het ONDERNEMERS BELANG
B E L A N G
het ONDERNEMERSNR. 1 2012
DE BARONIE
Duurzaam bouwen nu al de meest rendabele optie
Baudoin van Alphen
maakt maatpak
“Geld beter investeren op
het dak dan bij de bank”Samen duurzaam
ondernemen
Ondernemers innoveren wegens
kansen, niet om subsidies
•••••••••••••••• WWW.ONDERNEMERSBELANG.NL
Subsidies hebben eerder vertragend dan bevorderend gewerkt:
Duurzaam bouwen is nu al de meest rendabele optieDe stijgende prijzen van fossiele brandstoff en en van grondstoff en in het algemeen
zullen duurzaam bouwen de komende jaren steeds meer van een pluspunt in een
noodzaak veranderen. En aangezien een bedrijfspand of een woning niet voor tien maar
voor vijftig jaar wordt neergezet wijst de total cost of ownership (van het ontwerp tot
en met het onderhoud) nu al op die noodzaak. Duurzaamheid betekent immers ook
comfortabeler in gebruik en dus fl exibel ingericht, waarmee de eigenaar beter kan
inspelen op marktwensen. En toch heeft het duurzaam bouwen, ondanks alle voor-
uitgang, ook nog drempels te slechten. Op verzoek van Het Ondernemersbelang
kwam een aantal vertegenwoordigers van duurzaam opererende bedrijven op het
Stadskantoor bijeen om hierover van gedachten te wisselen.
Tekst: Jeroen Kuypers | Fotografi e: Marco Magielse
Johan Bogert
het ONDERNEMERS BELANG08
Rondetafelgesprek
Frits Raaphorst
Gastheer van de bijeenkomst was Wilbert
Willems, de wethouder met mobiliteit,
cultuur en duurzaamheid in zijn porte-
feuille, die de ondernemers ontving in de
collegezaal van de stad. Het feit dat Breda een
aparte wethouder duurzaamheid heeft is niet
alleen een bewijs dat de gemeente het serieus
meent met het thema maar ook dat ze al veel
gepresteerd heeft op dit vlak. “We hebben bij-
voorbeeld één miljoen euro geïnvesteerd in het
verwerken van rioolslib. Door dat te verbranden
levert het warmte op voor duizend woningen.
Bovendien levert het nu ook geld op in plaats dat
het geld kost, wat bij traditionele slibreiniging
het geval zou zijn. Andere projecten waar we
mee bezig zijn, zijn een biomassacentrale op
het voormalige terrein van de Hero, en nieuwe
windmolens bij Hazeldonk. “
Het Verdrag van Dussen
Op zichzelf zijn al deze ontwikkelingen al interes-
sant genoeg, maar bij elkaar tillen ze de stad ook
nog over een bepaalde drempel, waarna ook
andere structuren mogelijk worden. “We denken
bijvoorbeeld aan de heroprichting van een ge-
meentelijk energiebedrijf”, aldus Wilbert Willems.
“Dat klinkt vreemd, want de voorbije decennia
zijn al die gemeen telijke energiebedrijven juist
opgeheven, maar door de decentrale opwekking
van groene energie worden ze weer nodig. De
grote energiemaatschappijen zijn hier niet op
voorzien. Onze partner, Essent, heeft er zelfs een
apart bedrijf voor opgezet: Essent Local Energy
Solutions. Maar voor ons zijn al deze stappen
fases op weg naar een einddoel. We willen onze
CO-2 uitstoot zo drastisch omlaag brengen dat
we CO-2 neutraal worden. Omdat de omliggende
gemeenten dat gelukkig ook willen, hebben we
zelfs een apart verdrag gesloten om elkaar hierin
te helpen. Ik noemde het half serieus Het Verdrag
van Dussen, naar onze plaats van samenkomst.
Zie het maar als een West-Brabantse variant van
Kyoto.”
Te hoge prijzen
De voortvarendheid van de gemeente wordt wel
door steeds meer ondernemers en managers
gedeeld (67 procent vindt duurzaam onderne-
men inmiddels een must om te kunnen blijven
concurreren) maar nog lang niet door alle
particulieren. “De particulier kan fi nancieel geen
tien jaar vooruit kijken,” zei Joost Rienks, van
Rienks Energiebesparende Adviezen en Projecten
in Breda, “De investering is zo hoog dat de
particulier ze niet kan opbrengen, terwijl ze hem
op termijn wel geld oplevert. Daar moet een bank
of de gemeente hem bij helpen, via een lening.
Een dergelijke lening kost netto bovendien geen
geld, in tegenstelling tot een subsidie. ” En Johan
Bogert, directeur installatietechniek bij de Air
Group in Breda voegde daaraan toe: “Voor de
meeste Verenigingen van Eigenaren is duurzaam-
heid geen prioriteit. Dat is mede te wijten aan
de onduidelijkheid over subsidies en vooral aan
de hoge prijzen. In vergelijking met Duitsland
liggen die bij ons 30 tot 40 procent hoger. Dat
kun je hier maar moeilijk uitleggen aan een klant.
De basis moet goedkoper worden, en bovendien
moeten ondernemers en huizeneigenaren meer
hulpmiddelen krijgen om precies te kunnen toet-
sen wat een verduurzaming van hun pand hen
oplevert.” “Mensen geven gemakkelijker duizen-
den euro’s uit aan een keuken dan aan duurzame
energieproducten”, zei Corné Balemans, directeur
van AWS Warmte- en Koeltechniek uit Breda. “Dat
heeft vooral te maken met beleving en emotie.
Die is bij een keuken heel anders dan bij een zon-
neboiler, warmtepomp of PV-panelen.” Bij een
keuken wordt om die reden ook nooit gesproken
over een terugverdientijd, want die is er niet. “Bij
duurzame energie is dat meestal de eerste vraag
die men stelt, want de prijs is tegenwoordig door-
slaggevend. Echt milieubewuste ‘groene’ mensen
zijn er maar weinig.”
Jeroen Saeijs, projectontwikkelaar zonne-energie
bij BrabantEnergy, merkte op dat de prijzen van
met name zonnecellen al stevig aan het dalen
zijn en zich aanpassen aan een markt waarin
subsidies een steeds minder prominente rol
spelen. “Alle ontwikkelingen duiden er toch op
dat duurzaam bouwen commercieel interessant
begint te worden.”
Positief verband met duurzaam ondernemen
Adriaan van den Nieuwenhuizen, divisiedirecteur
bouw & service, bij Rasenberg in Breda, meent
dat subsidies het van de grond komen van
een echte markt voor duurzaam bouwen niet
bevorderen maar vertragen. “Het is goed dat
het ONDERNEMERS BELANG 09
Manfred Jacobs
Joost Rienks
Jeroen Saeijs
de overheid innovaties subsidieert, maar het op
de markt brengen van die producten moet het
zonder die steun kunnen stellen.” Hij ziet wel een
steeds nadrukkelijker en positief verband tussen
duurzaam bouwen en duurzaam ondernemen.
“Ons bedrijf is gecertifi ceerd voor het hoogste
niveau van de MVO prestatieladder. Toen we niet
zo lang geleden inschreven voor een aanbeste-
ding bij Pro Rail bleek dat de opdrachtgever 10
procent voorsprong geeft als je voor nummer 5
bent gecertifi ceerd. Met andere woorden: als je
voor 100 inschrijft en een concurrent doet dat
voor 91 is Pro Rail bereid die 10 procent meerprijs
te betalen. Dat is een belangrijke stap vooruit om
duurzaamheid een rol te laten spelen in de hele
bouwketen. ”
Nu nog vooral energie
Peter de Kok, senior commercieel manager bij
Heembouw in Breda, merkte op dat er in dat
opzicht nog heel wat te verbeteren valt: “Wij zien
nog al te vaak dat de E en de W bij een project
van elkaar niet weten wat ze aan duurzaamheid
doen, laat staan dat dit geïntegreerd wordt
aangepakt.” Yvonne Hogenboom , technisch
projectleider bij Habeon Architecten in Roelofa-
rendsveen, van onder andere het nieuwbouwpro-
ject voor PostNL in Breda en DUBO-deskundige
binnen de Heembouwgroep, ziet zelfs nog
tegenwerking vanuit de lokale overheid. “Een
welstandscommissie die bezwaar maakt tegen
een windmolen vanwege het zicht is werkelijk
niet meer van deze tijd. Maar ik ben ervan
overtuigd dat de argumenten voor duurzaam
bouwen elk jaar krachtiger worden. Nu is nog
vooral energie de aanjager, maar over tien jaar
zullen dat waarschijnlijk de bouwmaterialen zelf
zijn. Dan mogen we wellicht geen hout meer uit
Azië invoeren maar enkel in onze eigen bossen
produceren. Ook het cradle-to-cradle principe,
van afval weer grondstof maken, zal de komende
jaren aan belang winnen.”
Comfort en fl exibiliteit
De kansen zien die duurzaam bouwen alle par-
tijen bieden (huurders evengoed als eigenaren)
veronderstelt ook anders durven te denken.
“Investeren in een gebouw is niet hetzelfde als
in een auto, en niet alleen vanwege het hogere
bedrag”, zei Yvonne Hogenboom. “Een auto koop
je voor enkele jaren, een pand staat er een halve
eeuw. Daarom mag je de investeringen hoe dan
ook niet zomaar met elkaar vergelijken. Bij een
gebouw moet je nog meer naar de total cost of
ownership kijken, en dan springen de voordelen
van duurzaam bouwen pas echt in het oog. Niet
alleen levert het op termijn lagere energiekosten
op, ook de onderhoudskosten zijn geringer,
omdat er bijvoorbeeld minder slijtage is, en de
fl exibiliteit van de inrichting en het comfort zijn
groter. Want vergeet niet dat duurzaamheid ook
over mensen gaat en over hun welbevinden.
Hoe aangenamer het werken in zo’n pand is, hoe
eerder het ook verhuurd zal zijn.”
Blok-voor-blok regeling
Een vorm van anders denken is ook het energe-
tisch met elkaar verbinden van bedrijven die rest-
warmte produceren en ondernemingen die deze
kunnen gebruiken, bijvoorbeeld een slachthuis of
een kunstijsbaan naast een zwembad. Maar een
bedrijf kan ook de warmte die bij een industrieel
proces vrijkomt gebruiken om de kantoren boven
de productiehal te verwarmen. Net als met alle
vormen van duurzaamheid lijken dergelijke
innovatieve concepten echter makkelijker en
vooral rendabeler te realiseren in nieuwbouw
dan in bestaande bouw. Is sloop daarom niet de
beste optie voor veel sterk verouderde kantoor-
panden en woningen? Van de eerste staan er de
laatste jaren trouwens heel wat leeg. Wethouder
Willems vindt van niet. “Er is altijd wel een her-
bestemming te bedenken voor een slooppand,
bijvoorbeeld een bedrijfsverzamelgebouw voor
starters of studentenwoningen. Sloop moet echt
de laatste optie zijn.” Frits Raaphorst, adviseur
milieu bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
van de gemeente Breda, erkende dat het verduur-
zamen van bestaande bouw moeilijk is, maar niet
onmogelijk. “Bijvoorbeeld in de woningbouw. Elk
huis is een unieke situatie: er is veel glas of juist
weinig, er zijn kinderen of niet, men is op leeftijd
of juist nog jong. Dat maakt een renovatieproject
erg bewerkelijk. Daar komt bij dat uit zichzelf
slechts 10 procent van de eigenaren mee doet.
Daarom zijn we blij met de blok-voor-blok rege-
ling, waarvoor we van de Rijksoverheid subsidie
hebben gekregen, als één van de acht steden.”
Rebound-effect
Een bedrijfspand of huis dat optimaal is geïso-
leerd en voorzien van alle apparatuur om zelf
op een duurzame manier energie op te wekken
is misschien nog niet in alle opzichten een
duurzaam pand, maar beantwoordt in de meeste
opzichten aan wat wij daaronder verstaan.
Helaas constateren wetenschappers een negatief
gedragseff ect zodra bedrijven en vooral consu-
menten dit punt nog maar beginnen te bereiken:
het indraaien van een spaarlamp is reden het
licht langer te laten branden, de aanschaf van
een zuinige auto om wat vaker een tochtje te
maken. Veel van de energiebesparingen gaan
daardoor deels weer verloren, het zogeheten
rebound-eff ect. Johan Bogert kent dit verschijn-
sel. “Vroeger gebruikten de meeste consumenten
een douchekop die zes liter water ineens liet
stromen, nu is dat al vijfentwintig. Er staat immers
toch een warmtepomp.” Yvonne Hogenboom
beschouwt dit als een onvermijdelijk aspect van
het streven naar meer welbevinden. “De P van
People maakt ook nu eenmaal deel uit van de
duurzaamheidformule.” Maar volgens wethouder
Willems is dit een tijdelijk probleem. “Zodra een
bedrijf of woning volledig op een duurzame
manier van energie voorzien wordt is die CO-2
neutraal. Duurzame energie – wind, water, zon –
is eindeloos voorradig. Dan maakt het niet meer
uit of je de thermostaat hoger zet of een lamp
laat branden, want eindelijk belast je de planeet
er niet meer mee.”
Yvonne Hogenboom
het ONDERNEMERS BELANG10
Rondetafelgesprek
Wilbert Willems
Adriaan van den Nieuwenhuizen