Download - Aardappel koerier 2015
Keurmeester Jaap de Leeuw van Farm
Frites in Oudenhoorn (Z-H) beoor-
deelt een monster fritesaardappelen
op ziekten en gebreken. Deze kwali-
teitsbeoordeling is onderdeel van de
voorbemonstering, waarbij ook het
onderwatergewicht en de bakkwaliteit
worden bepaald. ,,Via voorbemonste-
ring houden we voortdurend de kwali-
teit van onze grondstoffen in de gaten
en kunnen we - als dat nodig is - op tijd
bijsturen in de fabriek'', vertelt manager
Agronomy Martin Vrij. Tot nu toe (begin
december, red.) is hij redelijk tevreden
over de kwaliteit van de aangevoerde
aardappelen, al zijn er wel veel proble-
men met onderwatergewicht en groeien
de zorgen over de bewaarbaarheid.
'Onderwatergewicht en bewaarbaarheid soms
zorgelijk, lengte en grofte zijn prima',
lees verder op pagina 2 en 3.
Voorbemonstering brengt kwaliteit in beeldDe broers Henk en Piet Veen in Steen-
wijkerwold (Ov.) verbouwen jaarlijks zo'n
75 hectare fritesaardappelen. Krap de
helft van de oogst (ca. 1600 ton Fontane)
gaat de bewaring in. Om de kieming in
de hand te houden - maar ook om zonder
risico's pootgoed in de schuur te kunnen
bewaren - passen ze tijdens het teelt-
seizoen Royal MH toe.
Meer op pagina 4
'De aarDappelen blijven
OpMerkelijk rustig'
,,Als tafelaardappelteler word je afge-
rekend op kleur en schilkwaliteit. Daar
ligt dan ook heel erg onze focus'' , zegt
Christiaan Reijerse uit Spijk (Gr.). Samen
met zijn broer André teelt hij jaarlijks
zo'n 30 hectare Annabelle voor HZPC/
Landjuweel. Afgelopen seizoen waren
de opbrengsten weliswaar wat minder,
maar de kwaliteit uitstekend. ,,Schurft,
Rhizoctonia en ook zilverschurft hebben
hier nauwelijks een rol gespeeld.''
Meer op pagina 5
'geen cOncessies aan kleur
en schilkwaliteit'
,,Natuurlijk, Belgische aardappeltelers
kampen grotendeels met dezelfde proble-
men als hun Nederlandse collega's. Maar
in de aanpak daarvan zijn er wel degelijk
verschillen'', zegt Kürt Demeulemeester
van onderzoeksinstituut Inagro in Beitem/
Roeselare (België). Op verzoek van aard-
appel koerier vertelt hij welke vraag-
stukken op dit moment actueel zijn in
de Belgische aardappelteelt en hoe het
onderzoek hierop inspeelt.
Meer op pagina 7
belgisch aarDappelOnDerzOek
kiest zijn eigen weg
uitgave januari 2015
blijf op de hoogte van de actuele zaken.
volg ons op twitter of Facebook:
bayercropnl
Geert Kessel, onderzoeker Plant Research International:
‘Phytophthora is uit te schakelen’
AARDAPPEL KOERIER
Afgelopen seizoen werden telers verrast door een vroege uitbraak van Phytophthora. Het liet nogmaals zien dat de sector dringend behoefte heeft aan nieuwe manie-ren om de aardappelziekte aan te pakken. Volgens Geert Kessel van PRI ligt een duurzame en bedrijfszekere oplossing binnen handbereik: ,,Een combinatie van resistente rassen en een slimme inzet van chemie is beresterk.”
Geert Kessel is onderzoeker plant/ziekterelaties bij Plant Research International (PRI), onderdeel
van Wageningen UR, en is een specialist op het gebied van Phytophthora. Kessel werkt voorna-
melijk aan fundamentele kennis rond de ziekteverwekker. Kennis die essentieel is voor bijvoor-
beeld het ontwikkelen van resistente aardappelrassen, maar ook voor het verder uitwerken van
slimme bestrijdingsstrategieën en een gerichte inzet van gewasbeschermingsmiddelen.
Afgelopen seizoen sloeg Phytophthora al vroeg toe. Hoe heeft het zo uit
de hand kunnen lopen?
,,De oorzaak ligt in de zachte winter. Er is veel en vroeg opslag geweest in het veld. Dat is
op zich niet zo erg, zolang er maar geen kritieke perioden zijn. Maar die waren er ook al
vroeg. Het gevolg was een hoge ziektedruk in de toch altijd al moeilijke opkomstperiode.
Daar kwam bij dat het gewas zich snel ontwikkelde door het groeizame weer. Als je spuit
wanneer de plantjes 10 cm hoog zijn, dan zit je normaal gesproken even veilig. Nu had je
na drie dagen alweer kritieke omstandigheden en al planten van 20 cm groot. Dan is het
nieuwe deel van de plant al niet meer afdoende beschermd. In delen van Nederland waar
Phytophthora 2014:
'Opmerkelijk vroeg en onwaarschijnlijk hard' ,,Meestal is het tweede deel van het groeiseizoen de meest kritische periode. Dit jaar was het meteen
vanaf opkomst alle hens aan dek'', zegt teeltspecialist Mark Ermers van Agrifirm Plant. Samen met
collega-adviseurs Chris Boone (Heyboer BV) en Klaas de Boer (Pars Graanhandel BV) blikt hij terug op
teeltjaar 2014.
'De intensiteit waarmee de ziekte om zich heen greep was enorm', lees verder op pagina 2.
wateroverlast was, kreeg je niet eens de kans om het nieuwe loof te beschermen. En eerlijk
gezegd ben ik er zelf ook door verrast. We hebben een van onze proefvelden bijna moeten
afschrijven omdat het te vroeg werd aangetast.”
'combinatie van sterke resistentie en gerichte inzet van chemie is beresterk',
lees verder op pagina 6.
Meer op pagina 5
De beste grOnDbehanDeling
tegen rhizOctOnia
geert kessel
2 Aardappel Koerier
'De intensiteit waarmee de ziekte om zich heen greep was enorm'Na een aantal relatief rustige jaren was Phytopththora het afgelopen seizoen weer volop in beeld. Met name in Flevoland en Friesland sloeg de schimmel hard toe. Drie teeltadviseurs die werkzaam zijn in dit gebied blikken terug
naam: Mark ermers
bedrijf: agrifirm plant
Functie: teeltspecialist akkerbouw
regio: Midden
Hoe ernstig is de phytophthoradreiging in uw regio geweest?
,,Phytophthora heeft het afgelopen seizoen onwaarschijnlijk hard en
vooral opmerkelijk vroeg toegeslagen. Meestal is het tweede deel van het
groeiseizoen de meest kritische periode. Dit jaar was het vanaf opkomst
alle hens aan dek.''
Welke schade heeft de schimmel in uw regio veroorzaakt?
,,Op een aantal percelen zijn er planten vernietigd door de schimmel.
In die zin is er dus sprake geweest van opbrengstverlies. Maar er zijn
- gelukkig - vrijwel geen percelen afgeschreven. Zichtbare haarden op
het eigen perceel zijn veelal direct doodgespoten, waarmee de grootste
infectiebronnen goed zijn aangepakt.''
Met name begin juni ontstond er een behoorlijk hoge
phytophthoradruk. Hoe hebben telers daarop gereageerd?
,,Al vrij vroeg in het seizoen was iedereen op de hoogte van de ernst van
de situatie. Telers hebben daar goed op ingespeeld door per teeltfase tel-
kens de sterkste middelen in te zetten. Wanneer rijden mogelijk was zijn
de intervallen kort gehouden. En waar men uit het schema liep of met aan-
tasting te maken had is goed gebruikt gemaakt van curatieve middelen.
Pootgoedtelers die normaal gesproken gewend zijn om in twee blokken te
spuiten hebben het afgelopen jaar vaak ook een middenblok toegevoegd
aan hun strategie. Op die manier is een goede aanpak toch mogelijk
geweest. Ook in de biologische teelt is door de meeste telers goed inge-
speeld op de situatie. Er is vroeg gebrand en waar nodig is tijdig afscheid
genomen van de teelt.''
Is de knolbescherming afdoende geweest?
,,Telers kennen het belang van een goede en tijdige knolbescherming.
Vaak is al vroeg in de teelt hierop ingespeeld met de middelen die
daarvoor geschikt zijn. Onze eigen proeven laten al meerdere jaren de
relatie zien tussen aantasting in het loof en de uiteindelijke aantasting
in de knol. Een optimale loofbescherming in combinatie met een goede
knolbeschermer leidt dus simpelweg tot een beter resultaat. Wanneer je
kijkt naar de druk van 2014 en het aantal percelen waar knolaantasting
werkelijk tot problemen heeft geleid, dan kan ik niet anders concluderen
dan dat we een goed middelenpakket ter beschikking hebben.''
naam: chris boone
bedrijf: heyboer bv
Functie: vertegenwoordiger
regio: Flevoland
Hoe ernstig is de Phytophthoradreiging in uw regio geweest?
,,Vanaf begin juni hebben we te maken gehad met een absurd hoge ziek-
tedruk. We kwamen vanuit een warme winter met daarna een zeer vroeg
voorjaar. De gewasontwikkeling verliep daardoor enorm snel en ook hadden
we al vroeg te maken met heel veel aardappelopslag. Toen we rond half
mei de eerste zieke opslagplanten in het veld vonden, was ons advies om in
de vroegst ontwikkelde percelen meteen te starten met de phytophthorabe-
strijding. Dat is gelukkig goed opgepakt door de telers, want vanaf toen is
in enkele weken tijd een onvoorstelbaar hoge phytophthoradruk ontstaan.
Naast heel veel zieke aardappelopslag, waren er ook veel biologische en
gangbare aardappelpercelen met een enorme hoge bezetting van blad- en
stengelziek. Verder hebben we ook opvallend veel latent zieke planten bin-
nen verschillende percelen gezien.
Gezien deze explosie van Phytophthora aan het begin van seizoen was
het dan ook opmerkelijk dat we in de gangbare percelen - waar op tijd
begonnen is met de schimmelbestrijding en al vroeg curatieve componenten
toegevoegd zijn aan de preventieve middelen - nagenoeg geen aantasting
hebben gevonden. Dit geeft dan ook aan hoe belangrijk het was om al in
een vroeg gewasstadium, met een snel ontwikkelende loofgroei, op tijd te
beginnen en zeer korte spuitintervallen aan te houden.''
Welke schade heeft de schimmel in uw regio veroorzaakt?
,,Er zijn geen gangbare percelen verloren gegaan. Maar er waren wel perce-
len bij, met name in de omgeving van biologische aardappelen, waar vrijwel
iedere plant aangetast was. Lokaal hebben biologische percelen dan ook
zeker bijgedragen aan een zeer snelle opbouw van de ziektedruk.
In de rassen met een minder snelle begin- en loofontwikkeling was de druk
overigens veel minder of niet aanwezig, ondanks dat er in de omgeving heel
veel blad- en stengelphytophthora aanwezig was.''
Met name begin juni ontstond er een behoorlijk hoge
phytophthoradruk. Hoe hebben telers daarop gereageerd?
,,Er zijn veel curatieve of herstellende middelencombinaties gebruikt om
de ziekte te stoppen. En die hebben in de regel ook tot een goed resultaat
geleid. Niettemin mag best gezegd worden dat InFinito zich - bij gebruik
in het middenblok zeker heeft onderscheiden. De 'vlekken' op het blad
waren duidelijk kleiner dan bij andere producten en er was ook veel minder
schimmelpluis te zien. Daarnaast geeft het in de hoge dosering een heel
goed stoppend en dodend effect van de aanwezige blad- en stengelziek.''
Waren er afgelopen seizoen bestrijdingsstrategieën die er -
in positieve zin - uit sprongen?
,,De strategie die we al jaren hanteren heeft ook in 2014 goed uitgepakt.
Start in het eerste blok met middelen die de loofgroei goed kunnen bij-
houden, richt je in een middenblok naast loofbescherming ook duidelijk
al op knolbescherming en geef de knollen bescherming mee tot en met
de loofdoding.
Er was dit jaar geen ruimte voor twijfel over de gehanteerde interval of
de aanwezigheid van infectie in het perceel. De betere middelen hebben
zeker hun kracht kunnen tonen, maar het was het soms knap lastig om
rekening te houden met de etiketbeperkingen qua interval en maximale
dosering.''
Speelt Phytophthora op dit moment nog een rol in de
bewaring?
,,Een klein beetje droogrot door Phytophthora hoeft in de bewaring niet
direct een probleem te zijn. Wanneer er echter secundair een natrotbac-
terie bij komt kijken kan bewaring snel een drama worden. Diverse boxen
hebben op dit moment problemen met rotte knollen. Maar het aantal
partijen waarbij Phytophthora daarvoor als eerste oorzaak is aan te wijzen
lijkt zeer beperkt.''
Martin Vrij, manager Agronomy bij Farm Frites:
'Onderwatergewicht en bewaarbaarheid soms zorgelijk, lengte en grofte zijn prima' Veel kilo's, lage prijzen en een wisselende kwaliteit. Zo vatten de meeste telers de aardappeloogst van het afgelopen jaar samen. Maar hoe kijken fritesfabrikanten daar eigenlijk tegenaan? Hoe beoorde-len zij de kwaliteit en de bewaarbaarheid van hun grondstoffen? Aardappel Koerier ging op bezoek bij Farm Frites in Oudenhoorn (Z-H) en sprak hierover met manager Agronomy Martin Vrij.
,,Een groot areaal, een vroeg voorjaar, een goede opkomst en vervolgens
ook nog nog eens erg groeizaam weer... Tot pakweg eind juli zag het er
allemaal heel gunstig uit. Er waren wel problemen met Phytophthora, maar
de schade daarvan viel uiteindelijk mee. Alles wees inderdaad op een grote
en mooie oogst. Totdat het in de tweede helft van augustus ging regenen,
de temperatuur zakte en de zon zich maar weinig liet zien... De aardappelen
hebben zich toen vol vocht gezogen. Dat heeft het onderwatergewicht van
met name Innovator fors naar beneden geduwd. Heel jammer, want juist met
dit ras maken we onze triple-A-producten, zeg maar de top van ons assor-
timent.'' Martin Vrij schetst in een paar zinnen hoe het aanvankelijk mooie
groeiseizoen toch een paar 'rafelrandjes' heeft gekregen. ,,De meeste partijen
Innovator zitten nu rond een onderwatergewicht van 370 gram. Dat is ruim
20 gram minder dan normaal. Dit betekent niet alleen dat we minder frites uit
een kilo aardappelen kunnen halen, maar dat de frites ook minder krokant is
vanwege het lagere drogestofgehalte. Daar komt bij dat de bewaarbaarheid
van het ras her en der ook te wensen over laat. Al met al baart Innovator ons
dus best wel wat zorgen'', aldus Vrij.
De manager benadrukt overigens dat de tegenvallers voor wat betreft het
onderwatergewicht vooral bij het ras Innovator zijn te vinden. In latere rassen
als Fontane, Ramos en Markies signaleert hij (vooralsnog) minder proble-
men. Dit komt vooral omdat deze rassen zich door het drogere en warmere
weer in september nog redelijk goed hebben kunnen herstellen. Vooral de
gewassen die lang groen zijn gebleven hebben van het mooie nazomerweer
Martin vrij is manager agronomy bij Farm Frites in Oudenhoorn (z-h.). hij is on-
der meer verantwoordelijk voor de rassenkeuze, areaalplanning en pootgoed-
voorziening binnen het bedrijf. Ook zaken zoals kwaliteitszorg, duurzaamheid en
voedselveiligheid behoren tot zijn taakgebied.
geprofiteerd, zowel voor wat betreft het onderwatergewicht als de opbrengst.
Anderzijds heeft het weer in de laatste weken van augustus her en der wel
voor een wat mindere bakkleur gezorgd.
Zorgen over bewaarbaarheidZoals Vrij al eerder aankaartte, maakt hij zich zorgen over de bewaarbaarheid
van de aardappelen. ,,Door de warme herfst is het koel- en droogproces op
veel bedrijven moeizaam verlopen. We zien daardoor meer rot in de partijen
dan normaal. Extra handicap is dat veel partijen vanwege de grote oogst
ook nog eens een meter hoger dan normaal zijn ingeschuurd; dat maakt de
beheersbaarheid van probleempartijen nog lastiger. Al met al verwachten we
daarom meer bewaarproblemen dan normaal, al is het op dit moment (begin
december, red.) nog niet goed te overzien hoe een en ander zich ontwikkelt.''
Hoewel er de nodige onzekerheden in het verschiet liggen, verwacht Vrij dat
deze in de fabriek 'managable' zullen zijn. Bovendien is het niet alleen maar
kommer en kwel: ,,Vrijwel alle partijen beschikken over een prima grofte en
lengte. En dat is een prima basis om met name de belangrijke fastfoodmarkt
goed te kunnen bedienen'', zo besluit hij.
3 Aardappel Koerier
'De intensiteit waarmee de ziekte om zich heen greep was enorm'naam: klaas de boer
bedrijf: george pars graanhandel b.v.
Functie: teeltadviseur
regio: nw Friesland
Hoe ernstig is de phytophthoradreiging in uw regio geweest?
,,Bij ons in het gebied werd rond 3 juni de eerste Phytophthora gevon-
den. De daarop volgende week groeide het aantal gevallen explosief. Tot
begin juli werden er nog steeds nieuwe gevallen gevonden of gemeld.
Rond 20 mei hebben wij een eerste waarschuwing afgegeven aan onze
telers. De situatie was zeker niet onverwacht, maar de omvang is vooraf
altijd moeilijk in te schatten.
Opmerkelijk was de intensiteit waarmee de ziekte om zich heen greep.
Ook opvallend was dat sommige percelen aardappelen al kort na op-
komst besmet waren.''
Welke schade heeft de schimmel in uw regio veroorzaakt?
,,Daadwerkelijk opbrengstverlies als gevolg van Phytophthora is moeilijk
te bepalen, maar het heeft in ieder geval stengels gekost. Op de ergste
percelen was tussen 20 en 30% van het gewas aangetast.
Overigens denk ik dat de droogte - met name in juli en augustus - voor
meer opbrengstderving heeft gezorgd dan Phytophthora. Noordwest
Friesland was namelijk één van de droogste gebieden deze zomer.''
Met name begin juni ontstond er een behoorlijk hoge
phytophthoradruk. Hoe hebben telers daarop gereageerd?
,,Telers zijn gelukkig zeer snel overgegaan op een strakker spuitinterval
en sterkere middelencombinaties. Maar door de grote verschillen in
stand, als gevolg van de grote spreiding bij het poten, was de phytoph-
thorabestrijding her en der best ingewikkeld. Er zijn daarbij ook wel wat
fouten gemaakt zoals te laat beginnen, een te ruim spuitinterval of niet
de juiste middelen(combinaties). Gelukkig heeft dit maar zelden tot grote
ongelukken geleid.
Veel van onze telers hebben InFinito toegepast in combinatie met een
cymoxanil-bevattend middel. Bij het bereiken van de maximale hoe-
veelheid InFinito (6,4 l/ha per seizoen), zijn de meeste overgestapt op
Ranman® Top, mede om te zorgen voor goede knolbescherming.''
Is de knolbescherming afdoende geweest?
Ja, door de juiste middelen in te zetten was de blad- en knolbescherming
afdoende. Tijdig starten met de bespuitingen was afgelopen seizoen cru-
ciaal, met name in de tweede helft van mei en begin juni.''
Waren er afgelopen seizoen bestrijdingsstrategieën die er –
in positieve zin – uit sprongen?
,,De belangrijkste strategie was om vooral een heel strak spuitschema en
interval te hanteren.
Voor wat betreft de middelenkeuze viel ons vooral het schema met
Revus® - InFinito - Ranman® Top in positieve zin op. Veel telers hebben
eerst vier bespuitingen met Revus uitgevoerd, vervolgens drie tot vier keer
InFinito en tot slot Ranman® Top. Bij een hoge ziektedruk of aanwezig-
heid van Phytophthora, of bij het wisselen van middel was het advies om
een cymoxanil-bevattend middel toe te voegen. Deze strategie kwam er
in onze ogen als sterkste uit.''
Speelt Phytophthora op dit moment nog een rol in de be-
waring?
,,Op het moment lijkt dit - gelukkig - erg mee te vallen. Veel partijen zijn
exportwaardig.''
Is de knolbescherming afdoende geweest?
,,Telers waren zich zeer bewust van de dreiging en zijn goed met onze
adviezen omgegaan. De knolbescherming is dan ook - ondanks de zeer
zware omstandigheden - afdoende geweest. Tot nu toe zijn wij nog geen
gevallen van knolziek tegengekomen.''
Waren er afgelopen seizoen bestrijdingsstrategieën die er -
in positieve zin - uit sprongen?
,,De belangrijkste strategie was: op tijd beginnen, korte spuitintervallen
aanhouden, de juiste combinaties maken, niet te veel schakelen, niet
verslappen verderop in het seizoen én middelen gebruiken met een goede
knolbescherming. Telers die zich goed aan deze strategie hebben gehou-
den, zijn het seizoen goed doorgekomen.''
Speelt Phytophthora op dit moment nog een rol in de be-
waring?
,,Wij hebben tijdens het inschuren bij al onze klanten wel een keer aan
de band gestaan. En nergens hebben we zieke knollen gevonden. Ik
verwacht daarom ook geen problemen in de bewaring.''revus® is een geregistreerd handelsmerk van syngenta crop protection - ranman® top is een geregistreerd handelsmerk van belchim crop protection
Farm Frites verwerkt jaarlijks onge-
veer 800.000 ton aardappelen, waar-
van 300.000 ton op de locatie in
Oudenhoorn. hier worden uitsluitend
diepvriesfrites geproduceerd. De
grondstoffen voor deze fabriek komen
hoofdzakelijk uit zuid-nederland en
belgië. De belangrijkste afzetmarkt
voor de in Oudenhoorn geproduceer-
de frites is groot-brittannië.
voor de fritesproductie maakt Farm Frites gebruik van ca. tien ver-
schillende rassen. De fabriek start half juli tot begin augustus met
première (± 5% van totaal). Daarna volgen de middenvroege rassen
Felsina, Miranda en zorba (± 6% van totaal). van de hoofdoogst
vormen innovator, agria, Markies, lady anna (±44% van totaal)
de belangrijkste rassen voor de aaa producten en vormen ramos
en Fontane (±45% van totaal) de belangrijkste rassen voor de aa
producten.
Farm Frites beschikt over een eigen proefveld waarop jaarlijks een groot aantal
fritesaardappelrassen wordt geteeld. De oogst wordt in kratten opgeslagen en
gedurende het bewaarseizoen regelmatig bemonsterd en beoordeeld op kwali-
teit, onderwatergewicht en bakkleur. De resultaten dienen als ondersteuning voor
de jaarlijkse rassenkeuze.
als onderdeel van de voorbemonstering beoordeelt keurmeester jaap de
leeuw het onderwatergewicht van een partij aardappelen die nu nog ergens
in de bewaring ligt.
4 Aardappel Koerier
Kiemremming met Royal MHEen gewasbehandeling met Royal MH remt de kieming van de geoogste aardappelen, waardoor
gewichts- en kwaliteitsverlies in de bewaring wordt voorkomen. Maar het middel heeft nog meer
interessante eigenschappen. Een overzicht.
Groen en vitaal loofVoor een goede opname van Royal MH moet het loof op het moment van toepassing nog groen en vitaal zijn.
Ook moet het nog actief groeien (al vertoont het gewas vaak al wel de eerste afrijpingsverschijnselen onderin het
gewas). Het loof moet verder vrij zijn van aantasting door ziekten en plagen. Voor een goede opname moet de
periode tussen het moment van toepassen en loofvernietiging minimaal 3 weken zijn, bij voorkeur 4 à 5 weken.
Advies in consumptie- en zetmeelaardappelenVoor het tegengaan van kieming tijdens de bewaring en het verminderen van aardappelopslag in het volg-
gewas kan het beste een éénmalige gewasbehandeling worden uitgevoerd. De dosering is 5 kg per hectare
(met 350 tot 500 liter water per ha). Uitvloeiers of andere hulpstoffen zijn niet nodig. De termijn tussen de
laatste toepassing en de oogst is 21 dagen.
Minder kans op interne kieming Toepassing van Royal MH vermindert het risico op interne kieming. Met name voor gevoelige rassen zoals
Innovator is dit een belangrijke eigenschap. Bovendien heeft Royal MH geen negatieve invloed op de
opbrengst, de bakkleur, het onderwatergewicht of op de smaak.
Geen residu in de bewaringOmdat Royal MH niet wordt toegepast tijdens het inschuren of tijdens de bewaring blijft er geen residu
achter in de bewaarloods, in kisten of op transportbanden. Royal MH maakt het daarom mogelijk om poot-
aardappelen of zaden (bijv. het drogen van graszaad) te bewaren in een bewaarloods waar met Royal MH
behandelde consumptie- of zetmeelaardappelen in zijn bewaard.
ToepassingstijdstipHet beste moment van toepassing is wanneer knollen een
diameter hebben van 25 mm of meer. Deze knollen groeien
vervolgens gewoon verder uit. Knollen kleiner dan 25 mm
groeien niet verder uit. Het geschikte toepassingsmoment
is daarom alleen te bepalen met een gedegen knolbemon-
stering! Regen of beregening binnen 24 uur na toepassing,
alsmede temperaturen hoger dan 25°C kunnen de werking
verminderen.
Sterk tegen aardappelopslagToepassing van Royal MH leidt tot forse vermindering van het aan-
tal opslagplanten in het volggewas. Proeven en praktijkervaringen
geven aan dat bij gebruik van Royal MH de hoeveelheid aardappel-
opslag met 50 tot 80 procent verminderd. Aardappelopslag is een
belangrijke bron voor Phytophthora infestans, virus en uitbreiding
van verschillende aaltjespopulaties.
Werkingsduur De werkingsduur van Royal MH is afhankelijk van het ras, het
jaar van toepassing en de bewaaromstandigheden. In veel
gevallen - met name bij langere bewaring - is een aanvullende
behandeling met een ander toegelaten kiemremmingsmiddel
noodzakelijk. Maar soms kan deze ook achterwege blijven.
Inspecteer daarom met regelmaat de aardappelen op kieming.
Maleïne hydrazideRoyal MH is een product op basis van maleïne hydrazide. Deze actieve stof wordt in het gewas systemisch
neerwaarts getransporteerd en verdeeld in de aardappelknol. De celdeling wordt hierdoor gestopt, maar de
celgroei en celstrekking gaan wel door. De opbrengst blijft daardoor gewoon toenemen vanaf het moment
van toepassing.
Het middel
De voordelen
Geen schilbrand of poederschurftOmdat Royal MH al tijdens de teelt wordt toegepast, krijgen
schilbrand en poederschurft - welke kunnen optreden bij het
toepassen van producten op basis van CIPC tijdens het inschuren
- geen kans. Voor schilbrandgevoelige rassen is Royal MH een
veilige optie.
De broers Henk en Piet Veen in Steenwijkerwold (Ov.) verbouwen jaarlijks zo'n 75 hectare fritesaardappelen. Krap de helft van de oogst (ca. 1600 ton Fontane) gaat de bewaring in. Om de kieming in de hand te houden - maar ook om zonder risico's pootgoed in de schuur te kunnen bewaren - passen ze tijdens het teeltseizoen Royal MH toe.
,,Hoe ik terugkijk op teeltseizoen 2014? Om eerlijk te zijn: niet echt positief.
En dat komt niet alleen door de zeer matige aardappelprijzen. Ook het weer
heeft ons flink parten gespeeld. Half mei heeft het hier ontzettend veel gere-
gend. Een deel van de poters is daardoor in de grond verrot. Uiteindelijk is zo'n
vijf hectare verloren gegaan. Een flinke schadepost dus, terwijl het seizoen
amper was begonnen.'' Henk Veen vertelt het kort en bondig en wil er vooral
niet al te treurig over doen. ,,Zulke jaren zitten er soms tussen. Straks zijn er
weer nieuwe kansen'', zegt hij monter.
Combinatie van voordelenIn de bewaring lijkt het tot dusver gelukkig goed te gaan met de aardappelen.
Iets waar de broers direct na de oogst nog wel enige zorg over hadden. Piet:
,,Er zijn een paar kippers in gekomen die er eigenlijk niet in hadden gemoeten.
Maar het lijkt erop dat de Fontane's zich goed houden.''
De broers vertellen dat ze de partij vanaf ongeveer half december tot eind
februari in etappes aan Lamb Weston/Meijer afleveren. Om kieming tegen te
gaan passen ze tijdens het groeiseizoen Royal MH toe in het gewas. Op de
vraag waarom ze de partij niet 'gewoon' gassen, zegt Henk: ,,Dat heeft meer-
dere redenen. De eerste is dat we in onze aardappelbewaring - die nu vier
jaar oud is - ook het aangekochte pootgoed wilden kunnen neerzetten. In dat
geval kun je vanwege mogelijk kiemschade geen CIPC gebruiken. In de eerste
twee jaren na de bouw hoefden we daar nog niet over te beslissen omdat
de aardappelen toen extra vroeg weggingen en gassen niet nodig was. Maar
'De aardappelen blijven opmerkelijk rustig'in 2013 wilden we langer bewaren en hebben we, samen met onze adviseur
Gert Brommer van Agrifirm, gekozen voor Royal MH. Behalve dat het middel
onschadelijk is voor pootgoed, is het ook een prima kiemremmer, beperkt het
de bewaarverliezen met 1 à 2 procent én geeft het minder aardappelopslag in
volggewassen. Vooral die combinatie van voordelen spreekt ons erg aan.''
Royal MH geeft goede 'basisrust'Piet benadrukt dat vooral de 'basisrust' die Royal MH in de bewaring geeft
een grote plus is. ,,Omdat we de aardappelen gefaseerd uitschuren, gaan de
deuren nogal eens open en dicht. Wij hebben het idee dat Royal MH beter
met de temperatuurschommelingen overweg kan dan CIPC. De aardappelen
ademen minder en blijven opmerkelijk rustig. Van condens hebben we eigen-
lijk nooit last.''
De nevenwerking van Royal MH als opslagbestrijder in het volggewas is
ook een 'heel fijn extraatje', zo hebben beide broers het afgelopen seizoen
gemerkt. Henk: ,,we hadden een perceel bieten waar het jaar ervoor aardap-
pelen hadden gestaan. Doordat we toen Royal MH hadden gebruikt stond
er véél minder aardappelopslag dan in andere percelen. Dat heeft ons een
heleboel werk gescheeld.''
Toepassingstijdstip luistert nauwHoewel de broers ondertussen de nodige ervaring hebben met Royal MH,
blijft het vinden van het optimale toepassingstijdstip elk seizoen weer een
uitdaging. ,,Voor een goede werking van Royal MH moeten de kleinste knol-
len minimaal 25 millimeter zijn. Daarna moet het gewas nog minimaal drie
weken goed door kunnen groeien voor een goede opname van de werkzame
stof. Het gewas moet dus vitaal en goed in groei zijn. En niet te vergeten: de
eerste 24 uur na toepassing mag er geen regen vallen'', somt Henk op. Om
aan deze combinatie van voorwaarden te voldoen is regelmatig bemonsteren
en 'meteen spuiten zodra het kan' van groot belang, zo weten de broers.
In 2013 ging dat prima, maar met de onregelmatige groei van afgelopen
seizoen was het bepalen van het optimale spuitmoment best lastig. ,,Door
eerst veel regen in mei en daarna zeer droog weer in juni lag de bloei binnen
de percelen ver uit elkaar. We hebben daarom maar de gulden middenweg
bewandeld en dat is gelukkig goed gegaan. De opbrengsten waren goed en
met de kiemremming lijkt het ook goed te zitten. Komend seizoen gaan we
dus zéker weer aan de slag met Royal MH.''
henk (links) en piet veen hebben een akkerbouwbedrijf in steenwijkerwold
(Ov.). jaarlijks verbouwen ze ca. 100 hectare aardappelen, waarvan ongeveer
driekwart fritesaardappelen en een kwart zetmeelaardappelen. De fritesaardap-
pelen (Fontane, innovator en zorba) gaan naar lamb weston/Meijer.
Subliem: de béste grondbehandeling tegen Rhizoctonia
Subliem® biedt de best mogelijke bescherming tegen Rhizoctonia en heeft bovendien een goede neven-werking op zwarte spikkel en zilverschurft.
Subliem bestaat uit de werkzame stoffen pencycuron en fluoxastrobine. Beide stoffen vullen elkaar uitstekend aan
waardoor er een ongekend hoog en consistent bestrijdingsniveau van lakschurft (Rhizoctonia solani) wordt bereikt.
Behalve tegen Rhizoctonia heeft Subliem ook een goede werking tegen zwarte spikkel (Colletotrichum coccodes) en
zilverschurft (Helminthosporium solani).
ToepassingSubliem moet door middel van een rijenbehandeling bij het poten
worden toegepast. Het middel moet goed worden verdeeld door de
op te bouwen rug. De grondbehandeling met Subliem beschermt
zowel de stengels als de nieuw te vormen knollen tegen een
Rizoctonia-aantasting vanuit de grond. Na loofvernietiging wordt
de vorming van Rhizoctonia op de knollen sterk tegen gegaan.
Hierdoor kan later worden geoogst, waardoor de knollen beter af
kunnen harden.
VeiligheidSubliem is zeer veilig voor de aardappel. Tijdens het poten kunnen de aardappelen worden geraakt met de spuit-
vloeistof zonder dat dit resulteert in een opkomstvertraging.
De kracht van Subliem• Hoogste bestrijdingsniveau van Rhizoctonia
• Goede werking op zwarte spikkel en zilverschurft
• Perfecte schilkeur en hoogste netto-opbrengsten
• Veilig voor de aardappel
• Ingebouwd resistentie management
5 Aardappel Koerier
,,Als tafelaardappelteler word je afgerekend op kleur en schilkwaliteit. Daar ligt dan ook heel erg onze focus'', zegt Christiaan Reijerse uit Spijk (Gr.). Samen met zijn broer André teelt hij jaarlijks zo'n 30 hectare Annabelle voor HZPC/Landjuweel. Afgelopen seizoen waren de opbrengsten weliswaar wat minder, maar de kwaliteit uitstekend. ,,Schurft, Rhizoctonia en ook zilverschurft hebben hier nauwelijks een rol gespeeld.''
,,Normaal gesproken gaan onze tafelaardappelen pas rond nieuwjaar weg, maar nu zijn ze vanwege een aantal
supermarktacties al in oktober opgehaald. Ik vind het prima hoor, want met zo'n warme herfst worden de aardap-
pelen toch altijd wat onrustig. Nu zijn ze in topconditie afgeleverd.'' Christiaan Reijerse zegt het met zichtbaar
genoegen als we eind november samen met adviseur Herman Heslinga van ProfytoDSD de lege bewaarplaats
binnenlopen. Tafelaardappelen zijn al vele jaren de spreekwoordelijke kurk waarop het bedrijf Reijerse drijft.
De mooie, 'iets zwaardere' zavelgrond rondom het bedrijf speelt daarbij een belangrijke rol. ,,De grond geeft hier
van nature een mooie kleur op de aardappelen. Daarnaast hebben we eigenlijk nooit problemen met schurft,
Rhizoctonia en zilverschurft'', zo somt hij de voordelen op. Voor wat betreft de uitbetaling op kwaliteit zit het bedrijf
dan ook al jaren rond de 107 à 108 procent.
Aandacht voor de bodem Om de bodem 'zacht' en goed bewerkbaar te houden en daarnaast ook de schil voldoende hardheid mee te geven,
strooit Reijerse sinds een aantal jaren gips. Verder probeert hij - in samenspraak met Heslinga - het organische
stofgehalte van grond nog iets verder op te krikken. Deze ligt op dit moment al rond de 2 procent, maar zou nog
wel iets verder omhoog kunnen. ,,Daarmee hopen we vooral dat er op het eind van het groeiseizoen nog wat extra
stikstof beschikbaar is voor de aardappelen. Met name Annabelle, die toch gauw 20 knollen per plant aanmaakt,
heeft dat hard nodig om tot een goede opbrengst te komen'', zo weet de adviseur. Reijerse heeft dit het afgelopen
seizoen weer eens duidelijk ondervonden. Vanwege de droogte in juni liet de gewassen het in de eindfase wat
zitten en kwam er gemiddeld 50 ton in plaats van de gebruikelijke 60 ton per hectare vanaf. ,,Op dit punt valt dus
nog wel wat te verbeteren.''
Zilverschurft onder de duimBehalve de grond, worden ook alle teeltmaatregelen voor tafelaardappelen 'straf bij de hand genomen'. Zo teelt
het bedrijf het pootgoed voor de 30 hectare Annabelle zelf. ,,Daarmee hebben we maximaal zicht op de kwaliteit
van het uitgangsmateriaal en kunnen we naar eigen inzicht bepalen hoe we het behandelen'', aldus Reijerse.
Een belangrijke maatregel, zowel bij de pootgoedteelt als bij de tafelaardappelteelt, is een behandeling met
Moncereen Pro. Beide keren wordt het middel tijdens het nalezen over de rollenband toegepast. ,,De basis voor
een goede schilkwaliteit is schoon uitgangsmateriaal. Daar mag je gewoon niet mee gokken. Met Moncereen Pro
leg je niet alleen een prima basis om Rhizoctonia tegen te gaan, maar ook om zilverschurft en deels ook Fusarium
onder de duim te houden'', zo stelt Heslinga. Met name de goede werking tegen zilverschurft zal dit seizoen
zeker z'n vruchten afwerpen, zo verwacht de adviseur. ,,Door de warme herfst en de matige droging zijn er op
dit moment veel problemen met deze ziekte. Ik verwacht dan ook dat Moncereen Pro komend seizoen heel wat
meer aanhangers zal krijgen.''
'Geen concessies aan kleur en schilkwaliteit'
christiaan reijerse (links) heeft samen met zijn broer andré een akkerbouwbedrijf in spijk (gr.). Op 90 hectare zavel ver-
bouwen ze 30 hectare tafelaardappelen (incl. pootgoed), 40 hectare wintertarwe, 10 hectare suikerbieten en 10 hectare
uien. herman heslinga (rechts) is adviseur bij profytoDsD.
'De basis voor een goede schilkwaliteit is schoon uitgangsmateriaal’
Ontsmetten van pootgoed met vloeibare knolbehandelingsmiddelen als Moncereen Pro moet
plaatsvinden met specifieke afgeschermde toepassingsapparatuur voorzien van een schijfverne-
velaar en een rollenband. Deze manier van toepassen beperkt de interactie met de toepasser
en geeft een constante afgifte per ton pootgoed en daarmee een egale verdeling en bedekking
op en rondom de knol.
Knolbehandeling met Moncereen Pro
zien hoe een correctie toepassing met Moncereen pro plaatsvindt?
scan de Qr-code voor een filmpje!
6 Aardappel Koerier
Geert Kessel is onderzoeker plant/ziekterelaties bij Plant Research International (PRI), onderdeel van Wageningen Universiteit, en is een specialist op het gebied van Phytophthora. Kessel werkt voornamelijk aan fundamentele kennis rond de ziekteverwekker. Kennis die essen-tieel is voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van resistente aardappel-rassen. Maar ook voor het verder uitwerken van slimme bestrijdings-strategieën en een gerichte inzet van gewasbeschermingsmiddelen.
Welke les moeten we uit het afgelopen seizoen trekken?
,,Dat de marges voor 'fouten' klein zijn, omdat de schimmel agressiever is
geworden. En dat je soms toch eerder moet beginnen met spuiten dan je
denkt. Het voelt raar om in zo’n pril stadium binnen een paar dagen twee
keer te moeten spuiten. Maar het werken met preventieve middelen is nog
altijd de beste en meest milieuvriendelijke manier van gewasbescherming.
Anders loop je het hele seizoen achter de feiten aan. Tegelijk moet je vast-
stellen dat het huidige teeltsysteem niet robuust genoeg is, als we niet drie
dagen achter elkaar regen kunnen hebben. Resistente rassen kunnen helpen
om het hele teeltsysteem robuuster te maken en de afhankelijkheid van
chemie kleiner.''
Hoe snel gaat de vooruitgang bij het ontwikkelen van rassen
met betere resistenties?
,,Wij werken er op twee manieren aan: enerzijds via klassieke veredeling,
gericht op het ontwikkelen van sterke biologische rassen, anderzijds via
cisgenese, een vorm van genetische modificatie waarbij alleen gebruik wordt
gemaakt van aardappeleigen genen. Beide routes streven hetzelfde doel na
en je hebt er dezelfde kennis voor nodig. Veredeling langs de traditionele weg
kost heel veel tijd. Met het inkruisen van resistenties uit wilde varianten liften
allerlei ongewenste eigenschappen mee, die kwekers er weer uit moeten
kruisen. Uiteindelijk moet er een ras komen waar zowel boer als consument
mee uit de voeten kunnen, anders maakt het commercieel gezien geen
kans. Er zijn een paar successen geboekt, maar een groot nieuw ras heeft
het nog niet opgeleverd. Dat komt ook omdat de resistenties in de meeste
gevallen op één gen gebaseerd zijn. Zo’n resistentie wordt snel doorbroken.
Bij de aardappelen die via cisgenese resistent zijn gemaakt, zijn technisch
veel grotere stappen gezet. Het is mogelijk om meerdere resistentiegenen
(R-genen) te stapelen en deze in een bestaand ras in te bouwen. Daarmee
krijg je een veel robuustere resistentie en blijven alle andere raseigenschap-
pen in stand. Dat is een groot voordeel. We kunnen er alleen nog niks mee.
Er liggen nog teveel barrières in regelgeving en maatschappelijke acceptatie.
Aardappelhandelshuizen houden zich er verre van, zolang hun belangrijkste
afnemers geen genetisch gemodificeerde aardappelen willen.''
Kun je met klassieke verdeling op de lange termijn net zo veel
bereiken als met genetische modificatie?
,,Ja en Nee. Het is maar wat je wilt bereiken en op welke termijn. Cisgenese
is snel en het biedt de mogelijkheid robuuste, gestapelde resistenties in te
bouwen terwijl alle andere raseigenschappen behouden blijven. Je zou na
verloop van tijd zelfs een andere combinatie van R-genen in een ras kun-
nen zetten. Dat maakt zo’n resistentie nog moeilijker te doorbreken door de
ziekteverwekker. Meerdere resistentiegenen inkruisen via klassieke veredeling
is een heel lastig en tijdrovend proces. Het resulterende ras lijkt niet meer op
het uitgangsras. Dat kan gewenst zijn en een verbetering opleveren, maar dat
is tot op heden niet het geval geweest.''
Stel, we gebruiken cisgene rassen met gestapelde resistenties,
kunnen we dan zonder chemie?
,,Aanvankelijk wel. Je werpt een gigantische barrière op voor de phytopht-
horaschimmel, waar hij niet zomaar een antwoord op heeft. Waarschijnlijk
hoef je in zo’n ras in het begin helemaal niet te spuiten. Want zelfs als één
gen doorbroken is, is er nog weinig aan de hand. Pas dicht bij een echte
doorbraak - stel dat op den duur twee van de drie resistentiegenen niet
meer werken - zul je preventief moeten gaan spuiten. Dat moet je doen om
de resistentie te behouden. De resistentie is dan nog steeds absoluut, maar
hij berust dan nog maar op één gen. Dat is een te smalle basis. Toch kun
je met minder bespuitingen en een veel lagere dosering toe. Ik denk dat je
aan 20 tot 25 procent van de huidige hoeveelheid actieve stof genoeg hebt.
Samengevat: eerst ‘nee, tenzij’, dan low input.''
Als je moet spuiten, moet je dan net zo vaak spuiten als nu?
,,Je hoeft alleen nog maar onder echt hoge ziektedruk te spuiten. Je zou dus
later in het seizoen kunnen beginnen en soms een bespuiting achterwege
kunnen laten onder licht kritische omstandigheden. Grofweg denk ik dat we
op de helft van het aantal bespuitingen zouden uitkomen in een normaal
seizoen, misschien tweederde in een zwaar seizoen. Je spuit op de meest
kritische momenten om de sporen die op het blad landen geen kans te geven.
Spuiten op het juiste moment blijft echter, net als nu, de belangrijkste sleutel
tot succes. Beslissingsondersteunende systemen zullen daarom een nog
belangrijkere rol gaan spelen bij het bepalen van het juiste spuitmoment.''
Een resistentie kun je niet los zien van chemie?
“Zonder chemie raakt de resistentie snel doorbroken. Dat hebben we in de
biologische landbouw al bij meerdere rassen gezien. De gangbare landbouw
kan met behulp van een resistent ras, ook als de resistentie berust op één
gen, een heel eind opschuiven richting de biologische teelt. Daar zoek ik de
duurzaamheid in. Een combinatie van een sterke resistentie en een gerichte
inzet van chemie is beresterk.''
Een aantal resistenties zijn al doorbroken. Hoe lang kunnen we
eigenlijk vooruit met de voorraad resistentiegenen?
,,We moeten ontzettend zuinig zijn op resistentiegenen, want we hebben er
momenteel in totaal maar een stuk of twintig, afkomstig uit wilde verwan-
ten. Die zijn niet allemaal even sterk en een deel lijkt ook nog eens sterk op
elkaar. Die moeten we dus niet aan Phytophthora ten prooi gooien. Vandaar
dat preventief spuiten in een gangbare teelt en het vroeg doodmaken van
zieke biologische gewassen zo belangrijk is. De aandacht voor vroege bron-
nen, zoals afvalhopen en opslag, blijft dus ook onverminderd belangrijk. Hoe
lager de ziektedruk hoe beter beheersbaar Phytophthora is. In het geval van
cisgenese kunnen we verschillende combinaties van resistentiegenen maken.
Dat maakt zo’n resistentie duurzamer. Je kunt ze bovendien afwisselen.
Wanneer een bepaalde genencombinatie kwetsbaar blijkt te worden, zou je
een andere ‘cassette’ in een ras kunnen stoppen. Je zou zelfs mengvormen
kunnen maken; een Désirée met cassette X, een Désirée met cassette Y en
misschien nog een cassette Z. Allemaal Désirée, maar toch verschillend.
Vroeger gebeurde het mengen van rassen ook, want op die manier houdt
een resistentie langer stand.''
De gewasbeschermingsbranche brengt samen met onderzoe-
kers in Europa in kaart welke fysio’s van Phytophthora waar
actief zijn. Wat kunnen we met die kennis?
,,In Nederland doen we dat onderzoek al langer. We hebben inmiddels een
aardig beeld van de populatie. Het type Blue13 is nu de meest voorkomende
en meest agressieve variant in Nederland. Deze winter krijgen we voor het
tweede jaar monsters binnen uit heel Europa. De middelenfabrikanten helpen
en betalen mee aan dit onderzoek. Voor hen is deze informatie waardevol,
bijvoorbeeld omdat de gevoeligheid voor actieve stoffen per phytophtho-
ravariant kan verschillen. Denk aan metalaxyl (Ridomil, red.) en fluazinam
(Shirlan, red.), die hun werking deels verloren hebben. Op dezelfde manier
zou je in de toekomst ook een ras met de juiste resistentie kunnen uitzoeken
bij de meest voorkomende phytophthoravariant in een regio. Denk aan het
Désirée-voorbeeld. Over een praktische aanpak daarvan denken wij na.''
Er bestaat veel weerstand tegen het gebruik van genetische
modificatie, ook als het om cisgenese gaat. Enkele commer-
ciële firma’s hebben hun onderzoek al weggehaald uit Europa.
Blijft PRI werken aan cisgene rassen?
,,Als de markt cisgene rassen niet accepteert, dan houdt het werken aan
praktische toepassingen binnenkort op. Persoonlijk zou ik het jammer vinden,
want we hebben het gereedschap in huis om de milieubelasting van de aard-
appelteelt flink omlaag brengen.''
Tot slot: is een volledig ziektevrije aardappelteelt mogelijk?
,,Nee, dat zal nooit lukken. De ziekteverwekker is alom aanwezig, in oösporen
en in opslagplanten. En aardappelen telen blijft mensenwerk. We kunnen
hem alleen beter beheersbaar maken. Honderd procent bescherming bestaat
niet, maar 99,9 procent is zeker mogelijk.''
geert kessel, onderzoeker plant/ziekterelaties bij plant research international (pri)
‘100 procent bescherming bestaat niet, wel 99,9 procent’
het aardappelras atlantic op een proefveld van wur. De voorste planten
zijn doodgegaan aan phytophthora, de achterste zijn resistent gemaakt via
cisgenese. Foto: wur
Vervolg van voorpagina
'Combinatie van sterke resistentie en gerichte inzet van chemie is beresterk'
7 Aardappel Koerier
,,Natuurlijk, Belgische aardappeltelers kampen grotendeels met dezelfde problemen als hun Nederlandse collega's. Maar in de aanpak daarvan zijn er wel degelijk verschillen'', zegt Kürt Demeulemeester van onderzoeksinstituut Inagro in Beitem/Roeselare (België). Op verzoek van Aardappel Koerier vertelt hij welke vraagstukken op dit moment actueel zijn in de Belgische aard-appelteelt en hoe het onderzoek hierop inspeelt.
Om te beginnen: hoe is het aardappelonderzoek in België georganiseerd?
,,Het aardappelonderzoek vindt plaats op twee locaties: het Interprovinciaal Proefcentrum voor de
Aardappelteelt (PCA) in Kruishoutem en - hier - bij Inagro in Beitem/Roeselare. Het onderzoeks- en voorlich-
tingsprogramma wordt gezamenlijk uitgevoerd, waarbij er per locatie wat specialisaties zijn. Zo wordt com-
municatie en voorlichting vanuit PCA aangestuurd en worden de kwaliteitsanalyses bijvoorbeeld bijna allemaal
hier bij Inagro uitgevoerd.''
Hoe is het aardappelonderzoek gefinancierd?
,,Onze belangrijkste financiers zijn de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Zij dragen voor ruim 50 pro-
cent bij. Andere belangrijke (co)-financiers zijn de Vlaamse en Belgische overheid, middelenfabrikanten en
de telers.''
U noemt alleen Oost- en West-Vlaanderen. Dragen andere Belgische provincies niets bij?
,,Nee, alle provinciegelden voor het aardappelonderzoek komen van deze twee provincies. Dat is ook wel
enigszins logisch, want het overgrote deel van het aardappelareaal bevindt zich in Oost- en West-Vlaanderen.
Voor bijvoorbeeld de fruit- en groenteteelt nemen andere provincies weer een belangrijk deel van de finan-
ciering voor hun rekening.''
Wat zijn op dit moment belangrijke onderzoeksvraagstukken voor de aardappelteelt?
,,Een behoorlijk knelpunt is de steeds strenger wordende bemestingsnorm voor stikstof en fosfaat en de norm
voor restnitraat na de teelt. Voor veel telers ligt de maximale nitraatresidunorm voor aardappelen nu tussen 85
en 90 kilo per hectare, afhankelijk van grondsoort en regio. En die normering zal bij een nieuwe aanscherping
van het Mest Actie Plan - die inmiddels onderweg is - waarschijnlijk nog weer lager komen te liggen. Op dit
moment leveren de meeste telers nog nét niet in op opbrengst, maar de vrees is dat dit met nog strengere
normen én met de gestage omschakeling naar productievere rassen wél gaat gebeuren.''
Hoe spelen jullie hierop in met onderzoek?
,,Er lopen op dit moment meerdere proeven met rijenbemesting, kunstmestvervangers en bodemverbetering.
Daarmee hopen we praktische handvatten te vinden om de beschikbare stikstof zo efficiënt mogelijk te benut-
ten voor de teelt. We merken ook dat telers de noodzaak van deze proeven meer dan ooit onderschrijven.
Vroeger kon je een wat achterblijvende groei nog wegwerken door wat extra stikstof te geven. Nu zal het
écht anders moeten.''
Mens & Werk
Belgisch aardappelonderzoek kiest zijn eigen weg
Hoe zit het met ziekten en plagen; welk onderzoek voeren jullie daarin uit?
,,Een belangrijk item voor ons is Alternaria. Deze ziekte steekt meer en meer de kop op in België. Behalve
extremere weersomstandigheden, spelen ook de strenge bemestingsnormen de ziekte in de kaart. Hoe-
wel er ondertussen behoorlijk wat onderzoek naar deze ziekte is gedaan - onder meer in Nederland en
Duitsland - willen we er in detail nog meer van weten. Zo zijn er bijvoorbeeld nog wat tegenstrijdigheden
over de twee soorten: A. solani en A. alternata. In Nederland wordt alternata als niet pathogeen gezien,
terwijl Pools onderzoek aangeeft dat deze soort wel degelijk zelf pathogeen kan zijn in aardappelen.
Met eigen onderzoek proberen we daar wat meer de vingers achter te krijgen.''
In hoeverre werkt u samen met Nederlandse aardappelonderzoekers?
,,Er is regelmatig contact met Nederlandse collega's van onder andere PPO en HLB, maar we draaien we
toch vooral ons eigen programma. Want hoewel er voor wat betreft de aardappelteelt veel overeenkom-
sten zijn tussen beide landen, zijn er ook er duidelijke verschillen.''
Kunt u voorbeelden daarvan geven?
,,Neem de phytophthorabestrijding. Belgische aardappeltelers spuiten het liefst op safe met een volle
dosering. Nederlanders experimenteren vaker met lagere doseringen. Ook werd in het verleden in
België veel vaker mancozeb toegevoegd aan de tankmix. Dit verschil is deels te verklaren doordat het
phytophthoragevoelige Bintje hier nog steeds een zeer groot marktaandeel heeft. Maar daarnaast spelen
ook andere teeltomstandigheden en verschillen van inzicht een rol. Ook zijn blokbespuitingen in België
veel minder gangbaar dan in Nederland. Wij wisselen de middelen liever wat meer af om het gevaar van
resistentievorming zoveel mogelijk uit te sluiten.''
In de rubriek Mens & Werk laten we mensen aan het woord die zich op een bijzondere
manier inzetten of verdienstelijk maken voor hun vak (en vakgenoten). Dit jaar - 2015 -
richten we ons op onderzoeksinstellingen. Met welke thema's houden zij zich bezig? Wat
zien zij als grootste knelpunten? En: wat raakt hen persoonlijk het meest? In deze afleve-
ring: Kürt Demeulemeester, aardappelonderzoeker bij Inagro in Beitem/Roeselare (België).
'Blokbespuiting in België veel minder gangbaar'
Schoon schip met CalypsoCalypso® is een zeer breedwerkend, vloeibaar insecticide. Het bestrijdt alle luizen, inclusief de moeilijk te bestrijden wegedoorn- en vuilboomluis. Ook worden alle stadia van coloradokevers door Calypso goed bestreden.
Advies zetmeel-, consumptie- en pootaardappelenTer bestrijding van bladluizen zoals de groene perzikluis, aardappeltopluis, wegedoornluis en vuilboomluis ter
voorkoming van zuigschade. Zodra aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. Bij voorkeur veel water
gebruiken (400-600 l/ha) om voldoende indringing te krijgen in omvangrijke gewassen.
Dosering: 0,15-0,25 l per hectare.
Ter bestrijding van de coloradokever. Calypso is werkzaam op alle stadia van de coloradokever.
Bij het waarnemen van aantasting een bespuiting uitvoeren.
Dosering: 0,15 l per hectare.
De kracht van Calypso• Toegelaten in een zeer groot aantal land- en tuinbouwgewassen
• Zeer breed werkingsspectrum (o.a. luizen, kevers, wantsen en
cicaden)
• Vloeibare formulering
• Veilig voor bijen en hommels
• Goede duurwerking
• regenvast
8 Aardappel Koerier
,,Pootgoedtelers die normaal gesproken ge- wend zijn om in twee blokken te spuiten hebben het afgelopen jaar vaak ook een mid-denblok toegevoegd aan hun strategie.''
Mark ermers, teeltspecialist akkerbouw bij agrifirm plant.
,,De beste strategie was: op tijd beginnen, korte intervallen aanhouden, niet te veel schakelen, niet verslappen verderop in het seizoen én middelen gebruiken met een goede knolbescherming.''
chris boone, adviseur akkerbouw bij heyboer bv.
,,Opmerkelijk was de intensiteit waarmee de aardappelziekte om zich heen greep. Ook op- vallend was dat sommige percelen al kort na opkomst besmet waren.''
klaas de boer, teeltadviseur bij george pars graanhandel bv.
,,Natuurlijk, Belgische aardappeltelers kam-pen grotendeels met dezelfde problemen als hun Nederlandse collega's. Maar in de aanpak daarvan zijn er wel degelijk verschillen.'
kürt Demeulemeester, aardappelonderzoeker bij inagro (b.).
actievoorwaarden:Deze prijsvraag loopt van 5 januari t/m 15 februari 2015. uit de goede inzendingen worden drie prijswinnaars getrokken.
Deze prijswinnaars krijgen tussen 15 februari en 1 maart bericht. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
COLOFONconcept en realisatie:l Bayer CropScience SA-NV
vormgeving en opmaak:l Claudia Roorda
Fotografie:l Bayer CropScience SA-NV
Drukwerk:l HH Global
Dit is een uitgave van:bayer cropscience sa-nvenergieweg 1p.O. box 231nl-3640 ae Mijdrecht
Onze gebruiksadviezen, zowel mondeling als schriftelijk verstrekt, berusten op uitgebreide proefnemingen. Wij adviseren naar beste weten volgens kennis van zaken van dit ogen-blik, echter zonder daarvoor aansprakelijkheid op ons te nemen, omdat opslag/bewaring en toepassing zich aan onze controle onttrekken. Beschrijvingen van een product, resp. gegevens over de eigenschappen daarvan betekenen niet, dat verantwoordelijkheid wordt gedra-gen bij eventuele schade. Gebruik gewasbe- schermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
Stuur de ingevulde bon uit deze krant in een ongefrankeerde envelop naar:
Bayer CropScience SA-NV
T.a.v. Joniek te Giffel
Antwoordnummer 55074 - 3640 WB Mijdrecht
naam:
adres:
postcode/ plaats:
bedrijfstype/aantal hectare aardappelen:
De oplossing van de woordzoeker is:
Houdt u van lekker eten en drinken in een goed restaurant? Los dan de onderstaande woordzoeker op! Uit de goede inzendingen worden drie winnaars getrokken. Zij krijgen elk een dinerbon ter waarde van € 150.
De woorden hieronder zitten horizontaal, verticaal en diagonaal in alle richtingen in de puzzel verstopt. Ze kunnen elkaar overlappen. Zoek ze op en streep ze af. De overgebleven letters vormen achter elkaar gelezen de oplossing.
Puzzel mee en win een diner voor twee!BIET
BOER
GRAAN
INFORMEREN
KWALITEIT
LAND
LOOFDOOD
LUIS
MONCEREEN PRO
ONDERZOEK
ONKRUID
PERCEEL
PHYTOPHTHORA
PLANTEN
PLOEGEN
POEDER
PRODUCT
RHIZOCTONIA
ROOIEN
SPUITEN
TELER
UIEN
WERKEN
ZAAIEN
A H G N E T N A L P O M U ZA R A R O R D N O A O P T AP E O L A N E E N N L L I AA N G H E A D R C R O N E IS P U I T E N E I O O R T ED T K I R H R M R T F N I NI C E M V E P R C Z D E L EU U R IJ E R E O B M O G A KR D D N A L Z F T E O E W RK O P N E I U N T Y D O K EN R R T H T E I B O H L Y WO P E R C E E L S A L P M H
© www.puzzelpro.nl
A H G N E T N A L P O M U ZA R A R O R D N O A O P T AP E O L A N E E N N L L I AA N G H E A D R C R O N E IS P U I T E N E I O O R T ED T K I R H R M R T F N I NI C E M V E P R C Z D E L EU U R IJ E R E O B M O G A KR D D N A L Z F T E O E W RK O P N E I U N T Y D O K EN R R T H T E I B O H L Y WO P E R C E E L S A L P M H
© www.puzzelpro.nl
A H G N E T N A L P O M U ZA R A R O R D N O A O P T AP E O L A N E E N N L L I AA N G H E A D R C R O N E IS P U I T E N E I O O R T ED T K I R H R M R T F N I NI C E M V E P R C Z D E L EU U R IJ E R E O B M O G A KR D D N A L Z F T E O E W RK O P N E I U N T Y D O K EN R R T H T E I B O H L Y WO P E R C E E L S A L P M H
© www.puzzelpro.nl
Terug in de tijdakkrum, april 1941. een Friese boerenfamilie is bezig met het poten van een perceel bintjes. Om
snel te kunnen werken worden eerst met behulp van paardenkracht voren getrokken. Daarna
worden de poters handmatig ingelegd en toegedekt.
Foto: nationaal archief/spaarnestad photo/anp/polygoon