fontys hogescholen - nvao fontys hbo-ba mbrt.pdf · dit rapport is het verslag van het auditteam...

67
Fontys Hogescholen Opleiding: Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) © Netherlands Quality Agency (NQA) Juni 2010

Upload: doandiep

Post on 26-Feb-2019

247 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Fontys Hogescholen

Opleiding: Medisch Beeldvormende en

Radiotherapeutische Technieken (MBRT)

© Netherlands Quality Agency (NQA)

Juni 2010

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

2/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

3/67

Managementsamenvatting

Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency

(NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het beschrijft de

bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010

hbo-bacheloropleiding opgesteld.

De rapportage heeft betrekking op:

Instelling Fontys Hogescholen

Opleiding(en) Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische

Technieken (MBRT)

Variant(en) Voltijd / duaal

Croho-nummer 34561

Locatie(s) Eindhoven

Auditdatum/-data 25-3-2010

Auditteam Mevrouw dr. H.A.P. Wolfhagen (voorzitter - vakdeskundige)

De heer M.J.M. van der Ouderaa (vakdeskundige)

De heer P.H.M.J.A. Chambille (studentlid auditteam)

De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts (senior auditor NQA)

Mevrouw C.A.J. Witsenboer (junior auditor NQA)

Door Fontys Hogescholen is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de

bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische

Technieken (MBRT). Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie

aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol

2010 hbo-bacheloropleiding stelt.

Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA

een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de

kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie

en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat

gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen.

Onderwerp 1 Doelen

De opleiding MBRT van Fontys Hogescholen is een brede opleiding gericht op het opleiden

van Medisch Beeldvormings- en Bestralingstherapeuten in vier domeinen. De opleiding werkt

nauw samen met de twee andere MBRT-opleidingen in Nederland wat betreft het opstellen

van het opleidingsprofiel en de opleidingscompetenties. De opleiding onderscheidt zich door

het aanbieden van de minor Advanced Radiologic Technology, gericht op het bijbrengen van

kennis en vaardigheden van onderzoeksmethoden. De opleiding volgt de ontwikkelingen in

het werkveld en past daar waar nodig de opleidingscompetenties aan aan de actualiteit.

Het auditteam is van mening dat de opleiding overtuigend heeft aangetoond dat de

eindkwalificaties aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van

de kwalificaties van een hbo-bachelor. De hogeschool gebruikt hiervoor de Dublin

descriptoren en de hbo-kernkwalificaties en heeft dit verantwoord in een competentie-matrix

en in het opleidingsprofiel.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

4/67

Onderwerp 2 Programma

Het curriculum is duidelijk opgezet en wordt ontworpen aan de hand van CPL-schema’s

(competentie, prestatie-inidcatoren en leerarrangement). De opleiding maakt op een

gestructureerde wijze een koppeling tussen de opleidingscompetenties en het programma.

Het programma is per studiejaar opgebouwd in vier onderwijsperioden met thema’s. De

stages sluiten aan op het programma, hoewel de studenten nog beter voorbereid kunnen

worden op de omgang met de patiënt. De opleiding heeft voor versterking van de

onderzoeksvaardigheden de minor ART ontwikkeld en besteedt meer aandacht aan

onderzoek in projecten. Door studiebegeleiding, evaluatie van de studielast en intensivering

van de begeleiding bij curriculumonderdelen die als moeilijk worden ervaren, neemt de

opleiding maatregelen om de studeerbaarheid te vergroten. Het verhogen van de contacttijd

is één van de aandachtspunten geweest van de afgelopen jaren. Door competentiegericht

onderwijs dat voor een deel in de praktijk plaatsvindt en voor een deel in het skillslab van de

opleiding worden de studenten in staat gesteld de competenties te behalen. Er is een

duidelijke koppeling tussen theorie en praktijk. De opleiding hanteert verschillende

toetsvormen die zijn afgestemd op de inhoud en het doel van de curriculumonderdelen. Deze

toetsen en beoordelingscriteria worden door de docenten in onderling overleg opgesteld en

gecontroleerd. Met het instellen van een toetscommissie heeft de opleiding de borging van

de kwaliteit van de toetsen geformaliseerd.

Onderwerp 3 Personeel

Er werken 20 docenten bij de opleiding MBRT met een omvang van 13,4 fte. De docent-

studentratio is 1:29. Door de kleine opleiding en de betrokkenheid van de docenten is de

beleefde werkdruk hoog, maar dit gaat niet ten koste van de bereikbaarheid van de

docenten. Studenten zijn zeer te spreken over de inzet van docenten. De docenten hebben

recente werkervaring in het domein waarin ze lesgeven. Zij houden nieuwe ontwikkelingen in

het werkveld bij door deelname aan beroepsverenigingen en via overleggen met

vertegenwoordigers uit het werkveld. Verschillende docenten maken gebruik van de

mogelijkheid om een kortdurende stage te lopen in het beroepenveld. De docenten hebben

ten minste een hbo-opleiding, drie docenten hebben een masteropleiding. Dat zijn er naar

verwachting van de opleiding binnenkort twaalf (afhankelijk van de uitkomst van de

accreditatie van de opleiding master docent HGZO).

Onderwerp 4 Voorzieningen en begeleiding

De onderwijsvoorzieningen en het skillslab zijn adequaat voor het opleiden van MBRT’ers

die breed inzetbaar zijn. De opleiding is creatief in het zo up to date mogelijk houden van de

apparatuur. Via het intranet worden studenten van uitgebreide informatie voorzien. Een vaste

studieloopbaanbegeleider houdt samen met de student de studieloopbaan in de gaten. Het

digitaal portfolio wordt daarbij gebruikt als instrument voor de begeleiding (formatieve

toetsing).

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

5/67

Onderwerp 5 Kwaliteitszorg

De opleiding heeft een helder kwaliteitszorgsysteem opgezet. De opleiding maakt gebruik

van een onderzoekskalender waarin zij vastlegt welk onderdeel van het programma wordt

geëvalueerd (wanneer en hoe vak). De opleiding rapporteert over de evaluatieresultaten en

doet verbetervoorstellen in KwaliteitsActieRapporten. Waar nodig onderneemt de opleiding

actie tot verbetering. De opleiding werkt naar het oordeel van de visitatiecommissie

systematisch aan het verhogen van de onderwijskwaliteit. Daarbij zijn alle stakeholders

betrokken. De terugkoppeling van evaluatieresultaten naar studenten behoeft aandacht. De

opleiding (opleidingscommissie) heeft recent de communicatie daarover verbeterd via een

eigen pagina op de website.

Onderwerp 6 Resultaat

De student voert als sluitstuk van de opleiding een toepassingsgericht onderzoek uit in een

projectgroep van vier studenten. Het afstudeerproces is duidelijk beschreven in zes

afstudeerfasen. De opleiding heeft prestatie-indicatoren ontwikkeld die gebruikt worden bij

het beoordelen van de eindwerkstukken. Het auditteam stelt vast dat de beoordeling van het

eindniveau (via eindwerkstukken en portfolio beoordeling) systematisch gebeurt. De

eindwerkstukken die het panel heeft ingezien zijn van bachelorniveau. Daarbij merkt het

auditteam op dat in de meer recente eindwerkstukken (2009) de onderzoekscomponent

beter tot uitdrukking komt dan in de werkstukken van het afstudeerjaar 2008. Kennelijk heeft

de extra aandacht die de opleiding besteedt aan onderzoeksvaardigheden effect.

De opleiding beschikt over voldoende informatie om de rendementen te meten en te

analyseren. De opleiding neemt maatregelen om uitval terug te dringen, maar het beleid kan

nog worden aangescherpt.

Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau

van de bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische

Technieken (MBRT) van Fontys Hogescholen aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een

onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

6/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

7/67

1 Basisgegevens 9

2 Beoordeling 13

2.1 Doelstellingen van de opleiding 13

2.2 Programma 19

2.3 Inzet van personeel 30

2.4 Voorzieningen 34

2.5 Interne kwaliteitszorg 38

2.6 Resultaten 41

3 Bijlagen 47

Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 49

Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 53

Bijlage 3 Bezoekprogramma 58

Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 60

Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 62

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

8/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

9/67

1 Basisgegevens

De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en

Radiotherapeutische Technieken zijn in onderstaande tabel weergeven.

1. Naam instelling Fontys Hogescholen

2. Status instelling Bekostigd

3. Naam opleiding in CROHO Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische

Technieken (MBRT)

4. Registratienummer in CROHO 34561

5. Oriëntatie en niveau Hbo bachelor

6. Aantal studiepunten 240

7. Afstudeerrichting(en) Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische

Technieken (MBRT)

8. Locatie(s) Eindhoven

9. Code of conduct -

10. Variant(en) Voltijd en duaal

11. Inhoudelijk profiel opleiding De opleiding MBRT is een brede bachelor opleiding die

studenten in staat stelt om startbekwaamheden te

verwerven voor de uitoefening van de beroepen die

behoren tot het domein van de Medisch

Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige (MBB’er).

Binnen de digitale leeromgeving biedt de opleiding een

breed pakket (studie)taken aan, gebaseerd op

activerende leervormen. In een goed geoutilleerd

skillslab oefenen studenten de beroepsvaardigheden.

In de voltijd opleiding vindt gedurende het derde jaar

een stage plaats waarin studenten de

beroepsvaardigheden oefenen in de werkelijke praktijk.

Duale studenten werken in de praktijk vanaf de tweede

helft van de propedeuse. Beide varianten ronden de

opleiding af met een afstudeerproject. Dit project

kenmerkt zich door een innovatief toepassingsgericht

onderzoek.

12. Beoogd werkveld alumni De meeste alumni starten na het afstuderen als MBB’er

in een algemeen of academisch ziekenhuis. Zij werken

op afdelingen radiodiagnostiek, radiotherapie, nucleaire

geneeskunde of, binnen dit domein, gecombineerde

afdelingen. Ongeveer 10% van de studenten start een

vervolgopleiding. Na enkele jaren specialiseren alumni

zich en volgen daarvoor bijscholing binnen het post-

hbo onderwijs. Alumni die na een aantal jaren het

ziekenhuis verlaten vinden vaak een betrekking in de

industrie gerelateerd aan het domein van de MBB’er.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

10/67

13. Plaats opleiding in organisatie-

structuur hogeschool

De opleiding MBRT is onderdeel van de Fontys

Paramedische Hogeschool (FPH). FPH is in januari

2000 ontstaan door samenvoeging van de opleidingen

fysiotherapie, logopedie, MBRT en podotherapie. In

september 2004 is FPH uitgebreid met de opleiding

audiologie en in 2007 met de opleiding orthopedische

technologie.

14. Jaar vorige visitatie en datum

besluit NVAO

Visitatie: 2004

Datum besluit NVAO: 15 september 2004

15. Belangrijkste wijzigingen in

opleiding sinds vorige visitatie

In 2004 is Fontys breed gestart met een ingrijpend

vernieuwingsprogramma. Uitgangspunten waren

hierbij: invoeren van competentiegericht onderwijs en

van de major-minor structuur. De opleiding MBRT heeft

het reeds ingevoerde competentiegerichte onderwijs

geactualiseerd volgens de Fontys normen. De

invoering van de major-minor structuur heeft grote

wijzigingen teweeg gebracht. Uitgegaan werd een

aanbod van 180 EC voor het major deel en 2 x 30 EC

voor het minor deel. Voor de duale variant van de

opleiding heeft de opleiding toestemming gekregen

voor een major aanbod van 210 EC en een minor

aanbod van 30 EC. Om de student te ondersteunen bij

de minorkeuze en zo het onderbouwen en verwerven

van de competenties, is het aanbod van

studieloopbaanbegeleiding gestructureerd en

uitgebreid. Vanaf studiejaar 2007 is het Fontys beleid

m.b.t. de minoren gewijzigd. Een bachelor opleiding

bestaat nu voor iedere variant uit een major van 210

EC en een minor van 30 EC.

16. Schema opbouw programma Zie bijlage

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

11/67

Curriculumoverzicht opleiding MBRT 2009

Voltijdcohorten 2008 en 2009

Jaar 1 Propedeutische fase, voltijdcohorten 2008 en 2009

Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4

Thema Oriëntatie op opleiding en beroep

Zorg en techniek Beroepsmatig handelen

Onderzoek en behandeling

Jaar 2 Postpropedeutische fase, binnenschools

Onderwijsperiode 5 Onderwijsperiode 6 Onderwijsperiode 7 Onderwijsperiode 8

Thema Gender Tractus circulatorius Hoofd-halsgebied Participeren in de arbeidsomgeving

Jaar 3 Postpropedeutische fase, buitenschools

Onderwijsperiode 9 Onderwijsperiode 10

Thema Stage 1 Stage 2

Jaar 4 Verbreding en verdieping

Onderwijsperiode 11 Onderwijsperiode 12

Thema Blokminor Afstudeerproject /Toepassingsgericht onderzoek

Voltijdcohorten 2006 en 2007

Jaar 1 Propedeutische fase, voltijdcohorten 2006 en 2007

Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4

Thema Oriëntatie op opleiding en beroep

Zorg en techniek Beroepsmatig handelen

Onderzoek en behandeling

Jaar 2 Postpropedeutische fase, binnenschools

Onderwijsperiode 5 Onderwijsperiode 6 Onderwijsperiode 7 Onderwijsperiode 8

Onderzoek en behandeling 1

Onderzoek en behandeling 2

Onderzoek en behandeling 3

Onderzoek en behandeling 4

Thema

Lintminor

Jaar 3 Postpropedeutische fase, buitenschools

Onderwijsperiode 9 Onderwijsperiode 10

Thema Stage 1 Stage 2

Jaar 4 Verbreding en verdieping

Onderwijsperiode 11 Onderwijsperiode 12

Thema Blokminor Afstudeerproject /Toepassingsgericht onderzoek

Duaal

Jaar 1 Propedeutische fase, duale opleiding, alle cohorten

Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4

Thema Oriëntatie op opleiding en beroep

Zorg en techniek Beroepsmatig handelen/Lerend werken

Onderzoek en behandeling/Lerend werken

Jaar 2 Postpropedeutische fase, binnenschools en lerend werken in de praktijk

Onderwijsperiode 5 Onderwijsperiode 6

Onderzoek en behandeling 1/Lerend werken Onderzoek en behandeling 2/Lerend werken Thema

Lintminor

Jaar 3 Postpropedeutische fase, binnenschools en lerend werken in de praktijk

Onderwijsperiode 7 Onderwijsperiode 8

Onderzoek en behandeling 3/Lerend werken Onderzoek en behandeling 4/Lerend werken Thema

Lintminor

Jaar 4 Verbreding en verdieping en lerend werken in de praktijk

Onderwijsperiode 9 Onderwijsperiode 10

Thema Afstudeerproject/Toepassingsgericht onderzoek/Lerend werken

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

12/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

13/67

2 Beoordeling

Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding:

Onderwerp Oordeel Facet Voltijd Duaal

1 Doelstellingen P 1.1 Domeinspecifieke eisen

1.2 Niveau

1.3 Oriëntatie hbo

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

2 Programma P 2.1 Eisen hbo

2.2 Relatie doelstellingen – programma

2.3 Samenhang programma

2.4 Studielast

2.5 Instroom

2.6 Duur

2.7 Afstemming vormgeving – inhoud

2.8 Beoordeling en toetsing

Goed

Goed

Voldoende

Voldoende

Goed

Voldaan

Goed

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

Goed

Voldaan

Goed

Goed

3 Inzet personeel P 3.1 Eisen hbo

3.2 Kwantiteit

3.3 Kwaliteit

Goed

Voldoende

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

4 Voorzieningen P 4.1 Materiële voorzieningen

4.2 Studiebegeleiding

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

5 Interne

kwaliteitszorg

P 5.1 Evaluatie resultaten

5.2 Maatregelen verbetering

5.3 Betrokkenheid

Goed

Goed

Voldoende

Goed

Goed

Voldoende

6 Resultaten P 6.1 Gerealiseerd niveau

6.2 Onderwijsrendement

Voldoende

Voldoende

Voldoende

Voldoende

Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande

hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

van Fontys Hogescholen aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO

positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding.

Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het

NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit

af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau.

2.1 Doelstellingen van de opleiding

Domeinspecifieke eisen (facet 1.1)

De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse)

vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende

domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

14/67

Bevindingen

• Het opleidingsprofiel, met daarin de opleidingscompetenties, is gezamenlijk opgesteld

door de drie MBRT-opleidingen (Fontys Hogescholen, Hanzehogeschool Groningen

en Hogeschool INHolland) op basis van het beroepsprofiel. Tot 2008 hanteerde het

werkveld drie aparte beroepsprofielen en een deskundigheidsbeschrijving voor

radiotherapeutisch laborant, radiodiagnostisch laborant, medisch nucleair werker en

echografist. In 2009 heeft de Nederlandse Vereniging Medische Beeldvorming en

Radiotherapie (NVMBR) door veranderingen in het werkveld en in het onderwijs deze

drie beroepsprofielen en deskundigheidsbeschrijving samengevoegd tot één

beroepsprofiel Medisch Beeldvormings- en Bestralingstherapeut (MBB’er) 2009.

• In 2006 is het opleidingsprofiel geactualiseerd en zijn de competenties aangevuld met

een beschrijving van kenmerkend gedrag, vastgelegd in het Opleidingsprofiel van de

hbo-bachelor MBRT (2006). De huidige documenten, zoals de competentiekaarten

en stageregelingen zijn opgesteld op basis van dit profiel. Vanaf begin 2010 worden

de documenten aangepast aan het vernieuwde opleidingsprofiel Competenties in

beeld (2009), dat de opleidingen hebben geformuleerd op basis van het nieuwe

beroepsprofiel MBB’er. De landelijke Raad van Advies heeft het opleidingsprofiel in

november 2009 gevalideerd.

• Uit bestudering van de profielen en uit de gesprekken met het opleidingsmanagement

constateert het auditteam dat de verschillen tussen de opleidingsprofielen van 2006

en 2009 niet groot zijn. De opleidingen hebben de tien bestaande competenties uit

het profiel van 2006 behouden omdat deze het nieuwe beroepsprofiel dekken. De

naamgeving is aangepast en als aanvulling zijn er prestatie-indicatoren toegevoegd

alsmede een koppeling van de competenties met de Dublin descriptoren en de hbo-

kernkwalificaties.

• De eindkwalificaties van de opleiding MBRT bestaan uit tien competenties die verder

zijn uitgewerkt met beschrijvingen van kenmerkend gedrag. Op het moment van de

visitatie hanteert de opleiding de volgende competenties:

A Het werken met patiënt en patiëntsystemen in de medische beeldvorming en

radiotherapie:

1. Verlenen van specifieke en doelgerichte zorg aan patiënten en hun omgeving;

2. methodisch en beroepsmatig handelen;

3. adequaat handelen met betrekking tot veiligheid en preventie;

4. adequaat handelen met betrekking tot organisatie en beheer;

B Het werken in en vanuit een arbeidsorganisatie:

5. communiceren in een multidisciplinaire, multiculturele en/of internationale

omgeving en participeren in een arbeidsomgeving (communicatie en

instructie);

6. werken aan en binnen beleid en management;

7. samenwerken in een multidisciplinaire, multiculturele en/of internationale

omgeving en participeren in een arbeidsomgeving (samenwerken);

C Het werken aan professionalisering

8. uitvoeren van toegepast onderzoek en toepassen van nationale en

internationale wetenschappelijke inzichten;

9. adequaat handelen op het gebied van kwaliteitszorg en innovatie;

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

15/67

10. Leren, evalueren en vormgeven van de eigen beroepsuitoefening en het

beroep.

In bijlage 5 van dit visitatierapport zijn de competenties van het opleidingsprofiel 2009

opgenomen.

• De opleidingen MBRT zijn door de nauwe samenwerking vergelijkbaar. Uit de

gesprekken met het opleidingsmanagement leidt het auditteam af dat de opleiding

van de Fontys Hogeschool zich onderscheidt door de minor Advanced Radiologic

Technology (ART) die gericht is op het bijbrengen van kennis, inzicht en

vaardigheden over onderzoeksmethoden ten aanzien van beeldvorming.

• In Europa bestaat geen vergelijkbare brede opleiding op hbo-bachelorniveau. In

België is er wel een opleiding Medische Beeldvorming, maar radiotherapie valt

binnen het domein verpleegkunde. De opleiding en het niveau voor de laborant in

Duitsland verschilt met de Nederlandse opleiding. Veel handelingen die een MBB’er

in Nederland zelfstandig uitvoert, worden in Duitsland door artsen gedaan. De

Nederlandse en Engelse opleiding zijn qua niveau en beroepsuitoefening wel

vergelijkbaar, maar de Engelse is minder breed doordat het twee smalle opleidingen

zijn voor radiodiagnostisch of radiotherapeutisch laborant. Met de opleiding in Brussel

heeft de opleiding incidenteel contact. Met de ziekenhuizen in Brussel, Leuven en

Antwerpen heeft de opleiding frequent contact met betrekking tot stageplaatsen. De

opleiding neemt sinds 2010 weer deel aan het Erasmusprogramma.

• De opleiding evalueert de aansluiting van de opleidingscompetenties op de

beroepspraktijk en de eisen van vakgenoten met een Startbekwaamhedenonderzoek

(2009) onder alumni en werkgevers daaruit blijkt dat zij positief zijn over de relevantie

van de competenties.

• De inhoud en de actualisatie van het opleidingsprofiel bespreekt de opleiding in een

landelijk studierichtingsleidersoverleg van de opleidingen MBRT. Daarnaast is er

overleg met de landelijke Raad van Advies voor MBRT met daarin leden van de

NVMBR, de beroepsverenigingen, vertegenwoordigers van de ministeries OC&W en

WVS en vertegenwoordigers van werkgevers van academische en algemene

ziekenhuizen. Verder is er frequent, gemiddeld twee keer per jaar, overleg met de

beroepsvereniging Nederlandse Vereniging voor Medische Beeldvorming en

Radiotherapie (NVMBR).

• Tenslotte heeft de opleiding twee keer per jaar een overleg en/of een studiedag met

vertegenwoordigers van het regionale werkveld, met wie de actualisatie van de

competentiekaarten wordt besproken.

Overwegingen

Het auditteam is van mening dat de eindkwalificaties van de opleiding voldoen aan de eisen

van vakgenoten. De huidige eindkwalificaties zijn afgeleid van de beroepsprofielen en

deskundigheidsbeschrijving. De vernieuwde eindkwalificaties komen overeen met het

vernieuwde beroepsprofiel. Het opleidingsprofiel en de competenties zijn opgesteld in

samenspraak en nauwe samenwerking met de twee andere MBRT-opleidingen en een brede

vertegenwoordiging van het werkveld met wie de inhoud en actualisatie structureel worden

besproken. In Europa bestaat er geen vergelijkbare opleiding op hbo-bachelorniveau. De

opleiding heeft wel contact met de Belgische opleidingen Medische Beeldvorming.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

16/67

Conclusie

Het auditteam komt op basis van bovenstaande voor dit facet tot het oordeel goed.

Niveau bachelor (facet 1.2)

De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde

beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.

Bevindingen

• Zoals beschreven bij facet 1.1 heeft de opleiding de competenties opgesteld op basis

van de beroepsprofielen en deskundigheidsbeschrijving. De competenties zijn

uitgewerkt in competentiekaarten met competentiebeschrijvingen van kenmerkend

gedrag, uitgeschreven competentieniveaus en een opsomming van prestatie-

indicatoren. De competentiekaarten (2008) die op het moment van de visitatie

gebruikt worden, zijn gebaseerd op het opleidingsprofiel van 2006. Ook in het

opleidingsprofiel van 2009 geeft de opleiding per competentie de relatie met de

Dublin descriptoren en de hbo-kernkwalificaties aan. Op basis hiervan worden de

competentiekaarten geactualiseerd.

• De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport in een tabel de relatie van de

opleidingscompetenties en de tien generieke hbo-kernkwalificaties weer en beschrijft

vervolgens de koppeling tussen de hbo-kernkwalificaties en de

opleidingscompetenties. In een nagestuurde competentiematrix maakt de opleiding

inzichtelijk wat de relatie tussen opleidingscompetenties, Dublin descriptoren en hbo-

kernkwalificaties is, op basis van het opleidingsprofiel van 2006. De Dublin descriptor

Kennis en Inzicht is gekoppeld aan de competenties 1. Verlenen van specifieke en

doelgerichte zorg aan patiënten en hun omgeving; 2. Methodisch en beroepsmatig

handelen; 3. Adequaat handelen met betrekking tot veiligheid en preventie; 4.

Adequaat handelen met betrekking tot organisatie en beheer; 6. Werken aan en

binnen beleid en management; 7. Samenwerken en participeren in een

arbeidsomgeving; 8. Uitvoeren van toegepast onderzoek en toepassen van

wetenschappelijke inzichten; 9. Adequaat handelen op het gebied van kwaliteitszorg

en innovatie; 10. Leren, evalueren en vormgeven van de eigen beroepsuitoefening en

het beroep. De competenties 2, 6, 8, 9 en 10 zijn gekoppeld aan Toepassen van

Kennis en Inzicht.

• In het vernieuwde opleidingsprofiel 2009 komt de Dublin descriptor Kennis en Inzicht

bijvoorbeeld terug in de competenties 1. Patiëntgericht verlenen van zorg; 2.

Methodisch en beroepsmatig handelen; 3. Veilig en preventief handelen; 4.

Organiseren en beheren van de uitvoeringssituatie; 6. Werken aan en binnen beleid;

8. Onderzoeken; 9. Werken aan kwaliteitszorg en innovatie. In de competenties 1, 2,

3, 4, 6, 8 en 9 komen Toepassen van kennis en inzicht naar voren.

• Voor elke competentie heeft de opleiding in de competentiekaarten 2008 drie niveaus

beschreven: hoofdfasebekwaam, afstudeerbekwaam en startbekwaam. Voor

bijvoorbeeld de competentie ‘Verlenen van specifieke en doelgerichte zorg aan

patiënten en hun omgeving’ zijn de drie niveaus als volgt beschreven: Niveau 1

Hoofdfase bekwaam: Zorg verlenen aan een patiënt, die voor een eenvoudig

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

17/67

onderzoek/behandeling komt in een eenvoudige praktijksituatie of een

simulatiesetting. Niveau 2: Afstudeerbekwaam: Zorg verlenen aan een patiënt, die

voor een onderzoek/behandeling komt in elke praktijksituatie. Niveau 3:

Startbekwaam: Kwaliteitszorg leveren met betrekking tot de patiënten in een

praktijksituatie.

Overwegingen

Het auditteam is van mening dat de opleiding overtuigend heeft aangetoond dat de

eindkwalificaties aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van

de kwalificaties van een hbo-bachelor. De hogeschool gebruikt hiervoor de Dublin

descriptoren en de hbo-kernkwalificaties en heeft dit verantwoord in een competentie-matrix

en in het opleidingsprofiel.

Conclusie

Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet

tot het oordeel goed.

Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3)

De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante

beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.

De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een

specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding

vereist of dienstig is.

Bevindingen

• Bij dit facet worden de bevindingen van facet 1.1 en 1.2 meegenomen. Daarin is

reeds beschreven dat de opleiding de eindkwalificaties heeft ontleend aan het

beroepsprofiel en aan welk niveau de studenten moeten voldoen.

• De opleiding heeft het niveau dat beschreven is voor de beginnende

beroepsbeoefenaar in het beroepsprofiel (2009) vergeleken met de eigen

opleidingscompetenties en de beschrijving van kenmerkend gedrag dat vereist wordt

van de startende beroepsbeoefenaar. Het auditteam concludeert dat de

opleidingscompetenties overeenkomen met de eisen die het beroep stelt.

• Het opleidingsprofiel en de aansluiting op de actuele beroepspraktijk bespreekt de

opleiding in verschillende gremia: het studierichtingsleidersoverleg, twee keer per jaar

met praktijkbegeleiders, vier keer per jaar met de stuurgroep van de duale opleiding

(met daarin vertegenwoordigers van afdelingen in een ziekenhuis die duale studenten

begeleiden) en tenslotte vijf keer per jaar met praktijkbegeleiders van duale

studenten. Het overleg leidt tot concrete aanpassingen van competenties of

aanscherping daarvan. Een voorbeeld van het laatste zijn de competentiekaarten, die

tot stand zijn gekomen in onderling overleg met praktijkbegeleiders.

• Uit de gesprekken met het opleidingsmanagement maakt het auditteam op dat de

opleiding de stuurgroep duaal gaat omzetten in een regionale Raad van Advies. De

opleiding vindt dit noodzakelijk omdat in de stuurgroep duaal ook zaken worden

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

18/67

besproken die niet alleen de duale studenten aangaan, maar ook de voltijdstudenten.

In de regionale Raad van Advies komt een vertegenwoordiging van

afdelingsmanagers en praktijkbegeleiders van afdelingen die duale studenten

opleiden en afdelingen die stageplaatsen verlenen aan voltijdstudenten. Tevens

neemt een inhoudsdeskundige met betrekking tot onderwijs in de Raad zitting.

• Afgestudeerden zijn opgeleid tot Bachelor of Health en kunnen werkzaam zijn binnen

de domeinen radiologie, echografie, nucleaire geneeskunde en/of radiotherapie,

meestal binnen de desbetreffende afdeling in een ziekenhuis. Daarnaast zijn het

doen van (klinisch) onderzoek en de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitszorg

binnen een afdeling veel voorkomende werkgebieden van de afgestudeerden. Het

centrale element in de verschillende functies is het uitvoeren van beeldvormende

onderzoeken door middel van onder andere kernspinresonantie, ultrageluid en

ioniserende straling al of niet in combinatie met radionucliden en behandelingen met

behulp van ioniserende straling.

• MBRT’ers kunnen werkzaam zijn als radiotherapeutisch of radiodiagnostisch

laborant, medisch nucleair werker of echografist, en in functies binnen de medische

beeldvorming, radiotherapie en de stralingsveiligheid in de gezondheidszorg en

buiten de directe ziekenhuissfeer in het bedrijfsleven. Nu worden de beroepsnamen

radiodiagnostisch laborant, radiotherapeutisch laborant, medisch nucleair werker en

echografist nog apart gehanteerd, maar in navolging van het geïntegreerde

beroepsprofiel zal dit in de wet BIG (Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg)

aangepast worden tot Medisch Beeldvormings- en Bestralingstherapeut (MBB’er).

Het auditteam constateert uit gesprekken met het werkveld en alumni dat studenten

breed inzetbaar zijn in de vier domeinen.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleidingscompetenties in overleg met het relevante

beroepenveld zijn opgesteld en dat het niveau van de eindkwalificaties goed is beschreven.

De opleiding bespreekt de eindkwalificaties met het werkveld en dat resulteert in

aanpassingen of actualisatie van de competenties.

Conclusie

Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed.

Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding

Alle facetten zijn tenminste met een goed beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Doelstelling opleiding’ voldoende.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

19/67

2.2 Programma

Eisen hbo (facet 2.1)

Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast)

onderzoek.

Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het

vakgebied/de discipline.

Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Bevindingen

• Kennisontwikkeling vindt plaats door literatuur die enerzijds verplicht is en anderzijds

door de opleiding wordt aanbevolen. Deze literatuurlijst wordt elk jaar geactualiseerd

en besproken met de docenten. De opleidingscommissie stelt de literatuurlijst vast.

Momenteel wordt een reeks voor de MBRT ontwikkelde boeken herzien, drie

docenten zijn hierbij betrokken als medeauteur. Daarnaast hanteert de opleiding

studiehandleidingen/domeinreaders, die jaarlijks worden geactualiseerd. Er is

aanvullend studiemateriaal dat ontleend is aan de beroepspraktijk zoals hand-outs,

readers en audiovisueel materiaal. De opleiding maakt gebruik van geanonimiseerde

patiëntengegevens van een ziekenhuis in Eindhoven voor de practicumonderdelen

en praktijkcases.

• Het auditteam heeft de literatuurlijst bestudeerd is van mening dat de literatuur die de

opleiding gebruikt actueel en representatief is voor de domeinen. In de literatuurlijst

zijn, aldus het auditteam, de belangrijke basisboeken van MBRT vertegenwoordigd.

• In projecten vanaf het tweede jaar leren de studenten onderzoeksvaardigheden op

basis van Evidence Based Practice, zo geven de docenten in het gesprek met het

auditteam aan. In de minor ART leren de studenten over onderzoeksmethoden

binnen de medisch beeldvormende domeinen. In de afstudeerfase werken studenten

aan toepassingsgericht onderzoek in interactie met de beroepspraktijk. Een

projectgroep met drie studenten analyseert daarvoor een probleem en/of vraag, zet

een onderzoek op en geeft conclusies en aanbevelingen. Docenten melden dat de

minor heeft geleid tot een hogere kwaliteit van de afstudeerscripties. Het auditteam

heeft dit ook kunnen vaststellen aan de hand van afstudeerscripties uit 2008 en 2009.

• Het lectoraat dat verbonden is aan de Paramedische Hogeschool heeft geen directe

relatie met de opleiding MBRT, zo maakt het auditteam op uit de gesprekken met de

lector en de docenten. Er zijn geen concrete plannen voor een relatie met het

onderzoek van het lectoraat en het onderwijs in de opleiding MBRT. Er zijn wel

ideeën maar het auditteam constateert nog geen proactieve houding vanuit het

lectoraat en de opleiding.

• Alle studenten volgen kortdurende beroepsoriënterende stages. Verder hebben de

voltijdstudenten stageperioden van in totaal veertig weken. In het derde studiejaar

moet de student stage lopen in twee verschillende domeinen om zo breed mogelijk

opgeleid te zijn. Er is een beperkte mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen,

omdat de opleidingen in het buitenland anders zijn ingericht. Mogelijke stageplaatsen

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

20/67

worden door de stagecoördinator en/of vakdocent getoetst. Verder krijgen studenten

projectopdrachten en practica die gerelateerd zijn aan actuele onderwerpen in het

MBRT-domein en gezondheidszorg. Voorbeelden hiervan zijn ‘het dagprogramma’ in

onderwijsperiode 4 en het project ‘De klinische les’ in onderwijsperioden 5 en 6. In de

handleiding Stage-informatie Postpropedeutische fase (2009) vindt de student

informatie over het doel, de organisatie, de begeleiding en andere regelingen.

• Voor duale studenten geldt dat de inhoud van het programma gelijk is, maar dat de

programmering verschilt. Duale studenten leren beroepsvaardigheden in de praktijk.

Zij lopen ook korte stages van drie weken in domeinen van het werkveld waarin zij

niet werkzaam zijn. Uit de gesprekken met studenten en alumni maakt het auditteam

op dat de omvang van deze stages te beperkt is om voldoende beroepsvaardigheden

te leren in dat domein. De afgestudeerde student van de duale variant vertelde in het

gesprek dat drie weken stage in een ander domein van MBRT weinig is. Het

auditteam vernam van deze oud-student (duaal) dat de switch naar een ander

domein van MBRT door hem wel gemaakt kon worden.

• De opleiding heeft samen met de praktijkbegeleiders een Handleiding stage duale

opleiding (2008) opgesteld met informatie over voorbereiden, volgen en afronden van

de stage.

• Voor het ontwikkelen van beroepsvaardigheden geeft de opleiding

vaardigheidstrainingen op het gebied van medisch beeldvormend onderzoek en

radiotherapeutische behandeling, methodisch beroepsmatig handelen en

interpersoonlijke vaardigheden. Deze beroepsvaardigheden worden zoveel mogelijk

geïntegreerd.

• Het onderwijsprogramma wordt opgesteld in samenspraak met vakgenoten. Een keer

in de twee jaar zijn er twee gezamenlijke studiedagen met docententeams van de

drie MBRT-opleidingen voor het uitwisselen van nieuwe ontwikkelingen. De

praktijkervaringen van de docenten en de contacten met de stageverlenende

instellingen zorgen voor kennis uit de praktijk, een voorbeeld hiervan is de module

Intensity Modulated Radiation Therapy binnen het domein radiotherapie.

• De opleiding heeft met de landelijke Raad van Advies, het werkveld, de stuurgroep

van de duale opleiding, stagebegeleiders, een academisch ziekenhuis en

producenten van medische apparatuur contact over de inhoud van het programma.

Een voorbeeld van invloed op het onderwijsprogramma door de contacten met

vertegenwoordigers uit het werkveld is het opnemen van actuele geanomiseerde

patiëntcasussen met treatmentplanningen uit de radiotherapie in het lesmateriaal.

• Uit de gesprekken met studenten blijkt dat zij positief zijn over de inhoud van de

opleiding en met name over de praktijklessen en de stages. Studenten geven aan dat

zij goed zijn voorbereid op de stage door het oefenen van vaardigheden in de

practica.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleiding gericht is op de beroepspraktijk. Er komen actuele

cases en praktijkopdrachten aan de orde onder andere aan de hand van authentieke

patiëntengegevens en cases uit de praktijk. Het auditteam is van mening dat de opleiding

gebruik maakt van relevante en actuele literatuur. Het auditteam stelt vast dat in een deel

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

21/67

van de eindwerkstukken Engelstalige literatuur wordt gebruikt De verplichte literatuurlijst

bevat geen Engelstalige literatuur, de lijst van aanbevolen literatuur wel.

In het programma is in meerdere thema’s de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden en

projectvaardigheden opgenomen. Door de contacten met het beroepenveld via

vertegenwoordigers uit het werkveld, stagebegeleiders en vertegenwoordigers van een

academisch ziekenhuis komen actuele ontwikkelingen in het programma. Door het oefenen

van vaardigheden in praktijklessen en door de stages ontwikkelen voltijdstudenten

beroepsvaardigheden. Duale studenten leren de beroepsvaardigheden in de praktijk. Daarbij

is het opdoen van praktijkervaring in het brede domein van MBRT enigszins beperkt door de

kleine omvang van de stage in een ander domein dan het domein van het werkveld waarin

de duale student werkzaam is.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot een goed

voor de voltijdvariant en voldoende voor de duale variant.

Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2)

Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van

(onderdelen van) het programma.

De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde

eindkwalificaties te bereiken.

Bevindingen

• MBRT is een vierjarige opleiding en bestaat uit een propedeutische fase (eerste jaar)

en de postpropedeutische fase (jaar 2-3-4). Het laatste jaar geldt als verbreding en

verdieping. Het merendeel van de voltijdstudenten volgt in het vierde jaar de

blokminor Advanced Radiological Technology. Uit de gesprekken maakt het

auditteam op dat deze minor niet verplicht is, maar dat 95 procent van de studenten

de minor kiest. Het merendeel van de duale studenten volgt in het tweede en derde

jaar een lintminor, die afgestemd is op duale studenten. Het onderwijsprogramma

voor de duale opleiding is een afspiegeling van het voltijdprogramma, maar door de

beperkte aanwezigheid van deze studenten (zes à acht weken per jaar) is het

programma compacter georganiseerd.

• De relaties tussen opleidingscompetenties, prestatie-indicatoren, leerarrangementen,

toetsing en studiepunten zijn uitgewerkt per onderwijsperiode. In het

zelfevaluatierapport heeft de opleiding een voorbeeld gegeven van de wijze waarop

de competenties zijn gekoppeld aan het programma (competentie, prestatie-

indicatoren-leerarrangement: CPL Schema).

• Het CPL-schema geeft per competentie en per competentieniveau weer wat de

prestatie-indicatoren zijn voor de beschreven competentie en het competentieniveau,

in welk onderdeel van de leerperiode de competentie aan bod komt, hoe getoetst

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

22/67

wordt en hoeveel studiepunten worden toegekend. Studenten kunnen deze informatie

vinden in de studiehandleiding in N@tschool.

Overwegingen

Het auditteam heeft de CPL-schema’s bestudeerd en stelt vast dat de opleiding op een

systematische wijze de opleidingscompetenties heeft gekoppeld aan het programma. De

schema’s maken inzichtelijk dat de competenties zijn uitgewerkt in verschillende niveaus,

leerdoelen en leeractiviteiten en op welke wijze ze getoetst worden. Ook is vastgelegd aan

welke eisen de student moet voldoen in de verschillende fasen (of leerperioden) van het

programma. Uit de gesprekken met docenten bleek dat de CPL- schema’s zowel bij het

ontwikkelen van toetsen als bij het ontwikkelen van studieonderdelen worden gebruikt door

de docenten.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed.

Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3)

Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Bevindingen

• De opleiding bereikt verticale samenhang doordat leerarrangementen toenemen in

moeilijkheidsgraad en studenten steeds meer zelf verantwoordelijk worden voor het

leerproces. De competenties zijn uitgewerkt in drie niveaus die oplopen in

moeilijkheidsgraad.

• De horizontale samenhang wordt geborgd door de opbouw van het

onderwijsprogramma in thema’s. Een jaar is verdeeld in vier thematische

onderwijsperioden in combinatie met probleemgestuurd- en projectonderwijs.

Voorbeelden van thema’s zijn Zorg en Techniek, Beroepsmatig handelen en

Onderzoek en behandeling. In probleem gestuurd onderwijs werken de studenten

volgens de ‘zevensprong’ waarbij de studenten de volgende stappen doorlopen:

begrippen verhelderen, probleemstelling formuleren, voorkennis analyseren, analyse

systematisch inventariseren, leerdoelen formuleren, studiebronnen bestuderen en

rapporteren.

• De stages sluiten aan op het onderwijsprogramma. In de vaardigheidstrainingen op

de opleiding leren de studenten beroepsvaardigheden die in de stage toegepast

kunnen worden. Ook in de stages geldt dat de student werkt aan het behalen van de

beroepscompetenties van niveau 1 naar niveau 3.

• Uit de Fontys Studenten Evaluatie (FSE) 2006 en het

Studenttevredenheidsonderzoek (STO) 2009 blijkt dat de studenten tevreden zijn

over de samenhang (respectievelijk 3.5 en 3.7 op een vijfpuntsschaal). Duale

studenten zijn iets minder positief over de aansluiting tussen theorie en praktijk, maar

het is volgens de opleiding niet altijd mogelijk om het binnenschoolse programma af

te stemmen met de praktijk. Het opleidingsmanagement geeft in de gesprekken aan

dat duale studenten in de praktijk werken met andere apparatuur, die nieuwer is dan

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

23/67

bij de opleiding. Waar mogelijk past de opleiding het programma aan. Zo zijn enkele

practica in de derde onderwijsperiode uit het programma gehaald, omdat studenten

deze vaardigheden dagelijks oefenen in de praktijk. Het auditteam concludeert dat de

opleiding zoveel mogelijk aansluit op de praktijk.

• Studenten vinden dat zij niet goed voorbereid zijn in de omgang met de patiënt

wanneer zij op stage gaan, zo blijkt uit de gesprekken. Het management en de

docenten geven aan dat zij dit punt herkennen en dat dit voortdurend een

aandachtspunt is waar de opleiding aan werkt. De docenten vertellen dat zij dit

verbeterd hebben door rollenspelen in het praktijklokaal te houden, het voeren van

discussies en het bekijken van filmpjes. Daarnaast kiest de opleiding ervoor om

studenten tijdens terugkomdagen in workshops te laten oefenen met voorbeelden uit

de stage.

Overwegingen

Het auditteam heeft de opbouw van het programma bestudeerd en stelt vast dat het

programma goed is opgebouwd in overzichtelijke en op elkaar aansluitende

programmaonderdelen. Door in elke onderwijsperiode één thema centraal te stellen, zijn alle

onderdelen in die periode op elkaar afgestemd. Duale studenten zijn niet altijd positief over

de aansluiting tussen theorie en praktijk. Daarnaast zijn studenten ontevreden over de

voorbereiding op het omgaan met de patiënt. Studenten melden dat er wel geoefend wordt,

maar dat het realiteitsgehalte van de oefeningen beperkt is.

Conclusie

Het auditteam komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende

voor beide varianten.

Studielast (facet 2.4)

Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma

en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.

Bevindingen

• De opleiding bepaalt de studielast van gemiddeld 40 uur per week aan de hand van

door de opleiding vastgestelde normen voor de gemiddelde student. De

fasecoördinator bewaakt de studielastspreiding. Na elke onderwijsperiode evalueert

de opleiding de studielast onder studenten en stelt deze waar nodig bij.

• Het aantal contacturen in de propedeuse is in het studiejaar 2009-2010 minimaal 20

uur per week en in de postpropedeuse 15-17 contacturen per week. In de afgelopen

jaren is er bij de opleiding veel gesproken over het contacttijdbeleid in onder meer de

opleidingscommissie.

• De student krijgt studiebegeleiding om de studievoortgang te bevorderen. Om de

voortgang te registreren gebruikt de opleiding een digitaal studievolgsysteem waarin

de resultaten van summatieve toetsen worden opgenomen. In het portfolio houdt de

student deze resultaten bij. In de propedeuse krijgt de student vier keer per jaar een

Studievoortgangsindicatie (in de post-propedeuse twee keer per jaar). Deze is

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

24/67

ingedeeld in vier scores van A: de studievoortgang ligt op schema tot D: er is sprake

van een ernstige studieachterstand, zeer zorgwekkend. De adviezen hebben geen

directe formele gevolgen, maar worden wel meegenomen in de criteria van het

voorlopig studieadvies en het bindend studieadvies aan het einde van het eerste

studiejaar. Dan moet de student 30 EC hebben behaald. Vervolgens moet de student

om de studie te kunnen vervolgen de propedeuse behaald hebben aan het eind van

het tweede studiejaar. De regeling hiervoor is beschreven in de OER.

• Een moeilijk onderdeel van het programma voor studenten is volgens de opleiding

het diploma Stralingsdeskundigheid niveau 4 A/B. Dit diploma moet de voltijdstudent

behalen aan het einde van zijn propedeuse, zodat het later in de studie geen

vertraging veroorzaakt. De opleiding geeft sinds 2009 meer begeleiding voor dit

onderdeel in de vorm van werkcolleges waarvoor een aanwezigheidsplicht geldt. Het

opleidingsmanagement geeft in de gesprekken met het auditteam aan dat het

verschillende maatregelen neemt om studenten te begeleiden voor dit diploma. Zo

bieden zij diagnostische toetsen aan, gaat de opleiding student-assistenten inzetten

en is het aantal begeleidingsuren van de docent verhoogd.

• De opleiding probeert de studeerbaarheid te verbeteren door voorbereiding op

vaardigheidstrainingen aan het begin van een onderwijsperiode te plannen zodat

studenten in het tweede deel van de onderwijsperiode kunnen oefenen.

• Uit de studenttevredenheidsonderzoeken en de gesprekken met het auditteam blijkt

dat de studenten niet tevreden zijn over de spreiding van de studielast, het aantal

contacturen en de regeling voor het inhalen van achterstanden (herkansingen met

name voor de duale studenten). Studenten geven aan dat de studielast aan het begin

en aan het einde van een collegejaar hoog is. Zij vinden het aantal contacturen te

laag en willen graag meer begeleiding door docenten. Het opleidingsmanagement

erkent dat studenten het aantal contacturen niet optimaal vonden en heeft daarom

het aantal contacturen in het eerste jaar verhoogd. Volgens het management voldoet

de opleiding hiermee aan het hogeschoolbeleid. De studenten vinden dat er nog

steeds te weinig contacturen zijn, maar dat het aantal uren begeleiding voor het

onderdeel Stralingsdeskundigheid is verbeterd.

• Studenten en vertegenwoordigers van het werkveld met wie het auditteam sprak

geven aan dat zij één herkansingsmogelijkheid van de toetsen (in de duale variant)

per jaar te weinig vinden. Deze herkansing volgt enige tijd na de eerste toets

waardoor de geleerde stof opnieuw eigen moet worden gemaakt. Voor de

berekeningstoets Stralingsdeskundigheid is geen herkansing in hetzelfde jaar. Het

werkveld vindt het bezwaarlijk dat zij en de studenten pas na een jaar weten of de

student verder kan met de studie. Het opleidingsmanagement geeft aan dat dit vaker

is besproken. De opleiding kiest voor dit herkansingsbeleid om de studielast in een

nieuw thema niet nog meer te verhogen. Bovendien wordt hiermee het

hogeschoolbeleid gevolgd en daarmee voldoet de opleiding aan de eisen van de

hogeschool.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

25/67

Overwegingen

Het auditteam is van mening dat de opleiding maatregelen neemt om de studeerbaarheid te

vergroten door bijvoorbeeld studiebegeleiding, het evalueren van de studielast en het

oefenen van vaardigheden vroeg in de onderwijsperiode te plannen. Het behalen van het

diploma Stralingsdeskundigheid is een moeilijk onderdeel in het programma. Het auditteam

vindt het positief dat de studenten hiervoor meer begeleiding krijgen van docenten en dat

studenten dit diploma eerder moeten behalen. Het aantal contacturen was tot 2009 een punt

van kritiek bij de studenten. Het punt is herhaaldelijk in de opleidingscommissie besproken.

Het auditteam constateert dat de opleiding dit verbetert door het verhogen van de contacttijd.

De studenten vinden dat er nog steeds te weinig contacturen zijn.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel voldoende

voor beide varianten.

Instroom (facet 2.5)

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende

studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee

vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.

Bevindingen

• De opleiding is toelaatbaar voor aspirant-studenten met een havo, vwo en mbo-4

diploma. Tot 2009 was er geen profieleis, maar met ingang van 2009 is wiskunde A

of B verplicht bij het havo-profiel Cultuur en Maatschappij. De natuurprofielen sluiten

het beste aan. Voor vwo-studenten geldt geen profieleis. Aspirant-studenten van 21

jaar of ouder of buitenlandse studenten worden aangenomen na een

toelatingsonderzoek. Buitenlandse studenten moeten bovendien in het bezit zijn van

een diploma NT2 programma II. De criteria voor de toelating zijn beschreven in de

OER, in de voorlichtingsbrochure en op de website. Het auditteam heeft door

bestudering van het voorlichtingsmateriaal en door gesprekken met studenten

geconstateerd dat de opleiding er in de voorlichting nadrukkelijk op wijst dat kennis

van wiskunde en natuurkunde van groot belang zijn voor het volgen van de opleiding.

Het is positief dat de opleiding onder andere in meeloopdagen een reëel beeld

schetst van de inhoud van de opleiding, vindt het auditteam.

• Om studenten op weg te helpen met het opdoen van kennis voor natuurkunde en

wiskunde biedt de opleiding in samenwerking met de lerarenopleiding van de

hogeschool in juni en september 2010 pre-hbo-modulen aan, zo geeft het

opleidingsmanagement aan in de gesprekken met het auditteam. Eerder was er een

mogelijkheid om via een e-mail een cursus wiskunde en natuurkunde te volgen, maar

hier werd weinig gebruik van gemaakt.

• In het eerste halfjaar besteedt de opleiding aandacht aan kennismaking met de

opleiding, het vakgebied en het werkveld. In de propedeuse is er twee keer per week

een groepsbijeenkomst met een tutor of Studieloopbaanbegeleider (SLB’er) om

eventuele problemen te bespreken. Daarbij maakt de opleiding gebruik van

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

26/67

leerstijlentesten, de Fontys Propedeuse Wijzer en taken voor het opdoen van

studievaardigheden. Vier weken na het begin van de opleiding bespreekt de student

onder meer de aansluiting op de vooropleiding met de SLB’er en kan de student extra

begeleiding krijgen als dat nodig is. Door de werkvorm ‘werken in de onderwijsgroep’

kunnen studenten met verschillende vooropleidingen ‘leren leren’ en samen leren en

samen werken.

• Uit het STO valt af te leiden dat studenten redelijk tevreden zijn over de aansluiting

op de vooropleiding. Studenten die het auditteam heeft gesproken met een

vooropleiding van mbo en havo geven aan dat het niveau hoog is en dat zij veel

theorie krijgen over de verschillende domeinen. Verder moesten zij wennen aan het

zelfstandig werken en het samenwerken.

Overwegingen

Het auditteam is van mening dat de opleiding voldoet aan de instroomeisen. Deze worden

duidelijk beschreven in de voorlichtingsbrochure en op de website. Het auditteam vindt het

positief dat de opleiding in de voorlichting aan studenten nadrukkelijk wijst op het belang van

kennis van wiskunde en natuurkunde. Het aanbieden van een pre-hbo-module

(zomercursus) zal de student een beter idee geven of de kennis van wis- en natuurkunde op

een goed peil kan komen en de studie geschikt is voor de student, zo oordeelt het auditteam.

De opleiding besteedt in het eerste deel van de propedeuse aandacht aan de aansluiting op

de vooropleiding door studieloopbaanbegeleiding. De opleiding is helder over de

instroomeisen en daar waar studenten extra ondersteuning nodig hebben, wordt deze ook

geboden.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed.

Duur (facet 2.6)

De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum:

hbo-bachelor: 240 studiepunten/european credit points.

Bevindingen

• De opleiding is een vierjarige opleiding in twee varianten: voltijd en duaal met een

totale omvang van 240 EC. De beschrijving van de studiepunten zijn opgenomen in

de OER. De verdeling van de studiepunten is overlegd met het docententeam en de

praktijkbegeleiders van de duale variant en goedgekeurd door de

opleidingscommissie.

Overwegingen

Het auditteam constateert dat de studiepunten helder zijn verantwoord in het programma-

overzicht en dat de opleiding hiermee voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de

omvang van het curriculum.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

27/67

Conclusie

De opleiding heeft aan de eisen van dit facet voldaan.

Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7)

Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.

De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.

Bevindingen

• De visie van de opleiding op leren is beschreven in het Didactisch Onderwijsmodel

FPH 2007 en bestaat uit de volgende punten:

- Competentiegestuurd leren: het behalen van competenties stuurt de leerweg

- Integratief leren: leren rondom de praktijk, waarin theorie en praktijk zijn

afgestemd op elkaar en waar integratie is van kennis, vaardigheden en attitude.

- Sociaal constructivisme: leren in betekenisvolle situaties met interactie tussen

medestudenten en docenten

- Learning community: studenten en docenten leren aan elkaar, met elkaar en van

elkaar.

- Krachtige leeromgeving: leren in authentieke contexten.

De opleiding richt de didactiek op het behalen van de competenties van de studenten.

In het begin besteedt de opleiding veel aandacht aan kennis en vaardigheden in een

aanbodgestuurde leeromgeving met relatief veel contacturen. Later in de studie wordt

het leren van kennis en vaardigheden meer geïntegreerd in complexere

leeromgevingen, waar meer ruimte is voor vraaggerichtheid.

• Het programma is ingedeeld in thema’s waarbinnen studenten werken met

probleemgestuurd onderwijs en projectonderwijs. De taken in beroepssituaties

vormen de basis voor de opdrachten, die toenemen in complexiteit.

• De opleiding maakt gebruik van werkvormen waarin kennis, beroepsvaardigheden en

attitude samenkomen. Een voorbeeld hiervan is het practicumpakket Doorbloeding

van de bloedvaten (Duplex-Doppler) in het domein echografie. Hierin worden, naast

casuïstiek en studietaken, ook training van de vaardigheden en instructie aan een

patiënt aangeboden.

• Er zijn verschillende werkvormen zoals hoorcolleges, werkcolleges, practica, oefenen

in het skillslab, stages met workshops tijdens de terugkomdagen en een

afstudeerproject (het verrichten van toepassingsgericht onderzoek). In de digitale

leeromgeving is per onderwijsperiode een overzicht van onderwijs- en werkvormen

opgenomen. De groepsgrootte varieert per onderwijsvorm. Bij projecten werken 6 tot

7 studenten samen en bij PGO-taken in een groep van 12 tot 14 studenten.

• De studenten zijn tevreden over de afwisseling in de werkvormen, zo valt af te leiden

uit het studenttevredenheidsonderzoek. Uit de periode-evaluatie van 2008-2009 blijkt

echter dat studenten niet tevreden zijn over de gebruikte werkvormen. De opleiding

heeft onderzocht waarom studenten vinden dat de werkvormen niet voldoende

geschikt zijn voor het behalen van de competenties, zo vertelt het

opleidingsmanagement aan het auditteam. Volgens het management is niet duidelijk

geworden welke werkvormen de studenten wel of niet geschikt vinden, maar dat zij

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

28/67

met name meer begeleiding van docenten wensen. De opleiding gaat verder

onderzoeken of de gebruikte werkvormen aangepast moeten worden.

Overwegingen

Het auditteam heeft een goed beeld gekregen van de werkvormen die gebruikt worden.

Studenten volgen competentiegericht onderwijs en kunnen in practica en door het oefenen in

het skillslab en ondersteuning van hoor- en werkcolleges werken aan het behalen van de

competenties. Dit gebeurt in samenhangende leerarrangementen die kennis en

vaardigheden combineren in een omgeving die de praktijk weerspiegelt. Studenten

waarderen de afwisseling in werkvormen, maar zij vinden dat zij meer begeleiding van

docenten nodig hebben voor het behalen van de competenties. Het auditteam vindt het

positief dat de opleiding signalen van studenten over de werkvormen serieus neemt en hoe

de opleiding onderzoekt hoe zij hen tegemoet kan komen. De kritiek op de werkvormen lijkt

meer een kritiek op de intensiteit van de begeleiding te zijn dan op de werkvorm als zodanig

(zie facet 2.4).

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed.

Beoordeling en toetsing (facet 2.8)

Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de

leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Bevindingen

• De opleiding beschrijft in het Toetsplan MBRT 2009 het toetsbeleid. Het auditteam

heeft het toetsbeleid bestudeerd en is van mening dat dit duidelijk omschreven is. De

relaties tussen de toetsing van het onderwijsprogramma, de opleidingscompetenties

en de toekenning van studiepunten worden zichtbaar. Er is een overzicht van welke

toetsen worden toegepast in alle onderdelen van het onderwijsprogramma. Verder is

er per competentie en per competentieniveau aangegeven wat de student moet

toevoegen aan het portfolio als bewijsmateriaal voor de competentie-examens. Met

drie competentie-examens toetst de opleiding de behaalde competenties van de

studenten. De eerste als afsluiting van de propedeuse, vervolgens tijdens de post-

propedeuse en de laatste ter afronding van de opleiding. De examens bestaan uit

assessments. De beoordelingscriteria daarvoor zijn afgeleid van de prestatie-

indicatoren. De student verzamelt bewijsmateriaal in een (digitaal) portfolio, dat

beoordeeld wordt door assessoren. Als het materiaal vragen oproept, krijgt de

student een criteriumgericht interview.

In het gesprek met het auditteam vertellen de studenten dat er voor het eerste en

tweede jaar veel bewijs nodig is voor het portfolio om aan te tonen dat de

competenties behaald zijn en dat zij er veel tijd in moeten steken. Vanaf het derde

jaar kost het minder moeite. In de colleges leren studenten hoe zij het portfolio

moeten gebruiken. De studenten vinden het portfolio zinvol om te laten zien welke

vaardigheden zij bezitten en wat zij nog moeten verbeteren. De criteria voor het

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

29/67

portfolio zijn duidelijk voor de studenten met wie het auditteam sprak. De handleiding

voor het portfolio bevat een opsomming van verplichte bewijzen. Studenten bekijken

samen met de studieloopbaanbegeleider het portfolio. Studenten geven aan dat zij

goede feedback krijgen van de SLB’er en dat docenten kritisch naar de bewijzen

kijken en verbeterpunten formuleren.

• De opleiding hanteert naast het portfolio verschillende toets- en beoordelingsvormen:

- Kennistoetsing: een integrale kennistoets (IKT) opgesteld door vakdocenten

bestaande uit stellingen die een beroep doen op kennis, inzicht en vermogen om

de leerstof theoretisch toe te passen. Twee kennistoetsen over

stralingsdeskundigheid aan het einde van periode 2 (multiple-choice) en periode 4

(stellingen) en een toets over Rekenvraagstukken. Het behalen van deze toetsen

is noodzakelijk voor het diploma Stralingsdeskundigheid niveau 4A/B.

- Vaardigheidstoetsen van de vier domeinen: steekproef van alle vaardigheden die

in de betreffende periode zijn geoefend.

- Vaardighedentoets en interpersoonlijke vaardigheden: voor het beoordelen van

gesprekstechnieken en gespreksvormen

- Toetsing lerend werken duale opleiding: de student formuleert samen met de

praktijkbegeleider leerdoelen en legt dit vast in een document dat de opleiding

samen met de praktijkbegeleider heeft opgesteld. Daarin is eveneens opgenomen

aan welk competentieniveau de student moet voldoen om deel te mogen nemen

aan het competentie-examen.

- Stagebeoordeling: aan het einde van de stage legt de praktijkbegeleider het

competentieniveau vast van competenties waaraan de student heeft gewerkt.

Deze praktijkbegeleider heeft daarvoor scholing gehad. De stagedocent heeft

eindverantwoordelijkheid. Het stagebeleid is beschreven in Stage-informatie Post-

propedeutische fase.

- Beoordeling afstudeerprojecten: Studenten werken in groepen van 3 of 4 aan een

project. Vooraf schrijven ze een plan van aanpak en tijdens de uitvoering houden

ze een logboek bij. De eindproducten worden beoordeeld door de

docentbegeleider die een advies krijgt van de praktijkbegeleider. Informatie over

het afstuderen is beschreven in de Studenthandleiding Afstudeerproject.

Het auditteam heeft de toetsen bestudeerd en concludeert dat de toetsen aansluiten

bij de leerdoelen en de lesstof en dat de toetsen het hbo-bachelorniveau

weerspiegelen.

• De Examencommissie bewaakt de inhoud, het niveau, de vormgeving, maar ook de

logistiek en de organisatie van de toetsing.

• Na een evaluatie van het toetsbeleid van de FPH begin 2009 is vastgelegd dat elke

opleiding binnen FPH met ingang van begin 2010 een Toetscommissie installeert en

een toetsplan ontwikkelt. De opleiding kende tot voor kort een informele praktijk van

het bewaken van de kwaliteit van het toetsen. Docenten bespraken vooraf de toetsen

met elkaar en de resultaten van de toets achteraf. Zonodig werden wijzigingen

aangebracht in de toets of in de normering. Met het instellen van de toetscommissie

wordt deze praktijk geformaliseerd. De toetscommissie bestaat uit de coördinatoren

van de propedeuse en de hoofdfase, de coördinator onderwijsontwikkeling en een

docent.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

30/67

• Toetsen worden door de docenten gecontroleerd op fouten. De

onderwijscoördinatoren voeren de laatste controle uit. Als de toetsen zijn afgenomen,

krijgt de docent een (psychometrische) analyse van de vragen. Voor het beoordelen

van stages en opdrachten stellen docenten van een sectie gezamenlijk de

beoordelingscriteria op. Wanneer docenten twijfelen over een beoordeling dan volgt

er overleg. De criteria zijn vooraf bekend bij de studenten. Na afloop van een toets

ontvangt de student de opdracht en de bijbehorende beoordelingscriteria. Het

auditteam heeft de toetsen en portfolio’s ingezien en stelt vast dat de

beoordelingscriteria helder zijn. Bij de beoordeling van drie competentie-examens

(assessments) hanteert de opleiding de prestatie-indicatoren zoals beschreven in de

CPL-schema’s.

• Wanneer uit evaluaties blijkt dat een onderdeel van de toetsing niet positief wordt

beoordeeld, onderzoekt de opleiding wat er kan worden verbeterd. Een voorbeeld

van een verbetering van de toetsen is het aanpassen van de Integrale Kennistoets

(duidelijker formuleren van de vragen)

• De studenttevredenheidsonderzoeken laten zien dat de studenten over het algemeen

tevreden zijn over de toetsen. Zij zijn niet tevreden over het tijdig feedback geven op

resultaten. De studenten zijn positief over beoordelingen met betrekking tot de

stages. Uitgesproken tevreden zijn studenten over de afronding van de

afstudeeropdracht met de docent-begeleider.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleiding over een helder toetsplan beschikt en dat met de

instelling van een toetscommissie het borgen van de kwaliteit van toetsen geformaliseerd is.

De opleiding hanteert verschillende toetsen afhankelijk van het te toetsen onderdeel van het

programma. De toetsen worden in onderling overleg opgesteld en gecontroleerd. Docenten

stellen gezamenlijk de beoordelingscriteria op en studenten melden dat deze voor hen

duidelijk zijn.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed.

Samenvattend oordeel Programma

Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Programma’ voldoende.

2.3 Inzet van personeel

Eisen hbo (facet 3.1)

Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt

tussen de opleiding en de beroepspraktijk.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

31/67

Bevindingen

• De opleiding geeft aan dat docenten die werken in de beroepsdomeinen een diploma

van een beroepsinhoudelijke opleiding hebben en minimaal twee jaar werkervaring in

het domein waarin ze lesgeven. Twee docenten hebben naast hun

onderwijsaanstelling een parttime baan in de beroepspraktijk. Uit bestudering van de

cv’s door het auditteam blijkt dat de docenten over actuele, relevante werkervaring

beschikken. De docenten houden op verschillende manieren contact met het

werkveld: via de Landelijke Raad van Advies, de Stuurgroep Duaal, het praktijk- en

werkbegeleidersoverleg, als stagedocent en bij de begeleiding van

afstudeerprojecten. Docenten zijn lid van beroepsverenigingen. In de minor

Advanced Radiological Technology werken docenten samen met specialisten van

een fabrikant van medische apparatuur en het Radboudziekenhuis.

• Docenten verzorgen post-hbo-opleidingen voor alumni en andere beroepsgroepen

zoals verloskundigen en huisartsen en werken daarbij samen met specialisten uit het

werkveld en het bedrijfsleven.

• Docenten krijgen de mogelijkheid om stage te lopen in het werkveld. Uit de

gesprekken met het auditteam blijkt dat verschillende docenten inderdaad stage

hebben gelopen. Het gaat hierbij om enkele dagdelen.

• De studenten zijn positief over de beroepspraktijkgerichtheid van de docenten.

Overwegingen

Het auditteam heeft de cv’s van de docenten ingezien en stelt vast dat de docenten bekend

zijn met de beroepspraktijk en zich op de hoogte stellen van nieuwe ontwikkelingen in het

werkveld. Dat blijkt ook uit de gesprekken.

Conclusie

Op basis van bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel goed.

Kwantiteit personeel (facet 3.2)

Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te

verzorgen.

Bevindingen

• Het personeelsbeleid is vastgelegd in het Personeelsbeleidsplan 2009-2012 FPH. De

directeur van FPH stelt jaarlijks bij de begroting de inzetnormen vast, daarbij zijn

medewerkers en studenten betrokken via de Instituutsmedezeggenschapsraad

(IMR). Voor de voltijd en de duale variant van alle opleidingen, hanteert de FPH

dezelfde docent-studentratio. De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport aan dat

de ratio een afweging is tussen beschikbare financiële middelen, noodzakelijke

materiële voorzieningen en voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel per

student. Tot 2009 had de opleiding een ratio van 1:26, maar dit is FPH-breed

aangepast tot 1:28. Het aantal docenten van de opleiding MBRT bedraagt 20, het

aantal fte is 13,4. De docent / student ratio is 1:29.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

32/67

• FPH heeft een inzetsysteem ontwikkeld om een beeld te krijgen van de inzet van elke

docent. Daarin is een verdeling opgenomen voor direct onderwijsgerelateerde zaken

(zoals onderwijsuitvoering, toetsing en assessment en studieloopbaanbegeleiding) en

zaken die indirect onderwijsgerelateerd zijn (coördinatie en organisatie, ontwikkeling

en innovatie, overleg, contacten, bijeenkomsten en professionalisering). Uit een

overzicht van de begrote inzet en de gerealiseerde inzet blijkt dat de docenten niet

uitkomen met de uren die zij krijgen voor onderwijstaken. In de MBRT-raad, tijdens

werkoverleg en studiedagen wordt regelmatig gesproken over ‘inzet’. Daaruit en uit

het Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2009 blijkt dat docenten ontevreden zijn

over de werkdruk. De opleiding probeert daarom de onderwijstaken aan te passen,

bijvoorbeeld door vragen van studenten via groepsbijeenkomsten te beantwoorden,

in plaats van per e-mail en groepsbijeenkomsten te vervangen door hoorcolleges.

• De opleiding geeft aan dat er een spanningsveld bestaat tussen het feit dat MBRT

een kleine opleiding is en dat de inzet van specialisten op vier domeinen wordt

gevraagd. Voor vervanging bij afwezigheid (ziekte of anderszins) kan de opleiding

terugvallen op een pool van experts uit het werkveld. Voor de generieke taken doet

de opleiding een beroep op collega’s van andere paramedische opleidingen. Het

opleidingsmanagement geeft in de gesprekken met het auditteam aan dat het in

beperkte mate gebruik maakt van gastdocenten. Zij worden met name ingezet bij

uitval van vaste docenten.

• De docenten die meewerkten aan het MTO 2009 zijn tevreden over ‘de variatie in de

werkzaamheden’, ‘de zinvolheid van het werk’ en ‘de mate waarin de bijdragen

teruggezien worden in producten of diensten’. Ontevreden zijn de docenten over de

‘mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de taakinhoud’, de werkdruk en de

inhoud van het werk in het algemeen. De opleiding gaat onderzoeken waar dit door

komt en welke maatregelen er nodig zijn.

• In het gesprek met het auditteam geven de docenten aan dat de ervaren werkdruk op

het moment van de visitatie minder is dan voorheen. Docenten melden dat zij meer

vrijheid hebben gekregen om zelf het onderwijs in te richten en daardoor meer zelf

kunnen bepalen. De docenten erkennen dat zij zich volop inzetten voor de opleiding

en dat zij daardoor soms te veel doen en te veel willen.

• Studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van docenten, zo valt af te leiden uit

de studenttevredenheidsonderzoeken. Uit de gesprekken met de studenten

constateert het auditteam dat de bereidheid van docenten om studenten te helpen

groot is.

Overwegingen

MBRT is een kleine opleiding met twintig docenten met 13,4 fte. De docent-student ratio is

1:29. De beleefde werkdruk is hoog, maar dit gaat niet ten koste van de bereikbaarheid van

de docenten voor de studenten. Het auditteam concludeert dat studenten tevreden zijn over

de mate waarin docenten beschikbaar zijn voor onderwijs en begeleiding.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel voldoende.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

33/67

Kwaliteit personeel (facet 3.3)

Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische

realisatie van het programma.

Bevindingen

• De opleiding heeft de uitgangspunten voor het personeelsbeleid vastgelegd in het

Personeelsplan 2009-2012 FPH. De opleiding verwacht van docenten dat zij

didactisch bekwaam en inhoudelijk deskundig zijn, hun vakinhoudelijke en

(vak)didactische kwaliteiten op peil houden en daarvoor cursussen, trainingen en

stages volgen. Docenten stralingsdeskundigheid beschikken over het diploma

Stralingsdeskundigheid niveau 3. Praktijkbegeleiders uit het werkveld beschikken

over een diploma Praktijkbegeleiding. Docenten die in vaste dienst zijn hebben een

eerstegraads onderwijsbevoegdheid of beschikken over een getuigschrift didactische

vaardigheden.

• Van de twintig docenten hebben vijf docenten de in-service opleiding tot

radiodiagnostisch en/of radiotherapeutisch laborant gevolgd (de voorloper van de

hbo-opleiding MBRT). Zes andere docenten hebben naast deze in-service opleiding

de docentenopleiding HGZO gevolgd. Negen docenten hebben de opleiding Master

Docent HGZO (Hoger Gezondheidszorg Onderwijs) aan de Vrije Universiteit van

Amsterdam gevolgd (professionele master opgenomen in het VU-Masterregister). Het

NVAO accreditatieproces van de docentenopleiding is nog niet afgerond. Om deze

reden kan de titel master nog niet verstrekt worden. Twee docenten volgen nog een

masteropleiding (Docent HGZO en Medical Imaging in Europe). De opleiding

verwacht dat in 2011, na NVAO accreditatie en eventueel een korte module voor

reeds afgestudeerde HGZO docenten, het aantal hbo–masters12 is.

• Drie docenten beschikken over het diploma Stralingsdeskundigheid niveau 3 en een

deel over het diploma SD niveau 4. De opleiding streeft naar een verhouding van 30

procent hbo opgeleid en 70 procent master. Bij nieuwe vacatures gaat de voorkeur uit

naar docenten met een masteropleiding.

• Bij het aannemen van nieuw personeel geeft de opleiding de voorkeur aan

kandidaten uit één van de volgende categorieën:

- jeugdige recent afgestudeerde medewerkers met ten minste twee jaar

praktijkervaring

- stagiairs van de docentenopleiding HGZO (hogergezondheidszorgonderwijs) van

de VU

- docenten die onderwijstaken willen combineren met werk in de praktijk.

• Tijdens het jaarlijkse contracteringsgesprek maakt de docent afspraken over

deskundigheidsbevordering, hiervoor heeft elke medewerker sinds 2009 een eigen

scholingsbudget. Aan het einde van het studiejaar wordt gekeken welke afspraken

nagekomen zijn en welke nieuwe afspraken er gemaakt worden. Docenten vertellen

in het gesprek met het auditteam dat zij voor het bijhouden van hun vakkennis

symposia en congressen volgen. Het eigen scholingsbudget is een klein budget van

300 - 600 euro. Docenten geven aan dat zij dit te weinig vinden gezien de prijzen van

een cursus. Het persoonlijk budget kan niet gespaard worden, wel kunnen docenten

in overleg een beroep doen op elkaars budget.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

34/67

• Praktijk- en werkbegeleiders van stageverlenende afdelingen kunnen gebruik maken

van bij- en nascholingscursussen (post-hbo) en de cursus Werkbegeleiding voor het

omgaan met stagiairs. De laatste cursus volgen praktijkbegeleiders op basis van

vrijwilligheid. Iedereen heeft deze cursus gevolgd, aldus het werkveld in het gesprek

met het auditteam.

• De docenten geven in het gesprek aan dat de onderlinge contacten goed zijn. De

docenten spreken over een ‘menselijke piramide’.

• Uit de gesprekken met de studenten blijkt dat zij erg positief zijn over de docenten.

De studenten merken op dat docenten goed bereikbaar zijn voor vragen en dat

docenten zich inzetten voor de studenten. Hetzelfde beeld komt naar voren uit het

STO van 2009: ‘Ik ben tevreden over mijn docenten‘ scoort een 3.9 en een 3.8 en

‘Docenten zijn inhoudelijk voldoende deskundig’ een 4.1 en een 3.8 (respectievelijk

voltijd – duaal).

Overwegingen

Uit de gesprekken en na de bestudering van de cv’s concludeert het auditteam dat de

docenten minimaal een hbo-opleiding hebben, drie docenten hebben een master-opleiding.

Binnenkort zullen dit er twaalf zijn, zo is de verwachting. Docenten die lesgeven in het

werken met straling beschikken over het diploma Stralingsdeskundigheid niveau 3. Elk jaar

hebben docenten een contracteringsgesprek. Daarin worden onder andere afspraken

gemaakt over deskundigheidsbevordering. Het auditteam is het met de docenten eens dat

door de geringe omvang van het scholingsbudget de mogelijkheden voor

deskundigheidsbevordering beperkt zijn (het beschikbare budget is daartoe niet toereikend).

Gezien de snelle veranderingen in het domein is een planmatige aanpak van bijscholing

gewenst. Het auditteam vindt het positief dat de praktijkbegeleiders deelnemen aan de

cursus Werkbegeleiding. Studenten zijn erg tevreden over de kwaliteit van de docenten.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel voldoende.

Samenvattend oordeel Personeel

Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Inzet van personeel’ voldoende.

2.4 Voorzieningen

Materiële voorzieningen (facet 4.1)

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Bevindingen

• De opleiding is gehuisvest in Eindhoven en is goed bereikbaar met het openbaar

vervoer.

• De opleiding heeft de uitgangspunten voor het huisvestingsbeleid vastgelegd. De

regelgeving met betrekking tot de veiligheid is vastgelegd in het besluit

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

35/67

Stralingsbescherming van de Kernenergiewet. De opleiding heeft hiervoor een

vergunning.

• Voor het werken aan onderwijstaken beschikt de opleiding over ruimten voor twaalf

tot veertien studenten. Projectgroepen van 5 tot 6 personen kunnen gebruik maken

van ruimten verspreid over het gebouw. Voor zelfstudie en onbegeleid werken

kunnen studenten terecht in een grote ruimte met individuele werkplekken voorzien

van computers met internet. Voor kennisoverdracht zijn er lokalen met een grootte

voor dertig tot zestig studenten en collegezalen voor 140 studenten, voorzien van

audiovisuele apparatuur. Verder zijn er spreekkamers, een vergaderzaal en een

personeelskamer. Docenten hebben een eigen werkplek met computer.

• Het auditteam heeft tijdens een rondleiding het skillslab met apparatuur voor

echografie, nucleaire geneeskunde, radiodiagnostiek en radiotherapie bekeken. Aan

de hand van computeropstellingen en nagebootste praktijkruimtes kunnen twaalf

studenten tegelijkertijd praktijkgericht leren. De faciliteiten in het skillslab zijn in

zesvoud aanwezig zodat studenten in tweetallen kunnen werken. Door

samenwerking met leveranciers van medische apparatuur kan de opleiding deze

voorzieningen up-to-date houden. Het auditteam heeft de voorzieningen van het

skillslab gezien en vindt deze adequaat voor de opleiding. Studenten kunnen op een

realistische wijze beroepsvaardigheden ontwikkelen.

• Het opleidingsmanagement meldde dat in september 2009 een start is gemaakt met

het auditen van buitenschoolse werkplekken, Voor deze pilot konden

stageverlenende afdelingen zich vrijwillig aanmelden. Na evaluatie van de pilot zullen

alle 70 ziekenhuisafdelingen bezocht gaan worden door de opleiding. De verwachting

is dat alle werkplekken binnen 5 jaar beoordeeld zullen zijn.

• In het hele gebouw kunnen studenten en docenten gebruik maken van draadloos

internet en inloggen op de elektronische leeromgeving (N@tschool). Verder zijn er

computerruimten verspreid over het hele gebouw.

• Voor alle opleidingen van de Fontys Paramedische Hogeschool is er een

gezamenlijke mediatheek met boeken, tijdschriften, projectruimten en audiovisuele

apparatuur die studenten en medewerkers zonder extra kosten kunnen gebruiken. De

mediatheek is in 2006 gemoderniseerd. Verder beschikt de opleiding over een

studentenservicebalie, een copy shop, een boekhandel en een kantine.

• Studenten en docenten zijn positief over de voorzieningen.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de onderwijsvoorzieningen en het skillslab adequaat zijn voor het

opleiden van MBRT’ers die breed inzetbaar zijn. Dat de opleiding daarbij altijd achterblijft bij

de technische ontwikkelingen in het werkveld is een gegeven. Er kan, op grond van

investeringsmogelijkheden, niet verwacht worden dat de apparatuur in de opleiding net zo

up-to-date is als in de praktijksituaties. De opleiding is echter zeer creatief in het zo actueel

mogelijk houden van het skillslab en gebruikt simulaties zodat de praktijk zo dicht mogelijk

benaderd wordt. De opleiding maakt daarnaast voor instructie gebruik van voorzieningen van

een gerenommeerd leverancier van specialistische apparatuur.

Het auditteam heeft voor de visitatie toegang gekregen tot N@tschool en heeft

geconstateerd dat de studenten hierdoor van uitgebreide informatie worden voorzien.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

36/67

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed.

Studiebegeleiding (facet 4.2)

De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op

de studievoortgang.

De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van

studenten.

Bevindingen

• De student krijgt bij aanvang van de studie een vaste studieloopbaanbegeleider die

hem begeleidt tijdens de loop van de studie. In het eerste jaar betreft dat vooral de

oriëntatie op de opleiding en het plannen en (bij)sturen van het leerproces. In het

tweede jaar de voorbereiding op de stage en in het laatste jaar de voorbereiding op

het afstuderen. SLB vindt individueel en in groepsverband plaats.

• In de propedeuse heeft de student twee keer een individueel studieloopbaangesprek

waarin bekeken wordt hoe ver de student is voor het behalen van competentie-

examen 1 (afronding propedeuse). Naast vaste afspraken voor een gesprek, kan de

student op elk moment zelf een gesprek aanvragen. Om de voortgang van de studie

in de gaten te houden ontvangt de student vier keer per jaar een

Studievoortgangsindicatie (zie facet 2.4). Studenten met een indicatie C of D krijgen

op initiatief van de SLB’er een gesprek.

• In de hoofdfase wordt het reguliere SLB-traject verminderd. Van de student wordt dan

verwacht dat hij dan zelf de verantwoordelijkheid voor zijn studievoortgang neemt en

begeleiding vraagt als hij dat nodig acht. Tijdens deze fase plant de opleiding vijf

gesprekken, daarnaast kan de student een individueel gesprek aanvragen. Twee

keer per jaar ontvangt de student een studentvoortgangsindicatie (SVI). De

inhoudelijke begeleiding tijdens de stage en afstudeerfase komt voor rekening van

vakdocenten, maar de SLB’er houdt wel de ‘overall procesbegeleiding’.

• Fontys heeft de eisen/competenties beschreven waaraan een SLB’er moet voldoen.

Alle SLB’ers volgen een cursus voor het begeleiden van studenten in

competentiegestuurd onderwijs. De SLB’er begeleidt per studiejaar maximaal 24

eerstejaars studenten.

• Bij problemen komen studenten in eerste instantie bij de SLB’er, maar zij kunnen

doorverwezen worden naar een studentendecaan, studentenpsycholoog of

loopbaanadviseur.

• De opleiding hanteert sinds 2005 een bindend studieadvies voor de propedeuse. Dit

betekent dat de student die na een jaar minder dan 30 EC heeft behaald, de

opleiding moet verlaten. Dit geldt ook voor studenten die na een jaar meer dan 30 EC

hebben behaald, maar aan het eind van het tweede jaar van inschrijving minder dan

60 EC van de propedeuse hebben behaald (voorwaardelijk propedeutisch advies). Zij

moeten alsnog de opleiding verlaten.

• Voor studenten met een handicap probeert de opleiding zoveel mogelijk de

belemmeringen voor studievoortgang weg te nemen. Informatie voor studeren met

een beperking is op N@tschool te vinden.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

37/67

• Via een studievolgsysteem legt de opleiding informatie over de studievoortgang vast.

De SLB’er volgt de student via het digitale portfolio. In het portfolio verzamelt de

student producten, tentamens, verslagen waarmee hij aantoont dat hij voldoet aan de

opleidingscompetenties. Toetsresultaten worden automatisch in het portfolio

geplaatst. Ook de praktijkbegeleider van duale studenten heeft inzicht in het digitale

portfolio. De SLB’er bekijkt samen met de student de voortgang en welke punten nog

aangevuld moeten worden. Studenten geven in de gesprekken aan dat zij goede

feedback krijgen op het portfolio. De te bewijzen competenties worden volgens de

studenten duidelijk gemaakt via formulieren en een opsomming van de aard van de

bewijslast. Daarin is aangegeven welke bewijzen verplicht zijn.

• In de colleges, via de digitale leeromgeving en per e-mail krijgen studenten informatie

over het onderwijsprogramma, toetsing, stages en afstuderen. Voor het begin van

elke onderwijsperiode ontvangt de student een ‘spoorboekje’ met daarin de

onderwijsactiviteiten en het toetsrooster.

• Voltijdstudenten zijn volgens het STO 2009 tevreden over de studiebegeleiding en

informatievoorziening. Duale studenten vinden dat zij niet voldoende geïnformeerd

worden over de regels en procedures. De opleiding wil dit verbeteren door een

brochure uit te geven over de regels en procedures en een handleiding voor het

gebruik van de digitale leeromgeving te vernieuwen.

• De stageverlenende afdelingen voor voltijdstudenten waren niet tevreden over de

frequentie van het contact met de stagedocent, zo schreef de opleiding in het

zelfevaluatierapport. De werkgevers vonden het tweejaarlijkse bezoek van de

stagedocent te weinig. Het opleidingsmanagement vertelt in de gesprekken met het

auditteam dat er in het huidige studiejaar afspraken met de werkgevers worden

gemaakt om vaker op bezoek te komen. In ieder geval één keer per jaar. Vanwege

het grote aantal afdelingen en de beschikbare tijd van de stagedocent worden deze

bezoeken geclusterd, zodat er meer afdelingen in één bezoek bezocht kunnen

worden.

Overwegingen

Het auditteam heeft op basis van het bestudeerde materiaal, de gesprekken met docenten

en studenten kunnen vaststellen dat de studiebegeleiding kwalitatief goed is. Studenten met

wie het auditteam heeft gesproken geven aan dat zij meer (vakinhoudelijke) begeleiding

willen hebben van docenten. Met name begeleide praktijkuren en meer lesuren. In het

studiejaar 2009 – 2010 is het aantal contacturen in het eerste jaar verhoogd.

De informatievoorziening aan duale studenten kan verbeterd worden.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel voldoende

voor beide varianten.

Samenvattend oordeel Voorzieningen

Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Voorzieningen’ voldoende.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

38/67

2.5 Interne kwaliteitszorg

Evaluatie resultaten (facet 5.1)

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Bevindingen

• De opleiding heeft in het Kwaliteitshandboek Opleiding MBRT 2008 per onderwerp,

de facetten en criteria beschreven met kwaliteitsdoelen en streefdoelen voor de

resultaten van de evaluaties. Voorbeelden van kwaliteitsdoelen zijn “voldoen aan de

accreditatie-eisen, met streven naar beoordeling ‘goed’ op 14 van de 21 facetten” en

“streven naar positie in top 3 en/of ‘totaalscore’ van 7 in de Keuzegids voor alle

bacheloropleidingen”. Voorbeelden van streefdoelen zijn: “medewerkerstevredenheid

minimaal 7,5 (op 10-puntsschaal)” en “studenttevredenheid minimaal 3,5 (op 5

puntsschaal)”. In het kwaliteitshandboek is vastgelegd wie er verantwoordelijk is voor

het uitzetten, analyseren, verwerken van de resultaten en voorstellen van

verbeterbeleid. Het auditteam heeft het kwaliteitsboek bestudeerd en is van mening

dat de opleiding op een goede manier evaluaties plant en dat goed is beschreven wie

verantwoordelijk is voor welk onderdeel van het kwaliteitszorgproces.

• De Onderzoekskalender MBRT 2008 geeft een overzicht van de instrumenten die

worden gehanteerd, wanneer een evaluatie wordt gehouden, wie ervoor

verantwoordelijk is en onder welke doelgroep de evaluaties worden gehouden. De

opleiding geeft in het zelfevaluatierapport aan dat de onderzoeken gezamenlijk alle

facetten van het NVAO-kader afdekken.

• De opleiding hanteert vier meetcycli:

- accreditatie en een tussentijdse interne audit (om de zes jaar);

- cyclus van planning en control volgens managementcontracten en management

rapportages (jaarlijkse MACON/MARAP-systematiek ;

- startbekwaamhedenonderzoek (om de drie jaar);

- evaluaties van onderwijsperioden, stages, afstuderen en studenttevredenheid

(meerdere keren per jaar)

Overwegingen

Het auditteam heeft op basis van de bestudeerde documenten kunnen vaststellen dat het

kwaliteitszorgsysteem duidelijk is opgezet. Het primaire proces wordt systematisch

geëvalueerd aan de hand van streefdoelen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed.

Maatregelen tot verbetering (facet 5.2)

De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen

die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

39/67

Bevindingen

• De primair verantwoordelijke voor het kwaliteitszorgbeleid is de FPH-directeur, de

organisatie en de uitvoering daarvan zijn gedelegeerd naar de teamleider van de

opleiding. Het initiëren en uitzetten van de evaluaties, het analyseren van de

resultaten en het voorstellen van verbeterplannen gebeurt door de coördinator

Onderwijsontwikkeling en de fasecoördinatoren. Daarbij krijgen zij ondersteuning van

een kwaliteitszorgfunctionaris die zorgt voor het uitvoeren van de

Onderzoekskalender en vastlegging van de evaluaties in KwaliteitsActieRapporten

(KAR). Naar aanleiding van de analyse van evaluatieresultaten stelt de coördinator

een KAR op met informatie over de evaluatie, verbeterplannen van eerdere

evaluaties, opvallende scores en voorstellen voor verbetering (SMART

geformuleerd). De analyses en verbetervoorstellen worden in de MBRT-raad

besproken en vervolgens goedgekeurd door de teamleider en de voorzitter van de

Opleidingscommissie. De teamleider is verantwoordelijk voor de monitoring van deze

verbetervoorstellen. In een volgende introductiecollege krijgen studenten de

verbeteracties teruggekoppeld. Het auditteam heeft enkele KwaliteitsActieRapporten

ingezien en stelt vast dat in deze rapporten de resultaten van evaluaties worden

beschreven en geanalyseerd. Ze bevatten tevens verbeteracties. Uit de gesprekken

met het opleidingsmanagement, de docenten en studentleden van de

Opleidingscommissie maakt het auditteam op dat de KAR-ren met docenten en

studenten worden besproken.

• De streefnorm voor studenttevredenheid is 3,5. De onderdelen die in de

studenttevredenheidsonderzoeken onder de 3 punten (op een 5-puntsschaal) scoren,

worden door de opleiding direct onderzocht en daarvoor worden verbeteracties

geformuleerd in een KAR, aldus het opleidingsmanagement in de gesprekken met

het auditteam. Scores tussen de 3.0 en 3.3 worden ook bekeken en als er op een

eenvoudige manier een oplossing voor is, wordt een verbetering doorgevoerd. Het

management geeft aan dat scores onder de drie punten de hoogste prioriteit hebben

en daarnaast een afweging maakt welke tekortkomingen wel en welke niet aangepakt

worden (liever enkele zaken goed aanpakken, dan alle onderdelen een beetje).

• Een voorbeeld van een verbeteractie is het verplaatsen van het onderdeel

Stralingsdeskundigheid naar de propedeuse en het verhogen van het aantal uren

begeleiding hiervoor, zodat studenten dit moeilijke onderdeel eerder behalen. Een

ander voorbeeld is de ontwikkeling van ‘spoorboekjes’ met daarin de activiteiten per

onderwijsperiode, zodat de studenten een beter overzicht krijgen over de activiteiten

die zij moeten doen. Verder heeft de opleiding samen met studenten in de

opleidingscommissie gesproken over het verbeteren van het aantal contacturen. In

de propedeuse is het aantal contacturen verhoogd.

• De opleiding beschrijft in het zelfevaluatierapport verbeteringen, die naar aanleiding

van de vorige visitatie zijn doorgevoerd. Zo is de duale opleiding zodanig

vormgegeven dat studenten in 2009 melden dat de opleiding te doen is in de tijd die

ervoor staat. Het auditteam maakte in 2004 hier de opmerking over dat de duale

opleiding nauwelijks te doen was.

In 2004 waren studenten ontevreden over de aangeboden werkvormen (te weinig

afwisseling). De opleiding heeft nu, aldus de studenten een goede mix van

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

40/67

werkvormen (zie facet 2.7).

In 2004 vond het toenmalige auditteam dat er te weinig aandacht was voor

onderzoeksvaardigheden (alleen in het vierde jaar als voorbereiding op de

afstudeerfase). In 2009 heeft de opleiding onderzoeksvaardigheden een

prominentere plaats gegeven in het programma: in de propedeuse (Evidence Based

Practice), in projecten en in het bijzonder de minor Advanced Radiologic Technology

(ART).

Kwaliteitszorg is een cyclisch proces geworden van meten, analyseren, besluiten en

verbeteren. De communicatie hierover naar studenten en het werkveld behoeft nog

aandacht.

• De studenten zijn niet zo positief over de communicatie over voorgenomen en

gerealiseerde verbeteringen. In het STO 2009 en het FSE 2009 scoort de opleiding

geen voldoende (lager dan 3 op 5-puntsschaal) op ‘opleiding maakt voldoende

gebruik van uitkomsten van onderwijsevaluaties’ en ‘de opleiding reageert adequaat

op klachten en problemen’. De opleidingscommissie meldde het auditteam dat zij het

initiatief heeft genomen de resultaten van evaluaties op n@tschool te plaatsen.

• Het werkveld neemt deel aan het startbekwaamhedenonderzoek. Dit onderzoek geeft

onder andere aan dat studenten matig scoren op het punt zelfstandig problemen

definiëren en analyseren. Met de recente aanpassing in het curriculum (meer

systematisch en periodiek aandacht besteden aan onderzoeksvaardigheden) is hier

aldus het auditteam adequaat op gereageerd.

Overwegingen

Het auditteam heeft in gesprekken met het management, de docenten en studenten kunnen

vaststellen dat kwaliteitsmeting en het verbeteren van de opleiding systematisch plaatsvindt

door het gebruik van de Onderzoekskalender en de KAR-ren. Hierdoor behoort het tot de

routine van de hogeschool. De communicatie naar studenten over resultaten van evaluaties

is recentelijk verbeterd. De discussie over het aantal contacturen heeft de afgelopen jaren

hoog op de agenda gestaan van de opleidingscommissie. Het resultaat is dat in 2009 – 2010

in de propedeuse meer begeleide uren zijn gepland.

Conclusie

Op basis van bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel goed.

Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3)

Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend

beroepenveld van de opleiding actief betrokken.

Bevindingen

• Docenten/medewerkers worden betrokken bij de kwaliteitszorg door de Fontys

Personeelsenquête en het Medewerker Tevredenheidsonderzoek (jaarlijks). In

teamverband evalueren docenten onderzoeksresultaten uit de evaluaties en

participeren zij bij het voorstellen en uitvoeren van verbeterplannen. In werkgroepen

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

41/67

analyseren docenten delen van beleid en geven voorstellen voor verbeteracties.

Daarnaast nemen docenten zitting in de opleidingscommissie.

• Studenten nemen deel aan het Studenttevredenheidsonderzoek (jaarlijks),

onderwijsevaluaties van onderwijsperioden, stages en afstudeerprojecten en een

exit-onderzoek bij het staken van de studie. Daarnaast bespreken ze met de

fasecoördinator ingebrachte klachten van studenten. Verder nemen studenten zitting

in de opleidingscommissie.

• Alumni nemen deel aan startbekwaamhedenonderzoek (eens in de drie jaar).

• Het werkveld participeert in de Raad van Advies en Stuurgroep Duaal en is betrokken

bij de formulering van de doelen van de opleiding (facetten 1.1 – 1.3). Daarnaast is er

het praktijkbegeleidersoverleg, stage-evaluatie. Tevens neemt het werkveld deel aan

het startbekwaamhedenonderzoek. Uit de gesprekken met vertegenwoordigers van

het werkveld bleek echter dat zij niet wisten wat de uitkomsten waren van het

startbekwaamhedenonderzoek. Ook de audit van de stageverlenende afdelingen

voor voltijdstudenten en duale studenten bleek nieuw voor het werkveld.

• Studenten worden naar eigen zeggen (FSE en STO 2009) voldoende betrokken bij

de verbetering van de opleiding, maar vinden dat ze onvoldoende geïnformeerd

worden over de uitkomsten van onderzoek. In de gesprekken geeft de opleiding aan

dat zij dit inmiddels hebben verbeterd door de uitkomsten van evaluaties en

verbeteracties te publiceren op N@tschool.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleiding verschillende belanghebbenden bij de kwaliteitszorg

van de opleiding betrekt. Studenten vonden dat zij niet voldoende geïnformeerd werden over

de uitkomsten van evaluaties. Door deze te publiceren op de digitale leeromgeving heeft de

opleiding dit verbeterd. Vertegenwoordigers van het werkveld met wie het auditteam sprak

bleken niet op de hoogte te zijn van de uitkomsten van het startbekwaamhedenonderzoek en

de audit van de kwaliteit van de leerwerkplekken (stage en duaal).

Conclusie

Op basis van bovenstaande gegevens komt het auditteam tot het oordeel voldoende.

Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg

Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Interne kwaliteitszorg’ voldoende.

2.6 Resultaten

Gerealiseerd niveau (facet 6.1)

De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde

eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

42/67

Bevindingen

• De student voert in het laatste half jaar van de opleiding een toepassingsgericht

onderzoek uit in een projectgroep van drie of vier studenten. Onderwerpen voor het

afstuderen worden door de ziekenhuisafdeling aangemeld bij de opleiding, maar vaak

moeten de studenten zelf een onderwerp zoeken. Het project bestaat uit

verschillende fases die elk afgesloten worden met het inleveren van een formulier

aan de begeleidend docent in een voortgangsgesprek. De fases zijn

achtereenvolgend: oriëntatie, initiatie, definitie, ontwerp, realisatie, communicatie.

• Onderdelen van het project zijn het schrijven van een procesverslag (logboek), een

theoretische verantwoording van het project en de projectproducten. De afsluiting

bestaat uit een mondelinge presentatie en een schriftelijke rapportage in de vorm van

een tijdschriftartikel, een poster voor een symposium of een website. In de

Studenthandleiding Afstudeerproject 2009 zijn de regelingen voor het afstuderen

beschreven. Daarin zijn ook de prestatie-indicatoren opgenomen waaraan de student

moet voldoen, deze zijn ontleend aan competentieniveau 3. De beoordeling van het

afstudeerproject is in handen van de begeleidend docent. De praktijkbegeleider geeft

een beoordelingsadvies. Bij twijfel of bij het oordeel excellent wordt een tweede

docent/beoordelaar ingeschakeld. De docenten geven in de gesprekken aan dat zij

regelmatig eindwerkstukken aan elkaar voorleggen voor advies.

• Naast het afstudeerproject is er een afsluitend competentie-examen. De student toont

in een portfolio aan de hand van gemaakte opdrachten en toetsen aan dat hij de

vereiste conceptuele kennis en vaardigheden beheerst. Het portfolio wordt

beoordeeld door twee assessoren. Het auditteam heeft tijdens het bezoek portfolio’s

ingezien en stelt dat met het overzicht van de behaalde competenties en

bijbehorende documenten op een adequate manier wordt getoetst of de student de

eindcompetenties heeft behaald.

• Het auditteam heeft voorafgaand aan de visitatie tien eindwerkstukken (afstudeerjaar

2008) met beoordelingen bestudeerd. Deze werkstukken zijn bekeken aan de hand

van een aantal criteria zoals opzet onderzoek, probleemstelling, gebruikte methodes,

gebruik relevante literatuur en voldoende bachelorniveau. Het auditteam was op

grond van deze criteria niet overtuigd van de basiskwaliteit van enkele van deze

werkstukken. Het ging daarbij om opbouw van het verslag, taalgebruik, verwerking

van de conclusies en de gehanteerde literatuur. Ook werd bij de beoordeling niet

altijd het vaste format gehanteerd. Het auditteam heeft daarom inzage gevraagd in

nog zes eindwerkstukken van studenten die in 2009 zijn afgestudeerd: vier die

beoordeeld zijn met een voldoende (6) en twee die met ruim voldoende tot goed zijn

beoordeeld. Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit van deze werkstukken naar

behoren is. Het auditteam heeft deze observatie besproken met docenten. Uit de

gesprekken kwam naar voren dat onderzoeksvaardigheden tot 2008 te laat en/of te

weinig op een fundamentele wijze waren geprogrammeerd in het curriculum. In de

minor ART (vierde jaar) wordt aandacht besteed aan onderzoeksvaardigheden.

Vanaf 2008 wordt een deel van de lesstof van de minor ART ook in het tweede jaar

aangeboden (flankerende lesstof bij projecten). Docenten melden dat dit heeft

bijgedragen aan kwalitatief beter afstudeerwerk. Het auditteam onderschrijft deze

conclusie na het bestuderen van recente afstudeerwerkstukken.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

43/67

• Het afstudeerniveau wordt bewaakt door het toetsen van studenten in de

afstudeerfase aan de hand van prestatie-indicatoren en daarvan afgeleide

beoordelingscriteria. Daarnaast voert de opleiding een

Startbekwaamhedenonderzoek (SBO) uit waarin alumni en werkgevers hun mening

geven over de kennis en vaardigheden van afgestudeerden, de relevantie van de

eindcompetenties voor het werkveld en het niveau van afgestudeerden.

Werkveldvertegenwoordigers geven in het gesprek met het auditteam aan dat duale

studenten na het afstuderen zelfstandig kunnen werken in een ziekenhuis. De

voltijdstudenten hebben een jaar nodig om te leren werken met de protocollen.

• Uit het SBO van 2009 blijkt dat alumni en werkgevers vinden dat alumni de

domeinspecifieke opleidingscompetenties en de algemene hbo-kernkwalificaties

voldoende beheersen. Uit de afstudeerevaluatie blijkt dat studenten positief zijn over

het onderzoek dat zij uitgevoerd hebben.

Overwegingen

Studenten voeren projecten uit in groepen van drie of vier studenten. Het nadeel van deze

werkwijze is dat niet goed nagegaan kan worden welke bijdrage de individuele student heeft

geleverd. Daarom moeten studenten in een afstudeerplan beschrijven wie wat gaat doen. In

een procesverslag beschrijven ze wat hun aandeel is geweest in het afstudeerproject.

Tevens beoordelen de studenten elkaar in een anoniem peerassessment. Studenten melden

dat zij kritisch oordelen over de prestaties van medestudenten. Alhoewel studenten geen

individueel eindoordeel krijgen maar een groepsoordeel, stelt het auditteam vast dat de

opleiding in het afstudeerprotocol mechanismen heeft ingebouwd om de individuele bijdrage

van studenten aan het afstudeerproject te beoordelen. Het auditteam realiseert zich dat het

afstudeerwerk niet de enige maatstaf is voor het bepalen van het eindniveau van de student:

ook tentamenresultaten, (stage)opdrachten en vaardigheidstrainingen leiden tot een

totaalbeeld over het niveau van de afzonderlijke student. Deze informatie heeft de student

verzameld in zijn digitaal portfolio. Het portfolio wordt beoordeeld door twee assessoren. Het

auditteam is van mening dat de beoordelingscriteria (in de vorm van prestatie-indicatoren) op

een adequate manier gerelateerd zijn aan de Dublin descriptoren en de

opleidingscompetenties.

Conclusie

Op basis van bovenstaande gegevens komt het auditteam tot het oordeel voldoende.

Onderwijsrendement (facet 6.2)

Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante

andere opleidingen.

Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

44/67

Bevindingen

• De opleiding hanteert de volgende streefcijfers (voor duaal en voltijd):

- minimaal studierendement propedeutische fase in twee jaar 75%;

- gemiddelde studieduur geslaagden 4,5 jaar;

- gemiddelde studieduur studiestakers 1,35 jaar.

- na het behalen van de propedeuse streeft de opleiding ernaar om 100% uitstroom

te hebben.

• De opleiding presenteert in het zelfevaluatierapport tabellen met kengetallen over de

instroom en het opleidingsrendement. Daaruit blijkt dat het minimaal studierendement

in de propedeutische fase van de voltijd 54% is (meerjarengemiddelde). Het resultaat

van het meerjarengemiddelde voor duaal bedraagt 71%.

• De gemiddelde meerjarenstudieduur van geslaagden bedraagt 4,2 jaar voor voltijd en

4,0 jaar voor duaal. De gemiddelde studieduur van studiestakers bedraagt 1,45 voor

voltijd en 1,26 voor duaal (meerjarengemiddelde).

• De opleiding heeft verschillende maatregelen genomen om de uitval te verminderen,

zowel wat betreft de instroom als de voortijdige uitval zonder getuigschrift in de eerste

twee studiejaren.

• De opleiding heeft een actieve rol gespeeld bij de ontwikkeling van de module

Medische beeldvorming die op de havo verzorgd wordt voor leerlingen die het

profielkeuzevak Natuur, Leven & Technologie gekozen hebben. De opleiding

verwacht dat vanaf september 2010 de instroom van studenten met een

natuurkundeprofiel groeit. Vanaf 2011 zal dit, zo verwacht de opleiding, een positieve

invloed hebben op de uitstroomcijfers.

• Met ingang van september 2009 zijn ook de instroomeisen voor havisten met het

profiel Cultuur & Maatschappij aangescherpt met de aanvullende eis ‘met wiskunde A

of wiskunde B’. De opleiding verwacht dat hierdoor de uitstroom zonder getuigschrift

vanaf 2010 positief beïnvloed wordt.

• De opleiding biedt sinds drie jaar via e-mail aan aspirant-studenten een cursus

Natuurkunde aan. De deelname aan deze cursus valt echter tegen. Het voornemen is

om deze cursus vanaf mei 2010 begeleid aan te bieden als ‘pre-hbo-cursus’.

• Tijdens voorlichting (brochure, open dagen, voorlichting op middelbare scholen)

wordt uitgebreid aandacht besteed aan het belang van wis- en natuurkunde voor

deze opleiding.

• In studiejaar 1 en 2 is de inhoudelijke begeleiding en de wijze van toetsen van

Stralingsdeskundigheid door middel van verschillende pilots een aantal jaren achter

elkaar bijgesteld, geëvalueerd en opnieuw aangepast. De resultaten van de

eerstejaarsstudenten verbeteren hierdoor, aldus de opleiding.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleiding voor de voltijd en duale variant niet voldoet aan de

eigen streefcijfers met betrekking tot het propedeuserendement. De voltijdopleiding wijkt in

belangrijke mate af van het streefcijfer en de duale opleiding slechts in geringe mate. Wat

betreft studieduur voldoet de opleiding wel aan de eigen streefnormen. Het hoofdfase

rendement is 98-99%. Het auditteam constateert dat de opleiding beschikt over voldoende

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

45/67

informatie om de rendementen te meten en te analyseren. De opleiding neemt maatregelen

om de uitval terug te dringen, maar heeft, aldus het auditteam, nog niet de juiste remedie

gevonden voor het achterblijvende propedeuserendement van de voltijd. Het auditteam heeft

wel de indruk dat de opleiding relevante maatregelen neemt om het rendement te

verbeteren. Daaronder valt onder andere het besluit om de contacttijd te verhogen, het

aanbieden van ondersteuning bij het behalen van het diploma Stralingsdeskundigheid en de

pre-hbo-cursus natuurkunde.

Conclusie

Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel voldoende.

Samenvattend oordeel Resultaten

Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Resultaten’ voldoende.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

46/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

47/67

3 Bijlagen

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

48/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

49/67

Bijlage 1: Deskundigheden panelleden

Opleiding Medisch beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken, Fontys Hogescholen

Deskundigheid conform Protocol VBI’s

Panelli

d:

Mevro

uw

dr.

H.A

.P. W

olfhagen

Panelli

d:

De h

eer

M.J

.M. van d

er

Oudera

a

Panelli

d s

tudent:

De h

eer

P.H

.M.J

.A. C

ham

bill

e

Panelli

d N

QA

:

De h

eer

drs

. in

g. A

.G.M

. H

orr

evort

s

Panelli

d N

QA

:

Mevro

uw

C.A

.J. W

itsenboer

Relevante werkvelddeskundigheid

X X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen

X X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding

X X

Onderwijsdeskundigheid

X X X X

Studentgebonden deskundigheid

X

Visitatiedeskundigheid

X X X X X

Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:

Mevrouw dr. H.A.P. Wolfhagen

Mevrouw Wolfhagen is ingezet vanwege haar onderwijsdeskundigheid. Zij is momenteel

adjunctdirecteur van het Onderwijsinstituut Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML) aan

de Universiteit Maastricht. Mevrouw Wolfhagen heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de

accreditatiesystematiek, zij is voorzitter geweest van diverse visitatiecommissies voor

gezondheidszorgopleidingen. Voor deze visitatie heeft mevrouw Wolfhagen onze handleiding voor

auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is zij aanvullend geïnstrueerd over

het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1977 Diploma Volledig bevoegd Onderwijzeres Basisonderwijs Pedagogische Academie

Dr. van Gils te Roermond

1983 Doctoraal examen Interdisciplinaire Onderwijskunde Katholieke Universiteit Nijmegen

1986 MO-B pedagogiek Katholieke Leergangen Tilburg

1993 Doctoraat, Rijksuniversiteit Limburg

Titel proefschrift: kwaliteit van klinisch onderwijs

2007 Bachelor Examen Nederlands Recht Universiteit Maastricht

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

50/67

Werkervaring:

1983 – 1988 Wetenschappelijk medewerker Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem

1988 – heden Wetenschappelijk medewerker capgroep Onderwijsontwikkeling en research FHML.

Universiteit Maastricht (sedert 1996: Universitair Hoofddocent)

NB. Sedert 2006 Adjunct-directeur Onderwijsinstituut FHML met de portefeuille

kwaliteitszorg

Diversen:

1992 – 1994 Bestuurslid Basiseducatie Gemeente Maastricht

1997 – 2006 Bestuurslid Don Boscoschool Maastricht (school voor Speciaal Onderwijs)

1999 – 2001 Bestuurslid en secretaris Plaatselijk Bestuur Maastricht voor Voortgezet Onderwijs

2001 – 2003 Bestuurslid overkoepelend bestuur Voortgezet Onderwijs Maastricht (Vorming). Actief

in het verzorgen van de verdere professionalisering van onderwijsgevenden.

2005 – 2007 Lid van visitatiecommissie 5 Vlaamse lerarenopleidingen secundair onderwijs

2006 – heden Lid van de Raad van Toezicht ‘Stichting Leerlingzorg Op-maat’ (scholen voor primair

en voortgezet speciaal onderwijs)

De heer M.J.M. van der Ouderaa

De heer Van der Ouderaa is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van

radiotherapeutische technieken. De heer Van der Ouderaa heeft auditdeskundigheid vanuit de interne

ISO-audit en als visiteur van de Nederlandse Vereniging Medische Beeldvorming & Radiotherapie.

Bovendien heeft de heer Van der Ouderaa onderwijservaring als gastdocent BMRT. Voor deze

visitatie heeft de heer Van der Ouderaa onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een

voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie

in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1971 – 1977 VWO-B

1977 - 1981 Fysiotherapie

1988 – 1991 In service opleiding radiotherapeutisch laborant

1992 Opleiding middenkadermanagement voor ziekenhuizen

1995 Opleiding tot intern procesbegeleider (coachen kwaliteitscirkels) via CBO

1998 – 2001 Post HBO Bedrijfskunde

2001-2002 Module selectie & werving

Module ziekteverzuim

Module Jaargesprekken

2003 MD-programma: Leidinggeven vanuit persoonlijke kracht

Werkervaring

1982 – 1989 Fysiotherapie: o.a. Lucasziekenhuis Amsterdam, Cure NV Curaçao N.A.

1989 – 1999 Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis afdeling Radiotherapie als radiotherapeutisch

laborant en de laatste 5 jaar als kwaliteitsmedewerker op de afdeling Radiotherapie.

1996 – 1999 Lid Ondernemingsraad Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis: in dat kader ervaring als

lid van de financiële commissie, commissie reorganisatie, nieuwbouw commissie,

commissie personeelszaken en reorganisatie facilitaire dienst

1999 – heden Hoofdlaborant afdeling Radiotherapie AMC

1999 – heden Lid commissie kwaliteit NVMBR

Sinds 2002 voorzitter

1999 Lid werkgroep certificeringsschema radiotherapie HKZ namens de NVMBR

2000 – 2002 Gastdocent Hogeschool Haarlem post HBO module Kwaliteit

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

51/67

De heer P.H.M.J.A. Chambille

De heer Chambille is ingezet als student panellid. Hij is recent afgestudeerd aan de Hogeschool Zuyd,

opleiding Biometrie. Tijdens zijn studie was de heer Chambille klassenvertegenwoordiger en hield hij

zich tevens bezig met het organiseren van open dagen voor de opleiding. Daarnaast was hij secretaris

van de Faculteitsmedezeggenschapsraad van de Faculteit Gezondheid en Techniek en deelnemer

aan het Honours Programma van Hogeschool Zuyd. Hij beschikt over studentgebonden

deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de

kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Chambille individueel

geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze

van NQA.

Opleiding:

1989 – 1995 Havo

1995 – 1997 hbo Technische Natuurkunde

1997 – 2000 mbo Motorvoertuigentechniek

2000 – 2005 hbo Elektrotechniek

2005 – 06/’09 hbo Biometrie

Werkervaring:

1995 – 2008 Horecamedewerker Hotel Walram

2007 – 2009 Stage/afstuderen Cardio-thoracale Chirurgie, Maastricht University

2009 – heden Medewerker Cardio-thoracale Chirurgie, Maastricht University

De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts

De heer Horrevorts is ingezet als panellid NQA. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange

visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij INK en Lloyd’s Register. Door zijn ervaring heeft de heer

Horrevorts tevens deskundigheid in de beoordeling van afstandsonderwijs. In 2000 volgde hij de

postgraduate course ‘Institutional Management and Change in Higher Education’ aan het Centre for

Higher Education Policy Studies (CHEPS), Universiteit Twente en Open University, Engeland.

Opleiding:

De heer Horrevorts studeerde Metaalkunde aan de HTS te Utrecht en Sociale Geografie aan de Vrije

Universiteit te Amsterdam.

Werkervaring:

Na de studie HTS werkzaam als ontwikkelingswerker / leraar in het technisch beroepsonderwijs op de

Filippijnen.

Van 1985 tot 1992 werkzaam als projectleider ‘ontwikkelingseducatie’ in een project van de stichting

Tool, HBO-raad en Nuffic. Ontwikkelen van educatief materiaal in samenwerking met HTS-en. Thema:

Techniek en samenleving / internationalisering / ontwikkelingssamenwerking.

Van 1993 tot 2000 was de heer Horrevorts werkzaam bij de Nuffic als programmamedewerker hoger

(beroeps)onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hij beheerde onderwijsprojecten aan

universiteiten in de Filippijnen, India en Bangladesh.

Van 2000 tot 2003 was hij werkzaam bij de HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg. Hij was secretaris van

diverse visitatiecommissies: CMV, SJD, Technische Natuurkunde, Voortgezette opleiding Theater,

Tuinbouw en Akkerbouw en de visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep.

De heer Horrevorts is sinds januari 2004 auditor bij de Netherlands Quality Agency (de

verzelfstandigde afdeling Kwaliteitszorg van de HBO-raad).

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

52/67

Mevrouw C.A.J. Witsenboer

Mevrouw Witsenboer is ingezet als NQA-auditor en heeft ervaring in meerdere visitaties. Zij heeft de

opleiding Journalistiek, richting geschreven pers en de Pedagogische Academie voor Basisonderwijs

afgerond. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en is verder ingewerkt

in de werkwijze van NQA. Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw Witsenboer kennis van

organisatorische, didactische en onderwijskundige processen.

Opleiding:

2005 – 2007 Pedagogische Academie voor Basisonderwijs, 2-jarige deeltijdopleiding, Saxion

Hogescholen te Deventer

2000 – 2004 Opleiding Journalistiek, richting Geschreven Pers, Chr. Hogeschool Windesheim te

Zwolle

Werkervaring:

2004 – 2006 Redacteur/freelance journalist voor diverse media

2005 – 2009 Leerkracht basisonderwijs

2009 – heden Freelance journalist voor een regionale krant en andere media

2009 – heden Junior-auditor, Netherlands Quality Agency

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

53/67

Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

54/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

55/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

56/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

57/67

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

58/67

Bijlage 3 Bezoekprogramma

25 maart 2010, hbo-bacheloropleiding MBRT, Fontys Paramedische Hogeschool

09.00 – 11.00 uur Ontvangst panelleden (lokaal 0.222) en bestudering materialen.

- dr. H.A.P. Wolfhagen - M.J.M. van der Ouderaa - P.H.M.J.A. Chambille - drs.ing. A.G.M. Horrevorts - C.A.J. Witsenboer

11.00 – 11.45 uur Gesprek met opleidingsmanagement

- dr. M.L.L. Weymans, directeur Fontys Paramedische Hogeschool - H.M.C. v.d. Heijden, coördinator Onderwijsontwikkeling MBRT - F.T.L.M. van Welie, teamleider MBRT

11.45 - 12.30 uur Gesprek met studenten

- Lion Stammen 1e jaar voltijd - Veerle van Bommel 1e jaar voltijd - Lotte van Daal 2e jaar voltijd - Sofie Kampshof 2e jaar voltijd - Janneke Scheele 2e jaar voltijd en OC - Marjolijn Evers 3e jaar duaal en OC - Karin Terhaag 3e jaar voltijd - Daan v.d. Velden 3e jaar voltijd en OC - Gideon Aarts 4e jaar voltijd - Aniek van Nunen 4e jaar duaal - Max Verstijnen 4e jaar voltijd

12.30 – 13.15 uur Besloten werklunch

13.15 – 14.00 uur Gesprek met docenten

- L.P.J.J. Baken, Afgevaardigde instituutsmedezeggenschapsraad - M.M. de Boer-Pieters, Toetscommissie, projectleider audit

stageafdelingen - J.C.M. van Hedel, Coördinator buitenschoolse fase - M.A.M. van Helvert, Coördinator afstuderen en lid examencommissie - J. W. Hensen, Stralingsdeskundigheid en coördinator

propedeutische fase - M.A.M Huvenaars, Coördinator postpropedeutische fase - R.R.G. v.d. Kolk, Coördinator minor ART en lid opleidingscommissie - drs. M.H.A.M. Schouten, Inter-persoonlijke vaardigheden en

studieloopbaanbegeleider - M.M.A.C. Weberink, Contactpersoon studieloopbaanbegeleiding - drs. B.H.M. Wijnands, Medische vakken en lid opleidingscommissie

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

59/67

14.00 – 14.30 uur Gesprek met lector - prof. dr. L. Peeraer Fontys Paramedische Hogeschool /

Lectoraat Health Care & Technology for Quality of Life 14.30 – 15.15 uur Gesprek met werkveld en afgestudeerden

- Jeanne van Beijnen- van Dongen, Afdelingshoofd Radiologie en lid van Raad van Advies

- Puck Borsboom, Medisch Nucleair werker en Praktijkbegeleider Afgestudeerd juli 2007

- Wilma Bos, Praktijkcoördinator Radiotherapie - Wim Dankaart, Teamleider afd. Nucleaire Geneeskunde - -Sandra Dijks, Opleidingfunctionaris Radiologie - Henri van Heugten, Afgestudeerd juli 2009 - Mandy Pennings, Afgestudeerd juli 2008 - Rianne de Putter, Praktijkopleider Radiologie - Harm de Vries, Paramedisch Afdelingshoofd Radiologie en lid van

Raad van Advies 15.15 – 17.00 uur Rondleiding en intern paneloverleg 17.00 – 17.30 uur Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding

- H.M.C. v.d. Heijden, Coördinator Onderwijsontwikkeling MBRT - F.T.L.M. van Welie, Teamleider MBRT - dr. M.L.L. Weymans, Directeur Fontys Paramedische Hogeschool

17.30 – 18.00 uur Afsluitend paneloverleg

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

60/67

Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal

1. Missie Fontys Paramedische Hogeschool

2. Lectoraat Fontys Paramedische Hogeschool

3. Fontys Handleiding voor kwaliteitszorg

4. Onderzoekskalender Fontys Paramedische Hogeschool

5. Beroepsprofiel Radiotherapeutisch Laborant (NVRL, juni 2000)

6. Beroepsprofiel Radiodiagnostisch Laborant (NVRL, juni 2000)

7. Beroepsprofiel Medisch Nucleair Werker (VANG, 1988)

8. Deskundigheidsomschrijving Echografist (NVRL)

9. Opleidingsprofiel hbo-bachelor MBRT, voorjaar 2006

10. Beroepsprofiel Medisch Beeldvormings- en Bestralingdeskundige (MBB’er), maart 2009

11. Opleidingsprofiel hbo-bachelor MBRT, november 2009

12. Startbekwaamhedenonderzoek 2009

13. Notulen HEG-overleg (landelijk overleg studierichtingsleiders)

14. Competenties in beeld, april 2000

15. Competenties doorgelicht (2003)

16. De MBRT-competenties geoperationaliseerd (2003)

17. Competentiekaarten Fontys hbo-bacheloropleiding (2008)

18. Documenten beoordeling duale opleiding

19. Notulen Stuurgroep Duale opleiding

20. Notulen Praktijkbegeleidersoverleg Duaal

21. Toestemming minor binnen de duale opleiding

22. Overzicht van de minor Advanced Radiologic Technology

23. Diverse soorten onderwijstaken

24. Boekenlijsten 2009-2010

25. Diverse studiematerialen

26. Stage-informatie Postpropedeutische fase

27. Handleiding stage duale opleiding

28. Documenten audit stageafdelingen

29. Aanbod post-hbo 2010

30. Fontys Studentenenquête 2006

31. Student Tevredenheidsonderzoek 2009

32. Stage-evaluatie 2009

33. Afstudeerevaluatie 2009

34. Periode-evaluaties 2009

35. Evaluatie minor ART 2009

36. Studie-inleidingen N@tschool met CPL-schema’s

37. Competentiekaarten opleiding MBRT

38. Rekenmodel en richtlijnen contacttijd en studielast

39. Studievoortgangsindicaties

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

61/67

40. Exitonderzoek

41. Vooropleidingseisen / voorlichtingsbrochure opleiding MBRT

42. Onderwijs- en examenregeling 2009-2010

43. Toelatingsonderzoek: differentiële aanlegtest (DAT)

44. Criteria DAT (artikel 6 OER)

45. Diverse materialen studieloopbaanbegeleiding

46. Informatie Decanenkring West-Brabant

47. Opleidingscompetentiematrices

48. Didactisch Onderwijsmodel FPH

49. Practicumpakket duplex-doppler

50. Voorbeeld taken propedeutische fase

51. Spoorboekjes

52. Studenthandleiding afstudeerproject

53. Overzicht logische bewijslast

54. Overzicht betrouwbaarheid IKT’s

55. Toetsbeleid Fontys Paramedische Hogeschool

56. Toetsplan opleiding MBRT

57. KwaliteitsActieRapporten

58. Personeelsplan 2009-2012 FPH

59. Notulen MBRT-raad

60. Notulen werkoverleg

61. Medewerker Tevredenheidsonderzoek 2009

62. Protocol nieuwe medewerker

63. Huisvestingsbeleidsplan Fontys Hogescholen

64. Studieloopbaanbegeleiding Fontys Paramedisch Hogeschool

65. Convenant ‘Studeren met een handicap’

66. MACON / MARAP

67. Kwaliteitshandboek Opleiding MBRT

68. Onderzoekskalender MBRT

69. Kwaliteitshandboek Fontys Paramedische Hogeschool

70. Meta-analyse KAR-ren 2008-2009

71. Eisen aan roosters Paramedisch: notulen IMR

72. Notulen vergaderingen toetscommissie, SLB-overleg en overleg PR-beleid

73. Procedure omgaan met opmerkingen, vragen en ideeën

74. Module Medische beeldvorming

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

62/67

Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties

Volgens de website van de HBO-raad (www.hbo-raad.nl) zijn geen domeinspecifieke

competenties voor deze opleiding geformuleerd.

Opleidingscompetenties MBRT 2009 1. Patiëntgericht verlenen van zorg Competentie

De MBRT-bachelor:

• houdt vanuit het oogpunt van de patiënt1 rekening met de

medisch technische en psychosociale aspecten van het

onderzoek of behandeling bij de uitvoering hiervan.

• Houdt het evenwicht tussen medisch technische en

psychosociale aspecten van het onderzoek of behandeling bij de

uitvoering hiervan optimaal.

• informeert, stimuleert, adviseert en begeleidt de patiënt voor,

tijdens en na het onderzoek en/of behandeling.

• bouwt een effectieve onderzoeks- of behandelrelatie met de

patiënt op.

• verleent op de patiënt afgestemde noodzakelijke

(verpleegkundige) zorg en nazorg bij onderzoek en/of

behandeling.

• verantwoordt zijn handelen naar de patiënt.

• benadert en behandelt de patiënt met respect.

• houdt de regie bij het verlenen van zorg en zorgt voor een

correcte overdracht.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

• Communicatie

Kernkwalificaties HBO-bachelor

• Brede professionalisering

• (multidisciplinaire) integratie

• Methodisch en reflectief denken en handelen

• Sociaal communicatieve bekwaamheid

1 Daar waar patiënt staat, worden ook diens begeleiders bedoeld.

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

63/67

2. Methodisch en beroepsmatig handelen Competentie

De MBRT-bachelor:

• kiest op grond van (eigen) analyse van een vraagstelling en/of

indicatie beargumenteerd een passende onderzoeksaanpak of

behandeling, verantwoordt deze en adviseert hierover.

• bereidt zelfstandig, methodisch en evidence-based medisch

beeldvormende onderzoeken of behandelingen (met ioniserende

straling, kernspinresonantie of ultrageluid) voor, voert deze uit,

bewerkt verkregen beelden, analyseert en beoordeelt deze op

kwaliteit, rond het onderzoek of behandeling af en rapporteert

hierover.

• past beeldvormende technieken toe tijdens onderzoeken,

behandelingen en interventies uitgevoerd door medisch

specialisten.

• administreert en archiveert patiëntgegevens, onderzoek- en

behandelgegevens.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

• Oordeelsvorming

• Communicatie

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• (multidisciplinaire) integratie

• Wetenschappelijke toepassing

• Transfer en brede inzetbaarheid

• Creativiteit en complexiteit in handelen

• Probleemgericht werken

• Methodisch en reflectief denken en handelen

• Sociaal communicatieve bekwaamheid

3. Veilig en preventief handelen Competentie

De MBRT-bachelor:

• werkt veilig bij het uitvoeren van medische beeldvormende

onderzoeken en behandelingen met ioniserende straling en

kernspinresonantie en houdt hierbij rekening met geldende

veiligheidsnormen, richtlijnen en voorschriften.

• heeft de regie bij het creëren en garanderen van maximale

veiligheid voor de patiënt, zichzelf en anderen bij medisch

beeldvormende onderzoeken en behandelingen met ioniserende

straling en kernspinresonantie en kan het ALARA-principe hierbij

waarborgen.

• reageert adequaat op contra-indicaties, complicaties en

calamiteiten.

• werkt hygiënisch en preventiegericht en draagt bij aan

voorkoming van ziektes en ziek zijn.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

• Oordeelsvorming

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• Transfer en brede inzetbaarheid

• Creativiteit en complexiteit in handelen

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

64/67

4. Organiseren en beheren van de uitvoeringssituatie Competentie

De MBRT-bachelor:

• organiseert zijn werkzaamheden doeltreffend en doelmatig.

• vervult een regiefunctie door het uitvoeren van beheer- en

coördinatietaken:

• zet onderzoeks- en behandelcycli uit in de tijd en houdt hierbij

rekening met prioriteiten, beschikbare personele en materiële

mogelijkheden.

• coördineert de inzet van ruimten, apparatuur, materialen en

middelen ten behoeve van een onderzoek en/of behandeling.

• beheert het gebruik en verbruik van middelen en materialen

zodanig dat het inzicht in verbruik, toepassing en

beschikbaarheid van de nog aanwezige middelen en materialen

gewaarborgd blijft.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• Transfer en brede inzetbaarheid

• Basiskwalificering voor managementfuncties

5. Communiceren en instrueren Competentie

De MBRT-bachelor:

• communiceert (mondeling en schriftelijk) en participeert in een

multidisciplinaire, multiculturele en/of internationale omgeving

over beroepsgerelateerde zaken.

• communiceert met, adviseert en instrueert andere

beroepsbeoefenaren over beroepsgerelateerde aspecten en

maakt adequate ketenzorg mogelijk.

• instrueert medewerkers en draagt bij aan hun

deskundigheidsbevordering.

• geeft op de doelgroep afgestemde informatie en voorlichting aan

derden.

• beschrijft feitelijk juist, begrijpelijk en toegankelijk nieuwe

ontwikkelingen of innovaties over beroepsgerelateerde aspecten

in een nationale of internationale context.

Dublin-descriptoren • Communicatie

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Transfer en brede inzetbaarheid

• Sociaal communicatieve bekwaamheid

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

65/67

6. Werken aan en binnen beleid Competentie

De MBRT-bachelor:

• handelt vanuit een kritisch reflectieve houding en houdt rekening

met de beroepscode, gedragsregels, voorbehouden handelingen

en door de wet gestelde kaders.

• participeert in een arbeidsomgeving.

• levert een bijdrage aan het optimaliseren van beleid van een

afdeling door:

o het signaleren en aan de orde stellen van relevante

maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en deze

vertalen naar beleidsvoornemens op afdelingsniveau.

o het signaleren van knelpunten en het suggereren van

mogelijke oplossingen.

o een bijdrage te leveren aan het optimaliseren van het

operationele beleid van een afdeling.

• voert eenvoudige leidinggevende- en managementtaken of delen

hiervan uit.

• integreert - met behoud van de eigen professionele

verantwoordelijkheid en rechtspositie - het operationele beleid

van een instelling of afdeling in het handelen.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

• Oordeelsvorming

• Communicatie

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• Creativiteit en complexiteit in handelen

• Probleemgericht werken

• Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid

• Basiskwalificering voor managementfuncties

7. Samenwerken Competentie

De MBRT-bachelor:

• functioneert zowel zelfstandig als in teamverband in een

arbeidsorganisatie.

• heeft een passende en beargumenteerde inbreng binnen een

multidisciplinair team.

• draagt bij aan effectieve interdisciplinaire, multiculturele en/of

internationale samenwerking en ketenzorg.

• stemt zijn professioneel handelen binnen de grenzen van zijn

deskundigheid en bekwaamheid functioneel af op dat van andere

leden van het multidisciplinaire team.

• integreert instructies en/of aanwijzingen van medewerkers van

eigen of andere afdelingen in het eigen handelen.

• draagt bij aan teamontwikkeling en conflictoplossing.

Dublin-descriptoren • Communicatie

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• (multidisciplinaire) integratie

• Transfer en brede inzetbaarheid

• Sociaal communicatieve bekwaamheid

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

66/67

8. Onderzoeken Competentie

De MBRT-bachelor:

• past beschikbare relevante nationale en internationale

(wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en

onderzoeksresultaten toe bij vraagstukken waar MBB’ers in de

beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden.

• maakt bij het nemen van beslissingen over zorg aan (individuele)

patiënten gebruik van relevante nationale en internationale

(wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en

onderzoeksresultaten en integreert deze werkwijzen in het eigen

professioneel handelen (evidence-based practice)

• verricht zelfstandig of in samenwerking met collegae toegepast

- kortlopend en praktijkgericht - onderzoek om de kwaliteit van

zorg te verbeteren.

• neemt deel aan toegepast onderzoek voor de verdere

ontwikkeling van de beroepsuitoefening en de wetenschappelijke

fundering ervan.

• presenteert en publiceert resultaten van toegepast onderzoek.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

• Oordeelsvorming

• Communicatie

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• (multidisciplinaire) integratie

• Wetenschappelijke toepassing

• Transfer en brede inzetbaarheid

• Sociaal communicatieve bekwaamheid

• Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid

9. Werken aan kwaliteitszorg en innovatie Competentie

De MBRT-bachelor:

• draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling en profilering van het

beroep door middel van het initiëren en implementeren van

kwaliteitszorg en innovatieprocessen.

• levert in een multidisciplinair samenwerkingsverband een

bijdrage aan evaluatie, verbetering en borging van de kwaliteit

van de beroepsuitoefening.

• signaleert nieuwe ontwikkelingen en implementeert nieuwe

richtlijnen in de beroepsuitoefening.

Dublin-descriptoren • Kennis en inzicht

• Toepassen van kennis en inzicht

• Oordeelsvorming

• Communicatie

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• (multidisciplinaire) integratie

• Wetenschappelijke toepassing

• Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid

© NQA - Fontys Paramedische Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken

67/67

10. Leren, evaleren en vormgeven van de eigen

beroepsuitoefening en van het beroep

Competentie

• De MBRT-bachelor:

• vervult een actieve rol in het bevorderen van zijn

beroepsbewustzijn en het ontwikkelen van zijn (opleidings- of

beroeps)competenties.

• evalueert door middel van toetsing en reflectie zijn eigen

handelen.

• managet zijn eigen loopbaan(ontwikkeling) als professional.

• vertaalt vanuit een actief lerende houding trends en

ontwikkelingen in de beroepsuitoefening (nationaal en

internationaal) naar de eigen beroepsuitoefening.

• evalueert binnen een multidisciplinair team de organisatorische,

inhoudelijke en methodische aspecten van de

beroepsuitoefening.

• vertaalt, in situaties waar sprake is van intercollegiale toetsing,

gegeven en ontvangen feedback naar haalbare en realistische

verbeteractiviteiten.

• bevordert de deskundigheid van collegae en de beroepsgroep.

Dublin-descriptoren • Oordeelsvorming

• Leervaardigheden

Kernkwalificaties

HBO-bachelor • Brede professionalisering

• (multidisciplinaire) integratie

• Wetenschappelijke toepassing

• Transfer en brede inzetbaarheid

• Creativiteit en complexiteit in handelen

• Probleemgericht werken

• Methodisch en reflectief denken en handelen

• Sociaal communicatieve bekwaamheid

• Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid

• Basiskwalificering voor managementfuncties