ermans or - dbnl · 2010-01-21 · near londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij...

304
ERMANS or F E t r ix :1 , t . LYYd

Upload: others

Post on 07-Jul-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ERMANS

orF E tr ix

:1, t . LYYd

Page 2: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

DE MOORD IN DEN TREIN.

Page 3: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

DE MOORD

IN DEN TREINSPEURDERSROMAN

DOOR

HERMAN HEIJERMANS

TWEEDE DRUK

SCHELTENS 6 GILTAYAMSTERDAM.

Page 4: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Daar het Herman Heijermans niet vergund was, dit, zijn laatstewerk, geheet to voltooien, heeft, op verzoek der familie, de bekendeschrijver A. M. de Jong de laatste hoo folstukken, geheel volgensde aanwijzigingen en het nagelaten schema van Herman Heijermans,voltooid.

Page 5: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

I.

„Want wederspannigheid is eenesonde der tooverij, en wederstreven isafgoderij en beeldendienet"

Samuel XV : 22.

Op een meer dan somberen namiddag, zoo zwaar-bewolkt, zoo log van onweersdreiging, dat in meer-dere woningen 't licht al achter de venstergordijnenbrandde, was 'n verkouden auteur met z'n voetenin 'n teil lekker-warm water in slaap gedoezeld — zatde multi-millionair met 'n sigaret tusschen de vleezigelippen — stak de hotelrat 'n to zwaargestopte, der-halve onwillige pijp op.

Deze drie menschen hadden niet dan 't algemeen-mer.schelijke, en dan nog uiterst gevarieerd, met el-kaar gemeen.

Zij kenden elkander niet.De auteur bewoonde eene kamer met slaapkamer,

in eene klein-burgerlijke, doch zeer fatsoenlijke buurt— de bankier had a.m. eene vorstelijk-ingerichte wa-ning achter het Rijksmuseum — de hotelrat zwierfdan hier, dan daar, had 't laatst onderdak in 'n yolks-logement genoten, leefde nu taktvol teruggetrokkenbij een boezemvriend in een aan een kade gemeerdewoonschuit.

5

Page 6: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Het is 'n aardig stel”, dacht Satan, en klopteaan.

„Binnen", zei de auteur: „kijk asjeblief niet ronden let niet op m'n toilet. Ik ben verkouden, moet van-avond op reis, en omdat 'n mensch nooit weet wat'm boven 't hoofd hangt, 'k den heelen dag op m'ntandvleesch door modderkluiten rondgebaggerd heb,reinig ik mijne voeten, gelijk ik mijn ziel, die in op-stand tegen de menschheid, die me letterlijk laat stik-ken, zou willen reinigen..."

„We zullen nog veel aan mekaar hebben", glim-lachte Satan.

„Entrez !", riep de bankier: „en steek 'n sigaret op.Ik blaas 'n oogenblik van m'n eindelooze conferentiesuit. Je eet tenslotte niet meer: je drijft op je zenuwenen verslindt de eene doos sigaretten na de andere. Ikmoet vanavond op reis met een van m'n vrienden enmet m'n secretaris. We vervoeren 'n kapitaal vanhaast niet te taxeeren waarde in twee hand-tasschen, maar we zijn met z'n driedn en gewa-pend..."

„Ik zal 'n oogje in 't zeil houen", glimlachte Satan.„Wat mot dat?", schrikte de hotelrat, en de mee-

schrikkende pup strooide vonken tusschen de nadenvan 't woonschuite-plankier : „ik hou niet van jouwmethode, om stiekem an boord to kommen. Ik doe nog'n paar trekkies voor me valies to pakken. Ik moetvanavond op reis, zeer noodzakelijk, want 'k ben van-nacht ook niet op m'n bed geweest. M'n collega enik waren op stap, maar 't was niks gedaan. 'r Was teveel opdringerig onraad bij den weg — ik werk 'tliefst in internationale hotels en internationale trei-nen... Snuffel niet rond met je neus... Da's de ge-zonde lucht van chloroform... Daar bereik 'k meermee dan met 'n luidruchtige browning, ofschoon jedie in gevallen van f or c e m a j e u r e niet mag uit-schakelen... Ook 'n pijp?"

„Merci, we ontmoeten elkander strakjes vanzelf",glimlachte Satan opnieuw.

6

Page 7: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Driemaal had-ie op dezelfde manier geglimlacht.Het was ongetwijfeld 'n aardig stel.De auteur, A. De bankier, B. De hotelrat, C.En op den rand van zijn manchet teekende-ie met

vlotte potloodstrepen 'n :

/AB \C

7

Page 8: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

II.

WAARIN IETS NADERS OVER DEN MULTI-MILLIONAIR ARTHUR RONDEEL.

De schitterende reisauto van den heer ArthurRondeel, hoofdfirmant van de International eB a n k, wachtte voor de betraliede vensters van hetBankgebouw op de Keizersgracht. Ware het voorjaarof zomer geweest, en de tijdsomstandigheden minderdrukkend, dan zou de heer Rondeel 't vermoedelijkbestaan hebben met den luxe-wagen direct door terijden, zonder van den trein naar Parijs gebruik temaken — 'r waren wel tochten van langeren adem,tot in 't hartje van Hongarije gemaakt.

Nu was de zaak niet alleen van urgenten aard,moest de dringende aangelegenheid, die men niet zoodiscreet had kunnen behandelen, of 'r was op deBeurs iets — wel niet 't ware, maar dan toch i e t svan uitgelekt, en dat natuurlijk met de gevolgen van'n reactie in de Aandeelen en Preferente Aandeelenvan de International e, die in de laatste jarentoch al beneden p a r i, met 'n winstuitkeering vanacht procent en 'n reserve van 30 procent van hetmaatschappelijk kapitaal, waren geraakt — moestde dringende aangelegenheid binnen een paar dagenmet de vertegenwoordigers der regeering in 't reinezijn gebracht, doch diende de heer Arthur Rondeelevenzeer uiterlijk Donderdag terug te zijn, om bij dehuwelijks-inzegening van z'n eenige dochter Clotilde,'t meest-verrassende en luxurieuze feest mee te ma.ken, dat nog ooit in particulieren kringen gevierd wasgeworden. Het was 'n programma van drie dagen :Dinsdag, Woensdag, Donderdag — Dinsdag een tochtop een der tijdelijk-opgelegde passagiersschepen vande Zeevaart-onderneming, waarvan de heer Rondeelpresident-commissaris was —Woendag diner met balen vol orkest op 't magistrale buiten in Aerdenhout —Donderdag dejeuner-dinatoire in 't Paviljoen van

8

Page 9: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

't Vondelpark, receptie achter het Rijksmuseum enspeciale voorstelling in den Stadsschouwburg.

't Zouden dagen en nachten vol surprises worden,en niet voor de grootste wereld-transactie zou de heerRondeel, sinds tien jaar weduwnaar, dat festijn in densteek hebben gelaten.

In 't Prive-kantoor van de Directie was 't 'n zenuw-achtig jachten, om alles voor 't vertrek te regelen.

't Had 'r meer gekoortst. Eens, bij een dier Beurs.periodes, met moeilijk-onderdrukte paniek-stemmin-gen, was de heer Rondeel op een dag heen en weernear Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend— hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoogop 'n balkon stond, of boven te groote diepte omlaagkeek — en op dien dag, had 't in de kamer, met 'rmahoniehouten lambrizeering, 'r verfijning van mo-derne-luxe meubelen, 'r kristallen luchters en plafon-niers, letterlijk gestormd. De procuratiehouders, diewel niet elle finesses van den Generalen Staf en vande bewegingen en g r o s kenden, raamden de matigewinst van dien dag op 'n paar millioen, in Hollandschevaluta — de heer Arthur Rondeel had in privó door-loopend en consequent in kronen, marken en zelfs infrancs a la b a i s se gespeculeerd. Geen der beamb-ten, en 't was langzamerhand 'n klein dorp geworden,herinnerde zich ooit 'n opgewekter, bedrijviger, vroo-lijker stemming in de prive-kantoren, wear bij afwe-zigheid van den heer Rondeel zijn reus-compagnonJones, Engelschman van geboorte, de lakens uitdeel-de, te hebben bijgewoond.

De intercommunale telefoontoestellen, elk met ze-ven lijnen, waren van voor beurstijd tot laat in denavond doorloopend bezet, en 't had draadlooze tele-grammen geregend.

Toch waren 'r vandaag uren geweest, die aan dienhistorischen dag deden denken.

Op den gewonen tijd, na 't openen en distribueerenvan de post, was 'r in de Vergaderzaal bijeenkomstvan de voltallige directie, met onder-directeuren en

9

Page 10: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

procuratie-houders geweest — geen onaangename tij-dingen, geen buitenissigheden, niets verontrustends— en toch onmiddellijk na 't sluiten der dagelijkscheconferentie, 'n instuif van telegrambestellers, 'n slui-ten der dagelijksche conferentie, eindelooze intercom-munale gesprekken, 'n toeteren van de huistelefoons,'n zenuw-gedoe bij de ontvangtoestellen voor draad-looze telefonie, als 'r na den oorlog nauwelijks meergeweest was.

De ouwe reus Jones, anders best-gehumeurd,snauwde, blafte de bedienden, die z'n handteekeningnoodig hadden, of — de jonge Henry Jones, die Don-derdag met Clotilde zou trouwen, zag bleek, had don-ker-bruine vingertoppen van 't sigaretten verslinden,'n manie, die-ie zich tij dens z'n engagement, en niet't minst tijdens de bruidsdagen had afgewend, enwaarin-ie weer ineens scheen teruggevallen — deonder-directeur Cochefort, anders 't toonbeeld vanflegma, door niemand in z'n terughoudendheid te be-naderen, besprong de zwart-marmeren treden van deweelderige wenteltrappen naar de boven-vestibule, of'm vandaag alles te langzaam ging, of 'm iemand opde hielen zat — en daarentegen bewoog zich Kikker,dolle Jan Kikker, de vroolijkst-denkbare secretarisvan de directie, de altij d schaterende ras-turner, diealleen 'n paar dagen uit z'n gewone doen was geweest,toen Clotilde, die-ie brutaal 't hof had gemaakt, metden allerkeurigsten jongen Jones officieel werd ver-loofd, zich zoo tam en afgemeten, of de reis naarParijs, die-ie met den bankier, als vertrouwensman,ging ondernemen — 'n reis, waarop 't heele personeelafgunstig was — 'm voor de maag lag.

Ruim kwart over vijven, leunde de heer ArthurRondeel, waarlijk op van 't gejaag, 't geredeneer ende beslommeringen, 'n oogenblik achterover in z'nclubfauteuil, de zooveelste sigaret tusschen de lippen,en geen sterveling, noch z'n compagnon, noch z'n aan-staande schoonzoon, noch z'n secretaris, zou 'm in diepaar minuten rust hebben durven storen, omdat-ie

10

Page 11: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

eenvoudig maar huiselijk gezegd had: ,,...Tuig, laatme even alleen, voor 'k in den wagen stap. Ik ben 'rvoor niemand !"

Met 't nog jonge gelaat, onder 't bruin-geverfdhaar met de zwaarmoedige tonsuur, 't welverzorgdsnorretje en de Napoleon-sik (de derde Napoleon)leunde de onvermoeibare 'n ondeelbaar oogenblikdoodop achterover — en ondervond den glimlach, denglimlach van den grooten, driesten Zielebederver.

De oogen sluitend, was-ie 'n seconde weg van dewereld, weg uit de koorts van den dag.

Toen ging de huistelefoon, tegen het hooge verbodin, over — hield niet op.

„Wie daar r, zei de Bankier driftig: „'k heb tochgezegd..."

„Ikke", sprak 'n stem.„Wie is ikke?", vroeg de in z'n beetje rust ge-

kwelde, en z'n stem had 'r vinnigste accenten.„Joopie r, lachte de indringer, zeker van z'n zaak,

om zelfs in dit Keizersgrachts-huis, 'n potje to moltenbreken. Als-ie ooit onmisbaar was, was-ie 't vanavond,nu-ie op 't punt stond met z'n ouwen jeugd-vriendArthur 'n snoepreisje naar la ville lumière toondernemen, met de mogelijkheid op 'n buitenkans,als de man, die geen besef van z'n onmetelijke rijk-dommen had, in 'n extra-goeie bui verkeerde.

„Waar hang je uit!", vroeg de Bankier, driekwartontwapend.

Josephus Bok, ex-komiek, nu diecteur van de A 11-R i s k-Verzekeringmaatschappij, Ridder van het Le-gioen van Eer, voor aan den Franschen Staat tijdensden oorlog bewezen diensten, was de eenige, die 'min buien van depressie, door z'n humor en kwinksla-gen, 'n moreel zetje kon geven.

„Ik zit bier in de vergaderzaal in jouw stoel, enpresideer mezelf. 't Is bij half zes, en we moetennog 'n paar boodschappen doen. Wou je eerst nognaar Aerdenhout?..."

„'k Had dolgraag m'n dochter goeiendag gezegd,

11

Page 12: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

maar de Fransche expresse stopt niet in Haarlem.'k Voel 'r alles voor, om hier op ons gemak te dinee-ren, ofschoon... Loop de gang door en kom op m'nkamer. 'k Hou niet van telefoon-gesprekken. De cen-trale heeft ooren..."

Even later stak Josephus Bok, zonder te kloppen,z'n opgewekt snuit, bol en rood, bijna te kerngezondvoor 'n vijftiger, door den deurkier.

„Ga 'r nog even bij zitten", zei Arthur Rondeel:„'k heb alles weggejaagd, om nog 'n paar secondenin m'n eentje te piekeren. 'k Ben 'n tikje down..."

„Uitstekend", troostte de oud-komiek: „als je ietsdown onderneemt, kan 't zelden tegenvallen. Men-schen, die 'r maar een soort stemming op na houden,kan 'k niet luchten... Zijn dat de valiezen met debewuste papieren?"

De gedrongen man in den clubfauteuil knikte ge-preoccupeerd.

„Wear wachten we dan nog op, ouwe jongen?"„Op niets en op alles", philosofeerde de Directeur

van de Internationale Bank: „'k voel meniet lekker. 't Zijn dagen van inspanning geweest,om niet licht te vergeten. Enfin, in Parijs vinden welicht een verzetje..."

„Twee en meer", zei Josephus Bok rustig.Er werd geklopt.„Ja?", riep de Bankier.„Meneer", waarschuwde de secretaris: „ik geloof

dat 't tijd wordt... Dag meneer Bok..."„Dag Kikker. Ook 'n beetje down?"„Ik, nee..."„Laat de bagage dan in den wagen brengen. En

laat den portier op de valiezen letten tot we zelf in-stappen. Of nee, laat 'm hier komen, als ik zooverklaar ben..."

Hij schrikte waarachtig van z'n vermoeid gezichtin den geslepen spiegel, met het mahoniehouten en-kadrement, keerde zich dan onverwacht om, omdatz'n vriend en z'n vertrouwde secretaris meka.ar op

12

Page 13: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zoo'n bijzondere wijze aankeken, dat-ie op 't punt wasuit te vallen. Maar de portier kwam den leeren koffer,met de beste hotel-reclame-etiketten en de reis-neces-saire weghalen, en Cochefort, de flegmatische onder-directeur, moest nog 'n paar speciale volmachten metde speciale handteekening van Arthur Rondeel in ont-vangst nemen, en de ouwe Jones had nog wat te fluis-teren, omdat-ie den altijd lachenden kop van JosephusBok niet vertrouwde, en de jonge Jones kwam op 'tlaatste moment met den credietbrief en den goudenvulpenhouder, dien de aanstaande schoonvader op z'nbureau had laten liggen, aandraven — en toen einde-lijk ging 't haast in optocht de marmeren vestibule,langs de marmeren zuilen, in 't voile licht van 't ban-kierskantoor, in nerveuze bedrijvigheid, door de Hallmet de gesloten loketten, naar de zwaarbronzen deu-ren van 't gebouw.

Arthur Rondeel, nog gedrongener in z'n pels — 'twas zoo guur als in 't hartje van den winter — liepmet den reus Jones de portiersloge voorbij — Jo-sephus Bok vertelde 'n zotternij aan Henry Jones, dienauwelijks luisterde — de secretaris Kikker en deonder-directeur Cochefort droegen de schijnbaar-on-schuldige valiezen met de onberekenbare waarde.

De chauffeur tikte aan — de portier hield 't auto-deurtje zoo wijd mogelijk open — over de verlichteraamhorren keken wat nieuwsgierige bedienden — 'rwerden handdrukken gewisseld — 't vuur van 'n dam-pende sigaret kwiekte in de coup&ruimte — toen gleede geruischlooze wagen de Gracht over en schokteJan Kikker achterover, omdat Josephus Bok 'm inz'n knie kneep, terwijl Arthur Rondeel 't electrischlicht in de auto opknipte.

„We zitten zoo heelemaal te kijk, Arthur", zei deoud-komiek.

„Des te beter", glimlachte de Bankier.Voor 't huis, waar de secretaris z'n kamers had,

stopte de auto 'n paar minuten, omdat Kikker ietsvergeten had, en voor de vrijgezellen-woning van Jo-

13

Page 14: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

sephus Bok, werd nog iets langer gewacht, omdat deDirecteur van 'n A 11-R i s k-Verzekeringmaatschap-pij 'n bagage of 't 'n reis naar Afrika zou worden, uitde donkere gang sleepte, en 'n hevig-gevulden zak metgeweld bij zich wou houden, en niet aan den chauffeurwilde toevertrouwen.

Juist toen ze zoover klaar waren, ging 'r 'n manonder de lantaarn voorbij en groette Bok beleefd.

„Wie was dat?", vroeg Arthur Rondeel.„'n Idioot", zei Josephus spontaan.„Druk je wat duidelijker uit", zei de Bankier, 'n

weinig ongerust.„'n Vent van niks", lachte Josephus Bok : „'n stuk

broodschrijver, dien 'k pas wat heb laten verdienen.De novelle in de laatste A 11-R i s k-brochure, met datgrappig-spannend verhaal van 'n familie op een dagbezocht door Brand, Inbraak, Diefstal, gesprongenWaterleiding, 'n gebroken been van meneer door 'nval van de trappen, 'n auto-botsing van mevrouwenz., enz., was van hem... Verveel ik je, Arthur?"

„Je verveelt me niet", biechtte de Directeur van deInternationale: „maar je zit zoo rustig doorte slaan over dingen, die me absoluut niet interes-seeren, terwijl je weet wat voor krankzinnige moet-lijkheden me wachten... Hebben jullie 'n browningbij je gestoken?"

„Asjeblief", zei de secretaris, naar z'n achterbroek-zak tastend.

„Niet voor den dag halen", waarschuwde de heerRondeel bijtijds : „je vergeet dat we in 'n verlichteauto zitten, en dat elke beweging kan worden ge-zien... En jij, Joop?"

„De mijne werkt schitterend", zei Josephus, en zon-der op de waarschuwing te letten, haalde-ie z'n brow-ning te voorschijn, trok den haan over en bij deschrik-kramp van den bankier, die ineens 'n allerzon-derlingste afweer-houding aannam, bulderde de oud-komiek zoo luidruchtig en zoo zonderling-lang van't lachen, dat-ie 'r paars en blaauw bij werd. Boven

14

Page 15: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de browning was 'n benzine-vlammetje in walmendebranding gesprongen, en 'n keurig schuifje met siga-retten schoof onder dat vlammetje naar den Ban-kier toe.

„Wat ben jij toch 'n krankzinnige haring!", zeiRondeel, nu ook meelachend : „jij jaagt iemand destuipen op z'n lijf..."

„Meer bedoel 'k ook niet", lachte Bok : „Nou!..,Laat me geen uur zitten met dat ding in m'n handen neem 'n sigaret... Steek 'm rustig op... 't Is 'n spe.ciaal merkt, dat je nergens kan krijgen... Geschenkvan m'n broer, die 'r duizend voor me uit Maderaheeft meegebracht..."

„Da's pittig, maar zwaar", taxeerde de Bankier,die 'n kenner was.

Ook de secretaris moest 't vreemde model probee-ren. De blauwe, slierende damp trok om 't wapperendbenzinevlammetje, en ze zouen nog langer met 'npaar gretige haaltjes geexperimenteerd hebben, alsde Bankier niet plotseling op was gestaan, om 't lichtin den wagen uit te schakelen.

„Wat bezielt je ineens?", zei Josephus Bok, bijwijze van reflex eveneens 't benzinevlammetje doo-vend.

„'r Keek 'n kerel met 'n verdacht tronie door deruit naar binnen", zei de bankdirecteur, en in plots-veranderde taktiek — van het eene uiterste in hetandere vervallend, zooals 'm zoo dikwijls gebeurde— liet-ie nu ook 't zijden gordijntje voor 't vensterneer.

„Ik meende ook wat te zien", zei Jan Kikker, dielets scheen te hebben, dat 'm bijzonder hinderde, endie nu eindelijk door den scherpen geur der ongewonesigaretten, wakker begon to worden.

„Wat doet 't 'r toe?", praatte de oud-komiek: „ofje een of meer verdachte tronies in je leven ontmoet...Voorzoover ik menschenkenner ben, heeft iedereen'n verdacht tronie, en misschien wij Brie zeer spe-ciale... Je moet mijn methode 'ns volgen, Arthur, om,

15

Page 16: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

als je 'n illustratie onder je oogen krijgt, den naam,die onder den een of anderen kop van 'n naaste ge-drukt staat, eerst met je hand te bedekken... Raadje dan wie 't is, zonder 't nog te weten, dan meen jetelkens, honderd tegen een, 'n inbreker, 'n giftmenger,'n valsche munter, 'n moordenaar, 'n flesschetrekkerof Arthur, te ontdekken... Dat hangt alles of vanden fotograaf, die van de eerbaarste menschen som-bere landloopers, en van de schunnigste spitsboevendominees of ministers maakt."

„Krankzinnige haring!" lachte Arthur Rondeel,voor 't eerst weer opgewekt.

De chauffeur, die z'n instructies ontvangen had,hield stil voor 'n magazijn van kappers-benoodigdhe-den.Jan Kikker sprong uit de auto, om 'n paar inkoo-pen voor z'n chef te doen. Toen- ie met z'n pakjesuit den winkel terugkeerde, schoot 'n vreemdsoortig,on-Hollandsch type, half heer, half verloopen individuop 't portier toe, om 't beleefd te openen.

„Dank u", zei de secretaris, vlug instappend, maarniet zoo vlug of de gentleman, die zoo uiterst bereid-vaardig geweest was, had 'm iets uit den linker demi-saison-zak gerold.

Het was Jaapje Eekhoorn, intieme vriend vanden Hotelrat Karel Johan Tulp, bij vakgenooten meerbekend als Charles Jean Tullipe.

16

Page 17: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

WAARIN IETS NADERS OVER DEN AUTEURHANS THYSSEN, LID VAN DE VEREENIGING

VAN LETTERKUNDIGEN.

Nadat de auteur naarstiglijk zijn voeten gebaad,mitsgaders zijn teenen met 'n bot nagelschaartje ge-kortwiekt had, zette hij de van zijn hospita in bruik-leen ontvangen teil, met nog zwakjes nadampendwater, in 't verlaten keukentje — de juffrouw kwamals verstelnaaister vanavond niet voor acht uur thuis— en na zich wat thee gezet te hebben, ontbolsterdehij 't broodje met lever en dat met uitgesneden paling,die hij op de pof — 'n pof van dikwijls weken —in de Van Woustraat, alvorens tot de reiniging vande zelden door iemand aanschouwde lichaamsdeelehover te gaan, was wezen inslaan. De kleine kamer,aan den voorkant der straat, rook naar 't zenuwgedoevan een of meerdere poesen, belust op zindelijkheid,doch zonder kattenbak. Dit was evenwel een bedrie-gelijke impressie. Men spreekt van g e z i c h t s-be-drog, heeft voor de vergissing van den neus geenaequivaleerenden term. De zaak was deze, dat HansWillem Adriaan Thyssen, meer bekend als HansThyssen, alvorens de teil met heet water te vullen,meer dan tien minuten met de vetvlekken in z'n jasen z'n vest, en dit met tien cents, c o n t ant betaaldebenzine, gevochten en geworsteld had.

Nu, na de rafels van z'n schoone manchetten, endie van z'n overigens gaven boord, zorgvuldig te heb-ben bijgesneden, en zich met z'n Gillette allerpijnlijkstte hebben geschaafd, zag-ie 'r waarlijk toonbaar, enfrisch van kleur uit, omdat de mishandelde huid, in-derdaad rood-gemasseerd, aan de weldadige inwer-king der buitenlucht deed denken.

Alvorens met z'n diner te beginnen — in 't Spoor-boekje had-ie gecontroleerd dat de Fransche trein 'nSlaaprijtuig en 'n Restauratiewagen bevatte: maat-

17

Moord in de trein. 2

Page 18: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

schappelijke droom-verschijnselen, die-ie vermoede-lijk nooit praktisch zou leeren kennen — lei-ie nog delaatste hand aan z'n toilet, door uit 't P r e d i k-b e u r t e n b 1 a d van z'n hospita, 'n paar nieuwe pa-pieren zolen voor z'n lekke schoenen te knippen.

't Hielp voortreffelijk, hield je voeten droog en jegeest op peil. Terwijl-ie z'n broodjes met overdaadvan thee gebruikte, las-ie de voordracht, die-ie dienavond, kwart voor tien in Dordrecht zou houden —'t eerste deel van den avond droeg 'n bekend cabaret-zanger voor — nog eens door, voorzichtig happend ensoppend, om weer niet opnieuw met benzine te moe-ten beginnen 't Was de omgewerkte, humoristischegeschiedenis van 'n familie, die met alles op een dagPech had, 'n geschiedenis, die-ie voor 'n Verzekering-maatschappij, op vereerend verlangen, geschrevenhad, en die 'r bij de Nutsdepartementen, die voortref-felijke, geestelijke waar importeerden, als koek in-ging.

Klaar met z'n diner, en met 'n eenigszins raar ge-voel in z'n maag, omdat de paling in dezen agregaats-toestand minder met de hoeveelheden zoete thee har-monieerde, stak-ie, hoestend en z'n neus snuitend, 'npulp op.

De kille vroeg-avond omtriestigde 'm. Daar zat-ienou in z'n sjofele kamer bij z'n boeken, de reeks boe-ken, die-ie z elf geschreven had, en nou was-ie weerin den behagelijken kringloop van 't Leven, in 'nperiode van nog niet eens behoorlijk warm eten, ge..trapt. Welke andere misdaad had-ie begaan danfijntjes-rustig z'n fantasieen te willen uitleven? Jekon je koninklijk-trotsch voelen, maar daar had jeomgeving lak an. Nou hinkte je voort als 'n armeedelman, die zich als Jockey verhuurde of per duizendgeschreven adressen betaald werd.

Binnen de wanden van je kamer voelde je jenog wel 'ns. 'r Buiten was je 'n aftandsch koetspaard,dat in den regen op 'n vrachtje stond te wachten.

„Als 'k ooit", sufte hij voor zich uit, en weer be-

18

Page 19: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

grijnsde 'm de gedachten, toen-ie behagelijk met z'nvoeten in de teil had gezeten en de glimlach derDuivelsche Verzoeking over 'm was gekomen : „als ikooit m'n slag kan slaan, al moet 't over lijken heen,houdt niemand me tegen... 1k deug niet voor slaaf !"

Toen lei-ie 'n briefje voor de hospita neer: „Rekenvannacht niet op mij. Ik moet 'r op uit. H. Th.", enstapte met zachtjes-aan toch weer klukkende voetendoor de windvlagen heen naar 't Centraalstation.

Voor 't huis van Josephus Bok, den directeur vande A 1 l-R i s k, stond 'n auto.

Den man, die 'm pas wat had laten verdienen her.kennend, groette-ie en zei zacht : „Dag idioot !"

Merkwaardig dat ze mekaar allebei zoo aanvoelden,en nog merkwaardiger, dat-ie in denzelfden trein metze reisde.

19

Page 20: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

IV.

WAARIN IETS NADERS OVER DEN HOTELRATKAREL JOHAN TULP, GENAAMD CHARLES

JEAN TULLIPE.

„Dit land", zei Charles Jean, languit liggend inde waterzij-helft van de wieglende alkoof, terwij1Jaapje, de piendere schavuit met 't clownsgezichtje,zonder gedecideerde gelaatstrekken — soms had-iegeen neus, geen oogen, geen mond : alleen 'n hoornenbril en poezelig zwart haar — in de landzij-helft vande woonschuit „De Rustenburch", de eene walmendesigaret na de andere, boven op de in mekaar getraptedekens, lei te smoken, en de vergulde mondstukjes,keurig gereid, op den ijzeren rand van het ledikantetaleerde : „dit land is door z'n ziekelijke kleinheidblok aan 't been voor ieder individu, dat 'r met tegroote gebaren, te veel fantasie, te veel hersens, teveel wilskracht, geboren wordt! Als jij en ik 't hin-derlijk daglicht — geef mij schemer, avondschemer,nacht! — in Engeland, Amerika, Frankrijk, haddenaanschouwd, zouden we minstens 'n eigen stoomjacht,zeewaardig en met 'n eerste-klasse bemanning aanboord, bezitten, terwijl we ons nou liggen te verkan-keren in 'n lekke woonschuit, die vandaag of morgen,bij zoo'n redeloos weer, 'n verdieping lager zakt, of op'r borstkas gaat liggen!..."

„Doe me een genoegen", sprak 't krakend stem-metje, in de landzij-helft der alkoof, en omdat 'r juist'n loodgrauwe wolk over de kade, waarin „De Rus-tenburch" aan twee versleten, roestige kabels en aan'n wakkelende kippentree gemeerd lag, met dreigendegromming voorbijschoof, knipoogde 't vuur-puntjevan de nerveus-bezogen sigaret, of 't afgedekt lichtjevan 'n dieve-lantaarn 'n geheimzinnig-schommelendteeken gaf : „doe me 't bijzonder genoegen, en klaagniet over 'n prachtschuit, die gelijkenis met de ArlieNoach zou hebben, als 'r 'neer beesten dan jij en ik

20

Page 21: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

aan boord waren. 't Eenige dat ons hier ontbreekt— letterlijk 't eenige, is centrale verwarming, 'n smyr-naasch kleedje op den vloer, wat electisch licht, 'nbadkamer met douche en 'n ch am br e sdparéevoor speciaal bezoek... 'k Aanbid u, Connie met uwlieve snuit — ik trek met u deez' zotte wereld uit —ik waag voor u mijn ziel, mijn zaligheid, mijn huid !"

„Hou op, Jaap !", viel Charles Jean 'm in de rede— hij was net nou in de stemming, om naar de dage-lijks-wisselende verliefdheid van zijn compagnon teluisteren — al tweemaal had-ie 't slaan van 'n slagdoor z'n hardnekkig geflirt gesaboteerd: „ik voel megeradbraakt door 't geslenter van vannacht... Ik houniet van dat grof snort, dat de eerste de beste ple-bejer beter kan opknappen... Toen ik jou an datslot zag morrelen, had 'k de sensatie, dat we hoe Lan-ger hoe dieper zakken... Je verliest op die manierje laatste beetje zelf-respect... Iemand van jouw gees-telijke capaciteiten, die 't tot de hoogte van valschebankbiljetten bracht, mag niet de allures van 'nzwijntjesjager aannemen... Je zal zeggen, dat men'n vriend niet naar uiterlijkheden beoordeelen mag,dat iedereen op z'n beurt broodwerk moet verrichten,maar met dat al hindert 't me, als 'k 'n man met jouwaanleg... Wat heeft de schuit nom-de-Dieu, vanmid-dag ?... 'k Word 'r zeeziek van..."

Inderdaad deinde „De Rustenburch" of ze middenin de branding lag. De gewezen kof, die menig vracht.je van Amsterdam naar de binnenwateren vervoerdhad, en in seniele aftakeling uit de vaart was ge-nomen, berukte de kreunende-knarsende kabels, ende kippentree voor 't klepdeurtje schuurde jengelendfangs de buik van 't schip, of 'n jonge hond in 'n nestlei te klagen. De bui van menschenhaat en berouw vanCharles Jean Tullipe was niet heelemaal onverklaar-baar. 't Was in de woonschuit voor iemand, die beteredagen en maanden gekend had, en weer verwachtte,van 'n verleptheid, 'n aftandschheid, om hypermelan-koliek te worden. De tullen lappen voor de verweerd-

21

Page 22: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

kleine venters floeperden als drogend linnen in 'tscharnierend geschommel van „De Rustenburch" enin de juilende tochting der kozijn-naden — de stoffigepetroleumlamp bungelde aan de gegoten schakels —'t water klotste en klukte tegen de delen van 't plan-kier — de deur van de keuken-eetkamer drensde heenen weer — en op de tafel, met de restanten van 'tpanharing-middagmaal, kirden leege eierdoppen te-gen den rand van 'n bord. Toch was dit alles nogniet 't waarachtig-deprimeerende. De lage, verveloozeSoldering, die je met de hand kon betasten, benauwdeden welopgevoeden hotelrat, die tijdens zijn ambts-bezigheden in goed-verwarmde, goed-geventileerdehotelkamers werkzaam was, en die nu aan de eenezijde door de wapperende tullen gordijntjes 't uitzichtop de granieten glooiing van de stadskade, en aan deandere op 't rimpel-golvend water van de gracht had.Zooals-ie nu in de doolhof z'n pijp lag te belduiven,op en neer gewiegd door de dobberende woonschuit,had-ie de obsessie in 'n krot bij 'n overstrooming teschuilen. En als je je oogen sloot, om 't gevoel vanarmoe in deze behuizing te ontgaan, sloop 't je in dedonkerte van je hoofd geniepig na, omdat 't gebars-ten fornuisje, bij 't gereedmaken van 't vette noen-maal, door de natte rukwinden nog harder dan 'twalmend petrolie-stel gestonken had, en de smeuigedamp zich aan alles had vastgewroet.

„Ik voel me hier als 'n uitverkorene", zeide Jaapje,die in de vergroeiing van z'n onwezenlijke gelaats-trekjes nu plotseling op 'n modern Japannertje leek,en 't drie en twintigste gouden mondstukje van z'ntweede doos sigaretten, ordende-ie naast de andereop den ijzeren bedderand : „en ik begrijp niet te bestwaarom jij de i n n e r l ij k e tevredenheid mist, omje zoo onbehagelijk aan te stellen. Hier heb 'k, na velejaren willekeurige opsluiting in de meest geborneerdeen sadistisch-gebouwd Cellulaire, voor 't eerst h o m oa u m kunnen zeggen. Wijlen Diogenes zou 'r, naarmenschelijke berekening, wat voor gegeven hebben,

22

Page 23: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

als-ie z'n ton d r ij vend had kunnen inrichten. 1kleef hier als 'n voorbeeldig burger uit de beste periodeder zich rangeerende menschheid. 1k trek niet de aan-dacht. Ik bewoon mijn eigen kluisje. 1k heb geenboven- en geen benedenburen, de paar gedresseerderatten uitgezonderd. 1k bid op mijn tijd. 1k gap opmijn tijd. 1k pot en spaar voor mijn ouden dag enik droom. 't Eenige wat me dwars zit, en m'n even-wicht verstoort, is de onverschilligheid van de kleineConnie van den notaris aan de overzij. Als zij ja zouzeggen, als ze me 't godengeschenk van 'r lippen zougeven, zou 'k in staat zijn in de maatschappij terugte keeren, en daar mijn naasten op wet t e 1 ij k-g e-o o r I o of de wijze te ringelooren... Daar is ze deschat... Ze legt kouwe aardappels bij den boom neer...Welk 'n zonnige ziel, om zelfs in dit weer voor 'neenzamen hond en hongerige meeuwen te zorgen...Dag schat! Dag geliefde!... Heb je geen oog voor meover, terwijl ik met m'n vriend Charles Tullipe over'n uur 'n wetenschappelijke onderzoekingsreis ga on-dernemen ? Fidonc ! Ze zegt : Stik, vent !... Ze zei : Stikvent!... Maar hoe lief zei ze 't... En met welke 'ngedistingeerde intonatie!... M'n hart klopt 'r van...Heb je die eerste woorden van 'n ontwakende ge-negenheid gehoord, Charley ?..."

„'k Wou dat je opstond... Anders moeten we oneweer in 't zweet loopen..."

„M o e t dat nou ineens, die reis over de grenzen?...'r Zit bij jou zoo weinig nationale gedachte... Je pas-poort is niet kompleet..."

„We beginnen met den Franschen trein — doenwe zaken, dan logeeren we in Roosendaal, en zijnmorgen matineus terug — doen we geen zaken, danwandelen we over de grens... 'k Heb behoefte me teverzetten... Doe de gordijnen voor de ramen, Jaap,dan steek ik de lamp aan".

Voor 't scheerspiegeltje begon-ie z'n toilet in teluiden, z'n pantalon en z'n souspieds aan te trekken,z'n valiesje te pakken. En terwijl Jaapje als 'n han-

23

Page 24: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

dige huisvrouw den boel naredderde, en van onder't losse plankier 'n paar zeer-speciale reisbenoodigd-heden tevoorschijn haalde, stak-ie 'n nieuwe pijp op,beluisterde 'n vinnigen hagelslag boven z'n hoof d, enin de sputterende ronding der petroleumvlam kijkend,ontmoette-ie de oogen van den grijnzenden Onzicht-bare, die de lucht van 't chloroform-fleschje in 't va-lies, met 't gesnuif van 'n kenner en uiterst-ervarenvakman, in z'n luguberen glimlach op sateen te slurpen.

„Heb je niets vergeten, Charley?" vroeg Jaapje,die op z'n knieen in de alkoof, vanuit 'n schaduwplek,'t staren van z'n vriend, met zekere mate van achter-dochtigheid — Charles Jean beviel 'm niet — hijhield niet van stille waters en diepe gronden—beloerde.

„Niets", zei de gesoigneerde, die 'r bij 't licht vande lamp met z'n verfijnd-bleek gelaat, de donkeredroomoogen en 't zwart-zijden snorretje zoo gentle-manlike en tot in de puntjes verzorgd uitzag, dat-iebeslist voorbestemd leek om carriere te maken, mitsze niet naar z'n papieren en strafregister vroegen.

„Heb je de Formyltrichlorid, CHCIa,Charley?"

„Als je je duidelijker uitdrukt, zal 'k je antwoorden..."„Ik druk me meer dan duidelijk uit", zei 't kleine,

vierkante verschijnsel, en uit z'n luisterende houdingbegreep de gentleman-boef, dat z'n compagnon, metde zeldzaamspeurende ooren, 't een of ander geluid,dat 'm fascineerde, thuis trachtte te brengen. 'r Waszonder twijfel iets, want ineens gaf Jaapje, door 'ttweemaal slaan op z'n kurkige kin, 't teeken vanonraad. Met 'n voorbeeldige snelheid zat Charles JeanTullipe achter de gesloten deur van de primitieve ge-legenheid, die in „De Rustenburch" voor zekere kwa-lijk nader te omschrijven doeleinden was ingericht, ende vijandig-fluitende wind beblies door 't openstaand-miniatuur-raampje, aan de achterzij der woonschuit,z'n glad gepommadeerd haar. Nog voor 't schelletjevan de toegangsdeur boven de kippentree overging,kroop Jaapje met de lenigheid van 'n poes, over den

24

Page 25: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

vloer, terzij van de lamp, om geen schaduw te wekken,had-ie z'n vest en z'n colbert al weggewerkt. De scheltinkelde voor de tweede maal.

„Geef u mijn 'n halve pint", zei-ie, met 'n sigarettusschen de lippen, de melkkan door de deurspleet rei-kend.

„Ik hoop", sprak PIl zeer-bekende stem: „dat ik uniets anders hoef te geven, Jaapje Eekhoorn. Ikkwam me maar enkel overtuigen. Hangt u de barm-hartige Samaritaan uit door edellieden van uw soort,die zich liever niet willen laten inschrijven, logies tegeven? Ik meende twee schaduwen te zien..."

„Heiehe !", lachte Jaapje in den specialen toon, dieevenals z'n vingerafdrukken bij de polite bekend was:„dan zal mijn schaduw gejongd hebben! Asjeblief:overtuig u, maar doe 't niet lang, want 't is pestweer,en 'k heb al lichtelijk neiging tot bronchitis..."

De wind omfladderde de slippen van z'n Lavalliereen de plots loshangende einden van z'n bretel.

'r Boog 'n hoofd onder 't bovendek van 't woon-schip — 'n stel speurende oogen keek de ruimte van't keukentje, de schemering van de alkoof met de tweeverlaten bedden en 't risje gouden sigaret-mondstuk-jes, met opmerkelijk onverschilligheid af, en 'n beest-van-'n-neus, die de vervloekte gewoonte had, zich metalles te bemoeien, snoof de slieren van de op tafel ach-tergelaten en nog brandende pijp, benevens de zwoelelucht van het fleschje chloroform, zoo kort geledennog met den wetenschappelijken term Formyltrich-lorid, en de chemische formule C H C 13 aangeduid.

„Neem de kleine stoornis niet kwalijk", zei 't ros-sig hoofd vriendelijk knikkend : „u was zeker op 'tpant melk in te slaan v6Or in bed te stappen?"

„Juist. U kijkt iemand door z'n ziel", knikte Jaapjeplaisant: „'t is altijd 'n beetje koel op 't water, ende ochtendstond heeft goud in den mond..."

„Dan wensch ik u wel te ruste, meneer Eekhoorn",vriendelijkte de stem, en de deur klepte dicht in 'tYale-slot.

25

Page 26: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

't Bleef stil in de schommelende, de kabels beknar-sende schuit. Jaapje Eekhoorn herkleedde zich, zon-der zich to haasten, achter de lichtende lamp, leialles wat-ie noodig had, in mathematische orde bijeen,draaide de lamp uit, en zweeg. En omdat hij bleefzwij gen, verroerde ook Charles Jean Tullipe zich geenmoment in de primitieve gelegenheid, waar-ie tenslotte, bek-af van 't enerveerende wachten, opgehitstdoor de gedachte, dat ze den trein niet meer zouenhalen, op den natgeregenden zetel ging zitten, 't valiesmet den serieuzen inhoud op de de broekspijpenbedervende, immer de plooien krom-rekkende,knieen.

'r Zeker van dat 't onraad uit de dadelijke buurtverdwenen was, dat 'r tenminste niet in de portiekenvan de overzijhuizen ge-post werd, opende Jaapje debuitendeur. Uiterlijk dee-ie als 'n slaperig schippertje,dat tegen den vroegschemer 'n luchtje Imam schep-pen, en met fletse oogjes den wallekant bekeek —innerlijk dreef-ie op z'n zenuwen, ontging 'm geenbeweging, geen schaduw op de stille kade. Dan suk-kelde-ie over de kippentree, bukte 'n paar maal of-iewat zocht, loerde vinnig de zijstraat in, en achter 'tschaduwrijk loodsje van de Stadsreiniging — en indezelfde slenterende houding, de deftige woonschui-ten met electrisch licht voorbijstappend, nam-ie z'ndraai langs de huizen van de kade zelf, en was bijnaradikaal-verloren.

Want de kleine Connie van den notaris moest opboodschappen uit, passeerde 'm rakelings.

„Dag geliefde schat", zei- ie, den wachtenden Char-les Jean, in de minder behagelijke gelegenheid verge-tend, en brutaal met 'r meehuppelend.

„Ga je weg, enge kerel!", zei ze, anstellerig-snelaanstappend. Ze loerde wel telkens door de tullen van't keukenraam, met 't stevige traliewerk, naar 't mor-mel met 't apegezicht en den hoornen bril, die as 'nslak an z'n woonschuite-huisje leek vastgebakken, enz'n tijd met niks verliederlijkte, maar ze had de stui-

26

Page 27: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

pen op 'r lijf, as-ie opdringerig dee, zoo as nou in deschemering van de stille kade.

„Connie, mijn ziel, ik smelt van verteedering...",zette hij in, en z'n wijsvinger haakte in den band van 'rvoorschoot, om 'r vaart 'n weinig te temperen. Toengaf ze 'm 'n ongezouten mep met 'r boodschappen-mand, en zei 't vernietigende: „Je komt niet an melijf, eng dier van 'n vent..." Weg was ze, den hoekom. Was ze toeschietelijker geweest, had ze 't hellendpad, dat met 'n praatje begint en met snoodhedeneindigt, betreden, dan zat Charles Jean nbg, was 'rniets van de met zooveel bedachtzaamheid voorbe-reide reis gekomen.

„Dat heeft geduurd!", gromde Tullipe in 't donker,toen Jaapje eindelijk weer met de hand de leeren kinbeklapte: „wat was 'r an de hand ?"

„Suscht! Hier geen geklets", waarschuwde de an-der, op den tast z'n boeltje pakkend: „straks hebbenwe tijd zat... Jij eclipseert links — de weg is veilig— je hoeft niet om te kijken — ik kuier rechts — wevinden mekaar in den D-trein — en we negeerenelkander stjjf tot minstens Roosendaal... Suscht !...Stap niet naast de loopplank met je verdomde lichtesouspieds... En geen woord Hollandsch... Au revoir,mon cher... Faisons-nous la paire..."

„De Rustenburch" knikte ze in 't duister der kadeachterna — 'n woonschuit, waarvan de eenzame be-woner „sliep". Rechts, de zijstraat in, niettegenstaan-de de kastijding met de mand, liep Jaapje Eekhoorn,en bij iederen winkel, dien-ie langs kwam, gluurde-iebinnen, of-ie 't zwart-oogig deerntje, dat de stoep vanden notaris met a jour gewerkte kousen gedweild haden goedertierend en karaktervol moest zijn, omdat zede meeuwen met kouwe aarpels voerde, en slampam-pers, die 't 'r op straat lastig maakten, opstoppersuitdeelde, niet nog even te zien kreeg.

Links, naar de zijde van 't Plantsoen, stapte Char-les Jean Tullipe veerkrachtig voort, de modderplasjesmijdend om de souspieds niet te bespatten. Jaapje,

27

Page 28: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

die dit deel van Amsterdam 't best kende, had gezegd:je hoeft niet om te kijken — en hij beging de dwaas-heid zich daaraan te houden, niet beseffend dat dekleine schooier door z'n lyrisch apartje met de kittigeConnie verzuimd had deze kadehelft behoorljjk te in-specteeren. Op 't plein nam-ie de tram, stopte op 'tachterbalkon 'n versche Engelsche pijp. Tegelijkstapte op 't voorbalkon 'n heer, met kortgeknipt roodNaar, die, van of de kade, de terecht door Jaapje ge-noemde „verdomde lichte souspieds" was gevolgd, endie eveneens bij 't Centraalstation uitstapte.

„Enkele eerste Antwerpen", bestelde Charles Jeanaan 't loket — dat wil zeggen : hij vroeg 't in 't meestcorrecte Fransch : „Premiere classe, Anvers". „Sie-voeplee, monsieur", zei de beambte, hors-concours inalle talen.

„Je vous remercie bien", sprak Charles Jean Tul-lipe, uiterst wellevend, terwijl-ie betaalde, en zoo met't Hollandsch geld, waarin-ie niet thuis was, schar-relde, dat de beambte 'm tweemaal terecht moest wij-zen, om 'n klein deficit te herstellen.

Na hem nam de heer met 't kortgeknipt roode haar'n kaartje en fluisterde onhebbelijk, omdat 'r meer-dere passagiers wachtten. In de queue stonden ookArthur Rondeel, Jan Kikker en Joopie Bok, ieder met'n dikbuikig valies. De chauffeur en 'n witkiel wacht-ten onder de klok, bepakt en beladen. 'r Was eenoogenblik van ontstemming en gemopper, omdat delangdradige heer met 't kortgeknipt-roode haar 'n bonafgaf in plaats van te betalen. Maar toen vlotte 't,kwam 'r gang in.

In de queue voor de derde klasse stond JaapjeEekhoorn. Hij piekerde over 'n klein avontuur onder-weg. In 'n luxe-auto, die in 't gedrang had moetenstoppen, had-ie iets vreemds gezien — 'n dikke heermet 'n blozend gezicht had 'n ander met 'n browninggedreigd, raak onder de electrische lamp van de auto,had den haan overgehaald en toen bulkend van 'tlachen uit die browning 'n sigaret en 'n vlammetje

28

Page 29: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

gepresenteerd. Die mop was meer vertoond. Maar 'tgezicht van den verschrikten heer in 'n pels, die toen't licht in de auto uit had gedraaid, kwam 'm bekendvoor. Dat was al z'n leven de ziekelijk-rijke bankiervan achter 't Rijksmuseum, die z'n kantoor op deKeizersgracht had.

Als die met twee anderen samen op reis ging — opvier meter afstand stonden ze voor 't loket lste en 2de— en ze droegen d'r dikke valiezen z e 1 f naar dentrein — dan — dan — ja, wat dan kon je niet een,twee, drie uitmaken — dan zat 'r muziek in 't geval— dan maakte je 'n ander niet met 'n looze browningan 't schrikken in 'n auto, waarin je voor den duivelen z'n moer te kijk zat.

'r Was nog iets. Toen de wagen voor 'n magazijnvan kappersbenoodigdheden stopte, had-je 't portiereven open gehouden, en 'n reflexbeweging van z'nhand had iets uit den linker-demi-saison-zak van denjongste der drie gegrepen — 'n betaalde nota, met'n paar bijzonderheden, die 'm interesseerden. 'r Klop-te iets niet. 'r Was jets gaande. En hoe dan ook, viel'r mogelijk te verdienen, as 't maar handig gebeurde,en je op 'n afstand bleef.

Op 't Perron zelf, was 't, kort voor 't vertrek vanden D-trein, met z'n genoeglijk gedekten en bijna fees-telijk verlichten restauratiewagen, en den slaapwagenmet de neergelaten gordijntjes, 'n zenuw-drukte vanfamilieleden, die aan vertrekkenden uitgeleide kwa-men doen, van stationskruiers, die bagage in de nettenstopten, van postkarren en treinpersoneel. Voor eenvan de geopende vensters van den slaapwagen, waarindedirecteurvandeInternationaleBanktweecoupe's had laten reserveeren, stonden de ouwe reusJones, z'n zoon Henry en de onder-directeur Coche-fort, terwijl Clotilde, die toch nog met een van deauto's van de villa in Aerdenhout was komen opzet-ten, omdat ze zoo intelligent was geweest te informee-ren of de Fransche trein ook in Haarlem stopte, aanden arm van haar vader hing, telkens 'r lippen bebeet,

29

Page 30: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

en 'r oogen droogde, of Arthur Rondeel 'n eeuwig-heids-reis ging ondernemen. 'r Was 'n beslist-downestemming. De eenigen, die 'n weinig opgewekt sche-nen, waren Josephus Bok en de secretaris Jan Kikker.Die hingen uit 't venster-portier, Bok met 'n reismutsdie 'm over de ooren zakte — Kikker, gewend aansport, blootshoofds.

„Wat doe je somber, m'n kind", zei de bankier:„'k had 't liever gehad, dat je in Aerdenhout was ge-bleven... De menschen zullen denken, dat we afscheidnemen..."

„Laten ze denken wat ze willen", zei 't jonge meisjeopstandig: „als je in Godsnaam maar voorzichtigben ..."

„Ja, ja, ja", sprak de bankier nerveus, 'n beetjegeprikkeld door 't opdringerig kij ken van den meneermet 't kort-geknipt roode haar, die met 'n vervelendsoort driestheid 't gesprek stond te beluisteren.

In den restauratiewagen, blij met 't comfort, na dearmoe in de woonschuit, zat Charles Jean Tullipe despijskaart te bestudeeren. Schuins over 'm was 'neenigszins opgemaakte dame, die of en toe naar 'tfijn-bleek profiel van den interessanten jongen mankeek, die ook haar soms met de prettige ingetogen-heid van 'n man-van-de-wereld fixeerde en met noggrooter diskreetheid taxeerde. Ze had kleine, vettehanden, met 'n droomschat van flonkerende ringen,en aan 'r ooren kwijnde 'n stel steenen, die telkensweer de aandacht met magnetische speelschheid topakken namen. Terwijl-ie 't menu herlas en met wre-vel aan 't onsmakelijk geknoei van Jaapje Eekhoorn,die op 't petroliestel 'n eierstruif met panharingmoesin 'n sopje van garstige margarine gebakken had,dacht — steunde-ie met 't voorbeeldig-geborsteldhoofd op de hand, en zag nu de dame in de gummingvan de ruit, 'n methode, die voor studieuze observatietienmaal beter was. Toen bukte-ie hoffelijk, omdateen van 'r handschoenen van de taf el glee, en zei :

„Ce gant est a vous, madame?"

30

Page 31: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Oewie, merci bien”, glimlachte ze. Wat 'n keurigemenschen waren toch die Fransche jongelui wat'n fijne sjarme...

T w e e d e klasse, rooken, zat Hans Thyssen, lidvan de Vereeniging van Letterkundigen, en las z'navondkrant. Als de trein in beweging is, overlegde-ie,retireer ik me even in de H e e r e n-toiletgelegenheid,om 'n paar nieuwe droge zolen in m'n schoenen tevouwen—'tpapiervan'tPredikbeurtenbladdeugt niet voor natte voeten, die, pas gebaad, extragevoelig zijn... En dan wrijf 'k die rare vlek van m'njas nog eens met wat benzine na — 't is of 'n nieuwevet-mop, Of 'n zeldzaam-hardnekkige, die net als 'nbelabberde herinnering van 'n stemmingsoogenblikgebruik maakt... 't Is handig van me geweest 'trestant benzine in 't fleschje mee te nemen...

D e r de klasse, niet rooken, omdat daar de meestebagage in de rekken lag — en omdat in niet-rooken'n beter publiek zat — leunde Jaapje Eekhoorn sla-perig achterover. Hij had nu 'n haast weggemoffeldgezichtje boven 'n enkel opstaanden jaskraag, onder'n z'n voorhoofd beschaduwden hoed en achter dezwijgende, ronde brilleglazen in 't hoornen montuur.Door z'n wimperspleetjes, als harige rupsen bij delichtende kijkgaten voor z'n oogen, nam-ie 't hebbenen houen van z'n reisgenooten op. 'r Ontging 'm niets.'r Kon niemand in de zij gang van den D-trein voorbij-schuifelen, of de spleetjes grepen de bijzonderhedenerg 't signalement.

„Instappen !", klonk 't buiten.En terwijl op 't Perron de oude en de jonge Jones,

Clotilde en Cochefort van de Internationalestonden te wuiven, 'n paar coupe-deuren haastig wer-den dichtgesmeten en 'n telaatkomer met valies enreisdeken doldriftig wenkte en schreeuwde, zette detrein zich in beweging.

Eerst nu werd Jaapje Eekhoorn wakker. Geeuwendbelegde-ie z'n hoekplaats, en met 'n vriendelijk ge-zicht vroeg-ie aan den overbuurman van den tjok-

31

Page 32: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

vollen coupe — en dat in 't voortreffelijkst Fransch— hoe lang de reis tot 't douanestation duurde. Hijpraatte zoo rap, dat ze 'm nauwelijks verstonden. Eenmeneer kon 'm vrij goed te woord staan.

„C'est une chose epatante", babbelde hij : „qu'on setrouve si parfaitement a son aise en Hollande.J'admire ce pays merveilleux". En met deze onge-meen-vleiende woorden stapte-ie de knieen van denegen andere passagiers langs, om poolshoogte te ne-men.

Zich in den weg vergissend, liep-ie den korridorvan den slaapwagen door. In de derde coupe zat debolle, roode meneer, die in de verlichte auto met 'nspeelgoed-browning gedreigd had, en rookte 'nvreemd soort sigaret. Precies. Die lette op de bagage,terwijl de anderen dineerden.

Om zich te overtuigen ging-ie naar den Restaura-tiewagen, juist toen Hans Thijssen bij de Dame s-gelegenheid scharrelde, omdat He e r en bezet was.

Voorbij de open keuken met 'r spektakel van bordenen schalen — net zoo primitief als de kookgelegenheidin „De Rustenburch", schoof-ie den Eetwagen in,loerde achter de glazen deur.

De diagnose was schitterend : de Bankier van deKeizersgracht zat met 'n jongen man aan 'n tafeltjemet hors- d'oeuvre — schuins 'r over o o k a an e e ntafel, babbelde de geniale Charles Jean Tullipe met'n dame.

'n Kraan, zoo gauw als die kennis maakte...Toen werd Jaapje Eekhoorn een oogenblik beduusd.An 'n tafeltje alleen, kalmpjes 'n beschuitje be-

knabbelend, zat de heer met 't kortgeknipt-roode haar— de grootste ellendeling van de wereld : NathanMarius Duporc van de Centrale Recherche, die voor'n uur bij de woonschuit was wezen informeeren.

„Verdorie", zei Jaapje, een verdoold eeuwigheids-moment z'n Fransch vergetend, en in 'n minimum vantijd, stapte-ie z'n derde klasse weer binnen — zei„Pardon messieurs" — en sliep.

32

Page 33: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

V.

NATHAN MARIUS DUPORC VAN DE CEN-TRALE RECHERCHE TREKT AAN DE

NOODREM.

Jaapje Eekhoorn had zich niet vergist. Achter 'ttafeltje, waaraan z'n eminente vriend Charles JeanTullipe, met zulk 'n bewonderenwaardige strategie, 'thof aan de gefaneerde dame met de schitterende stee-nen maakte, proefde Marius Duporc, die meestal z'neersten voornaam verwaarloosde, omdat Nathanminder gunstig harmonieerde met den geslachtsnaamdu p o r c, van de verzorgde delicatessen van 'th o r s-d'o e u v r e v a r i é. Waren dienstreizenmeestal 'n corvee, 'n je alles ontzeggen — vanavondzette 't allerbehagelijkst in, nou-ie onverwachtspoor van 'n gesignaleerde, die telkens weer door devingers der recherche glipte, en met de meest-ver-fijnde koelbloedigheid hotels en internationale trei-nen onveilig maakte, te pakken had De elegante jongeman, dien-ie uit de woonschuit had zien komen, wasduizend tegen een de beruchte Jan Tulp, die 't laatstin een van de beste hotels gelogeerd had, en daar's nachts 'n logeerkamer met 'n valsche sleutel wasbinnen-geslopen, om langs 't hotelbalkon met 'n be-hoorlijke hoeveelheid Fransche bankbiljetten, waar-van de nummers helaas onbekend waren, was verdwe-nen. Toen had-ie 'n zwarten puntbaard, 'n stevigesnor en 'n tache-de-beaute op de linkerwang, en alsbijzonderheid 'n eenigszins sleepen van 't rechterbeen,omdat-ie in den oorlog, naar-ie den Ober verteld had,'n heupwond had opgeloopen. Van dat alles was in 'tlicht van den Restauratie-wagen niets meer over, envan 't nerveus met de oogen knipperen — 'n tic uitde loopgraven overgehouden — viel allerminst 'nspoor te bekennen. Als-ie 't was — en daar twijfeldede inspecteur van de Centrale Recherche niet aan —had-ie zich buitengewoon-knap gemetamorfoseerd, en

33Moord in de train. 3

Page 34: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

als de observatie van „De Rustenburch" niet haddoen vermoeden, dat 'r 'n logee aan boord moest we-zen, zou geen beambte van de recherche in den gesoig-neerden jongen man met de souspieds en den elasti-schen loop, den ex-bewoner van 't Hotel herkend heb-ben. Maar, achter en naast 'm staande in de queuevoor 't loket van 't Station, was 't Nathan MariusDuporc opgevallen, dat de reiziger 'n pijp rookte, dieuitermate gelijkenis had met de andere, die-ie onder't licht van de petroleumlamp in de woonschuit gezienhad, 'n pijp met papieren gezondheidscapsules, waar-van 'r een in den aschbak van 't Hotel op de plotse-ling-verlaten kamer gevonden was, en 't scheen welopmerkelijk, dat de vloeiend Fransch sprekende pas-sagier 'n eerste-klasse kaartje tot Antwerpen en nietverder nam, en al tweemaal aan de dame, waarmee-iekennis gemaakt had, vertelde, dat-ie als secretaire-de-la-legation naar Parijs reisde.

„Geben Sie mir eine halbe Flassche Weisswein...",bestelde de heer Duporc tot den rondgaanden kelner.

„Monsieur desire?", vroeg de Oberkelner, die inder-daad 'n Franschman was.

„Ich mOchte eine halbe Flassche Weisswein", her-haalde de inspecteur der Centrale Recherche.

„Je ne vous comprends pas", zei de kelner: „vousdêsirez... ?"

„Donnerwetter noch einmal, verstehen Sie michnicht?..."

Toen keerde Charles Jean zich hoffelijk om, kwamden Duitscher to hulp.

„II ne vous comprend pas, monsieur..."„Wie meinen Sie?", vroeg Nathan Marius Duporc:

„ich verstehe kein FranzOsisch".„Qu'est-ce-qu'il chante?", vroeg Charles Jean.„Das ist doch wirklich unerhOrt...", gromde de

man met 't kort-geknipte roode haar, en thans metden vettigen wijsvinger op de menu-kaart, wees-ieden wijn aan : „eine halbe Flassche Haute S a u-ternes..."

34

Page 35: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Le monsieur feut une demie bouteilje de ce finla...”, kwam de dame met de dauw-flonkerende stee-nen taalkundig ter hulp.

„C'est bien drOle que ce type se fache", lachte Char-les Jean, die zich nu voor den achterbuurman niet inacht hoefde te nemen: „je suppose que c'est un boche,qui s'imagine d'étre dans son pays..."

De inspecteur der recherche haalde 'n boekje uitz'n jaszak en begon al kauwend te lezen. Dan onhebbe-lijk op 't tochten in den Restauratiewagen afgevend,verzat-ie op den stoel achter den Franschen reiziger,en rug aan rug trachtte-ie, over 't gedreun en geratelvan den wagen heen, 't gesprek te beluisteren. 'r Ont-ging 'm zoo niets, en als-ie achterover leunde, kon-ie't valiesje van Charles Jean Tullipe van onderen be-kijken. 'r Kleefde 'n panharing-velletje aan. 't Kloptevoortreffelijk met 't vuile vaatwerk, dat-ie in dewoonschuit op de gore tafel had zien staan. Toen dekelner 't halve fleschje Haute Sauternesbracht, schonk Duporc zich 'n glas in, en speelde luid-ruchtig op dat 't niet te drinken bocht was.

„Das ist ja... Das ist skandalOs!" foeterde-ie zooaanstellerig, dat de twee Hollandsche heeren, aan 'toverzij-tafeltje — de bankier Arthur Rondeel met z'nsecretaris Jan Kikker — zich 'r indirect mee bemoeiden.

„Manieren zijn toch maar alles", merkte de secre-taris op : „hoe geneert de vent zich niet !"

„Wie meinen Sie?", vroeg Nathan Marius, zichgrimmig den rossen snor afvegend.

„U moet 'r aan denken, dat u den Restauratiewagenniet voor u alleen gereserveerd heeft..." zei Jan Kik-ker bits.

„Verstehe nicht !", snauwde de ongenoeglijke Duit-scher.

„Dat is maar goed ook", antwoordde de secretarisbeleefd : „kaffer blijft kaffer..."

En hij stiet met den directeur van de Intern a-t i o n al e, die blij uit z'n zaken te zijn, op champagnetrakteerde, met 't schuimend glas aan.

35

Page 36: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

De ongemanierde Duitscher dee verder geen mondopen, maar trok toch weer de aandacht door de driest-heid, waarmee-ie z'n bord vollaadde, zonder aan deandere passagiers te denken. Van de filet de solein wijnsaus nam-ie zooveel, dat de kelner bij 't vol-gend gerecht krampachtig vork en lepel tusschen deservet-slippen hield, en t r a c h t t e te bedienen, maardat zat 'm niet glad. De Duitscher, die zich niet in't Fransch kon duidelijk maken, wenkte dat-ie niet ge-noeg had, en bekloof allergezelligst de kippenkluif metz'n tien geboden.

„Wat 'n onsmakelijk varken", sprak de heer Ron-deel, hardoplachend.

„II faudrait lui mettre a la porte", critiseerdeCharles Jean, zich schrap zettend, om 't onbehoorlijkopdringen van den stoel in z'n rug tegen te houden.

„Jassus", zei de gefaneerde dame, met 'r tanden-in-goud coquetteerend.

Achter en terzij gingen toen de gesprekken zondervrees-van-beluistering — en de heer Nathan MariusDuporc deed 'r z'n voordeel mee. Hij hoorde dat dedame op weg was naar Brussel, om bij 'r broer, dieAvenue Tervueren woonde en 'r met z'n auto zou ko-men afhalen, logeerde — hij hoorde 'r lachen om 'nrebus, die de galante jonge man op 't menu voor 'rhad opgeschreven — hij hoorde den jongste der tweeHollanders zeggen, dat hij naar den coupe terug ging,ora Joopie Bok bij de valiezen of te lossen, want dat jekans had, dat Joopie anders de waardepapieren in densteek liet — en hij hoorde den gedrongen meneer metden Napoleon-kop vroolijk fluisteren : „en wat dannog ? Ze zijn geassureerd. Après nous le deluge..."

Kort voor den Haag liep de Restauratiewagen bijnaleeg. Er werd betaald. De gedrongen heer, die op 'tperron van z'n dochter afscheid had genomen, bleefdoorbabbelen met den dikken heer, die na was komeneten en door den jongen man was afgelost — de ge-soigneerde Franschman ging met de dame naar dencoupe — vergat bij z'n hoffelijke pogingen, om haar

36

Page 37: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

behulpzaam te zijn, z'n valies met 't strookje haringvel.Voorzichtig boog zich de inspecteur naar 't bagage-

rek, maar net toen-ie 'r mee in de hand stond, kwamde eigenaar geaffaireerd terug.

„C'est a moi !", zei-ie, 't valiesje heetgrijpend.„Was meinen Sie?", vroeg Duporc.„Verroest nou", viel Charles Jean uit z'n rol: „dab

ist mein Gepack !"„Entschuldigen Sie, bitte", zei de Duitscher, dit-

maal correct, en niet heelemaal teleurgesteld, want al-leen 'n g e z o n d Hollander kon zich in zoo'n oogen-blik van 't onvervalscht „Verroest nou" bedienen.

Glimlachend stapte-ie in Den Haag uit, en verzondaan 't telegraafkantoor, naast 't bagage-bureau 'ndringend telegram aan den chef der Centrale Recher-che, Hoofdbureau van Politie te Amsterdam:

Wilt onmiddellijk Rijksveldwacht te Roosendaalseinen of telefoneeren bij aankomst trein 15 tenegen uur zes en vijftig heden avond aanwezig tezijn om Jan Tulp, dien ik in denzelfden trein volgte arresteeren. 1k zal bij het uitstappen van dengesignaleerde naast hem loopen met een witten zak-dock in mijn hand of voor het portier van den coupemet een witten zakdoek de wacht houden. De arres-tatie moet geschieden door niet geuniformeerdebeambten, terwijl op verzet gerekend dient te wor-den, daar hij hoogst waarschijnlijk gewapend is.Mocht dit telegram u onverhoopt te laat bereiken,dan rein ik met den man mee tot vermoedelijkBrussel. Zevenster.

Aan het Code-woord Zevenster zou de Recher-che onmiddellijk den collega-afzender herkennen. 'tWas acht uur dertien minuten. Duizend tegen een zoualles als een bus kloppen. Bezig met 't snel opstrijkenvan 't teruggegeven wisselgeld, werd-ie haast opzijgedrongen door de stevige elbogen van den jongenman, die met den heer met 't geverfde haar, de ton-suur, de sik en den snor, champagne had zitten fuiven.

37

Page 38: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Met z'n zegelring betikte-ie 't glas van 't alweer ge-sloten raam, zei door den kier, nog veer 't venstoheelemaal omhoog geschoven was: „Telegram voorDordt", mepte 't geld neer, en zonder te wachten,omdat de trein nog maar 'n paar minuten had, holde-ie alweer 't perron over en den slaapwagen in. Zookalm of-ie nog uren kon traineeren — Posterijenwaren nog niet klaar met inladen — kuierde NathanMarius Duporc de wagons langs, terwijl de portierenal dicht geslagen werden. 't Wild was 'r nog en hoe.In 'n coupe eerste klasse, niet rooken, druk van ge-bear en met 'n charmant snuit, dat enkel in glimlachleek te leven, zat de fameuze hotelrat, en de opge-maakte dame, nu met 'n f ace a mains in de be-ringde, kleine, vleezige hand, lachte schaterend met'n kanten zakdoekje voor 'r gechoceerden mond — dedeugniet had vermoedelijk iets heel stouts bedreven...

„Jij bier?", vroeg plotseling 'n bekende stem.'t Was Willemse van de Haagsche recherche, metwien-ie pas op stap was geweest, om in Amsterdam'n weggeloopen kassiersbediende in 'n roofhol te ar-resteeren.

„Ja kerel", zei Duporc: „ik heb beet..."„Kan ik van dienst zijn?"„Ja, door niet te lang met me te praten. Bel voor

alle zekerheid Roosendaal op. 'k Heb Amsterdam ge-seind. Maar je kan nooit weten. Zeg dat ik met denFranschen trein arriveer. Twee handige kerels in po-litiek en gewapend. Ik hou 'n zakdoek in m'n hand.Dat nette jongmensch, vlak voor je neus — niet zooopzettelijk kijken, Willemse! — is Jan Tulp..."

„Kan niet..."„Good. Dan kan 't niet, maar bel Roosendaal inter-

communaal op..."„Kan niet. Die dame is de weduwe van den schat-

rij ken fabrikant Menzel Polack... Ik ken 'r... Dagmevrouw..."

„Niet groeten, Willemse!... Bederf m'n prachtzaakniet!"

88

Page 39: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Die vrouw is zoo wantrouwend, dat ze...”„Instappen r, waarschuwde de hoofdconducteur.„Je belt Roosendaal op?"„Je slaat 'n bezopen figuur, Duporc — maar zooals

je wil..."„Bejoer! Niet groeten...", fluisterde de Amster-

damsche recherche.„Saluut", zei de Haagsche.En de trein glee langzaam vooruit.„Entschuldigen Sie Bitte I Bitte !" zei Na-

than Marius, de in de korridor nestelende reizigeralangs wringend.

Rustig stapte-ie den Restauratiewagen weer bin-nen, om niet opnieuw de aandacht van den gladdenvogel in de Eerste-klasse-coupe te trekken. In Rotter-dam was 't vroeg genoeg nog 'ns te controleeren.Voorloopig zat de boef voortreffelijk opgesloten bij deringen en steenen van de weduwe Menzel Polack.

De gedrongen heer met den Napoleonskop was anz'n tweede flesch champagne bezig. De bol-roode ge-zette, met de reispet die 'm over de ooren zakte,schonk de glazen zoo onbehoorlijk vol, dat de cham-pagne door 't schokken van den wagen over den randschuimde. Ze rookten groote sigaren, zonder dat deFransche kelner 'r aanmerking op maakte. Omge-kocht. Met 'n fooi kreeg je alles gedaan. En omdatdie twee 'r op los dampten, zat aan 't tafeltje, waar-aan mevrouw Polack met den heer Charles Jean Tul-lipe gedineerd hadden, 'n bleeke heer met steile harenen 'n bol-mager gezicht — 't leek 'n contradictio,doch inderdaad had de auteur bolle wangen, 'n onder-kin, 'n magere neus en omkringde oogen — achter degoedkoopst-denkbare, in wezen misdadig-extravagan-te consumptie: 'n kop koffie, met suiker en melk adiscretion, 'n grauw-zwarten sigaar te bekauwen.

„'n Handelsreiziger", dacht de inspecteur der Cen-trale Recherche, als vakman, die alles dadelijk tracht-te te determineeren, maar zich menschelijkerwijs in't uiterlijk voorkomen van de klasse-der-auteurs en

39

Page 40: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de klasse-der-commis-voyageurs vergissend — eenobservatiefout, die hem in een tijd, waarin de demo-cratische schaar alle haarlokken over een kam knipte,niet euvel te duiden viel. Omdat Nathan Marius Du.porc eenige belangstelling had voor 't menu op 't ta-feltje, waarop Charles Jean Tullipe de rebus voormevrouw de weduwe Menzel Polack geschreven had,zette-ie zich over den grimmig-starenden auteur HansThyssen, lid van de Vereeniging voor Letterkundigen,neer.

„Mahlzeit", zei-ie beleefd.„Dank u", grommelde 't in 't hoofd en de maag

van den auteur, die na de twee broodjes met leveren uitgesneden paling in de kleine Pijpkamer, z'n hon-ger in deze w a 1 g el ij k e omgeving met de zwaartevan z'n sigaar zat weg te werken, en 'r zich over er-gerde dat de plompe Duitscher met z'n onbetrouwbaargezicht, 't rooie haar en de overdaad van sproeten,juist over hem moest komen te zitten, terwijl 'r nogzooveel tafeltjes vrij waren.

„Zeker 'n commis-voyageur", dacht hij op zijnbeurt, zich eveneens in de ondersoort der menschheidvergalopeerend, en daardoor de Recherche met au-teurs en handelsreizigers in een familie classificeerend.

De Duitscher bekeek 't menu aan de achterzijde,bestelde zonder poging iets meer substantieels te ont-dekken „eine Tasse Kaffee", en had toen de opmer-kelijke driestheid 't menu in z'n zak te steken.

„Stakker", analijseerde Hans Thijssen, met 'n zon-derling gevoel van plotseling opwellende sympathie:„dat is zoo zeker als tweemaal twee vier 'n beroeps-scharrelaar als ik. Hij heeft de kaart bestudeerd netals ik. Hij bestelt 'n kop zelfmoord-koffie net als ik.Hij steekt 'n gemeene sigaar op, net als ik. En erger:hij stopt 't menu in z'n zak, om an z'n familie te ver-tellen hoe smakelijk-ie in den trein gedineerd heeft".

„Positief 'n reiziger in speelgoed of haarwater",taxeerde-ie.

„Vast 'n commis-voyageur in verfwaren", dacht de

40

Page 41: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

inspecteur der recherche: „een die veel in de scha-delijke dampen van 'n fabriek verkeert, en 'n dorstigekeel heeft..."

Ze dronken beiden zwijgend, het lid der Vereeni-ging van Letterkundigen en het lid der Centrale Re-cherche, begonnen beiden notities to maken.

Aan de overzijde werden de bankier en de direc-teur van de A I l-R i s k Verzekering-maatschappij,die ook aan de koffie met 'n p o u s s e toe waren, 'nweinig luidruchtig.

„Krankzinnige haring!... Krankzinnige haring!",schaterlachte de bankier, en hij werd paars tot in z'nnek, om de niet-na-te-vertellen mop van den gewezenkomiek.

Toen stond Joopie Bok, die 't benauwd kreeg, 'nmoment op, en herkende Hans Thijssen, an de tafelachter 'm.

„Bonjour meneer Thyssen", groette-ie.De auteur boog glimlachend — de superieure ad-

der-glimlach van den intellektueelen aristocraat.

h,Mag ik voorstellen?", zei Joopie Bok, in plotselinge

beoefte van gemeenzaamheid — waarom-ie 't deewist-ie nauwelijks — misschien wou-ie tegenover denBankier, in z'n after-dinner-stemming, met 'n kennisuit 'n a n d e r land — 't fameuze, fantastisch-aan-trekkelijke Land-van-de-letteren, waar de welgedaan-ste bewoner weliswaar op z'n tandveesch liep, maartoch altijd zekere distinctie-van-onsterfelijkheid metzich mee ronddroeg, geuren — misschien was dechampagne 'm de baas — misschien... (doch wie ont-leedt een dergelijke plotselinge uitbundigheid?) —kortom hij flapte 't 'r uit: „mag ik u even voorstellen:meneer Hans Thijssen, onze voortreffelijke auteur —meneer Arthur Rondeel". Er was wisselwerking insoorten op drie gelaten. De Bankier groette met 'nwelwillendheids-glimlachje, lath van den bewuste, dieinstinctief de kennismaking met 'n wormstekige af-weerde — de auteur stond van achter z'n koffie op,boog voor de tweede maal, maar nu bijna smeltend-

41

Page 42: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

van-ingenomenheid : als Rondeel je bliefde te steunen,w a s je 'r. De Inspecteur der Centrale recherche, overz'n aanteekeningen gebogen, luisterde als 'n jager,die geritsel in de struiken hoort. Dus geen commis-voyageur in verfwaren, maar Hans Thyssen — ende gedrongen meneer, die 'n plezierreis scheen te on-nernemen, terwijl z'n dochter op 't perron te Amster-dam, bij 't afscheid had staan huilen: de bekendebankier van achter 't Rijksmuseum.

Na de voorstelling was 'r 'n ongezellig oogenblikvan stilte. De bankier, die 'r 't land over in had, datJoopie Bok 'm op die manier menschen opdrong zon-der zich eerst te overtuigen of 't welkom was, door-roerde z'n glas champagne met 'n lucifer, om de bel-letjes op te jagen. Dan, met den takt van 'n man, diemet veel lieden omging zei-ie iets vriendelijks tot denauteur met de glimmende knieen, en de alweer rafe-lende manchetten.

„Ik heb veel van u gehoord, meneer Thyssen, en'k vind 't bijzonder aangenaam uw kennis, uw per-soonlijke kennis te maken. Uw roman W e r e I d z e eheb 'k met genoegen gelezen, buitengewoon interes-sant..."

„Pardon", zei Hans Thyssen, opvallend onhandig:„die roman is n i et van mij".

„0...", glimlachte de Bankier, 'n tikje gegeneerd.De Restauratiewagen, die 'n bocht van den spoor-

dijk doorknoerste, en zoo schokte, dat de glazen enkoppen haast van de tafeltjes dobberden, zorgde voorwat kiesche afleiding. Even zat de auteur in glim-lacherige bedremmeling, toen keek-ie naar z'n schoe-nen, die-ie nog niet had kunnen voorzien. En terwijIde Bankier en de Directeur van de All Risk Ver-zekeringmaatschappij met mekaar fluisterden, en derooie Duitscher in z'n reizigers-boekje zat te notee-ren, nam-ie van 't tafeltje, achter z'n stoel 'n wijn-kaart, bijster geschikt voor 'n paar betere zoolen, enstak 'r, nu niemand op 'm lette, in z'n binnenzak. Danhoffelijk buigend, liep-ie 'r mee naar z'n coupe. Wat

42

Page 43: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

moet-ie daar mee?, dacht Nathan Marius Duporc,achterover leunend, en de oogen sluitend, om de tweeaan den overkant beter to bekijken.

„Doe me een genoegen Joopie", zei Arthur Rondeelluider — voor den ongemanierden Duitscher had-iezich niet te geneeren : „en dring me geen kennissenop van dat bijzonder soort."

„Daar heb ik 'n bedoeling mee", antwoordde debol-roode heer met de te groote reismuts.

„Jawel. Dat ken 'k", glimlachte de Bankier.„Waarachtig", zei de ander, en hij fluisterde iets,

dat door 't gegrom van den wagen op werd geslokt.'n Inval van 't oogenblik.

„teen kwaad idee...", zei de Bankier, z'n glas ledi-gend. Nog voor Delft betaalde-ie — en vrij grof —drie diners — 'n flesch roode wijn — twee flesschenchampagne, koffie, pousse, en bestelde 'n halve fleschcognac fine met drie glazen voor den door hem gere-serveerden coupe in den slaapwagen. De kelner kreeg'n Entente-vorstel ij ke fooi.

Verzamelaar als-ie was — de manie, om alles op terapen, alles naar zich toe te halen, alles te besnuffe-len, had 'm in z'n leven al heel-aardige ontdekkinkjesbezorgd, stak de Inspecteur der Centrale Recherchede betaalde nota van de overzij-tafel in z'n zak, enbekeek de banderolle van den door den Bankier ge-rookten sigaar.

„Merkwaardig", dacht-ie, 't bandje met dat vanden auteur vergelijkend: „hoe je tegenwoordig aande banderollen van de sigaren nog sterker dan aande kleeren den man herkent — 'n sigaar van 'n gul-den en een van vier cent — curieus..." En na deze nietzeer ingewikkelde bepeinzing, bekeek-ie nog even 'tmenu, dat-ie in z'n zak had gestoken, en waarop dehotelrat z'n rebus voor Mevrouw de Weduwe MenzelPolack neer had geschreven. Dezelfde fijne letters van't Hotel-vreemdelingenboek. 't Was 'n bijna sportiefgenot de schakels van zulk 'n lastig geval als 'n edel-amid saam te voegen. Den korridor van den langen

43

Page 44: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

D-trein doorstappend, controleerde Marius Duporc,dat Charles Jean Tullipe nog in den eerste-klasse-coupe aan 't charmeerend flirten met den iedereen„wantrouwende" — die brave Willemse van de Haag-sche Recherche ! — mevrouw Polack was. Voortwan-delend zag-ie den heer Hans Thyssen, die alleen in 'nTweede-Rooken allerzonderlingst bezig was de uitden Restauratiewagen meegenomen wijnkaart met 'nnagelschaartje te doorknippen. In den Slaapwagenwaren de meeste coupe's, achter de neergelaten gor-

dijntjes, verlicht. Geen wonder: vOcir half negen — 'twas haast ondenkbaar, dat 'r nu al passagiers naarbed waren, terwijl de douane in Roosendaal en Es-schen nog moest worden afgewacht. Vreemd. Zon-derling. In een coupe was 't donker. 't Zou je nietopgevallen zijn, als je 'r geen gelach had gehoord.

„Krankzinnige haring!", klonk 'n stem.„Die drinken cognac en zitten te schemeren...",

dacht Nathan Marius Duporc: „zeldzame exempla-ren..."

Voor 't overige interesseerde 'm dat gedoe aller-minst. De bankier met z'n vrienden, vermoedelijk 'nweinig a p r è s b o i r e, raakten z'n kouwe kleerenniet. Z'n gezamenlijke collega's stak-ie de oogen uit,als-ie Tulp bet rap te en te pakken kreeg — wantTulp was 't begin, en driekwart — zeker 't einde, van'n internationale bende. Zachtjes-fluitend van haastniet in to houden satisfactie, gaf-ie zich niet de moeitede derde-klassecoupe's langs te flaneeren, beging-ieop zijn beurt dezelfde fout van Jaapje Eekhoorn, diemaar een zijde van de kade bij de woonschuit hadafgekeken. Had-ie de treinwandeling voortgezet, danzou-ie, naar menschelijke berekening, den hoogst-be-kwamen secretaris van Charles Jean, in 't looppadontdekt, en geen minder-aangenaam avontuur hebbenbeleefd. Nu bleef-ie z'n sigaar bij een van de portiersrooken, zoo veilig verdekt opgesteld, dat-ie den korri-dor van de eerste en tweede klasse geen moment uit't oog verloor. Tusschen Delft en Rotterdam gebeurde

44

Page 45: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'r niets van belang. Charles Jean Tullipe bleef, zooals-ie wel had gedacht, in den coupe bij mevrouw MenzelPolack. Aileen de auteur Hans Thyssen deed 'n tikjeonwijs. Tot tweemaal toe wou-ie van de Dames-toilet-ten gebruik maken. Den eersten keer zei de passee-rende conducteur : „U vergist u, meneer", en ant-woordde de man met de steile haren : „Dat is nietmijn schuld. 'r Schijnt zich iemand op de Heeren-ge-legenheid voor de heele reis geabonneerd te heb-ben..." Den tweeden keer, wou-ie 'r toch met 'n pakjein de hand gebruik van maken, toen de heer, die 'tlaatst met den Bankier had aangezeten, uit de buurtvan den Slaapwagen kwam en 'n fluistergesprek metden auteur inzette. Samen liepen ze den korridorterug.

In 't Station Delftsche Poort werd Marius Duporeklaar-wakker. 'r Leek iets te broeien. Jan Tulp stapteuit, keek op 't perron of-ie iemand zocht, pikte 'nkrant in, en liep 'n eind den trein langs. Toen kocht-ievan 't rondrijdend wagentje met versnaperingen 'nkop koffie, dat-ie voorzichtig voor zich uit droeg, enwaarmee-ie, zich in de wagons vergissend, derde-klasse instapte, om op de onhandigste manier door't gestommel der reizigers naar z'n coupe weerom tescharrelen. Op 'n bedaarden afstand volgde de inspec-teur der Centrale recherche 'm. Nee, 'r was geenkwaad bij. Een klein mannetje, met den jasgraagomhoog, boste bijna tegen de koffie op, maakte in't Fransch z'n excuses, sloofde zich uit, om de wan-kelende kom mee vast te houden, en veegde zich, toende heer Charles Jean Tullipe gepasseerd was, metnijdige bewegingen de koffiespatten van z'n knieön,om in de volte van 'n derde-klasse te verdwijnen.Voor-ie den coupe eerste-klasse binnen-stapte, liet degesoigneerde jonge man het voetbad van den kopkoffie in de wandelgang afdruipen en keek rustig om.'t Onraadteeken, dat Jaapje Eekhoorn 'm gegevenhad, had-ie begrepen, en 't enerveerde 'm. Maar hijzag niemand anders dan den plompen Duitscher, en

45

Page 46: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hij dorst niet rond te kijken, om niet de aadacht tetrekken, en Mevrouw Menzel Polack, die zich nieterg-lekker voelde, kwam 'm al dankbaar voor deattentie bij de deur tegemoet. Onverschillig voorbij-kuierend zag Nathan Marius Duporc, dat de leege kopdoor 't portier-raam terug werd gegeven, en dat degefaneerde dame, bleek, maar met 'n glimlach, devoor haar meegebrachte krant inkeek. De zaak beviel'm niet. Als de weduwe van den schatrijken fabrikantbehoefte aan 'n kop koffie had, was 'r 'n beter eneenvoudiger methode, om die koffie in den Restau-ratiewagen te bestellen. 'r Was dan toch w el kwaadbij, nou Jan Tulp de koffie niet zelf dronk. Van 'tStation Delftsche Poort tot 't Station Beurs, loerdede politie-beambte met waarlijke Argus-oogen. 'r Ont-ging 'm niets, en toen de dame doodsbleek, en steu-nend op den arm van den galanten jongen man, dade-lijk na 't verlaten van 't Beurs-station den korridorinwaggelde, deed-ie iets buitengewoon-listigs door deDames-toiletten zelf in te glippen, en de deur achterzich dicht te halen.

Met 'n gespitst oor bleef-ie den wand beluisteren.'r Werd aan de deur gemorreld en 'n stem sprak :

„Ca c'est agagant, madame... Encore un peu de cou-rage..."

Meer hoorde-ie niet. Ze gingen verder. Prachtig.De eenige methode was ze van a c h ter te volgen.Maar toen-ie de deur weer wou openen, weigerde

ze. 't Leek of 't slot niet deugde of dat iemand aande buitenzij den knop vasthield.

De trein reed de Maasbrug op. Twee, driemaalrukte de inspecteur aan de niet meegevende deur.

Toen, snel-besloten, trok-ie aan de noodrem, ensmeet 't raampje open.

De ijzeren spijlen van de brug gleden voorbij, enplotseling zag-ie iets, dat z'n hart dee bonzen — 'rtuimelde 'n lichaam uit den trein — 't beukte tegen'n pilaster op, en stortte in de diepte, in 't wild-stroo-mend water.

46

Page 47: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

VI.

WELKE GRUWZAAMHEDEN ER IN DEN FRAN-

SCHEN TREIN GEBEURD WAREN — EN VOORWELK LABYRINTH DE INSPECTEUR DERCENTRALE RECHERCHE KWAM TE STAAN.

Het trekken aan de noodrem juist op de s p o o r-b r u g, wat bij menschen-heugenis nog nooit plaatshad gehad, gaf in den overvulden trein een gewel-dige opschudding.

De wagons stonden met zulk 'n ruk stil, dat debuffers tegen mekaar opknarsten, en de koppelingenleken te breken. In den Restauratiewagen vielen gla-zen te pletter, en van uit de bagagerekken smakten'n paar valiezen op de hoofden der passagiers. Maardat alles was bijzaak, telde nauwelijks mee in ver-houding tot de stemming van paniek, omdat 'r aan'n ontsporing, 'n botsing, 'n niet tegen te houden on-geluk, boven den afgrond der rivier werd gedacht.

Uit alle vensters bogen zich verschrikte hoofden— 'r werden zelfs portieren open gesmeten — terwijIde wind huilde en 'n nieuwe, vinniger bui de wagon-dekken met 'n regen van hagelsteenen bestriemde,klonk 't geluid van angstige stemmen naar de zij vanden machinist en den stoker, die van de locomotiefof waren geklommen, en met haastig-gegrepen flam-bouwen de glimmende kruk-assen bekeken.

Benee klotsten de golven tegen de granieten brug-pijlers en de damp uit den schoorsteen werd doorden stormwind langs de hoofden gezwalpt.

Toen, terwijl de conducteur tegen den wilden hagel-slag in, zich met lantaarns bijlichtte, en voorzichtigde hobbelige planken tusschen de trein en de geklon-km ijzeren zuilen van de brug bestapte, klonk 'tgebrul van den in-gesloten politie-man, en die 'm bij't gieren van den wind konden verstaan, werden 'r koudbij, zoo snerpend-wreed als 't echos leek te wekken:

„Maak de deur hier open, en laat niemand uit den

47

Page 48: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

trein!... Niemand uit den trein laten!... 'r Is 'nmoord gebeurd!... Houdt iedereen vast!..."

De man-met-den-rooden-bandelier was al op detreeplank gesprongeh, heesch zich omhoog, keek door't raampje der Toilet-gelegenheid, en vloekte omdat-ie niks zag.

„Jij ben gek !", raasde-ie beleefd: „wat schreeuwje as 'n bezetene!... Hou je moer voor de mal L.. Hebjij an de noodrem getrokken?..."

„Dat heb 'k", sprak Nathan Marius Duporc, in z'nnervositeit over de woorden struikelend: „ik ben Du-porc van de Centrale Recherche!... Asjeblief : m'nlegitimatie en m'n penning, en verlies in Godsnaamgeen tijd... 'r Is iemand uit den trein gesmeten!...Schiet op, en maak die verdomde deur open... Enopletten, dat 'r geen sterveling vandoor gaat... Voor-uit H.C.!... Schiet op H.C.!..."

Eerst had de hoofdconducteur 'm woest aangeke-ken, zeker dat-ie met 'n krankzinnige te doen had,maar de technische titulatuur H.C. drong zoo ver-rassend-levendig tot 'm door, dat-ie eindelijk 't buiten-portier openrukte, en 'n oogenblik later de beruchtedeur uit 'r beklemming loswrikte...

„Wat mot dat nou?", vroeg-ie ongemakkelijk, enz'n stevig lichaam versperde den benarden weg.

„Strakkies !", riep de inspecteur der Recherche, 'mmet z'n vuisten opzij duwend: „kletsen kunnen westrakkies, en je handen thuis H.C., of je ben 'r gloei-end bij, als je 'n ambtenaar-in-functie belet z'n plichtte doen..."

Hij wachtte niet op 't antwoord, holde den korridordoor naar den lste-klasse-coupe, waar Mevrouw deweduwe Menzel Polack met Jan Tulp gezeten had —niemand.

„Wel verdomd !", schreeuwde de hoofdconducteur:„is 't gedaan met de kunsten?..."

„Ik waarschuw je voor 't allerlaatst", dreigde Na-than Marius, z'n dienstrevolver uit z'n zak halend:„'k heb me behoorlijk gelegitimeerd — ik blief geen

48

Page 49: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

verzet — hou me niet langer op, of je vliegt tegende lamp !"

Dat imponeerde. 't Zien van de browning werkteals 'n calmans.

En als de beweging met den somberen revolver-loop 't niet gedaan had, zou de verzekering van 'nconducteur, die op 't twistgesprek of kwam, 'n vol-doenden doorslag hebben gegeven.

„Dit i s meneer Duporc van de Centrale Recherche,H.C.", zei de man, die vroeger in Gemeente-dienstgeweest was.

De treinchef krabbelde achteruit, probeerde nogwat te vragen, maar de Inspecteur-van-politie lietzich niet langer ophouden, kommandeerde kort enbondig : „Langzaam opstoomen naar de eerste de bestehalte met telegrafische of telefonische aansluiting,om 't Beursstation te waarschuwen, terwijl wij dentrein afzoeken!"

Meer zei-ie-niet. De portiers werden dichtgeslagen.De locomotief floot, de wagons gleden in de richtingFij enoord.

Als 'n teleurgestelde jachthond, die 't spoor kwijtis geraakt, liep Nathan Marius Duporc den korridordoor, liet alle coupe's opensluiten, enkel met z'n ge-dachten bij den gesoigneerden jongen man, dien-iemet 't slachtoffer 't laatst gearmd had zien wandelen.

Tot zelfs de kompartimenten van den Slaapwagencontroleerde-ie, behalve de voor Arthur Rondeel ge-reserveerde.

Elk nutteloos oponthoud moest vermeden worden.Voor den coupe-deur van den Directeur der In te r-n a t i o n a 1 e Bank leunde de auteur Hans Thyssen,'n splinternieuwen sigaar rookend.

„Heeft u hier 'n jongen man met souspieds langszien gaan?" informeerde de Inspecteur haastig.

„Nee, niemand", antwoordde Hans, meer dan ge-bluft, omdat de Duitsche commis-voyageur met de on-beschofte manieren, 'm plotseling met accentloos Hol-landsch overviel.

49Moord in don trein. 4

Page 50: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Zeker?” drong de reiziger met de kort-geknipteroode haren aan.

„Zeker-zeker-zeker", praatte de auteur in een vanz'n ongemakkelijkste buien : „ik zou wel 'ns willenweten met welk recht u..."

Maar de zonderling uit den Restauratiewagen, dieook z'n maaltijd met koffie had gedaan, en ook 'nmenu in z'n zak had gestoken, holde alweer verder,door den alle deuren openende man-met-den-rooien-band voorafgegaan.

Je zag ze in de coupe's derde klasse kijken en totzelfs de bagage-wagen doorzoeken.

„H.C.", zei Duporc met ingehouden verwoedheid,en met moeite z'n zenuwen de baas — wat 'n mise-rabel figuur sloeg-ie tegenover den Chef van de Am-sterdamsche Recherche, wat 'n erger dan hopeloosfiguur, dat-ie naar Roosendaal had laten seinen —dat ze der klaar stonden, den hotelrat te arresteeren,en dat onder z ij n toezicht 'n beestachtige misdaad ge-beurd en de misdadiger ontvlucht was — „H.C., ikmis 'n dame, waarvan de handbagage nog in de A.B.-afdeeling ligt — en een van de gevaarlijkste schobbe-jakken, die in 't Politieblad gesignaleerd staat — Dedame is uit den trein geworpen — de moordenaarvermoedelijk langs de Maasbrug naar Rotterdamteruggeloopen... Ik stap Halte Fijenoord uit... Binnenvier en twintig uur heb 'k 'm te pakken..."

Ze waren nu in den coupe waar mevrouw MenzelPolack met Charles Jean Tullipe geflirt had.

Grimmig, de tanden op mekaar geklemd, bijna zon-der meelijden met de duizend-tegen-een-eerst be-.dwelmde, toen beroofde, en daarna uit den trein ge-worpen vrouw, die-ie had behooren te waarschuwentegen 't berucht gezelschap, waarin ze zich beyond,zocht-ie den coupe, de kussens, de gummi-mat af.

Op de plek, waar zij gezeten had, lag de nauwelijksingekeken krant, die Tulp aan 't station DelftschePoort voor 'r gekocht had. De face-a-mains was tus-schen de rugzitting en 'n kussen gegleden.

50

Page 51: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Op 't bagagerek lei 'n geopend doorwoeld taschje,'n gesloten valies en 'n reisdeken met 'n parapluie.

Op de mat glimmerden stukjes zilverpapier vanbonbons, die ze gesnoept had — en, dat was 'npracht-ontdekking, op de overzij-plaats, waar JanTulp had gezeten, bruinde de nog warme pijp van dengewetenloozen boef, naast 'n pluisje, naar benzineruikende watten.

„Sluit de coupe af", zei de in z'n wiek geschoten,geblameerde inspecteur der Recherche: „en laat nie-mand binnen voor we de rest en de vingerafdrukkengecontroleerd hebben... Me ontloopen doet-ie niet, alheeft-ie 'n voorsprong... Je houdt den trein in Fijen-oord op, begrepen?"

„Mag niet", verzette zich de Hoofdconducteur: „ikdurf 't in dit speciaal geval voor mijn verantwoordingte nemen u 'r vlug op de Halte uit to laten, maar 'ninternationale trein m a g de aansluiting niet missen.We hebben al zes minuten voor niks verloren... Udoet verstandiger mee te reizen tot Dordt... Daarmoeten we in ieder geval stoppen.

„Denk 'k niet aan!" wond Nathan Marius Duporczich op... : „als de stationchefs en de politie niet aande twee uiteinden van de Spoorbrug gewaarschuwdworden, heeft de geslepenste schooier van de wereldgelegenheid op z'n gemak te vluchten... Niet in decontra-mine, niet tegen spreken H.C..."

Hij zou meer en driftiger en nutteloos beweerdhebben, nou-ie met de Spoorweg-reglementen in bot-sing dreigde te komen, als-ie niet overwacht, met'n felheid, die 'm houdingloos maakte, die 'm dee dui-zelen, 'n schok had gekregen, waarbij z'n zekerheidvan ervaren politieman aan Harden vloog.

Zich met moeite op de beenen houdend, langzaamin den korridor voortsukkelend, nog lijkwit en metstarende oogen, bewoog Mevrouw de Weduwe MenzelPolack, die uit den trein gestort had m o et en zijn,op 'm toe. In de gretigheid om de coupe's af te zoe-ken, had-ie de Toiletten verwaarloosd.

5]

Page 52: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'r Was maar e e n gedachte in z'n verbijsterd hoofdgeweest: 'n vallend lichaam, dat tegen 'n pilasterbonsde — de beroofde vrouw van den fabrikant —de hotelrat.

Die gedachte had 'm in de koorts der minuten ineón wilsrichting gedreven, 'm geen zwakke secondelosgelaten, 'm z'n driftige maatregelen doen nemen— en nou strompelde de gefaneerde dame, uit 'n poseom zich op te houden, in zijn richting. Ze trok met 'roogen of ze flauw zou vallen, maar de Inspecteurder Centrale Recherche, die bezig was zich voor detweede maal in presentie van Hoofdconducteur enconducteur te blameeren, had de zonderlinge sensatie,dat z'n eigen oogen onder de verrassing der omstan-digheden als die van 'n schelvisch op 't droge bewo-gen.

Even flitste de romantische idee bij 'm op, dat 'r'n worsteling plaats had gegrepen — dat Jan Tulpzelf...

„Wil u asjeblief", klonk de haperende stem van dedame, die vergeefs trachtte de coupe-deur open tesluiten, en met 'r machtelooze hand 't montuur be-tastte : „wil u de deur asjeblief...?"

„Op order van de politie gesloten ! Mag niemandin!", zei de treinchef, met de prettige stelligheid van'n autoriteit, door 'n autoriteit in den rug gedekt.

Toen deed Nathan Marius Duporc stug, grommend,doch letterlijk als 'n held.

Met 'n glorieuze zelf-overwinning, voorvoelend dat-ie de eigen beeltenis in de oogen der menschen, die-ienog pas had gekommandeerd, an gruzelementen mep-te, dat-ie in modder verzakte, zei-ie:

„Dat i s de bewuste dame, H.C..."„Is dat... ?", herhaalde de Hoofdconducteur, 'r nie-

mendal van begrijpend — en hij keek den Inspecteur-van-Politie zoo vlijmend-vernietigend aan, of-ie met'n ontleedmes in 'n Vivisectiezaal bereid stond.

„Ik heb me in d i e richting vergist — 't is 'n raad-sel", praatte Duporc of-ie ineens 'n oud mannetje,

52

Page 53: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zonder tand in z'n mond, en met 'n pruim achter z'nkiezen, was.

„Dus de dame is niet vermoord... ?", snauwde deHoofdconducteur, die opnieuw begon te denken, dat-iemet 'n gek te doen had, al was 't dan iemand van dePolitie zelf.

„Dat schijnt zoo...", antwoordde Nathan Marius,voor 't eerst van z'n degelijk beambte-bestaan in 'twezen van 'n imbecile.

„Doet u de deur open", sprak Mevrouw MenzelPolack klagelijk : „ik ben nog lang niet in orde...'k Weet niet wat me overkomen is... Asjeblieft, con-ducteur..."

De looper stak wrevelig in 't slot — de deur klakteterug — de dame zat weer op 'r pleats, leunde metgesloten oogen in de kussens achterover.

Geweldig uit z'n humeur beklom de Hoofdconduc-teur de treeplank naar de zij van de locomotief,schreeuwde iets naar de richting van den tender —de trein kreeg vaart, zonder Halte Feijenoord te stop-pen, vervolgde z'n weg full speed naar Dordrecht.

Toen de treinchef terugkwam met de bedoelingprocesverbaal tegen den reiziger, die aan de noodremgetrokken had, op te maken, zat Nathan Marius Du-porc in de Eerste Klasse, in tastend gesprek metMevrouw Menzel Polack, die nog niet volkomen wak-ker scheen te zijn.

„Mevrouw", had de Inspecteur gevraagd : „heeft uuw ringen en uw steenen ergens neergelegd?"

Ze had den heer met 't kort-geknipt roode haar, denDuitscher uit den Restauratiewagen vaag herkend,zei eerst : „Was meinen Sie, bitte..."

„Ik ben geen Duitscher", legitimeerde-ie zich snel :„ik ben Duporc, Inspecteur van de Recherche... Umist uw ringen en de knoppen uit uw ooren..."

Zoo min als-ie zich met 't uit den trein gevallenlichaam k o n vergist hebben, zoo zeker was 't ontbre-ken van de schitterende sieraden, die 'n kapitaal moes-ten vertegenwoordigen.

53

Page 54: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Als iemand, die moeilijk uit 'n diepen slaap wakkerwerd, keek ze naar 'r vingers en betastte ze de ooren.

Nog leek ze niet heelemaal bij 'r positieven. Ze brab-belde wat onverstaanbaars, zei of 'r tong verlamd was:

„Wat is dat nou?... Waar ben 'k hier?..."„U is in den Franschen trein", kwam Duporc haar

te hulp : „u heeft hier bonbons zitten eten, 'n krantingekeken, 'n kop koffie gedronken en is met 'n jon-gen Franschman den korridor van den D-trein inge-wandeld..."

„Hij zat toch daar over me", praatte ze suffig,moeilijk 'r gedachten formuleerend.

„Hij zat over u, maar is 'r op onbegrijpelijke wijzevandoor... Kom nou, mevrouw, laten we itsjebliefgeen tijd verliezen... Elke verloren minuut maakt 'tonderzoek lastiger. Herinnert u zich misschien, datdie jonge Franschman u aangevallen heeft, dat uhem 'n duw heeft gegeven — dat hij daardoor uit 'teen of ander portier is gevallen... ?"

Ze keek van 't bagagerek naar de morsige mat, vande electrische lamp naar 'r vingers — ze keek zooonwezenlijk of ze 'r geheugen kwijt was, en zich in-spande de omgeving te herkennen.

En in dat ongemeen-dramatisch oogenblik, datvoor 'n film-operateur of 'n stemmings-regisseur goudwaard zou zijn geweest, kwam de Hoofdconducteurals 'n bruut uit 't grofst-denkbare publiek tusschen-beiden.

„Reist u eerste Masse?", vroeg-ie den verward-hoofdige, die spoken gezien had, en de dolle streekvan de rem uit had gehaald — dat beloofde 'n bekeu-ring en 'n procesverbaal in een klap.

„Laat me met rust !", blafte Nathan Marius 'm of :„de dame is bestolen, en dat moet 'k zonder uitstelonderzoeken..."

„Da's allemaal best, m'n goeie man", praatte deHoofdconducteur met tergenden takt — 't verschijn-sel was beslist niet snik: die leed aan de een of anderemanie, al had-ie 'n penning van de Politie en al had

54

Page 55: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de conductuer 'm meenen te herkennen! —: „je magzooveel onderzoeken als je hartje blieft, als ik jenaam, je voornaam, je ouderdom, waar je geborenben en waar je woont maar mag weten, en als ik jespoorkaartje mag knippen..."

„Strakkies", viel de politie-beambte driftig uit: „enpas zêlf maar op, dat ik jou niet verbaliseer... 'r Isiemand uit den trein gevallen of gesmeten, en dezedame is op schandelijke manier van 'r ringen, 'r knop-pen en de Hemel weet wat meer beroofd..."

„Jawel. Hij is goed", glimlachte de trein-chef : „ikwil alles graag aannemen, zooals jij 't me vertelt,maar ik mot je naam, woonplaats enzoovoort, en jemag blij zijn, dat ik je niet in Fijenoord uit den treinheb gezet... Kom — vooruit !... Geen verder ge-zwam !... Ik mot rapporteeren, dat 'r an de noodremgetrokken is... 't Kost je minstens vijf-en-twintig gul-den, vadertje... En je kaartje..."

„Ik ben van de Amsterdamsche Centrale Recher-che", foeterde Nathan Marius Duporc! „Ik ben infuctie!... Opgehoepeld !"

En met de hand, die al meerdere misdadigers inden kraag had gegrepen, duwde-ie den Hoofdconduc-teur minder zachtzinnig achteruit en trok de deur dicht.

Dat zou ongetwijfeld 'n argumenten-uitwisselingmet vuisten-begeleiding zijn geworden, als mevrouwde weduwe Menzel Polack, ditmaal volledig door destuwing der gebeurtenissen gewekt, geen kreet vanontzetting, diepst-tragisch, had uitgestooten.

Ze was 'r. Ze begreep. Ze herkende en miste.Terwijl de twee autoritaire mannen met elkaar be-

zig waren, had ze 't geopende taschje in 't bagagerekingekeken, de leegte an 'r vingers en ooren gevoeld,en zoo hartverscheurend gegild, dat de Hoofdconduc-teur, van plan geweld met geweld te beantwoorden,in verschrikte luistering bleef staan.

„Allemachtigste Hemel", krijschte ze, en nu ze 'rverstand terug had, bewoog ze 'r hand instinctmatigop haar beurt naar de noodrem — de Politie-man kon

55

Page 56: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

't 'r net nog beletten —: „allemachtigste, ik ben ge-plunderd, uitgekleed — me briljanten — me steenen— me Porte-monnaie ...... ! Waar is de secretaris vande Fransche Legatie?... Ach, lieve God, mot me datnou weer gebeuren... ?"

Ze snikte 'r in wanhoop op los, smeet den inhoudvan 'r taschje op de coupe-kussens — miste letterlijkalles, tot zelfs de sleutels van 'r bovenwoning in deSarphatistraat.

„Nou?", zei de man van de Centrale Recherche,met iets triomfantelijks in z'n stem.

„Nou — nou", bauwde de Treinchef na, op zijnbeurt minder zeker.

„Blijft u 'r kalm onder, mevrouw", begon Duporcte redeneeren: „ik heb me daar straks al aan u voor-gesteld: Marius Duporc van de Amsterdamsche Re-cherche... U mag betrekkelijk van geluk spreken, dat'k positief weet wie de dader is... Dezen keer ont-snapt-ie niet... U heeft samengereisd met 'n beruchttype van 'n internationale bende... 'k Was juist vanplan in te grijpen, toen 'k door toeval of door opzet'n deur niet open kon krijgen..."

„Wat schiet 'k daarmee op", huilde ze door 'r ze-nuw-spanning heen, en 't was angstig om te zien, hoedat huilen en 'r verdriet 'r ineens de juiste jaren inproportie terug-gaven, hoe de rimpels om 'r oogennatuurlijker werden, hoe ze zichtbaar verwelkte: „ikben letterlijk alles kwijt, 'k heb zelfs geen reisgeld,geen kaartje meer — en dat keurige jonge mensch— die meneer van de Fransche legatie heeft 'r niksmee te maken..."

„Ach kom, mevrouw", viel Duporc haar in de rede.Toen raakte ze even 'r welopgevoedheid en 'r ma-

nieren kwijt.„Wat kletst u nou, meneer van de politier, kwam

ze door 'r tranen heen nij dig los: „wat kletst u doordik en door dun... Hier heit u z'n visite-kaartje... An-ders zou ik toch niet met 'm samen gereisd hebben —en h ij was 't ook niet in de Toiletgelegenheid..."

56

Page 57: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Vluchtig bekeek Nathan Marius 't kaartje, waaropniets aan te merken viel — 'n kroontje — 'n gesteen-drukten naam — Charles Antoine Lenor-mand daaronder Secretaire de la Lega-tion Francaise, Bruxelles — 'n vettigenvingerafdruk — en nog terwijl-ie sarcastisch-lachendkeek, en 'n moment aan de Woonschuit in de Kade,over 't huis van den Notaris dacht, vatte-ie vlam bijde laatste woorden van de gebouleverseerde dame:

„Als h ij niet in de Toilet-gelegenheid was — h ij udaar niet beroofd heeft, want ik heb u persoonlijkmet al uw ringen en uw knoppen zien loopen voor uzich verwijderde — wie was daar dan?..."

„'n Ander...", zei ze stellig.„Welke ander?", drong hij aan, terwijl-ie haar 'n

oogenblik op de mogelijkheid van 't willen sauveerenvan den vrouwen-inpalmenden reisgenoot taxeerde,en terwijl-ie zich lichtelijk aan de houding van denH.C. ergerde, die bij 't heele gesprek als 'n rechter-commissaris mee stond te luisteren.

„Ik k a n niet precies zeggen hoe-ie 'r uitzag — datherinner 'k me niet in details", praatte ze weer klage-rig: „want ik voelde me zoo schrikkelijk onwel..."

„Na 't drinken van de koffie in Rotterdam", sou-fleerde Duporc.

„O, nee — al daarvoor — ik denk van de bon-bons..."

„Waren die van u zelf, of van den Franschman?"„Niet van mij en niet van hem — meneer Lenor-

mand had ze in den Restauratiewagen gekocht, waarik bij was... Toen werd ik ineens duizelig en ziek...Meneer Lenormand van de Legatie — van de Legatie,meneer: ik heb z'n papieren onder m'n oogen gehad— heeft me toen nog in Rotterdam 'n Café n o i rbezorgd — heeft me, toen dat niet hielp, en 'k hoelanger hoe ellendiger werd, as 'n echte h o m m e dum o n d e, as 'n sjentelman zoo netjes en correct, denweg naar de Toiletten gewezen, en is weer wegge-gaan... Toen, terwijl 'k in mekaar zakte bij de lave-

57

Page 58: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

beau, kwam 'r 'n ander binnen 'n kleine, bleeke met'n dampende pijp..."

„Met 'n hoornen bril en 'n Japansch gezicht?",vroeg de Centrale Recherche, geinteresseerd — JaapjeEekhoorn, die in de Woonschuit achtergebleven was,leefde plots voor 'm op.

„O, nee", zei ze opnieuw doezelig: „maar hoe kan'k dat weten...? U doet zulke rare vragen an 'n vrouwdie flauw is gevallen... Ken u 'n signalement opge-ven, as u buiten westen leit?... 'k Weet alleen zeker,en daar ken 'k 'n eed bij afleggen, dat 't die keurigeFranschman n i et was...

„Die keurige Franschman, is dan toch niet meerin den trein", merkte de rechercheur op..."

„Ach u kletst", sprak mevrouw de weduwe MenzelPolack weer minder hoffelijk : „hij ken toch niet nit 'nspoorraampje gesprongen zijn..."

„'k Zou haast denken van ja", piekerde de Inspee-teur — 't visioen van 't vallende lichaam op de Maas-brug verliet 'm geen seconde — en aan den anderenkant verbaasde-ie zich 'n weinig over de betrekkelijkekalmte van de schatrijke vrouw, die na de eerste ex-plosie, den eersten gil, de materieele zij van de zaakminder hevig scheen op te nemen.

„Zou u zoo vriendelijk willen zijn, mevrouw", dronghij toen weer aan : „tenminste als-u zich weer zooverhersteld heeft even den trein met me door te wande-len, of u den aanrander, die u dan w e 1 bestolen heeft,en dat op zoo'n lafhartige manier, terwij1 u niet bijkennis was, misschien aan de een of andere toevallig-heid kan herkennen... ?"

„Daar denk ik niet aan", weigerde ze bot: „ik voelme n o g ziek, en ben al meer dan me lief is, in op-spraak gebracht... Als u dan heusch van de Politie is,wil u dan eff en noteeren w a t me ontstolen is..."

„Hier heeft u potlood en papier", weerde hij of :„doet u dat zelf, en geeft 'r uw Amsterdamsch en uwBrusselsch adres bij op... Dan ga ik nog eens metden H.C. poolshoogte nemen... Is u verzekerd?"

58

Page 59: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Wat ken u dat schelen?”, vroeg ze verveeld.Dan is ze 't z e k e r, dacht de Inspecteur der Cen-

trale Recherche. Anders zou ze 't zeggen.„Als 'k daarnet wat hardhandig geweest ben, H.C.",

verontschuldigde-ie zich tegenover den chef van dentrein: „moet je 't niet te zwaar opnemen. U zag mijniet voor heelemaal vol aan, en dat doet me minder,maar we komen dikwijls voor de gekste gevallen testaan, en dan moeten we doortasten... In ieder gevalziet u, dat 'k 'r niet naast ben geweest, al is 't andereraadsel nog niet opgelost... Uit dit Dames-Toilet is zedaarstraks gekomen, niet?"

„Dat is ze sekuur..."„Goed — en nou gaan we dadelijk den trein nog

eens door, om ons te overtuigen of zich op de anderegelegenheden n o g iemand verscholen houdt..."

Met 'n zaklantaarn lichtte-ie de waschkom, waar-aan de bestolen vrouw zich vast had gegrepen, nauw-keurig bij.

'r Stond 'n leeg fleschje, dat heel-bijzonder rook, enin 'n hoek op den grond lagen 'n paar vochtigevreemdsoortige, dubbel-gevouwen kranteknipsels.

Op 't fleschje kleefde het etiket van 'n drogist uitde Van Woustraat in Amsterdam — de nattige kran-tereepen waren van 't Pr edikb eu rt enb la d.

„'r Is hier 'n sterke, bedwelmende lucht", snoof dePolitieman : „de zaak is ingewikkelder dan 'k dacht..."

Dat was ze.'t Werd 'n overstelping.Want nog bezig met de sporen in de Dames-gelegen-

held, werden ze door den geel-bleek lijkenden conduc-teur gestoord.

„H.C.!", sprak-die heesch : „meneer Duporc het zichniet vergist. 'r Ontbreken twee heeren in den derdenCoupe van den Slaapwagen. 'n Reuze-bloedplas op 'tbed... De jas met de portefeuille, 't vest, de hoed, debagage zijn 'r nog, maar van de twee geen spoor...Valiezen met enorme waarde verdwenen... En o o kd a a r was aan de noodrem getrokken..."

59

Page 60: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

VII.

DE LEZING VAN HANS WILLEM ADRIAANTHYSSEN TE DORDRECHT GAAT NIET DOOR

EN JAAPJE EEKHOORN DOET IN HOTELPONSEN EEN ONTDEKKING.

De electrische zaklantaarn van den Inspecteur derCentrale Recherche had als in 'n reflex de bloede-looze lippen van den conducteur, die zulk een Jobs-tij ding kwam brengen, belicht. En nog veer-ie ookmaar eenige verdere explicatie kreeg, wist-ie dat dederde Coupe van den Slaapwagen, de eenige dien-iebij z'n snelle jacht op den verdwenen Charles JeanTullipe, niet geinspecteerd had, voor den bankierArthur Rondeel gereserveerd was gebleven, flitste 'tnog sneller in 'm op, dat 't w a a r k on w e z e n, om-dat de stand van den Slaapwagen in den trein volko-men en dadelijk correspondeerde met zijn waarneming,toen-ie 't mensche-lichaam tegen den ijzeren brugge-schoor had zien tuimelen en in de Maas storten. Zon-der 't zichzelf te willen bekennen, had 't 'm gepreoc-cupeerd, dat a I s 'r iets met den internationalen hotel-dief gebeurd was, hij den val aan zijn linker en nietaan zijn rechter-hand had moeten observeeren. Bij deangstigen snelheid van z'n gedachten, nog voor-ie denstag in de richting van den Wagon-Lits gedaan had,was-ie 'r bijna mathematisch-zeker van, dat 't dui-velsch toeval 'm 'n complex misdaden aan de handdeed, dat Tulp den trein nog niet verlaten had, dat dekostbare sieraden van Mevrouw de weduwe MenzelPolack zich nog tusschen locomotief en bagagewagenbevonden, dat de aanslag in den derden coupe vanden Slaapwagen — wanneer 'r geen fantastischeoverdrijving in 't spel was — aan 'n ander t y p ec rim in el te wij ten moest zijn, en dat 't haast 'nwonder kon heeten, dat hij als ervaren vakman, met'n prachtstaat van dienst, met twee vliegen in een

60

Page 61: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

klap ging boff en. Hij dacht dit alles, gelijk men hetpleegt uit te drukken, in minder dan 'n oogenblik. Delantaarn knipte uit, en snel voor conducteur en Hoof d-conducteur aanstappend, duwde-ie de passagiers, dieop 't gerucht van dat monsterachtige waren komentoeloopen, met z'n spitse ellebogen achteruit. Voor 'tgeopend portier van den coupe met 't strookje Rs e r v e verdrong zich 'n heel kluitje angstig-starende,nieuwsgierige, fluisterende reizigers, die 'r niet aandachten voor den meneer met 't kort-geknipt roodehaar opzij te gaan, en zich nauwelijks door 't treinper-soneel lieten vermurwen.

„Opzij asjeblief !... Politie !... Opzij !", komman-deerde Nathan Marius Duporc, kort-aangebonden:„en niemand daar binnen gaan ! Achteruit !"

Hij had even goed 'n gedicht kunnen reciteeren.'r Kwam geen beweging ander de nieuwsgierigen. Al-leen door 't pootig optreden der geuniformeerde be-ambten, die niet langer beleefdelijk vroegen, maardeden, lukte 't de deur vrij te maken. Wat Nathan Ma-rius Duporc toen zag, herinnerde-ie zich niet ooit ind!e mate te hebben bevonden. De conducteur, die 'ndeel van den schemerkap van den plafonnier hadweggeslagen, toen iets vochtigs bij de deur z'n aan-dacht trok, en toen 'r bij z'n geklop geen antwoordkwam, had 'r dadelijk verschrikt op los gevloekt, om-dat 't breede venster wijd open stand en 't bed letter-lijk in bloed gedrenkt was. 'r Moest 'n felle worstelinghebben plaats gehad. 't Vinnig-rood gekleurd hoofd-kussen lag op den vloer en van de kristallen flacons,uit de reis-necessaire gereed gezet, lagen 'r twee in 'nhoek getrapt, en 'n geslepen zeepdoos was aan scher-ven getreden. De overvallene was ongetwijfeld ver-rast, terwijl-ie bezig was zich te ontkleeden. Aan dekoperen haken hingen jas en vest — voor den kleinenpenantspiegel leien boord en das. De verzekering vande noodrem was doorgeslagen, en aan 't handvatkleefde bloed. 't Meest lugubere van alles misschien,waarnaar de reizigers meer dan angstig gestaard

61

Page 62: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hadden, was 'n teeken op 't voeteneind van 't bedde-laken, 'n in bloed getrokken triangel met 'n bloede-rige punt in elk der hoeken.

„'n Wraakneming”, dacht de politie-man, zonder'n moment te aarzelen. Hij kende die methode van'n hieroglyph achter te laten, en terwijl 't 'm te binnenschoot, dat de jonge man, die met den bankier 't eerstgedineerd had, in Den Haag 'n telegram voor Dor-drecht had afgegeven, en 't geld neer had gelegd zon-der zich zelfs den tijd te gunnen op de komst van dentelegraaf-beambte te wachten, smeet-ie snel-besloten,alleen met fut en aanpakken bereikte je iets bij deoverbluffing van dergelijke gebeurtenissen, de korri-dor-deur dicht — straks zou-ie de details nauwkeu-rig, zonder iets te verzuimen nagaan — en liet denzenuwachtigen Hoofd-conducteur, dien-ie eindelijkonder den duim had, den tweeden voor het gezelschapvan Arthur Rondeel gereserveerden coupe open-sluiten.

„Wie daar?... Buiten blijven!... Niet binnenko-men !", riep 'n door zenuwen opgevreten stem, en 'ndriftige hand probeerde de schuifdeur weer terugte duwen, maar Duporc's stevige voet zat 'r al als eenwig tusschen.

„Weg van de deur !", zei de Inspecteur der CentraleRecherche dreigend.

„Wel-allemachtig, vervelende kerel, laat jij de men-schen nooit met rust !", snauwde de auteur, die zichin 't zweet stond te werken om Joseph Bok, die nade ontdekking in mekaar was gezakt, met opwekkendewoorden en met 'n flesch 4711, in de tasch van denDirecteur der All-Risk-Verzekering-maatschappij ge-vonden, zoo goed en zoo kwaad als 't ging bij te ma-

62

Page 63: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ken: „je heb buiten te blijven, en niet overal je neusin te steken..."

Nu met z'n twee handen, zich inspannend, dat-ie'r weer dezelfde kleur, als na de mishandeling met't ouwe Gilette-mesje door kreeg, trachtte-ie opnieuwde deur dicht te schuiven. Dat zat niet glad. NathanMarius Duporc greep door de opening heen 'n polsmet 'n gerafelde manchet, wrong dien omlaag, en metoogen, die nog meer wettelijk geweld beloofden,smeet-ie Hans Thyssen letterlijk in den coupe terug.

„Geen grapjes, waarde heer", gromde-ie: „of jeben 'r bij. Ik ben van de recherche..."

„Daar heb 'k maling an!", beet de auteur van zichof : „jij heb geen boertje voor, dat je wat wijs kanmaken !"... Jij mag hier onder zulke omstandighedenniet binnen dringen... Dat moest gevoel van takt enkieschheid je vanzelf verbieden..."

„Asjeblief", zei de Inspecteur, voor den vorm z'nambtspenning toonend — de sputterende auteur teldenauwelijks mee — „en hou je lessen verder voor an-deren in reserve."

„Ik verzeker u", praatte Hans Thyssen : „dat u dieminderwaardige manier van optreden zal onthou-den ... Ik ken den hoofdcommissaris p e r s o o n-1 ij k en ik ben correspondent van meer dan eenblad..."

Dit dreigement, dat meer dan eens geholpen had —nog voor 'n week bij 'n uitslaanden brand, toen deDaniel-Stalper-straat door de politie afgezet was —gleed aan den niet meer luisterenden Inspecteur derRecherche als 'n zeepbel voorbij.

„Hou asjeblief je mond, meneer, en gooi niet nogmeer roet in 't eten," zei Duporc, en z'n korte, ge-zonde argumenten drongen tot den opgewondenauteur door: „u interesseert me niet, 'k heb met ugeen sikkepit te maken. Hiernaast is de heer ver-moord met wien u tusschen Den Haag en Delft kennisgemaakt heeft. Ik ben toevallig in den trein, doe m'nplicht, onderzoek, en heb 'r voor de rest maling an

63

Page 64: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

of 'k iemand op z'n teenen trap. Wat is 'r met dezenheer an 't handje?"

Hij bedoelde Joopie Bok, die op z'n knieen lag, met't hoofd op den rand van 't met bagage besmeten bed,en zoo heftig snikte, dat z'n rug 'r in stuiptrekkingdoor schokte.

Da's de vriend van meneer Rondeel, die met 'mmee naar Parijs zou gaan", begon Hans Thyssen, z'ngemelijkheid overwinnend, te verklaren: „de man iskapot door den plotselingen schrik... Als 'k 'm niettegengehouden had, zou-ie daarnet uit den trein ge-sprongen zijn... U was 'r, geloof 'k, zelf getuigevan, hoe ze met z'n tweeen in den Restauratiewagenzaten..."

„Meneer Bok, meneer Bok!" zei Duporc, de handop den schouder van den steunende leggend: „kan ume 'n paar inlichtingen geven...?"

't Nat behuild gelaat van Josephus Bok werd 'nkort moment opgeheven. Met 'n wanhoopsgebaar,dat meer dan woorden zei, wees-ie naar z'n hit-ondestrot, en viel weer met 't hoofd op den bedderandterug.

„De zenuwen zijn 'm op z'n keel geslagen", zeiHans Thyssen in de plotselinge behoefte zich als be-reidvaardig gids voor te doen — en in den grondvond-ie de zaak, waarin-ie 'n rol began te spelen, van'n prikkelende avontuurlijkheid —: „en trouwens hijkan u niet meer vertellen dan ik. Waar ik bij was,waar ik persoonlijk bij was, op nog geen twee passenafstand, schoof-ie de deur open, omdat 'r op z'n klop-pen niet geantwoord werd, en hij zei nog: neem meniet kwalijk, Arthur, als 'k stoor... — en ik wou menet retireeren — ik ken de heeren maar oppervlak-kig — toen meneer Bok als 'n krankzinnige terug-vloog, tegen de wand opbonsde, en zoo wit als 'n dooie'n schreeuw gaf, dien 'k niet licht zal vergeten... 1kkeek toen natuurlijk op mijn beurt, zag niet te bestwat 'r gebeurd was, omdat de kleppen van de lampgesloten waren — nou en toen — dat kan u begrij-

64

Page 65: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

pen — de schrik krijgt je net zoo goed te pakken —je doet idiote dingen — je doet net 't tegenoverge-stelde van wat je wou doen — 'k heb nog met m'nbloot hoofd uit 't raam gehangen, om te zien of 'rbuiten jets was — en toen kwam de conducteur voor-bij, die meer licht maakte, en naar den Hoofd-conduc-teur holde, om rapport uit te brengen en te vragen of'r voor de tweede maal onderweg gestopt moest wor-den... Als u daarstraks, in plaats van te informeeren,of 'k 'n jongmensch met souspieds voorbij had ziengaan, ook bij den ongelukkigen bankier gecontroleerdhad, zouden we minstens tien minuten eerder op dehoogte van de misdaad geweest zijn... Net den coupewaar aan de noodrem getrokken was, is u voorbijgeloopen..."

„Onjuist", zei Nathan Marius Duporc, in z'n de-tective-eer aangetast: „ik had ook de noodrem per-soonlijk, en dat heeft ons ons in 't begin misleid...Maar dat is op 't oogenblik allemaal bijzaak... Waaris 't jonge mensch, dat met meneer mee reisde?"

„Verdwenen..."„Is dat zeker?"„Positief-zeker. En dat is 't angstige..."„Was die 't laatst in den coupe?"„Dat was-ie..."Even stond de Inspecteur der Centrale Recherche

in onthutsing van mekaar verdringende gedachten,toen schudde-ie op de meest-onsympathieke manierden bij 't bed kreunende bij de schouders heen en weer.

„Meneer", schreeuwde-ie over 't gedaver van dentrein heen: „schei uit met je gejammer... Dat kun jelater!... Versta je me niet, schei uit en geef ant-woord !"

Dat dee Josephus Bok, maar op 'n bijna woestemanier. Ineens vloog-ie rechtop, gaf den politie-be-ambte 'n duw, en met 'n kleur van drift, zoo heeschdat de woorden haast onverstaanbaar waren, zei-ieof elk woord over 'n rasp geschuurd werd :

„Laat me me rust, hond van 'n vent! Je ziet toch

65Moord in den trein. 5

Page 66: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hoe beroerd ik 'r an toe ben... Ruk uit en laat mealleen !"

„Deze heer is van de Amsterdamsche Recherche",Imam Hans Thyssen bemiddelend tusschen beiden.

„Last me met rust!" bleef Josephus Bok doorra-zen : „ik ben in staat mezelf van kant te maken I...M'n beste, m'n eenigste vriend op zoo'n liederlijke ma-flier uit den weg geruimd... En ik die meegereisdben, om op 'm te letten, die nog geen half uur ge-lejen... Ik durf niet meer onder de oogen van z'n armedochter te komen... Allemachtigste, 't schaap dat allesvoor de bruiloft, de bruiloft..."

Z'n stem begaf 'm. Overstelpt door den Map, doorwat-ie zoo-pas bij 't openen van de deur gezien had,en door 't denken aan wat 'r in Amsterdam bijz'n terugkeer zou gebeuren, smakte-ie op 't bed, enhuilde 'r zoo hartstochtelijk op los, dat Nathan MariusDuporc de ondervraging voor 't oogenblik opgaf.

„Als u zoo beleefd wil zijn ons alleen te laten, zalik probeeren 'm te kalmeeren", zei Hans Thyssen.

„Neemt u van mij geen verdere notitie" sprak deInspecteur uit z'n humeur, en terwijl de auteur zichals 'n barmhartige Samaritaan over den snikkenden,de wereld verwenschenden Assurantie-directeur heen-boog, gaf hij onverbiddellijk z'n oogen de kost. Erwas tusschen de twee voor den heer Rondeel gereser-veerde coupe's 'n communicatiedeur, die aan de an-dere en aan deze zij op slot was, maar die tijdens dereis geopend was geweest, want de halve flesch cog-nac en de drie glaasjes, uit den Restauratiewagenmeegenomen, stonden h i e r op 't tafeltje, en hierwaren de valiezen met de waardepapieren oorspron-kelijk bewaard gebleven, want terwijl-ie in den Res-tauratiewagen de gesprekken had zitten te beluiste-ren, had- ie den jongen man, die met Rondeel cham-pagne had gedronken duidelijk hooren zeggen, dat-ienaar den coupe terug ging om Joopie Bok of to lossen,en Rondeel had nog geantwoord: „En wat dan nog?Ze zijn geassureerd. Aprês nous le deluge..." En nu

66

Page 67: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'm die herinnering door 't hoofd holde — 't was alles'n knetterwerk van uit 'r bezonkenheid opgerumoerdegedachten en invallen — je stond 'r bij van inspan-ning te trillen, omdat de D-trein IJselmonde en Ba-rendrecht voorbij was, en je binnen 't kwartier Dord-recht moest binnenloopen — Dordt met de voorwe-tenschap, dat je je voile aandacht voor Charles JeanTullipe noodig had — nu 'm die herinnering door dehersens spookte, schoot 't 'm ook te binnen, dat-ie evenvoor of even na Delft 't bulderend gelach in den slaap-coupe van Arthur Rondeel beluisterd had, hoe ze in't schemer-donker na 't copieus diner cognacjes had-den zitten pimpelen, en hoe-ie daar voor 't laatst denuitroep „Krankzinnige haring!", de speciale betite-ling voor Josephus Bok gehoord had. Tusschen Delften Rotterdam was de dikke vriend van den bankieraan 't wandelen in den korridor van den D-trein ge-weest, had-ie den bleeken auteur, die zoo onwijs bijde Dames-toiletten liep te scharrelen, aangesproken,waren ze samen naar den Slaapwagen teruggegaan.Samen. „Thing me geen kennissen van dat bijzondersoort op !", had de directeur van de Int erna ti o-nale Bank gezegd, toen 't sjofel auteurstype metde wijnkaart in z'n zak verdwenen was. En de bol-roode vriend met de te groote reismuts, die nu zoooverdadig lag te weeklagen, had geantwoord: „Daarheb 'k 'n bedoeling mee..." Er klopte iets niet. Voorde coupe-deur van den bankier had de auteur 'n nieu-wen sigaar staan rooken, then hij op jacht naar JanTulp was — den heer Josephus Bok had-ie then ner-gens opgelet. De schok van den op de Maasbrug stil-staanden, plotseling geremden trein had iedereen op-geschrikt, iedereen doen vragen en rondkijken, be-halve den bankier en z'n verdwenen secretaris — datbegreep je — dat werd na de catastrophe overduide-lijk — maar waar was de dikke vriend ter-wijl geweest... ? Was de communicatiedeur tusschende twee gereserveerde coupe's toen open of dicht?...En aan Welke zijde, in welk der coupes waren de

67

Page 68: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

valiezen met de waardepapieren, die met den uit dentrein geworpen millionnair en met den secretaris ge-eclipseerd waren, voor 't laatst bewaard gebleven?...Was 't mogelijk dat de secretaris na de misdaad, 'tIichaam alleen, zonder hulp, uit 't portierraam ge-wrongen had, en dat terwijl de overvallene zich nogzoo had kunnen verweren, dat-ie aan de noodremhad gerukt?

Nathans Marius Duporc van de Centrale Recherche,die zich meestal door z'n eersten indruk liet leiden,snoof als 'n speurhond, die gerucht hoort. Z'n verbij-sterend-snelle gedachten hadden geen halve minuutin beslag genomen. Hij vroeg den auteur nog enkelof hij met den bankier na de kennismaking in denRestauratiewagen voor de tweede maal i n of b ij z'ncoupe gesproken had, en toen Hans Thyssen verveeldde schouders ophaalde, en bits „Nee!" riep, bekeek-ieden huiverenden rug van den man op 't bed, en ge-spitst op de observatie van iedere kleinigheid, meen-de-ie op 't beddelaken van Josephus Bok 'n vaag roodplekje te zien.

„Ik dank u voor de inlichtingen", zei-ie de deurachter zich dicht trekkend. Terug in den anderencoupe, waar Arthur Rondeel met z'n overvaller ofovervallers geworsteld had, verzocht-ie den Hoofd-conducteur hem alleen te laten en er voor te zorgen,dat de korridor van den Slaapwagen vrij bleef. Eerstsloot-ie zonder eenig geluid 't venster, de zichtbarevingerafdrukken mijdend, toen beluisterde-ie zooscherp mogelijk de geluiden achter de volkomen g e-g r e n del de communicatiedeur. Niets, Het geraasvan den voortjagenden trein — de machinist trachtte't oponthoud van de Maasbrug in te halen — beletteiets van 't gesprek op te vangen. Maar terwijl-ie met't oor tegen 't beschot stond, en onwillekeurig de deur-sluiting nog eens bekeek, weerlichtte 't in 'm, dat z'neerste vermoeden zekerheid was. Als men twee cou-pe's voor zich liet reserveeren, en waarde van betee-kenis mee op reis vervoerde, sloot men zich niet a f-

68

Page 69: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zond e r 1 ij k op, b eh i eld men juist communica-tie met elkaar — dan was de tusschendeureerst na de daad van't geweld gesloten.Want als de Bankier zich al zoo vroegtij dig ontkleed-de en de valiezen zich in zijn kompartiment bevonden,had hij natuurlijk de korridordeur op slot gedaan. Devriend, die 't nu op z'n zenuwen had, was juist doord i e deur in 't bijzijn van den allerzonderlingsten au-teur binnengegaan. Dus klopte 't niet met de grende-ling der communicatiedeur aan weerszij den. En 'twas ook in ieder opzicht 1 o u c h e, dat de millionairde kleppen van de schemerlamp gesloten had, nogvOOr-ie met z'n avondtoilet gereed was. Fel-van-aan-dacht zette-ie z'n onderzoek voort. Op 't gepolijstehout van de tusschendeur was geen bloedspetje tozien. Alle sporen richtten zich van of 't gedeukte enbemorste bed naar de noodrem, die helaas tegelijker-tij d berukt was geworden. Met z'n electrische zaklan-taarn belichtte de Inspecteur der Centrale Rechercheelk voorwerp van den coupe, gelijk-ie 't nog zoo kortgeleden in den coupe van Mevrouw de weduwe MenzelPolack gedaan had. In den binnenzak van de colbert-jas aan den deurhaak stak de portefeuille van denvermiste. Ze bevatte 'n paar prive brieven, die latergelezen konden worden en 'n credietbrief op 'n Pa-rijsche Bank. In 't vest hing 'n goud remontoir en uit't kleine voorzakje spaakte 'n gouden vulpenhouder.'r Was ook 'n voeringzak met 'n kleinere portefeuillemet 'n portret van 'n gedekolleteerde jonge vrouw en'n bankje van duizend gulden. De roofmoord was dusniet om dergelijk soort kostbaarheden geschied, maarom de valiezen, tenzij de moordenaar door 't trekkenaan de noodrem in z'n bewegingen gestoord was ge-worden. Aan de noodrem. De noodrem. Ook in dierichting deugde de schakeling niet volkomen. Toenhij, Nathan Marius Duporc, 't zelfde dee, had-ie on-middellijk 't venster van de Damesgelegenheid open-gesmeten, en toen-ie 't hoofd uit dat venster stak,had-ie 't lichaam al zien vallen. Dan moest in diezelfde

69

Page 70: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

tijdsruimte de moordenaar 't veel moeilijker te han-teeren venster van den Slaapwagen-coupe met 't neer-gelaten gordijn hebben behandeld, en de geweldigekracht hebben bezeten, om z'n slachtoffer, dat zichaan 't handvat van de rem vasthield, op to tillen, enop de spoorbrug te werpen. D at k on één mannooitallee n. De zwaar-gewonde of reeds-gedoodewas niet uit den trein gevallen hij was 'r met zulk'n vaart uit g e s m et e n, dat-ie tegen 'n pilaster vande brug beukte, en in de rivier stortte. 'r Was 'ncomplic e. En die was niet ver te zoeken, want desmart van den vriend was te opvallend, te lawaaierig,om echt te zijn. En 't roode vlekje op 't beddelakenmoest zeer behoorlijk nader onderzocht worden...

De triangel met 'r roode puntjes, van dichterbij be-licht, dat teeken, dat 'm dadelijk aan 'n wraakneminghad doen denken, kwam 'm nu verdachter voor. Welkeberoeps- of andere misdadiger liet 'n dergelijk roman-tisch teeken achter — 't bijgeloof dreef ze altijd totiets als-ie nauwelijks den tijd had zich in veilig-heid te brengen ? Tijdens de worsteling was 't nietgedaan — na 't noodsignaal dat den trein tot stil-stand schokte, bestond 'r geen mogelijkheid meer,tenzij... Nog even vlug rondkijkend betastte de In-Inspecteur de pelsjas van den heer Arthur Rondeel,welke pels in 't bovenste bed van den coupe neer wasgeleid. Dat wees 'r al overvoldoende op, dat de ver-slagene den coupe voor zich a 11 e e n gereserveerdhad, en dat de jonge man met den heer Josephus Bokin den anderen coupe zou overnachten. Van naast't bed raapte Duporc nog wat shippers op. Tot zelfsden aschbak bekeek-ie haastig — veel tijd had-ie nietmeer. Er lagen veel eindjes van een bijzonder soortsigaretten in en wat sigaren-bandjes. Opmerkelijk: bijtwee banderolles van een-gulden-sigaren, een bande-rolle van vier cent — dezelfde combinatie van denRestauratiewagen. Dan was de auteur hier óók ge-weest. Hoe kwam juist dat ding hier anders ver-dwaald?... Even lei de rechercheur op de knieen. Z'n

70

Page 71: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

lantaarn ontleedde elken vezel van 't vloerkleed. Be-halve de vochtige plek van 't ingezogen bloed, was 'rnets dan vertrapte asch. In de buurt van 't spiegeltjelag enkel 'n vlok wit haar, dor en droog, of 't 'r allang gelegen had, haar, dat onnatuurlijk aanvoelde.Eerst liet Nathan Marius 't terugvallen, toen stak-ie't bij zich. Je moest nooit iets verwaarloozen.

„Sluit de deur", zei-ie tot den Hoofdconducteur, dieverwonderd keek dat de politie-beambte weer zoovlug klaar was. 't Had geen twee minuten geduurd.En in minder dan geen tijd had de Inspecteur derRecherche 't slot zoo handig met 't stempel van z'neigen ring verzegeld, of-ie 't dagelijks an de hand had.

„'k Zal van uit Dordrecht seinen", fluisterde-ie toennog : „dat de Slaapwagen in Roosendaal uit 't verbandvan den trein gerangeerd moet worden, en tot de be-schikking van de Justitie gehouden... 't Spijt me voorde overlast, die 'k de andere passagiers ga veroorza-ken, maar de wagen mag onder geen omstandighedenover de grenzen — onder geen omstandigheden..."

Zonder 't antwoord van den Hoofdconducteur ofte wachten, opende-ie plotseling den tweeden coupe,om Josephus Bok en den auteur te verrassen. 't Hadweinig effect. De intimus van den Bankier lei in bijnadezelfde positie met 't hoofd in de handen, en de au-teur, die met z'n houding geen raad moist, leunde onbe-nullig op 't voeteneind, druk bezig met 't opstellenvan 'n uitvoerig telegram aan 'n Amsterdamsch blad,blij dat hij de primeur voor de ochtend-edite kon bren-gen. 'r Zat hoe dan ook geluid in 't sensationeel geval.Net-toen-ie geschreven had, dat-ie de nadere bijzon-derheden voor 't avondblad reserveerde, stond dedrieste indringer van de politie voor de tweede maalin de deur-opening.

„U wilt wel zoo beleefd zijn in Dordrecht uit tstappen?", vroeg de vent met 't kort-geknipte roodehaar.

„O, wel zeker", sprak Hans Thyssen : „ik reis nietverder".

71

Page 72: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„En deze heer moet daar ook uit stappen...”„Dat moet u 'm dan maar zelf zeggen r, beet de

auteur van zich af.„Ik vind alles goed", kreunde Josephus Bok, die

't gehoord had : „wat moet 'k alleen in Parijs?... Watmoet 'k zonder dien besten kerel..."

„Dank u", zei Nathan Marius Duporc : „ik heb uwgetuigen-verklaringen noodig, en voor 't overige zalik 't u niet lastig maken..."

„U kan over me beschikken", zei Hans Thyssen,kregelig opstaand : „maar dan eerst na elf uur, wantik stap hier uit voor 'n litteraire lezing".

Hij stond nu vlak tegenover den man van de re-cherche, met de in de zenuwherrie stukgebeten sigaarin z'n mond.

„U heeft den heer Rondeel dus na de kennismakingin den Restauratiewagen n i et meer ontmoet ?", vroegde Inspecteur nog eens.

„Dat heeft u me straks al gevraagd", antwoorddede ander bits: „en ik heb u dadelijk nee geant-woord..."

„Neem me niet kwalijk", zei Duporc hoffelijk : magik u dan nog enkel om 'n beetje vuur verzoeken?"

„Asjeblief r, snauwde de auteur. Dat vrijpostig in-dividu, dat 'n reiziger op zoo'n oogenblik nog metzulk 'n futiliteit dorst lastig vallen, kon op 'n buiten-gewoon-vriendelijke descriptie in z'n uitvoerig ver-slag rekenen !

„Merci", zei de beambte, 't verkauwd stuk sigaarteruggevend — zonder 't bandje.

Weer in den korridor terug, bekeek-ie 't aandachtig.'n Sigaar van den vermoorde. Die man loog. Diewist meer. Of hij had den sigaar voor den aanslaggekregen, en dan had-ie bij wijze van spreken „oppost" gestaan, want hij wachtte voor de coupedeur,en 't was 'n n i e u we sigaar — of hij had den durensigaar kort na 't trekken aan de noodrem, wat de zaaknog vreemder maakte, in ontvangst genomen. Ter-wijl-ie in haast onbeholpen beraad door 'n portier-

72

Page 73: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

raam naar buiten keek, in driftigen tweestrijd hoe-ieden dubbelen knoop moest doorhakken — Jan Tulp,de beruchte, die zich stellig nog in den trein beyond,over de grenzen te laten ontglippen — of 't bestialegeval van den moord onmiddellijk in 't naderendeDordt op te nemen — 't sprak vanzelf dat 't laatstevoorging, maar an 't eerste zat z'n buldogge-hardnek-kigheid vast — gaf 'n klein incident den doorsiag.Hans Thyssen, die 'n glas water voor Josephus Bokwilde halen liep den detectieve voorbij en ontmoettedrie stappen verder mevrouw de weduwe Menzel Po-lack, die zich aangekleed had, om 'r reis, zoo ellendigbegonnen, te onderbreken. De dame gaf 'n gil, weekachteruit, liet den auteur passeeren.

„Wat was dat?", vroeg Nathan Marius Duporc.„Hij!" praatte ze angstig: „hij !"„Welke hij ?"„De kleine, bleeke, met de dampende pijp, die in

't Toilet..."„Stapt u in Dordrecht uit?"„Dat doe 'k natuurlijk, natuurlijk."„Dan doen we 't samen, mevrouw", zei de Inspec-

teur der Centrale Recherche, maar 't dee 'm geweldigdisplezier dat-ie door dat noodzakelijk besluit deprachtige troefkaarten in de zaak Tulp uit handengaf. Had-ie maar van de aangeboden diensten vanWillemse van de Haagsche Recherche gebruik ge-maakt !

Zoo toen de trein in Dordrecht stopte, sprong hijuit den Slaapwagen, en nog voor iemand de controlegepasseerd was, had hij den Dordtschen politie-agentdie buiten op wacht stond, haastige instructies gege-ven, en posteerde hij zich bij de Uitgan g, om tezien wie in Dordrecht uitstapte.

't Werd 'n gedrang van betrekkelijk veel reizigers.De heer Josephus Bok, die zich geen moment ver-

zette — integendeel : hij was zelf van plan geweest dezaak bij de Dordtsche Politie te gaan toelichten —werd verzocht mee naar 't Bureau to gaan. Zoo ook

73

Page 74: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de heer Hans Thyssen, lid van de Vereeniging vanLetterkundigen, die zoo luidruchtig protesteerde, dat't 'n oploopje gaf — hij werd gewacht — de lezingkon niet uitgesteld worden — hij zou z'n beklag bijJustitie in Den Haag... lib zou... En omdat-ie 'n drei-gende houding aannam, werd-ie door den agent een-voudig in z'n kraag genomen.

Even later stapten in H otel P onsen twee parenof — 'n oude Engelsche heer met 'n blond jong vrouw-tie en 'n kleine Franschman met 'n elegante, slanke,zwarte dame.

De bagage gaven ze niet uit handen.De Engelschen trokken zich dadelijk naar hun ka-

mers terug, bestelden iets om te eten — de Francaise,niet goed in orde, vroeg 'n warmwaterkruik.

Aileen de jonge Franschman bleef nog 'n heele poosbeneden, om brieven te schrijven, en dronk 'n fleschBordeaux.

Toen- ie klaar was ging-ie naar boven, struikeldeover de buiten-neergezette schoenen van 't Engelschepaar, bukte, zette in de hotelgang groote oogen op.

„Gossalmekraken", zei Jaapje Eekhoorn, de gelui-den scherper beluisterend.

74

Page 75: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

VIII.

EEN HOTEL, WAARIN WEINIG GESLAPEN,VEEL GEPLAST EN GESCHARRELD WORDT,EN WAAR GASTEN, ZONDER TE ONTBIJTEN,

HUN REKENING BETALEN.

„Dat is 't toppunt!", stoof Josephus Bok in 'n pa-roxysme van woede op, en in plaats zakelijk te argu-menteeren, bebeukte-ie de tafel van den dienstdoen-den inspecteur van politie, die per telefoon naar 'tBureau geroepen was : „ik ben niet van plan me opdie manier te laten behandelen! U schijnt te verge-ten, dat u met 'n fatsoenlijk en bekend man te doenheeft ik heb u mijn kaartje gegeven en u mijn bui-tenlandsche pas getoond! Men mag 't niet in z'n her-sens halen den directeur van 'n groote Assurantie-maatschappij met 'n correcte reputatie, en ridder van't Legioen van eer, op de bloote vermoedens van deneerste den beste, als 'n ordinaire boef..."

„Doe wat ik zeg", zei de inspecteur tergend kalm,„en als u nog 'anger tegenstribbelt, zullen we hard-handiger moeten optreden..."

„Dus ik moet 't me laten welgevallen, dat ik ge-fouilleerd word, met andere woorden, dat u de moge-lijkheid aanneemt, dat ik dien prachtkerel, dien recht-schapen, voortreffelijken vriend-van-jaren... Ik waar-schuw u, meneer, dat ik 't 'r niet bij laat zitten!...Dat is 'n monsterachtige methode..."

„Ik heb m'n tijd noodig, collega", zei Nathan Ma-rius Duporc van de Amsterdamsche Recherche : „detelefoon werkt helaas niet meer. 'r Moet iemand metden voorlaatsten of laatsten trein naar Rotterdam, omRoosendaal en de andere grensstations morgen vroeg-tijdig te bereiken. Deze heer is medeplichtig — weetmeer dan-ie wil los laten, en ik ben niet van plan medoor dikke woorden en houdinkjes in de luren te latenleggen..."

75

Page 76: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Doe je plicht r, gelastte de Dordtsche inspecteur,'r met waarlijk-Amerikaansch flegma 'n sigaret bijopstekend en 'r z'n confrere uit Amsterdam een pre-senteerend.

Een moment leek 't of de joviale Directeur derA 11-R i s k-Maatschappij zich met geweld zou ver-zetten. De aren op z'n voorhoofd zwollen, z'n vuistenbalden. Dan 't geval, niet-tegenstaande 't wanhopig-tragische, van den meer humoristischen kant opne-mend, hield- ie de handen omhoog, en antwoorddealleen nog maar op den bits-satyrischen toon, waar-mee-ie z'n kantoorpersoneel de stuipen op 't lijf konjagen. Terwijl woelden de drieste handen van 'n agenten 'n brigadier in z'n zakken, 't eerst in z'n achterzak,die 'n dreigende browning opleverde.

„Aha r, zei de inspecteur: „dat is 'n voortreffelijkbegin! Heeft u 'n speciale machtiging, om 'n vuur-wapen bij u te dragen?”

Josephus Bok had de impertinentie 'n operette-me-lodie te fluiten, en naar 'n in 'r web kuierende spinte kijken.

„Als u weigert te antwoorden", dreigde de inspec-teur, die 't klappen van de zweep kende: „zal ik uzoolang laten opsluiten tot uw spraakvermogen enuw gemanierdheid terug zijn gekeerd. Heeft u mach-tiging voor 'n browning?"

„Laten we over 't beroerde weer praten", sarde deheer Bok, 't slaan van den hagel tegen de ruiten be-luisterend, en hoeveel moeite-ie zich ook gaf, om zichgoed te houden: hij moest even schateren om 't gedu-peerde gezicht van den beambte, die eindelijk ont-dekte, dat 't lugubere ding 'n sigaretten-etui met 'nbenzinevlammetje was.

Duporc, die bij 't onderzoek bijna voortdurend hadstaan observeeren, hield den zakdoek van den ver-dachte dicht bij 't licht van de lamp, mengde zichin 't verhoor.

„Hoe komen die roode vlekken aan uw zakdoek?"„Dat weet 'k niet — dat moet u weten ...... "

76

Page 77: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Heel goed. Dat antwoord zou u niet geven, als uonschuldig gearresteerd was. Zoo antwoordt alleeniemand, die op z'n woorden let...... Is dat uw spe-ciaal merk sigaretten?”

„Precies, waarde heer ...... "„Heeft uw — uw laaghartig aangerande vriend,

daarvan in zijn coupe gerookt — ja of nee?"„Dat herinner ik me niet meer ...... "„Dan zal ik uw geheugen opfrisschen — in den

aschbak van den coupe, waarin de misdaad gebeurde,iagen meer dan 'n half dozijn van deze bijzonderemondstukken ...... "

„Ik dacht dat 'n behoorlijk vakman betere en intel-ligenter dingen te beweren had", repliceerde de heerSok, 't oog op z'n sleutelbos, z'n zilveren lucifersdoos,z'n beurs, z'n horloge, z'n zakkam, z'n nagelschaar, z'nzilveren tandenstoker en wat de brutale handen nogmeer uit de duistere spelonken van z'n gezamenlijkezakken opdiepten, houdend : „of behoort 't tot deHoogeschool van de in-landsche recherche 't rookenvan sigaretten verdacht te vinden?"

Deze ironie was volkomen misplaatst, had tot eenigresultaat, dat de op z'n teenen getrapte speurder deduimschroeven sterker aanzette, en vernuftige din-gen zei, die de ongepaste vroolijkheid van den anderaanzienlijk temperde.

„Ik wil u wel op 'n briefje geven, meneer Bok, datu vannacht hier blijft logeeren, tenminste als mijnDordtsche collega 'r geen bezwaar tegen heeft u gast-vrijheid te verleenen ...... U was eerst zoo, 'k zouhaast zeggen onnatuurlijk bedroefd, en nu — les ex-tremes se touchent! — is u zoo onnatuurlijk geestig,dat ik 'r 't mijne van denk... Fouilleer meneer maarniet langer heeren, en breng den anderen arrestanthier, als 'r gescheld wordt ...... Ziezoo, nu zijn we al-leen, meneer Bok, en kunt u zich vrijmoediger uiten...'t Heeft u niet glad gezeten, dat ik ambsthalve in den-zelfden trein was...... Waar zat u — en op mijn cate-gorische vraag wensch 'k 'n categorisch antwoord —

77

Page 78: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

waar hield u je op, toen 'r op de Maasbrug aan denoodrem getrokken werd? Heeft u me verstaan enbegrepen?"

„In den korridor, om de Rotterdamsche haven bijavond te zien ...... "

„En toen?"„En toen — en then n i k s..."„Dus u vond 't niet de moeite waard bij de kleine

paniek naar den coupe van meneer Arthur Rondeelte gaan, om u te overtuigen of 'r onraad was?"

„Daar dacht 'k niet aan. Daar zou u evenmin aangedacht hebben. Hij had ons goeien nacht gewenscht,omdat-ie dood-op was, en om goed te slapen nog 'npaar glazen cognac gedronken... Toen dee-ie de deurop slot..."

„Ook de tusschendeur?"„Die was al dicht ...... "„U was meegegaan om 66k op de geldswaarden te

letten ?"„Dat spreekt vanzelf. Als 'n vriend millioenen met

zich meeneemt ...... "„En als 'r dan aan 'n noodrem getrokken wordt,

vraagt u niet, denkt u niet, grijpt u niet in, blijft u'n sigaar in den korridor rooken — of zoo iets... nietwaar?"

„Dat of-zoo-iets kunt u 'r aflaten — ik rookte 'nsigaar ...... "

„Ja juist. En als u 'n vriend met zulke waardenbewaakt, steekt u 'n speelgoed-revolver bij u ...... "

„Dat is volkomen natuurlijk. 'k Heb dat ding, waar-mee ik m'n collega's op de Beurs geamuseerd heb, alsinds 'n paar dagen bij me..."

„In welken van de twee gereserveerde coupe's wa-ren de valiezen?"

„Niet bij ons..."„Wie is „ons"... ? U spreekt in 't meervoud..."„Niet bij mij en den secretaris..."„Waarom niet?"„Omclat mijn arme vriend dat niet wou..."

78

Page 79: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„En hij nam u en hem mee voor meerdere veilig-heid ! Curieus ! En de communicatiedeur was opslot ?”

„Dat heb 'k u al gezegd..."„Hoe kwam de verdwenen secretaris in dien g e-

slotencoupe?"„Moet u mij dat vragen, meneer? Dat grenst aan

't ongeloofelijke !"„Hoe komt dat bloed aan uw zakdoek?"„Ik ben na den moord in den coupe geweest, heb

vermoedelijk 't een of ander angeraakt, en heb meveroorloofd m'n oogen of te drogen. 't Is bij Godom je geduld te verliezen !... 't Is schaamteloos,je tegen zulke vragen te moeten verdedigen !... 'k Be-gin 'r genoeg van te krijgen, meneer!"

„Ik nog lang niet", merkte de Inspecteur van deCentrale Recherche droogjes op : „weet u ook of dievaliezen met waarden verzekerd waren?"

„Dat weet 'k zeker", antwoordde Josephus Bok vin-nig : „alle verzendingen van geld, effecten en waarde-papieren van de Internationale Bank in 'tbinnenland en in de entente-landen zijn doorloopendop beurspolis bij mijn maatschappij geassureerd. Welijden 'n enorm verlies, als de valiezen gestolen zijn!Ben i k niet de laatste, om op zoo'n krankzinnige ma-nier verdacht te worden? U begint met 'n monstruo-siteit en u eindigt in zakelijken zin met je reinste non-sens !"

„Dat is voor mijn verantwoording", zei Duporc, z'nDordtschen collega wenkend niet te intervenieeren :„dat verlies kan niet zoo enorm zijn, want de diefheeft niets aan effecten. Die raakt hij onder zulkeomstandigheden niet kwijt, en in uw plaats zou ikme nooit hebben laten gebruiken om waarde-papieren,die 'k assureerde mee te helpen bewaken..."

„'k Zal zoo vrij zijn uw lompheden onbeantwoordte laten", sprak de heer Josephus Bok, de handeneindelijk in de lee g e zakken stekend.

„Toen 'r aan de noodrem getrokken werd, was u

79

Page 80: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

beslist en stellig niet in een van de twee gereserveerdecoupe's ?"

„Nee!"„U stond in den korridor te rooken?"„Ja..."„'n Pijp of 'n sigaar?"„Interesseert u dat?"„Dat interesseert me".„'n Sigaar!"„Een van uzelf of een van 't soort, dat u door den

heer Rondeel in den restauratiewagen gepresenteerdis geworden?"

„Niet van mezelf en niet van m'n ongelukkigenvriend", antwoordde Josephus Bok triomfantelijk :„ik was met dien meneer Thyssen, dien u bij mij inden coupe aantrof 'n eind in de gang opgeloopen...Uit beleefdheid kon 'k 'n sigaar, die-ie me aanboodmet weigeren, en gaf 'r hem een nit onze kist... Heeftu nog meer van die uiterst-belangrijke vragen?"

Hij zei 't uit de hoogte, zoo als iemand, die lastiggevallen wordt, van zich of bbt, maar 'r was lang-zamerhand 'n tikje spanning tusschen de twee ge-groeid. 'n Onnoozel spel van vraag-en-antwoord was't niet !anger. De Inspecteur der Recherche zweegeven, am 'n nieuwen aanloop te nemen.

„Was die uitwisseling van sigaren voor of na denlaatsten keer, dat u met meneer Rondeel in den coupesamen was?"

„Natuurlijk 'r na!", snauwde de verdachte: „'kheb m'n vriend na 't goeien-nacht-wenschen niet meerterug gezien... Dat kan de auteur, dien u zoo schan-delijk belet z'n lezing te houden, getuigen..."

„U liegt", viel Nathan Marius Duporc grof en feluit: „want 't bandje van den auteurssigaar lei in denaschbak van den anderen coupe... U liegt, want uwas niet in den korridor, toen ik iemand zocht...U liegt dat van uw bebloeden zakdoek, omdat die me-neer Thyssen 'r bij was toen u de komedie van 't deuropentrekken vertoonde, en u gillend zag dat de coupe

80

Page 81: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Iceg was... U zal dat alles moeten ophelderen, als deJustitie den boel nader onderzoekt... Wil 't parketu vrij laten, dan heb ik me te onderwerpen, maar ikheb alle motieven om u vannacht hier te houden."

„Ik geef u mijn woord van eer, dat ik volkomenonschuldig ben", zei de Directeur van de A 11-R i s k-Maatschappt : „ik stel 'n actie in tegen 't aanrandenvan mijn goeden naam en uitstekende reputatie..."

„Meneer blijft ter beschikking", zei de Inspecteurder Recherche, die kalm gescheld had: „laat Bien an-deren binnen..."

„Jongen, jongen, meneer Duporc", zei de Dordtschecollega, toen ze alleen waren : „vergist u zich niet?...Dat lijkt me geen type, om bij zulk 'n aanslag betrok-ken te zijn — 'n man van standing — 'n man vanbekendheid, die ook zonder uw interventie zelf hierglkomen zou zijn, om de justitie in te lichten... Datgeeft geschrijf en protesten in kranten..."

„Juist meneer", begon Hans Thyssen, die de laatstewoorden gehoord had, onmiddellijk te fulmineeren:„dat zal geschrijf in kranten geven en meer dan u liefzal zijn! We zijn op die manier geen vrije burgersmeer, maar onderdanen van 'n middeleeuwschen po-litiestaat I Ik heb als auteur de zonderlingste dingenmeegemaakt, maar dit is 't toppunt... Ik had van-avond 'n lezing in den Schouwburg..."

„Hoe is uw naam?" interrumpeerde de beambteachter 't bureau.

„Da's bijzaak! Ik weiger inlichtingen te geven vooru mij in vrijheid sten!"

„Fouilleer dezen onwilligen heer, brigadier!"Met 'n zeldzame rapheid van tong, nog sterker ver-

bolgen dan de directeur der Assurantie-Maatschappij,zette de auteur zijn principieele bezwaren tegen eendergelijk lijfstraffelijk onderzoek uiteen, maakte deneenen inspecteur-van-dienst voor 'n stupieden plebe-jer, den anderen-van-de-centrale-recherche voor tien-dubbelen kaffer uit, schreeuwde dat-ie den minister-van-Justitie door 'n dozijn kamerleden zou laten inter-

81Moord in den tretn. &

Page 82: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

pelleeren, dat dit geen vergissing maar 'n misdaadwas, en eerst toen de brigadier dreigde de paternos-ters om z'n gerafelde manchetten te slaan, liet-ie zichals 'n beleedigde Majesteit betasten, onderging-ie 'ttergend schandaal van 't inventariseeren van z'nzakken. En daar kwamen verschillende blameerendezaken uit te voorschen, voorwerpen geschikt voor 'nrariteiten-museum, doch minder passend voor deloerende oogen van politie-beambten onder 't indis-kreete licht van 'n lamp. 't Gebaar van den brigadier,die 'n vodje van 'n zakdoek, welke eerst den indrukvan 'n somber masker met kijkgaten en 'n spleet voorden mond maakte, tusschen wijsvinger en duim vanzich of hield, of-ie bang was 'r z'n uniform mee tezullen besmetten, was letterlijk 'n klap in je gezicht.Hans Thyssen bezat twee zakdoeken, een voor z'nneus, dien-ie zelden snoot, behalve in 't primaire sta-dium van verkoudheid — kortgeleden had-ie 'n zeerde aandacht trekkende studie over de O n a e s t h e-tica van het geraas van den neus in eender allereerste Tijdschriften gepubliceerd — en eenvoor meer daagsche, meer dringende bezigheden, 'tstof-afnemen van z'n werktafel, 't wetenschappelijkverwijderen van gestorte thee, 't herstellen der inkt-aandoeningen op z'n middenvinger, 't kuischen vanniet begeerde slijkspetjes op 't ander soort neus, datmet zolen en achterlappen tot de kultuur der loopendemenschheid behoort. Deze tweede zakdoek, nog pasin de Dames-Toiletten van den D-trein als benzine-lapje misbruikt, zag 't eerst 't lamp-licht van deDordtsche politie-bureelen — toen verscheen de twee-de van dezelfde doch eenigszins blanker kleur. Dederde, van paarse zijde, herinnering aan beter dagen,stak uit z'n colbert-zakje, verrichtte de wereldschediensten van bij 'n lezing langs den mond gewreven teworden. Na deze collectie rangeerden zich, in volg-orde-van-ontdekking, 'n doosje lucifers, met gedeelte-lijk afgebrande houtjes, 'n ring met vier roestige sleu-tels — hij droeg ongezond — 'n spanen doosje met

82

Page 83: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hoesttabletten — 'n kam met uitgevallen tanden, ge-lijk 'n gebit, dat in later jaren met te harde korstenheeft geworsteld — 'n tandenborstel, met garantie te-gen uitvallen, doch met weemoedige ruiplekken — 'nversleten stuk zeep in 'n huls krante-papier — en tenslotte 'n sigarentoetje met 'n nog kompleeten eigensigaar, en de bewaarde heeft van den geschonken ban-kiers-import-dito. In de dikke zak-portefeuille stakenbrieven van vele letterkundigen, onbetaalde rekenin-gen, 'n quitantie met eindelooze aanteekeningen vanuitstel — en 'n... bankbiljet van honderd gulden.

„Heeft-ie nog andere zakken?", vroeg Nathan Ma-ens Duporc, die alleronhebbelijkst de intimiteiten vande portefeuille doorzocht.

„Nee, meneer", zei de brigadier.„Kijk dan in z'n schoenen", gebood de superieur.„U is 'n pioef, 'n ordinair type, u heeft 'n lakeien-

ziel, die geen grein respect voor de beste geesten vanden tijd heeft!", zette Hans 'n tweede improvisatie in:„als u mijn roman in twee deelen D e B i e c h t vanStanislaus Erkerman gelezen had, zou u 'rniet an kunnen denken, een fijnvoelend auteur opzulk 'n perfiede manier te diskwalificeeren..."

„Ik heb niet de eer u of uw romans te kennen",merkte de Inspecteur stug op: „ik ken u officieelheelemaal niet, omdat u zoo welwillend was te wei-geren, uw naam te noemen... Wat zit 'r in dien schoen,brigadier?"

„'n Prijscourant", zei de beambte, pogend 't schrif-tuur te ontleden.

„Behoort 't ook tot uw werkkring?", begon Duporete ondervragen : „om wijnkaarten nit 'n Restauratie-wagen zonder permissie bij u te steken, en op dezewijze te vernielen?"

„Pot verwijt den ketel", hoonde de auteur: „'k hebu met eigen oogen 'n menu-kaart op dezelfde manierzien meenemen..."

„Die had ik als Inspecteur van de Centrale Re-cherche noodig", verwaardigde Nathan Marius zich

83

Page 84: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

te antwoorden, en onwillekeurig moest-ie glimlachenom de keurig geknipte hulpzool met de gerenom-meerdste wijnnamen, Saint Emilion, Barzac, HauteSauternes, Mod et Chandon, met de Restauratiewa-gen-prijzen 'r achter: „maar in uw geval is dat ietsanders, en ik zou u willen adviseeren 'n beetje min-der uit de hoogte te glimlachen, lastig verschijnsel,want ik heb u meer vragen te stellen dan u welkomzullen zijn !... Ik moet ook den inhoud van den ande-ren Schoen hebben brigadier!... en korte metten, asje-blief !... Jij ben in 't Dames-toilet geweest, meneermet je grooten, brutalen, ingebeelden mond, en je hebdaar 'n leeg fleschje met 'n etiket van 'n drogist uitde Van Woustraat laten staan, vlak naast de wasch-kcm..."

„Als ik u 'r een plezier mee doe", zei Hans Thyssen,met nadruk op 't u — opmerkelijk hoe die machts-wellustelingen jij-den en jou-den of ze hun botte ge-lijken voor zich hadden! „als ik u met de schrik-kelijke bekentenis 'n groot plezier doe: ja en nogeens ja..."

„'n Leeg chloroform-fleschje...", sprak de recher-cheur in den zwaren toon van beschuldiging, die z'nwenkbrauwen deed fronsen.

„Juist", erkende Hans, net als Josephus Bok dezaak ironisch behandelend — 'n geheel verkeerdedemonstratie, daar men met groote heeren geen ker-sen eet en in de sfeer van den „sterke arm" onnoo-dige grapjes dient te mijden.

„Met chloroform", herhaalde de Inspecteur.„Juist, juist", glimlachte de auteur: „elke drogist

zou u uw neus bent den !"„Daarmee heeft u iemand bedwelmd... !"„Ach jawel! Waarom niet", bekende de auteur,

met den aimabelsten grijns van de wereld.„Die dame?"„Precies die dame!" bevestigde Hans Thyssen —

de klucht werd vermakelijk — 'r begonnen kolommenvoortreffelijke kopy in te zitten.

84

Page 85: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„U erkent dus in dat Dames-Toilet geweest te zijn?”„O, wel zeker..."„Zijn deze natte reepen krantepapier, uit 't P r e-

d i kb eu rt en blad gesneden, daar door u achtergelaten ?"

„En inderdaad ...... ", lachte de auteur. 't Werd 'nparodie op 'n detectieve-geschiedenis, en de SherlockHolmes over 'm had 'n klap van den molen te pakken,als-ie deze komieke verwikkeling met den moord opden Directeur van de Internationale Bankin verband bracht. 'r Groeide de meest-sensationeelekopy... Nou de lezing in 't honderd geloopen was,bleef-ie vannacht in 'n hotel op, om de zotte bijko-mende avonturen van 'n beestachtige misdaad in kleu-ren en geuren te beschrijven ! Maar Nathan MariusDuporc, die ingewikkelder gevallen had meegemaakt,en nooit losliet voor-ie zekerheid had, hield voet bijstuk.

„Hoe komt u aan die honderd gulden in uw porte-feuille ?"

„Wat weerlicht, dat raakt u niet !"„Goed zoo! Ik hou meer van dien toon van veront-

waardiging, dan van uw quasi-sarcasme", zei Duporc:„iemand met zulke reddelooze schoenen en zulkeschunnige zakdoeken en toilet-ingredienten, iemand,die wijnkaarten voor zolen gebruikt, loopt met geengroot bankpapier in z'n zak... Ik raad u in uw eigenbelang aan 'n behoorlijk antwoord te geven..."

„Ik heb dat geld op fatsoenlijke wijze verdiend...",zei de auteur kalmpjes.

„Heeft u die honderd gulden uit Amsterdam mee-genomen ?"

„Nee. 'k Heb ze voor 'n half uur van meneer Jo-sephus Bok gekregen."

„Merkwaardig!... Heel merkwaardig!... In dentrein ?"

„In den trein! Is dat zoo interessant?"„Buitengewoon. En met welke bedoeling als 'k vra-

gen mag?"

85

Page 86: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Als voorschot op 'n tweede reclame-brochure voorde A 11-R i s k-Assurantiemaatschappij...”

„Zoomaar ineens?... En, u had 'r niets anders voorte presteeren?"

„'k Zal maar denken, dat u niet wijzer is", ant-woordde de auteur, z'n schouders ophalend.

„'k Heb meer van zulke inpertinenties van men-schen, die me om den tuin probeeren te leiden, ge-hoord", zei de Inspecteur der Recherche: „kreeg udat geld voor of na 't trekken aan de noodrem?"

„'r Voor... Weet u nou genoeg?"„Waar stond u, toen u die honderd gulden kreeg?"„In de gang van den slaapwagen..."„En waar was u toen de trein stilstond?"„Op de plaats waar u m'n zolen gevonden heeft",

glimlachte de auteur weer.„Heeft u dien meneer Bok 'n sigaar gegeven?"„Dat heb 'k..."„Voor of na 't trekken aan de noodrem?"„'r Voor — toen ik de honderd gulden kreeg. 't Kon

toen lijjen..."„U kunt daar 'n eed op doen r„Tien, als 't noodig is..."„En die meneer Bok gaf u 'n duren sigaar terug?"„Dat deed-ie... Alles geweldig-misdadig niet?"„Laat die dame binnenkomen", zei Nathan Marius

Duporc, zonder op die hatelijkheid in te gaan. De tweeinspecteurs fluisterden met elkander, bekeken de no-tities, die de Dordrechtenaar had zitten maken.

Mevrouw de weduwe Menzel Polack kreeg 'n stoel,omdat ze zich nog zoo ellendig voelde. Ze aarzeldegeen seconde. Met de meeste stelligheid bleef ze vol-houden, dat Hans Thyssen, lid van de Vereenigingvan Letterkundigen en auteur van o.m. De B i e c h tvan Stanislaus Erkerman, de bleeke manmet de dampende pijp was, die haar kostbaarheden in't Dames-Toilet gestolen had. Hans wond zich op,schold haar woedend voor hysterica uit, beloofde eenplainte tegen haar in te dienen, lei zonder zich ver-

86

Page 87: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

der te geneeren uit, dat-ie in 't bewuste Toilet nieuwepapieren zolen in z'n schoenen gelegd, en geen pijpin z'n mond had, omdat-ie al den sigaar rookte, waar-van-ie de helft in 't sigarenzakje bewaarde — zijhield pertinent vol, dat ze zich niet vergiste, en zezei 't op straat nog wel 'n dozijnmaal, terwijl HansThyssen gastvrijheid in 't politiebureau genoot en deheer Josephus Bok als 'n dronken sujet tegen 't ijzer-werk van z'n celdeur trapte.

Als 'n hoffelijk man bracht Nathan Marius Duporchaar naar Hotel Ponsen, waar-ie zelf ook 'n kamerbetrok, om met den eersten trein naar Roosendaaldoor te reizen. Toen-ie na Mevrouw de weduwe Men-zel Polack, wien-ie als gentleman twintig guldenleende, omdat 't schaap letterlijk leeg-geroofd was,z'n naam in 't vreemdelingenboek schreef, contro-leerde-ie gelijktijdig wie 'r na aankomst van denFranschen trein in 't Hotel waren afgestapt, en te-gelijk of 'r 'n telegram uit Den Haagwas gekomen. Ingeschreven stonden James Macdo-nald and wife uit Melbourne en Henri Aimard etmadame uit Boulogne-sur-Mer — telegrammen waren'r niet.

In z'n eentje dronk de Inspecteur der Centrale Re-cherche 'n glas bier, en ging toen, op z'n zenuwendrijvend naar boven, waar 'n deur haastig geslotenwerd,toen-ie de trap op kwam, en waar 'n hand 'npaar laarzen buiten zette. In z'n kamer maakte-ie 'tzich makkelijk, stak 'n nieuwen sigaar op, wandeldebedachtzaam in de kleine schatkamer van z'n herinne-ringen, sinds-ie dien avond Jan Tulp van of de woon-schuit naar 't Centraalstation gevolgd was, rond.'t Was 'n vervloekte historie, dat-ie den met zooveelhardnekkigheid gezochten en op heeterdaad betrap-ten Hotelrat had moeten laten glippen, omdat eenmoord- en beroovingszaak, van nijpender beteekenis,je vanzelf 'n andere richting opdrong, maar nu 'teenmaal zoo mOdst, zouen de schoften, die den Bankiervan 't leven hadden beroofd, 'n harden dobber an 'm

87

Page 88: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hebben. Die meneer Bok mocht onder geen omstan-digheden worden losgelaten, en die zonderlinge kran-tenschrijver...

Te dezer hoogte van z'n bedenkingen deed-ie watJaapje Eekhoorn, de boezemvriend van Jan Tulp zookort geleden gedaan had — hij luisterde. 't Café be-neden was gesloten, 't Hotel was, nu 'r geen treinenmeer konden aankomen, dicht — en toch drongen 'r,voor at uur, ongewone hotelgeluiden tot z'n kamerdoor.

Links leken ze 'r plezier in te hebben 't een of an-der te repareeren, klonken zachtjes slaagjes, of zemet 'n hamer leer beklopten, rechts scheen iemand'r genoegen in te vinden 'n langdurig bad in denlavabeau te nemen, en omdat 'r lucht in de leiding wasgeraakt, bromde en dreunde de kraan aller-onaange-naamst. Op 't punt naar bed te gaan, met hoogstens'n vijf uur rust voor zich, beklopte de Inspecteurder Recherche op zijn beurt eerst den linker, toenden rechterwand. En letterlijk dadelijk werd 't aanweerszijden volkomen-stil. Maar na 'n half uur, toen-ie door de niet-afgestelde centrale-verwarming endoor 't rondspoken der avonturen door z'n hoofd, denslaap niet kon vatten, begon 't aan twee kanten op-nicuw. 't Leek op die manier 'n badinrichting,'s nachts over half twee... Humeurig mensch als ie-der ander, stapte-ie 't ledikant uit, opende de gang-deur. Links wachtten de laarzen van den heer en me-vrouw Macdonald, rechts die van den heer en me-vrouw Aimard. Bij de MacDonald's klopten en wasch-ten ze; bij de Aimard's deden ze ongeveer 't zelfde.

„Vreemd", dacht de rechercheur: „'t is of 'k enkelmannenstemmen hoor".

Maar omdat-ie niet qual i tat e qua in z'n nacht-hemd stond te luisteren, bonsde-ie nij dig op elk derdeuren. Links en rechts gingen de lichten uit, bewo-gen de gestoorde echtparen niet meer.

Heel vroeg zat Nathan Marius Duporc aan de ont-bijttafel in de groote serre. 'r Waren meer reizigers,

88

Page 89: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

die met den eersten trein weg moesten, maar die zoobang waren 'm to missen, dat ze zonder ontbijt ver-trokken.

„Ik snap 'r niks van", zei de Oberkelner: „families,die nuchter op reis gaan... As ze u zien zitten, doenze idioot..."

„Ach kom", lachte Duporc: „dat zal inbeeldingwezen..."

„Waarachtig niet, meneer... Die Engelschen enFranschen hebben betaald — 'k zou haast zeggen,toen ze u zagen — hebben geen kop thee gedronken,en 'n s c h ij n t j e van 'n fooi gegeven!"

89

Page 90: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

IX.

EEN VEEL-BEWOGEN HOOFDSTUK, WAARINDE HEER N. M. DUPORC VAN DE CENTRALERECHERCHE DEN TREIN MIST, DE AANDEE-LEN DER „INTERNATIONALE BANK" VOOR'N APPEL EN 'N EI AAN DE AMSTERDAMSCHE

BEURS VERKOCHT WORDEN, EN JAAPJEEEKHOORN DAMESBEZOEK IN DE

WOONSCHUIT ONTVANGT.

„Wat kan dat geweest zijn?", overwoog de Inspec-teur der Recherche, 't zacht-gekookt ei zoo keurig-raak met z'n mes bewerkend, dat 't kapje als 'n minis.-tuur-deksel losliet, en 'r nog geen geel traantje langsde gespleten schaal droop.

Als de kelner van 't beste Dordtsche hotel zich nietvergiste, 't geen gebruikelijke kletspraat van 'n doorfooien-teleurgestelde was, 'r inderdaad menschen had-den gelogeerd, die de ontbijtzaal voorbij waren ge-gaan, omdat h ii 'r 'n broodje zat te eten, dan haddendie mogelijk — je moest 'r naar gissen — 't een ofander motief niet gezien te worden.

Je kon aannemen, dat 't paren waren, op de huwe-lijksreis of op de bedriegelijke nabootsing daarvan,maar die pleegden 's morgens vOOr zes uur niet bijde hand te zijn, en 'n Engelschman noch 'n Fransch-man zouden 'r an denken 'n ontbijtzaal te mijden,omdat 'r 'n onbekend Hollandsch politie-ambtenaarzat.

De houding van 'n babbelgraag burgermannetjeaannemend, hoorde Duporc den kelner uit.

't Was beslist de ouwe MacDonald, 'n man metzilverwit haar geweest, en even stellig de kleine Fran-zoos, die gisteravond 'n flesch rooie wijn had gedron-ken, terwijl z'n vrouw al heel vroeg met 'n heetwater-kruik naar bed was gegaan.

De Engelschman had gezegd: „daar zit die d a in-

SO

Page 91: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

n ed r a s c a 1, die vannacht tegen onze deur heeftgebonsd !" — de Franschman had enkel loopen flui-ten en was, na betaald te hebben, weer naar z'n ka-mer teruggegaan, en van z'n kamer naar 't station.

„En de dames?", vroeg Duporc, z'n horloge bekij-kend — veel tijd had-ie niet meer.

„Die heb 'k heelemaal niet meer onder m'n oogengehad", antwoordde de kelner : „veel zaaks is 't nietgeweest... Je ken bij vreemdelingen moeilijk naarde trouw-acte vragen... Is 'r 'n luchie an, dan glippende vrouwen de deur uit, terwijl je bezig ben... En dathebben deze fijntjes gedaan... As ze zonder grootebagage arriveeren, laten we meestal bij aankomst be-talen, maar met buitenlanders bederf je op zoo'nmanier den naam van je hotel, wat?... 'k Mot haastdenken, dat ze liever op d'r gemak in den Restauratie-wagen — ofschoon dat ook weer niet ken, omdat 'reerst 'n Restauratiewagen in den trein van half tienis ..."

„Ja, ja", praatte de heer Duporc mee, z'n eitjedoorlepelend, en nog maar betrekkelijk geinteresseerd.

Van Rotterdam uit had de Dordtsche collega naaralle grensstations 't alarmbericht en 't signalementzoowel van Jan Kikker in de moordzaak van ArthurRondeel, als dat van Jan Tulp in de beroovings-aan-gelegenheid van mevrouw de weduwe Menzel Polackverzonden. De vlucht per boot naar Engeland of Ame-rika was onmogelijk.

'n Goed speurder liet zich door geen bijkomstig-heden afleiden, moest 'r vooral voor op passen nietoveral spoken te zien. Wanneer-ie zes uur-vier-en-twintig nam, was-ie met den boemel om half negen inRoosendaal, bijtijds genoeg om den aangehoudenSlaapwagen nader te onderzoeken en in Esschen 'tPassen-Bureau te controleeren.

Zeker van de te volgen lijn betaalde-ie z'n reke-ping — liet voor mevrouw de weduwe Menzel Polack'n briefje achter, waarin-ie haar adviseerde onmiddel-lijk bij aankomst te Amsterdam ook aan het Hoofd-

91

Page 92: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

commissariaat een gedetailleerde opgave van 't gesto-lene te deponeeren — schoot in z'n jas, en was al bijde deur, toen-ie zich 'n grenzenlooze stommiteit her-innerde.

Zoo jets kon je alleen door te weinig slaap, en in't jachten om je vlug an te kleeden gebeuren.

Z'n browning had-ie onder z'n hoofdkussen — t i cvan den politie-beambte, die 't wapen altijd onderz'n bereik hield — vergeten. Voor 'n paar jaar had-ie't zelfde, maar te laat beleefd — nou kon-ie 't nogvlug herstellen.

Eenmaal boven, keek-ie in de kamer waar deAimards geslapen hadden. De deur stond half aan. Jezou 'r voorbijgeloopen zijn, als je aandacht niet door'n kleinigheden getrokken was geworden. Ze hadden't electrische licht laten branden. Op 't marmeren bladvan de waschtafel leien 'n aantal gouden mondstukjesvan sigaretten, naast mekaar geetaleerd, of degeen,die ze gerookt had, ze wetenschappelijk had willentellen. Waar heb ik dat nog eens gezien?, vroegNathan Marius Duporc zich af. Z'n eigen kamer in-haastend, hanteerde 'm 't geval, zag-ie in z'n herinne-ring nog zoo'n risje mondstukjes, maar 't viel 'm inz'n gare hoofd niet dadelijk in — op dezelfde manierkon je 'r over piekeren, als 'n naam je ontschotenwas...

Snel stopte-ie den dienst-revolver in z'n achter-zak.

De andere kamer opnieuw langsstappend, bleef-ienog eens staan. In de weerkaatsing van den spiegelzag-ie de bedden, 't lit-jumeau, van 't Fransche echt-paar, niet of nauwelijks-beslapen. Ze moesten op 'tbovendek gelegen hebben, vermoedelijk aangekleed.Alleen in de hoofdkussens zag je deuken. En ook op't marmeren blad van 't eene nachtkastje, lei dezelfdeuitstalling van gouden mondstukjes, met dezelfderegelmatige tusschenruimten. 'r Hing 'n zoetige luchtvan tabak, of 'r voor kort gedampt was — en, onder't bed — 't grensde aan 't ongelooflijke — deed zich

92

Page 93: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

't krankzinnige wonder van 'n vergeten damesschoen-tje voor.

Wat voor verdacht-soort logees heb 'k vannachtnaast me gehad, dacht de Inspecteur der Recherche:den halven nacht hebben ze met water gemorst —de man heeft dikke twee dozijn sigaretten gerookt —de vrouw is met een schoen hinkend 't hotel uit-ge-loopen, want ze hadden geen bagage.

Even raadpleegde-ie z'n horloge. Nog ruim tien mi-nuten. Als ze ook naar Roosendaal-Esschen gingen,moest-ie ze in 't Station ontmoeten. Als ze naar Rot-terdam of waren gereisd, kreeg je ze niet in despiezen.

't Gaat me ten slotte geen sikkepit an, redeneerdeDuporc : 'k heb ernstiger dingen an m'n kop — voormijn part zijn ze...

Opeens knetterde 'n kortsluiting in z'n onrijpen ge-dachtengang, hield-ie z'n adem in, bonsde z'n hart —wat bij 'n man, aan verrassingen gewoon, geen klei-nigheid was. Toen snoof-ie geweldig door z'n grootenneus, wipte de door de buren verlaten kamer in,sloot de deur, dee 't koperen grendeltje 'r voor, enmet de blijdschap van 'n visscher, die na uren gewurmeindelijk beet heeft, liet-ie de gezamenlijke eindjessigaret in z'n tabaksdoos glij den. De schoone vonk,die den in z'n droom verloren dichter bezielt, 't lichtaan den horizon, dat den ontdekker geleidt, 't geluiddat den in 't Donker tastende den weg wijst, had 'mto pakken.

IN was 'r, kon zich niet vergissen.Gister, in den vroegavond, toen-ie z'n hoofd in 't

ruim van de Woonschuit van Jaapje Eekhoorn ge-stoken had — nou leefde de kleine kombuis met desmerige tafel, de twee verlaten bedden, de tullenlappen en de petrolie-lamp, in voile klaarte voor 'mop — had-ie op den ijzeren rand van 't ledikant de-zelfde manie van 't ordenen van vergulde mondstukjeswaargenomen. 't Was 'n besliste hebbelijkheid vanden kleinen, gladden bewoner van „De Rustenburch",

93

Page 94: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zooals anderen uit brood deegplankjes kneedden, na-gels bebeten, muren beschreven, of iets in den mondmoesten houden, om te kauwen. 't Sprak haast van-zelf, dat 'r meerderen met 'n dergelijk aanwendselkonden zijn, maar 't beeld uit de dobberende woon-schuit, met den roestig-ijzeren ledikante-rand, drongzich vinnig aan den man-van-de-recherche op. De fra-peerende bijzonderheid koppelde de eene gedachte aande andere, deed 't vermoeden tot rijpheid groeien, datJan Tulp met z'n maat op reis was gegaan, dat Jaapjeop zijn beurt den vriend met de lichte sous-pieds ge-volgd was, dat ze mekaar in den trein hadden gevon-den, dat hij, Nathan Marius Duporc, door 't listigmirakel met den hoornen bril bespied was geworden.De twee deden grootscheepsche dingen altijd in corn-binatie.

Fel van aandacht, klaar-wakker, zocht de Inspec-teur der Recherche de kamer af, kroop op handen envoeten, om onder de bedden te speuren. Elk derhoofdkussen bekeek-ie bij 't licht der lamp, zonder 'nspoor te vinden. Indien 't Jaapje geweest was, was-ieallerminst op verliefd avontuur uit, want hij had be-neden op z'n gemak, in z'n eentje, 'n flesch roode wijnzitten drinken, en de vrouw had 'n heetwaterkruikmee near bed, 't onbeslapen bed genomen. Op 'n ge-fingeerde huwelijksreis gedroeg je je anders. En waarwas de kruik gebleven? Ze stond naast 't nachtkastje,zonder 'n druppel water... Duporc vloekte zacht, dochonkuisch. Toen opende-ie 't venster. 't Kwam bovende serre uit en 't plat van die serre liep zoowel langsde kamer, die-ie zelf had beslapen, als langs de kamervan 't Engelsche echtpaar. Nathan Marius Duporcklom voorzichtig op de vensterbank. Ze hadden, dui-zend tegen een -- als je 'n verwikkeld kluwen begonte ontwarren, leek 't eerst hopeloos, maar Ms je 'rde eerste knoopen uit had, liet je den draad niet meerlos, wogen de lAatste loodjes 't lichtst — ze had-den toen vast en zeker, de doortrapte schobbejakken,'t water in de leiding constant laten loopen, om 't ge-

94

Page 95: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

rucht van d'r gescharrel, dat anders de aandacht zouhebben getrokken, handig te camoufleeren. Wie dachtan zulke mogelijkheden, als je tegen 'n deur bonsde,om an gewasch en geplas midden in den nacht 'n eindete maken? Je hoefde 'r niet an te twijfelen. Ze warenboven de serre op avontuur uit geweest. Op de ven-sterbank zelf kleefden de vochtige voetstappen, metslijkrige zool-afdrukken, en diezelfde vochtige voet-stappen zag je bij 't licht van je zaklantaarn, zoostellig en scherp op 't dak van de serre, dat je alservaren vakman, die zulk onderzoek eindeloos dikwijlsbij de hand had gehad, geen seconde hoefde te twij-felen. In 't station aan de overzij, met 'r in 't donkervan den vroegmorgen verlichte wijzerplaat, pufte enstoomde de locomotief van den gereedstaanden trein,maar al hadden 't gestamp en 't gehijg nog dringenderen nerveuzer geklonken — er gingen meer treinen —wat 'n goed padvinder beet had, liet-ie niet onbehol-pen los.

Elken bestaanden voetstap mijdend, volgde Duporc't spoor. 'r Waren t wee soorten indrukken. 'n Klei-nere voet en 'n grootere, maar allebei pertinent vanm a n n e n. 't In de haast van 't vertrek vergetenvrouwe-half-schoentje paste nergens in, en 't was nogzoo splinternieuw, dat alleen de fijne zool en de keu-rige hak op den morsigen weg van 't Station naar't Hotel 'n eersten doop schenen ondergaan te hebben.

„'t Is 'n lust, om zulk bijna artistiek geboefte, datafwisseling in 't vak brengt, achterna te zitten", glim-lachte Duporc, voorzichtig op 't serreafdak manoeu-vreerend : „m'n vriend Jaapje Eekhoorn heeft onge-twijfeld de elegante rol van 'n wijn-drinkend Fransch-man gespeeld, en m'n vriend Jan Tulp, die zoo voor-treffelijk in de moderne talen thuis is, die van 'n ge-fatigeerde Francaise. De heer Aimard heeft me an deontbijttafel zien zitten, en is toen mevrouw, die alsalle vrouwen op 't laatste moment wat vergetenheeft, gaan waarschuwen. 't Kan natuurlijk alleen 'nman gebeuren, dat-ie 'n schoen, dien-ie n i et pleegt

95

Page 96: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

te dragen, onder 't bed laat staan... Blijft de vraaghoe ze aan 'n dames kostuum gekomen zijn, en wat zehier vannacht hebben uitgehaald... Blijft o o k devraag waarom ze in Dordt uit zijn gestapt, en bijw e 1 k e zaak in den trein ze betrokken waren..."

Weer kroop-ie op handen en voeten, 'r niet tegenopziend z'n knieen te bevuilen — 'n andere keus had-ieniet, om niet benee op den Stationsweg door voorbij-gangers gezien te worden. De voetstappen hadden 'tvenster van zijn kamer, waar-ie nog laat 'n sigaar hadzitten rooken, waar dus 't licht aan was gebleven, met'n bocht gemeden — en die bocht kromde naar de ka-mer aan de andere zij, waar de Engelschen gelogeerdhadden. Ook daar brandde 't licht nog, kon je door 'ngordijnspleet binnen-kijken. 't Lit-jumeau was in degave wanorde van beslapen te zijn geweest. De restan-ten van 't souper, dat ze den vorigen avond op dekamer hadden gebruikt, ston onder de lamp op tafel.En weer deed Nathan Marius Duporc, terwijl de lo-comotief foot en de Roosendaalsche trein zich in be-weging zette, 'n verbluffende ontdekking — 't span-jolet van de openslaande raamdeurtjes was defect.Toen-ie z'n stevige vingers om 't hout lei, week 't eenedeurtje, en ook daar op het kozijn binnenen buitenwaart s, belichtte de electrische zak-lantaarn de modderige sporen van dezelfde mansvoe-ten. Ze zijn hier binnen geklommen na 't vertrek vande Macdonalds, was de eerste ingeving van dendetective — ze waren er vannacht, was z'ntweede, gedecideerde en driftige.

Op den stoel bij 't raam stappend, zakte-ie in dekamer van de rechtsche buren, trok 't raamdeurtjeachter zich dicht, en had 'n oogenblik 't gevoel of-ieniet goed bij z'n hoofd was, of-ie aan hallucinatiesleed. 'r Hing 'n zelfde soort zoet-penetrante lucht vansigaren en sigaretten, en op 'n rand van een der bor-den herhaalde zich de typische uitstalling van ver-gulde mondstukjes, die-ie zoo pas in de linkerbuur-kamer opgelet had.

Page 97: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Ze waren op bezoek geweest.'r Viel geen speld tusschen te steken.Als je nog had k u n n e n aarzelen, zou de gemorste

asch bij vier stoelen en de whiskey-odeur van vierglazen 'n behoorlijken doorslag gegeven hebben. Dekelner had waarschijnlijk twee whiskey-glazen bovengebracht — van de waschtafel hadden ze de water-glazen ook in gebruik genomen. 'r Stonden wat leegefleschjes sodawater tusschen de met eigeel-bemorsteborden, maar ze schenen ook p u r gedronken te heb-ben, en zelf voorraad bij zich te hebben gehad, want'r lag 'n leege whiskeyflesch in den hoek bij denlaarzentrekker.

„Daar houdt all es bij op", prakkizeerde de In-specteur der Centrale Recherche bedrukt. Hij onder-ging de sensatie, of-ie als wijlen Absalom na hetbinnentrekken in Jeruzalem met z'n haren in 'n netvan eike-takken verward hing en de muilezel 'm inden steek liet.

Als-ie 'r met z'n hypothese, dat Jaapje Eekhoornen Jan Tuip, beiden vermomd, hier overnacht hadden,naast was — niemand praatte 't 'm uit 't hoofd —a 1 s je aannam, dat je je vergiste, dan deed zich 'nnieuwe puzzle op 'n ander terrein voor dan warende heer en mevrouw Aimard, zij op mansschoenen,midden in den nacht bij den heer en mevrouw Mac-donald op visite geweest, en dat niet langs den nor-malen weg van den hotelkorridor, maar langs denniet-ongevaarlijken van 't serre-dak.

Dat kon je hoogstens van studenten in 'n fuif-stem-ming, niet van normale menschen verwachten.

't Vertrek uit 't hotel, zonder ontbijt te gebruiken,met schuwheid aan twee kanten om hem te ontmoe-ten, maakte de historie nog zotter.

Hoe hadden die menschen, die-ie vluchtig de U i t-g a n g van 't Station had zien passeeren, mekaar lee-ren kennen?

Had 't iets — maar de abnormale gedachte dee 'mzelf de schouders ophalen — met den moord in den

97Moord in den trein. 7

Page 98: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

trein te maken?... Te idioot, om nader te overwe-gen !...

Maar je mocht geen spoor, onverschillig van wel-ken aard verwaarloozen... In ieder geval waren ookde Macdonalds uit den trein afgestapt...

Met de taaiheid van 'n buldog doorzocht-ie de ka-mer.

't Was alweer opmerkelijk, dat ze ook hier nietgeslapen hadden. De gave wanorde der bedden, die-ievan achter 't raam geobserveerd had, was 'n gezichts-bedrog geweest.

Wel waren de dekens en de bovenlakens tot 'n slor-digen hoop verfrommeld en verwoeld, hadden de kus-sens deuken, maar de onderste lakens vertoondengeen kreukel. 't Vloerkleed, hoe ook belicht, was enkelvol ingetreden asch-kluiten, en bij den lavabeau metgemorst water doordrenkt.

Op de waschtafel zelf leien brokjes kurk van dewhiskey-flesch, die ze vermoedelijk met 'n schaarhadden opengepeuterd. En diezelfde brokjes verstop-ten 't eene spongat, hielden 'n plokje wit haar terug.

Met z'n pennemes peurde de rechercheur 't kope-ren trechtertje leeg, en stopte z'n vochtige vondst inz'n lucifersdoos.

De kleerenkast, de laden der nachtkastjes, alles on-derzocht-ie, en begon nog eens de tafel, waaraan zegesoupeerd hadden te besnuffelen.

Twee hadden 'r gegeten. Bij twee borden leienkruimels. Vier hadden 'r gedronken.

Een had met 'n puntig-gesneden lucifer z'n tandenleeggehaald. Zeker de ouwe heer met 't witte haar.Die had ook de korsten van 't brood met z'n meszorgvuldig afgebeiteld en geweldig zitten dampen.Tusschen de broodkorsten leien vhf eindjes sigaar,'t eene bekauwd en bebeten, zooals 'n zenuwachtigman 't onder bepaalde omstandigheden doet. Op deplek waar mevrouw Macdonald gezeten had, bij 'ttweede whiskey-glas van 't hotel, lag op 't bord deasch van verkoolde tabak. Daar was 'n pup gerookt

98

Page 99: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

— de resteerende asch lag op 't vloerkleed. 't Zelfdesoort asch bedekte 'n schoteltje bij den stoel, waarJan Tulp had zitten stoomen, terwijl op de vierdeplek, op 'n reserve-bord 'n negental vergulde siga-retten-stompjes, als soldaten in 't gelid waren gereid.

Toen keek Duporc nog onder 't servetje dat dekelner van 't presenteerblad had genomen en over't tafelkleed had gespreid.

'r Lag 'n gebruikt, over 't hoofd gezien Gillette-mesje en 'n tot 'n propje verwreven gekleurd papier-tje, dat de detective met gespannen pupillen onder't licht van de lamp bekeek. Z'n vondst scheen 'm zooto intersseeren, dat-ie 't kloppen op de kamerdeurniet hoorde, en door den kelner, die 'm beneden be-diend had, verrast werd.

„De trein is weg", zei de man, den verdwaalden lo-geergast wantrouwig bekijkend : „ik had u naar bo-ven zien gaan, en snapte 'r niks van..."

„Ik had wat vergeten", antwoordde Nathan Mariusrustig.

„IJ heeft toch niet hier geslapen?"„O, nee. Dat niet..."„Wat doet u dan op deze kamer?"„Iemand zoeken", glimlachte de politie-man met de

kalmte van 'n mensch met onbezwaard geweten.„Dat is heel aardig, meneer", zei de kelner: „maar

't is niet de gewoonte dat logees, die betaald hebben,in kamers, waar ze niet hooren, blijven rondscharre-len... In de appartementen, waar die Franschen lo-geerden is 't ook niet in orde... Daar brandt 't lichten is de deur aan de binnenzij gegrendeld, terwij1 'rniemand meer is..."

„Dat is m ij n schuld", biechtte Duporc: „en ik zaldat dadelijk herstellen..."

„Was u daar o o k?"„Juist, jonge man", praatte de indringer zeldzaam-

vergenoegd.„Hoe ben u 'r dan uit gekommen — met 'n dichte

deur... ?"

99

Page 100: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Door 't sleutelgat...”„Ik zal u een ding zeggen...", zette de kelner 'n zin

van gerechtvaardigde verbolgenheid in, maar de an-der voorkwam de uitbarsting met den voorbeeldigentakt van 'n rijksdaalder-biljet-doux.

„Jonge man, praat minder, en geef me vluggerantwoorden op vragen, die ik je zal stellen. Ik benvan de Recherche. M'n vriend Verduin van julliePolitiebureau zal je de beste inlichtingen geven. Hieris m'n penning. En nou zul je 't beter begrijpen waar-om 'r logeergasten zonder ontbijt vertrokken, toen zemijn Adonis-snuit zagen..."

Hij was ineens van 't genoegelijkst-denkbaar hu-meur, zette de borden en glazen bijeen, om de ver-borgenheden van onder de servet nader te onderzoe-ken.

„As u 't hotel maar niet in opspraak brengt...", zeide kelner zwakjes.

„Integendeel, vriend! Dat zul je later merken. Ennou met den bekwaamsten spoed, want ik pak deneersten den beaten of slechtsten trein. Was dit raam-spanjolet defect?"

„Dat ken wel, maar dan wordt 't nog vandaag her-steld..."

„Wie hebben hier in deze kamer overnacht?"„Die Engelschen of Amerikanen. Ik zei u al..."„Nee hou je mond — 'k moet 'r vandoor — enkel

antwoorden, asjeblief... Hoe zag h ij 'r uit?"„Keurig, spierwit met 'n gouden bril. Meer weet ik

ook niet, want hij zat 'n Engelsche krant bij 't bed,waarin zij lee, voor te lezen..."

„Heb je naar z'n handen gekeken?... Droeg-ie 'nring?"

„Daar heb 'k niet op gelet. Want hij zei : ,Be quick,waiter !", omdat zij 't laken over 'r hoofd had getrok-ken. Ze geneerde zich, denk 'k..."

„An welken kant lag zij ?"„An den raamkant..."„Waar lagen 'r kleeren ?"

100

Page 101: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Die heb 'k niet gezien... 'k Was in twee tellen dekamer weer uit, om de whiskey te halen”.

„Hoeveel whiskey heb je toen meegebracht?"„Twee glazen met vier baby-fleschjes..."„Is die flesch van 't hotel ?"„Geen denken an..."„Wat hebben ze gegeten?"„Ham-and-eggs voor hem — twee sneedjes tong

voor haar. Meer was niet noodig, want ze hadden pasis den Restauratiewagen gedineerd..."

„Hadden ze bagage?"„Nee, 'n paar valiezen met toiletgereedschap".„Stonden de schoenen al voor de deur, then je 't

bestelde bracht?"„Stellig niet, want dan zou 'k ze vast hebben mee-

genomen, omdat de laarzenknecht 'm in plaats van deschoenen gesmeerd heeft..."

„Heb je niks b ij z o n d e r s opgemerkt, toen jein de kamer was? Denk 'ns na..."

„Wat zou 'k motten opgelet hebben — voor „bijzon-ders?...", piekerde de kelner : „hij te oud voor haar

toen ze pas binnen kwamen, dacht 'k dat 't z'ndochter, maar zoo toen-ie deze kamer voor twee per-sonen nam, en wat voor z'n „supper" bestelde, heb 'kdaar verder maling an gehad. Bijzonders?... Bijzon-ders?... Ik vind 't alleen bijzonder, dat 'n jonge vrouwdadelijk in bed kruipt, en dat 'r man met wit haar 'rde krant voorleest..."

„Had hij 'n glad gezicht?"„C lean shaven zooas de meeste Engelschen..."„Kan-ie zich geschoren hebben voor-ie ging sla-

pen?"„Dan mot-ie idioot geweest zijn — dat doe je, zou

'k zeggen, 's morgens as je opstaat..."„Lag 'r niks op tafel, toen je dekte?"„Niemendal..."„Hoe weet je dat zoo precies, terwijl je je heele-

maal niet herinnert, waar 'r kleeren waren?"„Ah u me non van te voren gezeid had: neem 'n

101

Page 102: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

notitieboekje mee en schrijf alles op wat je ziet, zou'k op die soort vragen kennen antwoorden... Maarop de tafel lee niks, then ik de servet spreide, want iktrok eerst 't tafelkleed weg, en wou 't opvouwen —toen zij hij : „Put it down again"... A s 'r wat opgelegen had, zou 't op den grond zijn gevallen. Da'sduidelijk..."

„Volkomen", zei Duporc, vergenoegd: „en zeg nounog even, wititr hij zat te lezen?"

„Daar !"„Aan den raamkant?"„Precies..."„Dan zal-ie wel niet op 'r kleeren gezeten heb-

ben ?"„Dat zal-ie zeker niet..."„En op d i e n stoel, bij rechtsche bed, had je ze

moeten zien..."„Daar hingen de twee spreien over de stoelleuning

— dat schiet me nou u 't zeit te binnen..."„Herinner je je dat stellig?"„Zoo stellig as ik hier over u sta !"„Dan lag de jonge dame gekleed te bed, net wat

'k onderstelde", glimlachte de Inspecteur der Cen-trale Recherche, en geen enkel ding verwaarloozend,sloeg-ie rustig 't dek van 't raamkant-bed aan 't voe-teneinde terug. 't Laken had lichte moddersporen.

„Nou wil u vliegen vangen, as 'r geen vliegen zijn",sprak de kelner wijsgeerig : „de vrouw, die met 'rvuile schoenen an, onder de wol kruipt mot nog gebo-ren worden..."

„Dat ben 'k volmaakt met je eens", knikte Du-porc: „maar je mag dat voor een keer door de vingerszien, want 't ware bruine schoentjes, zonder schoen-smeer. Als de straten niet zoo smerig geweest waren,zou 't geen vuiltje aan 't laken en aan de lucht hebbengegeven... Zag je de valiezen met de toilet-artikelenopen?"

„Nee..."„Hoe weet je dan dat 'r toilet-artikelen in waren?"

102

Page 103: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Dan zal 't wat anders geweest zijn... De borstelsen de zeep leeen op de waschtafel...”

„Ik dank je", zei de Inspecteur : „je heb me 'ngoeie tip gegeven, en nou zal 'k de andere kamer voorje open maken..."

Voor de geblufte oogen van den kelner, klauterde-iedoor 't raam en verscheen 'n paar seconden laterdoor de gang voor de deur. Benee dee-ie, terwijl dekelner mevrouw de Weduwe Menzel Polack bediende,'n strafbare daad door een bladzijde uit het Vreem-delingenboek te scheuren en in te palmen.

Toen ging-ie fluitend als 'n kwajonken naar 't Sta-tion, waar-ie 'n praatje met den Chef, de kruiers ende juffrouw van 't buffet maakte.

In de middag-editie van de bladen stond 't sensa-tioneel bericht, dat de heele Effectenbeurs in opschud-ding bracht.

De oude Jones werd lijkwit, toen-ie 't voorloopigebericht van de monsterachtige daad las. Cochefortkreeg 'n zoo ernstig zenuwtoeval, dat-ie met 'n taximoest worden weggebracht.

En de aandeelen der Internationale onder-gingen 'n paniekstemming, zooals de oudste hoek-lie-den zich van geen fonds herinnerden.

Alles werkte samen — de moord op den president-directeur — het spoorloos verdwijnen van den secre-tails Jan Kikker, wiens signalement nog dienzelfdenmiddag de geweldige aandacht voor alle sigarenwin-kels en politiebureaus trok, de arrestatie van den heerJosephus Bok, in verband met de millioenen-roof.

Vooral het feit, dat de Directeur der verzekerendeMaatschappij, die het gros van de verzekerde post,gelijk dit bij zulke extravagante bedragen gebruike-lijk was, bij andere Maatschappijen had onderge-bracht, bij den moord, den overval en het verdwijnender waarde-papieren, persoonlijk betrokken was, ende her-verzekeraars onder deze omstandigheden vol-komen gerechtigd leken er de Justitie in te mengen,

103

Page 104: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

en te weigeren premie uit te keeren, werkte de enormebaissebeweging, het at out prix verkoopen der pre-ferente en gewone aandeelen der I n t e r n a t i o-n al e in de hand.

Men beklaagde Arthur Rondeel — er liepen, vdOrde avond-edities verschenen waren, de krankzinnigstegeruchten over de wijze waarop de bankier in denslaapwagen was overvallen, letterlijk geslacht, en uitden trein geworpen — men had de grootste deernismet de eenige dochter Clotilde, die binnen een paardagen met den jongen Henry Jones in het huwelijkzou treden, maar men had — zaken zijn zaken — enhet leven is ruwer dan de ruwste klant het zich denkt— niet minder medelijden met de houders der aandee-len, die den val van meer dan 80 pCt. op dien middagmoesten doorstaan.

Hoe Clotilde Rondeel den wanhopigen slag ver-droeg, zal de lezer nader vernemen.

De eenige, die dien dag moeite had, niet te kraaienvan plezier, was de heer Jaapje Eekhoorn, die zichin de woonschuit „De Rustenburch" eerst aan zijnlievelingsmaal, waarachtige kreeft-in-bus met p a t a-t e s f rite s, een gulzige portie Californische per-zikken, twee heele flesschen bier en eindelooze siga-retten, in zijn zielig eentje, te goed had gedaan —daarna, dik na acht uur, in den vollen avondschemer,het bezoek van een gesluierde dame ontving, die tel-kens angstig omkeek, of iemand 'r zag, en zoo be-vreesd was, om 't wiebelend woonschuitje-brugje tebestappen, dat Jaapje haar als 'n ongemeen-galantwereldburger de hand moest reiken.

„Nou, nou", dacht Connie van den Notaris, die't avontuur zag gebeuren, en ze plette 'r neusje tegende ruit, om beter te zien : „hoe is 't mogelijk, dat zoo'ngriezel dam e s-bezoek krijgt..."

Maar 't prikkelde toch 'r nieuwsgierigheid.En zij was de eenige niet.

104

Page 105: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

X.

ZIJNDE EEN KAPITTEL, WAARIN JAAPJEEEKHOORN DE FLIRTATION VAN ZLIN BOE-ZEMVRIEND VOORTZET ; EEN VERLOVING OPLAAGHARTIGE WIJZE VERBROKEN, EN CLO-TILDE RONDEEL MET HARTELIJKE BETUI-

GINGEN OVERSTELPT WORDT.

„Woes u voorzichtig dame", zei Jaapje, als een wel-opgevoed winkelier: „ik doe persoonlijk het mogelijke,om mijn eenvoudige behuizing zoo proper mogelijk teonderhouden — de luxe van een dienstbare kan ikmij helaas niet permiteeren — maar er zijn leveran-ciers, die 't gepast achten een simpele woonschuit metandere voeten dan het portaal van een patricierswo-fling te betreden... Nog een stap, en u is 'r... Ik heet uwelkom in „De Rustenburch", en verzoek u de primi-tieve belichting te willen excuseeren..."

„En?", sprak de stem achter den zwarten sluier,en dat simpele woordje klonk letterlijk als 'n snauw.

„Gast u zitten", hernam Jaapje, 'n stoel, waaruitde biezen omhoog stekelden, aimabel presenteerend.

„Dank u", weerde de gesluierde dame bits of : „enmaak het kort, want al ben ik hier alleen binnen ge-gaan: ik waarschuw u, dat ik niet alleen ben..."

„Des te beter", glimlachte Jaapje uiterst-vriende-lijk : „al is 't tegen de afspraak, en als ik 't zeggenmag, een weinig compromiteerend voor u, daar 'nderde licht 't zijne of 't hare denkt van 'n vrouw, die's avonds op bezoek bij 'n alleen-wonend heer gaat...Wilt u wat gebruiken?... 'n Kop thee, 'n kop koffie,echte Preanger, 'n sigaret... ?"

„U is 'n schoft", viel de gesluierde uit : „en dievriend van u is de gemeenste chevalier d'industrie,Bien men zich denken kan..."

„Ik kan u helaas niet tegenspreken, dame", zei dekleine boef : „u bekijkt mij alleen wat te somber, en

105

Page 106: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

mijn vriend is weliswaar 'n chevalier d'industrie,maar u mag hierbij niet over 't hoofd zien, dat deIndustrie de latere jaren met groote moeilijkhedente kampen heeft ... Tout savoir c'est tout pardon-ner...

„Houdt u op met uw smoesies !", klonk 't van detrillende lippen der vrouw : „of ik verdwijn weernet zoo gauw als ik gekommen ben..."

„Ik zal u niet tegenhouden", praatte Jaapje, opde tafel naast de restanten van z'n lekkernijen-dinerwippend, en 'r zelf 'n sigaret bij opstekend: „maarde weg naar de hel is met heethoofdige voornemensgeplaveid, en ik weet bij ervaring, dat de Justitie nietmakkelijk is op 't gebied van verduistering... U heeftmij en mijn vriend 'r leelijk tusschen genomen... Ikverzeker u dat als Charles Jean hier present had kun-nen zijn, hij u harde dingen gezegd zou hebben... Nepspot niet met lieden, die hun vrijheid wagen.

„U is — u is...", zette de dame driftig in.„Dat ben ik," viel Jaapje haar in de rede: „laat

ik u de moeite van het voleindigen van uw gedachter.besparen! Ik ben zelfs &ger, maar we hebben hiergeen apartje, om elkaar minder aangename dingen tezeggen, maar om zaken te doen. Heeft u de etui'smeegebracht ?"

„Ik denk 'r niet an... 1k onderwerp me niet aanchantage..."

„Groote woorden zijn slechte argumenten", sprakde woonschuit-bewoner wijsgeerig: „ik heb mij van-morgen na aankomst uit Dordt, waar ik u niet in uwnachtrust heb willen storen, veroorloofd u op te schel-len en per telefoon 'n paar mededeelingen te doen, dievoor u van belang konden zijn. Zwart op wit dee ik't liever niet, omdat de posterijen dikwijls nonchalant,en huisgenooten nieuwsgierig zijn... Ik bood u dittate a t e t e aan, en gaf u in hoffelijke woorden tekennen, dat ik anders de in onze handen geraaktevoorwerpen bij de Politie zou deponeeren... U is ge-komen... Et voile...."

106

Page 107: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Ik heb de zaak zelf aan de Politie, aan dien meneermet het roode haar meegedeeld...”

„Ach kom!" zei Jaapje Eekhoorn: „als dat zoo was,had u mij niet de bijzondere eer aangedaan... Eendame van uw rang en stand onderneemt geen avon-tuur van dezen aard, als ze zich 'r op 'n andere mauleruit kan redden... Gaat u zitten, dame..."

„Ik dank... 't Zitten laat ik later aan u over..."„Heel, heel aardig, dame!"

' grinnekte de intimus

van Charles Jean Tulipe: „ik had u niet op z6Oveelgeest onder deze omstandigheden getaxeerd. Maar ikheb 'n flauw vermoeden, dat u hier niet is af-gestapt, om me enkel 'n vroolijk oogenblik te be-zorgen ..."

„Integendeel, binnen de tien minuten is u gearres-teerd..."

„Daar schrik ik van... Wilt u heusch geen siga-ret?... Nee?... Permiteert u dat ik 'n nieuwe?..."

Bedaard streek-ie 'n lucifer of en nog bedaarderdee-ie wat-ie gewoon was te doen — wat-ie niet latenkon — wat z'n noodlot zou worden: op den rand van't bord met de studieus afgekloven kreefte-graatjes,lei-ie 't vergulde mondstukje naast de reeks andere.

Zij, hijgend van nervositeit, zich met de goudentanden de lippen bebijtend, dacht 'r 'n onnoozele se-conde over, om weer heen te gaan, en waarachtig depolitie op te schellen. Maar ze had de a an g i f t e-v a n-d i e f s t al geteekend — ze had in de stelligeovertuiging, dat ze zich niet vergiste iemand beschul-digd — ze had den staat van 't gestolene opgegeven— 't had in de kranten gestaan — ze kon, durfdeniet meer terug — ze was voor goed geblameerdals

„Hoeveel...", zette ze heesch in — 't wrokte in 'rkeel : „hoeveel afkoopsom mot u hebben...?"

„Zeit u 't maar", sprak Jaapje, nonchalant achterde tafel neerzittend, en den rook over de krant, die-ieaan de kiosk gekocht had, wegblazend.

't Stond 'r met onsmaakvolle, vette letters:

107

Page 108: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

MOORD IN DEN FRANSCHEN D-TREIN.

Het lijk uit den Slaapwagen geworpen.

Een bekend Amsterdamsch bankier en een Amster-damsche dame beroofd.

De moordenaar en de dief naar hetbuitenland gevlucht.

De vermoedelijke handlangersgearresteerd.

„Merkwaardig is deze moderne tijd", zei de kleinesmakker, de glazen van den hoornen bril onder dezachtjes-schommelende lamp reinigend : „'r gebeurtletterlijk niets of ze zijn 'r met 'n activiteit bij, dieik in mijn jeugd niet gekend heb. Ze maken ons vakmet den dag moeilijker. Ik herinner me van deneersten keer, toen ik onschuldig verdacht werd..."

„Is u met tweehonderd tevrejen", vroeg de benardestem achter de voile.

„Ik herinner me, als u 't mij veroorlooft uit tespreken, dame", hield de kwelduivel voet bij stuk:„dat 'r nog geen electrische tram in Amsterdamwas, dat ik op de imperiale van 'n paardentram bijvergissing 'n gouden remontoir van mijn buurmanbeluisterde... Ach, ach, wat vliegt de tijd! Hoe oudwas ik toen?... Vijftien, zestien jaar... Hoe oudtaxeert u me?"

„Driehonderd ...... ", verhoogde de dame het bod.„Driehonderd...", glimlachte Jaapje Eekhoorn :

„toen zaten we nog, als ik 't wel heb, in den tachtig-jarigen oorlog... Ja juist... De vrede van Munsteris van 1648..."

„U is 't laagste, infaamste sujet, dat 'k nog ooitontmoet heb !", Imam de bezoekster heftig los: „u enuw vriend zijn doortrapte schurken, twee..."

„Heel verkeerd, dame", zei de woonschuit-bewoner,en hij begon met een wijsgeerigen gevoels-ondertoon,om, naarmate hij welsprekender werd, warm te loo-

108

Page 109: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

pen en zichzelf als een martelaar te zien: „het is nietde goede methode, om een vriend door minder aange-name woorden te vervreemden... Heb ik, die er hetrecht toe heb, uw reputatie op een dergelijke wijzeaangerand?... Als u op die manier voortgaat, zal ikeen einde aan het overigens allerplezierigst onder-houd maken... Wat drommel, dame, denkt u dat 'tvoor ons geen klap in 't aangezicht was, then we onzemoeite, onzen tijd en onze hooge reis-onkosten meteen portie ordinaire valsche steenen en v a I-s ch e par els beloond zagen! Schaamt u zich nietmedemenschen in de verzoeking te brengen door hetaan uw hals, uw ooren en uw vingers etaleeren vanwaardelooze prullen! Konden wij onzen tijd niet be-ter gebruiken? Het is een sthandaal, mevrouw —voor het eerst zei-ie mevrouw om zulk spulvoor lieden met begeerige zielen te kijk to stellen! Enhet zal een schande voor alle komende eeuwen blijven,dat uw eigen kleptomanische aandriften u verleidhebben 't minderwaardig gerucht rond to strooien,dat men u echte juweelen en diamanten ontstolenheeft, terwijl u de zonde beging simili to dragen...Foei !... Dat had 'n ongelukkige 'n paar jaar kunnenkosten... !"

„Als u mij die valsche steenen terugbezorgt", be-gon de gesluierde te biechten, „zal ik u ruimschoots be-loonen... Ik heb 'r geen kwaje bedoeding mee gehad ..."

„Nou zal ik je een ding zeggen", sprak Jaapje ver-toornd : „dat zijn uitvluchtjes, waarmee je niet pro-beeren mot bij de Justitie an te kommen! Ik hebervaring op dat gebied! Je heb de echte spullen be-hoorlijk geassureerd. Je heb verklaard — staat 't alof niet in de kranten? dat je 'n kapitaal ontsto-len werd ! Je heb dus ad p r i m o de Assurantie-Maatschappij willen oplichten, ad s e c u n d o eenvan mijn vrienden den bak willen laten indraaien!'t Is welletjes ! 't Kan 'r mee door ! Ik heb voor min-der 'n jaar gekregen..."

De geheimzinnige dame kreeg 't zoo benauwd ach-

109

Page 110: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ter haar sluier, dat ze eindelijk van den keukenstoelmet de opstandige biezen gebruik maakte, en zichde tranen droogde zonder haar gelaat te vertoonen.

„Ik ben", trachtte ze zich te verontschuldigen:eerst op de meest laaghartige manier in den trein be-dwelmd... Ik wist niet wat 'k zei, zoo suf als 'k mevoelde... Ik was zoo ziek, dat 'k dacht 't te besterven..."

„Ach kom", verklaarde Jaapje Eekhoorn, die inz'n jeugd op 'n laboratorium gewerkt had: „mensterft niet van vreugde — on ne meurt pas de joie,madame! — men doet het nog minder door een we-tenschappelijke dosis F or m yltrichlori d..."

„Kles toch niet zulke onzin !", viel de biechtende ge-prikkeld uit — had ze 't gister kunnen droomen, datze vandaag in 'n smerige woonschuit aan de kwaad-aardige grillen van 'n zakkenroller overgeleverd zouzijn? —: „ik dacht 't te besterven en ik was besto-len! Of 'k valsch of echt droeg: ik w a s bestolen enme beurs met me kleingeld en me spoorkaartje w a-r e n weg! Toen, en dat is niet in orde geweest, heb'k de politie voorgejokt, dat 't allemaal echt was,omdat ze den dief in 't buitenland toch niet te pak-ken zouen krijgen, en omdat 't ineens door m'n zenuw-achtig hoofd spookte, dat de Assurantie de schadezou vergoeden... Ik heb schrikkelijk veel geld in delaatste tijjen verloren door de schuld van m'n Brus-selsche familie..."

„Dat is allemaal tragisch !", merkte Jaapje Eek-hoorn op : „en ik ben genoeg mensch, om 't te snap-pen, maar 't is 'n gevaarlijk spelletje geweest."

„Ik kon toch niet weten, dat ik bestolen zou wor-den !", verdedigde de bezoekster zich.

„Nee, dat kon u niet, maar toen mijn vriend en iku die prullen, die vodjes, die Duitsche Fransche-Ba-zar-rommel hadden afgenomen, had u niet de rol vanJudas z'n vrouw mOgen spelen door vol te houden, datu iets van beteekenis kwijt was geraakt, dat we uvan echte steepen, echte parels, beroofd hadden..."

„Dat had 'k ook niet, maar die meneer van de re-

110

Page 111: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

cherche vertelde me dadelijk, dat-ie door den moordin den trein den dief van mijn bijouterieen had moe-ten laten glippen, dat de waarden natuurlijk spoorloosin 't buitenland zouen verdwijnen, omdat de Inter-nationale bende 'r vaste afnemers had — thenspeelde ik de nare komedie, want op die ander wasniks gevonden..."

„Welke ander?", vroeg Jaapje, nieuwsgierig debijzonderheden te vernemen.

„Die bleeke kleine, die in 't Toilet papieren zouenin z'n schoenen gelegd heeft, en die bekende me metchloroform..."

Verder bracht de gesluierde dame 't niet, want deheer Jacobus Eekhoorn glee onder de morsige tafelop den nog morsiger grond — de sigaret tolde z'nvingers uit — en hij schaterde zoo bulderend, dat delosse vloerplanken 'r van dreunden.

„Is dat zoo grappig?" vroeg de geheimzinnigevrouw, 'r angstig bij opstaand.

„Neem me niet kwalijk", zei Jaapje, en nou-ie z'nbril afgezet had, om op zijn beurt z'n tranen te dro-gen, leek z'n Japansche snuit nog eens zoo leelijk :„ik dacht dat ik 'r in bleef... Ik zal die lollige reis nooitvergeten... Wat kan 't leven meer as komiek zijn...'r Zit dus 'n stakker, die 'r niks mee te maken heeftin mijn plaats?... Het u Shakespeare gelezen, dame?...Dat is je Comedy of errors in optima for-m a... U zwendelt vaklieden vuiligheid, 'n beurs mettien francs en 'n cent met 'n gaatje in d'r handen...U kost ons meer an reiskosten en 't verblijf in 'n be-hoorlijk hotel... En 'n ander, die 'r niks mee uitstaan-de heeft, wordt geknipt... Hoe kommen we dad/.uit... ?"

„Zeit u dat wel...", zuchtte 't achter de vochtigevoile: „had u maar liever me echte steenen gestolen,dan was d i t tenminste niet gebeurd..."

„Dat is te verhelpen", zei Jaapje Eekhoorn ge-dienstig: „als u mij de etuis met de echte geeft, geefik u de valsche en kunt u onder eede verklaren, dat u

111

Page 112: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'n kapitaal kwijt is geraakt, zooals 'r in de avond--editie staat..."

„Ik heb de echte niet meer", klaagde de dame : „diezijn voor anderhalf jaar in Brussel verkocht, om m'nbroer te helpen..."

„Da's 'n leelijke complicatie", zei Jaapje Eekhoornzacht voor zich heen fluitend.

„Geeft u mij de onechte terug", soebatte de dame:,dan zal 'k de Assurantie-Maatschappij schrijven, datdie meneer in den trein alles van uit Antwerpen te-ruggestuurd heeft, dat ik van alle schade-vergoedingafzie..."

„'t Zal niet gaan", sprak 't mannetje achter 'tschaakbord-van-l-geval: „want ik ben natuurlijk nietzoo stom om de klungels hier te bewaren, en alsik ze wel uit handen geef, ben ik aan handen en voe-ten overgeleverd aan de kuren van 'n vrouw... Ikben dol op la f e m m e in 't algemeen, maar in zaken,vertrouw ik ze net zoo ver als ik ze zie..."

„Als ik u 'n cheque op m'n bank geef..."„Ach kom!... Zie ik 'r zoo jong uit?"„Dus u vertrouwt me niet... ?"„Voor geen cent!... 'n Dame, die op 't punt stond

'r 'n Assurantie-Maatschappij in te laten vliegen, zalzich geen seconde geneeren 'n armen drommel in 'nwoonschuit te pakken te nemen..."

„Wat wil u dan?", vroeg de gesluierde nerveus.„Ik w i 1 niks", zei Jaapje: „ik heb enkel beleefd om

wat contanten te vragen."„Ik heb geen geld bij me..."„Was u bang, laten we zeggen: hier begapt te wor-

den?"„Dat was 'k... Als u mij morgenochtend die valsche

steenen terugbrengt, kunt u contant vijfhonderd gul-den meekrijgen... Maar ook geen cent meer... En 'kschrijf nog vanavond aan de Justitie en aan de Assu-rantie, dat m'n hoofd in de war was, dat 'k me ver-gist heb, en m'n plainte terugneem..."

„Da's heel verstandig en heel onverstandig", rede-

112

Page 113: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

neerde Jaapje Eekhoorn: „maar in ieder geval uwzaak. Ik kan op 't oogenblik niet ja en niet nee zeg-gen, omdat mijn compagnon 'n stem in 't kapittelheeft. We hebben wel geen notarieel contract, maarjuist daarom dienen we niks te doen zonder mekaarbehoorlijk te raadplegen."

„Waar is die compagnon dan?"„Voor zaken en g r o s op reis..."„Ver weg?"„Daar mag ik me niet over uitlaten... Zakenge-

heim..."„Hoe bereikt u 'm dan?"„Intercommunaal — we zijn kinderen van onzen

tijd..."„Ik zal zorgen morgen twaalf uur alleen thuis te

zijn, en zal u persoonlijk open maken... U geeft mijde ringen, 't collier, de paarlen knoppen — ik u con-tant vijfhonderd gulden..."

„'k Zal 'r over denken, en u de beslissing van mijncompagnon morgen per telefoon meedeelen..."

„Wat ben ik 'n rampzalige vrouw", zuchtte de ge-sluierde op 't punt heen te gaan.

„Dat is u", troostte Jaapje Eekhoorn: „als de Dui-vel niet in u geweest was, zou u niet op de demonischegedachte gekommen zijn' 'n staat-van-schade an deAssurantie in to sturen... En als diezelfde duivel nietaan de noodrem had laten trekken, zou ik op mijngemak de steenen en parels onderzocht hebben, zou'r niks gebeurd zijn, omdat i k mijn vingers aan geenimitatie brand... Zoo ziet u dat 'r in ieder mensch 'ngeboren misdadiger schuilt, dat geen sterveling zichgelukkig kan rekenen voor 't uur van zijn dood... Par-don, dame, laat mij u voorgaan. Men kan nooit weten of'r buiten niet de een of andere nieuwsgierige staat..."

Hij doofde de lamp, liet de bezoekster in 't be-nauwd, vol-gedampt roefje achter, sloot de deur,loerde de verlaten kade met 'n keffend hondje en'n dokterskoetsje, waarvan de koetsier op den bokingedut zat, af, en na dit 'n poos met de kalmte van

113Moord in den train. 8

Page 114: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'n geroutineerde, die de schaduwen en slagschaduwenongeveer van buiten kende, te hebben volgehouden,loosde-ie de mysterieuze dame, wier hart tot hoogin 'r keel klopte, en die bevreesd voor 'n nog gecom-pliceerder avontuur op 't punt was geweest de be-slagen woonschuit-ruitjes met alarm-wekkende An-gers te betrommelen, over de wiebelende kippentreein de diskreete stilte der Nicolaas Witsen-kade.

„Demain matin entre onze heures et midi", zei-ie,'n niet met de omgeving der vervelooze „Rusten-burch" harmonieerende buiging makend. Zij kniktehijgend, sloeg de eerste de beste zijstraat in — hijher-dook in 't kombuisje, zonder op te letten, datConnie van den Notaris 'n heer, met wien ze in degang, en nog wel in 't donker, had staan fluisteren,voorzichtig uitliet. Die heer scheen ineens haast tehebben en denzelfden weg van de zich gecompromi-teerde dame uit te moeten. Bij 'n lantaarn spurtte-iehaar voorbij, zonder om te kijken, maar bij de tram-halte stapten ze in 't kleine gedrang samen in — zij,onherkenbaar achter de voile — hij, 'n asthmatiekeouwe heer, met 'n blauwen bril en 'n bouffante totdik over de ooren. Toen ze 'r woning aan 't einde vande Sarphatistraat in-gehaast was, streek hij 'n Luci-fer in 't portiek af, om 'n in de hand gehouden peukjesigaar verder te bezuigen, en zocht 't naamplaatje.Niets. 'n Huisnummer, geen naam. Zachtjes bedruk-te-ie den electrischen schelle-knop, eenmaal, twee-maal, dreimaal, toen langduriger. 'r Werd niet open-gedaan. Maar iedere aanhouder wint 't in 's levenslabiel evenwicht, en na een verwonderlijk-lang wach-ten, werd een-hoog 't raam opgeschoven.

„Wie daar?", vroeg 'n zenuwachtige stem — angst-geluid van 'n vrouw alleen thuis met 'n onrustiggeweten: „wie daar ?"

„Woont hier Van Zetteren?", vroeg de kraak-stemvan benee: „ik mot 'n persoonlijken brief afgeven...He... He?... He?..."

„Nee, da's parterre... !"

114

Page 115: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Ze hebben mijn gezeid boven...”, knarste 't tus-schen 'n hoestbui door.

„Nee, hier woont Menzel Polack, en ruk uit !", gud-ste 't van boven, in felle humeutigheid.

„Neem me niet kwalijk", zei de ouwe heer benejen,en langzaam voortstappend, had-ie door den enkelenklank van 'n naam 't waarachtig gevoel of-ie an ver-kalking leed en 'n duizeling te pakken had. Bij deWeesperpoort nam-ie 'n taxi, gaf 't adres van 'nhuis op 't Museumplein op, en achterover leunend,zat-ie naar adem te happen. Hier hield alles bij op.Mevrouw de weduwe Menzel Polack op bezoek in dewoonschuit van Jaapje Eekhoorn, terwijl Jan Tulpvan de vlakte verdwenen was — je kon je kop over degekste mogelijkheden breken 'n verklaring, dieook maar even steek hield, vond je niet...

„Ik geloof al z'n leven", peinsde Nathan MariusDupore — de lezer zal reeds bevroed hebben, dat hij't was —: „ik begin stellig te gelooven, dat die dame,over de veertig, 'n hevige bevlieging voor CharlesLenorman d, „secretaire de la legation" heeft,en probeert de krankzinnige kennismaking voort tezetten, of dat ze 'm uit handen van de Justitie wilhouden... In ieder geval is Jaapje Eekhoorn in z'ndomicilie terug, laat 'k 'm nog wat met rust tot dekleine dienstbode van den notaris ons telefoneert, datm'n vriend Jan in de til weerom is gevlogen, of datde Post brieven in de woonschuit begint te bezorgen...'t Zou me bijzonder verbazen, als we niet gauw ver-rassingen beleven..."

Op 't Museumplein, voor het hek van de woningvan wijlen Arthur Rondeel, stapte-ie uit, betaalde denchauffeur, schelde aan, gaf z'n visitekaartje af.'t Heele huis rouwde. De gordijnen waren neergela-ten en aan de voorzij was geen enkel venster verlicht.

„'k Hoef 't niet te probeeren", zei de huisknecht,'t kaartje met de eenvoudige letters N. M. D u p o r c,Inspecteur der Centrale Rechercheheen en weer bekijkend : „de juffrouw, die vanmor-

115

Page 116: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

gen vroeg van Aerdenhout gearriveerd is, ontvangtgeen sterveling. 'k Hoef 't niet te vragen. In gewonetijjen zou 'r zoo laat al geen denken an zijn, en onderdeze omstandigheden, met 'n vader, die vermoord —en 'n verloofde, die zich as 'n smeerpijp terugtrekt,valt 't me in me hersens niet in uw kaartje..."

„Ligt juffrouw Clotilde Rondeel te bed?" infor-meerde de Inspecteur, die zich in de taxi van de Wittepruik, den bril en de bouffante had ontdaan : „in datgeval, spreekt 't vanzelf dat 'k mijn bezoek tot naderuitstel..."

„Nee, de juffrouw is bij de hand, maar heeft zichin de werkkamer van wijlen meneer opgesloten...Voor wie en wat 'r komt, is de juffrouw 'r beslistn i e t... Zelfs de onderdirecteur, meneer Cochefort,die vanmorgen op de Beurs in mekaar is gezakt, werdkort voor zes terug gezonden... De beste huisvriendenvangen, zooas je dat noemt, bot... Asjeblief 'n heelebak met over de drie honderd kaartjes, die de juf-frouw niet eens heeft willen of kunnen inkijken... Enze heeft nog geen hap gegeten. Zielig..."

„En de verloofde, die meneer Jones Junior... ?",vroeg Duporc met gepaste en gemeende deelne-ming... : „is die net zoo min...?"

„Dien had 'k met plezier in z'n kraag genomen ende trappen afgesmeten", zei de huisknecht wraak-lustig : „om half elf holt-ie met z'n hoed op z'n hoofdna boven, en vertelt ons en haar 't zwijne-nieuws...Ik hoor driftige stemmen — zij huilt — hij steltzich an as 'n idioot — schreeuwt 'r in 't Engelsch oplos — net de eenige taal, die ik niet versta — ik wenkden chauffeur, die an tafel bedient, as de familie thuiseet — en die in al de talen van de wereld de menschenkrom vloeken kan — we willen net luisteren — nietom te luisteren, maar om tusschenbijjen te kommen,as 't noodig mocht zijn — we hebben allemaal 't zuuran de opschepper — toen de juffrouw schelde. Ik nabinnen. „Laat meneer uit", zee ze, en ze had moeitete praten, zoo als ze door 'r zenuwen op werd gevre-

116

Page 117: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ten: „en wat 'r verder gebeurt, ik ben 'r voor meneerniet meer!"... „Zeg je dat, Cloti1de !", zee hij : „in 'tbijzijn van bedienden?"... Hij Wier zoo wit as 't mar-mer van de gang. Ze gaf 'm geen asem meer, zeeenkel voor de tweede maal : „heb je me verstaan, Jo-han?... Meneer Henry Jones heeft me, na 't berichtvan den dood van m'n vader zulke schandelijke din-gen gezegd, dat-ie hier niet meer ontvangen wordt !". .Hij wou nog zoete broodjes bakken, maar ze sloeg dedeur achter zich dicht, en toen zee ik: „asjeblief me-neer", en as-ie niet woest heen was geloopen, had 'k'm 'n zetje gegeven... De adder, om op zoo'n oogen-blik, wat u?..."

„Misselijk !", zei de heer Nathan Marius Duporc:„misselijk, ergerlijk!... Maar doe me in ieder geval't genoegen m'n kaartje boven of te geven... Ik zal'r 'n paar woorden op schrijven... Zegt de juffrouwnee, dan retireer ik me vanzelf..."

„'k Heb kans dat 'k zee m'n ontslag krijg", zei dehuisknecht angstig, maar toch door 't gekrabbel op'tkaartje:Brengunadereberichten overuwen ongelukkigen vader, geImponeerd.

Rustig bekeek de Inspecteur der Centrale Rechei-che den fraaien bak met de condoleance-kaartjes opde mahoniehouten tafel in den smaakvollen Hall, ter-wig de bediende de statietrap met den dofrooden loo-per bestapte. Inderdaad had de dochter in 'r wanhoops-stemming geweigerd de betuigingen van leedwezenin eindelooze variaties in ontvangst te nemen. Erwas niet een couvert geopend. De geweldige hoeveel-heid brieven en kaartjes sprak boekdeelen van sym-pathie en populariteit. En juist terwijl-ie uit dienstapel z'n gevolgtrekkingen maakte, knikte de klepvan de brievenbus in de buitendeur, hoorde-ie 'nvracht nieuwe brieven achter 't mahoniehoutendeurtje vallen.

,Mag ik u voorgaan, meneer", sprak de huisknecht:„de juffrouw zal u ontvangen, als u 't kart maakt —ze voelt zich doodziek..."

117

Page 118: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Over de trap met de gebeeldhouwde leuningen, door'n wit-beschilderde gang met frescos en gobelins,waardoorheen de zware looper als 'n dofroode baanz'n bedding groef, leidde de bediende den Inspecteurnaar 'n kamer aan de tuinzijde van het gebouw. Ennog voor-ie geklopt had, werd de deur opengetrok-ken, kwam 'n jonge vrouw in 't voile licht van degang-plafonniers, en zei, met moeite 'n gretige vraagin-houdend : „kom u binnen, meneer Duporc !" Zootoen de deur in 't slot klepte, en de Inspecteur in dekamerschemering aarzelde, zei ze dringend: „welkeberichten brengt u?... Is 'r 'n spoor gevonden?"

„Dat nog niet", antwoordde hij in meelijden met't bleeke, jonge gezicht, waaruit de gespannen pupil-len op 'm toe leken te stormen: „de rivier is de heeledag zonder resultaat afgedregd, en als ik 't waag nogzoo laat in den avond m'n opwachting te maken, is't omdat 'k met de Justitie-ambtenaren in Roosen-daal was, en verlof kreeg u de portefeuille van wijlenuwen vader met waarde- en familiepapieren ter handte stellen... Ik had vanavond een bijzonder spoor tevolgen, anders zou ik me eerder van m'n taak hebbengekweten..."

Uit z'n binnenzak overhandigde-ie haar de porte-feuille met de gouden initialen A.R., waarvan-ieeenige brieven gehouden had, en, op de meest takt-voile wijze, de gevonden lijfssieraden in 'n pakketjebesloten. Ze wendde zich af, om 'r tranen te verber-gen.

Zijn drieste oogen keken de kamer rond — hij wasgeen man voor gevoelsdingen, als-ie op besogne was— en maakten nog voor de jonge vrouw zich hersteldhad, drie snelle aanteekeningen. Ze was bij de sche-merlamp gestoord in 't schrijven van 'n brief — 'rlag 'n stapeltje geopende telegrammen op 't bureauvan wijlen 'r vader (van dat soort rouwbeklag had zedus wel inzage genomen) — en op 'n klein tafeltjestond theegerij met 't restant van brood en 'n beklo-ven kippeboutje (ze had wel gegeten).

118

Page 119: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

XI.

WAARIN CLOTIDE EEN HOOGHARTIGE ROLVERVULT, NATHAN DUPORC EENIGE NACH-TELIJKE BEZOEKEN AFLEGT, BIJ MAAN-LICHT OP DEN DAM EEN HEROISCHEN KUI-TENFLIKKER SLAAT EN CONNIE VAN DEN

NOTARIS DE BRANDWEER ALARMEERT.

Toen Clotilde Rondeel, na de laatste herinneringenaan 'r vader voor zich op 't schrijfbureau te hebbengelegd, den Inspecteur der Centrale Recherche einde-lijk weer in de oogen keek, was ze nog bleeker dantoen ze ' m in de deuropening tegemoet kwam.

„Ik dank u wel, meneer...", aarzelde ze, de handnaar 't visitekaartje uitstrekkend, om zich niet inden naam te vergissen — ze had haast geen hoofdmeer.

„...Duporc!", kwam hij haar te hulp.„...Meneer Duporc", voleindigde ze: „het is buiten-

gewoon-lief van u, dat u zich nog laat in den avondde moeite gegeven heeft, mij die souvenirs te brew-gen... Ik weet niet op welke manier ik u daarvoorm'n erkentelijkheid zal kunnen toonen..."

„Door me 'n paar inlichtingen te verstrekken,waarvan ik geen misbruik zal maken", viel hij haarin de rede, en zonder de bepaalde bedoeling te heb-ben, fixeerde hij haar op de minder-correcte wijzevan den beambte, die 'n onderzoek instelt, en doorz'n ijver gedreven de meest-tragische omstandighe-den als 'n simpel object beschouwt.

„Als u 't niet te lang...", zei ze, afgemat achter-over leunend.

„Niet !anger dan u 't zelf toestaat, juffrouw Ron-deel", praatte hij haar gesloten oogen toe: „en als ik'n minder-delikaat onderwerp aanroer, vertrouw 'kdat u zult begrijpen, dat 'k ex of f i c i o"... In la-tijnsche stopwoorden was hij niet sterk.

119

Page 120: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Ga uw gang”, zei ze mat.'t Kostbaar Westminster-penduletje, kleiner dan de

Inspecteur 't ooit had gezien, sloeg met zilveren ge-tinkel half tien, en van den wand keek 't vergrootteportret van den vermoorden Arthur Rondeel, 'tschrander-jong gelaat met de donkere lokken (dephoto verried allerminst, dat de Bankier zich de la-tere jaren van 'n haarkunstmiddel bediend had), 'twelverzorgd snorretje en de sik van den derden Na-poleon, op z'n weelde-interieur neer. De dochter met'r fijn profiel leek ongetwijfeld op 'm.

„Heeft uw vader?", vroeg hij, toen de laatste tril-ling van de miniatuurpendule verzweefd was : „nooitvermoed welk minderwaardig individu hij tot z'n ver-trouweling aanstelde?"

Zij schudde 't hoofd, zonder de oogen te openen.„'t Is ergerlijk", zei hij met vinnigen nadruk : „dat

'n dergelijk misdadiger bij zulk 'n genereus man alsuw vader kon binnendringen. Ik heb in mijn langja-rige praktijk met heel wat ellendelingen kennis ge-maakt, met 'n uitgezochte collectie moordenaars enboeven, maar ik herinner me geen geval als dit, zulk'n laaghartig voorbereide daad, waarbij je verstandletterlijk stil staat. De meest-gewetenlooze schurk isdikwijls te verontschuldigen, kan zich op dingen be-roepen, die z'n schunnige daad rechtvaardigen... Dezejonge man van goede familie, met 'n traktement, datmenigeen 'm zou bent den, is 'n roofdier, 'n driekwart-krankzinnige..."

Ze bewoog nauwelijks. Wat had 't voor nut dat tezeggen...

„In elk geval", vervolgde Duporc, die voelde dat hijniet den goeden toon te pakken had: „ontloopt 't in-dividu de Justitie niet. Z'n signalement is, terwijl ikhier over u zit, aan de heele wereld geseind. Ik ver-wacht ieder oogenblik 'n telegram, dat-ie gearresteerdis... Mag ik nu m'n eerste onbescheiden en niet aan-gename vraag stellen: heeft deze Jan Kikker u vroe-ger 't hof gemaakt?"

120

Page 121: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Ze werd ineens wakker, keek 'm met gekweldeoogen aan.

„Wafirom vraagt u dat?"„Omdat ik er m'n reden voor heb..."„Dat staat toch in geen enkel verband met deze

wanhopige..."„Weet u dat zoo zeker?"„Volkomen zeker..."„Met andere woorden: u erkent..."„Ik erken nets...", viel ze hem in de rede: „en, hoe

dan ook, moet ik u dringend verzoeken — zeker soortonderwerpen te mijden. Ik ben ziek, nerveus, en voelgeen lust u op a 11 e s antwoord te geven..."

„Ik vroeg alleen of hij u v r o e g e r 't hof heeftgemaakt", hield Duporc voet bij stuk: „'t spreektvanzelf, dat zulk 'n vraag voor u pijnlijk moet zijn,maar met 'n eenvoudig ja of neen is u 'r van af..."

„En a 1 s 'k ja of neen zeg", zei ze, de schemer-lamp bestarend : „wat schiet u daar mee op?"

„Dear schiet ik in zooverre mee op", lei hij uit:„dat m'n eerste indruk die van 'n wraak-motiefwas..."

„Ach kom, meneer Duporc, wie wreekt zich op diemanier !"

„De praktijk leert ons, dat 'r dikwijls wraak geno-men wordt op de meest onverklaarbare en ziekelijkemanier. 'r Is wel brand gesticht door 'n dienstbode,aan wie verweten was, dat ze gesnoept had — en ge-moord, zonder dadelijk-zichtbaar geweld, door deneenen man, die jaloersch op den anderen was... Hieldhij van u, juffrouw Rondeel?... Ik bedoel: voor ja-ren?"

„Dat weet 'k niet, en dat interesseert me even-min ..."

Even zweeg de bezoeker, toen vroeg-ie zoo bruuten gewoon of-le naar 't weer informeerde:

„Hield u van h e m?"Driftig stond ze op. 'r Was iets in 'r houding, of

ze 'm zonder meer de deur zou wijzen.

121

Page 122: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Dat is impertinent!”, zei ze met bijna heeschestem: „u vergeet dat ik geengageerd ben, en op 'tpunt sta te trouwen..."

„Pardon, ik vergeet niets", antwoordde hij, even-eens opstaand: „maar u w geheugen schiet tekort.U heeft vanmorgen, als ik me niet vergis, uw verlo-ving met den jongen Jones verbroken..."

„Wie zegt die nonsens?", vroeg ze lijk-wit.„Dat heb 'k mezelf gezegd", zei-ie, 'r geen moment

aan denkend den braven huisknecht te verraden.„U fantaseert", antwoordde ze zwakker.„Ik vraag in gemoede", praatte hij, en omdat zij

'r bij ging zitten, dee hij 't zelfde: „welk belang u 'rbij kan hebben, 'n zoo begrijpelijk en te motiveerending als 't verbreken van uw verloving te ontkennen.Dacht u dat zoo iets ook maar 'n kwart uur geheimblijft?... Laten we probeeren mekaar beter te ver-staan, juffrouw Rondeel! U ziet in mij, zooals demeeste menschen in zoo'n situatie, 'n vijand, omdat ikvan de Centrale Recherche ben, en /neer tracht teweten te komen dan in gewone omstandigheden ge-oorloofd is. Wat ik doe, en welke methode ik toepas:ik geef u mijn eenvoudig woord, dat ik voor alles debelangen van de dochter van den man, die ons op't oogenblik aankijkt, behartig..."

Onwillekeurig wendde ze 't hoofd naar 't portret,maar gaf zich door 'r zwijgen allerminst gewonnen.

„Bij '11 zoo onmenschelijk geval als dit", begonDuporc nader te overtuigen: „vergeet de groote me-nigte in 'r sympathie voor den overvallene, bijnaaltijd den moordenaar, vooral als die zich aan 't meeststuitend geval van moord om te r o o v en heeftschuldig gemaakt. Bij mij is dat omgekeerd. In deontoerekenbare zaak van Jan Kikker, ben 'k met 'ndosis sympathie begonnen, al heb 'k me daarstraksAnders uitgedrukt. Ik dacht: de jonge man heeft 'n tegunstigen indruk gewekt..."

„Kent u 'm dan?", vroeg ze met 'n levendigheid,die 'm niet ontging.

122

Page 123: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Nee, niet persoonlijk. 'k Heb 'm voor 't eerst ge-zien, toen-ie blootshoofds en opgewekt uit 't portier-raam in 't Centraalstation hing, terwijl u, of u 'r 'nvoorgevoel van had, dat u uw vader niet meer zouterugzien, 'n afscheid nam en 'n tranen stortte of dereis naar Australia in plaats van naar Parijs ging...”

„Ik heb geen tranen gestort! Wie maakt u die on-zin wijs!"

„Ik wil u nu zeker geen onaangename dingen zeg-gen", zei Duporc — wanneer men zulk 'n voornemenbepaaldelijk annonceert, pleegt men het tegenoverge-stelde te d o e n, en ook de Inspecteur der CentraleRecherche ontging dezen regel niet „maar uspreekt voor de tweede maal, en volkomen-nutteloos,'n tikje onwaarheid! Ik stond toevallig vlak in uwbuurt, en luisterde zonder bepaalde bedoeling, of-schoon mijn vak 't vanzelf meebrengt, om geen spelden geen woord te verwaarloozen... Heb ik me zoovergist? Wijlen uw vader zei: „Wat doe je somber,m'n kind... De menschen zullen denken, dat we af-scheid nemen..." En u antwoordde: „Laten ze denkenwat ze willen, als je in Godsnaam maar voorzichtigben..." Toen keek meneer Rondeel mij, als mede-lui-sterende, minder welwillend aan, lette ik alleen nogmaar op, dat u dien Jan Kikker achter den rug van uwverloofde, die de eene sigaret na de andere rookte, !an-ger aankeek dan — laten we zeggen: gebruikelijk is..."

„Nu zou ik u een ding willen verzoeken", viel Clo-tilde kort en bondig, en zich in hooghartigheid terug-trekkend, uit: „om dit gesprek te staken. Ik ben,niettegenstaande m'n vermoeidheid en m'n zorgen,zoo welwillend geweest u te ontvangen, maar ik wei-ger me aan 'n systeem van vragen en antwoorden teonderwerpen, dat in uw métier usance schijnt tezijn..."

„Dat is 't", antwoordde hij kalmpjes: „maar dieusance is in ieder geval verkieselijker dan 't onge-wone, dat 'n dochter den moordenaar van 'r vadersauveert..."

123

Page 124: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Die met berekening en sluipende verfijning toege-diende grofheid trof. Met 'n volkomen-ongekunsteldeverontwaardiging, en met 'n wild-doorvlammendekleur, die op slag de mooie Clotilde van 'r maakte.de „belle Clotilde", die ook zonder iets te bezittenhonderd veroveringen zou hebben kunnen maker.,sprong ze overeind, en schelde den huisknecht, omden onbehoorlijken bezoeker de deur te wijzen.

„Zooals u wilt", zei Duporc, 'n bulging forceerend.Maar ze had den schelknop nog niet aangeraakt, of

de deur werd al beklopt, en de huisknecht kwam uitzichzelf binnen.

„Excuseer", zei-ie: „ma.ar ik heb 'n dringenddienst-telegram voor dezen meneer. De beambte be-neden, die stellig wist dat meneer hier was, wacht op't afgeteekend

„Mag ik?", vroeg Duporc: „ze waren 'r van op dehoogte dat ik tusschen 9 en 10 uur hier zou zijn. Enik zei u al dat ik 'n dêpëche wachtte..."

In de hoorbare stilte, terwijl Clotilde hem ingespan-nen-luisterend den rug toekeerde, zette-ie z'n handtee-kening, en wenkte den huisknecht heen te gaan.

„Ik had u toch duidelijk verzocht...", praatte dedochter van Arthur Rondeel nerveus-vertoornd: „omme niet verder lastig te vallen..."

Flegmatiek-langzaam scheurde-ie 't telegram open,las driftig — en zonder 'n woord te zeggen, reikte-ie't haar over.

Met verstarrende oogen las ze den dorren inhoud :

Zevenster. Centrale Recherche. Amsterdam. Hetverminkte lichaam van den bankier Arthur Ron-deel gevonden. Van den voortvluchtigen moorde-naar Jan Kikker nog geen spoor. Verduin, Inspec-teur van de Dordtsche Recherche.

Even stond Clotilde met in wanhoop verwrongengelaat, toen met 'n gil, die den grootsten cynicus ont-roerd zou hebben, zakte ze ineen, en als Duporc, die

124

Page 125: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

't zag aankomen, 'r niet opgevangen had, zou ze met't hoofd tegen den scherpen kant van 't schrijfbureauzijn gevallen.

Voorzichtig lei-ie haar in den leunstoel, waarin zegezeten had, en v66r-ie 'r met water of 'n ander, bijzulk 'n situatie gebruikelijk ding, te hulp kwam, ge-droeg-ie zich als 'n doortrapte scheim, deed-ie zooalsalleen iemand, die geen greintje van 'n gentleman inzich had, tegenover 'n vrouw, die zich niet wist teverdedigen, had kunnen doen: met de rappe gebarenvan den beroeps-zakkenroller doorsnuffelde-ie de te-legrammen op 't bureau las den door haar begonnenbrief en het adres van een tweeden, dien ze geschrevenen gecacheteerd had.

Het portret aan den wand keek vernietigend naarz'n heiligschennende handen, maar al had ArthurRondeel zich vlakbij in z'n nog niet gedolven grafomgedraaid : Nathan Marius Duporc kende geen ge-nade, als-ie op buit uit was.

Geen der telegrammen met de namen uit de bestehandels- en finantieele kringen, boeide 'm langer dan-ie ze voor 't in dezelfde volgorde terzij de leggen, noo-dig had.

Een, uit Roosendaal, 10.15 verzonden, en niets an-ders dan de troostwoorden bevattend:

Mille condoleances. Ayez la force de supporter lecatastrophe desastreux. Votre bien devoue

Rene Rana

— „duizendmaal gecondoleerd. Heb de kracht den ont-zettenden slag te dragen. Uw toegenegen Rene Rana"— deed 'm nadenken en 't papier 'n paar maal in deenergieke handen ronddraaien, omdat 't uur van ver-zending, z'n aandacht trok.

De ochtend-edities der bladen bevatten geen woordvan 't sensatie-nieuws. Dan moest 't in Roosendaaldoor de verhalen van trein-personeel en passagierseerder uitgelekt zijn.

125

Page 126: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Maar toen-ie op het convert van den voleindigdenen dicht-gelakten brief de kloeke letters van Clotilde'shandschrift Monsieur Rene Rana. Mar-seille, met nog niet ingevuld nader adres zag staan,mar.kte-ie snel 'n aanteekening op z'n manchet. Depas begonnen brief, waarover ze 'n stuk vloeipapiergetrokken had, was aan Henry Jones geadresseerd.'n Brief aan 'n man, waarmee je binnen 'n paar da-gen had moeten trouwen, was 't zeker niet. Hij luiddekoeltjes en zakelijk :

My dear Mr Jones,You treated me this morning in such an asto-

nishing way, that I can only repeat, that underthe present desperate circumstances...

Verder was ze door 't plotseling bezoek van denInspecteur der Centrale Recherche niet gekomen.

Wie is die meneer Rene R an a, prakkizeerdeDuporc: wie is de man, aan wien ze nog versch onderden indruk, dadelijk 'n bedankbrief schrijft.

'n Beweging van de uit Naar flauwte ontwakende,lei 'm 'n gekunstelde houding op.

Ze keek de kamer rond, of ze niet wist waar zewas, maar nog voor-ie op zijn beurt den schelknopvan het schrijfbureau kon bedrukken, om 'n glas wa-ter te vragen, glee ze op de kniedn en snikte 't zoohartstochtelijk uit, dat-ie 'r met zotte troostwoordjestrachtte op te beuren.

„Kom nou, juffrouw Rondeel !... U wist 't... Ukende de omstandigheden... 't Spijt me buitengewoon,als mijn telegram de zekerheid in een richting be-vestigt, maar zou 't u meer troost geven, als eerstna weken of maanden... ? Mag ik u met jets van dienstzijn... ?"

Ze bleef voor den clubzetel geknield liggen, keek't telegram nog eens in.

„Kan 't geen vergissing zijn?", vroeg ze afwezig :„ik kan 't niet gelooven..."

126

Page 127: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Had u iets anders verwacht?”, zei Duporc, 'r inz'n sterke armen opheffend, en 'r in den stoel terug-plaatsend.

Ze knikte ontkennend.„Ik wil me niet aan u opdringen, juffrouw Ron-

deel", praatte-ie bijna hartelijk: „en ik begrijp leven-dig hoe ellendig u zich moet voelen, maar toch: hiermag niet geaarzeld worden. Dat zou 'n tweede mis-daad zijn. 'n Man als Jan Kikker, beschaafd, ontwik-keld, onbesproken, kan dit haast niet volbracht heb-ben, tenzij-ie 'n rancune tegenover den overledenehad. Ik geloof niet in het motief van diefstal zondermeer. En antwoordt u nu eens volkomen oprecht, nuu het engagement met Henry Jones verbroken heeft:bestond 'r de een of andere — vriendschap, genegen-heid, om geen grootere woorden te gebruiken, de eenof andere buitengewone sympathie tusschen u endien..."

„Gebruik geen scheldwoorden", verzocht ze zacht:„ik kan alleen zeggen, dat 'k 'n gevoel heb, of ik gekword... Dat telegram is 't allerergste wat me konoverkomen..."

„Last me u dan voor 't laatst vragen, juffrouwRondeel", zei-ie met waarachtig meelijden — van zijnkant was 'r geen f air p 1 a y, maar 't geheimm o e s t ontward worden, wat 't ook kostte! —: „ofwijlen de heer Arthur Rondeel zich niet eens ver-zet heeft tegen uw dweepen met den sportsman JanKikker, die z'n particuliere secretaris was, maar ueenvoudig heeft uitgelache n, toen u van 'n mo-gelijkheid sprak — en u daarna ongeveer dwong denzoon van zijn compagnon Jones te accepteeren..."

„Ik laat me niet dwingen", zei ze voor de zooveel-ste maal te trotsch, om den roodharigen politie-be-ambte alles te zeggen: „ik heb Henry Jones vrijwil-lig genomen, en heb hem vanmorgen z'n woord te-ruggegeven, toen-ie schandelijke dingen zei..."

„Welke schandelijke dingen?"„Dat zijn zaken, die alleen mij en m'n ex-verloofde

127

Page 128: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

raken... Nou heb ik u alles gebiecht wat 'r te biechtenviel, en verzoek ik u vriendelijk..."

„Ik houd u niet langer op", zei Nathan MariusDuporc : „ik zal 't verder zonder uw hulp en aanwij-zingen... Wilt u nog veroorloven 'n paar vragente stellen, die u vermoedelijk niet zullen hinderen?"

Ze knikte, den indringer met 'r oogen verwen-schend, maar 'm aan den anderen kant niet-vertrou-wend, omdat-ie vermoedelijk de dingen, die op 'tschrijfbureau lagen, bekeken had.

„Heeft u?", informeerde hij in zorgvuldigste be-dachtzaamheid : „den verdachte, of liever den schul-dige, toen de trein zich in beweging zette — ik meen't met eigen oogen te hebben gezien — 'n briefje inde hand gestopt?"

„Geen briefje," ontkende ze: „'n afgescheurd stukjepapier met de woorden, die ieder kind aan 'n vriendvan 'r vader op zoo'n oogenblik in de hand zou heb-ben gedrukt: let in Godsnaam op hem, Jan!Ik had 'n soort voorgevoel, dat m'n vader iets zouoverkomen, want hij was dikwijls duizelig... Hijdurfde zelfs niet alleen op 'n balkon staan."

„Is 't dit geweest?", vroeg Duporc, 'n verfrommeldpropje gekleurd papier, dat-ie zorgvuldig-gladgestre-ken en als 'n relikwie uit z'n portefeuille te voorschijnhaalde, bij de lamp houdend.

Ze bezag 't rose-getint hoekje van 'n rekening, datze in 't Station haastig bekrabbeld had, en dat nu 'ngroot spinneweb van vouwen en kreukels leek — zeherkende de bijna verdoezelde letters van 'r eigenhand, en keek Duporc verwonderd aan.

„Dat is 't", zei ze : „hoe komt u daar aan?"„Toen-ie 't gelezen had", loog de Inspecteur — 't

kostte 'm moeite onverschillig te blijven praten, zoo'nreuze-plezier als ze 'm met 't herkennen van 'n ge-wichtig alibi deed : „maakte-ie 'r onbewust 'n propjevan, en liet 'n in den korridor van den D-trein val-len... Dat is alles... 't Is van mijn kant dus Been ver-gissing geweest?"

128

Page 129: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Nee”, herhaalde ze: „ik stopte 'm dat toe... Hijzou zich voor mijn vader hebben dood-gevochten..."

„En vermoordde en beroofde 'm", merkte Duporchoonend op.

„Jan h e e f t 't niet gedaan, k a n 't niet gedaanhebben !", vlamde ze onvoorzichtig op : „daar leg ikm'n hand voor op 't blok ... Dan is 'r 'n derde in 't spel!"

„Die meneer Josephus Bok", zei Duporc droogj es.„Ach kom, die zielige goeierd, die geen vlieg kwaad

doet!" verdedigde ze den anderen verdachte: „ikzeg u een ding, dat als uw telegram de waarheid zegt,dat dan de arme Jan o o k vermoord is..."

„Daar zullen we vanavond niet verder over praten",meende Duporc, en 'r was alweer iets vergenocgds inz'n doen : „'t leven is, als regel, geen stuk van Shake-speare, met 'n aantal dooden op 't tooneel... Ik komvoor mezelf tot de conclusie, dat m'n eerste vragen ofde heer Jan Kikker u vroeger 't hof heeft gemaakt enof u van hem hield, geen vragen uit 't ongerijmdewaren. Maar daar verdiep ik me niet verder in. Datis 'n zaak, die u met uzelf moet uitvechten, juffrouwRondeel... Was uw vader werkelijk zoo duizelig?"

„Dat heb 'k al gezegd!"„Moest hij 'r wat tegen doen?"„Kalm leven, en zich onthouden van — van sterke

drank. Dat heeft-ie gedaan."„Zeker?"„Stellig. Hij dronk geen druppel!"„Merkwaardig!"„Waarom zegt u dat?"„Omdat hij dan gisteravond van die goede gewoon-

ten of is geweken..."„Dat kan 'k niet aannemen..."„In den restauratiewagen heeft hij — ik vertel die

bijzonderheden, om 'n inlichting to krijgen — in denrestauratiewagen was het wijn en champagne, en inden slaapwagen werd 'n halve flesch cognac meege-nomen..."

„Dan is-ie ziek geweest..."

129Moord in den trein. 9

Page 130: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Bestond de mogelijkheid, dat 'r 'n flesch whiskeyingepakt werd ?”

„Ja", zei ze eenvoudig: „maar niet door m'n vader:Joopie Bok wou 'n flesch B l a c k a n d White overde grenzen smokkelen, en Jan zou die..."

„Waarom spreekt u toch telkens van Jan?", zei-ieglimlachend.

„Heeft u nog meer te vragen?", antwoordde ze uitde hoogte.

„'n Bijkomstigheid voor 't verder onderzoek van deJustitie: had uw vader de gewoonte zich te verven?"

„Die had-le..."„En, en — nu komt 'n laatste weer pijnlijke vraag,

maar we mo eten alles weten, en ik zie geenkans 'n der-de te interviewen — had uw vader 'n jonge vriendin?"

„Schaamt u zich niet, meneer!"„Ik vond in 'n kleinere portefeuille in 'n binnenzak

de photo van 'n jonge vrouw..."„Dat is 't portret van m'n gestorven zuster", ant-

woordde ze voor 't laatst, en door dat antwoord maak-te hij 'n allerbelabberdst figuur: „die was twee jaarouder dan ik, en stierf in drie dagen tijds... U is'n gentleman in optima form a... En nou weetu ook waarom vader zich later is gaan verven... Vangeluk..." Ze schelde.

„Ik vraag u excuus voor m'n onhandigheid", zeiDuporc: „en ik dank u voor uw inlichtingen... Magik nog twee seconden de slaapkamer van den over-ledene inspecteeren?"

„Johan", sprak Clotilde de huisknecht toe: „gamet dezen diskreeten heer naar de slaapkamer vanm'n vader, en laat meneer uit. Voor niemand verderte spreken !"

Nathan Marius Duporc voelde zich na z'n laatstevergissing minder op z'n gemak, maar 'n goed detec-tive heeft 'n harde huid, en toen-ie boven rondkeek,was-ie in 'n minimum van tijd weer getroost met 'nledig medicijnfleschje van wijlen Arthur Rondeel, 'nonoogelijk veel-beduimeld fleschje.

130

Page 131: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Wil u nog wat?”, vroeg de huisknecht.„Schoor meneer zichzelf ?"„Nee nooit".„Nooit thuis?"„Nooit. De chauffeur reed meneer iederen morgen

naar den kapper.„Ik dank je, vriend, zei Duporc, 'n tweede fooi in

de hand, die de deur wou openen, deponeerend: „O,ja : nog een ding — ken je meneer R a n a?"

„Wie zeit u?"„Kwam hier wel 'ns 'n meneer Rana over den

vloer ?"„Nooit van gehoord... D'r bestaat wel 'n kruide-

nierszaak V a n a, waar me vrouw wel is heengaat...Maar Rana? Vast en zeker niet. Ik ken al de vrien-den en bekenden sinds jaren..."

„Merci. Goeien avond..."De klok van 't Rijksmuseum sloeg tien uur.Moe en besluiteloos bleef de Inspecteur der Cen-

trale Recherche 'n oogenblik in gedachten voor hethuis van den Bankier staan.

Als-ie zooveel in beweging geweest was, had-ie lastvan 'n kwaal, waarvoor slechts 'n betrekkelijke re-medie bestond, 'n kwaal waarmeee je bij wijze vanspreken honderd jaar in dienst kon blijven, maar dieop zeker moment 'n marteling werd: 't gewicht vanz'n pootig lichaam was te zwaar voor een der vreug-den van z'n mannelijke charme, z'n bijkants vrouwe-lijk-kleine voeten.

Hij had last — zonder eenigszins platte uitdruk-king was zijn ziekte-geval niet in beeld te brengen —meer dan last van platvoeten.

En zooals hij nu voor de deur van 't kleine Paleisaan 't wikken bleef — of-le na voile zeventien uurin touw te zijn geweest — van Dordt naar Roosen-daal — van Roosendaal naar Amsterdam, voortdu-rend in ingespannen observatie — z'n eigen bed en't stel veerkrachtige steunzolen zou opzoeken —onderging-ie de sensatie of z'n kleine teen links en z'n

131

Page 132: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

middenteenen rechts bezig waren zich van z'n voetenen kuiten-in-kramp te verwijderen.

Hij kreunde 'r zoo hoorbaar bij, dat 'n chauffeur,die net om den hoek kwam, als 'n barmhartige Sama-ritaan informeerde of-ie niet goed in orde was.

„Man", zei Duporc: ik wensch m'n eersten vijandendat miserabel gevoel niet toe. 'k Geloof dat de k o m-p 1 e e t e collectie vliezen tusschen m'n teenen ge-scheurd is..."

„'k Heb m'n wagen 'n eind verderop staan, en almag 't niet — me dag is toch zoo ondersteboven, dat'n beetje meer of minder niet hindert... Vooruitmaar, dan breng ik je thuis, maar centen neem 'kniet an..."

„Je valt als 'n engel uit den hemel", lachte Duporc:„'t zal je hiernamaals beloond worden!"

„Hou op met je hiernamaals !", gromde de man:„daar is m'n patroon pas heengedonderd... Duizendtegen een krijgt 't heele personeel gedaan... 'k Wenschden schoft, die 't geflikt het niet veel toe, maar as'k 'm tusschen m'n knuisten krijg, blijft 'r geen vanz'n botten heel..."

„O, 0 !", kreunde Duporc, die haast geen stap konverzetten, zoo als iedere steen 'n hobbelende kei leekte worden: „ik ga nooit meer zonder steunzoolen opkarwei..."

„Kom naast me zitten", zeide de chauffeur : „Bin-nen-in durf ik je niet meenemen. Je kon nooit wetenwie je ontmoet, al zal meneer zelf 't z e k e r nietzijn... Die mot nog opgedregd worden..."

De laatste woorden verdreven de pijn nog haastmeer dan 't verlossend zitje naast de stuurstang.

„Bij wie is u in betrekking?", vroeg Duporc, ter-wiji de luxe-auto zonder schok in beweging raakte.

„Ik w a s in betrekking", verbeterde de chauffeur :„bij 'n man, waar alle kranten vol van staan... Ik bentegen den eersten opgezegd... De zwijnen !"

„Was u bij Rondeel?", zei Duporc en op 't zelfdemoment was-ie weer zichzelf.

132

Page 133: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Precies... Gisteravond heb 'k 'm met de tweeschobbers na 't Station gerejen... 'k Had 't mottenkennen vermoeden... 'k Heb nooit beter baas gehad !”

„Vriend", zei Duporc : „de wonderen zijn de wereldniet uit... Ik zocht je, en as je me 'n handje helpenkan, zal ik je meer dan erkentelijk zijn. 1k ben deman van de Centrale Recherche, die 't zaakje inonderzoek heeft... 'k Ben vannacht en den heelen dagmet die vervloekte geschiedenis, met dat ongehoordschandaal bezig geweest... Als ji,j op die schoften ge-beten ben, kan je me helpen ze te grazen te nemen,door je mond open te doen, en niks voor me verborgente houen..."

Met 'n ruk stond de auto op 'n stil en donker ge-deelte van den weg stil.

„Al most 'k 'r den heelen nacht voor opblijven",zei de man : „als ik me aandacht voor me wagen noodigheb, luister ik maar half. Zoo praten we beter..."

„Heb je niks verdachts gemerkt, toen je naar 'tStation reed?"

„Wis en waarachtig", kwam de chauffeur los: „ikdacht al vanaf 't begin dat 'k most voorkomen : d'ris iets niet in orde. Zoo lang voor 't kantoor an deKeizersgracht gewacht, heb 'k nog nooit, as we denParijschen trein mosten hebben. Anders hadden deslampampers niks in te brengen, zou meneer 'r nietan gedacht hebben voor hun de boodschaplooper tespelen — nou most 'k eerst stoppen voor 't huis vandien vervloekten Kikker, die boven 'n paar minutenwerk had, en met z'n zakken zoo volgestopt met rom-mel instapte, dat-ie 't portier niet in kon. „MeneerKikker heeft thuis iets vergeten", zee m'n goeie baas,die voor Jan Rap en z'n maat door 't vuur ging, asze 'm met 'n mooi smoesie te pakken hadden. Ik dachtbij mezelf : nou je het nog al aardig wat vergeten,dat je ineens zoo dik ben geworden. Uit z'n eenen zakstak de hals van 'n flesch in papier gewikkeld..."

„Whiskey?"„Welnee, want Bak zee: nou hebben we allebei

133

Page 134: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

breekbare waar — ik whiskey en jij jou lekkers...en meneer zee: stoppen jullie die rommel in je valie-zen voor 'r ongelukken gebeuren... Toen most 'k naarde woning van Bok. Ik dacht: toe maar, dat wordt be-steldienst ! Daar most nog !anger gewacht worden,en 'n bagage as die uit z'n donkere gang sleepte !Licht werd 'r niet opgestoken hij scharrelde inz'n eentje, en ik mocht geen poot verroeren! D'r was'n zak bij zoo volgepropt of 'r dekens in zaten, en zoowichtig, dat Bok 'm niet harden kon. Maar i k mocht'r geen vinger an uitsteken! Op de imperiale : geendenken an! Kikker zette 't vrachie naast zich op debank. En meneer zee: „Joopie, sleep je je heele huis-houen mee naar Parijs?" Wat-ie antwoordde kon 'kniet verstaan, want 'k most nog vlug naar 'n Kappers-magazijn, en daar haalde Kikker weer pakkies af..."

„Wat voor pakkies?"„As je dat maar wist... 'k Heb 'r niet in gekeken...

Onder de klok van 't Station most ik 'n rommel vande andere wereld vasthouen, terwijl zij d'r kaartjesnamen, en 'n witkiel droeg de zak van Bok op z'nnek... 't Lijkt of 'r lood in zit, zee-ie. Wat ik zelf alle-maal droeg, mag de hemel weten. In een pak zattenal z'n leven schoenen. Ik Ivoelde wreven en hoogehakken... Dat wordt in Parijs vrouwenwerk, dachtik ..."

„Een oogenblik", interrumpeerde Duporc : „wat ume daar vertelt is of nonsens, of voor mij van 't aller-hoogste gewicht..."

„Dat van die vrouwen?..."„En 't andere..."„Welk andere?", vroeg de chauffeur, en omdat-ie

'n sigaret, die-ie op wou steken naast de stuurstangliet vallen, lichtte-ie met z'n elektrische zaklantaarnbij om to zien, waar 't ding gebleven was. Weerrechtop zittend had dat voor gevolg dat de lichtstraal'n ondeelbaar oogenblik 'n vrouwegelaat belichtte.

Was Clotilde, die alleen op stap was.„Da's boffen dat ze zoo in gedachten loopt, dat ze

134

Page 135: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'r eigen Ford niet herkent", fluisterde de chauffeur.,,Doe me 't genoegen en zet de machine even aan,

om te zien waar ze heengaat", zei de Inspecteur derCentrale Recherche in denzelfden fluistertoon.

„Dat snap 'k niet".„Ik leg 't je later uit..."De Ford kwam geheel geruischloos in beweging,

volgde de jonge vrouw.„Is dat nou alles?", vroeg de chauffeur, toen Du-

pore wenkte dat 't genoeg was. Clotilde had tweebrieven in de bus van de Kade gestoken en keerdeterug.

„Meer wou 'k niet weten", zei de ander. En bij zich-zelf dacht-ie : ik west voldoende. 't Waren positief debrieven aan die Rene Ran a, waarvan-ie den naamop z'n manchet genoteerd had, en Henry J o n e s.Als ze die n u nog en persoonl ij k postte, betee-kende 't beslist dat 'r haast bij was, en dat ze ze nietaan anderen wou toevertrouwen.

„En wat was nou nonsens of van 't allerhoogstegewicht?", vroeg de chauffeur weer, terwijl-ie op-nieuw in den stilstaanden wagen achterover leundeen z'n sigaret rookte.

„Heb je i n dat pakje wreven en hooge hakkengevoeld?"

„Ik ken me 'r haast niet in vergist hebben, want'k herinner me, da 'k bij mezelf dacht: die Bok ofdie Kikker hebben 't een of ander afspraakkie, enwat 'n idioten, om van hier schoenwerk mee te sjou-wen, dat ze in Parijs licht beter en goedkooper ken-nen krijgen — en is dat nou gezelschap voor 'n zooin de puntjes levend mensch as mijn baas?... Maar'k doe 'r geen eed op. Ik zou in de verste verte nietdurven zweren, dat 't niks anders geweest is. 'k Hadme handen vol. We stonden met z'n tweeen bepakt enbelajen..."

„Dat heb 'k gezien, want 'k stand ook in de queueom 'n kaartje te nemen. 't Is buitengewoon-aardig,buitengewoon..."

135

Page 136: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Maak dat mijn nou ook is duidelijk”, zei de chauf-feur: „ik vertel alles — laat u ook is wat los..."

„De merkwaardigheid van de zaak is", redeneerdeDuporc met 'n wijsgeerig inzicht waarbij de chauf-feur z'n sigaret zat te bekouwen, omdat 'n deel derlogica 'm te machtig werd : „dat je in ons vak degekste dingen beleeft. De stelligste getuige in 'n straf-zaak zal bewijzen, dat rond vierkant en vierkantovaal is. De waarneming van de kleuren van 't zon-nespectrum is theoretisch-nauwkeuriger vast te stel-len dan de kleur, die 'n schobbejak bij 'n vechtpartij,of 'n zwijntjesjager om z'n boddie had, toen-ie in'n gedrang werd gegrepen... De relativiteitstheorievan Einstein op onzen dienst toegepast, bewijst, datde mensch ziet wat-ie niet ziet, voelt wat-ie niet voelt,en omgekeerd... Heeft u al eens den naam Ranagehoord... ?"

„Ik geloof dat u me beduvelt...", zei de chauffeurwantrouwig.

„Ik hoop dat je in geloofszaken niet te orthodoxopgevoed ben", glimlachte Duporc, die goddank z'nteenen niet meer voelde, ofschoon-ie ze had, en hier-omtrent geen relativiteit mogelijk was: „ik beduvelu allerminst, maar ik heb geleerd voorzichtig methypothesen te zijn, en ik verzeker u, dat wanneer wedien doortrapten schooier Jan Kikker te pakken heb-ben, u in de allereerste plaats voor 'n deel van deuitgeloofde premie in aanmerking komt. Ik had nogwel lust 'n onverwacht bezoek in 't huis, waar diesinjeur z'n kamers heeft, of te leggen. Is u van departij ?"

„Je ken me de heele nacht in dienst houen, as 't,voor 't goeie doel is", zei de chauffeur, de versnellingaanzettend.

Nog geen vijf minuten later stonden ze voor 't nette„Family-Pension", dat de secretaris van den vermoor-den bankier gisteravend verlaten had. 'r Was dienmiddag al huiszoeking gedaan, en al wat 'r aan pa-pieren in de keurige voorkamer was aanwezig geweest,

136

Page 137: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

was door 't Parket in beslag genomen. Dat verteldede eigenares onmiddellijk toen Duporc voor half elfz'n kaartje afgaf, en 'r beslist op aandrong de tweevertrekken van de bel-etage nog eens persoonlijk tebekijken. De dame met 't zilverwitte haar, die volvan de historie was, omdat haar „Family-Pension"in 'n sensatie-blad genoemd was geworden, en omdatze al twee interviews doorstaan had, maakte for-meele bezwaren van-dat-'t-al-zoo-laat-was, met 'n ge-zicht waarop 'r nieuwsgierigheid en babbelgraagheidmet vette letters voor den meest-bijziende te lezenstonden. En terwiji de Inspecteur met den bedacht-zamen stap, den on-elastischen, van den man-zonder-steunzolen, rond-snuffelde, elk nuchter voorwerp inde handen nam, de halters in den slaapkamer voor-zichtig taxeerde, zich bukte om onder 't bed te kijken,de laden der waschtafel doorzocht en 'r werachies 'nhaarspeld in vond — 'n blamage, waarbij de eerwaar-dige dame 'n kleur tot over 'r ooren kreeg — 'n haar-speld in de waschtafel van 'n heer, die vijf jaar bij 'rgewoond had — terwijl Nathan Marius Duporc 't pas-gewreven vloerzeil met z'n elektrische lantaarn bij-lichte, 'n excessieve belangstelling voor 'n druppelbij 't schrijfbureau had, en met zijn zakmesje ijverigbleef schrapen tot-ie de substantie op 'n bladzij vanz'n notitieboek had gesmeerd — bleef de eigenaresvan 't „Family-Pension" den onverstoorbaren bezoe-ker met 'n beminnelijkheid op haar beurt interviewen,of ze nog voor de ochtendeditie verslag moestbrengen.

„Is 't lijk nog niet gevonden?", vroeg ze, en 'r oud,gedistingeerd hoofdje van vrouw, die nooit had kun-nen droomen, dat ze nog 'ns kamers zou verhuren,bewiegelde 'r zij den blouse, of ze 't lugubere zoo voorzich zag.

„Nee, mevrouw", zei Duporc stellig — en hij scheenzichzelf tegen te spreken „'t is nog niet gevon-den... Mag ik dit meenemen, of heeft u daartegenbezwaar?"

137

Page 138: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Dat leege doosje?”, vroeg ze: „wat heeft u daaraan?"

„'t Kan me te pas komen", ontweek-ie: „en feite-lijk ben 'k met 't enkele kartonnen dekseltje tevre-j en".

„Wat 'n komiek vak", praatte ze, omdat de heermet 't kort geknipt roode haar, 'r 'n zoo'n maniakaalplezier in scheen te hebben 'n verzameling van onnoo-zele prullen aan te leggen — eerst 'n druppel was van't vloerzeil — nou weer 't deksel van 'n leeg doosje,waarin tandpoeder had gezeten...

„Langer zal 'k u niet ophouen", zei de Inspecteurder Recherche hoffelijk : „u weet zeker, dat diemeneer Kikker dit doosje alleen gebruikte..."

„Gossie meneer", zei de dame, en 'r was iets vanbeleedigdheid in 'r stem : „denkt u dat een van mijndames of heeren, allemaal menschen van s t a n d i n g,de onwelvoegelijkheid zou begaan, om tandpoeder van'n ander te gebruiken?"

„Och", ze Duporc, den gaven vingerafdruk van JanKikker, met de verliefdheid van 'n geleerde, die 'nonbekend soort pelicule ontdekt, observeerend:„och, mevrouw, de menschheid vertoont zooveel dege-neratie-verschijnselen, dat men zelden sine u 11 ad u b i t a t i o" — weer waagde-ie zich op 't gladdeijs van 'n Latijnsch gezegde... — „kan zeggen. Inonzen tijd is alles mogelijk. Dat ziet u aan den jongenman, die deze keurige appartementen bewoond heeft,en in staat was zijn patroon in koelen bloede te ver-moorden..."

„Angstig, angstig", zei ze: „en dat bij zoo'n netmensch, die wanneer-ie hier dineerde altijd speciaalverzocht 't vleesch goed te doorbraden, omdat-ie geenrood vleesch voor zich kon z i e n..."

„Nog een vraag", zei de politieambtenaar, bij dedeur: „heeft-ie de laatste dagen — pardon, de laatsteavonden — overdag was-ie natuurlijk bezet — heeft-ie de laatste avonden bezoek of bezoeken gehad —bezoek van 'n vrouw, bijvoorbeeld?"

138

Page 139: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Hoort u 'ns, meneer Duporc”, antwoordde zewaarlijk gekwetst : „dat is niet erg lief van u! Datvraagt u alleen om die e e n e haarspeld, die zekertusschen een van de naden van de waschtafel-la isgeraakt! Ik heb altijd gedacht, dat de jonge man, opwien niet dat te zeggen viel, en van wien 'k 't niet ge-loot al beweren honderd getuigen dat 'k me vergis,dat-ie op de een of andere vrouw — ja, misschienwel 'n getrouwde vrouw — of 'n vrouw, die niets van'm wou weten, wat je noemt : hopeloos verliefd was...Ik heb 'm eens met dikke tranen in z'n oogen naar'n portret in z'n portefeuille zien kijken, en toen 'k 'mvroeg of-ie verdriet had, zei-ie eerlijk, wat andersmannen niet doen : „'n heeleboel, mevrouw, maar 'tslijt wel, al heeft ze me leelijk behandeld..."

„Dank u wel", zei Duporc, met den deurknop in dehand: „maar u heeft m'n vraag niet heelemaal beant-woord. Heeft-ie de 1 a a t s t e avonden bezoeken ge-had?"

„De laatste avonden", herhaalde ze: „natuurlijk —zeker — als die meneer Bok, die positief 'n slechteninvloed op 'm had, en die 't al z'n leven g e d a a nheeft — 'n ordinaire man, die ordinair dronk : dat isvoor ons vrouwen 'n maatstaf — als die niet over denvloer was, moest-ie komen. 'n Ineens aangewaaidevriendschap, waarbij 'k 't mijne dacht, want in delaatste weken is de stakker — ach, lieve Heer, watzal-ie 'n spijt hebben, als-ie tot bezinning komt! —dikwijls later thuis gekomen, dan we 't ooit van 'mgewend waren..."

„Bleef die meneer Bok Lang, als-ie op bezoekwas ?"

„asTiet weg te krijgen, meneer Duporc! Ala 't dienst-meisje de voorkamer hier 'a morgens kwam ruimen,was 't nbg tabakswalm... En ze dronken veel... Voor-eergister, nee voor vier dagen — gossie, gossie! — ismeneer Rondeel zelf 'n uurtje op bezoek geweest. Datwas tegen even over achten, en toen hebben ze metz'n drieen zoo vreeselijk zitten lachen, dat 't in de

139

Page 140: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

keuken te hooren was. Als je over zulke dingen laternadenkt, wordt je 'r koud bij..."

„Was meneer Arthur Rondeel hier self?"„Vier dagen gelej en !"„Is dat Been vergissing, mevrouw?"„teen vergissing. Want 'k dee, wat 'k anders nooit

doe, zelf de deur open, omdat m'n twee Duitsche meis-jes bij uitzondering samen uit waren".

„Kwam-ie met z'n auto?"„Nee, met 'n taxi, die voor de deur bleef wachten.

Maar wat doet dat 'r allemaal toe, nietwaar?"„Nee", zei de inspecteur, onder den invloed van

haar toon van depressie: „dat doet 'r allemaal nietstoe. Met napraten wek je de dooden niet op..."

„'t Leven is angstig", zei ze, 'm uitlatend.„N e c t i b i m oritur o", sprak Nathan Marius

Duporc, en omdat zij 'm blijkbaar niet voor de vuistverstond, gaf-ie 'r de welwillende vertaling bij : „daargij toch moet sterven..."

Weer naast den chauffeur gezeten, met de tweevondsten in z'n portefeuille, op weg naar de woningvan Josephus Bok en naar de Pijp-kamers van denwaarlijk versmachtenden Hans Thyssen, lid van deVereeniging van Letterkundigen, zei-ie enkel:

„Beste kerel, 't kan voorkomen, dat je als visscherlang en geduldig naar je dobber en sim zit te kijken,maar als ik van die heele kleine kringetjes in despiezen heb, ga ik niet eerder van de plek, waar 'kingelegd heb, voor 'k m'n baars of m'n snoek of m'nsnoek-baars te pakken heb..."

In de woning van Josephus Bok, had de hardhoo-rige huishoudster, die zich 's middags dood had ge-geneerd bij 't bezoek van den Subsistuut-officier, allegordijnen in rouw neergelaten. Ze had 'r de duvelover in, dat 'r bij elven nog door 'n meneer, die zichniet weg liet sturen, gescheld werd, bleef eerst obsti-naat in 'r weigering om Duporc binnen to laten.

„Dan mot je morgen maar kommen!", schreeuwde ze.„Ik ben van de politie !", schreeuwde hij harder.

140

Page 141: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Morgen !”, riep zij, en de ketting kwam niet vande deur.

„Als je niet openmaakt en redelijk luistert, heb ikorder je mee na 't bureau te nemen. 'r Zitten zesmaanden minstens op, als je 'n beambte in functietegenwerkt!", sprak Duporc met 'n geluid of-ie door'n scheepsroeper an 't beweren was.

Ook dat zou nog geen onmiddellijk succes hebbengehad — 't met dreigementen 'n weerlooze vrouw teintimideeren — als de chauffeur, dien ze best kende,omdat Arthur Rondeel hier dikwijls op bezoek was ge-weest, niet tusschenbeiden was gekomen.

„Juffrouw Pil !", zei-ie met z'n snor in de dichtst-mogelijke buurt van 't voor de buitenwereld nog 'nweinig toegankelijk oor — je moest den weg bij 'rweten „juffrouw Pilatus (zoo noemde Bok 'r, als-ie wat extraas van 'r gedaan wou krijgen) deze heerkomt met de opdracht, om meneer Bok z'n onschuldte bewijzen. Mag jij, die zooveel an je baas te dankenheb, iemand met dat doel tegenhouen?..."

„As jij dan maar mee binnen komt", gaf ze zichgewonnen: „ik laat niet den eersten den besten inhuis, al beweert-ie ook honderdmaal, dat-ie 'n stillesmeris is... Hoe kommen ze op de krankzinnigheidom meneer van moord op z'n vrind te verdenken...As 'k de smeerpijp, de vent met z'n kromme hersens,die 'm dat geflikt het, in me bereik had, sloeg 'k 'mz'n verkeerd-gegroeide verstandskiezen uit z'n valschetronie..."

Voor ze 't licht opdraaide en den Inspecteur derRecherche en den chauffeur ook door de vestibule-deur binnen-liet, scharrelde ze in de keuken, om haas-tig de dingen, die hair alleen, als juffrouw-van-ver-trouwen, regardeeren, weg te moffelen, maar omdatNathan Marius geen natuur had, om lang te anti-chambreeren, en-ie, niettegenstaande z'n wederomverpijnlijkende platvoeten, p e d e t e m p t i m aan-sloop, betrapte-ie haar met 'n minzaam-vergoeilijkendgezicht op 't in de aanrechtkast rangschikken van

141

Page 142: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

eenige ongewone souper-versnaperingen, en van 'nslank-halzige flesch witte wijn, voor de grootste heeftleeg-genuttigd.

„Geeft u zich voor mij d i e moeite niet", zei-ie metaanvalligen glimlach.

Daar ze niet vatbaar was voor te diplomatiek uit-gesproken ironie, keek ze 'm enkel 'n tikje wildaan, omdat-ie zoo vlerkachtig-brutaal was z'n langenneus in haar zaken en haar keuken te steken, smeetze 't weerbarstige en weer openbonzende aanrecht-deurtje dicht, en liet ze in 'r verbouwereerdheid eeni-ge zwijgend-beschuldigende dingen op de keukentafelstaan, ofschoon 't een om haren gearresteerdenmeester treurende huishoudster formeel toekwam 'nmootje gebakken paling en 'n reep ananastaart, bij'n glas Rhijnwijn te gebruiken.

„Dat is meneer z'n zitkamer!", lei ze met de verve-ling van 'n portier in 'n rariteiten-museum uit, en zeliep Duporc kwaadaardig op de hielen, of ze 'r bangvoor was, dat-ie in de omgeving van zooveel kost-baarheden z'n vingers niet thuis zou houen. Dat dee-ieoak niet. Telkens weer bekeek-ie, als bewonderaar vanantiek en van Japansch ivoor, de verzameling b i b e-1 o t s in de glazen kasten, en als 'm 't een of anderbijzonder interesseerde, nam-ie 't in de handen enzette 'r 'n boom over op.

„Nou zou ik wel is willen weten", sprak zij met'n gezond verstand, waartegen niets in te brengenviel : „of u hier is gekommen, om tegen den nacht an,overal an te zitten... Ik wou na bed..."

„U heeft gelijk, juffrouw Pil", praatte NathanMarius Duporc, opmerkelijk-onderworpen : „en ik zalu niet langer dan hoogst-noodzakelijk is, ophouen.Maar wij behooren ons bij 'n onderzoek als dit, vooralles in de p s y c h e van 'n verdachte te verplaatsen,en ik mod al dadelijk erkennen, dat 'n man met zoo-veel genegenheid voor de schoonheid der doode voor-werpen, geen aanleg kan hebben, om een evenmenschnaar 't levend leven te staan..."

142

Page 143: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

,Begin je dat te merken", zei ze met de aanhanke-lijkheid van 'n in 'r gewoonheids-bewegingen van ja-ren versleten ouwe dienstbode, die 't tot den rang vanhuishoudster met 'n Rijkspostspaarbankboekje hadgebracht: „alleen een, rijp voor Meerenberg, kan 't inz'n hoofd hebben gehaald, om net den besten vrind-van-jaren-her van meneer Rondeel in die stinkendemoordhistorie te betrekken! Doe me den plezier, me-neer...", viel ze zichzelf driftig in de rede: „en blijfvan meneer z'n schrijfbureau of ! Daar hebben ze van-middag ook al in gehannest! Ik heb geen trek nog isde boel te redderen..."

Als 'n waakhond bleef ze vlak in z'n buurt blaffen,en zoo als hij iets uit z'n handen neerlei, was zij 'rmet de hare bij, om 't voorwerp in z'n theoretisch-nauwkeurigste proportie op de vroegere plek te her-plaatsen, want meneer Josephus Bok kon 't niet heb-ben, dat z'n penhouder of z'n vouwbeen ook maar 'nvingerbreedte op stap waren.

„'t Is hier alles keurig", prees Duporc, terwij1 dechauffeur bescheiden op de mat bleef schildwachten :„m'n complimenten! Letterlijk geen stofje. Dat is'n heel werk voor 'n vrouw alleen..."

„Jessis vertel dat nou 'n anderen keer", zei juf-frouw Pil, die den bezoeker bij intuitie niet kon uit-staan: „voor wat korn je eigenlijk? En ga niet inmeneer z'n bureaustoel zitten!"

Onder genoegelijker omstandigheden zou ze waar-schijnlijk niet ongevoelig voor zulke hulde van mans-lippen zijn geweest, maar ze was radikaal overstuurdoor 't schandaal voor de deur, toen de substituut metz'n helpers voor was gerejen, en de meiden van linksen rechts, met al wat langs kwam, hadden staan klet-sen. Ook meende ze in de keuken 'n verdacht geluid tehooren, had de poes, zoo zeker as tweemaal-twee-vier,met z'n venijnige nagels 't aanrechtdeurtje openge-trokken, vrat de stinkerd 'r mootje gebakken paling,dat ze zoo zuinig had willen bewaren, op.

„Nou mot je niet zoo ongemakkelijk doen, juf-

14S

Page 144: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

frouw!", schreeuwde de Inspecteur der Centrale Re-cherche, die met zachtmoedigheid geen terrein won:„en niet bij elke beweging as je poes staan loeren..."

„Ik heb van jou geen lessen noodle', zette ze in ru-zie toon in.

Maar nou werd h ij de baas, want met 'n stem, die'r letterlijk in 'n hoek dreef, brulde-ie haar hoffelijk toe:

„Nou verzoek ik je in 't f at s o en 1 ij k e je groo-ten slabek voor je te houen, vervelend, leelijk mirakel,of 'k zal uit 'n ander vaatje tappen! Als jij zoo onder-steboven ben door de herrie met je patroon, mot jeniet in je eentje bij een van z'n flesschen wijn zittenschransen, begrepen? En om 'r nou maar niet verderom heen te draaien: jij weet meer dan je wil losla-ten..."

„Ik?... Wel allemachtig wat 'n verzinsels...", ant-woordde ze onzeker. 'r Was althans 'n gradueele ver-zachting in 'r manier van doen en 't leek of ze voor-zichtig 'n sourdine op 'r ontstemde gemoedssnarenplaatste. De scherpzinnige toehoorder in den stoelvan Josephus Bok, achter 't schrijfbureau, gevoeligvoor dergelijke nuances, zette z'n aanval met dezelfdegeweldmiddelen voort.

„Kort en bondig", snauwde-ie: „waar was jij gisterden heelen dag, juffrouw Pil?"

„Waar zou 'k anders a shier geweest zijn...?",begon ze lichtelijk te hakkelen.

„Je was dus thuis?"„Waar zou 'k an der s zijn", herhaalde ze meer

en meer timiede.'t Was ongetwijfeld 'n vrouw onder de vrouwen,

die met gestrenge intonatie moest worden aangepakt.„Waarom?", vroeg Duporc, en nou snapte de chauf-

feur iets van z'n bedoeling: „waarom steek jij danniet 't licht in de gang en in de vestibule op, als jepatroon zich 'n ongeluk sjouwt... ?"

„As-ie wat?", informeerde ze, en met 'n „Excuseerken oogenblik !", sloeg ze op 'n kippedrafje naar dekeuken, want 't aanrechtdeurtje piepte hoorbaar, en

144

Page 145: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ze was 'r nog net bijtijds bij, om de sloerie in 'r nekte grijpen, en 'r 'n pats om de ooren te geven. Haasthad de dief, die van alles kreeg, 't in boter gebrajenmootje te grazen. Ze gaf 'n trap tegen 't gezwollendeurtje, dat nou eindelijk dicht bleef, en kwam tege-lijk effen op adem van 't geniepig gevraag van denrooien stiekemerd.

Met 'n voorbeeldige vlugheid had Duporc 't vloei-blad van 't schrijfbureau, dat den indruk van 'n paaradressen droeg, uit de map gelicht, 't voor den schoor-steenspiegel gehouden, en tot z'n volkomen onthut-sing — de zaak scheen met ieder uur-van-onderzoekingewikkelder to worden! — den naam R e n é Ranamet duidelijke rondschrift-letters gelezen.

Nog voor de huishoudster in de kamer terug was,stak-ie 't opgevouwen blad in z'n binnenzak, zat-ieof-ie niet uit den stoel weg was geweest, achter 't bu-reau, om 't onderzoek met geestelijk-aangeschroefdepaternosters voort te zetten.

„Als jij gister den heelen dag thuis ben geweest!",begon-ie, zoo toen de 'r vingers schoon-wrijvendevrouw over den drempel kwam: „heb je met opzet't licht uitgelaten en heb je je schuil gehouen,toen de auto met de moordenaars en 't slachtoffervoor de deur stil hield, en de bagage in werd gela-den... Hoe lang heb je staan wachten, chauffeur?"

„Nou, zeker 'n minuut of drie, vier..."„Wat was dat voor 'n zware zak? Nou?"„'n Zware zak... 'n Zak?", brabbelde de huishoud-

ster, gedwee als 'n scholier die 't bij 't examen of laatweten.

„Werd 'r 'n zware zak 't huis uit gedragen, chauf-feur?"

„En hoe!"„Uit 'n donkere of uit 'n verlichte vestibule, chauf-

feur?"„Uit 'n pikdonkere... D'r was nergens licht op. Ik

stond vlak voor de deur, en mocht geen poot uitste-ken..."

145Moord in den trein. 10

Page 146: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Sinds wanneer laat jij je patroon all e e n methopen bagage en met 'n zak, die haast niet te tillenis? Zijn dat de nieuwste voorschriften, dat je in 'tdonker schuilei speelt, terwijl lit den boel uitdraagt?..Dan moet toch alles vooruit klaar zijn gezet, om 't zoomaar in 't wilde te grijpen?... Waar zat jij ?”

„Hoe laat was dat dan?", vroeg ze met 'n laatstepoging om zich te redden.

„Hoe laat was 't, chauffeur?"„Reken maar uit", zei de man, die 'r plezier in be-

gon te krijgen — dat was 'n leepe duvel, om je petvoor of te nemen! —: „de trein vertrok om kwartover zeven en we moesten nog bij den kapper wezen,de kaartjes nemen en voor de bagage zorgen... Zezouen in den restauratiewagen eten..."

„Nou r, drong Nathan Marius Duporc aan: „wasje thuis ja of nee?"

„Nee...", zei ze zoo zachtjes, dat ze 't met 'r dooveooren zelf niet verstond.

„Waar was je dan?"„lUit...?"„Da's duidelijk, ook zonder dat je 't bekent! Maar

waarom heb je dan eerst gelogen dat je wel thuiswas?"

„U. schreeuwt iemand z'n hersens zoo stuk, da-jeniet meer denkt", verweerde ze zich.

„Ik heb gevraagd waAr je was?", vroeg hij nog eens.„Bij — bij...", antwoordde ze, en je voelde an 't

tasten van d'r woorden, die 'r mond uit-aarzelden,als insecten met zoekende sprieten, dat ze 't zelf nogniet precies wist, maar ineens 'n kordaat aanloopjenemend, zei ze: „bij me zuster..."

„Daar ben je later gekomen", zei Duporc, luk-raakwat bewerend : z'n ervaring had 'm geleerd, dat 'tniet hinderde als je je vergiste, in de eerste plaats,omdat de „patient" meestal wat te verzwijgen had,en in de tweede plaats, omdat 't met nuttelooze vra-gen afmatten van dengene op wie de vivisectie werdtoegepast, licht iets aan 't daglicht bracht. En ook

146

Page 147: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

dezen keer was-ie 'r niet naast, want de getemde „Pila-tus" zei onnoozel, 't uitgeworpen Iokaas inslikkend :

„Hoe weet u dat?"„Ik weet alles", sprak de Inspecteur der Centrale

Recherche, met 'n variatie op 't gezegde in 'n Duitscheklucht, en hij zei 't dreigend: „waar was u v66r ubij uw zuster aanklopte..."

„Boodschappen doen..."„Voor jezelf ?"„Nee, voor meneer..."„Juist", glimlachte Duporc: „hij zond je weg voor

'n collectie gefingeerde boodschappen, om alleen teblijven... Was 'r haast bij een van die boodschappen?Nou !"

„Daar heb 'k niet over nagedacht."„Ach kom! Zei-ie je niet, om maar meteen 'n vrijen

avond 'r bij te nemen?"„Dat zee-ie..."„Had je 'r al niet op gerekend, hier je potje klaar

to maken?"„Dat — dat had 'k..."„En je stribbelde niet tegen, toen-ie je onverwacht

wegpoeierde ?"„Je heb as ondergeschikte niet tegen te strib-

belen..."„Stond de bagage met dien zak klaar toen je weg-

ging ?"„Nee, enkel 'n valies hier in de kamer met 't

schoone linnengoed en z'n rok".„Hoe laat werd je voor die boodschappen de stad

in gestuurd?"„Bij vijven..."„Zei-ie niks bijzonders, toen-ie de deur achter je

sloot?"Ze schudde ontkennend 't hoof d.„Vroeg je niet waarom je zoo tegen alle gewoonten

In, tegen etenstijd weg werd gezonden?"Weer gaf ze antwoord met 'n stug heen en weer

schudden van 'r hoofd.

147

Page 148: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„De zaak is dood-eenvoudig”, praatte Duporc, enz'n stem werd van 'n uiterste welwillendheid: „en alsje me dadelijk fatsoenlijk antwoord had gegeven,zouen we geen kwaad woord hebben gewisseld... An-ders heb je niks te vertellen?"

„Nee",Nee", zei ze opgelucht., opeens had-ie 'r weer, als 'n met 'n muss

spelende poes te pakken — 't was 'm toevertrouwd.„Je staat zoo om de waarheid heen te draaien, juf-

frouw, dat 'k verplicht ben 'r eind aan te maken, enje mee naar 't Hoofdbureau te nemen... 'k Geef jetwee minuten, om je hier an te kleejen... Jij schijntliever als medeplichtige ingerekend te worden, daneerlijk alles op te biechten, dat ons bij 't opsporen vanden schuldige van dienst kan zijn... We hebben ge-lukkig nog 'n Wetboek van Strafrecht en 't afleggenvan den eed..."

„Mot ik mee...", vroeg ze, zich 't angstzweet van't voorhoofd vegend.

„Als 't enkel zoo gebeurd is als jij 't wil wijsmaken",zei Duporc: „had je niet een reden om eerst hard-nekkig te liegen, dat je den heelen dag thuis was!"

„Dat dee 'k omdat..."„Omdat hij je wel jets heeft gez egd voor

je de deur uitging!", sprak de Inspecteur, en elk vanz'n woorden was als 'n vinnig-scherpe priem : „haalje hoed, je mantel en wat je voor 'n voorloopig logiesin 't huis van bewaring noodig heb !"

Hij dreigde met meer dan-ie kon verantwoorden,maar 't drong als 'n splijtende wig in 'r evenwichtigbestaan van vrouw, die nog nooit met de nachtmerrieJustitie in aanraking geweest was, zelfs niet in d'rtopzwaarste droomen.

„Weer nou is redelijk", begon ze met duizend-vree-zen in 'r stem te betoogen : „as 'n man, bij wie jemeer as twintig jaar in betrekking ben, en die zoo'nvertrouwen in je stelt, dat-ie z'n heele huis met 'npracht-inboedel, an je overlaat, as-ie uit de stad gaat ;as zoo'n man voor wie je door 't vuur zou gaan,

148

Page 149: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

omdat-ie altijd best voor je is geweest, je zeit: jehoudt je mond Pilatus, ben je dan gerechtigd toklessen...?"

„Pilatus zei", merkte Duporc met 'n zeldzaam-tes-tamentische kennis op — Pilatus vraagt in Johannes:„Wat is waarheid?" Dat zelfde vraag ik op mijnbeurt en mijn manier! En nou voor 't laatst: w a tmoest j e verzwij gen?"

„Dat — dat 'k om vijf uur weg ben gezonden..."„En...?"„En as 'r soms jets raars gebeurde... Jessis, kost

me me betrekking..."„Wat voor raars", drong Duporc onverbiddelijk

aan, terwijl de chauffeur met 'n mond als 'n ovensleestond to luisteren.

„Hij zee: as 'r jets raars gebeurt, omdat we inzoo'n raren tijd leven, en 'k zoo krankzinnig-raar hebgedroomd, en 'k me vandaar heelemaal zoo raarvoel — dat zee-ie met 'n zoo kemiek gezicht of-ie nogop 't tooneel stond — dan pas je op alles, Pilatus,tot ik zelf weer as 'n kat op me pooten terecht kom IHier heb-ie tien gulden extra en verdwijn van devlakte, want ik krijg damesbezoek! En denk 'r an, datje je eerder laat wurgen en vierendeelen voor je jetsuit 't huis an anderen overkletst..."

„W a s 'r damesbezoek?"„Dat zal wel..."„Was 'r meer dames-bezoek?"Ze knikte. Josephus Bok noemde haar Pilatus, en

zij was in de buurt van Judas beland.„Heb je hier wel 'ns 'n dame ontmoet?"„Nee. Dan moest i k op boodschappen uit..."„Dus, toen je gister om vijf uur de stad in werd

gebonjoerd, dacht je..."„Dat meneer eerst effen afscheid van de — van

die — van haar — wou nemen, voor-ie naar Parijsging... Je denkt zoo dikwijls dingen, die je niet den-ken mag. Daarvoor zijn wij menschen..."

„Heel juist", zei Duporc, 'r aanmoedigend toela-

149

Page 150: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

chend: „en vermoedt je, dat ze 'r stellig geweest is?"„Stellig, want 'r stonden twee leege koppen op de

theetafel, en 'n paar keurige — nee, twee paar —dure molieres, die-ie voor haar op zicht had latenkommen, waren uit de kast boven meegenomen..."

„Heb je eenig idee wie die dame geweest is... ?"„Nee, ik ben niet nieuwsgierg, en 'k begrijp best,

dat 'n gezonde man met geld, de 'r nog zoo knap uit-ziet, wel is in 'n paar andere oogen wil kijken..."i,Kwamen 'r ook wel dames, z o n der dat je hood-acappen moest doen?"

„Een — de dochter van meneer Rondeel, maar pasin de laat.ste weken..."

„Aileen?"„Met mijn 'r bij..."„Dat snap 'k... Reed ze met de auto voor?"„Jawell",,Dan is 't met 'n andere wagen geweest", mengde

rich de chauffeur in 't verhoor: „ik heb 'r nooit gerbracht".

„Mag ik die kast 'ns zien, waaruit die molieres zijnmeegenomen?", vroeg Duporc, die genoeg van de on-dervraging scheen te hebben.

„Mot dat?", vroeg de hnishoudster met herlevendenonwil.

„'t Mot", ze Duporc beslist.Ze ging met nijdige stappen voor naar de weelde-

rige slaapkamer, een-hoog. De Inspecteur der Recher-che bekeek vluchtig de moderne badkamer, die waar-lijk 'n model van properheid was, en toonde grootebelangstelling voor 'n rommelige zijkamer daarnaast,de kamer met de bewuste kast, de ouwe scha t-k a m e r, zooals Joopie Bok 'r pleegde te noemen, als-ie met vochtige herinneringsoogen an de dagen dacht,toen-ie nog op 't Leidsche Plein optrad, ye& 'n schijn-baar-chronische aandoening van z'n stembanden 'mdwong verplichte rust op 't assurantiekantoor vanz'n vader, die blij was den verloren zoon terug tekrijgen, te nemen. 't Was voor den vroolijken jongen

150

Page 151: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

kerel, die van of 't eerste optreden succes als komiekhad, 'n waarachtige tragedie geweest, toen-ie na 'nvergeefsche kuur in Duitschland, weer rustig en metgepaste deftigheid naar de Beurs trok. In de ouwes c h a t k am e r, waarin geen stof mocht wordenafgenomen — dat deed-ie zelf — bewaarde-ie z'nliefste herinneringen, z'n kostuums, wapens en prui-ken — hij had les van Haspels en Legras gehad, ensmaalde op de flodderaars van den tegenwoordigentijd, die 'r amper 'n pijp schmink op nahielden,met de handen in 't haar zaten, als 'r schoenw3rk uit'n stijlperiode verlangd werd. Aan de wanden van 'theiligdom hingen de eenvoudige lederen harnassenvan den gewapenden Griek, geschelpte harnassen,buikstukken, zwaarden, pij len, bogen, speren, malie-rokken, 'n getulbande helm uit de Egyptische periode,een borstlap met twaalf edele steenen van den Hooge-priester in den tempel der Joden, geharnaste hand-schoenen, heirbijlen, barettes, schilden, pieken en hel-baarden, rapieren en ruiterpistolen. 'n Kwart inven-taris van 'n kostuummagazijn, dat in die dagen op deflesch ging, had-ie in z'n liefde voor 't vak opgekocht,en in sentimenteele besluipingen, schoot-ie nog wel'ns in 'n harnas, als-ie uit 't bad kwam, en zich toweelderig voelde. Benee was niets van dit alles tovermoeden, benee leefde Josephus Bok van de A 1 1-R i s k-Verzekeringmaatschappij, die 't tot welstandgebracht had — boven ontpopte zich dikwijls de Bohe-mien, die Racine en Vondel reciteerde, terwij1 dedouche op 'm neerstoof.

Dat alles had voor Nathan Marius Duporc slechtsrelatief belang. Hij keek in de kast, waar de molieresgestaan hadden, en bestudeerde de verschillende soor-ten pruiken, die genummerd in doozen lagen.

Toen op z'n horloge kijkend — 't was over elven —dankte-ie de huishoudster met 'n innemend lachje, enbij de huisdeur, die ze met 'n snauwend gebaar voor'm opende, vroeg-ie enkel nog of ze 'n meneer R e n éRana kende.

151

Page 152: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Nee !”, gromde ze: „nooit van gehoord !"Ze smeet de deur dicht, lei 'r den ketting op, en in

de veilige beslotenheid der vestibule, analyseerde zekarakter en 't voorkomen van den hatelijken be-

zoeker met 'n overvloed van kleurige adjectieven enin den volksmond meer of minder gebruikelijke troe-telwoorden, waaronder eenige exquise als: „verra-jersuitschot van de vullisbelt!... Kromgetrokken leep-oeg!... Rooie schinderhannes!" en vele malen enzoo-voort.

't Deerde Duporc weinig, dear zulke draadloozescheldpartijen geen effect van kwetsenden, pijn-doen-den aard schijnen te hebben. Hij zat stilletjes naastden chauffeur, werd weer wakker toen 'n hoofd metverwarde haren over 'n kozijn van de behuizing vanHans Thyssen werd gestoken, en 'n schelle stem, diezich langs 't trappenhuis van een-, twee- en driehoogin de lengte der jaren respect of had gedwongen,vroeg wat of ze mosten.

„Ik kom met 'n boodschap van meneer Thyssen",zei Nathan Duporc.

„Van die armoedzaaier en flesschentrekker", re-censeerde 't hoofd over 't kozijn, die van alle boekender wereldliteratuur enkel ontzag voor 't b o e k j eder boeken, zonder achterstalligs, had: „wat mot diesloerie-van-'n-vent van me, nou z'n naam in al dekranten staat?"

„Wil u me even boven laten?" vroeg de politic-beambte beleefd: „'t is wel wat laat, maar 't is omhoogstens vijf minuten te doen..."

„Zeit u 't zoo maar", zei de verstelnaaister, 'r elbo-gen steviger in 't kozijn puntend: „en 'n beetje gauw,want ik ben niet van plan voor jou 'n kou op me

longen te krijgen..."'t Was de derde vrouw binnen 't uur, als-je Clo-

tilde en de weduwe Menzel Polack niet meetelde —eerst de dame van 't „Family-Pension", hoffelijk enmeegaand, toen de weerbarstige huishoudster vanJosephus Bok, nou 'n verbolgen juffrouw-uit-de-Pijp,

152

Page 153: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

die de aangelegenheid door 't raamgat-van-tweehoogwilde behandelen, en bij wie je zeker geen toegangkreeg, als je zei dat je van de politie was. Zelfs't glimmend dak van de luxe-auto imponeerde 'rniet.

„Zoo kan 'k moeilijk met u praten", zei Duporc:„'t is van vertrouwelijken aard..."

„As je zoo niet praten ken", sprak de schelle stem:„dan praat je maar niet!", en meteen kwakte raamdicht.

„Dat is 'n vrouw, om in den maneschijn mee uftwandelen to gaan", zei Duporc droogjes, en meteenwas-ie de trap op, omdat 'r iemand van eenhoog, diez'n hond wou uitlaten, aan touw trok.

Twee-hoog klopte-ie aan de gangdeur.„Wie daar?", vroeg de stem, en omdat ze achter

de deur wel vermoedde dat 't de kerel van daarstrakswas, zei ze 't „Wie daar?" met de volrype rauwheidvan een, die meer geluid in reserve heeft.

„Ik", fluisterde Duporc, en tegelijk opende-ie dedeur met een van de roestige sleutels van Hans Thys-sen, op 't Dordtsche politiebureau in beslag geno-men.

„Wel gedorie I", zette ze met felste verwoedheidover zoo'n onbeschaamdheid in: „as je niet dadelijkopduvelt..."

„Politie", ze Duporc, z'n ambtspenning toonend:„en hoe minder spektakel je maakt, hoe beter 't voorjezelf is, juffrouw..."

Van uit 'r raam aan de voorstraatzij zou ze de heelebuurt bij mekaar gekrijscht hebben — voor dat soortvan uiterlijke welsprekendheid was 'n auditorium uitde onmiddellijke omgeving 'n vereischte — hier in deintieme schemering van 'r portaaltje verloor ze 'rzekerheid, gelijk 'n kunstenaar zonder contact met 'nluisterend publiek de juiste accenten voor sonore de-Idamatie mist.

,Wat mot je dan, kerel?", zei ze in de meerderevertrouwelijkheid van twee vrienden, die bij 't zoo-

153

Page 154: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

veelste licht of donkey, de spreuk „Verrate nie leise,verrate nie Taut, was ein Freund beim Glase Diranvertraut!" bepeinzen.

„Ik wensch u een goeden avond", zei Duporc: „t-nkom 'n oogenblik poolshoogte nemen. Asjeblieft, ditis voor de moeite. In 't algemeen moet je nooit, alsvrouw, die hard voor 'r dagelijksch brood wurmt, jetijd voor niemendal ter beschikking stellen..."

Onder 't licht van de lamp, lei-ie 'n bijkants nieuwenrijksdaalder neer. Ze glimlachte met de erkentelijk-heid van 'n Hollandsche ziel, die meer aardappelendan vreugde in 'r leven genoten had.

„A s u d a d e l ij k gezeid had, dat u van de pelisiewas", zei ze, voor alle zekerheid 't geldstuk voorloopigb e k ij k end: „had u niet eens al die trappen hoe-ven op te kommen... Gaat 't om die kale neet?"

Voor haar was de geheele litteraire Renaissancevan 1880 aan dit kaleneetschap van den harer repre-sentanten verwant. Wat 'r bij Hans Willem AdriaanThyssen op bezoek kwam, Engelsche bokking of ge-bakken panharing bij nachtbesprekingen meedroeg,en beugelflesschen bier in de buurt ging halen, wasin eerste linie van de Pediculin a, de nets in-brengende parasieten, afkomstig.

„Zat die meneer Thyssen bij u in de schuld?"„Dik !", antwoordde ze raak: „'t verwondert me

geen snars dat-ie in de lamp is gevlogen. Zoo, toen ikgisteravond z'n briefie vond — asjeblief : daar leit 't!— „Reken vannacht niet op mij. Ik moet 'r op uit, H.Th.", dacht ik bij mezelf : as dat maar goed afloopt...Welgeteld het-ie twee zaddoeken, en 'n schoenen zoostukkend dat ik ze al niet meer poetste!... Ik wil mevanmorgen in me keuken wasschen, en jawel: mestukkie zeep gemoerd... Maar as je erges gaat voor-lezen, hoef je niet eerst je voeten 'n beurt te geven,net zoo min as ik telkes van de teil gebruik maak,wanneer 'k uit verstellen ga. Vanmorgen was d'r netzoo'n stille as u an de deur van een- en an die vandrie-hoog om informaties in te winnen, want ik was

154

Page 155: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

al om acht uur me huis ult... As 'k 'm getroffen had,had 'k 'm daalijk gezeid, dat de boel niet koosser is,want die bezieling in eene voor me voetenteil met heetwater, m i d d e n op de d a g, en zoo'n verdachtbriefje achterlaten : daar zit zoo'n luchie an vast,da-je 'n dubbel-verstopte neus mot hebben, om 't niette ruiken! Ik zeg: de menschen kijken na wat 'r inje z i e 1, maar niet na wat 'r i n je schoenen huist !En van luchies gesproken : d'r hing gisteravond zoo'nkrimmeneele stank in z'n kamer, dat-ie minstes ver-gift as de Leidsche giftmengster gekookt mot hebben,om die vermoorde bankier te vergeven... Hoor is,meneer, ik ben 'r wel meer met me boekie ingevlo-gen, maar zoo godsnakend-liederlijk as deze keer..."

Duporc, die zich bij dezen woordenvloed als 'n ge-neesheer, die 'n zieke te stoer heeft laten purgeerenvoorkwam, nam thans met omzichtigheid 't stillendwoord.

„Mag ik z'n kamer even zien, juffrouw — ik hou ugeen twee minuten op..."

„Voor mijn hoeft u zich niet to haasten", zei ze met'n Zondagsche uitstalling van 'r wezentrekken, ter-wijI de zilveren rjjksdaalder in 't kluwentje van 'rlinkerhand verdween: „ik heb den tijd al wou u deheele nacht..."

„Jongen, jongen, als 'k die invitatie nou 'ns accep-teerde !", zei-ie schalks, en de fameuze grap dee zeallebei zoo lachen, dat 't bijna compromitant voor deburen werd. Hij lachte met de sullig-slaperige ver-moeidheid van den politie-ambtenaar met takt-om-met-menschen-om-te-gaan ; zij, met 'n wijd-open gie-gelenden mond, waarin 'n rossige haviksneus tusschentandstompjes z'n entree leek te maken.

In de kamer van den gearresteerden Hans WillemAdriaan Thyssen keek Nathan Marius Duporc met devluchtigheid van den speurder, die z'n diagnose ge-maakt heeft, en alleen voor den vorm nog even con-troleert, rond.

De werktafel lei zoo tjokvol met boeken, tijdschrif-

155

Page 156: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ten, brochures en kranten, dat 'r nauwelijks 'n plekjewit voor den begenadigden arbeid vandroomen voor begeerige tijdgenootenneer te schrijven, open gebleven was.

De sofa diende voor stapelplaats en g r o s, en om-dat 't de sofa van Hans Thyssen privê was, 't eenigedrie-en-half-pootige souvenir uit de dagen, toen-ienog eigen meubeltjes had, of op weg was die te ver-zamelen, kon de hospita zich niet met klem van argu-menten verzetten tegen 'n uitstalling-van-jaren, waar-in hij alleen den weg wist te vinden.

Dan was 'r nog 'n gesl ot en boekenkast, zoovolgestouwd, dat de planken kromgetrokken wa-ren.

Op 'n kleiner tafeltje lag in prachtband D eBiecht van Stanislaus Erkerman,'t ziel-kundig boek, waarover de ongelukkige auteur in 'tPolitiebureau te Dordrecht gesproken had.

„Ik wou die gesloten kast wel 'n moment onder-zoeken", zei Duporc, met 't roestige bosje sleutels vanden schrijver rammelend.

„Geef u geen moeite", zei ze met de sympathiekerapheid van 'n veroverde vrouw: „ik heb zelf 'n sleu-tel, die 'r op past... Door de ruiten zie je boeken —beneden in stopt-ie wat i k niet weten mag, en waar-voor-ie bang is, dat-ie 't niet alleen opeten zal...Asjeblief ! Wat zei ik u?", eindigde ze met 'n triom-fantelijke vingerwijzing naar de ruimte onder de be-nedenste plank.

Daar lag inderdaad van alles: 'n le e g-geschraaptKeulsch boterpotje, 'n 1 e e g e flesch Ranja (bewaardvoor 't statiegeld), 'n lee g blikje Verkade-Biskwie,'n I e e g doosje Miss Blanche, 'n l e e g sardine-busje,'n le e g trommeltje chocolade.

De leegte gaapte je tegen. Maar eens was 't vol ge-geweest, en die volte had 'n man van smaak en ont-wikkeling voor 'n rechtschapen mede-mensch verbor-gen gehouden.

„Ik dank u", zei Duporc, die zich uitsluitend voor

156

Page 157: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

wat oude Gillette-mesjes interesseerde, en met een vande auteurs-sleutels de kast op slot dee.

In de prullenmand vond-ie 'n prop : de restantenvan 't Predikbeurtenblad, waaruit HansThyssen de noodlottige zolen geknipt had.

Duporc onderzocht bijna laks, onverschillig en weermoeilijker loopend. Hier was geen aansluitend spoor.De ingebeelde auteur met z'n dreigementen-van-pu-bliciteit in dagbladen, was vermoedelijk de dupe vanden uitgeslapen Josephus Bok, die in den D-trein 'ngetuige a d é c h a r g e had willen „fokken", maarzoolang je geen voll e d i g e zekerheid had, en nietprecies wist w elk e rol Hans Thyssen in deze zaakhad gespeeld, en zoolang de vreemdsoortige mevrouwde weduwe Menzel Polack, die bij Jaapje Eekhoornop bezoek was geweest, 'r beschuldiging van juwee-lendiefstal door dezen hongerlijder-in-letteren vol-hield, mocht-ie zich niet door gevoels-accenten latenverteederen.

Misschien zou- ie frisscher gesnuffeld hebben, alsde ratelstem van de hospita, die t elk ens weer op't verdachte feit van 't voetenbad midden op den dagterugkwam, en 'r 'n eed op kon doe, dat 't precies det w e e d e keer was, zoolang de man, die van belegdebroodjes en tabak leefde, bij haar op kamers was, totz u 1 k een overdadige oud-testamentarische reinigingover was gegaan — als die aan een stuk voort-bewe-rende vrouw met de voortdurend kwekkerende stem'm niet letterlijk gesteriliseerd had.

„Ik dank u", herhaalde-ie zoo leeg als de bewaar-plaats onder de plank en z'n hoed opzettend, was-ie op't punt de werkkamer des auteurs, die h i e r fantasievond, to verlaten, toen-ie klaar wakker werd door 'nopengevallen cahier-met-aanteekeningen van HansWillem Adriaan.

De juffrouw, die mede detectivediensten verrichthad, was 'r met 'r grijpvingers in bezig geweest.

Boven aan de eerste bladzijde stond met nerveusrecepten-handschrift :

157

Page 158: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Reinier Rana, genaamd Rene, diensleven en werken, ronddolingen en lijdensgeschiede-nis, zijnde de w a a r a c h t i g e beschrijving vaneen tijdgenoot, die de eenzaamheid boven het ver-keer met medemenschen stelt.

„Dat is sterk !", zei Duporc, die zelden de gewoontehad hardop z'n gedachten en vondsten te uiten.

't Was niet alleen de derde maal, dat-ie den naam,dien-ie niet thuis kon brengen ontmoette — 't eersteop den gesloten brief van Clotilde Rondeel, de tweedemaal op 't vloeiblad van Josephus Bok, den derdenkeer hier — maar nu vond-ie verbluffende bijzonder-heden. Met potlood-notities had Hans Thyssen ver-der o.m. geschreven:

Gedeeltelijk om zich te wreken, maar ook ge-dreven door de zucht, om onafhankelijk te worden,doodt hij Naar zelfzuchtigen vader.

„Als ik ooit mijn slag kan slaan, almoet het over lijken heen, houdt nie-mand mij tegen! Ik deug niet voorslaaf !", redeneert hij, dato heden.

Motief Schuld en Boete.De familienaam Rana is te verkiezen b o v en

den we r k el ij k e n, ofschoon deze meerderelenigheid verraadt. Vergelijk A. E. Brehm.

Brekéke! Koax! (niet onaardig als spotroep,wanneer hij vlucht).Vergelijk BOlsche „Het Liefdeleven".

De v i s c h in den mensch, Bladz. 23.Het d i e r in den mensch. Bladz. 478.Rana is volkomen-gevoelloos, als hij zich in

staat van amoureuze neiging bevindt.Het adjectief am our e u s is te prefereeren

boven plattere aanduidingen van sexueele gezind-heid.

Degeneratie-verschijnselen.Als hij gewond is bij den overval, sleept hij zich

voort en herstelt..

158

Page 159: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Ook lichamelijke gevoelloosheid.Zij weet van den moord, en blijft onder zijn sug-

gestie.

„Wel verdomd !", uitte Nathan Marius Duporc zichwederom hardop : „h ij is stapel, of i k word 't... Indeze zaak heeft de duivel himself 'r plezier in denboel op stelten te zetten ! Is wel eens 'n meneer Ranaop bezoek geweest, juffrouw?"

„'t Is hier zoo'n duiventil van kale neten", zei dehospita, zich van 'n minder juist beeld bedienend : „jeziet 'r zooveel met lange haren en groene-spoeling-gezichten, dat 't best ken... Ranja is me bekend —Ranna, nee..."

h,Heeft u 'n glas frisch water?" vroeg Duporc, die

zic waarlijk wee voelde.Ze drong 'm 'n kop koffie op, maar toen-ie bepaald

water wou, dribbelde ze 't keukentje in, en spoeldemet toewijding, om 't met bloesems aangeslagen, glas,waaruit ze eergister melk had geslurpt, wederom Hol-landsch-proper te taken.

Terwijl scheurde de Inspecteur der Centrale Re-cherche de bladzijden uit 't Cahier, en lei 't gedachten-weefsel van Hans Thyssen bij de groeiende verzame-ling — 't menu met den rebus uit den restauratiewa-gen,de door Arthur Rondeel betaalde nota uit die-zelfde gelegenheid, 't blad uit 't Vreemdelingenboekvan Hotel P o n s e n, de achtergehouden brievenvan den Bankier, 't vloeiblad van Josephus Bok, 'trose-gekleurd brokje papier met 't handschrift vanClotilde, dat ze den voortvluchtigen secretaris in dehand had gestopt.

Even zat-ie of z'n hersens karnden en z'n linkerkleine teen los in z'n schoen hing. Maar 'n paar mi-nuten daarna, na 'n laatsten woordenvloed van de juf-frouw, die Van Speik heette, en nog in 't portaal't portret van een van 'r voorvaderen Johan Karel

159

Page 160: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Jozef van Speyk, met 'n Y, maar dat was geen belet-sel, liet zien; de beroemde Van Speyk, die met 'n „on-derzeeboot" in Antwerpen in de lucht was gevlogen;na d i e n slotwoordenvloed doorstaan te hebben,leunde-ie uitgeput naast den 'm met vragen overstel-penden chauffeur, en antwoordde met gesloten oogentot ze voor de Kapperszaak stilhielden.

't Moest nou maar ineene afgewerkt worden. Jewist niet wat de volgende dag kon brengen...

't Was bij twaalven, toen de Chef van 't Salonde Coif f e u r e de winkeldeur ontsloot. Duporchoefde zich niet voor te stellen. Hij was hier bekend.

En 't was ditmaal de moeite waard.Als je aanhield, doorzette, je fut niet liet zakken,

kreeg je beet.De beminnelijke kapper herinnerde zich, dat-ie,

na iemand geonduleerd te hebben, den auto had zienstil houden. 'n Jonge man, die 'm bekend voorkwam,maar niet tot de clientele behoorde, had 'n paar inkoo-pen gedaan — 't was gemakkelijk op den doorsiag van't verkoopboekje te controleeren — 'n doos schmink,'n Gillette-apparaat, 'n tube tandpasta. ('t pakje metde Gilette-mesjes had-ie in de haast, waarmee-ie be-diend was geworden, v e r get e n) — en tegelijkhad-ie voor meneer Bok-van-de-Assurantie 'n doos op-gemaakte pruiken, voor 'n bruiloft, die binnen 'n paardagen moest plaats hebben: meneer Bok had de regie,meegenomen.

Nathan Marius Duporc vroeg met 'n verjongd ge-zicht nog wat bijzonderheden, kreeg verlof om dendoorslag uit 't boekje voor 'n paar dagen mee te ne-men, en toen-ie weer naast den chauffeur slingerde,dee-ie zoo vergenoegd, zoo jongensachtig-uitbundig,

,dat-ie de welbespraaktheid van juffrouw Van Speikleek overgenomen te hebben.

Alleen zat 'm de groote onbekende, de heer R e n éRana dwars.

Op 't Rembrandtplein liet-ie stoppen, trakteerde denchauffeur bij Schiller op 'n heete groc en 'n uit-

160

Page 161: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

smijter. Hij was in 'n fuifstemming, ging zich per-soonlijk aan twee grocjes to buiten. In z'n zenuw-gedoe had-ie den halven nacht kunnen opblijven, maar't werd onverbiddelijk sluit-tijd.

Toen nam-ie afscheid van den nieuwen vriend, die'm naar z'n kamer in de Paleisstraat wou rijden, en'n telefoontje wachtte as-ie 'm weer noodig had.

Hij verkoos nog even 'n luchtje te scheppen, wan-delde door de gelukkig-geasfalteerde Kalverstraatterug.

En dicht bij den Dam wachtte 't groote fortuin.In 'n boekwinkel, vlak bij 'n lantaarn, lagen boeken

opengeslagen.Een fascineerde z'n aandacht door de gekleurde

platen.Op de eene bladzijde keken drie veldkikkers mekaar

huiselijk aan — op de andere had je 'n prachtige, le-vensgroote Javaansche Vliegende Kikvorsch.

„Zeldzaam-aardig", zei Nathan Marius Duporc, 'rz'n lorgnet bij opzettend — en kreeg 'n steek in z'nhart.

Onder de prent met de Veldkikkers stond R a n aarvalis.

„R an a — Ran a", zei-ie verbouwereerd.„Dan was Rana de latijnsche naam voor K i k-

k e r. Was-ie sterker in latijn geweest, dan zou-ie 'reerder op gekomen zijn...

„God-vergeefme-de-zonde !" riep-ie.Clotilde Rondeel had aan Kikker in Marseille

geschreven.Aan K i k k e r. Aan R a n a, haha! Haha!Dronken van plezier liep-ie verder, de combinaties

verwerkend. Nou mOést-ie naar 't Hoofdbureau!In de woning van Bok was de afspraak met dien

ingenieuzen naam gemaakt, en Kikker had om 10.15uit Roosendaal 't Fransche telegram verzonden!

't Was om te cancaneeren van voldoening, en op denDam vergat-ie zoozeer de situatie van z'n gepijnigdevoeten, dat-ie 'n kuitenflikker sloeg, en niettegen-

161Moord in den treia. 11

Page 162: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

staande de acuter wordende kwelling 'n tweede he-roIsche poging deed.

In kamer 51 van de Centrale Recherchekwam-ie tot bedaren.

Daar was vreemdsoortig nieuws.Connie van den notaris had per telefoon, volgens

afspraak als 'r 't een of ander onraad was, op-van-zenuwen meegedeeld dat ze de Brandweer had ge-alarmeerd, omdat de Woonschuit van Jaapje Eek-hoorn om half elf was begonnen to zinken, en nognauweljjks-zichtbaar onder water lei.

„Wat moet dat?", dacht Nathan Marius Duporc,'n weinig ontnuchterd.

„Ik snap jou niet goed, Duporc", zei Sier, de In-specteur-van-dienst „als m ij zoo'n sensatie-zaak toe-vertrouwd was, was ik op 't oogenblik zeker nietbinnen de grenzen..."

„Sire", antwoordde Duporc, met 'n herinnering aanwocrden in de 17de eeuw gesproken : „de sleutels vande Sond liggen in Amsterdam. Ik ga maffen. Goeiennacht !"

162

Page 163: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

XII.

EEN NIEUW, BEWOGEN KAPITTEL, WAARINDE INSPECTEUR DER CENTRALE RECHER-CHE DE ERVARING OPDOET, DAT MEN METSTEUNZOLEN OP ONGEWONE PADEN MIN-

DER GEMAKKELIJK MANOEUVREERT ;JAAPJE EEKHOORN DOOR EEN MEELIJ-DENDE NOODHULP GERED WORDT, DOCHOPNIEUW DOOR ZIJN MONDSTUKJES-MANIEVERRADEN, Z ELF EEN ZWAK OOGENBLIKAAN VERRAAD DENKT, EN NATHAN MARIUS

DUPORC IN AERDENHOUT ZIJN LICHTOPSTEEKT.

Hij sliep, wanneer de beeldspraak bij 'n ambtenaarvan de politie geoorloofd is, als 'n r o o s.

Antiochus had, naar men zegt, de gewoonte oprozenbedden te rusten, Cleopatra liet bij een gastmaalden vloer een meter hoog met rozen bedekken, Nerostrooide bij een zwelgpartij rozen op de hoofden dergasten, Heliogabalus ging er bij een dergelijke gele-getheid zoo kwistig mee om, dat smuipaap-vriendenbij 'n festijn in de bloemenmassa verstikten — ikvertel u dit niet onder de roos, en nog minder om eeneonwaarachtige geleerdheid te vertoonen: 'n gewiekstauteur is van alle markten thuis, en kan b u i t e n-g e w o o n-onderlegd lijken, als hij met de noodigebezadigdheid z'n Lexicons weet te hanteeren —ik vertel 't omdat Nathan Marius Duporc, wiens re-cherche-pad niet over rozen ging, inderdaad diennacht, mede door de Schiller' sche grocjes, als 'n roos,met 'n blos op beide wangen sliep.

Ja, hij zou vermoedelijk in dezen dichterlijken toe-stand 'n gat in den nieuwen dag geslapen hebben, om-dat-ie bij z'n schoenen 'n briefje voor de 'm verzor-gende nicht, om 'm 'n uur langer te laten uitblazen,

163

Page 164: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

had neergelegd, en deze dame 't verzoek niet te let-terlijk had opgevat, als de dienst-telefoon in z'n ka-mer niet bij herhaling was overgegaan.

„Hallo! Ben jij 't Zevenster?"'r Bestond in heel Amsterdam maar den stem met

dat timbre — de stem van den commissaris vande Centrale.

„Jawel ik, bans", zei-ie in den plezierig-familiarentoon, die hem in 't bijzonder was toegestaan : „Ik Ze-venster..."

„Wat is 'r an 't handje, ouwe jongen, dat je 'r zooje gemak van neemt? Ik begrib 'r geen jota van! S.zegt zoo juist, dat je in Amsterdam zit, in plantsvan..."

„Last S. zich met z'n eigen bemoeisels bemoeien,baas", zei de Inspecteur, op z'n teenen getrapt — 'rwas niets beroerder dan de jalousie de metier— 't afgunstig zijn van den eenen detective op denander, als 'r sprake van 'n sensatie-geval was: „ikweet m'n weetje-weetje! Ik heb beet, en stevig..."

„Hier in Amsterdam?"„Da.ar kan 'k me niet per telefoon over uitlaten..."„Den Haag heeft opgescheld, vraagt bijzonderhe-

den... Ook Den Haag dacht dat je in Brussel was..."„Nee, 'k ben hier, en pas uit m'n bed gestapt... De

telegrammen voor 't buitenland heb 'k vannacht last,persoonlijk verzonden... 't Is 'n prachtzaak, 'n inge-wikkelde historie om verliefd op te raken..."

Dat laatste zei-ie met de hartstochtelijke overtui-ging van den chirurg bij 'n afwijkend geval, terwijl't opengepelde lichaam van den patient nog op deoperatietafel lag.

Maar in 't aarzelend antwoord van den chef-vriend,was 'n tikje-'k-weet-niet-wat van ongeloof, een zoo-maar niet op de bonnefooi meegaan, dat den ijverigenInspecteur op 't gehoor en gevoel af, hinderde.

„Beste Zevenster, 'k geloof je graag", klonk destem, en 't leek 'r honderd tegen een op, dat 'r nogiemand, en natuurlijk Sier, bij den luisteraar van de

164

Page 165: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Centrale stond: „maar 'k zou toch ook zelf 'n oordeelwillen vellen... Hoe zit dat?... Is 't lijk van R. ge-vonden?"

„Geen denken aan..."„En je heb 'n dienst-telegram uit Dordt ontvan-

gen..."„Gefingeerd, baas..."„Gefingeerd?... Voor wie?... Voor wat?"„Om de dochter de duimschroeven aan te zetten.

C. R., de dochter..." — nooit werden namen per tele-foon opgegeven —: „de dochter correspondeert metden man, dien we zoeken, met J. K. Ik weet zoo on-geveer waar de kerel uithangt, maar daar is geenhaast bij. We moeten eerst J. E. van de gezonkenwoonschuit hebben... Die schuit, 'n vrij stevige, kanniet uit zichzelf gekanteld zijn. Ik heb z e v en ena c h t opdracht gegeven bij 't lichten present te blij-ven, heb 'r nog geen benul van wat de smeerpijp uit-gehaald heeft, en welke bedoeling-ie 'r mee gehadkan hebben, maar dat is betrekkelijk bijzaak : wehouden 't huis van de weduwe M. P. in de Sarphati-straat in observatie..."

„Van wie?"„Van de Weduwe M, van Mozes, P, van Pieter. Die

is gisteravond bij J, van Jozef, E, van Eduard opbezoek geweest in de schuit..."„Beste Zevenster", viel de stem in de telefonischerede: „je moet 't me niet kwalijk nemen, maar iksnap 'r geen bliksem van! 't Is weer net als denvorigen keer, toen je ook op je zaak verkikkerd was,'r zelf al de finesses van wist, en je rapport tegelijkmet de daders ingeleverd werd... 't Is 'n prachtigemethode, maar je schakelt op zoo'n manier de Cen-trale uit..."

„Met je permissie, baas..."„Nee, ouwe jongen, laat mij nou ook 'ns uitspre-

ken! 'k Zou die nonsens van 'n dochter, die den dagna den moord op 'r vader, met den moordenaar cor-respondeert, niet goed aan de groote klok durven

165

Page 166: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hangen... Ik ken dat jonge meisje toevallig persoon-it k..."

„Met je permissie, chef..." — als-ie chef zei, be-gon-ie zelf humeurig te worden.

„Nee, meneer Zevenster, i k heb 't woord!... Alsje weet waar de schoft, die die zaak zoo geraffineerdin mekaar heeft gezet, is, en je zegt 'r bij dat 'r metde arrestatie geen haast is, dan dring je ons 'n ver-antwoordelijkheid op, die ik onder geen omstandig-heden voor m ij n rekening neem, en als je dien klei-nen schooier van die gezonken woonschuit derst wilinrekenen, omdat je dien smakker, die de moord na-tuurlijk niet bedreven heeft — of wel?..."

„Nee, nee...", glimlachte Duporc onwillekeurig,maar hij trappelde met z'n bloote voeten op 't zeil,omdat-ie 't koud begon te krijgen.

„...Als je dien flesschentrekker belangrijker vangstdan J. K. acht, dan behandel je deze affaire niet...niet..."

„Spreek maar rustig uit, baas", interrumpeerde deInspecteur, en de zon der vergenoegdheid brak weerin z'n zieltje door.

„Dan behandel je deze affaire niet met de scherp-zinnigheid-in-êen-lijn die we tot vandaag van jou ge-woon waren..."

„Nou hoor ik", lachte Duporc, wien 't eindelijklukte met de enkele rechterhand 'n ochtend-sigaretop te steken: „dat m'n meeluisterende collega S, vanSchobbejak, 'n lucifer voor je afstrijkt... Morgen S,van Schiedam! S c h i e d a m, zooals de Engelschmanzegt! Morgen! Goed geslapen ?"

„Verrek", klonk 'n gedempte, ongemeen-collegialestem.

„Hoor 'ns, Zevenster", zei de commis,saris: „ik vinddie grapjes heel aardig en spitsvondig, maar je geeftgeen antwoord op wat 'k vraag, en waar 'k recht opmeen te hebben. 't Is bij tienen, en je zit nog thuis —jij loert op den vriend van den hotelrat J. T. — jestaart je dood op de juweelen-historie en verwaarloost

166

Page 167: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de hoofdzaak... Heb je 'r bezwaar tegen, dat we detwee zaken splitsen, dat ik zeif de moord voor mijnrekening neem, en aan jou de berooving van — van...Is die dame, die je daar net noemde, dezelfde weduweals... ?"

„Dat is ze", zei Duporc, die 'r 'n stoel bij had ge-nomen, en nu met de keurig-kleine, maar plat-voeten,op de zitting van 'n tweeden stoel leunde, en 't ekster-oog-ringetje van de rose rechter-kleine-teen bekeek.De ondervraging en meer nog 't voorstel hinderden'm geweldig — 't leek veel op 'n motie van wantrou-wen, maar hij had de troeven in handen, en wie 'tlaatst lachte, die...

„En was d i e dame gisteravond op bezoek in degezonken woonschuit van J. E.... Dat is toch nietdenkbaar!"

„Voile zeven-en-twintig minuten, baas..."Even bleef 't stil. Vermoedelijk fluisterde de com-

missaris met den intrigeerenden Jacob Sier, die zich'n Piet-van-beteekenis achtte, omdat-ie b ij t o e v a l'n gelukkige hand in de oplichting met 'n vervalschtecheque bij 'n bank had gehad.

„Als je je niet vergist", zei toen de commissaris:„zou 't misschien 't beste zijn, wanneer jij dat spoorverder volgde, en de gegevens van den vermoordenR. aan ons overdeed, Zevenster! De twee zakenlijken me te gecompliceerd om door e e n man behan-deld te worden... Je kan geen twee meesters g o e ddienen..."

„Ach kom", praatte Duporc luchtig, of 'r over 'tweer gesproken werd, en tegelijk keek-ie 't binnenz'n bereik staande voortreffelijke Latijnsche Woor-denboek van Van Wageningen in, dat-ie gister bijz'n thuiskomst nog even geraadpleegd had.

„Meneer Zevenster", zei de chef, en z'n stem klonkwaarachtig-ongeduldig: „ik zou u..." — als-ie met Ubegon, was-ie in z'n wiek geschoten —: „ik zou u inoverweging willen geven, eerst even en liefst zoo spoe-dig mogelijk bij me aan te loopen, voor u in de rich-

167

Page 168: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ting van de zaak R. verder gaat. We komen in degrootste moeilticheden. De Dordtsche correspondentvan 't H and elsb la d schrijft vanmorgen dat diemeneer Hans Thyssen inderdaad 'n lezing voor deafdeeling Dordrecht van 't N u t had moeten houden,dat de Recherche zich ergerlijk vergalopeerd heeft,dat — maar dat zeg ik liever persoonlijk... Ik be-schouw u als m'n rechterhand, maar — maar — enwees 'r niet boos om — ze hebben gerapporteerd, datu vannacht bij Schiller stevig borrelde, en dat u opden Dam zoo in uw eentje aan springen was, dat desurveilleerende beambte, nummer 2017, van plan wasu tot kalmte te manen, toen-ie zag wie-ie voor zichhad... Dat kan en mag niet... Dat is geen ernstige engepaste houding in zulk 'n hoogst-bedenkelijk geval..."

Nathan Marius Duporc zat 'n oogenblik als 'n bin-nenvetter te schuddebuiken, toen, zich in den sigaret-te-rook verslikkend, vroeg-ie :

„Ben je alleen aan het toestel, Baas?"„Dat doet 'r niet toe", ontweek de chef, die anders

je gezelligheid in persoon was : „ik ben alleen, maarik zeg nog eens : dat doet 'r geen sikkepit toe..."

„Dat doet 'r in zooverre toe", zei Duporc, die 'rplezier in had den onderkruipenden collega op stangte rijjen : „dat 'r op de Centrale collega's zijn, waar-van Huygens zou getuigen : „veel kaecks op 't nest ennoyt een ey..." — wil je 'n ander op 't nest laten,ik vind 't best!... Maar 'k heb zeker geen officieeleverplichting 'n derde de eitjes, die 'k dadelijk voorm'n ontbijt ga pellen, te cedeeren... Apropos, die S,van Sus, is 'n hoogst-bekwaam beambte. Hij biljartaller-voortreffelijkst... Ook heb 'k laast 'n gedicht van'm gelezen, ongelooflijk van knapheid, alleen in deneenen regel 'n half dozijn voeten meer dan in denanderen... Ook heb 'k tegen 'n gedichten schrijvendlid van de recherche 't bezwaar, dat in de buurt vande meeste sonnetten 'n vrouwerok zwerft, en dan..."

„Verrek !", klonk voor de tweede maal en niet zeeresthetisch de stem.

168

Page 169: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Als jij zoo in je sas ben”, lachte de commissaris— van eieren gesproken: 't was met Duporc lastigeieren eten! „als je 's morgens, zoo uit je bed,den clown uithangt, begin 'k te gelooven, dat je goednieuws heb... Ach, Sier, doe me 't genoegen en laatme 'n oogenblik alleen... Ziezoo, ik luister naar wat jete biechten heb..."

„Wat was dat nou voor 'n mop, baas, om dienidioot 'r in te betrekken?"

„Dat is je eigen schuld, Zevenster! Waarom stelje je zoo an 's avonds laat in 'n koffiehuis en op denDam, terwijl wij in spanning zitten en door Den Haagachterna worden gerejen?... Je maakte den indrukvan half-kindsch te zijn geworden! Ik was vast vanplan je 'n deel van 't onderzoek uit handen te nemen,en 'k weet op m'n woord nog niet hoe 'k den knoopdoor mod hakken..."

„Ben je op dat woord alleen?"„Op m'n woord !"„Laat 'k je dan eerst uit m'n woordenboek op de

merkwaardige vondst wijzen, dat Ran a: k i k k erbeteekent, dat op r a n a onmiddellijk ran c eo vole,dat 't aequivalent voor stink en is, en dat 'k alsvertaling van 't derde woord : r a nu n cu 1 u s: k i k-k e r t j e, s c h e r t s noteer, scherts van de inwonersvan Ulubrae, welke stad in de nabijheid der Porn-pynsche moerassen lag... 't Is jammer dat zoo'n woor-denboek te zwaar is, om 't bij je te steken..."

„Je maakt me bij God angstig", zei de commissaris :„'k vind 't meer dan noodzakelijk, dat je 'n paar dagenrust neemt, Zevenster... En in ieder geval: ik verzoekje hierbij je alleen met de zaak J. E. en z'n vriendJ. T. te bemoeien, en je niet verder met die van R. inile laten..."

„Dat zal niet gaan", lachte Duporc: „en omdat iknu aan je toon merk, dat je 'r geen luisteraar op na-houdt, wil ik je op m ij n woord de serieuze verzeke-ring geven — stipt-vertrouwelijk, baas, anders valtde heele boel in duigen! — dat die t wee z a k en

168

Page 170: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

op 't oogenblik bij mekaar behooren..."„Wat klets je?"„Dat bij den moord in den trein, den moord op A,

van Amsterdam, R, van Rotterdam, de navolgendeheeren betrokken zijn, of er direct en indirect mee temaken hebben — to weten : J, van Jozef, K, van Ka-rel, als hoofddader, latijnsche soortnaam R a n a; ver-volgens J, van Jozef, B, van Barend, als tweede; H,van Hendrik, T, van Theodoor, als derde, maar die is'r ingesleept en kunnen we weer loslaten, als we nietlanger bang behoeven te zijn voor z'n spektakel inkranten ; dan is 'r als vierde J, van Jozef, T, vanTulp, de beruchte en als vijfde J, van Jozef, E, vanEduard uit de woonschuit — bij mekaar vier voor-namen met J. en een met H... Et voila! We kunnende twee zaken niet meer scheiden, omdat 'k, zoo zekerals 'k hier in m'n hemd zit te bibberen, ontdekt heb,dat — laat 'k ze voor de duidelijkheid Jantje, Joopje,Jaapje en Jantje noemen — mekaar in den treinhebben leeren kennen, van a tot z de bijzonderhedenvan den moord weten, en dat de logica 't met zich mee-brengt, 't heerschap van de woonschuit 't eerst deduimschroeven aan te zetten... Dringt 't tot u door,chef ?"

„Geen snars", zei de commissaris bruut.„Als u lust heeft, kom dan over 'n dik half uur bij

me aan, want ik m o e t 'r beslist vandoor naar deSarphatistraat, en weet niet hoe de dag zich verderontwikkelt... 1k heb nog' n tweede nieuwtje, waarbijje kokkers van oogen zal opzetten, dat zelfs niet doorde telefoon mag aangeduid worden... Je kan je dantegelijk overtuigen, dat de staat van m'n geestelijkegezondheid vermoedelijk niets te wenschen overlaat,ofschoon 'k oogenblikken gehad heb, dat 'k aan mezelftwijfelde... Kom je?... 1k ga me vlug wasschen..."

„Goed, over 'n half uur", antwoordde de commis-saris, die 'r toch nog aan twijfelde of Nathan MariusDuporc niet zacht-gesproken „overwerkt" was.

Maar toen-ie precies op tijd, door nicht Duporc in

170

Page 171: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de huiskamer gelaten werd, en-ie Nathan by z'n vier-de broodje vond, z'n tweede ei en z'n vijfde kop thee,en-ie 'n gezond-vroolijk snuit onder wetenschappelijk-geborstelde roode haartjes zag glunderen, en de In-specteur 'm iets in 't oor fluisterd e, omdat nichtmet 'n ziekelijke halsstarrigheid in de kamer bleefdraaien — ze had neef letterlijk gebeden en gesmeektom wat los te laten — ze was doodelijk-nieuwsgierig,am iets naders van den gruwelmoord te hooren, ge-lijk u en ik 't in zulk een geval evenzeer zouden zijn —toen zat de commissaris met 'n zoo gebluft gezicht,en bekeek-ie de aanteekeningen van zijn eersten ander-geschikte met zulk 'n hevig intresse, of-ie zelf eender edele uitwassen van Literatuur, 'n Detective-roman in optima forma aan't genieten was.Sams sprak-ie daarbij 'n vloek-op-slofjes, soms knip-oogde-ie over z'n lorgnet naar den Inspecteur, die aanz'n vijfde broodje toe was en terwijl met 't koeste-rend gebaar van 'n moeder z'n steunzolen te schoenlei.

„Ongelooflijk! Onbestaanbaar 1", zei de commissa-ris, de kamer voldampend.

„Ile, toe, laat u dan wat los !", soebatte nicht, dienog nooit zoo liefderijk de broodjes en koppen theevan Nathan Marius had bijgehouden : „ik hoor zoo-veel, waarover ik m'n mond weet te houden..."

„De zaak is deze", sprak de Inspecteur der Recher-che onverstoorbaar : „de zaak is waarlijk deze, Anna,dat we zelf nog vermoeden, en zoolang 'n vermoedengeen officieele zekerheid is, en we nog niet met eenQuo derat demonstrandum kunnen beslui-ten, 't altijd in zekeren zin gevaarlijk blijft, een be-schuldiging uit te spreken... Gesteld dat we jou op 'navond, terwijl 't buiten dondert en bliksemt, met 'nafgesnej en..."

„Nathan, hou in Godsnaam met die krankzinnighe-den op !" viel ze bleek tot achter 'r ooren uit : „'k hebvannacht al niet door dien smerigen moord kunnenslapen... Hou op! Hou op !"

171

Page 172: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„coed, ik hou onmiddellijk op”, zei hij : „ofschoonik had willen zeggen: met 'n afgesnejen..."

„Neef, ik loop 't huis uit!"„Met 'n afgesnejen, of uitgesnejen ons ham hadden

gevonden, wat dan?... Nou kijk je me aan of 'k 'nschrikkelijke bedoeling had... Merk je hoe ontzagge-lijk-voorzichtig we moeten zijn?... Jij valt over 'nwoord! Mogen wij 't over 'n onbewezen d a a d?"

Hij schaterde en de commissaris lachte mee.„Al 't menschelijke gaat uit jou heen", verweet

nicht : ,je hebt 't onderzoek in 'n zaak van bloed enmisdaad, en je heb nbg lust in grapjes... Hoe is 'tgodsmogelijk..."

„Daar verbaas ik me zelf over", bekende Duporc:„maar je went aan alles. Ik heb 'n vriend, die patho-loog-anatoom bij 't Ziekenhuis is, en z'n boterham-men met saucisse-de-Boulogne staat te eten terwijl-le sectie verricht... Als ze jou bij donder en weer-licht..."

„Bonjour!" zei nicht gekrenkt, en ze smeet de deurachter zich dicht.

Dat deden 'n paar minuten later de commissarisen de Inspecteur ook, waarna ze van de Paleisstraatnaar de Sarphatistraat tramden, en op 't voorbalconstonden to fluisteren. En de Chef interesseerde zichzoo voor de hypothesen van Duporc, dat-ie 'm tot dewoning van mevrouw de Weduwe Menzel Polack bege-leidde, en zich 'r persoonlijk van kon overtuigen, datde beambten in de Sarphatistraat, zonder iemand'saandacht te trekken, behoorlijk op post stonden, omeventueel assistentie te verleenen.

„Je ben 'n verdomde kraan", zei-ie afscheid ne,mend — als-ie had kunnen voorzien wat 'r binnen 'tuur zou volgen zou-ie vermoedelijk als belangstellendtoeschouwer in de buurt zijn gebleven „ik weetalleen niet, of 'r geen vergissing mogelijk is..."

„Errare humane est", zei Duporc voorzichtig.„...Juist, juist!... Maar zelfs in dat geval, ben je

met 'n bewonderenswaardige opmerkingsgave te werk

172

Page 173: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

gegaan... Laat in ieder geval vandaag nog wat vanje hooren... 'k Ben benieuwd of Marseille resultaatopleveren zal... Tot ziens".

Rustig, of-ie 'n beleefdheidsvisite Imam afsteken,belde Duporc aan 't bovenhuis, waar-ie den vorigenavond geen toegang had verkregen.

Aan de overzijde, achter 'n leegen handwagen,stonden twee van z'n beste rechercheurs, als kruiersvermomd, bij 'n aantal kisten, en omdat die daarscharrelden wist-ie zeker dat de weduwe Menzel Po-lack thuis was, omdat de instructies luidden de damete volgen, onverschillig waarheen ze ging, voor 'tgeval ze 'r waning verliet, en Jaapje Eekhoorn opte houden, als-ie zich in de buurt vertoonde.

Zij was 27 minuten'in de woonschuit gebleven —de woonschuit lag ander water — aan te nemen viel,dat Jaapje Eekhoorn den nacht ergens anders haddoorgebracht, en een zoo kostelijke relatie, 'n vrouwwaarmee jets onbegrijpelijks gaande was, niet zonderbeleefd tegenbezoek zou verlaten. Was deze onderstel-ling, onjuist — wie had kunnen voorzien, dat de „DeRustenburgh" onklaar zou raken? — dan was dedame onverbiddelijk aangewezen, nadere verklaringte geven. Daarenboven was 't voor den ouden bekendeder Recherche bijna onmogelijk 't land to verlaten...

Nathan Marius Schelde voor den tweeden keer, eneerst na den derden werd 't deurraampje voorzichtiggeopend, vroeg 'n aarzelende stem wat-ie bliefde.

„U kent mij, mevrouw", zei de Inspecteur in denzachtst-denkbaren toon : „ik kom u een oogenblik omde kleinigheid, die ik u in Dordt leende, en die 'k dooromstandigheden werkelijk noodig heb, lastig vallen..."

„Kunt u niet vanmiddag of morgen terugkomen?",vroeg de stem, achter de deur : „ik ben bezig me tekleeden, heb geen kleingeld bij de hand..."

Ze trilde waarlijk, want Jaapje Eekhoorn, die 'rvoor 'n uur opgescheld had, en z'n voorwaarden ge-steld, zou om half twaalf precies...

„'t Spijt me ontzettend, mevrouw, maar ik heb 'r

173

Page 174: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

op gerekend, en 'k ben binnen de minuut weg, alsu zoo vriendelijk, zoo buitengewoon-vriendelijk wilzijn me die twintig gulden, of voorloopig de helft... Ikzit in dwaze moeilijkheidjes, die u als vrouw-van-geldniet zoo goed kan begrijpen..."

„Kom u 'r dan den moment in", zei ze op-van-ze-nuwen, omdat juist dat bezoek van 'n politie-ambte-naar zoo slecht trof : „en wacht u 'n seconde hierbe-nejen... Ik ben dadelijk terug..."

,Pardon", sprak-ie van toon veranderend, zootoen-ie in 't portaaltje was: „die twintig gulden heb-ben geen haast. Ik kom ambtshalve..."

Van schrik ging ze op 'n marmeren tree van dekleine vestibule zitten. En door 't simpele „O God !",dat ze met bevende lippen zei, verried ze meer danhij had durven te veronderstellen.

„Wees u gerust", suste hi,j : „ik kom 'n paar on-noozele informaties inwinnen... Was u gisteravondop bezoek in 'n woonschuit bij zekeren..."

Ze knikte.'t Noodlot had 'r te pakken.Nu maar alles biechten, en niets verder verbergen,

want ze had al om negen uur aan de As s u r a n t i emeegedeeld, dat ze zich vergist had, en ook met deR e c h e r c h e had ze 'n telefonisch gesprek gevoerd,waarbij ze, met 't verzoek dat dadelijk aan de betrok-ken autoriteiten over te brengen, nadrukkelijk hadverklaard, dat de door haar ingeleverde staat vangestolen goederen, met de taxatie der schade, op 'ngelukkig abuis berustte. Haar gezelschapsjuffrouwdie hoegenaamd geen verstand van diamanten enpaarlen had, was te goeder trouw zoo onhandig — ofin dit geval zoo meer dan handig geweest, om 'r deduplicaat valsche steenen en sieraden mee op reis tegeven, en de echte in de s a f e van de Bank achter telaten. Dat had ze van morgen, toen ze in die s a f e'n paar couponnetjes moest knippen, tot 'r niet uitte spreken vreugde ontdekt. Zoo'n toeval had niemandkunnen voorzien...

174

Page 175: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Dit niet ongeloofwaardig verhaal had ze en aan deAssurantie en aan den Inspecteur-van-dienst van deCentrale Recherche opgedischt.

Ze had 'r zenuwachtig en heelemaal van streek bijstaan hakkelen, maar zoowel de employe van de As-surantie-Maatschappij als de man-van-de-Recherchehadden 'r verklaring geen moment in twijfel getrok-ken — de eerste, omdat-ie in z'n nopjes was, dat 'rgeen premie van dat bedrag hoefde uitgekeerd teworden — de tweede, omdat-ie zich in 't wanboffenvan Jan Tulp verkneuterde.

„Het was van uw gezelschapsjuffrouw flink enverstandig, om u in dezen tijd niet met zulk 'n waardeop reis te laten gaan", had de Inspecteur-van-dienstgezegd: „ik neem acte van uw verklaring, maar vanonzen kant kunnen we 'r geen genoegen mee nemen,dat de bedrieger enkel bedrogen is. Hij heeft u be-dwelmd, een aanslag op u gepeelgd, is tot z'n daadovergegaan, en heeft u beroofd, onverschillig of uwsieraden door dit bijzondere toeval echt of simili wa-ren! Ik geloof niet, dat z'n straf 'r minder om zal zijn,als we 'm te pakken krijgen..."

Tot zoover had Mevrouw de weduwe Menzel Po-lack haar ernstige fout zoo goed mogelijk hersteld.

Naar menschelijke berekening zou de wereldlijkeRechter geen vat op haar hebben, maar ze was vanbinnen, na den bedenkelijken misstap, nog niet toteveLwicht gekomen — en op 't punt nagebootste knop-pen, ringen en 't collier uit de handen van Jaapje Eek-hoorn tegen 't chantagebedrag terug te koopen, voel-de ze zich plotseling als beschuldigde tegenover Na-than Duporc, wiens stekende oogen in 't angsthuisvan 'r ziel op dezelfde manier binnengedrongen, alsz'n vrijpostige voeten 't in 't portaal hadden gedaan.In de presentie van den roodharigen reisgenoot, die'r met z'n toon van geruststelling, en met z'n ineensrake vragen, 't laatste restantje zelfbeheersching ont-futselde, zat ze zoo volslagen-houdingloos op demarmeren traptree, dat ze de sensatie van niet-zitten,

175

Page 176: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

niet-leven, niet ademen, niet-kijken, niet-denken, niet-bestaan, als 'n hyper-verfijnde pijnbank-kwelling on-derging, en nauwelijks met gebaren wist te reageeren.

„Mag ik u vriendelijk verzoeken, mevrouw?", zeihij met voorbeeldige takt, omdat 'r heele houding'm waarschuwde, dat 'n stevige flauwte, niet tot dedecadente soort der appelflauwten behoorend, opkomst was : „mag ik u in uw eigen belang verzoekenmij 'n oogenblik boven te laten. Ik kom hier alsvriend, en als man aan wien u a 11 e s kan toever-trouwen... Als 'n vrouw van uw positie 's avonds 'nbezoek aan een van de ongunstigste, en onder poli-tie-toezicht staande typen, in 'n armoedige woonschuitbrengt, dan heeft u dat vermoedelijk niet voor uw ge-noegen gedaan, en is u, naar mijn bescheiden inzichtin handen van gespuis gevallen, dat de ouwe methodevan chantage toepast Heb 'k 't bij 't rechteeind ?"

Ze knikte opnieuw, maar omdat 'r aan 'n draadjebalanceerend bewustzijn, de topzware beweging nietmeer verdroeg, viel ze onmetelijk-diep in 'n put zon-der bodem, zonder houvast, zonder steun, uren enuren lang.

Toen ze bijkwam lag ze op den divan in de voor-kamer, en voor 'r stond Nathan Marius Duporc, hij-gend als 'n blaasbalg.

Hij had 'r als held de 37 treden omhoog gedragen,dit zich niet meegevend vrachtje van 143 pond bruto,had na de eerste 20 treden, evenals de collega-heldin Daudet's S a p h o de bezoeking doorstaan, hetedele vrouwe-lichaam aan de plooiing der trap prijs tegeven, maar met 'n geweldige inspanning van z'n spie-ren, z'n wil, z'n bretels en z'n steunzolen, was-ie 'rin geslaagd de gang van twee-hoog te bereiken, en debewustelooze langs den kleerenstandaard, 't fontein-tje, 'n lijvig aquarium en door 't deurgat naar dendivan in de voorkamer te wringen.

't Was voor de eerste maal in z'n leven, dat dehardnekkigste van alle vrijgezellen, 'n waarachtige

176

Page 177: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

vrouw met golvenden boezem en vleezige armen tegenrich aanhield.

Want al behoorde hij nbch tot 't roman-verschijn-sel der vrouwenhaters — de gedegenereerde soortzonder kiezen, die met snijtanden plegen te kauwen,en meestal naar zure tabakspijpen rieken — nech totde asceten, die den borrel in veelvuldigheid, mitsga-ders 'n hond met lange haren of 'n uitnemend-intel-lektueelen tekkel beminnen — in waarheid had hij deeerste jaren van z'n bestaan, als Iderk bij de Poste-rijen, zoo uitgelezen met 'n moeder en zes zustershonger geleden, dat hij naarmate de dood en het hu-welijk hem van de mede-lijdsters verlosten, in kuischeeenzelvigheid was blijven vegeteeren, en de vrouwvoor hem nog steeds aan den appelboom in 't Para-dijs te blozen hing.

Nu droeg hij er een in z'n armen, aanschouwde demet 'n zwart stifje aangezette, geloken oogen, de roseteint van schoonheids-blanketsel, de zeldzaam-roodelippen en een volrijpen dubbelen kin boven een halemet een vrouwelijken Adams-appel.

Ware Nathan Marius Duporc jeugdiger van lijfen leden, en waren haar levensbloemsems minder aanstorm en noodweer blootgesteld geweest, dan zoudehij mogelijk „de essence van haar ziel van haar kwij-nenden mond" tot zich genomen hebben, gelijk HansThyssen het dichterlijk-eenvoudig in een van zijnwerken gezegd had — thans dacht hij minder-poe-tisch, dat 143 pond bruto voor zijn aanleg een weinigte veel waren, en wreef hij juist 't p o u d r e-d e-r i z-stuifmeel, dat hij haar onbewust, als 'n dartele vlinderontroofd had, van de r e v er s van z'n gekleede jas— met 'n bepaalde bedoeling betrokken — toen AdeleEsther Menzel Polack 't eeuwige met 't tijdelijke ver-wisselde, weer tot 't leven in de Sarphatistraat, waar'n tram voorbij- neuriede en waar 'n koopman spot-goedkoope mandarijnen „vier voor 'n dubbeltje!" met'n verkouden Isalberti-geluid liep aan te prijzen,rugkeerde.

17Tbloord in den trein. 12

Page 178: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Ze bezwom den bezoeker eenigen tijd met oogen,die over logarythmen leken te peinzen, trok in eersteinstantie 'r rok over 'n verschrikte kuit, en deed toenwat iedere vrouw in zulke pijnlijke omstandighedenzou hebben gedaan — ze schreide.

„Mevrouw", zei hij, 'r den tijd gevend om algeheelbij te komen, en terwijl 'r keurige boeken, gebonden,alle even splinternieuw, en sommige verrukkelijk vanprachtband, bewonderend — op 'n b e i g e kleedje lagals 'n relikwie 'n bundel van zekeren Perk — en op'n penant-tafeltje, op 'n marokijn lapje 'n luxe-uitgavevan 'n zich noemenden Maeterlinck, in 't Fransch —:„kom nou, mevrouwtje! Verstandig zijn F'

„'t Is zoo'n nachtmerrie geweest, zoo'n verse h-teering met die eisjege w e l d", praatte ze in voorhem niet geheel en al duidelijke, uitheemsche beeld-spraak — maar ze pra a t t e, en dat was hoofdzaak.

„Wat dee u in die schuit?", vroeg 'nstoel bijschuivend.

Ze keek gefolterd naar de vergulde pendule, 'n her-derinnetje, 'n herder met 'n staf en 'n schaap, stof-vrij onder 'n stoip, en omdat hij Bien blik bij intuItiebegreep, vervolgde hij, 'r 't eigen horloge bij raadple-gend :

„Hoe laat komt de kleine schooier met zeventienvonnissen op en kerfstok hier?"

„Hij kan elk oogenblik anschellen", antwoordde ze zoozacht of Jaapje Eekhoorn achter de suite-deur luisterde.

„Uitstekend", glimlachte de Inspecteur der Recher-che: „maar zoolang-ie dat nog niet heeft gedaan,kunt u me die paar inlichtingen geven..."

't Zelfde verhaal, dat ze 's morgens al tweemaalaan de telefoon had gedaan, kwam 'r in nuances enmet angst en beven uit, want ze voelde dat de oogenvan d i en man 'r niet geloofden. Door het telefoon-toestel had ze 't aanzienlijk-makkelijker gehad, omdatze toen niet b e k e k en werd. Toch deed hij niets an-ders dan zwijgend knikken, en 'r met aimabele glim-lach-imitaties aanmoedigen.

178

Page 179: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Als ze gist er middag de Assurantie en de col-lega's van de Centrale van de vergissing van de niet-aanwezige gezelschapsjuffrouw op de hoogte gebrachthad, zou-ie haar geloofd hebben — n a haar bezoekaan de Woonschuit, had ze vermoedelijk 'n ander be-sluit genomen. Even nam-ie 'n steekproef door simpel-vriendelijk te zeggen :

„'t Is volkomen-onaantastbaar toegelicht, me-vrouw... U heeft eenvoudig bij de openbare Rechts-zitting 'n verldaring van de Bank mee te brengen,dat uw echte sieraden zich in de s a f e bevonden enbevinden, niet waar?"

Ze keek langs 'm heen, knipperde met de oogleden,of 'r ergens vuurwerk in de buurt was, en je de ont-ploffingen van de donderbussen ongezellig-hard hoor-de. Hij ging 'r niet op door. In den grand had-ie mee-lijden met de vrouw, die 'r na de tragische flauwte-geschiedenis niet op 'r voordeeligst uit-zag, en voorhem was de hoofdzaak den geslepen bandiet te knip-pen, en door diens inlichtingen de laatste hand aanen rapport te leggen.

„Dus hij had u gister opgescheld?"„Dat had-ie".„Hoe wist hij uw nummer?"„Dat had 'k aan dien..."„Aan dien charmanten S ecrétaire de la L é-

gati on opgegeven... ?"„Ja", biechtte ze, en ze meende zich 'n houding te

geven door met 'n donsje 'r biete-rood-geworden neusuit 'n keurig doosje te poederen.

„Wat zei de smakker?"„Dat 'k de steenen en de parels bij hem kon komen

inlossen, en dat-ie als ik 'n stom woord late... 't Pre-cieze herinner ik me niet meer, want 'k was gewoonziek van de zenuwen... Reken u is an : eerst dat vanmezelf raken in den trein, en 't missen van kostbaar-heden, waaraan 'k zoo gehecht was... Van wijlen m'nman ..."

Weer zwommen 'r betraande oogen op 'n portret

179

Page 180: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

boven den zich noemenden Maeterlinck toe — 'n beermet bolle wangen en handen als gekookte varkens-kluifj es.

„En als hij u in die schuit gemolesteerd had?",vroeg Nathan Marius.

„Ik laat me niet molesteeren", sprak ze fier : „ikhad 'n browning van wijlen m'n man bij me, 'n brow-ning die 's nachts onder z'n hoofdkussen lee, omdat'r bij de buren al eens onraad bij 't zolderraamwas..."

„U is 'n resolute vrouw", prees de Inspecteur : „dueals-ie daarstraks... ?"

„Dan doe 'k eenvoudig z$56...", zei ze, 'n roestigeitrevolver voor zich uit houdend, en met de oogen naarden versten kamerhoek verdwalend, in plaats vannaar den zwevenden loop en 't vizier te kijken.

„Brengt hij de valsche steenen hier?... En tegenwelk losgeld ?"

„Acht honderd gulden..."„Mag ik de nummers noteeren?"„Is dat noodig?", vroeg ze met 'n snippertje wan-

trouwen.„Dat is v6Or alles noodig", zei hij : „en terwijl kunt

u dat schitterend vuurwapen bij de hand hou-den ..."

„Ach kom", bond ze glimlachend in, en onder 'rblouse grijpend, de blouse, die onverweerd tegen zijnborst had gerust, greep ze 'n enveloppe met bank-papier.

„Dat zijn duizend gulden", zei-ie verwonderd.„Ik heb 'm vijfhonderd geboden — hij heeft van-

morgen door de telefoon duizend gevraagd en wou't niet minder doen — maar 'k wou probeeren tot achthonderd te gaan..."

„Als-ie komt, laat u 'm rustig boven, in de kamerhier. Ik stel me verdekt op, en als 'k onverwacht tus-schenbeiden kom, bemoeit u zich verder met niks. Vanal wat dat type vertelt g e l o o v en w ij t o c hniet s... Ziezoo, ik heb de nummers. En nou moet

180

Page 181: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ik me nog even orienteeren, als u 'r niet tegenheeft..."

„Integendeel", zei ze aanzienlijk opgelucht -- devent uit de Woonschuit had 'r wel met de schrikkelijk-ste dingen gedreigd, als ze 'r woord brak of 'r depolitie in mengde, maar met zoo'n ijzersterken Inspec-teur, die 'r as 'n veertje de trappen op had gedragen,voelde ze 'r zenuwen in de eenzame woning as boterin de snikheete zon smelten.

In 'n oogenblik had Duporc de situatie opgenomen.Wanneer hij uit de Suite binnenkwam, zou Jaapje

Eekhoorn, die de reputatie van 'n aalvluggen rakkerhad, 't m i s s c h i en nog probeeren de trappen of tohollen, maar dan kwam-ie in de armen van de op poststaande rechercheurs, die geen kinderen waren en d'rinstructies hadden, terecht.

'm Gisteravond in de Woonschuit arresteeren hadgeen zin gehad. Hier betrapte je 'm op chantage e nflagrant deli t, met de geincasseerde bankbil-jetten in z'n zak, en eenmaal in 't Huis-van-Bewaringzou-ie net zoolang gekneed worden, tot-ie over degroote zaak piepte.

Nog terwijl-ie in strategische overdenkingen stondging detelefoonschel over.

„Dat is de jonge man", zei de Inspecteur der Re-cherche gedecideerd: „hij wil zich nog even overtui-gen.. . Kalm antwoorden, en vragen of je hem nietliever in z'n schuit wil komen opzoeken, want datu bang is met hem alleen in de woningt e z ij n — en telkens hardop herhalen wat-ie zegt...Ga uw gang..."

't Korte gesprek liep nu zoo:„Hallo... 0, ben u 't?... Ik dacht dat u niet meer

kwam... Is u in den sigarenwinkel aan de overzij ?...Wat 'n gotspe!... Het u 'r wat tegen, dat ik u tege-moet loop? Ik durf toch niet goed bij mijn alleenthuis! Nee, waarachtig, ik durf 't niet! Laat mijnnou asjeblief, asjeblief na u toe kommen, in 't tram-huisje bijvoorbeeld..."

181

Page 182: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Bij hem in de woonschuit...”, fluisterde Duporc,of-ie in 'n soufleurshok zat.

„Die is toch gezonken...", zei ze in zenuwachtigecontramine.

„Dat kan a niet weten... Suscht... Doe wat ik zeg!"„As 't tramhuisje niet na uw zin is, zeg u dan maar

hoe laat bij u in de woonschuit!... Wat zest u?... Isdie gezonken?... Ach, wat 'n slag! Maar ik d u r fniet bij mij thuis !... Ach, nee, meneer-hoe-hiet-u-ook-weer : ik ben moederziel alleen... Heusch?... Op uwwoord?... Bel u dan tweemaal, nee driemaal... Dantrek ik an 't touw, en dan blijft u beneden achter deglazen deur... Heusch en waarachtig... Goed dan,maar niet meer as acht honderd..."

„Knap gedaan, mevrouw", moedigde de Inspecteurhaar aan : „we moesten vrouwen als u, handig, slimen niet bang voor vuurwapenen bij de recherche heb-ben..."

„N ebb i e a c h", zei ze, tintelend van zenuwennaar den overzijde-sigarenwinkel kijkend.

Ook Duporc loerde door 'n spleet van een der gor-dijnen, en toen ze 'r lippen opende, om 'n enkel woordto zeggen — ze begreep 'r niks van, dat de winkel-deur dicht bleef — snauwde-ie haar zoo onhebbelijk af,als 'n man in lengte-van-jaren getrouwd, die na 'nslapeloozen nacht 't meest-principieele knoopje vanz'n overhemd en boord kwijt is geraakt, en 't aan z'nlijdzame vrouw wijt: „Mond dicht! Enkel kijken!Angstig kijken!... Nee, verdomme, niet mijn kantuit!... Je voorhoofd tegen de ruit!... Anders snapt-ie't zoo, is al mijn moeite voor niks!... Ik zal wel pra-ten... Niet naar mij kijken!... De schooier is natuur-lijk niet in dien winkel!... Denkt u dat dat tuig, zichzoo bloot geeft? Duizend tegen een heeft-ie aan d e-z e n kant van de straat getelefoneerd... Klopt! Mtnmenschen, die al dien tijd hebben staan luieren bij d'rkar, lajen pakkisten op... Dan hebben ze 'm in despiezen... Klopt als 'n bus !... Nou steekt-ie de straatover..."

182

Page 183: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Wear?”, vroeg ze angstig-zacht.„Niet vragen! Niet bewegen !" brulde Duporc Nina:

u ziet-ie, mij niet!... Ze zijn met d'r tweeön... Welverdraaid !"

In geen tij den had-ie zulke onvertogen uitdrukkin-gen gebruikt — 't begon ook voor hem te spannen.Twee naannen staken de straat over, naar de overzij,bekeken eerst 'n etalage, zochten vermoedelijk in deglimming der vitrine 't bovenhuis, dat ze den rug toe-draaiden, then keek de langste voorzichtig om.

„Goed zoo", sprak Duporc bijna vergenoegd : „dietweede is David de Steltlooper, pas ontslagen. Diezal op uitkijk blijven staan of 'r geen onraad in debuurt is. Handige jongens, mijn rechercheurs !... Nietbewegen! Stil blijven!... Mijn mannetjes zijn klaarmet oplajen en duwen de kar naar 't Weesperzij-sta-tion... Heel handige manoeuvre... Nou kijkt Jaapjenaar boven..."

„Is dat... ?"„Suscht!... Niet praten!... Ja die loopjongen met

'n hengselmand om z'n arm, die nou weer zoekt of-ie't huisnummer niet goed vinden kan, dat is onzevriend.'k Geloof dat hij u de eer van 'n geplakt snor-retje andoet. Zeldzame vrienden houdt de S e c r 4-tairedelaLegation'r op na..."

„Maakt u in Godsnaam geen gijntjes", zei ze witvan zenuwen, maar ze had nog zooveel zelfbedwang,om zich niet naar 'm toe te draaien.

„Niet praten! Niet bewegen!", viel Duporc driftiguit, want Jaapje Eekhoorn, wiens slaperige oogjesvan onder de klep der pet voldoende studie gemaaktschenen te hebben, verliet den langen slungel, die metde handen in de broekzakken voor den sigarenwinkelbleef drentelen, stak met 'n bocht de straat voor dentweeden keer over, dezelfde beweging als de kruiers,wier kar 'n defect leek te hebben — en schelde twee-maal aan.

„Niet haasten !", sprak Nathan Marius Duporc 'twitte gezicht met de groote zwarte oogen en de flad-

183

Page 184: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

derende neusvleugels toe : „hij komt zeker boven, ookal vraag je 'm honderd keer benejen achter de deurte blijven. Dan wijkt u in de kamer hier, en laat dedeur-opening Nut ... En kalm onderhandelen, nietnaar de suitedeur kijken, waar ik me achter posteer.."

't Was waarlijk 'n vrouw geknipt voor 'n politie-beambte, want van of 't moment dat ze aan 't trap-touw trok, bewoog ze opmerkelijk-rustig.

De buitendeur dreunde dicht, en precies zooals Du-pore 't voorspeld had: de drieste vlegel hield zichniet aan de afspraak.

Bedaard sloot-ie de tochtdeur achter zich, en tegende protesten van de in 'r rol blijvende vrouw in,wipte-ie de trap met twee en drie treden tegelijk op.

Z'n kruideniersmand had-ie in 't portaal gelaten,de handen hield-ie in de zakken.

„Nou vraag 'k... Nou vraag 'k... Noemt u dat be-nejen a cht e r de glazen deur... ?" zette mevrouw deweduwe Menzel Polack angstig in, en ze week naarde tafel in de voorkamer terug.

Goddank, dat ze niet alleen met den griezel was!Bang was ze niet. Ze hoopte enkel dat 't zonder schan-daal voor de buren zou afloopen, en dat 'r geenvechtpartij tusschen 'r met kostbare pulletjes beladenétagère en de penant-kastjes met de dure luxe-din-getjes zou plaats hebben.

Jaapje Eekhoorn volgde 'r zwijgend de zitkamerin, keek met detectiveoogen rond, trok om zich todekken 't snoer van het telefoon-toestel uit 't stop-contact, en zonder dat de vrouw, die 'r hart in 'r keelvoelde kloppen 'r op verdacht was, opende-ie plotse-ling de suitedeur, doorholde de eetkamer met z'noogen, de om de tafel gereide stoelen langs, en buktesells om onder 't laag-afhangend tafelkleed te loeren.

Hij was niet van gister.As ze hem wat wou flikken moest ze vroeger op-

staan.„Zoo", zei-ie, de suite wederom sluitend, en de

vrouw, die met ongeveinsde angst in 'r gespannen

184

Page 185: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

pupillen om 't raadsel van den verdwenen Inspecteurder Recherche over 'm stond, toesprekend: „nou g e-loof 'k dat we enfinseul zijn. Mag ik, al benik hier minder thuis dan in wijlen m'n schuit, u be-leefd verzoeken 'r bij te gaan zitten?"

Hij zelf gaf 't goede voorbeeld, maar plaatste z'nstoel strategisch zoo behendig, dat-ie 'n oog kon hou-den op de suitekamer met de geel-bleeke gastvrouw,op de deur van de pas door 'm geinspecteerde eetka-mer, en op de trap.

„Waar zijn de steenen en de knoppen?", vroeg ze,onwillekeurig fluisterend, bang voor indiscreties te-genover de God-weet-waar-luisterende ooren.

„Eerst 't geld in me handen", zei hij : „en vlug,want ik word beneden door 'n kameraad gewacht. Aleik een van de gordijnen laat zakken is dat 't teekenvoor me wapenbroeder, om an te schellen, en laat ik'm boven, door an dat makkelijke touw te trekken:op de tafel voor me neertellen, asjeblief ! En geenverdere verhalen of voorwaarden!"

„Legt u eerst mijn eigendom op dat tafeltje naastti, anders geef ik geen cent", zei ze dapper.

„Laat ik u in 't meer as fatsoenlijke waarschuwen",zei hij : „ik ben niet van plan m'n trein te verzuimen.Ik heb vertrouwen in u getoond door hier persoonlijkte komen, wat ieder vakman met ervaring me afge-rajen zou hebben. Wanneer u niet 't vertrouwen heeftde twaalfhonderd gulden neer te tellen..."

„De twaalf honderd... U zei duizend..."„Ken wezen... Bestrij ik niet... An de Beurs vlie-

gen fondsen binnen de vijf minuten met sprongen vanmeer as twintig procent omhoog, as 'r goeie berich-ten binnen kommen... Hoe langer ik op dezen overi-gens aangenamen stoel moet wachten, hoe sterker deschommeling wordt... De Fransche Franc, die 'k moetinkoopen, is vanmorgen 'n boel hooger... U zal ziendat Poincare 't wint... Dat is 'n buitengewoon-han-dige kerel, al zit-le me vanmorgen met de koersendwars... Begint u al of niet te tellen?..."

185

Page 186: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„En mijn eigendom?”„Dat krijgt u onmiddellijk, al zou 't voorzichtiger

zijn u vier-en-twintig uur later toe te zenden..."„Nee", weigerde ze : „van twee kanten tegelijk..."„Uitstekend", zei-ie, den stoel terugzettend, en

terwijl-ie haar in 't oog hield, stapte-ie op 't venstertoe, keek naar buiten, en schrikte, want David deSteltlooper aan de overzij, stak 'n pijp op, 't bedenke-lijk teeken, dat 't in de Sarphatistraat t o c h t t e.

Met 'n sprong was Jaapje Eekhoorn bij de gang-deur. Hij zag wit van woede.

„Heb je vuile streken uitgehaald, oplichtster, in-breekster, kwartjesvindster !", raasde-ie: „as 'k tegeniemand anvlieg, geef 'k je me woord van waar-achtig, dat jij 'r n e t zoo bij ben, en dat 'k je later zoote grazen zal nemen, dat je niet levend uit me pootenkomt !... De centen op tafel !... Vooruit !..."

„Ik heb de politie niet gewaarschuwd", verde-digde zij zich, terwijl hij met vinnig- luisterendeooren halfwege in de gang bleef luisteren: „en hierzijn de duizend gulden..."

Als 'n roofdier sprong-ie op 't geld toe, greep 't,en tegelijk klonk achter 'm de vriendelijke stem vanNathan Marius Duproc : „Handen omhoog, Jaapje:omhoog of..."

„Varken !", krijschte Jaapje Eekhoorn, de vrouwmet z'n oogen, als de bedrogen echtgenoot in 'nFransch echtbreuk-drama vernietigend.

Had hij er den tijd voor gehad, dan zou hij onge-twijfeld aan dit dramatisch „Varken !" 'n reeks vannog dramatischer uitroepen hebben toegevoegd — nu,'t bevel der h a n d s u p! verwaarloozend, smeet-iemet den handigheid van 'n voltigeur 't tafelkleed naar't hoofd van den indringer, die geen seconde aarzelde.

'r Viel 'n schot en 'r viel 'n vrouw (van schrik),maar de chantage-pleger was de kamer uit, en omdat-ie door 't teeken van David voor den sigarenwinkelbegrepen had, dat 'r ook beneden versperring aanwe-zig kon zijn, beklom-ie met 'n voorbeeldige rapheid de

186

Page 187: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zondertrap, trachtte aan de achterzijde van den zol-der 'n geblindeerd venster open te rukken, en toendit niet lukte, ontgrendelde-ie aan de Sarphatistraat-zij 't raam der onbewoonde dienstbodenkamer, envluchtte 't dak op.

Duporc, die eenigen tijd verloren had door de ver-keerde beweging van 't omlaag kij ken, 't struikelenover de mand en 't ontsluiten van de straatdeur, alar-meerde de twee rechercheurs, die in 't portiek ston-den te wachten, en terNirW de een assistentie haalde enin minder dan geen tijd 't geheele blok huizen door ge-uniformeerde beambten werd afgezet, ondernam hijmet den overblijvenden rechercheur de avontuurlijketocht in de dakgoten tusschen de huizen in.

Het was op zichzelf al niet ongevaarlijk, maarwerd in het bijzonder voor den stevigen Inspecteur,die zich door z'n nieuwe steunzolen minder elastischbewoog, 'n onverkwikkelijke aangelegenheid, omdatde Stadsreiniging zich wel met de goten benee, dochniet met die op de daken bemoeide.

De geziene stadgenooten in die goed-gesitueerdehuizen, wier pui en stoepen 'n Vrijdagsche of Zater-dagsche beurt kregen, hadden evenmin maatschappe-lijke of ethische aanleiding, tusschen de dakpannen tekuieren, of er astronomische waarnemingen te ver-richten, zoodat 't 'r in en naast de dalen en pyrami-den ter plaatse, beestachtig-morsig uitzag, en elkevoetstap de zool van hetgeen de dienstbaren in lateavonduren door de zoldervensters kwijt raakten, voor-zag.

Nathan Marius Duporc, die alles pleegde op te let-ten, verbaasde zich over de hoeveelheden haardottenin soorten, amandel-schillen, restanten van sinaasap-pelen en flardjes zilverpapier, die in de bedding vanslib en opgewaaide bladeren lagen vergroeid. 't Voor-deel in dit geval was 't spoor van den ontsnapte, datzich op den minder beganen grond, merkwaardig-scherp afteekende, 't nadeel dat je naar alle kantenmoest uitkijken, om geen buiteling te maken.

18T

Page 188: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Bij 't zolderluik van 'n kantoor hielden de afdruk-ken der voeten op.

„Die is h i e r binnen gegaan", zei de rechercheur,en zich over den dakgevel buigend, met de hand om 'tuit-stekend hijschblok — die toer boven den afgronddee Duporc 'm niet na — riep-ie omlaag: „Hier, op-passen !"

Van benee zwol 't prettig stemmenrumoer van'n menigte, die 'n lollige, interessante vertooning, zon-der opcenten voor stedelijke belasting kon bijwonen.

De Film dee 't niet beter.'n Heel eind straat was afgezet, en op verschillende

daken zag je agenten, die 'n handje hielpen zoeken,omdat de krankzinnigste geruchten de ronde deeen.

'r Was '11 schot gevallen.De inbrekers of moordenaars zaten met 'n zoos op

de daken... En dat op klaarlichten dag...Nathan Marius Duporc, allerdeftigst in z'n gekleede

jas, omdat-ie z'n winterjas in de kast, waarin-ie hadzitten luisteren, uitgetrokken had, klauterde near 'nzolderraam, waaruit 'n dienstbode met de grootsteaandacht de gymnastische oefeningen lag te volgen,vertoonde z'n penning, kreeg verlof langs 't onop-gemaakt bed omlaag te komen, en begaf zich opstraat, om verdere instructies te geven.

't Kantoorpand werd van onder tot boven onder-zocht, ook de aangrenzende huizen : Jaapje Eekhoornwas verdwenen.

Toen, na uren zoeken, werd 't verkeer weer vrijge-geven, bleven 'n paar rechercheurs op post.

„Wat angstig", zei mevrouw de weduwe MenzelPolack, die uit 'r tweede flauwte ontwaakt, den Hemel'r voor dankte, dat de zaak zoo zonder een igopzien te verwekken verloopen was: „ik gavannacht niet na bed... Die man vermoordt me... Dieman komt sekuur van 't dak binnen... Die man is totbrandstichting en verkrachting in staat... 1k trilover me heele lichaam, as 'k enkel an 'm d e n k...1k besterf 't as u mijn alleen laat..."

188

Page 189: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Hij probeerde haar moed in te spreken, maar zewas over 'r zenuwen heen, schrikte bij elk geluid inde straat, vloog op, als 'r gescheld werd, dorst niet teluisteren als de telefoon, weer ingeschakeld, overging.

Duporc gaf 't niet op. Z'n heele carriere had-ieaan z'n dogge-natuur, z'n taai vasthouden, z'n nooitiets gewonnen geven te danken. In z'n eentje klom-ienog eens tot bij 't zolderraam, en nu n i et gejaagd,n i et in 't wilde, zich de lippen bebijtend, omdat 'tkleine mirakel hem de baas was geweest, hem depoets had gebakken en strategisch-vernuftiger de si-tuatie van 't bovenhuis had opgenomen, voor-ie zichin den val waagde, verkende-ie 't dakterrein opnieuw,maar thans met de beredeneerde rust van den domino-speler, die door de zwarte ruggen der steenen heen depunten der tegenpartij berekent.

'r Bestond 'n groote kans dat de ex-bewoner van„De Rustenburgh" met 't geld op de een of anderemanier in de verwarring ontkomen was, misschienwel in 'n trein zat — de bankjes van honderd d a d e-1 ij k wisselen, lag niet in z'n lijn, want nou-ie deRecherche in 't huis aan had getroffen, kon-ie ver-moeden, dat de nummers genoteerd waren — 'r be-stond 'n heel-kleine kans, dat de door de wol geverfdeschavuit zich toch nog ergens in een der pandenschuil hield en tegen den avond zou uitbreken.

Dat laatste mocht niet verwaarloosd worden.„Krijg 'k 'm niet te pakken", dacht de eenzame bij

't dakraam : „dan ben 'k een van m'n beste troevenkwijt, heb 'k mezelf in m'n vingers gesneden, toen'k 'm gisteravond in de woonschuit ongemoeid liet.Menschen..." — en hier maakte Duporc 'n snedigewoordspeling, die Hans Thyssen, indien hij aanlegvoor medewerker aan een der kostelijke Hollandschehumoristische en satyrieke tijdschriften zou hebbengehad, hem zoude benijd hebben —: „menschen, diede woonschepen achter zich verbranden, zijn bereid'n slag bij Nieuwpoort te aanvaarden, krijg je voor-loopig niet onder je bereik..."

189

Page 190: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Na deze ontboezeming, stak de schrandere Inspec-teur 'n versche sigaar i n de dakgoot op.

Bij 't zolderluik van 't kantoor was 't spoor dervoet-afdrukken doodgeloopen. Op den zolder, die 'naantal gesloten archief-hokken bevatte, was netsontdekt, en 't luik was aan de binnenzijde met 'nhangslot gesloten geweest.

Dan was de kleine boef, die in zijn soort net zoo'nvoortreffelijk turner als Jan Kikker, genaamd RendRana, was, of over de dakpannen geklauterd, Of hijwas door 't zelfde zoldervenster, waardoorheen hij,met verlof van de ouwe dienstbode binnen-geklommenwas, verdwenen.

Bedaard klom Duporc omlaag, werd door mevrouwde weduwe Menzel Polack met 'n angstgil en 'n roe-stigen revolver (nog niet in beslag genomen) ontvan-gen, en na haar voor de zooveelste maal gerustge-steld te hebben, schelde hij de Centrale Recherche op.

„U spreekt met Zevenster", sprak hij in geheim-taal: „ik ben hier nog altijd in de Sarphatistraat...Ja, juist bij mevrouw M, van Maria, P, van Pieter —7.endt me hier nummer drie met Tommij... Ik blijfwachten... Bonjour!"

„Wie bestelt u ?", vroeg angstig, de dame, die 'rzooveelste klontje suiker met Hoffman-druppels voorde zenuwen beknabbelde.

„Een van mijn beste vrienden, die zich door wijs-geerig zwijgen onderscheidt", lei hij uit, en terwijlzij 'n kopje koffie voor 'm inschonk, en 'm op 'n stukboterkoek trakteerde, bleef hij wachten tot 'r ge-scheld werd, en de trap plotseling, om te griezelen zooeng, bestormd werd.

'n Reus van 'n Duitschen herdershond maakte z'nentree.

„Mijn vriend Tommy", stelde Duporc voor.„Hoe is 't gosmogelijk", zei de weduwe: „dat u op

zulke s j e n i al e gedachten komt !"De sigaar, die-ie had mogen blijven rooken, voor

de helft opgebrand, in de hand — die man had geen

190

Page 191: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zenuwen: de asch zat 'r nog an een stuk an — praattede Inspecteur der Centrale Recherche met den kwis-pelstaartenden hond, die op 't kommando „Af !" da-delijk bij z'n voeten ging liggen.

„Wat 'n engel van 'n dier-met-menscheverstand",zei mevrouw de weduwe, toen 't dier zelfs niet bij 'nklontje suiker bewoog.

Duporc liet den hond de mand van Jaapje Eekhoornberuiken, wees de trap naar boven aan, en even laterwas hij met Tommy, de geen oogenblik aarzelde, bij't gesloten luik terug, dat 't dier berook, zonder 'rzich druk om te maken. Bij 't venster waaruit dedienstbode de herrie op 't dak gevolgd had, gromdede hond, begon-ie met de voorpooten te graven.

„Af !", zei Duporc, door 't thans gesloten vensterbinnen kijkend.

Niets. 't Zelfde afgehaalde bed, dat-ie al gezien had.Twee stoelen met dekens en lakens, acht naakte stoel-pooten, 'n nog niet opgeruimde ijzeren waschtafel,'n openstaande kastdeur en 'n wekkertje.

De hond bleef zachtjes grommen.Je hoefde 'r niet aan te twijfelen: de heer Jaapje

Eekhoorn was door dit venster verdwenen. Maar aan-wezig was-ie stellig n i et meer.

Toen nam Duporc v6Or 't huis in de Sarphatistraat,'n tweede proef.

't Dier greep 't spoor van den bandiet, liep denwinkel in, waar Jaapje getelefoneerd had, stak destraat over naar den sigarenwinkel, en ontdekte Da-vid den Steltlooper, die bij 'n aanplakzuil affichesstond te lezen.

Nathan Marius Duporc lette den man niet op, liep'm gladweg voorbij, keerde fluitend naar de woningvan de weduwe terug.

Je kon 'r 'n eed op doen, dat de ontvluchte zichnog in 't huizenblok beyond...

Tommy werd aan den beneden wachtenden recher-cheur toevertrouwd, en de Inspecteur, heenkuierendof 'm de zaak niet verder interesseerde, drentelde den

191

Page 192: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

overzij-sigarenwinkel in, kocht 'n manilla-dekblaadje,en vroeg langs z'n stoeren neus weg, wie en wat debewoners van 't huis met de saumon-gordijnen waren.

Toen zocht-ie 't telefoonnummer in de Gids op,kreeg na de gebruikelijke „verkeerd-verbonden's"den Meester- in-de-rechten, die 't perceel bewoonde,voor den toestel.

„Ik had graag", zei hij, na zich bekend gemaakt tehebben : „dat u bij uw overbuurman even wat sigarenkwam koopen, want ik heb u iets vertrouwelijks meete deelen, en heb 'r motieven voor, die ik u persoonlijkzal zeggen, om niet bij u aan te schellen".

'r Werden eerst wat tegenwerpingen gemaakt,maar de nieuwsgierigheid prikkelde den jurist-die-in-tabak-deed, een artikel dat dikwijls gelukkiger te be-handelen is dan 't dorre wets-artikel, en met waarlijk-bekwamen spoed wipte hij de straat over.

„Ik hoor", zei Duporc fluisterend : „dat u om halfdrie thuis is gekomen, en dat mevrouw bedlegerig..."

„Dat is zoo", zei de jurist-in-tabak : „maar waartoedient de geheimzinnigheid om me dat hier te vragen?"

„Heeft uw dienstbode, die 'n noodhulp is, omdat uwDuitsche meisje u in den steek heeft gelaten — dathoorde 'k 66k — u, toen u thuis kwam verteld, dat 'r'n heele oploop in de straat is geweest, dat 'r 'n in-breker gezocht wordt, en dat 'r politie-beambten vanuw dak naar beneden zijn gegaan?"

„Nee, geen woord! Ik vroeg 'r of 'r wat bijzondersgeweest was, en ze zei nee".

„Dan mag ik zeker wel met u meegaan, om u 'ngoeden dienst te bewijzen, zonder dat uw noodhulpme binnen ziet komen? Zoodra u me in de woninggelaten heeft, laat u haar 'n boodschap doen, en ar-resteer 'k 't jonge mensch, dat zich bij u verborgenmoet houden, zonder dat mevrouw uw echtgenoot 'riets van merkt..."

„U meent 't !", zei de jurist verbaasd.Het was op deze wijze dat Nathan Marius Duporc

onhoorbaar 't heerenhuis binnenstapte, en terwijl de

192

Page 193: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

oude dienstbode naar 't Postkantoor werd gezonden,om eenige plakzegels te halen en 'n postwissel te in-casseeren, in de overschoenen van den heer des hui-omhoog trok, en de kamers van de tweede stage vol-komen geruischloos doorzocht.

't Bleef zonder reslutaat.De meneer, die 'm volgde, en op z'n huispantoffels

meesloop, glimlachte om de inbeelding van den be-zoeker.

Ook op den zolder, noch op de dienstbodenkamer,noch op 't afgeschoten rommel-gedeelte, was iets ver-dachts te bespeuren. 'n Luik boven den wider wasgegrendeld. Daar kon niemand zijn, want dan had dieiemand den grendel aan de buitenzij moeten sluiten.

Duporc lei den vinger op z'n mond, omdat de heerdes huizes wat wou zeggen.

Voorzichtig lichtte hij 't luik omhoog, loerde, zagniets.

't Was 'n diepe vliering over de heele breedte vande woning.

Aan de verlichte voorzij hing 't touw van 't inge-schoven hijschblok.

Achter, in 't schemerdonker, lagen kisten en ouwemeubelen, 'n verteerd zonnescherm en paperassen,waaraan de ratten of muizen bezig waren geweest,want de planken waren bestrooid met 't zemel-gepluisvan doorvreten papier.

De op zulk 'n mysterieuze wijze in z'n beetje rustgestoorde jurist, die 't welletjes vond hij was ver-zot op Engelsche detective s-s t o r i e s, verslonddie tot midden in den nacht met 'n even groote gre-tigheid als hij de Hans Thyssens met natuurbeschrij-ving, analyse, enz. niet kon luchten, en nu achter degestopte sokken van 'n „Hollandsche" detective op devlieringtrap staand, lachte-ie schamper om den manin gekleede jas, die 'n parodie op spannende verhalenproduceerde — de jurist had 'r genoeg van, sprongnaar den zolder terug, en zei ongemakkelijk-hard op:

„Doet u den grendel 'r maar weer voor, meneer.

193Moord in den trein. 13

Page 194: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ziet dat 'r geen levende ziel aanwezig is, of op dievliering aanwezig kan zijn..."

Duporc trapt achteruit, om tot stilte te manen, enomdat-ie op deze minder-heusche wijze in den rugaangevallen werd, liet-ie van zijn kant de poese-gebapren in den steek, en een fel-levend moment, kreeg deheer-op-toffels, die zoo mild was geweest de huisdeurvoor 'm te ontsluiten, den indruk, dat Nathan Marius'n aanval van acute krankzinnigheid doorstond.

De man, op de middel-tree van de vlieringtrap,sprak plotseling met 'n bulderende kommando-stem :

„'k Heb uw advies niet gevraagd! Blijf op uw post!En jij, Van Zanten, sta niet te slapen! Door de dak-pannen kan-ie niet weg! Opgepast! En bij 't minsteverzet schieten jullie 'm neer! Geen pardon !"

Op 't punt naar benee te vluchten, en de zolderdeurachter zich in 't slot te smijten, bezon de heer deshuizes zich, want de Inspecteur der Centrale Recher-che, wenkte 'm toe, dat 'r w a a r 1 ij k iets aan dehand was, greep z'n browning, en praatte de vliering-ruimte aller-beminnelijkst toe.

Dat zou nog niet geheel overtuigend gewerkt heb-ben, als 'r inderdaad in den achtersten hoek, boven't hoofd van den jurist, geen voorwerp omgevallenwas, of 'n voorzichtig sluipende kat iets bij ongelukafstiet.

„Wel, m'n beste Jaapje", zei Duporc, ineens weerop dreef, en hierdoor welsprekend : „wel, m'n bestejongen, zou je schuilei-spelen maar niet opgeven?Koeien! Ik zie u! En 'k zou u waarachtig niet gezienhebben, mijn dierbare vriend, die me nu al meer dandrie uur bezighoudt, als u niet in uw sigaretten-ver-slaafdheid weer zoo'n keurig rijtje vergulde mond-stukjes naast die kist, had neergelegd! Koeien! Datrooken kan op den duur niet gezond zijn Jaapje! Ennu binnen vhf tellen te voorschijn, met je valschesnorretje en met je handjes in de hoogte, en niets uitje zakken achterlaten en verstoppen, want 'k begin

spelletje beu te worden... Opgepast, jongens, ik

194

Page 195: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ga de vliering op, en begin te tellen; een, twee, drie ..."Boven viel 'n kist ondersteboven, weerklonken voet-

stappen.„Goeienmiddag", zei Jaapje Eekhoorn, en de grut-

ter-trekjes van z'n Japansch snuit, klitten zoo saamtot 'n grijns, dat z'n oogjes in 't gelaatsballetje nau-welijks nog als 'n paar verdoolde krenten zichtbaarbleven.

„Handjes omhoog, m'n zoon", zei Duporc, 'm aller-hartelijkst omhelzend — dat wil zeggen: met 'n glad-de beweging was hij achter den kleinen boef, snoerdede twee zich niet verzettende handen in den greepvan 'n stel voortreffelijke paternosters op den rugvan den arrestant, en met 'n zelfde vlugge beweging,ontknoopte hij de bretels van 't slachtoffer, dat bijlangjarige ervaring wist hoe moeilijk en weinig-decent 't draven met 'n de aantrekkingskracht deraarde ondergaande broek, was.

Jaapje Eekhoorn, verstandig genoeg om te besef-fen, dat deze vorm van f or c e m a j e u r e elk ver-der avontuur buitensloot, ging zich enkel aan buiten-sporig grijnzen te buiten.

„Je permiteert", praatte Duporc vroolijk, terwijlde jurist-in-tabak, thans nieuwsgierig 't hoofd door't vliering-luik stak : „dat 'k even den inventaris vanje zakken opmaak?... Wel, onnadenkend jongmensch,overtree jij ook al de wet op 't dragen van vuurwa-penen?... Dat is 'n niet slechte browning — 'n Wal-ther, No. 67999 — waar heb je die gegapt?... Goedzoo, de bankjes van honderd, met de hummers bekend,zijn ook nog kompleet... En in dat kruidenierszakje,zonder firmanaam, zitten zeker de bewuste diaman-ten en juweelen... Merci, voor je portefeuille, die 'kzorgvuldig zal opbergen!... De rest van je inventaris,controleer 'k straks meer op m'n gemak... Vooruit,asjeblief, en hou je broek met de handen op je rugvast, tenzij je tegen ongelukken verzekerd ben, m'njongen... En vergeet niet, dat 'k op 't oogenblik in't bezit ben van twee brownings, en dat 'k voor

195

Page 196: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

elk dartel stapje 'n belooning in reserve heb ..."„M'n compliment", zei de heer des huizes, bij de

huisdeur, terwijl Jaapje Eekhoorn, nog steeds metde vriendelijkste grijns, in den telefonisch ontbodenatax stapte: „en 't zal me 'n genoegen zijn, later nogeens wat van u over deze zaak te hooren..."

„Tot uw dienst", zei Duporc: „en verzoekt u uwdienstbode binnen 't uur bij me te komen. Die moet'n paar inlichtingen geven".

De atax reed naar 't Hoofdbureau, en mevrouw deWeduwe Menzel Polack, ook door de telefoon op dehoogte gebracht, zuchtte zoo van geluk, of ze 'n hart-kwaal door de gebeurtenis had gekregen.

Nathan Marius Duporc, die dergelijke uiterlijkesymptomen wist te beheerschen, stak 'r alleentweede versche sigaar bij op, blies de rookwolkjesvergenoegd tegen de beslagen auto-ruit, en had voorden gevangen Eekhoorn, die voorloopig geen krommesprongen zou maken, geen woord over voor ze op deAchterburgwal uitstapten.

„Ziezoo, Jaapje", babbelde de Inspecteur, nadat-ieden arrestant als 'n humaan beambte op 'n kop koffieen twee waarachtig-belegde broodjes onthaald had, ende deur aan de binnenzij sekuur was afgesloten : „jezult je na deze versnapering wat meer op je gemakvoelen, en omdat 'n mensch, en vooral zoo'n bijzon-der intelligent exemplaar als jij, behoefte kan heb-ben, om met 'n rechtschapen medemensch, na 'n zoogeforceerd avontuur, 'ns gezellig uit te babbelen, stelik je daartoe in de huiselijke gelegenheid, voor we of-ficieel verplicht zijn je voor rekening van 't Rijk kosten inwoning te verschaffen. Zit je makkelijk voor jegaat z i t t e n?... 'n Sigaar ,m'n jongen?..."

Jaapje Eekhoorn kwam niet uit z'n grijns los, bleefzeldzaam-hardnekkig zwijgen, beet de punt van desigaar, waarvan-ie eerst den prijs controleerde enden geur besnuffelde, af, spuwde 'r tegen den grond,streek 'n lucifer met bedachtzaam gebaar in vlam,en terwijl-ie de rookwolken door z'n spichtig lippen-

196

Page 197: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

tuitje perste, knipoogde-ie naar de zij van den Inspec-teur der Centrale Recherche, die dermate vaderlijkmet 'm om-sprong, en die door de lijdzaam-wijsgeerigehouding van den arrestant, een oogenblik z'n Intel-lektueel stuur kwijt raakte.

Iemand, die in praatziek gezelschap zoo behendigis te z w ij g e n, wordt op gedachten- en meenings-voorraad getaxeerd, en de m e t 'n glimlach l u i-s e r end e schat men dikwerf als geestelijk- meer-dere.

Duporc weifelde even. Hij kende z'n volkje.Als 't sluwe boefje in 't trekken van snuiten vol-

hardde, en zich niet met overdaad van listige, rap-mondige beweringen 'r uit trachtte te redden, had-iedaar 'n bedoeling mee...

Maar met takt en handigheid kreeg je 'n massagedaan.

Elke tandarts raakte ten slotte de zenuw van 'nholle kies, en dan speelde de patient geen stommetjemeer.

„'t Spijt me waarachtig, jongmensch, dat we dekennismaking op die manier moeten voortzetten...En die kleine,Connie van den notaris, die 'n oogje opje had, maar te veel vrouw was, om 't te laten mer-ken, heeft hier vanmorgen tranen met tuiten staanhuilen, omdat ze je in zoo'n poos niet zal terugzien..."

'r Was 'n pijnlijke zenuw geraakt. Jaapje Eekhoornzag 't montere, knappe deerntje in 'r katoenen ja-ponnetje en de kleurige kousen voor z'n in rookwolkendwalend geestesoog. Voor 'n kleine typiste met troe-belgrijze oogen had-ie 't eerst in 'n goudsmidswinkel'n ringetje gegapt — voor 'n koriste van Flo r awas-ie in 'n Mode-magazijn aan 'n boa en 'n halfdozijn handschoenen handtastelijk blijven kleven telkens op 't verdere pad-der-zonde, hadden blauwe,zwarte, smachtende, stekende vrouwen-oogen, in demeest lyrische en platonische stemmingen, 'm gedre-ven de maatsehappelijke wetten te overtreden en dievan de Natuur te volgen, door voor 't vrouwtje, 1 a

197

Page 198: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

f e m e 11 e, 'n verrassinkje, 'n blinkend steentje, 'nveertje (voor den hoed), 'n voorjaars-delikatesse, enz.mee naar 't nestje in aanbouw te sleepen.

Gapte 'n musch, 'n zwaluw, 'n houtdoffer lets in deNatuur, dan zeien de naasten, als 't wijfje 't in 't nestnit den verliefden bek greep : wat schattig, wat heer-lijk, wat honneponning en hoe schoon gedragen zichde schepselen rondom ons heen — doch zoodra 'n jon-geling zijn ziele-driften volgde en bij de warme lippender 'm fascineerende, 'n bracelet, 'n armbandhorloge,'n gouden taschje neerstreek, z'n oer-instincten ge-hoorzaamde, en de verlokkende dingskes stal (om'n leelijk woord te gebruiken), gelijk ieder mannetje't bij zon, regen, dag, nacht, maanschijn en storm-weer in de Natuur, tot instandhouding der soort ender liefde deed — dan tierden en raasden ze, of jemismaakt geboren was, en ze begingen de liederlijk-held je met 'n gedresseerden hond tot in de dakgotente mishandelen.

Waren 'r geen liefhebbende vrouwen op de wereldgeweest, dan zou Jaapje Eekhoorn 'n vreugde voorz'n moeder en 'n troost voor z'n omgeving gewordenzijn — nu zweefde in de buurt van elk der vele von-nissen 'n paar tot misdaad aanzettende oogen.

„M'n jongen", vervolgde Nathan Marius Duporc,na 'n poos zwijgend gedampt te hebben : „ik heb almet heel wat menschen kennis gemaakt, en als regelhardhandig m'n plicht gedaan, maar bij jou is me datbetrekkelijk moeilijk, omdat 'k je 'n niet onaardigenkerel vind... Was jij niet zoo vroeg in aanraking metschorem gekomen, en niet zoo vroegrijp verkik-kerd op vrouwerokken, dan zaten we hier niet overelkaar 'n sigaar te rooken... Bevalt je 't merk? Benje door den schrik doofstom geworden?... Jammer...Wanneer heb jij 't laatst je moeder gezien?..."

Ditmaal had de Inspecteur der Centrale Recherche'n gemeene tandzenuw aangeboord. De patient bebeetz'n sigaar zoo wild, dat 't buitenblad waarlijk gepeldwerd. De lach week als slak in 't aangeraakt huisje,

198

Page 199: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

en even kwam 'r op 't gelaat van kruimeltrekjes deschaduw van den type c r i m i n e 1, die in 't diepstewezen van zoo menig aardsch wezen, op 't nemen van'n onverhoedschen aanval loert.

Voor 't allereerst na z'n arrestatie in de muizenvalvan de Sarphatistraat, dee Jaapje Eekhoorn, die zichvoorgenomen had geen sjoewe 1 ) te geven — dewrangste ervaring had 'm geleerd, dat als je eenmaalgeknipt was, je je woorden op 'n goudschaal moestwegen — leerde je al niet in je onbevlekte jeugd dend u b b el en standaard van 't zilveren spreken en't gouden zwijgen? — dee Jaapje z'n mond open.

„Dat zijn mijn zaken!", snauwde-ie langs de ver-kauwde sigaar heen, en z'n niet door den gewildenglimlach van straits ver-vriendelijkte oogen, bekekentie van den roodharigen kweller aan de overzij der

tafel met 'n kwaadaardige vijandigheid, of-ie 'm opslag zoo al niet had kunnen vermoorden, dan Loch opzachtzinniger wijze in z'n graf, met 'n solieden steen,en 'n christelijk „Rust zacht" 'r op, wenschen.

„Nee, m'n jongen", zei Duporc minzaan: „dat zijnvermoedelijk óók de onze, want ik veronderstel, en 'kdurf 'r wat onder te verwedden, dat 'k de plank nietmis sla, dat je die tobber, die jij meer verdriet danplezier in 'r leven an-gedaan heb, nog vanmorgenv6Or twaalf uur, onder buitengewoon-dramatischeomstandigheden ontmoette... Ik zou in jouw plaatsniet te opzettelijk m'n mond blijven houden... Je kanjezelf al niet meer in je vingers snijjen dan je 't ge-daan heb, maar ik zou tenminste zoo verstandig zijn,om — laten we 'r de Weduwe Johanna Bertina Eek-hoorn noemen — niet met de Justitie in aanrakingto brengen... Die vrouw heeft, then jij nog zoo'n klei-ne ukkepuk was, niet kunnen droomen, dat jij je opd i e manier zou onderscheiden..."

„Hoe weet u", begon Jaapje Eekhoorn thans loste komen, terwijl-ie met 'n ongewoon-lange tong de

1 ) geluid.

199

Page 200: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

verwoesting van 't sigare-dekblad herstelde, watdaarenboven 't voordeel had, dat je je gedachten konconcentreeren en je vijand niet aanzien: „hoe weet udat m'n moeder, die 'k in geen maanden onder m'noogen gehad heb, Johanna Bertina heet?... Da's tochmaar lukraak 'n balletje opgooien..."

,Dat ontken 'k niet, Jaapje. 'n Mensch doet meerlukrake dingen. Ik ken van hooren zeggen 'n vrouw,die 'r best dee, om na den dood van 'r man, met driekinderen fatsoenlijk rond te kommen. 't Zou 'r geluktzijn, als de jongste zoon — de oudste zit in Amerika— niet zoo beroerd had opgepast, dat-ie 'n paar keerveroordeeld werd. Toen kreeg zij 't to kwaad met 'rburen, 'r zaakje verliep, en ze ging weer dienen. Zemost van 'r zoon' die enkel an z'n eigen gedoetjedacht, niks meer hebben, wist niet eens waar-ie uit-hing. Maar op 'n morgen, je zou 'r 'n treurspel in vijfbedrijven met 'n voorspel van kunnen maken — als'k den heer, die abusievelijk voor jou in arrest is ge-steld, spreek, zal 'k 'm 't gegeven an de hand doen! —op 'n morgen, was zij bezig 'r bed op 'n zolderkamerop te maken, toen 'r tegen de ruit getikt werd. 'rZoon, die weer 'n fijn zaakje van chantage had willenuithalen, zei 'r — de juiste woorden heb 'k niet ge-hoord — en dat is bijzaak, wat? — dat de politie 'mop de hielen zat, dat-ie 'r gloeiend bij was, als ze 'mte pakken kregen — en zij, met 'm begaan, of bangvoor 'r betrekking, liet 'm de vlieringtrap beklaute-ren, en schoof den grendel voor 't luik, toen-ie veiligboven was. Geen tien tellen later misleidde ze 'n vrijsnugger beambte, die zelfs geen mogelijkheid van dienaard — geen dramatische of melo-dramatische strijdtusschen moeder en zoon, had kunnen voorzien. Demoeder werd 't slachtoffer, laten we zeggen voor dezooveelste maal van 'r leven — de zoon, 'n geweten-looze smeerpijp, maakte haar medeplichtig. Einde van

vierde bedrijf. Groote pauze, waarin ik m'n sigaarweer opsteek. In 't vijfde bedrijf raakt de Recherchedoor den neus van zekeren Tommy in 't huis, waarin

200

Page 201: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de moeder noodhulp is. Ze wordt naar 't Postkantoorgestuurd, om zegels te halen en 'n postwissel te in-casseeren... Die postwissel wordt door den bewoner van't huis geendosseerd aan Johanna Bertina... Hoe heetjouw moeder, Eekhoorn ?... En nou in vollen ernst!...

„'t Was 'n verdomd-vervelend toeval...", zei JaapjeEekhoorn.

„'n Toeval waarover je je wat te laat beklaagt! 'nGewone dienstbode zou gegild hebben, en geen se-conde geaarzeld hebben, je an te Nou heeftde jacht alleen uren langer geduurd, krijgt zij 't metons, en niet malsch, aan den stok, en als de meneer, dieme de bijzonderheden gevraagd heeft 't hoort, dat zij'n ridder van jouw soort in 't huis verborgei hield,terwijl mevrouw ziek te bed ligt, dan kun je 't op jegrijpvingers narekenen, dat 'r geen pardon zal zijn...Nou jij !"

„'t Is beroerd van me geweest, maar as je in mijnplaats in de klem had gezeten, zou je 't zelfde gedaanhebben, meneer Duporc... Is 'r niks an te doen?"

„Niks. Ik denk dat ze al in de wachtkamer zit.'k Heb 'r laten ontbieden..."

Jaapje Eekhoorn smookte 'r zoo driftig op los, of'r 'n schoorsteenbrand in z'n onmiddellijke buurt uit-gebroken was, en ook Nathan Marius Duporc rooktemet 'n gulzigheid, of 'r 'n premie op gesteld was, omde spreekkamer met bekwaamsten spoed vol te dampen.

Toen werd 'r op de deur geklopt. 'n Brigadier vande recherche reikte 'n briefje over, dat de Inspecteurmet 't meeste genoegen scheen te lezen.

„Dank je", zei-ie: „laten wachten. 'k Help 'r in vijfminuten. Ga je gang... Ziezoo, m'n jongen. Ze is ge-arriveerd, en ze zit — staat op deze notitie geschreven— niet zuinig te huilen... Aha ! De gezonde glimlachis 'r weer... Ben jij nou geen geweldig-ontaardesmeerpijp, dat je 'r schik in heb, wanneer jemoeder ..."

„As ik u een reuze-tip geef, meneer Duporc, wilu mijn dan 'n handje helpen door dat ouwe menschongemoeid te laten weggaan... ?"

201

Page 202: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Duporc stoomde bonk van 'n rookwolk voor zichuit, om z'n gnuivend gezicht achter te maskeeren.Desnoods zou-ie bereid geweest zijn Jaapje met geldom te koopen, om 'm te laten babbelen, om de veron-derstelde laatste des sous van de ingewikkeldehistorie of te persen — z'n heele plan de ea m-p a g n e stond of lag door wat de kleine, leepe smak-ker los zou laten, en nou werd 'm door 't ongelooflijk-ste van alle toevallen de paplepel in den mond gestoken.

Om z'n oplaaiend plezier te verbergen, stond-ieuiterlijk humeurig op, doorstapte de kamer met grom-mende passen, en toen-ie zeker was dat z'n toon 'mniet zou verraden, zei-ie met 't voorkomen van denbeambte, die niet met zich laat mallen, en voor geldnoch goeie woorden te koop is:

„Met zulke grapjes, jongmensch, bereik je 't te-genovergestelde van wat je wil bereiken. Als ik 'nzaak in handen heb, laat ik 'r niet meer los, niet voora 11 e tips van de wereld... Maar — maar — ik zegnog eens : wanneer jij op m'n eerlijke vragen'n eerlijk antwoord, zonder gedraai, zonder omwegen,zonder listigheidjes wil geven, kan ik je in zoover, endat zonder eenige pressie, tegemoetkomen door deWeduwe Johanna Bertina Eekhoorn voorloopig wegte zenden, en den meneer uit de Sarphatistraat meete deelen, dat de vrouw... Enfin, ik zal m'n smoesjewel uitvinden. Dat is me toevertrouwd. Neem jij jedraai, dan neem ik den mijne... Begrepen?"

Jaapje Eekhoorn, voelend dat-ie 'n tikje terreinwon, knikte, en 'n minuut later wandelde 'n zieligmensch naar 'r dienst terug.

„Nog 'n sigaar?", zette Duporc 't verhoor gemoe-delijk in: „schud nou je hoofd niet, m'n jongen, wantwie weet wanneer je weer 'n smakelijk trekje zalkunnen doen! Goed zoo: nou toon je de wijsheid vaniemand, die in de naaste toekomst weet te lezen..."

„Erwten en boonen", sprak Jaapje Eekhoorn, 'r 'ngijntje tusschen door gooiend, en 't hoffelijk-aange-boden lucifertje accepteerend: „ik dank u wel. 't Is

202

Page 203: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'n genoegen, om door u persoonlijk ingerekend enbediend te worden. Ik dacht dat m'n moeder de schan-dalige streek uitgehaald had, me te verrajen..."

„Nee, m'n jongen! 't Wurm van 'n schepsel heeft'r mond gehouden. Maar ik stond achter de deur, toen'r opgedragen werd 'n postwissel te gaan incasseeren,en toen mOest ze 'r naam noemen voor 't endosse-ment... Daarover praten we op 't oogenblik niet ver-der... Eerste vraag — hier heb je nog 'n lucifer : jesigaar brandt in! Geen dank! — eerste vraag: watvoor kunsten heb je met die woonschuit uitge-haald?..."

„Daar ben ik net zoo gebluft van geweest als umisschien zelf ! Ik denk dat de een of andere slam-pamper, die 'n pik op me had, in de meening, dat 'k inm'n kooi lee te maffen, me uit den weg wou ruimen...Gelukkig was 'k door 'n goeie kennis uit logeerengevraagd, anders was 't positief kiele-kiele met megeweest..."

„Wie was die goeie kennis, jonge man?"„Daar mag u nou h e u s c h niet op aandringen,

beste meneer Duporc, want daar is de eer van 'n ge-trouwde vrouw mee gemoeid ...... "

„Dan zal ik daar niet op aandringen", glimlachteDuporc : „al ben ik wel verplicht te analyseeren, dat't de vrouw van 'n kruidenier was, omdat jij zoo ori-gineel als kruideniersbediende met 'n mand vermomdwas, en 't voor de recherche niet moeilijk kan wezen teonderzoeken welke kruidenier vamiacht op reis is ge-weest..."

Preciesies", grijnsde Jaapje Eekhoorn: „wat 'njammer, dat u niet tot de jongens van de vlakte be-hoort. We hadden plezier an u beleefd..."

„En wat 'n jammer", antwoordde Duporc: „dat jijgeen baantje bij de Recherche wil annemen... Wezouen 'n boel door de vingers kunnen zien..."

„Ach nee..."„Ach ja..."Ze bekeken mekaar 'n oogenblik als twee schaak-

203

Page 204: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

spelers, benieuwd naar den volgenden zet. Toen deedDuporc 'n handigen paardensprong op 't bord.

„Die schuit was jouw eigendom?"„Precies..."„Geassureerd?"„Natuurlijk. Dat ben je verplicht..."„Heb je eenig vermoeden w i e jou aan de assuran-

tie-premie heeft willen helpen?"„Keine Ahnung..."„'t Maakt zoo den indruk, dat je volledige uitver-

koop wegens geforceerde likwidatie hield, dat je op't punt was naar 't buitenland te vertrekken."

„Ach nee..."„Hoe kom jij aan de browning Walther Num-

mer 6 7 9 9 9 ?"„Gekregen..."„Jaapje, m'n jongen, ik heb daarstraks als voor-

waarde gesteld : eerlijk antwoorden op eerlijke vra-gen, en je blijft op 'n niet heel-voorzichtige maniermet me. spelen..."

„'t Zijn geen eerlijke vragen", verdedigde de kleinespitsboef zich handig: „'t zijn s t r i k v rage n, enop strikvragen antwoord ik met s t r i k-a n t w o o r-d e n".

„Vat jij 't zoo op, dan zal ik 't je makkelijker ma-ken 'n accoordje met je geweten te treffen. Op 't zelf-de briefje, waarop de brigadier van daarstraks memeedeelde, dat je moeder was aangekomen, vind ikvermeld dat de browning, die 'k bij jou in beslag hebgenomen voor twee maanden door zekeren heerArthur Rondeel bij Bastet in de Kalverstraat is ge-kocht. Die firma is nog in 't bezit van de b ij z o n-d e r e ma c h t i g i n g tot het voorhanden hebbenvan vuurwapenen, door dien heer achtergelaten.'t Nummer 67999 staat op 't registernummer van demachtiging vermeld. Die meneer Arthur Rondeel iseergisternacht in den D-trein van Amsterdam naarParijs vermoord..."

„Christenezielen..."

204

Page 205: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Laat die 'r buiten, en speel niet met vuur...”„Ik heb nog nooit van 'n v u u r w a p en gebruik

gemaa,kt..."„Des te verdachter, dat je met 'n browning, die

'n vermoorde en gruwelijk mishandelde bankier bijzich droeg, rondloopt. Je heb lang genoeg aan advo-eaten in strafzaken kennis, om te weten wat 'n der-geli,jke vondst voor jou beteekent..."

„Ik ben de stad niet uit geweest..."„Jij reisde met dienzelfden D-trein !"„Ach nee..."„Dat ach-nee heb je nu al driemaal beweerd, m'n

jongen!... Dat van die browning is geen vergissing.Terwijl ik hier met jou koffiedronk, zijn m'n recher-cheurs met 't wapen rond geweest. Aan 't rapportvalt niet te tornen. Jij was in denzelfden trein —niet waar ?..."

„Niet bij mijn weten..."„Je herinnert je ook niet, dat je met die getrouwde

vrouw, die jou op zulk 'n gelukkige wijze te logeerenvroeg, omdat je anders met je woonschuit gekelderdzou zijn, in Dordrecht logeerde...?"

„Ik doe 'r 'n eed op, dat ik vannacht niet in Dord-recht ben geweest !"

„Vannacht niet: eergisternacht..."„Eergisternacht heb 'k in de schuit geslapen..."„Dan was je dubbelganger in Hotel P on s en met

'n andere dame dan de kruideniersvrouw..."„Wat 'n dubbelganger doet, interesseert me niet!"„Je heb me dus gistermorgen niet zien ontbijten?"„Waar?"„In Dordt?... Je heb 'r geen hoeveelheid sigaretten-

mondstukjes achter gelaten?... Je heb 'r geen fleschwijn zitten drinken, om vermoedelijk 't oog te houenop wie 'r binnen zouen komen?... Je heb geen hand-teekening van Henri Aim a r d uit Bo ul ogn e-s u r-M e r in 't Vreemdelingenboek geschreven? Jeben niet afgereisd met 'n nuchtere maag... ,Kom, m'njongen, we zijn allemaal jong geweest — we hebben

205

Page 206: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

allemaal wel 'ns 'n glippertje gemaakt... (hier werdde toon van Duporc 'n weinig onwerkelijk, daar 'tstrafregister van z'n ziel op 't gebied van 't c h e r-chez et recherchez la femme waarlijk vol-komen onbeschreven was!)... Wie was dat aardige,knappe, jonge vrouwtje met wie je daar 'n nachtjedoorbracht? 'k Zou 'r Connie van den notaris 'n grootverdriet mee doers, als 'k me indiskreet verpraatte...Noem je liever als gentleman geen naam?"

„Nee", zei Jaapje Eekhoorn, onwillekeurig. En datenkele woordje hoeveel een-lettergrepige woordenzijn in de wereldhistorie niet noodlot van hoogstbe-gaafden geweest? — dat eerie domme, onnoozele, on-voorzichtige woordje, dat aan z'n bedachtzame lippenontglipt, niet meer terug te halen was, klitte 'm vastaan den handig-voorgehouden lijmstok van den voge-laar, die dat simpele „Nee" met 'n verliefdheid opz'n tongspits greep, of-ie de primeur van 'n voor-jaars-delicatesse als fijnproever keurde.

„Nee, nee — heel goed, m'n jongen", sprak NathanMarius Duporc : „ik vind 't begrijpelijk en hoogst-lof-waardig, dat je die dame niet wilt compromiteeren,maar met dat nee erken je, naar menschelijke bereke-ning, dat je 'r w a s! En daar hoef je me niet weerzoo aanminnig voor toe te lachen, want in den grond isdie erkenning niet van heel veel gewicht, niet waar?"

„As ik u 'r 'n plezier mee doe, wil ik zelfs verdergaan", grijnsde 't schalksche kereltje: „ik w a s 'r,en zij heet Charlotte Angelique, Eleonora, MathildeGanifet en ze was voor 'n verreljaar getrouwd metzekeren Auguste Aimard uit Boulogne-sur-Mer..."

„Keurig", glimlachte Duporc: „keurig, m'n jongen,en zonder verder in onkiesche finesses van dien huwe-lijksnacht te willen treden: „ze had koude voeten, niet?'

„IJskouwe — klompies ts, niet te verwarmen,hehehé!"

Hij lachte met 't hooge geluid van 'n tandenloos,oud boertje, zonder 't sigare-stompje uit z'n mond tenemen.

206

Page 207: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Ik heb”, zei Duporc: „van zulke avonturen niet toveel verstand, maar 't komt me toch voor, dat dieCharlotte Angelique, Eleonora, Mathilde Ganifet, als'k haar wat ingewikkelden naam goed onthouden heb,je niet te hevig in liefdesgloed ontstoken heeft, wantjij bleef benejen je flesch drinken, en de stakker lagal dien tijd in eenzaamheid met 'n prozaische heetekruik..."

„Ach", merkte Jaapje gevoelig op: „'r zijn delikaat-aangelegde vrouwen, die in de eerste plaats 'n gelijk-gestemde z i e 1 vragen, en die je van je afstoot door'n te bruut optreden... Ik zou u daar 'n boekje vankennen opendoen... Ze zei me, de schat : ga jij gerustbenejen nog iets gebruiken, dan lees ik terwijl T h eKing of the dark chamber van Tagore uit..."

„Wat 'n begaafde, jonge vrouw..."„Niewaar ?..."„De koning van de donkere kamer, met

'n heete kruik aan je voeten... En 'r zoo in opgaan,dat de halve nacht 't water in de waschtafel blijftloopen, en je je vergeet uit te kleeden, en 's morgensnaar den trein wandelt met een laarsje aan, en 'tandere verzuimt mee te nemen... 'k Zou 'r den goeienraad geven bij 'n volgend snoepreisje wat minderhartstochtelijk bij 'n heete kruik te liggen lezen. Datmaakt zoo'n jonge vrouw verstrooid... Zeker 'n de-tective-historie, die Koning van de donkerekamer?"

„Dat zal 'k haar bij gelegenheid vragen", antwoord-de Jaapje, 'n weinig gereserveerder, want de handigebliksem over 'm, hoorde je langs zijwegen uit, en dathad z'n grenzen...

„Nou wou ik van dat Dordtsch liefdes-geschiedenis-je nog een bijkomstig ding onderzoeken, m'n jongen:hoe kwam die heete kruik leeg?"

Bij al z'n hypothesen en gevolgtrekkingen was Du-pore op dat kleine raadsel blijven stuiten, en voor-iez'n aanloop op de groote zaak nam, wou-ie zich opdat detail orienteeren, maar 't scheen voor Jaapje

207

Page 208: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Eekhoorn iets te zijn, waarover-ie zich niet bliefdeuit te laten. Achterdochtig keek-ie den Inspecteur derRecherche, voor wiens schranderheid hij 't ontzagvan 'n vakman had, aan, en antwoordde 'r met be-rekening na,ast:

„Hoe ken ik dat weten? 'k Heb 'r niet in gekeken..."„Is ze voor scheerwater gebruikt, m'n jongen?"„teen sprake van — ik was geschoren..."„Jij vermoedelijk wel. Maar zij ?"„Heel aardig..."'t Gesprek stond. Ze keken mekaar opnieuw als

twee schaakspelers, die op 'n zet wachtten, aan.Duporc dampte, Jaapje Eekhoorn verdween achter

z'n rookwolken.„'t Klinkt heel aardig", hernam de Inspecteur:

„maar ik heb liever 'n meer positief antwoord op m'nvraag".

„Daar valt niet op te antwoorden".„Heeft die Charlotte Angdlique en hoe-ze-verder-

heet zich niet geschoren?"„Jawel, 't haar op 'r tanden, hêhehe !"Weer klonk 't hooge geite-lachje.„Coed dan: zij niet — op dat grapje ga 'k niet

verder door, en jij ook niet. Maar, en nou fantaseer'k op mijn manier — toen 't wat later werd, heb je't licht uitgedaan. Klopt dat?"

„Dat klopt..."„En then waren jullie met z'n tweeen in die d o n-

k ere kame r, die Fransche dame en jii — en toenverveelden jullie je na 'n poosje — of zij stak 't eenof andere bedsermoen af, omdat jij b ij voorbeeldzoo ongalant-lang wijn was blijven pimpelen..."

„'t Is 'n godswonder hoe u 't allemaal raait..."„Toen ben jij kwaad-gehumeurd opgestaan, en om-

dat je 'n luchie wou scheppen, en dat op de hotelgangminder makkelijk kon, heb je 't raam geopend, enben je op 't afdak van de serre 'n beetje wezen kuie-ren... Kan dat, m'n jongen?"

„Alles kan, maar nou ben u d'r naast..."

208

Page 209: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Wacht nou even, niet zoo ongeduldig zijn, Jaapje...Toen is die Charlotte Angelique enzoovoorts ongerustgeworden, en is je nageklauterd... Ze zei: Jaapje,mijn geliefde, je zal je dierbaar nekje breken... Zezei 't natuurlijk in 't Fransch, zooals 'n lieve Fran-gaise dat alleen op hafir manier kan — ze wou je inde d o n k e r e k a m e r terug trekken, maar toenzagen jullie 'n verlicht venster met 'n defect spanjo-let... Hoe reconstrueer 'k de situatie?... Niet zoo som-ber kijken, m'n zoon!... Als je glimlacht, zie je 'rveel jonger uit!"... Jullie keken samen, of ieder af-zonderlijk binnen, en je zag 'n jonge vrouw, 'n Engel-sche, en 'n vermoedelijk ouwere beer, met wit haar...Nou wou 'k dat jij óók 'ns wat vertelde... Je laat mijalleen 't woord.”

„Ik ken 'n heele boel, maar zulke vertelsels prak-kizeeren, daar mot je voor angelegd wezen... Zeit u't maar alleen..."

Hij antwoordde 't, z'n uiterste best doend, om in't grappig toontje te volharden, om zich achter z'ngegrijns te verschuilen — in den grond van z'n avon-tuurlijk wezen, zat-ie met de geblufste bewonderingvoor den rooien gladdekker, die je an kon kijken met'n gezicht of-ie to atom was om voor den duvel tedansen, of-ie geen behoorlijke kaart in z'n pootenkreeg, en die de beste troeven achterbaks hield. Waar-ie nou weer z'n wetenschap vandaan haalde, was 'nmerakel.

„Als ik je moeder ongemoeid liet weggaan, m'n jon-gen, was jij bereid me 'n reuzetip te geven, niet?...Ik ben daar Oost-Indisch doof voor gebleven, omdatik niet van zulke middelen hou... Ik vraag je de een-voudigste dingen, ik toon je dat je niemand hoeft teverrajen, omdat 'k alweer alles z elf te weten bengekomen, en nou moet jij niet de methode van 't mevoorhouen van 'n rooien lap toepassen, want alsje draai niet weet te nemen, weet ik 't net zoo min...Nee, niet in de rede vallen! Je krijgt dadelbk zelf 'twoord... Van 't zinken van je woonschuit weet je

209Moord in den trein. 14

Page 210: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

niks, van de op je gevonden browning van den ver-moorden bankier nog minder — in Dordt in dat hotel,waar 'k dozijnen van jouw sigaretten-mondstukjes ge-vonden heb... dozijnen op 'n waschtafel en hoeveel-heden op 'n nachtkastje..."

„Waarom waren die van mijn?... Ken 'n ander nietnet zoo goed... ?"

„M'n jongen, daar komen we niet op terug. Datblijft draaien in 'n vervelend kringetje ...... Je hebniet alleen de ordelijke gewoonte, die mondstukjesnaast elkaar te bewaren, maar ook de prettige hebbe-lijkheid bij al wat men zegt te lachen. En als menlacht, laat men van nature z'n snijtanden zien. Jerookt links. Weet je dat? In de tand naast je oogtandontbreekt 'n klein driehoekje. Dat moet je laten voor-zien, anders raak je vroeg of laat die snijtand kwijt.'k Heb hier in dit doosje 'n heele collectie van je siga-rette-mondstukjes. 'r Is 'r niet een, of 'r staat 'n drie-hoekje in. Aardig, niet?... Je heb met die dame, dienet als Asschepoetster 'r muiltje achtgelatenheeft, toen 't tijd werd voor den trein naar Roosen-daal, je nacht daar doorgebracht — je zegt dat zeCharlotte, Angdlique, Eleonora, Mathilde Ganifetheet — Ganifet is zeker de Fransche vertaling vanGannef,niet?..."

„Ilehehd!", klonk 't smakelijk uit den mond, diethans 't driehoekje trachtte weg te moffelen.

„...Je hoeft 'r waren naam niet te noemen, wantdie is me bekend, en wordt dikwijls genoemd in 't landvan de bloembollen, wat? — je heb niet in de heetekruik gekeken — en kuierde ook niet op 't donkereplat boven 'n serre — je weet van geen verlichte ka-mer met 'n defect spanjolet — je laat mij doorslaan,of i k op de daken bij m'n kladden ben genomen — jehoort mu uit, en accepteert mijn tips als grands e i g n e u r, en als 'k eindelijk m'n mond hou, om opmijn beurt, tegen behoorlijke belooning — versta jeme : tegen behoorlijke belooning — wat van jou tehooren, stel je me met 'n „Zeit u 't maar alleen" te

210

Page 211: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

leur... Ziezoo, m'n jongen: de beurt is aan jou... Watzag je in die verlichte kamer, en hoe kwam je op 'tingenieuze denkbeeld juist daar 'n kijkje te nemen?...Apr o p o s, hoe kom jij in 't bezit van 'n betaalderekening van 'n Kapperszaak, waar de vermoordebankier inkoopen liet doen, voor-ie met den trein naarParijs afreisde... Je zal 't met me eens zijn, dat datpapiertje, naast de revolver, 'n tweede wettig en over-tuigend bewijs is, dat je tijdens of na den moord metde historie te maken had..."

Op die terloopsche vraag had Jaapje Eekhoorn nietgerekend.

't Octavo-nota'tje, dat-ie voor twee-maal-vier-en-twintig uur uit den zak van Jan Kikker gegapt had,toen-ie 't auto-deurtje voor 'm opende, en z'n slagmet 'n beurs of portefeuille meende te slaan, had-iebij z'n eigen, door den Inspecteur in beslag genomenpapieren bewaard — 'r stond geen naam op van denkooper — en nou draaide dat verdomde klungel 'm'n loer...

„Dat vod", zei-ie 't beste antwoord onder deze om-standigheid gevend: „heb 'k gevonden..."

„Tegelijk met de browning Nummer 67999... ?"„'n Beetje vroeger, 'n beetje later..."„Hoeveel vroeger?"„'k Heb 'r niet bij op m'n horloge gekeken..."Duporc's vuist bedreunde de tafel. Bij elke ander-

vraging ging-ie in tempi te werk. 't Werd tijd deduimschroeven aan te zetten.

„En nou geen lolletjes", sprak-ie uit z'n humeur:„als jij denkt met me te spelen, kwaje rakker, vergisje je! Lag dat papier, die betaalde rekening in diekamer met 't defecte spanjolet?..."

„As 'k nee zeg, is 't nee !", zei Jaapje Eekhoorn,en am de aandacht van den nijdigen ondervrager ofte leiden, overwon-ie zichzelf bovenmenschelijk doorwaarachtig de waarheid aan 't moeilijk en blamee-rend woord te laten : „ik heb dat waardelooze prul eer-gisteravond bij vergissing uit den zak van 'n heer, die

211

Page 212: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

in 'n auto voor die kapperszaak stapte, gemoerd..."„Dat lieg je, om je 'r uit te draaien!", schreeuwde

Duporc bijna — hij geloofde 't in de eerste plaatsniet, en in de tweede was 't 'n voor 'm teleurstellendgegeven — 't leek zoo'n prachtige schakel in de reeksontdekkingen.

„As wij liegen hiet 't: zeg de waarheid, en as wede waarheid spreken, schreeuwen ze: je liegt!" philo-sofeerde Jaapje Eekhoorn : „'t was bij half zeven, thendie meneer met z'n handen vol pakjes uit 't kappers-magazijn kwam... Uit beleefdheid maakte ik 't portiervoor 'm open, en stak m'n hand in z'n linker-demi-saison-zak. Dat zijn nou eerunaal van die beroerdeaanwendsels, die je jezelf tracht of te leeren, en dieje denkelijk kwijt zal raken, als je 'n daggie ouwerwordt, maar die ik nou nog niet altijd laten ken... Hijdroeg z'n beurs rechts, zooals ik me sigaretten links— ik ving bot — dat is alles — en 'k mag 't eerlijkbiechten, omdat de wet geen voornemen, maar wel ded a a d straft... As u dat in verband met den moordin den trein wil brengen, slant u de plank mis..."

„Geloof je dat zêlf, bandiet?"„Goffergeefmeclezonde !", barstte Jaapje Eekhoorn

los — hij voelde zich martelaar: voor 't eerst van z'nveelbewogen leven erkende-ie 't zakkenrollersgebaar,en lee de rooie sallemander 't op zijn manier uit — jemost verdikkeme ook niet afwijken van de weten-schappelijke basis van je vak en consequent allesh e e t en 1 i e g e n: „gossalmekraken, 't i s zoo ge-beurd... En as u me niet gelooft heb 'k 'r lak an!"

„We zullen 'ns kijken of de rechtbank die verhalenslikt, jongmensch! Je ben 'r tot m'n leedwezen zoosmerig als nog nooit iemand 'r bij geweest is!Je was in den trein, toen de moord gebeurde. Je benin Dordt uitgestapt. Je heb de browning van denvermoorde in je bezit en papieren, die 'm toebehoor-den. Je ben teruggekomen om je woonschuit te latenzinken, en met de centen van die ongelukkige me-vrouw Menzel Polack en met die van de assurantie

212

Page 213: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

naar 't buitenland te eclipseeren! Je heb de valiezenmet waarde ergens ondergebracht, jij doortrapteboef... Vandaag nog zal ik je met 't lijk laten con-fronteeren !"

„Met wat?", hakkelde Jaapje Eekhoorn, 't eindjeverkauwde sigaar neerleggend.

„Met 't lijk van den man, dien jij en je medeplich-tige — want je was niet alleen! — zoo schandelijkovervallen hebben, om je van de ontzaggelijke waar-den meester te maken..."

h,Ach kom...", zei de verdachte, onverschillig z'n

scouders ophalend: „I trek 'r me geen snars vanan..."

„Daar kan je 't hoogstens erger door maken", zeide Inspecteur der Centrale Recherche, 'tzelfde tele-gram, dat de dochter van den vermoorde 'n flauwtebezorgd had, naar den kleinen boef toeschuivend.

Jaapje Eekhoorn las de getypte letters en 't dorrebericht :

Het verminkte lichaam van den bankier ArthurRondeel gevonden. Van den voortvluchtigen moor-denaar Jan Kikker nog geen spoor. Verduin Inspec-teur van de Dordtsche Recherche.

Hij las 't een, twee, driemaal, terwijl Duporc z'nwijsvinger op den code-geheimnaam Z e v e n s t e rhield — hij keek door z'n oogspleetjes, tusschen deverknepen wimpers naar 't onbewegelijk-strenge ge-zicht van den ambtenaar, greep 't sigare-mopje van't tafelblad, streek 'n lucifer langs 't binnen z'n be-reik liggend doosje, dampte den rook met beminne-lijk-zachtzinnige plofjes, of-ie 'r iemand mee wou hin-derers, en terwijl twee loerende oogen elk van z'nbeweginkjes onder de loupe hielden, floot-ie gemoe-delijk 'n toepasselijk deuntje: „Ach mein lieber Au-gustin, Augustin, Augustin, Ach mein lieber Augu-stin, Alles ist hin..."

„Steek liever 'n versche sigaar op", zei Duporc, in

213

Page 214: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

bezorgd : „en lucht je gemoed, m'n jongen... Die JanKikker is ongetwijfeld de hoofdschuldige, maar iiieen dier plotselinge stemmingen van opperste wel-willendheid, die 'm zoo'n uitstekenden naam haddenben nummer twee... Help je mij op weg om dien ge-wetenloozen schurk te grazen te nemen, dan kan jij vanmij alles gedaan krijgen... Je heb 'n moeder, Eek-hoorn, die vroeger betrekkelijk welstand kende, en nuals dienstbode 'r kost moet verdienen... Heeft diestakker ooit 'n uur plezier an je beleefd?... Wat moetde ziel voelen, als ze morgen in kleuren en geuren infedere krant kan lezen, dat haar zoon Jacobus Eek-hoorn onder hoogste verdenking van moord en roofgearresteerd is geworden?..."

„Confronteer u mij eerst met dien kapotten ban-kier", merkte Jaapje op — de schoone pathetischetoespelingen van den moralist-Inspecteur schenen aanz'n ontaard gemoed voorbij te glijden.

„Dat zullen we", antwoordde Duporc : „onmiddellijkna je verhoor door den rechter-commissaris! En daarhoef je niet naar te verlangen, gedegenereerd jong-mensch!... Maar nou voor 't laatst : hoe kom je aandie browning?"

Jaapje Eekhoorn aarzelde voor 't eerst van z'nleven. Hij w a s nog nooit door 'n lid van 't gilde ver-rajen, h a d 't nog nooit gedaan.

Als-ie uit de hoogeschool klapte, was-ie bon-af,kon-ie op ruggesteun rekenen, zat-ie enkel in 't ge-drang met de valsche smurrie van 't tuig uit de Sar-phatistraat, die 'm 'r in had geluisd, was h ij nog nieteens de dief — en dat moist Duporc liep de historicvoor hem met 'n sisser of — maar Jan Tulp wasaltijd 'n best kameraad geweest, en die z'n prachtigekansen te verspelen verdraaide-ie.

Toch bleef-ie 'n oogenblik zwak, leek 't of de Inspec-teru der Centrale Recherche 'm zou gaan kneden...

„As ik smoes, wat win 'k 'r mee?"„Je heb dus wat te smoezen?"„Dat zeg 'k niet, en as u bij elk woord vliegen

214

Page 215: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

vangt, doe 'k zeker geen bek open! Ik vraag: as, as 'kwat smoes, zooas ieder in z'n leven 't een of ander tesmoezen het: waar zit me winst?"

„Dat 'k", sprak de Inspecteur elk woord wikkendof-ie zuinig moest zijn bij 't laten doorslaan van debalans — je mocht je bij dat gespuis niet te veelbloot geven, en je stond altijd voor de groote moei-lijkheid, dat je als beambte binnert de perken moestblijven... —: „dat 'k voorloopig enkel procesverbaallaat opmaken voor je poging tot chantage..."

„Dat was geen chantage. 't Mesjogge mensch woud'r valsche rommel terug. As 't 'n zaakie wordt ken'k bewijzen dat ze zeif 'n vuile streek uit wou halen..."

„Dat is 'n ingewikkelde historie, m'n jongen, maarmenschelijkerwijs valt 't voor en 't tegen te overwe-gen, om de narigheid misschien — ik zeg m i s-s c h i e n — te sussen, om die dame niet in opspraakte brengen... Je zou dus eventueel op vrije voeten ge-steld kunnen worden, als dat ontoelaatbare, die enor-miteit van 'n browning uit de nalatenschap van 'n ver-moorde geen formeel bezwaar opleverde... 'r Is 'nschitterende premie uitgeloofd, die ik niet enkel voormezelf verlang... Je kan niet zeggen, dat ik 't je nietmakkelijk maak... Je sprak van 'n reuze-tip... Stonddie met deze sensationeele zaak in verband?"

„Nee!", zei Jaapje Eekhoorn resoluut — hij ver-domde 't.

„Met Welke andere zaak dan?"In plaats de vraag te beantwoorden, zette de zwaar-

dampende delinquent z'n voelhoorns uit, lustig, geraf-fineerd, maar hij zat tegenover 'n diplomaat van deouwe garde, en zonder dat-ie 't merkte, liep-ie vast.

„Ik zit me te verbazen, meneer Duporc... Mag ikwat vragen?"

„Ga je gang, m'n jongen, maar maak 't niet te lang,want 'k moet nog uit de stad..."

„Als ik bij die moord betrokken was, zou u me danop sigaren trakteeren?"

„Waarom niet?"

215

Page 216: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„'n Uur of twee uur v6Or de confrontatie met't lijk?”

„Waarom niet?... 'k Heb 'n giftmengster met tweemoorden op 'r geweten wel 'n heel doosje sigarettengeoffreerd, om 'r meer op 'r gemak te laten bekennen,en 'n inbreker, die 'n collega neergeschoten had, zatop jouw stoel nog betere panatellas te rooken... Wilje achter onze methoden komen?"

„Mag ik dat telegram nog is zien ?"„Met 't grootste genoegen..."„Jawel, maar z o n d e r duim 'r op... 't Ken best

ondergestoken werk zijn..."„Daar dan", zei Duporc, den codenaam bloot ge-

vend — dan maar 'n anderen naam, om indiskretiesin de toekomst te voorkomen.

„Zevenster... Zevenster...", las JaapjeEekhoorn: „ben u dat?"

„Dat ben ik..."„Gijn, gijn", grinnekte de kleine boef : „zeker fa-

milie van Klaasje... Gisteravond uit Dordt verzon-den... 's Kijken hoe laat?... Kwart voor negen teDordt aangeboden... In de Maas bij Rotterdam te wa-ter gelaten en in Dordt angespoeld, en geen enkeleochtendkrant, die 'r iets van had... Alles is mogelijk,maar ik geloof 'r geen bliksem van... Ik verwed 'rvan mijn armoedje honderd gulden om, dat polite-larie is, om 'n broekie in de lamp te laten vliegen...Confronteer u mijn maar... Wat 'n bak, he-he- !Ilehehê!"

Z'n lach hinnekte dol en komiek door de spreekka-mer, werkte zoo aanstekelijk, dat ook Duporc van ple-zier zat te schuddebuiken.

„Dat duet je waarachtig goed", zei Jaapje 't eersttot verhaal komend en z'n tranen drogend.

„Is 't niet?", zei de Inspecteur der Centrale Recher-che: „maar nou we toch zoo vroolijk zijn: hoe zit 'tfeitelijk met die browning Nummer 67999, die jouwreputatie van bloedeloos zakkenroller in diskredietbrengt? 't Lijk is n i e t gevonden..."

216

Page 217: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Nee om den dooien dood niet, hehehe!...”„Wist je dat zoo zeker?... Hak je nou niet op?...

Je floot zoo gezellig „Ach mein lieber Augustin... !",toen je 't telegram driemaal achter mekaar sekuurlas... leder ander met zoo'n gestolen browning in z'nzak zou zich 'n aap geschrokken hebben, en jij stakrustig je eindje sigaar op..."

„Omdat 'k 'r dad el ij k 'n eed op zou hebben ge-daan, dat 't 'n fopspeen was, hehb, hehehe... 't Kbnniet, hehehe!..."

„Merci, m'n jongen, voor je inlichting", zei NathanMarius Duporc, ineens in den korten drogen toon vanden ambtenaar, die beet heeft.

En op slag was 'r 'n broeiende lastige stilte in dekamer.

„Ik zee dat zoomaar", hernam Jaapje Eekhoorn.„Je wil dus v e r der niks loslaten, om los gelaten

to worden?"„Ik heb niks los te laten. Ik was in Dordt met 'n

Fransche dame. Da's geen misdaad..."„Je heb Jan Kikker niet in dat hotel ontmoet?"„Ik ken geen Jan Kikker".„Je heb geen whiskey met 'm gedronken?"„Ik lust geen whiskey, en zeker niet na 'n heele

flesch wijn..."„Je heb geen sigaretten zitten rooken in die andere

kamer? Welgeteld negen sigaretten? Denk 'ns na,m'n jongen: de zoogenaamde oude heer zat z'n tandenuit te halen met 'n puntig-gesnejen lucifer — dekorsten van de boterhammen had-ie laten liggen — deEngelsche jonge vrouw had 'n pijpje gerookt — 66k,tegen de gewoonten van 'r land in, j o u w bekoorlijkeCharlotte Ang6lique — 'r was geen kurkentrekkerom de flesch wiskey behoorlijk open te trekken — datmoet met 'n schaar gedaan zijn — hij had ham meteieren gegeten — de pijpjes-rookende Engelschetwee sneedjes tong... De heele flesch whiskey is 'raangegaan... Wie was 'r jarig?... 'k Had jullie zoowel 'ns willen kieken met z'n viertjes, twee pijpjes-

217

Page 218: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

rookende jonge dames, gedekolleteerd en naar delaatste mode met bloote armen... Ik denk dat 'r, niet-tegenstaande de tragische omstandigheden, oogen-blikken geweest zijn, dat 'n zoo vroolijke lump alsjij 't uitgeproest heeft! En ik, Jan Ongeluk, lag inm'n bedje en hoorde 't water plassen... Links 'n paarstroopers en rechts 'n paar schavuiten, en de deugdin 't midden! Hahaha!... 'k Had 'r op m'n woord bijwillen wezen..."

Jaapje Eekhoorn zei nets. Hij luisterde met 'n ge-zichtje waarop de gezamenlijke trekjes den horlepiepen de schotsche drei dansten, en uit z'n verpieterdeoogjes, gedoken achter de heggen van z'n lange wim-pers, sputterden pret-vonkjes, die-ie in bedwangtrachtte te houden, zonder dat 't 'm lukte de snui-vinkjes in en uit de ronde neusgaatjes te temperen.

„Je ben wat verkouden, m'n zoon", zei Duporc va-derlijk-oplettend : „en nou voor 't laatst, 't allerlaatst :als ik je vrij laat, wil je dan zeggen met w i e je daarsamen was?"

„Nee, niet voor tienduizend gulden", antwoorddeJaapje Eekhoorn te v 1 o t, want Duporc ontleedded a t antwoord zonder verzuim.

„Dat stellige „nee" m'n jongen, bewijst alweer,dat je'r samen geweest ben, en bewijst metenovervloede, dat zij je meer geld geboden hebben,dan waarover wij hier beschikken... Was dat raamverlicht, toen jullie op 't plat scharrelden?"

„Dat weet 'k niet..."„Ik weet 't wel: 't w a s verlicht, want ze waren

bezig, toen ik ldopte — ja, die kiopper was ik, m'njongen, ik, die achter 't net vischte — maar toen zenaar kooi gingen, draaiden ze 't licht uit. De En-gelsche dame sluimerde aan den raamkant, met 'rkeurige japon an. Je had 'r de browning op 't nacht-kastje zien neerleggen — ik vind dat 'n verkeerdemethode: ik doe 't onder m'n hoofdkussen — en toenjullie 'r zoo goed als zeker van waren, dat ze sliepen,trokken jullie 't raam open, en had jij in 'n oogenblik

218

Page 219: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Nummer 67999 te pakken... Toen stelden jullie, jii endie elgante Charlotte Ang6lique etcetera de voor-waarden, en ze maakten geen misbaar, omdat je metboter op je hoofd liever niet in 't zonnetje wandelt...Zeg nou enkel ja of nee, m'n jongen... 't Is voor mij'n legkaart, 'n gezelschepsspel met prijzen. Ik weetalles... Jij ben de jury..."

„Ik zeg niet ja, 'k zeg niet nee", zei Jaapje Eek-hoorn, na 'n korte mijmering: „as ik nee zeg lieg 'k,as 'k ja zeg lieg 'k nog harder. As ik de jurij motwezen, hou 'k m'n bek. Ik steek 'r alleen m'n vingersbij op, dat ik geen Jan Kikker ken..."

„Merkwaardig", lachte de Inspecteur der CentraleRecherche: „heel merkwaardig. In je portefeuillevond 'k 'n notitie met den naam R a n a... Wat betee-kent dat?"

„Dat beteekent", zei Jaapje droogjes : „dat betee-kent letterlijk Raai-d'r-na, hehbhe ! Da's toch duidelijkzat. As je 't maar gauw genoeg uitspreekt zeg-ie van-zelf Ra-d'r-na... Ra'rna... Rana..."

Hij praatte zoo rad as-ie maar kon, maar in z'nzieltje groeide 'n boompje-van-bewondering.

S p e k-N a t h a n, zooals David de Steltlooper 'mnoemde, was de handigste smakker van de CentraleRecherche — die flikte dingen, waarbij je zoo keuriguitgekleed Wier, of je in 't bad most...

Die bewondering voor Nathan Marius Duporc werdnog grooter, toen-ie na opgemaakt procesverbaalwaarachtig op vrije voeten gesteld werd.

De Inspecteur der Centrale Recherche had 't schijn-baar-onmogeltke voor 'm bewerkt, zonder dat Jaapjez'n trouwhartigsten vriend Jan Tulp had behoeven teverraden.

Alles liep den kleinen boef dien dag mee, want hijhad nog geen twee stappen gedaan, of hij zag Connievan den notaris, die in 'r zondagsche pakkie naar deuitstalling van 'n modemagazijn stond te kijken. Zezag 'm in 't spiegelglas aankomen, draaide 'm 'rrug toe.

219

Page 220: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Maar omdat ze 'r betrekking kwijt was geraakt —en op staanden voet weg geloopen, zooals ze 'm latervertelde, deed ze iets toeschietelijker, en liet zich doorden „griezel", die toch wel aardige oogen in z'n hoofdhad, op 'n kop koffie en 'n broodje met pekelvlee.schtrakteeren.

Toen Duporc ze even later in gesprek zag zij,'m verhalend van de gezonken woonschuit — hij, al-lerbeminnelijkst achter z'n hoornen bril luisterend gedroeg de Inspecteur zich als 'n heer door correctz'n hoed of te nemen.

„Wie is dat?", vroeg Connie.„Weet u 't, weet ik 't?", zei Jaapje Eekhoorn : „'k

dacht, dat 't een van uw kennissen was..."„Van mij, nee...", zei ze — wat onwennig naast 'm

voortstappend.Nathan Marius Duporc reed inmiddels, of-ie 'r 'n

dagje vacantie van nam, naar Aerdenhout, opnieuwmet den luxe-auto van den gedooden bankier.

De chauffeur had 'in den vorigen avond gezegd,dat-ie 'n telefoontje wachtte, as-ie 'm war noodighad — daar maakte-ie fijntjes gebruik van.

Toen-ie 't schitterend buiten van Arthur Rondeel,dat 'r mistroostig uitzag, omdat de gezamenlijke lui-ken van 't waarlijke Paleis gesloten waren, bereikte,was-ie 'r door de bemiddeling van den chauffeur, die'm op z'n verzoek als z'n broer voorstelde, betrekkelijkdadelijk thuis.

Dien nacht, na met 't personeel, of-ie 'n vriendvan jaren was, in de keuken gegeten, gedronken, ge-babbeld te hebben, sliep-ie op de tweede verdiepingin 't bed van den huisknecht, die met juffrouw Clo-tilde mee naar Amsterdam was gereisd — of liever :hij sliep niet.

'r Was werk aan den winkel.

220

Page 221: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

XIII.

EEN VOOR-LAATST HOOFDSTUK, WAARIN DEINSPECTEUR DER CENTRALE RECHERCHEDE GASTVRIJHEID SCHENDT, ZIJN VINGERSBRANDT, MET EEN ONHANDELBAAR COL-LEGA KENNIS MAAKT; CONNIE VAN DENNOTARIS OP ROOMSOEZEN GETRAKTEERDWORDT EN ZELF EEN RONDJE GEEFT ; ENEEN SCHEIKUNDIG EXPERT DE HYPOTHE-SEN VAN NATHAN MARIUS DUPORC OP OOK

VOOR HEM VERRASSENDE WIJZEBEVESTIGT

Il ne faut parler de morts dans la maison d'unpendu, zegt 'n spreekwoord — evenmin moet mentrachten te slapen in een huffs, waarvan de luiken inverband met noodlottige gebeurtenissen, geslotenzijn, en waarvan men op ondelikate wijze de gehei-men poogt na te speuren.

Met 'n bijna ziekelijke nieuwsgierigheid had depolitie-beambte de mannelijke en vrouwelijke bedien-den, alien onder den indruk van den moord en van't plotseling aflasten der voorbereidingen van 't hu-welijksfeest, zitten uithooren.

't Was 'n vrij aardige hoeveelheid c h r o n i q u escandal e u s e tij dens 't beklag los-gekomen —over Arthur Rondeel, die een vriendin in Bloemen-daal, een vriendin in Amsterdam en een vriendin inBrussel moest hebben, 't minst — over juffrouw Clo-tilde, die niets door de vingers pleegde te zien, metden jongen Jones verloofd was, en met den secretarisvan haar vader bij herhaling flirtte, 't meest.

Naast den geest van den bankier met den Napole-on-III-kop, spookten de verhalen van de luxe-recep-ties bij 't engagement, die uitgelaten komedievertoo-ningen, onder leiding van Josephus Bok, met Clotil-

221

Page 222: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de, Kikker en Bok zelf in de hoofdrollen, door dekamer.

'r Werd bij dergelijke gelegenheden 'n champagnegedronken, in zulke hoeveelheden, dat je 'r paf vanwas.

Voor zes weken, toen grootste deel van de gastenal vertrokken was, had 'r iets gebroeid, was 'r 'n yin-nige woordenwisseling tusschen den verloofde en densecretaris geweest, waarbij de vader van de bruid endie van den bruidegom, als verstandige vredestichtershadden moeten optreden.

De jonge Jones was woest geweest om 't gesar vanJan Kikker, die, als student in de klucht De T a n t evan C h a r l e y, Clotilde, die 'r als jong meisje al-lerliefst uit had gezien, overbodig dikwijls op 't too-neel had gekust. 't Most in dat stuk, en de invite'shadden 'r bij gebruld van 't lachten, maar in dengrond had 't toch 'n tikje aanstoot gegeven, dat 'nbruid nog zoo weinig serieus dee, en in 't meespelenmeer plezier scheen te hebben, dan in 't gezelschapvan 'r aanstaande, die zich zat te verbijten.

Ik sta, dacht Nathan Marius, toen-ie 't licht uithad gedraaid, oudergewoonte de browning onder z'nhoof dkussen gelegd, en 't door 't venster binnen-glim-lachend maanlicht, met slaap-dikke oogen belodderde— ik sta morgenochtend om vijf uur op, om in 'thuis poolshoogte te nemen, veer 'k naar 't Laborato-rium kuier, om 't resultaat van 't onderzoek der vin-gerafdrukken en van de andere vondsten, te noteeren.

Hij nam 't zich stellig in theorie voor, 'r vast oprekenend, dat 't personeel, bij afwezigheid der bewo-ners, niet te ongezond-vroeg bij de hand zou zijn.

Maar 't bed had dalen en heuvels, 'r klepperde 'ndakluikje in den nachtwind, en wat 't ergste was: inde kamer naast de zijne snurkte de chauffeur zoo ge-weldig, of-ie in z'n droom den defecten motor vanden auto met geweld in beweging wilde brengen, ende machine telkens met knarsende vaart 'r aanloopnam.

222

Page 223: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Duporc pleegde zelf en niet zuinig te snurken, dochhij deed 't in eenzaamheid, stoorde 'r nooit iemandmee.

Van anderen was 't geluid niet te dulden, 'n kwel-ling, 'n zenuw-marteling, als je lag te worstelen, omin te slapen met de bedoeling 'r extra-vroeg voor jebesognes uit te stappen.

'n Paar maal klopte-ie tegen 't beschot ter hoogtevan 't hoofd des zoo zalig slapenden, hernam de wind-suizing haar heerlijk wiegeliedje, maar, dan eens zoohard, dubbel van roesterig geweld, begon de chauf-feur den slinger te draaien.

Even lukte 't den Inspecteur der AmsterdamscheRecherche in te dommelen.

Toen zat-ie luisterend op in 't bed met 't dieper-verzakkend dal.

Hij verbeelde zich, dat iemand in de gang liep endat 'n hand den deurknop bemorrelde.

Nonsens, zei-ie wederom f a u t e de m i e u x totzichzelf. 't Zat 'm natuurlijk hierin, dat je in je eigenbed — zooals 'n bed thuis was, was 't nergens anders— nooit gestoord werd, omdat je ieder geluid van jehuis, van of 't slaan der klokken tot de gewoontenvan je buren kende, en je je de eerste nachten in 'nvreemde omgeving nog niet aangepast had.

Weer beklopte-ie 't beschot, om den stootendenmotor stop te zetten, weer brak 't weldadig zonnetjevan 'n halve minuut stilte door, maar nu was 't geenvergissing: benee sloeg 'n deur dicht, en op 't grint-pad van de oprijlaan voor 't huis klonken voetstappen,terwijl in de buurt 'n paar honden, door 'n een ofander onraad opgeschrikt, kwaadaardig aansloegen.

Opnieuw beredeneerde Duporc den ingeboren arg-waan, die 'n manie dreigde te warden.

„Ik lig hier om in te slapen", sprak-ie ander't dek, om den maneschijn te weren : „'k heb 'n har-den dag achter den rug, heb 'n lastig avontuur tus-schen de daken beleefd, en trek me van niemendalwat aan, van geen geluiden, zelfs van geen inbrekers,

223

Page 224: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

als ze lust hebben benejen den boel leeg te halen, ofhierboven aan m'n deur te rammelen !"

Rinketinkeltinkel...Zoo'n pootige kerel als-ie was, en zoo dikwijls als-

ie z'n leven gewaagd had, onderging-ie op 't zelfdemoment de miserabele sensatie van 't koud wordenvan z'n haren tot in de wortels toe.

Want 't woord rammelen had-ie nog niet ge-dacht, of inderdaad klikte de veer van 't kamersloteenige keeren achter mekaar — je spookhuis inoptima f orma.

En 't geval werd 'n oogenblik nog ophitsenderdoor 'n zacht gefluit voor de deur, voor zoover dat tehooren was over 't bulkend gesnurk van den door allesheen-slapenden chauffeur heen.

Duporc moest 'n waanzinnig-vernederende secondeden onmannelijken aandrang om onder de dekens tovlucht en bedwingen.

Tot zelfs de grootste held had zwakke stemmings-oogenblikken, stond soms in z'n hemmetje in 'ta n g s t i g donker.

't Duurde kort of lang wie meet den duur eenerkippevel bezorgende verschrikking? — toen bonsde-ieovereind met de browning in de hand, tastte in 'tgrauw-blauwe, ijselijk-kille maanlicht op den deur toe,zag den knop bewegen, hoorde 'n onderdrukt gevloeken 't heensluipen van iemand, die vermoedelijk op z'nkousen liep.

Het werd volkomen stil. Zelfs de chauffeur scheente luisteren.

In de vrees zich belachelijk te maken — 'r koniemand van 't personeel verlaat thuis zijn gekomen —durfde Duporc de deur niet te openen, om 'r zich vanto overtuigen wie 'r bij half twee aan 't rondspokenwas.

Z'n zotte geprikkeldheid verwenschend, wou-ie in't bed terugstappen. Maar buiten had je voor de twee-de maal de voetstappen op 't grint.

Zachtjes opende-ie 't raam.

224

Page 225: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Niemand.Alleen 't geblaf van de honden in de verte. En in

de garage, aan 't eind van de laan brandde licht.Curieus. Dan was 'r nu nog iemand thui s-

gekome n, die over 'n auto beschikte. En van dewagens van wijlen Arthur Rondeel was 'r niet een opreis.

„Ouwe idioot!", dacht Nathan Marius in hoffelijk-ste zelf-kastijding: „je ben overspannen. Je gaat sla-pen, en morgen begin je 't spelletje met 'n uitgerusthoofd..."

Op 't punt 't venster te sluiten, zag-ie in den rechter-vleugel der villa hoe 'xi electrische kroon plotseling 'nkamer verlichtte.

'n Vrouw trok de gordijnen dicht, en 't was nu dui-delijk, dat Clotilde 't heerenhuis achter 't Rijksmu-seum verlaten had, en nog zoo laat naar Aerdenhoutterug was gekeerd.

Jammer. Dat wierp roet in 't eten. De dames enheeren van 't personeel zouden 't natuurlijk merken,dat de dochter, die „niks door de vingers zag", 'r ka-mers betrokken had — de kans om morgen vroeg 'nkijkje te nemen, was verkeken.

De man, die geprobeerd had bij 'm binnen te drin-gen, en voor de deur had staan fluiten, 't wezen, datin de vermoeid-nachtelijke stemming op z'n zenuwengewerkt had, kon niemand anders geweest zijn dande huisknecht, die met 'r uit Amsterdam was geko-men.

„Zal 'k — zal 'k niet? — ik zal — ik zal niet — ikzal wel", zei de Inspecteur der Centrale Recherche, deknoopen van z'n pyama, gelijk Margaretha de bloem-blaadjes, in het teedere maanlicht tellend, en eindi-gend met den principieelsten knoop door te hak-ken.

'r Was geen keus. Hij was hier niet voor z'n plezierheen-getrokken. In dit geval kwam van uitstel zekerafstel.

Zich als 'n poes zoo voorzichtig bewegend, kleed-

225Moord in den train. 15

Page 226: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

de-ie zich bij 't licht van de soepele, beminnelijk-la-chende maan gedeeltelijk aan.

Hij schoot in z'n broek en z'n vest, liet de gekleedejas tegen de deur hangen — de overjas was voldoende— en in de vilten pantoffels stappend, bleef-ie bij 'traam wachten tot 't licht uit Clotilde's kamer in degeleidelijke duisternis verdween.

Eerst toen, en zich niet haastend, opende-ie metdezelfde poese-gebaren, zonder dat 't slot ook maar'n zwak geluidje gaf, de kamerdeur, en keek loerendde gang af.

De chauffeur snurkte zoo pijnlijk en zwaar, of 'nvoorwereldlijk monster den laatsten adem uitblies, ende wind kreunde zachtjes om de hoeken van 't huis.

Dat was alles.Over den looper, de uitstalling der schoenen voor

de deuren mijdend, sloop-ie naar de breede wentel-trap, spiedde over de leuning heen omlaag, en luister-de ingespannen. Niets. Geen enkel gerucht. 't Maan-licht bescheen grillig en bijna angstwekkend 't ge-brande glas van 't trappenhuis.

Je zag de koperen roeden, de ronde rustbank metde tropische planten in de groote vestibule benee, diezich duidelijker in den maanschijn zou hebben afge-teekend, als de luiken 't huis niet versomberd hadden.

Op den tast, de hand langs de ronding der leuning,stilstaand als een der treden te kreunend kraakte,ging Duporc omlaag, liep op de eerste verdieping dencorridor in, waar hij vermoedde dat de slaapkamervan Clotilde was, en als 'n inbreker omkijkend, of 'rnergens onraad was, belichtte-ie met z'n electrischezaklantaarn de molibres van de dochter van den ver-moorden bankier.

Met 't oor tegen de deur, meende-ie 'n ademhalingte hooren.

Dan, bijna onwezenlijk-nieuwsgierig bekeek-ie eender schoentjes, 't puntig-hooge hakje, de nog bijnanieuwe zool en 't nummer 38.

Dat scheen 'm zooveel voldoening te geven, dat-ie

226

Page 227: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

'r bij glimlachte, en in z'n voldaanheid de onhandig-held beging 't keurig dingske uit z'n hand te latenglippen.

't Gaf niettegenstaande de vrouwelijke sierlijkheid'n gemeen-harden tik op den gebeitsten rand naastden looper.

Thans inderdaad clef, doofde Duporc de lantaarn,en schoof met 'n zet naar 't trappenhuis.

Nauwelijks was-ie den hoek om, of 'r plaste Licht inde gang, en 'n stem vroeg: „Is daar iemand?"

Hij bewoog niet, hield z'n adem in tot de deur weergesloten werd.

Was hij heelemaal op de hoogte van de modernebijzonderheden van 't vorstelijk landhuis geweest, danzou-ie 'r niet aan gedacht hebben de nachtelijke onder-zoekingstocht voort te zetten — nu door z'n dogge-hardnekkigheid te pakken genomen, berekende-ie en-kel, dat-ie s a f e stond, had-ie daarenboven de zeker-heid, dat-ie zich niet vergist had bij de observatie,dat Clotilde Rondeel geheel-onverwacht midden inden nacht huis-toe was gekeerd.

Over de Smyrnakleeden in de vestibule, de rotondemet de reuze sierpalm voorbij, sloop-ie voort naar deluxe-werkkamer van den bankier, 'n erkerkamer, nogvoornaam-weelderiger, met mahonie-houten wandbe-timmering en ingebouwde boekenkasten, ingericht.

Hij had de ligging nauwkeurig onthouden, sloot dedeur onmiddellijk achter zich, stond in 't meest vol-komen donker.

Want de smalle spleetjes tusschen de stevig-gegren-delde luiken, lieten enkel twee vaal-groene streependoor. Zonder 'n moment te aarzelen ontstak Duporcde groote schemerlamp boven 't bureau-ministre vanden bankier. 't Was 'n schitterende fantasie-lamp :'n grijnzende sater met 'n toorts in den opgehevenklauw, 'n faun, die met de andere hand 't haar van'n kruipende boschnimf gegrepen hield, en haar metde gespierde beenen als 'n getemd dier voortdreef.

De toorts belichtte het ingelegde blad van 't bureau,

227

Page 228: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

weerkaatste den sater in de purperen diepten der gla-zen boekenkast-deuren.

Met de behendigheid van 'n beroepsinbreker — wasde Recherche niet om haar uitstekend materiaal be-kend ? — ontsloot Nathan Marius Duporc de bovenstela van de schrijftafel.

Er lag niets in, dat de moeite waard was. Met debeneden-deurtjes ging 't niet zoo vlot. Daar paste geenvan de twaalf fijne loopertjes op, en als 't toeval nietgewild had, dat de eigen sleutel van 'n casette 't nawat wringen bereikte, zou 't bezoek heelemaal geenresultaat hebben opgeleverd.

Den grijnzenden sater met de voortgejakkerde nimfnaar zich toeschuivend, knielde Duporc voor de ge-opende laden. Ze toonden 't beeld van 'n ordelijk, wel-gesteld man, die voor alles luxe-voorwerpjes had uit-gezocht.

Dadelijk voor 't grijpen lag 'n kostelijk kasboekje,in marokkijn-leer gebonden en met de gouden initi-alen A. R.

Gelijk 'n misdadiger liet de Inspecteur der CentraleRecherche, die er bij 't schemerend licht van den saterwaarlijk als 'n boef uitzag, zonder boord, zonderoverhemd, en met de verwoeling van alle haren op enbij z'n ongeschoren gezicht — 't sierboekje in denzak van z'n overjas glij den, en op 't punt verder driestte snuffelen, met 'n geopende doos brieven in de hand,schrikte hij voor de tweede maal dien nacht door voet-stappen in de buurt van de kamer.

Met 'n verbluffend-snellen sprong was-ie bij dedeur, om 'r met een van de koperen knippen te sluiten— te laat. Hij zat, nog erger dan Jaapje Eekhoorndien morgen, in den val. 'n Reus van 'n kerel hield 'nlantaarn voor zich uit, om zich nutteloos bij te lichten,en de andere hand rustte op 'n foudraal, dat met 'nriem om z'n pootig lichaam gesjord zat.

Dit breedgeschouderd verschijnsel keek den ver-rasten Duporc van onder de klep van 'n blauwe uni-formpet aan, zei de usantieele woorden, die de In-

228

Page 229: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

specteur der Centrale Recherche zelf zoo dikwijls, on-der analoge omstandigheden, gesproken had, en deloop van 'n prachtigen, zelf-ladenden revolver be-dreigde den inbreker met de meest kalme zekerheid.

„Handen omhoog !"„Pardon...", zette Duporc in, met de bedoeling

iets meer te beweren.„Ik zeg : handen omhoog, en as 'k dat 'n derden

keer zeg, ken je je vuile wasch voor goed opbergen..."Het was de eerste maal dat Nathan Marius Duporc

op zijn beurt gearresteerd werd, en ofschoon de plot-selinge, geheel-onverwachte interventie 'm leelijkdwarsboomde, en de hoofdzaak van z'n bezoek aanAerdenhout onmogelijk dreigde te maken, nam-ie dehistorie van den vroolijken kant op, stak de handenomhoog en glimlachte den plaatselijken „sterken arm"toe.

Het was dezelfde glimlach van Jaapje en anderen,als ze machteloos in den loop van 'n vuurwapen keken— het was dezelfde galgenhumor, waarmee-ie z'nAerdenhoutschen collega te woord stond.

Voor 't overige was 't wel jammer, dat-ie z'n ge-kleede jas met z'n legitimaties aan den deurhaak hadlaten hangen en dat z'n voortreffelijke browning on-der z'n hoofdkussen lag.

„Dat is verdomd brutaal", zei de reus, de lantaarnneerzettend, maar nog altijd den arrestant met denrevolver bedreigend : „hoe kom je hier binnen, vlerk?"

„Begin met dat ding te laten zakken", praatte Du-porc gemoedelijk : „'t staat, als 'k me niet erg vergisin rust — u kunt 'r zoo toch niets mee doen, endaarenboven ben ik t o t a al ongewapend..."

„Ik vroeg hoe je hier binnen gekomen ben! Ant-woord, en hou je grapjes voor je!"

j,Op de wijze van 'n pedariu s, collega... Als utwee-hoog met me mee gaat, zal 'k me behoorlijk legi-timeeren. Ik hoor hier op dit uur niet te zijn, en aanden anderen kant heb 'k spoedeischende bezighe-den..."

229

Page 230: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Merkwaardig hoe-ie in iedere intonatie, elk woord,'t gespuis, dat-ie zeif achterna zat, leek te imi-teeren.

Op zoo'n oogenblik werd 't je eerst duidelijk waar-om de meeste boeven, als ze behoorlijk in de Imel za-ten, zoo onwezenlijk grapjasserig konden doen. Ver-moedelijk werd je buitengewoon-geestig, als de zenu-wen zakten, en je in de zekerheid van zonder letselgepiept te zijn, behoefte had je extra-opgelucht teuiten...

„Je handen in dehoogtehoue n, en je omkee-ren !", gebood de reus.

't Werd meenens. 't Was 'r een, die 't ldappen vande zweep kende. Hij deed 'n stap voorwaarts, haddaarbij alleen de onhandigheid de lantaarn, die-ietrouwens niet noodig had, om te stooten.

De kaars viel ondersteboven, doofde.„Collega", verzette de Inspecteur der Centrale Re-

cherche zich uiterst-bescheiden — als de man 'm deboeien aandeed, had hij kans dat 'r ongelukken metz'n jas en de kostelijkste aanteekeningen van de we-reld, en dat dans la maison du pendu, ge-beurden, om nog niet eens van 't figuur te sprekendat-ie tegenover S i e r van de Centrale wiens hate-lijk lachen ie hoorde, zou slaan : „zeer waarde collega,mag ik vragen wat uw positie in dit geval is? Is uvan de plaatselijke politie of van den Nachtveilig-heicisdienst...?"

„Hou je brutalen bek, schooier, en keer je om!"Het was ongetwijfeld het eenig op gezond ver-

stand gebaseerd antwoord, al klonk 't 'n weinig onwel-willend.

Als Duporc zelf 'n inbreker midden in den nachtin de privd-kamer van 'n bankier overvallen had,zou-ie op een dergelijke buiten het redeverband lig-gende vraag, voorzeker 'n niet minder malsche re-pliek hebben gegeven.

„U doet uw plicht", poogde Duporc te redeneeren:„en u doet 't op 'n mauler, waarmee 'k volkomen ac-

!80

Page 231: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

coord ga. Maar u heeft mij in uw macht, en verzuimtniets door me twee seconden te 1 a t e n uitspr e-k e n. Ik ben Nathan Marius Duporc van de Amster-damsche Recherche... Wilt u mu hier opsluiten en uboven in mijn kamer van de juistheid van m'n op-gave gaan overtuigen?... Door 't sleutelgat kan 'k nietweg..."

De breedgeschouderde reus verloor z'n geduld, entoonde zich in die richting 'n minder geschikt ambte-naar. Daar werd-ie in 't holle van den nacht gealar-meerd, dat 'r onraad bij den vermoorden bankierArthur Rondeel was — daar betrapte-ie 'n vent met'n eerste-klasse boeve-tronie: 'n gezicht, waar de mis-daad en de gevangenis meters dik boven-op lagen —en daar sloeg me de schooier, bij de opengetrokken la-den van 't bureau verrast, nog 'n driesten toon an,om 'm op z'n gezicht te timmeren.

Met 'n vlugge beweging trok-ie den kleinen pal vande zelfladende revolver, die inderdaad op rust gestaanhad, over, en z'n stem bulkte 'r op los :

„Verdomde smiegd : voor 't laatst zeg ik dat je jeomdraait met je handen omhoog! 'k Ben die klets-praatjes beu. Ik tel tot drie en dan schiet 'k. Een,twee..."

Gehoorzaam keerde Duporc zich om, struikeldeover de openstaande la van 't schrijfbureau, kreunde:„O, o, wat bezeer 'k me — 'k heb m'n knieschijf ver-rekt...", en bij de reflex-beweging om de pijnlijke plekte bewrijven, werd 't plotseling donkerder dan don-ker in de kamer, omdat-ie in z'n blameerende onhan-digheid tegen den grijnzenden sater, die de lichtendetoorts omhoog hield, gestooten had.

„Blijf met je pooten van 't licht", had de reusnog de onnoozelheid te beweren, en tegelijk poogde-ieden deurknop te bereiken.

Dit maal klonk de stem van Duporc in 't donkerof-ie 'n brigade kommandeerde.

„Je niet bewegen, of ik maak 'n zeef van je!" — z'nring beklinkte den saterkop, of hij van zijn kant 'n

231

Page 232: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

vuurwapen in de hand hield — : „niet bij de deurscharrelen, geen stap en geen geluid..."

Een kort oogenblik bleef 't stil in de kamer, waar detwee politie-beambten als vijanden over mekaar in 'tduister stonden.

Duporc speelde 't gevaarlijkste spel, dat-ie nog ooitgespeeld had.

De ander was in z'n recht om te schieten, als-iekans kreeg, zou door geen sterveling veroordeeld wor-den : h ij was de indringer, de werkelijke inbreker, diebuiten z'n boekje was gegaan door zonder specialemachtiging 'n onderzoek van zoo verstrekkenden aardin te stellen.

't Uitdraaien van 't electrische licht was 'n buiten-gewone handigheid geweest, had 'm voor 'n momentuit de handen van den man, die onvoorwaardelijk z'nplicht dee, gered, maar 'm aan den anderen kant fi-naal aan 'm overgeleverd.

Vond de reus, die 't verdraaide stil te blijven staan,den afsluiter bij de deur, dan verdween de laatste aar-zeling bij 't weer inschakelen van 't licht, kon je 'rzeker van zijn, dat-ie raak zou schieten.

De verstandigste methode was zeker geweest, als-iezich eenvoudig had 1 a t en boeien en opbrengen, maarafgezien van 't feit, dat-ie ten koste van alles z'n be-wegingsvrijheid wou houden, om de bedrijvers vanden moord geen te grooten voorsprong te geven, enz'n materiaal gekompleteerd moest worden, zat 'm,gelijk reeds gezegd, de obsessie van den grijnzendenSi e r dwars.

Liever alles probeeren dan als Inspecteur van deAmsterdamsche Centrale Recherche door 'n nacht-waker van Aerdenhout, onder zulke omstandigheden,te worden ingerekend.

De hand van den reus schuifelde langs de mahonie-houten wandbetimmering, en omdat die overal evenglad en overal dezelfde geledingen had, lukte 't 'mniet dadelijk de deurspleet te vinden.

Toen begon Duporc voorzichtig te redeneeren, en hij

232

Page 233: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

praatte met 'n stem, die 'm zelf vreemd voorkwam,omdat-ie, bang voor 'n schot in de richting van z'ngeluid, achter 't schrijfbureau bleef hurken.

h,Als jij den deurknop aanraakt", zei-ie : „en ik je

scaduw in 't maanlicht van de gang ook maar den se-conde zie praat ik nog enkel met m'n browning... La-ten we asjeblief geen dwaasheden uithalen: ik ben vande Amsterdamsche Centrale Recherche en verplichtgeworden op dit ongewone uur 't een en ander teonderzoeken, in verband met den moord..."

Hier haalde de tegenpartij iets geniepigs uit.De reus schoot in de richting van de betoogende

stem.'t Verhaal van den buikspreker prikkelde inder-

daad zoo in 't donker, dat ieder politiebeambte oplijfsbehoud bedacht, na 't dreigement van den betrap-ten bandiet, 'tzelfde zou hebben gedaan.

't Gaf in de stilte van den nacht 'n zoo hevigen knal,of de blikserr insloeg.

De kogel doorboorde 'n ruit en 'n luik 't maan-licht scheen door 't keurig-rond gaatje, of 'n fijneschijnwerper z'n straal binnen-wierp.

Het misverstand dreigde meer dan noodlottig teworden, ook omdat de pootige nachtwaker 'r niet aanscheen te denken zelf 'n woord te spreken.

In 't huis, boven hun hoofden, werd 't rumoerig.'n Vinnige schel scheen 't slapend personeel met

geweld te willen wekken.'n Raam bonsde open, 'n vrouwestem riep om hulp.Toen deed Nathan Marius Duporc 'n ding, dat-ie in

later jaren met 'n glimlach van genoegen kon opra-kelen, en dat 'm 't leven redde, want al had-ie in't donker honderd keer verzekerd en bezworen dat hijvan de Amsterdamsche Recherche was, de onhandel-bare „collega", met wien-ie op deze ongewone wijzekennis maakte, zou 'm zonder eenig voorbehoud heb-ben neergeknald.

Gehurkt achter 't bureau, smeet de Inspecteur in deweer aanhuiverende stilte, de naast den voetenzak

233

Page 234: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

gevallen doos met brieven — en hij dee 't zonder be-paalde bedoeling, tenminste hij herinnerde zich niet'r bij nagedacht te hebben — naar 't spookachtigrondseltje, waar de blauwe manestraal een der gla-zen deuren van de ingebouwde boekenkasten be-kwijnde.

De brieven ritselden neer en 't karton van de doosdeukte tegen 't glas op, of iemand 'r met den elleboogtegen stiet.

De loerende, zwijgende reus, die door 't vallen derpapieren en 't geluid misleid werd, schoot 'n tweedenkeer — en nu geschiedde 't verrassende.

Duporc, gebukt onder 't b u r e a u-m i n i s t r e be-lichtte een enkel koortsig oogenblik den rug van denman-met-de-automatische-revolver, stopte de electri-sche zaklantaarn in den voetenzak, duwde dien zakmet 'n vaart van zich af, en terwij1 die lichtbaandoor de duisternis bewoog, of iemand zoo rap moge-lijk op handen en voeten achter den divan kroop, en't licht daar weer door den schok van den voetenzakuitging, sloop hij op de deur toe.

De kordate kerel van de Aerdenhoutsche bewakingonderging 't meest volkomen optisch bedrog, dat deboef na z'n elleboog tegen de boekenkast gestootente hebben, met de hulp van 'n electrische lantaarn,achter den divan vluchtte, en toen de deur open-kierde, keek-ie zelfs niet om, in de meening dat 'tpersoneel van boven, dat je hoorde loopen, 'm te hulpkwam.

Voor den divan staande s p r a k hij nu voor 't eerst:„En nou gedaan met de kunsten, he?... Dat van die

browning ken je verder an je grootje wijs maken, ver-domde kaffer! Kom onder die kannepee vandaan, asde weerlicht !... En doen j u 11 i e me een van alien't genoegen 't licht op te steken..."

Hij praatte aanzienlijk mgr in 't luchtledige, want't b 1 e e f voorloopig donker.

Duporc, die de deur met de behendigheid van 'nvoltigeur achter zich gesloten had, en den sleutel al-

234

Page 235: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

lersekuurst omgedraaid, liep of 't toeval 'm 'n handjete hulp kwam, tegen twee van z'n beste bekenden in't huis aan — den chauffeur, die met 'n boksijzer detrap af kwam rennen, en den huisknecht, die metClotilde Rondeel uit Amsterdam mee was gekomen, endie zich bij het hooren der revolverschoten, met 'nkoevoet gewapend had. Ze herkenden 'm allebei.

„Ga maar weer rustig slapen", zei Duporc: „dezaak is in orde. 'k Ben zoo vrij geweest 'n ongunstigtype, dat 't huis binnen geslopen is, in deze werkka-mer in to sluiten, en toen-ie zich verzette in de luchtte schieten. 'k Hou den sleutel zoolang bij me tot 'kme behoorlijk gekleed heb, en dan reken 'k verder met't individu af..."

Nog voor de reus den tijd had, om 't huis verderte alarmeeren, was de Inspecteur der Centrale Re-cherche boven in z'n gekleede jas geschoten, had-ie debrowning in z'n zak gestopt, en keerde-ie kalmpjesnaar de kamer van wijlen Arthur Rondeel terug.

Zoo toen-ie de deur ontsloot, om den Aerdenhoutermet den Frieschen kop de vrijheid terug te geven, ende zaak zoodanig te sussen, dat 'r geen verdere ver-wikkelingen uit zouden ontstaan — je had met datsoort geweldenaars dikwijls de meeste last — begonde man opnieuw met z'n dreigendste mik-gebaren, en't duurde 'n bedenkelijke poos eer-ie zich liet verlei-den de legitimatie-bewijzen van den Amsterdamschencollega te bekijken.

„Is u nou overtuigd, dat 'r 'n ongeluk gebeurd zouzijn, als ik niet zoo verstandig geweest was 't licht uitte draaien?"

„Ik begin te gelooven", zei de onhandelbare, dieonhandelbaar bleef : „dat je iets met de politie uit-staande heb of heb gehad, tenminste as die papieren endie penning echt zijn, maar al was je de burgemees-ter van Amsterdam in persoon : ik heb je h i e r aan-getroffen over drie uur in den nacht — je heb 't bu-reau van meneer Rondeel opengesloten — je heb meverplicht den boel te beschadigen — ik mot me ver-

235

Page 236: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

antwoorden voor mijn chefs — en dus mot ik je ver-zoeken mee te gaan..."

„Uitstekend", zei Duporc: „dat is tenminste 'n be-hoorlijke manier om iemand te woord te staan... Hieris m'n kaartje..."

„Dat ken je net zoogoed houen! Kaartjes ken leder-een laten drukken..."

„Dan zal ik eerst dit bureau weer sluiten..."„Nee, dat blijft open. Da's m ij n bewijs..."„Ik zal toch zoo vrij zijn 't wel te sluiten, anders

kan de eerste de beste..."„Je sluit niks. Je ken later beweren, dat ik 't uit

m'n duim heb gezogen..."„Wel allemachtig !", begon Duporc zich te verzet-

ten : „ben jij voor geen rede vatbaar, stijfhoofdigeidioot? Ik leg je uit wie ik ben, waarom ik op onder-zoek uit ging! Blief je je meerdere dwars to zitten,dan zal je 'r morgen plezier aan beleven..."

Hij boog zich voorover om de deurtjes en de ladenvan 't schrijfbureau weer op slot te doen — de reusduwde 'm achteruit.

„Afblijven r, zei-ie: „en 'r geen poot meer an uit-steken! In Amsterdam ken jij de baas zijn, hier benik 't... En de valsche sleutels laat je 'r op..."

„M'n beste man..."„Ik ben je beste man niet... Ik vertrouw jou niet

van hier tot daar... Je heele gezicht staat me nietan... En as je zoo'n zuiver geweten heb, zal je d'rzeker niks tegen hebben, dat 'k je de handboeienanleg, tot we in 't bureau zijn..."

„Mensch, je ben driekwart gekr, zei Duporc, doorz u 1 k 'n hoeveelheid scherpzinnigheid, radikaal uit't veld geslagen. „As ik 't driekwart ben, ben jij 'theelemaal r, praatte de reus onverwoestbaar : „mijnchef zou 'r niet an denken de krankzinnigheden in devilla van Rondeel uit te halen, die jij 'r uitgehaaldheb... De juffrouw, de dochter, het me persoonlijkopgebeld. En nou vooruit!..."

Nathan Marius Duporc had al menig gecompliceerd

236

Page 237: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

geval beleefd, maar dit spande waarlijk de kroon.Hij stond hier voor 't type van den beambte, die

voet bij stuk hield, en zich 't buitenkansje van 'n be-trapt inbreker te arresteeren en op te brengen, nietliet ontnemen. Heelemaal ongelijk kon-ie 'm niet ge-ven. De linker-ruit en 't luik waren doorboord en bijde boekenkasten hing 'n stuk van de mahoniehoutenlambrizeering aan Harden.

„Ik geef je m'n eerewoord", sprak Duporc, zichbedwingend : „dat ik rustig met je mee zal gaan,maar laat die aardigheid van de handboeien..."

„Om 'n eerewoord maal 'k geen sikkepit!... Nou,mot 'r geweld gebruikt worden? 't Het lang genoeggeduurd..."

Hier hielp geen overreding, geen legitimatie, geenkeur van argumenten — 'r stond 'n dog met 'n kluifin z'n bek — en knap als je dien 'r uit los wurmde...

„Ga uw gang dan maar", zei Nathan Marius,en z'n groen-geel, niet uitgeslapen, ongeschoren ge-laat, onder de onverzorgde roode haarstoppels, linksen rechts dierbaar-spookachtig weerkaatst in de glim-ming der boekenkast-deuren, wedijverde in glim-lachende welwillendheid met den uiterst-aimabelentoon van z'n stem: „gaat uw gang, onverbiddelijkecollega! Ik zal maar denken, als u tegen de verande-ring geen principieele bezwaren heeft: La Gardese rend, mais ne meurt pas! Het omgekeerdeis historisch-eervoller, maar de dood lijkt 'n langerehistorie dan 't leven... Wilt u m'n handen voor m'nbuik of achter op m'n rug boeien... Wij in Amsterdamdoen dat in verhouding tot de altijd varieerende phy-sieke omstandigheden 1k heb eens 'n geval ge-had ..."

„Op je rug!" kommandeerde de reus, die . 't tegenden beminnelijken causeur aflei.

„Ik heb 'r geen bezwaar tegen", continueerde Du-pore, met 'n lieven grijns elk van de bewegingenvan den Aerdenhouter beambte in de alles weerspie-gelende boekenkast-glazen, waarnemend: „ik geef 'r

237

Page 238: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

den voorkeur aan corpulente arrestanten aan de voor-zij te behandelen... Ziezoo, nu snuit 'k nog even m'nneus, en zet m'n hoed op — twee dingen, die je moei-lijk kunt verrichten met je polsen in de paternosters... Asjeblief, blameer u voor de heele politie-werelddoor je collega Nathan Marius Duporc, die hier nietvoor z'n plezier bezig was, in de boeien te sluiten...De zaak is niet onvermakelijk..."

In de vereischte houding draaide-ie den buldog z'nrug toe, strekte de handen achterwaarts.

Maar toen-ie in de glimming der boekenkasten zag,dat de reus z'n automatische revolver in 't foudraalliet glijden, om 'n stel roestige, ouwerwetsche hand-boeien uit z'n zijzak te grissen, draaide-ie zich als'n aal zoo glad om, greep de revolver met de eenehand, en hield den hardnekkige z'n eigen browningonder den neus.

„Ziezoo, kameraad", sprak-ie met grimmige b o n-homie: „misschien ben je nu vatbaarder voor ar-gumenten... Men legt 'n collega, die zich voldoendelegitimeert, en die jouw meerdere in rang is, geenboeien an... Dat is of overdreven dienstijver, waar-mee je niemand 'n plezier doet, Of de houding vaniemand, die niet bij de politie thuis hoort... Nou hebje te kiezen of te deelen..."

„Ik verdom 't!", riep de reus, schor van woede, enmet 'n waarlijke dapperheid, greep-ie den dichtsbij-zijnden stoel, zwaaide dien als 'n moker boven z'nhoofd, en zou den Inspecteur der Amst,erdamsche Cen-trale Recherche voorzeker neer-gerammeid hebben,als deze niet terzij was gesprongen.

„Nou gelast ik je voor 't laatst met dat dollemans-gedoe op te houden !" dreigde Duporc: „of ik maakje onschadelijk !... Begrepen?"

De man scheen geen lust te hebben te b e g r ij p e n,of 'r was iets volkomen-onverklaarbaars aan 'm.

Ieder ander, ontwapend, bedreigd door 'n browning,zou, gelijk men dit zegt: „eieren voor z'n geldhebben gekozen" — dit plompe verschijnsel, minstens

238

Page 239: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

twee hoofden langer dan 'n normaal mensch, met zon-derling-logge handen, 'n giraffe-hals en z'n uitpuilen-den Adamsappel, meende z'n wil met bot geweld temoeten doorzetten.

Zonder zich voor 't op 'm gericht wapen in achtte nemen, maakte-ie 'n schijnbeweging of-ie achteruit-week — en bedrukte plotseling 'n knop naast 't bu-reau. In de kamer boven ging 'n alarmschel over.

„'ns Kijken wie laatst lacht, schobbejak!" zei dereus, en met 'n inderdaad bewonderenswaardige kalm-te, verzette-ie den stoel, waarmee-ie Duporc bijna dehersens ingeslagen had, tot dicht bij de deur, en ging'r op zitten.

„'t Laatst lachen doet iz zeker", sprak de Inspec-teur uiterst-hoffelijk : „ik kan me u waarlijk niet zOn-der, lach voorstellen... U permiteert, dat ik 't bureauterwijl sluit?..."

Nog voor-ie zich bukte, werd de deur geopend,Imam Clotilde Rondeel met 'n haastig omgeworpenpeignoir de kamer binnen.

Ze hield warendig 'n klein-model browning in dehand.

„Blijft u buiten, juffrouw", zei de reus onmiddel-lijk opstaand, en met 'n beschermend gebaar ging-ievoor haar staan : „ik heb dezen schoft betrapt..."

„Wat doet u hien ..?", vroeg de dochter van denbankier, den man, die haar in Amsterdam bezochthad herkennend.

Ze was bleek geweest, toen ze binnenkwam — werdlijkwit bij 't zien van den Inspecteur der CentraleRecherche.

„Als u eenigen invloed op dezen vechtersbaas, die't huis op stelten zet, heeft, juffrouw", antwoorddeDuporc, geheel-correct z'n hoed afnemend: „zegt u'm dan buiten 'n luchtje to scheppen. Ik vermoed,dat w ij twee mekaar op dit ongelegen uur vluggerzullen begrijpen, dan deze heer, die meer natuurlijkekracht dan bovennatuurlijke intelligentie schijnt tehebben... Is 't wachtwoord Rana u voldoende, juf-

239

Page 240: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

frouw Rondeel, of wil u betere introductie en aanbe-velingsbrieven?..."

Ze keek den man, die haar zoo kort geleden in dewoning achter 't Rijksmuseum getergd en gekweldhad, met bevende angst-oogen aan.

Toen zei ze tot den reus, die 'r geen sikkepit vanbegreep:

„Laat me met dezen heer alleen, Hendrik..."„Nee, juffrouw", weigerde de nachtwaker, die bij

z'n voornaam aangesproken werd: „ik verzet geenstap, zoolang deze vlerk, die 't schrijf-bureau vanwijlen meneer opengebroken het — asjeblief : de sleu-tels steken 'r nog in! — vrij rondloopt...1"

„Doe wat ik je verzoek", zei ze beslist : „'t heelehuis raakt anders in opschudding — ik ken dezenheer..."

„Kent u dezen flesschentrekker, die 'r op los liegt,dat-ie van de politie is?"

„Ik ken 'm..."„Hij het de lajen van 't bureau opengestoken..."„Dat hindert niet..."„En u het me zelf met de huis-telefoon van of uw

slaapkamer gewaarschouwd dat 'r onraad was..."„Dat heb 'k, maar deze heer is van de Amster-

damsche recherche, en is hier op mijn verzoek...Je kan gerust gaan..."

„Nee", weigerde de reus voor de tweede maal —'t was waarlijk 'n bonk van 'n kerel-met-karakter,'n uitzonderingstype in z'n toegewijdheid en volhar-ding: „wijlen meneer het me hier as onbezoldigdrijksveldwachter angesteld — z'n laatste woorden,die-ie met me gesproken het, waren: je let dubbel op,vertrouwt geen sterveling, desnoods me eigen dochterniet — jij ben verantwoordelijk voor den heelen boel,zooas-ie reilt en zeilt — je laat je door niemand 'nloer draaien... En dat doe 'k niet. Dat doe 'k stelligniet... 'k Heb tweemaal op dien kerel geschoten, entweemaal mis... Maar 'm loslaten, nee... Mag ik merevolver terug?"

240

Page 241: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Asjeblief', zei Duporc.Clotilde fluisterde den reus lets toe, en met zicht-

baren tegenzin ging-ie eindelijk de studeerkamer uit,om voor de deur te schildwachten.

„M'n compliment”, hernam de Inspecteur der Cen-trale Recherche : „m'n coniplement voor zulk 'n voor-treffelijk exemplaar van 'n huisbewaker, en m'n ex-cuses, dat ik u in uw nachtrust stoor... Ik had 't gis-teravond niet kunnen vermoeden, dat ik u zoo spoedigzou terug zien en ik wil u wel m'n woord geven, datik er niet aan gedacht zou hebben hier op mindergeoorloofde wijze binnen te dringen, als 'k had kun-nen droomen, dat u me zou overvallen..."

„U heeft zoo'n impertinentie", zei ze, met 'r minia-tuur browning geen raad wetend, omdat ze 'r peignoiraan den pals wat meer wou sluiten: „dat ik 'r geenwoorden voor vinden kan..."

„Geeft u zich dan n i et de moeite die to vinden",viel Duporc, die zich bijna thuis begon to voelen, haarlakoniek in de rede.

„Wie heeft u tot huiszoeking gemachtigd?"„Niemand. Ik erkende uit mezelf „op minder ge-

oorloofde wijze" huisvredebreuk to hebben gepleegd.We zijn dikwijls verplicht van middelen, die 't dag-licht niet schijnen te verdragen 'n b each e i d e ngebruik to maken..."

„Dat ondervind 'k !", zei ze, met 'n wraakzuchtig-heid in 'r oogen, of ze 'm op staanden voet met 'n kar-wats had kunnen afranselen: „u moest u schamen..."

„Dat doe 'k, maar in de eerste plaats om de ontdek-kingen, die 'k kompleteer..."

„U is 'n lafhartig soort spion..."„Heeft u daarstraks niet aan dien kwaardaardigen

buldog gezegd, dat ik hier op uw „eigen" verzoekben?... Meent u intusschen, dat 'r motieven zijn, om'n aanklacht bij m'n superieuren, den officier-van-justitie, of wien u wil, in te dienen, laat ik u danniet weerhouden, maar dit wil ik wel zeggen, dat 'rvoor de Justitie mogelijk — nadat ik mijn rapport

241Moord in den train. 16

Page 242: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zal hebben uitgebracht — aanleiding zal bestaaneenige hardhandige maatregelen te treffen... U heeftschoenmaat 38, niet waar? Ik had me 'r in Amster-dam van kunnen overtuigen, toen u flauw viel, na't lezen van 't telegram..."

„'t Gelogen, vervalscht telegram!"„Heel juist — ik erken alweer — wees u zoo vrien-

delijk 'tzelfde — ik bedoel 't erkennen — met uwschoenemaat te doen..."

„Ik ga op dit uur niet op zulke minderwaardigegrapjes in..."

„Als ik u ophoud, juffrouw Rondeel, ben ik be-reid onmiddellijk te vertrekken. U heeft a c h t end e r t i g. Of weet u dat niet? Mag ik u dan overtui-gen?... Etvoila!"

Uit 'n pand van z'n gekleede jas haalde-ie met desoepele beweging van 'n goochelaar 'n damesschoen-tje te voorschijn, keerde 't bij 't licht van den bron-zen, grijnzenden sater om en om, om haar 't bewustenummer te laten zien.

„Daar houdt idles bij op", zei ze met de minach-ting van 'n beschaafde, in 'r nachtrust gestoorde jon-ge vrouw — op ongepaste manier door 'n onbeschoftindividu in 'r eigen huis behandeld: „ik heb u sindsonze kennismaking van gister, toen u met 'n onwaar-heid tot me doordrong, niet te hoog getaxeerd, enzeker niet als 'n — wat we in onze kringen 'n h e e rnoemen, maar 't soort geest, dat u nu vertoont, daalttoch werkelijk beneden zekere grenzen... U heeft deverregaande brutaliteit gehad 't bureau van m'n va-der te doorsnuffelen — daar zal ik morgen onzenrechtsgeleerden raadsman van in kennis stellen —maar dat is de comb 1 e, dat u een van mijn m o-lieres bij u gestoken heeft... Uw detectiverij schijnt'n ziekelijke manie to zijn geworden... 't Is waarach-tig 'n schande, dat op de fatsoenlijke burgerij m a-niakalestumperdswordenlosgelaten...!"

Ze had 'r 'n kleur van diepste verontwaardigingbij gekregen. 't Was 'n meer dan ergerlijk gezicht:

242

Page 243: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

die roodharige politiespion, die bij de door den faunomhoog-gehouden toorts een van hair schoentjes be-keek en begrijnsde, en dat met 'n gezicht of-ie 'n wad-.

pen waarmee 'n moord was geb eurd, in de handhield.

Door haar vinnigen uitval werd hij ernstiger.„Ik ben nooit te zwak geweest, om ongelijk te be-

kennen", zei hij : „ik vraag u voor de tweede maalexcuus. Hier is uw schoentje terug — tenminste, endat is geen aardigheid van mijn kant: al s het uweigendom is — ik was enkel belangstellend in hetnummer..."

„'t Is van mij !", snauwde ze den antipathiekenkerel toe : „dat ziet u aan de initialen C.R. !"

„Zeker?"„Meneer", sprak ze vernietigend: „u is driekwart

gek. U is 'n volslagen imbecile om een van de m o-Hare s, die voor m'n deur stonden, bij u te steken..."

„Grove uitdrukkingen zijn geen argumenten", ant-woordde hij bedaard: „en 't doet mij genoegen, datu zich zoo positief uitlaat, want ditzelfde schoentjeheb ik na den moord in den trein o n d e r 'n bed in'nhotelinDordrechtgevonden... Dat bedwas beslapen door een van de beruchtste hotelrattenvan de wereld — twee kamers verder logeerde 'n ze-kere heer Rene Ran a, u niet onbekend... Was uvannacht niet zoo onverwacht uit Amsterdam met 'ngehuurden auto vertrokken, dan zou 'k me de vrijheidveroorloofd hebben vanmorgen vroegtijdig 66k 'nkijkje in uw slaapkamer te nemen. Nu ben ik georien-teerd..."

„Als u dat ding in Dordt gevonden heeft, kin't niet van mij zijn", krabbelde ze achteruit.

„Dat dacht 'k wel", zei hij glimlachend: „en wezullen niet verder op mijn „ziekelijke manie" door-gaan. Ik stop het weer in m'n achterzak, sluit ditbureau, dat ik graag vollediger had willen doorzoeken,en verzoek u den specialen nachtwaker order te gevenme den weg naar buiten te wijzen..."

243

Page 244: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Ze keek den Inspecteur 'n oogenblik vertwijfeldaan. Toen zei ze zacht:

„I k ben bang voor u, mijnheer Duporc... Metwelke bedoeling kwam u hier... ?"

„Met bedoelingen, die ii beter dan w i e ook zalbegrijpen..."

„Ik begrijp u niet..."„Ik u evenmin..."„Is — is", haperde ze : „is Jan Kikker gearres-

steerd?"„Ik dacht dat fi m ij berichten zou brengen..."„Ik u?"„Omdat u zoo plotseling naar Aerdenhout verhuis-

de... Daar had u 'n reden voor, permiteer ik aan tenemen..."

„Geen enkele", ontkende ze.Dan stond ze ineens op, kwam dicht op hem toe, en

fluisterde: „Meneer Duporc: ik maak 'r voor u geenlanger geheim van, dat ik van zeker iemand zielsveelben gaan houden — ik geef u mijn eerewoord, ik b e-z w e e r 't bij den Lieven Heer, dat hij zich eerdervoor m'n vader zou hebben doodgevochten dan 'n handnaar hem uit te steken — ik smeek u: vervolg onsniet op die manier... IJ kunt vragen wat u wilt, hoe-veel u wilt — elke som, elk bedrag, maar verdenkm'n besten, edelmoedigsten vriend niet langer..."

„Dat begint op omkooping van 'n beambte te lij-ken", glimlachte hij : „maar ik wil u ook zonder „elkbedrag" de geruststellende verzekering geven, dat ikden heer Jan Kikker geen moment verdenk..."

„Goddank!", zei ze met 'n werkelijk-ontroerendaccent.

„Maar, maar", lei hij 'r dadelijk weer den domperop: „we mogen 'm toch niet zonder meer 'n reis omde wereld laten maken... Acht u hem niet in staattot eenige oneerlijkheid?"

„In geen enkele richting..."„Dus ook niet tot het zich onrechtmatig toe-eigenen

van molieres?"

244

Page 245: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Ze zweeg — voelend dat ze te ver gegaan was.Even later liet ze hem persoonlijk uit.Van haar aanbieding te blijven logeeren, maakte-ie

geen gebruik, om den chauffeur, die 'm al gastvrij-heid verleend had, niet in moeilijkheden te brengen— en nog nooit was iemand gewilliger opgestaan, om'n onbekende 's morgens vier uur naar Amsterdamte rijden, dan juist die chauffeur zelf.

Op 't bordes stond tot 't laatste oogenblik de reus,die gedwongen was z'n prooi te laten ontglippen.

Hij keek Duporc met 'n stel oogen die ieder anderbevreesd zouden hebben gemaakt aan, maar de In-specteur der Centrale Recherche groette 'm uitersthoifelijk, toen de auto wegreed, en als de buldog niettot alles in staat geweest was, zou-ie 'm voorzeker 'ncollegiale hand hebben gegeven.

Den volgenden morgen wist nicht Anna niet hoeze 't had, toen ze Nathan Marius, die onhoorbaarthuis was gekomen, met gesnurk van 'n grommendenbeer, onder de wol zag liggen.

Hij had z66 stellig gezegd, dat ze onder geen om-standigheden op 'm hoefde te rekenen, dat ze letter-lijk in voorraad voor 't ontbijt had, en 'n juf-frouw, die den Inspecteur dringend moest spreken, endie zich niet wou laten terugsturen, tot tweemaal toede deur voor 'r neus dichtsmeet — toen ze in de busbij de ochtend-editie 'n papiertje vond: „Anna, ikben terug, schrik niet. Laat me slapen", en neef ookinderdaad in z'n kamer ontdekte.

Toen Schelde 't onhebbelijke mensch, dat niet vande deur weg was te slaan, voor de derde maal, en om-dat nicht 't verdraaide open te maken, bleef ze met'n kwaadaardige hardnekkigheid luiden, of 'r brandwas.

Ze had 'r 't succes mee, dat ze Duporc wekte, endat ze na 'n schelle kijfpartij met nicht, die met de„polite" dreigde, in de kleine zijkamer toe werd ge-laten, om te wachten tot de Inspecteur z'n toilet hadgemaakt. Duporc liet z'n schraal ontbijt in den steek,

245

Page 246: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

om de bezoekster te woord te staan, en toen-ie zichmet haar op had gesloten, nicht 't zaakje niet ver-trouwde — 't was 'n frisch, aardig, jong en beestig-brutaal ding — Nathan Marius ongewoon-luidruchtiglachte, en 't onderhoud wat te lang duurde, dee nichtvoor 't eerst van 'r onbesproken leven 'n daad vanschunnigheid en misbruik van vertrouwen ze lui-sterde in de rommelkast van de andere kamer, waarje zoowat ieder woord in de zijkamer kon verstaan.

Had neef 'r betrapt, dan was 't uit geweest. De ge-heimen van z'n vak gingen bij hem boven alles. Nuhoorde ze dingen, die ze niet begreep...

„Nee, u ken me Mies opdragen, maar dat nooitmeer — 't is 'n griezel..."

„En verder... ?"„'k Heb, geloof 'k, zeven roomsoezen gegeten, nee

acht... Ik kon niet meer... Probeer u 't is : nog 'nroomsoes en weer 'n roomsoes, as je d'r tegen ankikt..."

„Hahahar, lach-bulderde neef, die anders 's mor-gens nooit zoo uitgelaten dee. „Hahaha, moesten 'tdan juist roomsoezen blijven...?"

„Hij wou me likeurtjes opdringen — ik had een-maal gezegd, dat 'k an roomsoezen verslaafd was, envoor roomsoezen me leven zou laten — hij dee 'r netzoo hard an mee, maar die griezel het 'n maag zonderbodem... Toen heb ik hem getrakteerd, omdat-ie geencenten meer bij zich had."

„Op wat?"„Dat vindt u op de onkostennota... De kellner in

die Bar wou 't eerst niet opschrijven. Da's daar geengewoonte. Maar ik wou bewijs..."

„Heel goed, Connie, je leert 't patent... Laat 'nszien... Allemachtig, heeft hij dat alleen naar binnengewerkt... Dat kan toch niet..."

„Ik kreeg in mijn glaasjes: water, en van den ventin de Bar procenten... U weet toch, dat dat usjansjeis... Nou ik heb 't langer met mijn borrels uitgehou-den as hij met z'n triple-sec en wat-ie meer bestelde...

246

Page 247: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Driemaal is-ie in 'n cel gaan telefoneeren, hebik geprobeerd of to luisteren, maar dat zat niet glad...Tegen half zeven had-ie 'm haast am, vertelde-ie watik u daarstraks heb gezegd... Ik dee of 'k 'r niks vanbegreep, en liet 't 'm nog is zeggen... en 'r 'n platte-grondje van teekenen, maar dat het-ie weer ver-scheurd, en toen we op straat liepen, en 'k 'r nog isvoorzichtig over began, zei-ie: ik geloof dat jij bezo-pen ben — hoe kom-ie 'r in gosnaam op — zulkenonsens ken ik niet beweerd hebben...Maar de snippers heb 'k in na'n taschje gestopt...Asjeblief... Ken u d'r uit wijs?... 'k Heb ze an de ach-terzij genummerd, am 't makkelijk voor u to maken...Hier lag de juffrouw en da.ir de heer... Z'n vriend isomgeloopen en het staan kloppen an de kamerdeur,en toen de twee opstonden en bij die deur luisterdenen 't licht uitdraaiden, is hij door 't raam binnenge-wipt en had Walther 67999 te pakken voor ze wistenwat 'r in 't donker gebeurde... Toen motten ze heelegoeie maatjes geworden zijn... De namen wou-ie nietnoemen... De een sprang as 'n kikker, zei-ie en deander was 'n krankzinnige haring..."

„Zeg dat lafitste nog eens, Connie."„'n Krankzinnige haring..."„En verder... ?"„Verder dankte 'k den hemel, dat 'k 'm bij half

acht kwijt raakte... Dat is geen werk voor 'n vrouw...Ik begrijp wel, dat de griezel an geen m a n de dingenzou hebben verteld, die-ie mij zoogenaamd toever-trouwde, maar 'k had geen handen genoeg, om 'mtelkens 'n tik of 'n draai om z'n ooren te geven, as-iete vrijpostig werd... Bij den notaris aan huis 't oogop 'm te houen ging, maar zoo van dichtbij... 'k Ge-loof dat 'k 'm in 't donker en geblinddoekt, nbgkan herkennen... Hij ruikt 'n uur in den wind naarZwitsersche en Limburgsche kaas — en die oogiesvan dichtebij — 'k ril 'r nog van... Da's een,s en nooitmeer... Ik heb speciaal voor t3 gedaan, as u datmaar onthoudt..."

247

Page 248: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Connie, je ben 'n schat”, zei Nathan Marius Du-porc, met 'n nog nooit gehoorden klank in z'n stem— nicht snoof zwaar door 'r neus... : „en toen...?"

„En toen, en toen !", viel ze in de stemmings-wis-seling van 'n kordate vrouw, die zich tot mannelijkeavonturen leende, maar vrouw bled, kattig uit:„...toen rammelde ik van den honger, heb 'k gezegddat 'k van m'n familie op m'n ziel zou krijgen, om-dat 't zoo laat was geworden, ben 'k op de tram ge-sprongen, en bij de volgende halte 'r weer af, maar't was niet eens noodig, omdat Douwes 'm buiten deBar keurig opgevangen had, en 'm as 'n hondjevolgde... Hij het gegeten in de Poor t, ik an deoverzij... 'k Was 'n kwartier eerder klaar... Toen is-ieK r as binnen geloopen, zonder iets te verteeren,heeft 'n dubbeltje in de automaat van de telefoon ge-daan, en stond zoo kwaardaardig te schreeuwen, om-dat-ie de aansluiting niet krijgen kon — telkens ingesprek — dat je 'm achter 't kranten-kioskje hoor-de... 'k Ben 'r handig naast gaan staan, zonder dat-ieme zag, terwijl Douwes op mijn teeken wachtte...Om kwart voor tien heeft-ie met haar gesproken. Hijzei brutaal: „hoe laat ken u me ontvangen". Ze scheenniet te willen. Toen riep-ie: „dan kom 'k om twaalfuur vannacht, want 't mot, of anders omhalf een."

„Dat klopt prachtig. Ze heeft 'm niet willen ont-vangen, heeft 'n auto besteld, en is naar Aerdenhoutafgereisd, 't verstandigste wat ze bij die chantage-pogingen kon doen..."

„Des te beter... Ik dacht dat 'k 'm te vlug had latenarresteeren. Toen-ie uit de telefoon-cel kwam en mezag, keek-ie eerst wantrouwend. Ik zei dat 'k tochnog graag 'n bioscoopie wou pakken, al was 't watlaat voor 't heele programma... Da's goed, zei hij,want 'k heb tot een uur niks om handen... Op denNieuwendijk, in de vestibule van de Bioscoop, liet'k m'n zakdoek vallen, en toen schoot Douwes op 'mtoe, gaf zich niet de moeite twee woorden to spreken,

248

Page 249: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

toonde z'n penning, en zoo dol as 'k anders op 'n bios-coopie ben, zoo kende 'k m'n weelde niet, dat 't nietmet dien griezel hoefde..."

„Dat bioscoopie, Connie, kom je niet te kart... lkinviteer je voor aanstaanden Zaterdag, als 'k vrijben..."

„O, met u graag!... Heb 'k naar genoegen ge-werkt?"

„Uitstekend meid..."„Anders nog wat?"„Ga vanmiddag nog wat neuzen in Aerdenhout, net

zoo kalm, net zoo verstandig... En voor m'n vriendJaapje hoef je niet bang te zijn — die bergen wevoorloopig op..."

„En als-ie later vrij komt, hoe berg i k me dan..."„Tegen dien tijd praten wij nog wel..."'t Werd stil.Nicht Anna hoorde geld tellen, en verdween naar

de gang, om 't kreatuur, waarmee Nathan MariusZaterdag naar de Bioscoop zou gaan, nog 'ns behoor-lijk op te nemen.

En terwijl Nathan zich voor de ontbijttafel zette,dacht ze 'r niet aan 'm te bedienen.

Dat kon-ie vandaag zelf wel.Z'n eieren waren groen-hard, hadden al den tijd

van 't luisteren in 't kokend water gedanst.Hij was zoo verdiept in 't uitwerken van z'n aantee-

keningen, dat-ie ze at zonder 't z i c h t b a a r te mer-ken.

Voor twaalven wipte Duporc 't Chemisch Labora-torium, waar-ie verschillende van z'n schatten hadlaten onderzoeken, binnen.

Voor de voortreffelijke Kartotheek op 't Hoofdbu-reau van Politie, waar iedere arrestant onmiddellijk„piano moest spelen", om z'n vingerafdrukken, alsze nog niet bekend waren, voor de verzameling ofte staan, had-ie al dadelijk gebruik gemaakt voor be-paalde vermoedens tegenover de ouwe bekenden JanTulp en Jaapje Eekhoorn, wier dactyloxopisch signa-

249

Page 250: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

lement en Classificatie-formules al Binds jaren en nietvoor 't eerst gecontroleerd werden — voor de rest van't onderzoek was-ie aangewezen op den voortreffelij-ken scheikundige, die 'm met 'n vergenoegd snuit enmet ooren als lichtende lampjes ontving.

De zon scheen in 't laboratorium, en omdat dechemicus de handige gewoonte had, z'n bezoekers in't zonnetje te zetten, om ze beter te kunnen observee-ren, en zelf in den studeerstoel in de schaduw bleef,gloeiden z'n ooren vreemd-transparant aan z'n don-ker hoofd.

„Je ben 'n kraan, Duporc", zei-ie met de plezie-rige uitgelatenheid van den eenen vakman, die 't ta-lent van den anderen, die hem niet in de wielen rijdt,bewondert.

Dupore antwoordde niet dadelijk, geInteresseerddoor 't wonder van dat nauwelijks waarneembaar ge-laat met 'n stel ooren, of de bloedroode avondzon 'rdoorheen traagde.

Je leerde elk uur wat nieuws. Prins Maurits en deSlag bij Nieuwpoort...

Om iemand goed onder de loupe van je ondervra-ging en je waarneming te pakken te nemen, moest jein 't bijzonder 'n fel-zonnigen dag uitzoeken, of anderszelf voor 'n soort schijnwerper plaats nemen.

„Amite", zei-ie eindelijk, 't gevecht tegen de licht-plassing opgevend : „ik aanbid de zon, zooals mis-schien geen tweede aardsch kreatuur, maar laat jegordijn wat neer, of kom jij op mijn plaats zitten...Ik wil graag ook wat van jou persoonlijk zien..."

„Dat is volkomen overbodig", praatte de officieelescheikundige, in een uitbundigheid: „die leege fleschwhiskey, die jij me zoo patent aan 'n touwtje bunge-lend mee heb gebracht, zal vermoedelijk een curiosumop ens gebied blijven... Jij beweert dat 'r vier boe-ven en moordenaars bij dien overval in den sneltreinbetrokken waren... ?"

„Laat je gordijn neer..."„Strakkies, strakkies, de zaak is veel te interessant...

250

Page 251: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

De zaak is van dactyloxopisch standpunt grandioos,schitterend, 'n unicum !... De vier d u i m e nstaan'r allemaal op..."

„Waarachtig! Je me ent 'V Alle vier...?"„Alle vier!"„Allemachtigste, wat 'n reuze-bof... Da's nog nooit

voorgekomen! Reusachtig !"„Zei ik 't niet dadelijk? Met de twee uit de Karto-

theek van 't Hoofdbureau, was 't viug genoeg te con-troleeren. Maar ik wou de flesch heel laten, 'r nietmee morsen. 'r Zat al meer vettigheid an vast als melief was. Met de sterkste booglampen zijn we aan't photographeeren gegaan... 't Leek eerst 'n knoei-k oel te worden, tot we 'n keurige plek te grazen had-den... Asjeblief : ik geef 'r m'n woord op, dat dit deduimafdruk van 't dactyloxopisch signalement vanJan Tulp — deze, vlak 'r naast, van den beroemdenJacobus Eekhoorn is — deze, nummero drie, theore-tisch-onaantastbaar correspondeert met 't onderstelvan de celluloid-poederdoos, waarvan je ook de kar-tonnen hulpdeksel heb ingestuurd, maar dat for heb'k weggesmeten, omdat 't celluloid door roetzwart-poeder bestoven w e 1 en 't karton natuurlijk geenresultaten gaf... Hoe vind je de zeldzame opname?...Dat krijgen we nooit meer zoo gaaf terug! 't Staatals 'n paal boven water, dat de twee bekende hotel-ratten samen whiskey gedronken hebben met deneigenaar van die celluloid tandpoederdoos... Ook 'nrecidivist of 'n nieuweling?..."

„Goffergeefmedezonde r, barstte Duporc tegen derood-lichtende ooren los: „neem me 'r niet langer tus-schen! Je weet bliksems goed, d a t 't me om nu m-m e r vier te d o e n i s! Voor een, twee en drieheb 'k geen hulp van wien ook noodig — did kloptal als 'n bus... maar vier, vier...?"

De scheikundige stak 'r 'n sigaar bij op, werd nogsterker onzichtbaar. De rood-vlammende oorenschimden in den opbuilenden rook — de stem leek inmysterie-windselen to verdoezelen

251

Page 252: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

En om haar tot kracht te brengen, floot-ie eerst 'nzoo valsch deuntje of 'n kind met 'n vochtige kurktegen 'n glas wreef.

„Als je mij zegt w i e nummer vier is, zal ik jouvan den vierden duimafdruk de bijzonderheden totin finesses vertellen... Maar gelijk oversteken, ouweDuporc... Welke schobbejak van betere afkomst kandat zijn?"

„Ik geef je mijn woord, dat ik je confidentieel zalinlichten zoodra jij je nieuws gelucht heb... Waaromis 't juist 'n man van betere afkomst?"

„Dat zal ik je uiteenzetten, ofschoon jij 't natuur-lijk al weet, anders kon de boel niet zoo voortreffelijkkioppen... De duimafdruk op de scherf van 'n fleschjeuit 'n reisnecessaire komt op de flesch whiskey voor— asjeblief ! — die op de scherf is iets scherper, om-dat ze door zoogenaamd bloed gekleurd is — en die-zelfde duimafdruk staat superbe op 't medicijnflesch-je, waarmee 'k 'n hoop moeite gehad heb, omdat 't testerk beduimeld was, en 'n afdruk op 't etiket geencent waarde voor me heeft... Asjeblief : daar heb jede drie photo's van de Whiskey-flesch, de scherf uitde necessaire en 't medicijnfleschje, en o v e r a l d e-zelfde duimafdruk... En hier..."

Maar Duporc kon 'm niet laten uitspreken.Op 't vierde vel gesatineerd papier had-ie al 't ver-

groot Gillette-mesje, onder 't tafelkleed van de Hotel-kamer ontdekt, gezien, 't bebloede plaatje dunnestaal:

0 0 0

262

Page 253: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

nu door de photographische opname 'n reuze folio-slagveld van lijntjes en golvinkjes, met de gekleurdeaanduiding van den scheikundige, waar ie speciaalden gezochten duimafdruk voor den vierden keer hadgevonden.

„Dus de vierde duimafdruk staat ook op dat Gil-lette-mesje, dat ze geleend hadden...?"

„Positief... Ik steek 'r m'n vingers als deskundigebij op, dat als de vier boeven den bankier vermoordhebben, deze vierde afdruk van den vierden moorde-naar is — tenminste als jij garandeert, dat de scherf,'t medicijnfleschje en 't Gillette-mesje aan een endenzelfden persoon toebehooren... Daarenboven komtdie afdruk ook voor op den celluloid-omslag van 'treisabonnement, dat ik extra voor je moest onder-zoeken... Ben je tevrejen?..."

„Als je 'n jonge meid was, zou ik je omhelzen", zeiDuporc onstuimig, en met 'n nieuwe lente in z'n ge-luid, die nicht Anna nog meer van streek zou hebbengebracht, als ze weer had kunnen luisteren.

„Wie is die man van betere afkomst?"„Door wat vermoed je juist dat laatste?"„Kom nou, ouwe speurder, je wil me toch niet wijs-

maken, dat 'n straatboef, 'n landlooper met dat soortingrediênten, 'n kristallen flacon, '11 abonnementhou-der met gouden stangetjes, enz. rondkuiert?"

„Geef me eerst antwoord op 'n paar dingen. Wasdat bloed op 't Gillette-mesje?"

„Dat was beslist bloed, en bloed van 'nmensch..."

„En dat op Bien zakdoek?"„Anorganische kleurstof..."„En dat wat ik op 'n bladzij van mijn notitieboek

verzamelde, registernummer 27, uit dat Family-Pen-sion?"

„Bloed van 't zelf de soort als van 't beddelakenuit den Spoorcoupe..."

„Dacht 'k wel... En nou nog even 't haar!... Datwitte haar, heelemaal dor en droog, mijn register-

253

Page 254: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hummer 32, in dien coupe van den alaapwagen op-gepikt?"

„Vrouwenhaar..."„Van 'n echte vrouw?"„Nee, van 'n onechte... Vader en moeder onbe-

kend..."„Pruikehaar...?"„Mogelijk, maar geen knoopjes gevonden..."„En die eerie snorhaar uit den coupe... Mijn re-

gister 43... ?"„Van 'n moustache Bien soignee... 'n snor, die re-

gelmatig en goed geknipt werd... Was met cosmeti-que bewerkt..."

„Was die eene snorhaar g e v e r f d?"„Nee, de pygment liep door den heelen haarwortel

heen..."„En 't plokje wit haar uit 't spoelgat van de wasch-

tafel van 't hotel, register 39, 't kluitje met nogstukjes kurk 'r aan... ?"

„Dat hebben we minitieus microscopisch onder-zocht, en de dikte gemeten... Baardhaar van 'n manvan s t a n d i n g... Vermoedelijk of liever stellighaar van 'n man, die zich verfde... Het was wit, enontkleurd... In sommige exemplaren heb 'k nog verfin de buitenste schors aangetroffen..."

„Kan dat ontkleuren van geverfd haar vlug ge-beuren ?"

„Dat kan, als ze 't goeie chemische middel heb-ben..."

„'t Is enorm, amice, hoe jij werkt... Maar 't frap-pantste zijn toch die vier vliegen in een klap... dievier verschillende duimafdrukken op een whiskey-flesch..."

„Hindert de zon je niet, Duporc?"„Geen bliksem... 'r Mag vandaag 'n beetje zon

bij..."

254

Page 255: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

XIV.

EEN INDERDAAD LAATSTE HOOFDSTUK,WAARIN NATHAN MARIUS DUPORC EENUITVOERIG RAPPORT SCHRIJFT, KOFFIEZONDER SUIKER EN MET ZURE MELKDRINKT, LOSBANDIG-LAAT IN DEN MANE-SCHIJN WANDELT, NICHT ANNA HET SOMBERPAD DER ZONDE BETREEDT — JAAPJE EEK-HOORN DOOR Z'N MOEDER IN 'T HUIS VANBEWARING BEZOCHT WORDT, EN ZICH IN DEAANSCHOUWING DER VROUW, ANALYTISCHEN PSYCHOLOGISCH, ONVOORWAARDELIJKBIJ STRINDBERG AANSLUIT — HANS THYS-SEN HET VOORARREST MET DERTIG SONNET-TEN EN HET ONTWERP VOOR TWEE NIEUWEDRAMA'S VERLAAT — JOSEPHUS BOK, RID-DER VAN 'T LEGIOEN-VAN-EER VAN DEEFFECTEN-BEURS WORDT GEDRONGEN —CHARLES JEAN TULIPE EEN EDELE ROLSPEELT — EN MEERDERE ANDERE BELANG-WEKKENDE GEBEURTENISSEN PLAATS GRIJ-PEN, DIE ZICH NIET ALLE AAN 'T HOOFDVAN DIT KAPITTEL LATEN CATALOGISEE-REN, OMDAT 'N GOED-ONDERLEGD AUTEUR

NIET AL ZIJN KRUIT A PRIORI MAGVERSPILLEN.

't Was in die dagen, dat de Inspecteur der CentraleRecherche zich geen moment op 't Hoofdbureau ver-toonde.

Wel meldde Z e v e n s t e r zich dikwijls telefonischbij z'n dadelijken Chef, hadden 'r langs dien weg her-haaldelijk conferenties plaats, werden 'r vertrouwe-lij k instructies gegeven, maar nicht Anna, die 66k 'rgave en gerijpte intelligentie bezat en meer dan tienmoorden en vijftig inbraken met neef mee had ge-maakt, snapte 'r geen jota van, dat-ie in 'n geval,dat de heele Pers door de geheimzinnigheid en laks-

255

Page 256: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

heid der Politie in opstand begon te brengen, kalm-pies thuis bleef, en in 'n geel-bruin gedampte kameruren en uren, folio vellen volschreef, of-ie an '11 feuil-leton voor De Courant bezig was en per bladzijdeschrift betaald werd.

Eerst tegen etenstijd, in den naschemer, ging-ieuit, keurig geschoren en met iets over en an zich, dat'n nerveuze ras-vrouw prikkelde. De eerste tweemaal-vier-en-twintig uur had zij niet onder woorden kun-nen brengen welk onkruid 'r om en in de ease vanz'n correcte ambtenaarsziel, die ze zoo had leerenkennen als de voortuintjes van de overzij-buurtjesuit de stad waar hij en zij geboren waren, welk per-fiede onkruid 'r met gretigen drang ontloken was.Hij dee wat raar, wat Anders, wat buitenissig, en om't maar ineens te zeggen: wat mal voor 'n man vand i e n leeftijd. Hij rook naar odeur, kocht nieuwedassen, knipte zich met 't borduurschaartje 't haaruit neusgaten en ooren, kwam laat thuis, sprak haastgeen woord, en als-ie zonderling-dikwijls werd opge-scheld, waren 'r momenten dat-ie met zoo'n fluister-liev e stem antwoordde, dat je 't onraad op je tril-lende beenen aanvoeld e.

Zoo praatte je niet met de „Centrale".De smerige telefoon, dat kreng-van-'n-ding drong

't huis, waar je jaren baas-over-alles geweest was, enje voor 'n stuggen neef o p g e o f f e r d had, binnen— je rook 't judasgedoe van 'n vrouw an de spiraal-tjes en kronkeldrajen, en je kon je nauwelijks in 'tkeukentje op den vatenboel wreken, omdat je geenvat had en geen recht had vat te hebben.

Teen, den derden dag, op haar manier detective,Zondagmorgen vroeg, terwijl hij nog snurkte — 'nsnurken, dat all e e n z ij kon verdragen! — vend zeonder de prop van z'n handschoenen in den buitenzakvan z'n demi twee bioscoop-biljetten en 't wit omslag-papiertje van 'n Haagsch-hopje. Dus tOch. As 't metdat gescharrel begon, eindigde 't natuurlijk met 'nmisselijke, verlepte vrijagie om-van-te-rillen, kon ze

256

Page 257: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

op 'r vingers natellen dat ze den langsten tijd huis-houdster bij neef geweest was.

De dampen sloegen 'r uit, maar omdat ze 'n vrouwvan zelfbeheersching was, gilde ze 'r plots-oplaaien-den, zij 't 'n weinig wrangen levenslust in keukentjeen gangen uit, of ze zooeven 'n meer dan bijzonderevreugde doorstaan had, geen rem over 'r wil had, omde uitbundigheid dier blijdschap te temperen, en 'rgeen snurkende neef in de slaapkamer lag te droo-men. Met 'n grom werd Nathan Marius wakker, keekverschrikt naar 't wekker-klokje of-ie zich verslapenhad, nam in de eerste plaats waar, dat-ie nog langniet over 't gebruikelijk uur heen was, in de tweedeplaats, dat 't 'n buitengewoon-rustige Zondag metmotregen was, en in de derde en overwegend-belang-rijkste plaats, dat nicht Anna minstens zoo geweldiguit 'r humeur most zijn, als dien onvergetelijk-be-ruchten vroegmorgen, toen de eerste post 'r 'n brief-kaart van 'r verloofde bracht, dat-ie niet langer opverkeering reflecteerde. Ook then had ze hem met 'nvroolijke Troubadouraria van uit 't keukentje gewekt.

„Anna heft theoretisch-zeker de smoor in", peinsdede Inspecteur der Centrale Recherche, die zich desombere wolken op 't gelaat der nicht sinds de lateredagen herinnerde: „en omdat 'r ditmaal geen ondeli-kate briefkaart gekomen kan zijn, zal ik de hand ineigen boezem dienen te steken, en dit o n d e r 't dekdoen, om Verdi minder volwassen te hooren."

Omdat nicht evenwel met deuren smeet, 'n ledigeteil van de trap liet vallen, en dat alles met melo-dieuze Troubadour-uithalen, stond Nathan Marius alsverstandig man, zonder van zijn kant onwaardigebewoordingen te misbruiken, op — daad van zelfbe-dwang, waarover meestal de vrijgezel pleegt te be-schikken — en bij de ontbijttafel, de Zondagsche, diedoorgaans 'n kleine versnapering, wat gekookte lever,saucisse, oftewel 'n gebakken botje, tot verteederendbegin van den rustdag etaleerde, verweet hij zelfs metgeen oog-geknipper, toen de melk in schimmel-klon-

257Moord in den trein. 17

Page 258: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ten op de koffie dreef, en de suikerpot vergeten was.Zoo lang Anna op die wijze z o n g, had 't geen r a i-s o n 'r inlichtingen te vragen, of 'r op klein-mensele-lijke fouten opmerkzaam te waken. Eerst bij 't tweedeontbijt, bijna aan 't slot van z'n doorwrocht 0 f f i c i-e e 1 R a pp or t, toen ze 'r stembanden eenigszins ge-forceerd scheen te hebben, 'm weer op zuur-klonte-rige melk trakteerde, 't zout bij z'n groen-gekookt eivergeten had, z'n mes aan z'n broodje den smaak vangeschilde uien mee-deelde, en de boter niet geheel,maar dan toch in nuance sterker dan gister riekte,waagde hij 'n bescheiden terechtwijzing. Zij keek 'mlijdend-vernietigend aan. „Uw maag zal van streekzijn, neef", sprak ze heesch — de wraak der zang-go-dinnen —: „u eet tegenswoordig to veel Haagschehopjes... Laat u dat gezegd zijn!"

Zelden knipperde Duporc bij 'n acute bedreigingmet de oogleden. Hij had 't zelfs niet gedaan, toen-iebij de arrestatie van drie valsche munters in de loo-pen van 'n paar revolvers keek, evenmin then debreedgeschouderde reus in de villa van Arthur Ron-deel 'm de handboeien aan wou leggen — hij be-schikte over 'n zelfbeheersching, die op derden ver-bluffend werkte — en thans bij 'n zoo waarlijk-goedigwoord als Haagsch h o p j e, 'n zoo bedachtzaam,vredig, aan 't zoetelijke grenzend woord, herzag-ie 'tmeerdere malen herhaald gebaar van jonge-meisjes-vingers, die in de verlichte Bioscoop-zaal eerst 't wittejurkje van 't hopje ontknoopten, dan de zilverpapie-ren, nauwsluitende combination van 't klevendlijfje, met 'n voorbeeldige en smakelijke handigheidstroopten, tot 't licht in de Zaal uitging en je samenhopjes vernietigde, zij, Connie, met nauwelijks-hoor-bare zuig-smakjes — hij, mannelijk, 'r dadelijk op losk au wen d, en de scherfjes tusschen de gespierdheidvan z'n kaken vergruizelend. Dat alles herzag-ie doorden raadselachtigen klank van de twee woorden:Haagsch hopje, en nog voor de deur op nicht Anna'svernietigenden hoon dicht-smakte, knipperde en knip-

258

Page 259: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

perde hij met de onthutste oogleden, of 'r 'n catastro-phaal ding plaats had gehad. Hoe wist ze 't? Hoe konze 't weten? Wie had 'r op de hoogte gebracht, terwijlhij alles had gemeden, om 'r zonder schok van denernst eener diepst-innerlijke situatie officieel mede-deeling te doen? Nathan Marius Duporc was zoo ge-weldig door den naam der Haagsche delikatesse over-rompeld, dat hij ook bij 't tweede ontbijt, in diepstelankmoedigheid koffie zonder suiker en met melk,die tot zelfs de schooierigste, uitgehongerdste, wei-nigst-kieskeurige kater zou hebben versmaad, bij 'nbroodje met sterke boter en transpireerende kaas, inzwijgenis schrokte. Toen stak-ie 'n versche pijp op,zei voorzichtig door den deurkier: „Je kan afruimenAnna...", en trok zich in z'n werkkamer, achter z'nschrijftafel terug, om de laatste folio-vellen van 'topzienbarendste rapport, dat-ie ooit mathematisch-helder gewrocht had, in 't net over te schrijven. Hijcopieerde geduldig, schijnbaar-onverstoorbaar-wijs-geerig, maar de ideaalste, aan alle Materie ontwor-stelde engel zou 't tegen 't hernieuwde galmen vannicht, die op dezen Zondag bij voorkeur arbeid in degangen en 't portaal scheen te ontdekken, hebben af-gelegd. Ze zong met 'n mateloos vibreerend tremolo,als de blinde in De twee W e e z e n, of als de moe-der uit de St r aa tzan ger e s, die na eindelooze,smachtende jaren, 't verloren gewaande, geliefde kindin de armen van 't door tering ontredderde lichaamsluit. Ze zong, nu ze de heeschheid door 'n warmekwast overwonnen had, dicht bij de werkkamer-deur,dicht 'r onder, dicht 'r boven. Ze zong 'n psalm, vanNieuwenhuis, die-zakkies-mot-plakken, van zwaluw-hoog-in-de-lucht, en als 'r repertorium uitgeput dreig-de te raken, floot ze 'r met toewijding n a a s t, dochsteeds verfijnd-kwellend van berekening in de buurtvan de eenige deur, die 'r interesseerde. Toen deedNathan Marius Duporc zwak en laf, gelijk mannenmet 'n schuldig geweten dikwerf den aard eens krui-penden honds vertoonen. Met bolle drift b i n n en s-

259

Page 260: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

k a m e r s smeet-ie de beargumenteerde C o n c 1 u-si es en Recapitulatie in de la van z'n schrijf-bureau, zich voornemend 't werk te vervoleindigen,als de muzikale nicht om elf uur in 'r bed zou liggen— en met 'n deemoedig-beminnelijk gelaat b u i-tenskamer s, zei-ie, of-ie nets van den toestand-op-voet-van-oorlog gemerkt had, dat-ie naar 't Hoofd-bureau ging, en v e r m o e d e 1 ij k niet thuis zou ko-men middageten. Toen-ie bij de buitendeur was, zondze 'm 'n enkele vergiftigde pijl na, 'n moorddadigemet weerhaak. En weer knipperde-ie met de gezamen-lijk-trillende wimperharen. „Da's best neef. En 'k zouook nog is 'n Bioscoopie pakken, watte?"... De restbereikte 'm niet meer, omdat de huisdeur met deschichtig-verdedigende houding van 'n bepantserdschild achter 'm dicht viel. Goddank. Liever in denmotregen dan onzer de tyrannie van 'n nicht metwie geen land meer te bezeilen was...

Zij zette binnen 'r taak van onderzoek voort. Zewou nou alles weten. Une femme avertieen vaut une douzain e. Wanneer Nathan Ma-rius al zoodanig in de strikken van 't opzichtige krea-tuur, dat-ie dien morgen ontvangen had, verward zat,dat-ie met 'r naar 'n Bioscoop was geweest en dear(als politie-beambte!) zoo onmannelijk-mogelijk hop-jes had zitten belurken, in plaats de moordenaars vanden bankier bij d'r kladden te nemen — dan was 'rweer. Om 'r zeker van te zijn niet overvallen te wor-den, schoof ze benee de grendels voor de buitendeur,en in 't kamertje van neef dee ze de koperen knip 'rvoor. Maar 'n geweten schakel je niet uit. 't Waterdes Oceaans kan soms niet in staat zijn een bloeddrup-pel te verwijderen — getuigt La d y Macbeth niet,dat al „de geuren van Arable deze kleine hand nietwelriekend zullen maken!..."? — geen deur is lichtervan beslag, onaanzienlijker en brozer dan die van degeheimzinnige spelonk in de troebele lagen onzer ziel,die soms haar berouw, gespook en geknaag (terechtspreekt de Duitscher van „G-ewissens-bisse") niet bin-

260

Page 261: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

nen de vier wanden, waarin men zijn linge saledient te wasschen, besloten weet te houden.

Het hart van nicht Anna klopte tot hoog in de keel,die zooveel schoone liederen gezongen had, toen dela van 't schrijfbureau op een van de sleutels van haarbosje reageerde, in wrokkend-klagerig verzet open-knarste, en de keurige foliovellen 'n kleur van be-vende schaamte over zulk 'n schennis schenen te krij-gen. Met de bruutheid van 'n beroepsinbreker tasttenicht onder de paperassen, bekeek 'n dameshand-schoen, wat pas-gedroogde bloemen en 'n fleschjeEau de Cot y— dan betrekkelijk teleurgesteld —overweldigend was de vangst niet geworden — begonze de bovenste folio-bladzijden te lezen. De bril met't wollen stootblokje bedrukte 'r neus, en naarmateze witarlijk las, begon de neus zelf te blazen en tezuchten, of ze met 'n geliefden roman-in-vervolgenbezig was.

Zoo behoorde zij, tegen alle begrippen van fatsoenen onderlinge betrouwbaarheid in, tot een van deeersten, die de scherpzinnige opmerkingen van denInspecteur der Centrale Recherche onder de oogenkreeg, zich aan geestelijken diefstal met insluiping tebuiten ging — en zich aan laagheid van uiterst-per-fieden aard schuldig maakte. Haar aandacht werdonmiddellijk gegrepen door een met rooden inkt on-derstreepte Conclusie, die als 't ware als motto boven't Slot-fragment stond:

AANHANGSEL, ten betooge dat de schijnbaarzoo gruwelijk in den coupe van den Slaapwagenovervallen, vermoorden en uit den trein geworpenbankier Arthur Rondeel nog na zijn dood meerdereglazen whiskey tezamen met zijnen moordenaar enmet twee geraffineerde jongens in Hotel Ponsente Dordrecht gedronken heeft, en zich thans zeervermoedelijk met den meergenoemden Jan Kikkeren met den door de Justitie gezochten Karel JanTulp in het buitenland ophoudt, eene aangelegen-

261

Page 262: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

heid, die voorloopig betreffende Arthur Rondeelen Jan Kikker geen verder ingrij pen van onze Cen-trale Recherche vereischt, aangezien de heerArthur Rondeel niet voortvluchtig, er althans gee-nerlei plaintes van dien aard zijn ingediend, en menmoeilijk den heer Jan Kikker kan vervolgen, wan-neer men de volmaakte zekerheid heeft, dat hij ingeen enkele richting bij moord of treinroof be-trokken is. Ik voer voor een en ander de navolgendeSlotargumenten aan, die als vertrouwel ij kaan het reeds bestaande Dossier dienen te wordentoegevoegd, om motieven, die ik nader zal ontwik-kelen.

SLOT-ARGUMENTEERING.Gelijk ik reeds op bladzijde 23, en mede op de

bladzijden 30 A. en 39 uitvoerig uiteenzette, blijfteen opmerkelijke hoofdzaak voorloopig onopgehelderden de gearresteerde Jaapje Eekhoorn, die naar mijnmeening wederom op vrije voeten zal moeten wordengesteld, omdat er geen wettig en overtuigend bewijsaanwezig is voor zijn medeplichtigheid aan den dief-stal der v a 1 s c h e steenen en sieraden — de gear-resteerde Jacobus Eekhoorn weigert beslist jets dien-aangaande los te laten. Deze onopgehelderde hoofd-zaak is het gebeurde in den D-trein zelf, niet de daadvan het zoogenaamd bloederig drama in den Slaap-wagen, maar wat kort na het kwistig gebruik makenvan anorganische kleurstof op 't beddelaken, in eender compartimenten geschied moet zijn. Aan te nemenvalt, dat de beruchte Karel Jan Tulp, na de bewuste-looze dame van haar sieraden beroofd te hebben, doormijn trekken aan de noodrem zelf overvallen, dewaardelooze simili-steenen uiterst-snel aan zijn klei-nen handlanger ter hand stelde, het eerste het bestecompartiment binnenvluchtte, daar den vermoordenbankier met zijn moordenaar aantrof, bezig zich teverkleeden, en van dezen samenloop van omstandig-heden gebruik maakte, om 't reserve-dameskostuum

262

Page 263: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

en de reserve damespruik in beslag te nemen. Ik ver-onderstel dat Tulp Bien coupe bij 't stoppen van dentrein langs de loopplank bereikte, daar de heeren Ron-deel en Kikker bij het ondergaan van hun gedaanten-verwisseling wel niet verzuimd zullen hebben decoupe-deur normaal te sluiten. Ik erken volmondig dathier een schakel in mijn verslag ontbreekt, maar tenalien tijde mocht men beweren Fines c or o n a t0 p u s, waaraan ik vermeen te mogen toevoegen hetf l u m e n o p e r i b u s, gezien de groote moeite omde dammen rondom dezen vloed van verwikkelingente vervolmaken. Het gaat mij betrekkelijk zelfs nietaan op w e 1 k e wijze de edele verbroedering in dentrein geschiedde, of er reeds vroeger eenige kennis-making had plaats gehad, of dat de relatie eerst in dehotelkamer beklonken werd: voor mij telt de ontbre-kende schakel niet in d i e mate mede, van of hetoogenblik, dat ik onaantastbaar aantoon, dat op hetdoor mij op bladzijde 35 aangeduide oogenblik, in dennacht volgende op den moord, er een afgedwongengenoeglijke of ongenoegelijke conferentie bij whiskeyin de bewuste hotelkamer van het Hotel P o n s e ntusschen Arthur Rondeel (het slachtoffer),Jan Kikker (Poste-Restante-adres Rend Ranate Marseille), met den heer J o s e p h u s B o k (eender moordenaars), Karel Jan Tulp (beruchthotelrat) en Jaapje E e k h o o r n (oplichter enzakken-roller, met eerbiedwaardigen staat vandienst) gehouden werd; dat de handteekening vanden heere Henri Aimard op de door mij metbeslag belegde bladzijde van het Vreemdelingenboek(Wage 63) met het handschrift van Jaapje Eek-hoorn tot in finesses correspondeert; dat MevrouwAimard niemand anders is dan de keurig-geschorenTulp, die er ongetwijfeld in t r a v e s t i verlokkendmoet hebben uitgezien, al schijnt zij (hij) eenigenlast te hebben ondervonden van de molidres nummer38, door hetzij den vader, hetzij den levenslustigenheer Jan Kikker aan de garderobe van de verloofde

263

Page 264: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

jonge dame Clotilde Rondeel in de villa te Aerden-hout ontnomen; dat het verdraaide handschrift vanden heer James Macdonald „and wife" uit Melbournegelijkenis met schrifturen van den heer Arthur Ron-deel van de Internationale Bank te Amster-dam vertoont, deze heer Macdonald inderdaad nie-mand anders is dan voornoemde Amsterdamsche ban-kier, die om motieven, die dadelijk zullen blijken,deugdelijke redenen had, om den schijn van vermoorden geplunderd te zijn, te wekken; dat mevrouw Mac-donald op den Burgerlijken Stand te Amsterdam aande masculu s-zijde, als Jan Kikker, geboren teSliedrecht staat ingeschreven. Bij het vertrouwelijkneerschrijven dezer Conclusie — op 't gevaar of inherhalingen te vervallen, m o e t ik op dit „vertrou-welijke" voorloopig nadruk leggen, daar het ten zeer-ste ongewenscht lijkt dat iets van deze waarnemingeno n t ij d i g in de een of andere krant gepubliceerdwordt— verwerp ik alle hypothesen en vakkundigespitsvondigheden. Er kan hier zonder meer bewezenworden. Terwijl ik toch in 't begin, bij het eerste loco-onderzoek in den trein, bij het zien van het bloedbaden het vinden van de kleedingstukken met porte-feuille, enz. van den „vermoorde" zelf eenvoudig enala logisch gevolg van de overrompelende omstandig-heden dupe van de mise-en-scene werd en dientenge-volge den heer Hans Thyssen, sinds gisterenavondop zijn woord-van-stilzwijgendheid losgelaten, en denheer Josephus Bok, dien ik terecht wantrouwde, teDordrecht liet arresteeren, en bij het scherpe ver-hoor dier twee heeren op het Politiebureau in de toe-laatbare meening verkeerde een beginspoor in handente hebben — terwijl ik dien nacht in Hotel Ponsenlogeerend, met de bedoeling met den eersten treinnaar Roosendaal te vertrekken, geen oogenblik konvermoeden zulke merkwaardige buren te hebben,hielp het toeval dat ons dikwijls uitnemende dienstenbewijst, mij den volgenden morgen zoo voortreffelijk,dat de eene troef na de andere in mijn hand gescho-

264

Page 265: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ven werd. Ware dit toeval niet als zegen-aanbrengen-de godin tusschenbeiden gekomen — dii bene vor-tant I : de goden schenken hun zegen — dan hadde ikmijn dienst-revolver niet onder mijn hoofdkussenlaten liggen, zou ik in de kamer der familie Aimard(ik neem aan dat Jaapje Eekhoorn de jongensboekenvan Gustave Aimard met gretigheid las) de mond-stukjes der sigaretten voorbij zijn geloopen, en nietdoor de magnetische kracht van 't onder 't bedvergeten damesschoentje zijn gegrepen. Ik verwijsnaar mijn vroegere beschrijving van mijn verderegeleidelijke ontdekkingen in de kamer der Mac-donalds, die midden in den nacht door de Aimard'sbezocht werden. Een voorbeeldig-intelligente jongevrouw, wier toewijding ik niet genoeg roemen kan(te dezer hoogte van het verslag zwollen nicht Anna'svoorhoofd-aderen), een jong meisje, dat mij op de.hoogte Meld van de bezoeken en bewegingen in enbij de gezonken woonschuit van Jaapje Eekhoorn,heeft mij in het bezit gebracht van een platte-grondje van de hotelkamer door de Macdonalds diennacht betrokken. Dit plattegrondje (Bijlage 83, oor-spronkelijk weer verscheurd, maar zorgvuldig saam-gevoegd) heeft voor mij slechts relatieve waarde, dearik de bewuste hotelkamer zelf voortreffelijk kende.Het maakt het alleen door de p e r s o o n l ij k e t e e-k e n i n g van een der gasten van Macdonald (ArthurRondeel) voortreffelijk duidelijk in welk deel van hetlit-jumeau de heer Macdonald zelf (Athur Rondeel),en in welk deel Mevrouw Macdonald (de „moorde-near" Jan Kikker, alias Rend Rana) sliep of althanszich tijdelijk had neergelegd of voor zich bestemd.Door de bestudeering van het plattegrondje wordt hetaanstonds duidelijk, hoe de browning, gemerkt 37999,in handen imam van Jaapje Eekhoorn : deze brow-ning was het eigendom van den „vermoorden" ban-kier Arthur Rondeel, die onder den naam van Mac-donald (Melbourne) in Hotel Ponsen logeerde e nvoor zich de lit-jumeau-helft bij het

265

Page 266: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

raam b estem d ha d. (Zie Bijlage 83). Mijn ver-onderstelling, dat meergenoemd Jaapje het wapenvan het nachtkastje naast het bed bij het raam hadweggegrist, terwiji de listige hot,elrat Jan Tulp, inzulke trues zeer bedreven, den eigenaar voor eenoogenblik weglokte door aan de deur te kloppen,wordt tot zekerheid bij het beschouwen van de situa-tieteekening, door den handigen zakkenroller zelf ver-vaardigd, te meer als men bedenkt, dat de bankier bijhet kloppen vermoedelijk het licht doofde, en dat h e td e f e c t e s p a n j o l e t Jaapje in staat stelde, hetraam then plotseling open to rukken en zijn slag teslaan. Uit het eenigszins scherpe kruisverhoor, dat ikJaapje Eekhoorn afnam na zijn eerste arrestatiemeen ik overigens te mogen afleiden, dat mijn corn-binaties en deducties, voor zoover zij het nachtelijkverblijf aangaan van de vier — vermoedelijk onwille-keurige, en voor wat twee van hen betreft, aanvan-kelijk zelfs o n v r ij willige — bondgenooten inhet Dortsche Hotel Ponsen onomstootelijk zijn komenvast te staan, en als feiten moeten worden aangeno-men bij de ontwikkeling van het vreemdsoortige, inde annalen van de crimineele geschiedenis geheeleenige geval. Waar ik echter nog een enkel schakeltjemiste om met volkomen zekerheid te kunnen toegrij-pen, meende ik er op te moeten aandringen, den ar-restant weer op vrije voeten te stellen, ten einde de ge-legerleid voor hem to scheppen, meer los te latendan goed was voor het bewaren der geheimen van denhotelnacht vol wederwaardigheden in Dordt. En watis meer en beter in staat een geraffineerde, in alletrues doorknede en uiterste voorzichtige beroepsmis-dadiger van groote intelligentie (A tout seigneur touthonneur!) ondanks alle omzichtigheid tOch to doendoorslaan, dan de kwasi-bewonderende tegenwoordig-heid van een mooi, en schijnbaar toeschietelijk meisje,mitsgaders de invloed van een niet onbelangrijke hoe-veelheid smakelijke, zij het ietwat sterke likeur? Beidefactoren zijn door mij op Jaapje Eekhoorn losgelaten,

266

Page 267: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

en hij is er, althans in voor ons bevredigende mate,voor bezweken. Wat mij niet verwondert, gezien dekwaliteiten van de scherpzinnige en toegewijde jonge-dame in kwestie (opnieuw verduisterden dreigendeonweerswolken het niet meer geheel en al ongeschon-den voorhoofd der maagdelijke en belangrijk ergden-kende nicht), wie een woord van oprechten lof enwarmen dank voor haar inderdaad tadellose optre-den zeker niet mag worden onthouden.

Wat nu verder ......Hier had nicht Anna's tergende, oorendoorvlijmen-

de, hersendoorscheurende, zieleverwoestende, zenuw-doorkervende verkrachting van Verdi en Puccini bijmiddel van onvolledig harmonieerende stembandenen venijnig gespitste lippen het laatste restje weer-standsvermogen van haar, toch wat de zenuwen be-treft tamelijk robuust gebouwden neef, wreedaardig-lijk verrafeld en in wanhoop had hij rapport en huisin den steek gelaten, een aftocht, die meer opviel doorsnelheid dan door opmerkelijke taktische bekwaam-heid.

Nicht Anna zat daar als het toonbeeld van wel-haast overmatige verbazing, trillend van een opwin-ding, die de geheimzinnigste „Lord Lister" nog nooitbij haar had to weeg gebracht, noch een van de an-dere producten der hoogere moderne litteratuur, diezij zoo onmatig liefhad, als daar zijn „De Wilsons",„Nick Carter", „Buffalo Bill", „Old Broadbrim" ofzelfs de avonturen van haar sexegenoote „Miss EnnyGold", dat bevallige wonder van speurderszin en com-binatievermogen. Nicht Anna was eenigermate over-rompeld : zij had gezocht naar doorslaande bewijzenvoor haar neefs minderwaardigheid in zijn houdingtegenover die flodderige straatmadelieven van hedenten dage, en daar was ze onvoorziens terecht gekomenmidden in een even spannend als ongeloofwaardigspeurdersverhaal uit de werkelijkheid, dat haar noch-tans niet bevredigde, daar ze in deze soort aangelegen-heden geen gekheid verstond en bloed vroeg bij klod-

267

Page 268: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ders en klonten, maar dan ook e c h t bloed. Toch hadhet relaas haar gepakt en een ondeelbaar moment hadze erdoor vergeten, waartoe zij zich gewaagd had aande verschrikkelijke, gevaarlijke, ja tot zekere hoogtestrafbare daad, waarvoor alleen haar bloedverwant-schap met den inspecteur een, overigers wettelijk on-voldoende, verontschuldiging opleverde: het onbe-voegd snuffelen in en kennis nemen van officieeleambtelijke papieren, die ten overvloede het dreigendeopschrift : Vert r ou wel ij k, droegen, zwaar on-derstreept met rooden inkt, onheilspellend!...

Nicht Anna's oogen kolden haar van verbazing hethoofd haast uit. Meneer Arthur Rondeel zou dus nietvermoord zijn?... Het was eenvoudig niet aan te ne-men !... Hoe kon dat nou? Wit ter wereld kon zoo'nrijk en machtig beer, die god weet wat allemaal inde melk te brokkelen had, er voor aardigheid in heb-ben, zich aan to stellen alsof-ie vermoord was, en alleweldenkende lieden de stuipen op het lijf te jagen bijhet bepeinzen van de griezelige gevaren, waaraan eenreizend mensch in deze toch al zoo verwilderde tijdenblootstond?... Larie!... Apekool !... Kwajongensge-klets !... D'r was iets niet in orde met Nathan Marius,dat was duidelijk. Nathan Marius ging met een mor-mel, dat het aankijken eenvoudig niet waard was —nicht Anna had de lieftallige gelaatstrekken van Con-nie des notarissen nimmer aanschouwd, maar dat ge-zegde Connie het aankijken niet waard was, wist zijintuitief, de gevaarlijkste wijze van weten bij de soortvrouwen waartoe we Anna helaas, rekenen moeten bioscoop-ies pakk en, en hij smikkelde daarHaagsche hopjes, om van minder onschuldigemondwerkzaamheden nog maar te zwijgen. Dit allesvastgesteld zijnde, moest het voor een familielid vaneen zoo angstig geniaal speurder niet moeilijk zijn totde conclusie te komen, dat Nathan Marius bij al dezeongeloofelijke tekortkomingen ook nog de ezelsstreekuit zou halen, to beweren, dat een gebeurde moord nietgebeurd was. Vergramd tot in het diepst van haar

268

Page 269: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

wezen dacht Anna over de woorden, die in het rap-port klaarblijkelijk gewijd waren aan het malle mi-rakel van de bioscoop, en overwoog, dat bij zulk soortafwijkingen alles denkbaar was en de akelige, huive-ringwekkende, griezelig heerlijke rillingen veroorza-kehde term: seniele aftakeling, vergezeld van de nietminder angstaanjagende spookgestalte der hersen-verweeking, kwam gevaarlijk dicht aan de opper-vlakte van haar griezelbeluste, want aanmerkelijkoverjarige maagdelijk bewustzijn opdoemen.

Gerucht aan de voordeur deed haar in min of meerpanischen schrik van haar rustig zitje in den stoel,waarin zoovele geheimen door ingespannen deductietot klaarheid waren gebracht, opspringen. Het bleekerood der bloedarme oudejongejufrouwen verfde haarvale wangen en onder het onmiskenbaar verflenstevel van haar hals klopte een verraderlijk adertje, metdezelfde snelheid, waarmee de schrikgedachten eenerterecht door schuldgevoel verontrustte ziel haar breindoorschichtten. Dan, haar ijselijke verstarring over-winnend, schoof ze snel de onwettig doorgelezen bla-den terug in de schrijftafellade, ordende alles met ver-dacht handige vingers, gelijk ze het gevonden had,sloot de la, ?nitsloot de deur, en begaf zich naar deminder heilige hallen, die zij met haar neef tezamenbewoonde, en de vinnige lijnen om haar neus, dewelkete spits was om op het epitheton klassiek aanspraakto kunnen maken, duidden op haar ernstig voornemenom zich met een hatelijken en niet te stuiten woorden-stroom door de moeilijkheden heen te slaan, die even-tueel mocht voortkomen uit haar ongeoorloofde, hoe-wel door familiare bezorgdheid gerechtvaardigdenieuwsgierigheid. Maar er behoefde niet door haarte worden opgetreden, noch ook geveinsd : het wasloos alarm geweest, misschien een hond, die zich inden triestig neerdreinenden motregen verlaten en ver-loren had gevoeld en uit armelijk instinkt aan de eer-ste de beste deur had gekrabbeld, misschien een bovenzijn theewater huiswaarts keerend staatsburger, die

269

Page 270: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

op zijn ongewisse beenen een kleine en onwillekeurigezijwaartsche afwijking zich had veroorloofd... Wiezal alle raadselen van deze ingewikkelde en nauwelijksgeloofwaardige historie doorgronden?... Het bleefstil in huis. Geen zenuwvernietigend belgerengelrinkte op, geen verwijtende, ophelderingseischen sug-gereerende voetstap bestommelde de trap, geen ge-vaaraankondigend kuchje verbrak de huiselijke rust,die nicht Anna plotseling ongewoon aangenaam vondte beluisteren. Maar de schuldigheid van haar hartdeed haar welhaast verdorden boezem heftig op enneer deinen, als had ze op het punt gestaan in leven-den hive te moeten aanschouwen, hoe het slachtoffervan den moord in den sneltrein, om zich te wreken overde schandalige aantijgingen van den afgetakeldenpolitie-speurder, zich in al zijn afschuwelijke ver-minktheid aan haar zou vertoonen. En aan het onna-tuurlijk luide en al te haastige kloppen van haar hartmerkte nicht Anna, hoe zwaar zij gezondigd had, hoeellendig ver zij was afgedwaald van de levenslangdoor haar bewandelde paden der zuivere deugd. Gram-storig hield zij haar verontrust geweten voor, dat zijtenminste had gezondigd om bestwil, en dat Lang nietiedereen dat zeggen kon, maar het geweten was zooonbeleefd te blijven knagen. En diep-innerlijk schaam-de nicht Anna zich, wat haar dan weer irriteerde,omdat zij zooiets niet gewoon was. Zoodat ze hard-grondig en naar waarheid, met de dik-beaderde handop de borst, zuchtte:

„lasses... en dat allemaal om zoo'n stuk judas vaneen meid"...

Bij uitzondering mocht Jaapje Eekhoorn zijn moe-der spreken in een afzonderlijk vertrekje, en zondertoezicht, of beter toehoor. Deze inbreuk op de vastehuisorde van het Huis van Bewaring was niet ge-schikt om de pientere gauwdief gerust te stellen, enhij keek dan ook met opvallend wantrouwen naar deverdachte deur, die zoo akelig dicht bij het tafeltje

270

Page 271: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

stond, waaraan zijn moeder zielig op hem zat te wach-ten, en een vlug onderzoek stelde hem in staat de over-tuiging te koesteren, dat er wel eens een paar russenachter dat onbetrouwbare schijnding konden verbor-gen zijn, die een onsympathieke belangstelling moes-ten hebben voor de zaken, die hij, argeloos als eengoed zoon betaamt, aan het liefhebbende hart vanzijn moeder zou kunnen toevertrouwen. Zijn bewege-lijk Japanneezenmasker was veelvuldiger gerimpelddan ooit en de kwieke oogjes achter de groote, hel-blikkerende brilleglazen, glinsterden van ingehoudenjolijt : die achtenswaardige ambtenaren zouden geenpromotie maken door de belangrijke gegevens, die zevan hun luisterpost mee naar hun superleur zoudennemen, daar konden ze donder op zeggen!

Het zielige vrouwtje bij de tafel was opgestaan endoor den dikken nevel van haar rijkelijk vloeiendetranen keek zij den verloren zoon — hoe dikwijls washij niet reeds verloren! — droefverwijtend aan. Maarde twee kussen, die ze hem weenend op zijn raspigewangen drukte — het ongastvrije huis was een rampvoor den staat van je uiterlijk! — weerspraken alleverwijten harer oogen radikaal : en welke rechtgeaar-de moeder zou haar niet begrijpen, billtken en bekla-gm? Jaapje keek haar somber aan, en hoewel hij haardunne, grijze haren streelde met een gebaar, dat eenwonderlijke zachtheid in dezen aartsboef onthulde, zeihij toch bitter en zelfs een weinig schamper :

„Moeder, doe me een plezier, wil je: ik kan op 'toogenblik geen vrouwentranen zien! Ik kan eigen-lijk heelemaal geen v r o u w zien, en als je niet mijnbloed-eigen moeder was, gelijk de Burgerlijke Standonweerlegbaar aantoont, en als zoodanig eenig rechtop uitzonderlijke behandeling kon doen gelden, had ikje in deze voor een gentleman trouwens ietwatlijke omgeving onder geen voorwaarde ontvangen."

„Jongen," huilhikte het vrouwtje, en wrong eennatte, doch schoone zakdoek tot een prop tusschenhaar nerveuze en ruw-gewerkte vingers, „wat heb je

271

Page 272: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

nou in Christesnaam weer uitgehaald? Je zal nog aande galg eindigen, dat zal je zien!"

„Er zijn dadelijk twee denkfouten aan to wijzen inje redeneering, moeder," zei Jaapje Eekhoorn lako-niek. „Ten eerste: als ik aan de galg eindig, zal i khet natuurlijk niet zien. Ten tweede zal, als mijnscherpe politieke neus mij niet zeer bedriegt, hetrechtzinnigst Christendom in Nederland vooreerstniet aiedanig de overhand krijgen, dat ik op dezevoorbeeldig religieuze wijze de gebieden der eeuwig-heid zal mogen betreden... Tenzij het genus vrouw— ik noem haar Guna, gelijk Karel van de Woestijneterecht zei — mij zoover brengt, dat ik mijzelf eengalg sticht, en..."

Een veelzeggend gebaar : tweemaal met den topvan zijn wijsvinger rond zijn hals en dan recht naarboven, voltooide zijn pessimistische bespiegeling. Hijhad kalm en ontzettend serieus gesproken, zoo rustigalsof hij in zijn nog niet gezonken Rustenburch methet nog vlekkeloos reine geweten van zijn derde le-vensjaar — langer kan zelfs de stoutmoedigste auteurer niet voor instaan — tegenover zijn moeder zat.Mevrouw Johanna Bertina Eekhoorn schudde hethoofd, niet begrijpend, mistroostig, wischte tweedikke, neerrollende tranen van haar ingevallen wan-gen, en mompelde:

„Praat nou toch es ernstig, Jaap."„Ernstig?" weervroeg haar zoon, en er was een

grimmige, beleedigde klank in zijn dunne stem.„Moeller, ze heette Connie, en al de genietingen vande velden der zaligen waren in haar oogen, alsookalle deugden der hemelingen, en niet minder alleliefelijke zwakheden der menschenkinderen op ditondermaansche tranendal. Haar oogen, die lichttenals blauwe sterren... of waren het bruine? Doet erniet toe! 1k ben het alweer vergeten, zooals ik hetgevoel vergeten moet, dat voor haar het hart vanje onstuimigen zoon doorstroomde. 1k had voorhaar door een vuur willen gaan, moeder... wat zeg

272

Page 273: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ik: door een brandende stad!... Zoo ben ik. 1k hadalle juweelen der aarde voor hear bij mekaar willenratsen, als ik ze to pakken had kunnen krijgen... ende slang heeft mij verraden en verkocht... 0, valsch-aardige listigheid, uw naam is vrouw, gelijk DonJuan of 'n andere deskundige uitriep, en watie d'r een reden voor gehad hebben! Geef haar uwgeld, en zij zal het met een ander verbrassen... Geefhaar uw handen zij zal er haar scherpe tandjes inzetten... geef haar uw naam, en zij zal hem ontee-ren... geef haar uw hart en zij zal het voor de hon-den gooien...

„Et pour rassasier ma bete favorite,Je le lui jetterai par terre avec dedain!"

zooals de goeie Baudelaire het uitdrukte, die eenexpert was op het gevaarlijke gebied van de vrouw...Maar zoo gossammekrakesch vuil as dat valschekreng me d'r bij gelijmd het, dat driedubbelgebeideatukkie Judas!" viel hij eensklaps, door zijn gevoo-lens overmand, vinnig uit den toon. Dan, dadelijkzich herstellend: „Moeder, ik doe je d'r bij dezenplechtig mededeeling van, dat je je de hoop op degenoegens van het grootmoederschap uit je hoofdmoet zetten: vannacht, bijtend in mijn hoofdkussen,merk Vaderland, heb ik de vrouw afgezworen. Uit-gerukt uit mijn hart, uit mijn herinnering, ik weetniet meer wat een vrouw is, enkel nog, dat de duivelhaar schiep in een geniaal oogenblik tot verderf vanden onnoozelen man, die het alleen veel te goed hadop de wereld naar den zin van die helsche smiegt.Het leven, moeder is een walgelijke zwijnerij, omdatde vrouw aan de touwtjes trekt met haar poezelehandjes. Handjes, zoo poezel, zoo verwoed aanmin-nig, moeder, dat ik nog tranen in mijn oogen kankrijgen als ik eraan denk. 0, die schattehandjes vanConnie, waarmee ze me mepte, als ik de storm inmijn binnenste niet de baas kon blijven... en terwijlliep het mirakel erover te denken, hoe ze me verkoo-

273Moord in den train. 18

Page 274: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

pen zou en overleveren aan de prinsemerij, het stin-kende loeder! Blijf daar es gemoedelijk bij... Enzoo onschuldig as een wurrn in de wieg, hoor je, moe-der, dat bezweer ik je bij mijn ziel, mijn kostbare men-schenziel, waar dichters met wellust in duiken omer hun rijmende parelsnoeren uit op te diepen, ge-naamd strofen... 0, moeder I"

„Maar, jongen, as je dan onschuldig was, waaromliep je dan weg?"

Medelijdend keek Jaapje zijn moeder aan, het me-delij den van een toegefelijken professor in de filo-sophie, die een kind betrapt op een fout in de logica.Met zijn achter de brilleglazen flikkerende oogjesen de tallooze rimpeltjes in zijn geel gezicht, leek hijde mensch-geworden listigheid.

„Je bent een kind, moeder," sprak hij vaderlijkwelwillend." Je begrijpt geen spat van de techniekdes rechts in onze wonderbaarlijk verwikkelde enzelfs verwarde samenleving. Zoolang je nog vrijrondloopt, ben je onschuldig zonder meer. Zoodraje in handen van de politie bent, mod je eerst b e-w ij z e n, dat je onschuldig bent, voor ze je weer loslaten. En bewijzen, dat je onschuldig bent... dat isz•:56 moeilijk, moeder, dat zelfs jouw zoon, die, het zijin bescheidenheid geconstateerd, niet geheel van in-telligentie ontbloot is, herhaaldelijk in bewijskrachtis te kort geschoten. Met al den aankleve van dien,als daar zijn: langdurige eenzaamheid, waartegeneen mensch met hersens in zijn kop, niet opgewassenis, erwten uitzoeken, zakjes plakken, rats, omspoel-sel uit de wasehblikken, dat ze voor koffie laten door-gaan, gebrek aan intellectueele conversatie, etcetera,etcetera... Het ongeluk vervolgt me, moeder, en datongeluk heette deze maal Connie, wat ongetwijfeldeen snoes van een naam is voor het ongeluk, maarhet ongeluk niets, geen haartje minder hatelijkmaakt !"

„Maar wat heeft ze dan gedaan om je de politie inhanden te spelen?"

2'74

Page 275: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Oh, moeder, praat me niet meer van dit afgrijse-lijke verraad. Wat ze gedaan heeft? Ja, inderdaad,wat heeft ze gedaan? Wat heeft ze gedaan? Door hetleven had ik haar willen dragen op deze twee be-kwame handen, en zij heeft mijn ziel door haar laaggeIntrigeer, in dienst van een kwaaddenkenden po-litiespeurder met haar vergiftigden adem gedood.Ik ben een verloren man, moeder!”

„Jesses!" gilde de moeder. „Is het zoo slim, watje gedaan hebt?"

„Ik?... Gedaan?..." Jaapje Eekhoorn toonde eenverwonderd en verwijtend gelaat: hij had meer ver-trouwen verwacht bij een moederhart! „Ik heb niksgedaan, waar ik me voor zou hoeven te schamen,tenzij dat ik gezondigd heb door te veel vertrouwen,maar dat is een fout, die alle deugdzamen op hunbeurt begaan. Mijn geweten is rein. Ga gerust naarhuis, moeder. Uw zoon zal binnen enkele dagen totu wederkeeren, schoongewasschen van de bezwad-deringen, hem door die nietswaardige deerne en diewantrouweling van een Inspecteur opgeworpen."

Johanna Bertina Eekhoorn staarde bij deze ge-waagde voorspelling haar zoon ongeloovig aan. MaarJaapje knikte overtuigend en zei:

„Ik geef u mijn woord als man van eer, dat hetgaan zal, zooals ik u voorspel. De deugd mbet zege-vieren. Waar, moeder, zou het anders heen met dezetoch reeds zoo diep verdorven wereld? Nog zijn dewonderen de wereld niet uit, moeder, maar den dingzeg ik u: eerder staat de vermoorde bankier ArthurRondeel op uit zijn vloeibaar graf, als dat uw zoonweer begeerige blikken slaat op een dier schandvlek-ken der schepping, genaamd: vrouw"...

Hij giechelde met geniepige kneuterpret bij dezegriezelige vloek, wat zijn moeder niet begrijpen kon.Maar Nathan Marius Duporc, die achter de in dub-belen zin looze deur stond, glimlachte stil voor zichheen, en bromde:

„Onverbeterlijke vrouwengek!"

275

Page 276: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Toen de Inspecteur van de Centrale Recherchedien avond thuis kwam, wachtte hem een nicht-huis-houdster, die weliswaar niet keek als „De glimla-chende Mevrouw Beudet" uit het blijspel, maar tocheen, die geen verraderlijke opera-aria's met wild tre-moleerende en aanzienlijk valsche stem als shrap-nels-in-trommelvuur op hem losliet. Eenigszins uitde lijken geslagen door de onverklaarde veranderingin den atmospherischen druk, begaf hij zich na eenwat onwennig-argeloozen groet naar zijn werkka-mer, en haalde zijn rapport voor den dag om er delaatste hand aan te leggen in het formuleeren zijnerconclusies. Even scheen zijn aandacht getrokken teworden door iets op de marge van zijn manuscript,terwijl hij de laatst geschreven bladen vluchtig over-las. Toen glimlachte hij, boog zich over zijn papieren in de stilte, die door geen oud of nieuw lied werdverscheurd, vloog de pen tevreden, langs de regels,die zich snel vulden, de een na den ander, en allewaren ze verpletterend voor de deelnemers aan denmoord in den sneltrein. Nicht Anna had, toch eenigs-zins in spanning (die malle duivel van een neef waszoo slim!) gewacht of er geen aanmerking, of althanseen bewijs van wantrouwen zou komen, maar toendat uitbleef, voelde zij zich veilig genoeg om grom-mend goeden nacht te komen wenschen en daarvenijnig aan toe te voegen:

„Je moest je die bioscoopgangetjes toch maar af-wennen, al zijn 't mijn zaken niet!"

Ze beging de fout van alle misdadigers, die inNathan Marius' handen vielen en liet zich in slaapwiegen door zijn schijnbare gemoedelijke argeloos-heid, waarachter een vinnige waakzaamheid listigschuil ging. Bedaard keerde Duporc zich in zijn stoelom, en antwoordde zachtzinnig:

„Iedereen heeft zoo z'n hebbelijkheden, Anna. Eenmensch is een gewoontedier, moet je denken. Jijmoest je liever ook iets afwennen."

„I k dweil niet met meiden beneden mijn stand en

276

Page 277: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

mijn leeftijd in bioscopen rond," vuurcle-Anna giftigaf, maar ze voelde dat haar hart weer haast begonte krijgen. „En Haagsche Hopjes lust ik niet!"

„Nee," praatte de Inspecteur bedachtzaam, ,,en datis allemaal heel prijzenswaardig in je, maar tochmoet je je ook iets afleeren, Anna."

„Zoo, en wat dan wel," snauwde nicht, te onhebbe-lijker naarmate ze zich benauwder begon te voelen.

„Om met je nagels te krabben op den kant van hetpapier, als je erg geboeid wordt door wat je leest,"zei Nathan Marius kalm, maar het was een ijskoudeberoepsblik, die haar aankeek, en Anna voelde zichverstijven tot in de toppen harer beeksteroogde tee-nen. „Multatuli had ook die hebbelijkheid, en hijheeft er heel wat mooie boeken radikaal mee be-dorven."

Zijn pen gleed als bij toeval over een paar bekrab-de margeplekken van zijn manuscript. Anna beefde.Zijn kalmte scheen haar geniepig, en op het oogen-blik voelde zij neiging om Nathan's macht schrome-lijk te overdrijven. Nathan was niet eigenlijk wraak-zuchtig, maar wij mogen de schimmelige melk, deranzige boter, de afwezige sulker van het ontbijt,noch ook de krankzinnig-makende aria's over hethoofd zien bij de beoordeeling van zijn houding op ditspannende en zelfs in zekeren zin dramatische oogen-blik, in het leven van Anna, zijne nicht, die daarzwijgend stond, een beeld van schuldbesef, vernede-ring en ontsteltenis, van de hulp harer gevreesdewelsprekendheid ten eenemale beroofd.

„Ik zou een plainte kunnen indienen wegens mis-bruik van vertrouwen, wegens het onbevoegd kennisnemen van geheime ambtelijke rapporten, wellicht,zelfs wegens inbraak," zoo vernietigde de onbarm-hartige neef haar laatste schamele restantje zelf-respect en menschenwaarde." Maar ik heb een zieke-ltke voorkeur voor een onbevlekte familienaam. Be-loof me alleen den ding, Anna, en ik zal dezen mis-stap, die angstig dicht bij het misdrijf staat, trach-

277

Page 278: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ten te vergeten: geen woord, tegen wie ook, overwat je onbevoegd bent te weten gekomen."

„Ik beloof het," antwoordde Anna kleintjes enmet een zoo benepen stem, dat zelfs de in zijn beroepverharde Nathan Marius met haar te doen kreeg.Toch voegde hij er nog achter:

„En ik wou voortaan wel versche melk bij mijnontbijt hebben, en boter, die niet ruikt of ie nogstamt uit de hamstervoorraden van den mobilisatie-tijd. Enfin... wel te rusten, Anna, en als je de tele-foon hoort gaan, schrik dan maar niet: 't is voordienst."

Anna ging, en Nathan keek haar na, bijna zelf ge-bluft over de geweldige uitwerking van zijn flank-aanval. Hij mompelde:: „D e get em d e F e e k sin optima forma !", glimlachte gelukzalig, stak meteen gevoel van bevrijding een versche pijp op en zeitoen grinnikend: „Waar een moordromance al nietgoed voor is!" lachte hardop, beleedigde daar zijnnicht, die bereids in kuisch negligee voor haar een-zame sponde stond, min of meer doodelijk moe, enging, onbekommerd over den loop der dingen, ver-der met het op schrift stellen zijner slotconclusies,die voorbestemd waren am hem voor goed tot eender sterkste koppen van het corps der Recherche testempelen. Wat later rinkelde de bel van de telefoonlangdurig achtereen, wat voor den speurder het be-wijs was, dat het verwachte buitenland zich meidde,en het drama, dat zooveel verwarring gesticht haden zooveel opwinding veroorzaakt, zijn ontknoopingnaderde. Lang sprak hij, in het Fransch met eensterk nasaal geluid, en nicht Anna achtte dat eennieuwe judasstreek van Nathan, opzettelijk bedachtam haar zijn wantrouwen te toonen. Af en toe hoordezij hem lachen, zelfs genoeglijk in 't Hollandsch vloeken,en over 't algemeen leek hij zeer tevreden over denloop van het geheimzinnige onderhoud. Hij rektezich tenminste na afloop de armen, floot een schelkwajongenswijsje, liep met zware platvoetstappen

278

Page 279: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

heen en weer in zijn kamer, en mompelde grinne-kend:

„Daar zullen de suffers van opkijken... vooraleen zekere S van „schobbejak!"

Snel beeindigde hij nu zijn rapport, sloot het weg,bedacht zich even, kwam tot de overtuiging, datvoorloopig den slaap niet pakken zou, trok zijn jasaan, zette zijn hoed op, en begaf zich zielsvergenoegdtot een wandeling naar buiten. Toen de deur achterhem dichtviel, verdiepte nicht zich in gissingen, dieniet van de welwillendste waren, en huilde heete tra-nen van machteloosheid en schaamte, wijl ze aanzoo'n beestige wellusteling met handen en voetengebonden zat, doordat zij op een wel rampzalig oogen-blik het pad der zonde had betreden. Het was eenwreede beproeving !...

Nathan Marius Duporc, onbewust van de ignobeleveronderstellingen, die in een maagdelijk bed om-trent zijn naastbijliggende tijdpasseering gecombi-neerd werden, wandelde verder en verder van huis,rookte sigaren, en in zijn rossig bepiekhaarden sche-del gingen de scherpe hersens nog eens nauwkeurigalles na, wat verband hield met de interessante zaak.Tevreden besloot hij, dat geen enkele schakel vaneenig belang hem meer ontbrak en dat hij zelfs diespoedig gevonden zou hebben, en mijmerend over dezonderlinge verwikkelingen der moordaffaire dwaal-de hij den Amstel langs, de stad uit, verheugde zichover de blauwe klaarte, die de maan spreidde overhet blinkende water en liet zijn gedachten rustigwegglijden naar liefelijker dingen dan bloederigemoordscenes. Een paar heldere oogen zweefden voorhem uit en brachten een zeldzaam teederen glim-lach om zijn breeden mond. Tot ze in twee andereoogen verdronken, die hij met verwondering herkendeals to behooren aan den heer Hans Thyssen, auteur,lid van de Vereeniging van Letterkundigen. En daarstonden de nachtwandelaars voor elkaar, bien êtonneade se trouver ensemble...

279

Page 280: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

Beide wandelaars daalden met tegenzin neer uit delichtende hoogten hunner droomen, en om beidermond gleed een flauwe glimlach, de weerspiegelingvan de wijsgeerige ondergrond hunner gedachten, diede verrassingen van wat wij uit onwetendheid toevalplegen te noemen, naar waarde wisten te schatten.Toen sprak de speurder, hoffelijk:

„Welk een verrassing! Hoe maakt u het?"Waarop wederom een kleine pauze volgde, waarin

twee bekende mannen en een filosofisehe voile maande onverwachte ontmoeting beglimlachten.

„Ik hoop," herbegon de Inspecteur, toen Thyssenzweeg, „ik hoop, meneer Thyssen, dat het betreu-renswaardige incident u niet al te veel last en leedbezorgd heeft?"

Hans Thyssen was zijn verrassing (en misschienontsteltenis) nu zoover meester dat hij binnensmondskon lachen. Vriendelijk antwoordde hij :

„Wel, meneer de Inspecteur, wij menschen wetenniet altijd dadelbk te onderscheiden wat goed voorons is en wat slecht. Als ik had kunnen vermoeden,hoe goed de eenzaamheid en de aanvankelijke, woesteopwinding van een onrechtmatige arrestatie..."

„Pardon!" protesteerde Duporc beminnelijker danooit.

„Nou goed, van een arrestatie bij vergissing, eenschrijver doen kan, dan zou ik u zeker gezegend heb-ben in plaats van gevloekt, toen u mij deed insluiten.Al moet ik er bij blijven, dat de manier-waarop ge-tuigde van te weinig referentie voor de Nederland-sche litteratuur en mjjn schrijversnaam, die mijneenige ietwat waardevolle bezit uitmaakt in dezeonbarmhartige en materialistische wereld."

Een ietsje verwonderd zag de detectieve hem inzijn tevreden gezicht.

„Het doet me genoegen u zoo voldaan te zien," zeihij. „Dus u hebt het nog al goed gehad in Dordt?Behoorlijke keuken?"

„Hield niet over," antwoordde de schrijver glim-

280

Page 281: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

lachend, „maar ik ben niet verwend op culinair ge-bied — en hij dacht aan de kop koffie in den spijs-wagen en aan zoovele boterhammetjes met een smeerbuk en een half verdroogd sprotje — en het gezichtvan den dienstdoenden agent bleef altijd nog eenigegraden aangenamer en minder achterdochtig dandat mijner lieftallige Pijpsche hospita, die eeuwig-durend allerlei overbekende, oer-afgezaagde wijshe-den debiteert over zekere boekjes, die betaald moe-ten worden, die perse alsmaar betaald moeten wor-den, alsof de wereld niet !anger draaien zou, als diezonderlinge en nog al vies uitziende boekjes eens nietbetaald werden. Bovendien heeft ze steeds minder-waardige opmerkingen over vrienden van mij, dieden kapper schuwen als wijlen Simson, en zich deweelde permitteeren of en toe Scheel to zien van denhonger. De brave cipier in Dordt was een engel bijhaar vergeleken, hij onthield zich van overbodige op-en aanmerkingen, en de als vernietigend bedoeldeblikken, die hij me toewierp, waren eerder streelin-gen voor wie als ik gewoon is aan de vergiftigde-blessuren-veroorzakende werpsperen uit de oogenvan mijn dierbare verzorgster in de Pijp... Eenkunstenaar is een wonderlijk verschijnsel, meneerDuporc, de wereld zal dat nooit genoegzaam be-seffen! Deze kleinigheden toch, plus de overweging,dat een onschuldige niets overkomen kan bij ons, ge-zien de voortreffelijke inrichting der NederlandscheJustitie... u lachte toch niet?"

„Volstrekt niet," ontkende Nathan Marius goed-gehumeurd.

„Welnu, die overwegingen, gevoegd bij de aan-doenlijke bezorgdheid voor mijn corporeele welzijn,stelden mij niet alleen gerust, maar deden ook deverheven kalmte in mijn ziel-van-dichter neerdalen,waaruit het Hoogere in meditatie ontspruit. En opdeze wijze hebt u mij, geachte heer Duporc, plus deNederlandsche litteratuur een dienst bewezen doormij to laten arresteeren."

281

Page 282: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Dat verheugt mij,” antwoordde de Inspecteur,„mocht u weer eens behoefte voelen aan een derge-lijke afzondering, dan kunt u altijd over mij beschik-ken."

„Dank u," zei Hans Thyssen koeltjes. „Deze maalis trouwens vrij voldoende. De Dordtsche opsluitingheeft de litteratuur verrijkt met een dertigtal son-netten en twee tooneelstukken, die, als de teekenenniet bedriegen, opzienbarend zullen worden."

„Dat is verbazend!" riep Duporc, aangenaam ver-rast. „Meneer Thyssen, van heden of wil ik er znijop toe gaan leggen, van tijd tot tijd een of meer au-teurs onder aannemelijke voorwendsels te arrestee-ren, ten einde de kwijnende vaderlandsche letterentot nieuwen bloei te brengen. En is het onbescheidente vragen of u tevreden is over uw cel-producten?"

„Als het u interesseert, zal ik de sonnetten voor uvoordragen. De drama's liggen nog alleen in ontwerp,maar ze worden goed, zoo goed, dat ze wel nooit ge-speeld zullen worden, maar dat doet er minder toe."

„Apropos," kwam de speurder langs zijn neusweg," vertelt u mij eens, hoe u op het idee kwam,een uwer helden R e i n i e r Rana te noemen?"

„Hoe weet u?" begon de schrijver, maar de glim-lachende politieman viel hem in de rede:

„Wij weten immers zoo goed als alles, en het inte-resseert me, daarbij ook nog to weten hoe u aan diennaam kwam."

„Denkt u, dat het verband kan houden met denmoord op Rondeel ?"

„Wie weet!" zei Duporc geheimzinnig.De auteur lachte, deze maal een tikje hatelijk, en

antwoordde:„Wel, als u het dan weten wil : ik liep door de Kal-

verstraat, en..."„En daar zag u een boek met kikkers crop voor een

winkelraam liggen," vulde de speurder onverwachtaan.

„Juist," zei Thyssen, nu volkomen gebluft. „En

282

Page 283: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

voor de alliteratie heb ik er toen den voornaam Rei-mer bij gevoegd."

Hier zette Nathan Marius Duporc de handen in dezijden, en begon te lachen, zooals hij in geen tijdengelachen had. Het bulderde langs den Amstel, hetverontrustte de vogels, die in de boomen sliepen ennu piepend en krijschend opvlogen, verontwaardigdom deze storing van hun nachtrust, honden op nabu-rige boerenhoeven sloegen woedend aan, een latefietser loerde wantrouwig achterom, en de verbou-wereerde auteur keek den politieman niet-begrij-pend, aan. Due sloeg hem joviaal op den schouder,slikte, hikte, en stamelde tusschen twee daverendelachsalvo's in:

„Let er maar niet op. Laat me maar even... Endan te denken, dat op zooiets bijna een bewijs vanmedeplichtigheid, althans van medeweten geconstru-eerd was... Hahahahahahaha! ...Nou, basta! MeneerThyssen, ik stel heel veel belang in uw sonnetten enik heb nog een fleschje lichten Rijnwijn staan, dater gewoon naar snakt leeggedronken te worden. Alsu eens meeging naar mijn kamer?"

En zoo Imam het, dat nicht Anna uit de stilte vanhaar slaapsalet, waar ze rusteloos tusschen de ver-ramponeerde lakens woelde, galmende stemklankentot zich hoorde komen, of Marius, volslagen mal ge-worden, zich in het hoist van den nacht preeken vaneen zeer dierbaren dominee liet voordreunen. Maarneef zat, rookend en Liebfraumilch slurpend, stil tedenken, en de klanken-vergalmende stem was hemniet meer dan een stimu/an,s: van de verzen verstondhij geen lettergreep. Maar bij het laatste glas uit detweede flesch verzekerde hij Hans Thyssen, dat hijvan zijn leven nog zulke krachtige, als 't ware ge-beeldhouwde sonnetten niet gehoord had, en hij ver-geleek hem bij Horatius, waar de dichter dan vreemdvan opkeek. Ten slotte verzocht de inspecteur zijnlaten gast tegen drie uur den volgenden middag ophet Hoofdbureau te willen komen, zonder zich te

283

Page 284: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

verontrusten omtrent nieuwe verwikkelingen: er wasgroote kans, dat tegen lien tijd de laatste raadselenvan het ingewikkelde moordgeval zouden worden op-gelost. En de beer Hans Thyssen, auteur, lid van deVereeniging van Letterkundigen, had eenig recht,daarbij tegenwoordig te zijn. Verder liet hij zich nietuit, en zoo ging een toch ietwat zenuwachtig dichternaar zijn hooggelegen Parnassus in de Amsterdam-sche Pijp, zijn weg zoekend door de verlaten straten,die spelonken van schaduw geworden waren, daarde maan begon weg te zinken in de righting Sloten,en nog maar even de westzijde der hoogste dakenmet haar zilveren vingeren streelde...

Toen de heer Josephus Bok, directeur van de All-Risk-Verzekeringsmaatschappij, ridder van het le-gioen van Fier, versch uit de voorloopige hechtenisontslagen, na de hevig-bewogen verwelkoming doorzijn trouwe huishoudster tamelijk wel doorstaan tehebben en eenige uren tevreden in eigen bed ge-snorkt, zich opmaakte om zijn gewonen gang naarde Effectenbeurs te volbrengen, was hij vol vanvelerlei en zeer verscheiden gevoelens. Een warmbad en een gilettemesje hadden hem zijn besef vaneigenwaarde, mitgaders het uiterlijk van een, zij 'twat overdreven heer hergeven. Een kleine schrikwas in hem nagebleven onder de bevangenheid vande gedachte, hoe iemand zich voelen moet in voor-arrest, als hij niet onschuldig is, onder de wreed-aardig geoefende indringende ondervraging der mee-doogenloos scherpzirmige politie- en justitie-ambte-naren, die als met een dievenlantaren van duizendkaarsen je binnenste doorspeuren, en alle hoekjesen gaatjes van je ziel en je hart bij middel van pay-chologische loopertjes, die op alle, hoe heimelijk ookverwikkelde slootjes pasten, openpeuterden... En op-merkelijk licht van stap en blij van gelaat vooriemand, die pas zijn beaten vriend onder z66 tra-gische omstandigheden had verloren, schreed hij

284

Page 285: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

voort, en zong inwendig een loflied op zijn voortref-felijk Amsterdam, dat hem nog nooit zoo schoon enaanlokkelijk was voorgekomen. Al bij voorbaat ver-kneuterde hij zich in de gezichten en de gesprekkenvan de beursvrienden, die hem natuurlijk met vra-gen zouden overstelpen, en die hij fijntjes zou bela-tafelen. Ala oude toneelrat had hij een bljzonderevoorliefde voor zulke spannende tafereelen en voor-namelijk als hijzelf er de belangrijkste ml in spelenkon.

En met het gevoel, dat den eersten acteur bevangtals het scherm rijst en hij zijn eerste groote klausgaat zeggen, betrad hij de beurs, sloeg hij zijn vriend-van-jaren, den makelaar Van Duyn, op den weelde-rigen schouder, en zei hoopvol:

„Ziezoo, ouwe makker, daar zijn we weer!... Watzeg je van zoo'n onbeschaamdheid?"

Wellicht, of liever zeker, had hij verwacht, datVan Duyn hem allerhartelijkst de hand zou schud-den, dat zijn terugkeer als een snelloopend vuurtjeoveral gemeld zou worden, dat heel de beurs zichem hem verdringen zou, dat een golf van warmekameraadschap over zijn mishandelde ziel zou slaan.Hoe had hij zich op dit groote moment verheugd,en zijn houding bij voorbaat bepaald: verrassing,vreugde, ironie voor de bespottelijke vergissing, be-scheiden dankbaarheid tegenover de collega's. Endaar viel het zoo geheel anders uit! Van Duyn, ma-kelaar, keek hem van het hoofd tot de voeten aanals ware hij een wonderlijk en eenigszins vies insektgeweest, en zei met ijskoude stem de gedenkwaardigewoorden:

„De onbeschaamdheid is inderdaad geheel aan uwzijde... meneer!"

De ridder van Legien van Eer verslikte zich vanverbazing, hoestte en verzekerde zich met een snellenblik, dat hij geen verkeerde had aangesproken. An-deren drongen naderbij. Bok liet zijn blikken rond-waren, en ontmoette overal vijandigheid, wantrou-

285

Page 286: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

wen, afgrijzen, boosheid, kortom: alle edelaardigegevoelens, die deugdzame staatsburgers plegen te be-zielen tegenover een zoo minderwaardig en afschu-welijk verschijnsel als een misdadiger is. Toen eerstdrong het tot Josephus Bok door, dat anderen mis-schien niet zoo in eens van zijn onschuld overtuigdzouden zijn, en de gedachte, dat al die keurig ge-kleede, wel-gerenommeerde heeren daar rondom hemmet heimelijke vrees en afschuw naar zijn hardenkeken, waar het bloed aan kleefde van hun gezienenkollega en vriend, den invloedrijken bankier ArthurRondeel, leek hem zoo buitensporig dwaas, zoo aller-krankzinnigst van alle perken te buiten gaande ko-mische misverstandelijkheid, dat hij een schaterlachniet weerhouden kon, en als een malloot, midden inde bijna plechtig geworden stilte, stond te bulderen,dat de bedienden tot uit de verste uithoeken van degroote veilingzaal toesnelden, en het gedrang rondBok waarlijk onrustbarend werd. Zijn onbeschaafdgebulder, dat sprak van een cynische onverschillig-held voor alles wat in de wereld achtenswaardig is,deed de woede en verontwaardiging, de afkeer ende minachting tegenover den vermoedelijken moor-denaar van, althans medeplichtige aan den moordop zijn beaten vriend zoodanig toenemen, dat er eendreigende houding werd aangenomen, speciaal doordegenen, die het verst van hem afstonden, en eengemompel van nauw onderdrukten lust tot geweld-dadigheden opmurmelde, culmineerend in den half-luiden, nog even aarzelenden uitroep van iemand uitde achterste gelederen:

„Gooi den fielt de beurs of !"Andere stenunen namen den roep over, een oogen-

blik was er een verwarring van geluiden, die echtergeen van alle konden worden misverstaan, en alszakelijken inhoud hadden:

„Er uit met den bandiet!... Vort met den schoft!...Van de beurs!"...

En krachtig begonnen de achtersten op te dringen,

286

Page 287: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

zoodat de achtbare Josephus Bok, met het lintje vanhet Legioen van Eer in het knoopsgat van zijn on-berispelijk zittend jacquet, ondanks zijn aanvanke-lijk verzet, langzaam van zijn plaats geschoven werdin de onaangename en hoogst ongewenschte richtingvan de deur. Na een oogenblik van starre verbazingherkreeg de verzekeringsdirecteur het gebruik vanzijn geschoolde stem en hij bulderde boven het tumultuit:

„Idioten!... Wat willen jullie toch? Ik ben tochvrijgelaten! Hebben jullie niet meer gezond verstanddan een razend geworden politie-agent-in-verlegen-heid? Schei toch uit met dat malle gedring!... Heb-ben jullie ook maar een moment geloofd..."

Hij was nog half-lachend begonnen, maar nulachte hij al niet meer. Het schaamrood steeg hemnaar de gevulde wangen, en met een steek van schrikin de omgeving van de plaats waar zijn hart zat,voelde hij het wantrouwen der menigt e, dat ze-kerheid werd door de onderlinge aanhitserij, als eendonkeren muur tegenover zich, en de machteloos-heid van den eenling om daar ook maar den gering-sten invloed op uit to oefenen. Deze bliksemsnelleveralgemeening van zijn individueel en komisch on-geval benam Josephus alien lust tot lachen, en zijngoedig komiekengezicht verbleekte en nam een strak-ke, aan verdriet en vrees verwante uitdrukking aan.Dat versterkte de verdedigers van de eer en den goe-den naam van de beurs in hun overtuiging en ver-ontwaardiging, en in stijgend gevoel van de oprecht-heid, de heiligheid van hun woede, drongen zij hefti-ger en schreeuwden luider:

„D'r uit!... Weg met den ploert!... De beurs af !"Zwakjes nog na-protesteerend verzette Josephus

Bok zich niet ernstig meer, bevangen van een diepemoedeloosheid, een gevoel van malaise, van onmachten weerzin tegen de domheid van eenmaal gewektevooroordeelen. Hij wilt weliswaar, dat deze bendeschreeuwers hem spoedig hun excuses zou moeten

287

Page 288: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

aanbieden, dat het malle geval voor hem goed mbestafloopen, maar hij had geen macht meer over zijnzenuwen en kon geen woord meer door zijn gezwol-Ien keel wringen. Het geschreeuw en getier nam toe,zwol aan tot een waren storm, alles liep to hoop, menachreeuwde elkaar inlichtingen toe, beleedigingenvlogen den delinquent am de suizende ooren, overaldreigden booze oogen, van woede vertrokken gezich-ten, overal sloeg de diepste verachting haar vanweerhaken voorziene, giftige angels naar hem uit:de menigte had een slachtoffer gevonden en koeldewellustig haar losgeraakte driften tot vernederingen vernietiging aan hem. En onder die daverendebeschuldiging scheelde het maar weinig of JosephusBok had zich inderdaad schuldig gaan voelen, over-rompeld, uit zijn denkevenwicht geslagen door dedonderende uitspraak van de overtuigingen der mas-sa... Reeds stand de weggedrongen minderwaardigeboven aan de monumentale trap, die naar de vulgairestraat voerde, waar voortaan zijn verachtelijkeplaats zou zijn, then een groote luxe-auto met eenscherpen bocht den hoek kwam omgestoven, en metknarsende en piepende remmen rukkend stopte. Hetportier vloog open, een breede gestalte sprong opstraat, keek naar de tierende beursmenigte daar bo-ven, doorgrondde de bedoeling, was met een paarsprongen boven aan de trap, plaatste zich demon.stratief naast den benauwden Bok, en lei met eenvriendschappelijk gebaar de hand op diens in ver-nedering neergetrokken schouder.

Het rumoer verstomde als bij tooverslag. Als hadde donder geslagen, zoo stonden de verwoede beurs-afdringers verstijfd. Monden zakten open, oogenverwijdden zich, verbijstering, bijgeloovige angst,hoogst denkbaren graad van ontsteltenis, ongeloof,ontzetting, twijfel, al die verschillende gemoedsaan-doeningen stonden in duidelijk leesbare teekenen opde verbleekende gelaten der toeschouwers, die al hunaplomb met 66n slag kwijt waren en erbij stonden

288

Page 289: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

als kinderen, door een strengen meester betrapt opeen ongeoorloofd aardigheidje.

Naast Josephus Bok stood de ver-moorde bankier Arthur Rondeel le-vend en ongedeerd, glimlachend, dehand vriendschappelijk op den schou-der van een zijner moordenaars...

Snor en Napoleonsik waren in het hiernamaalsachtergebleven, maar iedereen herkende hem dadelijk.

En met zijn gewone stem, zonder eenigen spook-achtigen bijklank, zei de uit een gruwelijken doodherrezene:

„Mijne heeren... ik dank u voor het bewijs vansympathie, dat u bezig waart mij zoo krachtdadigto geven. Ik hoop, dat u mijn goeden vriend JosephusBok, de trouwste natuur onder de zon, alle veront-schuldigingen zult willen aanbieden, waarop hij rechtheeft. Spoedig zult u meer van ons hooren. Ik groetu alien zeer!"

En na deze Max-Havelaarschen groet, nog v66riemand der verbijsterde toeschouwers zijn van ver-bazing opengevallen mond had kunnen sluiten, raas-de reeds de luxe-auto weg, den bankier, zoowel alsden op zoo wonderdadige wijze gerehabiliteerdendirecteur der All-Rissk-Verzekeringsmaatschappijmeevoerende in de richting van het Hoofdbureauvan Politie.

Wel een voile minuut bleef het muisstil daar bovenaan de trap van de Effectenbeurs. Toen echter brakeen tumult los, waarbij vergeleken het rumoer vandaareven niet meer genoemd kon worden dan hetgemurmel van een eerzaam beekje op de Veluwe bijde donderende neerstorting van den waterval vanSchaffhausen. Alles riep, schreeuwde, brulde doorelkaar, men schudde elkaar bij de schouders heen enweer, greep naar zijn hoofd, en de heer Van Duyn,makelaar, die den aanval zoo zelfbewust had ingezet,viel met een flauwen zucht en voor de eerste maalin zijn leven van zijn stokje, wat er niet toe bijdroeg

289Woord in den trein. 19

Page 290: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

om de gemoederen te kalmeeren... Vijf minuten laterwas er levendige vraag naar aandeelen van de Inter-nationale Bank. K sprongen viogen de noteeringen dehoogte in, maar er was opmerkelijk weinig aanbod...

En terwijl de aandeelen van de Bank sprongsge-wijs op de beurs naar boven gingen, zat in de kamervan den Chef der Centrale Recherche een merk-waardig gezelschap bijeen. Daar was allereerst dezeChef zelf, benevens zijn begaafde ondergeschikte enrechterhand, Nathan Marius Duporc. Verder merktemen op den heer Arthur Rondeel — clean shaven enopnieuw met b r u i n e h a r en —, zijn secretaris,Jan Kikker en zijn vriend Josephus Bok, pas aan dewoede der beurscollega's ontsnapt, terwijl, wellichttot verwondering van den lezer, ook de gewiekstegladjanus Karel Jan Tulp, die alle reden had omdeze voor hem hoogst bedenkelijke omgeving to ver-mijden, aanwezig was, en vriendelijke glimlachjeswisselde met Jaapje Eekhoorn, dewelke nooit onbe-schaamder en zekerder van zichzelf van achter zijngroote, glinsterende brilleglazen de onwaardige we-reld in gemuisoogd had.

De Chef keek ambtelijk ondoorgrondelijk. NathanMarius glunderde schaamteloos; de roode piekharenrond zijn schedel blonken triomfantelijk: dit was zijngroote dag. De klok sloeg drie uur. Er wend geklopten toen de agent van dienst zijn hoofd vertoonde,zei Duporc, geiijk een goed speurder betaamt, zon-der of te wachten, wat de man te vertellen zou hebben:

„Last meneer Thyssen binnen."Waarop de heer Hans Thyssen de kamer betrad,

en op den drempel verbleekend bleef stilstaan, deoogen strak gevestigd op den uit het Jenseits weer-gekeerden heer Rondeel, die hem met een hoffelijken,hoewel lichtelijk ironischen glimlach van herkenningbegroette.

„Schrik maar niet, ouwe vriend papierverknoeier,"riep Josephus Bok, reeds geheel van den schrik be-

290

Page 291: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

koznen, grinnikend. „Meneer Rondeel is nooit dooiergeweest dan op 't oogenblik, en hij vindt jou matigsympathiek. Het eenige wat hij op je tegen heeft, isdat je niet de schrijver bent van den roman „W e-r e 1 d z e e," maar zelfs dat vergeeft hij je nog."

„Krankzinnige haring!" lachte de bankier.„Ga zitten, meneer Thyssen," verzocht de Inspeo-

teur. „Alle raadselen zullen nu spoedig zijn opgelost.Wilt u maar beginnen, meneer Rondeel, met de op-helderingen, die u ons zoo welwillend beloofde, hoe-wel wij geen enkel ambtelijk recht daarop kondendoen Belden?"

„Wel, als het u hetzelfde is, heb ik liever, datm ijn procuratiehouder Karel Jan Tulp, dieom zoo to zeggen de metteur en scene van dekomedie is geweest, het woord doet," verklaarde debankier.

Er was een lichte verwondering merkbaar in deoogen van den Chef, maar Nathan Marius glimlachteslechts bescheiden, zij 't ietwat ongeloovig. De cor-recte Charles Jean Tulipe kuchte voornaam, en be-gon dan met eenigszins kwijnende en verveeldestem, als vertelde hij een lang bekend en matelooslangwijlig verhaal voor de zooveelste maal opnieuw:

„Hoewel de koel-vijandige omgeving hier lichtelijkop mijn gevoelige zenuwen werkt, zal ik trachtenzoo beknopt en duidelijk mogelijk aan de opdrachtvan mijn geeerden principaal te voldoen. De geachtetoehoorders-niet-ingewijden moeten beproeven zichlos te maken van elke gedachte aan misdadige ofzelfs maar min-oirbare bedoelingen. Het is zuiveren alleen een familiekwestie, om zoo te zeggen eengevoelsaangelegenheid... Mejuffrouw Clotilde Ron-deel was, gelijk bekend, bijna gehuwd met den jon-gen Jones. Zij had hem evenwel niet lief, had enkelna lang aanhouden van zijn kant en sterk getoondverdriet, uit medelijden toegestemd in het huwelijk.Dat zou ook zeker hebben plaats gehad, ware het nietdat verschillende feiten uit den laatsten tijd het ver-

291

Page 292: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

moeden hadden doen rijzen, dat Jones Jr. volstrektniet van haar hield, maar alleen op aanstichten vanzijn vader, en met de bedoeling om de InternationaleBank in een hand te brengen, om haar hart zoohardnekkig had aangehouden. Stel u de vrees voorvan den liefhebbenden vader, die zijn aangebedendochter bedreigd ziet met al de ellenden van eenharteloos gesloten huwelijk uit zoo vuige berekening!Om de proef te nemen, werd nu een kleine komediein elkaar gezet, die den naam en de positie van denvader schijnbaar in gevaar zou brengen. Dan im-mers zou moeten blijken of de liefde van Jones Jr.echt goud was, of niet meer dan waardeloos doublee,dat verraderlijkste aller onedele metalen, hetwelkreeds zoo veel onheilen op zijn valsch geweten heeft.Op een mijner veelvuldige buitenlandsche pleizier-reizen hadden de heer Rondeel en ik alleraangenaam-ste connecties aangeknoopt, en, mijn vindingrijkheidkennende, riep hij mijn hulp in. Tesamen met denHeer Josephus Bok enscêneerde ik then den moordin den D-trein. De onverwachte aanwezigheid inden trein van onzen hooggeschatten speurder, denheer Duporc (Nathan Marius boog hier ironisch-dankend) noodzaakte ons, om tijd te winnen en zijnaandacht van ons of te Leiden, een brutalen treinroofte fingeeren, waartoe wij de opvallend onechte stee-nen van een alleenreizende dame uitkozen, zoodatniemand schade kon lijden. Wij waren zelfs genood-zaakt den scherpzinnigen inspecteur op het spoor tezetten van een aardig verzonnen afdreigingszaakjein Amsterdam, om hem zooveel mogelijk uit onzebuurt te houden. Onze vriend en medewerker JacobusEekhoorn, stelde zich voor deze kleine intermezzo's be-schikbaar, overtuigd, dat onze gezamenlijke getuige-nissen omtrent de onschadelijkheid zijner „Absichten"hem straffeloosheid zouden verzekeren, daar het im-mers nooit de bedoeling geweest was, het geld te be-houden, en er zonder deze bedoeling geen strafbaarfeit voorhanden is. En terwijl wij den heer Duporc, hij

292

Page 293: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

moge het ons goedertieren vergeven, aldus aan denpraat hielden, werd de gefingeerde moord zoo gruwe-lijk en bloedig mogelijk in elkaar gezet. De heerenRondeel en Kikker zoowel als ondergeteekende, maak-ten zich door middel van vermomming onkenbaar, deheer Kikker en ik door ons in vrouwenkleeren testeken, de heer Rondeel door te veranderen in eenouden, Engelsch-uitzienden heer door middelen, diede hoffelijkheid en de bescheidenheid mij verbiedonnader te bespreken..."

„Maar waarbij een Gilettemesje, benevens eenflesch cognac-fine ter verwijdering van een patent-haarkleurmiddel een niet onbelangrijke rol speelden,"merkte Duporc hier losjes op.

De hotelrat negeerde deze opmerking geniaal, maarde bankier kreeg een pioenhoofd en tastte onwille-keurig naar zijn glanzend-bruinen haardos.

Rustig ging Karel Jan verder:„Een ten huize van den heer Bok vervaardigde

pop zou op den spoorbrug in het water geworpenworden, en niet opgedregd daar anders de true tespoedig ontdekt zou zijn. Daartoe was de van jutegemaakte pop gevuld met zout, zoodat de inhoud zouzijn versmolten in het stroomende water, eer men metdreggen iets zou kunnen bereiken. In de verwarringvan het plotseling stoppen bij het trekken aan dennoodrem konden de deelnemers aan de grap zich ge-makkelijk tusschen de andere passagiers mengen enlater verder reizen in de vermommingen, die hen on-kenbaar maakten."

„En wie sloot zeker iemand op in het toilet, waarde... natuurlijk gefingeerde... berooving had plaatsgevonden", vroeg Duporc lachend.

„Dat deed zeker iemand, die meer speciaal belastwas met de bewaking van zeker iemand, en die hemjuist in het gewenschte toilet zag verdwijnen," grin-nikte Jaapje Eekhoorn," en ik zal nooit meer siga-retten rooken, als hij het niet verduveld handig in-pikte Wat u, Inspecteur?"

298

Page 294: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

De gladde heer Tulp besteedde geen verderen tijdaan deze onbelangrijke bijkomstigheid en vervolgde:

„De inmenging van meneer Duporc heeft ons, hetzt met alle waardeering toegegeven, leelijk dwarsgezeten, en ons gedwongen om eerder terug te ko-men, dan oorspronkelijk het plan was. Zijn genialeontdekking van de verblijfplaats van Rene Rana,noodzaakte ons tegenover de politie te Marseille ophaar verzoek volledig open kaart te spelen, en alleende telefonische inmenging van meneer Duporc zelfheeft ons in staat gesteld, hier v r ij willig aan-wezig te zijn, en u alles op to helderen naar waar-heid, eer en geweten. Het doel van de oefening, zoo-als wij in het leger, waartoe ik de eer heb als reser-veluitenant te behooren, zeiden, is overigens bereikt:de mare van de enorme waarden, die verdwenen zou-den zijn tegelijk met den directeur van de bank,schokte het vertrouwen in den naam en het credietvan het huis Rondeel dermate, dat de heer Jones Jr.het masker afwierp en heel zijn baatzuchtig bedoelenop ongekend ploertige wijze bloot lei. Het huwelijkmet mejuffrouw Clotilde zal niet doorgaan!"

„Juist!" zei Jan Kikker, een ietsje te triomfante-Li* om voor enkel belangstellend huisvriend te blij-ven doorgaan.

„Juist," zei ook de Inspecteur, en hij glimlachte opeen wijze, die de beroepsmenschen Jaapje Eekhoornen Jan Tulp volstrekt niet aanstond. Toen viel deauteur Hans Thyssen in:

„En wat heb ik met die bespottelijke, walgelijkplat-onaestische komedie uit te staan?"

„U is vermoedelijk het slachtoffer geworden vaneen paar onvoorziene kleinigheden," zei Duporc. „Deinval b.v. van meneer Bok om u bij zich te houdenals getuige bij de ontdelddng van de misdaad. Detoeleg mislukte een beetje, omdat de heer Bok zelfonder verdenking kwam. En ook, omdat uw eigentoestand nogal verdacht was in verband met de be-roovingszaak."

294

Page 295: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„O, ja... mijn benzine, die u hardnekldg voorchloroform hield,” glimlachte de schrijver. „Ik hadgedacht, dat politiespeurders een beteren neus had-den."

„Uw benzinelucht was duidelijk genoeg," verze-kerde Duporc, „maar u rook ook nog op andere wijzenaar de misdaad."

„Dat zullen menschen met doorgeloopen zolen, enknipsels uit het Predikbeurtenblad en de wijnkaartuit een restauratiewagen in hun schoenen wel al-tijd," zuchtte Thyssen, en hij keek verliefd naar denieuwe waterdichte laarzen, die hij zich gehaast hadbij Huff te gaan koopen van het voorgeschoten ho-norarium op zijn reclameschets.

„Ik hoop, dat de zaak naar genoegen is opgehel-derd?" vroeg de bankier. „Ik heb gesproken met dedirectie van de slaapwagenmaatschappij, alle schadevergoed en alle bijkomende kosten. U zult wel geenklacht ontvangen hebben wegens vernieling of an-derazins?"

De Chef schudde nadenkend het hoofd, wat dui-zelig door de totaal onverwachte wending, die detoch al zoo zonderlinge zaak plotseling genomen had,overdonderd door de brutale methode van deze troep,waarvan sommige der samenstellende deelen zooweinig vertrouwen wekten.

„Als ik nog jets vragen mag," ging de bankiervoort, „dan zou ik wel graag weten, hoe meneerDuporc achter ons geheim gekomen is?"

„U en uw vrienden hebben wat te veel duidelijkesporen achtergelaten," zei Nathan Marius glimla-chend, „dat is alles. Een beetje kennis van de ge-woonten van sommige menschen, een haartje in eenwaschkom, een defect spanjolet aan het raam vaneen hotelkamer... daarbij wat combinatievermogen,een eenigszins zuivere deductie, gevoegd bij watachterblijvers en -sters zich eventueel laten ontlok-ken onder een niet al te onhandige ondervraging, en degeheimen beginnen doorzichtig te worden. En zelfa

295

Page 296: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

bekwame tooneelspelers, als meneer Bok er onge-twijfeld een is, hebben hun zwakke oogenblikken, alsde verrassing hun te sterk wordt. Zonder de onna-tuurlijk snelle overgang van de uiterste smart totgewone, onverdenkbaar echte, boosaardige humorzou ik nooit zoo krachtdadig tegen hem hebben dur-ven optreden."

Bok, in zijn beroepseer getast, glimlachte zuur-zoet, en merkte op, met de onmiskenbare bedoelingom hatelijk te zijn:

„U heeft een toekomst als tooneelcriticus !"„Dank u," antwoordde Duporc droogjes, „ik heb

zoo al vijanden genoeg."„Kom, kom, Inspecteur... nou overdrijft u !" riep

Jaapje Eekhoorn ijverig.„Hebt u ons nog noodig?" vroeg Rondeel.„Ik veronderstel, dat de eenige, die hier moet blij-

ven, de genaamde Karel Jan Tulp is, in zekere krin-gen meer bekend onder het pseudoniem Charles JeanTulipe," zei Nathan Marius op zijn beminnelijkstentoon. „Wij hebben samen nog het een en ander teoverleggen omtrent zaken, die niet in verband staanmet tooneelvoorstellingen in sneltreinen."

„Geheel tot uw dienst, inspecteur," zei de hotel-rat opstaand, een sierlijke buiging makend, en met eenzuiver edelmoedigen klank in zijn beschaafde stem.„Ik wist, dat ik mij moeilijk aan dit pijnlijk onder-houd en deszelfs eventueele gevolgen zou kunnenonttrekken, maar de zucht om mijn vrienden vandienst te zijn deed mij over mijn, overigens niet ge-ringe bezwaren heenstappen. Misschien mag ik dezeportefeuille aan meneer Rondeel meegeven om haarvoor mij te bewaren in mijn safe op zijn bank, totik over eenigen tijd als alle misverstanden zijn op-gehelderd, mijn positie daar kom innemen?"

De Chef onderzocht den inhoud van de portefeuilleen bracht tien biljetten van duizend gulden voor dendag, benevens een aanstelling voor tien jaar totprocuratiehouder op een aanvangssalaris van twaalf

296

Page 297: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

mille per jaar. Vragend keek de commissaris naarden bankier. Deze zei vriendelijk:

„Het geld komt hem eerlijk toe: honorarium voorde regie van de moord in den trein. De benoemingis authentiek en serieus. Deze achtenswaardige bur-ger komt voor de laatste maal met u in aanraking,veronderstel ik. Intelligenties als die van hem enden heer Eekhoorn laat een verstandig zakenmanzich niet ontglippen, als hij ze eenmaal ontdektheeft."

„Geen slechte nacht geweest voor de heeren Tulpen Eekhoorn, daar in Hotel Ponsen, dunkt me," zeiInspecteur Duporc, en zijn oogen vlogen rond metde snelheid van den bliksem. Tulp en Eekhoorn glim-lachten argeloos, Rondeel en Kikker werden eentintje bleeker, Bok keek eerlijk verwonderd, Thyssenbleef volmaakt onverschillig, en zoo vond de speur-der al zijn combinaties met een slag bevestigd.

Kareltje Tulp nam hartelijk afscheid van zijn pa-troon en overige vrienden en werd weggeleid naarminder genoeglijke oorden, wier hardheid hij echtergelaten zou dragen, het intelligente oog gericht opde procuratiehouderswaardigheid, die hem waeltte,en al de gelegenheden, die hij scheppen zou om zijnonaanzienlijk salaris op ingenieuze wijze to verhoo-gen. Na zijn vertrek kwam Jaapje Eekhoorns equi-page voor en hij werd teruggereden naar zijn hotel,in afwachting van de beslissing, die de rechter-com-missaris nemen zou na kennis to hebben genornenvan de verklaringen, afgelegd door zulke betrouw-bare getuigen als een bankdirecteur, deszelfs secre-taris en een directeur van een to goeder naam enfaam bekend staande Verzekeringsmaatschappij, rid-der van het Legioen van Eer. Toen nu ook de heerHans Thyssen, een beetje onder den indruk van al deonbegrijpelijke poespas, waaruit zijn eerlijk en on-ervaren auteurshart geen wijs kon worden, na eenhoffelijk afscheid en verontschuldigingen van dezijde der politic, was heengegaan, en de drie overge-

297

Page 298: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

blevenen hun handschoenen aantrokken en opston-den om op hun beurt te verdwijnen, vroeg Inspec-teur Duporc plotseling met een honingzoet lachjeaan den bankier:

„En op welken datum treedt de hoer Jones Sr.uit de directie van de Internationale Bank, meneerRondeel, of heeft u nog geen tijd gehad de datumte bepalen?"

„Wie heeft u verteld, dat meneer Jones uit de di-rectie zou treden?" vroeg de bankier, zichtbaar on-aangenaam getroffen.

„Dat heb ik zoo maar uit mijn bloote hoofd gera-den," grinnikte Nathan Marius en knipperde komiekmet zijn van rood piekerhaar omrande oogen. „Dusde datum is nog niet bepaald?"

De kordate Jan Kikker trachtte de situatie toredden, door grof to interrumpeeren:

„Mag ik ook weten met welk recht u zich bemoeitmet zaken, die alleen de direktie en het bestuur vande bank regardeeren?"

„Waartoe u ook weidra zult behooren?" insinu-eerde de onverbeterlijke speurder, brutaal polsend, enals klap op de vuurpijl voegde hij er kalmweg bij :„Na uw huwelijk met een zekere jongedame uit Aer-denhout, die nummer 88 van schoenen draagtr'

„Meneer, hoe durft u?" bulderde Arthur Rondeellos, plotseling weer de machtige bankdirecteur, ge-woon iedereen voor zich te zien sidderen, en die erwel anderen naar zijn pijpen had leeren dansen danzoo'n doodgewone rechercheur. Maar de doodgewonerechercheur ging onverstoorbaar verder, als had hijde woedende uitval zelfs niet gehoord :

„Werkelbk, mijne heeren, u mod bij een volgendegelegenheid geen vrouwen in uw drama's mengen.Zij laten zich tk gemakkelijk van hun stuk brengendoor een grimmig gezicht, een valsch telegram, eenmet aplomb uitgesproken beschuldiging... vooral alser een paar mannen bij de zaak betrokken zijn, dieze... wel lijden mogen. Ook is het veiliger, dames-

298

Page 299: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

schoentjes te koopen, dan ze mee te nemen uit eengarderobe, waar er zooveel staan, dat een dame nietprecies kan bepalen welke weg zijn en welkeniet."

Meneer Arthur Rondeel was eensklaps zijn ver-ontwaardiging over het onhebbelijke optreden vanden speurder vergeten. Hij scheen wat verlegen enook Jan Kikker keek min of meer beduusd. AlleenJosephus Bok, die als comediant iets goed te makenhad, deed natuurlijk-onverschillig, knoopte zijn hand-schoenen dicht, en zei:

„Meneer Duporc wil al te slim zijn. Ik heb daar aleerder de gevolgen van ondervonden."

„Ik hoop, meneer Bok," glimlachte de inspecteurallervriendelijkst, „dat die gevolgen niet al te funestvoor u zullen blijken. Alleen moet ook u uw drama'sbeter voorbereiden, en geen bloed op uw slaapkamerachterlaten, dat eerst eenige uren later vergotenmoet warden. Scheikunde, weet u, is een venijnige,een hatelijke, een bijna pervers lastige wetenschap...Tot zelfs de geheimzinnige driehoek, die u uit hal-dadigheid op het laken teekende — niemand had zul-ke dikke vingerstrepen kunnen maker. als u — en devlekjes op uw zakdoek klopten met dat goedje. Ove-rigens ben ik blij, binnen vierentwintig uren na de„misdaad" te hebben kunnen vaststellen, dat meneerRondeel, ondanks zijn faam van geheelonthouder,een liefhebber van whiskey was gebleven na zijnfataal avontuur in den trein, een opmerking, die mijin staat stelde met kans op gelijk krijgen aan te ne-men, dat u de moorddadige bewerking der treinroo-vers met goed gevolg doorstaan had... 't Spijt mijalleen voor meneer Jones, dat ik niet spoedig genoegdoorzien heb, wat de bedoeling van de oefening was,zooals uw intelligente vriend Tulp het zoo schilder-achtig uitdrukte. Misschien waren dan de aandeelenvan de Internationale Bank minder diep gekelderden hadden heel wat zuinige spaarders hun papiortjesnu nog veilig in hun kart liggen."

299

Page 300: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

„Ik geloof, dat het onzen tijd is, te gaan,” merktede bankier, opvallend mak op.

„Wij hebben, helaas, geen enkel wetsartikel, dater iets op tegen heeft," zei de hoffelijke inspecteurspijtig. „En dus geloof ik, dat de commissaris u zon-der bezwaar zal laten heengaan. Ik voor mij geef devoorkeur aan gewone zakkenrollers, zooals JaapjeEekhoorn, maar dat is natuurlijk een kwestie vanpersoonlijken smaak, waarover, gelijk bekend, nietvalt to twisten. Goeden middag, heeren !"Merkwaardigerwze reageerden de vertrekkendenop deze wocrden volstrekt niet, hoewel ze zeldzaamschamper gezegd werden. Zij verdwenen met eenopmerkelijk timide buiging in de richting van denChef, die zich tevreden stelde met een koel lmikje.

Toen ze weg waren, wendde hij zich tot Duporc,keek hem met eerlijke bewondering aan, stak hemde hand toe, en zei hartgrondig:

„Zevenster, je bent een kraan! Je rapport kloptop ieder onderdeel, als de anderen liegen op de pun-ten, waarop jij met hen verschilt. En wat denk jehiervan: was Tulipe van to voren mee in 't komplot?"

„Geen kwestie van !" verzekerde Nathan Marius.„Ze hebben hun afspraakje mooi gemaakt — ze had-den er trouwens al den tijd voor — maar ze liegenallemaal, dat ze barsten. Die gladakker heeft ze inhun coupe verrast met het maken van hun toilet,toen hij vluchtte voor mij : hij heeft ze een dames-costuum afgeperst en eerst in Hotel Ponsen hebbende vier nobele gezellen een bondgenootschap geslo-ten, met het mes op de keel, of liever de browningWalther 37999 op de borst. Overigens hebben ze alienhun overeengekomen rolletjes verder uitstekend ge-speeld en de Justitie heeft het nakijken: de societal-res van deze theatertroep zijn voor een belangrijkdeel to deftig van gehalte om onder verdenking tevallen van fraude."

„En wat is je meening omtrent die familiegeschie-denis? Onaannemelijk klinkt ze niet, al is de opzet

300

Page 301: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

ongewoon en zonderling romantisch voor deze prozai-sche dagen. Hou jij je hypothese uit het rapportvol ?"

„Kom nou, baas, natuurlijk! Geloof jij nou als mo-dern mensch, dat een bankier als Rondeel zich aanzulke strapazzen waagt om een huwelijkskwestietje,dat immers veel eenvoudiger op te lossen is, als erni et meer achter z a t? Smoesjes, die je vangeen enkele linke jongen ook maar een oogenblik ge-looven zou. Dat is het voordeel van den toevalligenamateur boven den beroepsjatter: hij wordt veelgauwer geloofd, als ie dan al in de kijker loopt, watzelden het geval is. Zonder eenigen twijfel zit dezaak zoo, en mijn onderzoekingen aan de Bank, waarik vanmorgen mijn laatste gegevens over gekregenheb, bevestigen dat in alle opzichten: Jones Sr. hadde macht aan de Bank volkomen in handen; hij hadverreweg de meeste papiertjes, en kon Rondeel ma-ken en breken; het huwelijk tusschen zijn zoon enClotilde was inderdaad door hem doorgedreven tegenden zin van het meisje en van Jan Kikker in, omsplitsing van kapitaal to voorkomen en het geld vande beide bankiersfamilies in een hand te brengen.Toen moet onder leiding van Josephus Bok, oud-too-neelspeler en fantast, vertrouwde huisvriend van deRondeels, de „Krankzinnige haring," zooals de ban-kier hem bij voorkeur noemt, het malle plan in el-kaar gezet zijn, dat ondanks alles zoo goed geslaagdis. De zoogenaamde enorme diefstal van waardepa-pieren en goud, eigendommen van de bank, de op-zienbarende moord op den als voornaamsten gelden-den directeur, hebben een paniek op de beurs veroor-zaakt, die de aandeelen een kolossalen klap gegevenhebben. En zelfs Jones is er in gevlogen. Strooman-nen van Rondeel moeten voor hem de groote slag ge-slagen hebben, en op het oogenblik is meneer royaalbinnen, heeft de suprematie in de InternationaleBank, en Jones wandelt er met muziek uit, om plaatste maken voor Jan Kikker, alias Rene Rana, de toe-

301

Page 302: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

komstige schoonzoon van den directeur, personagrata in het hart der aanminnige Clotilde. Tweevliegen in den klap, zooals je ziet, maar tegelijker-tijd een zwendelaffaire in zoo groote afmeting, datwij er buiten kunnen blijven. Ziedaar de moderneromantiek, bass: geen gevechten met dolken enpistolen, maar met goud en bankaandeelen... Begrijpje nou, waarom edellieden als Jaapje Eekhoorn enJean Tulipe aan hun overtuiging komen in hun rechtto zijn en het ons kwalijk nemen als we ons mengenin hun financitele operaties op kleine schaal?" ein-digde hij verbitterd. Toen, na een kleine pauze,waarin beide politiemannen onpolitioneele overwe-gingen bepeinsden, ging Duporc voort:

„En daar heb je nou alles voor bij mekaar geharkten nagespeurd, alles ontdekt, alles geraden... en aan't eind van 't lied moet je de boeven laten loopen,omdat je alles bijeen nog niet zoo'n schimmetje vaneen bewijs vow frauduleuze bedoelingen kunt con-strueeren, en heel de lugubere affaire als een grapmoet opnemen. Ala je de kunst niet om de kunstbedreef, zou je, goddome, de heele bliksemsche boeld'r bij neer gooien, en je de haren uit je kop trekkenvan woede... Maar 't gaat zoo 't gaat: Jaapje Eek-hoorn en Jan Tulp kunnen van mij op een extra-prachtrapport voor de rechtbank rekenen. Hoe eerdie twee gauwdieven op de bank in functie zijn, hoeliever ik het heb: ze h6Oren d'r eenvoudig! En noues even informeeren."

lit greep de telefoon, vroeg een effectenhandelaar,die hij kende: de aandeelen van de InternationaleBank stonden 145 en liepen nog met een vaartje op.Gisteren noteerden ze met veel moeite 48 a 49...

„Proost!" riep Nathan Marius, den horen neer-smijtend. „Reken nou maar es uit, wat de heeren vanhet moordcomplot verdiend hebben met 'r onschul-dige grap! Nou, enfin... dat zijn onze zaken niet,jammer genoeg!... Kom, bass, ik ben moe van aldat vervloekte gesappel voor niemendal, ik heb be-

302

Page 303: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

hoefte aan een beetje frissche lucht: ik ga een bios-coopie pakken !"

En nog ve•Or de Chef kon antwoorden, was Duporsverdwenen. Buiten, in de bleeke koestering van eenhelder winterzonnetje werd zijn stemming spoedigmilder, en op den hoek van de Damstraat smolt allebitterheid uit hem weg bij den glimlach van Connie'skleine, roode mondje, en brutaal met haar gearmdatevende ht de Kalverstraat in, waar de helverlichtevestibule van de Muntbioscoop het verrukte pearopslokte... Alle misdaden en boosdoeners, alle echteof gefingeerde moorden en beroovingen lieten NathanMarius Duporc op dit moment siberisch: hij genootvan de frissche lucht in de cinema, wear ze een„Wild-West-drama" draaiden...

En de duivel, die hem zag gaan, grinnikte, zooalseen tegenstander grinnikt, die het spel gewonnenheeft.

Daarna keek Satan naar den Bankdirecteur om,dien hij vond, champagne drinkende met zijn vriend,zijn dochter en zijn aanstaanden schoonzoon, en hijhoorde den „jeune premier" van het gezelschap eendronk instellen op de lichtelijk belatafelde familieJones en op den braven heer van de recherche, diehen zoo knap ontdekt had en hen zoo lekker moestlaten loopen. Zij lachten alien, ongedwongen, alsmenschen met een zuiver geweten en een tevredenhart. En de duivel lachte mee, en maakte zijn reke-ning op.

Dan wendde hij den blik near de Weteringschans,doorboorde met zijn voenkollende oogen de zwaremuren en verheugde zich in den aanblik van zijn spe-cialen vriend Jaapje Eekhoorn, die languit op zijnbrits lag, onrustig keek en mompelde: „As ze me,gossammekrake, nie loswurme, en gauw, ook, hangik de heele bende van Jean Cartouche an me eigezakie op, daar kenne ze donder op zeggen, en noghet een en ander meer." De duivel glimlachte toege-

SOS

Page 304: ERMANS or - dbnl · 2010-01-21 · near Londen gevlogen, z'n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op 'n balkon stond, of boven te groote

felijk, zooals men doet tegenover de verlangens vankleine kinderen: hij wist, dat het kind zijn zin zoukrij gen...

In de cel ernaast hoorde hij een geaffecteerde stemtegen een heimelijk onthutsten bewaker kraken:„Beste vriend, doe me een genoegen, en laat mijalleen. Ik wil uit de beursnoteeringen, die ik in devlucht opving, berekenen hoeveel ik vandaag door destijging van mijn bankaandeelen heb verdiend. Brengme over een half uur het diner, vergeet de horsd'oeuvre niet, noch ook de parelenden wijn van Cha-teau La Pompe, premier cru, zonder welke mijn de-likate maag het koninklijke goedgekeurde diner nietbehoorlijk zou verwerken. Ga, mijn vriend, en doe jeplicht. Ik wensch alleen gelaten te worden." Hijwuifde sierlijk met zijn kleine, blanke hand, en scha-terend vloog de duivel weg, om nog een oogwenk teverwijlen voor het beslagen venster van een hoogge-legen vertrek in de Amsterdamsche Pijp.

Daar zag hij een man zitten, gebogen over grootevellen wit papier, die hij bekraste met vele zwarteregeltjes, waarin zijn eeuwigheidsdroomen lagenuitgestort, en hij was geheel en al vergeten in welkverward drama hij een oogenblik een rol gespeeldhad. Teleurgesteld haalde de duivel zijn schoudersop, minachtend mompelend: „Ik heb hem eerlijk zijnkans gegeven, maar de onverbeterlijke storrunerdheeft het natuurlijk weer niet gezien! Hij is eenhopeloos geval... ik geef hem op !" En met een wil-den zwaai van zijn vleermuis-vlerken hief hij zichop van de vensterbank en verdween. Het raam klet-terde. Hans Thyssen keek op, en glimlachte tegen hetgelaat van de poezie, dat hij achter het glas meendete ontwaren. Het was echter slechts het laatstepuntje van Satans verdwijnenden staart...

304