontwikkelt. OK-assistenten leren om te gaan met inge- wikkelde OK-apparatuur en in te spelen op reële situaties. Dit draagt bij aan een veilige OK-omgeving. Voor al haar innovaties werkt LIMIS samen met een forse groep partners, waaronder MCL, NHL, Universiteit Twente, Grendel Games, De Friesland Zorgverzekeraar, Provincie Fryslân, Gemeente Leeuwarden, Olympus, Coolminds en bedrijven uit het MKB. ,,Een deel van onze medewerkers komt uit het bedrijfsleven”, ver- telt Bouma, die zelf jaren werkzaam is geweest bij Philips. ,,Wij zitten sterk aan de business development-kant. De opbrengsten van onze producten gebruiken we weer om te investeren in andere innovaties. Binnen LIMIS werken we met een heel creatieve en enthousiaste ploeg mensen. En dat merk je goed: het bruist hier enorm!” www.limis.org Door Martine van der Linden Smokkelaars kansloos dankzij bodyscanner ODSecurity Smokkelaars hebben geen schijn van kans wan- neer ze gescand worden door een bodyscanner van ODSecurity. Verdachte objecten in of op het lichaam brengt de scanner duidelijk in beeld. Het Leeuwarder bedrijf is marktleider op het gebied van bodyscanners en vernieuwt continu om deze positie vast te houden. ODSecurity in Leeuwarden is één van de vier bedrijven in de wereld die zich heeft toege- legd op het maken van bodyscanners. Jan Steven van Wingerden staat aan het roer van het bedrijf dat tien jaar geleden een vliegende start maakte. “In Nederland hadden we toen het probleem van bolletjesslikkers, maar in Engeland was dat probleem nog vele malen groter. In 2005 hebben we de eerste machine op Heathrow geïnstalleerd en daarna op andere vliegvelden in de UK. Dat heeft het probleem daar verholpen.” Inmiddels levert ODSecurity aan douanes in Azië, Latijns-Amerika, Europa, het Mid- den-Oosten en Australië. In januari heeft ODSecurity een verkoopkantoor in de USA geopend. Daarnaast blijkt het systeem zeer bruikbaar in gevangenissen. “Onze nieuwste bodyscanners hebben de mogelijkheid om te scannen én te screenen. Het verschil zit hem in de dosis röntgen: die ligt bij scannen wat hoger dan bij screenen. Screenen is daarmee erg ge- schikt voor gevangenissen, waar vaak dezelfde mensen door de scanner moeten.” Het systeem is letterlijk met één druk op de knop te bedienen. Tien seconden later ver- schijnt de scan in het scherm. “We voeren het systeem in allerlei talen uit om het gebruik nog eenvoudiger te maken. Daar- naast is ons nieuwste systeem compac- ter dan zijn twee voorgangers.” De toekomst van de bodyscanner is florissant volgens Van Wingerden: “Wereldwijd zijn nu driehonderd bodyscanners geïnstalleerd, waarvan ongeveer honderd door ons. De komende jaren zal het aantal geïnstalleerde systemen groeien naar 6000 apparaten. Wij willen hier een groot aandeel in hebben. Om dit voor elkaar te krijgen zullen we altijd blijven vernieuwen.” Virtuele operatiekamer met virtuele hand Virtuele operatiekamer als online trainingstool

Upload: specials-leeuwarder-courant-dagblad-van-het-noorden

Post on 26-Jan-2016

227 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Leeuwarder Courant

TRANSCRIPT

Page 1: High Tech en Innovatie Special

High Tech & InnovatieVoorwoord

De topsector

High Tech Syste-

men en Mate-

rialen (HTSM)

is een belang-

rijke motor en

aanjager van

de Nederlandse

economie. Deze

kennisinten-

sieve topsector

produceert een

breed scala aan hoogwaardige eindpro-

ducten, halffabricaten, componenten en

materialen. Nederlandse hightech bedrij-

ven behoren in hun marktsegment tot de

wereldtop en onderscheiden zich door hun

technologische excellentie. Deze producten

worden geëxporteerd over de hele wereld en

bieden sleuteloplossingen voor de huidige

grote maatschappelijke uitdagingen. Denk

aan uitdagingen op het gebied van mobi-

liteit (verbeteren van verkeersveiligheid),

gezondheid (intelligente zorgsystemen),

duurzaamheid (zuinige auto’s en trucks) en

alternatieve energiebronnen (zonnecellen

en elektrisch rijden). Nederland is hierin

toonaangevend, zo ook in het noorden van

ons land, waar veel pareltjes te vinden zijn.

Denk aan Philips Drachten, GEA Pro-

cess Engineering en Neways Electronics,

waarvan in deze special mooie voorbeelden

te vinden zijn. Voor hightech bedrijven is

innovatie essentieel. De topsector neemt

bijna de helft van de totale private R&D-uit-

gaven van ons land voor zijn rekening. Om

onderscheidend te blijven moet meer geïn-

vesteerd worden in publiek en privaat on-

derzoek. De topsector promoot dus ook dat

bedrijven en kennisinstellingen nog meer

met elkaar samenwerken. De unieke kracht

van deze samenwerking tussen grote be-

drijven, mkb en kennisinstellingen bepaalt

de internationale concurrentiekracht van

HTSM in Nederland. De bedrijven hebben de

ambitie om de exportwaarde ruimschoots te

verdubbelen, naar een bedrag van 77 miljard

euro in 2020. Onder het label ‘Holland High

Tech – High Tech Solutions for Global Chal-

lenges’ werken we collectief aan het berei-

ken van deze gezamenlijke doelstellingen.

Amandus Lundqvist

Voorzitter topsector High Tech Systemen

en Materialen

www.hollandhightech.nl

s p e c i a l

“Het bruist bij LIMIS” LIMIS groeit uit tot een belangrijk medisch inno-vatie- & kenniscentrum. Directeur Hessel Bouma: “Vanuit een behoefte ontwikkelen wij betekenis-volle medische innovaties.”

LIMIS begon ruim tien jaar geleden met het

trainen van chirurgen voor laparoscopische

colon-ingrepen. Dit zijn operaties in de buik.

Voorheen werden dergelijke operaties via een

grote snee in de buik gedaan. Tegenwoordig

gaat dit minder rigoureus: er worden vier

kleine sneetjes in de buik gemaakt. In één snee

gaat een buis met licht, in een andere snee een

camera en in de overige sneetjes de instrumen-

ten waarmee de operatie wordt verricht. Via

camerabeelden ziet de chirurg precies wat hij

doet. Hessel Bouma: “We bieden ook al enkele

jaren trainingen aan operatieassistenten. Ook

deze trainingen scoren erg hoog: gemiddeld

8,4.”

Sinds een jaar of vier zet LIMIS eveneens hoog

in op het gebied van innovatie. Als onafhan-

kelijke instelling ontwikkelt het verschillende

producten en diensten. Zo is LIMIS bezig met

onderzoek naar de mogelijkheden voor een

scanner die gaatjes in een darm na een hech-

ting kan detecteren. Er is na een darmoperatie

altijd kans dat de hechting gaat lekken, het-

geen een wereldwijd probleem is. Het probleem

is dat de gaatjes te klein zijn voor het oog en

het lekken meestal enkele dagen na de operatie

gebeurt. De scanner die LIMIS wil ontwikke-

len, inspecteert de darm gelijk na de operatie,

voordat de buik wordt dichtgemaakt.

Ook buiten de operatiekamer wil LIMIS bijdra-

gen aan de gezondheid. Over enkele maanden

lanceert het instituut een slimme website die

mensen met overgewicht helpt om hun gedrag

te veranderen en hun gewicht blijvend omlaag

te brengen. In dit programma is alle relevante

kennis ingevoerd die bewegingsexperts, diëtis-

ten en psychologen hebben met betrekking tot

dit probleem.

,,Mensen kunnen zich thuis aanmelden op deze

site. Na het invoeren van hun gegevens krijgen

ze persoonlijk advies over hoe ze hun leefstijl

kunnen aanpassen en tot een gezond gewicht

kunnen komen. Het is dus een heel slimme

applicatie.” De website maakt het bovendien

mogelijk om met andere mensen in contact te

komen die ook proberen hun gewicht naar een

gezond niveau te brengen.

De virtuele operatiekamer (OK) is ook een

innovatie van LIMIS. Dit is een online trai-

ningstool voor OK-assistenten en wordt in

samenwerking met Grendel Games ontwikkelt.

OK-assistenten leren om te gaan met inge-

wikkelde OK-apparatuur en in te spelen op

reële situaties. Dit draagt bij aan een veilige

OK-omgeving.

Voor al haar innovaties werkt LIMIS samen

met een forse groep partners, waaronder MCL,

NHL, Universiteit Twente, Grendel Games, De

Friesland Zorgverzekeraar, Provincie Fryslân,

Gemeente Leeuwarden, Olympus, Coolminds

en bedrijven uit het MKB. ,,Een deel van onze

medewerkers komt uit het bedrijfsleven”, ver-

telt Bouma, die zelf jaren werkzaam is geweest

bij Philips. ,,Wij zitten sterk aan de business

development-kant. De opbrengsten van onze

producten gebruiken we weer om te investeren

in andere innovaties. Binnen LIMIS werken we

met een heel creatieve en enthousiaste ploeg

mensen. En dat merk je goed: het bruist hier

enorm!”

www.limis.org

Door Martine van der Linden

Smokkelaars kansloos dankzij bodyscanner ODSecuritySmokkelaars hebben geen schijn van kans wan-neer ze gescand worden door een bodyscanner van ODSecurity. Verdachte objecten in of op het lichaam brengt de scanner duidelijk in beeld. Het Leeuwarder bedrijf is marktleider op het gebied van bodyscanners en vernieuwt continu om deze positie vast te houden.

ODSecurity in Leeuwarden is één van de vier

bedrijven in de wereld die zich heeft toege-

legd op het maken van bodyscanners. Jan

Steven van Wingerden staat aan het roer van

het bedrijf dat tien jaar geleden een vliegende

start maakte. “In Nederland hadden we toen

het probleem van bolletjesslikkers, maar in

Engeland was dat probleem nog vele malen

groter. In 2005 hebben we de eerste machine

op Heathrow geïnstalleerd en daarna op andere

vliegvelden in de UK. Dat heeft het probleem

daar verholpen.”

Inmiddels levert ODSecurity aan douanes

in Azië, Latijns-Amerika, Europa, het Mid-

den-Oosten en Australië. In januari heeft

ODSecurity een verkoopkantoor in de USA

geopend. Daarnaast blijkt het systeem zeer

bruikbaar in gevangenissen. “Onze nieuwste

bodyscanners hebben de mogelijkheid om te

scannen én te screenen. Het verschil zit hem in

de dosis röntgen: die ligt bij scannen wat hoger

dan bij screenen. Screenen is daarmee erg ge-

schikt voor gevangenissen, waar vaak dezelfde

mensen door de scanner moeten.”

Het systeem is letterlijk met één druk op de

knop te bedienen. Tien seconden later ver-

schijnt de scan in het scherm. “We voeren

het systeem in allerlei talen uit om het

gebruik nog eenvoudiger te maken. Daar-

naast is ons nieuwste systeem compac-

ter dan zijn twee voorgangers.”

De toekomst van de bodyscanner is

florissant volgens Van Wingerden:

“Wereldwijd zijn nu driehonderd

bodyscanners geïnstalleerd, waarvan

ongeveer honderd door ons. De

komende jaren zal het aantal

geïnstalleerde systemen groeien

naar 6000 apparaten. Wij willen

hier een groot aandeel in hebben.

Om dit voor elkaar te krijgen zullen we altijd

blijven vernieuwen.”

Virtuele operatiekamer met virtuele hand

Virtuele operatiekamer als online trainingstool

Page 2: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Arnold + SiedsmaVerdubbeling octrooiaanvragen in het NoordenTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

In 2012 is het aantal Nederlandse octrooiaanvragen in het Noorden verdubbeld ten opzichte van 2007. Meer bedrijven zien de waarde van octrooien in en hoe deze strategisch in te zetten. Met de juiste bescherming kan je je idee in alle vrijheid tot een commercieel succes maken.

Octrooi en merkenbureau Arnold + Siedsma

ziet in het Noorden veel innovatieve

bedrijven die zich sterk weten te onder-

scheiden en het economisch gezien

goed doen. Dr. Ir. Gerwald Verdijck,

octrooigemachtigde bij Arnold + Siedsma

in Leeuwarden vertelt: ‘In het Noorden

worden we veelvuldig ingeschakeld door

sectoren waar veel innovatie en research

and development (R&D) plaatsvindt. Dat zijn

onder meer de machine- en apparatenbouw,

agrobusiness, water- en sensortechnologie.

Opvallend ook is de groeiende onderlinge

samenwerking tussen deze sectoren.’

Strategisch meedenken

Arnold + Siedsma bestaat 95 jaar in 2015 en

telt kantoren in Nederland, Zwitserland,

Duitsland en België. Verdijck vertelt:

‘We zijn inzetbaar in alle branches. In totaal

tellen we zo’n 100 medewerkers, waarvan

7 werkzaam zijn vanuit Leeuwarden. We zijn

gespecialiseerd in de juridische bescherming

van intellectuele eigendomsrechten. Van het

vastleggen van octrooien (ook wel patenten

genoemd) tot en met de registratie en

bescherming van merken, modellen en

andere intellectuele eigendomsrechten.

Bijzonder aan ons kantoor is dat we dicht bij

onze klanten zitten en daarnaast ook

internationaal gevestigd zijn en samen-

werken met bureaus wereldwijd. Daardoor

kunnen we in ieder land de intellectuele

eigendomsrechten voor klanten bescher-

men.’

‘Door te investeren en innoveren kun je je als

bedrijf onderscheiden en voorsprong nemen

in de markt. Het ondernemersklimaat wordt

harder, er wordt sneller geprocedeerd en

klanten maken bewustere afwegingen ten

aanzien van investeringen en aan te boren

markten. Gezien deze marktontwikkelingen

vragen klanten ons steeds vaker om stra-

tegisch mee te denken. Dat helpt de on-

dernemer goede keuzes te maken inzake de

bescherming van ideeën, alsmede inzake een

goede kosten-batenafweging. We zijn steeds

dichterbij de klant komen te zitten.’

Europees octrooi

Collega octrooigemachtigde ir. Pim Lubber-

dink haakt hierop in: ‘Het belang van ons

werk komt bijvoorbeeld naar voren wanneer

je een samenwerking aangaat. Een helder oc-

trooi voorkomt dat de samenwerkingspartner

er met het idee vandoor kan gaan. Ook kan

de monopoliepositie die ontstaat door een

octrooi de waarde van de vinding voor een te

zoeken samenwerkingspartner vergroten.

En dan zijn er nog de voorbeelden waarbij je

als ondernemer geconfronteerd kan worden

met een octrooi van een concurrent en je

een licentie wilt nemen, zodat je je idee of

vinding toch verder kunt ontwikkelen. Wij

beantwoorden vragen als: ‘hoe sterk is de

octrooipositie van de concurrent’ en beoor-

delen het licentiecontract. Met deze gegevens

kunnen wij bijvoorbeeld vaak een vele malen

lagere licentievergoeding bedingen.’

Actueel zijn de ontwikkelingen rondom de in-

voering van een systeem van Europese octrooi-

en per 1 april 2014. Verdijck en Lubberdink:

‘Nu moeten octrooien nog per land worden

aangevraagd, vanaf dan geldt een octrooi voor

de hele Europese Unie. Het klinkt eenvoudiger,

maar is dat in de praktijk niet. Strategie en ad-

visering worden dan nog belangrijker. Wij ge-

ven hierover lezingen, bijvoorbeeld tijdens het

afgelopen Benelux IP Congres op 26 april 2013.

Ons advies: Laat je goed informeren, want met

de juiste bescherming kan je je idee in alle vrij-

heid tot een commercieel succes maken.’

www.arnoldsiedsma.nl

TÜV Rheinland Nederland is onderdeel van

de TÜV NORD Group, een wereldwijd ope-

rerend netwerk met 500 locatie’s in ruim 61

landen, met ruim 17.000 deskundige mede-

werkers. Begin 2012 opende TÜV Rheinland

Nederland in Leek een nieuw testlaborato-

rium, dat gespecialiseerd is in het testen en

de certificeren van elektrische, elektroni-

sche en telecommunicatie producten.

TÜV Rheinland: Best in tests

Je komt het TÜV Rheinland keurmerk tegen op bloeddrukmeters, detectiesystemen, transformers en zonnepanelen, maar ook op haardrogers, tegelsnijders, koffiemachines, liften, auto’s en mega-grote to-renkranen. Wereldwijd dragen meer dan 110.000 verschillende producten het TÜV Rheinland keurmerk en het wordt door producenten dan ook als het ‘meest gewilde’ certificaat beschouwd.

TÜV Rheinland Nederland (Electronic Products

and Services/EPS), gevestigd in Leek, is een

onafhankelijk en internationaal erkend geac-

crediteerd testlaboratorium dat zich toelegt op

het onafhankelijk beoordelen van bedrijven,

processen, en bedrijfsmiddelen. De beoorde-

lingen lopen uiteen van kwaliteitsmanagement

en veiligheid tot actuele onderwerpen, als

duurzaamheid, het milieu en maatschappelijk

verantwoord ondernemen.

Participeren

Patrick Booman, account manager TÜV Rhein-

land Leek: “Wij adviseren een ondernemer om

TÜV Rheinland al in een vroeg stadium bij de

ontwikkeling van een product te betrekken.

Het gevoel van een researcher zegt vaak dat

het nieuwe ontwerp een succes kan worden,

maar het is jammer als de wettelijk gestelde

technische eisen waaraan het product moet

voldoen niet of onvoldoende in het concept

zijn meegenomen. Hoe eerder we participe-

ren in het ontwerp, hoe beter. We kunnen het

prototype dan testen, wat altijd beter is dan

wanneer de productie al is gestart. Met het

keurmerk van TÜV Rheinland weet de op-

drachtgever zeker dat het product voldoet aan

de gestelde eisen.”

Productwildernis

Veel producten lijken op elkaar en vaak weet de

eindconsument niet welke hij moet kiezen. Wie

kan als leek in een apparaat kijken om de kwa-

liteit ervan te bepalen? “Het TÜV Rheinland

keurmerk biedt consumenten een betrouwbare

richtlijn in de wereldwijde ‘productwildernis’.

Het geeft ze de garantie dat het product met

betrekking tot kwaliteit, milieu, veiligheid en

duurzaamheid uitvoerig is getest.”

TÜV Rheinland Nederland B.V

Electronic Products and Services (EPS)

Eiberkamp 10, Leek

(088) 888 7 888

www.tuv.com/nl

Page 3: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Innovatiecluster,‘Parel die het Noorden op de kaart zet’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

Het Innovatiecluster Drachten bestaat uit acht High Tech - voornamelijk - Drachtster-bedrij-ven: BD Kiestra, Irmato, Neopost Technologies, Norma-IMS, Philips, SMST, Variass en sinds juni 2013 WhisperPower. Gezamenlijk tellen zij ruim 2700 medewerkers -van wie zo’n 860 product-ontwikkelaars. Zij investeren jaarlijks meer dan 100 miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling en bieden veel groei- en carrièremogelijkheden.

Ties Zweers is Wethouder Economische

Zaken in Drachten/Smallingerland en onder

andere voorzitter van het Innovatiecluster.

Zweers vertelt: ‘Van de Noordelijke private

R&D investeringen vindt 40% plaats in en

vanuit Drachten. Er wordt hier enorm inno-

vatief gewerkt op hoog niveau. Dat biedt veel

groei- en carrière kansen.’

Vliegwiel voor Noord-Nederland

‘Binnen de drie Noordelijke provincies wordt

jaarlijks zo’n 300 miljoen euro gespendeerd

aan research en development (R&D). Daar-

van vindt 100 miljoen euro plaats binnen het

Innovatiecluster in onze gemeente’, aldus

Zweers. ‘De werkgelegenheid in het Noorden

is hier enorm mee gebaat. Het cluster verte-

genwoordigt zo’n 10% van de arbeidsplaat-

sen in de gemeente. De bedrijven binnen

het cluster leveren zeer diverse high tech

oplossingen. Door te innoveren en efficiënter

te produceren kun je de concurrentie met

lage lonen landen aangaan. Zo kan Philips op

basis van innovatieve ontwikkelingen con-

currerend produceren in Drachten.’

‘Als gemeente vervullen we een belangrij-

ke rol inzake de PR rondom het cluster en

participeren we indien nodig in bepaalde

projecten, zoals de recent gehouden Uitvin-

derswedstrijd. Tot 2020 ondersteunen we

de ontwikkeling van het cluster met zo’n 8

miljoen euro, de Provincie Fryslân partici-

peert met hetzelfde bedrag en de betrokken

bedrijven investeren 16 miljoen euro. Bedoe-

ling van het cluster is dat er relaties worden

gezocht met andere innovatieve bedrijven en

ontwikkelingen in het Noorden. We willen

in Drachten de as en het vliegwiel vormen

voor bedrijven in Noord-Nederland. Daarbij

zoeken we aansluiting met het onderwijs van

mbo tot en met universitair niveau en hopen

we zelfs op het ontstaan van een campus. Dit

alles is ook onderdeel van de recent versche-

nen Samenwerkingsagenda van Provincie en

Gemeente.’

Boeien en binden

Piet Fellinger van het deelnemende bedrijf

Neopost vertelt: ‘Aan het Innovatiecluster

nemen bedrijven deel die elkaar niet be-

concurreren en die allemaal bezig zijn op

heel verschillende high-tech vlakken. Van

systemen voor microbiologische laborato-

ria tot hoogwaardige metaalbewerkingen,

elektrische systeemoplossingen, geavan-

ceerde post- en pakketverwerking en meer.

Samenwerken en kennis delen vraagt om

een sfeer van vertrouwen. Daar moet je aan

werken en bouwen. Onze R&D afdelingen

zitten regelmatig om tafel en huren en lenen

elkaars personeel. We worden professioneel

ondersteund door bureau Berenschot om de

samenwerking vorm te geven en we hebben

een intern ontwikkelprogramma. Eén van

onze hoofdthema’s voor de eerste 2 jaar is:

boeien en binden.’

Een groot behaald succes is de in juni van

dit jaar georganiseerde Uitvinderswedstrijd.

Hiervoor waren alle HBO onderwijsinstel-

lingen in Noord-Nederland uitgenodigd. De

opdracht luidde: ‘Presenteer een technische

en vermarktbare uitvinding die een bijdrage

vormt aan het langer zelfredzaam zijn van

oudere en minder valide mensen’. Contact-

persoon voor de wedstrijd Wim Venema van

Irmato vertelt: ‘De uitwerkingen zijn tijdens

een groots event gepresenteerd in de Lawei

in Drachten met als dagvoorziter Ruben van

der Meer van De Lama’s en een professio-

nele jury. Het was grandioos en het leverde

heel goed toepasbare vindingen op. Van een

‘bed-opmaak hulptool’ tot en met een sys-

teem dat trillingen bij Parkinson patiënten

vermindert. De wedstrijd heeft een geweldig

enthousiasme bij het HBO in Noord-Ne-

derland los gemaakt. Enkele deelnemers

hebben begeleiding van ons gevraagd voor

verdere ontwikkeling. Ons doel is jongeren te

boeien voor techniek en hen behouden voor

het Noorden. Door de wedstrijd jaarlijks te

organiseren en de samenwerking met onder-

wijsinstellingen te intensiveren, blijven we

in nauw contact met het onderwijs en zien

jongeren welke mogelijkheden en vele car-

rièrekansen onze bedrijven bieden. Tevens

geven we gastcolleges en bieden stageplaat-

sen. Dat alles past binnen onze doelstelling

boeien en binden.’

Innovatiehuis

Piet Fellinger: ‘Doordat we als cluster

middels ondernemerschap en innovatie aan

de weg timmeren worden we al benaderd

door bedrijven die hier een vestiging willen

openen om dichterbij het cluster te zitten.

Hoewel toetreden tot het cluster op dit

moment nog niet direct eenvoudig is, zijn we

geen exclusieve club. We willen de huidige

samenwerking eerst verstevigen en zorgen

dat de pijlers staan voordat we verder uit-

breiden qua deelnemers. We spreken nu met

de Ondernemersvereniging Drachten over

een centrale plaats waar de deelnemende be-

drijven zich presenteren. Een innovatiehuis

waar zichtbaar is wat R&D teweegbrengt en

wat hier geproduceerd wordt, en dat tevens

een educatieve functie heeft. Ook starters-

begeleiding is onderwerp van gesprek. In

onze regio alleen al bevinden zich zo’n 2500

bedrijven die allemaal iets aan innovatie

doen. Het innovatiehuis wil zittende bedrij-

ven helpen meer te innoveren en ondersteu-

ning bieden hoe je dat aanpakt. We zijn in

een verkennende fase. Bureau Berenschot

verricht in deze onderzoek voor ons.’

‘De inzet van betrokkenen is geweldig’, ver-

telt Fellinger enthousiast. ‘De R&D investe-

ring van 100 miljoen euro per jaar binnen de

bedrijven in het cluster wordt helemaal uit

eigen producten gegenereerd. Het cluster is

er door en voor de bedrijven en wordt gerund

door mensen met drukke banen. De inzet van

en waardering door gemeente en provincie

is geweldig. Zij vormen een heel belangrij-

ke pijler op het gebied van communicatie

en PR. In oktober lanceren we onze website

www.icdrachten.nl waar onze bedrijvigheid

zichtbaar wordt, we ontwikkelen stageplaat-

sen, maken vacatures zichtbaar en gaan

social media inzetten. Ook is het thema van

de Uitvinderswedstrijd voor volgend jaar

bepaald: het maken van een gadget om stress

te verminderen. Kortom, allemaal ontwikke-

lingen waarin ons thema boeien en binden in

optima forma naar voren komt. Het Innova-

tiecluster is een parel die het Noorden nog

beter op de kaart gaat zetten.’

Ties Zweers

Page 4: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Astron: living lab voor ondernemend Noord-NederlandWie weet dat diep verscholen in de bossen van Drenthe nabij Dwingeloo al decennialang een kennisin-stituut zit -dat zelfs haar roots heeft liggen in diezelfde bossen- en op het gebied van radioastronomie eveneens al decennialang tot de top drie van de wereld behoort? Marco de Vos, managing director van Astron, over living lab, Lofar en technostarters.

Astron Netherlands Institute for Radio Astro-

nomy is het Nederlands instituut voor radioas-

tronomie, een organisatie die zich bezighoudt

met onderzoek en ontwikkeling op astrono-

misch gebied. Astron consenteert zich spe-

cifiek op de ontwikkeling van instrumentatie

en faciliteiten voor de radioastronomie en het

bouwen van de infrastructuur daarvoor. Het is

een internationaal gericht kennisinstituut en

heeft nauwe contacten met het bedrijfsleven.

“Die samenwerking met het bedrijfsleven is

er vanaf het begin van Astron -eerder opere-

rend onder een andere naam- altijd geweest”,

vertelt Marco de Vos. “Een samenwerking met

marktpartijen in binnen- en buitenland, maar

ook en juist met het MKB in Noord-Nederland.

Het Noorden kent namelijk traditioneel een

grote maakindustrie. Alle technologieën die bij

Astron worden ontwikkeld kennen een spin-

out naar het bedrijfsleven. Astron fungeert

daarbij als een living lab, een proeftuin van

nieuwe technologieën die nieuwe mogelijkhe-

den biedt voor het MKB. In het actief benaderen

van dat MKB worden we steeds beter, met als

resultaat dat het mes aan beide kanten snijdt:

wij leren wat massaproductie is, terwijl het

bedrijfsleven leert van onze kennisinnovatie.”

Zo heeft het recent gerealiseerde Lofar-project

een positieve impuls gegeven aan het Noorde-

lijke bedrijfsleven. Lofar is een radiotelescoop

die werkt met de laagste frequenties die vanaf

de aarde kunnen worden waargenomen. De te-

lescoop is het vervolg op de telescoop bij Wes-

terbork en bestaat uit een netwerk van veertig

stations, geconcentreerd in het Noord-Oosten

van Nederland, uitgebreid met acht stations

in Duitsland, Frankrijk, Zweden en Engeland.

“Al vanaf de ontwerpfase van Lofar hebben

we de stakeholders bij het project betrokken.

Behalve het generen van werk voor bestaande

bedrijven, is Lofar daarnaast een living lab

geweest voor zogenaamde technostarters. Ze

doen werkervaring op, vinden aansluiting bij

een netwerk en last but not least staat Astron

als referentie ook nog eens heel goed in je

curriculum vitae!”

www.astron.nl

Annual report2012

'Ik vind het fascinerend om dingen te laten reageren op de omgeving'

De passie voor techniek is hem niet met de

paplepel ingegoten, maar zat er al van nature

in bij Maarten. “Knex, Meccano, bouwdo-

zen met van die 4,5 volt batterijen: ik heb

het allemaal gehad. Na de basisschool en het

Vmbo heb ik in het Mbo de Elektronica met ICT

opleiding gedaan. Mijn eerste stappen richting

de kennis van de ‘kleine’ elektronica en de

software die deze elektronica aanstuurt, zijn

hier gezet. ”

Maarten sloot zijn Mbo-opleiding met goed

gevolg af en had zich inmiddels aangemeld

voor de tweede lichting studenten Advanced

Sensor Applications aan het Hanze Institute of

Technology, studiejaar 2009-2010. “Die oplei-

ding bestond nog maar net, maar sloot perfect

aan op mijn passie voor sensoren. Ik vind het

fascinerend om dingen te laten reageren op

de omgeving. Juist die brede mix van soft- en

hardware in de opleiding sprak mij aan. De

sensor als hardware met de slimheid van de

software. De opleiding omvat een aantal vaste

vakken die je moet volgen om echt goed te

begrijpen wat de sensor waarneemt. Daarnaast

is het programma sterk gericht op projectwerk.

In die laatste heb je een grote keuzevrijheid,

wat je de mogelijkheid biedt om jezelf te profi-

leren met je sterkste kwaliteiten.”

Een mogelijkheid die Maarten ten volle heeft

benut. “De weg die ik naar het Hbo ben gegaan

is niet de meest gebruikelijke. Vooral de aan-

sluiting van Mbo op Hbo is haast een brug te

ver. In het eerste jaar op het HIT wordt uitge-

gaan van een specifieke voorkennis, gebaseerd

op het gegeven dat de meeste studenten van

Havo of Vwo komen. En dus onder andere

wiskunde op dat niveau hebben gehad. Dat had

ik niet en de eerste maanden heb ik studiewe-

ken gedraaid van vaak wel meer dan vijftig uur.

Mede dankzij de kleinschaligheid van het HIT

en het gemotiveerde docententeam is het mij

gelukt de vereiste basiskennis op te vijzelen.

Het resultaat was er naar: aan het einde van

het eerste jaar had ik als een van de weinige

eerstejaars mijn propedeuse op zak.”

Maarten deed zijn afstudeerproject bij Philips

in Drachten waarvoor hij een lichtsensor ont-

wikkelde. “Veel meer mag ik er niet over ver-

tellen. Bedrijfsgeheim. Jammer genoeg helpt

zo'n afstudeerproject je in deze economisch

moeilijke tijden niet altijd meer om een voet

tussen de deur van het bedrijf te krijgen. Ik heb

nu wel een concrete sollicitatie lopen bij een

bedrijf dat hard- en software ontwikkelt. Pre-

cies wat ik wil. Het is business to business en ik

ben bij het hele ontwikkelingsproces, van voor

naar achter, betrokken. De relatief lange weg

die ik ben gegaan en de diversiteit in techniek

die ik mij onderweg heb eigen gemaakt, maakt

dat ik op een hoog niveau breed inzetbaar ben.

Sensortechnologie is een groeiende markt met

veel potentie. Je ziet het overal terugkomen.

Nu alleen die baan nog...”

hanze.nl/asa

Ten tijde van het interview had hij twee sollicitaties lopen waarvan -met een aan zekerheid grenzend vertrouwen- er uiteindelijk één hem de baan gaat opleveren die hij ambieert. Voor Maarten Oostra (25) een voorlopig sluitstuk van een weg die ooit begon met Knex en Meccano en een nieuw begin na een succesvol afgeronde studie aan het Hanze Institute of Technology (HIT) in Assen.

Hanze Institute of Technology

Het HIT maakt deel uit van Hanzehoge-

school Groningen is een internationale

bachelor (HBO) opleiding op het gebied

van Advanced Sensor Applications.

Deze Honours Bachelor is een bijzonde-

re Elektrotechniek-opleiding, met een

specialisatie in sensortechniek. Studenten

zijn afkomstig uit de hele wereld en lopen

stage bij onder andere Philips, Astron,

Nam, Asml, Umcg, Port of Amsterdam en

Holst Centre.

Page 5: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Ontwikkeling richting kenniseconomieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

Noord-Nederland is er de afgelopen jaren in geslaagd sterke clusters te ontwikkelen op het gebied van haar vijf economische speerpunten: energie, watertechnologie, sensortechnologie, agribusiness en ‘healthy ageing’. Ook op het gebied van high tech gaan de ontwikkelingen snel en is er een tendens richting een kenniseconomie.

Henk Deinum, Wethouder Economische Zaken

in Leeuwarden, ziet een tendens dat bedrijven en

kennisinstellingen steeds verder samenwerken

om nieuwe innovaties te ontwikkelen. ‘Ook op

het gebied van high tech timmeren we goed aan

de weg. Eerst al de Wateralliantie, nu volgen

de Dairy Chain en Innovatiecluster Drachten.

Mooie voorbeelden waarin high tech bedrij-

ven in de gehele regio hun krachten en kennis

kunnen bundelen. Door deze ontwikkeling wordt

bovendien de focus verlegd, van een maakeco-

nomie waar het Noorden van oudsher sterk in is

naar een kenniseconomie. Een koerswijziging

die onontbeerlijk is voor economische groei

en het binden van hoger opgeleiden. Vanuit de

gemeente Leeuwarden ondersteunen we deze

tendens. Een voorbeeld is A7Westergo waarin

provincie en grotere gemeenten middelen be-

schikbaar stelden voor innovatieve ontwikkelin-

gen die zonder steun niet van de grond zouden

komen.’

Wim Huizinga is adviseur Economische Zaken

bij de gemeente Leeuwarden en zegt: ‘We

besteden veel aandacht aan relatiebeheer. Zo

regelen we maandelijks netwerkbijeenkomsten

voor ondernemers. Eén van mijn taken is het

in contact brengen van ondernemers met voor

hen relevante personen. Begin november is de

gemeente Leeuwarden bijvoorbeeld gastheer

voor een watertechnologie delegatie uit Canada

en kijken we actief welke Friese bedrijven hierbij

kunnen aanhaken. Gevraagd naar wat hij bijzon-

der vindt, noemt Huizinga de ontwikkeling van

high tech bedrijven in de gemeente Leeuwarden,

voor het grote publiek vaak onbekend. ‘Ook

daarin spelen we als gemeente vaak een rol.’

Wilee techniek; wereldwijd één van de circa 15

spelers

Wilee Techniek is zo’n voorbeeld van een bij-

zonder bedrijf gevestigd in Leeuwarden en actief

binnen de high tech industrie. Directeur Sjoert

Zuidhof vertelt: ‘Wilee Techniek is actief op drie

terreinen. Ten eerste ontwikkelen we produc-

tie- en procesautomatisering voor de industrie

en zuivelindustrie, dat zijn voor ons enorme

groeimarkten. Onze tweede tak van sport is het

wereldwijd leveren van elektronica die treindeu-

ren veilig opent en sluit. Een zeer hoogwaardige

technologie die wij zelf ontwikkelen en waarin

wereldwijd misschien zo’n 15 spelers actief zijn.

Onze omzet in deze besturingen bedraagt meer-

dere miljoenen per jaar.’

‘Ten derde ontwikkelen we onder de naam Au-

topharma logistieke oplossingen voor het uitge-

ven van medicijnen via medicijnenrobots. Voor

bijvoorbeeld ziekenhuizen waar doosjes met me-

dicatie los ingevoerd worden en er gesorteerd en

op naam gesteld uit komen en voor herhaalm-

edicatie (80% van de recepten valt hieronder)

bij de apotheek. Hierbij krijgt de patiënt op zijn

mobiele telefoon of per mail bericht dat hij zijn

medicijnen kan komen afhalen middels een

codenummer. De machine is in principe 24/7

bereikbaar en maakt wachten overbodig.’

‘We tellen 33 medewerkers en werken hoofdza-

kelijk business to business. Onze klanten komen

doorgaans van buiten Friesland, behalve waar

het de agrobusiness betreft. In 2004 hebben we

nieuwbouw gepleegd aan de Anne Wadmanwei

in Leeuwarden. De voorwaarden en vergun-

ningen vergden veel inspanningen van zowel

onze kant als die van de gemeente. De contac-

ten waren en zijn plezierig en er is sprake van

goede bereikbaarheid. Belangrijk want een goed

vestigingsklimaat is van groot belang voor het

bedrijfsleven.’

Fiber-Line; uitbreiden naar Azië

Ook Fiber-Line in Leeuwarden is zo’n uniek

voorbeeld. Directeur Arjan van der Veen: ‘Wij

zijn specialist in high tech garens (fibers) die

sterker en lichter zijn dan staal. We voegen aan

deze door ons ingekochte garens waarde toe door

twijnen (in elkaar draaien van meerdere draden),

wikkelen en onze hoofdspecialiteit het aanbren-

gen van coatings. Onze afzetmarkt is hoofdza-

kelijk de glasvezelkabelindustrie en daarnaast

de olie- en gasindustrie en overige toepassingen

zoals composieten.’

‘In 2000 ben ik voor de Amerikaanse Fiber-Line

Group in Leeuwarden gestart met de verkoop

in Europa. Dat ging zo goed dat we in 2005 een

pand hebben betrokken en van warehousing

zijn overgestapt naar productie. Er zijn nu 25

medewerkers in dienst en we draaien 5 dagen

per week 24 uur per dag in ploegendiensten.

We doen al zaken in heel Europa, Rusland, het

Midden Oosten en Zuid-Afrika. Sinds een jaar

zijn we ons aan het oriënteren op de Aziatische

markt. Bij de gemeente Leeuwarden heb ik in het

verleden goede gesprekken gevoerd met Henk

Deinum en Wim Huizinga. Huizinga gaf prima

netwerkcontacten af voor de internationale

markt, onder andere bij het WTC Leeuwarden.

Nu we aan de vooravond staan van een mogelijke

bedrijfsvestiging in Azië zal ik me zeker weer tot

hem wenden. Dergelijke internationale connec-

ties kunnen het verschil maken voor het behalen

van succes.’

ECM Technologies; elektrochemische

processen

Tot slot ECM Technologies waar directeur Hans-

Henk Wolters laat zien hoe zij elektrochemische

processen ontwikkelen. ‘Middels stroom en che-

micaliën bewerken wij metalen op een innova-

tieve wijze. We werken weinig in Nederland maar

hoofdzakelijk voor multinationals in de aeros-

pace, automotive en medische industrie. Klanten

vinden ons door onze naamsbekendheid en onze

hoge Google ranking. We zijn erg actief met bij-

voorbeeld webinars. Onze website is Engelstalig

en komt binnenkort ook in het Chinees, Russisch

en Japans online.’

De ontwikkeling van geavanceerde materialen

binnen de industrieën waarvoor wij werken gaat

zo snel dat deze niet meer door conventionele

methoden is bij te houden. Ons werk is heel spe-

cifiek en wordt niet op scholen of universiteiten

gedoceerd. Wereldwijd zijn er slechts zo’n 3 à 4

bedrijven actief met deze techniek.’ Wolters heeft

het bedrijf opgericht in 2003. ‘Vorig jaar heb ik

50% van mijn aandeel verkocht aan een nieuwe

partner in de Verenigde Staten.

Hiermee willen we een uitbreiding van de pro-

ductie en van het huidige personeelsbestand van

8 tot zo’n 20 gekwalificeerde medewerkers mo-

gelijk maken. Actueel is dat we op aanvraag van

Wetsus momenteel een heel bijzondere techniek

ontwikkelen voor de voedingsmiddelen- en me-

dische industrie. De gemeente Leeuwarden tipte

ons om hiervoor ondersteuning aan te vragen bij

het projectbureau A7Westergo. Een mooi voor-

beeld van een versterkende samenwerking tussen

overheid, onderwijs en bedrijfsleven.’

Henk Deinum, Wethouder Economische Zaken gemeente Leeuwarden

Sjoert Zuidhof, Wilee Techniek

Arjan van der Veen, Fiber-Line International B.V.Hans-Henk Wolters, ECM Technologies

Page 6: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

FrieslandCampina Investeren in innovatieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

FrieslandCampina in Leeuwarden viert dit jaar haar 100-jarig jubileum. 100 jaar internationale handels-geest vanuit Leeuwarden heeft mede aan de basis gestaan van het succes van zuivelconcern Friesland-Campina. De blik is op de toekomst gericht, de komende jaren wordt fors geïnvesteerd in de fabriek in Leeuwarden.

FrieslandCampina voorziet wereldwijd elke dag

circa 1 miljard mensen van zuivelproducten,

rijk aan gezonde voedingsstoffen. Het concern

telt vestigingen in 28 landen. Alle aandelen

van het concern zijn in handen van Zuivel-

coöperatie FrieslandCampina, waarbij ruim

14.000 leden - melkveebedrijven in Nederland,

Duitsland en België - zijn aangesloten.

Waardevolle voedingsstoffen

In Leeuwarden vinden we Europa’s grootste

condensfabriek. Hier wordt 10% (een miljard

liter) van de melk van de leden door 800 me-

dewerkers verwerkt tot EVAP (gecondenseerde

melk), SCM (gesuikerde gecondenseerde melk)

en melkpoeders. Het gaat daarbij om wel meer

dan 100 verschillende recepturen. De afvullij-

nen verwerken jaarlijks 1 miljard blikken, die

in de naastgelegen eigen blikfabriek worden

gemaakt. Genoeg om de wereld tweemaal te

omspannen. De producten worden o.a. onder

de merknamen Black & White, Rainbow, Peak,

NoyNoy, Friesche Vlag en Dutch Lady afgezet in

Azië, het Midden-Oosten, Afrika, Griekenland

en Nederland.

Jarig Langhout, Directeur van FrieslandCampi-

na Leeuwarden, vertelt: ‘Onze producten vind

je overal ter wereld terug. Ook bij mensen die

de waardevolle voedingsstoffen in zuivel hard

nodig hebben maar het moeilijk kunnen beta-

len. Speciaal voor deze doelgroep produceren

we kleine, betaalbare verpakkingen (sachets).

Van de totale productie in Leeuwarden komt

3 à 4 % in de Nederlandse schappen, de rest

wordt geëxporteerd. Elke week produceren we

hier zo�’n 450 à 500 zeecontainers vol. Voor het

vervoer per boot is een terminal gebouwd bij

het van Harinxmakanaal in Leeuwarden. Het

‘Vrij Baan’ project waarbij de bereikbaarheid

van Leeuwarden wordt verbeterd en aquaduc-

ten worden aangelegd is voor onze logistiek

dus heel belangrijk.’

Grote investeringen en gekwalificeerd

personeel

Gerrit Miedema, Manager Technology &

Projects bij FrieslandCampina Leeuwarden,

is blij met de recente goedkeuring van een

investering van 110 miljoen euro in nieuw- en

verbouw in Leeuwarden. ‘We investeren fors in

nieuwbouw en in vervangingen. Zowel in het

bereiden van de producten als in het verpakken

ervan. Een moderne fabriek waarin klimaat-

neutraal geproduceerd wordt en waarin met de

nieuwste technieken wordt gewerkt.

Hierbij staat duurzaamheid hoog in ons vaan-

del, zo lopen er onderzoeken naar onder andere

het gebruik van zonne-energie en aardwarmte.

Ook hebben we al een aantal vrachtwagens

die op biogas rijden, een ontwikkeling die we

toejuichen. Met de fabrieksuitbreiding leveren

we tevens een mooie bijdrage aan de verdere

versterking van de Nederlandse exportposi-

tie voor zuivelproducten en aan de regionale

werkgelegenheid.’

Langhout: ‘Ook in onze personeelsoplossingen

zijn we innovatief. We werken samen met op-

leidingsinstituten en hebben eigen leer-werk-

en young potential-programma’s. Voorts

proberen we uit onze directe omgeving jaarlijks

een aantal moeilijk plaatsbare werklozen een

kans te geven. Het werven van goed gekwali-

ficeerd personeel is, gezien de grote uitstroom

van medewerkers als gevolg van pensioen, een

van de grootste uitdagingen voor de komen-

de jaren. Het vinden van juist gekwalificeerd

personeel is niet eenvoudig. Hiervoor moeten

we als voedingsmiddelensector ook zelf aan de

slag; door te investeren in onderwijs en door te

boeien en binden. Bij FrieslandCampina Leeu-

warden zijn we hier enorm mee bezig.’

www.frieslandcampina.com

BASF opent deurenTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

In 2010 consumeerden we als wereldbevolking al anderhalf maal de capaciteit aan grondstoffen die de aarde ons biedt. BASF opent deuren: zij kan door middel van oplossingen op basis van chemie antwoor-den vinden. Op 5 oktober 2013 is hierover meer te zien en horen tijdens de open dag in Nijehaske.

Aan het woord is Paul Evers, Site Director

bij BASF in Nijehaske. ‘We lopen in op onze

resources. Met een wereldbevolking van zo’n 7

miljard nu en verwachte groei naar 9 miljard in

2050, wordt dit probleem steeds groter. Vanuit

de chemie kunnen we antwoorden vinden voor

uitdagingen op het gebied van grondstoffen,

milieu en klimaat, voedsel, drinkwater en

levenskwaliteit.’

Eigen patentbureau

BASF is een Duits concern, opgericht in 1865

en telt 113.262 medewerkers. Het grootste mul-

tinationale chemieconcern wereldwijd is actief

binnen de segmenten Chemie, Kunststoffen,

Performance Products (zoals pigmenten),

Functional Solutions (zoals coatings), Gewas-

bescherming en Olie en Gas. ‘De producten

die wij maken zijn grondstoffen of halffabri-

caten die op hun beurt weer gebruikt worden

in de producten van onze klanten. We zoeken

duurzame oplossingen op basis van vragen

uit de markt en werken enorm innovatief en

toepassingsgericht. Jaarlijks vraagt ons eigen

patentbureau zo’n 1.200 patenten aan. We

hebben bijvoorbeeld een onderlaag voor zwarte

autolak ontwikkeld die licht en warmte weer-

kaatst zodat de auto vele malen minder energie

gebruikt via air conditioning.’

Dochtermaatschappij BASF Nederland telt 1.115

medewerkers en heeft haar hoofdvestiging in

Arnhem. Eén van de Nederlandse productie-

sites vinden we in Heerenveen (Nijehaske).

Evers vertelt: ‘In Nijehaske werken ongeveer

240 medewerkers, waarvan een groot deel

in ploegendiensten. De site draait 365 dagen

per jaar 24 uur per dag. BASF maakt de smaak-

makers van de industrie, waar de industrie we-

reldwijd niet zonder kan. In Nijehaske zijn dat

enerzijds watergedragen polymeerproducten

voor de inkt- en coatingindustrie. Zo’n 80%

van de watergedragen, en daardoor milieu-

en voedselveilige, polymeerproducten wordt

gebruikt in inkten voor voedselverpakkingen.

Onze tweede productgroep bestaat uit de addi-

tieven, voor bijvoorbeeld de coatingindustrie

en de kunststoffenindustrie. Onze grootste

groeimarkten bevinden zich in Azië en Afrika,

80% van onze producten wordt verkocht buiten

Nederland en een zeer groot deel zelfs buiten

Europa.’

Succes door Verbund-strategie

De kracht van BASF ligt onder andere in de

zogenaamde ‘Verbund-strategie’, vrij te

vertalen naar ‘verbindingsstrategie’. Binnen

Verbund-locaties zijn meerdere fabrieken

geclusterd, waarbij de reststof van de ene fa-

briek de grondstof is voor de volgende fabriek.

Ditzelfde principe wordt gehanteerd voor ken-

nis en energie. ‘Ook de Site in Nijehaske past

binnen dit Verbund. De meeste grondstoffen

worden geleverd vanuit andere BASF productie

sites. Zo bereiken we een hoge efficiency van

grondstoffen- en energiegebruik en kunnen we

uitermate duurzaam werken.’

‘Zowel de productietechniek als de besturing

en beveiliging op onze site zijn high tech.

Kritische technieken van onze productgroepen

zijn gepatenteerd en kunnen we alleen hier in

Nijehaske uitvoeren. Dat betekent een enorme

uitdaging voor technici van mbo tot universi-

tair niveau, waardoor we een heel aantrekke-

lijke werkgever zijn in Friesland. We werken

samen met opleidingsinstituten als de RUG,

De Technische Universiteit Eindhoven en de

Hogere Laboratoriumschool Leeuwarden.

Op 5 oktober 2013 openen we onze deuren

tijdens de Dag van de Chemie. Iedere belang-

stellende kan tijdens fascinerende rondleidin-

gen via een afgezette route alle werkprocessen

in de fabriek zien en horen hoe wij wereldwijd

oplossingen bieden voor duurzaamheidsvraag-

stukken.’

www.basf.nl

Nieuwbouw in LeeuwardenModerne operator room in de fabriek

Directeur Jarig Langhout Vrachtwagen op biogas

Page 7: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

‘De vraag kan ons niet gek genoeg zijn’

Het markante gebouw van het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) op het Zer-nikecomplex heeft al snel na haar totstandkoming in 2002 in de volksmond de naam ‘de aardappel’ gekregen. Met wat meer verbeelding kun je er echter ook de vorm van het menselijk brein in zien. Een vergelijking die meer recht doet aan het wezen van het CIT.

Met het aanbod van kwalitatief hoogwaardig

onderwijs en onderzoek binnen een interna-

tionale context, behoort de Rijksuniversiteit

Groningen inmiddels tot de top-100 van beste

universiteiten wereldwijd. Dit topniveau is

alleen mogelijk als docenten, studenten en

onderzoekers gebruik kunnen maken van in-

noverende en concurrerende voorzieningen op

het gebied van ICT. Samenwerken aan steeds

betere ICT voor Onderwijs en Onderzoek is dan

ook de missie van het instituut.

Innoveren met ICT

“En daar horen nog twee O’s bij”, aldus Tjeerd

Willem Hobma, algemeen directeur van het

CIT. “Namelijk de O van ondernemers in

Noord-Nederland, en de O van de interne Or-

ganisatie van de RUG. Er is een duidelijke trend

merkbaar dat meer en meer ICT-diensten die

het CIT verzorgt, ook de innovatiekracht van

bedrijven kunnen versterken. Het CIT speelt al

jaren in op die trend en is er zelfs deels verant-

woordelijk voor. Samenwerking met marktpar-

tijen als het noordelijke MKB en de industrie

is al jarenlang een geïntegreerd onderdeel van

het beleid van CIT. Een uitnodiging die wij

nadrukkelijk communiceren naar mogelijke

partners.”

Big Data (Astron en Target)

Alle universitaire ICT-mogelijkheden beginnen

en eindigen in de beide rekenhallen van het CIT

die enorme hoeveelheden data kunnen ver-

werken. “Alle data van de 30.000 studenten en

8.000 medewerkers van de RUG bijvoorbeeld,

maar een apart cluster is exclusief in gebruik

voor Astron uit Dwingeloo”, weet Haije Wind,

technisch directeur van het CIT. “De IBM Blue

Gene-supercomputer verwerkt samen met

enkele grote computerclusters alle gegevens

die binnenkomen van de Lofar-telescoop van

Astron. Een representatief voorbeeld van een

succesvol partnership. In het Big Data-project

Target werkt CIT samen met het bedrijfsleven

en onderzoekers vanuit verschillende discipli-

nes aan nieuwe Big Data-toepassingen.”

3D-visualisaties

Ten behoeve van de inzet van ICT in het weten-

schappelijk onderzoek heeft de RUG de afgelo-

pen jaren flink geïnvesteerd in hoogwaardige

visualisatiefaciliteiten. Behalve voor weten-

schappelijke doeleinden worden de 3D-visua-

lisaties ook ingezet voor het (lokale) bedrijfs-

leven. Hobma: “Met onze visualisatie-experts

zijn wij bijvoorbeeld in staat zeer innovatieve

en interactieve 3D-visualisaties te maken. Het

tot voor kort grootste touchscreen ter wereld

staat hier in de Zernikeborg. We gaan met

deze faciliteit echter nadrukkelijk niet op de

stoel van ondernemers in die branche zitten.

Daar waar bijvoorbeeld een architect bij het

visualiseren van een ontwerp tegen de grenzen

van zijn datacapaciteit aanloopt, zijn bij ons de

mogelijkheden in principe onbeperkt. Wat ons

betreft kan de vraag niet gek genoeg zijn, of wij

hebben er een oplossing voor.”

Virtual Reality-theater

De Virtual Reality-faciliteiten van het CIT

bestaan uit een vierzijdige Reality Cube en een

tien meter breed cilindervormig Virtual Reali-

ty-theater met een mega multi-touchscreen. De

kromming van het scherm verhoogt het gevoel

van aanwezigheid in de virtuele omgeving. “Be-

halve natuurlijk de afmetingen en de real-life

beleving is het bijzondere van dit systeem dat

het interactief is waardoor je echt met je data

kunt werken”, vertelt Wind. “Zo is het destijds

ingezet bij de inrichting van het nieuwe gebouw

van Menzis in Groningen. Het kantoorpersoneel

kon toen op een schaal van 1:1 virtueel bij ons

door de lege kantoorruimtes lopen en die naar

eigen inzicht meehelpen invullen. Meubilair liet

zich eenvoudig oppakken en elders plaatsen en

pas toen alles tot ieders tevredenheid een plek

had gekregen, is met de daadwerkelijke inrich-

ting van de kantoren begonnen.”

Hobma: “Op vergelijkbare wijze werken wij

samen met onder andere Groningen Seaports

en het Dierenpark Emmen en zijn we op dit

moment betrokken bij het nieuwe Infoversum

dat in april 2014 in Groningen haar deuren

opent voor het publiek. Stuk voor stuk mooie

voorbeelden van een efficiënte en verrassende

samenwerking tussen wetenschap en bedrijfs-

leven!”

e-Learning

Ook op het terrein van onderwijs speelt ICT een

steeds grotere rol. “We begeleiden docenten

bij het verkennen van nieuwe technieken en

ondersteunen die daarna in de ‘elektronische

leeromgeving’ van de RUG”, aldus Wind.

“Ervaringen die we graag delen met andere

onderwijsinstellingen. We zijn ervan overtuigd

dat het zogenaamde blended learning, de juiste

mix van ‘klassiek’ onderwijs aangevuld met

de meest moderne e-learning faciliteiten, het

hoogste rendement oplevert. Vooralsnog gaat

er echter niets boven de ‘Groninger experien-

ce’ van een studie aan de RUG!”

Samenwerking

In de praktijk betekent het dat bedrijven en

kennisinstellingen met hun ICT-uitdagin-

gen bij het CIT komen. Hobma: “Wij stellen

een deskundig team samen en werken dan

in gezamenlijkheid naar een oplossing toe.

Afhankelijk van de aard van het probleem

schakelen we de deskundigheid van relevan-

te faculteiten van de RUG in. Maar het werkt

ook andersom: technisch en organisatorisch

wordt het voor de RUG steeds eenvoudiger

en aantrekkelijker om diensten of delen

daarvan af te nemen uit de markt. Zowel bij

bestaande diensten als grote ICT-projecten

wordt steeds meer de afweging gemaakt

of het misschien rendabeler is om dit te

delegeren naar daarin gespecialiseerde

bedrijven.”

“De Geodienst van het CIT is daar een

goed voorbeeld van”, vertelt Wind. “In de

Geodienst kiezen wij voor een slimme sa-

menwerking met partijen die elk hun eigen

expertise in geografische informatietech-

nologie (GIS) hebben. Als CIT faciliteren wij

een nieuw kennisnetwerk van marktpartijen,

specialisten in de faculteit Ruimtelijke We-

tenschappen en bij overheden in de noor-

delijke provincies. Doel is om samen méér

impact te hebben.”

www.rug.nl/cit

www.rug.nl/cit/hpcv/nieuws/touchscreen1

Volg ons op Twitter via @CIT_RUG

Haije Wind (l) en Tjeerd Willem Hobma, respectievelijk technisch en algemeen directeur CIT.

(Foto: Gerhard Lugard)

Een gang in een van de rekenhallen van het CIT (Foto: CIT)

Het multi-touchscreen in het Virtual Reality-theater (Foto: CIT)

Page 8: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Warnier Metaal

‘Oneindige verspanings- mogelijkheden’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

In Friesland vind je parels van bedrijven. Warnier Metaal in IJlst is zo’n prachtig voorbeeld. Hilbrand Pierik nam het bedrijf in 2006 over en staat wegens groei aan de vooravond van nieuwbouw op bedrijventerrein de Woudfennen in Joure.

De bevlogenheid van Pierik werkt aanstekelijk.

‘De omgang met klanten, het continue beden-

ken van nieuwe toepassingen, bewerkingsme-

thodes, de inzet van nieuwe machines en het

betrekken van het personeel in alles, is voor

mij een ideale ondernemersmix.’

Maatwerk in verspaning

Warnier Metaal levert -met 17 fte- precisie on-

derdelen van diverse metalen en kunststoffen.

‘We maken onderdelen tot op 0.01 mm nauw-

keurig. Onze groeimarkt is nu de zuivelsector

maar we leveren breed; van machinebouw en

de openbaarvervoersector tot de voedings- en

laboratoriumindustrie. Klantspecifieke high

tech onderdelen, van prototypes tot kleine en

middelgrote series.’

‘Door te investeren wekken we vertrouwen bij

klanten en groeien we tegen de recessie in’,

aldus Pierik. ‘Zo hebben we de afgelopen 3 jaar

onder andere een 5-assig bewerkingscentrum

van Mazak aangeschaft waarmee we meerdere

vlakken tegelijk in gebogen vormen kun-

nen bewerken. Deze machine is vrij uniek in

Friesland. Door jaarlijks nieuwe machines aan

te schaffen en een robot voor het vullen in de

avonduren, hebben we onze bewerkingsmoge-

lijkheden en capaciteit vergroot.

Scherp blijven

‘We investeren veel in personeel. Zowel het

werk met de machines als het vereiste denk-

werk zit hier tegen HBO niveau aan. Het werk

is heel divers, mede door de mogelijkheden van

onze machines en ons vakmanschap. Naast

iedere machine staat een werkstation met 3D

tekenprogramma zodat we snel en efficiënt

kunnen programmeren. We moeten innovatief

denken om de orderstroom aan te kunnen. Dat

daagt ons uit, maakt ons scherp en daardoor

blijven we ons ontwikkelen. Volgend jaar gaan

we nieuw bouwen in Joure. Een bewuste keuze

vanwege de uitstraling en centrale ligging van

het industrieterrein. Dat dit mogelijk is hebben

we hier echt met elkaar bereikt, dat is mooi.’

www.warniermetaal.nl

Innovatie in de scheepvaart is aan de orde

van de dag. Is het niet met als doel om het

milieu minder te belasten, dan wel om effi-

ciënter te werken. Damen Shipyards Bergum

in Burgum draagt er de nodige steentjes aan

bij.

In de scheepvaart staan milieuvriendelijke

brandstoffen hoog in het vaandel. Vloeibaar

aardgas, oftewel LNG, is op dit moment de

schoonste brandstof voor schepen. Directeur van

Damen Shipyards Bergum, Richard Nugteren:

,,Wij hebben schepen ontwikkeld die volledig

op deze brandstof varen. Daarnaast hebben we

schepen die LNG vanuit het LNG-importterminal

in Rotterdam kunnen vervoeren naar bijvoor-

beeld Noord-Nederland. Belangrijk, want hoe

meer LNG-stations, hoe meer schepen op deze

brandstof zullen varen.”

Ondertussen richt de scheepsbouwer zich ook op

het zogeheten Ballast Water Treatment-systeem.

Het zuivert het ballastwater waarmee lege schepen

zich vol laten lopen in de ene oceaan, en dat ze lo-

zen in de andere. Het systeem voorkomt zodoende

dat organismen die bijvoorbeeld in Amerikaanse

wateren leven in Europese zeeën belanden. Waar-

schijnlijk komt volgend jaar een Ballast Water

Treatment-systeem in de Eemshaven.

Damen zet bovendien hoog in op efficiëntie in

de scheepvaart. Het bedrijf maakt schepen die

specifieke functies hebben. Door die op de juiste

manier in te zetten, kan soms wel dagen aan tijd

worden bespaard. ,,In plaats van werken met

één schip die onderdelen van een windmolen

vervoert naar een windmolenpark, daar blijft tot

de windmolen is geïnstalleerd en dan weer terug

vaart voor een nieuwe windmolen, kun je ook

werken met twee schepen: een voor het trans-

port en de ander voor het installeren.”

Dit is slechts een greep uit alle mogelijkheden

die Damen Shipyards Bergum ziet om te ver-

nieuwen. Dagelijks nemen vijf medewerkers

de tijd om innovaties te bedenken en uit te

werken. ,,Wij zijn goed in R&D. We delen onze

kennis bovendien door mee te draaien in joint

research programma’s. We vinden het enorm

belangrijk om te blijven innoveren.”

Innovatie in scheepvaart op volle kracht vooruit

Passion to createDe Senseo, het vijf liter tapvat van Heineken, de scheerapparaten van Philips. We kennen ze allemaal, maar wie weet dat Pezy Product Innovation uit Groningen substantiële bijdrages heeft geleverd aan de ontwikkeling van deze producten?

Ze grossieren in de toekenningen in Red Dot

Awards voor hun producten. “Dat is telkens weer

een fantastisch moment”, vertelt Arjan Fennema,

samen met Jan Hoekstra business leader van de

Pezy-vestiging in Groningen. “Maar als nuchtere

Groningers stijgen dit soort succesjes ons niet

naar het hoofd. Het is een erkenning voor wat we

hier doen, maar eerst en vooral stellen we onze

capaciteiten en faciliteiten in het bieden van opti-

maal geïntegreerde oplossingen op het gebied van

productontwerp en –ontwikkeling, ten dienste van

onze opdrachtgevers.”

De lijst van opdrachtgevers is indrukwekkend:

Philips, Tom Tom, Samsonite, Océ, Heineken,Wa-

vin, maar ook relatief kleine noordelijke onderne-

mingen als Victron, Dacom, Astron, Frits Jurgens,

Limis en Wood & Washi. Ook de eigen roots van

Pezy zelf liggen in het Noorden. Het was namelijk

in 1995 dat de gebroeders Pezy in Groningen met

hun bedrijf in productontwerp en –ontwikkeling

begonnen. Inmiddels zijn er ook vestigingen in

Eindhoven en Singapore en vinden de innovatieve

producten hun weg over de hele wereld.

“Een van de dingen waar we heel sterk in zijn is

het systematisch verminderen van risico’s en

onzekerheden”, aldus Jan Hoekstra. “Onze op-

drachtgevers richten zich vooral op het vervaar-

digen van consumenten-producten, industriële

apparaten en functionele verpakkingen. In de

meeste gevallen is er over een nieuw te ontwik-

kelen product geen of slechts een vaag idee. Met

inzet van onze consultants, project managers,

ontwerpers, ontwikkelaars en engineers skippen

we razendsnel de risico’s en onmogelijkheden

om alle tijd en aandacht te kunnen geven aan het

realiseren van een aansprekend, goed produceer-

baar en succesvol product. Noem het onze 'passion

to create'!”

Pezy Product Innovation

Narvikweg 5-5, Groningen

Tel.: 050 - 318 96 00

www.pezy.com

Jan Hoekstra(l) en Arjan Fennema met

Nintendo Wii controllers, een trainingstool

ontwikkeld voor chirurgen, in opdracht

van Limis.

De borstpomp van Avent

‘Als we een opdracht aannemen, willen we het goed doen'

Sterke groei door booming zuivelindustrieDe internationale GEA Group is een van de grootste leveranciers voor de productie van ‘liquid food’ en poederproducten. In Nederland opereert GEA Process Engineering Benelux (GEA PBNL) vanuit Deventer. Naast het ontwerpen, installeren en onderhouden van complete projecten levert GEA PBNL ook componenten.

Je vindt onze producten en oplossingen bij onder

meer chemische bedrijven, de drankenindustrie en

in de zuivelindustrie. Sales Manager Niels van der

Neut: “De zuivelindustrie is ‘booming business’ en

veel zuivelbedrijven expanderen,” legt hij uit. “Niet

alle bedrijven kunnen de grootte van dergelijke

projecten aan, maar onze kennis en ervaring stelt

ons in staat om samen met onze klanten de grootste

opdrachten met succes te volbrengen.”

Prachtige fabriek voor CSK

GEA PBNL treedt op als partner tijdens het gehele

traject; van aanvraag tot inbedrijfname. “Hierin

schuilt onze kracht,” vervolgt Niels van der Neut.

“We werken op basis van gelijkheid met onze

opdrachtgevers. Onze engineers zijn vanaf het

begin betrokken bij ieder project, waardoor we snel

en efficiënt werken. Of het gaat om een compo-

nent of een nieuwe fabriek, we staan altijd naast

onze opdrachtgevers om tot de beste oplossing te

komen.” Voor de Leeuwarder vestiging van CSK

Food Enrichment, die hulpstoffen voor de zuive-

lindustrie produceert, startte GEA PBNL vier jaar

geleden met de engineering van een nieuwe fabriek.

“Deze leveren we nu op, het is echt een prachtige

fabriek geworden. Een proceslijn is afhankelijk

van zijn componenten en die zijn bij ons top-class.

Daarnaast zijn we sterk in een goede afwerking,

er wordt bijvoorbeeld keurig gelast. Zowel in het

ontwerp als in de uitvoering is onze opdracht voor

CSK geslaagd.”

Nederlandse markt

Vreugdenhil in Gorinchem, waar men melk tot

poeder verwerkt en verpakt, heeft bij GEA PBNL een

opdracht geplaatst voor een nieuwe verwerkings-

oplossing van rauwe melk tot verpakt poeder. “En

momenteel zitten we volop in enkele aanbieding-

strajecten voor grote zuivelfabrieken. Door o.a. de

ontwikkelingen in de zuivelindustrie groeit onze

organisatie snel. Een groei die we aankunnen met de

steun van collega’s en expertise uit de GEA Group.

Flexibel en pragmatisch

We zien wat er op ons afkomt en worden niet verrast

door projecten. Een werkwijze van GEA is ‘think

global, act local’ en dat is wat we doen. Onze wereld-

wijde kennis vertalen we met een lokaal team naar

onze opdrachtgevers.” Procesontwerp is mensen-

werk” , volgens Niels van der Neut. “Het is zeker

geen copy paste. Alles wat we doen is maatwerk.

We adviseren, ontwerpen en stellen ons flexibel en

pragmatisch op. Daarbij hebben we een heel duide-

lijke focus; als we een opdracht aannemen, willen

we het goed doen!”

GEA Process Engineering Benelux

Munsterstraat 5, 7418 EV Deventer | www.gea.com

Page 9: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Oplossingen voor echte problemenHigh-tech oplossingen bieden voor maatschappelijk relevante problemen. Dat was het doel van Gerrit Baarda en Ed van den Brand toen zij in 2002 ZiuZ startten. Het Gorredijker bedrijf is gespecialiseerd in visuele intelligentie en is een belangrijke partner voor justitie en de farmaceutische markt.

Het gaat goed met ZiuZ. Vorig jaar verhuisde

het bedrijf naar een groter pand aan de Stati-

onsweg in Gorredijk. Op deze nieuwe locatie is

ZiuZ inmiddels ook weer een beetje uit het jasje

gegroeid. Het afgelopen jaar heeft directeur

Gerrit Baarda tien nieuwe medewerkers ver-

welkomd, wat het totaal op 36 zet. Zij bedienen

klanten in negen Europese landen, Amerika en

Australië. En het einde van de groei is nog niet

in zicht.

Het succes van ZiuZ is volgens Baarda te

danken aan het feit het oplossingen biedt voor

échte problemen. Zoals kinderporno. ZiuZ

heeft een techniek ontwikkeld die kinderporno

in video's en op foto's kan onderscheiden van

niet strafbare feiten. In hoog tempo analyseert

dit systeem in beslag genomen materiaal.

Baarda: ,,We hebben daarnaast een systeem

ontwikkeld dat crimineel gedrag herkent.

Verdekt opgestelde camera's houden ver-

dachte personen in de gaten en signaleren het

wanneer iemand van plan lijkt te zijn om een

strafbaar feit te plegen. Dit systeem leent zich

daarmee prima voor terrorismebestrijding.”

Daarom zijn de meeste medewerkers van ZiuZ

gescreend door de AIVD. Er wordt uitslui-

tend gewerkt met veiligheidsgeclassificeerde

materialen. En niemand binnen ZiuZ krijgt

de te analyseren beelden te zien. ,,We trainen

mensen van bijvoorbeeld de recherche om

ons apparatuur te gebruiken en we hebben

zodoende geen beeldopnames in ons pand.”

Momenteel is ZiuZ bezig met het ontwikkelen

van een observatiecamera die HD-beelden kan

opnemen bij nacht. Daarmee levert het bedrijf

opnieuw een belangrijke bijdrage aan de maat-

schappelijke veiligheid.

ZiuZ is ook actief op een heel ander vlak:

de farmaceutische industrie. Baarda en zijn

collega’s ontdekten jaren geleden dat er in de

pillendistributie veel fouten worden gemaakt.

,,Mensen die op een dag meerdere medicijnen

moeten innemen, krijgen de pillen aangele-

verd in een zakje. Op elk zakje staat op welke

dag en welk moment de pillen moeten worden

ingenomen. Wij hebben een machine ontwik-

keld die middels beeldherkenning het aantal

pillen, als ook de soort pillen controleert en

deze gegevens rapporteert. Klopt er iets niet,

dan kan er tijdig worden ingegrepen.” Baarda

vertelt dat de pillenmachines de hele wereld

over gaan. ,,We hebben er al meer dan honderd

van verkocht.”

Het zijn serieuze zaken waar het ZiuZ-team

zich dagelijks mee bezighoudt. Toch is de sfeer

op het kantoor ontspannen en gemoedelijk.

Baarda legt uit dat hij het belangrijk vindt dat

het team gezamenlijk luncht en koffiedrinkt.

,,Zodat ze even van hun werkplek af komen en

met elkaar kunnen babbelen. Het zijn vooral

rustmomenten, maar soms kan een praatje

met collega's weer leiden tot nieuwe ideeën.”

Neways Leeuwarden‘Vooroplopen in industriële en professionele elektronica’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies

Neways Leeuwarden is een onderdeel van het beursgenoteerde Neways Electronics International N.V. in Son. Het bedrijf opereert internationaal en is leverancier van industriële en professionele elektro-nica. In Leeuwarden heerst een heldere visie op inspelen op marktontwikkelingen, gecombineerd met innovatieve oplossingen.

Managing Director bij Neways Leeuwarden,

Michel Postma, vertelt: ‘We ontwikkelen,

produceren en assembleren een brede ran-

ge aan producten. Van printplaten, (micro-)

elektronica en kabeloplossingen tot complete

box-built producten en systemen. Ook service,

reparatie en product life cycle management zijn

onderdeel van ons integrale dienstenpakket

vanuit Leeuwarden.’

Maatspecifieke producten en data-analyse

Neways telt 13 werkmaatschappijen: 2 in res-

pectievelijk Duitsland, Slowakije en China en 7

in Nederland, alsmede een verkoopkantoor in

Singapore. Producten van Neways worden on-

der meer toegepast in de industriële automati-

sering, de luchtvaart, de automotive-industrie,

de medische industrie, defensie, halfgeleider-

en telecommunicatie-industrie. Leeuwarden

telt 90 fte aan arbeidsplaatsen en is een one

stop provider. Dat betekent één voordeur voor

de klant. ‘Zijn er diensten nodig van andere Ne-

ways werkmaatschappijen terwijl je klant bent

in Leeuwarden, dan regelen wij dat voor je.’

‘Onze kernactiviteit is het ontzorgen van

de klant. We ontwikkelen klantspecifieke

producten. Van printplaten voor defensie -

een belangrijke klant voor Leeuwarden - tot

niveaubewaking in tanks bij raffinaderijen,

wisselverwarming voor het spoor, taxi board-

computers en besturingsunits van schepen.

Onze elektronica biedt tevens oplossingen voor

de groeiende behoefte aan data-analyse. Klan-

ten hebben een idee waarbij wij vroegtijdig aan-

schuiven voor de verdere uitwerking. Dan start

het proces met onze ontwikkelaars, ontstaat

een technisch concept en maken we de eerste

series. Deze ontwikkeling krijgt steeds meer

gewicht binnen een steeds groter wordend

aantal branches.’

Slim inrichten van processen

‘De markt laat zich op drieërlei wijze typeren.

Ten eerste besteden klanten een deel of de

volledige ontwikkeling van een product steeds

vaker uit. Dat heeft er toe geleid dat binnen ons

concern inmiddels 180 productontwikkelaars

werkzaam zijn, we een steeds nauwere klan-

trelatie opbouwen en eerder met de klant in

gesprek zijn. Ten tweede is er de wens van een

korte ‘time to market’. Het idee van de klant

moet gister al uitgewerkt zijn. Vroeger sprak je

over jaren wanneer het over productontwikke-

ling ging, nu zijn het slechts maanden. Dat be-

tekent dat van ons een grote flexibiliteit wordt

gevraagd. Ook tijdens het produceren omdat

dan soms nog wijzigingen nodig zijn. Tot slot

willen klanten zelf geen voorraden aanhouden

maar wensen wel korte levertijden. Daar zit

voor ons een uitdaging. Wij maken afspraken

met de klant hoe we deze wensen kunnen inre-

gelen en zoeken een optimale klantspecifieke

oplossing qua logistiek.’

‘Gezien de geschetste marktontwikkelingen ligt

onze focus op het zo slim mogelijk inrichten

van processen’, aldus Postma. ‘We creëren toe-

gevoegde waarde en werken in het hogere seg-

ment. Onze focus ligt vooral bij het maken van

prototypen, 0-series en complexere producten.

Massaproductie besteden we uit naar bijvoor-

beeld onze low-cost productie-unit in Slowakije

of zelfs China. Tot slot is vermeldenswaard dat

we veel samenwerken met kennisinstituten

in heel Nederland en stageplaatsen bieden.

Bijzonder is ook de maatwerkopleiding die we

samen met het ROC Friesland College hebben

gemaakt voor onze operators, voor zowel de

basis als gevorderde elektronica. Je wint in de

markt als je op alle vlakken voorop loopt.’

www.neways-leeuwarden.nl

Page 10: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Op pad met de puttendoktersFotografie: Persbureau Noordoost.nl

Hoe leger een gasveld raakt, hoe moeilijker het is om ook het laatste restje gas te winnen. De nam ont-wikkelt allerlei technieken om de productie van die velden op peil te houden. Water- en zeepinjectie zijn twee van die technieken. Een speciale truck toert langs haperende gasvelden en houdt ze aan de praat. “We zijn net dokters. Als een veld een beetje ziek is, proberen wij het weer beter te maken.”

Uit het binnenste van de truck klinkt het re-

gelmatige geklop van een pomp. In een kleine

cabine helemaal achterin de truck bedient

chauffeur Rik een controlepaneel. “We pompen

momenteel zo’n 35 liter water per minuut de

put in”, zegt hij boven het geklop uit. Hij wijst

op het paneel met touchscreen, meters en

knoppen. Een teller geeft 140 bar aan. “Je moet

door de druk van de put heen pompen om het

water binnen te krijgen.” Even daarvoor heeft

Rik de grijze vrachtwagen achteruit gestoken,

tot op een meter of vijf van een gasput. Een

‘well head’ in jargon, met daarbovenop een

‘kerstboom’ aan afsluiters die met grote wielen

worden bediend.

Met 24 slagen aan een wiel heeft operator Lolke

ervoor gezorgd dat de put is ingesloten. Het is

een van de vele veiligheidsmaatregelen die ge-

nomen worden om de klus zonder ongelukken

te klaren. Daarna heeft hij vanuit de truck een

slang uitgerold en aangesloten op de kerst-

boom. En is de operatie begonnen.dit zijn de

mannen van Well Services van de Nederlandse

Aardolie Maatschappij (NAM).

Oranje overalls, witte helmen, veiligheidsbril-

len, vuile handschoenen. Vandaag zijn ze op

Vries 4, een productie- en behandelingslocatie

midden in de weilanden, gelegen op een paar

kilometer van het Drentse dorp Vries. Een van

de drie putten op dat veld is stilgelegd omdat er

de laatste dagen minder gas uit werd geprodu-

ceerd. En dan moet je Well Services bellen. Wel-

lextender, staat er in grote letters op de zijkant

van de vrachtwagen. Met de truck komen ze de

put een waterbehandeling geven: water soak in

jargon. Dat is een injectie van een grote hoe-

veelheid zout water om de productiebuis naar

het gasveld, op drie kilometer diepte, door te

spoelen. Daartoe vervoert de truck twee water-

tanks van elk vijfduizend liter. Jan Lykelema, bij

Operation Services verantwoordelijk voor plan-

ning, geeft uitleg terwijl de truck zijn werk doet.

“We vermoeden dat zoutkristallen zich aan de

rand van de productiepijp hebben afgezet.

Dan neemt de gasstroom af. Door er water in

te pompen, lost het zout aan de randen op en

kan de put weer produceren.” Het is één van

de twee technieken die de truck in huis heeft.

Want behalve het doorspoelen van productie-

buizen wordt de Wellextender ingezet voor het

ontwateren door zeepinjectie van ‘verdronken’

putten. ‘Zeeptruck’, zo noemen ze de wagen

ook wel bij Well Services naast de grote bevat

de truck nog twee kleinere tanks van elk 250

liter voor de speciaal ontwikkelde zeep. “Met

de truck doen we zogeheten batch foams”,

vervolgt Lykelema. “Dan injecteren we zeep in

een put, zo’n vijftig tot zeventig liter per keer.

En nog eens een halve kuub water om de zeep

beneden te krijgen. Als de gasdruk van een veld

afneemt, kan er een moment komen dat de

tegendruk van het water zo hoog wordt, dat het

gas er niet meer uit kan. De zeep laat het water

schuimen, waardoor de tegendruk afneemt

en het gas weer gaat stromen.” Zo toert de

Wellextender dagelijks van veld naar veld in

Drenthe, Groningen en Friesland om soms wel

vijf injectiejobs per dag uit te voeren.

Gloednieuw is hij, in december 2011 opgeleverd

door een Duitse firma en sinds januari van dit

jaar in gebruik. En nu rijdt hij duizend kilome-

ter per week om vastgelopen putten weer vlot

te trekken. Ze doen er routinematig dertig per

maand, water- en zeepinjectie gecombineerd.

Alleen vrijdag is rustdag voor onderhoud. Op

het NAM-hoofdkantoor in Assen legt Michiel

de Kroon uit dat de truck één van de gereed-

schappen is die de NAM heeft ontwikkeld om

de levensduur van kleine gasvelden te ver-

lengen. Of het nu gaat om ‘ontwateren’ van

verdronken putten, of andere technieken die

het mogelijk maken de laatste restjes gas uit

een veld te produceren bij de NAM staat de zorg

voor kleine velden bovenaan op de agenda. De

Kroon is leider van het team dat met die taak

is belast: Well, Reservoir & Facilities Ma-

nagement. Dat team bestaat uit mensen met

verschillende disciplines, van verschillende

afdelingen. Ze werken allemaal samen om het

hele productieproces – van reservoir tot de ver-

koop van het gas – zo efficient mogelijk te laten

verlopen, tegen de laagst mogelijke kosten.

“Je kunt ons eigenlijk wel met dokters ver-

gelijken”, merkt De Kroon op. “Als een veld

minder produceert, is het een beetje ziek; dan

proberen wij het weer beter te maken.” Het

klinkt misschien vreemd: dat de NAM zoveel

energie steekt in het openhouden van kleinere

gasvelden, terwijl er nog zoveel gas zit in het

schier onuitputtelijke Groningen-gasveld.

Maar zo eenvoudig ligt het niet. “Onze focus

op de kleinere velden vloeit voort uit het zo-

geheten Kleine Velden Beleid dat de overheid

sinds de oliecrisis in de jaren zeventig is gaan

voeren”, aldus De Kroon. “Tot de oliecrisis

werd de gas-kraan van het Groningen-gasveld

bij wijze van spreken gewoon opengezet. Na

die tijd werden met voorrang de kleine velden

in ontwikkeling genomen. Nog steeds is het

beleid erop gericht daar zo lang mogelijk maxi-

maal rendement uit te halen, om het grote

Groningen-gasveld als strategische voorraad

te bewaren.” Met de exploitatieconcessies

in de hand zal de NAM (50 procent Shell, 50

procent ExxonMobil) er alles aan doen om het

gas uit kleine velden te winnen, zolang dat

technisch mogelijk en economisch rendabel is,

aldus De Kroon.

“Dat is goed voor de NAM, en goed voor de

BV Nederland.” De NAM produceert jaarlijks

zo’n 60 miljard kuub gas, en neemt daarmee

circa driekwart van de Nederlandse gaspro-

ductie voor zijn rekening.van de proBlemen

waarmee kleine gasvelden te maken kunnen

krijgen, is ‘verdrinking’ van de put een van de

meest voorkomende. Liquid loading, heet dat

verdrinken in vaktaal. Dat gaat zo: de natuur-

lijke druk die in een veld aanwezig is neemt

meer af naarmate een veld opraakt. Dat proces

verloopt bij kleine velden sneller dan bij grote.

Bij gaswinning komt meestal ook water vrij,

dat zich in de productiebuis ophoopt. Onder

normale omstandigheden drukt het gas het

water mee omhoog. Maar als de gasdruk te laag

wordt, lukt dat niet meer. Dan valt een put stil.

De Kroon: “Het is een simpel fysisch verhaal.

Als je er niks aan doet, wordt de opvoersnelheid

van het gas dermate laag, dat zo’n put feitelijk

verdrinkt in het water - en, afhankelijk van de

druk, ook nog aardgascondensaat - dat zich in

de put ophoopt.”

Dat is precies wat er gebeurt in een toenemend

aantal kleine velden in Nederland. Dat betekent

dat ongeveer 10 procent gas uit die velden niet

gewonnen wordt, tenzij je een handje helpt.

Een complicerende factor daarbij is dat ieder

veld zijn eigen specifieke eigenschappen heeft.

Afhankelijk van de druk en temperatuur in het

reservoir en aan het maaiveld, de diameter

van de opvoerbuis, de verhouding van con-

densaat en water dat met het gas wordt mee

geproduceerd, zal de ene put sneller stilvallen

dan de andere. Flexibel reageren is het enige

antwoord op het grillige gedrag van de kleine

velden, beseffen ze bij de NAM. De maatschap-

pij heeft in de loop van de jaren daarom een

‘gereedschapskist’ samengesteld om velden te

ontwateren.

In de verenigde Staten weten ze al veel langer

hoe je verdronken putten kunt behandelen. In

Nederland is het pas de laatste vijf tot acht jaar

aan de orde en bovendien zijn de Nederlandse

putomstandigheden en wet- en regelgeving

dermate anders dan in de VS, dat er nieuwe

oplossingen ontwikkeld moesten worden.

Vooral de laatste jaren hebben technische

innovaties ervoor gezorgd dat gas uit kleine

velden rendabel gewonnen kan blijven worden.

NAM past deze nieuwe technieken eerst toe op

landputten vanwege de lagere kosten. Wanneer

de technieken succesvol zijn worden ze ook

offshore toegepast.

De nam speelt volgens De Kroon een voortrek-

kersrol bij de ontwikkeling van die technieken.

“De reputatie van Shell als meest innova-

tieve en competitieve energiemaatschappij

ter wereld kunnen we met deze technieken

waarmaken.” Om marktpartijen te prikkelen

met creatieve oplossingen te komen, organi-

seert de NAM jaarlijks het Gas Well Deliquifi-

cation-congres voor Europese gasoperators en

leveranciers. Dat congres is speciaal gericht op

de ontwikkeling van ontwateringstechnieken.

De Kroon: “Zo kunnen we samen met andere

operators voldoende vraag creëren en leveran-

ciers een wortel voor houden door te zeggen: dit

zijn de technieken die we nodig hebben. Lever

ze maar.” Dat al deze inspanningen hun vruch-

ten afwerpen, blijkt bijvoorbeeld uit het effect

van de zeepinjectietechniek. In 2003 begon de

NAM ermee op experimentele basis.

In de loop der jaren bleek dat sommige putten

zo goed op de periodieke behandeling met een

zeeptruck reageerden, dat de NAM permanente

zeepinstallaties ontwikkelde. Daar zijn nu 27

putten mee uitgerust, waarvan twee offshore,

en hun aantal groeit nog steeds. Sinds 2003 is

de extra opbrengst door zeepinjectie ruim 1,2

miljard kubieke meter gas. de vraag moet ge-

steld of je zomaar zeep in de grond kan pompen

zonder het milieu schade toe te brengen. En

hoe zit het eigenlijk met drinkwater? Bestaat

niet het risico dat er schuimend zeepsop uit de

kraan van Hollandse huishoudens komt? Daar

is geen sprake van, stelt De Kroon beslist. “Het

grondwater bestemd voor consumptie komt

niet in aanraking met het formatiewater dat in

de gasvelden zit”, legt hij uit. “We injecteren de

zeep direct in de put op drie kilometer diepte,

waar helemaal geen verbinding is met drinkwa-

terreservoirs. Als een put weer gaat produceren,

komt de zeep weer omhoog, met water en con-

densaat. Het gas wordt gereinigd van condens-

aat en water. Het water met zeepresten wordt

verwerkt op milieuverantwoorde wijze.” Terug

naar de mannen van de Wellextender. Geeste-

lijk vader van de zeeptruck Ralf Bolley werkte

vijf jaar lang met een oudere versie. “Die had

niet voldoende capaciteit voor de injectiejobs:

een kuubje schuim, tweeënhalf kuub water,

meer niet. We moesten tankwagens van derden

inhuren, en we waren afhankelijk van perso-

neel op de gaslocaties die we bezochten. Op een

gegeven moment zei ik: jongens, om kosten te

besparen is het makkelijker als we één wagen

hebben die alles kan doen.”Insourcen, noemen

ze dat bij de NAM. Alles in één hand houden.

De organisatie werd zo aangepast, dat de lijnen

tussen de productievelden en Well Services zo

kort mogelijk zijn. De grootste efficiencywinst

zit volgens Bolley in het personeel. “Vroeger

had je op elke locatie een mannetje nodig.

Nu doen we hetzelfde werk binnen één team.

De mannen op de truck opereren zelfstandig,

hebben alle vergunningen op zak en hebben

toegang tot elke locatie.”

Ze lijken soms wel de ambulancebroeders van

Well Services. Omdat de lijnen zo kort zijn,

kunnen ze heel snel ter plaatse zijn als een put

‘ziektverschijnselen’ vertoont. Jan Lykelema:

“Soms krijg je een telefoontje van een program-

mer op een productieveld: ik zit hier met een

storing, die en die put gaat uitvallen. Als het in

de planning past, ondernemen we direct actie

met de truck.” Ralf Bolley: “Als we onderweg

zijn en we worden gebeld, dan gaan we kijken.”

Op vries 4 zijn chauffeur Rik en operator Lolke

na een kleine driekwartier klaar met hun in-

greep. Ze ontkoppelen de slang, rollen hem in

en gaan op pad naar de volgende patiënt.

Page 11: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Non-stop innovatie bij EurofinsEurofins Food Testing in Heerenveen is wereldwijd marktleider op het gebied van voedselanalyses. Het bedrijf voert belangrijk onderzoek uit voor de voedingsmiddelenindustrie waaronder de grotere multinationals, voor de retail, als ook voor restaurants en cateringbedrijven.

Eurofins is een internationaal opererend

bedrijf met het hoofdkantoor in Brussel. Onder

het bedrijf vallen 180 laboratoria, verspreid

over 35 landen. Elk laboratorium is actief op

een specifiek vlak zoals milieu, geneesmidde-

len en forensisch onderzoek. In Heerenveen

ligt de focus op voedsel. De onderzoekers daar

kijken wat voor stoffen, zowel goede als slech-

te, er in bepaalde producten of grondstoffen

zitten.

Eurofins Heerenveen is zodoende een belang-

rijke partner voor bedrijven in de voedings-

middelenindustrie, maar ook voor restaurants

en cateringbedrijven. Van grondstof tot eind-

product: alles krijgen de analisten in handen.

Accountmanager Linda Tilman vertelt dat de

specialisten van Eurofins onder andere onder-

zoeken of er schadelijke stoffen in een bepaald

product zitten, zoals Legionella (in water) en

Salmonella. �Maar we onderzoeken ook welke

goede stoffen, oftewel nutriënten, erin zitten

en hoe veel.�

De vestiging in Heerenveen beschikt over een

microbiologisch laboratorium waar monsters

van voedingsmiddelen worden onderzocht.

Pas nadat de producent het resultaat van het

onderzoek heeft ontvangen, kan het product de

markt op. “Het is belangrijk dat het analyseren

en doorgeven van de resultaten gegarandeerd

snel gebeurt”, weet Tilman. “Bijvoorbeeld bij

Salmonella-onderzoek. We doen hier nu twee

dagen over. Maar volgend jaar gaan we werken

met nieuwe PCR-machines waarmee de tech-

nische doorlooptijd fors wordt versneld. Dan

zijn resultaten binnen 24 uur beschikbaar.”

In Heerenveen is ook een algemeen chemisch

lab voor nutritionele analyses. Hier wordt ge-

keken hoeveel vetten, eiwitten, koolhydraten

en andere voedingsstoffen er zitten in produc-

ten die je bijvoorbeeld in de supermarkt kunt

kopen. Daarnaast heeft Eurofins Heerenveen

een Koolhydraten Competence Center. Hier

analyseren de medewerkers heel specifieke

koolhydraten voor de voedingsmiddelenindus-

trie. “De know-how van dit onderzoek is heel

specialistisch. We zijn marktleider in Europa.”

Voor koolhydratenanalyses schaft Eurofins ook

speciale machines aan waardoor een snellere

levertijd van de resultaten een feit is.

Omdat innoveren bij alle 180 laboratoria van

Eurofins belangrijk is, komen er constant

nieuwe technieken bij. “Wij ontwikkelen

vervolgens methoden bij deze machines die

zijn afgestemd op een specifiek product.” Die

methoden worden binnen Eurofins uitgebreid

getest voor ze daadwerkelijk worden toegepast.

Daarnaast komt minimaal eens per jaar de

Raad van Accreditatie op bezoek om te kijken

of de methoden kloppen. “De basis van wat wij

doen is kwaliteit. Wij leveren getallen en die

moeten juist zijn.”

Binnenkort voert Eurofins een nieuw intern

IT-systeem in dat het bedrijf zelf heeft ont-

wikkeld. Vanaf dan werken alle vestigingen

met hetzelfde systeem. “Dankzij dit systeem

kunnen we makkelijker data uitwisselen tussen

de laboratoria. Het aantal handmatige acties

neemt daarmee af. Ook dit komt weer ten

goede van de snelheid waarmee we rapporteren

aan onze klanten.”

Op 15 november houdt Eurofins een

conferentie over de ontwikkeling van

koolhydratenanalyse. Verschillende (interna-

tionale) wetenschappers met uiteenlopende

achtergronden zullen ingaan op de vraag

hoe belangrijk deze ontwikkeling is. De con-

ferentie vindt plaats in het Pakhuis de Zwijger

in Amsterdam. Belangstellenden kunnen zich

aanmelden via carbohydratesymposium@

eurofins.com.

Techniekgebouw ROC Friese Poort uniek in Noord-NederlandAls een van de weinige ROC's in Noord-Nederland heeft ROC Friese Poort in Drachten een speciaal gebouw voor technische opleidingen. Niemand minder dan André Kuipers opent het splinternieuwe complex op 7 november.

Techniek is mooi en mag meer aandacht

krijgen. Het techniekgebouw van ROC Friese

Poort straalt deze boodschap uit. De vele

ramen in het gebouw nodigen uit om te kijken

wat er binnen de verschillende praktijkruimtes

gebeurt. Achter werktafels en uiteenlopende

machines bouwen studenten aan hun toe-

komst binnen de elektrotechniek, werktuig-

bouwkunde, installatietechniek of een van de

andere technische takken. “In Noord-Neder-

land zijn wij de best geoutilleerde school voor

techniekopleidingen”, stelt opleidingsmana-

ger Henk de Vries.

De Vries legt uit dat studenten uit heel

Noord-Nederland naar Drachten komen voor

een opleiding in de techniek: vanaf de Duitse

grens tot het IJsselmeer en ook vanuit Zwolle

en omgeving. ROC Friese Poort werkt nauw

samen met het bedrijfsleven. Klaas Kort,

eveneens opleidingsmanager, legt uit dat ROC

Friese Poort veel contacten heeft met bedrij-

ven in de regio, zoals Philips en Kiestra. Bij

die bedrijven krijgen de studenten kans om

praktijkervaring op te doen. Daarnaast staan er

af en toe ook mensen uit het bedrijfsleven voor

de klas. “Maar medewerkers van de bedrijven

volgen ook opleidingen bij ons om nog beter te

worden in hun vak. Het contact met bedrijven

is verder belangrijk om de ontwikkelingen bin-

nen de branche goed te kunnen volgen.”

Voor ROC Friese Poort is november de Maand

van de Techniek. De school organiseert dan

kennismakingsdagen voor jongeren van het

vmbo om te laten zien wat er in de techniek

zoal mogelijk is. Zo komen 3 vmbo-studenten

van verschillende scholen naar Drachten om

daar een technische opdracht uit te oefenen.

Voor 4 vmbo organiseert de school voorlich-

tingsavonden voor jongeren en hun ouders.

“In de techniek is momenteel heel veel werk.

En in de toekomst zal er alleen maar meer

werk zijn vanwege de vergrijzing. We merken

echter nog geen enorme groei qua aanmeldin-

gen.” En dat vinden de heren jammer. Niet

alleen vanwege het feit dat de techniek veel

kansen biedt voor toekomstige technici, maar

ook omdat de techniek een dynamische bran-

che is waarin zoveel mooie dingen gebeuren.

De Vries en Kort zijn dan ook erg gedreven om

jong en oud de charmes van technische beroe-

pen te laten zien.

Beide heren geven aan blij te zijn dat ROC

Friese Poort wilde investeren in een gebouw

puur voor techniek. En ook in goed materiaal.

De school beschikt nu bijvoorbeeld over een

3D Meetmachine die zelfs incidenteel wordt

gebruikt door bedrijven uit de regio. “Wat we

hier hebben, is echt iets om trots op te zijn.”

Linda Talman in een van de laboratoria van Eurofins

Page 12: High Tech en Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Specialist in enkelstuks-werk en kleine seriesSpecialiteit van Fijnmechanische Techniek Drachten (FTD) is het vervaardigen van enkel-stuks en kleine series onderdelen voor diverse sectoren in de industrie. Kernbegrippen: vakkennis, flexibiliteit, kwaliteit en service.

In de fabriek van FTD aan de Nipkowlaan in

Drachten valt direct de professionele en moderne

uitstraling van de productieomgeving op. “Binnen

de fijnmechanische industrie werkt men over het

algemeen met geavanceerde machines en cad/cam

systemen, zo ook bij ons. Hiermee kunnen hoog-

waardige producten gerealiseerd worden, die een

hoge concentratie van onze vakmensen vereisen.

Wij vinden het dan ook belangrijk dat onze vak-

mensen in een omgeving werken die dat mogelijk

maakt”, zegt Johan de Vries, eigenaar van FTD.

“Wij maken, zoals gezegd, in hoofdzaak enkelstuks

en kleine series onderdelen die vaak nauwkeurig

getolereerd zijn.

Onze opdrachten komen met betrekking tot proto

onderdelen vaak van research & design afdelingen.

Daarnaast worden structureel spare parts besteld

voor bestaande productielijnen en onderdelen die

in allerlei nieuwe apparaten en machines worden

ingebouwd. We werken voor bedrijven door het

hele land. In het noorden zijn dat ondernemingen

zoals Philips Drachten, Neopost Technologies, BD

Kiestra, en Photonis Netherlands”. De door FTD

gefabriceerde onderdelen vinden hun toepassing in

diverse sectoren waaronder de medische industrie,

(high-tech) machinebouw, en voedingsmiddelen-

industrie. “Deze spreiding in sectoren heeft er de

afgelopen jaren voor gezorgd dat het werkaanbod

behoorlijk stabiel is”.

“Met enige regelmaat worden we al in het voor-

traject van het ontwikkelen van een machine of

apparaat betrokken. Er wordt dan een beroep ge-

daan op onze kennis over maakbaarheid. Daarmee

ondersteunen we de betrokken engineer(s) bij de

keuze voor materialen, toleranties en eventuele op-

pervlaktebehandelingen. Wij proberen dan, vanuit

onze expertise, in constructief overleg te adviseren

over de mogelijkheden en onmogelijkheden van

een ontwerp. Om uiteindelijk te komen tot een

functioneel prototype of onderdeel, dat vervolgens

in productie kan worden genomen tegen mogelijk

lagere kosten.”

Het vervaardigen van enkelstuks delen vereist een

grote vakbekwaamheid en betrokkenheid van de

werknemers van FTD. “Onze vakmensen worden

regelmatig uitgedaagd door de grote variatie in

producten die gefabriceerd moeten worden, vaak

meerdere keren per dag. Zo moet er bijvoorbeeld

omgeschakeld worden van een kunststof- naar

een aluminium onderdeel, en daarop volgend een

titanium onderdeel. Dit vereist voor ieder mate-

riaal een andere aanpak. Daarom investeren wij

veel in de opleiding van onze werknemers om dit

vakmanschap op een hoog niveau te krijgen en te

behouden”.

“Binnen FTD werken we met een sterke focus op de

kernbegrippen vakkennis, flexibiliteit, kwaliteit en

service met als doel optimale klanttevredenheid.

Dat dit vaak resulteert in lange termijnrelaties blijkt

uit het feit dat we met de meeste opdrachtgevers

reeds jarenlang zaken doen. En daar zijn we best

trots op”

FTD BV

Nipkowlaan 24, 9207JA, Drachten

(0512) 53 14 89

www.ftd-bv.nl

Heerenveen als landelijk voorbeeldprojectBiometrische identificatieProjectbureau A7Westergo initieert samenwerkingsprojecten in Friesland en is samen met Provincie Fryslân, Kamer vanKoophandel, de NOM en Syntens partner in het Ondernemersplein Fan Fryslân. Momenteel ondersteunt zij een baanbrekend project inzake het anoniem controleren met behulp van vingerafdrukken.

‘Met hulp van A7Westergo kunnen bedrijven

innovatieve ideeën daadwerkelijk realiseren en

kan de werkgelegenheid in de A7- en Wes-

tergozone toenemen’, aldus projectmanager

Age Knol.‘Recent stelden wij als projectbureau

bijna € 200.000,- subsidie beschikbaar aan het

bedrijf Tele-ID uit Heerenveen voor een uniek

authenticatiesysteem. Een speciale sensor

leest vingerafdrukken en kan anoniem contro-

leren of iemand bijvoorbeeld de juiste leeftijd

heeft voor alcohol aankoop.’

Misbruik van privacy gegevens

Er is landelijke interesse voor de toepassing,

waarmee een investering van zo’n € 520.000,-

is gemoeid. Henk Gijzen van Tele-ID is blij met

de ontvangen steun. ‘Heerenveen het kampt

zoals andere plaatsen met overlast van jonge-

ren in het centrum en op straat. Hierbij speelt

alcohol een rol. Partijen waren het eens over

een oplossing, maar niemand wilde of kon de

financiering op zich nemen. Vorig jaar zomer

werd ik via de gemeente getipt over project-

bureau A7Westergo dat innovaties binnen het

MKB stimuleert. Zij maakten dit project mede

mogelijk. Samen met de gemeente, Nuchtere

Fries, de lokale supermarkten en slijterijen, de

Heerenveense jongerenraad en branchever-

enigingen zoals Koninklijke Horeca Nederland,

richten we ons nu naast handhaving ook op

voorlichting en preventie.Deze totaal aanpak

is cruciaal.’ Tele-ID levert sinds 2009 gepa-

tenteerde anonieme authenticatie technologie.

Bij de gebruikelijke identificatie- en authen-

ticatiemethoden zoals een rijbewijs, paspoort,

inlog en pinpas worden veel persoonlijke

gegevens als naam en adres prijsgegeven en

gekoppeld aan het document. Dergelijke sys-

temen zijn gevoelig voor misbruik. Bovendien

registreren zij ‘sporen’ van het gedrag van

personen. Onze oplossing bestaat uit een pas

met vingerafdruk’, aldus Gijzen. ‘Op de mi-

croprocessor van de pas wordt een persoons-

gebonden biometrisch kenmerk in ons geval

een vingerafdruk gecodeerd opgeslagen met

behulp van een geheime sleutel. Op deze ma-

nier wordt de pas gepersonaliseerd. Misbruik

kan niet plaatsvinden doordat het biometrisch

persoonskenmerk de pas niet verlaat. Door je

vingerafdruk door een scan te laten lezen kun

je bewijzen dat jij bij de pashoort, zonder dat

ergens een privacy spoor nagelaten wordt.’

Landelijke belangstelling

‘We gebruiken het systeem sinds begin 2013

bij‘Mijn Digitale Poli’ van ziekenhuis deTjon-

gerschans in Heerenveen. Patiënten kunnen

inloggen met de zelfzorgpas zonder achterla-

ting van persoonsgegevens, terwijl 100% zeker

is dat de juiste patiënt inzage krijgt in het juiste

dossier.De Noordelijke Hogeschool Nederland

doet nu onderzoek naar de gebruikersvriende-

lijkheid. De eerste reacties zijn zeer enthousi-

ast. Ons systeem is breed toepasbaar: zoals in

de zorg, als vervanger van de collegekaart en

voor leeftijdscontrole bij alcohol- en tabaks

aanschaf bij supermarkten, slijterijen, horeca

en sportkantines. Ook de politiek en partijen

als het casino, de game- en filmindustrie tonen

landelijk belangstelling.’

Eenmaal in de zes weken komt een stuurgroep

bijeen die de besluiten neemt. Drie werkgroe-

penwerken aan de ict, procesinrichting, voor-

lichtingen preventie. De gemaakte uren

voeren ze opbinnen het project dat met

€ 200.000,- is gesubsidieerd door A7Westergo

en waarin de partners € 320.000,- bijdragen.

Eind september start op vijf locaties (super-

markten, horeca en slijterijen) een proef met

een groep van 150-200 jongeren. Na 1 januari

2014 moet het project gemeentebreed worden

uitgerold. ‘We zijn bovendien al vergaand in

gesprek met fabrikanten om onze technologie-

ook toe te passen in smartphones.’

Belangrijk platform

Gijzen is erg blij met A7Westergo als platform

om innovaties binnen het MKB te stimuleren.

‘Zonder hen zou dit project niet van de grond

zijn gekomen. Bovendien zijn ze een geweldige

partner met een groot kennisnetwerk, die zij aan

zij met ons optrekt om het project tot een succes

te maken.’ Ook Age Knol van het projectbureau

is enthousiast. ‘Het scannen werkt eenvoudig

en laagdrempelig. Bedrijven betalen straks naar

verwachting ongeveer € 45,- per maand voor

een scanner. Dat weegt ruimschoots op tegen de

kosten van boetes bij geconstateerde overtre-

dingen. De gemeente financiert de passen voor

de jeugd. Heerenveen is een landelijk voorbeeld-

project en wil hiermee bijdrage leveren aan het

oplossen van een maatschappelijk probleem.’

www.a7westergo.nl

Age Knol en Henk Gijzen

Succes in dynamische energiewereldInnovatie staat bij Tieto boven alles. Bij dit Noord-Europees ICT-bedrijf, met vestigingen over de gehele wereld, wordt continu geïnnoveerd en geïnvesteerd.

Bij Tieto in Groningen ligt de focus op Energy

Components, een volledig geïntegreerd soft-

waresysteem dat wereldwijd gebruikt wordt bij

de leidende gas(transport) en olieproduceren-

de bedrijven ten behoeve van het managen van

gastransport, LNG, de productie van olie en gas

en de commerciële en financiële afhandelingen

hiervan.

Dick van Eldik is in de rol van country manager

Nederland verantwoordelijk voor de dienst-

verlening en implementaties van projecten

voor klanten over de hele wereld. De Groning-

se vestiging heeft in de afgelopen negen jaar

unieke en hoogwaardige expertise opgebouwd

op het gebied van gastransport, LNG termi-

nals, ondergronds gasopslagen, complexe

olie- of gassales, allocatieprocessen en hoog

frequent geautomatiseerd berichten verkeer

tussen energie bedrijven.

Bij de grote GasTransport-organisaties in

bijvoorbeeld Australië, Amerika en Europa zijn

en worden momenteel succesvol projecten

uitgevoerd door Tieto. En daarnaast zijn de

medewerkers vanuit Groningen ook actief in

bijvoorbeeld Egypte, Kazachstan, Denemar-

ken, Indonesië, Indië, Canada, Spanje, Rus-

land, Duitsland en uiteraard ook Nederland.

Het product Energy Components geeft

GasTransport- en olie producerende

organisaties de mogelijkheid om tegen

substantieel lagere kosten hun operaties

te managen, flexibel en sneller te kunnen

reageren op markt veranderingen en

richting overheden aantoonbaar en volledig

controleerbaar inzicht te geven in de

bedrijfsvoering.

“Een vestiging in Groningen met Gronin-

gers, Friezen en Drenten die over de hele

wereld succesvol zijn in de dynamische glo-

bale energiewereld is heel bijzonder”, zegt

Van Eldik. “En hoewel er veel gereisd moet

worden, is en blijft het vestigingsklimaat

en zeker ook de arbeidsmarkt van doorslag

gevende betekenis om vanuit Groningen te

blijven werken. Momenteel wordt er gewerkt

aan verdere uitbreiding van de vestiging.”

Maar Van Eldik heeft nog wel wat wensen.

,,Dat schitterende Gastransport bedrijf in

Groningen: daar zouden we graag ook een

steentje willen bijdragen aan de realisatie van

hun doelstellingen.”

Dick van Eldik