handboek voor vrijwilligers - autstede.nl  · web viewdan word je om 16.30 uur verwacht bij dat...

21
Stichting Autstede Onvergetelijk Weekendhandleiding voor vrijwilligers

Upload: leliem

Post on 07-Dec-2018

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

StichtingAutstedeOnvergetelijkWeekendhandleiding voor vrijwilligers

Weekendhandleiding voor vrijwilligers

Uitgegeven door:

Stichting Autstedewww.autstede.nl

April 2015, Swifterbant

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is uitsluitend bedoeld ter informatie aan vrijwilligers van de Stichting Autstede. Derhalve is vrijelijk gebruik gemaakt van de openbare en digitale informatiebronnen zoals het internet.De gebruikte informatie dient uitsluitend als doel, om meer informatie te verschaffen over het werken met mensen met kenmerken uit het autisme spectrum. De informatie wordt zodoende toegevoegd aan de kennis van de lezer waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend. Wij danken alle infor-matiebronnen en wij zullen deze informatie niet commercieel gebruiken.

2

InhoudVoorwoord........................................................................................................................................... 41. Stichting Autstede.........................................................................................................................52. Over Autisme en ADHD................................................................................................................6

2.1. Autisme..................................................................................................................................... 62.2. ADHD........................................................................................................................................ 82.3. Broertjes en zusjes (brusjes)................................................................................................9

4. Praktische informatie voor de weekenden.............................................................................11

3

Voorwoord.

Deze informatie is de handleiding voor de vrijwilligers binnen onze organisatie, hierin vindt je informatie over Autstede, de weekenden en informatie over de verschillende stoornissen binnen het autisme spectrum.

Tijdens de weekenden en vakanties is er maar één doel, je kind een onvergetelijke tijd te geven. Als vrijwilliger ben je voor je kind belangrijk en Autstede zal je alle handvatten geven zodat jij je professioneel kan opstellen. Dit doen we door middel van de vrijwilligersdagen en natuurlijk met speciale begeleiders waar je altijd terecht kan met vragen. Zij zullen je ook begeleiden tijdens de weekenden. Als student heb je hieraan een goede stagebegeleider en als vrijwilliger een goede steun bij van alles wat komt kijken bij de weekenden.

We wensen je alvast heel veel leesplezier en tot ziens bij Autstede.

Vriendelijke groet,

Het Austede team!

4

1. Stichting Autstede

Stichting Autstede houdt zich bezig met het organiseren van uitrust-weekenden voor gezinnen met kinderen met stoornissen uit het autisme spectrum (AS) en/of ADHD. Deze weekenden worden verzorgd door vrijwilligers zodat ouders zich kunnen ontspannen, terwijl de kinderen onder goede begeleiding een plezierige tijd hebben.

Als ouders of opvoeders van kinderen met AS en/of ADHD heb je soms de behoefte om eens een weekendje alleen te zijn zonder kinderen. De verborgen beperkingen van de kinderen met AS en/of ADHD, zijn duidelijk aanwezig en worden vaak als "lastig" ervaren. Er heerst hiervoor vaak onbegrip door de naaste omgeving.

Om de gezinnen te ontlasten heeft het bestuur van Autstede de zorg op zich genomen om weekenden te organiseren. Deze weekenden zijn begonnen in 2005, toen het 1e weekend werd georganiseerd. Autstede heeft deze weekenden verder uitgebreid. Wij werken op een professionele manier. Een manier waarbij kennis en ervaring van de stoornissen op een hoog peil staat en waar ook gewerkt wordt met een duidelijke structuur.

De doelstelling van Autstede is, om de kinderen met AS en/of met ADHD goede opvang te bieden in een voor hen gestructureerde omgeving met begeleiders die weten hoe ze moeten worden begeleid. De begeleiders zijn vrijwilligers die zich naast hun studie en/of werk inzetten.Autstede zorgt voor een vertrouwde omgeving, een omgeving waar een ieder geaccepteerd is zoals ze zijn. Door het lotgenotencontact heeft iedereen direct begrip voor elkaar, en door deze acceptatie krijgt een ieder de ontspanning en een rust die soms nodig is.

Waar we voor staan het kind is onze belangrijkste gast, ook de ouders zullen niets tekort komen als zij meegaan, we gaan uit van alle positieve kwaliteiten van vrijwilligers en gezinnen, er zijn alleen uitdagingen en geen problemen, samenwerken is vanzelfsprekend, leren door te doen, individu blijven mag in de groep, wij zijn een unieke organisatie met vrijwilligers waar we van kunnen leren, organisatie en vrijwilligers hebben een flexibele instelling, een professionele organisatie, een jonge organisatie met veel enthousiasme en informeel.

Organisatie tijdens de weekendenOp een weekend zijn ongeveer 100 personen aanwezig. Wij laten ongeveer 15 gezinnen per keer een uitrust-weekend meemaken. De onderverdeling in de organisatie is ongeveer als volgt: 30 ouders, 1 hoofdleiding bij de ouders, 25-30 kinderen, 20 a 25 vrijwilligers voor de kinderen, 1 hoofd kinderen, 1 hoofd recreatie, 1 hoofd medicatie, 1 kok, en aantal algemeen leiding die overal inzetbaar voor zijn.

5

Deze verdeling is tot stand gekomen na evaluatie van voorgaande weekenden. Evaluaties bij ouders en leiding hebben ons een inzicht gegeven in behoeften en in de gewenste samenstelling.

2. Over Autisme en ADHD

Tijdens de weekenden met Autstede hebben we natuurlijk met veel verschillende mensen te maken. Hiervan zijn de mensen met autisme en ADHD en dan nog specifieker; de kinderen erg belangrijk. Daar doen we het immers voornamelijk om, zij komen voor de ouders op de eerste plaats. Over deze groep mensen is erg veel gepubliceerd. Naast allerlei boeken kun je er op internet erg veel over lezen.In dit hoofdstuk geven we een korte theoretische uitleg en een aantal praktische tips. Als je de theorie later wilt lezen, kun je nu direct naar de tips gaan.

2.1. Autisme spectrum stoornis (ASS)

ASS Er wordt ook wel gesproken over pervasieve ontwikkelingsstoornissen, waarmee bedoeld wordt dat de stoornissen de gehele ontwikkeling beïnvloeden. Het gaat hierbij dan ook om een breed spectrum van neuro-biologische ontwikkelingsstoornissen. Voorheen werden er op grond van de DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mind disorders, 4e versie) worden de volgende verschillende pervasieve ontwikkelingsstoornissen onderscheiden:

autistische stoornis Rett-syndroom desintegratieve stoornis van de kindertijd pervasive development disorder not otherwise specified (PDD-NOS) syndroom van Asperger

Sindskort is er een nieuwe versie van de DSM verschenen, de DSM-V. Hierin wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen verschillende stoornissen maar wordt de ernst van de stoornis gecategoriseerd naar de mate van steun welke het kind nodig heeft. De uitingsvormen van ASS en het niveau van verstandelijk functioneren van personen met autisme kunnen zeer verschillend zijn. Toch zijn er ook overeenkomsten: stoornissen in sociale interacties, verbale en non-verbale communicatie en in het verbeeldingsvermogen zijn kenmerken van alle vormen van ASS. Deze stoornissen beïnvloeden het totale functioneren van een kind: Iemand met ASS ziet weinig samenhang in de hem of haar omringende zaken en kan daardoor moeilijk begrijpen wat zich in de omgeving afspeelt. Sociale interactie vormt hierbij een groot probleem.

Het is duidelijk dat door de verscheidenheid aan autistisch spectrum stoornissen de begeleiding van personen met ASS niet eenduidig is, maar dat de begeleidingsaanpak divers is. ASS komt volgens de literatuur bij ongeveer 22-

6

25 op de 10.000 mensen voor; recente cijfers komen echter op veel hogere getallen uit. Op grond van het bestuderen van de onderzoeken waarop de studies zich baseren, komt Haveman tot de conclusie dat de cijfers verschillen op grond van de groep onderzochten. Onderzoeken onder kinderen komen tot veel hogere getallen. Hij komt na bestudering van grote aantallen onderzoeken tot de conclusie dat autisme waarschijnlijk bij 58 op de 10.000 personen voorkomt. Geen twee autisten zijn gelijk. Dit maakt het ook zo lastig om gedrag van kinderen met autisme op de juiste wijze te duiden. Ouders, verzorgers, leerkrachten en (peuterspeelzaal)leidsters voelen vaak intuïtief aan dat het kind anders is dan andere kinderen, maar kunnen er niet precies de vinger opleggen. Bovendien moet men ook erg voorzichtig zijn met al te snelle conclusies, omdat het bij kinderen op jonge leeftijd erg moeilijk is om precies vast te stellen wat er aan de hand is.

Kinderen met ASS hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Alle vormen van ASS worden gekenmerkt door een triade van stoornissen (van Doorn & Stavenga, 2001, pagina 210): stoornis in de sociale wederkerigheid:- het contact is vaak grenzeloos en bizar; er is sprake van objectivering van de ander - het kind kan plezier en bezigheden met anderen niet delen. stoornis in de communicatie:- het taalgebruik is, hoewel vaak correct, eigenaardig, plechtstatig - het kind maakt gebruik van stopwoorden en stereotype uitdrukkingen. stoornis in het verbeeldend vermogen:- het kind is in de ban van één thema, heeft éénzijdige interesses (bijvoorbeeld inosaurussen; - het kind stelt eindeloos vragen om het vragen; - het kind verliest zich in fantasieën; fantasie en werkelijkheid worden nauwelijks onderscheiden; - het kind kan onlogische angsten hebben; - er is sprake van gefragmenteerd denken en het kind heeft moeite met generaliseren.

2.2. ADHD

ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In het Nederlands betekent ADHD: aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit en impulsiviteit. Kinderen met ADHD kunnen hun aandacht niet lang richten op taken die voor hen van belang zijn; vaak zijn ze erg druk en hebben ze niet het vermogen om hun eigen gedrag voldoende onder controle te houden.

7

ADD staat voor Attention Deficit Disorder. Kinderen met ADD vertonen naast aandachtsproblemen en een impulsieve denkwijze geen hinderlijk druk, maar juist passief gedrag. ADD-kinderen worden niet snel herkend, omdat ze minder storend gedrag vertonen dan kinderen met ADHD.

De twee belangrijkste gedragskenmerken van AD(H)D, aandachtsstoornis en hyperactiviteit/ impulsiviteit, vormen een continuüm. Ze kunnen in vele gradaties optreden. Het ene kind heeft er zo veel last van dat er behoefte is aan een duidelijke diagnose en behandeling, en bij een ander kind bestaat het vermoeden dat er ‘iets’ is, maar kunnen kind en omgeving daar best mee leven. Wil je over ADHD spreken, dan moet er wel sprake zijn van disfunctioneren volgens DSM-IV.

Het eerste gedragskenmerk van AD(H)D, aandachtsstoornis, is een lastig te omschrijven en te beoordelen begrip. Wat verstaan we eigenlijk onder aandacht? Bij kinderen met aandachtsstoornissen denken we aan kinderen die grote moeite hebben om hun aandacht bij hun werk, spel of gesprek te houden. Dit komt omdat ze minder goed in staat zijn om onbelangrijke interne en externe prikkels te negeren. Ze springen van de hak op de tak in hun spelen, werken, praten en denken.

Het tweede gedragskenmerk hyperactiviteit/impulsiviteit heeft betrekking op de manier waarop ADHD-kinderen zich bewegen en gedragen. Hyperactiviteit uit zich in een overmaat aan bewegingen die niet op een taak betrekking hebben en soms ook geen doel lijken te hebben, zoals bijvoorbeeld wiebelen, draaien, frunniken, tikken met een pen, steeds opstaan, aan andere kinderen plukken. Vooral op jonge leeftijd zijn kinderen met AD(H)D voortdurend in beweging en kunnen ze nauwelijks op hun plaats blijven zitten. Stil zitten en rustig zijn vraagt enorm veel energie van hen. De onrust en ongedurigheid uit zich naast de motorische onrust ook in overmatig veel praten en geluiden maken. Naarmate ze wat ouder worden, verandert dat voortdurend bewegen en van de plaats af lopen in bijvoorbeeld friemelen met de handen, wiebelen met de benen en draaien op de stoel. Impulsiviteit is te omschrijven als ongecontroleerd gedrag op basis van een ongecontroleerde denkstrategie. Het kind doet iets zonder na te denken. Bij een opdracht reageert een kind nog voordat hij het probleem helemaal begrijpt of voordat hij heeft nagedacht over mogelijke oplossingen. Het kind kan zijn reactie niet uitstellen. Hij lijkt meteen te moeten reageren. Daarnaast lijkt het kind ongevoelig te zijn voor de gevolgen van zijn gedrag. Het kind lijkt vaak te kiezen voor zaken die hem meteen plezier opleveren. Ze gaan liever meteen een computerspelletje doen, ook al heeft de juf gevraagd om eerst op de computer te oefenen met rekenen. In spelsituaties verstoren kinderen met AD(H)D vaak het spel, doordat ze niet op hun beurt kunnen wachten of voordringen. In sociale interacties praten ze door gesprekken van anderen heen. Ze handelen voor ze nadenken over de gevolgen.Veel ADHD-kinderen (50%) hebben ook last van motorische problemen. De coördinatie van bewegingen vereist de nodige aandacht. Geen wonder dus dat AHDH-kinderen veelvuldig struikelen, vallen en problemen met de schrijfmotoriek ondervinden. De omgeving ervaart, in tegenstelling tot een kind met alleen een aandachtsstoornis (ADD), een kind met een aandachtstoornis en hyperactiviteit/impulsiviteit vaak als erg lastig en veeleisend, kortom als een emotie- en energieverslindend kind.

Vaak lijkt het of een AD(H)D'er zich met opzet zo gedraagt. Bij deze personen is echter geen sprake van onwil, maar van onvermogen. Ze doen het niet expres.

8

Wetenschappers zoals onder andere Russell A. Barkley (1997) zien een regulatiestoornis in het inhibitiesysteem van de hersenen als de oorzaak van AD(H)D. Dit inhibitiesysteem wordt ook wel het ‘remsysteem’ genoemd, omdat in dit deel van de hersenen de ‘remmen’ zitten die ervoor moeten zorgen dat iemand niet op alle prikkels van buitenaf reageert en onbelangrijke prikkels selecteert en negeert. Deze ‘remmen’ worden gestuurd door neurotransmitters. Neurotransmitters zijn chemische stoffen die ervoor zorgen dat de hersencellen signalen of boodschappen aan elkaar kunnen doorgeven.

De neurotransmitters die de ‘remmen’ sturen, werken bij iemand met AD(H)D minder effectief. Een kind met AD(H)D heeft dus zwak ontwikkelde ‘remmen’. Het inhibitiesysteem speelt een cruciale rol bij concentratie, bij de regulering van gedrag, bij de controle van impulsen en bij de planning van toekomstige handelingen. Daarnaast beïnvloedt het inhibitiesysteem de emoties, het geheugen en de motivatie. Als er sprake is van onvoldoende werking van het remsysteem in de hersenen kan onder andere het medicijn methylfenidaat (merknaam Ritalin®), die werking stimuleren. Ritalin® geneest AD(H)D niet, maar verbetert de remwerking van het inhibitiesysteem, waardoor er een betere signaaloverdracht ontstaat.

Door de grote belangstelling voor AD(H)D wordt de term steeds bekender, met het gevaar dat de term te pas en te onpas wordt gebruikt. Op grond van alleen druk gedrag krijgen kinderen snel het etiket van ADHD opgeplakt. AD(H)D kan echter alleen worden vastgesteld door middel van een zeer nauwkeurig en uitgebreid diagnostisch onderzoek door een gespecialiseerde kinderarts, -psychiater, -psycholoog of -neuroloog. De diagnose wordt bij voorkeur gesteld door een multidisciplinair team. (Een voorbeeld daarvan is het ADHD ScreenTeam in Delft). De diagnose AD(H)D wordt gesteld bij kinderen die een ernstige mate van aandachtstekorten en/of hyperactiviteit en impulsiviteit vertonen, die niet te verklaren valt uit omgevingsinvloeden of andere stoornissen. Deze gedragingen moeten zich in minimaal twee verschillende situaties voordoen. Naar schatting heeft circa twee procent van de kinderen van 5 tot en met 14 jaar zodanig ernstige symptomen van AD(H)D, dat zij in aanmerking komen voor specifieke behandeling. Daarbij wordt AD(H)D ongeveer viermaal meer gediagnosticeerd bij jongens dan bij meisjes (Gezondheidsraad, 2000). (Meisjes met ADHD tonen minder naar buiten gericht storend of agressief gedrag en worden daardoor minder snel opgemerkt.) Bij kinderen jonger dan 4 jaar is het vaak erg lastig om ADHD te diagnosticeren. Op jonge leeftijd is het nog moeilijker te constateren wat ‘normaal gedrag’ is en wat niet. Wel hebben ouders, leidsters en leerkrachten vaak al vroeg het idee dat er wat aan de hand is. ADHD die ‘al vroeg begint’ gaat vaker dan anders gepaard met oppositioneel en agressief gedrag.

2.3. Broertjes en zusjes (brusjes)

Broers en zussen van de kinderen met een diagnose noemen we vaak brusjes. Broers en zussen zijn in de jeugd elkaars vanzelfsprekende metgezellen, die net zo makkelijk ruzie met elkaar maken als dat zij voor elkaar opkomen in moeilijkheden. Al die dagelijkse schermutselingen en vertrouwelijkheden dragen bij aan een steeds hechtere relatie, die vaak levenslang van betekenis blijft. Wanneer een kind door autisme wordt beperkt in het leggen van contact, wordt niet alleen de verhouding met de ouders, maar ook die met de broers en zussen danig in de war gestuurd.

9

Zonder om elkaar gevraagd te hebben, zullen broers en zusters, of zij willen of niet, jarenlang deel van elkaars leven uitmaken. Hun contact is niet alleen maar hartelijk. Men moet niet alleen de aandacht van de ouders, maar ook de in het gezin beschikbare middelen delen. Dat geeft nogal eens aanleiding tot competitie, vandaar dat de onderlinge relatie (in elk geval in de jeugd) met rivaliteit gepaard gaat.

Maar broers en zussen zijn ook het eerst op elkaar aangewezen voor gezelschap en samenwerking, waardoor hun relatie niet alleen door rivaliteit, maar ook door verbondenheid wordt gekenmerkt. Omdat broers en zussen zich niet hoeven in te spannen om van elkaars gezelschap verzekerd te zijn, gaan zij onbevangen met elkaar om. Bij een dergelijke relatie hoef je je niet mooier voor te doen dan je bent. Broers en zussen oefenen invloed uit op de ontwikkeling van een kind. Bijvoorbeeld op de vorming van het zelfbeeld. Wij leren onszelf kennen door ons te spiegelen aan onze medemensen. Voor kinderen telt daarbij vooral de vergelijking met andere kinderen in hun omgeving - broers, zussen, vrienden en vriendinnen. Dat een volwassene alles beter kan, zegt niet zoveel, maar wel de vergelijking met iemand die zich in je buurt bevindt.

In de omgang met broers en zussen leren kinderen hun weg te vinden in het sociale contact. Broers en zussen vormen voor elkaar een heel betrouwbaar gezelschap; je weet dat je de ander binnenkort weer tegenkomt, hoe je ook uit elkaar bent gegaan. Van je ouders leer je hoe je officieel moet gedragen, maar van je broers en zussen hoe het er in het werkelijke leven aan toegaat. Dat wil zeggen hoe je smoesjes moet gebruiken, de ander een beetje onder druk moet zetten en hoe je je huid kunt redden door snel een compromis te sluiten. Je leert ook hoe je na heel boos te zijn geweest, elkaar toch weer opzoekt om tot een nieuwe start te komen.

De vorming van het zelfbeeld en het opbouwen van een sociaal repertoire - het zijn maar twee grepen uit het veel grotere gebied van zaken waarin broers en zussen elkaar kunnen beïnvloeden. In alle gevallen gaat het erom dat het wederkerige karakter van de relatie gelegenheid biedt tot een uitlopende reeks aan gedeelde ervaringen. (ruzie maken, rivaliseren, helpen, geholpen worden spelen) Met een autistisch broertje of zusje is juist die wederkerigheid zo pijnlijk afwezig.

3. Praktische tips over de omgang met kinderen met ASS/ADHD

Bij uitjes en andere bijzonderheden maak je gewoon afspraken per dagdeel. Let vooral op de tijden van het programma. Soms weet je niet wat er op een bepaald moment gaat gebeuren, dan spreek je af dat dit nog onbekend is. Als je plotseling weg moet, is het belangrijk dat je er de tijd voor neemt dit met je kind te bespreken en te kijken of een al gemaakte afspraak bijgesteld moet worden. Dit bespaart later veel onrust. Per activiteit spreek je ook af of dit alleen gebeurt of samen met anderen gedaan wordt. Afhankelijk van de activiteit spreek je ook af hoe lang het duurt. Plus, voor alle activiteiten (en vooral voor spel) moet je het volgende afspreken: hoe lang?, waar?, met wie?, welk materiaal? en wat te doen als het misgaat?

Regelmatig gaan kijken voorkomt dat het misgaat. Bij activiteiten buiten de deur moet je de afspraken maken, voordat je weggaat. Niet ter plekke. want dan is

10

het te laat. Bijvoorbeeld dat een kind bij je moet blijven aan je hand. Bij onverwachte dingen even de tijd nemen en afspraken zonodig bijstellen.

Zorg ervoor dat je kind niet teveel het klimaat bepaalt. Hou zelf de regie in handen.

Andere kinderen moeten ook de ruimte krijgen. Is er sprake van samenspelen, dan mag ieder een inbreng hebben. Wees voorzichtig met het uiten van vijandigheid, kritiek of

overbetrokkenheid. Zulke emoties benauwen en worden niet begrepen. Zorg voor orde, regelmaat en structuur. Accepteer nooit agressie. Ongewenst gedrag bijtijds stoppen. Hoe langer je ermee wacht, hoe

moeilijker het wordt. Geef altijd korte, maar duidelijke boodschappen. Ga na of het begrepen is

door je kind. Het kind niet vanuit de verte bedienen. Ga niet in op eindeloze discussies: dit

is alleen maar een manier om je van je plan af te brengen. Je kind denkt vaak heel concreet. Dit kan misverstanden geven.

Let erop dat het kind door structuur en veiligheid zoveel mogelijk bij de werkelijkheid blijft. Fantaseren, smoesjes en het niet nakomen van een belofte die je hebt gedaan, loopt vaak uit op angst en chaos.

4. Praktische informatie voor de weekenden

Een week voor het weekend begint

Via de mail heb je de zogenaamde ‘kindgegevens’ gekregen. Dat is een formulier waarop ouders specifieke informatie over hun kinderen hebben opgeschreven. Daar kan bijvoorbeeld in staan welke medicatie een kind gebruikt, of er speciale gewoontes zijn rondom eten/slapen en of een kind angstig of erg boos kan zijn.

Om er zeker van te zijn dat je goed op de hoogte bent van alles wat je moet weten over het kind dat je gaat begeleiden tijdens het weekend, is het de bedoeling dat je ouders een week voordat het weekend begint belt.

Je loopt met hen dan de ‘kindgegevens’ door en bespreekt de bijzonderheden die daar op geschreven staan, zoals medicijngebruik, zelfstandigheid of slaapgewoonte. Ook vraag je na of het kind en de andere gezinsleden zin hebben in het weekend en of het belangrijk is dat je iets weet over de brusjes (broertje en/of zusje van het kind met ASS en/of ADHD). De reden waarom we je vragen te bellen is omdat er iets veranderd kan zijn in de tijd dat ouders het formulier hebben ingevuld en het weekend zelf, en ook dat je al een beetje een indruk kan krijgen van wat je kan verwachten tijdens het weekend met het kind.

Als je voordat het weekend begint vragen hebt, iets over jezelf kwijt wil wat wij als organisatie moeten weten (zoals bijvoorbeeld ziekte, medicijngebruik, dieet) of je geen gelegenheid hebt om het gezin van te voren zelf te bellen, geef dit dan door aan het hoofd kinderen en vrijwilligers. Op die manier kan zij je vragen beantwoorden, overleggen met je over bijvoorbeeld dieetwensen en/of het gezin voor je bellen. Ook als je het om wat voor reden dan ook eng vind om zelf naar het gezin te bellen, laat het haar weten. We gaan er vanuit dat elk gezin van

11

tevoren gebeld is, ofwel door jou of door iemand van de organisatie op jouw verzoek. Mail met eventuele vragen en opmerkingen naar [email protected].

Belangrijk: wij moeten er vanuit kunnen gaan dat de mensen die zich opgeven als vrijwilliger ook daadwerkelijk mee gaan met het weekend dat ze hebben opgegeven! Je geeft je vrijwillig op, maar dat betekent niet dat het vrijblijvend is. Jouw afmelding op korte termijn betekent voor ons dat we een nieuwe vrijwilliger moeten vinden voor jou in de plaats en kan in het ergste geval betekenen dat een gezin niet mee kan gaan omdat er niet voldoende begeleiding is. Weet dat deze gezinnen al lange tijd zich verheugen op een weekend weg!!

Weekend zelf

Het weekend zelf begint voor de vrijwilligers om 17.00 uur op vrijdagmiddag. Wanneer je met trein komt, is er een verzamelpunt bij het dichtstbijzijnde NS-station in de buurt van de lokatie waar je opgehaald wordt met de auto. Dan word je om 16.30 uur verwacht bij dat verzamelpunt. Via de mail zal je voor het weekend gevraagd worden of je met eigen vervoer komt of opgehaald wilt worden en dan krijg je ook de plaats en tijd door.

Vrijdagmiddag17 uur kennismaken met vrijwilligers en mensen van organisatie, en korte

herhaling van praktische informatie die tijdens de vrijwilligersdag aan de orde is gekomen. Ook eventuele wijzigingen in programma of verdeling van kinderen wordt dan besproken. De kinderen zijn ingedeeld in viif groepen (paars, oranje, rood, groen, blauw). Elk kind en vrijwilliger krijgt een t-shirt in zijn eigen kleur. Op dat t-shirt plak je de sticker met eigen naam. Je zorgt ervoor dat je zelf een t-shirt en de naamstickers van je kind alvast verzameld hebt, zodat je die aan je kind kan geven zodra die komt. De t-shirts moeten gedragen worden tijdens het hele weekend door jezelf en het kind, zodat iedereen goed herkenbaar is.

Na de kennismaking is er tijd voor het klaarmaken van je eigen slaapkamer

Afhankelijk van de leeftijd van je kind slaap je met je eigen kind(eren) of andere vrijwilligers op de kamer. Als je niet bij je kind op de kamer slaapt, slaap je in principe wel vlakbij je kind in een andere kamer. Er zijn 2 tot 5 persoonskamers die van te voren ingedeeld zijn voor ouders, kinderen en vrijwilligers. Meestal zijn er enkele bedden over zodat die als reserve kunnen dienen, bijvoorbeeld als het nodig is dat een kind alleen slaapt of ’s nachts andere kinderen wakker houdt.

12

18-20 uur Gezinnen druppelen binnen. De gezinnen worden opgevangen bij binnenkomst door mensen van organisatie. Vervolgens word je geroepen dat je kind er is. Je maakt kennis met je kind, zijn ouders en broertjes en/of zusjes en spreekt af of ze eerst hun spullen naar de kamer willen brengen of eerst willen eten.

De tijd tussen 18 en 20 uur is altijd chaotisch omdat ouders en kinderen nog bij elkaar zijn en het allemaal nieuw en dus spannend is. Het ene kind zal direct met je mee gaan en ‘vergeet’ zijn ouders en het andere kind wil nog niet bij zijn ouders vandaan. Spreek met ouders af wat je zal doen: blijft het kind tot afscheid nemen onder de hoede van ouders en blijf je wat meer op afstand, of neem je direct al het kind onder je hoede. Geef het kind zijn t-shirt en zijn naamsticker. Zorg ervoor dat je de medicijnen krijgt van ouders van het kind en zorg er ook voor dat er op staat hoeveel het kind nodig heeft op een dag. Vervolgens geef je medicatie af aan degene van de organisatie die daarvoor verantwoordelijk is, zij zitten bij ontvangst van de gezinnen aan de deur. Vergeet zelf niet te eten!

20 uur Welkomstwoord door organisatie en afscheid ouders en kinderenMeestal gaat het afscheid wel goed, maar het kan natuurlijk ook voor tranen zorgen. Ouders blijven het weekend in hetzelfde gebouw, maar hebben een eigen programma. Hun slaapkamers zijn op dezelfde gang als de kamers van de kinderen en hun ‘woonkamer’ is naast die van de kinderen. Het is dus niet te voorkomen dat kinderen hun ouders een keer tegen zullen komen. Er wordt wel duidelijk met de kinderen en hun ouders afgesproken dat er in principe geen contact is tussen hen. Mocht het zo zijn dat je kind zijn ouders wil zien tijdens het weekend, doe dan nog geen toezeggingen naar je kind toe!! Ga eerst naar het hoofd van de kinderen, zij zal overleggen met het hoofd bij de ouders en vervolgens wordt met ouders overlegd of zij contact met hun kind goed vinden.Pas dan wordt er met het kind afgesproken of het zijn ouders kan zien en wanneer.

13

> 20 uur Vanaf 20 uur start het activiteitenprogramma van de kinderen. Voor het hele weekend is een recreatieprogramma gemaakt. Wat we gaan doen en hoe laat hangt op een aantal plekken in de locatie. Wijs hier je kind ook op, zodat ze zelf ook kunnen kijken als ze willen weten wat er gaat gebeuren. Ook de slaaptijden van elke groep staat erop. Het recreatieprogramma wordt geleid door één hoofdbegeleider zij zijn voor jullie het aanspreekpunt als het gaat om de activiteiten zelf

Zaterdag

7 uur Vanaf 7 uur mogen de kinderen van hun kamer af en niet eerder! We laten het aan je eigen creativiteit over hoe je je kind op de kamer houdt als hij al eerder wakker is. Vanaf 7 uur kunnen de kinderen naar de kelder toe om te spelen. Zorg ervoor dat er minstens twee vrijwilligers ook in de kelder aanwezig zijn om toezicht te houden. Er mag niet buiten of in de zaal gespeeld worden voor het ontbijt.

8 uur Ontbijt met zijn allen. Iedere groep heeft zijn eigen tafel, die te herkennen is aan de tafelindeling op de tafel. Je eet het hele weekend dus aan dezelfde tafel op je eigen plek.

9-13 uur Start recreatieprogramma

+/- 13 uur lunchen (als grote activiteit op programma staat, lunch je op locatie)

13-18 uur recreatieprogramma

18 uur avondeten

> 18 uur recreatieprogramma

?? uur bedtijd voor de kinderen

Zondag

7 uur idem als zaterdag

8.30 uur ontbijt

9-12 uur Start recreatieprogramma

12-13 uur lunchen

13.30 uur Ouders worden weer verwelkomd en bonte middag begint

14

15.00 uur eind van het weekend. Dat betekent afscheid nemen van de kinderen en hun ouders. Vergeet niet het t-shirt van het kind terug te vragen, haal de naamsticker eraf en doe het t-shirt in de goede bak die klaar staan. Aan ouders wordt een bijdrage gevraagd om alle vrijwilligers te kunnen bedanken aan het einde van het jaar. Zo wordt voorkomen dat de ene vrijwilliger cadeautjes krijgt als dank voor het begeleiden en de andere vrijwilliger niets krijgt. Onthoudt dat als je kind en/of zijn ouders geen afscheid van je nemen of je niet bedanken, dat ze dan wel een geweldig weekend hebben gehad!!! Voor sommige kinderen is het erg moeilijk om afscheid te nemen en sommige kinderen ontladen flink als ze weg gaan waardoor ouders hun handen vol hebben aan hen en geen tijd hebben om je te bedanken. Neem maar van ons aan dat alle gezinnen de inzet van de vrijwilligers helemaal top vinden!!!

15.30 uur korte evaluatie met alle vrijwilligers over het weekend

16 uur alle vrijwilligers tevreden en moe naar huis!

Extra wetenswaardigheden

Mensen van de organisatie

(Alle mensen van de organisatie hebben gele tekst op t-shirt)

Hoofd keuken aanspreekpunt voor alles rondom eten/drinken bij ouders en kinderenHoofd ouders aanspreekpunt voor ouders, regelt het reilen en zeilen bij oudersHoofd kinderen aanspreekpunt voor vrijwilligers, regelt reilen en zeilen bij kinderenHoofd recreatie aanspreekpunt voor alles rondom activiteitenprogrammaHoofd medicatie aanspreekpunt voor alles over medicatie of EHBOVliegende keep vliegende keep bij zowel ouders als kinderen en bij calamiteiten zoals brand of ziekenhuisbezoek

Algemeen leiding elke groep heeft ook een aantal algemeen leiding. Deze mensen begeleiden zelf geen kinderen maar helpen mee met spelletjes of waardat verder nog nodig is.

Vrijwilligers onder elkaarAls vrijwilliger heb je de verantwoordelijkheid over één of meerdere kinderen, maar dat betekent niet dat je het alleen moet doen. Het is een zwaar weekend en daarom moeten we op elkaar letten! Je bent in je groep met meerdere vrijwilligers en het is dan ook de bedoeling dat je elkaar helpt. Neem soms even iets over van elkaar als je ziet dat je mede-vrijwilliger het moeilijk heeft of moe is. Je wordt sowieso in de gaten gehouden door de mensen van de organisatie! Als we zien dat je moe bent of je geeft zelf aan even tijd voor jezelf nodig te hebben,

15

is er alle ruimte om je even terug te trekken. Even een douche nemen of een boek lezen doet wonderen!!

MedicatieDe medicijnen van de kinderen worden bij aankomst verzameld door het hoofd medicatie. Deze worden op een centrale plek bewaard en wanneer het nodig is verstrekt door het hoofdmedicatie. Geen enkel kind (hoe oud ook en hoe het ook thuis gebeurd) mag medicatie zelf bij zich houden! Tijdens eetmomenten komt het hoofd medicatie aan tafel langs met de medicijnen. Op andere momenten dien jij als vrijwilliger in de gaten te houden hoe laat je kind medicijnen nodig heeft en op dat moment het hoofd medicatie op te zoeken. Mocht je dit vergeten weet het hoofd medicatie je in de meeste gevallen wel te vinden maar vaak hebben meerdere kinderen tegelijk medicatie nodig en dat maakt het lastiger om achter iedereen aan te lopen. Indien je op de kamer slaapt met kinderen willen we graag dat je je eigen medicatie ook inlevert. Dit alles om te voorkomen dat een kind medicatie slikt die niet voor hem of haar bedoeld is.

Recreatie, vrije tijd en corveeVoor het hele weekend zijn de activiteiten geregeld. Ook is er rekening gehouden met vrije tijd. Corvee heb je met je eigen groep. De corvee-lijst hangt op verschillende plekken in de locatie op. Bij zowel corvee als de activiteiten geldt dat je zelf enthousiast meedoet. Zelfs corvee wordt leuk met een leuk muziekje op de achtergrond! Alleen het groepshoofd mag in de keuken komen, dit om te voorkomen dat iedereen in en uit de keuken loopt. Als je kind een speciaal dieet heeft waar de spullen van in de keuken staan, mag je wel zelf de keuken in om die spullen te pakken. Geef dit even aan bij hoofd van de keuken. Als je zelf een dieet volgt of vegetarisch bent, dien je dit aan te geven in het aanmeldformulier. In de voorebreiding van het weekend wordt het nogmaals nagegaan of we van iedereen de juiste informatie hebben.

Bij de activiteiten wordt dus verwacht dat je actief mee doet en je je kinderen stimuleert om mee te doen. Het ene kind doet gelijk zelf enthousiast mee, maar een ander kind heeft een duwtje in de rug nodig. Als een kind echt niet mee wil doen, ga je iets anders doen. Zorg er dan wel voor dat je eventuele andere kind in de gaten wordt gehouden door een andere vrijwilliger. Spreek dit met elkaar af, ook bijvoorbeeld tijdens vrije tijd of als je zelf even naar de wc moet. Tijdens uitleg van de activiteiten is het de bedoeling dat iedereen luistert, dus ook de vrijwilligers. Dit klinkt kinderachtig, maar de praktijk wijst uit dat dat vaak niet gebeurd.

Tijdens vrije tijd (of als je kind niet mee wil doen met een activiteit) ben je vrij om te doen wat je wilt met je kind. Er staan bakken met spelletjes en knutselspullen die je gewoon mag pakken. Zorg na het spelen wel dat alles weer netjes wordt opgeruimd.Buiten is er ruimte genoeg om te spelen. In de vrije tijd ben je als vrijwilliger natuurlijk vrij om zelf een activiteit te verzinnen om met de kinderen te doen. Als je daarvoor spullen nodig hebt, overleg even met hoofd recreatie.

Het kan zo zijn dat er afgeweken wordt van de tijden die ophangen. Zo kan een activiteit eerder/later beginnen, er iets anders voor in de plaats komen, of eerder/later eindigen. Ga er vanuit dat we een goede reden hebben waarom we dit doen. We beseffen goed dat het voor sommige kinderen problemen kan geven

16

omdat ze gerekend hebben op een bepaalde tijd bijvoorbeeld of dat het er voor zorgt dat er meer vrije tijd is dan eigenlijk gepland. We kunnen niet alles voorzien en soms moeten we improviseren. Dat betekent ook dat de vrijwilligers soms moeten improviseren.

Wat betreft roken: er mag niet gerookt worden in aanwezigheid van de kinderen! Er wordt op vrijdagmiddag een plek aangewezen waar gerookt mag worden, mits je kinderen geen aandacht van je nodig hebben.

Voor het hele weekend geldt: als je tegen dingen aanloopt bij jezelf, een andere vrijwilliger of qua organisatie, blijf daar dan niet mee zitten. Bespreek het met je groepshoofd of kom naar hoofd van de kinderen! Voor elk probleem/vraag kan altijd een oplossing gevonden worden is ons motto

4. VeiligheidOmdat we in een weekend met veel mensen aanwezig zijn op de locatie zijn een aantal veiligheids-afspraken natuurlijk van groot belang!

Bij elk weekend is een EHBO-koffer aanwezig en is er altijd minimaal een persoon van de leiding aanwezig die EHBO kan. Degene die vliegende keep is, zal indien nodig vervoer naar ziekenhuis of huisarts regelen.

In het geval van een brandalarm . Ouders weten dat zij niet hun eigen kind mogen meenemen, maar dat jij als vrijwilliger daar verantwoordelijk voor bent. Je blijft op deze verzamelplaats totdat iedereen geteld is. Ga dus niet zelf weer terug naar de locatie zonder dat je daar opdracht toe hebt gehad.

Oriënteer je op vluchtroutes, je moet ze blindelings kunnen vinden. Zorg dat de vluchtroutes vrij zijn. Bij brandt dient direct de bestuursverantwoordelijke op de hoogte te worden

gebracht. Blijf rustig, raak niet in paniek. Ga met je kind(eren) naar de verzamelplaats; Laat bagage achter. Bij aankomst brandweer meldt de hoofdleiding welke kinderen of

vrijwilligers nog vermist worden en waar ze slapen.

17