goedkeuring van het pv van het vergadering
TRANSCRIPT
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
1
Experts Group Implementation Network Codes Significant Grid Users (sessie 2)
Datum: 25/01/2016
Plaats: Elia, Keizerslaan 20, 1000 Brussel
Aanwezig
Andreau Simon (BGA)
Curvers Daan (BGA)
Dekinderen Eric (BGA)
Detollenaere Alice (BGA)
De Wispelaere Bram (BGA)
Fodil-Pacha Farid (Brugel)
Gabriëls Senne (FOD Energie)
Geraerds Ton (BGA)
Laenens Dimitri (Brugel)
Laumont Noémie (BGA)
Malbrancke Marc (Synergrid)
Mees Emmeric (CREG)
Moerman Diederik (FOD Economie)
Myngheer Silvie (BGA) - presentatie
Ottoy Pauline (VREG)
Soens Joris (Eandis)
Van Bossuyt Michaël (FEBELIEC)
Van den Borre Filip (BGA)
Van der Spiegel Bart (Infrabel)
Verrydt Eric (FEBELIEC)
Buijs Patrik (Elia) – Voorzitter van de Experts Group
Cornet Matthieu (Elia)
Depouhon Céline (Elia) - Secretariaat
Gerkens Isabelle (Elia)
Sprooten Jonathan (Elia) - presentatie
Verontschuldigd
Gommeren Ward (BECI)
Gouverneur Bruno (Synergrid)
Harlem Steven (BGA)
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
2
Hubin Emmanuel (ORES)
Huyge Gwen (Electrabel)
Schell Peter (BDRA)
Agenda
1. Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 26/11
2. Presentatie van Elia
3. Presentatie van BGA
4. Bespreking en next steps
De agenda werd unaniem goedgekeurd. De presentaties zijn te vinden op de website van Elia:
http://www.elia.be/nl/users-group/Implementatie-EU-Netwerk-Codes/Experts-Group-
Implementation-nc/Agenda.
Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 26/11
De voorzitter van de Experts Group stelt de opmerkingen voor van Eandis en BGA met betrekking tot
de eerste vergadering over de Significant Grid Users van 26/11. De wijzigingen worden goedgekeurd
en er worden geen verdere opmerkingen toegevoegd.
De voorzitter van de Experts Group vermeldt ook de vragen gesteld door BGA en herinnert eraan dat
het doel van deze Experts Group is om de inhoud te bespreken. Deze vragen moeten dus eerder
besproken worden in de WG Belgian Grid. Na de besprekingen in de Expert Groups zal Elia een
voorstel voor het federaal technisch reglement indienen. Elia zal hierover een publieke consultatie
organiseren. Een vertegenwoordiger van de FOD voegt hieraan toe dat, met betrekking tot hun
behandeling van het voorstel, het niet wenselijk is om in alle gevallen opnieuw een consultatie te
houden, maar dat ze contact zullen opnemen indien nodig. De FOD herinnert eraan dat de CREG,
zoals bepaald in de officiële procedure, ook een advies zal uitbrengen over de ingediende
voorstellen.
Een vertegenwoordiger van BGA stelt vragen bij de coördinatie op het Europese niveau. Een
vertegenwoordiger van de FOD antwoordt hierop dat het debat eerst op het nationale niveau
gevoerd moet worden alvorens er bredere coördinatie mogelijk is. De voorzitter van de Experts
Group voegt toe dat Elia ook voorziet om hierover feedback te geven, zoals ook al gebeurd is in de
presentatie die Elia voor deze vergadering gegeven heeft.
De tweede vraag over de contractuele aanpassingen zal in de WG Belgian Grid besproken worden.
De voorzitter van de Experts Group zal deze vraag daar opnieuw stellen.
Een vertegenwoordiger van BGA stelt een vraag over de beschikbare versies van de codes. Synergrid
antwoordt dat het moeilijk is om uit te maken welke versie van het document de meest recente is.
De versies die op verzoek van de FOD verzonden werden, zijn de meest recente versies waarvan de
FOD weet heeft.
De goedgekeurde notulen van de vorige vergadering zullen in beide talen gepubliceerd worden op
de website van Elia.
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
3
Presentatie van Elia
De agenda van vandaag herneemt de next steps die tijdens de vergadering van 26 november 2015
werden geïdentificeerd. De voorzitter van de Experts Group opent met een herinnering aan de
iteratieve procedure die ingesteld werd voor dit topic. De limieten die in deze fase voorgesteld
worden, zullen de werkbasis vormen voor de andere technische topics en hun relevantie zal
opnieuw beoordeeld worden eind 2016 in het licht van de beslissingen die in verband met de
behandelde technische topics genomen zullen worden.
Een vertegenwoordiger van BGA vraagt zich af of er geen rekening gehouden moet worden met de
impact van de vereisten van de code op de CO2-emissies van de Belgische energiemix en of deze
vereisten niet afgestemd moeten worden op de Europese doelstellingen. De vertegenwoordiger van
Elia antwoordt dat de Europese Commissie ervoor gekozen heeft om de operationele codes te
scheiden van de aansluitingscodes. De aansluitingscodes worden geacht zodanig te zijnopgesteld dat
ze coherent zijn met de andere Europese teksten en dat ze het behalen van de Europese CO2-
doelstellingen faciliteren.
Elia herinnert aan de verschillende categorieën van significant grid users. De voorgestelde waarden
zijn de grenswaarden die vermeld worden in de netwerkcode RfG. Zoals gevraagd door bepaalde
stakeholders tijdens de vergadering van 26/11/2015 herinnert Elia ook aan het concept van
'significant grid users' zoals voorzien in de netwerkcode voor demand connection. Een
vertegenwoordiger van Infrabel stelt een vraag over de definitie van 'significant'. Elia antwoordt dat
het kenmerk 'significant' bepaald wordt door de feiten. Kleine eenheden hebben bijvoorbeeld vooral
een effect op het frequentiegedrag, terwijl eenheden van het type D ook de spanning beïnvloeden.
De voorzitter van de Experts Group herinnert eraan dat de discussie in deze vergadering niet over
het opstellen van de netwerkcodes gaat.
Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt hoe het lokale transmissienet gekenmerkt zal worden,
gezien het kenmerk 'significant' ook afhangt van het distributie-/transmissienet waarop de
netgebruiker is aangesloten. Elia antwoordt dat het doel van de connection codes is om de
technische capaciteiten van aangeslotenen te bepalen aan de interface tussen de verschillende
entiteiten van het elektriciteitsnet, de vervoerder, de distributeur, de producent en de verbruiker.
Het is niet wenselijk om een limiet te hebben midden in een bepaalde entiteit en de lokale
transmissie is inderdaad een transmissienet. Bovendien zijn de verschillende spanningsniveaus van
de transmissienetten en distributienetten in België niet incoherent in vergelijking met de
verschillende spanningen die in andere Europese landen aangetroffen worden. Een
vertegenwoordiger van BGA vraagt of deze limiet (30 kV- en 36 kV-net alsook de transformatoren
naar de MS uitgebaat door Elia) opnieuw besproken kan worden. Elia antwoordt dat deze waarde in
de huidige context coherent lijkt met de vereisten van de code en dat dit niet aan de orde is in deze
eerste iteratie van dit topic.
Elia onderstreept het feit dat de harmonisering van de implementatie van de Europese
netwerkcodes niet betekent dat alle landen dezelfde waarden moeten gebruiken. Er moet rekening
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
4
gehouden worden met de structuur en de voorgeschiedenis van het net, met de interconnectie van
het net met de naburige netten, met de nationale energiemix, ...
Een vertegenwoordiger van Infrabel vraagt of de CDS (Closed Distributions Systems) behandeld
zullen worden als distributienetten. Elia antwoordt dat deze in de codes wel degelijk beschouwd
worden als 'distributienetten' en dus, binnen het kader van de codes, de rechten en plichten hebben
van de netbeheerders en de gebruikers van het net waarop ze zijn aangesloten.
Als antwoord op een vraag die op 26 november 2015 gesteld werd, verduidelijkt Elia de link tussen
de SGU en de operationele codes (OS, OPS en E&R). Elia onderstreept het feit dat de huidige versies
van deze codes nog drafts zijn en dus nog kunnen veranderen. Elia herinnert eraan dat er, om een
elektriciteitsnet te kunnen uitbaten, operationele regels bepaald moeten worden voor alle
gebruikers die op dit net aangesloten zijn.
Elia vermeldt alle gebruikers op wie deze codes van toepassing zijn, meer bepaald de codes
Operational Security, Operational Planning & Scheduling, Load frequency Control & Reserves en
Emergency & Restoration. Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt meer informatie over de
gebruikers die diensten leveren via aggregatoren. Elia antwoordt dat deze gebruikers ook bepaalde
regels moeten volgen. Een vertegenwoordigster van de VREG grijpt de gelegenheid aan om de
precieze definitie van 'Demand Response' te vragen. In de NC DCC worden enkel de termen 'demand
response active power control', 'demand response reactive power control', 'demand response
transmission constraint management', 'demand response system frequency control' en 'demand
response very fast active power control' gedefinieerd. In elk van deze definities wordt de uitdrukking
"die beschikbaar zijn om door de bevoegde netbeheerder of de bevoegde TNB gemoduleerd te
worden" vermeld om het concept begrijpelijk te maken.
Voor de code Operational Planning & Scheduling (OPS) voegt een vertegenwoordiger van Elia toe dat
niet alle keuzes hier op het nationale niveau gemaakt moeten worden: bepaalde keuzes zullen op
het regionale of op het Europese niveau genomen worden. Een vertegenwoordiger van Synergrid
voegt eraan toe dat de betrokken partijen nog bepaald moeten worden. Een vertegenwoordiger van
BGA komt terug op de grensoverschrijdende activiteiten en voegt een opmerking toe over de
interpretatie van de term 'relevant'. Elia antwoordt dat de term 'relevant' afhangt van de vereisten
en vermeldt de doelstelling van de codes. Elia voegt eraan toe dat er niet verwacht wordt dat de
operationele codes grote revoluties teweeg zullen brengen en dat in een groot deel van de gevallen
de huidige operationele regels al conform zijn aan de vereisten uit de codes, gezien die opgesteld
zijn op basis van de operation policies van de UCTE die al van kracht zijn in continentaal Europa.
In het daaropvolgende punt herinnert Elia aan het verschil tussen een Power Generating Module en
een Power Generating Facility. Vervolgens wordt een extract van het federale technische reglement
voorgesteld en in verband gebracht met de definities in de code RfG. Een vertegenwoordiger van
Febeliec vraagt meer informatie over de definitie van primaire energie waarover niet gesproken
wordt in het federale technische reglement.
Een vertegenwoordiger van Infrabel vraagt of een trein, die tijdens het vertragen energie terug
levert aan het net, beschouwd zal worden als een Power Park Module (PPM). Een
vertegenwoordiger van BGA voegt eraan toe dat deze opmerking niet enkel geldt voor treinen, maar
ook voor de batterijen die oplossingen bieden voor energieopslag. Elia antwoordt dat dit alles nog in
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
5
detail geanalyseerd moet worden, maar dat het doel niet is om de bestaande regels drastisch te
wijzigen. Elia zal ook contact opnemen met ENTSO-e om zich te vergewissen van de gecoördineerde
implementatie van de codes.
Elia herinnert eraan dat de stakeholders de mogelijkheid hebben om hun vragen rechtstreeks aan
ENTSO-e te stellen als bepaalde punten van de codes uitgeklaard moeten worden. Een
vertegenwoordiger van Synergrid voegt hieraan toe dat ACER erover nadenkt een dropbox te laten
ontwikkelen (cf. dropbox in ontwikkeling bij ENTSO-G), waarin de vragen i.v.m. implementatie van
de codes/guidelines op het Europese niveau gedropt kunnen worden en behandeld in de respectieve
ESCs (European Stakeholder Committees).
Voor Elia omvat een Power Generating Module (PGM) een set eenheden die niet afzonderlijk
kunnen functioneren. Als antwoord op een vraag om toelichting van een vertegenwoordiger van
Infrabel herinnert Elia aan de definitie van een aansluitingspunt en geeft het voorbeeld van een CDS
dat is aangesloten op het transmissiesysteem en dat zelf verschillende aangesloten eenheden
omvat. Elia antwoordt dat dit CDS zal moeten voldoen aan de vereisten die opgelegd worden aan
het aansluitingspunt op het transmissienet en dat elke eenheid aangesloten op het CDS zal moeten
voldoen aan de vereisten van de code die opgelegd wordt aan het aansluitingspunt van de eenheid
op het CDS.
Voor een goed begrip van de benadering die in de code wordt voorgesteld, voegt Elia er nog aan toe
dat het nodig is om te proberen alle bestaande gevallen te dekken en telkens te bekijken hoe de
code van toepassing is op dat specifieke geval.
Als antwoord op vragen gesteld tijdens de vergadering van 26/11/2015 legt Elia uit dat het
verzekeren van de aanwezigheid van voldoende vermogen om bepaalde diensten te leveren
noodzakelijk is in het algemene belang. Als dat niet het geval is zou de netbeheerder, gezien de tijd
die de markt nodig heeft om te reageren, tijdelijk niet in staat kunnen zijn om de basisfuncties uit te
voeren die toelaten om de veiligheid van het elektriciteitsnet te verzekeren. De codes voorzien in de
capaciteit om die diensten te leveren, maar verplichten de producenten niet om ze ook effectief te
leveren. Deze vereisten zijn er om te verzekeren dat het systeem te allen tijde in alle veiligheid kan
worden geëxploiteerd.
Een vertegenwoordigster van de VREG stelt zich vragen over de toepassing van de code RfG op oude
installaties in dit kader. Elia antwoordt dat deze code enkel geldig is voor alle nieuwe eenheden. Om
bestaande eenheden te laten conformeren aan de vereisten van de code is het nodig om een CBA uit
te voeren die het voordeel voor het systeem als geheel aantoont. Elia benadrukt de noodzaak om in
zo een geval een implementatieperiode te voorzien. Elia voegt eraan toe dat de regels bijvoorbeeld
enkel van toepassing zouden zijn op nieuwe producties geïnstalleerd in een CDS, als die
onafhankelijk zijn. Het CDS heeft in de codes dan ook een echt statuut van netbeheerder.
Een vertegenwoordiger van Febeliec komt terug op de vraag omtrent substantiële wijziging. De
voorzitter van de Experts Group antwoordt dat dit een generische vraag is die behandeld zal worden
in de WG Belgian Grid. Het is mogelijk dat de implementatie van de code geen belangrijke
verandering met zich meebrengt in vergelijking met de huidige situatie, maar dat moet nog
onderzocht en besproken worden.
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
6
Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt hoe dit zal gebeuren voor de aansluiting van een nieuwe
eenheid bij een industriële klant. Elia antwoordt dat die aansluiting ook conform zal moeten zijn. De
vertegenwoordiger van Febeliec vraagt vervolgens wat de impact zal zijn als de productie-eenheden
zich vroeger net onder de limiet bevonden. Elia antwoordt dat dit geen impact zal hebben als de
eenheid onafhankelijk is, omdat het hier niet de som is die telt, maar wel degelijk de verschillende
modules. Als de eenheid daarentegen gekoppeld was, zal ze in een hogere categorie belanden.
Elia stelt de verschillende simulaties met betrekking tot het aspect Fault Ride Through (FRT) voor, die
uitgevoerd werden om haar voorstel te rechtvaardigen om de A-B-limiet op 250 kVA te leggen. Deze
simulaties illustreren het grote risico van ontkoppeling als de spanning plots zou verminderen en de
eenheden niet in staat zouden zijn om aangesloten te blijven. Een vertegenwoordiger van BGA
vraagt meer informatie over de hypotheses die gebruikt werden om deze simulaties uit te voeren.
De voorzitter van de Experts Group herinnert eraan dat er een specifieke Experts Group FRT zal
opgezet worden en dat het daar mogelijk zal zijn om meer in detail in te gaan op de vereisten van
FRT.
Elia stelt de capaciteiten voor die in de toekomst verwacht zullen worden voor de verschillende
types. Elia heeft vastgesteld dat een FTR lager dan 70% voor type B (50% in het voorbeeld van Elia)
het mogelijk zou maken om een significante stijging van het gelijktijdige verlies van een groot aantal
eenheden tijdens een enkel ernstig incident te voorkomen. Dit laat Elia toe de noodzaak te
bevestigen om de limiet van categorie B op 250 kVA te bepalen.
Een vertegenwoordiger van BGA vraagt wat het nut is om te kiezen voor andere waarden in België
dan in andere Europese landen. Elia antwoordt dat niets erop wijst dat de andere landen de
maximaal door de code toegestane waarde zullen kiezen. Bovendien spelen de structuur en de
voorgeschiedenis van het net, de interconnectie van het net met de naburige netten, de nationale
energiemix, ... allemaal mee in deze keuze. Voor Elia is de Belgische situatie per definitie anders dan
die van de buurlanden.
Tot slot komt Elia, zoals gevraagd tijdens de eerste vergadering over de SGU, kort terug op de
maatregelen die genomen werden om de coördinatie tussen de verschillende landen te verzekeren.
Elia legt uit dat er voor elke TNB één persoon - de 'national code link person' communiceert over de
vorderingen en de gemaakte keuzes in zijn of haar land. Anderzijds zal een website, die
onderhouden wordt door ENTSO-e, een 'active library' ter beschikking stellen waarop alle betrokken
partijen informatie kunnen uitwisselen. Ter informatie worden verschillende voorbeelden gegeven
van de implementatieprocedures in andere landen.
Presentatie van BGA
BGA (Belgian Generators Associations) stelt haar standpunt over de categorisatie van de significant
grid users voor in opvolging van de eerste vergadering hierover. BGA zal in de nabije toekomst een
document bezorgen waarin de hierna volgende argumenten nauwkeuriger uitgewerkt zullen
worden.
BGA onderstreept de noodzaak om deze keuze op het Europese niveau te harmoniseren en wenst te
vermijden dat deze categorisatie van de productie-eenheden enige concurrentievervalsing met zich
zou meebrengen.
Experts Group Implementation Network Codes – 25/01/2016
7
BGA is ook van mening dat de discussie over de SGU hervat moet worden wanneer er een beter zicht
is op de implementatie van de codes.
Om coherent te blijven met deze codes vraagt de BGA om de limieten uit te drukken in MW.
BGA stelt voor om de bovengrens voor het type A, te weten 1 MW, te nemen. BGA legt uit dat voor
eenheden van type B er een geschatte meerkost van 15 tot 20% is in vergelijking met de vereisten
voor type A. Als er in België voor een andere limiet gekozen wordt dan in de andere lidstaten, zou dit
ook een impact hebben op de sector die de installatie produceert.
BGA wil de WKK-eenheden en de windparken in type B houden. In antwoord op een vraag van een
vertegenwoordiger van Elia, legt BGA uit dat het onder andere gaat om hun wens dat de vereiste van
'synthetic inertia', die tijdens de vorige vergadering al vermeld werd, niet toegepast wordt op deze
eenheden zoals de invulling van ‘synthetic inertia’ onduidelijk blijft.
Anderzijds vraagt BGA dat de levering van diensten (FCR, FRR & RR) geen criterium zou worden voor
de keuze van de categorie. Elia gaat hiermee akkoord.
BGA is van mening dat het baseren van de limiet voor type D op het spanningsniveau van het
aansluitingspunt discriminerend zou kunnen zijn.
Een vertegenwoordiger van Elia stelt een vraag over de vermelde bijkomende kosten voor de limiet
voor type A. Een vertegenwoordiger van BGA antwoordt dat de bron van deze gegevens een recente
studie is, die werd uitgevoerd door een Engelse vereniging. De vertegenwoordiger voegt eraan toe
dat het moeilijk is om concrete cijfers te verkrijgen, des te meer omdat machinebouwers maar
moeilijk de kosten van voorlopig onbestaande machines (aan te passen aan voorlopig niet concreet
ingevulde eisen) kunnen inschatten.
Bespreking en next steps
Tot besluit overloopt de voorzitter van de Experts Group de next steps voor de volgende
vergadering:
Elke stakeholder wordt uitgenodigd om de specifieke moeilijkheden die hij heeft met de
voorstellen voor de ABCD-limieten op papier te zetten en aan Elia te bezorgen vóór de
volgende vergadering (All)
Toelichting over de 'Power Generating Units' en de 'synthetic inertia' (Elia)
Voltooien van de rechtvaardiging van de voorgestelde B/C-limieten en de C/D-limieten (Elia)
Het doel van deze actiepunten is om de discussies over deze eerste iteratie rond de SGU te kunnen
afsluiten tijdens de volgende vergadering, zodat er rond andere topics gewerkt kan worden en zodat
we een voorstel kunnen uitwerken dat de argumenten van de verschillende betrokkenen bevat.
* *
*