handboek begeleiden en beoordelen van studenten in de ... · unit dienstverlening 3 handboek voor...
TRANSCRIPT
Handboek begeleiden en beoordelen van
studenten in de Beroeps Praktijk Vorming
Kwalificatiedossier: 2012
Cohort: 2014 en 2015
Helpende Zorg en Welzijn
BOL niveau 2, fase 2
Unit Dienstverlening
2 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Inhoud
Voorwoord…………………………………………………………………..…………………………..Blz. 3
Hoofdstuk 1 Inleiding………………………………………………………………………………..Blz.4
Hoofdstuk 2 Opbouw van de Helpende Zorg en Welzijn……………………….....Blz.5
Hoofdstuk 3 De werkwijze van de student(e)………………………………………….. Blz.6
Hoofdstuk 4 Begeleiden en beoordelen in de BPV…………………………………….Blz.8
Hoofdstuk 5 Afspraken rondom de BPV…………………………………………………….Blz.13
Bijlage 1 Beoordelen van de Beroepsprestatie
Bijlage 2 Werkbegeleidersservicedocument
Bijlage 3 Wegwijzer
Bijlage 4 STARRT Methode
Bijlage 5 Logboek
Bijlage 6 Schoolvakanties
Bijlage 7 Beoordeling werkhouding in de BPV
Bijlage 8 Aanwezigheidsregistratie BPV uren
Bijlage 9 Gespreksformulier
Bijlage 10 planningsdocument
Unit Dienstverlening
3 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Voorwoord
Aan de stagebegeleiders van onze studenten van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn.
Voor u ligt het handboek “Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming’’,
schooljaar 2016-2017. De studenten zijn gestart in september 2015 of september 2014. Het is
bestemd voor de stagebegeleiders/beoordelaars van de studenten van het Kellebeek College,
afdeling Dienstverlening (Helpende Zorg en Welzijn).
Achtereenvolgens vindt u in dit handboek informatie over de opbouw van het onderwijs aanbod, de
organisatie en planning van de BPV en de begeleiding en het beoordelen van de studenten. In de
bijlagen zijn verschillende formulieren opgenomen die van belang kunnen zijn tijdens het
begeleidingsproces.
Wij hopen dat u met dit document een instrument in handen hebt, dat zorgt voor duidelijke
informatie , waardoor onze studenten de begeleiding krijgen die ze nodig hebben. Natuurlijk dient dit
alles één doel: studenten opleiden tot gekwalificeerde Helpende Zorg en welzijn niveau 2
medewerker.
Mocht u nog vragen hebben over de inhoud van dit handboek dan kunt u contact opnemen met
onderstaande persoon.
Wij wensen u succes met het begeleiden van onze studenten.
Els van den Broek Sterrolhouder BPV Afdeling Dienstverlening (Helpende Zorg en Welzijn).
Unit Dienstverlening
4 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
1. Inleiding
Al een aantal jaren werkt het Kellebeek College volgens het competentiegericht onderwijs. Dat wil
zeggen dat de studenten de competenties eigen dienen te maken, die nodig zijn om het beroep te
kunnen uitvoeren. Onder competenties verstaan we het totaal van kennis, vaardigheden en houding.
Voor een groot deel gebeurt dit door in de praktijk ervaring op te doen op een BPV adres.
De studente verleent zorg en ondersteuning aan cliënten/zorgvragers en begeleidt ze bij wonen en
welzijn. Zij stelt een werkplanning op van haar werkzaamheden, op basis van een al vastgesteld zorg-
, leef-,begeleidings- of activiteitenplan. Zij ondersteunt bij het opruimen, schoonmaken en de zorg
voor een fijne leefomgeving. Soms neemt zij taken geheel over van de cliënt/zorgvrager. Zij
ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij dagelijkse bezigheden als eten en drinken en verplaatsen.
Daarbij houdt de studente rekening met wat de cliënt zelf wil of kan doen. Zij werkt vanuit de
gedachte dat de cliënt/zorgvrager zelf de regie wil voeren over zijn leven. Afhankelijk van wat de
cliënt nodig heeft, ondersteunt zij bij hun persoonlijke verzorging, zoals wassen en aankleden. Ook bij
emotionele problemen staat de studente voor de zorgvrager klaar. Zij ondersteunt de
cliënt/zorgvrager bij de keuze van een activiteit en het vervoer ernaartoe. De studente helpt collega's
bij het organiseren van activiteiten zoals spel/recreatie, educatie en werk. Zij overlegt haar
werkzaamheden regelmatig met collega's, de mantelzorger (dit zijn vaak naasten van de
cliënt/zorgvrager) of de wettelijke vertegenwoordigers van de cliënt/zorgvrager. Door met collega's
en haar leidinggevende over haar werkzaamheden te praten en je te laten bijscholen
(deskundigheidsbevordering), kun je de kwaliteit van dit beroep ook nog eens verbeteren.
We maken voor de opleiding Helpende Zorg en Welzijn gebruik van de methode van de Stichting
Consortium Beroepsonderwijs Zorg en Welzijn. Deze landelijke stichting, waarbij veel ROC’s zijn
aangesloten, heeft een methode ontwikkeld in samenspraak met de opleidingen en instellingen. Bij
de ontwikkeling van deze methode is men uitgegaan van het kwalificatiedossier van 2012. U kunt
deze vinden op website van http://kwalificaties.s-bb.nl/ . In dit dossier is vastgelegd aan welke
beroepseisen en kwalificatie-eisen de studente moet voldoen wanneer zij start op de arbeidsmarkt.
Aan het begin van elke Beroeps Praktijk Vorming periode (hierna: BPV) zal de studente er voor
zorgen dat u de juiste opdrachten en beoordelingslijsten ontvangt. Zie inlogcode naar opdrachten
verder in dit handboek. Informatie over deze methode wordt ook gegeven tijdens de
werkveldbijeenkomsten op het Kellebeek College. U krijgt hiervoor een uitnodiging via de mail.
Daarnaast verwijzen u graag naar de website http://kellebeek.nl/studente en
http://www.kellebeek.nl/mbo/werkvelden/belangrijke-documenten hier kunt u onder het kopje BPV
ook de nodige informatie vinden.
Unit Dienstverlening
5 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
2. Opbouw Helpende Zorg en welzijn
2.1 De opbouw weergeven in werkprocessen en competenties
De opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2 is opgebouwd in twee fases. In deze fases staan
verschillende kerntaken en de daar bijhorende werkprocessen en competenties centraal .
Binnen deze fases zijn ook examenonderdelen opgenomen die worden getoetst in de BPV:
De kwalificerende beroepsprestaties
In de hierna volgende tabellen staan de kerntaken, werkprocessen en competenties vermeld.
De competenties staan uitgebreider omschreven in de in beroepsprestaties.
Unit Dienstverlening
6 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
3. De werkwijze van de studente(e)
3.1 planning uitvoering beroepsprestaties
Zie bijlage 10, planningsdocument
3.2 Beroepsprestaties
Een beroepsprestatie is een praktijkopdracht die bestaat uit herkenbare werkzaamheden in het
beroep.
Het boekje waarin de beroepsprestatie staat beschreven bestaat uit vijf vaste onderdelen:
Omschrijving van de werkprocessen en de daar bijhorende competenties
Typering: Waar gaat de beroepsprestatie over ?
De opdracht: Wat moet de studente gaan doen?
Het resultaat: Welke bewijsstukken moet de studente verzamelen?
Beoordelingslijst: Waaraan dient de studente te voldoen?
Voor dit schooljaar hebben we een licentie aangeschaft voor gebruik van de digitale databank Zorg
en Welzijn van het Consortium. Deze licentie is uitsluitend bedoeld voor docenten en begeleiders in
de praktijk en niet voor studenten. Hiervoor geldt een aparte licentie.
De licentie is te vinden op onze site.
http://www.kellebeek.nl/mbo/werkvelden/belangrijke-documenten
3.3 De wegwijzer
Hoe werkt de studente aan een beroepsprestatie? Dit doet zij steeds volgens de vijf stappen van de
Wegwijzer, zie bijlage 3.
Op deze wijze leert de studente niet alleen beroepsmatig te handelen, maar ontwikkelt de studente
ook een studieaanpak (zie onderstaande schema).
De studente start met oriëntatie op de opdracht en in overleg met haar stagebegeleider maakt zij
een werkplanning. Wanneer de stappen 1 en 2, de voorbereidingsfase, bij de wabo-docent zijn
aangetoond, krijgt de studente een ‘’GO’’ van de wabo-docent en van de werkbegeleidster. Pas
daarna gaat de studente verder met de uitvoering en de afronding.
Unit Dienstverlening
7 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Fasen in procesmatig handelen
Stappen van de wegwijzer
GO/NO GO Begeleiding/ beoordeling
Voorbereiding 1. Oriënteren GO/ NO go Wabo-docent Stagebegeleider 2. plannen
Uitvoering 3. uitvoeren Goed/voldoende/onvoldoende Twee handtekeningen BPV
Stagebegeleider
4. controleren Stagebegeleider
Afronding 5. beoordeling van de uitvoering en de bewijsstukken.
2 examinatoren praktijk schoolexaminator
3.4 Leerdoel
Op basis van stap 1 van de wegwijzer formuleert de studente leerdoelen in haar persoonlijk
ontwikkelplan (PO) en/of stelt de leerdoelen bij. De beroepsprestatie is een basis voor het
ontwikkelen van de leerdoelen.
Op school en tijdens de BPV ontvangt de studente feedback over haar resultaten en het gedrag wat
ze laat zien. Daarnaast schrijft zij reflectieverslagen waaruit blijkt wat ze al dan niet geleerd heeft.
3.5 Plannen
Om de persoonlijke leerdoelen verder te ontwikkelen plant de studente acties in. Deze acties noteert
zij in haar persoonlijke actieplan (PAP), zie bijlage 3 Wegwijzer.
Unit Dienstverlening
8 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
4. Begeleiden en beoordelen in de BPV
4.1 De studieloopbaanbegeleider vanuit school
De studieloopbaan begeleider (SLB’er) heeft vanuit school een sleutelrol in de
studieloopbaanplanning. De studieloopbaanbegeleider is de contactpersoon tussen de studente en
het BPV adres. De SLB’er zal ook BPV bezoeken afleggen.
Zie bijlage 10, planningsdocument.
4.1.1 Zorgteam vanuit school
Sommige studenten krijgen extra ondersteuning van een medewerker van het zorgteam van het
Kellebeek College. De redenen hiervoor zijn uiteenlopend. De ondersteuning is echter altijd gericht
op het wegnemen, stabiliseren of werkbaar maken van (persoonlijke) belemmeringen die het
succesvol afronden van de opleiding in de weg kunnen staan. Daarnaast richt de medewerker van het
zorgteam zich op het versterken van aanwezige kernkwaliteiten van de studenten, om op deze
manier zoveel als mogelijk de zelfredzaamheid van de studenten te bevorderen. U kunt te maken
krijgen met studenten die, naast de slb’er, worden ondersteund door een medewerker van het
zorgteam. Het kan zijn dat er tijdens een BPV periode een bezoek komt van bijvoorbeeld een
Trajectbegeleider Passend Onderwijs (TPO’er). Deze kan samen met u en de studente gaan bekijken
op welke manier de studente het beste begeleid kan worden en tevens handvatten bieden waar
wenselijk.
4.2 De stagebegeleider/ opleider vanuit het BPV-adres
De stagebegeleider is als beroepskracht verbonden aan een instelling en heeft zich verplicht om de
studente te begeleiden. De stagebegeleider moet minimaal een afgeronde opleiding hebben op
MBO-niveau. De opleider moet zich kunnen identificeren met het beroep. Het begeleiden is alleen
mogelijk als de opleider een diploma heeft van minimaal hetzelfde niveau of opleiding
praktijkbegeleider heeft afgerond.
Daarnaast moet de stagebegeleider minimaal 1 jaar werkzaam zijn binnen het beroepenveld. De
begeleiding is hoofdzakelijk gericht op het functioneren van de studente als toekomstige
beroepskracht. De stagebegeleider houdt zowel het belang van de doelgroep als die van de studente
in het oog.
U ontvangt bij aanvang van de BPV via studente kopieën van de beroepsprestaties en zoals eerder
aangeven in hoofdstuk 3.2 kunt u deze ook digitaal inzien.
Unit Dienstverlening
9 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Taken van de stagebegeleider:
Algemene taken:
Introduceert de studente op haar werkplek;
Helpt de studente bij het opstellen van een leerplan voor de duur van haar BPV;
Draagt vakkennis en vaardigheden over aan de studente;
Draagt bij aan een passend leerklimaat in de BPV;
Geeft een studente inzicht in hoeverre zij de gewenste competenties beheerst;
Zet de studente aan tot zelfontplooiing;
Optimaliseert de randvoorwaarden waarbinnen een studente leert;
Houdt de eigen begeleidingsvaardigheden actueel;
Houdt de urenlijst bij van de studente;
Geeft ongeoorloofd verzuim door aan de school;
Beoordelen van de houding van studente in de BPV, aan de hand van de beoordelingslijst
De studente ondersteunen bij het werken aan de beroepsprestaties
Begeleidt de studente bij het maken van de vijf stappen van de Wegwijzer;
Begeleidt de studente bij praktische zaken om tot een bewijs te komen;
Geeft feedback op de kwaliteit van gemaakte bewijzen;
Nagaan of de studente een ‘’GO” heeft voor de beroepsprestatie
De studente heeft van de wabo-docent en werkbegeleider een GO nodig voordat zij de
beroepsprestatie mag uitvoeren in de praktijk. Om deze ‘’GO’’ te krijgen moet de studente de
stappen 1 en 2 van de Wegwijzer voldoende hebben afgerond.
Het voeren van begeleidingsgesprekken met de studente over de ontwikkeling van haar
competenties
De stagebegeleider heeft minimaal eens in de veertien dagen een begeleidingsgesprek met de
studente. Stimuleert de studente door het uitspreken van wederzijdse verwachtingen en het
bespreken van de voortgang en de kwaliteit van het functioneren. Het logboek en de
beroepsprestaties zijn daarbij belangrijk. U kunt gebruik maken van het gespreksverslag in bijlage 9.
Het doel van het logboek:
Studenten kunnen hun gevoelens en hun handelen beschrijven en hier kritisch naar kijken;
Studenten worden zich bewust van hun leerproces;
Het geeft zowel de BPV opleider en SLB’er op het adres inzicht in het functioneren van de
studente.
Het logboek kunt u terugzien in bijlage 5.
Het is ook mogelijk dat de studente in It's Learning een logboek bijhoudt.
Unit Dienstverlening
10 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Het bijhouden van de BPV presentielijst
Het is belangrijk dat de studente de BPV presentielijst invult en laat aftekenen.
Zie werkwijze.
https://www.kellebeek.nl/student/urenregistratie-stage
Communicatie stagebegeleider en studenten
De studente is in principe zelf verantwoordelijk voor het maken van afspraken en de planning van
leeractiviteiten.
Communicatie tussen stagebegeleider en studieloopbaanbegeleider (SLB’er)
Miniaal 1 keer gesprek op de BPV;
Minimaal 1 keer telefonisch gesprek.
De SLB’er en de stagebegeleider kunnen telefonisch of via de mail contact opnemen met elkaar als
er vragen zijn over het ontwikkelingsproces van de studente.
4.3 De examinator
De examinator beoordeelt of de studenten de competenties, in relatie tot een werkproces, heeft
behaald. De examinator geeft met de beoordeling aan hoe ver de studente staat in haar
professionele ontwikkeling.
Taken van de examinator:
Algemene taken:
Afnemen en beoordelen van de examens (in de BPV);
Bereidt met anderen het afnemen van een examen voor;
Neemt examens in de BPV af;
Maakt een beoordeling van de examens;
Stelt de voorlopige resultaten daarvan vast;
Houdt de eigen beoordelingsvaardigheden actueel;
Het creëren van voorwaarden zodat de studente de kwalificerende beroepsprestatie op de juiste
manier kan uitvoeren
Hierbij moet gelet worden op:
De complexiteit van de beroepssituatie waarin ze deze uitvoert;
Unit Dienstverlening
11 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
De mate van begeleiding;
De verantwoordelijkheid tijdens de uitvoering.
4.4 Het beoordelen van de beroepsprestaties
De BPV examinator beoordeelt de competenties die vermeld staan in de beoordelingslijst. De
schoolexaminator beoordeelt de specifieke bewijsstukken. De BPV examinator leest na om te zien of
er geen zaken in staan die niet naar buiten mogen, zoals namen van personen en of de informatie op
waarheid berust. Ook kan er feedback gegeven worden aan de studente.
Een handtekening van de BPV examinator geeft aan dat de BPV examinator het bewijsstuk gezien
heeft.
4.5 Het beoordelen van de houdingslijst
Voorbereiding
De houdingslijst vindt u terug in bijlage 7. De SLB’er bespreekt met de studente hoe de beoordeling
van de BPV zal plaatsvinden. Deze beoordeling is gebaseerd op de behaalde resultaten van BPV-
opdrachten en de beoordeling van de werkhouding van de studente. De SLB’er bespreekt (het
format van) de beoordelingslijst van de werkhouding met de studente, voorafgaande aan zijn BPV-
periode. Aan het begin van de BPV bespreekt de studente dit met de praktijkopleider en maakt
afspraken wanneer deze beoordelingslijst ingevuld wordt. De beoordelingslijst wordt ook gebruikt als
begeleidingsinstrument.
Het is belangrijk dat het voor alle betrokkenen duidelijk is hoe en wanneer de beoordeling van de
werkhouding tot stand komt en wat de consequenties zijn. In de beoordeling van de werkhouding
worden o.a. belangrijke aspecten, die opgenomen zijn in de praktijkovereenkomst (POK april 2013),
zo objectief mogelijk beoordeeld.
Bij het formuleren van een studieadvies is de beoordeling van de werkhouding in de BPV één van de
aspecten. De beoordeling van de werkhouding komt op de hieronder beschreven manier tot stand.
Tot stand komen van de beoordeling
Er is sprake van een tussenbeoordeling en een eindbeoordeling. De tussenbeoordeling vindt plaats
op het moment dat er een studieadviesgesprek (op school) plaats gaat vinden. De eindbeoordeling is
aan het eind van de BPV-periode. De precieze datum kunt u terugzien in hoofdstuk 4.1 Voorafgaand
aan een studentenbespreking of afsluiting van de BPV-periode vraagt de studente aan de
praktijkopleider het beoordelingsformulier in te vullen. De studente vult het formulier zelf ook in en
Unit Dienstverlening
12 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
plant een gesprek met de praktijkopleider om de beoordeling van de werkhouding te bespreken. Per
houdings- / gedragsaspect wordt een beoordeling op basis van het waargenomen gedrag van de
studente gegeven. De praktijkopleider stelt de definitieve beoordeling op en stuurt/mailt deze naar
de SLB’er van de studente. Alle vijf houdings- / gedragsaspecten dienen aan het einde van de BPV-
periode met een voldoende beoordeeld te zijn voor een voldoende (totaal)beoordeling van de
werkhouding.
Weging beoordeling werkhouding in studieadvies
De SLB’er inventariseert per studente de behaalde beoordeling. Bij een onvoldoende werkhouding
volgt automatisch een oranje (negatief) studieadvies. Bij een oranje (negatief) studieadvies worden
er duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot de voortgang van de studente. Hierin wordt
duidelijk aangegeven welke acties de studente moet ondernemen en welke ondersteuning hierbij
wordt gegeven door de praktijkopleider en de studieloopbaanbegeleider.
Eindbeoordeling werkhouding van elke BPV-periode telt mee voor het diploma
Aan het einde van elke BPV-periode wordt een eindbeoordeling opgesteld van de werkhouding in de
BPV. Deze eindbeoordeling telt mee voor het behalen van het diploma. In de opleiding moet de
studente alle BPV-periodes afgerond hebben met een voldoende werkhouding! Is de
eindbeoordeling aan het einde van een BPV-periode onvoldoende dan worden er afspraken gemaakt
over eventuele verlenging of herkansing van de BPV of aanvullende opdrachten. De studente krijgt
op deze manier de kans om binnen een afgesproken tijd haar onvoldoende in een voldoende om te
zetten.
4.6 Inleveren van de bewijsstukken
Dit schooljaar zullen de beoordelingslijsten nog voor de studenten worden uitgeprint zodat deze
handmatig op de BPV kan worden ingevuld.
Unit Dienstverlening
13 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
5. Afspraken rondom de BPV
5.1 De BPV-overeenkomst (POK)
Voor aanvang van de BPV wordt er door school een overeenkomst aangemaakt. Deze overeenkomst
wordt ondertekend door de BPV-instelling en door de studenten ( en de ouders/verzorgers als
studenten nog geen 18 jaar zijn. De overeenkomst wordt aan elke partij aangereikt.
De overeenkomst kan alleen in de volgende gevallen vroegtijdig worden ontbonden:
De studente heeft zijn/haar diploma behaald;
Er is besloten dat verdere voortgang van de BPV niet meer mogelijk is. Dit besluit wordt
genomen door de opleider/BPV coördinator, de studieloopbaanbegeleider en de studente.
Zie verdere informatie.
https://www.rocwb.nl/mbo/regelingen-en-procedures-1
5.2 Verklaring omtrent gedrag
Studenten moeten een verklaring omtrent gedrag inleveren op school en op het BPV adres, mocht
dit nodig zijn. De coördinatie ligt bij school, de school vraagt een VOG aan. De studenten gaan met
dit formulier naar de gemeente (in de eigen woonplaats). De studenten betalen zelf de kosten voor
de VOG. De VOG blijft gedurende twee jaar geldig.
5.3 Ziekte en verzuim
Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden.
Als de studente om dringende reden niet naar het BPV-adres kan, moet dit voorafgaand aan het
verzuimbureau kenbaar worden gemaakt bij de BPV-instelling, bij de administratie van school en de
SLB’er.
Als de studente ziek is, meldt zij dit voor aanvangstijd van de BPV, maar in ieder geval voor 08.30 uur
bij de BPV-instelling en op school. Het is prettig om de BPV afspraken/regels met het
kennismakingsgesprek vast te leggen zodat de studente goed op de hoogte is. Beter melden moet zo
snel mogelijk gebeuren in verband met de planning van de BPV-instelling.
Indien een studente zich niet ziek meldt/af meldt op het BPV-adres dan vragen wij of u de school wilt
informeren.
Zie verder verzuimregeling.
https://www.kellebeek.nl/mbo/werkvelden/belangrijke-documenten
Unit Dienstverlening
14 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
5.4 Invullen aanwezigheidslijst
In verband met het behalen van voldoende BPV-uren vult de studente de aanwezigheidslijst in, zie
bijlage 8. Deze wordt uitgelegd door de SLB’er bij de start van de BPV. De studenten lopen minimaal
zeven uur per dag stage, dit kan per BPV plek verschillen.
Het werkrooster/planning wordt door de BPV-instelling gemaakt en besproken met de studente. het
kan voorkomen dat de studente de ene dag acht en de andere dag zes uur stage loopt.
Studenten die niet aan hun uren komen, door ziekte of afwezigheid, bespreken dit met hun SLB’er.
Samen wordt gekeken hoe dit opgelost kan worden. Op de BPV-overeenkomst kunt u zien hoeveel
uren de studenten op het BPV-adres aanwezig moeten zijn. Soms gebeurt het dat de studente een
adres krijgt waar ze niet voldoende uren kunnen maken. In dat geval wordt met de SLB’er bekeken
hoe dit opgelost kan worden. Mogelijke oplossingen om aan uren te komen zijn:
In vakanties werken(studente hoeft niet gedurende elke vakantie elke dag stage te lopen, zij
heeft ook recht op vrije dagen);
Aanwezig zijn bij extra activiteiten(b.v. open dagen).
5.5 Verzekering
De school sluit een aanvullende verzekering voor de studente af tegen het financiële risico van
wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de praktijk biedende organisatie of derden, evenals het
financiële risico van ongevallen tijdens het werk- en reisuren (24 uurs verzekering).
Vrij vragen voor speciale activiteiten BPV adres
Soms vinden er op het BPV-adres activiteiten plaats die belangrijk kunnen zijn voor het leerproces
van de studente. Wanneer die activiteiten plaatsvinden op een schooldag kan de studente vrij vragen
op school. U kunt dan een formulier invullen. Dit formulier kunnen studenten op het Kellebeek, bij
het KIP halen. Dit formulier moet uiterlijk twee weken voor de activiteit ingeleverd worden bij de
SLB’er van school. Deze ondertekent het formulier voor akkoord. Hoe vaak dit mag/kan wordt
bepaald door de SLB’er en bij twijfel besproken in het team.
5.6 Avond- en weekenddiensten, werken in de schoolvakanties
De schoolvakanties ziet u in bijlage 6. Om een zo volledig mogelijk beeld van een werkveld te krijgen,
wordt ervan uitgegaan, dat de studente zoveel mogelijk dezelfde werktijden aanhoudt als
werknemers van de BPV-instelling. Ook met betrekking met wisselende diensten zoals
nachtdiensten. Meer informatie kan men vinden in de cao. Voor studenten van 16 en 17 jaar geldt
een speciale regeling m.b.t. werktijden nl.:
Dagelijkse rust tussen 22.00 en 06.00 of tussen 23.00 en 07.00 uur;
4 vrije zondagen per 13 weken, Indien er op zondag gewerkt wordt is de zaterdag vrij;
Werktijd per dienst van meer dan 4,5 uur: ½ uur pauze.
Werktijd per dienst van meer dan 8 uur: ¾ pauze waarvan ½ aaneengesloten.
Daarnaast is het mogelijk dat de studenten stage lopen tijdens schoolvakanties. De studenten
hebben wel recht op vrije dagen in de vakantie. De planning tijdens schoolvakanties gaat in overleg
met het stageadres (en eventueel met school).
Unit Dienstverlening
15 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
5.7 Problemen op het BPV adres
Bij problemen of conflicten wordt contact opgenomen tussen de stagebegeleider en de SLB’er van de
studente. De drie partijen gaan zo snel mogelijk met elkaar in overleg (zie BIJLAGE ….)
5.8 Contact met studieloopbaanbegeleider
U ontvangt een formulier van de studente met gegevens van de studieloopbaanbegeleider, zie
bijlage 2. U kunt deze bereiken via zijn/haar emailadres. De studieloopbaanbegeleider mailt of belt
dan binnen 2 dagen terug. Mocht dit niet gebeuren dan kunt u mailen naar de sterrolhouder BPV
Unit Dienstverlening
16 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 1 Beoordelen van Beroepsprestaties
Hoofdstuk 1 Instructie voor de BPV examinatoren van de kwalificerende beoordelingen,
consortium materialen.
1.1Vorm en inhoud van de kwalificerende beroepsprestatie , consortium
materiaal.
De beroepsprestaties hebben steeds dezelfde, samenhangende vorm en structuur.
Zie figuur 1.
Figuur 1
1. Overzicht van
werkprocessen en competenties
. De competenties
die de studente binnen betreffende
werkprocessen dient aan te tonen
2. Typering
. Inleidende tekst met voorbeelden uit
de beroepspraktijk
. Mate van:
complexiteit, zelfsturing en
verantwoordelijkheid
4. De integrale opdracht,
passend bij de vereisten in het
kwalificatiedossier
. Inhoud van de:
primaire opdracht A
specifieke opdrachten B, C etc.
. Ruimte voor eventuele aanvullende of
vervangende opdrachten
5. Het resultaat/ bewijsstukken . De resultaten uit de opdrachten
d.m.v. relevante bewijsstukken
die de studente aanlevert op basis
van de opdrachten
. Zo nodig aanvullende of vervangende
bewijzen
6. De beoordelingslijst
. De prestatie-indicatoren resp.
criteria die in verband staan met
de kerntaken, werkprocessen en
competenties, componenten
Unit Dienstverlening
17 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
. Beheersingsniveau R, P of T
. Overzicht van bewijsstukken
. Cesuur
. Onderbouwing van de beoordeling
.
1. Overzicht van werkprocessen en competenties
De tabel werkprocessen en competenties: in deze tabel kunt u lezen welke werkprocessen en
competenties er beoordeeld worden in dit examenonderdeel (beroepsprestatie/proeve). Deze
werkprocessen zijn vastgesteld in het kwalificatiedossier van de opleiding.
2. Typering
Typering, schets een context in diverse werkvelden waarmee de opdracht wordt verduidelijkt. De
studente wordt uitgedaagd om relevante kennis, vaardigheden en houding optimaal te benutten.
3.Tabel moeilijkheidsgraad
Tabel Moeilijkheidsgraad: mate van complexiteit, begeleiding en verantwoordelijkheid
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
Een gesloten context is een redelijk voorspelbare beroepssituatie. De studente voert routinematige
beroepshandelingen uit vanuit regels, procedures en protocollen. Er is een begeleider aanwezig
waarop de studente kan terugvallen.
Een open context is minder voorspelbaar en kan divers van aard zijn. Naast het toepassen van regels,
procedures en protocollen voert de studente niet-routinematige beroepshandelingen uit. Deels kan
de studente terugvallen op regels, procedures en een coachende begeleider.
In een complexe context is er sprake van onvoorspelbare en meervoudige problematiek. De studente
is in staat om zelf oplossingen en strategieën voor problemen te bedenken binnen de grenzen van
het beroep.
De mate van begeleiding/zelfsturing
Bij het beroepsgerichte leren is het zelfsturende vermogen van de studente een belangrijk onderdeel
van het leerproces. De sturing in de onderdelen van de methodemix is in het begin hoog en neemt af
met het vorderen van de opleiding. In het begin is er veel aandacht voor het aansturen van het eigen
leerproces (HOE) met voorgestructureerde opdrachten in een relatief laag complexe context (WAT).
Geleidelijk neemt de sturing in de begeleiding af en wordt de context complexer.
In de tabel ‘Moeilijkheidsgraad’ kan de examinator lezen of de studente de beroepsprestatie/proeve
geleid, begeleid dan wel zelfstandig moet uitvoeren. Dit is afhankelijk van de inhoud en het niveau
van de opleiding.
Geleid
Wanneer een studente een beroepsprestatie of proeve geleid uitvoert, wordt zij direct aangestuurd
door de begeleider. Veelal wordt er samen opgewerkt. De begeleider geeft gerichte instructie
waarna de studente de handeling uitvoert en nabespreekt.
Unit Dienstverlening
18 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Begeleid
Met begeleid wordt een coachende manier van begeleiden bedoeld. De begeleider stuurt de
studente op afstand aan. Praktisch gezien zal er een voorbespreking zijn waarna de studente de
beroepsprestatie of proeve uitvoert. De studente vraagt raad en advies en kan zo nodig tijdens de
uitvoering en naderhand terugvallen op de begeleider.
Zelfstandig
Wanneer het blokje ‘zelfstandig’ is ingevuld, wordt van de studente verwacht dat ze de
beroepsprestatie / proeve zelfstandig uitvoert. Naderhand legt de studente uit zichzelf
verantwoording voor het eigen handelen af.
De mate van verantwoordelijkheid
Ongeacht het opleidingsniveau is iedere studente in een zorg- of welzijnsopleiding verantwoordelijk
voor de uitvoering van de eigen taak. In de tabel is dit blokje daarom altijd ingekleurd.
De studente voert de beroepshandelingen met zorg en toewijding uit en legt daarover
verantwoording af. Het afleggen van die verantwoording gebeurt geleid, begeleid of zelfstandig (zie
boven).
De verantwoordelijkheid van de studente kan zich beperken tot het functioneren binnen het eigen
takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot het werk van anderen. Dit hangt samen met het
niveau van de opleiding.
Zijn de blokjes ‘aansturing van medewerkers op een lager niveau’ en ‘verantwoordelijkheid voor de
gehele zorg- of begeleidingscyclus’ ingekleurd, dan zullen de examinatoren t.b.v. de oordeelsvorming
en de beoordelingssituatie daarop selecteren. Bijvoorbeeld voor het beoordelen van coördinerende
taken past een beoordelingssituatie van overdracht en overleg met andere medewerkers.
Voorafgaand aan de beoordeling raadpleegt de examinator de moeilijkheidsgraad die in de tabel is
aangegeven (zie figuur 2). Deze tabel geeft drie factoren aan waarbinnen de beoordeling
plaatsvindt.
De gekleurde blokjes in de tabel geven aan wat in de desbetreffende
beroepsprestatie/proeve/examen van toepassing is.
Figuur 2 Tabel moeilijkheidsgraad
De mate van complexiteit van
de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van
verantwoordelijkheid voor
Unit Dienstverlening
19 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
gesloten context
open context
complexe context
geleid
begeleid
zelfstandig
uitvoering van eigen
takenpakket
samenwerking met
collega’s
aansturing medewerkers
op lager niveau
de hele zorg- of
begeleidingscyclus
GO / NO GO
Voordat tot de beoordeling wordt overgegaan is door de begeleider van school en BPV een GO
gegeven. De examinatoren kunnen dit controleren doordat de GO is omcirkeld en voorzien van
datum, naam en handtekening van de begeleiders.
4 De integrale opdracht, passend bij de vereisten in het kwalificatiedossier
In deze opdracht kunt u lezen wat de deelnemer moet uitvoeren in de BPV zodat ze het vereiste
niveau kan aantonen.
5. Het resultaat/ bewijsstukken
Bewijsstukken
Een bewijsstuk staat niet op zichzelf. Het zijn tastbare resultaten die uit de opdracht(en) voortkomen,
zoals een verslag, een planning. Achter ieder bewijsstuk staat het werkproces en de bijbehorende
competenties die de studente met het betreffende bewijsstuk aantoont (zie figuur 3) of de eisen
waaraan het bewijsstuk moet voldoen.
Eén van de bewijsstukken is altijd de afgetekende beoordelingslijst. Dit is de uitvoering van het totaal
van het betreffende examenonderdeel in de BPV.
Een specifiek bewijsstuk is een verdieping van een gedeelte uit de beroepsprestatie/proeve. Dit
bewijsstuk wordt door de BPV gelezen en gecontroleerd op juistheid. De schoolexaminator
beoordeelt het bewijsstuk.
Aanvullende of vervangende bewijsstukken
Om verschillende redenen kan het zijn dat de studente, de opleiding en/of de praktijk kiest voor een
aanvullend of vervangend bewijsstuk. Bij een aanvullend bewijs heeft de examinator bepaald dat de
studente de oorspronkelijke opdracht niet voldoende heeft aangetoond en een extra, aanvullend
bewijs daarvoor dient aan te leveren.
Unit Dienstverlening
20 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Figuur 3 Fragment uit een beoordelingslijst van een proeve met de driepuntsschaal
Bewijsstukken Kwalificerend
on
vold
oen
de
aan
geto
on
d
(o)
vold
oen
de
aan
geto
on
d (
v)
goed
aan
geto
on
d (
g)
A. De afgetekende beoordelingslijst van deze proeve.
Specifieke bewijsstukken Werkproces Competenties
B. Onderzoeksresulaten van de kwaliteitszorg. 2.2 H-T
C. Schriftelijke samenvatting van een trend, eigen 2.1 K
visie daarop, schriftelijke rapportage van de
discussie daarover in je team + jouw bijdrage.
Aanvullende of vervangende bewijsstukken Werkproces Competenties
Aanvullend bewijsstuk: verbetervoorstel 3.2 K
voor de participatie van vrijwilligers .
-
-
6. De beoordelingslijst
De beoordelingslijst
De examinator beoordeelt competenties altijd binnen een werkproces en vooraf vastgestelde
moeilijkheidsgraad (zie figuur 2 Tabel Moeilijkheidsgraad). Een competentie kan bestaan uit
verschillende componenten. Deze componenten geven de kern van de competentie weer.
Bijvoorbeeld de competentie F: Ethisch en integer handelen. Een component daarvan is: verschillen
tussen mensen respecteren. De examinator let bij het beoordelen goed op de componenten omdat
deze richting geven aan de prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren zijn criteria en komen uit
het kwalificatiedossier. Voorbeelden van prestatie-indicatoren binnen de competentie F ‘Ethisch en
integer handelen’ zijn: toont zich eerlijk en betrouwbaar, respecteert vertrouwelijkheid en
accepteert en respecteert verschillen tussen cliënten (zie figuur 4 Fragment uit een beoordelingslijst).
Het beheersingsniveau is kwalificerend uitgedrukt in R, P of T. Zie verklarende woordenlijst.
Unit Dienstverlening
21 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Figuur 4 Fragment uit een beoordelingslijst
Competenties
- componenten
Beh
eersingsn
iveaus
Prestatie-indicatoren
on
vold
oen
de
aan
geto
on
d
(o)
vold
oen
de
aan
geto
on
d
(v)
goed
aan
geto
on
d (
g)
2.2 Begeleidt een cliënt op psychosociaal gebied
F.
Ethisch en integer handelen
- integer handelen
- verschillen tussen mensen
respecteren
P Dit betekent dat:
je handelt volgens de ethische maatstaven
van de beroepsgroep (beroepscode) en de
organisatie
je eerlijk en betrouwbaar bent
je verschillen tussen mensen accepteert en
respecteert
je vertrouwelijkheid respecteert
je verbaal en non-verbaal duidelijk
communiceert
zodat:
je de cliënt respectvol behandelt.
Bij het beoordelen gaat het om een samenhangende beoordeling. Dit wil zeggen dat een
competentie met de bijbehorende componenten, het beheersingsniveau en prestatie-indicatoren
tezamen één beoordeling oplevert (zie voorbeeld in figuur 4). De examinator tekent NIET alle
onderdelen apart af. De examinator tekent in de beoordelingslijst af met een paraaf.
De examinator geeft dus een integrale beoordeling.
Dit betekent voor de beoordeling dat:
het getoonde gedrag van de studente plaatsvindt binnen of vanuit de beroepscontext .
Conform protocollen en procedures beroepspraktijk.
het getoonde gedrag van de studente, binnen de betreffende kerntaak/werkproces met de
bijbehorende competenties en de prestatie-indicatoren.
Onvoldoende aangetoond (o)
De studente toont het gedrag niet of onvoldoende op het vereiste beheersingsniveau aan binnen de
vastgestelde moeilijkheidsgraad, zoals in de beoordelingslijst is vastgelegd. De examinator zet in dit
geval een paraaf in de kolom ‘onvoldoende aangetoond’. Wanneer het vereiste niet van toepassing is
Unit Dienstverlening
22 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
in de betreffende context, geeft de examinator dit in de beoordelingslijst aan met: niet van
toepassing.
In voorkomende gevallen is de studente via het examenplan geïnformeerd over de
herkansingsregeling. De examinator verwijst de studente naar de opleiding om de consequenties van
de onvoldoende voor de voortgang van het leerproces te bespreken.
Voldoende aangetoond (v)
De studente toont gedrag op het vereiste beheersingsniveau voldoende aan binnen de vastgestelde
moeilijkheidsgraad zoals aangegeven is in de beoordelingslijst. De examinator zet een paraaf in de
kolom ‘voldoende aangetoond’.
Goed aangetoond (g)
Als een studente een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (boven de norm) heeft
uitgevoerd binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad, waardeert de examinator dit met ‘goed
aangetoond’. Bijvoorbeeld wanneer de studente meer of beter presteert dan in de beoordelingslijst
geëist wordt.
Een ‘goed’ in de beoordelingslijst is een tastbaar bewijs en is stimulerend voor de verdere
competentiegroei van de studente. Het is ook belangrijk voor de loopbaanontwikkeling van de
studente bij doorstroom naar een vervolgopleiding. De studente kan aantonen op welk gebied zij zich
goed (boven de norm) ontwikkeld heeft. Talentvolle studenten hebben hierdoor een grotere kans op
doorstroom naar opleidingen met een lotingsprocedure.
Tabel Onvoldoende - Voldoende - Goed
Onvoldoende Voldoende Goed
De studente voldoet niet of
onvoldoende aan:
het werken binnen de
complexiteit van de
beroepssituatie
de mate van zelfsturing
de mate van
verantwoordelijkheid
de eisen in de
beoordelingslijst.
De studente voldoet voldoende
aan:
het werken binnen de
complexiteit van de
beroepssituatie
de mate van zelfsturing
de mate van
verantwoordelijkheid
de eisen in de
beoordelingslijst
De studente voldoet
uitstekend* aan:
het werken binnen de
complexiteit van de
beroepssituatie
de mate van zelfsturing
de mate van
verantwoordelijkheid
de eisen in de
beoordelingslijst
* excellente studente
Hulpvragen voor het beoordelen van ‘GOED’
Handelt de studente bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording
van het eigen handelen
Is de studente pro- actief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen?
Unit Dienstverlening
23 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Deelt de studente relevante kennis en inzicht?
Is de studente een gelijkwaardige collega ( op zijn/haar beheersingsniveau)?
Geeft de studente constructieve feedback met als doel om de kwaliteit van het werk te
verbeteren?
Onderbouwing van de beoordeling
De examinator verantwoordt de beoordeling met concrete voorbeelden van aantoonbaar gedrag van
de studente. Het valt niet altijd mee om de onderbouwing concreet op te schrijven. ‘Leuk,
gemotiveerd of doet het goed’ zegt niet zoveel. Een tip: onderbouw met voorbeelden die in
verband staan met de prestatie-indicatoren die horen bij de betreffende werkprocessen en
competenties.
Bv. Je overlegt je werkzaamheden goed.
Je troost mevr. op een fijne manier.
Je legt duidelijk uit wat de cliënt van jou mag verwachten.
Wanneer de studente een onderdeel niet of onvoldoende heeft aangetoond, dan vermeldt de
examinator in de beoordelingslijst ook wat de oorzaak hiervan is. De examinator onderbouwt dit met
concrete bewoordingen en/of voorbeelden(zie voorbeeld in figuur 6).
Unit Dienstverlening
24 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Figuur 5 Fragment uit een beoordelingslijst
Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-
indicatoren.
… heeft m.b.t. de competenties C. Begeleiden en Q. Plannen en organiseren binnen het werkproces
1.2, een uitdagend en afgestemd activiteitenplan opgezet en uitgevoerd . De cliënten begrepen de
bedoeling, waren betrokken bij het onderwerp en deden enthousiast mee.
Aan de evaluatie met de groep cliënten heeft … wel aandacht besteed, maar kan m.b.t.
competentie D. Aandacht en begrip tonen, nog wat gerichter doorvragen over het leerresultaat en
de mate van tevredenheid van de cliënten.
Indien de studente competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan
op het niveau van de prestatie-indicatoren aan wat de oorzaak daarvan is.
… gaat m.b.t. competentie E. Samenwerken en overleggen binnen het werkproces 1.4 teveel haar
eigen gang. Overlegt op cruciale momenten te weinig met haar collega’s.
… rapporteert m.b.t. competentie J. Formuleren en rapporteren binnen het werkproces 1.4 nog
onvolledig, waardoor collega’s niet goed op de hoogte zijn van gebeurtenissen die in de groep
cliënten hebben plaatsgevonden.
Cesuur
De cesuur is de grens tussen voldoende en onvoldoende. Binnen alle onderdelen van de methodemix
ligt de cesuur op het niveau waarop de studente voldoet aan de eisen die in de beoordelingslijsten
zijn vastgelegd. Wanneer de studente alles in de beoordelingslijst voldoende en/of goed heeft
aangetoond, dan vinkt de examinator de cesuurbepaling ‘Ja’ aan. In geval van een onvoldoende vinkt
de examinator ‘Nee’ aan(zie figuur 6).
Figuur 6 Fragment uit een beoordelingslijst
Cesuur
In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen
op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
Het beoordelingsformulier is essentieel bij het ordenen van observatiegegevens (Classificeren) en het
beoordelen hiervan (Kwalificeren).
Ja
Nee
Unit Dienstverlening
25 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bij de inzet van meerdere examinatoren wordt er onafhankelijk van elkaar beoordeeld waarna
onderlinge terugkoppeling en afstemming (Evaluatie) van de beoordeling plaatsvindt. De
beoordelingen worden samengevoegd op één beoordelingslijst. Na afloop maken de examinatoren in
een kort gesprek met de studente de beoordeling bekend.
De afronding van het examen
In iedere beoordelingslijst staat een tabel met ruimte voor zakelijke gegevens: naam van de
studente, naam en functie van de beoordelaar, naam van de instelling/beroepscontext en
handtekeningen. Hierdoor is de beoordeling naspeurbaar en rechtmatig
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar Handtekening
Functie beoordelaar
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)
Naam beoordelaar Handtekening
Functie beoordelaar
Naam studente Handtekening
Mondelinge rapportage:
Direct na het examen.
Spreek vanuit de “we” vorm
Verwijs naar de status van het examen
Onderbouw de beoordeling aan de hand van gedragsvoorbeelden.
Vertel de vervolgprocedure.
Resultaat is pas definitief na vaststelling door de voorzitter sub-examencommissie.
Controleer de beoordelingslijst op correctheid van invullen, volledigheid en zetten een
handtekening. Ook de studente tekent de beoordelingslijst.
De examinatoren blikken terug op de eigen rol en de beoordelingsprocedure. De examinatoren gaan
na of de procedure goed is doorlopen
Verbeterpunten kunnen betrekking hebben op:
het eigen handelen
het handelen medebeoordelaar
het verloop van de procedure
Als de beoordeling onvoldoende is de SLB per mail op de hoogte brengen.
De deelnemer levert de beoordelingslijst in bij de SLB docent.
Bijzonderheden m.b.t. de uitvoering van de procedure kunt u mailen naar de sub-examencommissie.
Unit Dienstverlening
26 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Verklarende woordenlijst
Kwalificerende score R-P-T en ontwikkelscore r-p-t
In samenhang met de hierboven vermelde mate van complexiteit, begeleiding, verantwoordelijkheid,
competenties en prestatie-indicatoren zijn er in de beoordelingslijsten twee begrippen vastgelegd die
van belang zijn voor de beoordeling.
In dit verband spreken we over ‘het beheersingsniveau’ waarop de studente de prestatie-indicatoren
aantoont.
Deze twee begrippen zijn:
- de kwalificerende – of normscore, een grote, vetgedrukte letter R, P, T
- de ontwikkelscore, een kleine letter, cursiefgedrukte r, p, t.
Bij een kwalificerende of normscore voldoet de studente aan de gestelde prestatie-indicatoren
(criteria) in het desbetreffende kwalificatiedossier die verwijzen naar de werkprocessen met
bijbehorende competenties, componenten en prestatie-indicatoren van een beginnend
beroepsbeoefenaar.
De studente toont de competenties binnen werkprocessen in verschillende beroepssituaties en dus
meerdere keren kwalificerend aan (raadpleeg daarvoor de competentiescoretabel).
De ontwikkelscore r, p of t geeft aan dat de studente zich ontwikkelt en nog niet hoeft te voldoen
aan de norm. De studente heeft nog meer tijd en/of meer begeleiding nodig. Ze kan zich nog
ontwikkelen in de richting van de normscore.
De ontwikkelscore geeft inzicht in de mate van ontwikkeling richting de normscore. Is er vooruitgang
aanwezig, staat de studente even ‘stil’ in zijn groei, met welke competenties heeft zij meer/minder
moeite? (Zie de competentiescoretabel.)
Uitleg van de begrippen Reproductief, Productief of Transfer
Op Reproductief niveau voert de studente een taak uit onder begeleiding.
Deze taak wordt uitgevoerd volgens standaardprocedures en voorschriften. De studente krijgt een
opdracht en voert deze uit. De studente verwerft kennis en vaardigheden én zij ontwikkelt een
passende beroepshouding.
Op Productief niveau voert de studente de taak deels op eigen initiatief uit. Ze lost problemen op en
bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Ze vraagt advies ten aanzien van de oplossingen. Ze
heeft minder (dan R) structuur nodig om zelfstandig activiteiten te ondernemen.
Bij Transfer gedrag voert de studente binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties taken zelfstandig
uit. Ze past kennis, houding en vaardigheden toe. Ze ziet verbanden en kan die uitleggen. De
studente is proactief en haar oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van het
beroep.
Bijlage 2 Werkbegeleidersservicedocument
Werkbegeleidersservicedocument t.b.v. BPV in zorg en welzijn Vitalis en Kellebeek College
Datum:
Naam:
Opleiding:
Opleidingsinstituut:
Startjaar opleiding (Cohort studente):
Kwalificatiedossier (jaartal):
Duur v/d BPV:
Duur van de opleiding:
Werkt tijdens deze BPV aan beroepsprestaties (ontwikkelingsgericht) /fase
Examen (Kwalificerend) onderdelen:
Contactpersoon vanuit school: Adres locatie: Telefoonnummer: Emailadres:
Contactpersoon vanuit BPV: Adres gegevens locatie: Telefoonnummer: Emailadres:
Bijzonderheden (evt. persoonlijke omstandigheden, verlenging etc):
Bijlage 3: Wegwijzer
Wegwijzer
STAP 1 : Oriënteren
Persoonlijke gegevens:
Naam studente
Datum
Naam werk / praktijkbegeleider
Naam WABO docent
Unit Dienstverlening
2 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
De leerdoelen waar ik aan werk tijdens deze beroepsprestatie/proeve:
Leerdoel (beroepsgericht, persoonlijk) Werkproces Competentie
1 Zie werkproces (alle werkprocessen) Zie boekje Zie boekje.
2
3
Beroepsprestatie/Proeve
Naam onderwijsinstelling Kellebeek College
Unit Dienstverlening
3 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Stap 2: Plannen
Leer-
doel
Wat/hoe ga ik doen? Bewijsstuk Waar voer ik deze
leeractiviteit uit?
Wie helpt mij hierbij? Welke afspraken
maak ik?
Wanneer begin ik
en hoeveel tijd heb
ik nodig?
1
2
3
Als je een GO hebt, ga je door naar stap 3!
Unit Dienstverlening
4 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Stap 3: Uitvoeren
- Je werkt aan de beroepsprestatie ’s/proeve volgens plan. - Controleer regelmatig of je volgens plan werkt. - Je vraagt regelmatig feedback aan je begeleider. - Je stelt zo nodig het plan en de uitvoering bij.
Stap 4: controleren
Je evalueert mondeling met je werk/praktijkbegeleider/examinator *
- Controleer of je volgens plan( stap 2) hebt gewerkt. - Controleer of je bewijsstukken aan de beoordelingscriteria voldoen. - Evalueer met je begeleiders/examinatoren *
Unit Dienstverlening
5 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
- Verzamel je bewijsstukken in je portfolio.
* Bij kwalificerende onderdelen
Unit Dienstverlening
6 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
STAP 5 : Reflecteren
Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Heb je volgens jouw planning gewerkt? 2. Wat heb je geleerd van deze beroepsprestatie? 3. Wat kun je hiervan in de toekomst gebruiken? 4. Ben je tevreden over jouw behaalde resultaten? 5. Ben je tevreden over de manier waarop je de resultaten hebt behaald? 6. Heb je verbeterpunten?
Het verslag wordt ondertekend door je Wabo docent en SLB docent.
Bijlage 4 STARRT methode
Unit Dienstverlening
2 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 5 Logboek
Unit Dienstverlening
3 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 6 schoolvakantie
2016
Herfstvakantie 2016 maandag 24 oktober t/m vrijdag 28 oktober 2015
Kerstvakantie 2016 maandag 26 december 2015 t/m vrijdag 6 januari 2016
2017
Voorjaarsvakantie 2017 maandag 27 februari t/m vrijdag 3 maart 2017
Goede Vrijdag en 2e Paasdag 2017
vrijdag 14 april en maandag 17 april 2017
Meivakantie 2017 maandag 24 april t/m vrijdag 28 april 2017
(Koningsdag 27 april)
Bevrijdingsdag 2017
5 mei 2017
Hemelvaart 2017
25 en 26 mei 2017
2e Pinksterdag 2017 maandag 5 juni 2017
Zomervakantie 2017
maandag 10 juli t/m vrijdag 28 augustus 2017
Unit Dienstverlening
4 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 7 beoordelingsformulier werkhouding in de BPV
Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV Studente: Praktijkopleider: Tussenbeoordeling □ Leerperiode
Opleiding: SLB’er: Eindbeoordeling □
Houding/gedrag Dit betekent dat je: V O Toelichting Afspraken
1. Afspraken nakomen
afspraken nakomt
op tijd en helder communiceert over de redenen als dit niet lukt.
op tijd BPV-opdrachten laat beoordelen/ op tijd feedback vraagt
2. Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling
volgens de regels van de praktijkinstelling werkt;
je aan de (kleding) voorschriften en aanwijzingen houdt van de instelling;
interesse toont voor het werk en de organisatie.
3. Communicatie
vriendelijk en beleefd bent;
een correct taalgebruik hebt;
naar anderen luistert;
een actieve, geïnteresseerde houding hebt;
op de juiste manier omgaat met feedback.
4. Geheimhouding zorgvuldig omgaat met informatie;
je houdt aan de geheimhoudingsplicht;
5. Samenwerken en overleggen
initiatief neemt en inzet toont;
advies aan collega’s en leidinggevende(n) vraagt;
bereid bent om taken op je te nemen en uit te voeren;
over je werk overlegt en afstemt met collega’s;
jouw collega’s informeert en leidinggevende(n) uit jezelf (proactief).
Totaal beoordeling
Alle houdingsaspecten moeten voldoende zijn voor een voldoende eindbeoordeling van de werkhouding aan het eind van de BPV-periode! Datum: Handtekening praktijkopleider: Voor gezien, handtekening studente:
Unit Dienstverlening
5 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 8 Aanwezigheidsregistratie BPV uren
Wk ma di wo do vr za zo Wk ma di wo do vr za zo
36 4
37 5
38 6 VOORJVK
39 7
40 8
41 9
42 10
43 11
44 HERFSTVK 12
45 13
14
46
47 15
48 16
49 17 MEIVK
50 18 MEIVK
51 19
52 KERSTVK 20
53 KERSTVK 21
1 22
2 23
3 24
25
26
27
28
29 ZOMERVK
30 ZOMERVK
31 ZOMERVK
32 ZOMERVK
33 ZOMERVK
34 ZOMERVK
35 ZOMERVK
36 ZOMERVK
Totaal aantal uren BPV: 0,00 klokuren
Handtekening praktijkopleider: Handtekening studieloopbaanbegeleider: Handtekening student:
Totaal aantal BPV-uren check 5 0,00 Handtekening
praktijkopleider
check 5
…………………………
Handtekening
praktijkopleider
check 1
…………………………
Totaal aantal BPV-uren check 4 0,00
Handtekening
praktijkopleider
check 4
…………………………
Handtekening
praktijkopleider
check 3
…………………………
Woonplaats:
Postcode: Plaats:
Praktijkopleider:
Aanwezigheidsregistratie BPV-uren MBO-BOL 2015-2016
Naam leerbedrijf:
Postcode:
Studentnr.
Naam student: Adres:
Adres:
Kellebeek CollegeSchool:
Totaal aantal BPV-uren check 1 0,00
Telefoon:
BPV-docent/SLB:
E-mail SLB'er:
PC + plaats:
Adres:
Opleiding:
Telefoon:
Telefoon:
Einddatum stage:
Totaal aantal BPV-uren check 2 0,00
Handtekening
praktijkopleider
check 2
…………………………
Startdatum stage:
E-mailadres:E-mailadres:
Totaal aantal BPV-uren check 3 0,00
Unit Dienstverlening
6 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 9 gespreksformulier
Gespreksverslag datum _________________ tijd ________________ periode_______
Naam Student & evt. studentennummer
Opleiding
Aanwezig bij het gesprek (naam en rol)
Aanwezig bij het gesprek (naam en rol)
Aanwezig bij het gesprek (naam en rol)
Aanleiding van het gesprek
Evt. toelichting:
o BPV
Weergave van het gesprek ( gesprekspunten)
Unit Dienstverlening
7 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Gemaakte afspraken Leerdoelen en leeractiviteiten worden overgenomen in POP-PAP
Datum:
Datum:
Datum:
Datum:
Unit Dienstverlening
8 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Handtekening student:
Handtekening BPV
Handtekening
Handtekening
Unit Dienstverlening
9 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Bijlage 10 planningsdocument
Planning cohort 2014 (verlengers) Studente plant in overleg de BP's die nog uitgevoerd moeten worden.
Indien 2 BP’s in schooljaar 2015-2016 niet afgerond:
BPV: (start m.i.v. week 36 t/m week 2)
Week: 36 t/m 38 Inwerkopdracht BPV
Week: 38 Inleveren inwerkopdracht BPV Uiterlijk 21-09-2016
Week: 39 BPV adres bellen
Week: 44 BPV bezoek
Week: 2 Laatste week BPV
Week: 3 Inleveren getekende BPV urenlijst (van totale BPV) Uiterlijk 18-01-2017
Aanvullende diploma-eisen
Week: 2 Beoordelingsformulier “Werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 13-01-2017
Week: 2 Beoordelingsformulier “Loopbaan” Inleveren: uiterlijk 13-01-2017
Examenbureau: Week 03: 16 januari 2017 Uiterste datum inleveren bij examenbureau Diplomering: 06-02-2017 / 07-02-2017
Indien meer dan 2 BP’s in schooljaar 2015-2016 niet afgerond:
BPV: (start m.i.v. week 36)
Week: 36 t/m 40 Inwerkopdracht BPV
Week: 38 BPV adres bellen
Week: 41 Inleveren inwerkopdracht BPV Uiterlijk 12-10-2016
Unit Dienstverlening
10 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Week: 44 t/m 49 1ste BPV bezoek
Week: 10 t/m 15 2de BPV bezoek
Week: 25 Laatste dag BPV 22-06-2017
Week: 26 Inleveren getekende BPV urenlijst (van totale BPV) Uiterlijk 28-06-2017
Studieadvies:
Week: 49 Inleveren beoordelingsformulier “studiehouding op school” door de studieloopbaanbegeleider
Week: 49 Inleveren beoordelingsformulier “werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 07-12-2016
Week: 51 Eerste studieadvies
Week: 14 Inleveren beoordelingsformulier “studiehouding op school” door de studieloopbaanbegeleider
Week: 14 Inleveren beoordelingsformulier “werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 05-04-2017
Week: 16 Tweede studieadvies
Aanvullende diploma-eisen
Week: 23 Beoordelingsformulier “Werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 07-06-2017
Week: 23 Beoordelingsformulier “Loopbaan” Inleveren: uiterlijk 07-06-2017
Examenbureau: Week 24: 12 juni 2017 Uiterste datum inleveren bij examenbureau Tekenen diploma: 28 juni 2017 om 13.00 uur Diplomering: 03-07-2017 / 04-07-2017 / 04-07-2017 Planning cohort 2015 Kwalificerend:
Week: 45-46 Uitvoeren BP 2.1 (gedurende 2 dagen)
Week: 47 BP2.1: uiterlijk deze week beoordelingslijst en bewijsstukken inleveren bij de wabo docent
Week: 4-5 Uitvoeren BP 2.2 (gedurende 2 dagen)
Week: 7 BP2.2: uiterlijk deze week beoordelingslijst en bewijsstukken inleveren bij de wabo docent
Week: 10-11-12 Uitvoeren BP 2.3 (gedurende 2 dagen)
Week: 13 BP2.3: uiterlijk deze week beoordelingslijst en bewijsstukken inleveren bij de wabo docent
Week: 14 t/m 22 Uitvoeren BP 2.4 (gedurende 2 dagen)
Unit Dienstverlening
11 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Week: 19 Kennisexamen 2: 10-05-2017 13.00-15.00 uur
Week: 21 Examen schrijven Nederlands
Week: 22 Herkansing kennisexamen 2 31-05-2017 13.00-15.00 uur
Week: 23 BP2.4: uiterlijk deze week beoordelingslijst en bewijsstukken inleveren bij de wabo docent Herkansing examens Nederlands
Week: 24 Controle begeleidingsdossier: sterrolhouder studentzaken
BPV: (start m.i.v. week 36)
Week: 36 t/m 40 Inwerkopdracht BPV
Week: 38 BPV adres bellen
Week: 41 Inleveren inwerkopdracht BPV Uiterlijk 12-10-2016
Week: 44 t/m 49 1ste BPV bezoek
Week: 10 t/m 15 2de BPV bezoek
Week: 25 Laatste dag BPV 22-06-2017
Week: 26 Inleveren getekende BPV urenlijst (van totale BPV) Uiterlijk 28-06-2017
Centraal Ontwikkelde Examens (COE):
Week: 37 COE Nederlands en rekenen
Week: 45-46-3-4 COE Nederlands
Week: 45-2-3 COE rekenen
Week: 11-12 COE Nederlands (laatste kans voor diplomering)
Week: 10-11 COE rekenen (laatste kans voor diplomering)
Week: 19-20 COE Nederlands
Week: 20-21 COE rekenen
Ontwikkelingsgericht:
Week: 14 Oefenexamen 05-04-2017 9.00- 11.00 uur
Aanvullende diploma-eisen
Week: 23 Beoordelingsformulier “Werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 07-06-2017
Week: 23 Beoordelingsformulier “Loopbaan” Inleveren: uiterlijk 07-06-2017
Studieadvies:
Week: 49 Inleveren beoordelingsformulier “studiehouding op school” door de studieloopbaanbegeleider
Unit Dienstverlening
12 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017
Week: 49 Inleveren beoordelingsformulier “werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 07-12-2016
Week: 51 Eerste studieadvies
Week: 14 Inleveren beoordelingsformulier “studiehouding op school” door de studieloopbaanbegeleider
Week: 14 Inleveren beoordelingsformulier “werkhouding in de BPV” Inleveren: uiterlijk 05-04-2017
Week: 16 Tweede studieadvies
Examenbureau: Week 24: 12 juni 2017 Uiterste datum inleveren bij examenbureau Tekenen diploma: 28 juni 2017 om 13.00 uur Diplomering: 03-07-2017 / 04-07-2017 / 04-07-2017 Oudercontactavond: Naar aanleiding van 1ste studieadvies
16 en 17 januari 2017 (individueel) Naar aanleiding van 2de studieadvies
22 en 23 mei 2017 (individueel)
Unit Dienstverlening
13 Handboek voor BPV opleiders opleiding Helpende Zorg en Welzijn september 2016-2017