high tech en innovatie special
DESCRIPTION
Leeuwarder CourantTRANSCRIPT
High Tech & InnovatieVoorwoord
De topsector
High Tech Syste-
men en Mate-
rialen (HTSM)
is een belang-
rijke motor en
aanjager van
de Nederlandse
economie. Deze
kennisinten-
sieve topsector
produceert een
breed scala aan hoogwaardige eindpro-
ducten, halffabricaten, componenten en
materialen. Nederlandse hightech bedrij-
ven behoren in hun marktsegment tot de
wereldtop en onderscheiden zich door hun
technologische excellentie. Deze producten
worden geëxporteerd over de hele wereld en
bieden sleuteloplossingen voor de huidige
grote maatschappelijke uitdagingen. Denk
aan uitdagingen op het gebied van mobi-
liteit (verbeteren van verkeersveiligheid),
gezondheid (intelligente zorgsystemen),
duurzaamheid (zuinige auto’s en trucks) en
alternatieve energiebronnen (zonnecellen
en elektrisch rijden). Nederland is hierin
toonaangevend, zo ook in het noorden van
ons land, waar veel pareltjes te vinden zijn.
Denk aan Philips Drachten, GEA Pro-
cess Engineering en Neways Electronics,
waarvan in deze special mooie voorbeelden
te vinden zijn. Voor hightech bedrijven is
innovatie essentieel. De topsector neemt
bijna de helft van de totale private R&D-uit-
gaven van ons land voor zijn rekening. Om
onderscheidend te blijven moet meer geïn-
vesteerd worden in publiek en privaat on-
derzoek. De topsector promoot dus ook dat
bedrijven en kennisinstellingen nog meer
met elkaar samenwerken. De unieke kracht
van deze samenwerking tussen grote be-
drijven, mkb en kennisinstellingen bepaalt
de internationale concurrentiekracht van
HTSM in Nederland. De bedrijven hebben de
ambitie om de exportwaarde ruimschoots te
verdubbelen, naar een bedrag van 77 miljard
euro in 2020. Onder het label ‘Holland High
Tech – High Tech Solutions for Global Chal-
lenges’ werken we collectief aan het berei-
ken van deze gezamenlijke doelstellingen.
Amandus Lundqvist
Voorzitter topsector High Tech Systemen
en Materialen
www.hollandhightech.nl
s p e c i a l
“Het bruist bij LIMIS” LIMIS groeit uit tot een belangrijk medisch inno-vatie- & kenniscentrum. Directeur Hessel Bouma: “Vanuit een behoefte ontwikkelen wij betekenis-volle medische innovaties.”
LIMIS begon ruim tien jaar geleden met het
trainen van chirurgen voor laparoscopische
colon-ingrepen. Dit zijn operaties in de buik.
Voorheen werden dergelijke operaties via een
grote snee in de buik gedaan. Tegenwoordig
gaat dit minder rigoureus: er worden vier
kleine sneetjes in de buik gemaakt. In één snee
gaat een buis met licht, in een andere snee een
camera en in de overige sneetjes de instrumen-
ten waarmee de operatie wordt verricht. Via
camerabeelden ziet de chirurg precies wat hij
doet. Hessel Bouma: “We bieden ook al enkele
jaren trainingen aan operatieassistenten. Ook
deze trainingen scoren erg hoog: gemiddeld
8,4.”
Sinds een jaar of vier zet LIMIS eveneens hoog
in op het gebied van innovatie. Als onafhan-
kelijke instelling ontwikkelt het verschillende
producten en diensten. Zo is LIMIS bezig met
onderzoek naar de mogelijkheden voor een
scanner die gaatjes in een darm na een hech-
ting kan detecteren. Er is na een darmoperatie
altijd kans dat de hechting gaat lekken, het-
geen een wereldwijd probleem is. Het probleem
is dat de gaatjes te klein zijn voor het oog en
het lekken meestal enkele dagen na de operatie
gebeurt. De scanner die LIMIS wil ontwikke-
len, inspecteert de darm gelijk na de operatie,
voordat de buik wordt dichtgemaakt.
Ook buiten de operatiekamer wil LIMIS bijdra-
gen aan de gezondheid. Over enkele maanden
lanceert het instituut een slimme website die
mensen met overgewicht helpt om hun gedrag
te veranderen en hun gewicht blijvend omlaag
te brengen. In dit programma is alle relevante
kennis ingevoerd die bewegingsexperts, diëtis-
ten en psychologen hebben met betrekking tot
dit probleem.
,,Mensen kunnen zich thuis aanmelden op deze
site. Na het invoeren van hun gegevens krijgen
ze persoonlijk advies over hoe ze hun leefstijl
kunnen aanpassen en tot een gezond gewicht
kunnen komen. Het is dus een heel slimme
applicatie.” De website maakt het bovendien
mogelijk om met andere mensen in contact te
komen die ook proberen hun gewicht naar een
gezond niveau te brengen.
De virtuele operatiekamer (OK) is ook een
innovatie van LIMIS. Dit is een online trai-
ningstool voor OK-assistenten en wordt in
samenwerking met Grendel Games ontwikkelt.
OK-assistenten leren om te gaan met inge-
wikkelde OK-apparatuur en in te spelen op
reële situaties. Dit draagt bij aan een veilige
OK-omgeving.
Voor al haar innovaties werkt LIMIS samen
met een forse groep partners, waaronder MCL,
NHL, Universiteit Twente, Grendel Games, De
Friesland Zorgverzekeraar, Provincie Fryslân,
Gemeente Leeuwarden, Olympus, Coolminds
en bedrijven uit het MKB. ,,Een deel van onze
medewerkers komt uit het bedrijfsleven”, ver-
telt Bouma, die zelf jaren werkzaam is geweest
bij Philips. ,,Wij zitten sterk aan de business
development-kant. De opbrengsten van onze
producten gebruiken we weer om te investeren
in andere innovaties. Binnen LIMIS werken we
met een heel creatieve en enthousiaste ploeg
mensen. En dat merk je goed: het bruist hier
enorm!”
www.limis.org
Door Martine van der Linden
Smokkelaars kansloos dankzij bodyscanner ODSecuritySmokkelaars hebben geen schijn van kans wan-neer ze gescand worden door een bodyscanner van ODSecurity. Verdachte objecten in of op het lichaam brengt de scanner duidelijk in beeld. Het Leeuwarder bedrijf is marktleider op het gebied van bodyscanners en vernieuwt continu om deze positie vast te houden.
ODSecurity in Leeuwarden is één van de vier
bedrijven in de wereld die zich heeft toege-
legd op het maken van bodyscanners. Jan
Steven van Wingerden staat aan het roer van
het bedrijf dat tien jaar geleden een vliegende
start maakte. “In Nederland hadden we toen
het probleem van bolletjesslikkers, maar in
Engeland was dat probleem nog vele malen
groter. In 2005 hebben we de eerste machine
op Heathrow geïnstalleerd en daarna op andere
vliegvelden in de UK. Dat heeft het probleem
daar verholpen.”
Inmiddels levert ODSecurity aan douanes
in Azië, Latijns-Amerika, Europa, het Mid-
den-Oosten en Australië. In januari heeft
ODSecurity een verkoopkantoor in de USA
geopend. Daarnaast blijkt het systeem zeer
bruikbaar in gevangenissen. “Onze nieuwste
bodyscanners hebben de mogelijkheid om te
scannen én te screenen. Het verschil zit hem in
de dosis röntgen: die ligt bij scannen wat hoger
dan bij screenen. Screenen is daarmee erg ge-
schikt voor gevangenissen, waar vaak dezelfde
mensen door de scanner moeten.”
Het systeem is letterlijk met één druk op de
knop te bedienen. Tien seconden later ver-
schijnt de scan in het scherm. “We voeren
het systeem in allerlei talen uit om het
gebruik nog eenvoudiger te maken. Daar-
naast is ons nieuwste systeem compac-
ter dan zijn twee voorgangers.”
De toekomst van de bodyscanner is
florissant volgens Van Wingerden:
“Wereldwijd zijn nu driehonderd
bodyscanners geïnstalleerd, waarvan
ongeveer honderd door ons. De
komende jaren zal het aantal
geïnstalleerde systemen groeien
naar 6000 apparaten. Wij willen
hier een groot aandeel in hebben.
Om dit voor elkaar te krijgen zullen we altijd
blijven vernieuwen.”
Virtuele operatiekamer met virtuele hand
Virtuele operatiekamer als online trainingstool
High Tech & Innovatie special
Arnold + SiedsmaVerdubbeling octrooiaanvragen in het NoordenTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
In 2012 is het aantal Nederlandse octrooiaanvragen in het Noorden verdubbeld ten opzichte van 2007. Meer bedrijven zien de waarde van octrooien in en hoe deze strategisch in te zetten. Met de juiste bescherming kan je je idee in alle vrijheid tot een commercieel succes maken.
Octrooi en merkenbureau Arnold + Siedsma
ziet in het Noorden veel innovatieve
bedrijven die zich sterk weten te onder-
scheiden en het economisch gezien
goed doen. Dr. Ir. Gerwald Verdijck,
octrooigemachtigde bij Arnold + Siedsma
in Leeuwarden vertelt: ‘In het Noorden
worden we veelvuldig ingeschakeld door
sectoren waar veel innovatie en research
and development (R&D) plaatsvindt. Dat zijn
onder meer de machine- en apparatenbouw,
agrobusiness, water- en sensortechnologie.
Opvallend ook is de groeiende onderlinge
samenwerking tussen deze sectoren.’
Strategisch meedenken
Arnold + Siedsma bestaat 95 jaar in 2015 en
telt kantoren in Nederland, Zwitserland,
Duitsland en België. Verdijck vertelt:
‘We zijn inzetbaar in alle branches. In totaal
tellen we zo’n 100 medewerkers, waarvan
7 werkzaam zijn vanuit Leeuwarden. We zijn
gespecialiseerd in de juridische bescherming
van intellectuele eigendomsrechten. Van het
vastleggen van octrooien (ook wel patenten
genoemd) tot en met de registratie en
bescherming van merken, modellen en
andere intellectuele eigendomsrechten.
Bijzonder aan ons kantoor is dat we dicht bij
onze klanten zitten en daarnaast ook
internationaal gevestigd zijn en samen-
werken met bureaus wereldwijd. Daardoor
kunnen we in ieder land de intellectuele
eigendomsrechten voor klanten bescher-
men.’
‘Door te investeren en innoveren kun je je als
bedrijf onderscheiden en voorsprong nemen
in de markt. Het ondernemersklimaat wordt
harder, er wordt sneller geprocedeerd en
klanten maken bewustere afwegingen ten
aanzien van investeringen en aan te boren
markten. Gezien deze marktontwikkelingen
vragen klanten ons steeds vaker om stra-
tegisch mee te denken. Dat helpt de on-
dernemer goede keuzes te maken inzake de
bescherming van ideeën, alsmede inzake een
goede kosten-batenafweging. We zijn steeds
dichterbij de klant komen te zitten.’
Europees octrooi
Collega octrooigemachtigde ir. Pim Lubber-
dink haakt hierop in: ‘Het belang van ons
werk komt bijvoorbeeld naar voren wanneer
je een samenwerking aangaat. Een helder oc-
trooi voorkomt dat de samenwerkingspartner
er met het idee vandoor kan gaan. Ook kan
de monopoliepositie die ontstaat door een
octrooi de waarde van de vinding voor een te
zoeken samenwerkingspartner vergroten.
En dan zijn er nog de voorbeelden waarbij je
als ondernemer geconfronteerd kan worden
met een octrooi van een concurrent en je
een licentie wilt nemen, zodat je je idee of
vinding toch verder kunt ontwikkelen. Wij
beantwoorden vragen als: ‘hoe sterk is de
octrooipositie van de concurrent’ en beoor-
delen het licentiecontract. Met deze gegevens
kunnen wij bijvoorbeeld vaak een vele malen
lagere licentievergoeding bedingen.’
Actueel zijn de ontwikkelingen rondom de in-
voering van een systeem van Europese octrooi-
en per 1 april 2014. Verdijck en Lubberdink:
‘Nu moeten octrooien nog per land worden
aangevraagd, vanaf dan geldt een octrooi voor
de hele Europese Unie. Het klinkt eenvoudiger,
maar is dat in de praktijk niet. Strategie en ad-
visering worden dan nog belangrijker. Wij ge-
ven hierover lezingen, bijvoorbeeld tijdens het
afgelopen Benelux IP Congres op 26 april 2013.
Ons advies: Laat je goed informeren, want met
de juiste bescherming kan je je idee in alle vrij-
heid tot een commercieel succes maken.’
www.arnoldsiedsma.nl
TÜV Rheinland Nederland is onderdeel van
de TÜV NORD Group, een wereldwijd ope-
rerend netwerk met 500 locatie’s in ruim 61
landen, met ruim 17.000 deskundige mede-
werkers. Begin 2012 opende TÜV Rheinland
Nederland in Leek een nieuw testlaborato-
rium, dat gespecialiseerd is in het testen en
de certificeren van elektrische, elektroni-
sche en telecommunicatie producten.
TÜV Rheinland: Best in tests
Je komt het TÜV Rheinland keurmerk tegen op bloeddrukmeters, detectiesystemen, transformers en zonnepanelen, maar ook op haardrogers, tegelsnijders, koffiemachines, liften, auto’s en mega-grote to-renkranen. Wereldwijd dragen meer dan 110.000 verschillende producten het TÜV Rheinland keurmerk en het wordt door producenten dan ook als het ‘meest gewilde’ certificaat beschouwd.
TÜV Rheinland Nederland (Electronic Products
and Services/EPS), gevestigd in Leek, is een
onafhankelijk en internationaal erkend geac-
crediteerd testlaboratorium dat zich toelegt op
het onafhankelijk beoordelen van bedrijven,
processen, en bedrijfsmiddelen. De beoorde-
lingen lopen uiteen van kwaliteitsmanagement
en veiligheid tot actuele onderwerpen, als
duurzaamheid, het milieu en maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Participeren
Patrick Booman, account manager TÜV Rhein-
land Leek: “Wij adviseren een ondernemer om
TÜV Rheinland al in een vroeg stadium bij de
ontwikkeling van een product te betrekken.
Het gevoel van een researcher zegt vaak dat
het nieuwe ontwerp een succes kan worden,
maar het is jammer als de wettelijk gestelde
technische eisen waaraan het product moet
voldoen niet of onvoldoende in het concept
zijn meegenomen. Hoe eerder we participe-
ren in het ontwerp, hoe beter. We kunnen het
prototype dan testen, wat altijd beter is dan
wanneer de productie al is gestart. Met het
keurmerk van TÜV Rheinland weet de op-
drachtgever zeker dat het product voldoet aan
de gestelde eisen.”
Productwildernis
Veel producten lijken op elkaar en vaak weet de
eindconsument niet welke hij moet kiezen. Wie
kan als leek in een apparaat kijken om de kwa-
liteit ervan te bepalen? “Het TÜV Rheinland
keurmerk biedt consumenten een betrouwbare
richtlijn in de wereldwijde ‘productwildernis’.
Het geeft ze de garantie dat het product met
betrekking tot kwaliteit, milieu, veiligheid en
duurzaamheid uitvoerig is getest.”
TÜV Rheinland Nederland B.V
Electronic Products and Services (EPS)
Eiberkamp 10, Leek
(088) 888 7 888
www.tuv.com/nl
High Tech & Innovatie special
Innovatiecluster,‘Parel die het Noorden op de kaart zet’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
Het Innovatiecluster Drachten bestaat uit acht High Tech - voornamelijk - Drachtster-bedrij-ven: BD Kiestra, Irmato, Neopost Technologies, Norma-IMS, Philips, SMST, Variass en sinds juni 2013 WhisperPower. Gezamenlijk tellen zij ruim 2700 medewerkers -van wie zo’n 860 product-ontwikkelaars. Zij investeren jaarlijks meer dan 100 miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling en bieden veel groei- en carrièremogelijkheden.
Ties Zweers is Wethouder Economische
Zaken in Drachten/Smallingerland en onder
andere voorzitter van het Innovatiecluster.
Zweers vertelt: ‘Van de Noordelijke private
R&D investeringen vindt 40% plaats in en
vanuit Drachten. Er wordt hier enorm inno-
vatief gewerkt op hoog niveau. Dat biedt veel
groei- en carrière kansen.’
Vliegwiel voor Noord-Nederland
‘Binnen de drie Noordelijke provincies wordt
jaarlijks zo’n 300 miljoen euro gespendeerd
aan research en development (R&D). Daar-
van vindt 100 miljoen euro plaats binnen het
Innovatiecluster in onze gemeente’, aldus
Zweers. ‘De werkgelegenheid in het Noorden
is hier enorm mee gebaat. Het cluster verte-
genwoordigt zo’n 10% van de arbeidsplaat-
sen in de gemeente. De bedrijven binnen
het cluster leveren zeer diverse high tech
oplossingen. Door te innoveren en efficiënter
te produceren kun je de concurrentie met
lage lonen landen aangaan. Zo kan Philips op
basis van innovatieve ontwikkelingen con-
currerend produceren in Drachten.’
‘Als gemeente vervullen we een belangrij-
ke rol inzake de PR rondom het cluster en
participeren we indien nodig in bepaalde
projecten, zoals de recent gehouden Uitvin-
derswedstrijd. Tot 2020 ondersteunen we
de ontwikkeling van het cluster met zo’n 8
miljoen euro, de Provincie Fryslân partici-
peert met hetzelfde bedrag en de betrokken
bedrijven investeren 16 miljoen euro. Bedoe-
ling van het cluster is dat er relaties worden
gezocht met andere innovatieve bedrijven en
ontwikkelingen in het Noorden. We willen
in Drachten de as en het vliegwiel vormen
voor bedrijven in Noord-Nederland. Daarbij
zoeken we aansluiting met het onderwijs van
mbo tot en met universitair niveau en hopen
we zelfs op het ontstaan van een campus. Dit
alles is ook onderdeel van de recent versche-
nen Samenwerkingsagenda van Provincie en
Gemeente.’
Boeien en binden
Piet Fellinger van het deelnemende bedrijf
Neopost vertelt: ‘Aan het Innovatiecluster
nemen bedrijven deel die elkaar niet be-
concurreren en die allemaal bezig zijn op
heel verschillende high-tech vlakken. Van
systemen voor microbiologische laborato-
ria tot hoogwaardige metaalbewerkingen,
elektrische systeemoplossingen, geavan-
ceerde post- en pakketverwerking en meer.
Samenwerken en kennis delen vraagt om
een sfeer van vertrouwen. Daar moet je aan
werken en bouwen. Onze R&D afdelingen
zitten regelmatig om tafel en huren en lenen
elkaars personeel. We worden professioneel
ondersteund door bureau Berenschot om de
samenwerking vorm te geven en we hebben
een intern ontwikkelprogramma. Eén van
onze hoofdthema’s voor de eerste 2 jaar is:
boeien en binden.’
Een groot behaald succes is de in juni van
dit jaar georganiseerde Uitvinderswedstrijd.
Hiervoor waren alle HBO onderwijsinstel-
lingen in Noord-Nederland uitgenodigd. De
opdracht luidde: ‘Presenteer een technische
en vermarktbare uitvinding die een bijdrage
vormt aan het langer zelfredzaam zijn van
oudere en minder valide mensen’. Contact-
persoon voor de wedstrijd Wim Venema van
Irmato vertelt: ‘De uitwerkingen zijn tijdens
een groots event gepresenteerd in de Lawei
in Drachten met als dagvoorziter Ruben van
der Meer van De Lama’s en een professio-
nele jury. Het was grandioos en het leverde
heel goed toepasbare vindingen op. Van een
‘bed-opmaak hulptool’ tot en met een sys-
teem dat trillingen bij Parkinson patiënten
vermindert. De wedstrijd heeft een geweldig
enthousiasme bij het HBO in Noord-Ne-
derland los gemaakt. Enkele deelnemers
hebben begeleiding van ons gevraagd voor
verdere ontwikkeling. Ons doel is jongeren te
boeien voor techniek en hen behouden voor
het Noorden. Door de wedstrijd jaarlijks te
organiseren en de samenwerking met onder-
wijsinstellingen te intensiveren, blijven we
in nauw contact met het onderwijs en zien
jongeren welke mogelijkheden en vele car-
rièrekansen onze bedrijven bieden. Tevens
geven we gastcolleges en bieden stageplaat-
sen. Dat alles past binnen onze doelstelling
boeien en binden.’
Innovatiehuis
Piet Fellinger: ‘Doordat we als cluster
middels ondernemerschap en innovatie aan
de weg timmeren worden we al benaderd
door bedrijven die hier een vestiging willen
openen om dichterbij het cluster te zitten.
Hoewel toetreden tot het cluster op dit
moment nog niet direct eenvoudig is, zijn we
geen exclusieve club. We willen de huidige
samenwerking eerst verstevigen en zorgen
dat de pijlers staan voordat we verder uit-
breiden qua deelnemers. We spreken nu met
de Ondernemersvereniging Drachten over
een centrale plaats waar de deelnemende be-
drijven zich presenteren. Een innovatiehuis
waar zichtbaar is wat R&D teweegbrengt en
wat hier geproduceerd wordt, en dat tevens
een educatieve functie heeft. Ook starters-
begeleiding is onderwerp van gesprek. In
onze regio alleen al bevinden zich zo’n 2500
bedrijven die allemaal iets aan innovatie
doen. Het innovatiehuis wil zittende bedrij-
ven helpen meer te innoveren en ondersteu-
ning bieden hoe je dat aanpakt. We zijn in
een verkennende fase. Bureau Berenschot
verricht in deze onderzoek voor ons.’
‘De inzet van betrokkenen is geweldig’, ver-
telt Fellinger enthousiast. ‘De R&D investe-
ring van 100 miljoen euro per jaar binnen de
bedrijven in het cluster wordt helemaal uit
eigen producten gegenereerd. Het cluster is
er door en voor de bedrijven en wordt gerund
door mensen met drukke banen. De inzet van
en waardering door gemeente en provincie
is geweldig. Zij vormen een heel belangrij-
ke pijler op het gebied van communicatie
en PR. In oktober lanceren we onze website
www.icdrachten.nl waar onze bedrijvigheid
zichtbaar wordt, we ontwikkelen stageplaat-
sen, maken vacatures zichtbaar en gaan
social media inzetten. Ook is het thema van
de Uitvinderswedstrijd voor volgend jaar
bepaald: het maken van een gadget om stress
te verminderen. Kortom, allemaal ontwikke-
lingen waarin ons thema boeien en binden in
optima forma naar voren komt. Het Innova-
tiecluster is een parel die het Noorden nog
beter op de kaart gaat zetten.’
Ties Zweers
High Tech & Innovatie special
Astron: living lab voor ondernemend Noord-NederlandWie weet dat diep verscholen in de bossen van Drenthe nabij Dwingeloo al decennialang een kennisin-stituut zit -dat zelfs haar roots heeft liggen in diezelfde bossen- en op het gebied van radioastronomie eveneens al decennialang tot de top drie van de wereld behoort? Marco de Vos, managing director van Astron, over living lab, Lofar en technostarters.
Astron Netherlands Institute for Radio Astro-
nomy is het Nederlands instituut voor radioas-
tronomie, een organisatie die zich bezighoudt
met onderzoek en ontwikkeling op astrono-
misch gebied. Astron consenteert zich spe-
cifiek op de ontwikkeling van instrumentatie
en faciliteiten voor de radioastronomie en het
bouwen van de infrastructuur daarvoor. Het is
een internationaal gericht kennisinstituut en
heeft nauwe contacten met het bedrijfsleven.
“Die samenwerking met het bedrijfsleven is
er vanaf het begin van Astron -eerder opere-
rend onder een andere naam- altijd geweest”,
vertelt Marco de Vos. “Een samenwerking met
marktpartijen in binnen- en buitenland, maar
ook en juist met het MKB in Noord-Nederland.
Het Noorden kent namelijk traditioneel een
grote maakindustrie. Alle technologieën die bij
Astron worden ontwikkeld kennen een spin-
out naar het bedrijfsleven. Astron fungeert
daarbij als een living lab, een proeftuin van
nieuwe technologieën die nieuwe mogelijkhe-
den biedt voor het MKB. In het actief benaderen
van dat MKB worden we steeds beter, met als
resultaat dat het mes aan beide kanten snijdt:
wij leren wat massaproductie is, terwijl het
bedrijfsleven leert van onze kennisinnovatie.”
Zo heeft het recent gerealiseerde Lofar-project
een positieve impuls gegeven aan het Noorde-
lijke bedrijfsleven. Lofar is een radiotelescoop
die werkt met de laagste frequenties die vanaf
de aarde kunnen worden waargenomen. De te-
lescoop is het vervolg op de telescoop bij Wes-
terbork en bestaat uit een netwerk van veertig
stations, geconcentreerd in het Noord-Oosten
van Nederland, uitgebreid met acht stations
in Duitsland, Frankrijk, Zweden en Engeland.
“Al vanaf de ontwerpfase van Lofar hebben
we de stakeholders bij het project betrokken.
Behalve het generen van werk voor bestaande
bedrijven, is Lofar daarnaast een living lab
geweest voor zogenaamde technostarters. Ze
doen werkervaring op, vinden aansluiting bij
een netwerk en last but not least staat Astron
als referentie ook nog eens heel goed in je
curriculum vitae!”
www.astron.nl
Annual report2012
'Ik vind het fascinerend om dingen te laten reageren op de omgeving'
De passie voor techniek is hem niet met de
paplepel ingegoten, maar zat er al van nature
in bij Maarten. “Knex, Meccano, bouwdo-
zen met van die 4,5 volt batterijen: ik heb
het allemaal gehad. Na de basisschool en het
Vmbo heb ik in het Mbo de Elektronica met ICT
opleiding gedaan. Mijn eerste stappen richting
de kennis van de ‘kleine’ elektronica en de
software die deze elektronica aanstuurt, zijn
hier gezet. ”
Maarten sloot zijn Mbo-opleiding met goed
gevolg af en had zich inmiddels aangemeld
voor de tweede lichting studenten Advanced
Sensor Applications aan het Hanze Institute of
Technology, studiejaar 2009-2010. “Die oplei-
ding bestond nog maar net, maar sloot perfect
aan op mijn passie voor sensoren. Ik vind het
fascinerend om dingen te laten reageren op
de omgeving. Juist die brede mix van soft- en
hardware in de opleiding sprak mij aan. De
sensor als hardware met de slimheid van de
software. De opleiding omvat een aantal vaste
vakken die je moet volgen om echt goed te
begrijpen wat de sensor waarneemt. Daarnaast
is het programma sterk gericht op projectwerk.
In die laatste heb je een grote keuzevrijheid,
wat je de mogelijkheid biedt om jezelf te profi-
leren met je sterkste kwaliteiten.”
Een mogelijkheid die Maarten ten volle heeft
benut. “De weg die ik naar het Hbo ben gegaan
is niet de meest gebruikelijke. Vooral de aan-
sluiting van Mbo op Hbo is haast een brug te
ver. In het eerste jaar op het HIT wordt uitge-
gaan van een specifieke voorkennis, gebaseerd
op het gegeven dat de meeste studenten van
Havo of Vwo komen. En dus onder andere
wiskunde op dat niveau hebben gehad. Dat had
ik niet en de eerste maanden heb ik studiewe-
ken gedraaid van vaak wel meer dan vijftig uur.
Mede dankzij de kleinschaligheid van het HIT
en het gemotiveerde docententeam is het mij
gelukt de vereiste basiskennis op te vijzelen.
Het resultaat was er naar: aan het einde van
het eerste jaar had ik als een van de weinige
eerstejaars mijn propedeuse op zak.”
Maarten deed zijn afstudeerproject bij Philips
in Drachten waarvoor hij een lichtsensor ont-
wikkelde. “Veel meer mag ik er niet over ver-
tellen. Bedrijfsgeheim. Jammer genoeg helpt
zo'n afstudeerproject je in deze economisch
moeilijke tijden niet altijd meer om een voet
tussen de deur van het bedrijf te krijgen. Ik heb
nu wel een concrete sollicitatie lopen bij een
bedrijf dat hard- en software ontwikkelt. Pre-
cies wat ik wil. Het is business to business en ik
ben bij het hele ontwikkelingsproces, van voor
naar achter, betrokken. De relatief lange weg
die ik ben gegaan en de diversiteit in techniek
die ik mij onderweg heb eigen gemaakt, maakt
dat ik op een hoog niveau breed inzetbaar ben.
Sensortechnologie is een groeiende markt met
veel potentie. Je ziet het overal terugkomen.
Nu alleen die baan nog...”
hanze.nl/asa
Ten tijde van het interview had hij twee sollicitaties lopen waarvan -met een aan zekerheid grenzend vertrouwen- er uiteindelijk één hem de baan gaat opleveren die hij ambieert. Voor Maarten Oostra (25) een voorlopig sluitstuk van een weg die ooit begon met Knex en Meccano en een nieuw begin na een succesvol afgeronde studie aan het Hanze Institute of Technology (HIT) in Assen.
Hanze Institute of Technology
Het HIT maakt deel uit van Hanzehoge-
school Groningen is een internationale
bachelor (HBO) opleiding op het gebied
van Advanced Sensor Applications.
Deze Honours Bachelor is een bijzonde-
re Elektrotechniek-opleiding, met een
specialisatie in sensortechniek. Studenten
zijn afkomstig uit de hele wereld en lopen
stage bij onder andere Philips, Astron,
Nam, Asml, Umcg, Port of Amsterdam en
Holst Centre.
High Tech & Innovatie special
Ontwikkeling richting kenniseconomieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
Noord-Nederland is er de afgelopen jaren in geslaagd sterke clusters te ontwikkelen op het gebied van haar vijf economische speerpunten: energie, watertechnologie, sensortechnologie, agribusiness en ‘healthy ageing’. Ook op het gebied van high tech gaan de ontwikkelingen snel en is er een tendens richting een kenniseconomie.
Henk Deinum, Wethouder Economische Zaken
in Leeuwarden, ziet een tendens dat bedrijven en
kennisinstellingen steeds verder samenwerken
om nieuwe innovaties te ontwikkelen. ‘Ook op
het gebied van high tech timmeren we goed aan
de weg. Eerst al de Wateralliantie, nu volgen
de Dairy Chain en Innovatiecluster Drachten.
Mooie voorbeelden waarin high tech bedrij-
ven in de gehele regio hun krachten en kennis
kunnen bundelen. Door deze ontwikkeling wordt
bovendien de focus verlegd, van een maakeco-
nomie waar het Noorden van oudsher sterk in is
naar een kenniseconomie. Een koerswijziging
die onontbeerlijk is voor economische groei
en het binden van hoger opgeleiden. Vanuit de
gemeente Leeuwarden ondersteunen we deze
tendens. Een voorbeeld is A7Westergo waarin
provincie en grotere gemeenten middelen be-
schikbaar stelden voor innovatieve ontwikkelin-
gen die zonder steun niet van de grond zouden
komen.’
Wim Huizinga is adviseur Economische Zaken
bij de gemeente Leeuwarden en zegt: ‘We
besteden veel aandacht aan relatiebeheer. Zo
regelen we maandelijks netwerkbijeenkomsten
voor ondernemers. Eén van mijn taken is het
in contact brengen van ondernemers met voor
hen relevante personen. Begin november is de
gemeente Leeuwarden bijvoorbeeld gastheer
voor een watertechnologie delegatie uit Canada
en kijken we actief welke Friese bedrijven hierbij
kunnen aanhaken. Gevraagd naar wat hij bijzon-
der vindt, noemt Huizinga de ontwikkeling van
high tech bedrijven in de gemeente Leeuwarden,
voor het grote publiek vaak onbekend. ‘Ook
daarin spelen we als gemeente vaak een rol.’
Wilee techniek; wereldwijd één van de circa 15
spelers
Wilee Techniek is zo’n voorbeeld van een bij-
zonder bedrijf gevestigd in Leeuwarden en actief
binnen de high tech industrie. Directeur Sjoert
Zuidhof vertelt: ‘Wilee Techniek is actief op drie
terreinen. Ten eerste ontwikkelen we produc-
tie- en procesautomatisering voor de industrie
en zuivelindustrie, dat zijn voor ons enorme
groeimarkten. Onze tweede tak van sport is het
wereldwijd leveren van elektronica die treindeu-
ren veilig opent en sluit. Een zeer hoogwaardige
technologie die wij zelf ontwikkelen en waarin
wereldwijd misschien zo’n 15 spelers actief zijn.
Onze omzet in deze besturingen bedraagt meer-
dere miljoenen per jaar.’
‘Ten derde ontwikkelen we onder de naam Au-
topharma logistieke oplossingen voor het uitge-
ven van medicijnen via medicijnenrobots. Voor
bijvoorbeeld ziekenhuizen waar doosjes met me-
dicatie los ingevoerd worden en er gesorteerd en
op naam gesteld uit komen en voor herhaalm-
edicatie (80% van de recepten valt hieronder)
bij de apotheek. Hierbij krijgt de patiënt op zijn
mobiele telefoon of per mail bericht dat hij zijn
medicijnen kan komen afhalen middels een
codenummer. De machine is in principe 24/7
bereikbaar en maakt wachten overbodig.’
‘We tellen 33 medewerkers en werken hoofdza-
kelijk business to business. Onze klanten komen
doorgaans van buiten Friesland, behalve waar
het de agrobusiness betreft. In 2004 hebben we
nieuwbouw gepleegd aan de Anne Wadmanwei
in Leeuwarden. De voorwaarden en vergun-
ningen vergden veel inspanningen van zowel
onze kant als die van de gemeente. De contac-
ten waren en zijn plezierig en er is sprake van
goede bereikbaarheid. Belangrijk want een goed
vestigingsklimaat is van groot belang voor het
bedrijfsleven.’
Fiber-Line; uitbreiden naar Azië
Ook Fiber-Line in Leeuwarden is zo’n uniek
voorbeeld. Directeur Arjan van der Veen: ‘Wij
zijn specialist in high tech garens (fibers) die
sterker en lichter zijn dan staal. We voegen aan
deze door ons ingekochte garens waarde toe door
twijnen (in elkaar draaien van meerdere draden),
wikkelen en onze hoofdspecialiteit het aanbren-
gen van coatings. Onze afzetmarkt is hoofdza-
kelijk de glasvezelkabelindustrie en daarnaast
de olie- en gasindustrie en overige toepassingen
zoals composieten.’
‘In 2000 ben ik voor de Amerikaanse Fiber-Line
Group in Leeuwarden gestart met de verkoop
in Europa. Dat ging zo goed dat we in 2005 een
pand hebben betrokken en van warehousing
zijn overgestapt naar productie. Er zijn nu 25
medewerkers in dienst en we draaien 5 dagen
per week 24 uur per dag in ploegendiensten.
We doen al zaken in heel Europa, Rusland, het
Midden Oosten en Zuid-Afrika. Sinds een jaar
zijn we ons aan het oriënteren op de Aziatische
markt. Bij de gemeente Leeuwarden heb ik in het
verleden goede gesprekken gevoerd met Henk
Deinum en Wim Huizinga. Huizinga gaf prima
netwerkcontacten af voor de internationale
markt, onder andere bij het WTC Leeuwarden.
Nu we aan de vooravond staan van een mogelijke
bedrijfsvestiging in Azië zal ik me zeker weer tot
hem wenden. Dergelijke internationale connec-
ties kunnen het verschil maken voor het behalen
van succes.’
ECM Technologies; elektrochemische
processen
Tot slot ECM Technologies waar directeur Hans-
Henk Wolters laat zien hoe zij elektrochemische
processen ontwikkelen. ‘Middels stroom en che-
micaliën bewerken wij metalen op een innova-
tieve wijze. We werken weinig in Nederland maar
hoofdzakelijk voor multinationals in de aeros-
pace, automotive en medische industrie. Klanten
vinden ons door onze naamsbekendheid en onze
hoge Google ranking. We zijn erg actief met bij-
voorbeeld webinars. Onze website is Engelstalig
en komt binnenkort ook in het Chinees, Russisch
en Japans online.’
De ontwikkeling van geavanceerde materialen
binnen de industrieën waarvoor wij werken gaat
zo snel dat deze niet meer door conventionele
methoden is bij te houden. Ons werk is heel spe-
cifiek en wordt niet op scholen of universiteiten
gedoceerd. Wereldwijd zijn er slechts zo’n 3 à 4
bedrijven actief met deze techniek.’ Wolters heeft
het bedrijf opgericht in 2003. ‘Vorig jaar heb ik
50% van mijn aandeel verkocht aan een nieuwe
partner in de Verenigde Staten.
Hiermee willen we een uitbreiding van de pro-
ductie en van het huidige personeelsbestand van
8 tot zo’n 20 gekwalificeerde medewerkers mo-
gelijk maken. Actueel is dat we op aanvraag van
Wetsus momenteel een heel bijzondere techniek
ontwikkelen voor de voedingsmiddelen- en me-
dische industrie. De gemeente Leeuwarden tipte
ons om hiervoor ondersteuning aan te vragen bij
het projectbureau A7Westergo. Een mooi voor-
beeld van een versterkende samenwerking tussen
overheid, onderwijs en bedrijfsleven.’
Henk Deinum, Wethouder Economische Zaken gemeente Leeuwarden
Sjoert Zuidhof, Wilee Techniek
Arjan van der Veen, Fiber-Line International B.V.Hans-Henk Wolters, ECM Technologies
High Tech & Innovatie special
FrieslandCampina Investeren in innovatieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
FrieslandCampina in Leeuwarden viert dit jaar haar 100-jarig jubileum. 100 jaar internationale handels-geest vanuit Leeuwarden heeft mede aan de basis gestaan van het succes van zuivelconcern Friesland-Campina. De blik is op de toekomst gericht, de komende jaren wordt fors geïnvesteerd in de fabriek in Leeuwarden.
FrieslandCampina voorziet wereldwijd elke dag
circa 1 miljard mensen van zuivelproducten,
rijk aan gezonde voedingsstoffen. Het concern
telt vestigingen in 28 landen. Alle aandelen
van het concern zijn in handen van Zuivel-
coöperatie FrieslandCampina, waarbij ruim
14.000 leden - melkveebedrijven in Nederland,
Duitsland en België - zijn aangesloten.
Waardevolle voedingsstoffen
In Leeuwarden vinden we Europa’s grootste
condensfabriek. Hier wordt 10% (een miljard
liter) van de melk van de leden door 800 me-
dewerkers verwerkt tot EVAP (gecondenseerde
melk), SCM (gesuikerde gecondenseerde melk)
en melkpoeders. Het gaat daarbij om wel meer
dan 100 verschillende recepturen. De afvullij-
nen verwerken jaarlijks 1 miljard blikken, die
in de naastgelegen eigen blikfabriek worden
gemaakt. Genoeg om de wereld tweemaal te
omspannen. De producten worden o.a. onder
de merknamen Black & White, Rainbow, Peak,
NoyNoy, Friesche Vlag en Dutch Lady afgezet in
Azië, het Midden-Oosten, Afrika, Griekenland
en Nederland.
Jarig Langhout, Directeur van FrieslandCampi-
na Leeuwarden, vertelt: ‘Onze producten vind
je overal ter wereld terug. Ook bij mensen die
de waardevolle voedingsstoffen in zuivel hard
nodig hebben maar het moeilijk kunnen beta-
len. Speciaal voor deze doelgroep produceren
we kleine, betaalbare verpakkingen (sachets).
Van de totale productie in Leeuwarden komt
3 à 4 % in de Nederlandse schappen, de rest
wordt geëxporteerd. Elke week produceren we
hier zo�’n 450 à 500 zeecontainers vol. Voor het
vervoer per boot is een terminal gebouwd bij
het van Harinxmakanaal in Leeuwarden. Het
‘Vrij Baan’ project waarbij de bereikbaarheid
van Leeuwarden wordt verbeterd en aquaduc-
ten worden aangelegd is voor onze logistiek
dus heel belangrijk.’
Grote investeringen en gekwalificeerd
personeel
Gerrit Miedema, Manager Technology &
Projects bij FrieslandCampina Leeuwarden,
is blij met de recente goedkeuring van een
investering van 110 miljoen euro in nieuw- en
verbouw in Leeuwarden. ‘We investeren fors in
nieuwbouw en in vervangingen. Zowel in het
bereiden van de producten als in het verpakken
ervan. Een moderne fabriek waarin klimaat-
neutraal geproduceerd wordt en waarin met de
nieuwste technieken wordt gewerkt.
Hierbij staat duurzaamheid hoog in ons vaan-
del, zo lopen er onderzoeken naar onder andere
het gebruik van zonne-energie en aardwarmte.
Ook hebben we al een aantal vrachtwagens
die op biogas rijden, een ontwikkeling die we
toejuichen. Met de fabrieksuitbreiding leveren
we tevens een mooie bijdrage aan de verdere
versterking van de Nederlandse exportposi-
tie voor zuivelproducten en aan de regionale
werkgelegenheid.’
Langhout: ‘Ook in onze personeelsoplossingen
zijn we innovatief. We werken samen met op-
leidingsinstituten en hebben eigen leer-werk-
en young potential-programma’s. Voorts
proberen we uit onze directe omgeving jaarlijks
een aantal moeilijk plaatsbare werklozen een
kans te geven. Het werven van goed gekwali-
ficeerd personeel is, gezien de grote uitstroom
van medewerkers als gevolg van pensioen, een
van de grootste uitdagingen voor de komen-
de jaren. Het vinden van juist gekwalificeerd
personeel is niet eenvoudig. Hiervoor moeten
we als voedingsmiddelensector ook zelf aan de
slag; door te investeren in onderwijs en door te
boeien en binden. Bij FrieslandCampina Leeu-
warden zijn we hier enorm mee bezig.’
www.frieslandcampina.com
BASF opent deurenTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
In 2010 consumeerden we als wereldbevolking al anderhalf maal de capaciteit aan grondstoffen die de aarde ons biedt. BASF opent deuren: zij kan door middel van oplossingen op basis van chemie antwoor-den vinden. Op 5 oktober 2013 is hierover meer te zien en horen tijdens de open dag in Nijehaske.
Aan het woord is Paul Evers, Site Director
bij BASF in Nijehaske. ‘We lopen in op onze
resources. Met een wereldbevolking van zo’n 7
miljard nu en verwachte groei naar 9 miljard in
2050, wordt dit probleem steeds groter. Vanuit
de chemie kunnen we antwoorden vinden voor
uitdagingen op het gebied van grondstoffen,
milieu en klimaat, voedsel, drinkwater en
levenskwaliteit.’
Eigen patentbureau
BASF is een Duits concern, opgericht in 1865
en telt 113.262 medewerkers. Het grootste mul-
tinationale chemieconcern wereldwijd is actief
binnen de segmenten Chemie, Kunststoffen,
Performance Products (zoals pigmenten),
Functional Solutions (zoals coatings), Gewas-
bescherming en Olie en Gas. ‘De producten
die wij maken zijn grondstoffen of halffabri-
caten die op hun beurt weer gebruikt worden
in de producten van onze klanten. We zoeken
duurzame oplossingen op basis van vragen
uit de markt en werken enorm innovatief en
toepassingsgericht. Jaarlijks vraagt ons eigen
patentbureau zo’n 1.200 patenten aan. We
hebben bijvoorbeeld een onderlaag voor zwarte
autolak ontwikkeld die licht en warmte weer-
kaatst zodat de auto vele malen minder energie
gebruikt via air conditioning.’
Dochtermaatschappij BASF Nederland telt 1.115
medewerkers en heeft haar hoofdvestiging in
Arnhem. Eén van de Nederlandse productie-
sites vinden we in Heerenveen (Nijehaske).
Evers vertelt: ‘In Nijehaske werken ongeveer
240 medewerkers, waarvan een groot deel
in ploegendiensten. De site draait 365 dagen
per jaar 24 uur per dag. BASF maakt de smaak-
makers van de industrie, waar de industrie we-
reldwijd niet zonder kan. In Nijehaske zijn dat
enerzijds watergedragen polymeerproducten
voor de inkt- en coatingindustrie. Zo’n 80%
van de watergedragen, en daardoor milieu-
en voedselveilige, polymeerproducten wordt
gebruikt in inkten voor voedselverpakkingen.
Onze tweede productgroep bestaat uit de addi-
tieven, voor bijvoorbeeld de coatingindustrie
en de kunststoffenindustrie. Onze grootste
groeimarkten bevinden zich in Azië en Afrika,
80% van onze producten wordt verkocht buiten
Nederland en een zeer groot deel zelfs buiten
Europa.’
Succes door Verbund-strategie
De kracht van BASF ligt onder andere in de
zogenaamde ‘Verbund-strategie’, vrij te
vertalen naar ‘verbindingsstrategie’. Binnen
Verbund-locaties zijn meerdere fabrieken
geclusterd, waarbij de reststof van de ene fa-
briek de grondstof is voor de volgende fabriek.
Ditzelfde principe wordt gehanteerd voor ken-
nis en energie. ‘Ook de Site in Nijehaske past
binnen dit Verbund. De meeste grondstoffen
worden geleverd vanuit andere BASF productie
sites. Zo bereiken we een hoge efficiency van
grondstoffen- en energiegebruik en kunnen we
uitermate duurzaam werken.’
‘Zowel de productietechniek als de besturing
en beveiliging op onze site zijn high tech.
Kritische technieken van onze productgroepen
zijn gepatenteerd en kunnen we alleen hier in
Nijehaske uitvoeren. Dat betekent een enorme
uitdaging voor technici van mbo tot universi-
tair niveau, waardoor we een heel aantrekke-
lijke werkgever zijn in Friesland. We werken
samen met opleidingsinstituten als de RUG,
De Technische Universiteit Eindhoven en de
Hogere Laboratoriumschool Leeuwarden.
Op 5 oktober 2013 openen we onze deuren
tijdens de Dag van de Chemie. Iedere belang-
stellende kan tijdens fascinerende rondleidin-
gen via een afgezette route alle werkprocessen
in de fabriek zien en horen hoe wij wereldwijd
oplossingen bieden voor duurzaamheidsvraag-
stukken.’
www.basf.nl
Nieuwbouw in LeeuwardenModerne operator room in de fabriek
Directeur Jarig Langhout Vrachtwagen op biogas
High Tech & Innovatie special
‘De vraag kan ons niet gek genoeg zijn’
Het markante gebouw van het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) op het Zer-nikecomplex heeft al snel na haar totstandkoming in 2002 in de volksmond de naam ‘de aardappel’ gekregen. Met wat meer verbeelding kun je er echter ook de vorm van het menselijk brein in zien. Een vergelijking die meer recht doet aan het wezen van het CIT.
Met het aanbod van kwalitatief hoogwaardig
onderwijs en onderzoek binnen een interna-
tionale context, behoort de Rijksuniversiteit
Groningen inmiddels tot de top-100 van beste
universiteiten wereldwijd. Dit topniveau is
alleen mogelijk als docenten, studenten en
onderzoekers gebruik kunnen maken van in-
noverende en concurrerende voorzieningen op
het gebied van ICT. Samenwerken aan steeds
betere ICT voor Onderwijs en Onderzoek is dan
ook de missie van het instituut.
Innoveren met ICT
“En daar horen nog twee O’s bij”, aldus Tjeerd
Willem Hobma, algemeen directeur van het
CIT. “Namelijk de O van ondernemers in
Noord-Nederland, en de O van de interne Or-
ganisatie van de RUG. Er is een duidelijke trend
merkbaar dat meer en meer ICT-diensten die
het CIT verzorgt, ook de innovatiekracht van
bedrijven kunnen versterken. Het CIT speelt al
jaren in op die trend en is er zelfs deels verant-
woordelijk voor. Samenwerking met marktpar-
tijen als het noordelijke MKB en de industrie
is al jarenlang een geïntegreerd onderdeel van
het beleid van CIT. Een uitnodiging die wij
nadrukkelijk communiceren naar mogelijke
partners.”
Big Data (Astron en Target)
Alle universitaire ICT-mogelijkheden beginnen
en eindigen in de beide rekenhallen van het CIT
die enorme hoeveelheden data kunnen ver-
werken. “Alle data van de 30.000 studenten en
8.000 medewerkers van de RUG bijvoorbeeld,
maar een apart cluster is exclusief in gebruik
voor Astron uit Dwingeloo”, weet Haije Wind,
technisch directeur van het CIT. “De IBM Blue
Gene-supercomputer verwerkt samen met
enkele grote computerclusters alle gegevens
die binnenkomen van de Lofar-telescoop van
Astron. Een representatief voorbeeld van een
succesvol partnership. In het Big Data-project
Target werkt CIT samen met het bedrijfsleven
en onderzoekers vanuit verschillende discipli-
nes aan nieuwe Big Data-toepassingen.”
3D-visualisaties
Ten behoeve van de inzet van ICT in het weten-
schappelijk onderzoek heeft de RUG de afgelo-
pen jaren flink geïnvesteerd in hoogwaardige
visualisatiefaciliteiten. Behalve voor weten-
schappelijke doeleinden worden de 3D-visua-
lisaties ook ingezet voor het (lokale) bedrijfs-
leven. Hobma: “Met onze visualisatie-experts
zijn wij bijvoorbeeld in staat zeer innovatieve
en interactieve 3D-visualisaties te maken. Het
tot voor kort grootste touchscreen ter wereld
staat hier in de Zernikeborg. We gaan met
deze faciliteit echter nadrukkelijk niet op de
stoel van ondernemers in die branche zitten.
Daar waar bijvoorbeeld een architect bij het
visualiseren van een ontwerp tegen de grenzen
van zijn datacapaciteit aanloopt, zijn bij ons de
mogelijkheden in principe onbeperkt. Wat ons
betreft kan de vraag niet gek genoeg zijn, of wij
hebben er een oplossing voor.”
Virtual Reality-theater
De Virtual Reality-faciliteiten van het CIT
bestaan uit een vierzijdige Reality Cube en een
tien meter breed cilindervormig Virtual Reali-
ty-theater met een mega multi-touchscreen. De
kromming van het scherm verhoogt het gevoel
van aanwezigheid in de virtuele omgeving. “Be-
halve natuurlijk de afmetingen en de real-life
beleving is het bijzondere van dit systeem dat
het interactief is waardoor je echt met je data
kunt werken”, vertelt Wind. “Zo is het destijds
ingezet bij de inrichting van het nieuwe gebouw
van Menzis in Groningen. Het kantoorpersoneel
kon toen op een schaal van 1:1 virtueel bij ons
door de lege kantoorruimtes lopen en die naar
eigen inzicht meehelpen invullen. Meubilair liet
zich eenvoudig oppakken en elders plaatsen en
pas toen alles tot ieders tevredenheid een plek
had gekregen, is met de daadwerkelijke inrich-
ting van de kantoren begonnen.”
Hobma: “Op vergelijkbare wijze werken wij
samen met onder andere Groningen Seaports
en het Dierenpark Emmen en zijn we op dit
moment betrokken bij het nieuwe Infoversum
dat in april 2014 in Groningen haar deuren
opent voor het publiek. Stuk voor stuk mooie
voorbeelden van een efficiënte en verrassende
samenwerking tussen wetenschap en bedrijfs-
leven!”
e-Learning
Ook op het terrein van onderwijs speelt ICT een
steeds grotere rol. “We begeleiden docenten
bij het verkennen van nieuwe technieken en
ondersteunen die daarna in de ‘elektronische
leeromgeving’ van de RUG”, aldus Wind.
“Ervaringen die we graag delen met andere
onderwijsinstellingen. We zijn ervan overtuigd
dat het zogenaamde blended learning, de juiste
mix van ‘klassiek’ onderwijs aangevuld met
de meest moderne e-learning faciliteiten, het
hoogste rendement oplevert. Vooralsnog gaat
er echter niets boven de ‘Groninger experien-
ce’ van een studie aan de RUG!”
Samenwerking
In de praktijk betekent het dat bedrijven en
kennisinstellingen met hun ICT-uitdagin-
gen bij het CIT komen. Hobma: “Wij stellen
een deskundig team samen en werken dan
in gezamenlijkheid naar een oplossing toe.
Afhankelijk van de aard van het probleem
schakelen we de deskundigheid van relevan-
te faculteiten van de RUG in. Maar het werkt
ook andersom: technisch en organisatorisch
wordt het voor de RUG steeds eenvoudiger
en aantrekkelijker om diensten of delen
daarvan af te nemen uit de markt. Zowel bij
bestaande diensten als grote ICT-projecten
wordt steeds meer de afweging gemaakt
of het misschien rendabeler is om dit te
delegeren naar daarin gespecialiseerde
bedrijven.”
“De Geodienst van het CIT is daar een
goed voorbeeld van”, vertelt Wind. “In de
Geodienst kiezen wij voor een slimme sa-
menwerking met partijen die elk hun eigen
expertise in geografische informatietech-
nologie (GIS) hebben. Als CIT faciliteren wij
een nieuw kennisnetwerk van marktpartijen,
specialisten in de faculteit Ruimtelijke We-
tenschappen en bij overheden in de noor-
delijke provincies. Doel is om samen méér
impact te hebben.”
www.rug.nl/cit
www.rug.nl/cit/hpcv/nieuws/touchscreen1
Volg ons op Twitter via @CIT_RUG
Haije Wind (l) en Tjeerd Willem Hobma, respectievelijk technisch en algemeen directeur CIT.
(Foto: Gerhard Lugard)
Een gang in een van de rekenhallen van het CIT (Foto: CIT)
Het multi-touchscreen in het Virtual Reality-theater (Foto: CIT)
High Tech & Innovatie special
Warnier Metaal
‘Oneindige verspanings- mogelijkheden’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
In Friesland vind je parels van bedrijven. Warnier Metaal in IJlst is zo’n prachtig voorbeeld. Hilbrand Pierik nam het bedrijf in 2006 over en staat wegens groei aan de vooravond van nieuwbouw op bedrijventerrein de Woudfennen in Joure.
De bevlogenheid van Pierik werkt aanstekelijk.
‘De omgang met klanten, het continue beden-
ken van nieuwe toepassingen, bewerkingsme-
thodes, de inzet van nieuwe machines en het
betrekken van het personeel in alles, is voor
mij een ideale ondernemersmix.’
Maatwerk in verspaning
Warnier Metaal levert -met 17 fte- precisie on-
derdelen van diverse metalen en kunststoffen.
‘We maken onderdelen tot op 0.01 mm nauw-
keurig. Onze groeimarkt is nu de zuivelsector
maar we leveren breed; van machinebouw en
de openbaarvervoersector tot de voedings- en
laboratoriumindustrie. Klantspecifieke high
tech onderdelen, van prototypes tot kleine en
middelgrote series.’
‘Door te investeren wekken we vertrouwen bij
klanten en groeien we tegen de recessie in’,
aldus Pierik. ‘Zo hebben we de afgelopen 3 jaar
onder andere een 5-assig bewerkingscentrum
van Mazak aangeschaft waarmee we meerdere
vlakken tegelijk in gebogen vormen kun-
nen bewerken. Deze machine is vrij uniek in
Friesland. Door jaarlijks nieuwe machines aan
te schaffen en een robot voor het vullen in de
avonduren, hebben we onze bewerkingsmoge-
lijkheden en capaciteit vergroot.
Scherp blijven
‘We investeren veel in personeel. Zowel het
werk met de machines als het vereiste denk-
werk zit hier tegen HBO niveau aan. Het werk
is heel divers, mede door de mogelijkheden van
onze machines en ons vakmanschap. Naast
iedere machine staat een werkstation met 3D
tekenprogramma zodat we snel en efficiënt
kunnen programmeren. We moeten innovatief
denken om de orderstroom aan te kunnen. Dat
daagt ons uit, maakt ons scherp en daardoor
blijven we ons ontwikkelen. Volgend jaar gaan
we nieuw bouwen in Joure. Een bewuste keuze
vanwege de uitstraling en centrale ligging van
het industrieterrein. Dat dit mogelijk is hebben
we hier echt met elkaar bereikt, dat is mooi.’
www.warniermetaal.nl
Innovatie in de scheepvaart is aan de orde
van de dag. Is het niet met als doel om het
milieu minder te belasten, dan wel om effi-
ciënter te werken. Damen Shipyards Bergum
in Burgum draagt er de nodige steentjes aan
bij.
In de scheepvaart staan milieuvriendelijke
brandstoffen hoog in het vaandel. Vloeibaar
aardgas, oftewel LNG, is op dit moment de
schoonste brandstof voor schepen. Directeur van
Damen Shipyards Bergum, Richard Nugteren:
,,Wij hebben schepen ontwikkeld die volledig
op deze brandstof varen. Daarnaast hebben we
schepen die LNG vanuit het LNG-importterminal
in Rotterdam kunnen vervoeren naar bijvoor-
beeld Noord-Nederland. Belangrijk, want hoe
meer LNG-stations, hoe meer schepen op deze
brandstof zullen varen.”
Ondertussen richt de scheepsbouwer zich ook op
het zogeheten Ballast Water Treatment-systeem.
Het zuivert het ballastwater waarmee lege schepen
zich vol laten lopen in de ene oceaan, en dat ze lo-
zen in de andere. Het systeem voorkomt zodoende
dat organismen die bijvoorbeeld in Amerikaanse
wateren leven in Europese zeeën belanden. Waar-
schijnlijk komt volgend jaar een Ballast Water
Treatment-systeem in de Eemshaven.
Damen zet bovendien hoog in op efficiëntie in
de scheepvaart. Het bedrijf maakt schepen die
specifieke functies hebben. Door die op de juiste
manier in te zetten, kan soms wel dagen aan tijd
worden bespaard. ,,In plaats van werken met
één schip die onderdelen van een windmolen
vervoert naar een windmolenpark, daar blijft tot
de windmolen is geïnstalleerd en dan weer terug
vaart voor een nieuwe windmolen, kun je ook
werken met twee schepen: een voor het trans-
port en de ander voor het installeren.”
Dit is slechts een greep uit alle mogelijkheden
die Damen Shipyards Bergum ziet om te ver-
nieuwen. Dagelijks nemen vijf medewerkers
de tijd om innovaties te bedenken en uit te
werken. ,,Wij zijn goed in R&D. We delen onze
kennis bovendien door mee te draaien in joint
research programma’s. We vinden het enorm
belangrijk om te blijven innoveren.”
Innovatie in scheepvaart op volle kracht vooruit
Passion to createDe Senseo, het vijf liter tapvat van Heineken, de scheerapparaten van Philips. We kennen ze allemaal, maar wie weet dat Pezy Product Innovation uit Groningen substantiële bijdrages heeft geleverd aan de ontwikkeling van deze producten?
Ze grossieren in de toekenningen in Red Dot
Awards voor hun producten. “Dat is telkens weer
een fantastisch moment”, vertelt Arjan Fennema,
samen met Jan Hoekstra business leader van de
Pezy-vestiging in Groningen. “Maar als nuchtere
Groningers stijgen dit soort succesjes ons niet
naar het hoofd. Het is een erkenning voor wat we
hier doen, maar eerst en vooral stellen we onze
capaciteiten en faciliteiten in het bieden van opti-
maal geïntegreerde oplossingen op het gebied van
productontwerp en –ontwikkeling, ten dienste van
onze opdrachtgevers.”
De lijst van opdrachtgevers is indrukwekkend:
Philips, Tom Tom, Samsonite, Océ, Heineken,Wa-
vin, maar ook relatief kleine noordelijke onderne-
mingen als Victron, Dacom, Astron, Frits Jurgens,
Limis en Wood & Washi. Ook de eigen roots van
Pezy zelf liggen in het Noorden. Het was namelijk
in 1995 dat de gebroeders Pezy in Groningen met
hun bedrijf in productontwerp en –ontwikkeling
begonnen. Inmiddels zijn er ook vestigingen in
Eindhoven en Singapore en vinden de innovatieve
producten hun weg over de hele wereld.
“Een van de dingen waar we heel sterk in zijn is
het systematisch verminderen van risico’s en
onzekerheden”, aldus Jan Hoekstra. “Onze op-
drachtgevers richten zich vooral op het vervaar-
digen van consumenten-producten, industriële
apparaten en functionele verpakkingen. In de
meeste gevallen is er over een nieuw te ontwik-
kelen product geen of slechts een vaag idee. Met
inzet van onze consultants, project managers,
ontwerpers, ontwikkelaars en engineers skippen
we razendsnel de risico’s en onmogelijkheden
om alle tijd en aandacht te kunnen geven aan het
realiseren van een aansprekend, goed produceer-
baar en succesvol product. Noem het onze 'passion
to create'!”
Pezy Product Innovation
Narvikweg 5-5, Groningen
Tel.: 050 - 318 96 00
www.pezy.com
Jan Hoekstra(l) en Arjan Fennema met
Nintendo Wii controllers, een trainingstool
ontwikkeld voor chirurgen, in opdracht
van Limis.
De borstpomp van Avent
‘Als we een opdracht aannemen, willen we het goed doen'
Sterke groei door booming zuivelindustrieDe internationale GEA Group is een van de grootste leveranciers voor de productie van ‘liquid food’ en poederproducten. In Nederland opereert GEA Process Engineering Benelux (GEA PBNL) vanuit Deventer. Naast het ontwerpen, installeren en onderhouden van complete projecten levert GEA PBNL ook componenten.
Je vindt onze producten en oplossingen bij onder
meer chemische bedrijven, de drankenindustrie en
in de zuivelindustrie. Sales Manager Niels van der
Neut: “De zuivelindustrie is ‘booming business’ en
veel zuivelbedrijven expanderen,” legt hij uit. “Niet
alle bedrijven kunnen de grootte van dergelijke
projecten aan, maar onze kennis en ervaring stelt
ons in staat om samen met onze klanten de grootste
opdrachten met succes te volbrengen.”
Prachtige fabriek voor CSK
GEA PBNL treedt op als partner tijdens het gehele
traject; van aanvraag tot inbedrijfname. “Hierin
schuilt onze kracht,” vervolgt Niels van der Neut.
“We werken op basis van gelijkheid met onze
opdrachtgevers. Onze engineers zijn vanaf het
begin betrokken bij ieder project, waardoor we snel
en efficiënt werken. Of het gaat om een compo-
nent of een nieuwe fabriek, we staan altijd naast
onze opdrachtgevers om tot de beste oplossing te
komen.” Voor de Leeuwarder vestiging van CSK
Food Enrichment, die hulpstoffen voor de zuive-
lindustrie produceert, startte GEA PBNL vier jaar
geleden met de engineering van een nieuwe fabriek.
“Deze leveren we nu op, het is echt een prachtige
fabriek geworden. Een proceslijn is afhankelijk
van zijn componenten en die zijn bij ons top-class.
Daarnaast zijn we sterk in een goede afwerking,
er wordt bijvoorbeeld keurig gelast. Zowel in het
ontwerp als in de uitvoering is onze opdracht voor
CSK geslaagd.”
Nederlandse markt
Vreugdenhil in Gorinchem, waar men melk tot
poeder verwerkt en verpakt, heeft bij GEA PBNL een
opdracht geplaatst voor een nieuwe verwerkings-
oplossing van rauwe melk tot verpakt poeder. “En
momenteel zitten we volop in enkele aanbieding-
strajecten voor grote zuivelfabrieken. Door o.a. de
ontwikkelingen in de zuivelindustrie groeit onze
organisatie snel. Een groei die we aankunnen met de
steun van collega’s en expertise uit de GEA Group.
Flexibel en pragmatisch
We zien wat er op ons afkomt en worden niet verrast
door projecten. Een werkwijze van GEA is ‘think
global, act local’ en dat is wat we doen. Onze wereld-
wijde kennis vertalen we met een lokaal team naar
onze opdrachtgevers.” Procesontwerp is mensen-
werk” , volgens Niels van der Neut. “Het is zeker
geen copy paste. Alles wat we doen is maatwerk.
We adviseren, ontwerpen en stellen ons flexibel en
pragmatisch op. Daarbij hebben we een heel duide-
lijke focus; als we een opdracht aannemen, willen
we het goed doen!”
GEA Process Engineering Benelux
Munsterstraat 5, 7418 EV Deventer | www.gea.com
High Tech & Innovatie special
Oplossingen voor echte problemenHigh-tech oplossingen bieden voor maatschappelijk relevante problemen. Dat was het doel van Gerrit Baarda en Ed van den Brand toen zij in 2002 ZiuZ startten. Het Gorredijker bedrijf is gespecialiseerd in visuele intelligentie en is een belangrijke partner voor justitie en de farmaceutische markt.
Het gaat goed met ZiuZ. Vorig jaar verhuisde
het bedrijf naar een groter pand aan de Stati-
onsweg in Gorredijk. Op deze nieuwe locatie is
ZiuZ inmiddels ook weer een beetje uit het jasje
gegroeid. Het afgelopen jaar heeft directeur
Gerrit Baarda tien nieuwe medewerkers ver-
welkomd, wat het totaal op 36 zet. Zij bedienen
klanten in negen Europese landen, Amerika en
Australië. En het einde van de groei is nog niet
in zicht.
Het succes van ZiuZ is volgens Baarda te
danken aan het feit het oplossingen biedt voor
échte problemen. Zoals kinderporno. ZiuZ
heeft een techniek ontwikkeld die kinderporno
in video's en op foto's kan onderscheiden van
niet strafbare feiten. In hoog tempo analyseert
dit systeem in beslag genomen materiaal.
Baarda: ,,We hebben daarnaast een systeem
ontwikkeld dat crimineel gedrag herkent.
Verdekt opgestelde camera's houden ver-
dachte personen in de gaten en signaleren het
wanneer iemand van plan lijkt te zijn om een
strafbaar feit te plegen. Dit systeem leent zich
daarmee prima voor terrorismebestrijding.”
Daarom zijn de meeste medewerkers van ZiuZ
gescreend door de AIVD. Er wordt uitslui-
tend gewerkt met veiligheidsgeclassificeerde
materialen. En niemand binnen ZiuZ krijgt
de te analyseren beelden te zien. ,,We trainen
mensen van bijvoorbeeld de recherche om
ons apparatuur te gebruiken en we hebben
zodoende geen beeldopnames in ons pand.”
Momenteel is ZiuZ bezig met het ontwikkelen
van een observatiecamera die HD-beelden kan
opnemen bij nacht. Daarmee levert het bedrijf
opnieuw een belangrijke bijdrage aan de maat-
schappelijke veiligheid.
ZiuZ is ook actief op een heel ander vlak:
de farmaceutische industrie. Baarda en zijn
collega’s ontdekten jaren geleden dat er in de
pillendistributie veel fouten worden gemaakt.
,,Mensen die op een dag meerdere medicijnen
moeten innemen, krijgen de pillen aangele-
verd in een zakje. Op elk zakje staat op welke
dag en welk moment de pillen moeten worden
ingenomen. Wij hebben een machine ontwik-
keld die middels beeldherkenning het aantal
pillen, als ook de soort pillen controleert en
deze gegevens rapporteert. Klopt er iets niet,
dan kan er tijdig worden ingegrepen.” Baarda
vertelt dat de pillenmachines de hele wereld
over gaan. ,,We hebben er al meer dan honderd
van verkocht.”
Het zijn serieuze zaken waar het ZiuZ-team
zich dagelijks mee bezighoudt. Toch is de sfeer
op het kantoor ontspannen en gemoedelijk.
Baarda legt uit dat hij het belangrijk vindt dat
het team gezamenlijk luncht en koffiedrinkt.
,,Zodat ze even van hun werkplek af komen en
met elkaar kunnen babbelen. Het zijn vooral
rustmomenten, maar soms kan een praatje
met collega's weer leiden tot nieuwe ideeën.”
Neways Leeuwarden‘Vooroplopen in industriële en professionele elektronica’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie & Organisatieadvies
Neways Leeuwarden is een onderdeel van het beursgenoteerde Neways Electronics International N.V. in Son. Het bedrijf opereert internationaal en is leverancier van industriële en professionele elektro-nica. In Leeuwarden heerst een heldere visie op inspelen op marktontwikkelingen, gecombineerd met innovatieve oplossingen.
Managing Director bij Neways Leeuwarden,
Michel Postma, vertelt: ‘We ontwikkelen,
produceren en assembleren een brede ran-
ge aan producten. Van printplaten, (micro-)
elektronica en kabeloplossingen tot complete
box-built producten en systemen. Ook service,
reparatie en product life cycle management zijn
onderdeel van ons integrale dienstenpakket
vanuit Leeuwarden.’
Maatspecifieke producten en data-analyse
Neways telt 13 werkmaatschappijen: 2 in res-
pectievelijk Duitsland, Slowakije en China en 7
in Nederland, alsmede een verkoopkantoor in
Singapore. Producten van Neways worden on-
der meer toegepast in de industriële automati-
sering, de luchtvaart, de automotive-industrie,
de medische industrie, defensie, halfgeleider-
en telecommunicatie-industrie. Leeuwarden
telt 90 fte aan arbeidsplaatsen en is een one
stop provider. Dat betekent één voordeur voor
de klant. ‘Zijn er diensten nodig van andere Ne-
ways werkmaatschappijen terwijl je klant bent
in Leeuwarden, dan regelen wij dat voor je.’
‘Onze kernactiviteit is het ontzorgen van
de klant. We ontwikkelen klantspecifieke
producten. Van printplaten voor defensie -
een belangrijke klant voor Leeuwarden - tot
niveaubewaking in tanks bij raffinaderijen,
wisselverwarming voor het spoor, taxi board-
computers en besturingsunits van schepen.
Onze elektronica biedt tevens oplossingen voor
de groeiende behoefte aan data-analyse. Klan-
ten hebben een idee waarbij wij vroegtijdig aan-
schuiven voor de verdere uitwerking. Dan start
het proces met onze ontwikkelaars, ontstaat
een technisch concept en maken we de eerste
series. Deze ontwikkeling krijgt steeds meer
gewicht binnen een steeds groter wordend
aantal branches.’
Slim inrichten van processen
‘De markt laat zich op drieërlei wijze typeren.
Ten eerste besteden klanten een deel of de
volledige ontwikkeling van een product steeds
vaker uit. Dat heeft er toe geleid dat binnen ons
concern inmiddels 180 productontwikkelaars
werkzaam zijn, we een steeds nauwere klan-
trelatie opbouwen en eerder met de klant in
gesprek zijn. Ten tweede is er de wens van een
korte ‘time to market’. Het idee van de klant
moet gister al uitgewerkt zijn. Vroeger sprak je
over jaren wanneer het over productontwikke-
ling ging, nu zijn het slechts maanden. Dat be-
tekent dat van ons een grote flexibiliteit wordt
gevraagd. Ook tijdens het produceren omdat
dan soms nog wijzigingen nodig zijn. Tot slot
willen klanten zelf geen voorraden aanhouden
maar wensen wel korte levertijden. Daar zit
voor ons een uitdaging. Wij maken afspraken
met de klant hoe we deze wensen kunnen inre-
gelen en zoeken een optimale klantspecifieke
oplossing qua logistiek.’
‘Gezien de geschetste marktontwikkelingen ligt
onze focus op het zo slim mogelijk inrichten
van processen’, aldus Postma. ‘We creëren toe-
gevoegde waarde en werken in het hogere seg-
ment. Onze focus ligt vooral bij het maken van
prototypen, 0-series en complexere producten.
Massaproductie besteden we uit naar bijvoor-
beeld onze low-cost productie-unit in Slowakije
of zelfs China. Tot slot is vermeldenswaard dat
we veel samenwerken met kennisinstituten
in heel Nederland en stageplaatsen bieden.
Bijzonder is ook de maatwerkopleiding die we
samen met het ROC Friesland College hebben
gemaakt voor onze operators, voor zowel de
basis als gevorderde elektronica. Je wint in de
markt als je op alle vlakken voorop loopt.’
www.neways-leeuwarden.nl
High Tech & Innovatie special
Op pad met de puttendoktersFotografie: Persbureau Noordoost.nl
Hoe leger een gasveld raakt, hoe moeilijker het is om ook het laatste restje gas te winnen. De nam ont-wikkelt allerlei technieken om de productie van die velden op peil te houden. Water- en zeepinjectie zijn twee van die technieken. Een speciale truck toert langs haperende gasvelden en houdt ze aan de praat. “We zijn net dokters. Als een veld een beetje ziek is, proberen wij het weer beter te maken.”
Uit het binnenste van de truck klinkt het re-
gelmatige geklop van een pomp. In een kleine
cabine helemaal achterin de truck bedient
chauffeur Rik een controlepaneel. “We pompen
momenteel zo’n 35 liter water per minuut de
put in”, zegt hij boven het geklop uit. Hij wijst
op het paneel met touchscreen, meters en
knoppen. Een teller geeft 140 bar aan. “Je moet
door de druk van de put heen pompen om het
water binnen te krijgen.” Even daarvoor heeft
Rik de grijze vrachtwagen achteruit gestoken,
tot op een meter of vijf van een gasput. Een
‘well head’ in jargon, met daarbovenop een
‘kerstboom’ aan afsluiters die met grote wielen
worden bediend.
Met 24 slagen aan een wiel heeft operator Lolke
ervoor gezorgd dat de put is ingesloten. Het is
een van de vele veiligheidsmaatregelen die ge-
nomen worden om de klus zonder ongelukken
te klaren. Daarna heeft hij vanuit de truck een
slang uitgerold en aangesloten op de kerst-
boom. En is de operatie begonnen.dit zijn de
mannen van Well Services van de Nederlandse
Aardolie Maatschappij (NAM).
Oranje overalls, witte helmen, veiligheidsbril-
len, vuile handschoenen. Vandaag zijn ze op
Vries 4, een productie- en behandelingslocatie
midden in de weilanden, gelegen op een paar
kilometer van het Drentse dorp Vries. Een van
de drie putten op dat veld is stilgelegd omdat er
de laatste dagen minder gas uit werd geprodu-
ceerd. En dan moet je Well Services bellen. Wel-
lextender, staat er in grote letters op de zijkant
van de vrachtwagen. Met de truck komen ze de
put een waterbehandeling geven: water soak in
jargon. Dat is een injectie van een grote hoe-
veelheid zout water om de productiebuis naar
het gasveld, op drie kilometer diepte, door te
spoelen. Daartoe vervoert de truck twee water-
tanks van elk vijfduizend liter. Jan Lykelema, bij
Operation Services verantwoordelijk voor plan-
ning, geeft uitleg terwijl de truck zijn werk doet.
“We vermoeden dat zoutkristallen zich aan de
rand van de productiepijp hebben afgezet.
Dan neemt de gasstroom af. Door er water in
te pompen, lost het zout aan de randen op en
kan de put weer produceren.” Het is één van
de twee technieken die de truck in huis heeft.
Want behalve het doorspoelen van productie-
buizen wordt de Wellextender ingezet voor het
ontwateren door zeepinjectie van ‘verdronken’
putten. ‘Zeeptruck’, zo noemen ze de wagen
ook wel bij Well Services naast de grote bevat
de truck nog twee kleinere tanks van elk 250
liter voor de speciaal ontwikkelde zeep. “Met
de truck doen we zogeheten batch foams”,
vervolgt Lykelema. “Dan injecteren we zeep in
een put, zo’n vijftig tot zeventig liter per keer.
En nog eens een halve kuub water om de zeep
beneden te krijgen. Als de gasdruk van een veld
afneemt, kan er een moment komen dat de
tegendruk van het water zo hoog wordt, dat het
gas er niet meer uit kan. De zeep laat het water
schuimen, waardoor de tegendruk afneemt
en het gas weer gaat stromen.” Zo toert de
Wellextender dagelijks van veld naar veld in
Drenthe, Groningen en Friesland om soms wel
vijf injectiejobs per dag uit te voeren.
Gloednieuw is hij, in december 2011 opgeleverd
door een Duitse firma en sinds januari van dit
jaar in gebruik. En nu rijdt hij duizend kilome-
ter per week om vastgelopen putten weer vlot
te trekken. Ze doen er routinematig dertig per
maand, water- en zeepinjectie gecombineerd.
Alleen vrijdag is rustdag voor onderhoud. Op
het NAM-hoofdkantoor in Assen legt Michiel
de Kroon uit dat de truck één van de gereed-
schappen is die de NAM heeft ontwikkeld om
de levensduur van kleine gasvelden te ver-
lengen. Of het nu gaat om ‘ontwateren’ van
verdronken putten, of andere technieken die
het mogelijk maken de laatste restjes gas uit
een veld te produceren bij de NAM staat de zorg
voor kleine velden bovenaan op de agenda. De
Kroon is leider van het team dat met die taak
is belast: Well, Reservoir & Facilities Ma-
nagement. Dat team bestaat uit mensen met
verschillende disciplines, van verschillende
afdelingen. Ze werken allemaal samen om het
hele productieproces – van reservoir tot de ver-
koop van het gas – zo efficient mogelijk te laten
verlopen, tegen de laagst mogelijke kosten.
“Je kunt ons eigenlijk wel met dokters ver-
gelijken”, merkt De Kroon op. “Als een veld
minder produceert, is het een beetje ziek; dan
proberen wij het weer beter te maken.” Het
klinkt misschien vreemd: dat de NAM zoveel
energie steekt in het openhouden van kleinere
gasvelden, terwijl er nog zoveel gas zit in het
schier onuitputtelijke Groningen-gasveld.
Maar zo eenvoudig ligt het niet. “Onze focus
op de kleinere velden vloeit voort uit het zo-
geheten Kleine Velden Beleid dat de overheid
sinds de oliecrisis in de jaren zeventig is gaan
voeren”, aldus De Kroon. “Tot de oliecrisis
werd de gas-kraan van het Groningen-gasveld
bij wijze van spreken gewoon opengezet. Na
die tijd werden met voorrang de kleine velden
in ontwikkeling genomen. Nog steeds is het
beleid erop gericht daar zo lang mogelijk maxi-
maal rendement uit te halen, om het grote
Groningen-gasveld als strategische voorraad
te bewaren.” Met de exploitatieconcessies
in de hand zal de NAM (50 procent Shell, 50
procent ExxonMobil) er alles aan doen om het
gas uit kleine velden te winnen, zolang dat
technisch mogelijk en economisch rendabel is,
aldus De Kroon.
“Dat is goed voor de NAM, en goed voor de
BV Nederland.” De NAM produceert jaarlijks
zo’n 60 miljard kuub gas, en neemt daarmee
circa driekwart van de Nederlandse gaspro-
ductie voor zijn rekening.van de proBlemen
waarmee kleine gasvelden te maken kunnen
krijgen, is ‘verdrinking’ van de put een van de
meest voorkomende. Liquid loading, heet dat
verdrinken in vaktaal. Dat gaat zo: de natuur-
lijke druk die in een veld aanwezig is neemt
meer af naarmate een veld opraakt. Dat proces
verloopt bij kleine velden sneller dan bij grote.
Bij gaswinning komt meestal ook water vrij,
dat zich in de productiebuis ophoopt. Onder
normale omstandigheden drukt het gas het
water mee omhoog. Maar als de gasdruk te laag
wordt, lukt dat niet meer. Dan valt een put stil.
De Kroon: “Het is een simpel fysisch verhaal.
Als je er niks aan doet, wordt de opvoersnelheid
van het gas dermate laag, dat zo’n put feitelijk
verdrinkt in het water - en, afhankelijk van de
druk, ook nog aardgascondensaat - dat zich in
de put ophoopt.”
Dat is precies wat er gebeurt in een toenemend
aantal kleine velden in Nederland. Dat betekent
dat ongeveer 10 procent gas uit die velden niet
gewonnen wordt, tenzij je een handje helpt.
Een complicerende factor daarbij is dat ieder
veld zijn eigen specifieke eigenschappen heeft.
Afhankelijk van de druk en temperatuur in het
reservoir en aan het maaiveld, de diameter
van de opvoerbuis, de verhouding van con-
densaat en water dat met het gas wordt mee
geproduceerd, zal de ene put sneller stilvallen
dan de andere. Flexibel reageren is het enige
antwoord op het grillige gedrag van de kleine
velden, beseffen ze bij de NAM. De maatschap-
pij heeft in de loop van de jaren daarom een
‘gereedschapskist’ samengesteld om velden te
ontwateren.
In de verenigde Staten weten ze al veel langer
hoe je verdronken putten kunt behandelen. In
Nederland is het pas de laatste vijf tot acht jaar
aan de orde en bovendien zijn de Nederlandse
putomstandigheden en wet- en regelgeving
dermate anders dan in de VS, dat er nieuwe
oplossingen ontwikkeld moesten worden.
Vooral de laatste jaren hebben technische
innovaties ervoor gezorgd dat gas uit kleine
velden rendabel gewonnen kan blijven worden.
NAM past deze nieuwe technieken eerst toe op
landputten vanwege de lagere kosten. Wanneer
de technieken succesvol zijn worden ze ook
offshore toegepast.
De nam speelt volgens De Kroon een voortrek-
kersrol bij de ontwikkeling van die technieken.
“De reputatie van Shell als meest innova-
tieve en competitieve energiemaatschappij
ter wereld kunnen we met deze technieken
waarmaken.” Om marktpartijen te prikkelen
met creatieve oplossingen te komen, organi-
seert de NAM jaarlijks het Gas Well Deliquifi-
cation-congres voor Europese gasoperators en
leveranciers. Dat congres is speciaal gericht op
de ontwikkeling van ontwateringstechnieken.
De Kroon: “Zo kunnen we samen met andere
operators voldoende vraag creëren en leveran-
ciers een wortel voor houden door te zeggen: dit
zijn de technieken die we nodig hebben. Lever
ze maar.” Dat al deze inspanningen hun vruch-
ten afwerpen, blijkt bijvoorbeeld uit het effect
van de zeepinjectietechniek. In 2003 begon de
NAM ermee op experimentele basis.
In de loop der jaren bleek dat sommige putten
zo goed op de periodieke behandeling met een
zeeptruck reageerden, dat de NAM permanente
zeepinstallaties ontwikkelde. Daar zijn nu 27
putten mee uitgerust, waarvan twee offshore,
en hun aantal groeit nog steeds. Sinds 2003 is
de extra opbrengst door zeepinjectie ruim 1,2
miljard kubieke meter gas. de vraag moet ge-
steld of je zomaar zeep in de grond kan pompen
zonder het milieu schade toe te brengen. En
hoe zit het eigenlijk met drinkwater? Bestaat
niet het risico dat er schuimend zeepsop uit de
kraan van Hollandse huishoudens komt? Daar
is geen sprake van, stelt De Kroon beslist. “Het
grondwater bestemd voor consumptie komt
niet in aanraking met het formatiewater dat in
de gasvelden zit”, legt hij uit. “We injecteren de
zeep direct in de put op drie kilometer diepte,
waar helemaal geen verbinding is met drinkwa-
terreservoirs. Als een put weer gaat produceren,
komt de zeep weer omhoog, met water en con-
densaat. Het gas wordt gereinigd van condens-
aat en water. Het water met zeepresten wordt
verwerkt op milieuverantwoorde wijze.” Terug
naar de mannen van de Wellextender. Geeste-
lijk vader van de zeeptruck Ralf Bolley werkte
vijf jaar lang met een oudere versie. “Die had
niet voldoende capaciteit voor de injectiejobs:
een kuubje schuim, tweeënhalf kuub water,
meer niet. We moesten tankwagens van derden
inhuren, en we waren afhankelijk van perso-
neel op de gaslocaties die we bezochten. Op een
gegeven moment zei ik: jongens, om kosten te
besparen is het makkelijker als we één wagen
hebben die alles kan doen.”Insourcen, noemen
ze dat bij de NAM. Alles in één hand houden.
De organisatie werd zo aangepast, dat de lijnen
tussen de productievelden en Well Services zo
kort mogelijk zijn. De grootste efficiencywinst
zit volgens Bolley in het personeel. “Vroeger
had je op elke locatie een mannetje nodig.
Nu doen we hetzelfde werk binnen één team.
De mannen op de truck opereren zelfstandig,
hebben alle vergunningen op zak en hebben
toegang tot elke locatie.”
Ze lijken soms wel de ambulancebroeders van
Well Services. Omdat de lijnen zo kort zijn,
kunnen ze heel snel ter plaatse zijn als een put
‘ziektverschijnselen’ vertoont. Jan Lykelema:
“Soms krijg je een telefoontje van een program-
mer op een productieveld: ik zit hier met een
storing, die en die put gaat uitvallen. Als het in
de planning past, ondernemen we direct actie
met de truck.” Ralf Bolley: “Als we onderweg
zijn en we worden gebeld, dan gaan we kijken.”
Op vries 4 zijn chauffeur Rik en operator Lolke
na een kleine driekwartier klaar met hun in-
greep. Ze ontkoppelen de slang, rollen hem in
en gaan op pad naar de volgende patiënt.
High Tech & Innovatie special
Non-stop innovatie bij EurofinsEurofins Food Testing in Heerenveen is wereldwijd marktleider op het gebied van voedselanalyses. Het bedrijf voert belangrijk onderzoek uit voor de voedingsmiddelenindustrie waaronder de grotere multinationals, voor de retail, als ook voor restaurants en cateringbedrijven.
Eurofins is een internationaal opererend
bedrijf met het hoofdkantoor in Brussel. Onder
het bedrijf vallen 180 laboratoria, verspreid
over 35 landen. Elk laboratorium is actief op
een specifiek vlak zoals milieu, geneesmidde-
len en forensisch onderzoek. In Heerenveen
ligt de focus op voedsel. De onderzoekers daar
kijken wat voor stoffen, zowel goede als slech-
te, er in bepaalde producten of grondstoffen
zitten.
Eurofins Heerenveen is zodoende een belang-
rijke partner voor bedrijven in de voedings-
middelenindustrie, maar ook voor restaurants
en cateringbedrijven. Van grondstof tot eind-
product: alles krijgen de analisten in handen.
Accountmanager Linda Tilman vertelt dat de
specialisten van Eurofins onder andere onder-
zoeken of er schadelijke stoffen in een bepaald
product zitten, zoals Legionella (in water) en
Salmonella. �Maar we onderzoeken ook welke
goede stoffen, oftewel nutriënten, erin zitten
en hoe veel.�
De vestiging in Heerenveen beschikt over een
microbiologisch laboratorium waar monsters
van voedingsmiddelen worden onderzocht.
Pas nadat de producent het resultaat van het
onderzoek heeft ontvangen, kan het product de
markt op. “Het is belangrijk dat het analyseren
en doorgeven van de resultaten gegarandeerd
snel gebeurt”, weet Tilman. “Bijvoorbeeld bij
Salmonella-onderzoek. We doen hier nu twee
dagen over. Maar volgend jaar gaan we werken
met nieuwe PCR-machines waarmee de tech-
nische doorlooptijd fors wordt versneld. Dan
zijn resultaten binnen 24 uur beschikbaar.”
In Heerenveen is ook een algemeen chemisch
lab voor nutritionele analyses. Hier wordt ge-
keken hoeveel vetten, eiwitten, koolhydraten
en andere voedingsstoffen er zitten in produc-
ten die je bijvoorbeeld in de supermarkt kunt
kopen. Daarnaast heeft Eurofins Heerenveen
een Koolhydraten Competence Center. Hier
analyseren de medewerkers heel specifieke
koolhydraten voor de voedingsmiddelenindus-
trie. “De know-how van dit onderzoek is heel
specialistisch. We zijn marktleider in Europa.”
Voor koolhydratenanalyses schaft Eurofins ook
speciale machines aan waardoor een snellere
levertijd van de resultaten een feit is.
Omdat innoveren bij alle 180 laboratoria van
Eurofins belangrijk is, komen er constant
nieuwe technieken bij. “Wij ontwikkelen
vervolgens methoden bij deze machines die
zijn afgestemd op een specifiek product.” Die
methoden worden binnen Eurofins uitgebreid
getest voor ze daadwerkelijk worden toegepast.
Daarnaast komt minimaal eens per jaar de
Raad van Accreditatie op bezoek om te kijken
of de methoden kloppen. “De basis van wat wij
doen is kwaliteit. Wij leveren getallen en die
moeten juist zijn.”
Binnenkort voert Eurofins een nieuw intern
IT-systeem in dat het bedrijf zelf heeft ont-
wikkeld. Vanaf dan werken alle vestigingen
met hetzelfde systeem. “Dankzij dit systeem
kunnen we makkelijker data uitwisselen tussen
de laboratoria. Het aantal handmatige acties
neemt daarmee af. Ook dit komt weer ten
goede van de snelheid waarmee we rapporteren
aan onze klanten.”
Op 15 november houdt Eurofins een
conferentie over de ontwikkeling van
koolhydratenanalyse. Verschillende (interna-
tionale) wetenschappers met uiteenlopende
achtergronden zullen ingaan op de vraag
hoe belangrijk deze ontwikkeling is. De con-
ferentie vindt plaats in het Pakhuis de Zwijger
in Amsterdam. Belangstellenden kunnen zich
aanmelden via carbohydratesymposium@
eurofins.com.
Techniekgebouw ROC Friese Poort uniek in Noord-NederlandAls een van de weinige ROC's in Noord-Nederland heeft ROC Friese Poort in Drachten een speciaal gebouw voor technische opleidingen. Niemand minder dan André Kuipers opent het splinternieuwe complex op 7 november.
Techniek is mooi en mag meer aandacht
krijgen. Het techniekgebouw van ROC Friese
Poort straalt deze boodschap uit. De vele
ramen in het gebouw nodigen uit om te kijken
wat er binnen de verschillende praktijkruimtes
gebeurt. Achter werktafels en uiteenlopende
machines bouwen studenten aan hun toe-
komst binnen de elektrotechniek, werktuig-
bouwkunde, installatietechniek of een van de
andere technische takken. “In Noord-Neder-
land zijn wij de best geoutilleerde school voor
techniekopleidingen”, stelt opleidingsmana-
ger Henk de Vries.
De Vries legt uit dat studenten uit heel
Noord-Nederland naar Drachten komen voor
een opleiding in de techniek: vanaf de Duitse
grens tot het IJsselmeer en ook vanuit Zwolle
en omgeving. ROC Friese Poort werkt nauw
samen met het bedrijfsleven. Klaas Kort,
eveneens opleidingsmanager, legt uit dat ROC
Friese Poort veel contacten heeft met bedrij-
ven in de regio, zoals Philips en Kiestra. Bij
die bedrijven krijgen de studenten kans om
praktijkervaring op te doen. Daarnaast staan er
af en toe ook mensen uit het bedrijfsleven voor
de klas. “Maar medewerkers van de bedrijven
volgen ook opleidingen bij ons om nog beter te
worden in hun vak. Het contact met bedrijven
is verder belangrijk om de ontwikkelingen bin-
nen de branche goed te kunnen volgen.”
Voor ROC Friese Poort is november de Maand
van de Techniek. De school organiseert dan
kennismakingsdagen voor jongeren van het
vmbo om te laten zien wat er in de techniek
zoal mogelijk is. Zo komen 3 vmbo-studenten
van verschillende scholen naar Drachten om
daar een technische opdracht uit te oefenen.
Voor 4 vmbo organiseert de school voorlich-
tingsavonden voor jongeren en hun ouders.
“In de techniek is momenteel heel veel werk.
En in de toekomst zal er alleen maar meer
werk zijn vanwege de vergrijzing. We merken
echter nog geen enorme groei qua aanmeldin-
gen.” En dat vinden de heren jammer. Niet
alleen vanwege het feit dat de techniek veel
kansen biedt voor toekomstige technici, maar
ook omdat de techniek een dynamische bran-
che is waarin zoveel mooie dingen gebeuren.
De Vries en Kort zijn dan ook erg gedreven om
jong en oud de charmes van technische beroe-
pen te laten zien.
Beide heren geven aan blij te zijn dat ROC
Friese Poort wilde investeren in een gebouw
puur voor techniek. En ook in goed materiaal.
De school beschikt nu bijvoorbeeld over een
3D Meetmachine die zelfs incidenteel wordt
gebruikt door bedrijven uit de regio. “Wat we
hier hebben, is echt iets om trots op te zijn.”
Linda Talman in een van de laboratoria van Eurofins
High Tech & Innovatie special
Specialist in enkelstuks-werk en kleine seriesSpecialiteit van Fijnmechanische Techniek Drachten (FTD) is het vervaardigen van enkel-stuks en kleine series onderdelen voor diverse sectoren in de industrie. Kernbegrippen: vakkennis, flexibiliteit, kwaliteit en service.
In de fabriek van FTD aan de Nipkowlaan in
Drachten valt direct de professionele en moderne
uitstraling van de productieomgeving op. “Binnen
de fijnmechanische industrie werkt men over het
algemeen met geavanceerde machines en cad/cam
systemen, zo ook bij ons. Hiermee kunnen hoog-
waardige producten gerealiseerd worden, die een
hoge concentratie van onze vakmensen vereisen.
Wij vinden het dan ook belangrijk dat onze vak-
mensen in een omgeving werken die dat mogelijk
maakt”, zegt Johan de Vries, eigenaar van FTD.
“Wij maken, zoals gezegd, in hoofdzaak enkelstuks
en kleine series onderdelen die vaak nauwkeurig
getolereerd zijn.
Onze opdrachten komen met betrekking tot proto
onderdelen vaak van research & design afdelingen.
Daarnaast worden structureel spare parts besteld
voor bestaande productielijnen en onderdelen die
in allerlei nieuwe apparaten en machines worden
ingebouwd. We werken voor bedrijven door het
hele land. In het noorden zijn dat ondernemingen
zoals Philips Drachten, Neopost Technologies, BD
Kiestra, en Photonis Netherlands”. De door FTD
gefabriceerde onderdelen vinden hun toepassing in
diverse sectoren waaronder de medische industrie,
(high-tech) machinebouw, en voedingsmiddelen-
industrie. “Deze spreiding in sectoren heeft er de
afgelopen jaren voor gezorgd dat het werkaanbod
behoorlijk stabiel is”.
“Met enige regelmaat worden we al in het voor-
traject van het ontwikkelen van een machine of
apparaat betrokken. Er wordt dan een beroep ge-
daan op onze kennis over maakbaarheid. Daarmee
ondersteunen we de betrokken engineer(s) bij de
keuze voor materialen, toleranties en eventuele op-
pervlaktebehandelingen. Wij proberen dan, vanuit
onze expertise, in constructief overleg te adviseren
over de mogelijkheden en onmogelijkheden van
een ontwerp. Om uiteindelijk te komen tot een
functioneel prototype of onderdeel, dat vervolgens
in productie kan worden genomen tegen mogelijk
lagere kosten.”
Het vervaardigen van enkelstuks delen vereist een
grote vakbekwaamheid en betrokkenheid van de
werknemers van FTD. “Onze vakmensen worden
regelmatig uitgedaagd door de grote variatie in
producten die gefabriceerd moeten worden, vaak
meerdere keren per dag. Zo moet er bijvoorbeeld
omgeschakeld worden van een kunststof- naar
een aluminium onderdeel, en daarop volgend een
titanium onderdeel. Dit vereist voor ieder mate-
riaal een andere aanpak. Daarom investeren wij
veel in de opleiding van onze werknemers om dit
vakmanschap op een hoog niveau te krijgen en te
behouden”.
“Binnen FTD werken we met een sterke focus op de
kernbegrippen vakkennis, flexibiliteit, kwaliteit en
service met als doel optimale klanttevredenheid.
Dat dit vaak resulteert in lange termijnrelaties blijkt
uit het feit dat we met de meeste opdrachtgevers
reeds jarenlang zaken doen. En daar zijn we best
trots op”
FTD BV
Nipkowlaan 24, 9207JA, Drachten
(0512) 53 14 89
www.ftd-bv.nl
Heerenveen als landelijk voorbeeldprojectBiometrische identificatieProjectbureau A7Westergo initieert samenwerkingsprojecten in Friesland en is samen met Provincie Fryslân, Kamer vanKoophandel, de NOM en Syntens partner in het Ondernemersplein Fan Fryslân. Momenteel ondersteunt zij een baanbrekend project inzake het anoniem controleren met behulp van vingerafdrukken.
‘Met hulp van A7Westergo kunnen bedrijven
innovatieve ideeën daadwerkelijk realiseren en
kan de werkgelegenheid in de A7- en Wes-
tergozone toenemen’, aldus projectmanager
Age Knol.‘Recent stelden wij als projectbureau
bijna € 200.000,- subsidie beschikbaar aan het
bedrijf Tele-ID uit Heerenveen voor een uniek
authenticatiesysteem. Een speciale sensor
leest vingerafdrukken en kan anoniem contro-
leren of iemand bijvoorbeeld de juiste leeftijd
heeft voor alcohol aankoop.’
Misbruik van privacy gegevens
Er is landelijke interesse voor de toepassing,
waarmee een investering van zo’n € 520.000,-
is gemoeid. Henk Gijzen van Tele-ID is blij met
de ontvangen steun. ‘Heerenveen het kampt
zoals andere plaatsen met overlast van jonge-
ren in het centrum en op straat. Hierbij speelt
alcohol een rol. Partijen waren het eens over
een oplossing, maar niemand wilde of kon de
financiering op zich nemen. Vorig jaar zomer
werd ik via de gemeente getipt over project-
bureau A7Westergo dat innovaties binnen het
MKB stimuleert. Zij maakten dit project mede
mogelijk. Samen met de gemeente, Nuchtere
Fries, de lokale supermarkten en slijterijen, de
Heerenveense jongerenraad en branchever-
enigingen zoals Koninklijke Horeca Nederland,
richten we ons nu naast handhaving ook op
voorlichting en preventie.Deze totaal aanpak
is cruciaal.’ Tele-ID levert sinds 2009 gepa-
tenteerde anonieme authenticatie technologie.
Bij de gebruikelijke identificatie- en authen-
ticatiemethoden zoals een rijbewijs, paspoort,
inlog en pinpas worden veel persoonlijke
gegevens als naam en adres prijsgegeven en
gekoppeld aan het document. Dergelijke sys-
temen zijn gevoelig voor misbruik. Bovendien
registreren zij ‘sporen’ van het gedrag van
personen. Onze oplossing bestaat uit een pas
met vingerafdruk’, aldus Gijzen. ‘Op de mi-
croprocessor van de pas wordt een persoons-
gebonden biometrisch kenmerk in ons geval
een vingerafdruk gecodeerd opgeslagen met
behulp van een geheime sleutel. Op deze ma-
nier wordt de pas gepersonaliseerd. Misbruik
kan niet plaatsvinden doordat het biometrisch
persoonskenmerk de pas niet verlaat. Door je
vingerafdruk door een scan te laten lezen kun
je bewijzen dat jij bij de pashoort, zonder dat
ergens een privacy spoor nagelaten wordt.’
Landelijke belangstelling
‘We gebruiken het systeem sinds begin 2013
bij‘Mijn Digitale Poli’ van ziekenhuis deTjon-
gerschans in Heerenveen. Patiënten kunnen
inloggen met de zelfzorgpas zonder achterla-
ting van persoonsgegevens, terwijl 100% zeker
is dat de juiste patiënt inzage krijgt in het juiste
dossier.De Noordelijke Hogeschool Nederland
doet nu onderzoek naar de gebruikersvriende-
lijkheid. De eerste reacties zijn zeer enthousi-
ast. Ons systeem is breed toepasbaar: zoals in
de zorg, als vervanger van de collegekaart en
voor leeftijdscontrole bij alcohol- en tabaks
aanschaf bij supermarkten, slijterijen, horeca
en sportkantines. Ook de politiek en partijen
als het casino, de game- en filmindustrie tonen
landelijk belangstelling.’
Eenmaal in de zes weken komt een stuurgroep
bijeen die de besluiten neemt. Drie werkgroe-
penwerken aan de ict, procesinrichting, voor-
lichtingen preventie. De gemaakte uren
voeren ze opbinnen het project dat met
€ 200.000,- is gesubsidieerd door A7Westergo
en waarin de partners € 320.000,- bijdragen.
Eind september start op vijf locaties (super-
markten, horeca en slijterijen) een proef met
een groep van 150-200 jongeren. Na 1 januari
2014 moet het project gemeentebreed worden
uitgerold. ‘We zijn bovendien al vergaand in
gesprek met fabrikanten om onze technologie-
ook toe te passen in smartphones.’
Belangrijk platform
Gijzen is erg blij met A7Westergo als platform
om innovaties binnen het MKB te stimuleren.
‘Zonder hen zou dit project niet van de grond
zijn gekomen. Bovendien zijn ze een geweldige
partner met een groot kennisnetwerk, die zij aan
zij met ons optrekt om het project tot een succes
te maken.’ Ook Age Knol van het projectbureau
is enthousiast. ‘Het scannen werkt eenvoudig
en laagdrempelig. Bedrijven betalen straks naar
verwachting ongeveer € 45,- per maand voor
een scanner. Dat weegt ruimschoots op tegen de
kosten van boetes bij geconstateerde overtre-
dingen. De gemeente financiert de passen voor
de jeugd. Heerenveen is een landelijk voorbeeld-
project en wil hiermee bijdrage leveren aan het
oplossen van een maatschappelijk probleem.’
www.a7westergo.nl
Age Knol en Henk Gijzen
Succes in dynamische energiewereldInnovatie staat bij Tieto boven alles. Bij dit Noord-Europees ICT-bedrijf, met vestigingen over de gehele wereld, wordt continu geïnnoveerd en geïnvesteerd.
Bij Tieto in Groningen ligt de focus op Energy
Components, een volledig geïntegreerd soft-
waresysteem dat wereldwijd gebruikt wordt bij
de leidende gas(transport) en olieproduceren-
de bedrijven ten behoeve van het managen van
gastransport, LNG, de productie van olie en gas
en de commerciële en financiële afhandelingen
hiervan.
Dick van Eldik is in de rol van country manager
Nederland verantwoordelijk voor de dienst-
verlening en implementaties van projecten
voor klanten over de hele wereld. De Groning-
se vestiging heeft in de afgelopen negen jaar
unieke en hoogwaardige expertise opgebouwd
op het gebied van gastransport, LNG termi-
nals, ondergronds gasopslagen, complexe
olie- of gassales, allocatieprocessen en hoog
frequent geautomatiseerd berichten verkeer
tussen energie bedrijven.
Bij de grote GasTransport-organisaties in
bijvoorbeeld Australië, Amerika en Europa zijn
en worden momenteel succesvol projecten
uitgevoerd door Tieto. En daarnaast zijn de
medewerkers vanuit Groningen ook actief in
bijvoorbeeld Egypte, Kazachstan, Denemar-
ken, Indonesië, Indië, Canada, Spanje, Rus-
land, Duitsland en uiteraard ook Nederland.
Het product Energy Components geeft
GasTransport- en olie producerende
organisaties de mogelijkheid om tegen
substantieel lagere kosten hun operaties
te managen, flexibel en sneller te kunnen
reageren op markt veranderingen en
richting overheden aantoonbaar en volledig
controleerbaar inzicht te geven in de
bedrijfsvoering.
“Een vestiging in Groningen met Gronin-
gers, Friezen en Drenten die over de hele
wereld succesvol zijn in de dynamische glo-
bale energiewereld is heel bijzonder”, zegt
Van Eldik. “En hoewel er veel gereisd moet
worden, is en blijft het vestigingsklimaat
en zeker ook de arbeidsmarkt van doorslag
gevende betekenis om vanuit Groningen te
blijven werken. Momenteel wordt er gewerkt
aan verdere uitbreiding van de vestiging.”
Maar Van Eldik heeft nog wel wat wensen.
,,Dat schitterende Gastransport bedrijf in
Groningen: daar zouden we graag ook een
steentje willen bijdragen aan de realisatie van
hun doelstellingen.”
Dick van Eldik