geslacht rollema en de familie relatie met het echtpaar mr ...€¦ · 31-8-1663, zoon van mr....
TRANSCRIPT
Geslacht Rollema en de familie relatie met het echtpaar Mr. Harmen Schinckel, onthoofd in 1568 gehuwd met Agniesgen Bruijnsdr. Caesar en het geslacht “van Hodenpijl” met een hypothese lijn naar Floris de V. Het geheel bestaat uit 3 stamreeksen. Familierelatie met de vrouw van Mr. Harman Schinckel, martelaar van Delft Uit de kwartierstaat van Erwin en Raymond Rollema via hun vader Everardus Johannes Rollema 1e generatie
I. Agniesgen Bruijnsdr. CAESAR(KEIJZER), geb. ca. 1542, regentes burgerweeshuis Den Haag, overl./begr. Delft 23/26-12-1612, (grafzerk), dr. van Bruno (Bruijn) Dircksz. Ceasar (Keijser), en Klerken van der Mast.
Agniesgen gehuwd 1e gehuwd 1561 met Mr. Harman SCHINCKEL, geb. te Montfoort tussen 1535 en 1536, schoolmeester, Mr. Vrije kunsten, boekdrukker, martelaar van Delft, gevangen genomen donderdag voor palmzondag op 8 april 1568, na een proces werd hij onthoofd te Delft op 23-7-1568, zoon van Jan Willems Schin(c)kel, overl. na 23-7-1568, gehuwd voor 1536 en Marrichje/Marijcke, overl. na 23-7-1568. Uit dit huwelijk:
1. Catharina/Trijntje Schinckel, geboren Delft 19-10-1562 2. Josina/Justa Schinckel, geboren Delft 20-12-1564. 3. Bruno/Bruijn SCHINCKEL, geboren Delft 1-3-1567, zie uitwerking na 17e generatie.
Hertog van Alva
Eveneens in 1568 vond de onthoofding plaats van de graven Egmond en van Hoorne in Brussel
Agniesgen tr.(2) ca. 1570/73 Aelbrecht He(ij)ndricksz. VAN LEUNINGEN/LOENINGEN, geb. Leiden ca. 1545, ordinairies drukker in 1582 Staten Generaal en van Hoilland in 1590 en naar Den Haag overgebracht in 1591, oud-burgemeester Den Haag, gewoond hebbende in de Voorstraat te Delft, Den Haag, Naaldwijk 1606, Den Haag overl. 30-3-1613, begr. te Delft in de Oude Kerk 2-4-1613 (grafzerk in de Oude Kerk), zoon van Hendrick Hendricksz.
Uit dit huwelijk kinderen opvolgorde blijkens testament GA Den Haag 3-7-1606 inv.nr. 3 fol. 162 notaris L.K. van: Aelbrecht Hendricks van Loeningen en Agniesjen Bruijnen.
1. Clara Aelbrechts van Leuningen, geb. Delft ca. 1572, tr. 24-2-1592 Weijer van
Overmeer. 2. Sophia Aelbrechts VAN LEUNINGEN/LOENINGEN, geb. Delft zie 2e generatie. 3. Machteltgen Aelbrechts van Leuningen, geb. Delft ca. 1580, landsdrukker,
uitgeefster, overl Delft 14-8-1662; ondertr./tr. Den Haag 28-4/20-5-1601 Hillebrand Jacobs van Wouw, overl. 21-3-1622.
4. Gerrichen Aelbrechts van Leuningen/Loeningen, geh. voor 1609 met Daniël Tresel?,
klerk van de Sten Generaal. 5. Josijntgen Aelbrechts van Leuningen (Koper), begraven Delft in de Nieuwe Kerk 5-10-
1677, ondertr./tr. Delft 28-4/8-5-1624 Hendrick Hendricks Verhaar, smid, begraven in de Nieuwe Kerk Delft 29-7-1638.
Weesboek Delft 1638
GA Den Haag ONA inv. nr. 3/162 3 juli 1606 voor notaris Leonart Kettingh: Aelbrecht Henricxz van Loeningen en Nysgen Bruijnen dochter met vermelding van hun kinderen. (8 pagina’s)
GA Den Haag ONA inv. nr. 3/162 3 juli 1606 voor notaris Leonart Kettingh: Aelbrecht Henricxz van Loeningen en Nysgen Bruijnen dochter met vermelding van hun kinderen. (8 pagina’s)
2e generatie II. Sophia Aelbrechts VAN LEUNINGEN/LOENINGEN, geboren Delft circa 1675, begraven
Den Haag Kloosterkerk 4-4-1640;
afbeelding 1640 uit het begraafregister Kloosterkerk
ondertr./tr. 1e Den Haag Grote Kerk 30-9-1600/22-10-1600 met Hillebrant VAN COUCKELBERCH, jongeman van Brussel, overl. voor 1606, zoon van Louis van Coeckelberch?
Uit dit huwelijk:
1. Agneta/Angnieta VAN COUCKELBERCH/KOECKELBERCH, geboren omstreeks 1602, zie 3e generatie.
Sophia tr. 2e Den Haag Grote Kerk 29-1-1606 Dirck Gool, casteleijn van ‘thoff van Hollant, griffier van de lenen van Holland, in 1620 regent van het St. Nicolaas Gasthuis te Den Haag, was in het bezit van een hofstede nabij Naaldwijk, weduwenaar (van Anna Jans Hemelaer waarbij Dirck vier kinderen heeft verwekt, Jacob, Pieter, Jan en Pieternella Gool, akte 28 april 1612 516/16v.,dochter van Jan Hermelaer en Marij de/le Febres of was de laatste een schoonzus van Dirck van Gool?), Dirck Gool, zoon van Pieter Dircksz. Gool en Janneke Nicolaesdr. Mahieu.
Uit dit huwelijk:
1. Anna Gool, geboren (volgens diverse publicaties, originele bron niet gevonden) 16-11-1600, regentes van het Haagse Burgerweeshuis in 1663, overleden op 23-01-1679, begraven te Den Haag in de Grote Kerk 29-1-1679 (haar wapen hangt in de Grote Kerk; gehuwd te Den Haag in de Kloosterkerk op 28-2-1628 met Mr. Ewout Brand(t), mogelijk geboren te Delft tussen 12-4-1589 en 1591 (publ. Nagtegaal Hogenda), stadhouder der Naaldwijkse Lenen in 1625, schepen Den Haag 1631-1638, 1650-1651, burgemeester van Den Haag 1638-1640, griffier Hof van Holland 1644, overleden 1651, begraven Den Haag in de Grote Kerk op 19-6-1651, zoon van Ewoudt Jacobsz. Brandt, Brouwer te Delft, en van Aletta Cornelisdr. Van Hodenpijl.
Vermogen van Ewout Brandt in 1627 circa f. 46.000,-- Vermogen van Anna Gool in 1674 circa f. 40.000,--
Mr. Ewoudt Brandt
De Haagse Magistraat in 1636 door de kunstschilder Jan van Ravesteyn (Haags Historisch Museum)
ONA GA Den Haag 13 oktober 1642 inventarisnummer 52 akte 378 waarin staat vermeld de verkoop van een huis in het Westeijnde Susterpolder: Aanwezigen Dirck van Gool griffier van de Lenen van de Graeffelicheits van Holland; Eewout Brant tresouer van ’s-Gravenhage als getrouwt hebben juffr. Anna Gool, en juffrou Angineta van Couckelberch weduwe wijlen Adriaen van der Mijl in zijn leven secretaris van Prins Mauritius van Nassauwe, alle wonende alhier en verkopen aan Abraham Pietersz. Quackesteijn, thuinman alhier enz.
3e generatie III. Agneta/Angnieta van COUCKELBERCH/COECKELBERCH, geboren omstreeks 1602,
overleden na 16-11-1646; gehuwd te Den Haag in de Grote Kerk op 16-2-1625 met Adriaen Engelbertsz.VAN DER MIJL(L)(e), secretaris van de Prins van Oranje Maurits,
weduwenaar (en eerder gehuwd te Den Haag in de Grote Kerk op 20-1/12-2-1613 met Petronella Gool, overleden voor 1625, dochter van Dirck Pieters Gool en Anna Jans de Hemel(a)er), Adriaen begraven te Den Haag in de Kloosterkerk 5-1-1637 graf 15, 19 posen beluid is betaald 15-1-1637, (zie afbeelding)
zoon van Engelbert Claesz. van de Mijll(e) en Elisabeth Bijl (zie eveneens Nederlandsche Leeuw deel XVIII, pagina 172 e.v. voor het geslacht Gool. Niet allemaal correct weergegeven o.a. t.a.v. de ouders van Petronella Gool). Uit het huwelijk van Agneta van Couckelberch met Adriaen van der Mijll:
1. Petronella Adriaens. VAN DER MIJL(L), geboren circa 1625/6, zie 4e generatie. 2. Kind, gedoopt Kloosterkerk 10-2-1630. (Louise van der Mijl?) 3. Kind gedoopt Kloosterkerk 30-1-1632. (Engelbert van der Mijl?)
. 1e huwelijk van Adriaen van der Mijl(l) in 1613
2e huwelijk van Adriaen van der Mijll in 1625
Volgens diverse publicaties zou uit het huwelijk van Petronella Gool en Adriaen van der Mijl geboren zijn Petronella van der Mijl kind 2, echter een bewijs of dit juist is, heb ik niet kunnen vinden, ook over de kinderen 3 en 4 heb ik zo mijn twijfels.
1. Elisabeth van der Mijl ondertr./gehuwd Den Haag 22-10/5-11-1634 Grote Kerk (inv.nr. 88v. ondertr.) met Cornelis Gillis, geboren ca. 1610, griffier Rade van Brabant, overleden 31-8-1663, zoon van Mr. Pieter Jans Gillis afk. van Antwerpen, griffier Rade van Brabant in Den Haag, overleden 1633 (gehuwd Den Haag 23-9-1607 ( 3-9-1607 akte Breda i.v.m. a.s. huwelijk, waar de moeder van Pieter Jans Gillis wordt genoemd) en Geertruid Adriaens van Swieten, zij was reeds tweemaal eerder gehuwd, overleden Breda 1612, begraven Hofkapel Den Haag 1641.
Resoluties van Raad van Brabant: Rekeningen en erfenis van Cornelis Gillis http://www.bhic.nl/onderzoeken/resoluties-raad-van-brabant?mistart=208&mivast=235&mizig=282&miadt=235&milang=nl&misort=last_mod%7Cdesc&miview=ldt http://www.bhic.nl/onderzoeken/resoluties-raad-van-brabant?mistart=208&mivast=235&mizig=282&miadt=235&milang=nl&misort=last_mod%7Cdesc&miview=ldt Uit dit huwelijk kinderen gedoopt (vanaf kind 2) in de Kloosterkerk:
a. Pieter Gillis, gedoopt Den Haag Grote Kerk 13-5-1635 (1/36); geen doopgetuigen. b. Kind Gillis, gedoopt Den Haag 26-6-1637 (171/41); geen doopgetuigen. c. Kind (Cornelis?) Gillis, gedoopt Den Haag 25-6-1638 (171/46); geen
doopgetuigen. d. Geertruida/Geertruijd Gillis, gedoopt Den Haag 1-5-1640 (171/86); doopgetuigen
Pieter de Schilder, Raet Ord. Raet van Brabant, Geertruyt Margriet Gelmy huisvr. van Jonkh. George Gleson, Agnes van Looy.
e. Adriaen Gillis, gedoopt Den Haag 23-8-1641 (171/108); doopgetuigen Jacques van Aerssen, 1e President Rade van Brabant de Raetsheer Boudaen, jhr. Walter Schot sergeant major regiment van de Colonel Balfour, Agnieta van Couckelberg wed. va. De secretaris Adriaen van der Mijl, Anna Gool huisvr. van de tresorier Brant.
f. Dirck Gillis, gedoopt Den Haag 19-7-1643 (171/152); doopgetuigen de griffier Dirck Gool, prof. Jacob Gool en Petronella van der Mijl.
g. George/Joris Gillis, gedoopt Den Haag 24-9-1645 (171/209); doopgetuigen George Glesen,de heer contrerolleur Engelbert van der Mijl, juffr. Anna de Schilder huisvr. Van de luitenant Colonel Thye, juff. Johanna Pels huisvr. van de predicant Eleaser Lootsues.
h. Petronella Gillis, gedoopt Den Haag 19-4-1648 (171/277); doopgetuigen Sara van Thijen, Petronella van der Mijl en Raetsheer Beaumont.
2. Petronella VAN DER MIJL(L) (zie generatie 4) m.i. ten onrechte opgevoerd en is zij gewonnen uit het tweede huwelijk van haar vader Adriaen van der Mijl(l).
3. Louisa van der Mijl, o.tr./tr. Delft/ Den Haag 9/20-9-1651 in de Grote Kerk met Hendrick van der Graeff, commies van Holland ter Griffie van de Generaliteit.
Of Louisa uit het 1e of 2e huwelijk is geboren? Daar ik geen dochter heb kunnen vinden met de voornaam Agnieta plaats ik haar voorlopig bij het 1e huwelijk. Kinderen uit het huwelijk van Louisa en Hendrick gedoopt in Den Haag:
a. Pieter van der Graeff, gedoopt 26-6-1652 Grote Kerk (3/40); dg. Mr. Jacob van der Graeff, juffr. Margrieta Pauw.
b. Adriaen van der Graeff, gedoopt 8-7-1653 Grote Kerk (3/61v) tweeling; doopgetuigen: Mr. Jacob van der Graeff, Mr. Gerart Tuningh, juffr. Margreta Pauw, Elisabet van der Mijl, Anna Gool.
c. Margrieta van der Graeff, gedoopt 8-7-1653 Grote Kerk (3/61v) tweeling; doopgetuigen: Zie bij Adriaen.
d. Kind van der Graeff, gedoopt 22-1-1654 Kloosterkerk (172/129); doopgetuigen: Raetsheer Jacobus van der Graeff, Margareta Pauw. (de voornaam van het kind is niet ingeschreven)
e. Pieter van der Graeff, gedoopt 14-5-1656 Grote Kerk (4/7); doopgetuigen: Willem van der Graeff, Margrieta Pauw.
f. Machtelt, gedoopt 13-7-1657 Kloosterkerk 172/166; doopgetuigen: Margareta Pauw, Willem van der Graeff, griffier Gilles i.p.v. Johan van der Meer.
g. Pieter van der Graeff, gedoopt 22-2-1661 Nieuwe Kerk 238/53; doopgetuigen: Jacob Gool prof. te Leiden, juffr. Margrieta Pauw, Mr. Engelbert van der Mijll.
h. Hendrick van der Graeff, gedoopt 21-6-1662 Grote Kerk 4/96; doopgetuigen: Willem van der Graeff, Petronella Tuyningh.
4. Mr. Engelbert van der Mijl, advocaat bij het Hof van Holland; o.tr./tr. Den Haag/Alkmaar 4/25-7-1666 Johanna Prelinus, jonge dochter wonende Alkmaar.
ONA Den Haag 10 april 1664 inv.nr. 530 fol. 149 voogden Mr. Engelbert van der Mijll, Mr. Gerard Gerrit Tuijningh nagelaten kinderen van Hendrick van der Graeff
Matthijs Balen, beschryvinge der stad Dordrecht II van der Mijl uit 1677
1611-1691
M.i. is bij II. Petronella van der Myl gehuwd met Mr. Gerard Tuning, de moeder Agnieta van Couckelberch en niet Petronella Gool
Akte verhuur huis en land te Voorburg door Agneta van Couckelberch in 1639
7 maart 1639 inv. nr. 169 voor notaris Dirck van Schoonderwoerdt. Boedelhoudster Agneta Couckelberch, weduwe van Adriaen van der Mijll Zij verhuurt huis en land te Voorburg gelegen bij de Broeksloot.
Kaart uit 1611
Kaart uit 1639
ORA Voorburg 5440-01 deel 7 protocollen van opdrachten enz. verkoop te Voorburg
ORA Voorburg 5440-01 deel 7, 15-11-1646; protocollen van opdrachten enz. 1e pagina akte
ORA Voorburg 5440-01 deel 7 protocollen van opdrachten enz.
ORA Voorburg 5440-01 deel 7 protocollen van opdrachten enz.
ORA Voorburg 5440-01 deel 7 protocollen van opdrachten enz.
ORA Voorburg 5440-01 deel 7, 15-11-1646 protocollen van opdrachten enz.
ORA Voorburg 5440-01 deel 7, 15-11-1646 protocollen van opdrachten enz. laatste pagina
ORA Voorburg 5440-01 deel 7, 15-11-1646 protocollen van opdrachten enz.
4e generatie IV. Petronella VAN DER MIJLL(e), geboren circa 1625/6, begraven Den Haag 24-8-1675;
ondertr./gehuwd te Den Haag in de Kloosterkerk 16-9/2-10-1646 Mr. Gerard(t) Johansz. VAN TUNINGH, geboren omstreeks 1622, advocaat Hof van Holland, rentmeester Kloosterkerk te Den Haag 1665, overleden Naaldwijk 27-10-1686, zoon van Johan
Jacobsz. van Tuningh, secretaris van Prins Hendrik , en Catharina Ewoutsdr. Brand, regentes van het Burgerweeshuis te Den Haag.
handtekening 1657
Inschrijving Kloosterkerk 1646
Wapen van het geslacht Tuningh: In blauw en zilveren klimmende leeuw. Uit dit huwelijk kinderen gedoopt in Den Haag:
1. Johannes Tuningh, gedoopt 11-8-1647 Kloosterkerk (171/255); doopgetuigen: Eewoud Brant, Cornelis Gillis, Catharina Brant.
2. Agneta Tuningh, gedoopt 18-8-1648 Kloosterkerk (171/282-3; doopgetuigen: Mr. Symon van Beaumont raadpensionaris te Rotterdam, Anna Gool, Elisabeth van der Mijl.); ondertr. Loosduinen 22-12-1776, tr. 12-1776 Anthony Boelaart, soldaat uit Diest.
3. Catharina Tuningh, gedoopt 12-11-1649 Kloosterkerk (172/23); doopgetuigen: Willem Paets i.p.v. Nicolaes Ruijs, Catharina Brant en Cornelia van Beaumont.
4. Johannes Tuningh, gedoopt 5-2-1651 Kloosterkerk (172/50); doopgetuigen: Aernoudt van Beaumondt, Catharina Brant, Catharina van der Graeff i.p.v. Machtelt Aelbrechts van Leuningenb, weduwe wijlen Hillebrant Jacobus van Wouw.
5. Adriaen Tuningh, gedoopt 2-7-1652 Kloosterkerk (172/81); geen doopgetuigen. 6. Adriaen Tuningh, gedoopt 7-12-1653 Kloosterkerk (172/109); geen doopgetuigen. 7. Simon Tuningh, gedoopt 7-3-1655 Kloosterkerk (172/132); doopgetuigen: Aernout
van Beaumont, i.p.v. Alewijn van Halewijn, Herick van der Graeff, Catharina Brant, laatst weduwe van Beaumont.
8. Elisabeth TUNINGH, gedoopt 25-8-1656, Kloosterkerk (172/157), zie 5e generatie. 9. Alida Sophia Tuningh, gedoopt 14-4-1658 Kloosterkerk (172/174); geen
doopgetuigen.. 10. Petronella Tuningh, gedoopt 4-12-1659 Kloosterkerk (172/184); geen doopgetuigen. 11. Anna Jacoba, gedoopt 5-9-1660 Waalsche Kerk (307/210); doopgetuigen: Ewout
Brand, Catharina Brand. 12. Gerrit/Gerard Tuningh, gedoopt 11-11-1661 Kloosterkerk (172/210); doopgetuigen:
Mr. Paulus Briel, baljuw, dijkgraaf der stad Briel, Laude van Voorn, Catharina Brand, weduwe van de heer raedtpensionaris van Beaumont.
13. Ewout Tuningh, gedoopt 4-5-1663 Kloosterkerk (171/224; geen doopgetuigen. 14. Jacobus Tuningh, gedoopt 24-1-1666 Kloosterkerk (172/270),; doopgetuigen: Mr.
Aernout van Beaumont president Rade van Brabant, Maria de Wit, huisvrouw van Luit. Colonel en Commandeur van Beaumont, begraven Den Haag 10-12-1710.
5e generatie V. Elisabeth TUNINGH/TUIJNINGH, gedoopt te Den Haag op 25-8-1656 Kloosterkerk, dg.:
Commandeur Beaumont i.p.v. Symon van Beaumont secretaris van Middelburg, Cornelis van der Graeff i.p.v. Cornelis Gillis, Amerentia de Reigniers, weduwe griffier de Witte (172/157) ; ondertr./tr. Den Haag op 6-9/22-11-1682 Grote kerk/Stadhuis met Jacobus MOSMAN, afkomstig van Schotland, overleden tussen 1-1-1687 en 1-12-1692.
handtekening maart 1691 ONA
Stadhuis 22-11-1682 (zie aantekening in de marge)
Uit dit huwelijk: 1. Isabella MOSMAN, gedoopt Den Haag 17-1-1683, zie 6e generatie. 2. Elisabeth Mosman, gedoopt Den Haag 28-5-1687 in de Grote Kerk met als
doopgetuigen: Anthony Boelaart, Angnieta Boelaart (geboren Tuyningh) en vrouw van Anthony Boelaart) en Sara van Tuining.
Elisabeth/LIJSBETH VAN TUNINGH/TUIJNINGEN; ondertr./tr. 2e Den Haag/Loosduinse Gereformeerde Kerk op 21-12-1692/4-1-1693 (LS. 1/38) met Jan SAVITS.
Ondertrouw Den Haag
Uit dit huwelijk: 1. Johanna Savits, gedoopt Den Haag 25-10-1693 in de Grote Kerk met als
doopgetuigen: Gerrit van der Meijden, Dirk van Hilten, Willemina Savits, Kornelia Velties.
2. Elizabeth/Ester Savits, gedoopt Den Haag 30-6-1700 in de Grote Kerk met als doopgetuigen: Pieter de Haas(n), Lysbeth de Keijser, Wilhemina Savits.
6e generatie
VI. Isabella Jacobsdr. MOSMAN, gedoopt Den Haag 17-1-1683 Grote Kerk (6/207); (doopgetuigen Albert Andrissen, Aeltje Jans, Jannetje Aryens), ondertr./tr. Den Haag 23-10/ 6-11-1707 Grote Kerk (45/163v.) met Jan/Johannes Harmens/Hermans DIEPHOF(F), geboren te Den Haag denkelijk omstreeks 1683, verdronken, vermoedelijk overleden Den Haag eind december 1733/begin januari 1734, lijkschouwing 2 januari 1734; zoon van Hermanus/Harm Jans Diephof, opperman op 27-11-1696 en denkelijk Maria van Tongeren?
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jakobus/Jacobus Diephof(f), ged. Den Haag 26-3-1710, zie 7e generatie.
Lijkschouwing door med. Doctor Middelbeek 2 januari 1703 van Jan Diephof oud circa 50 jaar
7e generatie VII. Jacobus DIEPHOF(F), gedoopt Den Haag 26-3-1710 in de Grote Kerk, (doopgetuigen:
Andries Segginger, Helena, Boelaers, Angeniet Boelaers),
soldaat onder guardes in 1744 en wonende te Den Haag, overleden/begraven Rijswijk 18/20-12-1756 (aangifte); ondertr./tr. Den Haag/Scheveningen 22-2/83-1733
met Hend(e)rina Maria Josepha CO(O)MANS/ CO(E)MANS/KOOMANS, geboren Den Haag, aldaar gedoopt R.K. Portugese Kapel 24-2-1710, (doopgetuigen: Ignatius Coemans en Hendrina Lucarida),
overleden na 6-12-1747, dochter van Petrus Co(e)mans en Hendrina Maeijers/Mijger(s), aanwezig bij de doop van haar kleindochter Anna in 1737 uit het huwelijk van haar dochter Hendrina Comans met Jacobus Diephof. Uit dit huwelijk oa.: 1. Johannes DIEPHOF(F)), geboren Den Haag, aldaar gedoopt 29-3-1744, zie 8e
generatie.
8e generatie VIII. Johannes DIEPHOF(F), geboren Den Haag, aldaar gedoopt 29-3-1744 in de Grote Kerk,
vader soldaat en absent; doopgetuigen: Elisabeth Mosman, Lysbet Pas)(familienaam moeder verkeerd geschreven)
, overleden Den Haag aan een borstkwaal, aldaar begraven Noorderkerkhof 28-6-1796; ondertr./tr. Den Haag Nieuwe Kerk 23-10/6-11-1768 met Anna Catharina VAN DER BURG(H)/BURCH, geboren/gedoopt Den Haag 9/12-5-1737 in de Grote Kerk, (doopgetuigen: Gerrit van Breukelen, Anna Katrina van der Meulen, overleden Den Haag aan koortsen, aldaar begraven Noorderkerkhof 1-2-1809, dochter van Johannes van der Burg(h) en Ammerentia Anthonisdr. Classon. Tevens lijn verwantschap met Clara van Sparwoude. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Johannes DIEPHOF(F), geboren te Den Haag, aldaar gedoopt 28-11-1773, zie 9e
generatie.
9e generatie
IX. Johannes DIEPHOF(F), geboren te Den Haag, aldaar gedoopt Grote Kerk 28-11-1773, doopgetuigen: Johannes van der Burch en Elisabeth Siena;
overleden/begraven Den Haag 29/31 mei 1809; ondertr./tr. Den Haag Grote Kerk/ Nieuwe Kerk 9/23-9-1804
Nieuwe Kerk te Den Haag
Maria LO(C)KMAN, geboren Den Haag, aldaar gedoopt 26-8-1770, dienstbode, overleden Den Haag 12-7-1851; zij huwt 2e te Den Haag 25-11-1812 met de weduwenaar Gerardus Theordorusz. van Schagen, politieagent, Maria was de dochter van Pieter Barentsz. Lokman en Cornelia Loréant/Leriant. Uit het huwelijk van Johannes Diephof o.a.: 1. Maria DIEPHOF, geboren/gedoopt Den Haag 25/27-9-1807, zie 10e generatie.
10e generatie
X. Maria DIEPHOF(F), geboren/gedoopt Den Haag Grote Kerk 25/27-9-1807, doopgetuige: Madelena Lokman,
dienstbode, overleden Den Haag 3-1-1889; gehuwd Den Haag 28-10-1829 met Everardus Johannes VAN BRA(A)KEL, geboren/gedoopt Den Haag Grote Kerk 25/28-3-1804, verver, overleden Den Haag 9-3-1869, zoon van Everardus Johannes van Brakel, verver, en Cornelia Jansdr. de Vries. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Maria van BRAKEL, geboren Den Haag 19-8-1830, zie 11e generatie.
Grote/St. Jacobs Kerk Den Haag
11e generatie XI. Maria VAN BRAKEL, geboren te Den Haag 19-8-1830, dienstbode, overleden te Den
Haag 8-12-1911 met Jan Adesz. ROLLEMA, veerman, schipper, oprichter van het vervoers/expeditiebedrijf Rollema, overleden te Den Haag 20-5-1890; ondertrouw/gehuwd te Veere/Den Haag 22-1/1-2-1860, zoon van Ade Pietersz. Rollema, boerenknecht, gardenier, werkman te Sint Annaparochie, en Catharina HERK, naaister. Ade Rollema is in het totaal 4 x gehuwd geweest.
Uit dit huwelijk o.a.:
1. Everardus Johannes Rollema, geboren Den Haag 25-5-1861, zie 12e generatie.
12e generatie XII. Everardus Johannes ROLLEMA, geboren te Den Haag op 25-5-1861, sjouwer, koopman,
vervoersbedrijf Rollema, overleden Den Haag 25-4-1945; ondertrouw/gehuwd 1e te Rotterdam/Den Haag 13/23-8-1882 met Aagje OLREE, geboren te Rotterdam 5-7-1860, dienstbode, overleden te Den Haag 27-2-1893, dochter van N.N. en Avie Margje Olree, Avie gehuwd te Rotterdam 22-9-1875 met Willem Gregouir, kleermaker.
Uit dit huwelijk o.a.:
1. Jan Ades Rollema, geboren Den Haag 8-5-1883, zie 13e generatie.
Everardus Johannes Rollema ondertrouw/gehuwd 2e te Den Haag 25/28-2-1894 met Alida Stolk, geboren te Zegwaart 3-4-1860, tapster, overleden te Den Haag 4-5-1945, dochter van Pieter Stolk, arbeider, en Alida de Kievit/Kiwit.
13e generatie XIII. Jan Ades ROLLEMA, geboren te Den Haag 8-5-1883, vrachtrijder, koetsier, winkelier,
vervoersbedijf Rollema, overleden te Den Haag 13-6-1911; ondertrouw/gehuwd te Den Haag/Benthuizen 10/14-5-1908 met Cornelia GROEN, geboren te Benthuizen 1 mei 1884, overleden/begraven te Rotterdam 28-11-/2-12-1968, dochter van Cornelis Groen, bouwman, en Martha Eggink, naaister.
Uit dit huwelijk o.a.:
1. Everardus Johannes Rollema, geboren Den Haag 12-4-1909, zie 14e generatie.
14e generatie XIV. Everardus Johannes ROLLEMA, geboren te Den Haag 12-4-1909, melkbezorger/
handelaar, ambtenaar bij Dienst Omroep Bijdrage, overleden/crematie te Rijswijk 7/10-11-2000; gehuwd burgerlijke stand/kerk te Den Haag 9-8-1933/14-12-1943; met Aleida Maria EVERS, geboren te Den Haag 13-6-1909, dienstbode, overleden/crematie te Voorburg/Rijswijk 28-12-1991/3-1-1992, dochter van Pieter Lambertus Johannes Evers, metaalslijper/bewerker, en Maria Kloor.
Uit dit huwelijk o.a.
1. Everardus Johannes Rollema, geboren Den Haag 22-6-1945, zie 15e generatie.
15e generatie XV. Everardus Johannes ROLLEMA, geboren te Den Haag 22-6-1945, boekhouder,
genealoog; gehuwd te Den Haag 26-3-1970 met Jeannette BAAK, geboren te Den Haag 8-5-1947, boekhoudassistente, verkoopster, dochter van Pieter Cornelis Baak, machinist, magazijnmeester, en Adriana Kuijper, naaister in het atelier. Uit dit huwelijk:
16e generatie
1. Erwin Juriën ROLLEMA, geboren te Den Haag 1971, werkbouwkundig ingenieur,
sales engineer, commercieel manager. Uit zijn huwelijk 2 zonen 17e generatie.
a. Niels ROLLEMA. b. Lars Rollema
2. Raymond Michel ROLLEMA, geboren te Den Haag 1973, computerkunde,
service en support engineer. Uit zijn huwelijk 1 dochter. 17e generatie.
1. Quinty Rollema.
Familierelatie met Mr. Harman Schinckel 1536-1568, martelaar van Delft Uit de kwartierstaat van Erwin en Raymond Rollema via hun moeder Jeannette Baak 1e generatie
I. Mr. Herman(us) Jansz. SCHINCKEL, geb. Montfoort tussen 1535 en 1536, schoolmeester, Mr. Vrije kunsten, boekdrukker, martelaar van Delft, gevangen genomen donderdag voor palmzondag op 8 april 1568, na een proces werd hij onthoofd te Delft op 23-7-1568, zoon van Jan Willemsz. Schin(c)kel, overl. na 23-7-1568, gehuwd voor 1536 Marrichjen/Marijcke., overl. na 23-7-1568, weduwe Harmen Brunt. Mr. Hermanus Schinckel gehuwd 1561 met Agniesgen Bruijnsdr. CAESAR(KEIJZER), geb. ca. 1542, regentes burgerweeshuis Den Haag, overl./begr. Delft 23/26-12-1612, (grafzerk), dr. van Bruno (Bruijn) Dircksz. Ceasar (Keijser), en Klerken/Claerken van der Mast.
Agniesgen Uit dit huwelijk:
1. Catharina/Trijntje Schinckel, geboren Delft 19-10-1562 2. Josina/Justa Schinckel, geboren Delft 20-12-1564. 3. Bruno/Bruijn SCHINCKEL, geboren Delft 1-3-1567, zie 2e generatie.
Zie akte proces Mr. Harmen Schinckel en zijn afscheidsbrieven aan zijn vrouw en kinderen na uitwerking verwantschapslijn.
Agniesgen tr.(2) ca. 1570/73 Aelbrecht He(ij)ndricksz. VAN LEUNINGEN/LOENINGEN, geb. Leiden ca. 1545, ordinairies drukker Staten Generaal, oud-burgemeester Den Haag, gewoond hebbende in de Voorstraat te Delft, Den Haag, Naaldwijk 1606, Den Haag overl. 30-3-1613, begr. te Delft in de Oude Kerk 2-4-1613 (grafzerk in de Oude Kerk), zoon van Hendrick Hendricksz. Uit dit huwelijk 5 kinderen: Zie uitwerking bladzijde 2. 2e generatie
II. Bruijn Hermansz. SCHINCKEL, geb. Delft 1-3-1567, boekdrukker, regent Nieuwe Gasthuis, 1613 kerkmeester Oude en Nieuwe Kerk, 1615 Binnenhavenmeester, 1618 Raed der Veertigen, wonende voor zijn huwelijk op het Marktveld, 1625 brouwer en wonende in de Voorstraat te Delft, overl./begr. Delft Oude Kerk 19/23-12-1625; ondertr./tr. Delft 23-1/7-2-1588
1594 met Lijsbeth Othsdr. VAN DER BRUGGEN, wonende voor haar huwelijk aan de zuidzijde Waech, begr. Delft Oude Kerk 28-3-1635, dochter van Oth/Otto Tielmans/Thyelmans van der Bruggen, capitein in het leger, en Trijntje Jans Uijtenhage. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Mr. Harman Bruijnsz. SCHINCKEL, geb. denkelijk te Delft, zie 3e generatie.
3e generatie III. Mr. Harman Bruijnsz. SCHINCKEL, geb. denkelijk te Delft rond 1594 (ONA Hg. 115/200
PgV), studeerde te St. Mathurin aan de Loire in 1619, advocaat Hof van Holland, begr. Delft Oude Kerk 13-5-1648; ondertr. /tr. Delft Nieuwe Kerk/Rijswijk 19-1-1630
met Willemina Johansdr. ELANDTS, begr. Den Haag 9-12-1655(aangifte), wonende Voorburg 1652 zij ondertr. 2e Den Haag 14-4-1652 Dirck VAN PO(E)(L)LENBURGH, wed. tr. 1e V’burg 1-1-1630 Barbara Mathijs overl. 1651, substituijt Baljuw Den Haag, schout, hij tr. 3e 27-11-1657, begr. Den Haag 17-10-1679 (aangifte), Willemina dochter van Johan/Hans ELANDT, Mr. Pasteibakker Den Haag, en Francijntge Thonisdr. BOR. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Bruyne/Bruno Harmensz. SCHINCKEL, geboren circa 1638, zie 4e generatie. 2. Lisabeth/Elisabeth Harmensdr. Schinckel, ged. Den Haag Grote Kerk (1/104v.) 8-5-
1641, doopgetuigen: Laurens Borsman en Maria Schenckels.
handtekening Herman Schinckel (ONA HG)
4e generatie
IV. Bruyne/Bruno Harmensz. SCHINCKEL, geb. rond 1638, onderhoutvester Holland en Friesland, subs. houtvester van Holland 1670, klein-bouwman 1680 te Monster, wonende Voorburg 1664, Loosduinen 1670, Monsterambacht 1669, Loosduinen in 1693, overl. na 13-7-1695; ondertr./tr. Den Haag Grote Kerk/Terheijden 31-5-1671/14-6-1671
met Sophia/Fytge Jansdr. VAN DER HOOGH, afkomstig van den Haag; ondertr./tr. 1e Den Haag 27-4/11-5-1670 Gerard Abrahamsz. de Heer, afkomstig van Dordrecht, dochter van (vermoedelijk) Jan (Cornelisz.) van der Hoogh en Grietgen Teunisdr. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Willemina Bruijnsdr. Schinckel, ged. Den Haag Grote Kerk 7-7-1673 (173/51),
(doopgetuigen: Jacob van der Hoog en Elisabeth Schinckel), overl. na 7-7-1673. 2. Margaretha/Grietje Bruijnsdr. SCHINKEL, ged. Den Haag 13-12-1676, zie 5e
generatie.
5e generatie V. Margaretha/Grietje Bruijnsz. Schinckel/Schinkel, ged. Den Haag Grote Kerk 13-12-1676,
(6/64)(doopgetuigen: Jacob van der Hoogh en Eva van Ardennnez), ondertr./tr. Delft 26-4/12-5-1704
met Rokes/Rochus Gerritsz. SNEL, bouwman Noordhoorn Hof van Delft, begr. Delft Oude Kerk 10-10-1739, mogelijke zoon van Gerrit Snel en Cornelia Willebransdr.. Echtelieden gewoond hebbende in ’t Woudt in 1729. GA Delft testament 2661/307 24 september 1728. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Ingetje/Engte Rokusdr. SNEL, ged. Delft 20-8-1704, zie 6e generatie.
6e generatie
VI. Ingetje/Engte Rochusdr. SNEL, ged. Delft 20-8-1704 (doopgetuige: Ingetje Gerrits), wonende Vrijenban in 1727, begr. Naaldwijk 25-10-1774; ondertr./tr. Delft 25-10/9-11-1727
met Sijmon Jansz. DE BRUIJN, ged. Delft Nieuwe Kerk 1-12-1694, schipper wonende onder Ruiven, begr. Naaldwijk 7-3-1780, zoon van Jan de Bruijn, soldaat afk. van Wesel, begr. Delft Nieuwe Kerk 23-8-1705 (tr. Delft 23-12-1679) en Catrijna/Catharina Leendertsdr. van den Bosch, begr. Delft 13-8-1726 Uit dit huwelijk o.a.: 1. Neeltje Symonsdr. DE BRUIJN, ged. Naaldwijk 13-3-1746, zie 7e generatie.
7e generatie VII. Neeltje Sijmonsdr. DE BRUI(J)N, ged. Naaldwijk 13-3-1746, overl. aan koortsen , begr.
Monster 30-9/3-10-1808 (M24/13); ondertr./tr. Naaldwijk 3/19-11-1775
met Hannes/Johannes Jansz. KUIJVENHOVEN, ged. Monster 16-6-1748 (doopgetuige: Jannetje Patijn), begr. Monster 29-10-1802, zoon van Johannes Johannesz. Kuijvenhoven/Kuwenhoven en Hillegont Roelantsdr. Van der Ma(a)rel. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Ingetje Johannisdr. KUIJVENHOVEN, ged. Monster 15-5-1785, zie 8e generatie.
8e generatie
VIII. Ingetje Johannesdr. KUIJVENHOVEN, ged. Monster 15-5-1785, turf in 1836, overl. Monster 24-12-1864; tr. Monster (Schepenbank)/’s-Gravenzande (16/26) op 10-1-1808
met Dirk Claasz. KUIJPER, ged. ’s-Gravenzande 3-2-1782, arbeider, overl. Monster 27-2-1825, zoon van Claas Dirksz. Kuijper, tuinder, en Stijntje Fransdr. van der Linden. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Nicolaas Dirksz. KUIJPER, geb./ged. Monster 7/11-3-1810, zie 9e generatie.
9e generatie IX. Nicolaas Dirksz. KUIJPER, geb./ged. Monster 7/11-3-1810, opziener der Jagt, overl.
Naaldwijk 12-4-1902; tr. 1e Monster 9-4-1836 met Johanna Danëlsdr. VAN DUIJN, geb. Loosduinen 4-3-1818, overl. Naaldwijk 18-4-1854, dochter van Daniël van Duijn en Hendrica/Henderijntje Steenfort;
Huwelijkakte echtpaar Kuijper – van Duijn 1836
Nicolaas tr. 2e Naaldwijk 19-5-1855, akte 25, met Maria DIJKHUIZEN, geb. Naaldwijk 31-5-1820, overl. Naaldwijk 19-4-1897, dochter van Klaas Jacobusz. Dijkhui(j)zen, koopman 1817, schipper 1820 en van Francijntje Fransdr. Luijk, overl. Rotterdam 9-3-1844 Uit dit huwelijk o.a.: 1. Dirk KUIJPER, geb. Naaldwijk 11-1-1857, N.H., zie 10e generatie.
Huwelijksakte echtpaar Kuijper - Dijkhuizen 1855
10e generatie
X. Dirk KUIJPER, geb. Naaldwijk 11-1-1857, N.H., arbeider, koetsier, overl. Den Haag 28-8-1933; tr. Naaldwijk 27-11-1886, aktenummer 44, met Adriana VAN DER HOUT, geb. Naaldwijk 18-2-1864, N.H., overl. Den Haag 18-11-1925, dochter van Jan / Johannes Cornelisz. van der Hout, arbeider, en Maria Johannesdr. Huisman. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Dirk KUIJPER, geb. Den Haag 26-5-1895, zie 11e generatie.
Huwelijksakte echtpaar Kuijper – van der Hout 1886
11e generatie
XI. Dirk KUIJPER, geb. Den Haag 26-5-1895, glasblazer, stukadoor, overl. Den Haag 11-2-
1967; tr. 2e Den Haag 4-10-1939 Catharina Johanna Agnes van Wijngaarden, geb. Den Haag 15-11-1902, overl./begr. Den Haag 22/26-11-1974, dochter van Gerardus Antonius Arnoldus van Wijngaarden, werkman en van Agnes Gerritsdr. van Maanen; Dirk KUIJPER tr. 1e Den Haag 27-8-1924 met Gerritje Alida WIGGERS, geb. THOEN, geb. Den Haag 16-8-1901, werkster, overl. Den Haag 29-4-1972, begr. Den Haag Nieuw Eijk en Duinen. Uit dit huwelijk: 1. Adriana KUIJPER, geb. Den Haag 14-12-1924, zie 12e generatie.
Huwelijksakte echtpaar Kuijper – Wiggers 1924
12e generatie
XII. Adriana KUIJPER, geb. Den Haag 14-12-1924, naaister in een atelier, overl. /crematie
Den Haag 1/9-3-2006, crematorium Ockenburgh 13.30 uur (lijkschouwing 4 maart 2006, niet ondenkbaar is dat zij is overleden in de nacht van dinsdag op woensdag 28 februari /1 maart2006), tr. Den Haag 21-8-1946 met Pieter Cornelis BAAK, geb./ged. Rotterdam/Delfshaven 21-9/24-10-1915, machinist, magazijnmeester Servo Balans, overl. Den Haag 23-8-2003 om 16.55 uur, zijn lichaam werd ter beschikking gesteld voor de wetenschap, Pieter Baak eerder gehuwd Rotterdam 11-5-1938 met Cornelia Harmsen, Pieter zoon van Pieter Cornelis Baak, varensgezel, chef controleur RET, en Wilhelmina Maria Muuren. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jeannette Baak, geb. Den Haag 8-5-1947, zie 13e generatie.
13e generatie
XIII. Jeannette Baak, geb. Den Haag 8-5-1947, administratief medewerkster KODAK,
boekhoudassistente, administratief medewerkster VALSTAR, verkoopster; tr. Den Haag 26-3-1970 met Everardus Johannes ROLLEMA, geb./ged. Den Haag ziekenhuis Bethlehem Prinsegracht 22/23-6-1945, boekhouder bij Reclamebureau Belinfante, Ministerie van Justitie, genealoog, zoon van Everardus Johannes Rollema, melkhandelaar, ambtenaar PTT DOB Uit dit huwelijk: 1. Erwin Juriën ROLLEMA, geb. Den Haag 6-7-1971, zie 14e generatie. 2. Raymond Michel ROLLEMA, geb. Den Haag 22-4-1973, zie 14e generatie.
14e generatie
XIVa. Erwin Juriën ROLLEMA, geboren te Den Haag 1971, werkbouwkundig ingenieur, sales engineer, commercieel manager.
Uit zijn huwelijk 2 zonen 15e generatie. 1. Niels ROLLEMA. 2. Lars Rollema
XIVb. Raymond Michel ROLLEMA, geboren te Den Haag 1973, computerkunde, service en support engineer.
Uit zijn huwelijk 1 dochter. 15e generatie. 1. Quinty Rollema.
Onderzocht en samengesteld door: Everardus Johannes Rollema – geb. Den Haag 22-6-1945
2017
Het laatste levensjaar van Mr. Harman Schinkel De aanklacht, de veroordeling en zijn afscheidsbrieven aan zijn vrouw Niesgen Bruijns en drie kinderen: Catharina, Josina en Bruijn.
Een hoogdruk-drukkerij naar een ontwerp van de Bruggeling Johannes Stradanus, gegraveerd door T. Galle, einde 16de eeuw. Brugge, Steinmetzkabinet. (foto: Brugge, Sted. Musea)
Eerst bekende drukwerk van Schinckel is de tekst van het plakkaat van Philips de II van 17 maart 1563 over de vagabonden. (Mr. Harman Schinckel door Prof. Mr. H. de la Fontaine Verwey p. 11 en 13)
Mr. Harman Schinckel werd aangeklaagd voor het drukken van verboden boeken en geschriften en is op 12 april 1568 voorgeleid voor de schout, 4 burgemeesters en 4 schepenen van Delft. Hij ontkende dat hij zich aan een overtreding had schuldig gemaakt. Zie verder een schrijven van Mr. Harman aan zijn vrouw over zijn verhoor.
Afbeelding door: J.L. Huens (http://geschiedenisvanbelgie.blogspot.nl/2013/02/historia-album-iii-deel-2_10.html
Bron: Mr. D. (Theodorus) Verburgh, Abraham Waalpot 1652, pagina’s 29-42 en Mr. Harman Schinckel door Prof. Mr. H. de la Fontaine Verwey p. 65-70: Druk: Judels & Brinkman, Delft.
Zo zou de onthoofding hebben plaats gevonden van Mr. Harman Schinckel in 1568
Marteling Balthazar Gerards. Gravure: Frans Hogenberg, met 12 regelig Duits vers. 16e eeuw.
Maat: 20×27 cm Markveld te Delft in 1584
De akte dient gelezen te worden vanaf de 4e regel van onderen
Weeskamer Delft, archiefnr. 72, inv.nr. 334 t/m 432, folio 72/73, bundel 23 d.d. 11 februari 1575 Adresaanduiding: Schoolsteeg N.O. hoek. Niesgen Bruijns, weduwe Mr. Harman Schinckel, wegens haar drie weeskinderen als Trijntgen 12 jaar, Joestgen 10 jaar
en Bruijn 8 jaar. Transcriptie volgt met dank aan de heer Pauwel en aanvullende informative van Chris van Dijkum, april 2017, forumleden van het Stamboomforum.
Up huyden den XIen febr[uarii] a[nn]o XVc LXXV stilo co[mmun]i Qua[m] voer? [weesmeesteren?] va[n] Delff Niesgen Bruynendr. wed[uw]e wijlen mr. Harma[n] Schinckel en[de] registreerde haer drie weeskind[ere]n als Tryntgen XII ja[r]en Joestgen X ja[r]en en[de] Bruy[n] oudt VIII ja[r]en ..................................................................................................................................... alle tes[ame]n? en[de] elx va[n] dien tot constraincte? [van alle? and[ere]n rechten en[de] rechteren [doorhaling] verleden in p[rese]ntie van H[eynrick Dirxs en[de] Jan Nuys? voechden voor Dirck de Bye Jorisz. en[de] Pieter Pieterss. schepen[en] Sasbout Cor[nelisz. en[de] Symon Storm weesm[eeste]ren. Den IIIIen mey 1571 heeft Cor[neli]s Janss. upte camer gebrocht L gul[den] v[er]sch[en]en Pinxsteren LXX mit drie gul[den] va[n] 1 jair r[ent]en die Pinxst[er]en a[nn]o LXXI naestcomen[de] v[er]schenen zouden hebben, [doorhalingen] Noot: Voogden: Heyn[d]rick Dirxs Verburch brouwer aan het Oosteinde 137-139, ‘Het Conduyt’ en Jan Muys kruidenier aan de Voldersgracht Den XXIXe mey a[nn]o XVc LXXI zij[n] Heijnrick Dirxs V[er]burch gegeven die LIII g[ulden [doorhaling] voers. [doorhalingen] o[mm]e? die te? geefen? Machtelt Jans [doorhaling] over- grootemoed[e]r der voers. kind[er]en va[n] z[aliger] mr. Harman Schinckel dair moed[e]r of es Niesgen ^Bruyn^ midts nemen[de] van denzelfden obligatie dat zij bekent die ontf[angen] te hebben mit belofte o[mm]e die uuyt te reycken tot v[er]maninghe van [den] voechden ofte nae haer doet uuyt hair gereetste goeden die zij achterlaten sal. P[rese]nt Ja[n] Janss. Sasbout en[de] Jan Jacobs weesm[eeste]ren.
Den XXVIIen mey a[nn]o 1573 co[m]pareren[de] Niesgen Bruynen heeft bekent die
voers. L gul[den] ontf[angen] te hebben tot alime[n]tatie va[n] haer kind[er]en.
Actum [doorhaling] voer Sasbout Cor[neli]sz. en[de] Symo[n] Storm weesm[eeste]ren
Heynd[...] D[i]rxs en[de] Ja[n] Muys voechden.
Up huyden den IXen januarii a[nn]o XVc LXXIIII Qua[m] voer [weesmeesteren?]
va[n] Delf Cornelis Janss.? Keys[e]r […] […]
[...] en[de] transporteert bij? [...] ten behoef? va[n]
den III kind[ere]n va[n] s[aliger] mr. Harma[n] Schinckes daer
moed[e]r of es Niesgen Bruynendr. [doorhaling]
[doorhaling] den [doorhaling] schepen[en]pen[ninc]brief spreken[de] op Ja[n] Gerritsz. va[n] ’s-Gravesanden en[de] zij[n]? borgen? in? daten XVen mey a[nn]o XVc LXXI inhouden[de] noch als reste IIIIc L g[u]l[den] op L gul[den] ts[jae]rs daerva[n]
Familierelatie met Floris V. ? Graaf van Holland Uit de kwartierstaat van Erwin en Raymond Rollema via hun vader Everardus Johannes Rollema
I. Erwin Juriën Rollema, geb. Den Haag 1971. (zie generatie 16)
Raymond Rollema, geb. Den Haag 1973. (zie generatie 16)
II. Everardus Johannes Rollema, geb. Den Haag 1945. (zie generatie 15)
III. Everardus Johannes Rollema, geb. Den Haag 1909. (zie generatie 14)
IV. Jan Ades Rollema, geb. Den Haag 1883. (zie generatie 13)
V. Everardus Johannes Rollema, geb. Den Haag 1861. (zie generatie 12)
VI. Maria van Brakel, geb. Den Haag 1830. (zie generatie 11)
VII. Maria Diephoff, geb. Den Haag 1807. (zie generatie 10)
VIII. Johannes Diephoff, geb. Den Haag 1773. (zie generatie 9)
IX. Johannes Diephoff, geb. Den Haag 1744. (zie generatie 8)
X. Jacobus Diephoff, geb. Den Haag 1710. (zie generatie 7)
XI. Isabella Mosman, geb. Den Haag 1683. (zie generatie 6)
XII. Elisabeth Tuning(h), geb. Den Haag 1656. (zie generatie 5)
XIII. Mr. Gerard(t) Johansz. VAN TUNINGH, geboren omstreeks 1622, advocaat Hof van Holland, rentmeester Kloosterkerk te Den Haag 1665, overleden Naaldwijk 27-10-1686, ondertr./gehuwd te Den Haag in de Kloosterkerk 16-9/2-10-1646
Petronella VAN DER MIJLL(e), geboren circa 1625/6, begraven Den Haag 24-8-1675, dochter van Adriaen Engelbertsz. Van der Mijl(l) en Angeneta Hillebrantsdr. Couckeberch. (zie generatie 4 en 3 bij familie relatie vrouw van Mr. Harman Schinckel )
handtekening
XIV. Catharina Ewoutsdr. BRAND/BRANTS; geboren vermoedelijk te Delft circa 1586, wonende 1611 Oude Delft, 1630 regentes van het Burgerweeshuis te Den Haag, denkelijk overleden te Den Haag in 1663; 1e maal ondertr./ tr. te Den Haag/Delft 30-1/15-2-1611
ONA Delft 1603
Den Haag huwelijk 1613
Delft
met Mr. Johan Jacobs TUNING(H); secretaris van Prins Hendrik , Johan overl. voor 13-7-1625 aan de pest; zoon van Jacob Gerrits Tuning(s), schipper en Niesgen Gerrits.
Johan Tuning werd, na zijn overlijden opgevolgd door Constantijn Huijgens als secretaris van de Prins van Oranje.
Catharina 2e maal gehuwd te Den Haag 12-10-1636 met Mr. Simon van Beaumont, geb. Dordrecht in 1574, raadspensionaris te Middelburg, daarna van Rotterdam, ambassadeur van den Hoven van Zweden en Polen, (eerder weduwenaar van Aarnoudina van Rosenburg), overl. 20-6-1654, zoon van Herbert van Beaumont en Cornelia van Slingerland.
XV. Aeltje/Aletta CORNELISDR. VAN HODENPIJL, geb. ca. 1560/5, aangesteld als regentes van het chariratenhuis te Delft op 16-2-1597, moeder Oude Gasthuis 5-1-1602, overl. Den Haag 6-7-1623, begraven Oude Kerk te Delft 21-7-1623;
ondertrouw Delft 8-11-1587
met Ewout Jacobsz. BRAND(T)/VAN OVERDAM, brouwer in “De Dubbele Sleutel” te Delft, overl. Delft 10-12-1591, begraven aldaar in de Oude Kerk samen met zijn vrouw (nummer 116), zoon van Jacob Ewoutsz. van Overdam. (ONA GA Delft 2-12-1595) en Trijntje Jansdr.?
GA Den Haag 1570 - 1614
Wapen familie Brandt Gevierendeeld: in 1 en 3 in goud een beurtelings gekanteelde zwarte dwarsbalk, vergezeld met 7 zwarte honingbijen,.
XVI. Cornelis Ariensz./Adriaensz. VAN HO(O)DENPIJL, geb. ca. 1535/40, brouwer in 1566 te Delft, brouwer in de Schenccanne 1582 te Delft, overl. Delft 14-10-1594, begraven aldaar in de Nieuwe kerk op 16-10-1594; gehuwd voor 7-11-1566, akte GA Den Haag hypotheken met Aeltgen Dircksdr. VERBURCH/VAN DEN BURCH, overl. Delft 3-5-1596, aldaar begraven in de Nieuwe Kerk op 5-5-1596, dochter van Dirck Jansz. Verburch/van den Burch, olieslager, overl. voor 7-10-1557 en Ma(r)ritgen/Marijtje Theunis/Anthonis/Thonisdr.van Dijck, brouwster in de Sleutel in 1587, gelegen aan de Oude Delft. (ONA Delft) Testament 22-1-1595 Aeltgen Dircks, sieckelijk van lichaam, wed. Cornelis Adriaensz. van Hodenpijl te Delft, opgemaakt bij notaris Jacob Borgersz. Jans, inv.nr. 1501/151 Uit dit huwelijk o.a.: 1. Adriaen Cornelis van Hodenpijl, ridder overl. 27-9-1610, begraven in de Nieuwe Kerk te Delft.
handtekening maart 1598(ONA) 2. Pietertgen Cornelisdr. van Hodenpijl; gehuwd met Daemen IJsaecks van der Graft/Gracht
Uit dit huwelijk o.a.: Machtelt van der Graft. 3. Marritgen Cornelisdr. van Hodenpijl; ondertr./tr. Leiden/Delft 5/22-9-1585 Frans Adriaens Dirc Ottens
van Leeuwen, brouwer te Leiden,geb. ca. 1560, overl. voor 8-9-1637 (in de huwelijkinschrijving te Leiden wordt Adriaen Cornelisz. van Hodenpijl, brouwer in de Schenccan uit Delft genoemd.
4. Aeltje/Aletta Cornelisdr. Van Hodenpijl, zie generatie XV.
De nu volgende 3 generaties zijn mogelijk onjuist! Wel de kinderen van Adriaen.
XVII. Adriaen van HODENPIJL, geb. Schiedam ca. 1515, (overl. aldaar 17-3-1582; gehuwd met N.N. (Pietertgen?), zowel zijn zoon Cornelis, als dochter Dirckgen hebben een dochter Pietertgen. Uit het huwelijk van Adriaen van Hodenpij met N.N.. 1. Cornelis Adriaensz. van Hodenpijl, zie generatie XVI. 2. Dirckgen Adriaensdr., overl. te Delft en aldaar begraven in de Oude Kerk op 13-9-
1612 wonende Bagijnhof;
gehuwd 1e Matheus Pietersz., overl. voor 1576; gehuwd 2e te Delft 4-1-1576
met Jacob Leenartsz. de Haese/Hase, geb. Dirksland, brouwer, 1600 apotheker, overl. te Delft, aldaar begraven in de Oude Kerk 29-6-1602, wonende Bagijnhof, zoon van Leenart Wittesz. en Tanneken Jans, wonende 1584 te Delft. Uit het huwelijk van Dirckgen en Jacob: Pietertgen Jacobs, geh. met Jacob Sijmons.
3. Marritgen Adriaens/Ariensdr.., ongehuwd/gehuwd??
Veel publicaties geven als vader van Adriaen van Hodenpijl (generatie XVII) onderstaande Aldert Dircks van Hodenpijl aan, echter niemand heeft mij nog kunnen vertellen in welke akte dit staat vermeld! Het geheel is vaag en m.i. niet onderbouwd, ik heb wel besloten om deze gegevens (generatie XVIII en XIX) te publiceren, vanaf generatie XX iIs er meer duidelijkheid, echter ik zit met een hiaat van twee generaties. Zie achteraan de publicaties in de Navorscher vuit 1920, Ons Voorgeslacht 1991 over deze lijn.
XVIII. Aldert Dircksz. (VAN HODENPIJL), geb. ca. 1480, gewoond hebbende in het buitenland,
daarna Schiedam, overl. Schiedam? in 1534; gehuwd 1e met Rosa SOOTGENS, dochter van Steven Rootgens, schepen van Reimerswaal; gehuwd 2e? Neeltje GOTTEN.
XIX. Dirck (Jansz). VAN HODENPIJL, geb. ca. 1440, te Dordrecht onthoofd voor de Mennebrug in 1490; gehuwd met (Johanna Gijsbrechtsdr,?) VAN BREDERODE.
XX. Jan III Jansz. VAN HODENPIJL, geb. ca. 1407, Heer van Haemstede, genoemd onder de edelen van 1466, overl. voor 5-6-1475, gehuwd voor 18-8-1438 met Johann/Jeanne VAN BARLAYMONT, uit Henegouwen.
Zegel in rode was van Jan III Hodenpijl Jaarboek 2012, Middeleeuws geslacht van Hodenpijl door Ruud Poortier pag. 12 t/m 24
XXI. Elisabeth VAN HAAMSTEDE, geb. ca. 1390, overl. even voor 27-9-1456; gehuwd voor 2-8-1414 met Jan II Dircksz. VAN HODENPIJL, ridder, in krijgsdienst van Hertog Willem VI april 1405 voor deelname aan de Arkelse oorlog, belooft in 1409 Jacoba te huldigen als landsvrouwe, verslagen en gesneuveld te Brouwershaven 13-1-1426, zoon van Dirck Jansz. Van Hodenpijl en Mechteld Gerrytsdr. van Heemstede,
Hodenpijl te Rijswijk Z.H.
XXII. Floris III VAN HAAMSTEDE, geb. circa 1370, ridder, heer van Haamstede en Montigny, baljuw van Zierikzee, vermeld vanaf het jaar 1390, voor het laatst 31-1-1431; gehuwd met 1e N.N. VAN KRUININGEN, dochter van Jan van Kruiningen; gehuwd 2e Johanna VAN BORSELEN, geb. ca. 1390 (lijkt me niet juist!), overl. voor 6-11-1420, dochter van Claes II van Borselen van Brigdamme en Maria van Arnemuiden.
http://www.zalig-zeeland.com/zeeuwse-almanac/13-januari-hendrik-renesse
XXIII. Floris II VAN HAAMSTEDE, ridder, heer van Haamstede, Montigni en Bergen in Kennemerland, gesneuveld in den scheepstrijd in 1351 op de Maas; gehuwd met Catharina VAN BORSELEN. Jan II VAN HAAMSTEDE, geb. ca. 1320, aanwezig bij een huwelijkscontract op 7-4-1377, overl. denkelijk voor 24-5-1386; gehuwd voor 1368 N. VAN CRUIJNINGEN, dochter van Raas van Cruijningen en Agniese Boudijnsdr. Van Scouden. In diverse publicaties zou hij ook gehuwd zijn geweest met Agnes van Renesse.
XXIV. Gui/Gwie VAN HAAMSTEDE, werd verslagen bij Stavoren in Frieslandd met graaf Willem IV op 26-9-1545; gehuwd met N.N., dochter van den Heer van Montigni. Floris I VAN HAAMSTEDE, geb. ca. 1300, Heer van Haamstede, onder voogdij 1321,door zijn huwelijk ook Heer van Bergen, ridder 1328, gesneuveld bij Stavoren 26-9-1345; gehuwd voor 15-1-1321 Goede VAN BERGEN, geb. ca. 1301, zij is nog vermeld op 24-2-1377, dochter van Jan Willemsz. Van Haarlem, heer van Bergen, baljuw, en Jutte Jansdr. Persijn.
XXV. Witte VAN HAEMSTEDE, geboren ca. 1280, ridder, heer van Haemstede, overl. voor 1318; gehuwd voor 22-10-1307 met Agnes VAN DER SLUIS, geb. ca. 1282, wordt nog genoemd Zierikzee 26-12-1321, dochter van Arnold van der Sluis en Agnes Gijsbertsdr. van der Leck(e).
Witte van Haamstede in 1304 te Haarlem
XXVI. Graaf FLORIS V, geboren Leiden 12-6-1254, vermoord te Muiderberg door Gerard van Velzen 27-6-1296, begraven te Alkmaar in 1296 en in 1297 overgebracht naar Rijnsburg in de Kloosterkerk; verhouding met Anna Jansdr. VAN HEUSDEN, dochter van Jan de VII, Heer van Heusden en Asperen en Aleida van Arenberg.
Lakzegel Floris de V
XXVII. Graaf Willem II van Holland, geb. februari 1227, gekroond te Woeringen bij Aken op 3-10-1247 tot Rooms Koning ,gesneuveld tegen de West-Friezen op 28-1-1256 nadat hij met zijn paard door het ijs was gezakt, begraven eerst in een boerderij Hooghoud en 26 jaar later liet Floris de V zijn vader herbegraven te Middelburg in de Abdijkerk; gehuwd Brunswijk/Braunschweig op 25-1-1252 met Elisabeth VAN BRUNSWIJK, begraven te Middelburg in de Abdijkerk, dochter van hertog Otto I van Brunswijk
Troonzegel Graaf Willem II.
Willem II, graaf van Holland
XXVIII. Graaf Floris IV van Holland, geb. 24-6-1210, graaf van 1222-1234, overl. te Corbie op 19-7-1234 tijdens een riddertournooi, zoon van Willem I en Aleid van Gelre; gehuwd met Machteld van Brabant, weduwe van Hendrik VI van Brunswijk, dochter van Hendrik I van Brabant en Mathilde van Boulogne.
Floris IV, graaf van Holland
Wapen van de graven van Holland
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN ’S-GRAVENZANDE, 1276-1649
3. 100 pond hollands op de tiende van ’s-Gravenzande. 28-7-1327: Floris van Haamstede, neef van de leenheer, voor zijn huwelijk met Goede, dochter van Jan van Bergen, in ruil voor haar aanspraken op het goed van haar vader, boven de toewijzing van het eigen door Jan Persijn, haar grootvader, aan haar moeder, LRK 18 fol. 78v nr. 451. ..-.-1347: Heer Floris van Haamstede vermeld, RR 200. ..-.-1351: De vrouwe van Merxem, gehuwd met Gerard van Merxem, vermeld tot 1380, RR 201- 223. ..-.-1381: De heer van Haamstede vermeld, RR 224. 2-8-1414: Elisabeth van Haamstede bij overdracht door Floris van Haamstede, haar vader, voor haar huwelijk met heer Jan van Hodenpijl; Jan van Haamstede, heer van Bergen en Montigny, had 10-5-1407 al 100 oude schilden uit deze tienden aan Elizabeth, zijn zuster, overgedragen,1
LRK 54 fol. 119v, LRK 93 fol. 20v-21 nrs. 74-75. 31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl, LRK 62 fol. 2v. 4-4-1436: Andries de Wit voor Elisabeth van Haamstede, weduwe, LRK 93 fol. 21 nr. 76. --------------------------
27-9-1456: Jan van Hodenpijl bij dode van Elisabeth van Haamstede, zijn moeder, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 68.
Jaar 192, zie vervolg
1920
Grote twijfels bij deze publicatie in de Navorscher zijn er bij de generaties: III, VIII en IX.
Uit Gens Nostra pagina’s 1991 541 t/m 547 19/207. Floris V van Holland’, vermoord 27-6- 1296.
Uit een buitenechtelijke verhouding:
a. Witte 1 van Haamstede, zie nader hieronder (20/207).
b. Catharina van Holland, zie Eindreeks 210, generatie 20 (pag. 235).
20/207. Witte I van Haamstede, geb. tussen 1272 en 1282*; wordt door zijn
halfbroer graaf Jan 1 van Holland beleend met de heerlijkheid Haamstede
(welke door het kinderloos overlijden van Jan Costijnsz. van Renesse aan de
grafelijkheid was vervallen) en een jaarrente Dordrecht 12 en 13-10-1299; verleent
een keur aan Haamstede 1300; bevindt zich tijdens de grote Vlaamse inval
van 1304 binnen Zierikzee, maar weet over zee daaruit te ontsnappen, landt bij
Zandvoort, roept de Haarlemmers op en speelt een leidende rol bij het verdrijven
der Vlamingen uit Holland3; pacht de tienden welke Jan van Renesse
bezeten had van het kapittel van St.-Jan te Utrecht 22-5-1307; wederom beleend
met Haamstede en (in plaats van de tot dusver genoten jaarrente) met andere
ambachten op Schouwen door zijn (achter)neef graaf Willem 111 20-5-13 13;
overl. vóór 131S4,
tr. vóór 22-10-1307
Agnes van der Sluis, ontvangt van haar zuster Johanna (non in het Norbertmessenklooster
Bedbur) een deel van de door haar ouders nagelaten goederen 14-6-
1310; door graaf Willem 111 als weduwe belast met de voogdij over haar kinderen
en het beheer der nagelaten goederen (de ambachten Haamstede en Duiveland,
de helft van Brouwershaven, en enkele andere bezittingen op
Schouwen) Zierikzee 26-12-1321; dr. van Arnold van der Sluis en diens tweede
echtgenote Agnes van der Lek.
21/207. Floris I van Haamstede, heer van Haamstede (onder voogdij) 1321;
door zijn huwelijk ook heer van Bergen (Kennemerland); behoort tot de edelen
die getuigenissen omtrent de landscheiding tussen Brabant en Holland horen
1326; wordt door graaf Willem 111 ‘neef’ genoemd 4-3-1326 en 28-7-1327; Voor gedetailleerde vermelding van deze generatie zie pag. 18-19.
Oudere genealogieën noemen als zijn moeder een Anna van Heusden, dochter van Jan VII (11)
van Heusden, wat onwaarschijnlijk is, daar Witte van Haamstede en zijn vrouw dan te nauw aan elkaar verwant zouden zijn geweest (zie Coldeweij).
Bron hiervoor is vooral Melis Stoke, Rijmkroniek van Holland, boek 8, regel 1065 e.v., die zelf
ook binnen Zierikzee had vertoefd en in 1305 klerk was bij de grafelijke tresorie. Een ‘slag aan het Manpad’ vermeldt hij echter niét; dat is laat-Middeleeuwse legendevorming (zie Hugenholtz).
Uit de rekeningen der grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche Huis (uitg. door H. G. Hamaker in Werken van het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht, nr. 29, pag. 136-138)
blijkt dat reeds dan een jaargetijde voor hem gelezen wordt en dat uitbetalingen geschieden voor
het onderhoud van zijn kinderen (zowel wettig als bastaard) en voor de lijftocht van zijn
echtgenote.
542 222
vermeld als ridder vanaf 27-11-1328; herverdeelt met zijn beide broers de van
hun vader geërfde goederen 2-4-1335; beleend met gronden en rechten, de graaf
van Klaas van Kortgene aanbestorven in Noord-Beveland 5-7 en (evenals zijn
broer Arnoud) met de helft van wat hun broer Jan bij overlijden naliet Valenciennes
8-7-1338; is een der voornaamste raadslieden van graaf Willem IV en is,
mede door zijn functie als zegelaar, in de jaren 1338-41 bij vrijwel alle regeringszaken
betrokken; wordt op grond van deze verdiensten verheven tot baanrots
en wordt om de daarbij behorende staat te kunnen voeren beleend met Schachtekijnspolder
in Zuid-Beveland 9-4-1341; samen met zijn vrouw beleend met al
hetgeen zijn schoonmoeder in leen placht te houden 14-9 en vermeld als baljuw
van Zierikzee 17-9-1343; neemt deel aan de oorlog tegen de stad Utrecht in de
zomer van 1345 en vervolgens aan de krijgstocht tegen de Friezen; gesneuveld
bij Stavoren 26-9- 1345,
tr. vóór 15-1-1321
Goede van Bergen, bij haar huwelijk door graaf Willem 111 erkend als erfdochter
(voor de Persijn-goederen welke haar moeder ten huwelijk meebracht)
en begiftigd met een jaargeld uit de tienden van ‘s-Gravenzande; door de gravinweduwe
Johanna beleend met het huis Aelbrechtsberg (onder Bloemendaal)
1346; ziet haar recht op (de helft van) Waterland erkend door de mede-erfgenaam
Gijsbrecht van Nijenrode 4-1-1373; nog vermeld 24-2-1377; dr. van Jan
Willemsz. van Haarlem, heer van Bergen, baljuw van Kennemerland en (later)
van Zuid-Holland, en Jutte Jansdr. Persijn.
22/207. Jan II van Haamstede, geb. ca. 1320; volgt zijn vader op als heer van
Haamstede 1345; is weldra in een vete gewikkeld met Wolfert 111 van Borselen
en diens medestanders wegens de moord (vóór 7-10-1347 gepleegd) op zijn oom
Arnoud van Haamstede heer van Moermond; wordt nog als knape vermeld bij
de her-uitvaardiging (Geertruidenberg 25-3-1349) van de bestuursoverdracht
door keizerin Margaretha op 5-1 van dat jaar te München aan haar zoon, doch
als ridder bij de overdracht van het graafschap Zeeland door Margaretha aan
Willem V 20-1-135 1; ontvangt (evenals zijn broer Floris 11) bij de zoen met
Borselen C.S. een bedrag van duizend pond tournois 6-2-135 1; is met vele
Zeeuwse edelen getuige wanneer Willem V zijn moeder een jaargeld van 2000
gulden toezegt Walcheren 12-2-1351; kiest in de direct daarna ontstane moeilijkheden
(en wel mede door de moord op zijn oom) evenals zijn (kort daarna
eveneens vermoorde) broer de Hoekse zijde, waarop zijn goederen in beslag
worden genomen en hij door Willem V wordt verbannen 11-11-135 1; verkrijgt
amnestie en ontvangt zijn goederen tegen betaling van 1500 schilden terug
25-3-1355; ontvangt van hertog Albrecht bovendien de verbeurd verklaarde
goederen van Jan Suermont, welke voordien aan zijn broer Floris hadden toebehoord,
10-11-1358; is een der getuigen bij de verzoening van zijn nicht Margaretha
van Moermond met hertog Albrecht ‘s-Gravenhage 30-12-1360; is een der
vele getuigen bij het huwelijkscontract tussen Catharina (oudste dochter van
hertog Albrecht) met Willem 11 van Gulik hertog van Gelre 7-4-1377 en wordt
daar dan als eerste der Zeeuwse edelen vermeld; vermoedelijk over]. vóór 24-5-
1386,
223 543
tr. (1)’
N. van Cruijningen, door hertog Albrecht beleend met 2500 gemeten ambacht
welke aan haar vader buiten Kruiningen hadden toebehoord (en die haar bij
haar huwelijk waren toegezegd) ‘s-Gravenhage 19-12-1368; dr. van Kaas van
Cruijningen en Agniese Boudijnsdr. van Scouden.
Uit dit huwelijk:
a. Floris III van Haamstede, zie Eindreeks 207, generatie 23 (pag. 225).
Zie voor de oudere schakels eerst Beginreeks 207 hij:
22/207. Jan 11 van Haamstede, tr. N. van Cruijningen.
Lit. : (generatie 23-29)
_ zie de literatuur, genoemd bij Beginreeks 207 (voor generatie 19-24). en voorts:
W.A. Beelaerts, Spangen-Hodenpijl, in: De Wapenheraut 14 (1910), speciaal pag. 528;
- C. Hoek, Repertorium op de grafelijke lenen in De Lier, Schipluiden en Vlaardingen (1252.
1648), in: Ons Voorgeslachf 28 (1973), speciaal pag. 105;
- W. L. van den Akker, Hodenpijl, in: De Navorscher 69 (1920), pag. 266-268;
- Matthijs Balen Jansz., Beschrijving der stad Dordrecht (. .), 2 dhr. Dordrecht 1677, speciaal
pag. 802. (generatie 29)
- Mr. Willem van der Lely, Collectie Monumentorum Sepulcralium [verzameling van wapens en
inscripties te Delft; Gemeente-archief Delft 370141;
- J. E. van Someren Brand, cahier Hodenpijl [ms. uit 1892, aanwezig bij het Centraal Bureau voor Genealogie te ‘s-Gravenhage];
- ms. Hodenpijl Gijsberti / Gijsberti Hodenpijl (coll. CBG).
231207. Floris III van Haamstede, geb. ca. 1370; vermeld vanaf 7-9-1390;
verkoopt het huis Velsen c.a. aan zijn neef Gijsbrecht van Nijenrode (doch met
behoud van de manschap en de kerkgift) 21-6-1391; wordt als heer van Haamstede
in alle handvesten en brieven bevestigd door hertog Albrecht 13-4- 1399 en
door hem aangesteld tot burggraaf van Zeeland 1400; voert herhaaldelijk ook
de titel van heer van Montigny, c.q. Montigny en Hantez’; wordt opgeroepen
tot deelname aan het beleg van Hagestein 22-10-1405; door hertog Willem VI
benoemd tot baljuw van Zierikzee 22-4-1409; doet afstand van zijn recht op
Waterland aan Willem VI 17-7-1410; wordt beleend met de halve heerlijkheid
van De Lier en Zouteveen wanneer zijn broer Jan (111) in het klooster te Zeelhem
intreedt 30-11-1410 (en tocht zijn echtgenote daaruit 2-12-1410); wordt ook
burggraaf van Dreischor 12-6- 1411 en dijkgraaf van de Noord- en Oostzijde van
Schouwen 8-4-1412; belooft vrouwe Jacoba als landsvrouwe te zullen huldigen
15-8-1416; valt als Hoek in ongenade bij Jan van Beieren in de loop van 1421,
die daarop zijn in Zuid-Beveland gelegen, verbeurd verklaarde goederen verkoopt
10-1-1423; is aanvoerder van het Engelse hulpleger en Zeeuwse Hoeken
in de slag bij Brouwershaven 13-1-1426 die hij verliest en waar hij gevangen
genomen wordt; wordt (na langdurige gevangenschap in Brielle) na betaling van
3600 Franse kronen door Philips van Bourgondië in genade opgenomen en
hersteld in (vrijwel) al zijn lenen en het dijkgraafschap van Schouwen dec. 1427;
voor het laatst vermeld 31-1-1431,
tr. (1) 1. Polvliet (a.w. pag. 388 noot 5) vermoedt hierin ‘de heerlijkheid Montigny bij Douai in Henegouwen’.
Eugene de Seyn, Geschied- en aardrijkskundig woordenboek der Belgische
gemeenten, dl. 11. Turnhout (Brepols) z.j. [ca. 19501 leert, dat Montigny en Hantes een heerlijkheid
was, we!ke later de gemeente Montignies-Saint-Christophe vormde (in 1976 met vijf andere
verenigd tot de gemeente Erquelinnes, prov. Henegouwen, aan de grens met Frankrijk bij
Maubeuge).
225 545
Johanna van Borselen, geb. ca. 1390; wordt getocht met 30 Engelse nobelen uit
De Lier en Zouteveen 2-12-1410 (verhoogd tot 80 gouden Engelse gulden per
jaar 30-5-1413); overl. vóór 6-11-1420; dr. van Claas 11 van Borselen van Brigdamme
en Maria van Arnemuiden.
24/207. Elisabeth van Haamstede, beleend met 100 oude schilden per jaar uit
de tienden van ‘s-Gravenzande door overdracht door haar broer Jan 10-5-1407;
beleend bij overdracht door haar vader met 100 pond Hollands uit die tienden
en door haar echtgenoot getocht aan het ambacht Hodenpijl en de op dat
moment door hem bewoonde woning te Rijswijk 2-8-1414; koopt als weduwe
voor 2000 Hollandse schilden de verbeurd verklaarde goederen van haar man
terug Haarlem 24-7-1426; beleend met de halve heerlijkheid van De Lier en
Zouteveen 15-7-1430; opnieuw beleend met het leen uit de tienden van ‘-Gravenzande
4-4-1436; voor het laatst vermeld 1-5-1439; overl. (waarschijnlijk kort
vóór) 27-9-1456,
tr. vóór 2-8-1414
Jan van Hodenpijl, ridder; wordt door hertog Willem VI naar Bodegraven
opgeroepen voor krijgsdienst april 1405, voor deelname aan de Arkelse oorlog
15 en 16-7- 1405 ; verheft zijn vaders lenen 24-11-1406; wordt opgeroepen binnen
Woudrichem te komen 12-10-1407; wordt (bij overdracht door Margarethe van
Stein en haar man Willem van Brederode) beleend met buitendijkse gronden bij
Maassluis om die te bedijken en er een ambacht te vestigen, alsmede met diverse
tienden binnendijks aldaar ‘s-Gravenhage 14-9-1409; belooft, met tal van
edelen en steden van Noord-Holland, vrouwe Jacoba als landsvrouw te zullen
huldigen 15-8-1416; vermeld als haar raad 26-8-1418 en vertoeft in haar
opdracht te Delft nov./dec. 1418; gesneuveld bij Brouwershaven 13-1-1426; zn.
van Dirk Jansz. van Hodenpijl, heemraad van Delfland en rentmeester van
Noord-Holland, en Machteld Gerritsdr. van Heemstede.
25/207. Jan van Hodenpijl, heer van Haamstede, genoemd onder de edelen
1466’,
;Johanna van Barlaymont, uit Henegouwen.
26/207. (bast.?) Dirck van Hodenpijl, onthoofd Dordrecht (voor de Mennebrug)
1490,
tr, N. (van Brederode?).
27/207. Aldert van Hodenpijl, ‘trok eerst met zijne moeder naar het buitenland
en daarna naar Schiedam’, overl. in 1534,
tr. (1)
Rosa Sootgens, dr. van Steven Sootgens, schepen van Reimerswaal;
tr. (2) 1. In een sententie van den Hove van Holland, waar een Jan Hodenpijl eiser is, noemt deze: Heer Jan van Hodenpijl, zijn oude vader, diens zoon Dirck en Jan, oudste broer van Dirck en vader
van de eiser, 7-12-1487. (Verzameling Gijsberti Hodenpijl, Kon. Genootschap voor Geslachten
Wapenkunde).
546 226
Neeltje Gotten. Uit één van deze huwelijken (?):
28/207. Adriaan van Hodenpijl, ‘geb. Schiedam, overl. ald. 27-3-1582 (is dit juist?) tr. N.N
29/207. Cornelis van Hodenpijl, brouwer, overl. 14-10-1594, begr. Delft
(Nieuwe Kerk) 16-10-1594 (op zijn grafsteen het wapen Hodenpijl: drie merletten
2-l),
tr.
Aeltgen Dirksdr. Verburch, overl. 3-5, begr. Delft (Nieuwe Kerk, in het graf bij
haar man) 5-5-1596; dr. van Hendrik (moet zijn Dirck) Jansen Verburch en Maritje van Dijck.
30/207. Aletta van Hodenpijl, geb. ca. 1560, genoemd als weduwe 7-3-1597,
overl./begr. ‘s-Gravenhage/Delft 16/21-7-1623,
tr. (zie mijn reeks)
Ewoud Jacobse Brand, beëdigd als brouwer Delft 11-1-1588, overl. ald. 10-12-
1591.
31/207. Ewoud Brand, geb. ca. 1590, schepen (1633) en burgemeester (1638)
van ‘s-Gravenhage, griffier bij het Hof van Holland, begr. ‘s-Gravenhage 19-6-
1651,
tr . ’ s-Gravenhage 27-2- 1628
Anna Gool, ged. ‘s-Gravenhage 16-11-1606, begr. ald. 29-1-1679; dr. van Dirk
Gool, griffier van de lenen van Holland, en Sophia Aelbrechts van Leuningen.
Ook bij deze verwantschapstaat in Gens Nostra 1991 heb ik grote twijfels.
Nergens is bewezen, dat de nummereeks 26/207, 27/207, 28/207 de voorouders zijn van
29/207 Cornelis Adriaensz.. van Hodenpijl !!
E.J. Rollema – Zoetermeer - september 2017