11
3
5
7
A. van Royenl aan
13
9
1
56
35
Bert Garthoffpad
8
4
6
w.i.u.
Jac.P. Thijssel aan
21
3
5
Jac. P. Thi jssel aan
14
12
1
22
21
15
Lobeliuslaan
17
26
28
30
24
2
7
4
1
9
Broe
kweg
27
138 t/m
162
112 t/m
136
25
86 t/m
110
2338
60 t/m 84
19
34 t/m 58
18 t/m 32
41
24
37
Jac. P. Thi jssel aan
50
52
48
46
41
38
36
40
44
42
32
34
37
35
33
31
29
39
Lobeliuslaan
164 t/m
196
232 t/m
264
198 t/m
230
23
22
21
20
19
Linnaeushof
63
42
56
5
58
60
6
A.W. van Bosselaan
1
2
62
70
68
66
64
86
84
82
80
78
76
74
72
Hugo de Vrieslaan
35
34
Broekweg
103
1
Hugo de Vr iesl aan
3
21
23
15
16
14
14a
11
10
Haarl emmertrekvaart
14
22
20
18
16
12
10
24
36
40
42
38
34
26
32
30
28
44
54
52
50
48
46
61
31
30
Steeni shof
van
Cornelis
10
23
22
7
46
w.i.u.
3
4
6
5
206
202
203
205
204
de H
aarlemmer trekvaart
211
11
Haarlemmertrekvaart
210
209
208
207
Haarlemmertrekvaart
bosbos
bos
IJsbaan
w.i.u.
bos
bos
bos
bos
bos
1
bos
3
1
17
bos
Oegstg
eesterweg
13
10
Laan van Oud Poelgeest
KAART 3 - GEOMORFOLOGIE
LEGENDA
V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente
Oegstgeest, Bestplan BV
V805 versie 1.0
juni 2010
Geomorfologische kaart van
Nederland, schaal 1:50.000
Lutz
1:4000 / A4
/////////////////////////////////////////////////
Project:
Rapport:
Datum:
Bron:
Tekenaar:
Schaal:
Grens plangebied
Rivierkomvlakte
Lage dijk
Rivier-inversierug
Bebouwing
Water
93250 93500 93750
465750
466000
466250
100m0
114
113
92
112
91
71
70
90
51
69
50
3249
42
24
41
23
102
101
81
61
80
60
Eli Heimanshof
93
W.I.U.
74
72
76
J.P.Thijssenlaan
70
66
68
64
60
62
72
52
17
33
11
3
5
7
A. van Royenl aan
15
13
9
58
1
56
17
53
3534
33
5251
16
1415
13
3231
Simon van Oostroomhof
5049
45
4847
46
1211
Simon van Oostroomhof
8
109
3028
29
27
4443
42
26
2425
23
41
76
45
2122
23
1
3130
16
15
1
14
6
54
10
9
7
2
Eli Heimanshof
67
49
35
Bert Garthoffpad
82
80
78
25
19
23
21
17
bos
w.i.u.
8
4
6
w.i.u.
Jac.P. Thijssel aan
21
3
5
Jac. P. Thi jsselaan
14
12
1
22
21
15
Lobeliuslaan 1
7
26
28
30
24
2
7
4
1
9
Broekweg
27
138 t/m 162
112 t/m 136
25
86 t/m 110
2338
60 t/m 84
19
34 t/m 58
18 t/m 32
41
24
37
Jac. P. Thi jsselaan
50
52
48
46
41
38
36
40
44
42
32
34
37
35
33
31
29
39
Lobeliuslaan
164 t/m 196
232 t/m 264
198 t/m 230
23
22
21
20
19
Linnaeushof
63
42
56
5
58
60
6
A.W. van Bosselaan
1
2
62
70
68
66
64
86
84
82
80
78
76
74
72
Hugo de Vrieslaan
35
34
Broekweg
103
1
2
Hugo de Vr iesl aan
3
21
23
Haarlemmertrekvaart
15
16
14
14a
11
10
317
315
Haarl emmertrekvaart
10a
14
22
20
18
16
12
10
24
36
40
42
38
34
26
32
30
28
44
54
52
50
48
46
61
31
30
Steeni shof
van
Cornelis
10
23
22
7
46
w.i.u.
3
4
6
5
206
202
203
205
204
de Haarlemmer trekvaart
211
11
Haarlemmertrekvaart
210
209
208
207
313
311
76
309
19
Haarlemmertrekvaart
5
bosbos
bos
IJsbaan
w.i.u.
5
bos
Kwaaklaan
bos
bos
bos
bos
1
1
bos
3
7
1
19
Kwaaklaan
5
27
1
24
23
25
21
Poelgeesterweg
20
22
18
17
15
16
bos
Oegstg
eesterweg
48
64
13
10
9
Laan van Oud Poelgeest
46
44
Laan van Alkem
ade
56
38
58
Hofdijck
36
90
39
31
33
30
28
7a
#
4.0504.0504.0504.0504.0504.0504.0504.0504.050
1.4301.4301.4301.4301.4301.4301.4301.4301.430
4.0364.0364.0364.0364.0364.0364.0364.0364.036
29.23929.23929.23929.23929.23929.23929.23929.23929.239
33.12433.12433.12433.12433.12433.12433.12433.12433.124
45.34145.34145.34145.34145.34145.34145.34145.34145.341
KAART 4 - ARCHEOLOGISCHE WAARDEN EN VERWACHTINGENKAART OEGSTGEEST/LEIDEN
LEGENDA
V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente
Oegstgeest, Bestplan BV
V805 versie 1.0
juni 2010
Archeologische waarden en
verwachtingenkaart Gemeente Leiden,
Vestigia rapport V03-332. Archeologische
waarden en verwachtingenkaart
Gemeente Oegstgeest, Vestigia rapport
/////////////////////////////////////////////////
Project:
Rapport:
Datum:
Bron:
Tekenaar:
Schaal:
Grens plangebied
Gematigde verwachting
Lage verwachting
Hoge verwachting
Terrein van archeologische
waarde (met monumentnummer)
Archeologische verwachting
Water
V07-995.
Lutz
1:5300 / A4
93000 93100 93200 93300 93400 93500 93600 93700 93800 93900 94000465500
465600
465700
465800
465900
466000
466100
466200
466300
466400
250m250m250m250m250m250m250m250m250m000000000
Archeologisch booronderzoek
Archeologisch onderzoeksmelding
(met nummer)
Archeologische waarneming
(met nummer)
61
59
58
57
56
55
74
Trekvaartplein
76
103
Broekweg
60
75
73
72
7168
67
66
65
64
63
62
124
126
120
Ha arlem
merw
eg
122
121
118
12 3
69
70
202
125
202
de Ha a
r le m
me r
t re k
v aa r
t
63
67
76
75
74
73
72
7168
66
65
121
122
64
62
61
60
59
58
57
56
55
103
120
118
12 3
69
70
124
125
126
IJsbaan
w.i.u.
1
2
4
3
5
6
min. 240
100
120
80
120
140
KAART 5 - RESULTATEN VELDONDERZOEK
LEGENDA
V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente
Oegstgeest, Bestplan BV
V805 versie 1.0
september 2010
Lutz
1:12.000 / A4
/////////////////////////////////////////////////
Project:
Rapport:
Datum:
Tekenaar:
Schaal:
Grens plangebied
Topografie (GBKN)
Opgehoogd
Klei op veen op zandige klei,
bodemvorming in top kreekafzettingen
fosfaat aangetroffen
Klei op veen op zandige klei
top veen geërodeerd
93400 93500
465800
465900
25m0
boorpuntnummer
diepte verstoring (cm t.o.v. maaiveld)
ligging kabels/leidingen
Periode
Van - tot
Vroeg-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Laat-Paleolithicum
tot 300.000 voor Chr. 300.000-35.000 voor Chr. 35.000-8800 voor Chr.
Vroeg-Mesolithicum Midden-Mesolithicum Laat-Mesolithicum
88.00-7100 voor Chr. 7100-6450 voor Chr. 6450-4900 voor Chr.
Vroeg-Neolithicum Midden-Neolithicum Laat-Neolithicum
5300-4200 voor Chr. 4200-2850 voor Chr. 2850-2000 voor Chr.
Vroege Bronstijd Midden-Bronstijd Late Bronstijd
2000-1800 voor Chr. 1800-1100 voor Chr. 1100-800 voor Chr.
Vroege IJzertijd Midden-IJzertijd Late IJzertijd
800-500 voor Chr. 500-250 voor Chr. 250-12 voor Chr.
Vroeg-Romeinse Tijd Midden-Romeinse Tijd Laat-Romeinse Tijd
12 voor-70 na Chr. 70-270 na Chr. 270-450 na Chr.
Vroege Middeleeuwen Late Middeleeuwen
450-1050 na Chr. 1050-1500 na Chr.
Nieuwe Tijd A Nieuwe Tijd B Nieuwe Tijd C
1500- 1650 na Chr. 1650-1850 na Chr. 1850-1950 na Chr.
Bijlage 2: Toelichting archeologisch proces
Bureauonderzoek
(KNA 3.2 Deel II Protocol 4002)
Het doel van een bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen,
over bekende of verwachte archeologische waarden, binnen een omschreven gebied. Het resultaat is een
standaardrapport met een gespecificeerde archeologische verwachting, op basis waarvan een beslissing
genomen kan worden ten aanzien van (eventueel) vervolgonderzoek.
Het rapport bevat, waar mogelijk, gegevens over aan- of afwezigheid, aard, omvang, ouderdom, gaafheid,
conservering en (relatieve) kwaliteit van archeologische waarden en aardwetenschappelijke eigenschappen
(LS02 t/m LS04). Afhankelijk van de omvang van de toekomstige (planologische) ingreep en werkzaamheden,
de aard van de aanleiding tot het bureauonderzoek en de vraagstelling (LS01), zullen aanvullende gegevens
moeten worden verzameld. Hierbij blijft de doelstelling van het bureauonderzoek (het komen tot een
gespecificeerde verwachting) overeind (LS05). Ten aanzien van archeologisch onderzoek in de bebouwde
omgeving kunnen ondergrondse bouwhistorische waarden aangetast worden. Het is daarom wenselijk om
ook in het archeologisch bureauonderzoek aandacht te schenken aan de bebouwde omgeving en het
voorkomen van ondergrondse bouwhistorische waarden, en zo een gespecificeerde verwachting op te stellen
op basis van alle cultuurhistorische waarden in het onderzoeksgebied. Vervolgens wordt het rapport
opgesteld (LS06) en de gegevens aangeleverd bij Archis, waarna het proces kan worden afgesloten. Daarnaast
dient de digitale documentatie binnen twee jaar na afronding van het standaardrapport overgedragen te
worden aan het e-Depot (www.edna.nl) (DS05).
Het bureauonderzoek geldt als onderbouwing voor het door Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie
opgestelde advies. Dit advies gaat nader in op de eventuele risico’s en benodigde vervolgstappen bij de
verdere ruimtelijke ontwikkeling. Uit het advies kan volgen dat het archeologische verwachtingsmodel nader
in het veld getoetst dient te worden. Dit kan door middel van een Inventariserend Veldonderzoek Overig
(booronderzoek) en/of een Inventariserend Proefsleuvenonderzoek. Dit veldonderzoek leidt of tot vrijgave
van het onderzoeksgebied of tot een advies voor behoud van de vindplaats en indien niet mogelijk nader
archeologisch onderzoek. Indien fysiek behoud niet mogelijk is, dient een opgraving of archeologische
begeleiding uitgevoerd te worden.
Voor een Inventariserend Veldonderzoek Overig is een Plan van Aanpak vereist, dat 10 dagen van te voren
ter inzage dient te liggen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Voor de andere typen archeologisch
onderzoek dient eerst een Programma van Eisen opgesteld te worden. Dit Programma van Eisen dient
goedgekeurd te worden door het bevoegd gezag (meestal de betreffende gemeente). Vestigia is bevoegd om
het gehele archeologische proces te doorlopen.
Het is aan het bevoegd gezag om uiteindelijk te beslissen of na het bureauonderzoek nog andere
archeologische werkzaamheden verricht dienen te worden. Het advies uitgebracht door Vestigia kan daarbij
een belangrijke rol spelen en als zodanig ingebracht worden bij bestemmingsplanontwerpen of –wijzigingen en
aanvragen voor bouwvergunningen. Indien gewenst, draagt Vestigia zorg voor een adequate afstemming van
de resultaten met de betrokken gemeentelijke afdelingen. Op deze wijze wordt voorkomen dat in een later
stadium discussie ontstaat over de gemaakte analyses.
Inventariserend Veldonderzoek
(KNA 3.2 Deel II Protocol 4003)
Het doel van inventariserend veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde
archeologische verwachting door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt
verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Dit omvat
de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke
kwaliteit van de archeologische waarden. Het resultaat van een IVO is een rapport met een waardering en
een inhoudelijk (selectie-)advies (buiten normen van tijd en geld), aan de hand waarvan een beleidsbeslissing
(meestal een selectiebesluit) genomen kan worden (SP02, VS02 t/m VS07, DS01 t/m DS05). Dit betekent dat
de veldactiviteiten uitgevoerd worden tot het niveau waarop deze beslissing gefundeerd genomen kan
worden.
Vestigia brengt naar aanleiding van het veldonderzoek een gespecificeerd advies uit, op basis waarvan het
bevoegd gezag een besluit kan nemen over de wijziging in het bestemmingsplan van het onderzoeksgebied en
eventueel nog te nemen vervolgstappen in het onderzoek.
Bij het IVO kan een onderscheid aangebracht worden in een verkennende, karterende en waarderende fase:
De verkennende fase heeft tot doel inzicht te krijgen in de gaafheid van vormeenheden van het landschap,
voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden. Het doel is kansarme zones uit te sluiten
en kansrijke zones te selecteren voor de volgende fasen van onderzoek. De karterende fase heeft tot doel
het onderzoeksterrein systematisch te onderzoeken op de aanwezigheid van vondsten en/of sporen. De
waarderende fase heeft tot doel het waarnemingsnet te verdichten om de aard, omvang, datering, gaafheid,
conservering en inhoudelijke kwaliteit van de archeologische resten vast te stellen.
Cruciaal voor de uitvoering van het IVO is de keuze voor een bepaalde onderzoeksmethode, waarmee de
gespecificeerde archeologische verwachting, gesteld in het bureauonderzoeksrapport getoetst kan worden in
het veld. Dit dient in een Plan van Aanpak duidelijk gemaakt te worden (VS01, SP01). Als eisen gelden een
verantwoording van alle gebruikte informatie, waarop de keuze gebaseerd wordt en een beschrijving van de
veronderstelde kenmerken van de verwachte archeologische vindplaatsen m.b.t. diepteligging, omvang,
archeologische indicatoren, ruimtelijke verdelingen binnen de vindplaats, artefacten. Boor- en
proefsleuvenonderzoek zijn op dit moment de enige karterende methoden voor het opsporen van (niet-
zichtbare) sites buiten de historische kern die breed inzetbaar zijn. Andere prospectietechnieken zijn alleen in
specifieke omstandigheden toepasbaar (bv. grondradar). Daarnaast kan de oppervlaktekartering een bijzonder
waardevolle aanvulling zijn op een boor- of proefsleuvenonderzoek, met name daar waar (plaatselijk) sprake
is van het aanploegen van vondstlagen of de aanwezigheid van molshopen en geschoonde sloten.
Booronderzoek is een geschikte prospectietechniek voor het opsporen van sites die zich kenmerken door
een archeologische laag of een vondststrooiing met een voldoende hoge dichtheid. Indien een op te sporen
site zich kenmerkt door een lage vondstdichtheid (< 40 vondsten/m²) is booronderzoek minder geschikt en
kan een proefsleuvenonderzoek een betere methode zijn. Voor details naar verschillende boormethoden
wordt verwezen naar de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek deel Karterend booronderzoek.
Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie is bevoegd tot het doen van alle fasen van booronderzoek. Ten
aanzien van de rapportage en aanleveringseisen tot deponering gelden dezelfde eisen als bij een
bureauonderzoek met het verschil dat eventueel vondstmateriaal (vondsten, monsters) binnen twee jaar na
afronding van het veldwerk conform de eisen van het depot bij het aangewezen depot wordt aangeleverd
(DS01 t/m DS05).
Uitgebreide Rapportage Monumenten
1 van 1
4050Monumentnr:30F - 025CMA-nr:
Niet van toepassingTerreinbeheerder:
OegstgeestPlaats:
Toelichting omschrijving:Terrein met de restanten van kasteel Poelgeest uit de Middeleeuwen.
Toelichting waardebepaling:Dit terrein heeft een zeer hoge waarde door de belevingswaarde, zichtbaarheid, fysieke en inhoudelijke kwaliteit.
Actualisering Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland 2004-2006De AMK van Zuid-Holland, vervaardigd in 1994, is opgenomen in de (digitale) Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS).De gehele CHS, en daarmee ook de AMK, was aan herziening toe.Tussen 2004 en 2006 is, op initiatief van en gefinancierd door de Provincie Zuid-Holland, de AMK geheel herzien door middel van eenbureauonderzoek. De projectleiding was in handen van Hazenberg Archeologie Leiden. Tijdens het onderzoek werden bestaandeterreinen hergewaardeerd en nieuwe terreinen geselecteerd. Voor elk terrein is een advies gegeven voor wat betreft de waardering en/of begrenzing. Dit advies is telkens voorgelegd aan eenselectiecommissie, waarin vertegenwoordigers van de provincie, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten(RACM), de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, de Universiteit van Amsterdam en gemeentelijke archeologenzitting hadden.
Status terrein voor de actualisering: Hoge Archeologische Waarde.Beslissing commissie: dit terrein krijgt de status van terrein van Zeer Hoge Archeologische Waarde.Wijziging begrenzing t.o.v. AMK 1994: Nee Datum wijziging Archis: 11-04-2006
Resultaat bureauonderzoek: het middeleeuwse huis is in 1574 verwoest tijdens het Spaans beleg van Leiden en weer opgebouwd in1668. In de 19e eeuw werden nog twee torens toegevoegd.
De resultaten van het onderzoek (incl. mogelijke wijzigingen in de begrenzing) zijn toegevoegd aan Livelink.
Oude omschrijving Archis/CMA:
CAA: - Oudste vermelding 800 op de lijst van kerkelijke goederen van het bisdom van Utrecht.
Beschrijving
Terrein van zeer hoge archeologische waardeStatus:Oud-PoelgeestToponiem:
OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:93291 / 466071Coördinaten:
Havezathe/ridderhofstad Middeleeuwen laat Middeleeuwen laat
Stöver, J. 2000 , in: Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland
Oppervlakte: 9.913 m2
ComplexenComplextype Begindatering Einddatering
Literatuur
Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen
1 van 16
1430Onderzoeksmelding:
OnbekendPlaats:
BROEK EN SIMONTJESPOLDERToponiem:
OegstgeestGemeente:
Zuid-HollandProvincie:
93900 / 466000Coördinaten:
Type onderzoek:
Kaartblad: 30F
Aanmelding: Aanvang:
Onbekend
17-03-1995 17-03-1995 Geschatte duur:
Motief:
Uitvoerder:
Bevoegd gezag:
Projectleider:
Opdrachtgever:
0
Overige grondwerkzaamheden
Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden
Gemeente Leiden
Dolmans
Onbekend
Ingevoerd door/op: archis / 04-07-2002
Toelichting
Wetensch.onderz./invent.cult.hist.waarde
kaartblad 30F
coordinaten: 93.900/466.000
gemeente Leiden
aanvang: 17-03-1995
duur: tot week 20 (met onderbrekingen)
motief: inventarisatie cultuurhistorische waarden
compextype en datering: onderzoek van bewoning in de polder (incl. geologie en grondgebruik) 1625 tot heden.
Omvang onderzoeksgebied niet bekend.
onderzochte percelen (kadastraal): Oegstgeest Dz 350-361; 17; 316; 11; 12.
Naam onderzoek:
Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen
4 van 16
4036Onderzoeksmelding:
OegstgeestPlaats:
Toponiem:
OegstgeestGemeente:
Zuid-HollandProvincie:
93760 / 466218Coördinaten:
Type onderzoek:
Kaartblad: 30F
Aanmelding: Aanvang:
Archeologisch: booronderzoek
12-03-2003 12-03-2003 Geschatte duur:
Motief:
Uitvoerder:
Bevoegd gezag:
Projectleider:
Opdrachtgever:
0
Overige grondwerkzaamheden
Archeomedia / Arnicon
Provincie Zuid-Holland
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Ingevoerd door/op: cthan / 01-04-2003
Toelichting
kaartblad: 30F
coordinaten: 93.740/466.000
toponiem: Poelgeest
gemeente: Oegstgeest
aanvang en duur: 12 april 2001, 3 dagen
motief: n.a.v. bouwwerkzaamheden
complextype en datering: -
type onderzoek: booronderzoek
onderzoekers: M.W.A. de Koning, C.C.Nocholson en P. Zijderveld
resultaten: er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.
het project staat bij Arnicon geregistreerd onder nummer A01-193.0
Naam onderzoek:
Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen
10 van 16
29239Onderzoeksmelding:
OegstgeestPlaats:
Lange VoortToponiem:
OegstgeestGemeente:
Zuid-HollandProvincie:
93576 / 466368Coördinaten:
Type onderzoek:
Kaartblad: 30F
Aanmelding: Aanvang:
Archeologisch: booronderzoek
10-06-2008 16-06-2008 Geschatte duur:
Motief:
Uitvoerder:
Bevoegd gezag:
Projectleider:
Opdrachtgever:
1
Bouwwerkzaamheden
Synthegra BV
Niet van toepassing
Leuvering
Niet van toepassing
Ingevoerd door/op: eromp / 10-06-2008
Onderzoek bij deze melding
Onderzoeksnummer: Type onderzoek:
Diepte onderzoek: Aantal boringen: Aantal putten:
Gereedmelding:
23566 Archeologisch: booronderzoek
24-10-2008
Selectieadvies
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt er voor het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd.
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectie-advies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit
selectieadvies nog niet betekent dat er al bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden
ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst beoordeeld moeten worden door het bevoegd gezag (provincie
Zuid-Holland), die vervolgens een selectiebesluit neemt.
Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid
van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra bv wil de opdrachtgever er
daarom op wijzen, dat mochten er tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen dan
geldt conform artikel 53 van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg een meldingsplicht bij het bevoegd gezag, de
provincie Zuid-Holland.
Ingevoerd door /op: diepe / 24-10-2008
Naam onderzoek:
Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen
11 van 16
33124Onderzoeksmelding:
LeidenPlaats:
TrekvaartpleinToponiem:
LeidenGemeente:
Zuid-HollandProvincie:
93603 / 465708Coördinaten:
Type onderzoek:
Kaartblad: 30F
Aanmelding: Aanvang:
Archeologisch: booronderzoek
22-01-2009 02-02-2009 Geschatte duur:
Motief:
Uitvoerder:
Bevoegd gezag:
Projectleider:
Opdrachtgever:
3
Bouwwerkzaamheden
Becker en Van de Graaf
Gemeente Leiden
Wilbers
Gemeente Leiden
Ingevoerd door/op: awilb / 22-01-2009
Onderzoek bij deze melding
Onderzoeksnummer: Type onderzoek:
Diepte onderzoek: Aantal boringen: Aantal putten:
Gereedmelding:
25880 Archeologisch: booronderzoek
400 48
21-04-2009
Selectieadvies
Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied tot een diepte van ongeveer 2,0 m onder maaiveld bestaat uit een
Middeleeuws kleipakket op een veenpakket. De top van het veenpakket is waarschijnlijk verstoord door erosie terwijl de top van het
kleipakket verstoord is door graafwerkzaamheden als gevolg van de bouw van het woonwagencentrum. Daarnaast zijn beide
pakketten afgezet in natte landschappelijke situaties waardoor wordt verwacht dat er nooit archeologische resten aanwezig zijn
geweest en dat, indien dit toch het geval is, deze resten allemaal verstoord zullen zijn. In de ondergrond, op meer dan 2,0 m onder
maaiveld, is een oeverwal van de Mare aangetroffen waarop mogelijk wel archeologische resten kunnen voorkomen. Deze mogelijke
archeologische resten liggen ruim buiten het bereik van de geplande verstoringsdiepte waardoor aanvullend onderzoek hiervoor niet
noodzakelijk lijkt. Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om geen archeologisch
vervolgonderzoek uit te laten voeren tenzij dieper gegraven gaat worden dan ongeveer 2,0 m onder het huidige maaiveld.
Toelichting
Literatuur: Dr. A.W.E. Wilbers, 2009; Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase,
Trekvaartplein, Leiden, Gemeente Leiden
CIS-code: 33124 (Becker & van de Graaf rapport, Noordwijk)
Ingevoerd door /op: ohoog / 21-04-2009
Naam onderzoek: Trekvaartplein, Leiden
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
1 van 10
24061Waarnemingsnr:
LeidenPlaats:KASTEEL PADDEPOELToponiem:
LeidenGemeente:Zuid-HollandProvincie:
NAP maaiveld:
30FZ-1Objectcode:
Archeologisch: opgravingVerwerving: OnbekendGeomorfologie:Bebouwing/erf/weg/kerkhofGrondgebruik:
Notitie CAA: bij de aanleg van parkeerplaatsen en een groenvoorziening rondde studentenflats bij Nieuweroord in 1966 werdende funderingen van burchten voorburcht van het kasteel Paddepoel of Podikkenpoel aangetroffen.Al eerder had W.C. Braat hieropgravingen verricht, waarbij een deel van devoorburcht verdwenen is.Onderzoek door de ROB toonde aan dat er sprake is vantwee afzonderlijkebouwfasen: fase 1 ca. 1350-1393 en fase 2 ca. 1394-1420.Fase 1 betrof een woontoren omgeven door eengracht; na de moord op Aleidvan Poelgeest in 1393 werd de toren verwoest. Herbouw in de vorm van fase 2volgde echter alspoedig; deze burcht werd bij het beleg van Leiden doorJan van Beieren in 1420 met de grond gelijk gemaakt.
92700 / 465080Coördinaten:
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1967Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1967Renaud / 1967
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Waterburcht
Waterburcht
Niet van toepassing
Niet van toepassing
9999
9999
Compleet
Onbekend
Keramiek
Keramiek
Baksteen
Fundering
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
baksteen:volume ca. 1500-1000 cm3
Niet van toepassing
Vondsten
RODENBURG, C.P. / VOS, H.H. 1966 Een kwestie van tijd (pp.51-68, m.n. 65-67), in: Leids Jaarboekje 58, 1966
-- 1967 --, (122-3), in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond
-- 1967 --, (26), in: Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
FOCKEMA ANDREA, S.J. E.A. 1952 , in: Kastelen in Rijnland, (Leiden 1952, p. 83)
Toelichting:
Toelichting:
Baksteenformaten 23x11.5x5.5= 1455 cm3 en 21x10x4.5= 945 cm3 (byz. klein! R
Kasteel Paddepoel, gebouwd spoedig na 1393, verwoest in 1420.
Vondstmelding: Extern nr:
Einddatering:
Einddatering:
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Onderzoeksmelding:
Literatuur
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
2 van 10
24102Waarnemingsnr:
LeidenPlaats:MARIENPOEL KLOOSTERToponiem:
LeidenGemeente:Zuid-HollandProvincie:
NAP maaiveld:
30FZ-15Objectcode:
Indirect: archiefVerwerving: Polder/droogmakerijGeomorfologie:Bebouwing/erf/weg/kerkhofGrondgebruik:
Rodenburg en Vos 1966, 66:'De enige bouwsporen die van het klooster zijnovergebleven, omvatten enkele dichtzettingen vanopeningen in de kasteel-fundering hier en daar met baksteen van kleine afmeting 3.5/4-9-19/18 enmuurfragmenten van secundairverwerkt materiaal (grote moppen en vijftiendezestiende eeuwse steen) vooral bij de kapelresten.'Renaud 1967:'De ruines en degrond (van kasteel Paddepoel, RP) werden afge-staan aan een kloosterorde, die er sedert 1431 het klooster Marienpoeldeedontstaan. Dit klooster heeft ook maar een betrekkelijk kort bestaan gekend:het werd verwoest even voor of tijdens hetbekend Spaanse beleg van Leiden.Door het terugvinden van funderingen bij het bouwen van het huis van prof.Van Eysingaverkeerde men in de mening dat dit huis praktisch op dezelfdeplaats stond als het voormalig kasteel.'Melding "oud archief"
92750 / 465200Coördinaten:
Onbekend / 1966Particulier / 1994Particulier / 01-01-9999
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Klooster(complex)
Klooster(complex)
Niet van toepassing
Niet van toepassing
9999
9999
Onbekend
Fragment
Keramiek
Keramiek
Fundering
Baksteen
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Vondsten
RODENBURG, C.P. / VOS, H.H., 1966 Een kwestie van tijd (pp. 51-68, m.n. 66), in: Leids Jaarboekje 58, 1966.
RENAUD, J.G.N. 1967 Leiden, Paddepoel (*122-123)., in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond11 / nov.
Toelichting:
Toelichting:
Enkele bouwsporen en muurfragmenten van secundair gebruikte baksteen
Baksteenformaten 18/19x9x3/4= 684 cm3; ook secundair gebruikte baksteen aan
Vondstmelding: Extern nr:
Einddatering:
Einddatering:
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Onderzoeksmelding:
Literatuur
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
3 van 10
24131Waarnemingsnr:
AbtspoelPlaats:HUIS ABTSPOELToponiem:
OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:
NAP maaiveld:
30FZ-19Objectcode:
Archeologisch: opgravingVerwerving: StrandwalGeomorfologie:Bebouwing/erf/weg/kerkhofGrondgebruik:
Loebfiche:'Oegstgeest, Abtspoel. Oudheidkundig onderzoek door de ROB onderwetensch. leiding van dr. J.G.N. Renaud in juni1964.Een onderzoek is ingesteld naar de overblijfselen van het Huis Abtspoel.Dit omgrachte gebouw was een uithof van de abdijEgmond, opgetrokken in deeerste helft van de 15e eeuw onder de abt Willem van Mathenesse. Door deveranderdeterreinomstandigheden viel het moeilijk om de juiste plaats vanhet huis vast te stellen. Na enige vergeefse pogingen werdtenslotte eenmuur van ca. 1 m breedte teruggevonden. De hoge waterstand in de zandgrondbelette echter ieder naderonderzoek. Daar bovendien bleek dat de buiten-muur maar gedeeltelijk in de grond bewaard was gebleven en debinnenmurengeheel waren verdwenen, werd de opgraving afgebroken. De te verwachten re-sultaten wettigen de hoge kosten vaneen opgraving en bemaling niet.'
93400 / 466730Coördinaten:
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 06-1964Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1964Renaud / 07-1964
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
Complex: Cultuur:Aantal: Toestand:Materiaal:Code algemeen: Begindatering:Code specifiek:
Klooster(complex) Niet van toepassing1 FragmentKeramiekMuur(restant) Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nCNiet van toepassing
Vondsten
-- 1964 --, (179), in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond
RENAUD, J.G.N. 1964 Oegstgeest., in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 15/7/1964
Toelichting: Muurfragment, 1 m. breed
Vondstmelding: Extern nr:
Einddatering: Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Onderzoeksmelding:
Literatuur
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
4 van 10
45341Waarnemingsnr:
OegstgeestPlaats:OUD POELGEESTToponiem:
OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:
NAP maaiveld:
30FZ-163Objectcode:
Indirect: onbepaaldVerwerving: OnbekendGeomorfologie:OnbekendGrondgebruik:
Vondstmelding in 1977 door Van Heusden bij het RMO.De vondst werd gedaan bij graafwerk gedurende WOII.slitting (?) 8Veenendaal
93260 / 466100Coördinaten:
Particulier / 9999Louwe Kooijmans / 9999Heeringen, van / 20-01-1978
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDENarchief Louwe Kooymans
Complex: Cultuur:Aantal: Toestand:Materiaal:Code algemeen: Begindatering:Code specifiek:
Onbekend Onbekend1 CompleetZandsteen/kwartsietBijl Neolithicum laat: 2850 - 2000 vCNiet van toepassing
Vondsten
Toelichting: lengte 10,5 cm,breedte 5,6 cm,dikte 2,9 cm.
Vondstmelding: Extern nr:
Einddatering: Neolithicum laat: 2850 - 2000 vC
Onderzoeksmelding:
Beheerder: Toelichting:
Collectie
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
5 van 10
45343Waarnemingsnr:
OegstgeestPlaats:SPORTTERREIN ASCToponiem:
OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:
NAP maaiveld:
30FZ-162Objectcode:
OnbekendVerwerving: OnbekendGeomorfologie:Grasland/weidelandGrondgebruik:
De pijlpunt is aan twee zijden geretoucheerd en heeft een zeer brede steel.
92520 / 466100Coördinaten:
Particulier / 08-1976Louwe Kooijmans / 9999Heeringen, van / 20-01-1978
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDENarchief Louwe Kooymans
Complex: Cultuur:Aantal: Toestand:Materiaal:Code algemeen: Begindatering:Code specifiek:
Onbekend Niet van toepassing1 CompleetVuursteenSpits Neolithicum laat: 2850 - 2000 vCNiet van toepassing
Vondsten
Toelichting:
Vondstmelding: Extern nr:
Einddatering: Bronstijd vroeg: 2000 - 1800 vC
Onderzoeksmelding:
Beheerder: Toelichting:
Collectie
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
6 van 10
48271Waarnemingsnr:
LeidenPlaats:Pomona; MytylschoolToponiem:
LeidenGemeente:Zuid-HollandProvincie:
0NAP maaiveld:
30FZ-216Objectcode:
Archeologisch: proefputten/proefsleuVerwerving: StrandwalGeomorfologie:Grasland/weidelandGrondgebruik:
Van 12 t/m 20 maart 2003 is er door de Dienst Monumenten en Archeologie van de Gemeente Leiden een AanvullendArcheologisch Onderzoek (AAO) verricht op het terrein Pomona-Mytylschool, tussen de Mytylschool en het RijnlandsZeehospitium, aan de Wassenaarseweg. Hierbij is een werkput aangelegd van 5 x 22 m.
Tijdens het onderzoek zijn bewoningsresten aangetroffen die gedateerd kunnen worden aan het eind van de Midden IJzertijd, inde 3e eeuw voor Chr.Deze overblijfselen bestonden vooral uit aardewerk dat was ingespoeld of waarvan de context is weggeerodeerd. Het is dusmogelijk dat er op de plaats van het onderzoeksterrein een bewoningslaag geweest is, die geheel is weggeerodeerd. Een andere mogelijkheid is dat het materiaal is ingespoeld, en dus afkomstig is van een bewoningslaag stroomopwaarts van deOude Rijn.
Verslag is aanwezig in Livelink.
93288 / 465115Coördinaten:
Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden / 03-2003Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden / 13-04-2004Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden / 26-03-2004
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
Complex:
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Nederzetting, onbepaald
Onbekend
Onbekend
Niet van toepassing
Onbekend
Onbekend
1
9999
2
Compleet
Fragment
N.v.t.
Keramiek
Bot, onbekend
Niet van toepassing
Spinklos/spinschijf/spinsteen
Bot
Kuil
IJzertijd: 800 - 12 vC
IJzertijd: 800 - 12 vC
IJzertijd: 800 - 12 vC
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Vondsten
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Datering niet bekend
Datering niet bekend.
Datering niet bekend
Vondstmelding: Extern nr:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd: 1500 - 1950
Nieuwe tijd: 1500 - 1950
Onderzoeksmelding: 4037
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
7 van 10
Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente LeidenPomona-Mytylschool (03POM) maart 2003
Complex:
Complex:
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Onbekend
Nederzetting, onbepaald
Nederzetting, onbepaald
Nederzetting, onbepaald
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
1
1
1
1055
Fragment
N.v.t.
N.v.t.
Fragment
Koper
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Keramiek
Fibula/mantelspeld
Cultuurlaag
Kuil
Aardewerk, handgevormd
IJzertijd: 800 - 12 vC
IJzertijd midden: 500 - 250 vC
IJzertijd midden: 500 - 250 vC
IJzertijd midden: 500 - 250 vC
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Foto
Tekening
Verslag
Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden
Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden
Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden
Foto's/dia's: 03POMF0001 t/m 03POMF0064
03POMT0001 t/m 03POMT0072
Steen, J. van der, 2003: Aanvullend Archeologisch Onderzoek Pomona - Mytylschool (03POM), maart2003. Gemeente Leiden, Bureau Monumenten & Archeologie.
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Datering niet bekend
Type:
Type:
Type:
Beheerder:
Beheerder:
Beheerder:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC
IJzertijd midden: 500 - 250 vC
IJzertijd midden: 500 - 250 vC
IJzertijd midden: 500 - 250 vC
Beheerder: Toelichting:
Documentatie
Collectie
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
8 van 10
413343Waarnemingsnr:
OegstgeestPlaats:OverveerpolderToponiem:
OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:
+ ,02NAP maaiveld:
30FZ-294Objectcode:
Archeologisch: booronderzoekVerwerving: DuinGeomorfologie:Grasland/weidelandGrondgebruik:
In opdracht van gemeente Oegstgeest heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in augustus 2009 een inventariserendveldonderzoek uitgevoerd in verband met de voorgenomen bodemin-grepen in het plangebied Overveerpolder in de gemeenteOegstgeest. Doel van dit onderzoek was de Archeologische Verwachtingskaart Oegstgeest te toetsen en, voor zover mogelijk,een eerste indruk te geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueelaangetroffen archeologische vindplaatsen.
In het onderzoeksgebied zijn tijdens het veldonderzoek twee archeologische vindplaatsen aange-troffen. Vindplaats 1 betreftresten behorende bij Huis Abtspoel en vindplaats 2 resten van een molen, beide daterend uit de Late Middeleeuwen t/m Nieuwetijd.In het overige deel van het on-derzoeksgebied zijn wel de verwachte kalkloze duinzanden aangetroffen, maar geen aanwijzin-gen voor de aanwezigheid van archeologisch relevante lagen (vegetatiehorizonten) en/of archeo-logische vindplaatsen.
In het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied zijn vermoedelijk archeologische resten van bijgebouwen en de tuinbehorende bij Huis Abstpoel aanwezig. Tijdens het veldonderzoek zijn enkele fragmenten kogelpot daterend uit de 12e/13e eeuwaangetroffen. In de boringen 3 en 18 is ondoordringbaar puin aangetroffen. Verder is in de boringen 24 t/m 29 een sloot ofmogelijk gracht aangetroffen.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt aanbevolen om aanvullend archeologisch onderzoek te laten verrichten in hetnoordwestelijke deel van het onderzoeksgebied. Geadvi-seerd wordt om dit vervolgonderzoek te laten plaatsvinden in de vormvan een aanvullend bu-reauonderzoek, specifiek gericht op Huis Abstpoel, en inventariserend veldonderzoek (IVO) kar-terende/waarderende fase, bestaande uit geofysisch onderzoek en/of proefsleuvenonderzoek.
Na beoordeling van de bevindingen van onderhavig onderzoek zal het bevoegd gezag (gemeente Oegstgeest of diens adviseur:drs. C. Brandenburgh, gemeentelijk archeoloog van Leiden) een selectiebesluit nemen.
93468 / 466706Coördinaten:
RAAP Archeologisch Adviesbureau / 12-08-2009Kruif, de / 03-09-2009RAAP Archeologisch Adviesbureau / 03-09-2009
Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:
Beschrijving
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Niet van toepassing
Niet van toepassing
1
1
Fragment
Fragment
Metaal
Glas
Slak
Kleurloos/ontkleurd glas
IJzertijd: 800 - 12 vC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Vondsten
Toelichting:
Toelichting: glas met luchtbelletjes
Vondstmelding: 411799 Extern nr: OPOG
Einddatering:
Einddatering:
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Onderzoeksmelding: 36152
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
9 van 10
Complex:
Complex:
Complex:
Complex:
Complex:
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Code specifiek:
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
9999
1
4
1
3
1
1
Fragment
Fragment
Fragment
Fragment
Fragment
Fragment
Fragment
Kalk(steen)
Keramiek
Keramiek
Keramiek
Keramiek
Keramiek
Keramiek
Mortel/specie
Aardewerk, ondetermineerbaar
Kogelpot
Grijsbakkend gedraaid aardewerk
Roodbakkend geglazuurd aardewerk
Fayence
Pijp/pijpekop/pijpesteel
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
schelpmortel
12-13e eeuw
loodglazuur
vanaf 17e eeuw
pijpesteel
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Einddatering:
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Nieuwe tijd: 1500 - 1950
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC
Uitgebreide Rapportage Waarnemingen
10 van 10
Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Zuid-Hollandna bestudering zullen de relevante vondsten worden overgedragen aan het desbetreffende depot
Complex:
Complex:
Cultuur:
Cultuur:
Aantal:
Aantal:
Toestand:
Toestand:
Materiaal:
Materiaal:
Code algemeen:
Code algemeen:
Begindatering:
Begindatering:
Code specifiek:
Code specifiek:
Borg/stins/versterkt huis
Borg/stins/versterkt huis
Niet van toepassing
Niet van toepassing
3
2
Fragment
Fragment
Keramiek
Keramiek
Porselein
Industrieel wit (Maastrichts/Regout)
Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Niet van toepassing
Niet van toepassing
VerslagRAAP Archeologisch AdviesbureauDe projectinformatie bevindt zich in het archief van RAAP-West
Tol, A., P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen 2004 Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid entoepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie., in: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project,Amsterdam) 1000
Kruif, S. de 2009 Plangebied Overveerpolder, gemeente Oegstgeest; archeologisch vooronderzoek: een inventariserendveldonderzoek, in: RAAP-rapport 1997
Toelichting:
Toelichting:
namaak porselein
fayence, 19e eeuw
Type:Beheerder: Toelichting:
Einddatering:
Einddatering:
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Nieuwe tijd C: 1850 - 1950
Beheerder: Toelichting:
Documentatie
Collectie
Literatuur
Bijlage 4: Luchtfoto van het plangebied en omgeving
Figuur 1: Luchtfoto van het plangebied en omgeving, met aangegeven in cirkels de molenbiotoop van de Kikkermolen (foto richting westen, situatie september 2003, bron: CHS Zuid-Holland). Ten tijde van de foto was de Oegstgeesterweg nog door de Poelgeesterbrug met het oostelijk deel van het plangebied verbonden.
����� ���� ����������� ��� ����� ����������
�
��������� ���������������� �������� ���������
� � ��� �
����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������
*� +�* �* �� �
,� +�* �* �� �
-� +�* �* �� �
.� +�* �* �� �
�� /)* � *#�0,*� �
1� /)* � *#�0,*� �
�� /)* � *#�0,*� �
2� /)* � *#�0,*� �
3� /)* � *#�0,*� �
��� /)* � *#�0,*� �
**� /)* � *#�0,*� �
*,� /)* � *#�0,*� �
*-� /)* � *#�0,*� �
*.� /)* � *#�0,*� �
��� /)* � *#�0,*� �
*1� /)* � *#�0,*� �
*�� /)* � *#�0,*� �
*2� /)* � *#�0,*� �
*3� /)* � *#�0,*� �
��� /)* � *#�0,*� �
,*� /)* � *#�0,*� �
,,� /)* � *#�0,*� �
,-� /)* � *#�0,*� �
,.� /)* � *#�0,*� �
���
,1�
,��
,2�
,3�
���
4��������������)���� � ���05���������������
4���������� �0�5
4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333
4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������
������������(<����(�����)<�����)���������<������
4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�
4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���
7�=$-
3--31�� �B0�1�������)��) ����������!�C����������������!�75�������������
������������5���5��.1#2-���
,,=�3=*� ":=�D *
����� ���� ����������� ��� ����� ����������
��������� ���������������� �������� ���������
� � 0��.
����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������
*� +�- �, ��� ��
,� +�- �, ��� ��
-� +�- �, ��� ��
.� +�, �, �� ������)��
�� +), �, ��
1� +�, �, ��
�� +�, �, ��
2� +�, ���
3� +�* �
��� +�* �
**� +�* � ��������
*,� +�* � ��������)
*-� +), �
*.� +), � 6�)6���
��� A�� �
*1� A�� �
*�� A�� �
*2� A�� �
*3� A�� �
��� A�� �
,*� +�* � �������������(�����������(�������)
,,� /)* �
,-� +�� � �6(�))������������������
,.� +�� �
��� $" �������5����
,1�
,��
,2�
,3�
���
4��������������)���� � ���05���������������
4���������� �0�5
4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333
4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������
������������(<����(�����)<�����)���������<������
4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�
4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���
� 7�=$-
3-.,,�� �B0#����6���,��������!�'�)6�����������66������������������5������
�����������5����������66��������.1#2#���
,,=�3=*� ":=�D � ,
����� ���� ����������� ��� ����� ����������
��������� ���������������� �������� ���������
� � 0��.
����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������
*� +)- � ��
,� /�� �� ��
-� +)- �� ��
.� +)- �� ��������
�� +)- �� ��������
1� +)- ��� ��������
�� +), ���
2� +), �* ���
3� +), ���
��� +), �* ���
**� +)- ��� ������������������
*,� +)- ��� ������������������
*-� +)- �
*.� A�� �
��� A�� �
*1� A�� �
*�� A�� �
*2� A�� �� ������������������5�������
*3� +)- �, � ��������)�����(�������������
��� /)* �, � *#�0,*�
,*� /)* � *#�0,*�
,,� /�� � *#�0,*� ����������������������
,-� /)* � *#�0,*� ) �
,.� /)* � *#�0,*� ) �
��� $"
,1� $"
,��
,2�
,3�
���
4��������������)���� � ���05���������������
4���������� �0�5
4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333
4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������
������������(<����(�����)<�����)���������<������
4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�
4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���
� 7�=$-
3-.,3�� �B0�#������)��5���������(��!�'���*��������
.1#2�#��
,,=�3=*� ":=�D � -
����� ���� ����������� ��� ����� ����������
��������� ���������������� �������� ���������
� � 0��#
����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������
*� /�� �* �� ��
,� /�� �* �� ��
-� /�� �* �� ��
.� /�� �* �� ��
�� /�� �* �� ��
1� /�� �* �� ��
�� /�� �* �� ��
2� /�� �* �� ��
3� +), ���
��� +), ��� $%
**� +), ��� �����)������
*,� +), ��� ��������5�����)
*-� +)* ���
*.� +)* ��� ��������
��� +)* ���
*1� +)* ��� �5���������������������-0.� �
*�� A�- ��
*2� A�� �
*3� A�� �
��� A�� �
,*� A�� �
,,� A�� �
,-� A�� � ) �����5�����
,.� /)* � *#�0,*�
��� /�� � � ����������������=�����
,1� $"
,�� $"
,2� $"
,3�
���
4��������������)���� � ���05���������������
4���������� �0�5
4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333
4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������
������������(<����(�����)<�����)���������<������
4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�
4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���
� 7�=$-
3-#�.�� ������������)������(�)��B0�1��
.1#2.1��
,,=�3=*� ":=�D � .
����� ���� ����������� ��� ����� ����������
��������� ���������������� �������� ���������
� � 0��#
����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������
*� +�- �, �� � ��
,� +�- �, �� � ��
-� +�- �, �� � ��
.� +�- �, �� � ��
�� +�- �, �� � ��
1� +�- �, �� � ��
�� +�- �, �� � ��
2� +�- �, �� � ��
3� +�- �, �� � ��
��� +�- �, �� � ��
**� +�- �, �� � ��
*,� +)* �* ��� $% � ) �������
*-� +)* �* ��� �
*.� +)* �* ��� �
��� +)* �* ��� �
*1� +)* �* ��� � ��)��5�����)����)��������5���
*�� A�� �� � �����
*2� A�� � � �6���������������������
*3� A�� � �
��� A�� � �
,*� A�� � �
,,� A�� � �
,-� A�� � �
,.� +�* � � ���)�������������
��� $"
,1� $"
,�� $"
,2� $" �������5����
,3�
���
4��������������)���� � ���05���������������
4���������� �0�5
4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333
4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������
������������(<����(�����)<�����)���������<������
4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�
4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���
� 7�=$-
3-#�1��
.1#21#��
,,=�3=*� ":=�D � #
����� ���� ����������� ��� ����� ����������
��������� ���������������� �������� ���������
� � 0��,
����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������
*� +�* �, �� � ����(����)
,� +�* �, �� � ����(����)
-� +�* �, �� � ����(����)
.� +�* �, �� � ����(����)
�� +�* �, �� � ����(����)
1� +�* �, �� � ����(����)
�� +�* �, �� * ����(����)
2� +), �* �� * ����(����)
3� +), �* �� * ����(����)
��� +), �* �� * ��5����
**� +), �* �� � ���(�����
*,� +), �* �� � ���(�����
*-� +), �* �� � ���)������(����)
*.� +), �* �� � ���(�������5���������(�����
��� +), �, �� $% �
*1� A�- �� � ��� �
*�� A�- �� �
*2� A�- �� �
*3� A�- �� �
��� A�* �� �
,*� A�* �� �
,,� A�* �� �
,-� A�* �� �
,.� +), � �
��� /)* � *#�0,*� � ) �������)
,1� $"
,�� $"
,2�
,3�
���
4��������������)���� � ���05���������������
4���������� �0�5
4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333
4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������
������������(<����(�����)<�����)���������<������
4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�
4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���
� 7�=$-
3-#-*�� �B0�1������)�������
.1#21-��
,,=�3=*� ":=�D � 1
Toelichting bij de boorstaten aug. 2004/RS
Textuur / Org. De grondsoorten driehoeken (NEN 5104) ; de natuurlijke monsters vallen meestal in de gearceerde delen van de driehoeken
G sx grind siltigG z1 grind zwak zandigG z2 grind matig zandigG z3 grind sterk zandigG z4 grind uiterst zandigg1 zwak grindigg2 matig grindigg3 sterk grindig
V km veen mineraalarmV k1 veen zwak kleiigV k3 veen sterk kleiigV z1 veen zwak zandigV z3 veen sterk zandig
h1 zwak humeush2 matig humeush3 sterk humeus
K s1 klei zwak siltig Z kx zand kleiigK s2 klei matig siltig Z s1 zand zwak siltigK s3 klei sterk siltig Z s2 zand matig siltigK s4 klei uiterst siltig Z s3 zand strerk siltig
Z s4 zand uiterst siltigK z1 klei zwak zandigK z2 klei matig zandigK z3 klei sterk zandig
L z1 leem zwak zandigL z3 leem sterk zandig
Veen/humusgehalte vermeld in kolom 'Org.'; overig vermeld in kolom 'Textuur'Kleur bl blauw
br bruinge geelgn groengr grijsol olijfor oranjepa paarsro roodrz roze toevoegingenwi wit d donkerzw zwart l licht
vorming code: toevoeging - secundaire kleuring - primaire kleur (vb. lbrgr : lichtbruingrijs)plr plantenresten plr plantenresten - ongedifferentiëerd
h houtr rietz zegge
M50 in geval van textuurklasse zand: mediaan korrelgrootte (in micrometers)GW grondwater ghg gemiddeld hoogste grondwaterstand
gw grondwaterstandglg gemiddeld laagste grondwaterstand
or oxydatie/reductie o geheel geoxideerdor oxidatie/reductier geheel gereduceerd
Ca Kalkgehalte 0 kalkloos1 kalkarm2 kalkrijk
Fe IJzergehalte 0 ijzerloos1 ijzerarm2 ijzerrijk
M Monsternamehk Houtskool (+ indien aanwezig)bot verbrand/onverbrand bot (+ indien aanwezig)aw aardewerk (+ indien aanwezig)ns natuursteen (+ indien aanwezig)met metaal (+ indien aanwezig)horiz horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (zie onder)bijzonderheden ger. geroerd
Fe-vl. gevlekt door ijzerneerslagFe-c ijzerneerslag in concretiesMn mangaanbakst. baksteengruissch. schelpgruis/schelpjes ongedifferentieerdGM Geen monster# Begin- / eindpunt gutsend einde boring
BodemclassificatieBakker, H. de & J. Schelling, 1966: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus . Pudoc, WageningenBakker, H. de & J. Schelling, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus, 2e herziene uitgave . Winand Staring Centrum, WageningenF.A.O. 1988; FAO-Unesco soil map of the world, revised legend . World Soil Resources Report 60, FAO, Rome.
FAO/Unesco, 1988 De Bakker & Schelling, 1966, 1989Afwijking van FAO
Hoofdhorizonten
H Organische horizont, ontstaan door organische accumulatie op het minerale oppervlak; Onderscheid tussen H en O horizonten wordtlangdurig met water verzadigd; maakt geen deel uit van de minerale bodem niet gemaakt; oftewel: verzadiging vormt geen
O Organische horizont, ontstaan door organische accumulatie op het minerale oppervlak; onderscheidend criteriumnooit met water verzadigd; maakt geen deel uit van de minerale bodem 1966: AO <--> 1989: O
A Minerale horizont (lager gehalte organische koolstof dan H/O horizont) 1966: A1 <--> 1989: Aaccumulatie van intensief met minerale bestanddelen gemengde gehumificeerde organische stof; of morfologie door bodemvorming, zonder kenmerken van E/B hor.
E Minerale horizont; belangrijkste kenmerk: eluviatie van kleimineralen, ijzer, aluminium 1966: A2 <--> 1989: Eof een combinatie daarvan. -> relatieve verrijking aan kwarts en andere mineralen in zand/silt-fractie. Minder organische stof/lichter van kleur dan A; lichter/grover dan B
B Horizont waarin gesteentestructuur afwezig of sterk vervaagd is; gekenmerkt door:concentratie van ingespoelde kleimineralen/ijzer/aluminium/organische stofresiduaire concentratie van sesquioxyden; verwering van moedermateriaal, leidend totnieuwvorming van kleimineralen/oxyden;
C Minerale horizont van ongeconsolideerd materiaal; geen kenmerken van een van de 1966: deel van C <--> 1989: Bwoverige horizonten; verwering is mogelijk 1966: G <--> 1989: onderscheid naar C/Cr
R Aaneengesloten laag van vast gesteente
Overgangshorizonten
"AB" eigenschappen van boven- of onderliggende horizont komen tegelijkertijd voor"E/B" in een horizont komen begrensbare gedeelten voor met eingenschappen van verschillende horizonten
LettertoevoegingenFAO/Unesco, 1988 De Bakker & Schelling, 1966, 1989
Afwijking van FAOa : geheel/gedeeltelijk door mens van elders aangevoerd 1966: an <--> 1989: a
b begraven horizontc concreties; meestal met 2e letter die aard van concreties aanduidt extreem ijzerrijke horizont (géén ingespoeld ijzer)
e : ontijzerde B en C (1966: - )f : omgezette doch herkenbare plantenresten
g vlekking door variatie in oxydatie/reductie (gleyverschijnselen)h accumulatie van organische stof (bij A alleen bij onverstoord) 1966: v <--> 1989: h (deels)i permafrost half of minder gerijpt materiaal (bij C horizont) (1966: - )j jarosiet kattekleivlekkenk calciumcarbonaat
l : vers/nauwelijks aangetast strooiselm sterk gecementeerd; vaak met 2e letter die aard van cementatie aanduidtn accumulatie van natriumo residuaire accumulatie van sesquioxydenp verstoring door ploegen en vergelijkbare antropogene ingrepenq accumulatie van silicar sterke reductie (grondwaterinvloed) geheel gereduceerd (1966: - )s illuviale accumulatie van sesquioxyden 1966: - t illuviale accumulatie van lutumu onderverdeling gewenst; echter zonder betekenis 1966: - <--> 1989: ongespecificeerdw verwering in situ 1966: -x fragipany accumulatie van (pedogeen) gipsz accumulatie van zouten die beter oplosbaar zijn dan gips
Cijfertoevoegingen….2 nadere onderverdeling van horizont2…. aanduiding van lithologische discontinuïteit
Cultuurhistorische effectrapportage “Trekvaartbrug” juli 2016 II blad 1
CULTUURHISTORISCHE ANALYSE
Bestemmingsplan Brug Poelgeest
Gemeente Leiden/ Gemeente Oegstgeest
Onderzoek i.o.v. Gemeente Leiden/ Gemeente Oegstgeest, juli 2016
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 2
COLOFON
Opdrachtgever
Gemeente Leiden
Gemeente Oegstgeest
Rapportage
Drs. C.J.B.P. Frank
Mw. Drs. M.E.D. Lemmens
Drs. J. de Jong
Fotografie
Mw. Drs. M.E.D. Lemmens
Dit is een uitgave van het Monumenten Advies Bu reau, Nijmegen,
juli 2016, copyright MAB Nijmegen 2016
MONUMENTEN ADVIES BUREAU
drs. C.J.B.P. Frank
drs. F.A.C. Haans
mw. drs. C.H.J.M. van den Broek
drs. J. de Jong
ing. G. Korenberg
mw. drs. M.E.D. Lemmens
drs. D. Schaars
mw. drs. L. Valckx
Bredestraat 1
6542 SN NIJMEGEN
tel: 024-3786742
fax:024-3792477
[email protected]/ www.monumentenadviesbureau.nl
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 3
INHOUD
1 INLEIDING 5
1.1 Project 5
1.2 Leeswijzer 5
2 SCHETS PLANGEBIED 6
2.1 Begrenzing plangebied 6
2.2 Centraal in het plangebied: de Haarlemmertrekvaart 6
3 HISTORISCH-RUIMTELIJKE ANALYSE 7
3.1 Vroege ontwikkeling van het gebied 7
3.2 De nog aanwezige oude structuren 10
4 BELEIDSKADER 14
4.1 Modernisering Monumentenzorg 14
4.2 Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland 14
4.3 Visie ruimte en mobiliteit 16
4.4 Verordening Ruimte 2014 16
4.5 Cultuurhistorisch beleid Leiden 19
4.6 Cultuurhistorisch beleid Oegstgeest 21
5 CULTUURHISTORISCHE WAARDEN 22
5.1 Rijksmonument Buitenplaats Poelgeest 22
5.2 Cultuurhistorische waarden binnen plangebied 24
6 EFFECTEN 27
6.1 Inleiding 27
6.2 Effecten voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische
hoofdstructuur 27
6.3 Effecten voor rijksbeschermde buitenplaats (IJsbaan) 29
6.4 Effect voor relatie buitenplaats en Kikkermolen 37
6.5 Lig- en overwinterplaatsen in de Haarlemmertrekvaart – effecten
voor een historische situatie? 39
6.6 Effecten voor windvang molens 42
7 AANBEVELINGEN EN KANSEN 43
8 BRONNEN EN LITERATUUR 44
BIJLAGE:
-WAARDENKAART CULTUURHISTORIE PLANGEBIED TREKVAARTBRUG
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 5
1 INLEIDING
1.1 Project
In verband met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan “Brug
Poelgeest” ten behoeve van de bouw van een brug over de
Haarlemmertrekvaart (ter ontsluiting van de wijk Poelgeest in de
gemeente Oegstgeest op de Oegstgeesterweg in Leiden) is het
Monumenten Advies Bureau gevraagd een cultuurhistorische
effectrapportage op te stellen, waarin het bestemmingsplangebied
geanalyseerd wordt.
Deze effectrapportage wordt gepresenteerd in de vorm van een
beknopte cultuurhistorische analyse, waarin de cultuurhistorische
context van het plangebied kort wordt geduid, de aanwezige
cultuurhistorische kwaliteiten worden omschreven en g ewaardeerd en de
effecten van de beoogde ingrepen (bouw van een brug over de
Haarlemmertrekvaart en de daaraan gekoppelde infrastructuur) worden
getoetst op hun impact op de cultuurhistorische component. In de
conclusie worden de gevolgen (mét kansen en be dreigingen) helder
omschreven. Het vigerende beleid ten aanzien van cultuurhistorie wordt
hierbij meegenomen.
De cultuurhistorische component van het plangebied wordt op een
eenvoudige gebiedskaart gevisualiseerd.
1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft een beknopte schets van het plangebied. Hoofdstuk 3
bevat een historisch-ruimtelijke analyse van het plangebied. In hoofdstuk
4 wordt ingegaan op het relevante beleidskader. In hoofdstuk 5 worden
de cultuurhistorische waarden gepresenteerd. Hoofdstuk 6 beschrijft de
effecten van de plannen op de cultuurhistorische component en
hoofdstuk 7 geeft een aantal aanbevelingen en suggesties. In hoofdstuk
8 ten slotte vindt men een overzicht van gebruikte bronnen.
Drs. C.J.B.P. Frank
Drs. M.E.D. Lemmens
Drs. J. de Jong
Monumenten Advies Bureau
Nijmegen, juli 2016
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 6
2 SCHETS PLANGEBIED
2.1 Begrenzing plangebied
Het plangebied betreft een gedeelte van de Haarlemmertrekvaart en
aangrenzend terrein tussen de woonwijk Poelgeest in de gemeente
Oegstgeest (in het noordoosten) en de Oegstgeesterweg in de gemeente
Leiden (in het zuidwesten). Het gebiedje ligt ten noordwesten van het
centrum van Leiden en even ten zuidoosten van het centrum van
Oegstgeest. Even ten noordwesten van het plangebied ligt het terrein
het kasteel Oud-Poelgeest, aan de westelijke zijde loopt de
Oegstgeesterweg en aan de zuidzijde staat het monumentale
Kikkermolentje, een wipmolen uit 1752 en bevindt zich het in 1959
aangelegde Heempark. Aan de oostelijke zijde van de vaart wordt het
plangebied begrensd door de nieuwe wijk Poelgeest, aan de oostelijke
zijde en in het zuiden door het Trekvaartplein, waar nu een
woonwagenpark is.
Het plan omvat het realiseren van een nieuwe ontsluiting van de wijk
Poelgeest. Het voornemen is de Hugo de Vrieslaan in de nieuwe wijk aan
de oostelijke zijde van de vaart middels een nieuwe brug over de
Haarlemmertrekvaart aan te sluiten op de Oegstgeesterweg in Leiden aan
de westelijke zijde.
2.2 Centraal in het plangebied: de Haarlemmertrekvaart
De Haarlemmertrekvaart, ook wel bekend onder de naam Leidsevaart of
Leidse Trekvaart, loopt van Leiden naar Haarlem en was een belangrijke
route voor trekschuiten tussen beide steden. Beginnend in de uitlopers
van de Kagerplassen en uitmondend in het Spaarne heeft de vaart een
totale lengte van circa 30 kilometer. De breedte varieert van 15 tot 30
meter. De vaart is in de zeventiende eeuw aangelegd ter plaatse van het
riviertje de Maerne.
Het plangebied op de topografische atlas (circa 2005).
Begrenzing plangebied.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 7
3 HISTORISCH-RUIMTELIJKE ANALYSE
3.1 Vroege ontwikkeling van het gebied
3.1.1 Oegstgeest
Oegstgeest is een van de vroegst bewoonde gebieden van het kustgebied
en is ontstaan op een uitloper van een min of meer noord -zuid gerichte
strandwal in het mondingsgebied van de Oude Rijn. Langs de Hollandse
kust vormden de parallel aan elkaar gelegen standwallen de hoger
gelegen gronden, geschikt voor bewoning. Op de tussen de strandwallen
gelegen strandvlaktes vormden zich, na daling van de zeespiegel, dikke
lagen veen. Deze lage, natte gebieden lieten zich moeilijk bedwingen en
werden pas veel later in ontwikkeling gebracht. De eerste sporen van
bewoning van wat nu Oegstgeest is dateren uit de periode 500 -700 na
Christus. Van echte permanente bewoning kan men spreken vanaf de 9d e
eeuw. In de lager gelegen natte gebieden werden ten behoeve van de
ontwatering parallelle sloten gegraven. Hierdoor ontstonden er in het
gebied de zo kenmerkende regelmatige verkavelingspatronen.
Van de 11de tot de 14de eeuw maakte Oegstgeest een period e van grote
bloei door. Het dicht bij het eerder omschreven plangebied gelegen
kasteel Oud-Poelgeest dateert uit deze periode. Deze bloei van
Oegstgeest werd onderbroken door de opkomst van het naburige Leiden
als stad.
Oegstgeest bestond tot het begin van de twintigste eeuw uit een aantal
losse kernen, namelijk de Kerkbuurt of het Oude Dorp, de Leidse Buurt,
de Poelgeesterbuurt of de Kwaak bij kasteel Oud-Poelgeest), de Mors en
tot slot de Bazar en de Rijsjes (sinds 1966 behorende bij Rijnsburg).
Tussen deze buurten waren hooguit wat verspreid liggende huizen en
boerderijen te vinden. De tussenliggende gebieden werden pas na 1900
bebouwd. Pas vrij recent, in de eerste jaren van de 21ste eeuw, is de
nieuwe wijk Poelgeest gebouwd, gelegen tussen de Merenwij k in Leiden
en het kasteel Poelgeest aan de andere zijde van de
Haarlemmertrekvaart.
Detail van een kaart uit 1615, Fl.Balthazar, B.Florisz.van Berckenrode, met het riviertje de Maern / Maren (blauwe pijl) dat langs kasteel Oud Poelgeest (gele pijl) naar het noorden loopt en wat later omgevormd zou worden tot de Haarlemmertrekvaart. Het terrein dat nu dienst doet als ijsbaan (in de rode cirkel) en de driehoekige structuur (bij de groene pijl) tussen wat nu de vaart is en de ‘broucksloot’ zijn ook in de huidige situatie nog duidelijk herkenbaar. Op dit kaartje is goed te zien dat de “Brouckdijk” (rechts) en de “Marendijck” (midden-onder) tevens belangrijke verbindingswegen waren door dit laag gelegen gebied. In de rechter benedenhoek is nog net een stuk van de stad Leiden te zien. (www.watwaswaar.nl)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 8
3.1.2 Leiden
De ten zuidoosten van Oegstgeest gelegen stad Leiden ontstond als
dijkdorp aan de voet van een kunstmatige heuvel aan de samenvloeiing
van de Oude en de Nieuwe Rijn. De gunstig gelegen nederzetting kreeg in
1266 bevestiging van de al eerder verleende stadsrechten en ontwikkelde
zich met haar bloeiende lakennijverheid in de 14de en 15de eeuw uit tot
een van de grootste steden van het gewest Holland.
3.1.3 Kasteel Oud-Poelgeest
Het kasteel Oud-Poelgeest heeft een rijke geschiedenis. Ruim 1000 jaar
geleden was er op deze hoge plek al een versterkt huis, omringd door
poelen en moerassen. Dit huis werd tijdens het Beleg van Leiden
verwoest en rond 1660 werd dan ook het huidige huis Poelgeest
gebouwd. De statige maar sobere architectuur van het kasteel werd in de
negentiende eeuw aangevuld met twee torens met ui -vormige
bekroningen. Verder werden er diverse bijgebouwen gerealiseerd, zoals
een koetshuis, oranjerie en een kleine kapel. Van oudsher is het terrein
dat nu in gebruik is als ijsbaan onderdeel van de gronden van het ten
noorden daarvan gelegen kasteel Oud-Poelgeest: op de kadastrale
minuut uit 1832 staat het aangegeven als weiland in bezit van de
eigenaresse van landgoed Oud Poelgeest, de weduwe Alexander van
Rhemen. Vanaf de zuidoostelijke gevel van het kasteel en de daarvoor
gelegen boogbrug heeft men vrij zicht over het open gebied (nu ijsbaan)
en de Haarlemmertrekvaart.
Oud-Poelgeest gezien vanuit het zuidoosten in februari 2011. (Foto: M.Lemmens, MAB)
Uitsnede van kadastrale minuut 1832 met in de cirkel het plangebied met aan de noordzijde Oud- Poelgeest. De rivier de Maern is hier getransformeerd tot Haarlemmertrekvaart. (www.watwaswaar.nl)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 9
3.1.4 De Haarlemmertrekvaart
De Haarlemmertrekvaart is gerealiseerd in 1657 en loopt van Leiden naar
Haarlem. Vanuit Leiden kon bij het graven van de vaart gebruik worden
gemaakt van het riviertje de Maern (of Mare/Maren) door deze
simpelweg te verbreden en te kanaliseren. Men was hier rond 1640-1645
al uitgebreid mee begonnen.
De vaart werd met de hand gegraven en in die wetenschap is het zeker
bijzonder te noemen dat de eerste afvaart plaats vond op 1 november van
datzelfde jaar. De trekschuit was in die tijd een zeer populair
vervoermiddel voor vracht, maar vanwege het comfort ook voor
personen. Er waren stopplaatsen waar van paard kon worden gewisseld.
Op deze stopplaatsen waren meestal herbergen aanwezig, waar me n een
maaltijd kon nuttigen of kon overnachten.
De trekvaarten betekenden een flinke verbetering van de infrastructuur
in de veelal natte lage polders van de Hollandse gewesten. Omdat men
niet afhankelijk was van voldoende wind en stroming konden voor het
eerst, via een eenvoudige dienstregeling, goederen en personen op
gezette tijden over water worden vervoerd.
De steden Haarlem en Leiden exploiteerden de trekvaart voor
gezamenlijke rekening. De exploitatie was zeer lucratief. In het topjaar
1677 maakten 148.397 mensen gebruik van de vaart.
Zicht op de Kwaakbrug gezien richting Leiden. Rechts buiten beeld ligt Oud -Poelgeest. Het tracé van het hier rechts gelegen jaagpad is in de huidige toestand nog duidelijk herkenbaar. (gewassen tekening van J. den B eyer, ca. 1750)
Fraai oud beeld van het plangebied: De Haarlemmertrekvaar met links de Kikkermolen en rechts op de achtergrond Huis Oud-Poelgeest. (Gravure van Arie Kunz, ca. 1870)
De Haarlemmertrekvaart en de Kwaakbrug rond 1900, gezien naar het noor den vanaf het jaagpad, nu de Haarlemmerweg, op de oostelijke oever.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 10
Ter hoogte van het genoemde plangebied liep het jaagpad over de oostelijke oever. Bij de wat noordelijker gelegen Kwaakbrug uit 1782 (een vervanging van een oudere brug aldaar) moest men de vaart oversteken naar het vervolg van het jaagpad op de andere oever. Op een topografische militaire kaart uit 1898 zijn jaagpad en trekvaart goed zichtbaar. De brug, die voorheen dus over het riviertje de Maern liep, lag oorspronkelijk ca. 50 meter meer naar het noorden, en was gebouwd om de buurtschap Poelgeest met de wei- en hooilanden in de Broek- en Simontjespolder op de oostelijke oever te verbinden.
3.2 De nog aanwezige oude structuren
3.2.1 De Oegstgeesterweg
De huidige Oegstgeesterweg, ten westen van het plangebied, behoort niet tot de oude structuur van het gebied. De weg loopt vanuit Oegstgeest langs Kasteel Poelgeest en wat nu de ijsbaan is, onder het spoor door richting Leiden en is pas eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de twintigste eeuw aangelegd. De Oegstgeesterweg doorkruist ter hoogte van het onderhavige plangebied de oude Kikkerpolder. Deze polder is nu ingericht als sportterrein. Vóór deze transformatie van dit gebied was er echter sprake van een polder met graslanden, met bemaling van de eerder genoemde Kikkermolen. De Kikkerpolder werd aan de westelijke zijde begrensd door de Maredijk, nu de Groene Maredijk.
3.2.2 Oude structuren aan de oostelijke zijde van de trekvaart
Terwijl de oorspronkelijke structuur van het landscha p in en rondom het plangebied aan de westelijke zijde van de Haarlemmertrekvaart ook in de huidige situatie nog redelijk goed herkenbaar is, is deze aan de oostelijke zijde nog duidelijker leesbaar gebleven. Zo is het tracé van het jaagpad nog aanwezig in de direct aan de vaart gelegen Haarlemmerweg die ter hoogte van Oud-Poelgeest de vaart over de Kwaakbrug oversteekt en op de westelijke oever zijn weg vervolgt. Oostelijk van de Haarlemmerweg ligt in het plangebied een in een punt
toelopend terrein dat aan de oostelijke zijde begrensd wordt door een weg die van oudsher al de Broekweg heet en de Broeksloot, die te midden van de voormalige Broekpolder liggen. Dit taps toelopende terrein, nu Trekvaartplein genaamd en de naastgelegen Broekweg en sloot behoren dan ook, getuige de oude kadastrale kaarten, tot de oude structuur van het gebied.
Topografische Militaire kaart uit 1898 met de Haarlemmertrekvaart die oostelijk van de Kikkerpolder en het landgoed Oud-Poelgeest in noordelijke richting loopt. (www.watwaswaar.nl)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 11
De Broekweg vormt nu tevens de zuidwestelijke grens van de recent in de voormalige Broek- en Simontjespolder verrezen woonwijk Poelgeest
Op het taps toelopende terrein (Trekvaartplein) tussen de Broekweg en de Haarlemmerweg is in de huidige toestand een woonwagenkamp gesitueerd. De noordelijke punt van het terrein is nog geheel open. Oorspronkelijk waren op dit puntvormige terrein eveneens weidegronden. De bomenrij aan de noordoostelijke zijde van dit terrein behoort mogelijk nog tot de oude opzet van het geheel. De Haarlemmertrekvaart zelf is de meest prominent aanwezige historische structuur in het gebied. Binnen het plangebied ligt slechts een fragment van de vaart, die zich tussen begroeide kades, bospercelen, weiden en langs het landgoed Oud-Poelgeest als een groen lint door Leiden en Oegstgeest loopt.
Het projectgebied op topografische kaarten uit respectievelijk 1926 en 1958. De verstedelijking heeft dan nog niet plaats gevonden. Trekvaart, dijken en de polders met hun oude slotenstructuur zijn nog nadrukkelijk in het landschap aanwezig (watwaswaar.nl)
Zicht op de Kwaakbrug, gezien naar het zuiden richting Leiden, in februari 2011. Het beoogde plangebied ligt achter deze brug.(Foto: M. Lemmens, MAB)
De Haarlemmerweg, voorheen het jaagpad, vanaf de Kwaakbrug gezien naar het zuiden, februari 2011. (Foto: M. Lemmens, MAB)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 12
Een gedeelte van de ijsbaan gezien vanaf de Haarlemmertrekvaart, met op de achtergrond de open plek naast de Oegstgeesterweg waar al een afslag is gerealiseerd (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB)
De oude Kikkermolen even ten zuiden van de ijsbaan, op de westelijke oever van de Haarlemmertrekvaart, februari 2011. (Foto: M. Lemmens, MAB)
De Haarlemmertrekvaart in noordelijke richting, gezien vanaf de westelijke oever, februari 2011. Op de achtergrond de nieuwbouw van de recent gerealiseerde wijk Poelgeest. (Foto: M. Lemmens, MAB)
De Haarlemmertrekvaart (naar het zuiden) vanaf de even ten noorden van het plangebied gelegen Kwaakbrug. Rechts het terrein van kasteel Oud-Poelgeest. (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 13
Een deel van de noordelijke punt van het taps toelopende terrein (gezien naar het zuiden) tussen de Haarlemmerweg (rechts) en de Broekweg (links). Op de achtergrond is het woonwagenkamp zichtbaar. (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB).
Zicht op de Broekweg (naar het noorden) en de onbebouwde landpunt tussen de Haarlemmerweg en de Broekweg, gezien vanaf de Hugo de Vrieslaan. Tussen de bomen door zijn op de achtergrond de woonboten langs de oostelijke oever van de vaart zichtbaar. (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 14
4 BELEIDSKADER
4.1 Modernisering Monumentenzorg
Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van
ons land. Het geeft identiteit en kwal iteit aan een gebied. Om deze
redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel
te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van
bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief
Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van
het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het
gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit
te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkel ingen.
Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van
bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en beheers -
verordeningen cultuurhistorische gebouwen, objecten en structuren te
inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en d ie in het
bestemmingsplan te verankeren.
De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg.
Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen, evenals
rijksbeschermde stadsgezichten. Voor het wijzigen en slopen van
rijksmonumenten is een ‘Omgevingsvergunning voor de activiteit
monumenten’ nodig.
4.2 Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland
Het plangebied ligt voor een deel binnen een gebied, dat op de
Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland als bijzonder of waardevol is
aangemerkt. De cultuurhistorische kaart wordt beschouwd als een
belangrijke onderlegger voor de ruimtelijke planvorming. De provincie
Zuid-Holland wil hiermee het behoud en de inpassing van cultuurhistorie
stimuleren bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hiertoe heeft de
provincie Regioprofielen Cultuurhistorie opgesteld, die op de eerste
plaats dienen als een handreiking voor gemeenten, waterschappen,
terreinbeheerders en adviesbureaus om cultuurhistorie in te passen in
ruimtelijke plannen. Samen met de structuurvisie van de provincie Zuid-
Holland (zie paragraaf 4.3) vormen de Regioprofielen Cultuurhistorie het
provinciaal kader waarbinnen de provincie stuurt op cultuurhistorie en
ruimtelijke ordening. Het plangebied valt overigens niet binnen één van
de regioprofielen.
Op de Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland valt het gehele plangebied
binnen de als belangrijk aangemerkte molenbiotopen van twee als
rijksmonument aangemerkte molens: de Kikkermolen, een wipmolen uit
1752 en de aan de Haarlemmerweg gelegen houtzaagmolen De Herder uit
1884. Daarnaast is voor het kasteel Oud-Poelgeest (kasteel met
bijgebouwen en gronden zijn rijksmonument) een landgoedbiotoop
opgenomen, die bestaat uit:
• de kern van het landgoed: huis met tuin en/of park;
• een bufferzone hieromheen, het zogenaamde bl ikveld. In het
geval van kasteel Oud-Poelgeest gaat het om gronden ten zuiden
van de kern van het landgoed, waaronder de ijsbaan;
• waardevolle elementen zoals zichtlijnen, panorama's, weg of
waterloop waaraan het landgoed ligt. De zichtas, gezien vanuit
kasteel Oud-Poelgeest, in zuidoostelijke en in noordwestelijke
richting is aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol. Daarnaast
worden de Haarlemmervaart en Laan van Oud Poelgeest
aangeduid als basisstructuren van het landgoed.
De Haarlemmertrekvaart wordt in de kaart aangeduid als een
landschappelijk-historische lijn van redelijk hoge waarde.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 15
Voor de volledigheid moet worden gemeld dat er in het plangebied zelf
geen objecten aanwezig zijn met een beschermde status (rijksmonument
of gemeentelijk monument).
Met betrekking tot de landgoedbiotoop geldt, dat de provincie Zuid -
Holland wil dat de waarden van de historische landgoederen integraal
meegewogen worden in ruimtelijke ordenings - en
ontwikkelingsprocessen. Het provinciale belang wordt gebord aan de
hand van een 'landgoed- en kasteelbiotoop' in de provinciale Verordening
Ruimte 2014 (zie paragraaf 4.4).
Het plangebied valt binnen de molenbiotoop van de nabij gelegen Kikkermolen uit 1752 (de bovenste cirkel) en de molenbiotoop van de meer naar het zu iden gelegen zaagmolen De Herder (middelste cirkel). De onderste cirkel is van de Maredijkmolen aan de Groene Maredijk. De molenbiotoop van deze laatste molen valt niet binnen het plangebied. In de driehoek het plangebied. (Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland). Voor de molenbiotopen wordt een separaat windvangonderzoek uitgevoerd
Een deel van het plangebied is aangemerkt als landschap met zeer hoge waarde. Dit landschap betreft het terrein van het kasteel Oud -Poelgeest (ingekleurd groen). Ten zuiden van dit terrein komt een gebied voor dat is aangemerkt als blikveld van het landgoed (groen gestippeld vlak). De zichtas ten noordwesten en ten zuidoosten van het kasteel is aangemerkt als zeer belangrijk (zwarte pijl). De Haarlemmervaart en Laan van Oud Poelgeest zijn opgenomen als basisstructuren die behoren bij de landgoedbiotoop (groene pijlen). De gele lijn is de vaart (landschappelijk -historisch redelijk hoge waarde). (bron: Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 16
4.3 Visie ruimte en mobiliteit
In augustus 2014 is door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid -
Holland de structuurvisie Visie ruimte en mobiliteit vastgesteld. De
structuurvisie is een dynamisch instrument dat adequaat inspeelt op de
ruimtelijke ontwikkelingen van Zuid-Holland en voldoende flexibiliteit
bevat om te reageren op maatschappelijke initiatieven. Gestuurd wordt
op functies én kwaliteiten. In de Visie ruimte en mobiliteit is onder meer
het provinciaal beleid ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit vastgelegd.
Ambitie is dat de provincie richting en ruimte geeft aan een optimale
wisselwerking tussen ruimtelijke ontwikkelingen en gebiedskwaliteit,
waarbij als uitgangspunt geldt dat ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk
zijn, mits de ruimtelijke kwaliteit behouden of versterkt wordt. Het
ruimtelijk kwaliteitsbeleid bestaat uit een viertal kwaliteitskaarten,
samengevat in één integrale kwaliteitskaart, die gekoppeld zijn aan
bepalingen in de Verordening Ruimte 2014.
In de structuurvisie wordt door de provincie op diverse manieren ingezet
op de bevordering van de toegevoegde waarde van erfgoed:
behoud en versterking van cultuurhistorisch waardevolle structuren en ensembles die van bijzonder provinciaal belang zijn, via bescherming én passende ruimtelijke ontwikkeling;
cultureel erfgoed vormt een integraal onderdeel van het provinciaal ruimtelijk kwaliteitsbeleid via de kwaliteitskaart en de gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit.
De cultuurhistorische en archeologische waarden zijn gebundeld in de
cultuurhistorische hoofdstructuur, die de basis vormt voor het
provinciaal erfgoedbeleid. Relevant voor het plangebied is dat het
beschermende ruimtelijke beleid zich onder meer richt op de molen - en
landgoedbiotopen.
Op ‘Kaart 9 Cultureel Erfgoed’ die behoort bij de Visie ruimte en
mobiliteit zijn de landgoed- en kasteelbiotoop en de molenbiotoop voor
de omgeving van het plangebied weergegeven. De begrenzing is
aangegeven op het kaartje hiernaast. De oostelijke grens is
doorgetrokken tot aan de Haarlemmertrekvaart. Het projectgebied (Brug
Poelgeest) ligt dus wat betreft het westelijk van de vaart gelegen terrein
geheel binnen deze landgoedbiotoop. Daarnaast valt het plangebied
blijkens ‘Kaart 9 Cultureel Erfgoed’ binnen de molenbiotoop van de
Kikkermolen.
4.4 Verordening Ruimte 2014
De aan de structuurvisie Visie ruimte en mobiliteit hangende Verordening
Ruimte 2014 is een provinciale verordening met regels voor o.a. de in het
projectgebied aanwezige landgoedbiotoop en de molenbiotopen, beide
cultuurhistorische kwaliteiten in het gebied. Het gaat in beide gevallen
om planologische beschermingszones die niet alleen gericht zijn op het
monument, maar ook op zijn omgeving en ensemblewaarde. Artikel 2.3.6
in de verordening behandelt de regels t.a.v. van landgoedbiotopen:
Artikel 2.3.6 Bescherming landgoed- en kasteelbiotoop
Lid 1 Bescherming landgoed- en kasteelbiotoop
Een bestemmingsplan voor gronden binnen de landgoedbiotopen en de
kasteelbiotopen, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld
op Kaart 9 Cultureel erfgoed, kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke
ontwikkeling voor zover:
1. geen aantasting plaatsvindt van de waarden van de landgoed- en kasteelbiotoop, of
2. de ontwikkeling is gericht op verbetering en versterking van de waarden van de landgoed- en kasteelbiotoop.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 17
Lid 2 Beeldkwaliteitsparagraaf
Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, bevat een
beeldkwaliteitsparagraaf, waarin het effect van deze ontwikkeling op de
landgoed- of kasteelbiotoop wordt beschreven. Naast de analyse van de
cultuurhistorische kwaliteiten en waarden van het landgoed of het
kasteel gaat deze paragraaf in op de wijze waarop de kenmerken en
waarden van de landgoed- of kasteelbiotoop beschermd of versterkt
worden. Het gaat in ieder geval om de volgende kenmerken en waarden:
de buitenplaats, bestaande uit het hoofdhuis met bijgebouwen en het bijbehorende park of tuin, of het kasteel of kasteelterrein in de vorm van ruïne, muurrestanten, één of meer bijgebouwen, omgracht terrein, alsmede de functionele en visuele relaties tussen de verschillende onderdelen;
de basisstructuur waaraan het landgoed of de kasteellocatie bewust direct is gekoppeld: een weg, een waterloop, of beide of in geval van een buitenplaats ook indirect door middel van zichtlijnen;
het blikveld: de vrije ruimte die nodig is om de historische buitenplaats of het kasteel in het landschap te herkennen;
Naast deze kenmerken en waarden kunnen er voor zowel de landgoed -
als de kasteelbiotoop afzonderlijke kenmerken en waarden aan de orde
zijn.
Lid 3 Afwijkingsmogelijkheid
Afwijking van het eerste lid is slechts mogelijk indien sprake is van het
noodzakelijk herbestemmen van bouw- en gebruiksrechten uit het
voorgaande bestemmingsplan of indien sprake is van een zwaarwegend
algemeen belang en er geen reële andere mogelijkheid is. De toelichting
van het bestemmingsplan bevat hierover een verantwoording.
Artikel 2.3.5 in de verordening behandelt de regels t.a.v. van
molenbiotopen:
Artikel 2.3.5 Bescherming molenbiotoop
Lid 1 Molenbiotoop
Een bestemmingsplan voor gronden gelegen binnen de molenbiotoo p van
traditionele windmolens, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en
verbeeld op ‘Kaart 9 Cultureel erfgoed’, garandeert in voldoende mate de
vrije windvang en het zicht op de molen en voldoet aan de volgende
voorwaarden: a. binnen een straal van 100 meter, gerekend vanuit het
middelpunt van de molen, wordt geen nieuwe bebouwing opgericht of
beplanting aangebracht, hoger dan de onderste punt van de verticaal
staande wiek; b. binnen een straal van 100 tot 400 meter, gerekend
vanuit het middelpunt van de molen, gelden de volgende
hoogtebeperkingen voor bebouwing en beplanting: i. als de molen is
gelegen in het gebied buiten bestaand stads - en dorpsgebied bedraagt de
maximale hoogte niet meer dan 1/100ste van de afstand tussen bouwwerk
en beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de
hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek; ii. als de
molen is gelegen in het gebied binnen bestaand stads - en dorpsgebied
bedraagt de maximale hoogte van bebouwing en beplanting niet meer
dan 1/30ste van de afstand tussen bouwwerk en beplanting en het
middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste
punt van de verticaal staande wiek; iii. als de onder i en ii bedoelde
molenbeschermingszone zowel binnen als buiten bestaand st ads- en
dorpsgebied is gelegen, dan geldt het volgende:
• molen binnen bestaand stads- en dorpsgebied: binnen en tot de grens
van bestaand stads- en dorpsgebied geldt de 1 op 30-regel; de toegestane
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 18
bebouwings- en beplantingshoogte op deze grens wordt buiten bestaand
stads- en dorpsgebied horizontaal doorgetrokken tot daar, waar op
grond van de berekening voor een molen buiten het bestaand stads - en
dorpsgezicht een grotere hoogte kan worden toegestaan berekend
vanuit de 1 op 100-lijn; vanaf dit punt wordt een schuine lijn getrokken
met een stijging van steeds 1 meter hoogte per 100 meter afstand;
• molen buiten bestaand stads- en dorpsgebied: tot de grens van
bestaand stads- en dorpsgebied geldt de 1 op 100-regel; de toegestane
bebouwings- en beplantingshoogte op deze grens is het vertrekpunt voor
de 1 op 30-lijn; vanaf dit punt wordt een schuine lijn getrokken met een
stijging van steeds 1 meter hoogte per 30 meter afstand.
Lid 2 Afwijkingsmogelijkheid
In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, is het oprichten van
nieuwe bebouwing mogelijk ten behoeve van: a. een ontwikkeling binnen
een molenbiotoop waarin vrije windvang en het zicht op de molen al zijn
beperkt door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de
molen niet verder worden beperkt, of zeker is gesteld dat de
belemmering van de windvang en het zicht op de molen door
maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden
gecompenseerd, of b. een ontwikkeling binnen een bijzondere
molenbiotoop, waarvan de plaats geometrisch is begrensd en verbeeld
op ‘Kaart 9 Cultureel erfgoed’, mits de molen en de molenbiotoop op een
goede manier ruimtelijk worden ingepast.
Landgoed- en kasteelbiotoop en molenbiotoop volgens 'Kaart 9 Cultureel erfgoed', behorende bij de Visie Ruimte en Mobiliteit en Verordening Ruimte 2014. Binnen het ovaal het projectgebied Brug Poelgeest.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 19
4.5 Cultuurhistorisch beleid Leiden
4.5.1 Erfgoednota 2014-2020
In de Erfgoednota 2014-2020 van de gemeente Leiden zijn de ambities ten
aanzien van de omgang met cultureel erfgoed vastgelegd. De
Ontwikkelingsvisie 2030, met als titel Leiden, Stad van Ontdekkingen, is
een belangrijke stimulans voor het nieuwe erfgoedbeleid. Deze
Ontwikkelingsvisie 2030 berust op twee belangrijke pijlers van de stad:
de historische cultuur en de internationale kennis. Volgens de
Erfgoednota 2014-2020 is erfgoed nauw verweven met beide pijlers. De
doelstelling van het erfgoedbeleid is om de “acties die uit het beleid
voortvloeien als typisch Leidse cross-overs tussen de twee pijlers
zichtbaar te maken”. De visie is dat Leiden met erfgoed een
onderscheidende kracht in huis heeft, die een drijvende kracht is voor de
ontwikkeling, vitaliteit en levendigheid van de stad. Drie ambities worden
benoemd, waarvan het behouden, benutten en versterken van de
historische omgevingskwaliteit voor een aantrekkelijke, vitale en
toekomstbestendige stad in relatie tot onderhavig planinitiatief de
belangrijkste is. Twee doelen die onder deze ambitie worden geschaard
zijn met name van belang voor de beoogde ruimte lijke ontwikkeling:
Leiden betrekt cultuurhistorische kennis en waarden bij iedere ontwikkeling in de stad;
Leiden versterkt de omgevingskwaliteit en belevingswaarde voor een aantrekkelijke stad.
Voor de fysieke cultuurhistorie wordt voldaan aan de verpl ichting om
cultuurhistorische waarden op te nemen in instrumenten van ruimtelijke
ordening, zoals de bestemmingsplannen en de structuurvisie. Dit wordt
tot stand gebracht door cultuurhistorie een rol toe te kennen bij
planvorming en uitvoering door middel van analyse, waardering en
inspiratie. Concreet betekent dit dat een cultuurhistorische paragraaf
standaard deel uit maakt van projectplannen voor gebiedsgerichte
ruimtelijke ontwikkelingen, en dat de cultuurhistorische kwaliteiten van
het gebied aantoonbaar meegenomen en meegewogen worden in de
planontwikkeling. Tevens dient een cultuurhistorische paragraaf
standaard deel uit te maken van alle (nieuwe) bestemmingsplannen in de
gemeente Leiden.
4.5.2 Het begrip Cultuurhistorie in de Erfgoednota 2014-2020
De gemeente Leiden hanteert in de Erfgoednota een brede definitie van
erfgoed. Cultuurhistorie uit zich volgens de nota op allerlei manieren, in
verhalen en tradities, in archieven en museale collecties, in de historische
structuren (zoals water en groen) in de stad, in de historische bebouwing
en in het bodemarchief. De nota gaat zowel over het materiële als het
immateriële erfgoed. Daarmee is deze nieuwe Erfgoednota breder dan de
Nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005-2015, die alleen betrekking had op
het gemeentelijk beleid ten aanzien van de gebouwde historische stad,
zoals monumenten, bouwhistorie en archeologie.
4.5.3 Cultuurhistorie in ontwikkelingen
De gemeente Leiden laat cultuurhistorie dus in alle fasen integraal deel
uitmaken van gebiedsgerichte ontwikkelingen. De geïnventariseerde
waarden dragen bij aan de kwaliteit van de planontwikkeling en
uitvoering. Dat kan door inpassing, restauratie en herstemming, maar
ook door cultuurhistorie als inspiratiebron in te zetten voor nieuw
ontwerp. Het resultaat is een hoge ruimtelijke kwaliteit en (nieuwe)
identiteit.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 20
4.5.4 Cultuurhistorische Atlas (Erfgoed in Kaart)
De Cultuurhistorische Atlas biedt toegang tot alle informatie over
erfgoed in Leiden. Dankzij de atlas kan erfgoed al in een vroeg stadium in
bestemmingsplannen worden opgenomen en kunnen burgers en
ontwikkelaars zich laten informeren over de geschiedenis van de
omgeving; aan de hand van informatie-, waarderings- en themakaarten
kunnen bezoekers ieder historisch element in het gebied vinden.
Navolgende afbeelding toont een fragment van de informatiekaart. De
volgende gebieden, structuren en objecten in en nabij het plangebied
hebben blijkens de bouwhistorische en cultuurhistorische
waardenkaarten een cultuurhistorische waarde:
1. Mare, een aftakking van de Oude Rijn - hoge waarde 2. Maredijk - hoge waarde 3. Kikkermolen - hoge waarde 4. Heemspark (1959) - hoge waarde; 5. Wetering, waarlangs Kikkermolen staat - hoge waarde; 6. Oegstgeesterweg, aangelegd in de jaren ’60 - middelhoge waarde
Geconcludeerd kan worden dat de Mare (de huidige
Haarlemmertrekvaart), de Maredijk (voormalig jaagpad,
Haarlemmerweg), het Heemspark en de Oegstgeesterweg
cultuurhistorisch waardevolle gebieden en structuren zijn, die binnen het
plangebied liggen (zie ook hoofdstuk 5).
Cultuurhistorische atlas Leiden – Fragment informatiekaart. De nummering verwijst naar de objecten en structuren die in deze paragraaf worden opgesomd.
1
2
3
4
5 6
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 21
4.6 Cultuurhistorisch beleid Oegstgeest
De gemeente Oegstgeest heeft, gekoppeld aan haar reguliere
monumenten- en archeologiebeleid belangrijke cultuurhistorische
elementen en structuren in kaart gebracht. Deze elementen en
structuren hebben merendeels geen beschermde status. Het betreft
vooral historische relicten tot het einde van de zeventiende eeuw
waarvan verwacht mag worden dat ze sporen in de bodem hebben
achtergelaten. Deze relicten hebben vooral aan attenderende waarde
voor de locatie of het stadsdeel waarin het object of de structuur is
gelegen en tevens hebben ze waarde vanwege de functie die ze gehad
kunnen hebben in de historische ontwikkeling van het betreffende
gebied.
Nevenstaande afbeelding laat een fragment zien van de Archeologische
waardenkaart van de gemeente Oegstgeest. Op deze kaart zijn de
belangrijke cultuurhistorische elementen en structuren aangemerkt
(Haarlemmervaart, Broekdijk, landgoed Oud-Poelgeest, molens).
Landgoed en zones aan weerszijden van de waterlopen zijn gedefinieerd
als “cultuurhistorisch aandachtsgebied”.
Voor zover duidelijk is geworden uit de erfgoedverordening van de
gemeente Oegstgeest (2010) zijn ten aanzien van behoud/inpassing van
onbeschermde cultuurhistorische elementen en structuren in nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen geen specifieke uitspraken gedaan. De
cultuurhistorische analyse van het plangebied is binnen boven
beschreven context tot stand gekomen.
Fragment van de kaart met “cultuurhistorische objecten” in de gemeente Oegstgeest. De Haarlemmertrekvaart (lichtblauw) en de Broekdijk (roze) zijn geaccentueerd, evenals de in de gemeente Leiden s taande Kikkermolen (stip 80). De Broekdijk en de Haarlemmertrekvaart liggen in een smalle groen gearceerde zone, die in de legenda is aangemerkt als “cultuurhistorisch aandachtsgebied” (bron: pdf archeologische waardenkaart gemeente Oegstgeest, website gemeente Oegstgeest).
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 22
5 CULTUURHISTORISCHE WAARDEN
5.1 Rijksmonument Buitenplaats Poelgeest
5.1.1 Omschrijving rijksmonument
In 2002 is de buitenplaats Oud-Poelgeest beschermd als rijksmonument.
De bescherming geldt niet alleen een groot aantal opstallen, maar ook de
historische tuin- en parkaanleg, behorende bij de buitenplaats.
De volgende onderdelen van de buitenplaats zijn beschermd:
Monumentnummer onderdeel
515703 hoofdgebouw
515704 historische tuin- en parkaanleg
515705 brug met toegangshek
515706 koetshuis
515707 tuinmanswoning
515708 waterput
515709 kapel / Jagershuis
515710 boogbrug
515711 tuinbeelden
De opstallen (gebouwen, bruggen en andere objecten) liggen alleen
buiten het bestemmingsplangebied Brug Poelgeest. In de beschri jving
van de historische tuin- en parkaanleg wordt de weide, waarvan een deel
binnen het bestemmingsplangebied ligt, expliciet genoemd.
De omschrijving van de historische tuin- en parkaanleg is als volgt:
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Oud-
Poelgeest. De deels in detail en deels in structuur gaaf bewaarde
negentiende-eeuwse aanleg in landschapsstijl is in verschillende fasen tot
stand gekomen met behoud van de formele structuur. De nog aanwezige
zeventiende-eeuwse hoofdstructuur wordt bepaald door de deels dubbele
omgrachting, de rechte oprijlaan in de as van het huis die zich achter het
huis voortzet in een kort grand canal. De oprijlaan is in de negentiende
eeuw met een bocht naar het huis gelegd, doch het zeventiende-eeuwse
tracé is rond 1866 weer hersteld; voor het huis eindigt de laan in een
rondeel. De omgrachting heeft negentiende-eeuwse aanpassingen
ondergaan: aan de achterzijde van het huis is de gracht tot een vijverpartij
uitgegraven en de op enige afstand liggende rechthoekige buitengracht is
aan de noordwestzijde gedempt. Het (achttiende-eeuwse) grand canal
vormt de verbinding tussen de gracht en vaart. De formele structuur doet
zich het beste ervaren vanaf de rechte oprijlaan naar het huis met aan
weerszijden daarvan de negentiende-eeuwse wandelbossen van opgaand
hout met enkele lanen en paden in gebogen en kronkelig verloop, deels met
laanbeplanting van eik en beuk; aan de achterzijde van het huis wordt de
aanleg in landschapsstijl meer benadrukt door de waterparti j, de weide,
zichten naar buiten toe en romantische elementen (torens/kapel/brug).
Rondom de vijverpartij een ruime strook gras met enkele solitairen; vanaf
het huis loopt een zichtas naar buiten toe over de vijver en de weide (thans
ijsbaan) oorspronkelijk met zicht op Leiden. Vanaf de Haarlemmertrekvaart
wordt ook een fraai zicht op het huis verkregen en iets verder op de, aan de
vaart gelegen, kapel. Ten noordwesten van het koetshuis, parallel aan de
oprijlaan waren oorspronkelijk de moestuin en boomgaar d gesitueerd,
zoals de Topografische Militaire Kaart van 1874-1912 laat zien.
(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 23
Op de navolgende kaart is de begrenzing van het van rijkswege
beschermde gebied aangegeven (bron RCE). Hieruit blijkt overigens d at
het beschermde gebied volledig op het grondgebied van de gemeente
Oegstgeest ligt.
De stippellijn vormt de begrenzing van de rijksbeschermde buitenplaats (bron: website RCE)
Gemeentegrens Leiden (via Oegstgeesterweg en vaart)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 24
5.1.2 Waardering rijksmonument
In de redengevende omschrijving wordt de historische tuin - en
parkaanleg als volgt gewaardeerd: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG
behorende tot de buitenplaats Oud-Poelgeest van algemeen belang: -
vanwege de ouderdom; - vanwege de bij de buitenplaats behorende
parkaanleg in negentiende-eeuwse landschapsstijl in samenhang met de
neogotische elementen (hoofdgebouw en kapel) die tezamen een
romantisch en pittoresk beeld scheppen; - vanwege de herkenbaarheid
van de formele basis (grachten, hoofdas); - vanwege de markante
situering aan de oude trekvaart; - vanwege de functioneel-ruimtelijke
samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats.
5.2 Cultuurhistorische waarden binnen plangebied
5.2.1 De IJsbaan / weide
Dit terrein is een historisch onderdeel van de buitenplaats. Het behoorde
van oudsher tot de bezittingen van de buitenplaatseigenaars.
In de omschrijving wordt expliciet gesproken over de weide in de
zuidelijke hoek van het gebied (de IJsbaan). Bovendien is de IJsbaan
binnen de contouren van het beschermde gebied opgenomen op de kaart
(zie afbeelding op pagina 6). De IJsbaan valt dus onder de
rijksbescherming. Buiten de bescherming valt de smalle groenstrook met
het bomenlaantje langs de Oegstgeesterweg. De oostelijke grens van het
gebied ligt langs de westoever van de Haarlemmertrekvaart.
In de vroege negentiende eeuw was het terrein ten zuiden van de huidige
Oegstgeesterweg grotendeels in handen van andere eigenaars, alleen
een groot rechthoekig perceel, aansluitend aan de Poelgeesterweg
behoorde aan de toenmalige eigenaresse, de weduwe van Alexander van
Rhemen. Opmerkelijk is, dat dit historisch aan Oud-Poelgeest gebonden
terrein niet binnen de landgoedbiotoop van de buitenplaats is getrokken
in de Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland. Dit geldt wel voor de ijsbaan
en de sportvelden ten zuiden van de Oegstgeesterweg.
In het plangebied zelf liggen geen gebouwde objecten met een
beschermde status (gemeentelijk monument of rijksmonument). De
beschermde monumenten in de directe omgeving va n het gebied hebben
echter wel degelijk een relatie met het terrein binnen het plangebied. Zo
doorkruist de zichtlijn vanuit het als rijksmonument aangemerkte
landgoed Oud-Poelgeest richting het zuiden het beoogde plangebied en
doorsnijdt het gebied voor een deel de ten zuiden van het landgoed
gelegen voormalige weidegrond van het landgoed. Ten zuiden van het te
ontwikkelen terrein ligt de als rijksmonument aangemerkte Kikkermolen.
Hoewel de molen zelf niet binnen het plangebied valt, doet de
bijbehorende molenbiotoop dit wel.
5.2.2 Niet beschermde cultuurhistorische waarden binnen het
plangebied
Er kan worden geconcludeerd dat er zowel binnen als in de directe
omgeving van het plangebied nog duidelijk herkenbare historische
structuren aanwezig zijn. Deze historische structuren hebben een
zeventiende-eeuwse of zelfs oudere oorsprong en zijn sinds hun ontstaan
bepalend geweest in de ruimtelijke beleving en ontwikkeling van het
gebied.
Meest prominent aanwezig is de Haarlemmertrekvaart, die het gebied
doorkruist, met het begeleidende jaagpad (oude Maredijk) op de
oostelijke oever. Voorts betreft het een deel van de oude Broeksloot en
de Broekweg in het oostelijke deel van het plangebied.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 25
Deze elementen zijn op de Archeologische waardenkaart van de
gemeente Oegstgeest als belangrijke cultuurhistorische elementen en
structuren aangemerkt en komen ook voor op de Cultuurhistorische
waardenkaart van de provincie Zuid-Holland en de Cultuurhistorische
Atlas Leiden. Tevens valt een deel van het plangebied onder de
landgoedbiotoop van Oud-Poelgeest, zoals aangegeven in de Provinciale
Structuurvisie.
Genoemde elementen, die zeer bepalend zijn voor het huidige ruimtelijke
beeld van het plangebied, hebben cultuurhistorische waarde als nog
goed leesbare onderdelen van de zeventiende-eeuwse en oudere
ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied. De latere ontwikkelingen
hebben deze historische hoofdstructuur in feite niet wezenlijk veranderd.
In de gemeentelijke en provinciale beleidsstukken is aangegeven, dat de
er gestreefd moet worden naar behoud en inpassing van de
gedefinieerde cultuurhistorische aspecten in de ruimtelijke plannen. De
Provinciale Structuurvisie geeft aan dat bestemmingsplannen die nieuwe
ontwikkelingen mogelijk maken voor gronden gelegen binnen de
landgoedbiotopen de waarden daarvan moeten beschermen, en waar
mogelijk gericht moeten zijn op verbetering en versterking van de
kwaliteit van het landgoed en zijn biotoop.
Ook een aantal gebieden en structuren uit de tweede helft van de
twintigste eeuw hebben blijkens de Cultuurhistorische Atlas van de
gemeente Leiden een cultuurhistorische waarde. Het Heemspark heeft
een hoog waarde. De nieuwe toegangsweg zal direct ten noorden van dit
gebied worden aangelegd. Deze ingreep zal dan ook geen consequenties
hebben voor het Heemspark. Daarnaast wordt de Oegstgeesterweg op de
Cultuurhistorische Atlas aangeduid als een structuur met een middelhoge
cultuurhistorische waarde. Onderhavig plan heeft geen effect op het
beloop en profiel van deze weg.
5.2.3 Op de rand van het plangebied
Voorts is er sprake van een aantal cultuurhistorisch waardevolle en ook
beschermde structuren en objecten in de nabijheid van het plangebied.
Het gaat hier om het landgoed Oud-Poelgeest aan de noordwestelijke
zijde van het terrein, van waaruit men richting het zuiden van oudsher
uitkeek op een open poldervlakte met weidegronden, en de eveneens
nabij gelegen monumentale Kikkermolen met bijbehorende
molenbiotoop. Twee molenbiotopen van verder weg gelegen molens
raken het gebied aan de zuidzijde.
De meest zuidelijke punt van landgoed Oud-Poelgeest ligt net binnen het
projectgebied. Dit landgoeddeel valt dus binnen de “landgoedbiotoop”,
zoals vastgesteld in de Structuurvisie Zuid-Holland.
De al eerder genoemde en gedeeltelijk binnen het plangebied gelegen
oude structuren zoals het tracé van trekvaart en jaagpad, de loop van de
Broekweg en de Broeksloot, het taps toelopende terrein aan de
oostelijke zijde van de vaart en de voormalige weide (nu ijsbaan) aan de
westelijke zijde bevinden zich ook nog buiten het plangebied en vormen
een samenhangende structuur. Het plangebied doorkruist een gedeelte
van dit geheel, waarbij het sommige onderdelen fysiek echt raakt, en
andere slechts op afstand zal beïnvloeden.
Samenvatting cultuurhistorische waardevolle objecten en structuren:
Historische structuren:
De loop van de Haarlemmertrekvaart, gerealiseerd in 1657.
De Haarlemmerweg als tastbaar overblijfsel van het tracé van het jaagpad aan de oostelijke zijde van de vaart.
Het taps toelopende terrein tussen de Haarlemmerweg en de Broekweg als onderdeel van de oude verkavelingstructuur.
De Broekweg en Broeksloot aan de oostelijke zijde van de vaart als eeuwenoude infrastructuur en waterloop.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 26
De ijsbaan, als open landschap met vrije zichtlijnen van en naar het kasteel Oud-Poelgeest, tevens als onderdeel van de oude verkavelingsstructuur en als onderdeel van het landgoed Oud-Poelgeest.
Cultuurhistorisch waardevolle objecten (alle buiten het projectgebied):
De ten noorden van het plangebied gelegen Kwaakbrug.
De ten zuiden van het plangebied gesitueerde monumentale Kikkermolen.
Het ten noordwesten van het plangebied gelegen kasteel Oud-Poelgeest met omliggende gronden / aanleg en bijgebouwen.
Het in 1959 aangelegde Heempark ten zuiden van het plangebied.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 27
6 EFFECTEN
6.1 Inleiding
6.1.1 Veranderingen
De voorgenomen ontsluiting van de wijk Poelgeest door een nieuwe
toegangsweg met brug over de Haarlemmertrekvaart brengt grote
veranderingen in het plangebied en de omgeving daarvan.
Sinds de omvorming van het riviertje de Maerne in een trekvaart in het
midden van de zeventiende eeuw zijn er ter plekke geen ingrijpende
veranderingen in de infrastructuur aangebracht, uitgezonderd de
omvorming van het jaagpad in een gewone weg en de nieuwe
ontsluitingswegen van de recente wijk Poelgeest en de aanleg van het
woonwagenkamp.
Deze veranderingen hebben echter de krachtige historische
hoofdstructuur ongemoeid gelaten.
De geplande ontsluiting doorsnijdt ook de periferie van het landgoed
Oud-Poelgeest.
6.1.2 Continuïteit in ontwikkeling: de vaart
Kenmerkend voor veel riviertjes, kanalen en trekvaarten in het dicht
bevolkte gebied rond Leiden en Haarlem is, dat zij veelal in de loop der
eeuwen in het verstedelijkingsproces een rol zijn blijven spelen als
verkeersader en onmisbaar element in de waterhuishouding van het
gebied. Buitengebied werd omgevormd tot bebouwde kom, nieuwe
infrastructuur was nodig om wijken en gebieden met elkaar te verbinden.
Hiervoor waren ingrepen onvermijdelijk. De verplaatsing van de
Kwaakbrug is er een voorbeeld van. In die zin kan de komst van een
nieuwe brug in het plangebied worden gezien en beoordeeld in de lijn
van de historische ontwikkelingen van de afgelopen eeuwen.
6.1.3 Effecten
Mits goed ingepast in de bestaande historische structuur en rekenin g
houdend met de waardevolle zichtlijnen over de vaart en het landgoed
Oud-Poelgeest heeft het plan niet per sé een negatieve invloed op de
cultuurhistorische component van het plangebied. In de navolgende
paragrafen worden aan de hand van verschillende as pecten de effecten
van de aanleg van de brug op de aanwezige cultuurhistorische waarden
inzichtelijk gemaakt.
6.2 Effecten voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische
hoofdstructuur
6.2.1 Cultuurhistorische hoofdstructuur
In het bestemmingsplangebied bevinden zich enkele belangrijke
onderdelen van de cultuurhistorische hoofdstructuur van het gebied, te
weten een deel van de Haarlemmertrekvaart met begeleidende weg
(voormalig jaagpad, Haarlemmerweg), de Broekdijk en de Broeksloot aan
de noordoostgrens van het plangebied, en het zuidoostelijke deel van de
bij de buitenplaatsstructuur behorende weide. In ruimere zin maken deze
elementen deel uit van een veel groter geheel: de relicten van het
voormalige polderlandschap (Broekpolder, Kikkerpolder), het
zeventiende-eeuwse tracé van de Haarlemmertrekvaart (ter plaatse van
een oudere waterstroom) en de tuin- en parkaanleg van de historische
buitenplaats Oud-Poelgeest.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 28
In nog breder verband maakt de buitenplaats deel uit van een reeks
landgoederen, buitenplaatsen en kasteelterreinen in de omgeving van
Leiden en Oegstgeest.
In het (recente) verleden hebben verschillende ingrepen en
ontwikkelingen in en rond het plangebied er voor gezorgd dat de
leesbaarheid van de historische hoofdstructuur achteruit is gegaan.
Het gaat daarbij om:
De aanleg van de Oegstgeesterweg, met dichte groenstrook langs de zuidzijde; inperking van het panorama vanuit de buitenplaats;
De ontwikkeling van vaste ligplaatsen voor woonboten langs de trekvaart;
Het ontwikkelen van hoog opgaand groen op de oevers van de trekvaart en de omgeving van de Kikkermolen;
De permanente inrichting van de weide tot IJsbaan (niet passende omheining, lichtmasten, gebouw);
De oprukkende verstedelijking (bebouwingsranden Leiden en Oegstgeest, woonwagenkamp);
Weinig aantrekkelijke inrichting van de IJsbaan met hoge moderne hekwerken en lichtmasten.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 29
6.2.2 Effecten
Conclusie is dat er betekenisvolle onderdelen van de cultuurhistorische
hoofdstructuur in de omgeving van het plangebied aanwezig z ijn, maar
ook dat de zuidoostelijke periferie van de buitenplaats en de omgeving
van de Kikkermolen veel ruimtelijke veranderingen hebben ondergaan.
De aanleg van een nieuwe brug met toevoerweg zal opnieuw een forse
ingreep zijn.
De cultuurhistorische hoofdstructuur blijft bij deze ontwikkelingen echter
redelijk ongemoeid. De belangrijkste structuurlijnen blijven intact, maar
raken binnen het bestemmingsplangebied wel verweven met de nieuwe
toevoegingen. Dit gegeven hoeft niet negatief te zijn: het is het verhaal
van de verstedelijking van het gebied rond Leiden, waarbij oude land- en
waterwegen werden ingepast in de nieuwe ontwikkelingen. Zo bleven de
buitenplaats, de trekvaart en de relicten van het polderlandschap een rol
van betekenis spelen in de stedenbouwkundige structuur van het gebied.
Op lokaal- en detail niveau zijn de veranderingen ingrijpender van aard.
Nieuwe elementen veranderen het beeld ter plekke en zichtlijnen krijgen
een ander perspectief (zie paragraaf 6.3.3).
De geprojecteerde ontsluitingsweg doorsnijdt het uiterst zuidoostelijke
deel van de weide en ligt daarmee ook in de panoramische zichtlijn vanuit
de buitenplaatskern. Het is van belang om het zicht over de weide en de
omgeving van de molen zoveel mogelijk recht te doen door de o mvang
en de vorm van de nieuwe weg met brug bescheiden te houden en
ondergeschikt aan het landschap. Daarbij zou de breedte van de aan de
andere zijde van de vaart gelegen Haarlemmerweg en de Broekweg
wellicht als voorbeeld kunnen dienen, in combinatie me t een relatief
korte brugopgang (met een steilere helling), dus aanhaken bij meer
historische oplossingen (zie ook paragraaf 6.3.2). De Kikkermolen dient in
het ontwerp een goed zichtbaar focuspunt te blijven vanuit de
buitenplaats kern.
Bij de kruising met de Broekdijk is het zaak hier de inrichting dusdanig te
maken, dat de Broekdijk met de begeleidende slootstructuur zoveel
mogelijk als een doorgaande structuur te ervaren blijven.
Tegelijkertijd bied de realisatie van de brug kansen om een aantal voor
het cultuurhistorische en ruimtelijke beeld én de cultuurhistorische
hoofdstructuur negatieve ontwikkelingen te verbeteren:
Verdunning van de woonbootstructuur, met opschoning van storende oeverbebouwing, schuttingen en groen + kwaliteitsslag voor de woonboten zelf;
Maak de trekvaart beter beleefbaar in het landschap door de relatie tussen oever en water zo veel mogelijk te herstellen; dan wordt ook de buitenplaats vanaf de Haarlemmerweg weer beter zichtbaar;
Herzien van de inrichting en omheining van de IJsbaan, in een beter bij de buitenplaatssfeer passende vormgeving;
Het beter zichtbaar maken van het kasteel vanuit de zuidoosthoek van de buitenplaats. De nieuwe weg en de brug bieden mooie zichtpunten op de buitenplaatskern, waardoor deze beter beleefbaar wordt.
6.3 Effecten voor rijksbeschermde buitenplaats (IJsbaan)
Formeel betekent het feit dat de ijsbaan / weide binnen het
rijksmonument ligt, dat de aanvoerweg en het westelijke bruggenhoofd
van de nieuwe brugontwikkeling ook binnen het rijksmonument k omen te
liggen. Het rijksmonument ondergaat dus een wijziging. Voor het
wijzigingen van een rijksmonument dient een omgevingsvergunning te
worden aangevraagd. Zo’n omgevingsvergunning is verplicht voor
allerhande ingrepen in de leefomgeving, zoals bouw- en sloopplannen
grondverzet en dergelijke. Bij de beoordeling van deze ingrepen wordt
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 30
ook gekeken naar de bescherming van archeologische en monumentale
waarden.
6.3.1 Effecten voor blikveld landgoedbiotoop
De aanleg van een aanvoerweg naar de nieuwe brug door het terrein van
de IJsbaan, oorspronkelijk onderdeel van de gronden van Kasteel Oud -
Poelgeest is wel van negatieve invloed op de cultuurhistorische waarde
van dit terrein, dat in de Cultuurhistorische Atlas van Zuid -Holland als
landschap met zeer hoge waarde en in de Structuurvisie als
Landgoedbiotoop (blikveld) is aangemerkt. De zuidoostelijke punt van dit
terrein wordt van de rest van het gebied afgesneden.
Deze ingreep is in strijd met de doelstellingen, zoals geformuleerd in de
Cultuurhistorische Atlas en de Provinciale Structuurvisie. Wat betreft de
ingrepen in de landgoedbiotoop is in de Structuurvisie bepaald (lid 3, zie
pagina 16-17 in dit rapport), dat afwijking van het bepaalde in lid 1 slechts
mogelijk is indien sprake is van bouwmogelijkheden in het vigerende
bestemmingsplan of indien sprake is van een groot openbaar belang en
er geen reële andere mogelijkheid is. De toelichting van het
bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten.
Een verzachtende omstandigheid is, dat de doors nijding in de uiterste
periferie van het landgoed plaats vindt, waardoor de negatieve invloed
vooral lokaal is, maar voor de landgoedkern en het totale terrein relatief
gering is.
6.3.2 Zichtlijnen – vroeger en nu
Binnen en rond de historische buitenplaats Oud-Poelgeest is sprake van
een aantal (waardevolle) zichtlijnen. Deze zijn deels beschreven en
gewaardeerd in de rijksbeschrijving van de buitenplaats, deels vermeld in
de Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland.
In de eerste plaats bevinden de cultuurhistorische zichtlijnen zich over de
formele hoofdas binnen de buitenplaatsstructuur: uitgaande van het
kasteel Oud-Poelgeest in noordwestelijke richting over de oprijlaan en
terug (zie de linker blauwe pijl op het kaartje hiernaast). Deze zichtlijn of
zichtas is gericht op één punt, de hoofdentree van de buitenplaats aan de
Poelgeesterweg. De zichtlijn maakt deel uit van de vermoedelijk in de
zeventiende eeuw gerealiseerde geometrische aanleg. De zichtlijn heeft
geen connectie met het bestemmingsplangebied Brug Poelgeest.
In samenhang met de zeventiende-eeuwse geometrische tuinaanleg was
er sprake van een tweede zichtlijn op en vanaf de achterzijde van het
kasteel, en wel in zuidoostelijke richting naar de trekvaart (de rechter
blauwe pijl op het kaartje). De zichtlijn is op tekeningen uit de 18de eeuw,
weliswaar met enigszins vertekend perspectief, afgebeeld. Deze zichtas
was gekoppeld aan de zeventiende-eeuwse geometrische aanleg,
waarvan aan de zuidoostkant van het kasteel thans nog de rechthoekige
grachten resteren, en een eveneens nog bestaand verbindingskanaaltje
tussen deze gracht en de trekvaart (“Grand canal”). Dat kanaaltje ligt in
de centrale as van de achtergevel van het kasteel. Hier lag nog een grote
open parterre met aan weerszijden kleine kanalen. De rechthoekige
gracht en het kanaaltje zijn grotendeels in de latere landschapstuin
opgenomen en door de dichte beplanting zijn het geometrische lijnenspel
en de zichtas haaks op het huis amper meer beleefbaar.
Deze vroegere zichtas ligt ruim ten noorden van het
bestemmingsplangebied en wordt door de gewenste ontwikkelingen niet
beïnvloed.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 31
Oud-Poelgeest in 1732, door Abraham Rademaker uit Rhijnlands fraaiste Gezichten. Op de voorgrond de trekvaart met jaagpad. Recht op het kasteel aan loopt het nog bestaande “Grand canal”, met aan weerszijden weiden. Vlak voor het huis een parterre met tuinvaas.
Fragment van het gebied van Oud-Poelgeest rond 1835. Met behoud van enkele geometrische elementen is de tuin in landschapstijl omgevormd. Het kanaa ltje naar de trekvaart is gebleven.
Boven: slechts tussen de bomen door vanaf het kasteel nog enigszins beleefbaar zicht over het “Grand canal” in zuidoostelijke richting. Beneden: blik in tegengestelde richting vanaf de Broekweg / Haarlemmerweg. Blik wordt verstoord door het vele groen en woonboten in de trekvaart.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 32
Tegenwoordig is aan deze zijde van het kasteel nog steeds sprake van
een zichtlijn, maar veel informeler en weidser van karakter,
oorspronkelijk panoramisch gericht in zuidelijke richting op het
oorspronkelijke open landschap met weide, de Haarlemmertrekvaart en
de stad Leiden.
Deze informele zichtlijn heeft zijn oorsprong in de eerste decennia van
de negentiende eeuw, toen de tuin in fasen is omgevormd in
landschapsstijl. Er is een groot aantal slingerpaden aangelegd, een deel
van de gracht rond het kasteel is gedempt en de formele, door kanaaltjes
afgebakende parterre aan de zuidoostzijde van het huis werd vergraven
tot een vijver, die met een naar het zuiden verlegd verbindingskanaaltje
werd aangesloten op de gehandhaafde rechthoekige gracht. Bij de
aansluiting van beide waterstromen werd een (nog steeds bestaand)
bruggetje gerealiseerd. Het geometrische karakter van de tuin raakte
hierdoor uit beeld. Ook de zichtas over het kanaal tussen kasteel en
trekvaart vertroebelde doordat aan het einde van de negentiende eeuw
(voor het eerst zichtbaar op de topografische kaart van 1898) het perceel
noordelijk van het kanaal werd beplant met bos.
De `nieuwe´ panoramische zichtlijn vanuit de tuin (en vooral vanuit de
omgeving van het bruggetje) is naar alle waarschijnlijkheid onderdeel van
het landschapstuinontwerp. De panoramische `zichtlijn´ op het
landschap ten zuidoosten van de landgoedkern (met weide (IJsbaan),
trekvaart en Kikkermolen, en de stad Leiden in het verschiet) sluit goed
aan bij de ontwerpprincipes van dergelijke tuinontwerpen, waarbij
markante landschapselementen in de omgeving op schilderachtige wijze
worden verwerkt in het totaalbeeld. De pittoreske Kikkermolen was,
hoewel geen historisch onderdeel van de buitenplaats, daarvoor een
dankbaar artefact. De oorspronkelijke werking (de molen stond volledig
vrij in het open landschap) zal overigens sterker zijn geweest, omdat de
molen tegenwoordig nog al wegvalt tegen de hoge begroeiing o p de
achtergrond (Heemtuin).
Zicht vanuit de kasteeltuin in zuidoostelijke richting, via een opening in de tuinrand op het landschap buiten de tuin, met weide en Kikkermolen.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 33
Panorama vanuit de buitenplaatskern (locatie bij brug) omstreeks 1850 (links topografische militaire kaart) en rond 1995 (topografische kaart). Door onder meer de oprukkende stadsrand en het vele groen in de omgeving van de Oegstgeesterweg, de Kikkermolen en het dichtgroeien van de noordelijke oever van het Grand canal is het panorama ingrijpend verkleind. Andersom is ook de buitenplaats niet meer van grote afstand beleefbaar. Vanaf het kasteel was de blik naar buiten, door de terugliggende positie beperkter.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 34
Door de oprukkende stadsrand en het vele groen nabij de Kikkermol en is
er geen zicht meer op het ooit in het verschiet liggende Leiden en ook de
vaart is niet goed beleefbaar. Het panorama is in de loop van de
twintigste eeuw zeer verkleind.
Door de relatief kleine opening in de tuinrand is er van een zichtlijn in
omgekeerde richting, dus richting het kasteel, thans nauwelijks sprake
meer. ´s Winters zal, als de bomen kaal zijn, het effect wat groter zijn.
Vanaf de Kikkermolen zijn de zichtlijn en de buitenplaatskern met kasteel
niet beleefbaar.
Inrichting weide
Opvallend is overigens de weinig aantrekkelijke inrichting van de weide,
die onderdeel is van het rijksmonument. Het terrein wordt omheind door
moderne hoge hekwerken en is ingericht met een aantal tamelijk
storende lichtmasten. Samen met het ijsbaangebouw doet de aankleding
weinig recht aan het karakter van de historische buitenplaats.
Zichtassen en zichtlijnen in de rijksbeschrijving
In de omschrijving van het rijksmonument wordt de zuidoostelijke zichtas
als volgt geduid: vanaf het huis loopt een zichtas naar buiten toe over de
vijver en de weide (thans ijsbaan) oorspronkelijk met zicht op Leiden.
Vanaf de Haarlemmertrekvaart wordt ook een fraai zicht op het huis
verkregen en iets verder op de, aan de vaart gelegen kapel.
De waardevolle zichtlijnen worden in de waardering niet expliciet
genoemd, maar vallen in algemene zin onder de formulering ´van
algemeen belang vanwege de markante situering aan de oude trekvaart
en vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere
onderdelen van de buitenplaats.
Boven: blik vanuit de kasteeltuin in het landschap rondom, met geheel op de achtergrond de Kikkermolen. Beneden: blij vanaf de Kikkermolen richting buitenplaats. Duidelijk te zien is dat de zichtlijn eenrichtingsverkeer is. Vanaf hier is het kasteel in de zomer niet beleefbaar.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 35
Het plangebied vanuit de lucht (bron: bingmaps.com). Op de bovenste foto zijn in geel de belangrijkste zichtlijnen weergegeven. In zwart de andere zichtlijnen, die door verschillende omstandigheden niet (goed meer) beleefbaar zijn.
6.3.3 Effecten van de brug met toevoerweg voor de zichtlijnen
De nieuwe ontwikkelingen hebben geen effect op de formele zichtlijnen
vanuit het kasteel in noordwestelijke en zuidoostelijke (over het Grand
canal) richting.
Toegangsweg en nieuwe brug doorsnijden wel de zichtlijn / het panorama
vanaf de buitenplaatskern (kasteel en bruggetje) over de weide in
zuidoostelijke richting naar de Kikkermolen. Vooral als de toegangsweg
naar de brug relatief hoog komt te liggen en al vanaf de kruising bij d e
Oegstgeesterweg gaat stijgen, zal dit van negatieve invloed zijn op de
zichtlijn / het panorama. Hierbij moet wel worden opgemerkt, dat de
oorspronkelijke zichtlijn in de loop van de twintigste eeuw al erg
veranderd (sterk verkort) is door de oprukkende stadsrand, het sterk
toegenomen groen en de weinig passende inrichting van de weide. Ook
de trekvaart is niet meer te zien (zie de kaartjes op blz. 12).
De verstoring van de zichtlijn / panorama, toegebracht door de nieuwe
toegangsweg met brug zou kunnen worden verzacht door de het eerste
deel van de toegangsweg laag te houden en de stijging naar de brug later
aan te vangen dan in het huidige ontwerp is aangegeven. Daarin wordt
uitgegaan van een geleidelijke stijging van 3% over vrijwel het hele tracé.
Geconcludeerd kan worden dat het plan een vrij beperkte nadelige
invloed heeft op de waardevolle zichtlijnen over het landgoed. Verder
biedt juist de nieuwe brug nieuwe kansen om een betere beleving van de
buitenplaatskern in het landschap te verkrijgen. Van af de hoger in het
landschap liggende brug wordt de buitenplaatskern beleefbaar. Nu wordt
deze vanaf de Haarlemmerweg aan het zicht onttrokken door veel groen
en de vrijwel aaneengesloten reeks woonboten.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 36
Zicht op Kasteel Poelgeest vanaf de oostelijke oever van de Haarlemmertrekvaart. Dit beeld is door de sterk verkleinde openingen in de tuinrand van de buitenplaats en de komst van woonboten in de trekvaart niet meer aanwezig. Ansichtkaart particuliere collectie.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 37
6.4 Effect voor relatie buitenplaats en Kikkermolen
De Kikkermolen is in 1752 gebouwd ter verbetering van de
waterhuishouding in het poldergebied ten noordwesten van Leiden. Voor
zover uit het historisch onderzoek duidelijk is geworden was de molen
nooit eigendom van de bezitters van Oud-Poelgeest, maar in het bezit
van het toenmalige waterschap De Kikkerpolder. Er is dus geen sprake
van een directe historische relatie.
Zoals in de vorige paragraaf is gebleken was er, vooral vanaf de vroege
negentiende eeuw wel sprake van een duidelijke ruimtelijke relatie tussen
buitenplaatskern en molen. Het open landschap met weiden, vaart,
molens en op de achtergrond de skyline van Leiden zijn de
aandachtspunten in het panoramisch uitzicht vanuit het kasteel en de
landschapstuin. De bescheiden Kikkermolen is daarbij slechts een klein
element in het ruime uitzicht geweest (met meer molens in het
verschiet). De locatie van de boogbrug in de opengewerkte tuinrand
geeft aan dat het vanaf hier beleefbare panorama zeer waarschijnlijk
bewust is gepland in het ontwerp.
Door de vrij beperkte opening in de tuinrand van de buitenplaats is het
kasteel vanaf de Kikkermolen zelf nauwelijks beleefbaar, zeker niet in de
zomer, wanneer de bomen in het blad staan. De tuinrand doet zich dan
voor als een gesloten bosrand. In die zin is de ruimtelijke relatie tussen
Kikkermolen en buitenplaats kern, gezien vanuit de molen, beperkt. De
directe omgeving van de molen is overigens door de aanleg van de
Oegstgeesterweg en de dichte beplanting van de Heemtuin , nogal
gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke situatie, toen de molen
geheel vrij in het open landschap stond. Daardoor is het effect van
focuspunt vanuit de buitenplaatskern verminderd.
De omgeving van de Kikkermolen: boven gezien vanaf de Haarlemmervaart in noordwestelijke richting. Beneden gezien vanaf de brug in de buitenplaatstuin van Oud-Poelgeest.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 38
Het landschap nabij de Kikkermolen eind negentiene eeuw, door J.E. Kikkert (RAL PV1704.6). Rechts voor de Kikkerpoldermolen, links in het verschiet molen De Herder en op de achtergrond de stad Leiden.
Zicht op Oud-Poelgeest vanaf de Haarlemmertrekvaart rond 1850, uit: P.J. Lutgers en I.D. Steuerwald, Gesigten in de Omstreken van ’s -Gravenhage en Leiden. (RAL PV81710).
Beelden vanuit de omgeving van de Kikkermolen richting de buitenplaatskern, 2012.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 39
6.5 Lig- en overwinterplaatsen in de Haarlemmertrekvaart –
effecten voor een historische situatie?
4.5.1 Lig- en overwinterplaatsen – vroeger en nu
De Haarlemmertrekvaart is in 1657 gerealiseerd als vaarweg tussen
Leiden en Haarlem. Langs de oevers van de trekvaart lag een jaagpad,
vanaf waar de schepen met paarden of mensen over het water werden
voortgetrokken. Ter hoogte van het bestemmingsplangebied lag het
jaagpad langs de oostelijke zijde van de trekvaart. De weg ligt er nog,
maar de relatie met de vaart is thans minder goed zichtbaar door de
lange reeks van woonboten met op de oever staande bouwsels en
schuttingen.
Oude afbeeldingen (prenten, tekeningen, foto´s) van de
Haarlemmertrekvaart tonen de waterweg in zijn oorspronkelijke functie
van verkeersstructuur. Vanwege het relatief smalle profiel en de
noodzaak van de onbelemmerde relatie tussen jaagpad en water lagen er
zo min mogelijk obstakels in de vaart.
Ook na het vrijwel volledig verdwijnen van de door spierkracht op de
oever gedreven scheepvaart, in de periode rond 1850/1860 bleef de
Haarlemmertrekvaart nog tot de jaren 50 van de twintigste eeuw een
belangrijke transportader, vooral voor de vele bedrijven die zich aan de
vaart gevestigd hadden en voor de bollentelers, de mest- en de
rietschippers. Het drukke scheepvaartverkeer maakte, dat de oevers niet
geschikt waren voor het permanent afmeren van schepen of woonboten.
Zo bleef het water, althans buiten de bebouwde kom van de steden en
dorpen, lange tijd verschoond van permanente lig- en overwinterplaatsen
langs de oevers. Hiervan getuigen vele foto´s en ansichtkaarten uit de
eerste helft van de twintigste eeuw. Ze tonen ook steeds een vrij zicht
vanaf de Haarlemmerweg op het landgoed.
De Haarlemmertrekvaart rond 1900 (boven en midden) en ca. 1925 (beneden). Er liggen geen schepen of woonboten langs de oevers (RAL GN003794, particuliere collectie en PBK4000).
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 40
Blik vanaf de Haarlemmerweg over de trekvaart richting kasteel Oud -Poelgeest. Het kasteel wordt hier al deels aan het zicht onttrokken door het vele groen. Op de voorgrond de eerste generatie woonboten in de Haarlemmertrekvaart. (Foto RAL)
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 41
In de periode na de Tweede Wereldoorlog werden steeds meer
ligplaatsen gecreëerd voor schepen en woonboten langs de oostelijke
oever van de vaart, omdat daar de Haarlemmerweg voor de
noodzakelijke ontsluiting zorgde. In de loop van de jaren zestig was het
aaneengesloten lint van ligplaatsen een feit. Het betreft dus een relatief
jonge ontwikkeling.
6.5.2 Effecten
Het ontstaan van het aaneengesloten lint van ligplaatsen voor
woonboten heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor het ruimtelijke beeld
van de omgeving van de trekvaart en de buitenplaatsrand van Oud-
Poelgeest. In de eerste plaats is de historische functioneel -ruimtelijke
relatie tussen water en jaagpad verstoord geraakt. Door het dichte lint
van woonboten en hun entourage, en ook door hoog opgaand groen in
de knik van de vaart ter hoogte van de Kikkermolen is de vaart vanaf de
Haarlemmerweg slecht zichtbaar geworden en ook het zicht op de
buitenplaats en het kasteel is vertroebeld.
Andersom, gezien vanuit het landgoed, is de reeks woonboten slechts
een onderdeel van de oprukkende verstedelijking van het gebied
(woonwagenkamp, Oegstgeesterweg, spoortracé), waardoor van het
oorspronkelijke zeer weidse uitzicht over de vaart richting Leiden niets
meer resteert.
Concluderend kan worden gesteld, dat de aanwezigheid van het
aaneengesloten lint woonboten niet kan worden gerelateerd aan een
historische situatie. Incidenteel zullen in het verleden wel eens tijdelijke
lig- of overwinterplaatsen voor vaartuigen in de vaart zijn geweest, maar
tot na de Tweede Wereldoorlog waren beide oevers in het plangebied vrij
van vaste ligplaatsen.
Boven en midden: de aaneengesloten reeks woonboten met allerlei schuurtjes en schuttingen verstoort de relatie tussen trekvaart en voormalig jaagpad. De bouwsels zijn bovendien van lage kwaliteit. Beneden de woonboten nabij de Kikkermolen.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 42
6.6 Effecten voor windvang molens
Voor de effecten op de molenbiotopen van de Kikkermolen, molen De
Herder en de Maredijkmolen wordt een separaat windvangonderzoek
uitgevoerd.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 43
7 AANBEVELINGEN EN KANSEN
Ten aanzien van het waarborgen van de cultuurhistorische kwaliteiten in
het plangebied kunnen enkele aanbevelingen en suggesties worden
gedaan. Enerzijds zijn dit aanbevelingen om de cultuurhistorische
component in het plangebied recht te doen, anderzijds worden enkele
suggesties gedaan om de kansen van het erfgoed met het oog op
inspiratie voor het ontwerp en nieuw gebruik.
De aanbevelingen en kansen liggen ook in de lijn van de intenties van de
Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland en de Provinciale Structuurvisie.
Met het oog op de aangetroffen waarden in het plangebied en direct daar buiten wordt geadviseerd om de ruimtelijke ingreep binnen de context van de historische gelaagdheid uit te voeren. De realisatie van een brug in het hiervoor besproken plangebied is denkbaar als de aangetroffen waardevolle historische structuren en elementen in het landschap zoveel mogelijk gerespecteerd worden en waar mogelijk gevolgd of zelfs versterkt worden;
Respecteren van (historische) zichtlijnen door het landschap en de doorgaande lijnen van trekvaart en jaagpad;
Zowel de huidige ijsbaan op de westelijke oever van de vaart als het taps toelopende terrein op de oostelijke oever waren van oudsher open weidegronden. Die openheid is karakteristiek en zou met de daardoor aanwezige zichtlijnen zoveel mogelijk moeten worden geïntegreerd in de plannen;
De historische waterlopen (de Haarlemmertrekvaart en de Broeksloot), de open gebieden met relicten van de oude verkavelingstructuur (de ijsbaan en het taps toelopende terrein tussen de Haarlemmerweg en de Broekweg) en het tracé van het oude jaagpad op de oostelijke oever als leidraad/inspiratiebron gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe infrastructuur. Er liggen kansen om met deze nieuwe ontwikkeling de oude structuren te accentueren. Te denken valt bijvoorbeeld aan het versterken van de vaart als groen lint en het gebruiken van het gegeven van het jaagpad als verbindingsroute;
Gezien de omschreven waarden van het plangebied en de direct daarbuiten aanwezige waarden, strekt het tot de aanbeveling om het ontwerp voor de brug en de bijbehorende infrastructuur goed af te stemmen op de omgeving; de brug moet gebieden verbinden, maar ook de historische trekvaart als doorlopend lint respecteren; er voor zorgen dus dat de vaart ondanks de nieuwe kruisende structuur als doorgaande waterloop te ervaren blijft;
Consequenties status rijksmonument van gedeelte van het plangebied
Formeel betekent het feit dat de ijsbaan / weide binnen het
rijksmonument ligt, dat de aanvoerweg en het westelijke bruggenhoofd
van de nieuwe brugontwikkeling ook binnen het rijksmonument komen te
liggen. Het rijksmonument ondergaat dus een wijziging. Voor het
wijzigingen van een rijksmonument dient een omgevingsvergunning te
worden aangevraagd. Zo’n omgevingsvergunning is verplicht voor
allerhande ingrepen in de leefomgeving, zoals bouw- en sloopplannen
grondverzet en dergelijke. Bij de beoordeling van deze ingrepen wordt
ook gekeken naar de bescherming van archeologische en monumentale
waarden.
Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 44
8 BRONNEN EN LITERATUUR
-Bijleveld, W.I.I.C., `Een en ander uit de geschiedenis van het kasteel
Oud/Poelgeest´, in: Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van
Leiden en Rijnland , tevens Orgaan der Vereeniging `Oud Leiden`, 1904,
140-149.
-Pots, R. e.a., Blauwe ader van de Bollenstreek. 350 jaar
Haarlemmertrekvaart - Leidsevaart 1657-2007. Geschiedenis, betekenis en
toekomst, Leiden 2007.
-Regionaal Archief Leiden, bronnen en beeldbank.
-Rink-Essink, B., Kasteel Oud Poelgeest. De geschiedenis van de bewoners,
de bouw en de aanpassingen van huis en tuin. Tekst 1., Doctoraal Scriptie
Vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie, Leiden, Sassenheim juni
2000.
-Stöver, J. e.a., Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, Zutphen 2000.
I.h.b. p. 126- 131 betreffende Oud-Poelgeest.
-Website gemeente Leiden.
-Website gemeente Oegstgeest.
-Erfgoednota 2014-2020, gemeente Leiden.
-Erfgoedverordening gemeente Oegstgeest, 2010.
-Provinciale Structuurvisie: Visie ruimte en mobiliteit + Verordening Ruimte
2014.
-Website Watwaswaar.nl
-Website Haarlemmertrekvaart-Leidsevaart
-Cultuurhistorische waardenkaart Zuid-Holland
Uitbreiding Trekvaartplein, realisatie brugPoelgeest en herinrichting woonboten
Berekening invloed windvang Kikkermolen te Leiden
Rapportnummer OA 15353-1-RA d.d. 8 maart 2017
o p d r a c h t g e v e r G e m e e n t e Le i d e n
r a p p o r t n u m m e r O A 1 5 3 5 3 - 1 - RA
d a t u m 8 m a a rt 2 0 1 7
r e f e r e n t i e O O / O O / / O A 1 5 3 5 3 - 1 - RA
v e r a n t w o o r d e l i j k e O . E . O t t e n
o p s t e l l e r O . E . O t t e n
+ 3 1 2 4 3 5 7 0 7 6 7
o . o t t e n @ p e u t z . n l
Uitbreiding Trekvaartplein, realisatie brugPoelgeest en herinrichting woonboten
Berekening invloed windvang Kikkermolen te Leiden
peutz bv, postbus 66, 6585 zh mook, +31 24 357 07 07, [email protected], www.peutz.nl
kvk 12028033, opdrachten volgens DNR 2011, lid NLingenieurs, btw NL.004933837B01, ISO-9001:2008
mook – zoetermeer – groningen – düsseldorf – dortmund – berlijn – leuven – parijs – lyon
OA 15353-1-RA 2
I n h o u d s o p g a v e
1 I n l e i d i n g 4
2 P l a n o n t w i k k e l i n g 5
2 . 1 T r e k v a a r t p l e i n 5
2 . 2 B r u g P o e l g e e s t 5
2 . 3 H e r i n d e l i n g w o o n b o t e n 7
3 M o l e n b i o t o o p 8
3 . 1 P r o v i n c i a a l m o l e n b e l e i d 8
3 . 2 B e o o r d e l i n g c o n f o r m m o l e n b i o t o o p 9
3 . 2 . 1 T r e k v a a r t p l e i n 9
3 . 2 . 2 B r u g P o e l g e e s t 9
3 . 2 . 3 W o o n b o t e n 9
4 W i n d v a n g v a n d e m o l e n 1 0
4 . 1 W i n d k l i m a a t o p d e l o c a t i e 1 0
4 . 2 B e p a l i n g w i n d a a n - e n a f v o e r v a n d e m o l e n 1 2
4 . 2 . 1 W i n d a a n v o e r 1 2
4 . 3 T r e k v a a r t p l e i n ( A ) 1 3
4 . 4 B r u g P o e l g e e s t ( B ) 1 4
4 . 5 W o o n b o t e n ( C ) 1 4
4 . 5 . 1 W i n d a f v o e r 1 4
5 S a m e n v a t t i n g e n c o n c l u s i e s 1 6
OA 15353-1-RA 3
1 I n l e i d i n g
In de omgeving van de Kikkermolen in Leiden is een aantal ontwikkelingen in voorbereiding
dat, gezien de situering binnen de molenbiotoop, van invloed kan zijn op de windvang van
de Kikkermolen.
In de notitie met referentie OO/OO/OA 15353-1-NO-002 d.d. 23 januari 2017 is een
kwalitatieve beoordeling gegeven van de mogelijk te verwachten invloed. De kwalitatieve
beoordeling is mede gebaseerd op eerdere onderzoeksresultaten.
Op verzoek van de opdrachtgever zijn aanvullende berekeningen uitgevoerd,
overeenkomend met de eerder gehanteerde methodiek, ten einde de kwalitatieve
beoordeling getalsmatig nader te onderbouwen.
OA 15353-1-RA 4
2 P l a n o n t w i k k e l i n g
2.1 T r e k v a a r t p l e i n
In figuur 2.1 wordt het zoekgebied aangegeven voor een uitbreiding voor 2 kavels aan de
noordzijde van het Trekvaartplein. De uitbreidingslocatie is op een afstand van 60 tot 120
meter aan de oostzijde van de Kikkermolen gesitueerd. De hoogte van de woonwagens op
de uitbreidingskavels bedraagt +4,80 NAP.
f2.1 Geplande uitbreiding noordzijde Trekvaartplein (A)
2.2 B r u g P o e l g e e s t
De brug Poelgeest kent een hoogte van +2,40 NAP. Er is rekening gehouden met
lichthinderbeperkende maatregelen. Samen met de rand van de brug bedraagt de totale
hoogte circa +3,70 NAP.
f2.2 Fragment langsdoorsnede brug Poelgeest met hoogteaanduiding
OA 15353-1-RA 5
A
f2.3 Dwarsdoorsnede brug Poelgeest
f2.4 Profiel talud
De brug wordt ten noorden van de Kikkermolen gesitueerd, op een afstand van rond de 100
meter.
f2.5 situering talud en brug ten noorden van de molen (B)
OA 15353-1-RA 6
B
2.3 H e r i n d e l i n g w o o n b o t e n
De indeling van de bestaande woonboten op de Trekvaart wordt aangepast. In de figuren
2.6 en 2.7 wordt de bestaande en de voorgestelde indeling van de woonboten aangegeven.
Ten behoeve van de wind toe- en afvoer van de Kikkermolen wordt plaatselijk een vrije
ruimte (C in figuur 2.7) gecreëerd. Ten zuidoosten van de molen wordt de bestaande vrije
ruimte benut. De hoogte van de woonboten bedraagt conform opgave gemeente maximaal
+4,50 NAP.
f2.6 Bestaande indeling woonboten
f2.7 Voorgestelde indeling woonboten; vrije ruimte (C)
OA 15353-1-RA 7
C