een spaanse arbeider in de olster vleeswarenindustrie

4
8 door Geertje van Os Een Spaanse arbeider in de Olster vleeswarenindustrie Nederland maakt een economische recessie door, maar de werkloosheidscijfers in ons land zijn nog lang niet zo hoog als bijvoorbeeld in Spanje. De jeugdwerkloosheid in Spanje heeft inmiddels het historisch dieptepunt bereikt van 50%. Als gevolg van de hoge jeugdwerkloosheid verlaten talloze hoogopgeleide jonge Spanjaarden hun land om elders in Europa een baan te vinden. Steeds vaker komen ze ook naar Nederland. O ngeveer een halve eeuw geleden verlieten eveneens honderdduizenden Spanjaarden hun land. In die tijd waren het vooral gehuwde landarbeiders die de armoede en de dictatuur onder Franco wilden ontvluchten. Zij probeerden in Noordwest-Europa in korte tijd genoeg geld te verdie- nen om terug in Spanje een eigen bedrijfje te starten, een huis te kopen of een andere droom waar te maken. ‘Gastarbeiders’ Het Nederlandse bedrijfsleven kampte in de jaren zestig en begin jaren zeventig met grote tekorten aan onge- Boven: Santiago Arías Arías(l) met zijn zwager Martín in Olst.

Upload: maltluengo

Post on 28-Nov-2014

800 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Nederland maakt een economische recessie door, maar de werkloosheidscijfers in ons landzijn nog lang niet zo hoog als bijvoorbeeld in Spanje. De jeugdwerkloosheid in Spanje heeftinmiddels het historisch dieptepunt bereikt van 50%. Als gevolg van de hogejeugdwerkloosheid verlaten talloze hoogopgeleide jonge Spanjaarden hun land om eldersin Europa een baan te vinden. Steeds vaker komen ze ook naar Nederland.

TRANSCRIPT

Page 1: Een Spaanse arbeider in de Olster vleeswarenindustrie

8 door Geertje van Os

Een Spaanse arbeider in deOlster vleeswarenindustrieNederland maakt een economische recessie door, maar de werkloosheidscijfers in ons landzijn nog lang niet zo hoog als bijvoorbeeld in Spanje. De jeugdwerkloosheid in Spanje heeftinmiddels het historisch dieptepunt bereikt van 50%. Als gevolg van de hogejeugdwerkloosheid verlaten talloze hoogopgeleide jonge Spanjaarden hun land om eldersin Europa een baan te vinden. Steeds vaker komen ze ook naar Nederland.

Ongeveer een halve eeuw geleden verlieteneveneens honderdduizenden Spanjaarden hunland. In die tijd waren het vooral gehuwdelandarbeiders die de armoede en de dictatuur

onder Franco wilden ontvluchten. Zij probeerden inNoordwest-Europa in korte tijd genoeg geld te verdie-nen om terug in Spanje een eigen bedrijfje te starten,een huis te kopen of een andere droom waar te maken.

‘Gastarbeiders’Het Nederlandse bedrijfsleven kampte in de jaren zestigen begin jaren zeventig met grote tekorten aan onge-Boven: Santiago Arías Arías(l) met zijn zwager Martín in Olst.

*Tijdschrift_MSMD_2_2012 (origineel) 20-06-2012 09:03 Pagina 8

Page 2: Een Spaanse arbeider in de Olster vleeswarenindustrie

9

schoold personeel en ging over de grens op zoek naar‘gastarbeiders’. Zo contracteerde een vleeswarenfabriekin Olst in de jaren 1970-1971 ruim honderd Spanjaarden.Een van hen was Santiago Arías Arías. In april 1971stapte hij in de trein naar Nederland met een jaarcon-tract van de Verenigde Baconfabrieken Salland op zak.Dit bedrijf was het jaar tevoren samen met vleeswa-renfabriek Zendijk overgenomen door het snel groei-ende Homburg in het Brabantse Cuijk. Veel bedrijvenin deze provincie hadden al jarenlang goede ervarin-gen met Spaanse arbeiders, zoals Philips dat duizen-den van hen naar Nederland haalde. Santiago, die 37 jaar was toen hij in Nederland arriveer-de, kwam uit Peraleda de la Mata, een door olijfgaar-den omringd dorp op de Spaanse hoogvlakte, zo’n 170kilometer ten westen van Madrid. Samen met zijnzwager en een paar dorpsgenoten had hij zich aange-meld om te gaan werken bij Salland BV in Olst.

Papa was weer weg Hun zoon Javier was zeven jaar toen zijn vader emi-greerde. Hij woont nu in Toledo en schrijft in een e-mail veertig jaar later: ‘Toen mijn vader ons verliet omte gaan werken in Olst was ik met mijn zeven jaardegene die hem regelmatig brieven schreef. Mijnmoeder had de pech om tot de naoorlogse generatiete behoren en kon, zoals veel mensen van haar leef-tijd, niet lezen of schrijven. Aan mij de taak om onzenieuwtjes en gevoelens aan het papier toe te vertrou-wen en aan mijn vader over te brengen. Het adreswaar ik de brieven heen stuurde, staat voor altijd inmijn geheugen gegrift: Santiago Arías Arías, PersoneelOpvangcentrum Salland, Industrieweg 14A, Olst,Holland. Zelfs als ik het nu voor de geest haal, voel iknog een brok in mijn keel en prikken de tranen achtermijn ogen. Ik had het adres uit mijn hoofd geleerd alseen litanie, als een mantra. Misschien heb ik het naveertig jaar verkeerd gespeld, want het geheugen isniet altijd even betrouwbaar.’

Met het geheugen van Javier is niets mis. Het is verba-zingwekkend dat hij zich het volledige adres foutloosherinnert. Daarmee wordt duidelijk hoeveel indruk hetvertrek van vader indertijd op de kleine Javier maakte.Hij vervolgt: ‘Nooit zal ik vergeten hoe mijn vader metKerstmis naar huis kwam, beladen met cadeautjes voormij. Het was de enige keer dat hij thuis kwam in het jaardat hij in Nederland werkte. Zijn vertrek terug naar Olst

is een van de droevigste herinneringen uit mijn jeugd. Ikzie mezelf nog staan op het dorpsplein waar mijn vader,mijn oom en nog een paar mannen afscheid namen vanhun familie met wie ze de Kerst hadden doorgebracht.Stilletjes begon ik te huilen, ik kon het niet tegenhou-den, want ik was nog maar een kind van zeven jaar. Mijnmoeder vroeg wat er aan de hand was en ik antwoord-de tussen twee snikken door: “Dat papa weer weg is!” ’

Rechtsboven: een ansichtkaart van de Maagd van Guadalupe, patrones van Extremadura. Javier schreef de tekst die zijn moederhem dicteerde. Afb. f2 Tekst op de achterkant: Vanochtend heel vroeg zei een engel mij dat jij jarig bent vandaag en omdat ikzoveel van je houd feliciteer ik je graag. Omdat je zo diep gelooft in de Maagd van Guadalupe stuur ik je haar per post, zodat zijook in Nederland bij je is. Kaart die van mij heen gaat en mijn geliefde zal gaan zien, kaart toon hem hoezeer ik hem bemin, als hijje lezen gaat.

Deze foto van de zevenjarige Javier met zijn moeder werdgemaakt om naar Santiago in Olst te sturen. Het kind op dearm van de moeder is een buurmeisje.

Vleesproductie in de IJsselstreekRond 1960 was de IJsselstreek verantwoordelijk voorongeveer een derde deel van de totale Nederlandsevleesproductie. Olba en Zendijk uit Olst richtten in 1957samen met Meester uit Wijhe de N.V. VerenigdeBaconfabrieken Salland op. De verouderde fabriekenkonden de concurrentie nauwelijks aan en in 1963 werdOlba overgenomen door Unilever/Unox. Zendijk kwam in1970 in handen van Homburg, maar werd twee jaarlater alweer verkocht aan de Britse onderneming J.Lyons & Co die het bedrijf in 1974 definitief sloot. Onderandere door de varkenspest in 1974 bleef het onrustigin de vleeswarenindustrie en door tegenvallende finan-ciële resultaten besloot Unox om Olba in 1979 definitiefte sluiten. Zie: J.D. Hilferink, Bedrijvigheid in Olst. Opkomst enondergang van een plattelandsnijverheid, Olst, De Kroon2003, p. 94-97. Zie ook: ‘Olba en Zendijk. Hoe het wasin de Olster vleesindustrie’, Berend Proper m.m.v.J.Nuissl, Anny te Kloeze en Jan aan ’t Rot (red.), Thema-nummer van de Historische Vereniging ’t Olster Erfgoed te Olst, april 1998.

*Tijdschrift_MSMD_2_2012 (origineel) 20-06-2012 09:03 Pagina 9

Page 3: Een Spaanse arbeider in de Olster vleeswarenindustrie

10

den zich over de grote mate van vrijheid in Nederland.Maar ze begrepen niet altijd waarom het een wel konen het ander niet. Van verliefde paartjes die elkaar inhet openbaar zoenden, keek hier niemand op. Maarals je het papiertje van een chocoladereep op degrond gooide, dan kreeg je afkeurende blikken enterechtwijzingen. Het eerste was in Spanje ondenk-baar, het tweede de gewoonste zaak van de wereld.

Gedicht van een emigrantSantiago was evenals zijn vrouw nooit naar schoolgeweest. Als zesjarig jongetje werd hij er al op uitge-stuurd om op het land te werken. Maar zijn drangnaar kennis was zo groot dat hij zichzelf leerde lezenen schrijven tijdens het hoeden van schapen. Lezenwerd zelfs zijn grote passie en zo gauw hij het geld bijelkaar had kocht hij Don Quichot, het meesterwerkvan Miguel de Cervantes. Hij hield ook van schrijvenen vanuit Olst verstuurde hij mooie brieven naarSpanje. Hij schreef zelfs een vijf pagina’s lang gedichtover zijn vertrek naar Olst, de perikelen op de fabrieken over collega’s die hun geld net zo snel uitgaven alsze het verdienden. Een fragment:

Op 6 april 1971vertrok ik naar het buitenlandom te gaan werkenbij slachterij Salland

Julián kwam bij de reuzeldat deed hij met veel tegenzinNa een week opzettelijk getreuzelstapte hij de trein weer in

In kamer negentienwonen we met zes Spanjaardener is hier niet veel te zienen we hebben honger als paarden

Toen we op een dag het eten klaar zagen staandreigden we dat we gingen stakenomdat we nog eens van de graat zouden gaanmet die maaltijden die nergens naar smaken

De arbeiders van Salland BVleggen hun werk neerwant het kwartiertje koffiepauzemag ook al niet meer

De tolk en personeelschefspreken duidelijke taalvoor wie niet werktis het einde verhaal

Velen van ons zijn getrouwden we werken hardwant in Spanje wachten onze vrouwen met smart

Gelukkig horen ze niet alle berichtenwant dan zouden ze nog meer treurenwat sommigen aanrichtenzal mij niet gebeuren

In dit woonoord zijn we met 100 manen al zijn we allemaal Spanjaardwe komen uit alle hoeken van het landelk met zijn eigen aard

Ieder draagt de kleding van zijn streekmaar de een laat het na zich te scherende ander knipt zijn haar niet meeren de volgende verliest zijn loon met spelen

Sommigen zoeken in de dorpen vertieranderen blijven in het woonoordof gaan in bar Tamboril aan de zwierdaar komen ook dames, vaak oud en getrouwd

Maar mijn vrouw is ver van hierik blijf op mijn kamer en schrijvend of lezend heb ik meer plezier

Een Spanjaard die in Nederland verblijftmoet een offer van zichzelf vragenzodat zijn familie weer te eten krijgt deze woorden wil ik aan mijn collega’s opdragen

Laat ze stoppen met die onzindan verliezen ze hun geld niet meerwant in Spanje wacht hun gezinmet liefde op hun terugkeer

De meeste migranten dachten niet langer dan eenpaar jaar in Nederland te blijven en deden daaromgeen moeite om de taal te leren. Dat werd ook nietgestimuleerd door de Nederlandse overheid of dewerkgevers, want die beschouwden hun verblijf even-eens als tijdelijk. De meeste werkgevers zorgden voortolken, vertalers en Spaanstalige hulpverleners, maarniet voor cursussen. De Spaanse arbeiders leerden hetmeeste Nederlands van hun collega’s in de fabriek. Sommige Nederlandse krachttermen blijven eenleven lang bij, zelfs tot in de tweede generatie toe.Javier Arías herinnert zich dat zijn vader na zijn defini-tieve terugkeer uit Olst altijd een vreemde uitdruk-king gebruikte wanneer hij zich kwaad maakte. AlsJavier vroeg naar de betekenis, antwoordde zijn vaderdat dit geen taal voor kleine jongetjes was. Inmiddelsis de vader overleden en is de jongen een volwassenman die zich iets raadselachtigs uit zijn jeugd herin-nert en vraagt: ‘Hay en holandés alguna expresión quese pronuncie en castellano como: O fardoma!?’ (‘Bestaater in het Nederlands een uitdrukking die je in hetSpaans uitspreekt als: O fardoma!?’, ofwel [gvd?])De arbeiders uit het land van dictator Franco verbaas-Wonen, werken, eten, drinken

Na aankomst op de fabriek kreeg elk van deSpanjaarden een werkplek toegewezen volgens eencirculatiesysteem. Het werk waarin ze het beste ble-ken te zijn, werd hun uiteindelijk definitief toegewe-zen. Een zekere Julian moest vet verwijderen en gruw-de daar zo van dat hij al na een paar dagen terugkeer-de naar Spanje. De Spaanse arbeiders waren gewend aan zwaar werkop het land en vonden dat ze bij slachterij Sallandgoed verdienden op een relatief gemakkelijke manier.Het gemis van hun vrouw en kinderen viel sommigenzwaarder dan het werk. Ze hadden heimwee naarSpanje, misten hun gezin, konden niet wennen aan deNederlandse levenswijze en vooral niet aan deHollandse pot. Met dat laatste hadden ze allemaalmoeite en het was zelfs reden om in opstand tekomen. Maar hun dreigementen haalden niets uit. Het woonoord waarin de Spanjaarden waren onder-gebracht had veel weg van een ouderwetse jeugdher-berg met gebrekkige voorzieningen en strenge regels.De mannen deelden met zijn zessen een kleine kamerwaarin geen maaltijden bereid mochten worden, maardie regel werd veelvuldig geschonden. Santiago schaf-te samen met zijn kamergenoten een elektrisch kook-plaatje aan. Aan vlees geen gebrek op de slachterij enonderling kookten ze stiekem een Spaans maaltje.Daar aten ze brood bij met roomboter – wat ze wéllekker vonden – en daarmee kwamen ze de dag door.In het woonoord waren te weinig douches en toilet-ten, er was geen wasmachine, zodat de mannen hunwas met de hand moesten doen, en om 22.00 uurmoest het licht uit zijn. Toch slaagden ze erin om afen toe de Olster horeca te bezoeken. Als ze dan ’s avonds met een borreltje op luid klappend en zin-gend van de dijk naar de Industrieweg liepen, werdvanuit menig huiskamer even tussen de gordijnengegluurd en geglimlacht om zoveel zuidelijk plezier inde duistere straten van Olst.

In de groep met wie Santiago vanuit Peraleda de la Mata ver-trok bevond zich ook zijn zwager Martín wiens echtgenotein verwachting was. Martín sprak met zichzelf af dat hij zichpas zou scheren als het kind gezond ter wereld was geko-men. Tijdens zijn verblijf in Olst werd zijn zoon geboren dieook de naam Martín kreeg. Deze foto stuurde Martín naarzijn moeder en op de achterkant schreef hij: Met alle gene-genheid voor mijn moeder van haar zoon vanuit Nederland.

Santiago Arías Arías (vertaling Geertje van Os)

*Tijdschrift_MSMD_2_2012 (origineel) 20-06-2012 09:03 Pagina 10

Page 4: Een Spaanse arbeider in de Olster vleeswarenindustrie

Een ring met een guldenNa twaalf maanden kon zijn jaarcontract verlengdworden, maar Santiago vond het welletjes en keerdeterug naar huis. Van het geld dat hij in Olst had ver-diend, kocht hij in zijn geboortedorp een huis.Voorheen woonde het gezin in een huurhuis. Hij gingweer in de bouw werken zoals hij eerder ook hadgedaan en vond later een baan bij een agrarischbedrijf in het dorp. In 1983, iets meer dan tien jaar nadat hij definitief wasteruggekeerd, overleed Santiago, op vijftigjarige leef-tijd, bij een fataal ongeval thuis. Hij viel van het dak enliep een schedelbasisfractuur op. Voor zijn vrouw enenige kind Javier was zijn plotselinge overlijden eenenorme schok. Zijn vrouw is zijn dood nooit helemaalte boven gekomen. Ze heeft altijd alles bewaard watmet zijn emigratie te maken had. Bij zijn terugkeer uitNederland bracht Santiago twee zilveren guldensmee. Van een daarvan liet hij een ring maken voor zijnechtgenote. Ze heeft die gedragen tot aan haar doodin 2004.

Magische klankZoon Javier is nooit in Olst geweest, maar ditOverijsselse dorp bezit voor hem zijn leven lang eenmagische klank: ‘Het is wonderlijk hoe de dingensoms lopen. Na veertig jaar schrijf ik weer vanuitSpanje naar Olst. Maar nu via e-mail, een mediumwaarvan we toen niet hadden kunnen vermoeden dat

het ooit uitgevonden zou worden. Ik ben nieuwsgierignaar de plaats waar mijn vader een belangrijk jaar vanzijn leven heeft doorgebracht. Vaak heb ik opWikipedia gezocht naar gegevens over Olst en ik bener heel wat keren met Google Earth heen gevlogen.Om dat vanuit je huiskamer te doen is één ding, maarom er daadwerkelijk heen te reizen is iets anders.’Industrieweg 14A Olst; een adres dat bij Javier tedereherinneringen oproept aan zijn jeugd en zijn vader,die vanuit een arm dorp in Spanje vertrok naar eenonbekend dorp in Nederland om na een jaar afzien enhard werken zijn vrouw en zoon een beter leven tebezorgen. �

Geertje van Os is cultureel antropologe, zij werkt als freelanceonderzoeker en woont in Wijhe. Zij is auteur van Ik kwam meteen koffer van karton. Spanjaarden in Zuidoost-Brabant 1961-2006, Alphen aan de Maas Uitgeverij Veerhuis 2006 (Spaansevertaling 2009). Haar werk inspireerde Miguel Angel LuengoTarrero tot het bouwen van de website www.emigracioneindhoven.dse.nl. Via deze website kwam zij incontact met Javier Arías.

Santiago achter de schrijfmachine op zijn kamer in het woonoord.

Achterkant van de ansichtkaart: Een engel vertelde me van-nacht dat jij jarig bent en omdat ik zoveel van je houd felici-teer ik je met deze dag. Alle bloemen in het veld van dit verreland stuur ik je per post, zodat je ze in Spanje kunt zien. Ikstuur je dit plaatje van het Nederlandse platteland, zodat jeziet hoe mooi het hier is. Je echtgenoot Santiago Arías.

Ansichtkaart van Santiago aan zijn echtgenote. Javier schreef:‘Dit was een ansichtkaart met een geparfumeerd rondje. Hetparfum is al lang vervlogen en de kaart ruikt nergens meernaar. Enkel nog naar nostalgie, verleden tijd en een verlorentraan.’

Paspoort van Santiago Arías Arías. Arbeidsvergunning van Santiago Arías Arías.

11

Zoon Javier: ‘Ik heb deschrijfmachine altijdbewaard en nu vanzolder gehaald om er eenfoto van te maken. Het ver-baast me nog steeds datmijn vader in Olst eenschrijfmachine heeft kun-nen kopen met toetsenvoor de Spaanse letter ñ,het omgekeerde vraagte-ken en omgekeerde uit-roepteken.’

*Tijdschrift_MSMD_2_2012 (origineel) 20-06-2012 09:03 Pagina 11