eenzame proteststem in de woestijn?€¦ · eenzame proteststem in de woestijn? hoe kan de wakkere...

55
OPLEIDING SOCIAAL WERK Afstudeerrichting Sociaal-cultureel werk EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale beleidskwesties? Scriptie van Maud Peeters tot het behalen van het diploma Bachelor Sociaal Werk Academiejaar 2015-2016

Upload: others

Post on 18-Jul-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

OPLEIDING SOCIAAL WERK

Afstudeerrichting Sociaal-cultureel werk

EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?

Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het

beïnvloeden van lokale beleidskwesties?

Scriptie van

Maud Peeters

tot het behalen van

het diploma Bachelor Sociaal Werk

Academiejaar 2015-2016

Page 2: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale
Page 3: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

Dankwoord

Deze scriptie vloeit voort vanuit een grote interesse in beleidsparticipatie. Deze interesse

vond dit jaar een thuis bij mijn stageplaats, een kleine organisatie in hartje Brussel. Ik

wil De Wakkere Burger dan ook bedanken voor de verdiepingskansen in dit thema.

De belangstellende houding van mijn scriptiebegeleidster Elke De Winter moedigde me

aan in het schrijven van dit werkstuk. Haar opbouwende en tegelijk kritische opstelling

heb ik sterk gewaardeerd.

Ten slotte gaat mijn dank uit naar mijn ouders en zussen voor hun onvoorwaardelijke

steun, kritische betrokkenheid en luchtig relativeringsvermogen.

Page 4: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

Inhoudstafel

Inleiding ....................................................................................................... 1

1 Beleidsbeïnvloeding ................................................................................. 3

1.1 Begripsomschrijving .......................................................................... 3

1.1.1 Proces........................................................................................ 3

1.1.2 Verandering ................................................................................ 4

1.1.3 Machtsbasis ................................................................................ 4

1.1.4 Beleid ........................................................................................ 4

1.2 Soorten beleidsbeïnvloeding ............................................................... 5

1.2.1 Algemene vormen van beleidsbeïnvloeding ..................................... 5

1.2.2 Formele vormen van beleidsbeïnvloeding ....................................... 5

1.2.3 Informele vormen van beleidsbeïnvloeding ..................................... 6

1.3 Tendensen ........................................................................................ 6

1.3.1 Burgers in evolutie ...................................................................... 6

1.3.2 De opkomst van sociale media ...................................................... 7

1.3.3 Overheid: een multi-orgaan .......................................................... 7

1.3.4 Middenveld als politieke kracht? .................................................... 8

1.3.5 Van een representatieve naar een participatieve democratie ............. 9

1.3.6 Lokale beleidskwesties ................................................................10

1.3.7 Conclusies .................................................................................11

2 Bottom-up burgerinitiatieven ...................................................................12

2.1 Begripsomschrijving .........................................................................12

2.2 Werking ..........................................................................................13

2.2.1 Stappen ....................................................................................13

2.2.2 Machtsverwerving ......................................................................14

2.2.3 Succesfactoren ..........................................................................14

2.2.4 Drempels voor beleidsbeïnvloeding ...............................................15

2.3 Burgerinitiatieven aan het woord ........................................................16

2.3.1 Burgerinitiatief 1: Actiecomité Geen Streep door Ronse ...................17

2.3.2 Burgerinitiatief 2: De witte pion ...................................................20

2.3.3 Burgerinitiatief 3: De Koep ..........................................................21

2.3.4 Burgerinitiatief 4: rondetafelgesprek .............................................23

2.3.5 Conclusies .................................................................................26

3 Beleidsmakers en hun relatie met bottom-up burgerinitiatieven ...................28

3.1 Beleidsmakers .................................................................................28

3.2 Participatief beleid ............................................................................28

3.3 Redenen om geen participatief beleid te voeren ...................................29

3.4 Redenen om participatief beleid te voeren ...........................................29

Page 5: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

3.5 Beleidsmakers aan het woord ............................................................30

3.5.1 Marino Keulen ............................................................................31

3.5.2 Katrien Vaes ..............................................................................32

3.5.3 André Van de Vyver ....................................................................33

3.5.4 Koen Van den Heuvel ..................................................................34

3.5.5 Conclusies .................................................................................35

4 De Wakkere Burger ................................................................................37

4.1 Werking ..........................................................................................37

4.1.1 Ontwaakt in 1983 .......................................................................37

4.1.2 De Wakkere Burger als sociaal-culturele beweging .........................37

4.1.3 Missie en visie ............................................................................38

4.2 Koerswisseling: van formeel naar bottom-up .......................................39

4.3 Ondersteuning aan bottom-up burgerinitiatieven ..................................39

4.3.1 Rechtstreekse ondersteuning aan bottom-up burgerinitiatieven ........40

4.3.2 Onrechtstreekse ondersteuning aan bottom-up burgerinitiatieven ....41

4.3.3 Aanbevelingen voor een wakkere sociaal-culturele beweging ...........43

5 Besluit ..................................................................................................46

6 Bronnenlijst ...........................................................................................48

Page 6: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

1

Inleiding

Invloed uitoefenen op het beleid vindt op verschillende manieren plaats. Het meest

bekende voorbeeld is wellicht het geven van onze stem tijdens verkiezingen. Het is

een verworven politiek recht dat ons in staat stelt politici te kiezen die onze stem

vertegenwoordigen in een parlement of gemeenteraad. Toch speelt er zich ook

tussen verkiezingen heel wat af op het gebied van beleidsbeïnvloeding: achter de

schijnwerpers zoals bij lobbywerkers of in rijk belichte vakbondsstakingen, door een

breed gedragen betoging of de som van individuele stemmen bij een referendum.

Als beweging voor participatie en democratie ondersteunt De Wakkere Burger al

een hele tijd actieve burgers die betrokken zijn bij het beleid. Deze ondersteuning

is steeds gericht op het proces van beleidsparticipatie en niet op concrete acties

voor een bepaald gewenst beleid. Waar haar focus voornamelijk lag op formeel

georganiseerde beleidsparticipatie, zoals adviesraden, wil het zich meer gaan

richten op spontane burgerinitiatieven van onderuit. Dit zijn burgers die zich

groeperen in een actiegroep of burgercomité. Burgers die verandering willen

brengen in een lokale beleidskwestie. Dit doen ze vanuit onvrede over het gevoerde

beleid en/of vanuit de overtuiging in een alternatief. Verschillende redenen liggen

aan de grondslag. Wat hen bindt is gedrevenheid, kritische ingesteldheid en een

toenemende deskundigheid.

Om aan deze burgers een aanbod te kunnen bieden, is het van belang om de

ervaringen en noden van deze burgerinitiatieven in kaart te brengen. Daarnaast is

zicht krijgen op de houding en verwachtingen van beleidsmakers t.a.v.

burgerinitiatieven cruciaal. Beleidsbeïnvloeding en participatie is steeds een

wisselwerking tussen burgers en beleidsmakers. Beide partijen werken vanuit hun

eigen context met eigen wensen en doelstellingen. Als De Wakkere Burger de

dialoog tussen hen wil bevorderen, is het belangrijk om beide uitgangspunten in

rekening te brengen. Hierin kadert dan ook deze scriptie. De literatuurstudie en

interviews vormen een aanzet van waaruit ondersteuningsmogelijkheden worden

afgeleid en opgezet.

In deze scriptie vertel ik dus enerzijds het verhaal van actieve burgers en

anderzijds dat van beleidsmakers. Beide spelers worden beïnvloed door

maatschappelijke tendensen. Beide willen vorm geven aan de samenleving. De

manier waarop kan sterk verschillen. De Wakkere Burger is de derde speler,

zoekend naar haar rol in de relatie tussen bottom-up burgerinitiatieven en

beleidsmakers, zoekend naar het antwoord op de probleemstelling van deze

scriptie:

Page 7: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

2

Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het

beïnvloeden van lokale beleidskwesties?

Page 8: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

3

1 Beleidsbeïnvloeding

In dit eerste hoofdstuk duid ik het begrip ‘beleidsbeïnvloeding’ en geef ik

verschillende manieren weer om dit te realiseren. Daarnaast sta ik stil bij enkele

huidige maatschappelijke tendensen op het samenlevingsniveau. Deze ontwikkelen

hebben zowel effect op burgers, beleidsmakers als middenveldorganisaties in hun

relatie met de totstandkoming en beïnvloeding van beleid.

1.1 Begripsomschrijving

Viaene (2012) definieert beleidsbeïnvloeding als volgt: “Beleidsbeïnvloeding is een

proces dat een bepaalde verandering wil realiseren door op een systematische en

doelgerichte manier vanuit een machtsbasis bewust invloed uit te oefenen op het

beleid” (p.8).

Deze definitie sluit aan bij de politieke visie op beleid (Van Bouchaute, Timbremont

& Pruyt, 2014): beleid als een chaotisch machtsspel waarbij verschillende, vaak

tegenstrijdige standpunten en belangen met elkaar strijd voeren. De politieke visie

op beleid staat tegenover de analytische kijk. Deze stelt dat beleid juist doelgericht

en overzichtelijk tot stand komt op basis van een weloverwogen analyse.

De definitie van Viaene krijgt meer duiding door dieper in te gaan op volgende

begrippen: proces, verandering, machtsbasis en beleid.

1.1.1 Proces

Beleidsbeïnvloeding is meestal een proces van lange adem. Enerzijds heeft dit te

maken met de aard van hoe beleid tot stand komt. Beleidsvorming doorloopt

doorgaans vier fasen: agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbeslissing en

beleidsuitvoering. Beleidsevaluatie, een vijfde fase, komt zowel aan het einde als

doorheen de beleidsvorming voor. Tijdens elke fase kan beleid worden beïnvloed en

bij elke fase worden tal van procedures gehanteerd die het proces mogelijks

verlengen.

Viaene spreekt over een ‘proces’ dat een bepaalde verandering ‘wil’ realiseren. Hij

spreekt dus niet over beleidsbeïnvloeding als een behaald resultaat. Zo kan het

bijvoorbeeld dat een actiegroep haar uiteindelijke doel niet krijgt doorgevoerd maar

wel haar thema op de publieke en politieke agenda heeft gezet. Beleidsbeïnvloeding

treedt dus op in verschillende mate.

Page 9: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

4

1.1.2 Verandering

Wie beleid mee wil sturen, vertrekt vanuit verontwaardiging over het gevoerde

beleid of gelooft sterk in een alternatief. Elke verandering die wordt beoogd, stoelt

op een set van waarden of visies over een gewenste samenleving. Als we uitgaan

van een politieke visie op beleid is spreken over het nemen van de ‘juiste’

beslissing onterecht. Keuzes m.b.t. het inrichten van de samenleving, zijn steeds

gekleurd.

1.1.3 Machtsbasis

Bombeeck en Poort (2002) stellen dat macht “de mogelijkheid is om invloed uit te

oefenen” (p. 28). Zonder het hebben van een eigen machtsbasis is het dus niet

mogelijk om aan beleidsbeïnvloeding te doen. Om deze basis op te bouwen, wordt

er beroep gedaan op verschillende soorten macht.

De macht van het getal steunt op kwantiteit. Des te meer mensen een petitie

tekenen, des te groter de invloed. Wie economische belangen inzet, doet beroep op

de macht van het bezit. Zo vormt voor bedrijven de belofte van meer

werkgelegenheid een sterk machtsmiddel in onderhandelingen met overheden. De

macht van het woord en de publieke opinie is een derde machtssoort. Woord houdt

zowel het geschreven als gesproken woord in. Hier speelt bijvoorbeeld het belang

van goed kunnen debatteren. Daarnaast is de rol van media cruciaal. Zij

beïnvloeden de publieke opinie, datgene waar beleidsmakers niet ongevoelig voor

zijn. Aansluitend bij de macht van het woord is de macht van kennis en inzicht. Wie

een gedegen dossier, cijfers en alternatieven kan overbrengen, versterkt haar

machtspositie. Beschikken over voorgaande machtsmiddelen is één ding, ze gepast

gebruiken vormt de laatste macht: die van tactiek en strategie.

1.1.4 Beleid

Beleidsbeïnvloeding is dus een proces, gevoerd vanuit een machtsbasis en gericht

op verandering in het beleid. ‘Het beleid’ bestaat uit “actoren die de sleutel in

handen hebben om een structurele en duurzame oplossing door te drukken”

(Viaene, 2012, p. 8). Enerzijds omvat het mensen die vanuit hun functie, macht en

beslissingsbevoegdheid in staat zijn om regels in werking te stellen of politieke

keuzes door te drukken. Niet enkel personen, ook organisaties of

onderwijsinstellingen behoren tot deze actoren.

Deze actoren begeven zich op verschillende niveaus: lokaal, provinciaal,

gewestelijk, federaal of internationaal. Deze niveaus staan niet los van elkaar, ze

zijn sterk met mekaar verweven. Zo kan beïnvloeding van een lokale beleidskwestie

een verandering op bovenlokaal niveau vereisen.

Page 10: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

5

1.2 Soorten beleidsbeïnvloeding

Burgers hebben toegang tot verschillende mogelijkheden om effect uit te oefenen

op beleid. Hartman en Sahin (2013) maken onderscheid tussen drie vormen van

beleidsbeïnvloeding: algemene, formele en informele vormen van

beleidsbeïnvloeding.

1.2.1 Algemene vormen van beleidsbeïnvloeding

Onder deze groep behoren die vormen die gewaarborgd worden in de grondwet.

Een welgekend voorbeeld is het geven van onze stem tijdens verkiezingen. Elkeen

die stemgerechtigd is mag hieraan deelnemen. Daarnaast zijn er de sterk

verankerde adviesraden. Op bovenlokaal niveau zijn strategische adviesraden en

beoordelingscommissies actief. Zo zetelen in de strategische adviesraad voor het

beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media middenveldorganisaties en

onafhankelijke experten. Zij brengen hun adviezen uit aan de Vlaamse Regering en

het Vlaams Parlement (‘Over de raad’, z.d., z.p.). Ook op lokaal niveau formuleren

betrokken burgers, vanuit eigen initiatief of op vraag, adviezen aan het

gemeentebestuur. De sport-, jeugd- en cultuurraad dienen verplicht aanwezig te

zijn in elke gemeente. Wanneer burgers het niet eens zijn met een beslissing van

hun gemeentebestuur, kunnen ze gebruik maken van het petitierecht: een

verzoekschrift aan het bestuur, gedragen door een verzameling handtekeningen.

Een petitie kan het debat omtrent een beleidskwestie heropenen. Bij algemene

vormen van beleidsbeïnvloeding doen burgers dus beroep op hun democratische

(grond-)rechten.

1.2.2 Formele vormen van beleidsbeïnvloeding

Ook formele vormen van beleidsbeïnvloeding zijn wettelijk verankerd. Het gaat om

bepaalde procedures, regels en wetten die overheden ter beschikking stellen aan

hun burgers. Tijdens een gemeenteraadszitting kan een bezorgde burger

bijvoorbeeld zijn spreekrecht benutten. Hierbij licht hij zijn standpunt toe over een

gemeentelijke aangelegenheid. Aansluitend bij dit spreekrecht is het

burgerinitiatief. Volgens de Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten (2007)

houdt dit in dat een inwoner van een gemeente een voorstel of vraag toevoegt aan

de agenda van een gemeenteraadsvergadering. Dit kan enkel indien een bepaald

aantal inwoners dit voorstel draagt. Wanneer een genomen beleidsbeslissing

volledig indruist tegen het standpunt van burgers, kan bezwaar worden ingediend

bij de betrokken overheid. Die herziet dan haar standpunt en geeft antwoord.

Wanneer dit antwoord wederom niet aansluit bij een (groep) burger(s), bestaat de

mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de Raad van State.

Page 11: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

6

Hartman en Sahin (2013) benadrukken dat formele vormen van

beleidsbeïnvloeding zich steeds richten op bestuursorganen of functies, en niet op

particuliere personen.

1.2.3 Informele vormen van beleidsbeïnvloeding

Voorgaande vormen van beleidsbeïnvloeding hebben een officiële, procedurele

aard. Naast deze mogelijkheden bestaan er ook meer informele manieren om aan

beleidsbeïnvloeding te doen. In deze groep bestaat een onderscheid tussen

publieksgerichte en persoonsgerichte vormen van beleidsbeïnvloeding.

Publieksgerichte acties richten zich tot openbare instanties of formats. Het

gebruiken van media is bijvoorbeeld een krachtig middel om bewustzijn te creëren

rond een bepaald voorstel of strijdpunt. Wie op die manier de publieke opinie aan

zijn kant krijgt, staat ook sterker tegenover beleidsmakers. Met het oog op

herverkiezingen blijven politici namelijk niet onberoerd bij een breed gedragen

opinie. Acties als betogingen of bezettingen vinden ook plaats in de openbare sfeer.

Deze dienen om een luid signaal over te brengen naar medeburgers of besturen.

Persoonsgerichte vormen van beïnvloeding zijn “gericht op een persoonlijke

benadering van bepaalde mensen die in de besluitvorming een belangrijke rol

vervullen” (Hartman & Sahin, 2013, p. 36). Deze belangrijke rollen hebben meestal

betrekking op posities die schepenen, een burgemeester, kabinetsmedewerkers of

beleidsambtenaren invullen in het beleidsvormingsproces. Het meest gekende

voorbeeld van persoonsgerichte beleidsbeïnvloeding is wellicht lobbyen.

1.3 Tendensen

Aan beleidsbeïnvloeding doen, zowel op een algemene, formele als informele

manier, is geen vanzelfsprekendheid. Cru gesteld, voor wie leeft in een dictatuur is

het beleid beïnvloeden quasi onmogelijk. Er zijn bepaalde randvoorwaarden of

tendensen die maken dat er al dan niet ruimte is om mee vorm te geven aan de

samenleving. Deze tendensen spelen zich af op de posities die burgers, media,

overheden en middenveld tegenover elkaar innemen.

1.3.1 Burgers in evolutie

Vandamme en Pattyn (2015) merken een evolutie op in het gedrag en de positie

van burgers. Als eerste blijken burgers meer geïnformeerd te zijn. Informatie is

wereldwijd voorhanden op het internet. Via sociale media delen we klein en groot

nieuws.

Een andere oorzaak voor de meer geïnformeerde burger ligt bij het onderwijs. Ook

al is er nog steeds een grote sociale ongelijkheid, de meer democratische toegang

Page 12: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

7

tot het onderwijs draagt bij aan meer hooggeschoolde burgers. Door deze

toegenomen kennis aan de kant van de burgers, gaan overheidsplannen een meer

kritisch onthaal tegemoet. Niet alleen vergaren burgers meer informatie, ze zullen

dus ook sneller overgaan tot protest wanneer ze het niet eens zijn met

beleidsplannen. Ze worden met andere woorden mondiger.

Daarnaast merken Vandamme en Pattyn (2015) een evolutie op in de

beoordelingskaders van waaruit burgers kijken naar beleid en

besluitvormingsprocessen. Waar vroeger de nadruk lag op de wettelijkheid van

deze processen, gaat er nu meer aandacht naar de democratische totstandkoming

ervan.

Burgers kunnen dus op verschillende manieren kijken naar de overheid. Dit hangt

samen met de rol die ze innemen. De burger als kiezer, klant, criticus,

protestvoerder of coauteur van het beleid: diverse keuzes bestaan. De rol die we

dragen wordt bepaald door maatschappelijke tendensen, onze eigen

verwachtingen, die van andere burgers en die van de overheid. Zo leeft er vandaag

vanuit overheidswege een responsabiliseringsdiscours. Burgers worden

aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid om voor zichzelf, elkaar en de

samenleving te zorgen (Vandamme & Pattyn, 2015). De vraag is of iedereen over

evenveel mogelijkheden beschikt om te participeren en of het wenselijk is iedereen

daarin voorwaardelijk te activeren.

1.3.2 De opkomst van sociale media

Sociale media vormen naast een haven voor informatiestromen ook een forum voor

al wie gehoord wil worden. In die zin kan hun opkomst een positief effect

teweegbrengen voor de democratie. Op een relatief laagdrempelige manier kan

iedereen opkomen voor zijn of haar mening. Er hangt echter ook een schaduwzijde

aan vast. Sociale media kunnen door een enorm groot aantal mensen gebruikt

worden maar kwantiteit gaat niet noodzakelijk gepaard met kwaliteit. Huyse (2014)

beschrijft dit negatieve effect. Een overspoeling aan individuele en korte

berichtgevingen staat gezamenlijk overleg, verdieping en visievorming in de weg.

1.3.3 Overheid: een multi-orgaan

De positie van burgers evolueert en zo ook die van de overheid. Eerst en vooral,

spreken over ‘de overheid’ gaat voorbij aan de complexe realiteit waarin deze

opereert. Deze realiteit bestaat namelijk uit meerdere niveaus. Er is het nationale

niveau, het transnationale niveau, het afkalvende provinciale niveau en het steeds

sterker wordende lokale niveau. Wanneer men beleid tussen deze verschillende

niveaus op elkaar afstemt, spreekt men van een multi-levelbeleid (Dierckx, 2007).

Page 13: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

8

Onze snel veranderende samenleving zorgt voor meer ingewikkelde

beleidsproblemen. Afgestemd beleid wordt steeds meer een vereiste.

Deze afstemming vindt dus tussen verschillende niveaus plaats maar ook tussen

verschillende publieke en private actoren. Dit noemt men een multi-actorbeleid.

Economische spelers zoals banken en multinationals spelen hierin een belangrijke

rol. Huyse (2014) spreekt over een economische dominantie met een remmend

effect op onze parlementaire democratie. Waar privatisering en deregulering

toenemen, vergroot de zeggingskracht van de markt ten opzichte van de overheid.

Het marktdenken breidt uit van het economische naar het politieke veld, nu het

New Public Management (NPM) ook bij overheden een thuis vindt. Deze

organisatievorm komt overgewaaid van het bedrijfsleven. Centraal staan

flexibiliteit, kostenbewustzijn, efficiëntie en privatisering (Meskens, 2014).

1.3.4 Middenveld als politieke kracht?

Burgers en overheid staan niet rechtstreeks tegenover elkaar. Naast (sociale)

media is er het middenveld: vakbonden, verenigingen, bewegingen, religieuze

gemeenschappen,... Allen oefenen ze een brugfunctie uit. Enerzijds zijn ze het

klankbord van de belangen van hun leden richting de overheid. Anderzijds

informeren en adviseren ze hun leden over het beleid en nemen ze een

bemiddelende rol in tussen hun achterban en de overheid (Geldof, 2015).

Het middenveld heeft drie opdrachten: een sociale, een democratische en een

politieke opdracht. De sociale opdracht verwijst naar de verenigingskracht die

uitgaat van het middenveld. Het brengt mensen samen, doet hen emanciperen,

betrekt hen op de samenleving en bevordert de sociale cohesie. De democratische

opdracht draagt bij aan het informeren van burgers zodat ze met een onderbouwde

stem kunnen bijdragen aan het beleid. Die stem ook omzetten naar een

daadwerkelijk effect op het beleid is de politieke opdracht (‘Missie’, z.d., al. 2). Het

middenveld is ontstaan uit tal van emancipatiebewegingen vanwaar een sterk

politiserende kracht uit ging. Minderheidsbewegingen realiseerden drastische

veranderingen in de toenmalige samenlevingsordes (Debruyne & Van Bouchaute,

2014). Dat deze politieke rol vandaag de dag niet altijd even evident is, tonen

volgende tendensen.

Ten eerste is er de relatie met de burger. Door de ontzuiling is de vanzelfsprekende

band van gezinnen en gemeenschappen met bepaalde organisaties verdwenen. De

samenhang tussen middenveldspelers en hun achterban kent een minder stabiele

ondergrond. Dit wordt versterkt door de intrede van het management- en

marktdenken bij middenveldorganisaties. Enerzijds betekent die intrede een meer

Page 14: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

9

klantgerichte houding tegenover leden. Anderzijds gaan burgers zelf zich meer

opstellen als klanten die hun lidmaatschap vooral koesteren omwille van de

economische voordelen, minder omwille van een gedeelde visie over hoe een

samenleving dient te functioneren (Huyse, 2014).

Ten tweede is er de relatie met de overheid. In deze relatie zijn samenwerking en

consensus een centrale rol gaan spelen (Debruyne & Van Bouchaute, 2014).

Daarbij lijken middenveldorganisaties hun legitimiteit voornamelijk te verlenen aan

hun sociale opdracht, namelijk het bewaren van de sociale cohesie. Wanneer

partnerschap en het verenigen van mensen de hoofdfocus krijgen, bemoeilijkt dit

de politiserende werking van het middenveld. Het staat namelijk in contrast met

het middenveld als autonome en kritische tegenstem. Dit zijn geen éénzijdige

tendensen die het middenveld overkomen. Middenveldorganisaties bekrachtigen

deze zelf door het innemen van een eerder brave opstelling als loyale en

voorbeeldige partner.

1.3.5 Van een representatieve naar een participatieve democratie

Bovengenoemde tendensen zorgen ervoor dat onze huidige representatieve

democratie onder hoge druk ligt. De representatieve democratie baseert zich op

volksvertegenwoordiging: tijdens verkiezingen leggen burgers een deel van hun

politieke macht in de handen van afgevaardigden. Deze verkozenen ontfermen zich

op verschillende niveaus over de wetgevende macht. Op hun beurt kiezen

volksvertegenwoordigers diegenen die de uitvoerende macht als bevoegdheid

krijgen.

Dit politieke systeem wankelt. Historicus en auteur Van Reybrouck (2013) zoekt de

verklaring in een evenwichtsoefening waarmee elke staatsvorm geconfronteerd

wordt: die tussen legitimiteit en efficiëntie. Legitimiteit wijst op de mate van

vertegenwoordiging, draagvlak en steun die gepaard gaat bij het voeren van een

beleid. Efficiëntie gaat over de doeltreffendheid waarmee datzelfde beleid tot stand

komt. Volgens Van Reybrouck bevinden zowel de legitimiteit als de efficiëntie bij de

Westerse representatieve democratieën zich in een crisis. Meerdere factoren dragen

hier aan bij.

Steeds minder mensen voelen zich geroepen om hun stem te geven tijdens

verkiezingen. Bij diegenen die dit wel doen, neemt de wisselvalligheid in

partijvoorkeur toe en het partijlidmaatschap af. Deze evoluties maken dat de

legitieme grond onder de voeten van verkozen politici afbrokkelt. Kijkend naar de

efficiëntie stelt Van Reybrouck vast dat een daadkrachtig beleidsmaker afgestraft

wordt door de kiezer. Steeds vaker verliezen partijen na een regeringsdeelname

een aanzienlijk percentage van hun stemmen. Efficiënt regeren wordt ook steeds

Page 15: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

10

minder evident omwille van Europese regelgeving, internationale overeenkomsten

en een toenemend begrotingsschuld.

De efficiëntie-en legitimiteitscrisis komt overeen met Huyses (2014) verhaal rond

verlies aan daadkracht en draagvlak. Een verlies aan daadkracht omwille van de

toenemende macht van internationale economische spelers op nationaal beleid

maar ook omdat politici zichzelf beperken door vast te houden aan de zogenaamde

noodzakelijkheid van hun gevoerd beleid. Een verlies aan draagvlak aangezien

transnationale en economische spelers grote invloed hebben op het beleid maar

geen representativiteit verschuldigd zijn tegenover kiezers.

Verschillende antwoorden bieden zich aan op de representatieve impasse. Zo pleit

Van Reybrouck voor een deliberatieve democratie op basis van loting. Burgers

worden geloot en krijgen een plaats in wetgevende overheidsorganen. Centraal

staat overleg en het geloof in de kracht van iedere burger om medezeggenschap te

verwerven. Aanhangers van referenda en volksvergaderingen geloven dan weer in

de directe democratie als alternatief (Van Reybrouck, 2013).

Verder beschrijven Van Roy en Schouppe (2014) de toenemende spontane bottom-

up burgerinitiatieven. Formele inspraak- of participatiestructuren aan het beleid

verliezen voor burgers aan geloofwaardigheid en daarom nemen ze het heft in

eigen handen. Deze initiatieven hebben een verschillende focus. Zo zijn er burgers

die zich praktisch en doe-gericht organiseren. Voorbeelden zijn de opkomst van

repaircafés, tuindelen, geefpleinen,... Anderen zetten eerder in op kennis-en

netwerkdeling om zo met een gedegen voorstel te kunnen wegen op het beleid.

Al deze antwoorden hebben één ding gemeenschappelijk: ze weerspiegelen de nood

aan meer burgerparticipatie aan het beleid. De representatieve democratie wordt

steeds meer aangevuld door de participatieve democratie. Huyse (2014) ziet in het

lokale niveau een groot potentieel als vertrekpunt om de democratie te helen. Ook

Van Roy en Schouppe (2014) zien in het niveau van steden en gemeenten de

meeste doorgroeikansen voor de participatieve democratie. Naar dit niveau gaat

dan ook de focus in deze scriptie.

1.3.6 Lokale beleidskwesties

Dat de kiemen van de participatieve democratie voornamelijk lijken te groeien in

het lokale niveau hoeft niet te verbazen. Het is in hun eigen wijk, buurt, gemeente

of stad dat burgers het meest rechtstreekse voeling hebben met het gevoerde

Page 16: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

11

beleid. De beleidsgebieden op gemeentelijk niveau zijn: cultuur, jeugd, sport,

leefmilieu, welzijn, openbare werken en ruimtelijke ordening (Verbeek, 2000).

Het lokale niveau kent ook een steeds groter wordende autonomie. Volgens het

subsidiariteitsprincipe dient beleid gevoerd te worden op het meest geschikte

niveau. Gemeenten staan dicht bij hun bevolking en zouden meer voeling hebben

met wat er leeft omtrent welzijn, jeugd, cultuur, sport,... Dit resulteert in

decentralisering: een overheveling van bevoegdheden naar ‘lagere’ niveaus.

Gemeenten kunnen rond eerder vernoemde thema’s overwegend zelf de

beleidskrachtlijnen en geldverdeling bepalen (Leroy, 2015).

1.3.7 Conclusies

Beleidsbeïnvloeding blijkt veelal een langdurig proces te zijn dat gepaard gaat met

het vinden en benutten van een machtsbasis. Burgers beschikken zowel over

formele als informele manieren om deze macht vorm te geven.

Beleidsbeïnvloeding staat niet op zichzelf maar wordt bepaald door

maatschappelijke tendensen. Zo zorgen de democratisering van het onderwijs en

de opkomst van sociale media er voor dat burgers over heel wat informatie- en

communicatiekanalen beschikken om ook effectief tot beleidsbeïnvloeding over te

gaan.

Dit hoofdstuk kaderde zowel de relatie van burgers, overheid als het middenveld

met beleidsbeïnvloeding. Volgend hoofdstuk diept het standpunt uit van de burgers,

meer bepaald diegenen die zich verenigen in een burgerinitiatief.

Page 17: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

12

2 Bottom-up burgerinitiatieven

In volgend hoofdstuk zoom ik in op het perspectief van bottom-up

burgerinitiatieven. Ik ga na wat hen kenmerkt, welk parcours ze doorlopen, wat

hen al dan niet succesvol maakt en welke drempels ze op hun pad tegenkomen.

Deze bevindingen toets ik af aan de praktijk door middel van interviews met

burgerinitiatieven. In deze interviews komt ook aan bod welke ondersteuning zij

nodig hebben en hoe een middenveldorganisatie zoals De Wakkere Burger deze kan

bieden.

2.1 Begripsomschrijving

Het begrip burgerinitiatieven dekt meerdere ladingen. Zo kan een burgerinitiatief

verwijzen naar het recht dat burgers hebben om een eigen idee of thema aan bod

te laten komen tijdens een gemeenteraadszitting (Hartman & Sahin, 2013). De

burgerinitiatieven waarop ik in deze scriptie de focus leg, kennen een andere

betekenis. Het gaat om burgers die zich verenigen in een actiegroep of

burgercomité. Vanuit verontwaardiging en/of vanuit geloof in andere manieren om

vorm te geven aan de samenleving, trachten ze verandering te brengen in een

bepaalde beleidskwestie.

Binnen deze burgerinitiatieven bestaan er enkele verschillen. De eerder vernoemde

doe-democratische initiatieven brengen heel wat beweging in de samenleving. Door

het tonen van alternatieven kunnen zij zeker invloed uitoefenen op het beleid, al zal

dit eerder onbewust en onrechtstreeks gebeuren. Burgers die samenkomen in

actiegroepen of burgercomités beogen meestal doelbewust beleidsbeïnvloeding. Het

zijn deze burgerinitiatieven die onderwerp zijn van deze scriptie.

Volgens De Rynck en Pinxten (2012) behoren deze lokale burgerinitiatieven tot de

‘burgermaatschappij’. De burgermaatschappij kent gelijkenissen met het

maatschappelijk middenveld. Zo hebben ze beide drie functies: de sociale,

democratische en politieke functie. Toch overstijgt de burgermaatschappij de

klassieke invulling van het middenveld omdat het niet enkel professionele en

gestructureerde organisaties omvat maar ook vrijwillige, horizontale en eerder

tijdelijke verbanden tussen mensen. Door het delen van kennis en meningen

voeden deze actoren het publieke debat. Deze inbreng komt er niet op vraag van

overheden maar vanuit eigen betrokkenheid. Het is bottom-up, van onderuit. Deze

verbanden beogen daarnaast geen winst en ze zijn niet gebaseerd op emotionele

banden. De burgermaatschappij bevindt zich dus in een unieke sfeer, namelijk

tussen de privé- en publieke sfeer.

Page 18: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

13

Wat in het oog springt is dat de inrichting van de publieke ruimte vaak het

strijdpunt is van actiegroepen of burgercomités. De verklaring hiervoor zoekt Hoet

(2014) in de toenemende focus op het individuele verantwoordelijkheidsmodel.

Aandacht en engagement voor de publieke ruimte is een reactie hierop. De aanleg

van pleinen, parken of straten is een herkenbaar voorbeeld van collectieve

verantwoordelijkheid, zowel van burgers als van politici.

2.2 Werking

Er bestaan uiteenlopende ontstaansredenen voor burgerinitiatieven. Toch zijn de

gelijkenissen op vlak van werking, successen en tegenslagen tussen deze

groeperingen groot. Dit deel verkent hun gelijkaardige parcours.

2.2.1 Stappen

Tamboryn (2013), zelf ervaren actievoerder, belicht zes verschillende stappen die

actiegroepen doorlopen. Elke actiegroep wordt getriggerd door een bepaalde

kwestie. Daarom is de eerste stap die van het uitvoerig analyseren van zo’n

kwestie. Tamboryn spreekt bij deze analyse van de ‘metafase’ en de ‘operationele

fase’. In de metafase onderzoekt men welke visie en missie de groep wil uitdragen

en welke alternatieven er eventueel voor handen zijn. Deze standpunten worden in

de operationele fase verfijnt tot concrete acties, strategieën, leuzen, een

planning,…

Informatieverzameling is de tweede stap. In dossiers en databanken grasduinen,

cijfermateriaal verzamelen, statistieken raadplegen,… Het is een tijdrovende stap

maar dossierkennis en expertise zijn essentieel om overtuigende argumenten

boven te halen ten aanzien van overheden.

De derde stap is die van mobilisatie. De visies en informatie uit de vorige fases

dienen namelijk overgebracht te worden op de eigen achterban, potentiële partners

maar ook op externe voorstanders zoals wetenschappers, pers, beleidsmakers,…

Om deze groepen te overtuigen, vormen media en lobbywerk grote hulpbronnen.

Een grote valkuil bij mobilisatie is het zich enkel richten op een eensgezind publiek.

De kracht zit er net in om over partijgrenzen heen je standpunt toe te lichten en de

neutrale menigte aan te spreken.

Na mobilisatie is het tijd voor actie. Er bestaan heel wat verschillende

actiemiddelen. Een veelvuldig gebruikt instrument is het opstellen van een petitie.

Handtekeningen worden verzameld en overgeleverd aan de betrokken

overheidsspelers. Wie een groot publiek wil bereiken kan een opiniestuk schrijven

in een krant. Ook publieke optredens, zoals het organiseren van een demonstratie

of het bezetten van een gebouw kan rekenen op heel wat aandacht. De keuze voor

het actiemiddel hangt steeds af van het doel dat men ermee wil bereiken.

Page 19: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

14

Waarvoor een actiegroep staat en wat het onderneemt, dient gecommuniceerd te

worden. Het gebruiken van een sprekend logo, beeldmateriaal of een aanstekelijke

leuze zorgt voor herkenbaarheid en aantrekkelijkheid bij het publiek. Een grote

hulp voor actiegroepen is het beheren van een eigen facebookpagina, nieuwsbrief

of een actuele website. Deze fora bieden een laagdrempelige manier om een

publiek aan te spreken en op de hoogte te houden.

De laatste stap is die van evaluatie, al hanteert men een evaluerende houding best

doorheen alle stappen.

2.2.2 Machtsverwerving

Volgens Christiaens (2014) is de kern van participatie machtsdeling. Niet enkel

beleidsmakers kennen macht omwille van hun bevoegdheden, ook georganiseerde

burgers kunnen hier aan deelnemen. Er bestaan verschillende soorten macht die

actiegroepen kunnen bekomen:

Tabel 1: Verschillende manieren om macht te verkrijgen

Bron: Christiaens (2014).

De macht van het getal kunnen actiegroepen verwerven door het overhandigen van

een succesvolle petitie. Dit document kan een bestuur erop wijzen dat een groot

deel van hun kiezers niet achter hun beleid staan. Onder de juridische macht valt

het stappen naar de Raad van State. Deze juridische procedure kan een laatste

poging zijn om beleidsmakers van koers te doen wijzigen. Wanneer actiegroepen

wetenschappers of professoren onder hun vleugels nemen, zetten ze niet enkel in

op de deskundigheidsmacht maar ook op de macht van het persoonlijk gezag.

2.2.3 Succesfactoren

Om hun strijdpunten of voorstellen te kunnen doorvoeren, stellen burgerinitiatieven

best verwachtingen ten aanzien van zichzelf en hun werking.

Dierckens (2015) geeft factoren weer die noodzakelijk zijn om te kunnen spreken

van een succesvolle actiegroep of bewonerscomité. Een eerste factor is die van

kennis. Zoals Tamboryn (2013) ook al aankaartte, is dossieropbouw cruciaal om

Macht Basis

Getal We zijn met meer

Overtuiging Wij weten wat goed is

Deskundigheid Wij weten het beter

Positie Wij hebben de macht

Relatie Wij kennen de macht

Juridisch Wij krijgen de macht

Persoonlijk gezag Er wordt naar mij geluisterd

Page 20: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

15

sterk te staan tegenover professionele deskundigen of overheidsactoren. Belangrijk

hierbij is dat men beroep kan doen op expertise vanuit verschillende invalshoeken,

zowel intern als extern. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid van je comité. Dit

is ook één van dé successen bij de Antwerpse burgerbeweging stRaten-generaal.

Door middel van hun aangelegde knowhow en alternatieve modellen die ze in het

buitenland haalden, overtroffen ze op sommige vlakken de vakkennis van

professionele overheidsmedewerkers.

Een realistische en constructieve houding aannemen, is eveneens van belang. Enkel

tegen iets zijn, kan een averechts effect creëren. Het aanbieden van een alternatief

met een groot draagvlak brengt kansen voort. Zo vond Ringland met haar voorstel

om de Antwerpse Ring te overkappen heel wat gehoor, zowel bij burgers als

beleidsmakers. In plaats van te focussen op conflicten of tegenstanders heeft een

actiegroep beter oog voor potentiële bondgenoten of samenwerkingsverbanden.

De tips die Claeys (2013) mee wil geven aan actiegroepen of burgercomités zijn

gelijkaardig aan die van Dierckens. Wat Claeys eraan toevoegt, is het belang van

zichtbaarheid en tijdigheid. Zichtbaar zowel door middel van mediakanalen als in de

eigen buurt. Een actiegroep die belangrijke mediaspelers aan de haak slaat maar

geen contact onderhoudt met de buurt, wijk of gemeente waar ze actief is, mist

haar relevantie. Daarnaast is er de factor tijdigheid. Zo vroeg mogelijk aansluiten

bij een besluitvormingsproces verhoogt de kans op het bereiken van je doelen. In

de eerste fases is er namelijk nog meer speling en kunnen argumenten of

voorstellen van comités mee verrekend worden. Dat tijdigheid geen gemakkelijk

op te volgen advies is, tonen volgende drempels.

2.2.4 Drempels voor beleidsbeïnvloeding

Al zijn burgerinitiatieven nog zo voorbereid en feilloos georganiseerd,

beleidsbeïnvloeding is geen evidente klus. De beleidsbeïnvloeding die

burgerinitiatieven trachten te realiseren, is en blijft een wisselwerking met

beleidsmakers. Beleidsmakers die ofwel voor ofwel tegen hun standpunten zijn.

Meestal echter is er de confrontatie met die laatste groep.

Claeys (2013) spreekt over drie hoge drempels waar actieve burgers tegenaan

botsen in hun contact met overheden. De eerste drempel is volgens hem de

machtspolitiek. Politici voeren beleid met het oog op een herverkiezing, een

bevestiging van hun machtspositie. Burgerparticipatie aan het beleid houdt onder

meer in dat er transparantie heerst over genomen of toekomstige plannen.

Daarnaast is de uitkomst van zo’n participatieproces erg onvoorspelbaar. Burgers

die delen in de macht kunnen dus een bedreiging vormen voor politici en hun

Page 21: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

16

partijbelangen. Een weigerachtige houding tegenover kritische burgers is dan snel

genomen. Betweterij vormt volgens Claeys de tweede drempel. Bestaande

beleidsplannen aanpassen of intrekken zou volgens politici enkel tijd -en

belastinggeldverspilling opleveren. Achterkamerpolitiek treedt op als derde

drempel. Politieke besluiten worden wel eens genomen buiten de openbare en

controleerbare kanalen. Deze niet-transparante besluitvorming maakt dat burgers

minder tijdig kunnen reageren op een bepaalde beleidskwestie.

Tijdigheid staat volgens Tamboryn (2013) ook onder druk door de andere bril

waardoor overheid en activisten naar beleidskwesties kijken. Waar de overheid

vooral oog heeft voor de opbrengst of het finale eindresultaat van een bepaald plan

zal de activist zich meer richten op de externe kosten of de bijeffecten ervan op

lange termijn. Dit zorgt niet enkel voor verschillende beoordelingscriteria, het

maakt ook dat hun timing niet gelijk loopt.

2.3 Burgerinitiatieven aan het woord

Om de verzamelde informatie over beleidsinvloed en burgerinitiatieven enerzijds

aan te vullen en anderzijds af te toetsen aan de praktijk, nam ik interviews af bij

burgerinitiatieven. De focus van deze interviews lag op hun ervaringen met het

beïnvloeden van beleid. Andere focussen zoals de groepsdynamiek binnen een

actiegroep of het profiel van actievoerders zouden heel wat interessante inzichten

opleveren maar wijken te sterk af van de hoofdfocus van deze scriptie. Om de

bevindingen uit volgende interviews te concretiseren en te onderbouwen, zijn

enkele citaten met toestemming van de bevraagde burgers opgenomen in deze

tekst.

De interviewvragen zijn opgebouwd rond drie hoofdthema’s. Bij het eerste thema

wordt er nagegaan hoe deze burgerinitiatieven het beleid trachtten te beïnvloeden.

Deze vragen komen aan bod: Welke acties ondernamen ze? Welke waren hiervan al

dan niet succesvol? Wat voor houding namen ze aan tegenover beleidsmakers? Het

tweede onderwerp focust op de drempels of knelpunten die deze groepen

tegenkwamen om invloed uit te oefenen. Deze knelpunten kunnen zich zowel

intern, binnen de groep, als extern afspelen. De focus gaat uit naar drempels

afkomstig van derden. Als laatste zijn er de ondersteuningsnoden van deze

burgerinitiatieven en de rol die De Wakkere Burger hierin kan opnemen.

Bij de keuze voor de burgerinitiatieven waarvan interviews werden afgenomen, is

er rekening gehouden met enkele criteria. Dit om de diversiteit en representativiteit

te waarborgen, voor zover dit mogelijk is bij een relatief beperkt aantal actoren.

Page 22: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

17

Er is een geografische spreiding bij de burgerinitiatieven. De eerste drie groepen

komen uit drie verschillende provincies; West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en

Antwerpen. Daarnaast hebben zij elk een ander gemeenteprofiel. Deze profielen

zijn overgenomen van de Belfius-indeling die raadpleegbaar is op de site

www.lokalestatistieken.be. De profielen zijn: regionale stad (Turnhout, De Koep);

sterk verstedelijkte gemeente met lage inkomens (Ronse, Geen streep door

Ronse); landelijke en agrarische gemeente met industriële activiteit (Loppem, De

Witte Pion).

Naast deze geografische diversiteit is er op vlak van thema aandacht gegaan naar

differentiatie. Twee actiegroepen richten hun pijlers op aangelegenheden m.b.t.

ruimtelijke ordening. Ze leggen hier verschillende accenten: natuurbehoud,

mobiliteit en leefomgeving en lokale economie. Burgerbeweging De Koep

onderscheidt zich van de anderen door in te zetten op meer sociaal-culturele

thema’s.

Na deze 3 interviews voerde ik een rondetafelgesprek: een gezamenlijke discussie

met drie ervaringsdeskundigen rond beleidsbeïnvloeding en bottom-up

burgerinitiatieven. Dit gesprek kwam er in de eerste plaats om mijn bevindingen uit

voorgaande interviews met burgerinitiatieven af te toetsen. Daarbij brengt de meer

beschouwende kijk van deze ervaringsdeskundigen een andere en waardevolle

insteek met zich mee. Bij de samenstelling van dit panel werd het evenwicht op

vlak van achtergronden bewaakt. De ervaringsdeskundigen komen zowel uit de

bedrijfswereld, de politiek, de journalistiek als uit het sociaal-culturele werkveld.

De interviews focussen op beïnvloeding van lokaal beleid. Toch zijn de meeste

beleidskwesties waarmee deze burgerinitiatieven geconfronteerd worden ook

verweven met andere beleidsniveaus: provinciaal of Vlaams.

2.3.1 Burgerinitiatief 1: Actiecomité Geen Streep door Ronse

Voor dit interview sprak ik met Frank Vercleyen en Jan Laleman. Frank treedt op als

woordvoerder, Jan is lid van het comité. Samen zijn ze vanaf de start betrokken bij

het actiecomité ‘Geen Streep door Ronse’.

Dit comité is aan haar 3de levensjaar toe. De aanleiding van haar ontstaan: de

doortrekking van de N60 door Ronse. Dit tracé is een plan van de Vlaamse

Regering en wordt ondersteund door het lokale stadsbestuur. De reden dat vijftien

Ronsenaren zich verenigden in een actiegroep: verontwaardiging over de

ecologische gevolgen, de hoge financiële kost, de niet-communicatieve opstelling

van het lokale stadsbestuur en de zogenaamde noodzakelijkheid dat dit beleidsplan

met zich meedraagt.

Page 23: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

18

Het hoofddoel van dit comité is weerwerk bieden aan het lokale stadsbestuur en de

Vlaamse regering, met het gehoopte gevolg het geplande tracé tegen te houden.

Een belangrijk nevendoel is een bewustzijn losmaken bij de inwoners van Ronse,

een bewustzijn over de toekomst van hun stad die volgens het actiecomité in het

gedrang is. In volgende paragrafen komt aan bod welke acties ze namen om deze

doelen te verwezenlijken en welke obstakels hun pad kruisten.

2.3.1.1 Succesfactoren voor beleidsbeïnvloeding

Dit actiecomité ondernam al heel wat acties om invloed uit te oefenen. Het

opstellen van een petitie, het flyeren op de stadsmarkt, via krantenartikelen en tv-

reportages een groot publiek bereiken, het organiseren van een debat tot het

stappen naar de Raad van State. Het kwam allemaal aan bod.

Terugkijkend op hun parcours stellen ze vast dat ze meer bereikt hebben met hun

constructieve acties dan hun meer anti-gezinde activiteiten. Zo vindt er een

jaarlijkse processie in Ronse plaats. Indien de doortrekking van de N60 er door

komt, zou deze stoet haar vaste route verbroken zien. Om dit in de kijker te zetten,

en om zelf persaandacht te vergaren, zette het actiecomité tijdens deze processie

een protestactie op poten. Dit viel niet in goede aarde bij de processie-aanhangers.

In plaats van bewustmaking te realiseren, veroorzaakten ze onbegrip en aversie bij

inwoners uit Ronse.

Het debat dat ze organiseerden bracht wel het effect waarop ze hadden gehoopt.

Zowel pro- als tegenargumenten kregen een plaats. Een professor met verkeer en

mobiliteit als specialisatie, uitgenodigd door het comité, ontkrachtte elk pro-

argument. De aanwezige burgemeester kon vele vragen van bezorgde bewoners

niet gedegen beantwoorden. Na deze activiteit merkte het comité dat hun

boodschap gehoor en steun kreeg bij bewoners in Ronse. Dit gaf hen de motivatie

om door te zetten. Voor dit debat werden alle partijen uitgenodigd. Dit was hun

insteek van bij het begin, namelijk een zo neutraal mogelijke opstelling uitdragen

over partijgrenzen heen. Om nog meer invloed uit te oefenen op het stadsbestuur,

zien ze een kans in het oprichten van een eigen politieke partij. Dit liever dan hun

kar aanhangen bij een bestaande partij. Momenteel echter vormt het financiële

plaatje hiervoor een struikelblok.

2.3.1.2 Drempels

De drempels waarmee de leden van ‘Geen Streep door Ronse’ in aanraking kwamen

in hun relatie met het stadsbestuur, komen sterk overeen met diegenen die Claeys

(2013) beschrijft.

Page 24: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

19

Zo vonden de comitéleden het vooral moeilijk dat het tracé voorgesteld werd als

een voldongen feit. Het leek alsof er absoluut geen mogelijkheden meer waren voor

burgers om wijzigingen aan te brengen. Het bleef bij éénzijdige

informatieoverdracht. Dit stemt overeen met de effecten van achterkamerpolitiek.

Wanneer men beleidsplannen binnenskamers en ‘en petit-comité’ bespreekt, sluit

men de deur voor inbreng van burgers.

Daarnaast werd het comité geconfronteerd met een volgens hen arrogante en

negerende houding vanuit politici. Het stadsbestuur had geen oor naar hun verhaal

en alternatieve voorstellen. Hier lijkt de zogenaamde betweterige houding mee te

spelen, de tweede drempel die Claeys beschrijft. Tot slot stelt het comité vast dat

privébelangen en machtsbevestiging een grote rol spelen in het stadsbestuur van

Ronse. De doortrekking van de N60 is namelijk een groot project waar heel wat

prestige en nieuwswaarde mee valt te rapen voor de betrokken politici en hun

partijen. Ook dit zette een rem op de toenaderingsacties van het comité naar lokale

politieke partijen.

Naast deze drie drempels vormt het draagvlak creëren bij de oud-bewoners in

Ronse een ander knelpunt. De boodschap van het actiecomité slaat sterker aan bij

nieuwe bewoners dan diegene die er sinds langere tijd wonen.

2.3.1.3 Ondersteuningsnoden

Ondersteuning ziet dit comité voornamelijk in informatie-en netwerkdeling tussen

gelijkaardige burgerinitiatieven. Jan Laleman verwoordt deze nood als volgt:

En vooral, als je er zo aan begint, voel je je zo’n beetje de eenzame

proteststem in de woestijn. Maar als je dan mensen uit hun ervaringen

hoort spreken dan heb je zoiets van, potverdorie dat is hier krak

hetzelfde, hetzelfde liedje. Je krijgt er argumenten en verwittigingen bij.

(persoonlijke communicatie, 31 maart, 2016)

Na ontmoetingen met andere actievoerders stellen de comitéleden vast dat de

onderlinge gelijkenissen enorm groot zijn. Actiegroepen of burgercomités worden

volgens hen geconfronteerd met dezelfde problemen en zoeken naar dezelfde

antwoorden. De Wakkere Burger zou hier dus enerzijds kunnen optreden als

informatiebankverzamelaar. Kennis en expertise omtrent procedures en

bevoegdheden zou zo vlot toegankelijk kunnen worden voor elk actiecomité.

Daarnaast zou De Wakkere Burger gelijkaardige groepen met elkaar kunnen

verbinden. Vercleyen spreekt over het optreden als makelaar:

Dergelijk netwerk vinden, er contact mee hebben en hun verhaal horen zou

al heel veel verduidelijkt hebben op vragen: Wat kunnen we doen? Wat

kunnen we verwachten? Wat is de termijn? Dus een soort makelaarsrol, die

Page 25: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

20

mensen in contact brengt met elkaar, dat zou wel heel nuttig zijn. (persoonlijke

communicatie, 31 maart, 2016)

Naast het ondersteuning bieden aan burgerinitiatieven, hoort De Wakkere Burger

volgens de leden van dit actiecomité ook een sensibiliserende rol in te nemen

tegenover openbare besturen. Deze organisatie zou bij hen kunnen pleiten om

burgers echt te laten deelnemen bij de totstandkoming van nieuwe projecten, met

een open debat over de voor-en nadelen van een plan.

2.3.2 Burgerinitiatief 2: De witte pion

In 2006 ging het nieuws de ronde dat Loppem, een deelgemeente van Zedelgem,

de locatie werd voor het nieuwe Club-Bruggestadion met winkelcomplex.

Verontwaardigde en bezorgde bewoners kwamen samen op een eigen

informatiemoment. Op die avond begint een kerngroep van vijftien personen aan

haar zes jaar durende beleidsbeïnvloedingsproces. De witte pion was geboren.

Het strijdpunt van deze actiegroep vond weerklank op verschillende niveaus. De

locatiekeuze voor het voetbalcomplex kwam van het bestuur van voetbalploeg

Club-Brugge. De bouwvergunning lag in handen van de toenmalige Vlaamse

Regering die op haar beurt de standpunten afwachtte van de betrokken lokale

besturen: de deelgemeenten van Brugge en de stad Brugge zelf.

Om terug te blikken op het beleidsbeïnvloedingsproces van De witte pion zat ik

samen met Matthias Van Den Bulcke, Wim Devriendt en Ides D’hondt, drie

geëngageerde mannen die er van begin tot einde bij waren.

2.3.2.1 Succesfactoren voor beleidsbeïnvloeding

De actievoerders van De witte pion ontwaren uit al hun acties drie verklaringen

voor hun succes. Inhoudelijk sterke argumentatie is er één van. Je kan nog zo luid

protest voeren als je wil, zonder grondig onderzochte redenen geraakt men als

actiecomité volgens hen nergens. Binnen de groep waren er drie à zes personen die

studie-en onderzoekwerk verrichtten rond milieu, mobiliteit, sport,... Devriendt stelt

dat het “in de eerste plaats belangrijk is dat je inhoudelijk sterke argumenten hebt

om tegen iets in te gaan. Ik zelf ben geen roeper, ik ga mij ook pas aan iets zetten

als ik er in geloof ” (persoonlijke communicatie, 12 april 2016).

Die argumentatie moet uiteindelijk terechtkomen bij diegenen die enige macht in

handen hebben. Hier komt het belang van netwerken bij kijken. Zowel in het

verenigingsleven als op het lokale, provinciale en Vlaamse niveau trachtten ze

gehoor te vinden voor hun standpunt. Zo trokken ze meermaals naar Brussel om te

spreken met kabinetsmedewerkers, parlementsleden en ministers. Soms voelden ze

zich door hen gehoord, andere keren niet.

Page 26: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

21

Dat ze tot op zo’n hoge niveaus toegang vonden had weliswaar ook te maken met

de aard van het dossier zelf. Toch zou deze netwerking volgens hen niet hebben

kunnen plaatsvinden indien ze hun partijpolitiek neutrale mentaliteit niet zo sterk

hadden bewaakt. Deze opstelling zit al in hun naam: ‘witte’ verwijst naar de regel

dat iedereen die deel wilde uitmaken van deze actiegroep, haar eigen kleur diende

af te leggen.

Als bijkomend aandachtspunt erkent ook De witte pion de waarde van een

constructieve en niet te fanatieke houding.

2.3.2.2 Drempels

Dit stadiondossier raakte bij velen een erg gevoelige snaar. Binnen partijen en

binnen dorpen bestond er grote polarisatie. De witte pion kreeg dan ook te maken

met heel wat tegenkanting van medeburgers en voetbalsupporters.

Daarnaast halen ze het politieke spel aan als drempel. Dit

beleidsbeïnvloedingsproces was voor hen een echte eyeopener op dat vlak.

Gaandeweg beseften ze dat het eigenlijke dossier vaak het onderspit moest delven

voor de machtsstrijd tussen politici of partijen en voor de prestigieuze successen

die er te rapen vielen. Toch merkten ze grote verschillen tussen de intentie

waarmee politici hun taken verrichtten. Sommigen leken namelijk wel echt waarde

te hechten aan de inbreng van De witte pion als onafhankelijk bottom-up

burgerinitiatief.

2.3.2.3 Ondersteuningsnoden

Deze actiegroep is spontaan en snel ontstaan omwille van de grote dringendheid

die de leden ervaarden om iets te ondernemen. Bij de start had De witte pion dan

ook het gevoel met een wit blad te moeten beginnen. Gaandeweg en al doende

leerden ze op korte tijd veel bij. Wat ze echter nuttig hadden gevonden was enige

opstarthulp: inzicht in het verloop van zo’n beleidsbeïnvloedingsproces en de

procedures die een actiegroep dient na te leven. Daarnaast zouden ze praktische

tips omtrent communicatie, omgang met (sociale) media en actiemethodieken erg

zinvol hebben gevonden.

2.3.3 Burgerinitiatief 3: De Koep

In 2013 schreef een bezorgde jongere een brief aan het Turnhoutse stadsbestuur.

Aanleiding: het toenmalige plan van het stadsbestuur om het jeugdhuis De

Wollewei te verkopen. Naast de jeugdraad stond ook De Koep hem bij. Deze prille

burgerbeweging spoorde haar uitgebreide netwerk aan om een petitie te

ondertekenen en zich niet neer te leggen bij dit plan. Dit dossier lokte heel wat

Page 27: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

22

verontwaardiging uit in de stad en daarbuiten. Het kon dan ook rekenen op grote

belangstelling van pers en politici, ook op nationaal niveau. Deze actie is

kenmerkend voor de huidige werking van De Koep. Naast eigen initiatieven treden

ze namelijk vooral faciliterend op voor andere ideeën. Wel dienen deze ideeën

steeds bij te dragen aan een meer rechtvaardig, aangenaam en duurzaam

Turnhout. Ik sprak met Karl van den Broeck, penningmeester bij De Koep, over de

manier waarop ze trachtten het beleid te beïnvloeden, de drempels die ze hierbij

tegenkwamen en de ondersteuning waar ze nood aan hebben.

2.3.3.1 Succesfactoren voor beleidsbeïnvloeding

De Koep is ontstaan uit een ‘tegen-verhaal’, maar waar deze beweging vooral op

inzet zijn positieve alternatieven en samenwerking. De relatie met het stadsbestuur

verloopt ook goed. De Koep voelt zich door verschillende politieke partijen, die

momenteel in de meerderheid zetelen, ondersteund. Ook al zijn ze blij dat er

vanuit besturen meer aandacht gaat naar participatief beleid, toch willen ze

waakzaam blijven. De slogan van de stad Turnhout is dan wel ‘samen stad maken’,

dit mag volgens De Koep geen afwenteling betekenen van

overheidsverantwoordelijkheden.

Naast de focus op een constructieve houding en dialoog, halen ze hun netwerk aan

als succesfactor. De leden van De Koep kunnen rekenen op stevige contacten met

zowel de inwoners van de stad, middenveldorganisaties, bedrijven, media-actoren

en politici. Dit helpt hen om draagvalk en kenbaarheid uit te bouwen, zowel voor

hun eigen initiatieven als die van anderen.

2.3.3.2 Drempels

De Koep moet zich vaak verantwoorden tegenover het verwijt dat ze zouden

handelen uit eigen en/of politiek belang. Karl van den Broeck vindt dat “de

moeilijkheid altijd blijft om aan te tonen dat De Koep er niet voor zichzelf is en dat

wij ook geen partijpolitieke ambitie hebben” (persoonlijke communicatie, 18 maart

2016).

Ze erkennen dat ze zelf sterke visies hebben over hoe het samenleven volgens hen

het best vorm krijgt en er zitten mensen bij De Koep die ook een politieke functie

uitoefenen. Maar ze waken erover dat deze functies niet gemengd worden met de

activiteiten van De Koep. Daarnaast proberen ze, als één van hun initiatieven dat

vereist, alle politieke strekkingen te benaderen voor overleg.

Page 28: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

23

2.3.3.3 Ondersteuningsnoden

Wat ondersteuningsnoden betreft, brengt De Koep twee kernpunten naar voren:

kennis-en netwerkdeling. Qua kennis zouden ze graag beroep kunnen doen op

informatie over de rechten van actievoerders, over wat er allemaal komt kijken bij

het bezetten van publieke ruimte of het opzetten van een petitie. Sommige van hun

acties vonden noodgedwongen last-minute plaats, inzicht in hun rechten had hen

hierin kunnen ondersteunen.

Netwerkdelen is volgens De Koep één van de belangrijkste wapens van

burgerinitiatieven. Vanuit verontwaardiging komt al snel het gevoel iets zelf te

moeten oplossen, terwijl de verantwoordelijkheid hiervoor misschien wel bij

anderen ligt. Belangrijk is dus om eerst na te gaan wie waar mee bezig is, of mee

zou moeten bezig zijn vooraleer zelf in actie te schieten.

Naast rechtstreekse ondersteuning aan burgerinitiatieven benadrukt De Koep het

belang van debatten tussen burgers en lokale besturen. Burgers volgen vanachter

hun scherm politiek nieuws maar weten niet meer wat de politiek is of zou moeten

zijn. Lokale media berichten voornamelijk over korte nieuwsitems of conflicten en

politici zouden vooral besturen met een kortetermijnvisie. Samen discussiëren over

beleid op lange termijn gebeurt niet meer. De Koep ziet kansen in een

onafhankelijke organisatie als moderator van debatten tussen gemeenten en haar

inwoners.

2.3.4 Burgerinitiatief 4: rondetafelgesprek

De deelnemers aan dit gesprek zijn Paul Staes, Erik Tamboryn en Philippe

Liesenborghs. Paul Staes begon zijn carrière als journalist voor De Standaard en

Het Nieuwsblad. Hij was één van de grondleggers van de milieubeweging en

politieke partij Agalev. Zelf zetelde hij tien jaar in het Europees Parlement en is

gewezen senator. Daarnaast is hij voorzitter van Actiecomité Red De Voorkempen.

Dit comité voert al veertig jaar strijd; het tegenhouden van het duwvaartkanaal als

grootste verwezenlijking. Erik Tamboryn streefde met zijn actiegroep Daedalus

naar een eerlijke verdeling van het vliegverkeer rond Brussel Nationaal/Zaventem.

Professioneel ligt zijn ervaring in het bedrijfsleven en Maatschappelijk Verantwoord

Ondernemen. Philippe Liesenborghs is werkzaam als opbouwwerker bij

Samenlevingsopbouw. In zijn vrije tijd is hij actief bij burgerbeweging

OpgewekTienen. Deze beweging zet voornamelijk in op het stimuleren van

initiatieven die het actief burgerschap en het samenhorigheidsgevoel bevorderen in

de stad Tienen.

Page 29: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

24

2.3.4.1 Succesfactoren voor beleidsbeïnvloeding

Als eerste factor wijst Tamboryn, net zoals van den Broeck (De Koep), op het

belang van de aard van het strijdpunt of de kwestie. Het beleidsniveau, het thema

en de tegenstrevers waarop je inspeelt kunnen een grote rol spelen in je

slaagkansen. Op lokaal niveau ben je bijvoorbeeld al een grote stap vooruit als je

de juiste politicus kent en hiermee een goede relatie hebt. Indien dit niet het geval

is, zijn je vooruitzichten heel wat minder rooskleurig.

Naast het belang van de aard van de startpositie zijn er vijf pijlers waarop men best

inzet bij het nastreven van effectieve beleidsbeïnvloeding: legitimiteit, kwaliteit,

gedragenheid, publiciteit en partijpolitieke neutraliteit. Legitimiteit verkrijg je door

een streefdoel dat verder gaat dan enkel het veiligstellen van het eigenbelang. Het

engagement dat je toont komt niet (enkel) vanuit een persoonlijk treffen door een

bepaald beleid maar vanuit een bredere betrokkenheid op een buurt, gemeente,

samenleving,... Naast legitimiteit is er kwaliteit. Deze pijler omvat meerdere

aspecten. Eerst en vooral dient het streefdoel duidelijk en onderbouwd te zijn, met

feitelijke en aanwijsbare argumenten. Een voorwaarde voor degelijke onderbouwing

is dat de groepsleden verschillende competenties en achtergronden met zich

meedragen. Beroep kunnen doen op die interne expertise alsook het raadplegen

van externe specialisten vormt een grote meerwaarde.

Een kwaliteitsvol standpunt is gebaat bij een stevige achterban. Het draagt bij aan

overtuigingskracht wanneer mensen een idee dragen. Een treffend voorbeeld zijn

de fietsnummerplaatjes van actiegroep Ringland. Tal van fietsers in Antwerpen

rijden hiermee rond. Op een laagdrempelige en zeer zichtbare manier onderstrepen

zij zo hun eis om een overkapping van de Antwerpse Ring. Intrinsiek aan die

gedragenheid speelt hier ook het belang van kwantiteit of de macht van het getal.

Een bedrijf wil verkopen dus dat heeft consumenten nodig. Verkozenen die

willen verkozen worden dus hun dreefveer is stemmen. Sommigen hun

drijfveer is ook dat je gelijk hebt, hopelijk. Toch moet je van de twee punten

uitgaan, dat je gelijk hebt en ten tweede dat je gedragen bent. (Tamboryn,

persoonlijke communicatie, 11 mei 2016).

Publiciteit kan bijdragen aan deze achterbanopbouw. Ook Staes verwijst hiervoor

naar het succes van de actiegroepen rond de Antwerpse ring. Ademloos, stRaten-

generaal en Ringland krijgen steun van mensen uit de publiciteitssector. Weet

hebben van pakkende slogans en visualisatie is van essentieel belang als je een

groot publiek wil aanspreken en mobiliseren.

Het bewaken van partijpolitieke neutraliteit is de vijfde pijler. Meedoen in een

actiegroep of burgerbeweging dient strikt gescheiden te worden met meedoen aan

partijpolitiek. Geen politieke kleur bestempeld krijgen heb je volledig zelf in de

Page 30: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

25

hand. Een ideologisch discours voeren dient bijvoorbeeld absoluut vermeden te

worden. De eerder vernoemde feitelijke, evidence-based argumenten zijn dus niet

enkel ten dienste van de kwaliteit maar ook ter bewaking van een onafhankelijke

positie. Daarnaast dien je je te richten op ‘beleidsmakers’ en niet op ‘politici’. Ook

al bekleedde hij zelf politieke functies, volgens Staes hebben de bewegingen waarin

hij opereerde geen last gehad van partijpolitieke verwijten.

Men wist wat de overtuiging was maar omwille van de kwaliteit waarmee dat

onze dossiers naar buiten gingen was daar geen speld tussen te steken. Wij

hielden ons louter bezig met aantoonbare feiten. En dan stelde die vraag

naar partijpolitiek zich niet. (Staes, persoonlijke communicatie, 11 mei

2016)

2.3.4.2 Drempels

Volgens Liesenborghs is er nood aan een overheid die voeling heeft met bottom-up

initiatieven. In plaats van een sturende rol vraagt spontane beleidsparticipatie een

faciliterende/ondersteunende rol van overheden. Deze omslag ziet hij al wel

optreden bij centrumsteden maar nog te weinig in de kleinstedelijke context. Het

gebrek aan knowhow bij kleinere steden en gemeenten over deze nieuwe

aansluiting vormt een drempel voor beleidsbeïnvloeding. Hij merkt wel dat ze deze

omslag proberen te maken, maar het blijft nog heel zoekend.

Tamboryn acht deze zoektocht als een gedeelde verantwoordelijkheid. Vooraleer

burgerinitiatieven iets eisen van de overheid moeten ze eerst weten wat ze van

zichzelf verwachten. Er kan enkel naar hen geluisterd worden als ze zich degelijk

opstellen. Volgens Tamboryn zijn er namelijk heel wat groepen die enkel en alleen

hun eigenbelang verdedigen.

2.3.4.3 Ondersteuningsnoden

Op vlak van ondersteuning brengen ze alle drie andere prioriteiten naar voren.

Liesenborghs haalt het belang van uitwisseling aan tussen burgerinitiatieven

onderling. Hierbij geeft hij het rondetafelgesprek als voorbeeld. Hij merkt verschil

tussen zijn burgerbeweging en de groepen waar Tamboryn en Staes actief in waren

of zijn. Op sommige vlakken heeft hij absoluut geen ervaring maar toch herkent hij

vele verhalen en discussiepunten. Een organisatie als De Wakkere Burger kan deze

burgerinitiatieven samenbrengen en het delen van ervaringen en lessen

bevorderen.

Dat deze organisatie zich specialiseert op proces en niet op inhoud van beleid is

voor hem een grote meerwaarde. Inhoudelijke ondersteuning is volgens hem

gemakkelijk voor handen. Het proces daarentegen is op klein-stedelijk niveau

volgens hem weinig bekend. Het gaat hier om de verbinding tussen bottom-up,

spontane initiatieven en besturen met top-down insteek. Ervaringen hieromtrent

Page 31: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

26

zijn volgens hem te vinden bij het sociaal-culturele veld (buurt- en opbouwwerk),

het grootstedelijk niveau en praktijken in Nederland. Ons buurland zou bijvoorbeeld

beter weten wat ‘bestuur als facilitator’ inhoudt. In België blijft dit meestal bij de rol

van regisseur, iemand die heel wat touwtjes in handen heeft.

Liesenborghs mist in Vlaanderen een organisatie die zelf inspirerende experimenten

opzet waarbij men nadenkt over deze procesmatige uitdagingen. Hij ziet dit

namelijk wel gebeuren bij een organisatie als Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Staes en Tamboryn zien De Wakkere Burger als begeleider van burgerinitiatieven,

net zoals ze een aanbod hebben voor adviesraden. Burgerinitiatieven de weg wijzen

op het vlak van omgang met media, succesfactoren, drempels, het politieke

belangenspel,... Volgens Tamboryn is er daarnaast nood aan een kwaliteitslabel

voor burgerinitiatieven. Vandaag de dag is er een wildgroei aan burgerinitiatieven

die elk iets willen signaleren en veranderen. Maar niet elk van deze initiatieven

heeft even onderbouwde standpunten of brengt evenwaardige alternatieven naar

voren. Hard roepen is niet genoeg, kwaliteit moet ook geboden worden. Met een

label aan de hand van een organisatie als De Wakkere Burger kan het kaf van het

koren worden onderscheiden. Dit zou ook beleidsmakers een houvast geven om al

dan niet open te staan voor initiatieven van onderuit. Liesenborghs keert zich

hiervan af. Volgens hem druist dit labelen in tegen wat een burgerinitiatief zo eigen

maakt, namelijk het spontane karakter ervan. Wel begrijpt hij de nood aan enkele

randvoorwaarden om te spreken van een ‘goed’ burgerinitiatief.

2.3.5 Conclusies

Wat allereerste opvalt is dat deze burgerinitiatieven streng zijn naar zichzelf toe.

Ook al ontstonden ze spontaan, elke actiegroep of burgercomité tracht te leren uit

haar fouten en verwacht dat anderen dit ook doen. Het bewaken van kwaliteit

onder burgerinitiatieven is er met het oog op toekomstige beïnvloedende pogingen

naar het beleid toe. Wanneer beleidsmakers alsmaar weer ongegronde argumenten

of éénzijdig roepende burgers over de vloer krijgen, kan dit de kansen op

constructief overleg voor degelijke burgerinitiatieven verkleinen.

Deze burgerinitiatieven kwamen voort vanuit een verontwaardigingsgevoel over

een bepaald gevoerd beleid: de verkoop van een jeugdhuis, de doortrekking van

een snelweg doorheen natuurgebied, de bouw van een voetbal- en

winkelcomplex,... Naast deze concrete aanleiding kwam er gaandeweg iets bij dat

hun verontwaardiging deed toenemen. Doorheen hun beïnvloedingsproces botsten

ze namelijk tegen een niet al te open of constructieve houding en aanpak van

beleidsmakers. De drempels die ze tegen kwamen zijn gelijkaardig aan diegene die

Claeys (2013) beschrijft. Eerst en vooral ondervinden ze gebrek aan transparantie

Page 32: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

27

en tijdigheid. Besturen komen pas met een plan naar buiten als er al heel wat vast

lijkt te staan. Burgers kunnen hierdoor pas laat in actie schieten. Dit zorgt ervoor

dat de strijd op het scherp van de snede wordt gevoerd en het erg moeilijk is om

gehoor te vinden voor hun standpunten en/of alternatieven. Ook krijgen deze

groepen het verwijt, zowel van politici als van burgers, uit eigen belang of

partijpolitiek belang te handelen. Dit wantrouwen belemmert het voeren van

overleg met besturen. Daarbij lijkt het eigenlijke dossier soms het onderspit te

moeten delven voor de strijd tussen politici en partijen onderling en voor de

prestigieuze successen die er te rapen vallen. Toch merken de burgerinitiatieven

een groot verschil tussen de intenties waarmee politici hun taken verrichten.

Sommigen lijken namelijk wel echt waarde te hechten aan hun inbreng.

Deze burgerinitiatieven hanteren zowel een analytische als politieke visie op beleid.

Het belang dat ze hechten aan gedegen, deskundige en op feiten gebaseerde

argumenten toont hun weloverwogen en analytische houding aan. Ook hun

pogingen om zeker geen politieke/ideologische kleur toebedeeld te krijgen, sluit

hierbij aan. Echter, kijkend naar hun succesfactoren en de drempels die ze ervaren

gaat toch heel wat macht gepaard met hun beleidsbeïnvloedingsproces. Zo legt

bijvoorbeeld de macht van het getal veel gewicht in de schaal. Alle

burgerinitiatieven beriepen zich op mediaspelers. Hen inschakelen zorgde namelijk

mee voor een groot draagvlak, wat op haar beurt enige druk zette op

beleidsmakers. Ook de politieke visie op beleid speelt dus in de ervaringen van

deze burgerinitiatieven.

Ondanks hun verschillende strijdpunten komen uit deze interviews sterke

gelijkenissen naar voren. Wat ondersteuning betreft mag het dan ook niet

verwonderen dat velen van hen kansen zien in onderlinge uitwisseling. Daarnaast

zijn ze niet enkel streng voor zichzelf. Het sensibiliseren van openbare besturen en

beleidsmakers achten zij eveneens als een noodzakelijke ondersteuning ter

bevordering van hun beleidsbeïnvloedingsproces. Verder brengen ze verschillende

ideeën aan die een ondersteuningspunt voor bottom-up burgerinitiatieven kan

uitwerken. Van een kwaliteitslabel en het activeren van niet-wakkere burgers tot

inzicht in procedures en communicatieve strategieën: aan voorstellen geen gebrek.

Page 33: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

28

3 Beleidsmakers en hun relatie met bottom-up burgerinitiatieven

Hoe verhouden beleidsmakers zich tegenover bottom-up burgerinitiatieven? Om

deze vraag te beantwoorden sta ik stil bij het begrip ‘participatief beleid’. Verder

belicht ik de argumenten om zo’n beleid al dan niet te voeren. Om naast deze

theoretische insteek voeling te krijgen met de praktijk van beleidsmakers ga ik met

hen in gesprek. Door deze interviews verkrijg ik een meer concrete kijk op hun

ervaringen met en houding tegenover bottom-up burgerinitiatieven

3.1 Beleidsmakers

De lokale beleidskwesties die bottom-up burgerinitiatieven willen beïnvloeden,

bevinden zich meestal in de handen van bepaalde machthebbende actoren. Deze

actoren maken deel uit van het beleidsspeelveld. Het beleidsspeelveld is “het

geheel van factoren en actoren die op de een of andere manier vorm geven aan

een maatschappelijke situatie” (Viaene, 2012, p. 15). Hoofdstuk 2 belichtte reeds

de factoren die van belang zijn voor beleidsbeïnvloeding: decentralisering, multi-

level- en multi-actorbeleid, opkomst van sociale media, politieke rol van het

middenveld,...

Dit hoofdstuk staat stil bij de actoren, meer bepaald bij de positie die

beleidsmakers innemen tegenover bottom-up burgerinitiatieven en hun pogingen

tot beleidsbeïnvloeding. Het begrip ‘beleidsmakers’ kent een bredere invulling dan

enkel overheidsspelers. Andere actoren zoals bedrijven en middenspelers hebben

ook hun aandeel in een beleidsvormingsproces. Het is dus niet zo dat burgers en

overheid recht tegenover elkaar staan. Toch wordt de focus in deze scriptie gelegd

op de wisselwerking tussen beide. Het spitst toe op de beïnvloeding die gericht is

op diegenen die een overheidsfunctie uitvoeren, meer bepaald lokale politici. Dit ter

afbakening maar ook aangezien de wisselwerking tussen hen en burgerinitiatieven

heel wat knelpunten kent. Het is op deze knelpunten dat een organisatie als De

Wakkere Burger mogelijk een ondersteunende rol kan spelen.

3.2 Participatief beleid

Zoals burgerinitiatieven aantonen komt beleid niet alleen tot stand door de

bevoegde beleidmakers. Burgerinitiatieven nemen deel aan beleidsvorming, ze

participeren aan het beleid. Volgens De Rynck en Dezeure (2009) bestaan er twee

verschillende manieren om naar deze participatie te kijken. Enerzijds kan je het

bekijken vanuit het standpunt van de bestuurders. Participatie is dan een manier

om burgers bij het beleid te betrekken. Vaak resulteert dit in het raadplegen van

deze burgers wanneer het beleid zo goed als gevormd is. Maar, benadrukken De

Rynck en Dezeure (2009), dit is inspraak en geen participatie. De tweede manier

Page 34: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

29

van kijken naar participatie draait voorgaande redenering om. Participatie is dan

een manier om juist beleidsmakers dichter te brengen bij de leefwereld van

burgers. Burgers tonen betrokkenheid en engagement naar hun leefomgeving toe.

Ze geven vorm aan burgerschap. Volgens deze zienswijze betekent een participatief

beleid dus niet het inschakelen van de burger in beleidsvorming maar “een beleid

dat burgerschap (h)erkent en stimuleert, dat burgerschap ondersteunt en

versterkt” (De Rynck & Dezeure 2009, p.2).

3.3 Redenen om geen participatief beleid te voeren

Openstaan voor de inbreng van burgers met als gevolg afstappen van een plan, het

blijkt voor sommige politici geen evidente opgave. Verschillende redenen liggen aan

de grondslag waarom bepaalde politici de inbreng van burgers niet met open armen

ontvangen.

Claeys (2013) beschrijft enkele drempels die beleidsmakers naar voren schuiven.

Een eerste drempel die hij aanhaalt is de vermeende complexiteit van een

beleidsdomein. Sommige dossiers zouden te technisch zijn voor de gewone burger.

De angst bestaat dat participatie niet zou bijdragen aan de kwaliteit of vernieuwing

van het beleid.

Een volgend aangehaald risico is dat actiegroepen of lokale groeperingen zouden

vertrekken vanuit een NIMBY-reflex (not in my back yard): ze strijden enkel tegen

dat wat hun eigenbelang schaadt. Zo worden belangen onvoldoende afgewogen en

ontstaat er een woekering aan uiteenlopende eisen. Daarbij zou burgerparticipatie

het beleidsvormingsproces kunnen vertragen. Dit werkt vervolgens belemmerend

voor de daadkracht van verkozen bestuurders.

Naast deze tijdsdrempel zijn er nog andere drempels die bestuurders ervan

weerhouden om burgers te betrekken in een beleidsvormingsproces. Zo is er het

financiële plaatje. Alternatieve voorstellen zouden het voorziene budget kunnen

overschrijden. Een bijkomende reden is dat actiegroepen te sterk gelinkt kunnen

worden aan een oppositiepartij. Deze burgers zouden dus niet onafhankelijk

optreden maar wel onder verdoken partijpolitieke naam (‘Tien drempels’, z.d.,

z.p.).

3.4 Redenen om participatief beleid te voeren

Naast drempels zien bepaalde beleidsmakers ook kansen in beleidsparticipatie van

kritische burgers. Belangrijk te vermelden is dat volgende pro-argumenten gelden

voor participatieprocessen opgezet vanuit overheidswege. Ze sluiten aan bij een

top-down benadering. Dit is iets anders dan omgaan met bottom-up

Page 35: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

30

burgerinitiatieven. Toch kunnen deze argumenten een afgeleide kijk geven op de

houding die beleidsmakers aannemen tegenover spontane burgerinbreng in

beleidsplannen.

Het eerste pro-argument is pragmatisch van aard (Loyens & Van de Walle, 2006).

Burgerparticipatie aan het beleid kan een gunstig effect hebben omdat dit het

draagvlak van een beleidsplan kan verbreden. Wanneer het gevoerde beleid niet

enkel tot stand komt door de bevoegde politici maar actief mee gedragen en

gevormd wordt door burgers, kan dit de legitimiteit van bestuurders verhogen.

Het voeren van participatief beleid kan ook het resultaat zijn van morele

overwegingen. Participatie wordt dan niet ingezet om iets anders te waarborgen

maar fungeert zelf als een te behalen doel. Wie participatie moreel bepleit, streeft

naar een meer democratisch gevormd beleid. Vanuit dit standpunt zouden alle

burgers de mogelijkheid moeten hebben om hun inbreng te geven in het beleid.

Een derde reden om participatief beleid te voeren kan daarnaast een functioneel-

inhoudelijke grondslag hebben. Verscheidene visies, denkwijzen en belevenissen

zouden bijdragen aan inhoudelijk sterke beleidsplannen. Dit zou op haar beurt een

gemeenschapsvormende kracht in zich meedragen.

3.5 Beleidsmakers aan het woord

Hoe staan politici in de praktijk tegenover spontane bottom-up burgerinitiatieven?

Om op deze vraag een antwoord te krijgen trok ik naar vier lokale beleidsmakers.

Zij deelden hun ervaringen met actiegroepen in hun gemeente. Ik ging na welke

meerwaarde en risico’s ze zien in deze groepen. Verder gaven ze vereisten mee

waaraan deze burgerinitiatieven zouden moeten voldoen. Ten slotte stonden we stil

bij wat een organisatie zoals De Wakkere Burger kan betekenen in de relatie tussen

bestuur en deze actieve burgers. Het neerschrijven van hun ervaringen in deze

scriptie is er op hun toestemming.

In de keuze voor de beleidsmakers ging er aandacht uit naar drie factoren: de

diversiteit in politieke achtergrond (Open Vld, Groen, Cd&V), de geografische

spreiding van de gemeente/stad waar ze werkzaam zijn (Zwijndrecht, Vilvoorde,

Lanaken, Puurs) en dat ze al enige ervaring hebben met burgerinitiatieven.

Daarnaast werd bewaakt dat de geïnterviewde beleidsmakers niet in dezelfde

gemeente werkzaam zijn als de bevraagde burgerinitiatieven. Dit om een open

gesprek te vrijwaren en eventuele conflicten niet verder uit te lokken. Ten slotte

werd bewaakt dat naast mannelijke politici ook een politica aan het woord kwam.

Page 36: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

31

3.5.1 Marino Keulen

Marino Keulen is burgemeester in de gemeente Lanaken en Vlaams Parlementslid.

Als voormalig Vlaams minister voor Binnenlands Bestuur was hij bevoegd voor

lokaal beleid. Hij behoort tot de partij Open-Vld.

Als burgemeester kent Keulen burgerinitiatieven vooral als groepen die zich

defensief opstellen. Hij vindt die kritische houding soms ook wel terecht maar

volgens hem is dit niet genoeg. Wat een actiegroep moet doen, is naast een

tegenstem ook een alternatief bieden. Dat alternatief is best objectief onderbouwd

met cijfermateriaal. Tevens moet het verhaal dat je als burgerinitiatief brengt over

het algemeen belang gaan. Vertrekken vanuit eigenbelang creëert conflicten tussen

generaties en bevolkingsgroepen. Het nimby-syndroom (not in my backyard) moet

dus absoluut vermeden worden. Als actiemiddel acht Keulen onderbouwde en

constructieve alternatieven als veel waardevoller dan een grote verzameling

handtekeningen. Dat laatste blijft namelijk onpersoonlijk en is niet bevorderlijk voor

het debat.

Een meerwaarde van burgerinitiatieven is dat mensen betrokken zijn op de lokale

samenleving. Zo was er in een deelgemeente van Lanaken het plan om een

woonreservegebied te bebouwen. Een groep inwoners ging hier niet mee akkoord

en wees op andere bouwgronden die nog ter beschikking waren. Hiervan was het

gemeentebestuur zelf niet op de hoogte en uiteindelijk hebben ze het advies van de

burgers gevolgd. Toch zijn het niet enkel mensen met alleen maar goede

bedoelingen die mee hun zeg willen geven over het beleid. Waar Keulen zich aan

stoort, zijn mensen die zich met een eigen politieke agenda kanten tegen het

beleid. Zo’n agenda valt volgens hem niet te rijmen met het algemeen goed.

Hij erkent dat mensen mondiger zijn geworden maar toch is er volgens hem nood

aan opvoeding. Mensen zijn vaak erg onwetend over beleidsprocedures.

Bestuurders krijgen soms het verwijt van burgers dat ze dit bewust zo complex

maken. Als verdediging verwijst hij hier naar de kip en het ei: het is zo complex

omdat het ook zo moeilijk is.

Volgens Keulen zit de relatie tussen beleidsmakers en burgerinitiatieven te sterk

vervat in een actie-reactiemodus. Wat hij bepleit is een constructief participatief

model. Een bestuur zou zelf burgers moeten betrekken wanneer die een nieuw

project voor ogen heeft. Dit moet verder gaan dan enkel informatieoverdracht.

Burgers stimuleren om de rol van coauteur op te nemen, in dat scenario ziet Keulen

kansen. Cruciaal is hierbij dat je hun inbreng serieus neemt.

Page 37: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

32

Op de vraag of Keulen een meerwaarde ziet in burgerinitiatieven antwoordt hij:

“100%, maar je moet ze daarin ook wel sturen. Als wij dat doen, worden ze vaak

wat achterdochtig, en dan geloof ik wel in gespecialiseerd werk” (persoonlijke

communicatie, 17 maart 2016).

In de relatie tussen burgerinitiatieven en bestuurders ziet Keulen dus een rol

weggelegd voor een middenveldorganisatie. Een ondersteuningspunt voor

beleidsparticipatie kan optreden als moderator: iemand die objectief inzet tussen

overheid en burgerinitiatieven. Deze persoon of instantie moet op een deskundige

en inhoudelijke manier begeleiden en kan beleidsmakers corrigeren. Ook sturing

van burgers komt hierbij kijken. Volgens Keulen moet je hen wijzen op het belang

van een plan op lange termijn. Dit kan bijvoorbeeld door het geven van

materiële/financiële argumenten, zoals een stijgende marktwaarde van woningen

bij een nieuw bouwproject. Zo’n argumenten kunnen mensen overtuigen of

bekeren. Daarnaast moet je als beleidsmakers het gevoel geven dat je naar hen

luistert. Zelf noemt hij dit geen schijnlapje maar een manier om gedragen

besluitvorming te bereiken. Dat zou steeds het streefdoel moeten zijn.

3.5.2 Katrien Vaes

Katrien Vaes is schepen van Openbare werken, Wijkzorg en Groen in de stad

Vilvoorde. Vaes treedt op voor de partij Open-Vld.

Haar ervaringen met actiegroepen of burgercomités kaderen voornamelijk in een

‘tegen-verhaal’: actiegroepen kanten zich tegen de komst van een nieuw

bouwproject zoals de aanleg van een tram of parking. Deze groepen ontstaan

wanneer het gemeentebestuur één van hun beslissingen kenbaar maakt. Meestal

maken deze burgers dan gebruik van het spreekrecht in de gemeenteraad om hun

standpunt te verdedigen. Vaak kunnen zo’n burgerinitiatieven dan gelinkt worden

aan een politieke partij in de oppositie. Toch vindt Vaes dat dit meestal op een

serene manier verloopt. Soms komen beide partijen dan ook tot wederzijds begrip.

“Ik denk dat als een actiegroep goede argumenten heeft, dat daar eigenlijk wel

naar geluisterd kan worden. In de mate van dat er mogelijkheid is om ernaar te

luisteren” (Vaes, persoonlijke communicatie, 24 maart 2016).

In de huidige maatschappij beroepen burgers zich snel op digitale communicatie

met een gemeente. Vaak zijn dit negatieve mails met allerlei klachten. Een andere

manier om gehoor te vinden is het inschakelen van de pers. Voor lokale media is

zo’n ‘conflict’ een dankbaar onderwerp. Conflict ligt goed in de markt. Vaes begrijpt

dat actiegroepen op kranten beroep doen om gehoor te vinden voor hun verhaal.

Als gemeentebestuur is dit echter niet altijd even fijn. Als bestuurder kom je zo in

een eerder verdedigende positie te staan.

Page 38: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

33

Vaes streeft er dan ook naar om rechtstreeks in dialoog te gaan met

burgerinitiatieven. Pas bij het voeren van een echte dialoog kunnen beide partijen

hun standpunten aan elkaar kaderen. Tegenargumenten van burgerinitiatieven kan

je dan als bestuurder doorbreken door ook te verwijzen naar positieve gevolgen

van een beleidsplan. Op zo’n manier kan je ervoor zorgen dat meer mensen achter

je beleid gaan staan. Dit draagt bij aan het draagvlak van bestuurders. Tot deze

rechtstreekse dialoog zouden beide partijen moeten komen, zonder de hulp van een

externe organisatie. Als er sprake is van een echt groot project ziet Vaes wel

mogelijkheden voor een ondersteunende instantie. Deze kan er bijvoorbeeld over

waken dat naast rechtstreeks betrokkenen ook mensen die je normaal gezien niet

hoort, hun inbreng kunnen geven.

Volgens Vaes is het doel van de politiek: alles doen draaien en dit gedragen door de

mensen. Bepaalde richtingen of argumenten van kritische burgers kunnen zeker

meegenomen worden maar uiteindelijk beslist het bestuur. Vanaf dat moment is

het moeilijk om hierin als actiegroep nog verandering te brengen. “Een actiegroep

dat kan mee helpen om bepaalde lijnen vast te leggen. Maar ik denk, eens dat een

bestuur echt iets beslist heeft, gaat zo’n actiegroep het meestal niet tegenhouden”

(Vaes, persoonlijke communicatie, 24 maart 2016).

Een politicus moet volgens Vaes zowel op korte als lange termijn beslissingen

kunnen nemen. Tegen de volgende verkiezingen moet een bestuur namelijk ook

iets gerealiseerd krijgen.

3.5.3 André Van de Vyver

André Van de Vyver is burgemeester in Zwijndrecht en behoort tot de partij Groen.

In zijn ervaringen met burgerinitiatieven maakt Van de Vyver onderscheid tussen

twee soorten actiegroepen. Enerzijds zijn er groepen die vertrekken met het

oogpunt op het algemeen belang. Zij slagen erin om expertise te verzamelen

waarmee ze volwaardige alternatieven opbouwen. Ze zijn niet enkel tegen iets, ze

zoeken ook naar een oplossing. Antwerpse actiegroepen als stRaten-generaal,

Ringland en Ademloos voldoen volgens hem aan deze beschrijving. Zijn ervaringen

met deze burgerinitiatieven zijn dan ook zeer positief.

Naast dit soort groepen heb je diegenen die vertrekken vanuit het persoonlijk

belang. Dit zijn mensen die zich persoonlijk benadeeld voelen. Volgens Van de

Vyver treedt dit soort groepen voornamelijk op wanneer er geraakt wordt aan

gewoonten. Op zo’n momenten krijg je reactie en die reactie is meestal negatief.

Deze groepen bieden geen alternatieven aan. Ze slagen er niet in om hun

tegenstem te overstijgen. De relatie tussen dit soort burgerinitiatieven en het

Page 39: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

34

bestuur ligt heel wat moeilijker, omdat een gemeentebestuur altijd dient te werken

met het oog op het algemeen belang. Omdat hun insteek zo verschillend is, vindt

Van de Vyver het ook erg moeilijk om in zijn beleidsbeslissingen rekening te

houden met hun frustraties. Ook als een tegenstem vrij groot is moet je hier soms

weerstand aan kunnen bieden. Als politicus zijnde heeft zo’n aanpak wel zijn

gevolgen:

Vanuit de positie van de politiek, van een bestuur, populairder wordt je er

niet door natuurlijk. Dat is het verschil van de ene politicus tegenover de

andere. Je hebt politici die mensen naar de mond praten en je hebt die

anderen die trachten beleidsmatig te werken. Dat is een groot verschil hoor.

(Van de Vyver, persoonlijke communicatie, 22 april 2016)

Van de Vyver gelooft niet dat burgerinitiatieven vooral met een politieke agenda

opereren. Naast enkele uitzonderingen is hij ervan overtuigd dat deze groepen

spontaan ontstaan.

De hulp van een organisatie als De Wakkere Burger komt volgens hem van pas bij

bewonersvergaderingen over een toekomstig beleidsplan. Op zo’n bijeenkomsten

komen tal van verschillende mensen bijeen met elk hun eigen wensen en

gevoeligheden. Hier is nood aan begeleiding en bemiddeling. Aan iemand die

uiteenlopende standpunten met elkaar verzoent en die mee zoekt naar een

oplossing waar iedereen kan achter staan. Daarnaast ziet hij De Wakkere Burger

als een organisatie die doe-initiatieven van burgers kan stimuleren. Van de Vyver

merkt dat de initiatieven van wijkcomités vaak beperkt blijven tot het organiseren

van een nieuwjaarsdrink. Hij wenst dat zo’n comités een stap verder gaan en

bijvoorbeeld een klein perkje adopteren en onderhouden.

3.5.4 Koen Van den Heuvel

Koen Van den Heuvel kan zich al negentien jaar burgemeester noemen van de

gemeente Puurs. Sinds 2012 is hij eveneens fractieleider voor CD&V in het Vlaams

Parlement.

Van den Heuvel beschouwt Puurs als een rustige en welvarende gemeente.

Gedurende zijn legislatuur kwam hij dan ook weinig strijdvaardige burgergroepen

tegen. Voor die actiegroepen die wel actief waren heeft hij respect. Hij apprecieert

dat mensen heel wat tijd steken om zich te informeren. Zo kende hij actiegroepen

die hun dossiers zowel technisch als juridisch zeer grondig bestudeerden. Hij

gelooft dat hun engagement ook vanuit oprechte betrokkenheid ontstaat. Ondanks

deze waarderende houding zijn er bepaalde aspecten waar hij het moeilijk mee

heeft. Zo vertrekken deze groepen volgens hem te sterk vanuit hun eigen

invalshoek. Ze strijden tegen iets wat vooral hun eigenbelang schaadt. Hierdoor

gaan ze voorbij aan het bredere verhaal. Tegelijk wijst hij erop dat sommige

Page 40: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

35

groepen, zoals die tegen windtribunes, bij een gemeentebestuur niet aan het juiste

adres zijn. Zulke materies situeren zich namelijk op een bovenlokaal wettelijk

kader. Zo verstrengde het Puurse gemeentebestuur de vergunningsaanvragen voor

windturbines op aandringen van een actiegroep. Achteraf werd deze maatregel

teruggeschroefd door de provincie.

Van den Heuvel schrijft een belangrijke rol toe aan lokale besturen in de

ondersteuning van burgerinitiatieven. Belangrijk te vermelden is dat hij hier meer

de doe-initiatieven beoogt, minder dan de groepen gericht op rechtstreekse

beleidsbeïnvloeding. Wanneer een lokaal bestuur zelf oog en oor heeft voor ideeën

of vragen van burgers dient er volgens hem geen onafhankelijk ondersteuningspunt

ingeroepen te worden. Mits juridische en financiële ondersteuning van een bestuur

kan hij het alleen maar toejuichen wanneer burgers zelf initiatieven nemen zoals

het onderhouden en uitbaten van een ontmoetingsplaats.

Zelf verwoordt hij hun meerwaarde als volgt:

Maar dat is nu juist de sterkte van zo’n burgerinitiatief, die knowhow zit nu

bij die vrijwilligers zelf. Als dat allemaal moest gebeuren door een

ambtenaar zou dat stukken van mensen kosten. Een bestuur dient hier

voluntaristisch en meedenkend te zijn maar het belangrijkste is de

slagkracht en de kunde van de initiatiefnemers zelf. Zijn dat ernstige,

enthousiaste mensen die buiten het idee en de droom ook in staat zijn om

die droom te concretiseren tot concrete acties? (Van den Heuvel,

persoonlijke communicatie, 12 mei 2016)

3.5.5 Conclusies

Ook al waren bottom-up burgerinitiatieven het onderwerp van mijn vragen, de

beleidsmakers verwezen vaak naar hun ervaringen met top-down

burgerparticipatie: infovergaderingen, wijkwerking, wijkbudgetten,... Bij deze

participatievormen is de betrokkenheid van burgers bij het beleid er op initiatief

van een overheid. Het sluit aan bij wat De Rynck en Dezeure (2009) aanhalen.

Participatie wordt hier gelijkgesteld aan inspraak, op vraag van beleidsmakers.

Deze burgerparticipatie van bovenaf is momenteel een algemeen goed geworden,

het mag dan ook niet verbazen dat beleidsmakers hierover gewillig hun ervaringen

deelden. De overstap van top-down naar voeling met spontane bewegingen

verreist echter nog een stevige herdenking. Eénmaal dat van die

mentaliteitswijziging sprake is, dient deze nog te worden omgezet in concrete

acties en middelen. Geen evident proces. De reden waarom beleidsmakers vooral

top-down ervaringen hebben, kan gelinkt worden met wat Claeys (2013) beschrijft,

namelijk de schrik die bij besturen leeft voor de onvoorspelbaarheid van zo’n

bottom-up participatieproces. Deze angst bij beleidsmakers om touwtjes los te

laten kan op haar beurt in verband staan met tendensen als multi-level en multi-

Page 41: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

36

actor beleid. Beleidsmakers dienen al heel wat beslissingsbevoegdheden te delen.

De opkomst van spontane beïnvloedingsprocessen kunnen op hun beurt zorgen

voor een groter verlies aan zeggingskracht en regie.

Toch werd ook waardering uitgesproken voor deze bottom-up initiatieven.

Beleidsmakers waarderen hun onderbouwde inbreng en het is een goede zaak dat

burgers betrokken zijn op hun omgeving en de samenleving. Daarbij draagt die

betrokkenheid bij aan het draagvlak voor hun beleid. De appreciatie voor bottom-

up is dus zowel functioneel-inhoudelijk als pragmatisch van aard.

Er was één punt van kritiek op burgerinitiatieven dat telkens terugkwam, namelijk

het nimby-fenomeen. Vertrekken vanuit eigenbelang of persoonlijke hinder moet

absoluut vermeden worden. Dit staat namelijk lijnrecht tegenover het algemeen

belang, hét uitgangspunt van gemeentebesturen. Hoe logisch dit ook in de oren

klinkt, de realiteit is minder éénduidig. Het ‘algemeen belang’ is namelijk geen

objectief begrip. Belangen zijn vaak ethisch, ideologisch of partijpolitiek gekleurd.

Naast de analytische visie op beleid, met het algemeen belang als logisch einddoel,

speelt dus ook de politieke visie mee. Verwoordingen die onder deze laatste visie

vallen, kwamen echter niet snel aan bod tijdens de interviews. Toch waren ze er.

Zo werd gemeld dat algemeen belang nastreven daadkracht vereist en niet het

naar de mond praten zoals sommige politici zouden doen. Aansluitend werd ook het

belang van het (her)verkiezingsperspectief aangehaald. Deze uitspraken belichten

de belangenstrijd die aanwezig is in het beleidsvormingsproces.

Ook aan hen werd gevraagd hoe zij de rol van een onafhankelijke organisatie als

De Wakkere Burger zien in dit bottom-up verhaal. Wat bij de meesten terugkwam

was de rol van bemiddelaar of moderator in het overleg tussen burgers en

bestuurders. Al lag ook hier de focus op overleg georganiseerd vanuit een overheid.

Vraag is dan in hoeverre een moderator neutraal kan zijn wanneer die er op vraag

is van een bestuur en ingeschakeld wordt om draagvlak te creëren voor een

beleidsplan onder dorpsbewoners?

Voorgaande bevindingen hebben betrekking op de ervaringen van beleidsmakers

met burgerinitiatieven die zich rechtstreeks richten tot het beleid. Naast deze

ervaringen kwamen ook de doe-burgerinitiatieven aan bod: burgers die vrijwillig

taken op zich nemen zoals het onderhoud en uitbaten van een publiek grasperkje of

feestzaal. De bevraagde beleidsmakers stelden zich erg positief op tegenover dit

soort initiatieven. In het licht van de eerder beschreven participatiesamenleving en

het toenemende responsabiliseringsdiscours van de overheid richting burgers, komt

deze waarderende houding niet als een verrassing.

Page 42: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

37

4 De Wakkere Burger

4.1 Werking

4.1.1 Ontwaakt in 1983

De Wakkere Burger vzw komt voort uit de Stichting-Lodewijk de Raet, meer

bepaald uit het volkshogeschoolwerk ervan. In de jaren 70 focuste deze stichting

op het vernieuwen en democratiseren van gemeentelijk cultuurbeleid. Dit

resulteerde in de oprichting van cultuurraden: adviesraden waar culturele

verenigingen en burgers op vraag of op eigen initiatief advies geven aan de

gemeente omtrent het cultuurbeleid. Naast cultuurraden namen verschillende

andere inspraakraden hun intrede over heel Vlaanderen: sportraad, jeugdraad,

milieuraad, seniorenraad,...

Met deze verspreiding ontstond er geleidelijk aan een beweging die ijverde voor

een ‘burgergerichte democratisering van het lokale bestuur’. De Wakkere Burger

zag in 1983 het licht en beantwoordde op die manier de behoefte aan een

professioneel ondersteuningspunt (‘Wie zijn we’, z.d., z.p.).

Deze organisatie kent een relatief kleine bezetting van vier personeelsleden: een

coördinator, een stafmedewerker, een administratief medewerker en een

communicatiemedewerker die tevens de redactie doet van TerZake Magazine, het

kwartaaltijdschrift van De Wakkere Burger (‘Contact’, z.d., z.p.).

4.1.2 De Wakkere Burger als sociaal-culturele beweging

De Wakkere Burger valt onder het decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk en is

een erkende sociale beweging. Bewegingen hebben tot doel mensen in beweging te

brengen voor een bepaald thema om zo maatschappelijke verandering te

realiseren. Om dit te bereiken organiseren ze sensibiliseringsacties, bieden ze

vorming en inzicht aan en zetten ze aan tot sociale actie. Over heel Vlaanderen zijn

er in totaal 35 erkende bewegingen (‘Beweging’, z.d., z.p.).

De Wakkere Burger zet als beweging in op twee van de vier functies van het

Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk: de maatschappelijke activeringsfunctie en de

educatieve functie. De eerste functie resulteert in het opzetten van campagnes en

acties. Hiermee willen ze het belang benadrukken van burgerbetrokkenheid op het

beleid. Daarnaast zetten ze in op de educatieve functie. Enerzijds uit dit zich in

vormingen en begeleidingstrajecten, vandaag de dag voornamelijk gericht op

gemeentelijke adviesraden. Anderzijds informeren ze burgers, beleidsmakers en

Page 43: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

38

middenveldorganisaties over beleidsparticipatie door middel van publicaties zoals

hun kwartaaltijdschrift TerZake Magazine (‘Wie zijn we’, z.d., z.p.).

De Wakkere Burger krijgt als erkende sociale beweging subsidies van de Vlaamse

Minister van Cultuur, vandaag is dat Sven Gatz.

De belangenbehartiging van sociale bewegingen is in handen van FOV, de federatie

Sociaal-Cultureel Werk. Deze federatie vertegenwoordigt de aangesloten

organisaties bij verschillende overheden en instanties. Dit doet ze door middel van

beleidsvoorbereiding, beleidsadvisering, dienstverlening en belangenbehartiging

(‘Missie’, z.d., z.p.).

De rol van steunpunt wordt opgenomen door Socius. Dit steunpunt heeft drie

decretale kernopdrachten: praktijkontwikkeling, praktijkondersteuning,

beeldvorming en communicatie. Ze zetten in op de professionalisering van sociaal-

werkers en zetten praktijken en het brede werkveld in de verf (‘Wat we doen’, z.d.,

z.p.).

4.1.3 Missie en visie

De Wakkere Burger richt zich op participatie en democratie. Meer bepaald focust zij

op de bevordering van de participatieve democratie en het democratisch

burgerschap. Hierbij staat een kwaliteitsvolle dialoog tussen burgers en bestuur

centraal. Beleid dient tot stand te komen vanuit een diversiteit aan uitgewisselde

visies. De Wakkere Burger pleit voor betere voorlichting en inspraak van de

burgers.

Deze beweging spitst zich dus toe op de beleidsmatige en politieke aspecten van

participatie. Dit doen ze als een partijpolitiek neutrale beweging die onafhankelijk

en pluralistisch te werk wil gaan. Ze zullen zich nooit uitspreken over de inhoud van

een participatie- of inspraaktraject. Hun aandacht gaat dus uit naar het

procesmatige aspect van beleid. De Wakkere Burger is met andere woorden “geen

verdediger van insprekers, maar van goede inspraak” (Van Roy, persoonlijke

communicatie, 27 april 2016).

Dit is een vrij unieke opstelling voor een sociaal-culturele beweging. Met het oog op

mobilisatie is de missie van De Wakkere Burger niet het meest sprekende

onderwerp. Thema’s als vrede en mensenrechten hebben een meer wervend

karakter Toch is er een grote meerwaarde aan verbonden. Als onafhankelijke

organisatie kunnen ze namelijk de rol innemen van neutrale moderator als trekker

bij participatieprojecten (De Wakkere Burger, 2015).

Page 44: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

39

Hun neutrale opstelling doorbreken ze wanneer het gaat over de werking van

participatie en politiek zelf. Hier komen ze wel voor hun opinie uit. Zo stellen ze

zich bijvoorbeeld kritisch op tegenover de zogenaamde ‘participatiesamenleving’.

De participatiesamenleving kent haar oorsprong in Nederland, die op haar beurt

inspiratie vond bij de Big Society in het Verenigd Koninkrijk. Kern van dit verhaal is

het geloof in de kracht van burgers om voor zichzelf, hun omgeving en de

samenleving te zorgen. Een empowerende insteek, al geeft de aanleiding van deze

tendens een andere kijk op de zaak: besparingsrondes en een terugtrekkende

overheid op het vlak van zorg en welzijn.

In haar werking geeft De Wakkere Burger voorrang aan het lokale politieke niveau;

gemeenten, woonkernen, wijken,... Dit niveau sluit het dichtst aan bij de leefwereld

van burgers. Toch hebben ze ook oog voor het hogere beleidsniveau, aangezien die

de lokale context sterk beïnvloedt.

4.2 Koerswisseling: van formeel naar bottom-up

De Wakkere Burger zette jarenlang in op het ondersteunen van formeel

georganiseerde participatie. De Wakkere Burger staat bij adviesraden dan ook

bekend als hét ondersteuningspunt. Deze raden kunnen blijven rekenen op vorming

en begeleiding maar deze doelgroep zal minder zwaar doorwegen in de toekomstige

werking. De Wakkere Burger zal namelijk haar focus verleggen naar niet-formele

participatie. De organisatie wil een ondersteunend en adviserend aanbod uitbouwen

voor spontane bottom-up burgerinitiatieven.

Waarom die omslag? De Wakkere Burger kon niet ongevoelig blijven voor de

huidige tendensen zoals beschreven in het eerste hoofdstuk van deze scriptie.

Onder meer de toename aan mondige burgers die los van de traditionele kanalen

participeren, schudde de beweging wakker. Samen met (ervarings-)deskundigen uit

het werkveld overdachten ze de rol die het kan spelen in deze veranderende

participatiecontext. Twee nieuwe krachtlijnen traden hierbij op de voorgrond: focus

op innovatieve participatievormen en ondersteuning van burgerinitiatieven.

4.3 Ondersteuning aan bottom-up burgerinitiatieven

Het jaar 2016 vormt voor De Wakkere Burger een transitiejaar naar een nieuw

aanbod voor burgerinitiatieven. De Wakkere Burger nam hiervoor al toekomstige

ideeën en stappen op in haar beleidsplan voor de komende vijf jaar. Mijn

bevindingen vanuit voorgaande literatuurstudie en interviews kennen sterke

raakvlakken met deze plannen maar voegen ook enkele aandachtspunten toe.

Page 45: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

40

4.3.1 Rechtstreekse ondersteuning aan bottom-up burgerinitiatieven

4.3.1.1 Kennisdeling

Burgerinitiatieven kennen meestal een spontaan ontstaan. Ze groeien uit de

noodzaak om snel, maar daardoor ook vaak geïmproviseerd te reageren. Hun

eerste acties komen vanuit een sterk buikgevoel, gepaard met het gevoel van nul

te moeten beginnen. Beschikbare informatie kan hier (opstart)hulp bieden.

Enerzijds hebben burgerinitiatieven nood aan kaderende informatie: inzicht in het

beleidsvormingsproces, procedurele en juridische stappen, rechten als

actievoerders,... Daarnaast is er vraag naar kennis die meer praktisch van aard is

zoals communicatietips, actiemethodieken of good practices. Momenteel beschikt

De Wakkere Burger over vormingen en een digitaal luik ter ondersteuning van

adviesraden. Een gelijkaardig aanbod kan aangemaakt worden voor bottom-up

burgerinitiatieven.

De hoofdfocus van De Wakkere Burger is het procesmatige aspect van

beleidsparticipatie. Vragen over inhoudelijke dossierkennis en verzekeringsregels

voor actiegroepen vallen hier niet onder. Wel kan De Wakkere Burger hiervoor

beroep doen op organisaties die zich specifiek op deze aspecten richten. Zo

beschikken organisaties als Bond Beter Leefmilieu en ’t Uilekot vzw over heel wat

expertise hieromtrent.

Kennis-overdragende ondersteuning bieden aan spontane groeperingen verreist

een andere aanpak dan ondersteuning bieden aan een gestructureerd en

permanent orgaan als een adviesraad. Leden van bottom-up burgerinitiatieven

storten zich zeer plots en gedreven in een beïnvloedingsproces, meestal als gevolg

van een niet-tijdelijk communicerend of openlijk gevoerd beleid. Dit vraagt met

andere woorden dat De Wakkere Burger ook snel en flexibel kan inspelen op hun

vragen.

4.3.1.2 Netwerkdeling

Hun strijdpunten of doelstellingen mogen dan wel sterk verschillen, de parcours die

burgerinitiatieven afleggen kennen heel wat overeenkomsten. Daarbij verzamelen

zij zelf al doende veel ervaring en expertise. De eerder vernoemde informatie- en

kennisoverdracht moet dus niet enkel vanuit De Wakkere Burger vertrekken maar

kan ook onderling bevorderd worden. Daarnaast treedt bij burgerinitiatieven wel

eens het gevoel van de alleenstaande underdog op. Trefmomenten kunnen dus niet

alleen kennis bijbrengen maar ook een gevoel van (h)erkenning bieden.

Page 46: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

41

Deze trefmomenten werden reeds als idee opgenomen in het beleidsplan van De

Wakkere Burger. Het belang van deze onderlinge uitwisseling werd meermaals

aangehaald door de bevraagde burgerinitiatieven dus hierop inzetten beschouw ik

als een absolute must.

Zoals eerder vermeld, bouwen deze burgerinitiatieven zelf erg veel expertise op.

Over hun beleidskwestie in het bijzonder maar ook over gedeeld leiderschap,

groepsdynamieken, het wel en wee van mediaspelers, het politieke spel,... De

manier waarop deze groepen deze kennis, vaardigheden en houdingen eigen

maken, gebeurt eerder spontaan, niet-intentioneel en door vallen en opstaan. Dit

staat in groot contrast met het intentioneel en meer overdrachtelijk leren dat

meestal bij vormingen aanwezig is. Ik acht het als een belangrijk aandachtspunt

om bij toekomstige uitwisselingsmomenten te vertrekken vanuit de

ervaringsdeskundigheid van burgerinitiatieven en hiervoor voldoende ruimte en

erkenning te bieden.

4.3.2 Onrechtstreekse ondersteuning aan bottom-up burgerinitiatieven

4.3.2.1 Onderzoek

Dat er heel wat bottom-up aan het bewegen is, staat vast. Zicht krijgen op hoeveel,

waar en wanneer die bewegingen zich afspelen is echter moeilijk. Waarschijnlijk is

dit geen evidentie net omwille van het eerder ongrijpbare karakter van deze

initiatieven. Toch lijkt het mij belangrijk om deze initiatieven in kaart te brengen.

Een thematisch en geografisch overzicht van deze bottom-up bewegingen geeft een

visuele bevestiging aan burgerinitiatieven dat ze niet alleen staan. Daarnaast

zouden zij dit overzicht kunnen raadplegen om zelf, zonder actieve stimulans van

De Wakkere Burger, contact met elkaar op te nemen en aan uitwisseling te doen.

Rekening houdend met de kleine schaal van de organisatie, kan De Wakkere Burger

voor dit overzicht een samenwerking aangaan en/of beroep doen op

onderzoeksinstellingen aan hogescholen of universiteiten.

4.3.2.2 Signalering

Voorgaande ondersteuningsmogelijkheden maken dat burgerinitiatieven zich goed

kunnen informeren en organiseren. Toch is dit niet genoeg om te spreken van een

succesvol beleidsbeïnvloedingsproces. Beleidsmakers en hun houding ten aanzien

van spontane beleidsparticipatie spelen namelijk een erg grote rol in de

slaagkansen van deze burgerinitiatieven.

Uit voorgaande literatuurstudie en interviews blijkt dat de relatie tussen

burgerinitiatieven en beleidsmakers niet altijd even vlot verloopt. Burgerinitiatieven

botsen aan tegen drempels zoals het gebrek aan tijdigheid, openheid en

Page 47: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

42

betrokkenheid vanuit besturen. De bevraagde burgerinitiatieven zien hier een rol

weggelegd voor De Wakkere Burger. Deze beweging kan de waarde van en de

noden omtrent een participatief beleid signaleren richting beleidsmakers.

Ook deze rol werd reeds opgenomen in het beleidsplan van De Wakkere Burger.

Het plan is om een trefmoment te organiseren voor zowel actieve burgers als

middenveldorganisaties. Op dit overleg kunnen zij hun aanbevelingen voor een

meer participatief beleid bespreken, bepalen en bundelen. Hun kritiek tegenover

beleidsmakers krijgt hier een plaats maar tegelijk wordt er gevolg aan gegeven: De

Wakkere Burger signaleert de uitkomst van dit overleg naar lokale en bovenlokale

besturen. Dit overleg zou plaatsvinden voor de gemeenteraadsverkiezingen van

2018.

De rol van De Wakkere Burger is hier dus enerzijds faciliterend: het overleg

mogelijk maken en begeleiden. Daarnaast neemt het als sociaal-culturele beweging

zelf een beleidsbeïnvloedende rol op. Met deze rol spreekt De Wakkere Burger

namelijk haar eigen mobiliserende en politiserende kracht aan.

4.3.2.3 Moderator

De Wakkere Burger als moderator kwam in de interviews vooral ter sprake langs de

kant van de beleidsmakers. Een moderator kan volgens hen het overleg tussen

burgers en overheid begeleiden en ‘sturen’. Met dat laatste bedoelen ze enerzijds

bewaken dat zo veel mogelijk betrokken burgers aan bod komen maar ook dat

burgers voldoende zicht krijgen op de vele (voordelige) aspecten van een bepaald

beleidsdossier. Wanneer De Wakkere Burger zou ingaan op deze vraag zou het

geen ondersteuning bieden aan bottom-up beleidsparticipatie maar aan een top-

down inspraakinitiatief. Daarnaast komt de neutrale en op procesgerichte focus van

De Wakkere Burger hier in het gedrang. De Wakkere Burger wordt ingeroepen om

het overlegproces te begeleiden maar de grens met beleidsinhoudelijke sturing is

hier erg dun. Deze invulling van moderator beschouw ik dan ook niet als prioritair

in de ondersteuning van bottom-up burgerinitiatieven.

Actiecomité Geen streep door Ronse had eveneens haar bedenkingen bij deze rol:

Ik vind dat het woord ‘moderator’ meer moeilijkheden opwekt dan

mogelijkheden. Als moderator ga je er vanuit dat je al een soort

dossierkennis hebt en dat je veel mensen bijeen kunt brengen, eigenlijk dat

je een actieve rol speelt. Ik weet niet of dat kan. (Frank Vercleyen,

persoonlijke communicatie, 31 maart 2016)

Toch speelt ook langs de kant van burgerinitiatieven de vraag naar eerlijk overleg

tussen hen en beleidsmakers. En algemener, naar aandacht voor meer debat

tussen burgers en beleidsmakers over het beleid op lange termijn en niet enkel in

Page 48: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

43

het heetst van de strijd. Deze vraag naar een tijdige dialoog tussen burgers en

besturen is iets waar De Wakkere Burger zich als pluralistisch en procesgerichte

beweging wel volledig achter kan zetten. Enerzijds zal deze vraag

hoogstwaarschijnlijk aanbod komen in de eisenbundeling van actieve burgers en

middenveldorganisaties die De Wakkere Burger zal signaleren. Anderzijds is dit een

thema waarrond deze beweging zelf initiatieven kan nemen zoals

bewustmakingscampagnes en sensibiliseringsacties.

4.3.3 Aanbevelingen voor een wakkere sociaal-culturele beweging

Spontane burgerinitiatieven vormen een nieuwe doelgroep voor De Wakkere

Burger. Dit brengt enkele consequenties en aandachtspunten met zich mee. Met

volgende aanbevelingen geef ik ook mijn persoonlijke bedenkingen mee als

studente Sociaal-Cultureel Werk over het toekomstige aanbod van De Wakkere

Burger.

4.3.3.1 Aansluiting vinden bij bottom-up burgerinitiatieven

In haar ondersteuning naar adviesraden bouwde De Wakkere Burger een sterke

reputatie op. Zij genieten naambekendheid bij deze doelgroep. Dit is nog niet het

geval bij spontane burgerinitiatieven. Om het met de woorden van een

geïnterviewde burger te zeggen: “De Wakkere Burger, wie ligt daar wakker van?”

(D’hondt, persoonlijke communicatie, 12 april 2016). Een ondersteuningsaanbod

voor burgerinitiatieven is dus niet genoeg. Deze groepen moeten ook weten dat

deze ondersteuning beschikbaar is en welke meerwaarde dit voor hen kan bieden.

Een nieuwe communicatiestrategie is dus aan de orde. Maar waar adviesraden te

bereiken zijn met vaste kanalen (gemeentebesturen, ambtenaren,...) begeven

burgerinitiatieven zich in een sfeer die minder gestructureerd en meer flou is. Ten

eerste kennen deze initiatieven vaak een tijdelijk karakter: ze vertrekken met een

plotse start en stoppen wanneer hun doel bereikt is. Daarnaast werken deze

groepen volgens een eerder horizontale structuur. Meestal is er wel sprake van een

voorzitter of woordvoerder maar gedeeld leiderschap staat centraal. Vaste of

herkenbare aanspreekpunten zijn dus moeilijker te vinden. Wel is er ook een groot

voordeel op vlak van aanspreekbaarheid. Huidige burgerinitiatieven beroepen zich

namelijk op de deugden van sociale media. Via hun facebookpagina’s houden ze

hun achterban op de hoogte en maken ze promotie voor hun acties. Sociale media

vormen belangrijke kanalen om deze nieuwe doelgroep te bereiken, te informeren

en te mobiliseren.

Page 49: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

44

4.3.3.2 Aansluiting vinden bij elk bottom-up burgerinitiatief?

De Wakkere Burger kenmerkt zich door haar pluralistische houding en

procesmatige benadering van beleidsparticipatie. Dit indachtig houdend zou deze

organisatie dus ondersteuning bieden aan elk burgerinitiatief, los van het

inhoudelijk doel waarnaar deze initiatieven streven.

Een actiegroep voor natuurbehoud kan procesmatig gezien heel wat gelijkenissen

vertonen met een actiegroep tegen de komst van een opvangcentra voor

vluchtelingen. Beide groepen zijn gebaat bij kennis over hun rechten met

betrekking tot beleidsbeïnvloeding, strategieën om draagvlak te creëren, juridische

procedures, actiemethodieken,... Praktisch gezien zou het dus geen enkel probleem

vormen om los van de inhoud elk bottom-up burgerinitiatief ondersteuning te

bieden. Toch is het volgens mij complexer dan dat. Het lijkt bijvoorbeeld te botsen

met iets wat Tamboryn en Staes benadrukte in het rondetafelgesprek. Zij hadden

het over enkele voorwaarden waarover een ‘goed’ burgerinitiatief dient te voldoen.

Eén van deze voorwaarden was het uitdragen van een ethisch doel of principe.

Zal De Wakkere Burger ondersteuning bieden aan elk geïnteresseerd

burgerinitiatief of stelt het enkele criteria op die maken dat bepaalde groepen niet

in aanmerking komen voor hun ondersteuningsaanbod? Mij lijkt het zinvol deze

denkoefening te maken. De Wakkere Burger is en blijft namelijk een organisatie

die tot het Sociaal-Cultureel Werk behoort. Het sociale in dit werk reikt verder dan

het verenigen en vormen van mensen. Het is bij uitstek ook gestoeld en gericht op

waarden, met name op sociale rechtvaardigheid en menselijke waardigheid

(Reynaert & Nachtergaele, 2015). Ondersteuning bieden aan groepen die

inhoudelijke lijnrecht tegenover deze waarden staan, druist dan ook in tegen mijn

geweten en bagage als studente Sociaal-Cultureel Werk.

4.3.3.3 Niet wakkere-burgers

Tijdens de interviews benadrukten zowel burgerinitiatieven als beleidsmakers het

belang van het sensibiliseren van burgers die niet actief of politiek bewust zijn.

Politieke heropvoeding kan hier een oplossing bieden: duidelijk maken wat politiek

is en actief burgerschap bijbrengen. Ik denk dat deze politieke vorming heel wat

kansen kan brengen. Politiek wordt nog al te vaak gelijkgesteld met beroepspolitici

en de Wetstraat. De Wakkere Burger kan mensen aanspreken op de mogelijkheden

van hun politieke stem, die zo veel verder kan gaan dan hun verkiezingsstem.

Toch mogen we volgens mij niet doorslaan in deze sensibilisering. In de interviews

toonden verschillende beleidsmakers hun appreciatie tegenover burgers die zelf

actie ondernemen. Het risico hiervan is dat beleidsparticipatie zo wordt beperkt tot

Page 50: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

45

doe-participatie. En verder, dat overheidstaken gratis worden uitbesteed aan

actieve burgers. Daarnaast is het belangrijk om voor ogen te houden dat niet

iedereen vanuit dezelfde startpositie vertrekt om politiek actief te zijn of te worden.

De focus van deze scriptie ligt op bottom-up beleidsbeïnvloeding, met de nadruk op

het ‘hoe’. Ik denk dat het interessant en zinvol kan zijn om ook aandacht te hebben

voor het ‘wie’. Kijkend naar het profiel van diegenen die ik interviewde zijn er heel

wat overeenkomsten te merken. Activisme en bottom-up beleidsparticipatie lijkt

een bepaald publiek aan te spreken: hooggeschoold, middenklasse, man en van

middelbare leeftijd. Zicht krijgen op deze profielen kan misschien ook meer inzicht

bieden in waarom burgers niet ‘wakker’ zijn.

De Wakkere Burger kan burgerinitiatieven er wel van bewust maken dat heel wat

groepen niet door hen bereikt worden. Als adviesraadondersteunende organisatie

verzamelde De Wakkere Burger al heel wat tips en aandachtspunten om deze raden

van een meer divers publiek te voorzien dan enkel de voor de hand liggende

profielen. Dezelfde sensibiliserende kennis en bewustmakingsprocessen kan De

Wakkere Burger overdragen op en los maken bij bottom-up burgerinitiatieven.

Beleidsparticipatie is en blijft namelijk gebaat bij een brede betrokkenheid.

Page 51: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

46

5 Besluit

Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het

beïnvloeden van lokale beleidskwesties? Deze vraag trachtte ik te beantwoorden

door middel van een literatuurstudie en interviews met zowel burgerinitiatieven als

beleidsmakers.

De literatuurstudie kadert bovenstaande vraag in een breder kader. Het feit dat De

Wakkere Burger vandaag een nieuw aanbod wil uitbouwen voor bottom-up

burgerinitiatieven is verweven met maatschappelijke ontwikkelingen. Burgers

beschikken bijvoorbeeld over meer informatie- en communicatiekanalen. Ze

beroepen zich niet langer enkel op verkiezingen of middenveldorganisaties om hun

politieke stem te doen gelden. Ook andere spelers kwamen aan bod. De overheid

verliest aan draagvlak en daadkracht. Onze representatieve democratie kampt met

enkele gebreken en zoekt gaandeweg heil in haar participatieve broertje.

De bevragingen met zowel burgerinitiatieven als beleidsmakers brachten concrete

voeling met het beleidsbeïnvloedingsproces en gingen gepaard met enkele

verhelderende conclusies. Zo blijkt dat ondanks hun verschillende strijdpunten,

burgerinitiatieven sterke gelijkenissen vertonen. De één strijd tegen een

verkeersdossier en de ander voor het bevorderen van de sociale cohesie, maar

allen verdiepen ze zich in hun dossier, verwerven ze een machtsbasis en vertonen

ze een langdurig en intens engagement. Het zou hen dan ook inspireren om hun

kennis en ervaringen met elkaar uit te wisselen.

Wat deze geïnterviewde burgers daarnaast kenmerkt, is hun zelfkritische kijk. Zich

éénzijdig en roepend opstellen is volgens hen niet genoeg. Er kan pas naar een

burgerinitiatief geluisterd worden indien zij voldoet aan enkele voorwaarden. Het

aanbrengen van een gefundeerde en gedragen boodschap is er één van. Toch is er

meer nodig dan een goed georganiseerd burgerinitiatief om te spreken van

succesvolle beleidsbeïnvloeding. Hoe sterk en gefundeerd hun argumenten ook zijn,

hoe legitiem en gedragen hun streefdoel ook is, beleidsbeïnvloeding is en blijft een

wisselwerking tussen spelers met verschillende perspectieven en belangen. Dat de

relatie tussen burgerinitiatieven en beleidsmakers niet altijd evident is, kan je

gerust een understatement noemen. Beleidsmakers betwijfelen bijvoorbeeld hun

onafhankelijke positie. Meermaals krijgen burgerinitiatieven dan ook een politieke

kleur opgekleefd. Ook botsen burgerinitiatieven aan tegen een niet-tijdig

gecommuniceerd of open beleid. Al snel belanden zij hierdoor in de positie van de

underdog die gehoor tracht te vinden voor zijn standpunt.

Bottom-up beleidsbeïnvloeding vereist degelijke en constructieve burgerinitiatieven

maar bovenal ook een omslag van een top-down beleid naar voeling met bottom-up

Page 52: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

47

beleidsparticipatie. Hier lijkt mij nog werk aan de winkel. De bevraagde

beleidsmakers schenken zeker en vast aandacht aan beleidsparticipatie. Echter,

deze aandacht gaat bovenal uit naar top-down participatievormen: wijkoverleg,

bewonersvergaderingen,... Het blijft hangen in de sfeer van inspraak. Frappant is

ook hun waardering voor meer doe-gerichte beleidsparticipatie zoals het uitbaten

van een ontmoetingsplaats of het onderhouden van een bloemenperk. Vraag is of

deze waardering valt onder het streven naar bottom-up beleidsparticipatie of deel

uitmaakt van een verder afslankende overheid?

Hoe verhoudt De Wakkere Burger zich nu het best tegenover deze bevindingen?

Het antwoord bevindt zich volgens mij in een gevoel dat leeft bij deze

burgerinitiatieven: het gevoel een eenzame proteststem in de woestijn te zijn. De

Wakkere Burger kan dit gevoel doen kantelen door in te zetten op kennis- en

netwerkdeling tussen burgerinitiatieven. In de eerste plaats beantwoordt dit hun

nood aan opstarthulp in de lege woestijn die het beleidsbeïnvloedingsproces soms

lijkt te zijn. Deze hulp kan overdrachtelijk plaatsvinden door het aanbieden van

kaderende informatie over beleidsbeïnvloeding en meer praktische kennis als

actiemethodieken en communicatietips. Anderzijds kan dit ook door het bevorderen

van onderlinge uitwisseling, vertrekkend van de eigen ervaringsdeskundigheid van

burgerinitiatieven. Die uitwisseling gaat in tegen het gevoel alleen te staan in de

beleidsbeïnvloedingsstrijd. Het aanbod laten vertrekken vanuit hun zelf

opgebouwde deskundigheid toont hen dat ze over heel wat waardevolle kennis en

vaardigheden beschikken en dat ze dus meer zijn dan een éénzijdige proteststem.

Naast deze rechtstreekse ondersteuning zet De Wakkere Burger ook best in op

signalering naar beleidsmakers toe. De boodschap dat bottom-up burgerinitiatieven

meer zijn dan een eenzame proteststem in de woestijn mag ook bij hen voldoende

gehoor krijgen. De Wakkere Burger treedt hier zelf beleidsbeïnvloedend op. Ze

streeft namelijk naar een participatief beleid dat burgerinitiatieven beschouwt als

geëngageerde burgers die een waardevolle inbreng kunnen bieden in de

totstandkoming van het beleid.

De Wakkere Burger staat voor een koerswisseling. Zich richten tot een nieuwe

doelgroep betekent niet alleen het uitbouwen van een nieuw aanbod. De overstap

van formeel naar bottom-up betekent ook een overstap van gestructureerd naar

spontaan en van ivoren toren naar de basis. Een werkingsomslag die niet van

vandaag op morgen zal plaatsvinden maar die het meer dan waard is, zeker met

een wakkere organisatie aan het stuur.

Page 53: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

48

6 Bronnenlijst

Beweging. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 7 mei 2016, via

www.fov.be/spip.php?article45

Bombeeck, W., & Poort, F. Invloed op het gemeentebestuur. Amsterdam: Instituut

voor Publiek en Politiek.

Christiaens, J. (2014). Participatie aan mobiliteitsbeleid: iets voor burgers? TerZake

Magazine, 2014 (2), pp. 43-46.

Claeys, M. (2013). Stilstand: Over machtspolitiek, betweterbestuur en

achterkamerdemocratie. Leuven: Van Halewyck.

Contact. (z.d., z.p.) Geraadpleegd op 31 mei, via

www.dewakkereburger.be/nl/contact

Debruyne, P., & Van Bouchaute, B. (2014). De bestaande orde verstoren. Oikos,

2014 (2), pp. 5-17.

De Rynck, F., & Dezeure, K. (2009). Burgerparticipatie in Vlaamse Steden: naar

een innoverend participatiebeleid [onderzoeksrapport]. Brugge:

Uitgeverij Vanden Broele.

De Rynck, F., & Pinxten, R. (20 juli 2012). Publiek debat: de staat van de Gentse

burgermaatschappij. Geraadpleegd op 14 mei 2016, via

www.dewereldmorgen.be/artikel/2012/07/20/publiek-debat-de-staat-van-

de-gentse-burgermaatschappij

De Wakkere Burger. (2015). Beleidsplan 2016 - 2020 [beleidsplan]. Brussel: De

Wakkere Burger.

Dierckens, T. (12 juli 2015). Tien ingrediënten voor een succesvolle

bewonersgroep. Geraadpleegd op 27 februari 2016, via

http://www.demorgen.be/plus/tien-ingredienten-voor-een-succesvolle-

bewonersgroep-b-1412181138755/

Dierckx, D. (2007). Tussen armoede en beleidsarmoede: Een retrospectieve en

interventiegerichte analyse van de Vlaamse beleidspraktijk. Leuven: Acco.

Page 54: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

49

Geldof, D. (2015). Beleidskaders [cursus]. Antwerpen: Karel de Grote Hogeschool.

Hartman, I. & Sahin, H. (2013). Democratie aan de deur: Hoe kunt u invloed

uitoefenen op het gemeentebeleid? Den Haag: ProDemos.

Hoet, C. (6 mei 2014). Actiegroepen geven burgers weer politieke macht.

Geraadpleegd op 30 april, 2016, via

http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/05/06/actiegroepen-geven-

burgers-weer-politieke-macht

Huyse, L. (2014). De democratie voorbij. Leuven: Van Halewyck.

Leroy, J. (2015). Decentralisatie van bevoegdheden: een denkkader. Lokaal, 2015

(1), pp. 17-20.

Loyens, K., & Van de Walle, S. (2006). Participatie voor iedereen? Wenselijkheid en

haalbaarheid van gelijke participatie in de consultatie over het Federaal Plan

Duurzame Ontwikkeling [onderzoeksrapport]. Leuven: Instituut voor de

Overheid.

Meskens, F. (2014). Politicologie: Een plattegrond van de macht. Inleiding tot

politiek en politieke wetenschappen [cursus]. Gent: Universiteit Gent.

Missie. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 7 mei 2016, via

www.deverenigdeverenigingen.be/over-ons/wie-zijn-we

Missie. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 7 mei 2016, via

www.fov.be/spip.php?article27

Over de raad. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 8 mei 2016, via

www.cjsm.vlaanderen.be/raadcjsm/over-de-raad/

Reynaert, D., & Nachtergaele, S. (26 maart 2015). Sociaal Werk is een

mensenrechtenberoep. Geraadpleegd op 28 mei 2016, via

www.sociaal.net/analyse-xl/mensenrechtenberoep/

Tamboryn, E. (2013). Activist: je hebt gelijk. Maar hoe krijg je gelijk? Leuven:

LannooCampus.

Tien drempels. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 2 maart 2016, via

Page 55: EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN?€¦ · EENZAME PROTESTSTEM IN DE WOESTIJN? Hoe kan De Wakkere Burger bottom-up burgerinitiatieven ondersteunen in het beïnvloeden van lokale

50

http://www.participatiewordtgesmaakt.be/nl/je-bent-bestuurder/10-

drempels/

Van Bouchaute, B., & Timbremont, C., & Pruyt, M. (2014). Politicologie: Politiek en

beleid in sociaal perspectief. Gent: Academia Press.

Vandamme, J., & Pattyn, V. (2015.) Overheid in transitie(s)? Beleidsrollen en

instrumenten in een transitiecontext. Vlaams Tijdschrift voor

Overheidsmanagement, 8(1), pp. 5-9.

Van Reybrouck, D. (2013). Tegen Verkiezingen. Amsterdam: De Bezige Bij.

Van Roy, W., & Schouppe, L. (2014). Wakker worden in een nieuw

participatielandschap. Oikos, 2014 (4), pp. 29-32.

Verbeek, M. (2000). Hoe werk ik als gemeenteraadslid. Brussel: Politeia.

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. (2007). Wat is het verschil tussen

een verzoekschrift en een voorstel van de burgers? Lokaal, 2007 (18), p. 20.

Viaene, S. (2012). Met hoge heren kersen eten: beleidsbeïnvloeding in de praktijk.

Brussel: Samenlevingsopbouw Vlaanderen.

Wat we doen. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 27 april 2016, via www.socius.be/wat-

we-doen/

Wie zijn we. (z.d., z.p.). Geraadpleegd op 20 mei 2016, via

www.dewakkereburger.be/nl/wiezijnwe