in Polen
Uw socialezekerheidsrechten
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 2
De informatie in deze gids is opgesteld en bijgewerkt in nauwe samenwerking met de
nationale correspondenten van het EU-systeem voor informatie over de nationale
socialezekerheidsstelsels MISSOC (Mutual Information System on Social Protection).
Meer informatie over het MISSOC-netwerk is te vinden op:
http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=nl&catId=815.
Deze gids geeft een algemeen overzicht van de regelingen op het gebied van de
sociale zekerheid in de desbetreffende landen. Aanvullende informatie kan worden
verkregen uit andere MISSOC-publicaties, die allemaal op bovengenoemde MISSOC-
webpagina te vinden zijn. U kunt ook contact opnemen met de bevoegde autoriteiten
en instellingen die staan vermeld in de lijst van de bijlage bij deze gids.
De Europese Commissie noch enige namens de Commissie handelende persoon
aanvaardt welke aansprakelijkheid dan ook voor de wijze waarop de informatie in deze
publicatie wordt gebruikt.
© Europese Unie, 2012
Overneming met bronvermelding toegestaan.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 3
Inhoudsopgave
Hoofdstuk I: Inleiding, organisatie en financiering ................................................. 4 Inleiding ........................................................................................................ 4 Het sociale zekerheidsstelsel ............................................................................ 4 Financiering ................................................................................................... 5
Hoofdstuk II: Gezondheidszorg ........................................................................... 6 Wie komt in aanmerking voor gezondheidszorg? ................................................. 6 Wat wordt er gedekt? ...................................................................................... 6 Wat moet u doen om gezondheidszorg te verkrijgen? .......................................... 7
Hoofdstuk III: Uitkeringen bij ziekte .................................................................... 8 Wie komt in aanmerking voor een ziekte-uitkering? ............................................ 8 Wat wordt er gedekt? ...................................................................................... 9 Wat moet u doen om een ziekte-uitkering te krijgen? .........................................10
Hoofdstuk IV: Moeder- en vaderschapsuitkeringen ...............................................11 Wie komt in aanmerking voor een moeder- of vaderschapsuitkering? ...................11 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................11 Wat moet u doen om een moeder- of vaderschapsuitkering te krijgen? ................12
Hoofdstuk V: Uitkeringen bij invaliditeit ...............................................................13 Wie komt in aanmerking voor een invaliditeitspensioen? .....................................13 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................14 Wat moet u doen om een invaliditeitspensioen te krijgen? ..................................15
Hoofdstuk VI: Ouderdomspensioenen en -uitkeringen ...........................................16 Wie komt in aanmerking voor een ouderdomspensioen? .....................................16 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................18 Wat moet u doen om een ouderdomsuitkering te krijgen? ...................................19
Hoofdstuk VII: Nabestaandenpensioenen .............................................................20 Wie komt in aanmerking voor een nabestaandenpensioen? .................................20 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................21 Wat moet u doen om een nabestaandenpensioen te krijgen? ...............................21
Hoofdstuk VIII: Uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten ......................23 Wie komt in aanmerking voor uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten?
...................................................................................................................23 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................24 Wat moet u doen om een uitkering i.v.m. een arbeidsongeval en beroepsziekte te
krijgen? ........................................................................................................24 Hoofdstuk IX: Gezinstoelagen ............................................................................25
Wie komt in aanmerking voor een gezinstoelage? ..............................................25 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................25 Wat moet u doen om een gezinstoelage te krijgen? ............................................26
Hoofdstuk X: Werkloosheid ................................................................................27 Wie komt in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering? .................................27 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................27 Wat moet u doen om een werkloosheidsuitkering te krijgen? ...............................28
Hoofdstuk XI: Sociale minima ............................................................................29 Wie komt in aanmerking voor een bijstandsuitkering? ........................................29 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................29 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan? .........................................................29
Hoofdstuk XII: Langdurige zorg ..........................................................................30 Wie komt in aanmerking voor langdurige zorg? .................................................30 Wat wordt er gedekt? .....................................................................................30 Wat moet u doen om langdurige zorg te krijgen? ...............................................31
Bijlage : Nuttige adressen en sites ......................................................................32
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 4
Hoofdstuk I: Inleiding, organisatie en financiering
Inleiding
In Polen omvat de sociale zekerheid de volgende onderdelen:
ouderdom,
invaliditeitspensioen,
een ziekte- en moederschapsverzekering,
een verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten,
een gezondheidsverzekering.
Daarbij komen een stelsel van gezinsbijslagen, sociale bijstand en
werkloosheidsuitkeringen.
Bijna alle personen die een beroep uitoefenen, d.w.z. werknemers en zelfstandigen en
hun gezinsleden vallen onder het Poolse socialezekerheidsstelsel.
De sociale verzekering kan verplicht of vrijwillig zijn. Alle personen die een beroep
uitoefenen, d.w.z. werknemers, zelfstandigen en landbouwers, zijn verplicht
verzekerd. De verplichting om deze personen bij de sociale verzekering aan te
melden, ligt bij de premiebetalers (werkgevers) of de betrokkenen zelf in geval van
zelfstandigen en geestelijken.
Het sociale zekerheidsstelsel
Het socialezekerheidsstelsel valt onder het algemene kader van het ministerie van
Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (Ministerstwo Pracy i Polityki Społecznej) en het
ministerie van Volksgezondheid (Ministerstwo Zdrowia), maar de juridische,
bestuurlijke en financiële organisatie staat los van deze ministeries.
De socialezekerheidsfondsen worden beheerd door de volgende instituten:
Het Instituut voor sociale verzekeringen (Zakład Ubezpieczeń Społecznych, ZUS) en
de regionale diensten van dit instituut, die verantwoordelijk zijn voor uitkeringen bij
ziekte en moederschap, ouderdomspensioenen en pensioenen bij invaliditeit, voor
nabestaanden en bij arbeidsongevallen en beroepsziekten. Het Instituut voor sociale
verzekeringen int alle socialezekerheidspremies en maakt deze over naar de juiste
organisaties. Tegelijkertijd bestaan er in Polen naast het algemene verplichte
pensioensysteem ook open pensioenfondsen, die worden aangeboden door
particuliere financiële instellingen. Hierop wordt echter strikt toezicht gehouden door
de staat. Verzekerden betalen de premies niet rechtstreeks aan pensioenfondsen,
maar aan ZUS, tezamen met andere socialeverzekeringspremies. ZUS zorgt ervoor
dat de pensioenverzekeringspremie wordt overgemaakt naar het door de verzekerde
gekozen pensioenfonds;
regionale fondsen voor volksgezondheid, die verantwoordelijk zijn voor uitkeringen
in geval van ziekte en moederschap;
gemeentelijke centra voor sociaal beleid, die gezinstoelagen uitkeren;
lokale en regionale werkgelegenheidsbureaus, die werkloosheidsuitkeringen bieden;
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 5
het staatsfonds voor de revalidatie van gehandicapten (Państwowy Fundusz
Rehabilitacji Osób Niepełnosprawnych, PFRON), dat zich toelegt op de toegang tot
werkgelegenheid en de revalidatie van gehandicapten. Alle revalidatie- en
werkgelegenheidprogramma's, inclusief werk op een sociale werkplaats, worden
gefinancierd uit belastingen die worden afgedragen door werkgevers die niet aan de
gehandicaptenquota voldoen.
In Polen wordt het zorgstelsel in het kader van de ziekteverzekering georganiseerd
door het Nationaal Fonds voor de gezondheid (NFZ) en zijn lokale kantoren. Door
contracten af te sluiten met dienstverleners creëert het NFZ een netwerk van
instellingen die zorgdiensten verrichten. Het financiert de gezondheidszorg en
vergoedt geneesmiddelen uit zijn eigen begroting.
Financiering
De Centrale Instelling voor sociale verzekeringen (Zakład Ubezpieczeń Społecznych -
ZUS) is grotendeels verantwoordelijk voor de inning van de premies voor de sociale
verzekeringen (ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen, ziekteverzekering,
ongevallenverzekering en gezondheidsverzekering) van personen die buiten de
landbouw werken, en voor de betaling van de prestaties.
De premies vormen de belangrijkste bron voor de financiering van de prestaties. Het
te betalen percentage is hetzelfde voor alle verzekerden en als volgt vastgesteld:
19,52 % van de berekeningsgrondslag voor het ouderdomspensioen,
8,00 % van de berekeningsgrondslag voor het invaliditeitspensioen,
2,45 % van de berekeningsgrondslag voor de ziekteverzekering,
0,67-3,33 % van de berekeningsgrondslag voor de ongevallenverzekering,
9,00 % voor ziektekostenverzekering,
2,45 % voor het Arbeidsfonds.
De premies voor het ouderdomspensioen worden gelijk over de verzekerden en de
werkgevers verdeeld, d.w.z. dat elk van deze beide groepen 9,76 % van de
berekeningsgrondslag betaalt, wat neerkomt op een totaal van 19,52 %. Premies voor
invaliditeitspensioenen worden betaald door verzekerden (1,5 % van de
berekeningsgrondslag) en werkgevers (6,5 % van de berekeningsgrondslag). De
premies voor de ziekte- en gezondheidsverzekering komen volledig ten laste van de
verzekerden. De premies voor de ongevallenverzekering en het Arbeidsfonds komen
volledig ten laste van de werkgevers.
Het loon, zoals gedefinieerd door de bepalingen betreffende de inkomstenbelasting,
vormt de grondslag voor de berekening van de werknemerspremies.
Er bestaan open pensioenfondsen, die worden aangeboden door particuliere financiële
instellingen en die functioneren in het kader van het algemene en verplichte stelsel
van ouderdomspensioenen voor werknemers. De ZUS boekt een deel van de premies
voor het ouderdomspensioen over naar het open pensioenfonds dat de verzekerde
heeft gekozen. Het gaat daarbij om een derde van de premie, namelijk 2,3 % in 2012,
dat wordt verhoogd naar 2,8 % in 2013, naar 3,1 % in 2014, naar 3,3 % in 2015, en
naar 3,8 % in 2017. Voor verzekerden die geen premie voor een open pensioenfonds
betalen, wordt het totale bedrag van de premie voor het ouderdomspensioen
overgeboekt naar de ZUS, die het ouderdomspensioen, het invaliditeitspensioen en de
prestaties bij ziekte en ongevallen financiert.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 6
Hoofdstuk II: Gezondheidszorg
Wie komt in aanmerking voor gezondheidszorg?
De volgende personen hebben recht op gratis gezondheidszorg op het grondgebied
van Polen:
personen die onder een algemene gezondheidsverzekering vallen (verplicht of
vrijwillig);
andere dan verzekerde personen, die voldoen aan het inkomenscriterium dat bij de
wet op de sociale bijstand is vastgesteld, mits zij Pools staatsburger zijn.
Toegang tot medische zorg bij tijdelijk verblijf in Polen
Rechthebbenden die tijdelijk in Polen verblijven, kunnen dezelfde zorg krijgen als
Poolse burgers. Iedere rechthebbende die tijdelijk in Polen verblijft, heeft recht op
medische zorg op de volgende gebieden:
medische basiszorg,
externe consulten bij specialisten,
ziekenhuisopname,
tandheelkundige zorg,
ziekenvervoer en reddingsacties.
Wat wordt er gedekt?
Het recht op gratis gezondheidszorg geldt wanneer een beroep wordt gedaan op
dienstverleners die een contract met het NFZ hebben afgesloten en daarom verplicht
zijn zulke diensten te verrichten.
Het gaat vooral om artsen die in het kader van de gezondheidsverzekering hun beroep
uitoefenen (artsen, tandartsen), zorginstellingen (ziekenhuizen, eerstehulpdiensten,
poliklinieken, externe consulten, enz.) en particuliere dokterspraktijken (individuele,
gespecialiseerde of groepspraktijken).
Medische basiszorg
Basisgezondheidszorg omvat de onderzoeken en adviezen van een eerstelijnsarts. Om
de oorspronkelijke diagnose te bevestigen, kan de arts de patiënt voor diagnostisch
onderzoek naar een specialist of ziekenhuis doorverwijzen.
Tandheelkundige zorg
Het grootste deel van de kosten van de tandheelkundige zorg van tandartsen die een
contract met het NFZ hebben gesloten, komt ten laste van de begunstigde.
In het kader van het algemene stelsel van de gezondheidsverzekering is gratis
tandheelkundige zorg aan allerlei beperkende voorwaarden gebonden, zoals vermeld
in de beschikking van de minister van Gezondheid. Alle verstrekkingen en middelen
die daarbuiten vallen, komen ten laste van de patiënt.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 7
Intramurale zorg
Tijdens de ziekenhuisopname zijn de procedures, onderzoeken en geneesmiddelen
gratis.
Geneesmiddelen en medische apparatuur
Een begunstigde of rechthebbende heeft het recht geneesmiddelen of medische
apparatuur te ontvangen op grond van een recept dat is voorgeschreven door een arts
die zijn beroep in het kader van de gezondheidsverzekering uitoefent of door een arts
die zijn beroep niet in dat kader uitoefent maar die met het NFZ een contract heeft
gesloten op grond waarvan hij recepten mag voorschrijven.
Op de officiële lijst van geneesmiddelen worden drie categorieën farmaceutische
producten onderscheiden:
basisgeneesmiddelen, waarvoor patiënten een vast bedrag (PLN 3,25 (0,77 EUR) of
PLN 5,00 (1,18 EUR)) betalen. Dit bedrag wordt vastgesteld door de minister van
Volksgezondheid (Minister Zdrowia) en mag niet meer zijn dan 0,5 % van het
minimuminkomen;
speciale aanvullende geneesmiddelen, waarvoor verzekerden 30-50 % van de
kosten betalen;
overige geneesmiddelen, die volledig door de verzekerde wordt betaald.
In ziekenhuizen worden geneesmiddelen gratis verstrekt.
Wat moet u doen om gezondheidszorg te verkrijgen?
Patiënten kunnen zich aanmelden bij een huisarts naar keuze.
Poliklinieken zijn geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur. Na 18.00
uur op werkdagen, en zaterdagen en zon- en feestdagen wordt 24 uur zorg verleend
door instellingen die daartoe een contract hebben gesloten. Deze zorg omvat externe
consulten en ambulante hulp, ofwel visites aan huis voor patiënten die zich niet
kunnen verplaatsen. Het adres en telefoonnummer van deze instellingen zijn op te
vragen bij de basiszorgklinieken.
Patiënten die een specialist bezoeken, dienen een verwijskaart te hebben van een arts
die zijn beroep binnen het stelsel van de gezondheidsverzekering uitoefent (huisarts).
Geen enkele verwijzing is nodig voor de volgende specialisten: gynaecologen en
verloskundigen, tandartsen, dermatologen, venerologen, oncologen, oogartsen en
psychiaters, en voor de volgende patiënten: Een verwijzing is evenmin vereist voor
personen die lijden aan tuberculose of hiv, oorlogsinvaliden en slachtoffers van
onderdrukking, verslaafden aan alcohol, drugs en psychoactieve stoffen die een
ontwenningskuur volgen. Bij ongevallen, verwondingen, vergiftiging of
levensbedreigende situaties ontvangt een rechthebbende eveneens de nodige
medische zorg zonder verwijzing.
Patiënten die in een ziekenhuis moeten worden behandeld, dienen een verwijskaart
van een arts te hebben.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 8
Hoofdstuk III: Uitkeringen bij ziekte
Wie komt in aanmerking voor een ziekte-uitkering?
De ziekteverzekering biedt een uitkering bij ziekte van een verzekerde of een gezinslid
of bij moederschap.
De volgende prestaties worden betaald door de ziekteverzekering: ziekengeld,
uitkering bij revalidatie, compensatie-uitkering, moederschapsuitkering en
kinderverzorgingstoelagen.
Ziekengeld (Zasiłek chorobowy)
Het ziekengeld is een basisuitkering die door de ziekteverzekering wordt betaald.
Iedere verzekerde die gedurende de looptijd van de ziekteverzekering ziek wordt,
komt vanaf de 34e ziektedag in aanmerking voor deze uitkering (of vanaf de 15e dag
als de werknemer ouder dan 50 is). Verzekerden komen na een aaneengesloten
verzekerde periode van 30 dagen in aanmerking voor het ziekengeld als zij verplicht
zijn verzekerd, of na een aaneengesloten verzekerde periode van 90 dagen als zij
vrijwillig zijn verzekerd.
De volgende personen hebben vanaf de eerste verzekeringsdag recht op ziekengeld:
jonge gediplomeerden van het middelbaar of hoger onderwijs die tegen ziektekosten
zijn verzekerd of binnen 90 dagen na de beëindiging van hun studie of het behalen
van hun diploma een ziekteverzekering hebben afgesloten;
personen die arbeidsongeschikt zijn geworden door een ongeval in het woon-
werkverkeer;
verzekerden die ten minste 10 jaar verplicht tegen ziektekosten zijn verzekerd;
leden van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat die binnen 90 dagen na het
neerleggen van hun functie een ziekteverzekering hebben afgesloten.
Het ziekengeld wordt toegekend op basis van een doktersverklaring die de tijdelijke
arbeidsongeschiktheid bevestigt en die afgegeven wordt via het ZLA-formulier van de
ZUS.
Kinderverzorgingstoelage (Zasiłek opiekuńczy)
De kinderverzorgingstoelage wordt betaald aan alle verzekerden die van de
verplichting tot werken zijn vrijgesteld omdat zij moeten zorgen voor een gezond kind
onder de 8 jaar of een ziek kind onder de 14 jaar, of een ander ziek gezinslid. Als
kinderen worden beschouwd: eigen kinderen van een werknemer of zijn/haar
echtgeno(o)t(e); zijn/haar/hun geadopteerde kinderen; en andere kinderen die
worden grootgebracht en onderhouden door de werknemer of zijn/haar
echtgeno(o)t(e). Met “gezinsleden” wordt verstaan: echtgeno(o)t(e), ouders,
schoonouders, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen, en kinderen van meer
dan 14 jaar oud, als zij in de zorgperiode deel uitmaken van het huishouden van de
verzekerde.
De moeder en de vader van het kind hebben beide evenveel recht op de toelage, maar
deze wordt slechts aan een van de ouders betaald, en wel aan degene die het verzoek
tot betaling van de toelage voor een bepaalde periode indient. De toelage wordt alleen
uitgekeerd indien er in het gezamenlijke huishouden geen andere personen zijn die
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 9
voor het kind of het zieke gezinslid kunnen zorgen. De volgende personen vallen
onder meer niet onder deze andere personen in het gezamenlijke huishouden:
personen die niet in staat zijn arbeid te verrichten, zieken, verstandelijk of lichamelijk
gehandicapten vanwege hun leeftijd, personen die een boerderij beheren of een
economische activiteit buiten de landbouw verrichten, die hun werkuren niet vrij
kunnen inrichten.
Revalidatietoelage (Zasiłek rehabilitacyjny)
De uitkering bij revalidatie wordt toegekend aan verzekerden die geen recht meer
hebben op ziekengeld maar nog steeds arbeidsongeschikt zijn. Zij kan worden
toegekend tijdens de periode die nodig is om opnieuw arbeidsgeschikt te worden, een
periode die evenwel ten hoogste 12 maanden mag duren. Het besluit om deze
uitkering toe te kennen, wordt genomen door de bevoegde sector van de ZUS op
grond van de beoordeling van de door de ZUS erkende arts.
Compensatietoelage (Zasiłek wyrównawczy)
De compensatie-uitkering wordt uitsluitend aan verzekerden in loondienst betaald. Zij
wordt toegekend aan personen van wie het maandloon is verlaagd omdat zij bezig zijn
met beroepsrevalidatie. De noodzaak van deze revalidatie wordt beoordeeld door het
Arbeidsgeneeskundig Centrum van de betreffende regio (woiwodschap) of een door de
ZUS erkende arts.
Wat wordt er gedekt?
Ziekengeld
Tijdens de eerste 33 dagen krijgt de werknemer het salaris van zijn werkgever
doorbetaald. De uitkering is verschuldigd voor elke dag dat de arbeidsongeschiktheid
voortduurt, met inbegrip van feestdagen. Zij is gelijk aan een dertigste deel van het
salaris dat haar berekeningsgrondslag vormt. De uitkering wordt tijdens de periode
van arbeidsongeschiktheid betaald tot een maximum van 182 dagen, of tot 270
dagen, indien de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan tuberculose of zich voordeed
tijdens zwangerschap.
Het ziekengeld kan ten hoogste 80 % van de berekeningsgrondslag en 70 % van de
berekeningsgrondslag voor de periode van ziekenhuisopname bedragen. Indien de
arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een arbeidsongeval of beroepsziekte, indien
zij ontstaat tijdens de zwangerschap of wordt veroorzaakt door de medische
onderzoeken die personen die cellen, weefsels of organen willen doneren, moeten
ondergaan, of door het daadwerkelijk afnemen van cellen, weefsels of organen, is
ziekengeld verschuldigd ter hoogte van 100 % van de berekeningsgrondslag
(eveneens voor de periode van ziekenhuisopname).
Kinderverzorgingstoelage
De kinderverzorgingstoelage wordt uitgekeerd gedurende het verlof dat de betrokkene
heeft opgenomen omdat hij voor het kind moet zorgen. De uitkering is echter ten
hoogste 60 dagen per kalenderjaar verschuldigd indien de zorg wordt verleend aan
een kind onder de 8 jaar of een ziek kind onder de 14 jaar en maximaal 14 dagen per
kalenderjaar in geval van een kind boven de 14 jaar of een ander ziek gezinslid. De
kinderverzorgingstoelage voor de zorg die om diverse redenen wordt verleend aan
kinderen of andere gezinsleden, kan ten hoogste 60 dagen (of 14 dagen) per
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 10
kalenderjaar worden uitbetaald, ongeacht het aantal gezinsleden dat zorg nodig heeft.
De toelage bedraagt 80 % van de berekeningsgrondslag. Voor werknemers komt dit
overeen met het gemiddelde maandloon dat zij in de 12 maanden vóór het ontstaan
van de arbeidsongeschiktheid hebben ontvangen.
Revalidatietoelage
De revalidatietoelage bedraagt de eerste 90 dagen maximaal 90 % van de
berekeningsgrondslag, en gedurende de resterende periode 75 % van de
berekeningsgrondslag. Indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een
arbeidsongeval of beroepsziekte of indien zij ontstaat tijdens de zwangerschap,
bedraagt deze uitkering 100 % van de berekeningsgrondslag van het ziekengeld.
Compensatietoelage
De compensatie-uitkering is verschuldigd tijdens de periode van beroepsrevalidatie,
die evenwel maximaal 24 maanden mag duren. De uitkering is gelijk aan het verschil
tussen het gemiddelde maandloon in de 12 maanden voorafgaand aan de revalidatie
en het verlaagde maandloon.
Wat moet u doen om een ziekte-uitkering te krijgen?
Een bij het ziekenfonds aangesloten arts bevestigt de arbeidsongeschiktheid vanaf de
eerste ziektedag. Het is mogelijk dat de patiënt opnieuw moet worden onderzocht
door een erkende arts van de socialezekerheidsinstantie.
De verzekerde is wettelijk verplicht een medisch attest aan te vragen en dit binnen
zeven dagen na ontvangst te overleggen aan de premiebetaler. Als niet aan deze
verplichting wordt voldaan, worden het ziekengeld en de zorgtoeslag op de achtste
dag na de ontvangst van het certificaat met 25 % verlaagd.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 11
Hoofdstuk IV: Moeder- en vaderschapsuitkeringen
Wie komt in aanmerking voor een moeder- of vaderschapsuitkering?
De moederschapsuitkering (zasiłek macierzyński) wordt betaald aan alle verzekerden
die gedurende de looptijd van de ziekteverzekering of het zwangerschapsverlof:
het leven schenken aan een kind, of
een kind van minder dan zeven jaar in huis nemen om het op te voeden en een
verzoek tot adoptie van dit kind bij de voogdijrechter indienen, of
een kind van minder dan zeven jaar in huis nemen om het op te voeden in een
pleeggezin.
De vader van het kind kan eveneens aanspraak maken op de moederschapsuitkering,
indien hij is verzekerd en de moeder van het kind ten minste 14 weken
zwangerschapsverlof heeft opgenomen. In dat geval kan de moeder het restant van
haar verlof overdragen aan de vader van het kind die recht heeft op het
zwangerschapsverlof of die een winstgevende activiteit heeft onderbroken om zelf
voor het kind te zorgen. Indien de vader het restant van het zwangerschapsverlof niet
wenst te gebruiken, kan de moeder haar verlof niet inkorten en dient zij deze volledig
te gebruiken.
Indien zij verzekerd zijn, kunnen de vader van het kind of een ander gezinslid
eveneens aanspraak maken op de moederschapsuitkering wanneer:
de moeder van het kind is overleden of het kind heeft verlaten, en/of
deze personen hun werk of andere winstgevende activiteit opgeven om voor het
kind te zorgen.
Wat wordt er gedekt?
De zwangerschapsuitkering wordt betaald gedurende het zwangerschapsverlof. De
periode waarin het geld wordt uitgekeerd, hangt af van het aantal kinderen dat in het
gezin is geboren, en is
20 weken als er één kind is geboren,
31 weken als er twee kinderen in één gezin zijn geboren,
33 weken als er drie kinderen in één gezin zijn geboren,
35 weken als er vier kinderen in één gezin zijn geboren,
37 weken als er meer kinderen in één gezin zijn geboren.
Sinds 1 januari 2010 heeft een verzekerde vrouw die is bevallen van een kind,
gedurende de periode die in het Arbeidswetboek is vastgelegd als periode van
aanvullend zwangerschaps- en bevallingsverlof ook recht op de
zwangerschapsuitkering, en wel gedurende:
niet langer dan twee weken als er één kind is geboren, en
niet langer dan drie weken als er meerdere kinderen zijn geboren.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 12
De uitkering bedraagt 100 % van haar berekeningsgrondslag. Voor werkneemsters
komt dit overeen met het gemiddelde maandloon dat zij in de 12 kalendermaanden
vóór het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid hebben ontvangen.
Wat moet u doen om een moeder- of vaderschapsuitkering te krijgen?
De moederschapsuitkering wordt door ZUS of door de werkgever betaald en door het
socialezekerheidsfonds gefinancierd.
De moederschapsuitkering wordt verleend op basis van een certificaat waarin de
verwachte geboortedatum wordt vermeld voor de periode voorafgaand aan de
bevalling, en op basis van de geboorteakte voor de periode na de bevalling. Als deze
door ZUS wordt betaald, moet het formulier Z-3 worden ingevuld.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 13
Hoofdstuk V: Uitkeringen bij invaliditeit
Wie komt in aanmerking voor een invaliditeitspensioen?
Het invaliditeitspensioen (renta) biedt een uitkering in geval van inkomstenderving
door invaliditeit (arbeidsongeschiktheid). In dat geval ontvangen de personen die voor
deze verzekering premie betalen, een invaliditeitspensioen ter compensatie van het
loon of de gederfde inkomsten.
De volgende prestaties worden betaald uit het invaliditeitspensioen:
invaliditeitspensioen bij arbeidsongeschiktheid (renta z tytułu niezdolności do
pracy),
toelage voor opleiding (renta szkoleniowa),
nabestaandenpensioen (renta rodzinna).
Het invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid wordt toegekend aan
personen die vanwege hun gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk ongeschikt zijn
verklaard voor het verrichten van enige winstgevende activiteit. Een persoon wordt
volledig arbeidsongeschikt verklaard indien hij geen enkel soort werk meer kan
verrichten. Hij wordt gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard, indien hij in aanzienlijke
mate niet langer het werk kan verrichten dat overeenkomt met zijn
beroepskwalificaties.
Het invaliditeitspensioen kan uitsluitend worden toegekend indien er sprake is van
volledige of gedeeltelijke ongeschiktheid voor het verrichten van een winstgevende
activiteit als gevolg van de achteruitgang van lichamelijke of geestelijke vermogens,
en indien de betrokkene na re-integratie zijn arbeidsvermogen niet terugkrijgt. De
arbeidsongeschiktheid wordt voor een periode van ten hoogste 5 jaar beoordeeld,
behalve indien het op grond van de stand van de medische kennis niet te verwachten
is dat deze ongeschiktheid voor het aflopen van deze periode verdwijnt. In dat geval
wordt zij voor een langere periode beoordeeld.
Het invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid wordt uitgekeerd aan
personen die:
arbeidsongeschikt zijn, en
kunnen aantonen dat zij gedurende het vereiste tijdvak, al dan niet premievrij,
verzekerd zijn geweest, en als
de arbeidsongeschiktheid is ontstaan gedurende perioden die uitdrukkelijk in de wet
zijn vermeld, bijv. gedurende een periode van verzekering, van werk in loondienst,
van werkloosheidsuitkeringen en van socialeverzekeringsuitkeringen (wegens ziekte
of verzorging), of uiterlijk 18 maanden na afloop van deze perioden.
De vereiste premie- en premievrije tijdvakken hangen af van de leeftijd waarop de
verzekerde arbeidsongeschikt is geraakt, en bedragen
1 jaar indien de arbeidsongeschiktheid is ontstaan voordat de verzekerde de leeftijd
van 20 jaar heeft bereikt;
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 14
2 jaar indien de arbeidsongeschiktheid tussen het 20e en 22e levensjaar is
ontstaan;
3 jaar indien de arbeidsongeschiktheid tussen het 22e en 25e levensjaar is
ontstaan;
4 jaar indien de arbeidsongeschiktheid tussen het 25e en 30e levensjaar is
ontstaan;
5 jaar indien de arbeidsongeschiktheid na het 30e levensjaar is ontstaan.
Voor personen die na hun 30e levensjaar arbeidsongeschikt zijn geraakt, moet het
vereiste tijdvak van 5 jaar liggen in de periode van 10 jaar voordat een
invaliditeitspensioen is aangevraagd, of verstreken zijn voor de dag dat de
arbeidsongeschiktheid is ontstaan.
Toelage voor opleiding (renta szkoleniowa)
Het recht op een toelage voor opleiding wordt verleend aan iedere persoon die voldoet
aan de voorwaarden voor het ontvangen van een invaliditeitspensioen en die een
beoordelingscertificaat heeft ontvangen waaruit blijkt dat het voor hem nuttig is zich
te laten omscholen omdat hij zijn huidige werk niet kan verrichten. Wanneer de
toelage voor opleiding is toegekend, beveelt het pensioenorgaan de betrokkene aan
bij het Arbeidsbureau van de powiat, zodat hij een opleiding kan volgen die hem
voorbereidt op de uitoefening van een nieuwe activiteit. De toelage voor opleiding
wordt gedurende 6 maanden toegekend. Deze periode kan worden verkort of
verlengd.
De periode wordt verkort als de starost (de functionaris die verantwoordelijk is voor
de poviat) de pensioeninstantie op de hoogte stelt van het ontbreken van de
mogelijkheid van omscholing,
wil van omscholing.
De opgegeven periode kan zo lang worden verlengd als nodig is voor omscholing. De
maximale verlenging is niet langer dan 30 maanden. Dit houdt in dat er maximaal 36
maanden een opleiding kan worden gevolgd.
Wat wordt er gedekt?
Het invaliditeitspensioen wordt als volgt berekend:
invaliditeitspensioen als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid:
i. 24 % van het basisbedrag;
ii. 1,3 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premietijdvakken;
iii. 0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premievrije
tijdvakken;
iv. 0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van de resterende periode
ter aanvulling van de 25 dienstjaren, vanaf de dag dat een
invaliditeitspensioen is aangevraagd tot de dag waarop de begunstigde van
het invaliditeitspensioen de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt;
invaliditeitspensioen als gevolg van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: 75 % van
het invaliditeitspensioen als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid;
invaliditeitspensioen als gevolg van volledige arbeidsongeschiktheid en onvermogen
om een zelfstandig bestaan te leiden, plus een aanvullende zorgtoelage;
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 15
toelage voor opleiding: 75 % van de berekeningsgrondslag van het
invaliditeitspensioen, maar de toelage kan niet lager zijn dan het kleinste
invaliditeitspensioen als gevolg van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Wat moet u doen om een invaliditeitspensioen te krijgen?
De arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld door een arts die is erkend door de
Socialeverzekeringsinstelling (ZUS), en zijn bevindingen worden genoteerd op een
beoordelingscertificaat. Met behulp van dit certificaat kan het bevoegde
pensioenorgaan een beslissing nemen over de prestaties die afhankelijk zijn van de
beoordeelde arbeidsongeschiktheid.
De betrokkene heeft het recht binnen 14 dagen na de eerste beoordeling bij het
beoordelingsteam van de ZUS beroep aan te tekenen tegen de beoordeling van de
door de ZUS erkende arts. Dit beroep kan worden ingesteld via de bevoegde
organisatie-eenheid van de ZUS naargelang de woonplaats van de betrokkene.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 16
Hoofdstuk VI: Ouderdomspensioenen en -uitkeringen
Wie komt in aanmerking voor een ouderdomspensioen?
De hervorming van het socialeverzekeringsstelsel in Polen in 1999 heeft geleid tot een
differentiëring van de criteria voor het ontvangen van ouderdomspensioen
(emerytura) naargelang de leeftijd van de verzekerden. Er gelden verschillende
bepalingen voor personen die zijn geboren:
vóór 1 januari 1949,
tussen 1 januari 1949 en 31 december 1968,
na 31 december 1968.
Personen geboren vóór 1 januari 1949 hebben recht op ouderdomspensioen vanaf het
moment dat de persoon in kwestie:
de pensioenleeftijd heeft bereikt, 60 jaar voor een vrouw en 65 jaar voor een man;
kan aantonen dat hij/zij gedurende het vereiste tijdvak verzekerd is geweest, 20
jaar voor een vrouw en 25 jaar voor een man.
Met ingang van 1 januari 2013 zal de pensioenleeftijd per leeftijdsgroep geleidelijk om
de drie maanden met één maand worden verhoogd, tot aan de leeftijd van 67 voor
zowel mannen als vrouwen. De eersten die met deze verhoging te maken krijgen, zijn
vrouwen die in 1953 geboren zijn en mannen die in 1949 geboren zijn.
Het recht op ouderdomspensioen kan eveneens worden verkregen na een
verzekeringstijdvak van 15 jaar voor een vrouw en 20 jaar voor een man. Indien het
ouderdomspensioen van deze personen echter lager uitvalt dan het minimumpensioen
dat door de verzekering wordt gegarandeerd, wordt het niet verhoogd tot het niveau
van het minimumpensioen.
Personen geboren vóór 1 januari 1949 hebben recht op vervroegd pensioen krijgen,
indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen.
vrouwen moeten de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en kunnen aantonen dat zij
ten minste 30 jaar, al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest, of 20 jaar, al dan
niet premievrij, indien zij volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard;
mannen moeten de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt en kunnen aantonen dat zij
ten minste 35 jaar, al dan niet premievrij, verzekerd zijn geweest, of als zij volledig
arbeidsongeschikt zijn verklaard, ten minste 25 jaar, al dan niet premievrij,
verzekerd zijn geweest.
Vervroegd pensioen kan eveneens worden toegekend aan vrouwen en mannen die
kunnen aantonen dat zij respectievelijk 20 jaar en 25 jaar verzekerd zijn geweest en
die ten minste 15 jaar (in bepaalde gevallen 10 jaar) onder bijzondere
omstandigheden of in een betrekking van specifieke aard hebben gewerkt. Personen
die aan bovengenoemde voorwaarden voldoen, kunnen met pensioen gaan op de
leeftijd die voor bijzondere beroepscategorieën is vastgesteld in de verordening
betreffende de pensioenleeftijd van werknemers die onder bijzondere omstandigheden
werken of taken van specifieke aard verrichten.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 17
Bepaalde bijzondere categorieën verzekerden, zoals oorlogsinvaliden of militairen,
ambtenaren, docenten, mijnwerkers en spoorwegpersoneel profiteren ook van
gunstiger voorwaarden voor het ontvangen van ouderdomspensioen.
Personen die geboren zijn tussen 1 januari 1949 en 31 december 1968 kunnen onder
dezelfde voorwaarden met vervroegd pensioen gaan als hierboven beschreven, mits
zij:
niet ingeschreven staan bij een open pensioenfonds;
voldoen aan de voorwaarden voor het ontvangen van het ouderdomspensioen, die
golden op 31 december 2008.
Verzekerden geboren na 31 december 1948 die niet vóór 31 december 2008 de
pensioenleeftijd hadden bereikt die nodig is voor het ontvangen van
ouderdomspensioen (wegens werkzaamheden die onder bijzondere omstandigheden
zijn verricht of in een betrekking van specifieke aard, wegens creatieve of artistieke
werkzaamheden), ouderdomspensioen van mijnwerkers, ouderdomspensioen wegens
het verrichten van mijnbouwwerkzaamheden gedurende bepaalde perioden of
ouderdomspensioen van spoorwegpersoneel, kunnen vóór hun 60e levensjaar met
pensioen gaan, als zij vrouw zijn, of vóór hun 65e levensjaar, als zij man zijn, indien
zij op 1 januari 1999 kunnen aantonen dat zij:
enige tijd onder bijzondere omstandigheden hebben gewerkt of werkzaamheden van
specifieke aard hebben verricht waardoor zij vóór hun 60e levensjaar (vrouwen) of
65e levensjaar (mannen) recht hebben op ouderdomspensioen;
ten minste 20 jaar (vrouwen) of 25 jaar (mannen), al dan niet premievrij, verzekerd
zijn geweest.
Sinds 2009 hebben sommige werknemers die vóór 1 januari 1999 en/of na
31 december 2008 onder bijzondere omstandigheden of in een betrekking van
specifieke aard hebben gewerkt, ook recht op het brugpensioen (emerytura
pomostowa). Het brugpensioen kan worden aangevraagd door vrouwen en mannen
die respectievelijk de leeftijd van 55 jaar en 60 jaar hebben bereikt, respectievelijk
minimaal 20 jaar en 25 jaar verzekerd zijn geweest en ten minste 15 jaar onder
bijzondere omstandigheden of in een betrekking van specifieke aard hebben gewerkt.
Het pensioen kan voorts alleen worden toegekend als de arbeidsrelatie is beëindigd.
Het pensioenbedrag wordt op dezelfde wijze berekend als het bedrag van het "nieuwe"
ouderdomspensioen. Ongeacht de feitelijke leeftijd waarop iemand met pensioen gaat,
wordt de gemiddelde levensverwachting voor personen van 60 jaar echter altijd
meegewogen. Het recht op het brugpensioen vervalt op de dag voorafgaand aan de
dag waarop het recht op het ouderdomspensioen is verworven, of de dag voorafgaand
aan de wettelijk vastgestelde leeftijd voor het verplichte pensioen als de persoon in
kwestie geen recht heeft op ouderdomspensioen.
Personen geboren na 31 december 1968 krijgen recht op ouderdomspensioen zodra zij
de leeftijd van 60 jaar, voor vrouwen, of 65 jaar, voor mannen, bereiken. In dat geval
hoeven zij niet kunnen aantonen dat zij gedurende een minimumtijdvak verzekerd zijn
om het recht op pensioen te verkrijgen. Voor deze categorie verzekerden wordt het
ouderdomspensioen vastgesteld door de berekeningsgrondslag te delen door de
gemiddelde levensverwachting voor personen die de leeftijd hebben waarop de
verzekerde besluit met pensioen te gaan.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 18
Wat wordt er gedekt?
De hoogte van bovengenoemde ouderdomspensioenen is afhankelijk van:
het bedrag van de berekeningsgrondslag,
het aantal premie- en premievrije tijdvakken die de verzekerde kan aantonen,
het basisbedrag dat van kracht is op de datum dat het recht op pensioen ingaat.
Als berekeningsgrondslag van het ouderdomspensioen wordt de grondslag gebruikt die
krachtens de bepalingen van de Poolse wetgeving van toepassing is op de premies
voor de sociale zekerheid of de ouderdomsverzekering, die zijn betaald gedurende tien
opeenvolgende kalenderjaren in de laatste 20 jaar vóór het jaar waarin toegang tot
het pensioen werd aangevraagd.
De verzekerde kan eveneens de gemiddelde berekeningsgrondslag aangeven voor de
sociale premies die zijn betaald gedurende 20 kalenderjaren die vrij zijn gekozen uit
het gehele tijdvak van verzekering, om zo de berekeningsgrondslag van het
ouderdomspensioen vast te stellen.
Deze berekeningsgrondslag wordt vastgesteld door het afzonderlijke percentage van
de berekeningsgrondslag te vermenigvuldigen met het basisbedrag.
Het basisbedrag is gelijk aan het gemiddelde loon minus de
socialeverzekeringspremies die in het voorafgaande kalenderjaar zijn betaald. Het
basisbedrag wordt op jaarbasis vastgesteld en is geldig vanaf 1 maart van ieder
kalenderjaar t/m de laatste dag van de maand februari van het daaropvolgende
kalenderjaar.
Het ouderdomspensioen bedraagt:
24 % van het basisbedrag dat is vastgesteld zoals hierboven uitgelegd,
1,3 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premietijdvakken,
0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premievrije tijdvakken, met
inachtneming van specifieke regelgeving.
Het wettelijke minimumpensioen bedraagt PLN 799,18 (189 EUR) en het
maximumbedrag is 100 % van het referentie-inkomen.
Het aantal premievrije tijdvakken dat wordt meegerekend, blijft beperkt tot een derde
van het aantal premietijdvakken.
Voor mensen geboren na 31 december 1968 komt de berekeningsgrondslag van het
pensioen overeen met het bedrag van de premies die de verzekerde heeft betaald tot
het eind van de maand die voorafgaat aan de maand waarin hij voor het eerst recht
heeft op ouderdomspensioen. Dit bedrag omvat de premies voor het
ouderdomspensioen, de jaarlijkse aanpassing en het naar behoren aangepaste
aanvangskapitaal (indien de verzekerde vóór 1 januari 1999 verzekerd was).
De leeftijd van de verzekerde op de dag van zijn pensionering wordt vermeld in jaren
en maanden. De gemiddelde levensverwachting is een statistisch cijfer dat wordt
gebruikt om te bepalen hoeveel maanden een nieuw ouderdomspensioen gemiddeld
zal worden uitgekeerd. Wanneer dit aantal maanden wordt overschreden, heeft dat
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 19
geen enkele invloed op het bedrag of het beginsel van de aanpassing van het pensioen
dat in de toekomst wordt uitgekeerd.
Wat moet u doen om een ouderdomsuitkering te krijgen?
Iedere premiebetaler moet binnen zeven dagen na het ontstaan van de
verzekeringsverplichting een verzoek om toelating tot de sociale verzekeringen
indienen (de ondertekening van een arbeidscontract, als hij werknemer is, of het
starten van zijn eigen bedrijf, als hij zelfstandige is). Iedere persoon die verplicht
verzekerd is voor het ouderdoms- en invaliditeitspensioen, moet dit verzoek indienen.
Vrijwillig verzekerde personen kunnen hun verzoek indienen op een tijdstip dat hen
past. De verzoeken om toelating tot de sociale verzekeringen moeten bij de ZUS
worden ingediend via een speciaal formulier, een elektronisch document dat door de
ZUS is aangemaakt en aan de premiebetalers ter beschikking is gesteld, of een
gedrukte versie van goede kwaliteit van dit zelfde document.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 20
Hoofdstuk VII: Nabestaandenpensioenen
Wie komt in aanmerking voor een nabestaandenpensioen?
Het nabestaandenpensioen (renta rodzinna)wordt uitgekeerd aan de gezinsleden van
een overledene die op het moment van overlijden een ouderdoms- of
invaliditeitspensioen wegens arbeidsongeschiktheid genoot, of van een overledene die
aan de voorwaarden voldeed om aanspraak te kunnen maken op een ouderdoms- of
invaliditeitspensioen. Bij de beoordeling van het recht op nabestaandenpensioen wordt
verondersteld dat de overledene volledig arbeidsongeschikt was.
De volgende personen kunnen aanspraak maken op het nabestaandenpensioen:
kinderen, onder wie die van de verzekerde, die van zijn of haar echtgeno(o)t(e) en
adoptiekinderen, die nog geen 16 jaar of, indien zij studeren, nog geen 25 jaar zijn.
Het pensioen wordt ongeacht de leeftijd uitgekeerd aan kinderen die volledig
arbeidsongeschikt zijn verklaard voordat zij 16 jaar of, indien zij nog studeren, 25
jaar zijn;
kleinkinderen, broers en zussen en andere kinderen die door de verzekerde worden
opgevoed en onderhouden voordat zij minderjarig zijn, indien zij:
i. op het moment van overlijden van de werknemer of gepensioneerde ten
minste één jaar bij hem in huis woonde, tenzij dit overlijden door een
ongeval is veroorzaakt; en
ii. geen recht hebben op pensioen indien zij hun ouders overleven, indien hun
ouders niet in staat zijn hen te onderhouden of indien de werknemer,
gepensioneerde of zijn of haar echtgeno(o)t(e) de wettelijke voogden zijn
die door de rechtbank zijn aangewezen;
de weduwe/weduwnaar indien zij/hij op het moment van overlijden van haar/zijn
echtgeno(o)t(e) 50 jaar of ouder of arbeidsongeschikt was. Indien zij/hij deze
leeftijd nog niet heeft bereikt, maar wel ten minste een van de kinderen,
kleinkinderen of broers en zussen onder de 16 jaar opvoedt die aanspraak op het
nabestaandenpensioen van de overledene kunnen maken, heeft zij/hij eveneens
recht op dit pensioen. Indien het kind, de kleinzoon/kleindochter of de broer of zus
van de overledene studeert, kan de weduwe/weduwnaar eveneens aanspraak
maken op het nabestaandenpensioen totdat het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Zij/hij kan ook aanspraak maken op dit pensioen indien zij/hij een volledig
arbeidsongeschikt kind verzorgt. De weduwe/weduwnaar die 50 jaar of ouder is of
die arbeidsongeschikt is verklaard binnen 5 jaar na het overlijden van haar/zijn
echtgeno(o)t(e) of nadat zij/hij gestopt is met de verzorging van een kind onder de
16 jaar (18 jaar indien het kind studeert) of een kind dat volledig arbeidsongeschikt
is verklaard, heeft eveneens recht op het nabestaandenpensioen. De gescheiden
persoon of weduwe die op het moment van overlijden van haar echtgenoot niet met
hem in huwelijksgemeenschap leefde, kan op het nabestaandenpensioen aanspraak
maken indien niet alleen wordt voldaan aan de voorwaarden voor de
weduwe/weduwnaar op het moment van overlijden van de echtgeno(o)t(e), maar
de overledene haar ook alimentatie betaalde krachtens een rechterlijke uitspraak of
een schikking die bij een rechtbank is getroffen;
ouders kunnen aanspraak maken op het nabestaandenpensioen indien zij aan
dezelfde voorwaarden voldoen als weduwen/weduwnaars of indien hun overleden
kind in belangrijke mate aan hun onderhoud bijdroeg.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 21
Een weduwe, weduwnaar of kind verliezen het recht op nabestaandenpensioen niet
indien zij (her)trouwen.
Vergoeding voor uitvaartkosten (Zasiłek pogrzebowy)
Een uitkering voor uitvaartkosten wordt toegekend bij overlijden van:
een verzekerde,
een persoon die een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ontvangt,
een persoon die op het tijdstip van overlijden dit pensioen niet ontvangt maar die
daarop gezien de vereiste voorwaarden wel aanspraak kan maken,
een gezinslid van een persoon die in de punten 1) en 2) wordt bedoeld.
Wat wordt er gedekt?
Het nabestaandenpensioen bedraagt:
voor een rechthebbende: 85 % van het pensioen waarop de overledene aanspraak
kon maken;
voor twee rechthebbenden: 90 % van het pensioen waarop de overledene
aanspraak kon maken;
voor drie of meer rechthebbenden: 95 % van het pensioen waarop de overledene
aanspraak kon maken.
Het wettelijke minimumpensioen bedraagt PLN 799,18 (189 EUR). Alle gezinsleden die
aanspraak op het nabestaandenpensioen kunnen maken, ontvangen een
gecombineerd nabestaandenpensioen, dat zo nodig eerlijk tussen de rechthebbenden
wordt verdeeld.
De uitkering voor de uitvaartkosten wordt in één keer betaald. Zij kan worden
toegekend aan de persoon die de uitvaartkosten heeft voldaan of aan de werkgever,
een centrum voor sociale bijstand, een gemeente, een district (poviat) of een
rechtspersoon van de Kerk of met een godsdienstig karakter, mits zij de
uitvaartkosten hebben voldaan. De uitkering is een vast bedrag van PLN 4 000 (948
EUR). Het recht op deze uitkering vervalt indien zij niet binnen 12 maanden na de
datum van overlijden van de persoon voor wie de uitkering kan worden toegekend,
wordt aangevraagd.
Wat moet u doen om een nabestaandenpensioen te krijgen?
De beslissing om het ouderdoms- of nabestaandenpensioen toe te kennen, wordt
genomen door het bevoegde pensioenorgaan naargelang de woonplaats van de
aanvrager. De procedure voor de toekenning van een pensioen begint met de
indiening van een aanvraag door de betrokkene. In alle gevallen neemt het
pensioenorgaan een beslissing binnen 30 dagen nadat aan de laatste voorwaarde voor
toekenning van het recht op pensioen is voldaan.
Een aanvrager heeft het recht beroep aan te tekenen tegen de beslissing van het
pensioenorgaan. Iedere persoon die het niet eens is met de beslissing van het orgaan,
kan in beroep gaan bij de Arbeids- en Verzekeringsrechtbank van het district in de
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 22
maand volgend op de kennisgeving van de beslissing. Dit beroep moet worden
ingesteld via het pensioenorgaan dat de beslissing heeft genomen.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 23
Hoofdstuk VIII: Uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten
Wie komt in aanmerking voor uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten?
De meeste personen die een beroepsactiviteit uitoefenen, moeten een verplichte
verzekering sluiten tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Zij kunnen zich niet
vrijwillig daartegen verzekeren.
Ziekte-uitkeringen, het invaliditeitspensioen en de vergoedingen bij een
arbeidsongeval of beroepsziekte worden door de ongevallenverzekering betaald.
Uitkeringen bij ziekte
ziekengeld (zasiłek chorobowy) voor een verzekerde die arbeidsongeschikt is
geraakt door een arbeidsongeval of beroepsziekte. Dit geld wordt toegekend
ongeacht het tijdvak van de verzekering tegen arbeidsongevallen, vanaf de eerste
dag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is wegens een arbeidsongeval of
beroepsziekte;
uitkering bij revalidatie (świadczenie rehabilitacyjne) voor een verzekerde die,
hoewel hij geen recht meer heeft op ziekengeld, nog steeds arbeidsongeschikt is,
maar van wie de voortgezette behandeling of therapeutische revalidatie doet
vermoeden dat hij weer arbeidsgeschikt zal worden. De verzekerde kan deze
uitkering ten hoogste 12 maanden ontvangen;
compensatie-uitkering (zasiłek wyrównawczy)voor een verzekerde in loondienst van
wie het loon is verlaagd vanwege blijvende of langdurige invaliditeit.
Voor meer informatie over deze uitkeringen, zie het gedeelte over ziekte-uitkeringen.
Invaliditeitspensioen (Renta)
Toelage voor opleiding (renta szkoleniowa)voor een verzekerde die niet langer in
staat is zijn vroegere beroep uit te oefenen als gevolg van een arbeidsongeval of
beroepsziekte en voor wie omscholing nuttig wordt geacht: zie het gedeelte over
nabestaandenpensioenen
Nabestaandenpensioen (renta rodzinna) voor de gezinsleden van een verzekerde of
een persoon die invaliditeitspensioen ontvangt als gevolg van een arbeidsongeval of
beroepsziekte. Meer informatie vindt u in hoofdstuk VII);
Invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid (renta ztytułu
niezdolnosci do pracy) wordt uitgekeerd aan een verzekerde die arbeidsongeschikt
is geraakt door een arbeidsongeval of beroepsziekte.
Toelagen (Zasiłki)
Vaste vergoeding (jednorazowe odszkodowanie) voor een verzekerde die blijvend of
langdurig invalide is als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte;
Vaste vergoeding (jednorazowe odszkodowanie) voor de gezinsleden van een
verzekerde die overleden is als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte, of
van een persoon die een invaliditeitspensioen ontvangt als gevolg van een
arbeidsongeval of beroepsziekte;
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 24
Dekking van alle kosten van tandheelkundige behandelingen en preventieve
inentingen, naast de verstrekking van orthopedische hulpmiddelen binnen de
grenzen van de wet.
Wat wordt er gedekt?
Het invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid bedraagt:
24 % van het basisbedrag;
1,3 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premietijdvakken;
0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk jaar van premietijdvakken;
0,7 % van de berekeningsgrondslag voor elk hypothetisch jaar, d.w.z. de jaren van
de resterende periode ter aanvulling van de 25 jaren van premie- en premievrije
tijdvakken, vanaf de dag dat een invaliditeitspensioen is aangevraagd tot de dag
waarop de begunstigde de leeftijd van 60 jaar bereikt.
Het invaliditeitspensioen als gevolg van arbeidsongeschiktheid en de toelage voor
opleiding wegens een arbeidsongeval of beroepsziekte kunnen niet lager zijn dan:
60 % van de berekeningsgrondslag van het invaliditeitspensioen voor een
gedeeltelijk arbeidsongeschikte persoon;
80 % van de berekeningsgrondslag van het invaliditeitspensioen voor een volledig
arbeidsongeschikte persoon;
100 % van de berekeningsgrondslag van het invaliditeitspensioen voor een persoon
die de toelage voor opleiding ontvangt.
Wat moet u doen om een uitkering i.v.m. een arbeidsongeval en beroepsziekte te krijgen?
Bij een beroepsziekte, een ziekte die is veroorzaakt door een arbeidsongeval of een
ziekte die zich tijdens de zwangerschap voordoet betaalt het Instituut voor sociale
verzekeringen 100 % van het referentie-inkomen. Als het slachtoffer van een
beroepsziekte bij meerdere werkgevers aan het risico is blootgesteld, wordt de toelage
betaald door de laatste werkgever.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 25
Hoofdstuk IX: Gezinstoelagen
Wie komt in aanmerking voor een gezinstoelage?
Gezinsbijslagen kunnen worden aangevraagd door personen die aan de volgende
voorwaarden voldoen:
zij wonen in Polen gedurende de uitkeringsperiode, d.w.z. de periode waarin zij de
bijslagen zullen ontvangen;
hun maandelijks gezinsinkomen mag niet meer bedragen dan PLN 504,00 (119
EUR) per persoon of PLN 583,00 (138 EUR) indien het gezin een gehandicapt kind
opvoedt.
Wat wordt er gedekt?
De kinderbijslag (zasiłek rodzinny) en de toeslagen daarop (dodatki) vormen de basis
van de gezinsbijslagen.
Kinderbijslag is verschuldigd vanaf de geboorte van het kind totdat het de leeftijd van
18 jaar bereikt of zijn studie beëindigt, maar niet boven de 21 jaar of 24 jaar indien
het kind studeert en een lichte of ernstige handicap heeft. De kinderbijslag wordt elke
maand uitgekeerd. De toelage wordt eens per maand betaald. Net als bij de
gezinstoelage kunnen bepaalde aanvullingen worden toegekend, waaronder:
een vast aanvullend bedrag bij geboorte (dodatek z tytułu urodzenia dziecka), dat
tot de eerste verjaardag van het kind kan worden uitgekeerd;
de toelage voor kinderopvang thuis die wordt betaald aan een persoon die met
ouderschapsverlof is (dodatek z tytułu opieki nad dzieckiem w okresie korzystania z
urlopu wychowawczego), op voorwaarde dat hij vlak voor het verkrijgen van het
recht op dit verlof ten minste 6 maanden heeft gewerkt. Deze toeslag kan ten
hoogste 24 maanden worden toegekend, of 36 maanden indien de betrokkene
meerdere kinderen uit één bevalling opvoedt, of 72 maanden indien het kind een
handicap heeft;
een toelage voor het alleen opvoeden van een kind (dodatek z tytułu samotnego
wychowywania dziecka) wordt uitgekeerd aan de alleenstaande moeder of vader
van een kind, aan zijn werkelijke voogd of wettelijke voogd zonder besluit van een
rechtbank tot alimentatie van de tweede ouder van het kind vanwege het overlijden
van die ouder of doordat onbekend is wie de vader van het kind is. Deze toeslag kan
worden toegekend aan een studerende persoon indien zijn beide ouders zijn
overleden. Het bedrag van deze toeslag wordt verhoogd voor een gezin dat een
gehandicapt kind opvoedt of indien het gezinsinkomen per persoon niet hoger
uitvalt dan 50 % van het vastgestelde plafond;
de toelage voor grote gezinnen (dodatek z tytułu wychowywania dziecka w rodzinie
wielodzietnej), die maandelijks wordt uitgekeerd voor het derde kind en elk volgend
kind dat recht heeft op kinderbijslag;
een aanvulling voor opleiding en revalidatie van een gehandicapt kind (dodatek z
tytułu kształcenia i rehabilitacji dziecka niepełnosprawnego)wordt toegekend aan
een kind tot de leeftijd van 16 jaar, mits de handicap wordt aangetoond middels een
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 26
officieel attest of een officieel attest waarin een beperkte of ernstige handicap wordt
bevestigd voor kinderen tussen 16 en 24 jaar;
een aanvulling bij het begin van het schooljaar (dodatek z tytułu rozpoczęcia roku
szkolnego), die eens per jaar bij het begin van het schooljaar wordt uitgekeerd;
een aanvulling voor opvoeding van een kind buitenshuis (dodatek z tytułu podjęcia
przez dziecko nauki poza miejscem zamieszkania), waarmee de kosten van
huisvesting en reiskosten naar de school worden vergoed. Deze toeslag wordt 10
maanden per jaar uitbetaald.
De gezinsbijslagen omvatten tevens zorgprestaties, d.w.z. de toelage voor medische
zorg en de uitkering voor verpleegkundige zorg.
Toelage voor medische zorg (Zasiłek pielęgnacyjny)
de rechthebbenden op een toeslag voor medische zorg zijn gehandicapte kinderen
onder de 16 jaar en personen boven de 16 jaar die een ernstige of lichte handicap
hebben als vermeld in een officieel document, indien deze handicap is ingetreden vóór
de leeftijd van 21 jaar. Deze uitkering wordt eveneens toegekend aan personen boven
de 75 jaar die geen aanspraak kunnen maken op een zorguitkering ter aanvulling van
het ouderdoms- of invaliditeitspensioen. Zij is niet inkomensafhankelijk.
Uitkering voor verpleegkundige zorg (Świadczenie pielęgnacyjne)
De uitkering voor verpleegkundige zorg wordt toegekend wanneer een kind zorg nodig
heeft en de betrokkene zijn werk moet opgeven. De prestatie kan worden uitbetaald
aan de moeder, de vader, de werkelijke voogd van het kind of een andere
alimentatieplichtige persoon, indien deze persoon niet werkt of zijn werk of iedere
andere winstgevende activiteit opgeeft om zich te wijden aan de zorg voor een kind:
met een handicap die vermeld staat in een officieel document waarin tevens wordt
aangegeven dat het kind voortdurend of langdurig de zorg of bijstand van een derde
nodig heeft omdat het slechts in zeer beperkte mate zelfstandig kan zijn en dat de
voogd van het kind voortdurend en dagelijks het proces van behandeling, revalidatie
en opvoeding dient te begeleiden; of
met een ernstige handicap die vermeld staat in een officieel document.
Deze uitkering is niet inkomensafhankelijk.
Wat moet u doen om een gezinstoelage te krijgen?
Gezinsbijslagen kunnen worden aangevraagd door:
de ouders,
een van de ouders,
de wettelijke voogd van het kind,
de werkelijke voogd van het kind, d.w.z. de persoon die het kind verzorgt en bij de
rechtbank een verzoek tot adoptie van dit kind heeft ingediend,
iedere meerderjarige persoon die studeert maar niet ten laste van zijn ouders is
omdat zij overleden zijn, of die krachtens een rechterlijke beslissing alimentatie van
zijn ouders ontvangt, op voorwaarde dat de alimentatiebeschikking is gegeven
voordat de studerende persoon meerderjarig werd.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 27
Hoofdstuk X: Werkloosheid
Wie komt in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering?
Er bestaat in Polen een door de overheid geregelde verplichte verzekering tegen
werkloosheid. De verzekering geldt voor werknemers en zelfstandigen. Zelfstandigen
betalen zelf de premies voor het Arbeidsfonds terwijl de premies van de werknemers
voor het Arbeidsfonds volledig door de werkgevers worden betaald. De verzekering
geldt alleen voor personen met een maandinkomen dat ten minste gelijk is aan het
minimumloon.
Een werkloze heeft recht op een uitkering voor elke kalenderdag vanaf de zevende
dag nadat hij zich heeft ingeschreven bij het Arbeidsbureau van het bevoegde district
(powiat):
indien er geen aanbod is van werk, opleidingen, stages, opleidingsstages bij de
werkgever of openbare werken, dat passend is voor deze werkloze, en
indien de werkloze ten minste 365 dagen heeft gewerkt in de 18 maanden voordat
hij zich heeft ingeschreven, en indien hij een salaris heeft genoten dat niet lager is
dan het minimumloon waarover premie aan het Arbeidsfonds moet worden betaald,
of indien hij aan de vereiste voorwaarden heeft voldaan door aan te tonen dat hij op
grond van een ander verzekeringstijdvak aanspraak kan maken op een
werkloosheidsuitkering (zasiłek dla bezrobotnych).
Uitkering bij vervroegd pensioen (Świadczenie przedemerytalne)
De uitkering bij vervroegde uittreding is bedoeld voor personen die ontslagen zijn en
niet voldoen aan de voorwaarden voor uitkering van hun pensioen. Op deze uitkering
kan aanspraak worden gemaakt door personen die de pensioenleeftijd zijn genaderd
en die ontslagen zijn om redenen die te maken hebben met de werkgever. De
uitkering bij vervroegde uittreding kan eveneens worden verkregen door een werkloze
die:
ten minste 6 maanden een werkloosheidsuitkering heeft ontvangen en na het einde
van deze periode als werkloze blijft ingeschreven;
terwijl hij een werkloosheidsuitkering ontving, niet zonder goede reden een aanbod
van passend werk, een andere winstgevende activiteit of gesubsidieerde arbeid of
tewerkstelling in de openbare werken heeft geweigerd;
binnen de wettelijke termijn een uitkering bij vervroegde uittreding heeft
aangevraagd.
Wat wordt er gedekt?
Het basisbedrag van de werkloosheidsuitkering bedraagt momenteel PLN 794,20 (188
EUR) per maand gedurende drie maanden, en vervolgens PLN 623,60 (148 EUR). De
werkloze voor wie een verzekeringstijdvak geldt van minder dan 5 jaar, kan aanspraak
maken op een uitkering ter hoogte van 80 % van het basisbedrag. Degene voor wie
een verzekeringstijdvak geldt van ten minste 20 jaar, kan aanspraak maken op een
uitkering ter hoogte van 120 % van het basisbedrag.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 28
De periode dat de werkloze een werkloosheidsuitkering ontvangt, is met name
afhankelijk van het werkloosheidscijfer in de regio waar hij/zij woont. Deze periode
kan 6 of 12 maanden bedragen.
6 maanden in gebieden met een werkloosheidscijfer dat lager is dan 150 % van
het landelijk gemiddelde,
12 maanden in gebieden met een werkloosheidscijfer dat ten minste 150 % van
het nationale gemiddelde bedraagt, of als de verzekerde voldoet aan een
kwalificatieperiode van 20 jaar en meer dan 50 jaar oud is, of als de
echtgeno(o)t(e) van de verzekerde werkloos is, geen recht heeft op een uitkering
en ten minste één kind jonger dan 15 jaar ten laste heeft.
Wat moet u doen om een werkloosheidsuitkering te krijgen?
Aanvragers moeten als werkloze staan geregistreerd bij het arbeidsbureau. Er geldt
een wachttijd van zeven kalenderdagen. Iedere werkloze die ontevreden is over het
toekenningsbesluit in verband met een werkloosheidsuitkering, kan binnen 14 dagen
na kennisgeving van het besluit in beroep gaan bij een rechtbank van tweede aanleg.
De uitkering bij vervroegde uittreding wordt toegekend op grond van het verzoek van
de aanvrager. De aanvraag moet worden ingediend bij de bevoegde afdeling van de
ZUS naargelang de woonplaats van de aanvrager. Er kan beroep worden ingesteld
tegen de beslissing van het pensioenorgaan langs dezelfde weg als voor het
ouderdoms- en invaliditeitspensioen.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 29
Hoofdstuk XI: Sociale minima
Wie komt in aanmerking voor een bijstandsuitkering?
Op grond van de Wet inzake sociale bijstand hebben particulieren en huishoudens
waarvan het inkomen niet hoger uitvalt dan een vastgesteld minimuminkomen, recht
op bepaalde, niet op premie berustende uitkeringen.
Wat wordt er gedekt?
De sociale bijstand omvat onder meer uitkeringen, verstrekkingen en maatschappelijk
werk. De sociale bijstand kent de volgende basisprestaties:
de permanente uitkering (zasiłek stały) voor personen die vanwege hun leeftijd of
een handicap volledig arbeidsongeschikt zijn, ter aanvulling van hun inkomen;
de periodieke uitkering (zasiłek okresowy) voor particulieren en huishoudens zonder
inkomen of waarvan het inkomen onder het wettelijke criterium ligt en waarvan de
geldelijke middelen ontoereikend zijn om in hun levensnoodzakelijke behoeften te
voorzien. Particulieren en huishoudens hebben altijd recht prestaties van andere
socialezekerheidsregelingen in geval van een chronische ziekte, een handicap of
werkloosheid het recht op te behouden of te verkrijgen;
een speciale uitkering (zasiłek celowy) en een speciale individuele uitkering, vaste
prestaties die aan particulieren en huishoudens worden toegekend om in specifieke
levensnoodzakelijke behoeften te voorzien;
toelage en lening voor financiële onafhankelijkheid;
bijstand aan pleeggezinnen;
bijstand voor autonomie en voortzetting van onderwijs;
verstrekkingen in geld voor vluchtelingen voor de kosten van levensonderhoud en
uitgaven in verband met het leren van de Poolse taal.
Sociale bijstand biedt ook ondersteuning in de vorm van verstrekkingen, zoals
krediettickets, premies voor ziektekostenverzekering, premies voor sociale
verzekering, de organisatie van een uitvaart en specialistische hulp.
Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan?
Verstrekkingen in geld worden geregeld door centrale en lokale overheidsinstanties, in
samenwerking met organisaties zoals stichtingen, verenigingen, de katholieke kerk,
andere kerken en religieuze groeperingen, vakbonden, werkgevers en natuurlijke en
rechtspersonen. Uitkeringen in geld worden beheerd door en aangevraagd bij Centra
voor sociale bijstand.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 30
Hoofdstuk XII: Langdurige zorg
Wie komt in aanmerking voor langdurige zorg?
Via de ziektekostenverzekering wordt langdurige zorg verleend aan bedlegerige en
chronisch zieke patiënten die weliswaar niet in een ziekenhuis hoeven te worden
opgenomen, maar niet voldoende voor zichzelf kunnen zorgen en 24 uur per dag
professionele, intensieve verpleegkundige en andere zorg nodig hebben en wier
behandeling moet worden voortgezet.
Alle leeftijdsgroepen hebben recht op een uitkering voor langdurige zorg (zowel
kinderen als volwassenen). Het voornaamste criterium voor de verlening van deze
zorg is de gezondheidssituatie die voortvloeit uit de mate van de handicap, de
invaliditeit of de leeftijd.
Het sociaal pensioen (Renta socjalna) wordt uitgekeerd aan volwassenen die volledig
arbeidsongeschikt zijn verklaard vanwege een lichamelijke handicap die is opgetreden:
vóór de leeftijd van 18 jaar, of
tijdens de opleiding in het voortgezet onderwijs of bij een instelling voor hoger
onderwijs vóór de leeftijd van 25 jaar, of
tijdens een doctoraalstudie of postdoctoraal programma (aspirantura).
Wat wordt er gedekt?
Langdurige zorg bestaat uit verstrekkingen en uitkeringen in geld die geleidelijk
worden betaald, op grond van wetgeving over een aantal andere risico's (waaronder
verzekering in verband met ouderdom, invaliditeit, nabestaanden en gezondheidszorg)
alsmede op grond van wetgeving inzake sociale bijstand.
Uitkeringen in geld zijn afhankelijk van inkomensniveaus (loon, pensioenen en overige
uitkeringen en toelagen). In de regel kan er niet worden gekozen tussen uitkeringen in
geld en in natura (verstrekkingen). Niettemin kunnen uitkeringen in geld doorgaans
niet worden gecombineerd met de ontvangst van verstrekkingen.
De vormen van financiële ondersteuning die rechtstreeks wordt uitgekeerd aan
personen die langdurige zorg behoeven, zijn:
een toelage voor medische zorg,
een aanvullende uitkering voor medische zorg: een verzekerde komt hiervoor in
aanmerking indien hij/zij volledig arbeidsongeschikt is verklaard en niet zelfstandig
kan wonen (ongeacht leeftijd) en meer dan 75 jaar oud is,
een uitkering voor verpleegkundige zorg.
Personen die langdurige zorg behoeven en zich in een problematische financiële
situatie bevinden, kunnen ook financiële bijstand krijgen binnen het systeem van
maatschappelijke hulp, met name de permanente uitkering, de periodieke uitkering en
de speciale uitkering.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 31
Het sociale pensioen wordt toegekend als vast bedrag ter hoogte van 84 % van het
minimale invaliditeitspensioen.
Wat moet u doen om langdurige zorg te krijgen?
Voor invaliditeitsuitkeringen wordt de situatie beoordeeld door een erkende arts van
het Instituut voor sociale verzekeringen. Voor overige uitkeringen wordt de mate van
invaliditeit beoordeeld door organen van de poviat of voivodship.
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
Uw socialezekerheidsrechten in Polen
Juli 2012 32
Bijlage : Nuttige adressen en sites
Voor socialezekerheidskwesties met betrekking tot meer dan één EU-land kunt u een
contactinstelling zoeken in de organendatabase die wordt bijgehouden door de
Europese Commissie en staat op: http://ec.europa.eu/employment_social/social-
security-directory/welcome.seam?langId=nl.
Voor informatie over uitkeringen bij verzekering in twee of meer lidstaten kunt u
richten tot:
Ministerie van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
Ministerstwo Pracy i Polityki Społecznej
ul. Nowogrodzka 1/3/5
00-513 Warszawa
http://www.mpips.gov.pl
Ministerie van Volksgezondheid
Ministerstwo Zdrowia
ul. Miodowa 15
00-952 Warszawa
www.mz.gov.pl
Instituut voor Sociale Verzekeringen
Zakład Ubezpieczeń Społecznych (ZUS)
ul. Szamocka 3,5
01-748 Warschau
www.zus.pl
Het Staatsfonds voor de Revalidatie van Gehandicapten
Państwowy Fundusz Rehabilitacji Osób Niepełnosprawnych (PFRON)
ul. J. Pawła II 13
00-828 Warszawa
www.pfron.org.pl
Nationaal Fonds voor de Gezondheidszorg
ul. Grójecka 186
02-390 Warszawa
www.nfz.gov.pl