Download - Landgenoten Lente 2010
landgenotenmagazine voor boer en buiten lente 2010 | 21
www.vilt.be
+ Agrobeheersgroepen, asperges en biogas, streekproducten, het e-loket en veel meer
drie
maa
ndel
ijks
| kw
arta
al 1
| G
ent
X | P
5092
85
VLM-baas in de Biechtstoel
‘Resultaten door overleg’
‘Elke boerderij is een kmo’
Guy Van Den Broek (De Tijd)
DOSSIERPACHTWET
Knelpunten en mogelijke oplossingen
gps-technologieBio met
Damien Depraetere
3
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, An Van Acker fotografie Filip Vanoutrive, Vilda, iStockphoto de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
in dit nummer
22
21
06
Beste
landgenoten
06 focus pachtwetgevingWerkt de pachtwet contraproductief
voor de boer? Wat zijn mogelijke pistes
om de wetgeving bij te sturen?
12 ondernemer van natureDamien Depraetere over
precisielandbouw op het grootste
biologische akkerbouwbedrijf in
Vlaanderen.
18 biechtstoelDirk Lips ondervraagt VLM-bestuurder
Toon Denys. Van derogatieaanvraag tot
het uitzicht van landbouwgebied in 2020.
24 buitenlanderFinancieel journalist Guy Van
Den Broek van De Tijd checkt de
economische knowhow van Wim
Verbreuken uit Kalmthout.
en verder …
04 koetjes & kalfjes11 gewikt en gewogen16 burenbabbel21 uit de provincie22 ten huize van26 frontaal
De eerste voorzichtige zonnestralen van deze
lente doen mij met weemoed terugdenken
aan mijn kindertijd. Vele uren heb ik samen
met mijn broer en zussen ravottend doorge-
bracht op onze boerderij. Daarbij gold één
regel: eerst de karweitjes en dan het plezier.
Dat wisten ook de vriendjes en vriendinnetjes
uit de buurt maar al te goed. Zij staken mee
de handen uit de mouwen om daarna samen
kampen te bouwen op de hooizolder of het
moeras te gaan verkennen in de wei.
Als ik de buurvrouw nu tegenkom, zegt ze
dat haar kinderen – die ondertussen zijn uitge-
zwermd over heel de wereld – nog steeds vol
enthousiasme over hun tijd op de boerderij
spreken. Opgroeien op een landbouwbedrijf
levert je als kind een enorme rijkdom op. En
het vormt je persoonlijkheid. Zo sterk zelfs
dat het niet eenvoudig is om die landbouw
nadien nog los te laten.
Ook voor Damien Depraetere bleek de
lokroep van de landbouw te groot. Nochtans
leefde zijn vader jarenlang in de overtui-
ging dat hij geen opvolger had. Deze om-
mezwaai dwong hen het bedrijf anders te
bekijken, met een verrassende conclusie
tot gevolg: ze wagen de overstap naar
bio. Dat het leven soms vol onverwachte
wendingen zit, beseffen de landbouwers
uit Kruibeke ook maar al te goed. Nadat
de onteigeningscommissie hun erf opwan-
delde, proberen ze nu samen een weide-
vogelproject in de kersverse
natuurzone op te zetten. Je
merkt het al: de enige ze-
kerheid is dat deze Land-
genoten opnieuw boor-
devol boeiende verhalen
zit...
Veel leesplezier!
Griet Lemaire
Hoofdredacteur
16
Hou van meide mateloze.Hoe de clematisreikhalsttot de bloei er op volgtde volmaking.Zie de klokjes en kevers doorn zoentjes en wijn.Wat een maand.Je zou van ontgroening moeten spreken maar alles groent dicht groeit zienderogen in het holst van de lente.
‘ Vele zelfstandigen wachten te lang om toe te geven dat hun zaak niet meer draait. Ze werken zich dus arm’
Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder Unizo, in Trends.
De nieuwe vleesbijbel van VLAM
legt je van naaldje tot draadje
uit wat je met vlees allemaal kan
doen. Braden, wokken, grillen of
frituren,… via foto’s wordt stap
voor stap uitgelegd hoe je deze
kooktechnieken foutloos kan toe-
passen en wat de meest geschikte
techniek is voor welk stuk vlees.
Ook de effecten van een bereiding
op smaak, sappigheid of malsheid
van het vlees worden uitgebreid
toegelicht. Verras jij je familie en
vrienden binnenkort met het sap-
pigste stukje entrecôte dat ze al
gegeten hebben?
De vleesbijbel
koetjes & kalfjes4
Na vijf jaar is het weer zover: tussen 17
en 25 april worden de Gentse expohallen
een reusachtige siertuin die tot de ver-
beelding spreekt van ruim 300.000 bin-
nen- en buitenlandse bezoekers. Met een
oppervlakte van 4,5 ha zijn de Floraliën
de grootste bloemen- en plantententoon-
stelling van de wereld. Elke vijf jaar slaagt
het evenement erin om de laatste tuin- en
sierteelttrends onder de aandacht van het
grote publiek te brengen. Voor de sierte-
lers onder jullie worden de Floraliën een
uitstekend moment om over de uitda-
gingen voor de sector van gedachten te
De hoogmis van de sierteelt
77
Doe het zonder papier
Hou van mei
WIN! Stuur je
naam en adres naar
info@landgenoten.
be en maak kans
op één van de tien
exemplaren van de
dichtbundel.
WIN! Wij mogen vijf
exemplaren van het boek
Hoe bereid ik vlees? weg-
geven. Stuur snel je naam
en adres naar
Op 21 april is het weer tijd om
de verzamelaanvraag in te
dienen. Wie de jaarlijkse wor-
steling met alle papieren beu
is, kan gebruik maken van het
e-loket. Voordeel van dit elek-
tronisch loket is dat het tijdig
fouten in je aanvraag signa-
leert en je handige tips geeft
om optimaal van je steungeld
te kunnen genieten. Wie bo-
vendien zijn verzamelaan-
vraag via het e-loket indient,
kan op de vroegst mogelijke
uitbetaling van de bedrijfstoe-
slag rekenen. Wie bang is dat
hij in de knoop geraakt met
al die informaticatoepassin-
gen, kan altijd eerst oefenen
op het Oefen e-loket en voor
vragen kan je steeds terecht
bij een infolijn. Nog argumen-
ten nodig?
info www.landbouw-vlaanderen.be
Dit is één van de plattelandsgedichten Lut de
Block. Zij schreef in opdracht van de provincie
Oost-Vlaanderen twee jaar lang lyrische woor-
den over de pracht van het platteland. Haar
werk is verzameld in de dichtbundel Het holst
van de lente.
5
Wie met personeel op zijn bedrijf werkt,
weet dat het niet altijd eenvoudig is om
alle neuzen in dezelfde richting te krij-
gen. Het Innovatiesteunpunt werkte
daarom een handige brochure uit vol
praktische tips over hoe je de tevre-
denheid en motivatie van je personeel
kan vergroten. Naast getuigenissen uit
de praktijk, tracht de brochure je ook
inzicht in het ‘menselijk kapitaal’ van
jouw bedrijf te verschaffen. Daarnaast
is er aandacht voor de instroom en
doorstroom van medewerkers en leer
je hoe je het beste kan halen uit je me-
dewerkers. Ook krijg je tips over hoe je
het beste met conflicten kan omgaan.
Zelfoogstboerderijen of zelfpluk-
tuinen kennen we al langer dan
vandaag, maar in Nederland gaat
akkerbouwer Pieter Beije nog een
stukje verder. Met het project Eten
per meter verkoopt hij zijn aardap-
pelen en groenten per meter. Zijn
klanten krijgen op de akker een lo-
pende meter aangewezen die ze zelf
mogen oogsten. Voor aardappelen
vraagt de inventieve landbouwer
Innovatiesteunpunt: HRM publicatie
De hoogmis van de sierteelt Eten per meter
… een mestschuif, toe-
slagrechten, een hak-
selaar of stamboek-
dieren. Op de nieuwe
website www.agrimarkt.
be kan je volledig gratis je
zoekertjes plaatsen. Of je
kan via handige trefwoorden
op zoek naar alles wat je op
je landbouwbedrijf kan gebrui-
ken. Een grote online markt op
maat van de land- en tuinbouw,
volledig gemaakt door en voor
boeren.
info www.agrimarkt.be
77WIN! Wil je
kans maken op
één van de tien
gratis exemplaren
van de brochure
Een duurzaam
personeelsbeleid
voeren, hoe doe je
dat?, stuur dan je
naam en adres
naar info@
landgenoten.be.
Ruim 77% van de bedrijfsleiders in
de landbouwsector heeft de hulp
van Dina niet meer nodig bij het
vinden van een vrouw of man. Ruim
driekwart van de land- en tuinbou-
wers is al gehuwd. Zo’n 15% is onge-
huwd, de rest is gescheiden (3%) of
weduwe of weduwnaar (4,5%). Bij %
wisselen, nieuwe inzichten te verwerven
en de sector te profileren naar de consu-
ment toe. Dat alles tijdens vier
boeiende studienamiddagen,
onder meer georganiseerd
door het ilvo.
de jonge landbouwers (-30 jaar) kan
Cupido wel nog een handje, of beter
gezegd pijltje, toesteken. Bijna 60%
van hen is nog ongehuwd.
info Land- en tuinbouw in Vlaanderen 2009. Landbouwindicatoren in zakformaat. www.vlaanderen.be/landbouw
info www.floralien.be
bijvoorbeeld 95 eurocent per me-
ter, boontjes kosten 50 eurocent.
En het project kent succes! De boer
is ondertussen op zoek naar andere
landbouwers die mee kunnen stap-
pen in zijn initiatief.
info www.etenpermeter.nl
Wie zoekt, die vindt…
IFiscaal voordeel en
een hogere vergoeding maken lange pacht
aantrekkelijker
6 focus pachtwetgeving
De kracht van pachtZowat 70 procent van de Vlaamse landbouwgrond wordt gepacht. Dankzij
de pachtwet heb je als land- of tuinbouwer een vrij grote rechtszekerheid tegen-
over de landeigenaar. Daar tegenover staat dat de pachtwet de beschikbaarheid
van gronden niet altijd ten goede komt. Een overzicht van actuele troeven, knel-
punten en mogelijke bijsturingen voor de wet die grotendeels uit 1929 dateert.
n Vlaanderen krijgt elke land- of tuinbouwer,
direct of indirect, met pacht te maken. Onge-
veer 70 procent van de Vlaamse landbouw-
grond valt onder de pachtwetgeving. Dat is
veel meer dan in onze buurlanden, waar om his-
torische redenen minder grond wordt verhuurd.
Ook de uitzonderingen die geen enkel perceel
pachten, komen met het systeem in aanraking
voor de aan- of verkoop van gronden. Alleen al
omdat hun pachtvrije percelen – soms 20 tot 30
procent – duurder zijn bij verkoop dan gelijkaar-
dige percelen waarop wel pacht van toepassing
is. Daarnaast speelt het fenomeen dat meer en
meer bedrijven een beroep moeten doen op de
veel duurdere seizoenpacht om hun areaal te kun-
nen uitbreiden.
3 partijenDe basis voor onze pachtwetgeving werd ge-
legd in het begin van de 20ste eeuw. In de loop
der jaren werden de wetteksten meerdere keren
aangepast, maar de basisfilosofie is nog steeds
dezelfde. De wet biedt een duidelijk kader voor
drie betrokken partijen: de pachters die grond no-
dig hebben om te bewerken, de landeigenaars die
onrechtstreeks in de landbouwproductie investe-
ren en die willen dat hun investering aantrekkelijk
genoeg is, en de overheid die enkele maatschap-
pelijk gewenste evoluties wil ondersteunen. Met
dat doel legt de overheid een aantal beperkingen
op aan het eigendomsrecht, zoals ze dat ook op
fiscaal, milieu- en stedenbouwkundig vlak doet.
Zonder dieper op juridische details in te gaan,
creëert de pachtwet een voor de landbouwer in-
teressant kader voor het huren van gronden. De
contractduur, de vergoeding en de manieren om
de overeenkomst op te zeggen, bieden de land-
bouwer een aanzienlijke bedrijfszekerheid. Zo kan
een verpachter die geen landbouwer is een pacht-
contract in de meeste gevallen pas onder zeer
strikte voorwaarden opzeggen en beschik je als
pachtende boer in principe over een voorkoop-
recht op de percelen die je pacht. Als pachter kun
je ook relatief eenvoudig de bescherming van dit
systeem afdwingen, waarbij andere contracten –
met meestal minder gunstige voorwaarden – ko-
men te vervallen.
Nieuwe coëfficiëntenDe maximale pachtvergoeding is wettelijk vast-
gelegd in de vorm van coëfficiënten voor de
gronden en voor de gebouwen in een bepaalde
regio. Die coëfficiënt vermenigvuldigd met het
niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van een
perceel bepaalt de pachtprijs in euro. Om de drie
jaar buigen provinciale commissies met vertegen-
woordigers van de landbouw, de landeigenaars
en de overheid zich over een aanpassing van de
pachtprijzencoëfficiënten aan de nieuwe marktsi-
tuatie per landbouwstreek. De coëfficiënten voor
landbouwgronden en gebouwen liggen vast tot
december 2010. De komende maanden trachten
de drie partijen elkaar opnieuw te vinden.
Aanpassingen nodig?Tot hiertoe heeft het systeem altijd relatief goed
gewerkt, maar de jongste jaren zijn zowel bij een
aantal eigenaars als bij landbouwers kritische ge-
luiden te horen. Op het Boerenbondcongres van
december 2006 sprak 70 procent van de 800 aan-
wezigen zich uit voor een aanpassing van de
pachtwetgeving of nieuwe mogelijkheden voor
langdurig grondgebruik met de nodige rechts-
zekerheid. Ze willen een halt toeroepen aan de
evolutie dat verpachters verkiezen om gronden
aan het pachtstelsel te onttrekken, uit vrees voor
7
De kracht van pacht
langdurige onbeschikbaarheid. Op die manier ver-
groten ze namelijk de al zware financieringslast
voor de land- en tuinbouwer. Daarnaast vragen de
jongeren van Groene Kring oplossingen voor de
situatie van sofaboeren die door na hun carrière
te blijven pachten starters de toegang tot gronden
belemmeren.
Bij het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) is
men minder overtuigd van de noodzaak tot aan-
passingen. Het ABS waarschuwt voor de sterke
lobby van grondeigenaars die misbruik zou kun-
nen maken van een situatie waarbij de deuren van
het systeem opengaan. De organisatie wil dan ook
hoogstens praten over een aantal kleine, al dan
niet fiscale, bijsturingen om het pachtstelsel voor
alle partijen interessanter te maken.
Stimuli voor lange pachtDe voorbije jaren is tussen de federale en ge-
westelijke overheid een samenwerkingsakkoord
gesloten over de pachtwetgeving. Daarnaast zijn
er twee relatief onbekende aanpassingen door-
gevoerd om de lange pacht voor de verpachter
aantrekkelijker te maken – en jongeren dus meer
kansen te geven. Ten eerste mag de verpachter
voor een loopbaanpacht, waarbij de pachter op
het einde van die loopbaan zijn rechten verliest,
een hogere vergoeding vorderen van 50 procent
voor gronden en 25 procent voor gebouwen. Ook
eindigt de pacht van rechtswege bij het verstrij-
ken van de vaste termijn van de loopbaanpacht.
In het geval van verpachting bij authentieke akte
met een eerste gebruiksperiode van minstens 18
jaar, geldt een pachtprijsverhoging van minstens
36 procent voor gronden en minstens 18 procent
voor gebouwen. Ten tweede betaalt de verpach-
ter in beide gevallen geen jaarlijkse belasting in
het kader van de inkomstenbelasting.
Nog recenter is ook een mogelijke weg uitge-
werkt waarbij de successie- en schenkingsrech-
ten zouden worden verlaagd of kwijtgescholden
voor gronden die voor een langdurige periode
worden verpacht. Voor die maatregel bestaat
bij de landeigenaars een grote interesse, terwijl
ook de land- en tuinbouwers er baat bij hebben
als opnieuw meer lange pachtcontracten worden
afgesloten. Het is echter nog allesbehalve duide-
lijk of er een politieke consensus over deze piste
kan worden gevonden en of deze aanpassing kan
volstaan om de pachtwetgeving voor alle partijen
opnieuw voldoende interessant te maken
info download de gratis brochure De pachtwet via www.kbc.be > ondernemen > informatie & dossiers > land- en tuinbouw > informatie
3 pachtweetjes1. Als je een pachtovereenkomst sluit
met iemand die over het vruchtge-
bruik van een perceel beschikt, doe
je er goed aan om ook de schriftelij-
ke toestemming van de naakte eige-naar te vragen. Alleen op die manier
is die na beëindiging van het vrucht-
gebruik ook aan de pachtwetgeving
gebonden.
2. In principe heb je geen toestemming
van de verpachter nodig om te bou-
wen op een gepacht perceel. Toch is
het slim om ook de schriftelijke toe-
stemming van de verpachter te vra-
gen. Bij het verstrijken van de pacht
krijg je daardoor een hogere vergoe-
ding. Opdat de gebouwen tijdens de
pacht ook effectief eigendom zouden
blijven van de pachter, wordt aange-
raden om met een recht van opstal te werken. Dat wordt via een authen-
tieke akte door de grondeigenaar toe-
gekend aan de pachter en heeft een
duurtijd van maximum 50 jaar. Een ge-
lijkaardige constructie is de eigenaar
afstand laten doen van het recht van
natrekking.
3. Stel dat een vader zijn activiteit als
landbouwer wil stoppen, maar dat zijn
zoon die het bedrijf wil overnemen
nog niet afgestudeerd is. Om geen
gronden te verliezen, kan de vader
deels verder blijven boeren en deels
zijn gronden elk jaar opnieuw in sei-zoenpacht geven tot zijn zoon is afge-
studeerd. Wettelijk gezien moeten de
overeenkomsten wel voor minder dan
een jaar worden afgesloten en moet
de vader de gronden ook in gereed-
heid brengen.
© M
isje
l Dec
leer
8 focus pachtwetgeving
Werkt de pachtwet contraproductief voor de land- en tuinbouw?Rudy Gotzen: De pachtwetgeving is een heel be-
schermende wetgeving voor de landbouw en dat
betekent dat je moet opletten dat je niet overbe-
schermt. We ervaren alleszins dat landeigenaars
in een aantal gevallen weigerachtig zijn om te ver-
pachten. Dat toont onder meer het Boerenbond-
congres van eind 2006 aan, waar zeven op de tien
aanwezigen ervoor pleitte om de pachtwetgeving
te optimaliseren. Daarnaast blijkt dat een aantal
mensen moeilijk aan grond raakt om te pachten.
Bernard Boes: We mogen niet vergeten dat de
pachtwetgeving stamt uit een tijd toen de relatie
pachter-verpachter helemaal anders was. Van-
daag is die band een professionele economische
relatie geworden. Het is alleen jammer dat de wet-
geving niet mee geëvolueerd is. Daardoor heeft
de eigenaar schrik om aan een toekomstgericht
landbouwbedrijf te verpachten, omdat hij zijn
grond dan economisch kwijtspeelt.
Worden de eigenaars te zwaar benadeeld?Leo Van den Eynde: Dat weet ik niet. Het Bur-
gerlijk Wetboek, de grondwet en het Europese
Verdrag van de Rechten van de Mens bepalen
expliciet dat het eigendomsrecht niet absoluut
is. De overheid heeft, met het oog op het maat-
schappelijk belang, het recht om landbouwers be-
drijfszekerheid te bieden. Landbouw is ook van
strategisch belang voor de voedselproductie en
voor het in stand houden van het platteland.
BB: Toch denk ik dat het ook voor de land-
bouw niet goed is dat een eigenaar die de kans
heeft vrije grond een bestemming te geven, al-
ternatieven naast de pachtwetgeving zou zoeken.
Momenteel stopt ongeveer 2 à 3 procent van de
Vlaamse landbouwbedrijven. Een groot deel van
die gronden worden uit het pachtstelsel gehaald
ten voordele van recreatieve of agro-industriële
activiteiten. Die percelen blijven wel landbouw-
Hoe tevreden of ontevreden zijn de landbouw, de landeigenaars en de overheid
over de Belgische pachtwet? Wat zijn voor hen de voor- en nadelen van onze
wetgeving? We vroegen het aan drie specialisten met verschillende achtergrond:
Rudy Gotzen, docent agrarisch recht aan de kuleuven, Leo Van den Eynde van het
Departement Landbouw en Visserij, en notaris Bernard Boes uit Kortrijk.
Het vermijden van successierechten zou
veel landeigenaars over de streep trekken
Bernard Boes
De overheid heeft het recht om landbouwers
bedrijfszekerheid te bieden
Leo Van den Eynde
‘Vooral
de misbruiken aanpakken’
9
grond maar komen niet meer ter beschikking van
jonge bedrijven, tenzij de landbouwer zelf aan-
koopt. In dat geval kan hij het geld niet meer aan
andere productiemiddelen besteden.
Is landbouwgrond vandaag een interessante investering?RG: Ja. Zeker na de recente bankencrisis zullen
veel mensen tevreden zijn dat een deel van hun
kapitaal uit grond bestond. Een perceel land-
bouwgrond heeft een hoge kapitaalsvastheid.
Het zal niet snel in waarde dalen, maar je moet
er niet in investeren als je het geld niet een aan-
tal jaar kunt missen. Het is een beleggingspro-
duct waarbij je, afgezien van de beperkte jaar-
lijkse pachtvergoeding, maar zeer af en toe kunt
cashen.
BB: Grond die niet onder het pachtstelsel valt,
kan wel interessant zijn. Maar grond onder pacht
kan niet met de andere beleggingen concurreren.
Ik denk dat alleen een spaarboekje vandaag min-
der opbrengt per jaar. In mijn streek betaal je voor
een doorsnee perceel van één hectare ongeveer
30.000 euro. Qua pachtinkomsten krijg je daar
jaarlijks ongeveer 250 euro voor terug. Het klopt
wel dat er bij lange pacht een aantal fiscale voor-
delen zijn en dat je grond tot op heden in waarde
gestegen is. Tien jaar geleden zou dat perceel
waarschijnlijk iets minder dan 20.000 euro heb-
ben gekost.
Op welke manier kan het verpachten van gronden aantrekkelijker worden gemaakt?LVE: Het is bij landeigenaars nog onvoldoende
bekend dat ze een fiscaal voordeel en hogere
pachttarieven kunnen genieten als ze voor lange
pacht opteren (zie ook p. 7, nvdr.) Daarnaast ligt
al een tijd de piste op tafel om de successie- en
schenkingsrechten voor langdurig verpachte
landbouwgrond deels of volledig kwijt te schel-
den. Die regeling is geïnspireerd op een maatre-
gel voor bos- en natuurgebieden en sluit aan bij
het jongerenactieplan van de Vlaamse regering.
Het voordeel is ook dat dit, in tegenstelling tot
de pachtwet zelf, een regionale bevoegdheid is.
BB: Ik hoop dat hier snel een politiek draagvlak
voor wordt gevonden, want ik merk daar op het
terrein een laaiend enthousiasme voor. Dit zou
veel landeigenaars over de streep trekken om,
ondanks het strakke keurslijf van het pachtstel-
sel, toch opnieuw te verpachten. Bovendien heeft
ook de overheid er iets aan omdat er dan minder
constructies zouden worden opgezet, waardoor
de schatkist meer dan alleen de successierechten
misloopt. Grond maakt meestal deel uit van het
9
Na de bankencrisis waren veel mensen tevreden met hun belegging in grond
Rudy Gotzen
de misbruiken aanpakken’
© M
isje
l Dec
leer
10 focus pachtwetgeving
familie-erfgoed en dan is het een erg aantrekkelijk
idee om dat voordelig te kunnen doorgeven.
Zijn er nog andere mogelijkheden?BB: Wat mij ook niet onbelangrijk lijkt, is dat het
risico wegvalt dat je grond plots aan waarde ver-
mindert doordat hij bijvoorbeeld in ven-gebied
of nulbemestingsgebied of iets dergelijks komt te
liggen. De gemeenschap zou moeten opdraaien
voor het waardeverlies dat een individu lijdt om
dat soort maatschappelijke wensen te realiseren.
RG: Sinds kort zijn er op dat vlak maatregelen
getroffen. De overheid verbindt zich ertoe om in
dergelijke gevallen de grond aan te kopen tegen
de huidige marktwaarde. Net zoals bij een ont-
eigening wordt, onder meer via het comité van
aankoop, een marktconforme prijs bepaald door
de Vlaamse Grondenbank.
Bewijst de kloof tussen de jaarlijkse pachtvergoedingen en seizoenpacht dat er iets misloopt?LVE: Niet direct. Seizoenpacht heeft nu eenmaal
een andere marktwaarde dan pacht op langere
termijn. Via seizoenpacht kun je op een land-
bouwbedrijf zonder veel investeringen je pro-
ductie gevoelig opdrijven. Daar staan ook weinig
rechten tegenover inzake bedrijfszekerheid op
langere termijn. Bovendien is de echte waarde
van een perceel moeilijk te bepalen. De opbrengst
speelt mee, de oriëntatie, de grootte van het per-
ceel, maar ook de individuele situatie van de bie-
der enzovoort. Net zoals bij een huis is een stuk
grond waard wat iemand ervoor wil geven.
RG: Wat wel moet aangepakt worden, is dat
landbouwers die eigenlijk gepensioneerd zijn, blij-
ven pachten en via seizoenpacht hun boterham
verdienen. Want daardoor dwarsbomen ze jon-
gere landbouwers bij de uitbouw van hun bedrijf.
De laatste tijd zie ik gelukkig dat vrederechters,
anders dan een aantal jaar geleden, in deze geval-
len wel durven over te gaan tot pachtontbinding
wegens verboden onderpacht.
Klopt het dan dat niet de pachtwet maar vooral een aantal misbruiken moeten worden aangepakt?LVE: Pijnpunten in de wetgeving zijn onder meer
de oneigenlijke seizoenpacht en de herstellings-
en verzekeringskosten bij verpachte gebouwen.
Het invoeren van een fiscale vrijstelling van schen-
kings- en successierechten bij bepaalde langeter-
mijnpachten zou kunnen bijdragen tot een betere
verhouding tussen pachters en verpachters.
BB: Ik denk het wel. Een pachtwet moet blijven
bestaan en bestaande pachtovereenkomsten die-
nen zelfs in de toekomst te worden geëerbiedigd.
In ieder geval moeten op de eerste plaats de uit-
wassen aan beide zijden worden weggewerkt. Het
stuit mij ook tegen de borst wanneer een jonge
landbouwer plots zijn rechten verliest door sluwe
streken van een landeigenaar. Als jurist vind ik dat
overeenkomsten er zijn om nageleefd te worden.
Daarbij moeten we interpreteren naar de geest
van de wet: wat heeft de wetgever gewild en wat
zou hij vandaag willen? De landbouwer moet
rechtszekerheid krijgen, maar tegelijk moet een
investering in grond ook interessant blijven in
vergelijking met andere beleggingen.
RG: Ik ben er ook voorstander van om alleen
een aantal kleine zaken aan te passen, zoals de
hierboven aangehaalde vrijstelling van schen-
kings- en successierechten. De rechtszekerheid
en de landbouw zouden er ook baat bij hebben
mochten we de oneigenlijke seizoenpacht die ik
hierboven al aanhaalde, kunnen inperken. Maar
de basis van onze pachtwet is fantastisch: we zijn
het enige land dat de vrijheid van contracten zo
hoog in het vaandel draagt. Dat is een belangrijke
motor voor onze economie. Iets nieuws zoals een
windmolen is niet per definitie verboden, je vindt
er wel een oplossing voor in een contract. Pas als
er problemen zijn, val je terug op de pachtwet om
je geschil te regelen.
De laatste tijd gaan vrederechters wel over
tot pachtontbinding wegens verboden
onderpacht
© L
udo
Goo
ssen
s
11gewikt en gewogen
info Test het e-loket uit op www. landbouwvlaanderen. be. Vergeet ook niet je verzamel-aanvraag voor 21 april in te dienen via het e-loket!
gezocht iemand die werk maakt van de administratieve vereenvoudiging voor Vlaamse boeren en tuinders
gevonden Ruben Fontaine, projectleider bij de afdeling Markt- en Inkomensbeheer van het Agentschap voor Landbouw en Visserij
Jij bent een van de drijvende krachten achter het e-loket. Wat is dat en waarom is het voor onze boeren interessant?Via het e-loket kun je heel wat gegevens die de overheid nodig heeft, online doorgeven en op-zoeken. Een groot luik is de verzamelaanvraag, maar je kunt er ook zoogkoeienpremies aanvra-gen of andere interessante bedrijfsinfo raadple-gen. Al wat je nodig hebt, is je digitale identiteits-kaart en een kaartlezer die je voor een kleine 20 euro in iedere computerwinkel vindt. In 2006 hebben we het e-loket gelanceerd. Sindsdien hebben we het verder verfijnd, zodat je nu je per-celen zelf eenvoudig kunt intekenen op luchtfo-to’s en digitaal doorsturen. Een ander voordeel is dat het e-loket alle gegevens in je online aanvraag stap per stap op juistheid controleert. Daardoor heb je minder risico om gesanctioneerd te wor-den op fouten en gaat je dossierafhandeling veel sneller. In 40 procent van de papieren aangiftes moeten we bijkomende briefwisseling voeren, bij het e-loket is dat maar 4 à 5 procent.
Jullie systeem blijft evolueren: wat zijn dit jaar de nieuwigheden?Van bij het begin werken we met pilootgroepen waarin boeren de toepassingen op voorhand kunnen testen. Sinds een aantal jaar sturen we ook een enquête rond waarin gebruikers bepaal-de zaken kunnen evalueren. Op basis daarvan hebben we het nu onder andere mogelijk ge-maakt om tot 31 oktober wijzigingen in te dienen. Het is ook goed om weten dat je bij het online indienen altijd een bevestigingsmail krijgt en dat je op ieder moment de historiek van je gegevens
kunt raadplegen. Daarnaast moet je als bioboer via het e-loket je gegevens niet meer afzonderlijk naar de private certificeringsorganisaties sturen. Vanaf dit jaar geven wij alle noodzakelijke infor-matie automatisch door.
Op hoeveel procent van de verzamelaanvragen mikken jullie?Vorig jaar werd 17 procent van de verzame-laanvragen online ingediend. Dit jaar hopen we op een verdubbeling. Volgens gelijkaardige projecten in het buitenland is dat ambitieus maar haalbaar. Vooral Nederland en Zweden staan op dit vlak een stapje verder. Al hangt het er ook van af hoe sterk je de invoering wil pushen. In Nederland zijn bijvoorbeeld geen formulieren meer verstuurd. Wie een papieren aangifte wou doen, moest die zelf aanvragen. Wij gaan voor een zachtere aanpak en investeren onder andere samen met de landbouworganisaties sterk in vor-mingssessies. Daarnaast kunnen nu ook consu-lenten het systeem gebruiken.
Zijn er naast het e-loket nog andere projecten op komst?Zeker. Momenteel zijn we aan het onderzoeken hoe we in samenwerking met de FOD Economie de 15 mei-telling kunnen vereenvoudigen. Daar liggen zeker mogelijkheden, maar het is niet al-tijd eenvoudig om de technische onderbouw van verschillende diensten op elkaar af te stemmen. Dat was ook bij de eenmalige perceelsregis-tratie de grote uitdaging. Gelukkig beschikken we over een uitstekend team van IT- en andere specialisten.
Weg met papier!
12 ondernemer van nature
Bio op grote schaalSoms waait de wind uit onver-
wachte hoek. Damien (24) en
Guy (53) Depraetere, bekend als
ABS-afgevaardigde, zetten de
stap naar biologische landbouw.
‘Dankzij de gps-technologie lijkt
omschakelen ons economisch
de beste keuze.’
naam Damien Depraetere
leeftijd24 jaar
diplomaA2 mechanica
woonplaatsDeftinge
12
1313
Bio op grote schaaltel je voor, plots blijkt dat je een op-
volger krijgt. Dan word je gedwon-
gen om anders naar je bedrijf te
kijken’, vertelt Guy Depraetere uit
het Oost-Vlaamse Deftinge. ‘Je onderzoekt alle
mogelijkheden om extra inkomsten te verwerven
op een manier die nog een aantal jaar interessant
blijft.’ In 2008 volgde Damien een starterscursus
bij het Nationaal Agrarisch Centrum om met sa-
menuitbating te kunnen starten. Daar ontdekte hij
zijn interesse voor de biologische teeltwijze. Het
zette zijn vader er mee toe aan om voor het Alge-
meen Boerensyndicaat het project Bio zoekt boer
(zie pagina 14) op te volgen. ‘Hoe meer informatie
we verzamelden, hoe meer ik erin ging geloven.
Uiteindelijk hebben ze al in juni vorig jaar de eer-
ste percelen omgeschakeld, waardoor hun bedrijf
straks het grootste biologische akkerbouwbedrijf
van Vlaanderen wordt.
Gps en teeltplanDe keuze voor bio is voor vader en zoon vooral
een economische beslissing. ‘De vraag naar
bioproducten is in Vlaanderen al een tijd groter
dan het aanbod,’ zegt Damien. ‘Daarbij komt dat
nieuwe technieken een groot deel handenarbeid
overbodig maken. Ik denk aan precisielandbouw
via een gps-gestuurde trekker. Dat is een aanzien-
lijke investering, maar in verhouding tot de han-
denarbeid voor 70 hectare akkerland wordt die
interessant. Dankzij de gps kun je achteraf op iden-
tiek dezelfde plaats rijden als tijdens het planten.
Daardoor kun je machinaal tot op twee centime-
ter van je plant schoffelen! Door een werkbreedte
van 6 meter minimaliseer je de structuurschade en
verhoog je het rendement. In Nederland hebben
we verschillende van die trekkers gezien, in Vlaan-
deren zou de onze de eerste worden.’
Om hun plannen aan de praktijk te toetsen, de-
den Guy en Damien een beroep op specialisten
van het Proefcentrum voor de Biologische Teelt
(pcbt). Die voerden een haalbaarheidsstudie
voor de omschakeling uit en onderzochten het
financiële en teelttechnische luik. Welke inves-
teringen zijn nodig, hoe groot is de minderop-
brengst, welke afzet- en subsidiemogelijkheden
zijn er, enzovoort. Ze hielpen vader en zoon ook
op weg met een teeltplan voor volgende gewas-
sen: graan (triticale), zomertarwe, gras-klaver,
stamslabonen, aardappelen, voederbieten en
maïs, en veldgroenten zoals erwten, knolselder
of wortelen. Ze stelden ook een stappenplan op
waarin de eerste jaren iets meer plaats is voor
voedergewassen. Die leveren namelijk, in tegen-
stelling tot groenten en aardappelen, al tijdens de
omschakelingsperiode een meerprijs op.
Opvallende openheidVoor de uitwerking van hun plannen bezochten
Guy en Damien ook heel wat biobedrijven in bin-
nen- en buitenland. Volgens Damien werden ze
overal met een opvallende openheid ontvangen.
‘Iedereen wil zijn kennis delen, zelfs al ben je in ze-
kere zin concurrent. De meesten zijn echt fier op
wat ze realiseren.’ Vooral een aantal Nederlandse
bedrijven konden vader en zoon inspireren. Da-
mien: ‘Over de grens zijn een aantal bedrijven die
het echt groot zien en de meest geavanceerde
technieken toepassen. Daar kunnen we in Vlaan-
deren met onze kleinschalige aanpak nog veel van
leren.’
Damien, die mechanica heeft gestudeerd en
een carrière als lasser overwoog, ziet het als
een grote uitdaging om de gps-technologie op
hun bedrijf af te stemmen. ‘Dit is toch een stuk
boeiender dan doen wat je vader al jaren doet?
Er komt veel meer bij kijken dan gewoon een gps-
‘S
Dit is een stuk boeiender dan doen wat
je vader al jaren doet
Links: Damien heeft eigenhandig een groot deel van de machines aan de gps-technologie aangepast.
Rechts: Het aandeel Blonde d’Aquitaine wordt via natuurlijke inkweek opgedreven.
14 ondernemer van nature
Wil je nog meer weten over de plannen
van Damien en Guy of over de gps-ge-
stuurde machines? Bekijk dan ook de vi-
deoreportage die Boerenstebuiten in sa-
menwerking met VILT heeft gemaakt.
Wat?Onder de noemer Boerenstebuiten maakt
het productiehuis NTV sinds maart 2007
wekelijks een televisieprogramma over de
land- en tuinbouw. De inhoud ervan vari-
eert van (vak)nieuws tot interviews, hu-
man interest en reportages over beurzen
of socio-culturele activiteiten in de sector.
Hoe?Je kunt de reportages van Boerenstebui-
ten gratis en op elk moment bekijken op
volgende manieren:
1. via Telenet Digitale Televisie: Druk op
de TVtheek-knop van je afstandsbedie-
ning, scroll naar NTV à la carte en druk
op Boerenstebuiten.
2. via de website www.boerenstebuiten.
be: Tik dit adres over en klik op de re-
portage naar keuze. Om de filmpjes af
te spelen, heb je de nieuwste Flash-
player nodig. Die kun je eventueel gra-
tis downloaden via de website www.
adobe.com/software/flash/about.
Lukt het nog niet? Contacteer dan
[email protected] of op T 051 31 45 35.
Naast Boerenstebuiten over de land- en
tuinbouw biedt NTV onder andere ook
Naturel TV aan over plattelandsbeleving,
Hippo TV over paarden, en Tuin TV over
tuinen en parken.
Ontdek ook de reportage op Boerenstebuiten
info Overweeg je ook een omschakeling naar bio?In het kader van het project Bio zoekt boer helpt consulente Sofie Hoste je graag op weg: 0494 98 23 69 of [email protected] Op de hoogte blijven over biologisch on-derzoek? Dat kan voortaan via het Netwerk Onderzoek Biologische Landbouw & Voeding op www.nobl.be
gestuurde trekker kopen. Voor iedere teelt zijn an-
dere machines nodig. Ik ben weken zoet geweest
met het aanpassen van een oude bietenplanter.
Om de speling tussen je trekker en je machines te
beperken, heb je twee gps-ontvangers nodig: één
op de trekker en één op de schijfbesturing van de
machine zelf. Alle machines moeten ook op el-
kaar afgestemd zijn: je zaai- en je schoffelmachine
moeten dezelfde breedte hebben. Loonwerkers
kunnen ons dus nauwelijks helpen. Ooit kunnen
we misschien machines delen met collega’s, maar
op dit ogenblik zijn er te weinig gelijkaardige be-
drijven.’
Inspelen op marktvragenBehalve een ander machinepark vergt de omscha-
keling ook een totaal andere manier van denken.
Guy: ‘In vergelijking met de gangbare landbouw
moet je meer preventief denken en korter op
de bal spelen. Als er iets fout loopt, kun je veel
minder ingrijpen. Onkruidbestrijding is één ding,
onkruid voorkomen een ander. Het weer speelt
in elke fase van de teelt een grotere rol dan in de
gangbare akkerbouw. Het is ook belangrijk dat je
zo veel mogelijk structuurschade vermijdt. Dat is
een van de redenen waarom onze machines zo
breed mogelijk zijn. Of waarom je drijfmest het
Dankzij de gps kun je tot 2 centimeter van
de plant schoffelen
best uitrijdt met een sleepslangensysteem waarbij
de tank naast het veld blijft. Dat zijn allemaal tech-
nieken die we de komende maanden in de vingers
moeten krijgen.’
Zoals gezegd schakelden Guy en Damien in
juni 2009 de eerste 40 hectare akkerbouw om.
In april is ook het grasland aan de beurt en 8 hec-
tare zomertarwe. Op dat moment wordt ook het
vleesvee omgeschakeld, terwijl de resterende
22 hectare akkerbouw in een latere fase volgen.
‘Het is de bedoeling om geleidelijk Blonde d’ Aqui-
taine in de veestapel te brengen en dat aandeel via
natuurlijke inkweek op te drijven’, zegt Damien.
‘Of we zullen slagen, is nog af te wachten. Maar
we pakken alles zo professioneel mogelijk aan.
Voor de meeste producten hebben we al contac-
ten, al willen we zeker inspelen op de vragen die
we van afnemers krijgen. Misschien realiseren
we met een paar collega’s voldoende volume om
aan supermarkten te leveren. Of misschien kie-
zen we voor de diepvriesindustrie of alternatieve
kanalen. We zien wel: de afzetmogelijkheden zijn
sowieso groter dan voor de gangbare landbouw-
producten.’
MET KUHN ERVAAR JE ELKE DAG HET VERSCHIL• SCHIJVEN- EN TROMMELMAAIERS • SCHUDDERS • HARKEN • OPRAAPPERSEN • WIKKELAARS
VOEDERWINNING
Packo Agri werkt uitsluitend met een professioneel dealernet.
Kennis en service bij de deur.
B-8210 Zedelgem, tel : 050 25 00 10B-5590 Ciney, tel : 083 61 14 74
e-mail : [email protected]
15
MET KUHN ERVAAR JE ELKE DAG HET VERSCHIL• SCHIJVEN- EN TROMMELMAAIERS • SCHUDDERS • HARKEN • OPRAAPPERSEN • WIKKELAARS
VOEDERWINNING
Packo Agri werkt uitsluitend met een professioneel dealernet.
Kennis en service bij de deur.
B-8210 Zedelgem, tel : 050 25 00 10B-5590 Ciney, tel : 083 61 14 74
e-mail : [email protected]
16 burenbabbel
Welkom
ls de onteigeningscommissaris plots
je erf opwandelt, dan weet je meteen
hoe laat het is’, zegt Guido De Nocker,
die in Kruibeke een gemengd bedrijf
uitbaat. Als voorzitter van de Boerenbond-be-
drijfsgilde is hij sinds januari 2007 de spreekbuis
van de plaatselijke landbouwers, die in het kader
van het Sigmaplan geconfronteerd werden met
de erkenning van een gebied van 700 hectare als
overstromingsgebied voor de Schelde. Guido zelf
was geen betrokken partij. Collega-bestuurslid
André D’Eer, ook uitbater van een gemengd be-
drijf, was dat wel. André zag 10 hectare grond
door zijn vingers glippen, zonder duidelijk per-
spectief. Een nooddecreet stipuleerde dat het ge-
bied zou dienen ter compensatie voor het stukje
natuur dat moest verdwijnen voor de aanleg van
het Deurganckdok. En dus verschenen de eerste
bulldozers op het terrein nog voor de onteige-
ningsprocedures waren afgerond. Naast de bouw
van een ringdijk voorzag het plan in de aanleg van
300 hectare slikken en schorren, 80 hectare bos-
sen en 150 hectare weidevogelgebied.
‘A
Die grond is niet meer van ons, maar we kunnen er wel nog een tijdje
boeren
weidevogels
17
Het maaien van rietkanten kan een extra vergoeding
opleveren
De inrichting van een overstromingsgebied aan de oevers van de Krui-
beekse Schelde was geen aangenaam nieuws voor de plaatselijke land-
bouwers. Toch gaven ze het gebied niet helemaal uit handen: ze proberen
er zelfs samen een weidevogelproject in de kersverse natuurzone op te
zetten. Een lokale agrobeheersgroep leidt het geheel in goede banen.
Stoute schoenen‘Maar liefst 70 plaatselijke landbouwers voelden
zich met de rug tegen de muur geplaatst’, weet
André. ‘Een goede 400 hectare van de betrok-
ken zone werd gebruikt als landbouwgrond. Op
een totaal van 1800 hectare landbouwgrond in
Kruibeke betekent dat een serieuze aderlating.
Bovendien zijn de uitwijkmogelijkheden beperkt,
aangezien de Schelde een natuurlijke barrière
vormt. Dus trokken we onze stoute schoenen
aan en gingen we praten met de mensen van
Waterwegen & Zeekanaal. We kregen het voor
elkaar dat we de onteigende gronden konden
blijven beheren tijdens de aanleg van de ringdijk.
Er werd een jaarlijkse onderhoudsovereenkomst
opgesteld die bepaalde dat we de akkers naar
weiland moesten omzetten. Dat betekende uiter-
aard slechts een oplossing op korte termijn, maar
de kiem voor een samenwerking met Waterwegen
& Zeekanaal (W&Z) was wel gelegd.’
De juiste kantNaarmate de werken vorderden, slonk de be-
schikbare oppervlakte zienderogen. ‘Aanvankelijk
konden we dat nog compenseren via een systeem
van gebruiksruil dat werd gecoördineerd door
W&Z. Zij zorgden ervoor dat een landbouwer
die met pensioen ging, zijn grond kon ruilen met
een collega wiens perceel al door de werken was
ingepalmd’, zegt Guido. ‘Maar ook dat was niet
meer dan een tijdelijke remedie. De impact van
de werkzaamheden op het terrein werd al snel
te groot, waardoor werd besloten om de overge-
bleven percelen te groeperen en te herverdelen.
Aansluitend daarbij werd ook de eerste aanzet
gegeven voor het weidevogelgebied. Intussen
was er voor het gebied ook een beheerscommis-
sie in het leven geroepen. Die moet erover waken
dat de milieudoelstelling – honderd broedparen
– wordt gehaald. André en ik zetelen daarin om de
belangen van de landbouwers te verdedigen. Het
uiteindelijke doel ligt vast, daar kunnen we niet
omheen, maar we willen er wel naar streven om
de situatie werkbaar te houden. Dat is niet altijd
eenvoudig. Als ik op de bestuursvergadering van
de bedrijfsgilde vertel wat op de beheerscommis-
sie is beslist, krijg ik wel eens de vraag of we nog
aan de juiste kant staan. Maar al bij al is de bereid-
heid groot om er het beste van te maken. Bij alle
betrokken partijen.’
AgrobeheersgroepenVoor het beheer van het weidevogelgebied kun-
nen de landbouwers sinds kort rekenen op on-
dersteuning vanuit het agrobeheerscentrum dat
werd opgericht binnen het project ECO2, een
samenwerkingsverband tussen de Boerenbond
en de Vlaamse Landmaatschappij. De organisa-
tie heeft tot doel om landbouwers te helpen bij
het opzetten van lokale agrobeheersgroepen en
hen op die manier te betrekken bij projecten rond
landschaps- of natuurbeheer in hun regio. Veld-
werker Frederik Vereecken licht toe: ‘Wij werken
op twee verschillende gebieden. Enerzijds pro-
beren wij landbouwers te ondersteunen die op
vrijwillige basis aan landschaps- of natuurbeheer
willen doen. Anderzijds springen wij op de bres in
gebieden waar landbouwbedrijven door onteige-
ningen in de verdrukking komen. Het project in
Kruibeke past perfect in dat plaatje. De landbou-
wers zijn van goede wil, maar hebben uiteraard
weinig kaas gegeten van weidevogelbeheer. Als
ze een agrobeheersgroep oprichten, kunnen wij
hen daarin ondersteunen. Een andere belangrijke
pijler van onze werking is de samenwerking met
Agro|aanneming, die de landbouwers een wet-
telijk kader biedt om werken uit te voeren voor
derden. Ook in die zin biedt de agrobeheersgroep
in Kruibeke perspectieven. Als er rietkanten moe-
ten worden gemaaid – een arbeidsintensieve klus
– dan kunnen de landbouwers daarvoor instaan,
in ruil voor een vergoeding. We werken ook aan
de oprichting van een agrobeheerscentrum, dat
zorgt voor vorming, begeleiding van de lokale
agrobeheersgroepen en onderzoek naar agra-
risch natuurbeheer.’ Iedere landbouwer kan lid
worden van een agrobeheersgroep.
RespecterenVan weidevogels is in de Scheldebocht voorlopig
nog weinig te merken. Het gebied is momenteel
nog een echte werf. Het einde van de werken is
voorzien voor 2011. Op het toekomstige weidevo-
gelgebied grazen de runderen alsof er niets aan de
hand is. ‘Van de 70 betrokken landbouwers zijn
er momenteel nog 43 op die 250 hectare actief’,
aldus Guido. ‘De oppervlakte en het aantal boeren
zal in de toekomst verder afnemen. De grond is
niet meer van ons maar we hebben er nog wel
een kans. Daarom is het belangrijk dat we ons
constructief opstellen om de milieudoelstelling
te halen. Niemand heeft ons verplicht om van die
weidevogels te houden. Maar we moeten ze wel
respecteren. Alleen zo ligt er voor ons nog een
toekomst in dat gebied.’
Guido De Nocker en André D’Eer uit Kruibeke.
burenbabbel18 biechtstoel18
‘Overleg met alle spelers’Op 1 november trad Toon Denys aan als gedelegeerd bestuurder
van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Welke accenten wil hij
leggen in het beheer van de open ruimte? Wat vindt hij van de ge-
wijzigde koers van de Mestbank? En hoe schat hij de kansen in om
eind dit jaar een nieuwe derogatie te bekomen bij Europa?
Dirk Lips: Welke achtergrond heeft u en hoe vertrouwd bent u met de land- en tuinbouw?Toon Denys: Ik werk sinds 1991 voor de VLM en
was tot eind vorig jaar afdelingshoofd van VLM
West-Vlaanderen. Vanuit die ervaring en als land-
bouwingenieur ben ik erg goed thuis in de sector.
Ik weet dat een continue dialoog met alle actoren
de beste manier is om duurzame vooruitgang te
boeken. Het heeft geen zin dat je aanpak theore-
tisch correct is als die op het terrein toch moei-
lijkheden oplevert. Dat is de weg die ik verder
wil bewandelen met onze organisatie. We moeten
verder investeren in overleg, procesbegeleiding
en administratieve vereenvoudiging. De voorbije
jaren zijn al grote stappen gezet met onder meer
de éénmalige perceelsaangifte in de verzamelaan-
vraag, met de elektronische melding van mestaf-
zetdocumenten, met het vernieuwd MestInternet-
Loket (MIL), en sinds kort met de online aanvraag
van derogatie. Bovendien willen we vanaf 2012
het elektronisch verhandelen van mestverwer-
kingscertificaten en de online aangifte lanceren.
Heeft de Vlaamse landbouw voldoende resultaten geboekt om straks een nieuwe derogatieaanvraag te verdedigen bij Europa?We zitten in een vrij gunstige positie om een nieuw
actieplan met derogatieverzoek te verdedigen.
Vooral aan het oppervlaktewater zie je duidelijk
dat er de voorbije jaren aanzienlijke inspanningen
zijn geleverd. 73% van de MAP-meetpunten vol-
deden in de winter 2008-2009 aan de norm. Dat
is mooi maar de eisen van de EU blijven streng.
Ook het grondwater moet aan de nitraatrichtlijn
voldoen. En het fosfaatgehalte moet verder naar
beneden. Net als Nederland moeten we daar in
het nieuwe actieplan sterk op inzetten. Ik denk
daarbij aan nog gerichter bemesten, maar even-
goed aan erosiebestrijding. Dat is het mooie van
onze brede opdracht: we kunnen een bepaald
probleem vanuit verschillende invalshoeken be-
kijken en aanpakken met het instrument dat ons
daarvoor het best geschikt lijkt.
Slaagt de Mestbank erin om haar begeleidende rol uit te voeren?We zijn nu een drietal jaar bezig met onze onder-
steuning op bedrijfsniveau en we zien een duide-
lijke kentering. Landbouwers zijn bereid om in alle
openheid met onze bedrijfsbegeleiders te bespre-
ken hoe bepaalde zaken anders kunnen worden
aangepakt. Er is voldoende vertrouwen om te
weten dat ze niet op elementen uit dat gesprek
zullen worden afgerekend. En het begrip voor de
mestproblematiek en de bijhorende beleidsdoel-
stellingen is duidelijk gegroeid. Anderzijds blijven
we natuurlijk een overheid die in andere omstan-
digheden ook voor handhaving moet zorgen.
Verschillende staalnames op hetzelfde perceel kunnen andere resultaten opleveren. Begrijpt u dat dit bij boeren voor onzekerheid zorgt?Ik begrijp dat zeker. Ook voor de VLM is dit een
voortdurend aandachtspunt. We hebben een on-
derzoek laten uitvoeren naar de methodes voor
staalname en analyse. En de laboratoria worden
geaudit. De staalnemers van hun kant volgen ver-
plicht opleidingen en zij moeten hun bemonste-
ringstraject registreren met een gps-datalogger.
Ook zijn we op het terrein aanwezig om staalne-
mers te controleren. Al die maatregelen moeten
ertoe bijdragen dat nitraatresidu’s zo betrouw-
baar mogelijk worden gemeten. We mogen wel
niet vergeten dat een bodem nu eenmaal van na-
ture heterogeen is. Maar we doen er alles aan om,
met alle spelers op het terrein, tot een verdere
verfijning en standaardisatie van de nitraatresi-
dubepaling te komen.
Hoe ziet u de interesse voor beheerovereenkomsten evolueren?Goed, die gaat duidelijk in stijgende lijn. We wer-
ken sinds drie jaar met bedrijfsplanners die op
maat van een bepaald gebied en van de bedrijven
werken. Dat creëert een heel andere situatie dan
De positie van de landbouw ten opzichte
van de wereldmarkt bepaalt mee het uitzicht
van ons platteland
19
‘Overleg met alle spelers’
naam Toon Denys
leeftijd 43 jaar
functie gedelegeerd bestuurder vlm
diploma’slandbouwkundig in-genieur, ingenieur in de milieusanering en master overheids-management
woonplaatsLeuven
voordien: onze gespecialiseerde mensen bekijken
op het terrein wat je al dan niet kunt realiseren.
In het begin kreeg je als boer nog negatieve re-
acties van collega’s, maar dat is helemaal weg.
Ook vanuit natuurhoek is men meer en meer
overtuigd van het nut van beheerovereenkom-
sten. Momenteel heeft 1 op 7 landbouwers een
beheerovereenkomst. Dit jaar willen we nog eens
500 nieuwe boeren bereiken. Verder zijn we mo-
menteel aan het bekijken hoe we de effectiviteit
van onze overeenkomsten op een wetenschap-
pelijke manier kunnen meten, om na te gaan wat
we eventueel kunnen bijsturen.
Hoe zal de Vlaamse open ruimte er volgens u in 2020 uitzien?Dat is moeilijk te voorspellen. We hebben onlangs
een oefening gemaakt waarbij er 4 zeer uiteen-
lopende scenario’s zijn uitgewerkt voor hoe het
Vlaamse platteland er in 2030 zal uitzien. Voor
de landbouw hangt er erg veel af van de positie
ten opzichte van de wereldmarkt. Blijft onze land-
bouw in zekere mate afgeschermd of moeten we
mee met de agro-industrialisering om tegen de
internationale ontwikkelingen op te boksen? In
het Vlaams regeerakkoord staat dat wordt ingezet
op Vlaanderen als groen stedengewest met een
sterke landbouw. In vergelijking met Nederland
en Frankrijk is onze open ruimte natuurlijk veel
meer versnipperd en verstedelijkt. Maar ik denk
dat een dynamische landbouw sowieso een cen-
trale rol speelt op ons platteland. © Yves Adams
20
“Als student kies ik voor jobgarantie”
Werkveld schreeuwt om professioneel opgeleide arbeidskrachten
Leren uit onderzoek In de opleiding Agro- en biotechnologie wordt veel belang gehecht aan projectmatig wetenschappelijk onderzoek. Zowel lectoren als studenten werken mee. Zo blijven docenten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het werkveld en zijn studenten zeer gegeerd op de arbeidsmarkt. Het onderzoek spitst zich toe op de vier afstudeerrichtingen uit de opleiding: Agro-industrie In de afstudeerrichting agro-industrie draait alles rond de actuele thema’s voedselveiligheid, voedselkwaliteit en voedselproductie. Studenten zijn praktijkgericht bezig met voedingstechnologie, onderzoek en laboratoriumtechnieken. Er wordt onderzoek gedaan naar voedselveiligheid, ambachtelijke voedselproductie, voedsel-kwaliteit en aquacultuur. Afgestudeerden komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opge-leide arbeidskrachten. Dierenzorg Ons docentenkorps van dierenzorg is sterk gespecialiseerd in dier-gedrag, dierenwelzijn en ethologie, hete hangijzers in onze maat-schappij. Hun onderzoek spitst zich toe op het meten van dieren-welzijn bij dieren uit de intensieve veehouderij, hobbyhouderij en dierentuinen. Daarnaast gaat er aandacht naar diergedrag en het meten van dominantie bij dieren. Groenmanagement De afstudeerrichting groenmanagement legt de nadruk op park-, groen- en natuurbeheer. Daarnaast wordt ook de professionele tuinbouw bestudeerd. Het onderzoek richt zich ondermeer op technieken die een alternatief bieden voor de chemische bestrijding van plagen op bomen, planten en siergewassen. Landbouw In de richting landbouw leren de studenten professioneel omgaan met de huidige tendensen rond landschapsbeheer, teeltmanage-ment, akkerbouw, mechanisatie en het kweken, het houden en verzorgen van en omgaan met landbouwdieren. Onderzoek houdt zich bezig met praktijkgerichte proefveldwerking rond
teelttechnieken, houderij, opfok en welzijn van Belgisch Wit-Blauw en vergelijkend onderzoek akkerbouw voor de industrie, meestal op vraag van de bedrijven zelf. Opleiding op maat Iedereen heeft specifieke interesses. De ene is geïnteresseerd in paarden, de andere in kruiden en een derde in tuinaanleg. Tij-dens de opleiding kunnen de studenten deze interesses ten volle ontplooien via stage, onderzoek en projectwerk. Ze krijgen dus niet alleen een brede basis mee, maar kunnen zich tijdens hun studies reeds specialiseren in hun persoonlijk interessegebied. Hoger afstandsonderwijs, kans op extra diploma Deze professionele bacheloropleiding wordt ook aangeboden in hoger afstandsonderwijs. Zo kunnen afstandsstudenten werk, gezin en studie combineren en een (extra) volwaardig diploma hoger onderwijs behalen. De zelfstudie gaat gepaard met een sterke persoonlijke begeleiding en alle praktische modaliteiten worden in onderling overleg met de studietraject-begeleider afgesproken. Zo wordt een pakket ontwikkeld op maat van de student.
Studenten die kiezen voor de professionele bachelor in Agro- en biotechnologie kunnen als afgestudeerde onmiddellijk aan de slag. Ze komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opgeleide arbeidskrachten. Jobgarantie verzekerd!
INFO Waar? KaHo Sint-Lieven, Campus Waas Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas Tel 03 776 43 48 Mail [email protected] Web http://agrobio.kahosl.be Info 17 maart 2010 (14.30 u) 24 april 2010 (10 - 17 u) 26 juni 2010 (10 - 13 u) 4 september 2010 (10 - 16 u)
21uit de provincie
De provincie Antwerpen gaat producenten van hoeve- en streek-
producten sterker ondersteunen. Ze heeft een nieuw beleidsplan
voorgesteld waarmee ze de samenwerking tussen producenten wil
stimuleren. De Antwerpenaren zetten ook stevig in op streekver-
markting en regional branding.
n oktober 2009 richtte rurant vzw binnen
een PDPO-project het Provinciaal Platform
Hoeve- en Streekproducten op in de pro-
vincie Antwerpen. De komende jaren wil het
provinciebestuur dat netwerk van producenten en
ondersteunende organisaties via een nieuw be-
leidsplan structureel erkennen en ondersteunen.
De uitvoering van het beleid wordt gecoördineerd
door de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid
van de provincie, in nauwe samenwerking met
rurant vzw, Toerisme Provincie Antwerpen, de
Dienst Economie en Internationale Samenwer-
king, Unizo, vzw Streekproducten provincie Ant-
werpen, vlam, het Innovatiesteunpunt voor land-
en tuinbouw, het Steunpunt Hoeveproducten en
de Academie voor Streekgebonden Gastronomie.
Afzet en promotieIn het beleidsplan is veel aandacht voor streek-
vermarkting, het aan de man brengen van de
hoeve- en streek-(gebonden) producten, en voor
regional branding of het versterken van de uit-
straling van de lokale lekkernijen. Het is de bedoe-
ling om de distributieproblemen van producenten
te onderzoeken en er een plan van aanpak voor
op te stellen. Een aantal bovenlokale initiatie-
ven die voor een hogere afzet van de hoeve- en
streekproducten zorgen, zoals het eigen jaarlijkse
evenement prominant met zijn hoeve- en streek-
productenmarkt, wordt verder aangemoedigd.
De provincie wil de band tussen producent en
consument verbeteren. Dat doet ze onder meer
door hoeve- en streekproducten een plaats te
geven in de naschoolse gidsenopleidingen. De
promotie voor producten wordt op de bestaande
toeristische regio’s – Antwerpse Kempen, Schel-
deland, Antwerpen en Mechelen – afgestemd.
Daarnaast wordt de vzw Streekproducten Provin-
cie Antwerpen erkend als promotor van streek-
producten in de provincie, die een belangrijke rol
kan spelen in het verhogen van het aantal erkende
streekproducten.
Samen sterkTot vandaag bestaat er in de provincie Antwerpen
geen producentenorganisatie of andere vorm van
structurele samenwerking tussen hoeveprodu-
centen. De provincie betreurt dat en wil de hoe-
veproducenten aanmoedigen om toch dergelijke
initiatieven te nemen. Voorts willen het provin-
ciebestuur en -personeel ook zelf zo veel moge-
lijk hoeve- en streekproducten uit de provincie
Antwerpen gebruiken: als relatiegeschenk, maar
ook voor evenementen en recepties. Ze hopen
hiermee onder meer de gemeentebesturen in de
provincie te inspireren.
Dankzij de vzw rurant en Unizo kan iedereen
voortaan een beroep doen op een volledige in-
ventaris van alle hoeve- en streekproducenten uit
de provincie.
I
info www.provant.be/hoeve-en-streekproducten of contacteer de plattelandscoördinator van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid [email protected] T 03 240 58 31
Antwerpse streekproducten
als merk
ten huize van22
‘De keten is nu helemaal gesloten’Wie een bloeiend bedrijf wil runnen, mag niet bang zijn om
zichzelf op tijd en stond heruit te vinden. Vandaag vormen as-
perges, varkens, akkerbouw en een biogasinstallatie de suc-
cesvolle viertrapsraket van het familiebedrijf Lavrijsen uit
Herk-de-Stad. Maar dat is ooit wel anders geweest.
Antoon Lavrijsen kwam midden ja-
ren ’80 overgewaaid vanuit het Ne-
derlandse grensdorpje Reusel. Hij
stamt uit een landbouwersgeslacht
maar zocht aanvankelijk zijn weg in de construc-
tie van zware machines. Pas toen een avontuur
in Indonesië op de valreep niet doorging, koos
hij alsnog voor de landbouw. Zijn zoektocht naar
beschikbare grond bracht hem eerst in het Has-
seltse en later een tiental kilometer verderop in
Schulen (Herk-de-Stad). ‘Dik tien jaar geleden
ben ik hier, tegen het advies van alle specialisten
in, met drie hectare asperges begonnen’, vertelt
Antoon. ‘Er wordt altijd gezegd dat asperges zand-
grond nodig hebben. Daarom vind je zoveel asper-
getelers in noordelijk Limburg. Maar wij boeken
in de iets zwaardere zandleemgrond in zuidelijk
Limburg ook aardige resultaten. De opbrengst
valt wat lager uit, maar de kwaliteit is
uitstekend. En aangezien we onze
volledige productie zelf aan de
man brengen, via onze eigen
aspergewinkel op het bedrijf,
zijn we altijd zeker van een
goede prijs.’
Grote luxeDe aspergewinkel is vandaag het
koninkrijk van Sofie, de vriendin van
naam Sofie Maris
leeftijd26
diplomaopvoedster A1
hobby’samateurtoneel
takenaspergewinkel, hulp bij administratie en huishouden
naam Luc Lavrijsen
leeftijd26
diplomaTechnisch land-bouwonderwijs
hobby’sgitaarspelen en de lokale Milieuraad
takenadministratie en bijspringen waar nodig
2323
‘De keten is nu helemaal gesloten’Alle schakels binnen dit bedrijf haken nu
mooi aaneen
Luc, de zoon des huizes. Zij stapte twee jaar gele-
den in het bedrijf, toen Lucs moeder haar moedige
strijd tegen kanker verloor. ‘Het was natuurlijk af-
wachten of ik hier wel zou kunnen aarden’, zegt
Sofie. ‘Daarom heb ik mijn baan als opvoedster
niet meteen definitief vaarwel gezegd. Ik heb loop-
baanonderbreking genomen, maar ik denk niet dat
ik nog terugga. Het valt hier allemaal supergoed
mee, ook het samenwerken met Luc gaat prima.
De maanden dat de aspergewinkel dicht is, help
ik hem met het papierwerk. We zitten eigenlijk de
hele tijd samen. Ik besef heel goed dat dit echt wel
een luxesituatie is. Overdag is het vaak hectisch,
maar wij hebben er een goede gewoonte van ge-
maakt om, zodra het weer het toelaat, de werkdag
af te sluiten met een lekker wijntje aan onze vijver.’
Twee maanden hoogspanningOp een aspergeboerderij is het van april tot eind
juni alle hens aan dek. Een asperge die zijn kopje
boven de aarde priemt, moet er diezelfde dag nog
uit, of hij verliest zijn maagdelijk witte kleur. Ge-
lukkig krijgen de Lavrijsens in het oogstseizoen
zeven dagen op zeven de hulp van een achttal
Polen, die elk voorjaar naar Schulen terugkeren.
‘Die paar maanden seizoensarbeid maken hun hele
jaar goed’, zegt Luc. ‘Die mensen zijn dan ook bij-
zonder gemotiveerd. Ze nemen – weliswaar onder
onze leiding – het hele proces voor hun rekening.
De mannen steken de asperges, de vrouwen was-
sen en sorteren ze in onze verwerkingsruimte vol-
gens dikte, lengte, vorm en kwaliteit. De winkel is
open van 8.30 tot 18.30 uur, alleen op zondagna-
middag zijn we dicht.’
Sofie kijkt elk jaar weer uit naar het asperge-
seizoen: ‘Het menselijke contact – zowel met de
klanten als de seizoensarbeiders – geeft deze peri-
ode extra kleur. Twee jaar geleden hebben we voor
het eerst een opendeurdag georganiseerd en daar
kwam 800 man op af! Ons sociale leven valt die
maanden wel compleet stil: onze vrienden weten
inmiddels dat ze ons dan niet moeten uitnodigen,
want we kunnen toch niet komen. Eind juni her-
ademen we weer een beetje. Al is ook dat relatief,
want we hebben ook een zestigtal hectare akker-
bouw: her en der verspreid verbouwen we onder
meer maïs, suikerbieten, uien en wintergraan. En
het hele jaar door komt daar ook nog eens de zorg
voor 1800 vleesvarkens bij. We weten dus altijd
wel wat gedaan. December en januari zijn eigen-
lijk de enige rustige maanden. Daarna komen de
voorbereidingen voor het nieuwe aspergeseizoen
stilaan weer op gang.’
Blijven innoverenSinds begin dit jaar hebben de Lavrijsens er nog
een hoofdactiviteit bij: de familie heeft geïnves-
teerd in de bouw van een biogasinstallatie met
een capaciteit van 20.000 ton per jaar. ‘Het kli-
maat was er rijp voor’, zegt Luc. ‘In onze contreien
is dit initiatief nog vrij uniek, maar in Duitsland
staan er duizenden van dergelijke installaties. Alle
schakeltjes binnen dit bedrijf haken nu mooi aan-
een. Onze maïs dient tot voedsel van de varkens,
waarvan we de mest met een aantal externe or-
ganische reststromen – zoals veilingafval en afge-
keurde levensmiddelen – en eigen maïs en graan
vergisten. Zo ontstaat er methaangas en dat wordt
vervolgens door een gasmotor omgezet in warmte
en stroom. De elektriciteit zetten we integraal op
het openbare distributienet, want voor ons eigen
verbruik doen we een beroep op zonnepanelen.
We voorzien zo’n 3000 gezinnen van stroom, dat is
zowat de helft van Herk-de-Stad. En het gedroogde
einddigestaat uit de vergisters is op zijn beurt een
prima bodemverbeteraar. De keten is nu dus hele-
maal gesloten. Wie als landbouwer wil overleven,
moet nu eenmaal de kansen benutten die zich aan-
dienen. Maar het succes wordt ons zeker niet in de
schoot geworpen: de papiermolen die hierbij komt
kijken, is echt niet te onderschatten.’
De varkens eten eigen maïs, waarna de mest met een aantal restproducten tot groene energie wordt vergist.
24 buitenlander
‘Boer kan rekenen én werken’
Guy Van Den Broek van De
Tijd is een van de weinige alge-
mene journalisten in Vlaande-
ren die de land- en tuinbouw
op de voet volgt. Hoe schat
hij de economische kennis
van onze boeren in? Wat ver-
wacht hij van de afschaffing
van de melkquota? En hoe ziet
hij de prijzen evolueren? We
nodigden hem uit bij melkvee-
houder Wim Verbreuken uit
Kalmthout.
Terwijl grootvader op Jinte (19 maanden)
en Ante (4 maanden) let, maken Wim
en Petra Verbreuken-Thys uit Kalm-
thout kennis met Guy Van Den Broek
van De Tijd. Hij is een van de zeldzame landbouw-
specialisten die nog in de Vlaamse dagbladpers
actief zijn. Op de vraag waarom maar weinig van
zijn collega’s onze sector opvolgen, antwoordt hij
dat de waarde van de land- en tuinbouw in econo-
mische kringen dikwijls wordt onderschat. ‘Ook
door collega-journalisten. Ze vinden de landbouw,
met op bedrijfsniveau niet echt grote getallen,
waarschijnlijk niet sexy. Terwijl boerderijen voor
mij kleine kmo’s zijn. Boeren beslissen, vaak met
eigen kapitaal, over investeringen die even groot
zijn als die van andere kmo’s. En ze hebben een
enorme technische kennis nodig.’
Financiële bagageWim vertelt dat hij in 1996 in het bedrijf van zijn
vader is gestapt, om het tien jaar later helemaal
over te nemen. ‘Dan heb je nog twee jaar van de
hoge melkprijs kunnen genieten’, merkt Guy op.
‘Gelukkig was je rugzak niet overvol geladen toen
de crisis uitbrak.’ Wim knikt en vertelt dat hij door
jaarlijks uit het Quotumfonds bij te kopen intussen
over een quotum van 800.000 liter beschikt. Guy
geeft mee dat een dergelijk volume volgens hem
na 2015 de standaard wordt, maar Wim blijkt het
daar niet mee eens: ‘Op korte termijn kun je met
500.000 liter evenveel rendement halen omdat
je schuldenlast kleiner is. Het hangt van bedrijf
tot bedrijf af welk volume het meest geschikt is.’
Voor we verder praten over het quotumvraag-
stuk, polsen we bij Guy hoe hij als financieel
expert de economische kennis van de land- en
tuinbouwers inschat. ‘Volgens mij verschilt de
financiële bagage van boeren niet van die van an-
dere kmo’s. Zeker niet op jonge bedrijven.’ Wim
wijst erop dat elke starter verplicht is om een
bedrijfseconomische boekhouding bij te houden
met het oog op vlif-steun. ‘Maar ook zonder die
voorwaarde zou ik dat doen. Uit die cijfers kun je
enorm veel halen om je resultaten te verbeteren.’
Quotum als leveringsrechtTerug naar het quotum. ‘Is het wel slim om nu nog
voor melkquota te betalen als die in 2015 worden
afgeschaft’, vraagt Guy aan onze gastheer. ‘Dat
is een moeilijke kwestie’, klinkt het. ‘Als we de
prijzen van het voorbije jaar vooraf hadden ge-
kend, hadden we niet bijgekocht. Maar je wilt de
plaatsen in je stal en je arbeidstijd zo goed mo-
gelijk benutten. In die zin was bijkopen zeker de
juiste keuze. We proberen die investering wel op
vijf jaar af te schrijven. Hoewel quotum ook een
bepaalde waarde behoudt, als extra leverings-
rechten bij de melkerij.’
Guy knikt en vuurt meteen een nieuwe vraag
af: ‘Slagen jullie erin om met de huidige basis-
melkprijs van 26 eurocent per liter zonder kleer-
scheuren te overleven?’ Wim zucht: ‘Ja, al krijgen
we gelukkig iets meer doordat we op vet en eiwit
uitbetaald worden. Een klein arbeidsloon en afbe-
talingen zijn inbegrepen. We beperken onze kos-
ten waar we kunnen maar soms zouden er toch
kosten gemaakt moeten worden die we met deze
basisprijs nog maar even uitstellen. Daarnaast
naam Guy Van Den Broek
leeftijd60 jaar
jobJournalist
bedrijfDe Tijd
woonplaatsEssen
Veel collega- journalisten
onderschatten de waarde van de landbouw.
25
‘Boer kan rekenen én werken’kunnen we nog altijd niets opbouwen voor de toe-
komst. Hoe ik de prijzen zie evolueren? Ik vrees
dat de melkprijs nog een tijd rond deze koers zal
blijven hangen. We hebben een tijd gehad met
hoge pieken en daarna diepe dalen, die samen-
vielen met de financiële crisis. Dan heb ik liever
een constantere prijs, dat is makkelijker om te
rekenen.’ Niet dat Wim verwacht dat hij na 2015
plots onbeperkt zal kunnen groeien. ‘De melke-
rijen moeten hun melk ook kwijt raken. Er zal wel
onderhandeld worden over de leveringsrechten
van gepensioneerde collega’s. Maar ik ben lid
van Milcobel en ik verwacht dat iedereen op een
bepaald extra percentage zal kunnen intekenen.’
Ondernemer of arbeider?Afrondend vragen we hoe Wim en Guy de alge-
mene land- en tuinbouwprijzen zien evolueren.
‘Tja, ik heb eerder al geschreven dat een klein
groepje inkoopbedrijven wel erg veel macht
heeft’, zegt Guy. ‘Je ziet dat trouwens ook in
andere sectoren. Boeren zijn afhankelijker van
de industrie geworden. Via constructies als con-
tractteelt dreigen ze een soort arbeider te wor-
den. Ze krijgen een loon voor het werk dat ze
doen, maar je kunt ze geen echte ondernemer
meer noemen. Persoonlijk denk ik dat coöpe-
raties en maatregelen op Europees niveau die
evolutie het best kunnen tegengaan. Maar het
wordt niet eenvoudig.’ Wim knikt: ‘Contract-
teelt is vooral in moeilijke periodes aantrekkelijk
omwille van de zekerheid die het biedt. Je krijgt
genoeg om te overleven maar het loon is te klein
om op eigen houtje verder te groeien. Daardoor
kun je ook moeilijk terug. In theorie zou dit soort
contracten ook in de melkveehouderij ingang
kunnen vinden, maar alleen al om schomme-
lingen op te vangen zal er altijd een deel vrije
markt nodig blijven. Toch zie ik de toekomst niet
zo somber. We zullen gewoon nog meer inspan-
ningen moeten leveren om de kostprijs per li-
ter omlaag te krijgen. Een boer krijg je zomaar
niet klein.’
naam Wim en Petra Verbreuken-Thys
leeftijd34 en 33 jaar
bedrijfmelkvee-traiteur-zaak
woonplaatsKalmthout
Wim legt uit hoe hij de plaatsen in zijn stal en zijn arbeidstijd zo goed mogelijk wil benutten.
BoerenstebuitenTVmaakte een reportage over het bezoek van Guy Van Den Broek bij Wim en Petra Verbreuken-Thys. Bekijk ze op www.vilt.be.
2626 frontaal26
Hoe goed bereidt het land- en
tuinbouwonderwijs afgestu-
deerden voor om hun eigen be-
drijf uit te baten? Volstaat een
secundair diploma of is de land-
bouwstiel zo complex geworden
dat je er minstens een bachelor-
of masterdiploma voor nodig
hebt? Drie actoren beoordelen
de heikele kwestie.
Klaar voor de start?
Dirk Lips, Departementshoofd KaHo Sint-Lieven – Sint-Niklaas
‘Het landbouwonderwijs heeft vele gezichten.
Maar als ik me beperk tot de vraag of een secun-
dair diploma volstaat om een modern landbouw-
bedrijf te gaan leiden, dan zeg ik radicaal neen.
Met alle respect voor de praktijkkennis die leerlingen in het BSO opdoen, ze zijn onvol-doende opgeleid om straks hun eigen land- of tuinbouwbedrijf te leiden. Vergeet niet dat ze
moeten beslissen over investeringen van een
miljoen euro en meer. Hetzelfde geldt trouwens
voor leerlingen uit het TSO. Sommigen zullen wel
een mooie carrière uitbouwen. Maar dat is dan
waarschijnlijk meer te danken aan competenties
en kennis die ze los van de school hebben ge-
leerd.’
‘In zekere zin geldt hetzelfde voor studenten
bio-ingenieur. Zij hebben meer bagage en ze zijn
in staat om zich zelfstandig in nieuwe dingen te
verdiepen. Toch vrees ik dat ze de eerste jaren
problemen zullen krijgen omdat hun opleiding te
ver van de praktijk staat. Eigenlijk zie ik momen-
teel maar twee opleidingen die echt boeren-in-spe
vormen en dat zijn de professionele bachelor en
de industrieel ingenieur landbouw. Ik zeg dat niet
om studenten te ronselen. Ik vind vooral dat we
onze andere opleidingen dringend moeten bijstu-
ren. Een diepgaande universitaire opleiding heeft
zin en opent ook buiten de landbouw deuren. Maar
ze moet wel voldoende voeling houden met het
dagelijkse leven op een land- of tuinbouwbedrijf.’
‘Ik besef wel dat leerkrachten uit middelbare scho-
len hun best doen en dat sommige leerlingen het
vak liever in de praktijk dan op de schoolbanken
leren. Maar persoonlijk zou ik het niet vertrouwen
dat mijn kind met alleen een diploma secundair
land- of tuinbouwonderwijs in de stiel stapt. Mis-
schien moeten we ons dus de vraag stellen of dat
wel mogelijk moet blijven en of je voor sommige
starters geen extra begeleiding of vorming moet
verplichten. Ik weet ook dat er goede adviseurs
en boekhouders bestaan die je kunt vertrouwen.
Maar de keuze om iets uit handen te geven, moet
je maken om tijd te besparen. Niet omdat je het
zelf niet kunt, want anders kun je het afgeleverde
werk niet eens beoordelen.’
2727
Klaar voor de start?
‘Elke opleiding heeft haar sterke en zwakke
punten. Voor het secundair onderwijs is er een
duidelijk verschil tussen de technische en de be-
roepsopleiding die we aanbieden. Na een tech-
nische opleiding vind ik het zeker mogelijk om
een eigen land- of tuinbouwbedrijf te beginnen.
Het spreekt vanzelf dat we onze leerlingen ook
stimuleren om een bachelor te volgen. Maar ver-
der studeren is niet voor iedereen weggelegd.
We waken er alleszins strikt over dat leerlingen
een voldoende groot basispakket aan kennis en
vaardigheden meekrijgen om een bedrijf te kun-
nen starten. Ook in het BSO, waar de meesten
op ons aanraden ook het zevende jaar volgen.
Maar een aantal studenten is de schoolbanken
echt moe. Ze willen thuis meewerken en het vak
al doende leren.’
‘Ongeveer zeven op de tien oud-leerlingen uit
het TSO studeren verder. Van de mensen uit het
BSO begint één op de tien aan hogere studies.
De rest zoekt een job binnen of buiten de sec-
tor, of werkt thuis mee om op termijn het bedrijf
over te nemen. Het klopt echt niet dat diege-nen met het hoogste diploma de beste land-bouwers zouden zijn. Het draait niet alleen om
kennis, maar ook om praktische vaardigheden
en attitudes. Je moet naast managementkwali-
teiten vooral je bedrijf goed opvolgen: je dieren,
je teelten, technische installaties, machines en-
zovoort. En als je gedreven bent, kun je achteraf
nog heel wat bijleren via nascholing, infodagen
of vormingssessies.’
‘Ik besef heel goed dat onze bedrijven groter
en complexer worden. Maar zoals ik al zei, wa-
ken we erover dat iedereen die afstudeert, over
de nodige competenties beschikt. Onze leerlin-
gen kunnen wel degelijk een bedrijfseconomi-
sche boekhouding lezen en begrijpen. Je kunt als
landbouwer ook advies inwinnen van een groot
aantal specialisten of je via naschoolse vorming
bijscholen in een deelaspect dat je interesseert.
Op die manier kun je jezelf blijven ontwikkelen
en op de hoogte blijven van de laatste nieuwe
ontwikkelingen. Dat lijkt me minstens even be-
langrijk als het diploma dat je hebt gehaald.’
Bart Van Den Berghe, directeur vabi Roeselare
Kristien De Boodt, bio-ingenieur en kersvers boerin, Schelle
‘Ik ben niet afkomstig uit een landbouwfamilie
en ben juist gestart met een biologische zelfpluk-
boerderij. Als student heb ik 25 jaar geleden een
diploma bio-ingenieur behaald, met als specialisa-
tie veeteelt en als neventak akkerbouw. Daardoor
heb ik geen installatieattest nodig, maar zonder
bijkomende vorming zag ik mezelf niet aan de slag
gaan. Ik heb de stiel niet van thuis uit geleerd en in
mijn tijd kwamen biologische technieken nauwe-
lijks ter sprake in ons curriculum. Ik leer dan ook het meest van de stage die ik via de cursus van Landwijzer volg. Hoe een bodem functioneert,
wist ik al. Maar dat is nog iets compleet anders dan
je bodembewerking in de praktijk goed uitvoeren.’
‘Op het vlak van boekhouding en administratie
verwacht ik geen problemen. Ik begin als boe-
rin aan een tweede leven, nadat ik jarenlang als
ontwikkelingscoöperant heb gewerkt. Ik heb een
aantal jaar in Afrika mensen geleerd hoe ze hun
grond moeten bewerken en hun eigen groenten
kunnen kweken. Na mijn terugkeer heb ik free-
lance als consultant gewerkt voor ontwikke-
lingssamenwerkingsprojecten. Ik had dus al een
cursus bedrijfsbeheer gevolgd en ik weet hoe je
een boekhouding invult en interpreteert. Al heb
ik ook dat niet meteen aan mijn academische
opleiding te danken. Mijn situatie is natuurlijk
vrij uitzonderlijk door mijn keuze voor het inno-
vatieve concept van een plukboerderij. Maar ik
denk dat er sowieso weinig studierichtingen zijn
waarvan de afgestudeerden meteen in de praktijk
meekunnen.’
Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 21Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 1, 2010
België-Belgique9099 Gent X
bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
P509285