Download - Abram
Welkom
Voorganger ds den Admirant
Organist Johannes de Vries
VDD JdH 232Waarheen, pelgrims,
waarheen gaat gij,
"Waarheen, pelgrims,
waarheen gaat gij,
't oog omhoog en hand in hand?"
Wij gaan op des Konings roepstem
naar ons huis en Vaderland.
Over bergen en door dalen
gaan wij naar die blijde zalen,
gaan wij naar die blijde zalen
van Gods huis in 't Vaderland.
Gaan wij naar die blijde zalen
van Gods huis in 't Vaderland.
2
"Storm en duisternis bedreigt u;
zijt daartegen gij bestand?"
Waarom zou ons harte vrezen,
wand'lend aan des Heren hand?
Jezus Zelf zal voor ons strijden
en door Storm en nacht ons leiden,
en door Storm en nacht ons leiden,
naar Gods huis in 't Vaderland.
en door Storm en nacht ons leiden,
naar Gods huis in 't Vaderland.
3
"Zegt ons pelgrims,
wat verwacht gij
als uw deel aan 't beet're strand?"
Koningskroon en priesterkleding
wacht ons uit des Heilands hand.
God de Heil'ge Ongeziene
zullen wij met d' eng'len dienen,
zullen wij met d' eng'len dienen,
in der eng'len huis en land.
zullen wij met d' eng'len dienen,
in der eng'len huis en land.
4
"Pelgrims, zegt ons, mogen wij ook
met u trekken naar dat land?"
Komt, weest welkom, volgt ons allen,
't oog omhoog en hand aan hand.
Bij der eng'len vreugdezangen
zal ons Jezus Zelf ontvangen,
zal ons Jezus Zelf ontvangen,
in Gods huis in 't Vaderland.
zal ons Jezus Zelf ontvangen,
in Gods huis in 't Vaderland.
Welkom
Voorganger ds den Admirant
Organist Johannes de Vries
G 444Grote God, wij loven U,
1
Grote God, wij loven U,
Heer, o sterkste aller sterken!
Heel de wereld buigt voor U
en bewondert uwe werken.
Die Gij waart te allen tijd,
blijft Gij ook in eeuwigheid.
2
Alles wat U prijzen kan,
U, de Eeuwge, Ongeziene,
looft uw liefd' en zingt ervan.
Alle englen, die U dienen,
roepen U nooit lovensmoe:
`Heilig, heilig, heilig' toe!
3
Heer, ontferm U over ons,
open uwe Vaderarmen,
stort uw zegen over ons,
neem ons op in uw erbarmen.
Eeuwig blijft uw trouw bestaan -
laat ons niet verloren gaan.
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
P 105 – 1, 3, 18Looft God den HEER, en laat ons blijde
1
Looft God den HEER, en laat ons blijde
zijn glorierijke naam belijden.
Meldt ieder volk en elk geslacht
de wonderen die God volbracht.
Gij die van harte zoekt den HEER,
verblijdt u, geeft zijn naam de eer.
3
God, die aan ons zich openbaarde,
regeert en oordeelt heel de aarde.
Zijn woord wordt altoos trouw volbracht
tot in het duizendste geslacht.
't Verbond met Abraham zijn vrind
bevestigt Hij van kind tot kind.
18
Die gunst heeft God zijn volk bewezen,
opdat het altoos Hem zou vrezen,
zijn wet betrachten en voortaan
volstandig op zijn wegen gaan.
Prijs God om al zijn majesteit.
Hij leidt ons tot in eeuwigheid.
Belofte lezing uit JeremiaDe tien woorden uit Exodus
P 147 – 7De HEER heeft Jakob
uitverkoren
7
De HEER heeft Jakob uitverkoren
om naar zijn heilig woord te horen.
Aan Israël heeft Hij ten leven
zijn rechten en zijn wet gegeven.
Zo deed Hij aan geen andre volken.
Laat ons des HEREN lof vertolken.
De kracht, de heerlijkheid, de ere
zijn Hem, die eeuwig zal regeren.
Gebed om de opening van het Woord.
ELB 430
Een wijs man bouwde zijn huis op de rots,
1
Een wijs man bouwde zijn huis op de rots,
een wijs man bouwde zijn huis op de rots,
een wijs man bouwde zijn huis op de rots
en de regen stroomde neer
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en het huis op de rots stond vast.
2
Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
en de regen stroomde neer
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en het huis stortte in met een plof.
3
Dus bouw je huis op Jezus, de Rots,
dus bouw je huis op Jezus, de Rots,
dus bouw je huis op Jezus, de Rots
en de zegen daalt dan neer
en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op,
en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op,
en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op.
Bouw je levenshuis op Hem.
Wij gaan, tot straks!!
Lezing uit Genesis 15 : 1 t/m 6 (HSV)Belofte aan Abram
1 Na deze dingen kwam het woord van de HEERE tot Abram in een visioen: Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot. 2 Toen zei Abram: Heere HEERE, wat zult U mij dan geven, aangezien ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis deze Eliëzer uit Damascus zal zijn?
3 Verder zei Abram: Zie, mij hebt U geen nageslacht gegeven, en zie, iemand die in mijn huis geboren is, zal mijn erfgenaam zijn. 4 Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn.
5 Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. 6 En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.
Lezing uit Romeinen 4 : 1 t/m 12 (HSV)
Abraham door het geloof gerechtvaardigd
1 Wat zullen wij dan zeggen dat Abraham, onze vader, wat het vlees betreft verkregen heeft? 2 Immers, als Abraham uit werken gerechtvaardigd is, heeft hij iets om zich op te beroemen, maar niet bij God. 3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend.
4 Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar wat men hem verschuldigd is. 5 Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid. 6 Zoals ook David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken:
7 Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn, 8 welzalig is de man aan wie de Heere de zonde niet toerekent. 9 Geldt deze zaligspreking nu alleen voor besneden mensen of ook voor onbesneden mensen? Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid.
10 Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een onbesnedene? Niet als besnedene, maar als onbesnedene! 11 En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven,
hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden; 12 en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had toen hij nog onbesneden was.
ELB 119Liefde was het, onuitputt'lijk
1
Liefde was het, onuitputt'lijk
liefd' en goedheid, eind'loos groot,
toen de Levensvorst op aarde
tot ons heil zijn bloed vergoot.
Komt laat ons zijn liefde prijzen!
God geeft vreugd en dankensstof.
Eenmaal zingen wij voor eeuwig
in de hemel Zijnen lof.
2
Rijd als Heerser door de velden,
Jezus in uw grote kracht.
Niets, niets kan U tegenhouden,
zelfs de hel niet met haar macht.
Voor uw Naam, zo groot en heerlijk,
zinkt de vijand weg in 't niet.
Heel de schepping, Heer, zal beven,
als zij U, haar Koning ziet.
Evangelieprediking
G 330 – 1, 2Heb dank, o God van alle leven,
1
Heb dank, o God van alle leven,
die zijt alleen Uzelf bekend,
dat Gij uw woord ons hebt gegeven,
uw licht en liefd' ons toegewend.
Nu rijst uit elke nacht uw morgen,
nu wijkt uw troost niet meer van de aard,
en wat voor wijzen bleef verborgen
werd kinderen geopenbaard.
2
En of een mens al diep verloren
en ver van U verzworven is,
Gij noemt zijn naam, hij is herboren,
vernieuwd door uw getuigenis.
Uw woord, dat spreekt in alle talen,
heeft uit het graf ons opgericht.
doet ons in vrijheid ademhalen
en leven voor uw aangezicht.
GeloofsbelijdenisG 330 – 3
Heb dank, o God van alle leven,
3 Gemeente, aan wier aardse handen
dit hemels woord is toevertrouwd,
o draag het voort naar alle landen,
vermenigvuldigd duizendvoud.
Een stem zegt: roep! Wat zoudt gij roemen
op mensengunst of -heerlijkheid?
't Verwaait als gras en weidebloemen.
Gods woord bestaat in eeuwigheid!
Dankgebed en voorbeden
Collecte1ste jeugdwerk
2de eigen gemeente
P 72 – 3, 5, 6Heerse van zee tot zee zijn vrede,
3
Heerse van zee tot zee zijn vrede,
van land tot land zijn lof,
de volken zullen tot hem treden,
zijn vijand likt het stof.
Tarsis en Scheba's verre stranden,
brengt hem uw overvloed.
Gij koningen van alle landen,
valt deze heer te voet.
5
Leve de koning in ons midden,
geef hem Arabisch goud.
Laten wij daaglijks voor hem bidden,
nu hij de scepter houdt.
Het veld zal blinken van het koren.
Men zal het als een woud
zelfs op de bergen ruisen horen,
het ganse land is goud.
6
Bloeie zijn naam in alle streken,
zolang de zon verrijst.
Zijn koningschap zij ons een teken
dat naar Gods toekomst wijst.
Dat opgetogen allerwegen
de volken komen saam,
elkander groetend met de zegen
van zijn doorluchte naam.
Zegen3 x amen