versie 2017-2018
Introductiebrochure Operatiekwartier
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 2 -
Inhoudstabel
Welkomstwoord 4
1. Voorstelling van de afdeling 5
1.1. Locatie
1.2. Plaats binnen de organisatie (management) 5
1.3. Multidisciplinair team 5
1.4. Specialismen 8
1.5. Afdelingsopdracht – werkinhoud – werkverdeling – takenpakket 8
1.5.1 Afdelingsopdracht 8
1.5.2 Taakomschrijving operatieverpleegkundige 9
1.5.3 Organisatie 17
2. Een dag op de dienst operatiekwartier 18
3. Procedures, protocollen en dienst specifieke afspraken 19
3.1 Dienst specifieke procedures 19
3.2 Dienst specifieke afspraken 19
3.3 SSCL 20
3.4 Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken 20
3.5 Aandachtspunten 21
4. Communicatie 22
4.1 Telefonie 22
4.2 ICT 22
4.2.1 Ecare 22
4.2.2 I Transport 22
4.2.3 Phara 22
4.3 Mondelinge communicatie 23
4.4 Schriftelijke communicatie 23
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 3 -
Welkom!
Het team van het operatiekwartier heet je van harte welkom.
Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terechtgekomen. Je zult snel
merken dat het werken op deze zorgeenheid niet is zoals op een gewone zorgeenheid.
Deze brochure bied je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de
bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als
naslagwerk. Iets waar je kunt op terug vallen. Een bron van informatie die nooit af is…
Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren.
Voor de studenten werken wij met mentoren die je begeleiden bij je stage. De mentor is
je aanspreekpunt. Maar iedereen op de zorgeenheid zal zeker zijn of haar steentje
bijdragen om je iets bij te leren. Iedereen is een stukje mentor. Als je vragen hebt,
problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele
evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal
spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen, … Heb je problemen die niet direct op de
afdeling kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de
hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel 2040).
Voor de nieuwe medewerkers is er een peter-/meterschap. Deze personen zullen je
begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het
stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op de zorgeenheid. Er is een nulmeting;
de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door de “peter – meter” indien deze
beheerst worden. Zo streven wij er samen met jou naar om binnen 11 maanden tot een
volledige integratie te kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intreder-begeleider
van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter/meter” en jezelf. Voor problemen kun je
gerust bij hem terecht. Na 11 maanden vragen we je een afspraak te maken om je
afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intreder-begeleider (tel 2040). Is het vroeger
afgewerkt, aarzel dan niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de
eerste plaats jouw verantwoordelijkheid.
Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de werking, modaliteiten en afspraken
zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling.
Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Neem zeker ook onze algemene
introductiebrochure eens bij de hand. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst,
kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundige of een andere collega terecht.
Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang
en begeleiding is voor ons een prioriteit.
Alvast veel werk- en leergenot gewenst.
Succes !!!
Het operatieteam.
© Sint-Rembertziekenhuis 2016
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 4 -
1. Voorstelling van de afdeling
1.1. Locatie
Het operatiekwartier bevindt zich op het gelijkvloers in blok D. Wij beschikken over 5
operatiezalen en 1 zaal voor lokale ingrepen (KI). Vanuit het onthaal moet u de route 430
volgen. Er kunnen drie grote ruimtes onderscheiden worden: de reine zone, de onreine
zone en de steriele zone.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 5 -
1.2. Plaats binnen de organisatie
Het operatiekwartier maakt deel uit van de zorgcluster “Medisch-technische diensten”. De
zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten; dienst medische beeldvorming, labo,
intensieve zorgen, nierdialyse, spoedopname en centrale sterilisatie.
Management
Dhr. W. Allemeersch
Algemeen Directeur
Mevr. Fr. Van Hoorebeke
Verpleegkundig en
paramedisch directeur
1.3. Multidisciplinair team
Anesthesie
Dr R. Alliet
Dr G. Billiet
Dr K. Crombez
Dr L. De Gendt
Dr D. Marrécau
Dr F. Martens
Algemene– en oncologische chirurgie
Dr F. Brouns
Dr I. Debergh
Dr J. Hoorevoets
Dr S. Van Cauwenberge
Dr T. Lesaffer
Dr T. Feryn
Vasculaire- en thoracale chirurgie
Dr S. Stalpaert
Gynaecologie
Dr E. Deckers
Dr F. Stroef
Dr T. De Sutter
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 6 -
Neus-keel en oor
Dr M. Naessens
Dr E. verhaert
Dr J. Verdonck
Mond-kaak en aangezicht chirurgie
Dr J. Abeloos
Dr C. Declercq
Dr P. Lamoral
Dr K. Nagy
Oftalmologie
Dr H. Seynaeve
Dr K. Vandenberghe
Dr G. Vantieghem
Urologie
Dr W. Van Haute
Plastische Chirurgie
Dr I. Nolens
Dr W. Van Deun
Pijnkliniek
Dr L. De Gendt
Dr D. Marrécau
Operationeel OK team
hoofdverpleegkundige operatiekwartier: mevr B. Demeulenaere
Algemene Chirurg: dr F. Brouns
Anesthesist: dr D. Marrécau
Verpleegkundig team
Hoofdverpleegkundige:
Beatrijs Demeulenaere
050/232341
Op het operatiekwartier werken een 29 tal personeelsleden.
Elke discipline heeft één verantwoordelijke en één back up. Deze personen zijn
het aanspreekpunt voor artsen, ze zijn ook verantwoordelijk voor het
procedureboek, overleggen met de hoofdverpleegkundige over bestellingen,
herstellingen,…
Personeelsleden van de dienst op 01/07/2016:
Beatrijs Demeulenaere
hoofdverpleegkundige
Beernaert Jordy
verantw cardio en
anesthesie
back up vaat
Bollaert Sabine
verantw: gynaeco
verantw: back up NKO
back up
hoofdverpleegkundige
Bolle Sabine: recovery
Stagementor recovery
verantw: MVG
Boone Mieke
verantw: back up draad
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 7 -
Casteleyn Nele
verantw: pijnkliniek
Clinckspoor Stijn
verantw: quality en
safety/JCI en uro
Jasmijn Colpaert:
recovery
verantw: pijn en poct
Siska Daled
Verantw: plastische
chirurgie
Wendy deblauwe
stagementor
verantw back up
orthopedie
Stephanie Dedeyne
verantw: back up
plastische/ pijnkliniek
Tom Denolf
verantw:
Itransport/phara/kanba
n/IT
Thijs Haelewyn
stagementor
verantw brandpreventie
verantw back up:
ortho/anesthesie/cardio
Eline Labarre
verantw back up:
ofthalmo
Els labeeuw
Verantw: alg heelkunde
Lien Lernout
verantw:
procedures/MKA
Verantw: back up
hoofdverpleegkundige
Veronique Moeyaert
verantw: NKO
verantw: back up
gynaeco
Rebecca Mortier
verantw: back up
Itransport
Gudrun Pillaert
Kellsy Simoen
Tine Teetaert Katleen Tempelaere Annemie Thys Hilde Tieghem Eveline Vanbiervliet
Verantw: vaatchirurgie recovery verantw: ofthalmo/draad verantw: urologie
verantw: back up plastische
Francky Vanslembrouck Anouk Vercruysse Cédric Haghebaert Pascal Tempelaere
Verantw: orthopedie
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 8 -
1.4. Specialismen
Het AZ Sint-Rembertziekenhuis is een polyvalent ziekenhuis, de eerste keuze als partner
in de regio, ingebed in een performant (ziekenhuis) netwerk. We bieden alle disciplines
aan relevant voor een regionaal ziekenhuis: orthopedie, algemene heelkunde, urologie,
gynaecologie, NKO chirurgie, vasculaire- en thoracale chirurgie, MKA, pijn,…
De samenwerking met andere grotere centra biedt ons de opportuniteit om in het belang
van de patiënt ingrepen op deze locatie uit te voeren die de hoog technologische
apparatuur van daar vereisen.
1.5. Afdelingsopdracht – werkinhoud – werkverdeling – takenpakket
1.5.1. Afdelingsopdracht
Binnen het operatief gebeuren zijn er voor de verpleegkundige belangrijke taken
weggelegd. Doordat de patiënt meestal slaapt tijdens de operatie, is er slechts een
beperkt persoonlijk contact. De verpleegkundige heeft mede de opdracht de angst,
vragen of bezorgdheden van een patiënt – voor wie elke heelkundige ingreep een
stresserende ervaring is - tijdig te onderkennen en op te vangen.
Gezien de patiënt door de anesthesie in een afhankelijke positie wordt gebracht, zal de
verpleegkundige op een professionele wijze de zorg voor deze patiënt op zich nemen.
De aanwezigheid van de verschillende disciplines en het werken in acute
werkomstandigheden vereisen dat de verpleegkundige zich goed aan de situaties moet
kunnen aanpassen.
De operatieverpleegkundige moet polyvalent kunnen optreden: als omloop-, als
instrumenterende, als anesthesieverpleegkundige. Het vergt een bepaalde stabiliteit van
de persoon in kwestie die zowel correct, consequent als kordaat moet kunnen handelen.
Dit totaal aan verwachtingen worden duidelijk gemaakt en bijgestuurd in een
individueel ontwikkelingsgesprek .
Het is de taak van iedere collega om uit te leggen wat er specifiek van jou verwacht
wordt. Van elke collega mag jij op jouw beurt verwachten dat hij/zij op een positieve
en constructieve wijze feedback geeft.
Bij problemen kan je steeds terecht bij de meter en de peter of als student bij de
mentor. Ook de deur van de hoofdverpleegkundige staat steeds voor je open.
Wanneer er meningsverschillen zijn met collega’s, praat ze eerst samen uit. Is er
echter geen overeenkomst, stap dan met je probleem naar de hoofdverpleegkundige.
1.5.2. Taakomschrijving operatieverpleegkundige
De specifieke functieomschrijving is afhankelijk van het aantal verpleegkundigen dat
toegewezen is aan een operatiezaal. In geval van een bestaffing van 2 verpleegkundigen
is de taakverdeling anders dan als er 3 verpleegkundigen zijn toegewezen aan een zaal.
A. Taakomschrijving met 3 verpleegkundigen in een zaal
1. Anesthesieverpleegkundige
De verpleegkundige die verantwoordelijk is voor de anesthesie blijft dit tot de
patiënt in de recovery is geïnstalleerd en er een overdracht is gegeven aan de
verpleegkundige op recovery.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 9 -
1.1 Preoperatieve taken
Orde in de zaal brengen vooraleer de patiënt in de zaal wordt gebracht
Patiënt ophalen in de voorbereiding, jezelf voorstellen en je functie, de patiënt
informeren over wat er gaat gebeuren en controleren van de SSCL (Save Surgery
Checklist)
Positioneren van de patiënt op de operatietafel + deken geven
Indien geen infuus aanwezig, infuus plaatsen en indien gewenst profylactisch AB
of corticoïden toedienen (in principe wordt dit gedaan door de verpleegkundige in
de voorbereiding)
Infuus aan staander hangen die aan dezelfde zijde van het infuus staat
(let op: hiervoor geen staander gebruiken die al gebruikt wordt om ATS, Bair
Hugger e.d. op vast te zetten.)
Aanleggen en opstarten van monitoring (ECG, saturatiemeter, NIBP) voor het
starten van de anesthesie. Ook bij Rachi verdoving minimaal de bloeddrukmeting
opstarten.
(de bloeddrukmanchet standaard aan de opperarm bevestigen, slechts als het
echt niet anders kan aan het onderbeen. De automatische bloeddrukmeting
opstarten op het scherm van de monitor)
Hulp bij anesthesie
Navragen welk type anesthesie er is gewenst
Bij algemene anesthesie:
o Klaarleggen intubatiemateriaal (endotracheale tube of
larynxmasker) laryngoscoop, maagsonde en Magilltang, arteriële
leiding, centrale katheter, epidurale katheter, …
o Aangeven laryngoscoop en endotracheale tube aan anesthesist (ev.
Crushinductie bij niet nuchtere patiënt)
o Opblazen cuff endotracheale tube + controleren van de cuffdruk
(cuffspuit bij de hand houden)
o Ogen dicht kleven (met papieren kleefpleister) en zo nodig oogzalf
(Duratears) aanbrengen
Bij rachi of epidurale anesthesie:
o Patiënt helpen bij rechtop zitten op operatietafel en de patiënt een
goede houding helpen aannemen (met doorgezakte rug)
o Rug ontsmetten met Iso-Betadine/Hibitane alcoholische oplossing
o Bij epidurale: flacon fysiologisch (10ml) en lokaal anestheticum
(Linisol 2%) aanbieden aan anesthesist
o Epidurale katheter vastkleven op rug van patiënt met strook
kleefpleister (Opsite Flexifix). De katheter niet op de wervelkolom
kleven maar wel lateraal er van.
o Bij rachi: punctieplaats afdekken met kleefpleister (Merpore 6x7cm)
Hulp bij plaatsen van centrale katheter
o Dr. Billiet en Dr. Martens plaatsen een Arrows katheter (blauw)
o Dr. Alliet, Dr. Marrecau en Dr. Crombez plaatsen een Vygon
katheter (groen)
Hulp bij plaatsen van arteriële lijn
o Arteriële lijn = drukzak met standaard 500ml NaCl 0,9% + 0,5ml
Herparine
(uitz: voor Dr. Crombez en Dr. Martens wordt geen Heparine
toegevoegd aan de NACl 0,9%)
Patiënt in juiste positie brengen voor de operatie met aandacht voor de
drukpunten + er voor zorgen dat de patiënt zo minimaal mogelijk afkoelt (ev. Bair
Hugger)
1.2 Peroperatieve taken
SSCL verder aanvullen in overleg met chirurg en anesthesist
Observeren (en rapporteren) van de parameters gedurende de ganse ingreep
Ev. bloedverlies d.m.v. het aspiratietoestel opvolgen + noteren op de
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 10 -
anesthesiefiche
Instructies opvolgen van de anesthesist (vb. extra medicatie toedienen,
bloedderivaten toedienen, …). Alle acties noteren op anesthesiefiche en aftekenen
met initialen.
Laryngoscoop en nieuw materiaal klaarleggen voor de volgende anesthesie (ev.
informeren bij de verpleegkundige van de voorbereiding)
Volledig en correct invullen van de administratie (medicatieblad, é-care, …)
Noteren van gebuikte medicatie (Phara) en materiaal (op specifiek
voorschriftenblad of é-care)
Orde in de zaal bewaren
Toedienen van pijnstilling (paracetamol IV) even voor het einde van de narcose.
Wel eerst navraag doen bij de anesthesist of via het pijnprotocol
De anesthesist op de hoogte brengen van het naderend einde van de ingreep
indien deze niet in de zaal aanwezig is.
1.3 Postoperatieve taken
Tijdig opbellen van de patiënt op de afdeling (+/- 30 minuten voor begin ingreep)
met doorgeven van premedicatie aan verpleegafdeling + transport activeren op “i-
transport”
Bewakingsapparatuur losmaken
Hulp bij het ontwaken van de patiënt en de extubatie
Hulp bieden bij het verbedden van de patiënt met aandacht voor drains, infusen,
verblijfsonde, …
Patiënt vervoeren naar recovery: hulp bieden bij de installatie van de patiënt in
recovery; bloeddrukmeter, saturatie, EKG, ev. zuurstof, pijnpomp, …
Overdracht aan recovery verpleegkundige over verloop van de ingreep en de te
volgen aandachtspunten
Laatste luik van de SSCL invullen
2. Omloopverpleegkundige
De omloopverpleegkundige neemt in principe onderstaande taken op zich. De
peroperatieve taken van de omloopverpleegkundige worden, in geval er een 2de
verpleegkundige mee steriel aan tafel moet, door de anesthesieverpleegkundige
over genomen.
2.1 Preoperatieve taken
Bij plaatsen van een epidurale katheter, voor patiënt gaan staan om te beletten
dat hij/zij voorover valt.
AANDACHT: vooraleer de patiënt wordt klaargezet moet er op gelet worden dat de
bloeddruk meting al gestart is.
Indien nodig plaatsen van een verblijfsonde
Ontvetten en ontsmetten van de operatiestreek (ev. overtollig haar “clippen”)
Hulp bieden bij het steriel aankleden van het chirurgisch team
Toezicht houden op de algemene steriliteit
Openen en aanbieden van de steriele instrumentensets en het nodige steriele
materiaal
De etiketten met sterilisatiedatum van de instrumentensets (traceerbaarheid)
bijhouden en op de SSCL kleven.
Aannemen en aanschakelen van leidingen die worden aangegeven door
chirurgisch team (vb. insufflatie-, spoel- en aspiratieleiding, lichtkabel, coagulatie,
…)
Kleine vuilnisbakjes zodanig opstellen dat ze makkelijk bereikbaar zijn voor het
chirurgisch team. Bij voorkeur een links en een rechts van de operatietafel
Indien de gebruikte kompressen en tampons geteld dienen te worden: zowel de
kleine al de grote vuilniszakken ledigen zodat er geen kompressen van een
voorgaande ingreep de telling kunnen misleiden.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 11 -
2.2 Peroperatieve taken
Volgen van verloop van de ingreep en inspelen op de noden van het chirurgisch
team (vb. de positie van operatietafel aanpassen, …)
Aangeven van bijkomend materiaal (hechtingsmateriaal, kompressen, drains,
osteosynthese- en viscerosynthesemateriaal, …)
Orde houden in de operatiezaal
Verzamelen en tellen van gebruikte kompressen en tampons voor het sluiten van
de wonde
Bij afname van culturen, biopten of weefselstalen deze correct behandelen
(onderdompelen in formol, fysiologisch of gewoon droog houden), deze correct
identificeren en er voor zorgen dat ze op de juiste plaats worden afgeleverd. Ook
de administratie hieromtrent in orde brengen + het logboek invullen.
Noteren van gebruikte medicatie en materiaal op medicatieformulier en/of é-care
Correct noteren van synthesemateriaal op de daarvoor voorziene formulieren
Bedienen van toestellen die nodig zijn voor de ingreep (vb. scopie toestel)
2.3 Postoperatieve taken
Hulp bieden bij het maken van het verband
Afkoppelen leidingen van randapparatuur en deze afzetten
Instrumenterende helpen bij verwijderen steriele afdekdoeken
Coagulatieplaat verwijderen
Hulp bieden bij het verbedden van de patiënt met aandacht voor drains, infusen,
verblijfsonde, …
Onnodig materiaal voor volgende ingreep opzij plaatsen of uit de zaal verwijderen
Zaal voorbereiden voor de volgende ingreep
Hulp bieden bij het verbedden van de patiënt
De poetsdienst opbellen voor het reinigen van de zaal (tel: 2505)
De volgende patiënt op de operatielijst gaan halen in de voorbereidingsruimte
3. Instrumenterende verpleegkundige
3.1 Preoperatieve taken
Correcte installatie van de patiënt in samenwerking met de
omloopverpleegkundige, chirurg en anesthesist
Randapparatuur klaarzetten en aanschakelen
Ev. aanbrengen pneumatische knelband
Klaarzetten coagulatietoestel en aspiratietoestel en controleren op werking
Coagulatieplaat aanbrengen en controleren op geleiding
Klaarzetten Cell Saver indien vereist
Klaarzetten microscoop, videotoren, scopie toestel en andere specifiek
materiaal
Klaarzetten van het instrumentarium en eventueel specifieke materialen voor
desbetreffende operatie en controle op steriliteit van het materiaal.
Eventueel extra materiaal dat zou kunnen nodig zijn tijdens de ingreep klaar
zetten in de zaal.
Handen chirurgisch reinigen en desinfecteren volgende de geldende richtlijnen
Operatieschort en handschoenen op steriele wijze aantrekken
Afdekken operatieveld op de patiënt zodat de steriliteit op ieder moment
gewaarborgd blijft
Klaarleggen en schikken van het specifieke instrumentarium op de
instrumententafel(s)
Alle benodigde steriele leidingen aanreiken aan de omloopverpleegkundige
Voor de start van de ingreep het aantal kompressen en tampons tellen en
doorgeven aan de omloopverpleegkundige
3.2 Peroperatieve taken
Op correcte wijze de instrumenten aangeven aan de chirurg en/of assisterende
Aspireren, deppen en tamponneren zo nodig
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 12 -
Informatie doorgeven aan omloopverpleegkundige
Extra materiaal (vb. hechtingsmateriaal, osteosynthesemateriaal, …) vragen aan
omloopverpleegkundige
Zorgen voor propere en ordevolle instrumententafels
Klaarmaken van hechtingen, drains en verbanden
Voor het sluiten van de wonde terug het resterende aantal kompressen en
tampons tellen
3.3 Postoperatieve taken
Reinigen en ontsmetten van de operatiewonde en deze op de juiste manier
afdekken met een verband (ev. onder supervisie ook gips aanbrengen)
Zo nodig aanbrengen van drainagerecipiënten
Verwijderen van hulpstukken en de afdekdoeken van op de patiënt
Instrumententafels opruimen
alle naalden en mesjes verwijderen en in de naaldcontainer deponeren
alle vuil materiaal in de vuilnisbak deponeren
alle instrumenten, geopend, in één mand leggen en de mand in de
gesloten kar buiten de zaal zetten
Controle van het bestelformulier voor apotheek en paraferen indien in orde. Het
blad kopiëren en beide formulieren op de daarvoor voorzien plaats leggen. “Kopie
OK” schrijven op het originele als de kopie ervan genomen is.
B. Taakomschrijving met 2 verpleegkundigen in een zaal
Als er slechts 2 verpleegkundigen toegewezen zijn aan een operatiezaal vervalt de
functie van de anesthesieverpleegkundige. De taken van de
anesthesieverpleegkundige worden dan overgenomen door de
omloopverpleegkundige.
4. Omloopverpleegkundige
4.1 Preoperatieve taken
Orde in de zaal brengen vooraleer de patiënt in de zaal wordt gebracht
Patiënt ophalen in de voorbereiding, informeren van de patiënt en controleren van
de SSC (Save Surgery Checklist)
Positioneren van de patiënt op de operatietafel + deken geven
Indien geen infuus aanwezig, infuus plaatsen en indien gewenst profylactisch AB
of corticoïden toedienen (in principe wordt dit gedaan door de verpleegkundige in
de voorbereiding)
Infuus aan staander hangen die aan dezelfde zijde van het infuus staat
(let op: hiervoor geen staander gebruiken die al gebruikt wordt om ATS, Bair
Hugger e.d. op vast te zetten.)
Aanleggen en opstarten van monitoring (ECG, saturatiemeter, NIBP). Ook bij rachi
verdoving minimaal de bloeddrukmeting opstarten.
(de bloeddrukmanchet standaard aan de opperarm bevestigen, slechts als het
echt niet anders kan aan het onderbeen. De automatische bloeddrukmeting
opstarten op het scherm van de monitor)
Hulp bij anesthesie
Navragen welk type anesthesie er is gewenst
Bij algemene anesthesie:
o Klaarleggen intubatiemateriaal (endotracheale tube of
larynxmasker) laryngoscoop, maagsonde en Magilltang, arteriële
leiding, centrale katheter, epidurale katheter, …
o Aangeven laryngoscoop en endotracheale tube aan anesthesist (ev.
Crushinductie bij niet nuchtere patiënt)
o Opblazen cuff endotracheale tube + controleren van de cuffdruk
o De anesthesist kleeft zelf de endotracheale tube/larynxmasker vast
o Ogen dichtkleven en zo nodig oogzalf inbrengen
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 13 -
Bij rachi of epidurale anesthesie:
o Patiënt helpen bij rechtop zitten op operatietafel en de patiënt een
goede houding helpen aannemen (met doorgezakte rug)
o Rug ontsmetten met Iso-Betadine/Hibitane alcoholische oplossing
o Bij epidurale: flacon fysiologisch (10ml) en lokaal anestheticum
(Linisol 2%) aanbieden aan anesthesist
o Epidurale katheter vastkleven op rug van patiënt met strook
kleefpleister (cave: wervelkolom)
o Bij rachi: punctieplaats afdekken met kleefpleister (Merpore 6x7cm)
Hulp bij plaatsen centrale katheter
o Dr. Billiet en Dr. Martens plaatsen een Arrows katheter (blauw)
o Dr. Alliet, Dr. Marrecau en Dr. Crombez plaatsen een Vygon
katheter (groen)
Hulp bij plaatsen van arteriële lijn
o Arteriële lijn = drukzak met standaard 500ml NaCl 0,9% + 0,5ml
Herparine
(uitz: voor Dr. Crombez en Dr. Martens wordt geen Heparine
toegevoegd aan de NACl 0,9%)
Pas wanneer de anesthesist klaar is met de inductie van de patiënt en de patiënt
in een stabiele toestand onder narcose is, mag er verder worden gegaan met de
chirurgische voorbereidingen
Patiënt in juiste positie brengen voor de operatie met aandacht voor de
drukpunten + er voor zorgen dat de patiënt zo minimaal mogelijk afkoelt (ev. Bair
Hugger)
Indien nodig plaatsen van een verblijfsonde
Ontvetten en ontsmetten van de operatiestreek (ev. overtollig haar “clippen”)
Hulp bieden bij het steriel aankleden van het chirurgisch team
Toezicht houden op de algemene steriliteit
Openen en aanbieden van de steriele instrumentensets en het nodige steriele
materiaal
Aannemen en aanschakelen van leidingen die worden aangegeven door
chirurgisch team (vb. insufflatie-, spoel- en aspiratieleiding, lichtkabel, coagulatie,
…)
Kleine vuilnisbakjes zodanig opstellen dat ze makkelijk bereikbaar zijn voor het
chirurgisch team. Bij voorkeur een links en een rechts van de operatietafel
Indien de gebruikte kompressen en tampons geteld dienen te worden: zowel de
kleine al de grote vuilniszakken ledigen zodat er geen kompressen van een
voorgaande ingreep de telling kunnen misleiden.
4.2 Peroperatieve taken
Observeren (en rapporteren) van de parameters gedurende de ganse ingreep
Instructies opvolgen van de anesthesist (vb. extra medicatie toedienen,
bloedderivaten toedienen, …)
Laryngoscoop en nieuw materiaal klaarleggen voor de volgende anesthesie
Biopsies juist behandelen en correct identificeren
Orde in de zaal bewaren
Toedienen van pijnstilling (paracetamol IV of Perdolan suppo) even voor het einde
van de narcose. Wel eerst navraag doen bij de anesthesist.
De anesthesist op de hoogte brengen van het naderend einde van de ingreep
indien deze niet in de zaal aanwezig is.
Volgen van verloop van de ingreep en inspelen op de noden van het chirurgisch
team (vb. de positie van operatietafel aanpassen, …)
Aangeven van bijkomend materiaal (hechtingsmateriaal, kompressen, drains,
osteosynthese- en viscerosynthesemateriaal, …)
Verzamelen en tellen van gebruikte kompressen en tampons voor het sluiten van
de wonde
Bij afname van culturen, biopten of weefselstalen deze correct behandelen
(onderdompelen in formol, fysiologisch of gewoon droog houden), deze correct
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 14 -
identificeren en er voor zorgen dat ze op de juiste plaats worden afgeleverd. Ook
de administratie hieromtrent in orde brengen.
Volledig en correct invullen van de administratie
Noteren van gebruikte medicatie en materiaal op medicatieformulier en/of é-care
Correct noteren van synthesemateriaal op de daarvoor voorziene formulieren
Bedienen van toestellen die nodig zijn voor de ingreep (vb. scopie toestel)
4.3 Postoperatieve taken
Tijdig opbellen van de patiënt op de afdeling (+/- 30 minuten voor begin ingreep)
met doorgeven van premedicatie aan verpleegafdeling + transport activeren
Indien de anesthesist niet in de zaal is, deze ongeveer 10’ voor het einde van de
ingreep waarschuwen (meestal bij het sluiten van de huid)
Indien nodig hulp bieden bij het maken van het verband
Afkoppelen leidingen van randapparatuur en deze afzetten
Instrumenterende helpen bij verwijderen steriele afdekdoeken
Coagulatieplaat verwijderen
Hulp bij het ontwaken van de patiënt en de extubatie.
Prioritair bij het ontwaken is bij de patiënt blijven: VALPREVENTIE (bij onrustig
ontwaken)
Bewakingsapparatuur losmaken
Hulp bieden bij het verbedden van de patiënt met aandacht voor drains, infusen,
verblijfsonde, …
Patiënt vervoeren naar recovery: hulp bieden bij de installatie van de patiënt in
recovery; bloeddrukmeter, saturatie, EKG, ev. zuurstof, pijnpomp, …
Overdracht aan recovery verpleegkundige over verloop van de ingreep en de te
volgen aandachtspunten + samen het laatste luik van de SSCL invullen
Onnodig materiaal voor volgende ingreep opzij plaatsen of uit de zaal verwijderen
Zaal voorbereiden voor de volgende ingreep
5. Instrumenterende verpleegkundige
5.1 Preoperatieve taken
Correcte installatie van de patiënt in samenwerking met de
omloopverpleegkundige, chirurg en anesthesist
Klaarzetten coagulatietoestel en aanbrengen neutrale electrode op de patiënt en
controle van de geleiding (groen licht)
Randapparatuur klaarzetten een aanschakelen
Patiënt warm houden met warmtedeken (Bear Hugger) of gewoon deken
Ev. aanbrengen pneumatische knelband
Klaarzetten coagulatietoestel en aspiratietoestel en controleren op werking
Coagulatieplaat aanbrengen en controleren op geleiding
Klaarzetten Cell Saver indien vereist
Klaarzetten microscoop, videotoren, scopie toestel en andere specifiek
materiaal
Klaarzetten aspiratietoestel en controleren op werking
Klaarzetten microscoop, videotoren, scopie toestel en ander specifiek materiaal
Klaarzetten van het instrumentarium en eventueel specifieke materialen voor
desbetreffende operatie in de zaal en controle op steriliteit er van het materiaal
Indien nodig: plaatsen verblijfsonde
Handen chirurgisch reinigen en desinfecteren volgende de geldende richtlijnen van
de handhygiëne
Operatieschort en handschoenen op steriele wijze aantrekken
Afdekken operatieveld op de patiënt zodat de steriliteit op ieder moment
gewaarborgd blijft
Klaarleggen en schikken van het specifieke instrumentarium op de
instrumententafel(s)
Alle benodigde steriele leidingen aanreiken aan de omloopverpleegkundige
Voor de start van de ingreep het aantal kompressen en tampons tellen en
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 15 -
doorgeven aan de omloopverpleegkundige
5.2 Peroperatieve taken
Op correcte wijze de instrumenten aangeven aan de chirurg en/of assisterende
Aspireren, deppen en tamponneren zo nodig
Informatie doorgeven aan omloopverpleegkundige
Extra materiaal (vb. hechtingsmateriaal, osteosynthesemateriaal, …) vragen aan
omloopverpleegkundige
Zorgen voor propere en ordevolle instrumententafels
Klaarmaken van hechtingen, drains en verbanden
Voor het sluiten van de wonde terug het resterende aantal
kompressen en tampons tellen
5.3 Postoperatieve taken
Reinigen en ontsmetten van de operatiewonde en deze op de
juiste manier afdekken met een verband (ev. ook gips
aanbrengen)
Zo nodig aanbrengen van drainage recipiënten
Verwijderen van hulpstukken en de afdekdoeken van op de
patiënt
Instrumententafels opruimen
alle naalden en mesjes verwijderen en in de naaldcontainer deponeren
alle vuil materiaal in de vuilnisbak deponeren
alle instrumenten, geopend, in één mand leggen en de mand in de kar
zetten
Controle van het bestelformulier voor apotheek, paraferen indien in orde en beide
exemplaren op de daarvoor voorziene plaats leggen. “Kopie OK” schrijven op het
originele als de kopie ervan genomen is.
Hulp bieden bij het verbedden van de patiënt
De poetsdienst opbellen voor het reinigen van de zaal (tel: 2505)
5.4 Taken verpleegkundige in de voorbereiding
De verpleegkundige in de voorbereiding ontvangt de patiënten op het OK. Deze
verpleegkundige is verantwoordelijk voor een correcte voorbereiding.
Aanbrengen EKG klevers en muts, plaatsen infuus,
toedienen van pré operatieve antibiotica, inbrengen van
patiënten in phara, telefonisch bereikbaar voor assistentie
bij collega’s. Materiaal voor ingrepen klaar zetten en
ledigen van specifiek materiaal van apotheek.
6. Recovery verpleegkundige
De Belgische Vereniging voor Anesthesie en Reanimatie heeft minimale normen
uitgewerkt. Daarin staat dat de recovery moet bemand worden door een
verpleegkundige speciaal opgeleid, getraind en exclusief toegewezen aan de
ontwaakzaal in omstandigheden van normaal herstel van anesthesie.
Aangezien de post-anesthetische zorgen deel uitmaken van het operatiegebeuren,
moet iedereen die in het OK werkt ook weten wat er van hem/haar verwacht wordt
als hij/zij in de ontwaakzaal staat.
Als recoveryverpleegkundige sta je onder supervisie van de anesthesist. Toch moet
je autonoom kunnen handelen.
Je hebt een belangrijke functie binnen het pijnbeleid, kindvriendelijk beleid,
opvolging,…
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 16 -
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 17 -
1.5.3. Organisatie
De openingsuren
Er kunnen electieve ingrepen geboekt worden van 8u15 tot 17u. Uitloop van zalen tot
18u. Vanaf 18u, indien nodig, kan er nog 1 zaal operationeel zijn. Vanaf 19u30 is er een
wachtdienst. Deze wordt gecontacteerd door de spoeddienst.
Werkverdeling
Per dag zijn er 4 vroegdiensten en 4 laatdiensten met uitzondering van donderdag en
vrijdag, 3 laat en vroegdiensten. Het aantal dagdiensten wordt berekend op het aantal
operatiezalen die werken gedurende de dag.
Er is steeds 1 dagdienst in de voorbereiding.
Iedere avond is er een logistieke medewerker die de operatiezalen aanvult.
Briefing
Om te verzekeren dat alle informatie steeds bij iedereen terecht komt, wordt er op het
communicatiebord, in het bureau van de hoofdverpleegkundige, alle wijzigingen en
dergelijke vermeld. Bij aanvang van de shift wordt dan ook gevraagd dit bord na te
lezen.
Teamvergaderingen-dienstvergaderingen-overleg CSA-OK
Maandelijks wordt een kleine (niet verplichte) vergadering georganiseerd. De eerste
maandag of dinsdag van de maand. Dit heeft als doel te informeren van de laatste
wijzingen, aandachtspunten bespreken, optimaliseren van zaken,...
Dienstvergaderingen worden minimum drie keer per jaar georganiseerd, hierin worden
de medewerkers geïnformatiseerd over beslissingen op directieniveau, andere
vergaderingen zoals dienstvergaderingen, aankoop,…
Punten die samen beslist of besproken moeten worden met de ganse groep.
Overleg CSA-OK-Apotheek-ziekenhuishygiëne-zorgmanager vinden plaats om de drie
weken. Dit is een multidisciplinair overleg.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 18 -
2. Een dag op de dienst operatiekwartier
Vroegdienst (7u30-13u30)
Dagdienst (8u00-18u00)
Laatdienst (8u-19u30)
Namiddagdienst (12u-18u)
7u30 Zaalverdeling nakijken opstarten van de operatiezalen, testen anesthesiemachines
8u00 Voorbereiden van de patiënten en
instaleren in de operatiezaal
Voorbereiden van de patiënten en
instaleren in de operatiezaal
Voorbereiden van de patiënten en
instaleren in de operatiezaal
8u15 Start anesthesie Start anesthesie Start anesthesie
11u45-
13u30
Middagpauze 30 min Middagpauze 30 min Aflossen collega’s voor de middagpauze
13u30 Afwerken voormiddag Opstarten namiddagblokken
Opstarten namiddagblokken
Opstarten namiddagblokken
17u Afwerken programma en startklaar maken zalen. Verzamelen materiaal voor de volgende dag
Afwerken programma en startklaar maken zalen. Verzamelen materiaal voor de volgende dag
Afwerken programma en start klaar maken zalen. Verzamelen materiaal voor de volgende dag
18u Afsluiten zalen Afsluiten zalen Afsluiten zalen
19u30
Indien traumatologie, afwerken operatie. Controle van de operatiezalen en materiaal voor de
volgende dag
11999
19u30
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 19 -
3. Procedures en protocollen en dienst specifieke afspraken
3.1. Dienst specifieke procedures
De procedures per ingreep zijn terug te vinden in een ‘word-document’, onder nieuw
procedureboek OK.
Regels voor het betreden van het OK zijn terug te vinden in het R.I.O ( reglement van
inwendige orde).
Deze regels zijn opgesteld samen met het comité voor ziekenhuishygiëne en dienen strikt
te worden nageleefd( zie intranet).
Er is een kindvriendelijk beleid voor het operatiekwartier.
Bekijk zeker het filmpje over de kindvriendelijke aanpak op onze website:
www.azstrembert.be door te klikken op 'opname kinder-afdeling' bij
'ziekenhuisverblijf' patiënten.
Algemene richtlijnen:
-Iedereen moet zich verkleden die de reine zone van het OK betreedt.
-Er wordt steeds een correcte handhygiëne toegepast.
-Het personeel trekt elke dag een vers pakje aan.
-Bij het opzetten van een muts moeten alle haren bedekt zijn. Een muts wordt éénmalig
gebruikt.
-Bij het betreden van de kritische zone waarbij steriele velden open liggen, wordt een
masker gedragen.
-Er geldt een verbod voor het dragen van ringen, juwelen, horloges en andere
handjuwelen in alle ruimtes van het OK.
-Bij het betreden van het OK worden patiënten een haarmuts opgezet.
-Het OK personeel heeft de autoriteit om iedereen aanwezig in het OK aan te spreken.
-De deuren van de operatiezalen zijn tijdens een ingreep steeds gesloten.
-Externe personen moeten zich steeds aanmelden en het logboek invullen vooraan in het
operatiekwartier.
3.2. Dienst specifieke afspraken
De steriele berging
In de steriele berging vind je alle steriele instrumenten en materialen. Ook het
kanban systeem vind je hier terug.
Orde en netheid wordt bewaakt door alle verpleegkundigen.
Prikongeval
In geval van een “prikongeval” is er een procedure van kracht. In feite betreft het
niet alleen prikken, maar blootstelling aan bloed, bloederig vocht, andere
potentieel besmettelijke lichaamsvochten. De blootstelling kan gebeuren met
intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan.
De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het
ziekenhuis. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf.
Bij blootstelling van vochten of producten in de ogen, is er een oogdouche
vooraan in het ok. De procedure vind je terug op intranet.
De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 20 -
hoofdverpleegkundige direct op de hoogte en meld je aan op de dienst
spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt
er een bloedafname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere
afhandeling.
Dosismeter
In het operatiekwartier staan personeelsleden bloot aan radioactieve straling.
Uiteraard zijn er preventieve maatregelen en richtlijnen die toegepast moeten
worden. (voldoende afstand bewaren, loodschort, schildklierbeschermer, loodbril).
Daarnaast draagt ieder personeelslid een individuele dosismeter. Iedere maand
moet men van dosismeter wisselen. Het ruilen is ieders verantwoordelijkheid.
Vooraan in de kleedkamers hangt een bord, waar ruimte voorzien is voor de
dosisimeters.
3.3. SSCL
Bij iedere patiënt die een operatie ondergaat , moet er een safe surgery checklist worden
ingevuld.
Dit is een sterk aanbevolen instrument door het FOD.
Het zijn checks die gebeuren voor inductie, voor incisie en voor het verlaten van de
operatiezaal.
De doelstelling van de checklijst is garantie te geven de juiste patiënt op de juiste plaats
en met de juiste ingreep te opereren. Het navragen en invullen van de checklijst is
ieders verantwoordelijkheid. Meestal neemt de omloopverpleegkundige hierin de leiding.
Dit document bewaren we in het patiëntendossier.
3.4. Meest voorkomende medisch verpleegkundige technieken/kennis
Er wordt dagelijks met anesthesiemedicatie gewerkt. Er is dan ook een bepaalde kennis
vereist van deze producten.
De algemene verdoving:
De algemene verdoving is een combinatie van intraveneuze
medicatie en inhalatiegassen. Er wordt steeds een hypnoticum
gebruikt, een analgeticum en soms een curare, in combinatie
met een mengeling van zuurstof, lachgas of lucht en sevorane
en suprane. Als er geen curare wordt gebruikt, blijft de patiënt
spontaan ademen. Het kan zijn door een te hoge dosis
hypnoticum en/of opioïde analgeticum, beide ademhalingssuppressief, de patiënt toch
gedurende een korte periode wordt beademd.
Bij een algemene verdoving wordt de vrije luchtweg van de beademde patiënt steeds
gevrijwaard. Dit kan via een endotracheale tube of een larynxmasker.
Crushinductie:
Deze inductie wordt aangewend bij niet- nuchtere patiënten die geïntubeerd moet
worden. Dit dient om aspiratiepneumonie soort overloop van maagvocht in de longen e
voorkomen. Procedure: bij inspuiting van de verschillende medicaties door de
anesthesist oefent de anesthesieverpleegkundige, druk uit op het cricoïd. Een goed
werkende aspiratie moet zich in de onmiddellijke nabijheid bevinden. Vervolgens plaats
de anesthesist de tube (ev met mandrin) in de trachea. Op teken van de anesthesist
blaast men de cuff op, en pas dan, na goedkeuring anesthesist mag de druk op het
cricoïd gelost worden.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 21 -
3.5. Aandachtspunten
Sterilisatie: Aangezien steriliteit een gegeven is dat niet zichtbaar is, moet er toch
kunnen aangetoond worden dat een product het sterilisatieproces doorlopen heeft en dat
het steriel is. Er zijn verschillende methodes, die aantonen dat het product steriel is:
1.het verkleuren van de autoclaaftape, op de set, van blauw - groen naar blauw - zwart.
2.Bij laminaatverpakking is er aan de achterzijde (papierzijde) een indicator die van roze
naar bruin verkleurt na het sterilisatieproces.
Op de verpakking vind je een label met de datum van sterilisatie en de vervaldatum.
Vooraleer je een product gebruikt moet je je ervan vergewissen dat de vervaldatum niet
is overschreden. Mocht zijn dat er geen label op de set kleeft of dat het label niet
leesbaar is, dan wordt het materiaal als niet steriel beschouwd.
Coagulatieplaat: Waar en hoe aanbrengen,
Speciale aandachtspunten zijn:
- plak de plaat op weefsel met een goede doorbloeding.
-vermijd littekenweefsel, metalen implantaten(vb: heupprothese), pacemaker (kleef in
dit geval de plaat niet in de directe omgeving ervan, om storingen te vermijden),
beenderige structuren en hartbewakingselektroden.
-kies een plaats die niet nat kan worden, want vloeistoffen zijn goede geleiders en
kunnen mede oorzaak zijn van brandwonden.
-druk de plaat steeds goed aan en controleer de plaat na eventuele herpositionering van
de patiënt.
-kleef de plaat zo dicht mogelijk bij het operatieveld, zonder in de te ontsmetten zone te
komen.
-kleef de plaat niet ter hoogte van gewrichten, plooien of beschadigde huid.
-nooit de plaat kleiner maken door ze gedeeltelijk af te knippen.
Tellen van kompressen: In principe worden de kompressen geteld bij elke ingreep waar
de buik of de thorax geopend wordt en bij ingrepen waar het mogelijk is een kompres
accidenteel in het operatieveld achter te laten. Het operatieteam moet 100% zeker zijn
dat er geen kompressen ongewenst in het operatieveld achter blijven. Om daar controle
over te hebben, wordt gebruikt gemaakt van de telfiche in de safe surgery checklist. Bij
aanvang van de ingreep telt de instrumenterende het aantal kompressen. Zorg ervoor
dat alle vuilniszakken leeg zijn. Voor het sluiten van de wonde worden de kompressen
door de omloop en de instrumenterende verpleegkundige geteld. De som hiervan wordt
vergeleken met het aantal kompressen die gegeven zijn bij de aanvang van de ingreep.
Als de aantallen niet overeenkomen, moet dit aan de chirurg gemeld worden. Deze kan
dan beslissen een radiografie te laten nemen. In elk kompres zit immers een radio-
opaak draadje dat toelaat om eventueel achtergebleven kompressen op te sporen. Bij
wisselen van instrumenterende verpleegkundige steeds goed doorzeggen.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 22 -
4. Communicatie
4.1. Telefonie
Telefoonnummers voor het OK (binnen het ziekenhuis)
Verantwoordelijke OK 2501
Ontwaak 2506
Bureel anesthesie 2508 of 2509
Voorbereiding 2500
Rustruimte 2510
zaal 1 2511
zaal 2 2512
zaal 3 2513
zaal 4 2514
zaal 5 2515
KI 2516
Schoonmaak 2505
Sterilisatie, bureel 2507
Wil je een arts thuis opbellen dan kan je dit via de verkorte code **2+ ‘drie laatste
cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de
huistelefoon van de arts. Gebruik je **5+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan
word je doorverbonden met de persoonlijke gsm van deze persoon, voor zover zijn/haar
verkorte nummer geprogrammeerd is.
Het gebruik van een privé-GSM op dienst is verboden.
4.2. ICT
Iedere zaal is voorzien van 1 tot 2 PC’s.
Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden.
4.2.1. Ecare
Ecare is het elektronisch planningsprogramma voor het operatiekwartier. Dit programma
staat op iedere PC geprogrammeerd. Dit programma wordt gebruikt voor boeken,
opvolgen en registreren van iedere ingreep.
4.2.2. I Transport
I transport is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intervervoer in
het ziekenhuis. Itransport geeft automatische taken aan medewerkers van deze dienst.
De taak word op het display van een mobiel device weergegeven.
4.2.3. Phara
Phara is een informatiesysteem, voor registratie van geneesmiddelen en medische
hulpmiddelen. Dit door het scannen van deze producten. Op die manier worden ze
automatisch aangerekend aan de patiënt, en kan apotheek de voorraad terug aanvullen.
A Z S I N T - R E M B E R T
Pagina - 23 -
4.3. Mondelinge communicatie
Op dienstniveau:
Er is drie tot vier maal per jaar dienstvergadering
Er zijn op regelmatige bijdcholingen door verpleegkundigen, artsen en firma’s,…
Er is dagelijks overleg met de anesthesisten en de chirurgen
Op regelmatige basis komen de verantwoordelijken van het OK samen ( Dr Brouns,
Dr Marrécau, zorgmanager Medisch-technische diensten hoofdverpleegkundige
OK)
Op ziekenhuisniveau
Overleg met de zorgmanager
Maandelijkse clustervergadering Medisch –technische diensten
Hoofdverpleegkundigenvergadering
Diverse werkgroepen
Er is drie tot vier maal per jaar OK comité
Op regelmatige basis overleg tussen OK, CSA, zorgmanager, apotheek en
ziekenhuishygiëne
4.4. Schriftelijke communicatie
Mededelingsbord
Kwaliteitsmuur
Mededelingsboek