download plan amsterdam nieuwe wildernis

32
Amsterdam PLAN New Wilderness Restoring and interconnecting nature with English captions and summary 03 | 2014 16 24 04 Stadsnatuur Nieuwe wildernis werkt Ecologisch groenbeheer Natuur de stad in trekken Haven Amsterdam Winst door tijdelijke natuur Nieuwe wildernis Natuur verruigen en verbinden

Upload: lamdung

Post on 11-Jan-2017

242 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

AmsterdamPLANNew Wilderness Restoring and interconnecting nature with English captions and summary

03 | 2014

16 2404

Stadsnatuur Nieuwe wildernis werkt Ecologisch groenbeheer Natuur de stad in trekken

Haven Amsterdam Winst door tijdelijke natuur

Nieuwe wildernis Natuur verruigen en verbinden

Page 2: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

infographics Wat doen Amsterdammers in hun parken? / What do Amsterdam’s residents do in their parks?Bron: Grote Groenonderzoek 2013, Gemeente Amsterdam: Bureau Onderzoek en Statistiek en Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) / Infographic: Beukers Scholma

kaart In de ecologische visie, een uitwerking van de structuurvisie, staan de belangrijkste verbindingen voor de ecologische structuur. Hiermee kan de wilde fauna van Amsterdam haar leefgebied vergroten. Er zijn 180 knelpunten benoemd. Hiervan zijn er inmiddels ruim vijftig opgelost / The Ecological Vision, an elaboration of the Structural Vision, highlights the most important connections for the ecological structure, which allows the wild fauna of Amsterdam

to expand its habitat. It pinpoints 180 bottlenecks, 50 of which have been resolved already.Kaart: DRO

ecologische structuur / ecological network ecologische passage, gerealiseerd / ecological

corridor (realised) ecologische passage, nog niet gerealiseerd /

ecological corridor (planned)

24% bomen en planten kijken

appreciate trees and plants

14%dieren kijkenwatch animals

48%fietsen cycle

70%wandelen

walk

6%mediterenmeditate

Page 3: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 03

Auteurs van dit nummer

Remco DaalderSandra LangendijkGeert Timmermans

Colofon

PLAN Amsterdam is een uitgave van Gemeente Amsterdam. Het vakblad informeert over ruimtelijke thema’s, projecten en ontwikkelingen in de stad en de metropoolregio. Het verschijnt zeven keer per jaar, waarvan twee keer in het Engels. (Eind)redactie en coördinatieSandra Langendijk, Hubertine PetersVormgeving Beukers Scholma, HaarlemHoofdbeeld coverEdwin van EisKaarten en fotografie binnenwerkzie bijschriftLithografie en druk OBT-Opmeer, Den HaagVertaling Andrew May

Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van afbeeldingen of heeft u andere vragen, neem dan contact op met de redactie via [email protected] of 020 2551550.Een gratis abonnement is aan te vragen via [email protected]. Jaargang 20, nr 3, juni 2014

Ook te downloaden vanaf www.amsterdam.nl/planamsterdam

Amsterdammers genieten van de natuur. Ze gaan veel naar de parken en als ze het gevoel van ‘echt buiten’ willen ervaren dan fietsen ze de stad uit. Naar bijvoor-beeld Waterland of naar de Vecht. Dieren en planten hebben het ook naar hun zin: voor hen is de stad een natuurreservaat, een rotseiland omringd door groene gebieden. Natuur maakt een stenige stad een stuk aangenamer en is daarmee ook factor van betekenis voor de economie: groen in de buurt is een belangrijk motief bij het kiezen van een woonplek of de vestigingsplaats voor een bedrijf. Onderhouden en beschermen van deze natuur is dus belangrijk.

Maar nieuwe natuur maken kan ook! Amsterdam voegt op verschillende plekken ‘nieuwe wildernis’ toe. Op onontgonnen terreinen wordt geëxperimenteerd. Zeldzame dier- en plantensoorten zijn dol op dit soort gebieden waar nog nauwelijks iets groeit. Een van de voorbeelden die in deze Plan Amsterdam wordt beschreven is de tijdelijke natuur in de Haven. Een ander voorbeeld is Noorder IJplas waar een ‘gestuurde storm’ heeft gewoed. Door het opzettelijk kappen van grote bomen kreeg de natuur een nieuwe impuls.

Amsterdam heeft verschillende strategieën om de natuur in en om te stad te versterken. Het IJmeer, Waterland en het Amsterdamse Bos hebben al een enorme diversiteit aan dieren en zeldzame vegetatie. Maar deels zijn er ook eentonige gebieden, zoals het recreatiegebied Spaarnwoude. Daar ligt een opgave. Een tweede manier om natuurwaarden te versterken is via natuurlinten of ecologische verbindingen die ervoor zorgen dat de natuur de stad inkomt, praktisch tot aan de voordeur. In de ecologische visie van de gemeente Amsterdam is dit uitgewerkt. De visie signaleert 180 ‘knelpunten’ en geeft hiervoor oplossingen. De derde strategie is de natuur in de stad een handje te helpen. Bijvoorbeeld door ‘natuurinclusief te bouwen’: gebouwen krijgen neststenen voor mussen of gierzwaluwen. En door groene daken die zorgen voor meer diversiteit van flora en fauna.

Amsterdam is een groene stad, met een eigen natuur die hier en daar een handje wordt geholpen. Met ‘nieuwe wildernis’ als resultaat.

De redactie

Tussen oernatuur en geveltuin

1

1 De rugstreeppad, herkenbaar aan de gele streep op z’n rug, is streng beschermd via de Europese habitatrichtlijn, de Conventie van Bern en de Flora- en faunawet. In Europa gaat de soort snel achteruit. In Amsterdam is de pad op verschillende plaatsen

te vinden, waaronder in het Diemerpark en het havengebied. / The natterjack toad, which can be identified by the yellow stripe on its back, is strictly protected by the European Habitats Directive, the Berne Convention and the Flora and Fauna Act.

The species is in rapid decline across Europe, but in Amsterdam this toad can be found in various locations, including Diemerpark and the port precincts.Foto: Daan van der Elsken

Page 4: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam04

Stadsnatuurdoor Remco Daalder en Sandra Langendijk [email protected] / [email protected]

Nieuwe wildernis werkt‘De stad als natuurreservaat in een vijandige zee van groen’: dat klinkt als de omgekeerde wereld, maar voor veel dieren is dit een feit. Er is een groot verschil tussen de flora en fauna in de stad, en die daarbuiten. Deze biodiversiteit op fietsafstand – én voor de deur – wordt door Amsterdammers enorm gewaardeerd, zo blijkt onder meer uit het Grote Groenonderzoek van de gemeente. Sterker nog, er mag nog wel een schepje bovenop. Meer nieuwe wildernis – ruigere natuur-gebieden, in mindere mate beheerd door mensen en meer door dieren – maakt de stad niet alleen leuker, maar ook economisch sterker.

Op de kaarten van het landelijke Natuurnetwerk, de provinciale ecologische hoofdstructuur en de structuur-visie van Amsterdam is het goed te zien: Amsterdam is een stedelijk eiland te midden van groen. Het groene landschap loopt keurig om de stad heen. In Structuur­visie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam, waarin het stadsbestuur de plannen voor de komende jaren beschrijft, is het belang van groen voor de stads-bewoners vastgelegd. Groen in de buurt is een belang-rijk motief bij het kiezen van een woonplek of een vestigingsplaats voor een bedrijf. Amsterdam is binnen de stadsgrenzen rijk aan groen; geen Amsterdammer woont er ver vandaan. Creatieve mensen en hoger op-geleiden kiezen mede hierom voor deze stad, zo komt naar voren in verschillende onderzoeken uit gevoerd door Bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Ook wereldwijd is dit een reden om voor

bepaalde steden te kiezen, zo laten ook internationale onderzoeken zien; een demografisch gegeven dat belangrijk is voor de economie van de stad.

Amsterdammers houden van hun stadsnatuur. Uit het Grote Groenonderzoek – in 1996, 2008 en 2013 gehouden – blijkt dat vrijwel alle Amsterdammers in parken komen en dat regelmatig doen, al is het maar omdat ze onder-weg van werk naar huis een fietsroute kiezen waarbij ze een park meepikken. De belangrijkste reden om naar een park te gaan is om er te genieten van de natuur of het landschap (58 procent in 2013). Dieren zien wordt extra leuk gevonden. Een eekhoorntje, of al is het maar een halsbandparkiet; het wordt gewaardeerd. Maar ook buiten parken zijn dieren leuk: meerkoeten in de gracht hun nestje zien bouwen van voorbij drijvend plastic, takjes en lege bierblikjes. Reigers die ’s middags hun

1

2

>

1 Amsterdam is een stedelijk eiland omringd door groen. / Amsterdam is an urban island surrounded by greenery. Bron: Structuurvisie 2040, DRO

2 Een groepje vogelaars observeren de Hoeckelings-dam; nieuwe, aangelegde natuur in het IJmeer. / A group of birdwatchers observing the Hoeckelings-dam breakwater, a new tract of nature in the IJmeer lake. Foto: Martin Melchers

Page 5: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis
Page 6: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam06

3a-c Amsterdammers komen graag in hun parken. 38 procent komt er wekelijks en 22 procent van alle Amsterdammers zelfs dagelijks. / Amsterdam’s inhabitants are keen users of their parks: 38 percent visit them every week and 22 percent visit them every day.Bron: Grote Groenonderzoek, 2013 / Foto’s: Doriann Kransberg (a: Vondelpark) / Edwin van Eis (b: Oosterpark, c: Westerpark)

3a

3b 3c

Page 7: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 07

rondjes doen van de viskraam op de dagelijkse Dapper-markt naar de voedertijd bij de zeehonden en pinguïns in Artis. Ook ooievaarsparen op hun nesten op niet meer gebruikte schoorstenen zoals in Park Frankendael in het kinderspeeltuintje, kunnen altijd rekenen op een hoop menselijke aandacht.

Winst in de binnenringMaar niet alleen parken zijn belangrijk. Stadsbewoners hebben ook grote groengebieden om de stad nodig die snel bereikbaar en goed toegankelijk zijn. En waar ook wat te beleven is. Amsterdammers die van de natuur willen genieten, gaan niet met de auto naar de Veluwe. Ze fietsen de stad uit naar Waterland om daar de grutto’s en de ganzen te zien in de weilanden, langs het IJmeer naar Muiden of richting de duinen.

Om Amsterdam liggen twee ringen van natuur-gebieden. De gebieden in de buitenring behoren tot de nationale top met de duinen, de weidevogelpolders, het Vechtplassengebied met het Naardermeer, de Oost-vaarderplassen. In de binnenring kennen het IJmeer, Water- land en het Amsterdamse Bos een enorme diversiteit aan dieren en zeldzame vegetatie. Maar deels zijn er ook gebieden te vinden waar de bezoekersaantallen en de biodiversiteit tegenvallen zoals Spaarnwoude, het Twiske, stukjes van Amstelland, de Oeverlanden van de Nieuwe Meer, de Noorder IJplas. De bezoekersaantallen lopen hier dan ook terug, zo blijkt uit het laatste Grote Groenonderzoek. Gezien het belang dat Amsterdammers hechten aan groen is het de moeite waard om te onder-zoeken wat deze gebieden aantrekkelijker zou maken.

Daarnaast is het bevorderen van biodiversiteit ook een reden om zorgvuldig om te gaan met flora en fauna. Biodiversiteit – de verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen in onze omgeving – is belangrijk voor schoon water, schone lucht, bodem- en voedselveiligheid. Deze zogeheten ecosysteemdiensten worden bedreigd door de achteruitgang in biodiversiteit. Plagen, veroorzaakt door virussen, bacteriën, schimmels, dieren of planten zonder natuurlijke vijanden, kunnen dan het gevolg zijn. Er zijn Europese afspraken over biodiversiteit die de stad na moet komen. Ook is er de Habitat- en vogelrichtlijn van de Europese Unie, en uiteraard de Flora- en faunawet.

Naast het feit dat natuur in en om de stad belangrijk is voor stadsbewoners, is het bevorderen van de kwaliteit

van al het aanwezige groen dus om meerdere redenen interessant. In Amsterdam is de winst te behalen in de binnenste ring van groengebieden.

Versterken van groenDe natuurwaarden in en om de stad kunnen op drie manieren worden verhoogd. Ten eerste, het versterken van de natuur om de stad heen. Dit betekent de natuur in de buitenring op peil houden en de natuur in de binnenring versterken, beter bereikbaar maken en zorgen dat er genoeg te beleven is. De tweede manier is de omringende natuur de stad in trekken door bij-voorbeeld de ecologische verbindingen en natuurlinten in de stad te versterken, waardoor de natuur van buiten de stad, meer de stad in kan komen. En de derde manier is om de echte stadsnatuur een handje te helpen. Door de bebouwing gedijt deze goed op het rotsachtige, warme eiland dat de stad is voor deze dieren en planten, zoals gierzwaluwen of muurvarens.

Natuur om de stad: wat gaat goed?Een Amsterdams voorbeeld van hoe mensen de natuur om de stad sterker kunnen maken is het Diemerbos. Het 260 hectare grote bos met ringslangen, vossen, blauwborstjes, weidevogels, ligt aan de oostkant van Amsterdam en is onderdeel van het Nationaal Natuur Netwerk. Het Diemerbos is aangelegd tussen 1993 en 1997. Daarvoor was het een uitgestrekt poldergebied, de Gemeenschapspolder. En lang daarvoor lag er een groot moerasbos met eikenbomen. Bij de aanleg van het Diemerbos zijn oeroude boomstammen, tot drie-duizend jaar oud, in het veen gevonden. Deze veeneiken zijn gebruikt bij de inrichting van het bos: ze markeren nu her en der de paden. Onlangs is het bos uitgebreid. Ten oosten van de A9 loopt het Diemerbos door tot het Amsterdam-Rijnkanaal. In dit deel is het rustiger. Dat levert waterrijke natuur op met een moerasbos, nat grasland, ruigtes, plassen en rietland. Hier zijn bijzondere planten- en dierensoorten te vinden. In dit nieuwe deel van het bos zijn voorzieningen voor kinderen gebouwd: speelbos het Banjerbossie. Kinderen kunnen hier hutten bouwen, kliederen met zand en nieuwe dingen ontdekken. Er zijn onder meer uitkijktorens, een trek-pontje om de sloot over te steken, een kabelbaan, een wilgenkamp en een bostentoonstelling. Een combinatie dus van ruige spannende natuur en spelen.

>

‘Amsterdammers die van de natuur willen genieten, fietsen de stad uit om grutto’s en ganzen te zien in Waterland.’

Page 8: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

08

4a-d Halsbandparkieten (a) zijn van oorsprong exoten, maar inmiddels overal in de stad te spotten. Meerkoeten (b) maken de mooiste nesten van voorbijdrijvend afval. Reigers (c) zijn echte stadsbewoners die daar zijn waar eten te vinden is. De laatste jaren is er bijna elk jaar een nest ooievaars (d) in de niet meer gebruikte schoorsteen in het speeltuintje van Park Frankendael. / Ring-necked Parakeets (a) are an exotic species, but can now be spotted throughout the city. Coots (b) make the most beautiful nests from garbage that floats by. Herons

are true city-dwellers that follow the food. Over recent years a pair of storks (d) has nested on the disused chimney stack in Park Frankendael’s playground almost every year.Foto’s: Edwin van Eis (a-c) / Marjolijn Pokorny (d)

5a-e De Gaasperplas (a) is een kunstmatige recreatie-plas aan de zuidrand van Amsterdam Zuidoost. Het Twiske (b) is een typisch Noord-Hollands veenplassen-gebied in de Zaanstreek, ten noorden van Amsterdam. Dieren kijken (c) in landelijk noord. De waterleiding-duinen (d) behoren qua natuurgebied tot de nationale top. De Osdorper Binnenpolder (e) ligt aan de west-kant van Amsterdam. / Gaasperplas (a) is a man-made recreational lake on the southern edge of Amsterdam- Southeast. Het Twiske (b) is a nature area with lakes that resulted from peat extraction, a typical feature

4a 4b

4c

5a

5d

5e

5b 5c

4d

Page 9: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 09

of North Holland’s landscape, in the Zaan region to the north of Amsterdam. Animal-spotting (c) in the countryside north of Amsterdam. The Zuid-Kennemer-land dunes on the North Sea coast (d), a major source for Amsterdam’s water supply, rank among the nation’s natural treasures. Osdorper Binnenpolder (e) lies to the west of Amsterdam.Foto: Edwin van Eis (a,b,d) / Wim Molenaar (c, e)

6a-f Bontbekplevier (a) vos (b), scholekster (c), kievit (d), kleine vos (e), konijn (f). / Ringed plover (a), fox (b), oystercatcher (c), lapwing (d), Small tortoiseshell (e), rabbit (f).Foto: Edwin van Eis (c-f)

6a

6b 6c 6d

6e

6f

Page 10: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam10

Een ander voorbeeld is de Hoeckelingsdam: een 1,6 kilometer lange zanddam die tussen 2002 en 2005 voor de kust van Durgerdam is aangelegd. De bouw van de Hoeckelingsdam was onderdeel van de plan-vorming voor IJburg en is ook opgenomen in de project-begroting. Het is geheel nieuwe natuurontwikkeling die gelijktijdig is gebouwd met een nieuw deel van de stad. Inmiddels is het een goed zichtbare broedkolonie voor duizenden paren meeuwen, ganzen en sterns en een trekpleister voor natuurliefhebbers.

Gifstort wordt daktuinEen derde voorbeeld is het Diemerpark: een stadspark van zo’n negentig hectare aan de Diemerzeedijk in Amsterdam-Oost bij IJburg, dat er sinds 2004 is. Tot 1973 was het een gifstortplaats die bekend stond als één van de meest vervuilde plekken van Nederland. Bij de aanleg van het park is niet gekozen voor een volledige bodemsanering, maar is het hele gebied ingepakt in een doos van bentonietklei. Het park is dus

een soort daktuin op een gifstort. Bezoekers mogen er daarom geen gaten graven of zelfs maar tentharingen in de grond slaan. Ook bomen die hoger zijn gegroeid dan vijf meter moeten weg. Het grondwater wordt permanent weggepompt en gezuiverd; de vele putten en het zuiveringsgebouw zijn dan ook prominent in het landschap aanwezig. Deze voormalige gifstort is dus nu een industrieel ogend park, maar is ook een verbindingszone in het natuurnetwerk rond de stad met een zeer diverse flora en fauna.

Onder meer door deze voorbeelden is het besef ontstaan dat we als mensen de natuur kunnen maken die we willen. Rugstreeppadden of groene kikkers? Hangt af van de diepte van de poel. Als je een poel dieper maakt krijg je de groene kikkers. Wil je meeuwen? Dan de zandplaat kaal houden. Of aalscholvers? Doe dan vooral niks. Uiteraard stuit de mens hier op grenzen. Veen is niet maakbaar. Ook een oerbos niet. Het is dus belangrijk om de waarden van bestaande

7 De Hoeckelingsdam, gelijktijdig gebouwd met IJburg, is een goed zichtbare broedkolonie voor duizenden paren meeuwen, ganzen en sterns en een trekpleister voor natuurliefhebbers. / The Hoeckelings- dam breakwater, which was realised at the same time as IJburg, is an easily observable nesting ground for thousands of pairs of gulls, geese and sterns, an attraction for nature lovers.Foto: Edwin van Eis

7

Page 11: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 11

gebieden als het Amsterdamse Bos of Waterland te koesteren. De gemeente Amsterdam heeft jarenlange ervaring met kleinschalige en grootschalige natuur-ontwikkeling die goed zichtbare en beleefbare natuur oplevert. Deze kennis zou de stad vaker kunnen exporteren.

Natuur om de stad: wat kan beter? Maar het gaat niet overal goed. Naast de dalende bezoekerscijfers in de recreatiegebieden zijn de kosten voor het beheer te hoog. Spaarnwoude is een voor-beeld van een recreatiegebied dat beter zou kunnen. Gerard Litjens van Bureau Stroming heeft voor Recreatie Noord-Holland een aantal ideeën voor Spaarnwoude op papier gezet. Stroming is een bureau voor natuur- en landschapsontwikkeling dat werkt vanuit de visie dat mensen van de natuur in ons land moeten kunnen genieten. Daarnaast heeft het bureau veel ervaring met het reactiveren van ecologische processen, zoals natuurlijke begrazing of getijden-

dynamiek. Kostenreductie door lagere beheerkosten én een kwaliteitsimpuls via natuurontwikkeling kunnen prima samengaan bij een transformatie van Spaarn-woude, meent Stroming.

De maaimachine voorbij De ideeën van Bureau Stroming komen hier op neer. Kap om te beginnen de populieren. Daar zijn er dertig jaar geleden bij de aanleg veel van geplant. De ervaring leert dat ze binnen nu en tien jaar stuk voor stuk om zullen gaan vallen, dus liever nu ‘grootschalig kappen’, zegt Litjens. “Het natuurlijke bos dat in de ruim dertig jaar dat Spaarnwoude bestaat is ontstaan, krijgt dan de gelegenheid om zich echt te gaan ontwikkelen. De snel groeiende hoge populieren zetten namelijk nu de tweede generatie bomen op achterstand.” Volgens Litjens is 90 procent kap precies genoeg. “De bomen die achterblijven, leveren voedsel of nestgelegenheid op voor beestjes, waar andere dieren weer van profiteren, zoals spechten, uilen, vleermuizen.”

>

8a-d Het Diemerpark was tot 1973 een gifstort-plaats die bekend stond als één van de meest vervuilde van Nederland. Nu is het een belangrijke verbindingszone in het natuurnetwerk rond de stad, met zeer diverse flora en fauna; er leven zelfs vossen. / Until 1973 Diemerpark was a dump for toxic waste, renowned as one of the most contaminated in the Netherlands. Now it is an important corridor in the nature network around the city, with highly diverse flora and fauna, including foxes.Foto’s: Edwin van Eis (a) / Marjolijn Pokorny (b-d)

8a 8b-d

Page 12: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam12

Stap twee is natuurlijke begrazing. In andere recreatie-gebieden is hier al veel ervaring mee opgedaan en dit blijkt heel goed te werken. Maaimachines zijn relatief duur. Schotse hooglanders, konikpaarden of damherten zijn veel aantrekkelijker en zorgen bovendien voor een meer afwisselend landschap.

Stap drie is nadenken over de infrastructuur. Zijn de paden en de bruggen geschikt voor de komende vijftig jaar? Litjens denkt van niet. “Er liggen bruggen die zo stevig en groot zijn dat er een vrachtwagen overheen kan, terwijl er hooguit een kinderwagen overheen gaat. Andere routes, andersoortige paden; versobering, zouden veel kunnen doen voor de beleving van het gebied.”

Lol onder waterEn tot slot is stap vier het nader bekijken van de water-huishouding om zo de kwaliteit te bevorderen en ecologische processen te stimuleren. Bureau Stroming verwacht dat er verbetering mogelijk is in Spaarnwoude en de naastgelegen veenweidepolders. De doorspoeling

is op veel plaatsen namelijk niet goed. Ook is het water-peil nu heel statisch. Litjens denkt aan een waterpeil dat meebeweegt – waar mogelijk – met de seizoenen. Natuurlijke peilschommelingen leveren meer diversiteit op en dat is aantrekkelijk: ‘meer lol onder én boven water, voor planten en dieren’. Litjens: “Met het beschikbare geld een betere kwaliteit realiseren is het doel. En dat kan ook, door meer met de natuur mee te werken en er minder tegenin gaan.”

Eenzelfde insteek kan ook veel doen voor de land-bouwgebieden rond de stad. Met een meer ecologische aanpak van de landbouw kan zowel de natuur als de recreatie erop vooruit gaan.

Natuur de stad in trekkenNatuurlinten of ecologische verbindingen door de stad kunnen ervoor zorgen dat de natuur de stad inkomt, praktisch tot aan de voordeur. Een voorbeeld van zo’n natuurlint is de Ecologische Verbindingszone (EVZ) Bovendiep, een gemeenschappelijk inrichtingsplan van de gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland,

9a-e Omgevallen bomen (a) die blijven liggen leveren voedsel en nestgelegenheid op voor beestjes, waar andere dieren weer van profiteren, zoals spechten, ransuilen (b) of vleermuizen. Begrazing door dieren als Schotse hooglanders (c) is voor een natuurgebied een ecologische vorm van beheer, goedkoper dan maaien en bovendien een stuk aan-trekkelijker. Amsterdam wil de bestaande populaties vleermuizen, gierzwaluwen (d) en huismussen (e) zoveel mogelijk beschermen. / Fallen trees (a) that are left alone provide food and nesting opportunities

for insects and small animals, which other animals,such as woodpeckers, long-eared owls (b) and bats, can turn to their advantage. Grazing animals such as Highland cattle (c) provide an ecological form of management for a nature area: cheaper than mowing and much more attractive. Amsterdam wants to protect existing populations of bats, swifts (d) and house sparrows (e) wherever it can.Foto’s: Sandra Langendijk (a) / Ger Tik (b) Edwin van Eis (c, e) / Bill Ball (d) /

9a 9b 9c

9d 9e

Page 13: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 13

>

1 In de Noorder IJplas wordt letterlijk nieuwe wildernis gecreëerd door vele bomen om te duwen en hoogteverschillen te maken met de graafmachine. / New wilderness is being created around the Noorder IJplas lake by felling lots of trees and creating differences in height with an excavator.Foto: Fred Haaijen

2 Fred Haaijen, stadsecoloog van stadsdeel Amsterdam Noord. / Fred Haaijen, the Borough of Amsterdam-North’s urban ecologist.Foto: Stadsdeel Noord

Gestuurde storm

De eerste weken van maart werd natuurgebied

Noorder IJplas in Amsterdam geteisterd door

een ‘zware storm’ die honderden bomen

ontwortelde. Voor wie er nu doorheen wandelt,

ziet het eruit als een rampgebied. Maar schijn

bedriegt. Niet windkracht 12 is verantwoorde-

lijk voor de enorme schade, maar stadsecoloog

Fred Haaijen van Amsterdam Noord. In opdracht

van de gemeente Amsterdam zijn de bomen

door kraanmachinisten omgeduwd, met kluit

en al. Fred Haaijen noemt het een ‘gestuurde

storm’. Half maart ging de storm liggen; toen

begon het broedseizoen.

Het natuurgebied Noorder IJplas, onderdeel van

de Hoofdgroenstructuur, is zo’n veertig hectare

groot. Normaal gesproken laat men hier de

natuur lekker z’n gang gaan. Maar vorig jaar, in

de zomer van 2013, moest er ingegrepen worden.

De bomen waren tot aan de hoogspanningskabels

gegroeid en veroorzaakten vonkenoverslag.

Dat kan niet. Als de energietoevoer van Amsterdam

in gevaar komt, hebben de beheerders de

verplichting daar iets aan te doen.

Hans van der Lans van ecologisch adviesbureau

Ecoplan is de bedenker van de ‘gestuurde storm’

en deed dit voor het eerst in 1997 in de bossen

van Oss. Voor Fred Haaijen zeer inspirerend: de

natuur kreeg er een enorme boost door. Haaijen

legt uit: “In oerbossen is vijftig procent van het

hout dood hout. Daar leven schimmels en allerlei

beestjes in. Zangvogels bouwen er hun nesten.

Dat dode hout is heel belangrijk; het hele eco-

systeem is erop geïnspireerd.” Omdat de bomen

onder de hoogspanningskabels hoe dan ook om

moesten, besloot de gemeente de tactiek van

de gestuurde storm ook in Noord toe te passen.

Op het eerste oog is het hartverscheurend.

De boel is werkelijk omgeploegd. Overal liggen

hopen met tientallen bomen op elkaar. Maar het

heeft een doel. Haaijen: “Door stapels te maken

van zo’n tien bomen van tien jaar oud creëer je

dezelfde ecostructuur als die van een omgevallen

woudreus. Zo breng je de ecologie in een stroom-

versnelling. We maken dus van de nood een

deugd. Bomen als meidoorns, vlieren en bramen-

struweel laten we staan. Die worden niet zo hoog

en zorgen voor veel voedsel voor de vogels.

Iepen gaan meteen in de versnipperaar omdat

ze vanwege de iepenziekte een gevaar kunnen

vormen voor de iepen elders in de stad, bijvoor-

beeld op de grachten. Onder de hoogspannings-

kabels houden we het vrij door hier Schotse hoog-

landers te laten grazen. Die komen deze zomer.”

En de aanwezige natuur, hoe reageert die?

Haaijen: “In wat we gisteren hebben omgegooid,

zitten vandaag zangvogels. Die vinden het prima.

Je ziet dus dat het werkt. De grotere dieren zoals

de vossen en de haviken vonden het vast minder

leuk, maar ze zijn niet vertrokken. Al die reuring

in dat dode hout levert namelijk veel voedsel voor

ze op.” Om de Schotse hooglanders in het gebied

te houden, komen er hekken. Bezoekers waren en

zijn van harte welkom. En straks kan iedereen ook

op de fiets naar de Noorder IJplas want er komt

een nieuw wandel- en fietspad langs het IJ.

Natuurontwikkelingsfonds IJmeer (NOF-IJ) en stads-deel Oost. Het is een onderdeel van de ecologische verbindingszone van Waterland tot Muiden, een programma dat de ruige natuur langs de IJmeerkust bevordert. Met een op ecologische verbindingen toegespitst ontwerp, is er veel mogelijk om de natuur daadwerkelijk meer de stad in te trekken. De gemeente Amsterdam heeft een ecologische visie geschreven, een uitwerking van Structuurvisie Amsterdam 2040, waarin de knelpunten voor dieren in kaart zijn gebracht. Wegen bijvoorbeeld, zorgen voor versnippering van natuur-gebieden en dus voor knelpunten waardoor dieren niet verder reizen. Dit is op te lossen door ecopassages

onder of over wegen aan te leggen. Een behoorlijk aan-tal van deze knelpunten zijn inmiddels opgelost.

Natuur bevorderen in de stadMeer warmte, een rotsachtige omgeving vanwege al het steen en beton, minder wind: dat zijn de kenmerken van het stadsklimaat. En dat levert dan ook bijpassende natuur op. De stad is bijvoorbeeld een natuurreservaat voor muurplanten, mussen en gierzwaluwen.

Vóór de stadsvernieuwing leverde dat meer dan genoeg plekken op voor allerlei dieren om een prettig heenkomen te vinden. Al die krotwoningen met gaten in de zolderdaken en kapotte ruitjes werkten prima. Tegenwoordig wordt energiezuinig gebouwd, wat

1

2

Page 14: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam14

10 Doordat de huizen tegenwoordig zo goed zijn onderhouden, hebben mussen en gierzwaluwen moeite om plekken te vinden waar ze hun nest kunnen bouwen. Neststenen zijn een moderne oplossing. In IJburg is een voorbeeld te vinden van natuurinclusief bouwen. Hier zijn in een gebouw in de Eva Besnyöstraat een aantal neststenen ingemet-seld, waar gretig gebruik van wordt gemaakt door diverse vogels. / Sparrows and swifts have trouble finding spots to build their nests because houses are now maintained so well. Nesting bricks are a

modern-day solution. You can find an example of nature-inclusive development in IJburg, where several nesting bricks have been integrated into the masonry of a building in Eva Besnyöstraat. Various species of bird are taking full advantage of them. Foto’s: Anneke Blokker

11 Tijdelijke oeverzwaluwwand op het meest oostelijke puntje van Zeeburgereiland en een natuurlijke oeverzwaluwwand op IJburg. / Temporary nesting wall for sand martins at the easternmost point of Zeeburgereiland and a natural nesting bank on IJburg.Foto’s: Anneke Blokker

9

10

11

Page 15: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 15

uiteraard grote voordelen heeft voor de menselijke bewoners die er tegenwoordig een stuk warmer bij zitten. Bovendien is het veel energiezuiniger. Maar voor de andere stadsbewoners pakken deze milieuwetten minder gunstig uit want ze komen de huizen of daken niet meer in.

Bouwen met neststenenDe manier om hier iets aan te doen is natuurinclusief bouwen. Zo kunnen nieuwe gebouwen bijvoorbeeld worden voorzien van neststenen; een relatief goedkope oplossing die geschikt is voor mussen of gierzwaluwen. Bij de bouw van IJburg tien jaar geleden is dit gedaan en het is ‘één groot succes’, zegt Anneke Blokker, stads ecoloog bij Dienst Ruimtelijke Ordening. “Ook andere vogels hebben de neststenen ontdekt, zoals spreeuwen, al zijn die eigenlijk net iets te groot voor de gaatjes.” Het heeft voor de mens veel voordelen als er vleermuizen of gierzwaluwen in de stad zijn, alleen al om het feit dat een vleermuis zo’n drieduizend insecten eet op een nacht, waaronder muggen. Een gierzwaluw eet er zelfs twintigduizend op een dag. Natuurinclusief bouwen is sterk in ontwikkeling en is tegenwoordig vaak al opgenomen in het bouwbesluit.

Zonder vertragingenWaar nu over wordt nagedacht is of het mogelijk is om met natuurinclusief bouwen nog een stapje verder te gaan, vertelt Anneke Blokker. De Flora- en faunawet werkt nu vaak belemmerend bij de bouw van woningen en gebouwen. Misschien kan dat ook anders. Als er bijvoorbeeld meer plekken in de stad zouden zijn voor dieren om in te verblijven, dan zou dat gunstig kunnen zijn voor de bouw. “Als vogels ergens broeden of vleermuizen hebben een kraamkolonie in een gebouw dat eigenlijk op de lijst staat om gesloopt te worden, dan moet iedereen wachten, daar zit niks anders op. Maar stel dat er in de toekomst over de stad heen bekeken genoeg alternatieve verblijfplaatsen worden aangeboden, dan zouden na de broedperiode – als dieren naar hun winterverblijven zijn vertrokken – de bouwwerkzaamheden weer verder kunnen gaan. Daar zijn we nu over aan het nadenken. Noem het bouwen voor biodiversiteit.” Naast ecologische voordelen – de hele stad is interessant voor dieren – zou natuurinclusief bouwen dus in de toekomst ook

economische voordelen op kunnen gaan leveren doordat er geen vertragingen meer zijn in het plan-proces.

Grijs wordt groenNatuurinclusief bouwen is ook het benutten van de daken. Juist hier is veel natuurwinst te behalen. Groene daken hebben veel voordelen. Zo zorgen ze voor verkoeling in de zomer, zowel voor het gebouw als voor de stad. En houden in de winter de warmte in het gebouw vast. Groene daken bufferen regenwater en zorgen ervoor dat het riool niet overbelast raakt bij hevige regenbuien. Ook dragen groene daken bij aan de reductie van fijnstof in de lucht, zorgen ze voor meer diversiteit van flora en fauna in de stad en is het mooi. Functies combineren op daken is goed mogelijk. Van alles is te bedenken: een parkje, een kinderspeel-plaats, horeca, zonnepanelen. Of zeldzame soorten planten inzaaien, rottend hout neerleggen en prachtige natuur maken. Hier liggen ook kansen voor de energie-transitie waar Amsterdam voor staat – meer duurzame energie en minder afhankelijkheid van fossiele brand-stoffen – en het programma Amsterdam rainproof van Waternet, dat de opvang van regenwater bevordert.

Meer wildernis Kortom, het bevorderen van biodiversiteit in een metropoolregio kan in eerste instantie paradoxaal klinken, maar is het dus niet. Er is in een stad veel meer natuur dan de meeste mensen verwachten. Net als mensen, gaan dieren ook naar die plekken waar eten te vinden is en waar partners zijn om iets mee op te bouwen. Bovendien is de wereldwijde terugloop van de biodiversiteit een urgent probleem. Juist ook steden kunnen hun steentje bijdragen om te doen wat mogelijk is aan een diverse natuur. Amsterdam heeft in de ecologische visie al een groot aantal knelpunten gesignaleerd en deels al opgelost. De natuurwinst voor alle stadsbewoners – mensen, dieren en planten – is te behalen in natuurinclusief bouwen en het versterken van de ring van natuur om de stad heen en dan met name in de recreatiegebieden, vlakbij de stad.

12 Het groene dak van het stadhuis. / Amsterdam City Hall’s green roof.Foto: Edwin van Eis

Page 16: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam16

Ecologisch groenbeheerdoor Geert Timmermans [email protected]

Natuur de stad in trekkenDe structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam is de eerste met nadrukkelijke aandacht voor biodiversiteit. In de voorgaande negen was stadsgroen er vooral om het welzijn van de stadsbewoners te dienen. Dat biodiversiteit en de ecologische verbindingen nu een plek hebben in het belangrijkste planologische kader van de stad, zegt veel over de veranderde manier van denken in de afgelopen jaren.

De bij is in nood. Wereldwijd loopt het aantal bijenvolken terug. En dat is zorgwekkend want bijen zijn nodig voor de instandhouding van de verscheidenheid aan bloeiende planten en voor de bestuiving van voedsel-gewassen en fruitbomen. Behalve dat een groeiend aantal particuliere imkers zich het lot van de bij aan-trekt, genieten wilde en honingbijen ook de speciale aandacht van de Amsterdamse gemeenteraad. En niet alleen de bijen.

Op 17 februari 2011 stelde de Amsterdamse gemeenteraad Structuurvisie Amsterdam 2040: economisch sterk en duurzaam vast. Het behoud van bio-diversiteit en het creëren van ecologische verbindingen heeft hier een belangrijke plek in gekregen. In de voorgaande negen structuurplannen – de eerste was het Algemeen Uitbreidingsplan van 1934 – was er ook

aandacht voor groen, maar altijd toegespitst op het welzijn van de stadsbewoner. De ideeën hierover zijn veranderd.

Een biodiverse wereldHet bevorderen van de biodiversiteit, de verscheiden-heid aan planten en dieren, is om verschillende redenen belangrijk. Wereldwijd loopt de biodiversiteit sterk achteruit. Allerlei soorten planten en dieren sterven uit. De geologie leert ons dat dit kan leiden tot neven-effecten, die vaak niet goed kunnen worden voor-speld. Als belangrijke sleutelsoorten – planten of dieren die essentieel zijn voor het voortbestaan van een bepaalde levensgemeenschap – verdwijnen, kunnen hele ecosystemen ten gronde gaan doordat plaagorganismen, zoals virussen, schimmels, dieren of planten zonder

Page 17: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

1703 | 2014

natuurlijke vijand die schade veroorzaken, zich zonder belemmeringen uit kunnen breiden. Dat kan in onze huidige situatie ten koste gaan van de landbouw- en veeteeltproductie en van de visvangst in de oceanen. Dat zou desastreuze effecten hebben op de voedsel-voorziening van de mensheid.

Wat die belangrijke sleutelsoorten zijn, weten we vaak niet precies. Dat maakt het bewaren van de bio-diversiteit tot zo’n belangrijke zaak. Niet elke soort die uitsterft leidt tot een ecologische ramp. Maar omdat we niet exact weten welke soorten hoe dan ook behouden moeten blijven, kunnen we maar beter zoveel mogelijk soorten voor uitsterven behoeden.

Goud geldEr zijn nog meer redenen om ons druk te maken over biodiversiteit. Het zelfreinigend vermogen van de bodem en het water wordt bepaald door de organismen die erin leven. Het kost goud geld om die reiniging

geheel technisch tot stand te brengen. Veel planten – en sommige dieren – zijn belangrijke bronnen van medicijnen. En, ook erg belangrijk, wij mensen vinden het leuk om zoveel mogelijk planten en dieren te zien, zonder dat we daarvoor de hele wereld over moeten vliegen. Planten en dieren geven extra levendigheid aan onze eigen woonomgeving. Zeker als de stad die leefomgeving is; dan waarderen mensen het extra als ze planten en dieren zien. Voor een stadsbewoner vertegenwoordigt een ijsvogel in een Amsterdams stadspark meer belevingswaarde dan honderd edel-herten op de Veluwe. Dat is ook meteen de economische waarde van groen. Mensen die in steden willen wonen, blijken bewust te kiezen voor dit soort kwaliteiten. Amsterdam is gezegend met veel groen. Talent ofwel menselijk kapitaal blijft daarmee in de stad. Dit trekt vervolgens weer grote bedrijven aan: zij vestigen zich daar waar de juiste werknemers voor hun organisatie wonen. >

1a-f Als belangrijke sleutelsoorten verdwijnen, kunnen hele ecosystemen ten gronde gaan. / The disappearance of important keyspecies can under-mine entire ecosystemsa De roerdomp, een vogel die zelden voorkomt, in het Diemerpark. / The bittern, an extremely rare bird, in Diemerpark. b De schubvaren is zeer zeldzaam en wordt beschermd in Nederland. In Amsterdam komt deze plant relatief veel voor. / The rustyback fern is very rare and is protected species in the Netherlands. In Amsterdam this plant is relatively common.

c De slanke sleutelbloem komt in Zuid-Limburg vaak voor maar is in de rest van Nederland zeer zeldzaam. In Amster-dam is de plant onder meer te vinden op de Ringdijk in Oost. / The oxlip is common in South Limburg, but is very rare in the rest of the Netherlands. This plant can be found in various locations in Amsterdam.d Vogelmelk is wettelijk beschermd en komt in Amsterdam voor. / The Star-of-Bethlehem is a protected plant that is found in Amsterdam.

e De sikkelsprinkhaan komt in Nederland alleen voor in het zuiden, maar dus ook in Amsterdam. / The sickle-

bearing bush cricket is usually only found in the south of the Netherlands, but can also be found in Amsterdam.f De afgelopen decennia heeft de blauwborst in Nederland een opmerkelijke opmars gemaakt; het is een van de weinige soorten die zelfs van de Rode Lijst met beschermde soorten is geschrapt. / In recent decades the bluethroat has flourished remarkably well in the Netherlands. It is one of the few species that has actually been dropped from the Red List of Threatened Species.Foto’s: Martin Melchers (a,b) / Geert Timmermans (c,d,e) / onbekend (f)

1a 1b 1c

1d 1e 1f

Page 18: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam18

Ook is er al meer inzicht in wat de stad kan doen aan biodiversiteitsbevordering. Naast de Flora- en fauna- wet handhaven, het beheer verbeteren en leefgebieden verbinden en vergroten, is er een vierde manier: de stedenbouw zelf. Stedenbouw kan vooral veel betekenen voor de soorten die in gebouwen wonen, zoals vleermuizen. Op dit gebied zijn er twee belang-rijke trends. Enerzijds neemt het aantal soorten in Amsterdam nog altijd toe met als voorlopig hoogte-punt de kolonisatie door de slechtvalk: de snelste vogel op aarde en vijftig jaar geleden wereldwijd op de rand van uitsterven. Daarnaast neemt de kennis over een belangrijke groep gebouwbewoners, zoals de vleer-muis, de gierzwaluw en de huismus, snel toe. Steden-bouw biedt dus mogelijkheden voor de soorten die graag in steden wonen. Uiteraard leven er ook een

heleboel soorten graag buiten de steden dus de groene gebieden rond de stad moeten er ook zijn en blijven.

Nieuwe Amsterdamse ecovisieIn juli 2012 is de gemeenteraad akkoord gegaan met de ecologische visie, een uitwerking van Structuur ­ visie Amsterdam 2040. Het doel van deze visie is het verbeteren van de biodiversiteit; enerzijds om de stabiliteit van ecosystemen te behouden, anderzijds om te kunnen genieten van dieren en planten dicht bij huis. In de ecologische visie zijn drie manieren beschreven waarop de gemeente de biodiversiteit verbetert: 1 het verbinden en daarmee vergoten van het leef-

gebied; 2 het verbeteren van het beheer en de inrichting; 3 het handhaven van de Flora- en faunawet.

2 Het Kleine Loopveld, een natuurgebiedje in Buitenveldert in Amsterdam Zuid, is een ecolint. / Kleine Loopveld, a small wildlife area in Buiten-veldert in Amsterdam-South, serves as an eco- corridor.Foto: Edwin van Eis

3 In het ecolint in Amsterdam Zuid groeien ruim honderd verschillende soorten planten. / More than a hundred species of plant flourish within the eco- corridor in Amsterdam-South.Foto: Edwin van Eis

3

2

Page 19: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 19

Grab a map Knelpunten in kaart

Zien wat er aan groen gebeurt en verandert in

Amsterdam? Op de website maps.amsterdam.nl

staan er onder het kopje Groen, Natuur en Land-

bouw diverse interactieve kaarten met informatie

over bijvoorbeeld de gierzwaluw, de beschermde

flora en fauna in de stad of de muurplanten langs

de grachten.

In de ecologische visie zijn 180 knelpunten

opgespoord die de ecologische verbindingen

blokkeren. Om deze op te lossen zijn er

verschillende mogelijkheden. Soms helpt een

eekhoornbrug, andere keren is er een zoge-

naamde fauna uittreedplaats (FUP), waarmee

overzwemmende dieren die een onbegaanbare,

hoge oever bereiken toch het water uit kunnen.

Via maps.amsterdam.nl/ecop assages is te volgen

op welke manier knelpunten in de stad al zijn

opgeheven en wat nog moet gebeuren. Inmiddels

zijn er zo’n vijftig opgelost.

maps.amsterdam.nl maps.amsterdam.nl/ecopassages

Het belangrijkste accent ligt in het verbinden en vergroten van het leefgebied van dieren en planten.

In de Amsterdamse ecologische visie is op kaart aan-gegeven welke groene verbindingen essentieel zijn voor de ecologische structuur en het vergroten van het leefgebied van de wilde fauna in Amsterdam. Per groene verbinding is aangegeven welke knelpunten als barrière werken, hoe deze zijn op te lossen en voor welke dieren het moet gaan werken. In de ecologische structuur zijn 180 knelpunten onderscheiden.

Barrières opheffen Om medefinanciering los te krijgen en om knel punten aan te pakken die buiten bestaande ruimtelijke plannen vallen, is in de periode van 2012 tot en met 2014 door de gemeenteraad per jaar 200.000 euro beschikbaar gesteld om de knelpunten in de eco-logische verbindingen aan te pakken. De streefdatum voor het afronden van de Amsterdamse ecologische structuur is 2020. De Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) leidt dit project dat tot doel heeft de eco-logische verbindingen te ‘ontsnipperen’. Het geld is nadrukkelijk bedoeld als triggermoney, stimulerings-geld om de programmatische aanpak van de knel-punten met financiering van derden rond te krijgen. De aanpak bestaat uit vier stappen: 1 Door de natuurtoetsen, een verplichting die onder-

deel is van de Flora- en fauna wet, is de gemeente Amsterdam zeer precies op de hoogte van initiatie-ven in de stad.

2 De projectleider combineert deze informatiestroom met de 180 knelpunten uit de ecologische visie en selecteert wat er kan worden aangepakt zodat de betrokken wethouder besluiten kan nemen.

3 De projectleider verspreidt de kennis over de knel-punten. Daarnaast is er kennis opgedaan en ingezet

over de beleidsdoelen van grote initiatiefnemers zoals de Waterschappen, Provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten of ProRail.

4 Gezamenlijk stellen diensten en initiatiefnemers hun plannen zo bij dat ze leiden tot het oplossen van knelpunten. Tot op heden werkt deze aanpak goed. De project-

leider heeft een breed netwerk binnen het totale ambtelijke apparaat van de gemeente. Er wordt prima samengewerkt met diensten en stadsdelen en het onderwerp roept overal enthousiasme op. De beschik-baar gestelde middelen, kennis over cofinanciering, wettelijke bepalingen en een flinke dosis pragmatisme helpen hierbij. Dit heeft ertoe geleid dat een derde van de knelpunten inmiddels al is opgelost.

De door Amsterdam geformuleerde ecologische structuur werkt ook om nieuwe knelpunten te voor-komen. De aanleg van de Westrandweg is hier een voorbeeld van. Rijkswaterstaat legde de weg aan, maar planologisch was al vastgelegd dat men bij de voor-bereiding nauwgezet rekening diende te houden met de gevolgen voor de ecologie. In overleg met Rijks-waterstaat zijn dan ook tal van ecologische voorzieningen ingebouwd, zoals ecopassages.

Beheren en uitvoerenTot slot, het beheer van het groen in Amsterdam is een taak van stadsdelen en particulieren. De rol van de centrale stad is het geven van voorlichting hierover. Bij de vaststelling door de gemeenteraad van de Amsterdamse ecologische visie is besloten om de eco-logische verbindingen op een insect- en bijvriendelijke manier te beheren. Met de stadsdelen wordt in nauwe samenwerking met de centrale stad een uitwerking gemaakt voor het beheer van het openbaar groen in de parken, de plantsoenen en voor de bomen onder de naam de ‘Groene Puccini’. Hiervoor worden stadsbrede

>

Page 20: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam20

4a-g Ecopassages / Wildlife corridorsa De ecopassage over de Wethouder van Essenweg loopt dwars door het Geuzenbos. Amfibieën, grote grazers, reptielen, grote en kleine zoogdieren zoals de bunzing, kunnen nu veilig oversteken doordat de weg hier is versmald naar één rijbaan en is voorzien van een raster en een wild-rooster. / The eco-corridor across Wethouder van Essenweg crosses straight through the Geuzenbos woods. Thanks to the road being narrowed to a single carriageway and provided with a fence and a cattle grid, amphibians, large grazing animals, reptiles and mammals large and small, such as the polecat, can now cross safely.

b De Tom Schreursweg vormde een barrière tussen twee moerasgebieden. Kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen lukte het vaak niet deze weg heelhuids over te steken. De oplossing is een faunapassage. / Tom Schreursweg presented a barrier between two marshland areas. Small mammals, amphibians and reptiles often failed to cross this roadway unscathed. The solution was to create a passageway for fauna.c De Europaboulevard, de Heenvlietlaan, de Van Lijenbergh-laan, de Buitenveldertselaan en de Amstelveenseweg vormde een onoverkomelijke barrière voor de eekhoorns die van het Amstelpark naar het Amsterdamse Bos wilden gaan, en vice versa. Door de eekhoornbrug kan dat nu wel. / Europa-

boulevard, Heenvlietlaan, Van Lijenberghlaan, Buitenveldertse-laan and Amstelveenseweg presented an impassable barrier for squirrels that wanted to move between Amstelpark and the Amsterdamse Bos woodland park. The squirrel bridge has provided a solution.d Het Amsterdam-Rijnkanaal heeft een steile oever. Grote zoogdieren als herten, kleine zoog dieren of reptielen lukt het daardoor niet om de kant op te klimmen, waardoor ze verdrinken. Met een fauna uitreedplaats (FUP), lukt dat wel. / The Amsterdam-Rhine Canal has sheer banks, making it impossible for large mammals like deer, small mammals and reptiles to clamber onto the banks, so they drown. With a

4a

4b

4c

4d

4e

Page 21: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

wildlife escape ramp they can save themselves.e Het gemaal in Halfweg maakt het voor trekvissen en glasaal erg lastig om dit obstakel te passeren. Dankzij de vis-passage is dit nu wel mogelijk. / The Halfweg pumping station is a very difficult obstacle for migratory fish and juvenile eels to negotiate, but the fish ladder has provided a solution. Schetsen en foto’s ecopassages: DRO. / Foto’s dieren: R. Crispijn (a,b) / V. Kuipers (c) / Edwin van Eis (d) / Geert Timmermans (e)

5 De bloeiende spoorbermen langs de Piet Hein kade dragen bij aan het bevorderen van bio-diversiteit buiten de ecologische verbindingen. / The flower-covered railway embankments along Piet Heinkade contribute to the promotion of bio-diversity outside the ecological corridors.Foto: Geert Timmermans

6 De herfstkrokus in de Wibautstraat zijn een belangrijke voedselbron voor bijen en vlinders. / The autumn crocuses in Wibautstraat’s central reservation are an important source of food for bees and butter-flies.Foto: Geert Timmermans

56

Page 22: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam22

1 Ecologische Verbindingszone (EVZ) Bovendiep langs de Diemerzeedijk, met onder meer de Amsterdamse- brug, camping Zeeburg en de Nesciobrug. / The Bovendiep Ecological Corridor runs along the Diemen Sea Dike and includes the Amsterdam Bridge, Zeeburg Campsite and the Nescio Bridge.Illustratie: Dijk & Co Landschapsarchitectuur

2a-e EVZ Bovendiep is een 1,6 kilometer lange moerasstrook waardoor zeldzame en beschermde diersoorten als de meerkikker (b), de ringslang (c), de rivierdonderpad (d) of de watervleermuis (e) zich veilig kunnen verplaatsen tussen Zeeburgereiland en het Diemerpark. / EVZ Bovendiep is a 1.6-kilometre strip of marshland that allows rare and protected fauna, such as the marsh frog (b), grass snake (c), river bullhead (d) and Daubenton’s bat (e), to move safely between Zeeburgereiland and Diemerpark.Foto’s: Geert Timmermans (a,d) / Martin Melchers (b, c) / F. Bongers (d)Ruige natuur maken

Om de natuur langs de IJmeerkust te bevorderen,

is er strook land met ruige begroeiing in aanleg

tussen Zeeburgereiland en IJburg; de Ecologische

Verbindingszone (EVZ) Bovendiep. Dit is een

gemeenschappelijk inrichtingsplan van de

gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland,

Natuurontwikkelingsfonds IJmeer (NOF-IJ) en

stadsdeel Oost en is onderdeel van de ecologische

verbindingszone van Waterland tot Muiden.

De EVZ Bovendiep is een 1,6 kilometer lange

moerasstrook langs de Diemerzeedijk en bestaat

uit een luwtedam en een paar eilandjes met

daarachter een moeraslandschap met water- en

landriet. Deze moerasstrook zorgt ervoor dat

onder andere zeldzame en beschermde dier-

soorten zoals de ringslang, de waterspitsmuis,

de meervleermuis en rietvogels zich veilig kunnen

verplaatsen tussen het Zeeburgereiland en het

Diemerpark. Niet alleen is EVZ Bovendiep een

areaaluitbreiding van het leefgebied voor boven-

genoemde soorten, maar ook voor beschermde

vissoorten als de kleine modderkruiper en de

rivierdonderpad.

Ook de planten die in dit gebied groeien, hebben

baat bij de verbinding. Doordat ze zich gemakke-

lijker kunnen verspreiden, breidt het aantal uit en

zijn de overlevingskansen beter.

Maar dat is nog niet alles. Behalve voor de

dieren en planten, is de EVZ Bovendiep ook een

aanwinst voor de inwoners van Amsterdam en

omstreken. Deze ruige strook biedt veel mogelijk-

heden om te recreëren. Met deze EVZ heeft

Amsterdam er een bijzondere achtertuin bij

gekregen; voor liefhebbers van dieren en planten

is er veel te bekijken.

1 2a

2b 2c 2d 2e

Page 23: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 23

standaarden ontwikkeld voor het ecologisch groen-beheer. Klepelen – een grove manier van maaien – en het gebruik van chemische middelen is in gebieden die als ecologische verbindingen zijn aangewezen bijvoor-beeld niet toegestaan. Voorloper is stadsdeel Oost dat het ecologisch beheer van groene verbindingen al in de aanbestedingen voor de komende jaren heeft mee-genomen.

Buiten de aangewezen ecologische verbindingen is er natuurlijk ook veel groen in de stad zelf, zoals in geveltuinen, op groene daken of de bomen langs de straten. Om de stad aantrekkelijker te maken voor bijen

is het belangrijk om groen aan te planten wat veel nectar – het voedsel van bijen en ook vlinders – oplevert. Ook daar is in de Amsterdamse ecologische visie aan gedacht. Er is een lijst opgenomen met voorbeelden van nectarproducerende planten – straat- en parkbomen, struweel, klimbeplanting, wilde planten en bol- en knol-gewassen – die nuttig zijn voor het vergroten van het ‘draagvermogen’ van de stad voor wilde en honing-bijen en daarmee het bevorderen van de biodiversiteit buiten de ecologische verbindingen. Als bijvoorbeeld stadsdelen gebieden inrichten, kunnen de beheerders bij het kiezen van planten deze lijst raadplegen.

7a-d Het bonte zandoogje (a), de fuut (b), de kievit (c) en het klein koolwitje (d) maken onderdeel uit van de Amsterdamse biodiversiteit. / The speckled wood butterfly (a), great crested grebe (b), lapwing (c) and small cabbage white butterfly (d) are part of Amsterdam’s biodiversity.Foto: Martin Melchers (b) / Geert Timmermans (c, d)

7a 7b

7c 7d

Page 24: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam24

1

2

3

1 Westpoort is het havengebied van Amsterdam aan het IJ. Het grenst aan de natuurgebieden het Geuzenbos en de Brettenzone. / Westpoort is the area of the Port of Amsterdam on the banks of the IJ waterway. It is adjacent to the Geuzenbos and Bretten Zone nature reserves. Foto: Jaap de Wit

2 De zeldzame wilde orchidee groeit in het haven-gebied. Er zijn vele soorten vlinders te zien, waar-onder het Icarusblauwtje. / The rare wild orchid can be found growing within the port precincts. There are many species of butterfly, including the Common Blue.Foto’s: Martin Melchers

3 In speciaal aangelegde poeltjes leven de beschermde rugstreeppadden. / The protected natterjack toads live in specially dug ponds.Foto’s: Remko Barkhuis / Martin Melchers

Haven Amsterdamdoor Sandra Langendijk [email protected] meer informatie www.tijdelijkenatuur.nl / www.tijdelijke-natuur.nl / www.portofamsterdam.nl / www.havenfietsen.nl

Winst door tijdelijke natuurSinds 2009 pioniert Haven Amsterdam met tijdelijke natuur. Op braakliggende grond krijgt de natuur de kans zich te ontwikkelen. Zodra het terrein weer beschikbaar moet zijn voor ondernemen, kunnen bedrijven het weer gebruiken. Rechtszekerheid vooraf dus. Deze formule levert tot nu toe alleen maar winst op. Winst voor de planten en dieren, de bedrijven, de haven én dagjesmensen.

Lente in Amsterdam. Het contrast met de blauwe lucht kan haast niet groter zijn: metershoge bergen steenkolen worden afgewisseld door weilandjes en bermen waar, door de vroege start van de lente, behalve een keur aan lentebloemen nu al orchideeën boven de grond komen. Naast hoge bergen auto-wrakken zijn speciaal aangelegde poeltjes te vinden waar de strikt beschermde rugstreeppadden leven. Die genieten nu nog van hun winterslaap en komen pas weer tevoorschijn in het late voorjaar als het echt warm is. Voor recreanten zijn er vier fietsroutes door Haven Amsterdam, en die laten verbazingwekkend veel natuur zien. Zelfs vossen leven hier. En wie bijvoorbeeld meeuwen wil spotten, kan ze in alle soorten vinden op en in de buurt van het Afval Energie Bedrijf.

Zeldzame roofvogels In Westpoort loopt op het meest noordelijke puntje aan het Noordzeekanaal en de Afrikahaven, net voorbij kolenopslag Rietlanden Terminals, een pilot met tijdelijke natuur. Op een braakliggend terrein van acht hectare – ongeveer tien voetbalvelden – dat is bestemd voor havengebonden bedrijfsactiviteiten, krijgt de natuur

ruim baan. De pilot loopt tot het terrein definitief wordt ingericht. In Westpoort leven behalve rugstreeppadden ook andere amfibieën, zoals kikkers. Verder zijn er vele soorten vlinders te vinden, bijvoorbeeld de kleine vos, de atalanta, de dagpauw, het bruinblauwtje of het bont zandoogje dat zeldzaam was en nu toeneemt. Ook broedvogels zijn hier, zoals de ijsvogel, de oever-zwaluw, de nachtegaal en zelfs twee slechtvalkparen: elk in een schoorsteen van zowel het Afval Energie Bedrijf als de Elektriciteitscentrale. Deze roofvogel-soort is sinds de jaren zeventig bijna uitgestorven in Nederland. Bij het Afval Energie Bedrijf is de ene nest-plaats te zien vanaf de Aziëhavenweg. De andere, bij de Elektriciteitscentrale, is te zien vanaf de Jan van Riebeeckhavenweg.

Roet in het etenDe reden waarom Havenbedrijf Amsterdam mee is gaan doen met de pilot tijdelijke natuur is een heel pragmatische: ze wil er vooral geen last van hebben. De opdracht van het Havenbedrijf is immers geld verdienen en werkgelegenheid stimuleren voor de gemeente Amsterdam. Er liggen stukken grond braak

>

Page 25: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

>

Page 26: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam26

4 Voor recreanten zijn er vier fietsroutes door Haven Amsterdam met veel bezienswaardigheden. / There are four recreational cycle routes through the Port of Amsterdam with many places of interest.Kaart: Havenbedrijf Amsterdam en Geerdes Ontwerpen. havenbedrijvigheid / port-related industry uitkijkpunt / viewpoint havennatuur / nature in the port informatiebord / information board recycling / recycling

route-informatie / route information Ruigoordroute (18 km) / Ruigoord route (18 km) Westhavenroute (16 km) / Westhaven route (16 km) Hemhavenroute (12 km) / Hemhaven route (12 km) Stadhavenroute (6 km) / Stadhaven route (6 km)

5 Informatieborden geven aan wat er te zien is in de haven. / Information boards indicate the port’s noteworthy sights.Foto: Havenbedrijf Amsterdam

4

5 6

Page 27: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 27

>

6 In een schoorsteen van het Afval Energie Bedrijf broedt een slechtvalkpaar. Heel bijzonder, want deze roofvogelsoort wordt in Nederland al jaren met uitsterven bedreigd. / A pair of peregrine falcons has nested in a chimney at the Amsterdam Waste and Energy Company. This is exceptional, because this bird of prey has been on the verge of extinction in the Netherlands for many years.Foto: Edwin van Eis

7a/b In de bermen langs de auto-, fiets- en wandel-paden staan een keur van lentebloemen, waaronder de bijenorchis (a) en de wintergroen (b). / A diversity of spring flowers, including bee orchid and winter-green, flourishes in the verges alongside the roads, cycle paths and footpaths.Foto’s: Geert Timmermans

8 Pioniers- en vroege soorten planten – ook de zeldzame – vestigen zich graag op onontgonnen, net omgeploegde, zanderige terreinen waar nog nauwelijks iets groeit. De Flora- en faunawet verplicht bedrijven deze soorten met rust te laten. / Pioneer and early coloniser flora – rare varieties included – like to establish themselves at recently ploughed but still uncultivated sandy sites where little else has taken root. The Flora and Fauna Act obliges businesses to leave these species in peace.Foto: Geert Timmermans

in de haven en pionierssoorten en vroege soorten – ook de zeldzame – zijn dol op net ontgonnen terreinen waar nog nauwelijks iets groeit. Als er eenmaal zeldzame soorten voorkomen, dan zijn volgens de Flora- en fauna-wet en de Habitat- en vogelrichtlijn van de Europese Unie bedrijven verplicht deze soorten met rust te laten. Gunstig voor de natuur, maar bedrijfsmatig kan dat flink roet in het eten gooien. Voorheen losten grondeigenaren dit op door braakliggende stukken grond heel vaak te laten maaien en er flink op rond te laten rijden met tractoren. De nadelen hiervan waren dat Westpoort er nogal kaal en saai uitzag, dat de kosten best opliepen en dat bovendien alle moeite soms ook nog eens tevergeefs was. Zeldzame soorten hebben vaak maar een weekend nodig om zich ergens te vestigen.

De ontheffing voor tijdelijke natuur in de Flora- en Faunawet, biedt de mogelijkheid om tijdelijke natuur de kans te geven zich te ontwikkelen én om de ontstane natuur ook weer weg te halen. Dat weghalen moet wel gebeuren met ‘inachtneming van de zorg-plicht’: instandhouding van de soort, wat erop neer komt dat zo’n 80 tot 90 procent van de populatie verplaatst moet worden. Voor een gebied als het haventerrein is dit geen probleem, omdat er altijd wel ergens een stuk grond braak ligt.

Haven de eerste Het initiatief voor tijdelijke natuur in Haven Amsterdam kwam van buiten. In 2008 werd de haven benaderd door het Innovatienetwerk en Bureau Stroming die het

7a/b 8

Page 28: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam28

concept voor tijdelijke natuur op braakliggende terreinen ontwikkelden. Het bleek voor deze bureaus niet gemakkelijk om pioniers te vinden. Haven Amsterdam zag de grote voordelen van het concept en durfde het aan. Het havenberdrijf liet via een inventarisatie een nulsituatie opstellen waaruit bleek dat er geen beschermde soorten op dit perceel waren. Toen is er een aanvraagformulier ingevuld en ingediend bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Na flink wat discussies en a’s en b’s, begeleid door Bureau Stroming, kreeg Haven Amsterdam als eerste in Nederland de ontheffing. De toenmalige minister Gerda Verburg kwam om deze te overhandigen en het terrein te openen, samen met de toenmalige Amsterdamse wethouder Hans Gerson. Op het moment van aanvraag en verlening – respectievelijk 2008 en 2009 – was Havenbedrijf Amsterdam nog volledig onderdeel van de gemeente; per 1 april 2013 is Haven Amsterdam verzelfstandigd. Gemeentediensten hebben zelf mandaat om dergelijke vergunningen aan te vragen, dus binnen dit mandaat is het uitgevoerd.

Belangstelling groeit De Haven wilde met de ontheffing geen enkel risico lopen. Daarom vroeg het bedrijf in 2009 aan het Milieucentrum of zij de Haven voor de rechter wilde dagen om zo een uitspraak te krijgen over de juridische basis. Op een kleine aanpassing na, zag de rechter geen bezwaren. Toch is de Haven in beroep gegaan en is er nog een tweede toetsing door de Raad van State

geweest. Juridisch is de ontheffing dus volledig geborgd. Voor het overige deel van Westpoort heeft het Havenbedrijf sinds 2007 een generieke ontheffing van de Flora- en faunawet. Wel moet het Havenbedrijf compensatie- en mitigatiemaatregelen nemen om de aanwezige soorten in stand te houden.

Een ontheffing tijdelijke natuur is aan te vragen voor bedrijventerreinen en voor plekken waar de toekomstige eindbestemming vaststaat en geen natuur is. Inmiddels zijn er een kleine dertig vergunningen voor tijdelijke natuur in Nederland verleend: het is dus nog een relatief onbekend fenomeen. Maar de belang-stelling groeit, zo meldt de Haven. Ongeveer een keer per maand zijn er informatieverzoeken of bezoeken van ‘groene’ bureaus – bureaus die adviseren over activiteiten rond biodiversiteit, landschappen en ecosystemen – gemeenten of stadsdelen en bedrijven. Binnenkort veranderen de regels: niet langer het ministerie maar de provincies gaan de ontheffingen verlenen. Het is afwachten of de uniformiteit van de ontheffing dan gehandhaafd kan blijven zonder dat elke provincie zijn eigen regels toe gaat voegen.

Economische balansDe natuur op de braakliggende zandgronden aan de Afrikahaven kan nu al vijf jaar onbelemmerd zijn gang gaan. Informatieborden geven aan wat hier aan de hand is en wat er te zien is. Vijf jaar lang heeft de Haven hier nauwelijks iets aan het beheer hoeven doen, vertelt Remco Barkhuis van Haven Amsterdam, cluster Infra-

9a/b In de havenbekkens worden regelmatig nieuwe soorten waterdieren aangetroffen, vaak meegekomen via het ballastwater van de container-schepen. De Chinese wolhandkrab is hier een voor-beeld van. Vooralsnog vormen deze exoten nog geen bedreiging voor de ecologie van Amsterdam en Nederland. / New species of aquatic animals, which often arrive in the ballast water of container ships, are regularly discovered in the harbour basins. An example is the Chinese mitten crab. For the time being these exotic species represent no threat to

the ecology of Amsterdam and the Netherlands. Foto: Edwin van Eis (a) / Geert Timmermans (b)

9a 9b

Page 29: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 29

structuur en Geoinfo. Maar nu komen er bijvoorbeeld wilgenbosjes, en wilgen hebben hardnekkige wortels: niet handig voor toekomstige bedrijven. Barkhuis: “Die halen we er dus wél uit. Het gaat om de economische balans en een bos vol met wilgen, willen we niet.” Gaandeweg kreeg de Haven er al meer lol in en zijn ze de natuur zelfs hier en daar een handje gaan helpen. Zo is er een zwaluwenwand aangelegd iets ten westen van de Hempont aan het Noordzeekanaal. Zwaluwen nestelen hier en vliegen af en aan met voedsel voor hun jongen. Maar risicobeheersing en inpassing in de bedrijfsvoering blijven de codewoorden. Als bijvoor-beeld op een druk stuk bedrijventerrein door een weekend met zware regen een leuk poeltje voor rug-streeppadden is ontstaan, dan maakt de Haven op een veilige plek verderop een nog interessanter poeltje zodat de padden daar naar toe gaan. En om te voor-komen dat golfslag van schepen en wind de oevers van de Madagascarhaven aantasten en Ruigoord onder water loopt, zijn op de oevers blokken natuursteen geplaatst. Om de golven te breken, is aan de zuidkant vijf meter uit de oever een extra rug stortsteen aan-gebracht. Tussen deze rug en de oever is een stukje rustig en ondiep water ontstaan: een paaiplaats voor vissen. Sowieso doen de waterdieren het hier goed. In de havenbekkens worden regelmatig nieuwe soorten aangetroffen, vaak meegekomen via het ballastwater van de containerschepen. Na de penseelkrab, de Chinese wolhandkrab en Bache’s knotsklokje (een kwalletje) is nu in de oever van het tijdelijke natuur -

t errein aan de Afrikahaven ook de blaasjeskrab gesignaleerd. Tijdelijke strandjes bij afgeslagen oevers bieden ruimte aan deze soorten. In de Amerikahaven is bij de periodieke visinventarisatie een behoorlijke snoek gevangen en weer teruggezet. Ook zwemt hier soms een zeehond, die in IJmuiden bij de sluizen met de zeeschepen is meegekomen.

Wennen aan al dat mooisEr zijn eigenlijk geen nadelen, aldus Barkhuis, alleen maar winst. Voor de natuur; want met name pioniers- en vroege soorten gebruiken de tijdelijke natuur om de soort te versterken en gaan daarna verder naar nieuwe gebieden. En ook voor het havenbedrijf want de beheerkosten zijn veel lager. Daarnaast ziet het gebied er interessanter en vriendelijker uit, wat prettig is voor de vele werknemers in het gebied. Op de fiets naar het werk komen is een stuk leuker geworden, en scheelt weer file want openbaar vervoer is hier niet. Barkhuis: “Het is economisch aantrekkelijk om de mensen die hier werken positief te horen praten over je gebied. Anders gaan ze zodra ze de kans krijgen ergens anders werken.” Nou ja, misschien dan toch één nadeel: mensen wennen zo snel aan al dat moois. En die is er slechts tijdelijk. Barkhuis geeft daarom tot slot nog een tip voor iedereen die hiermee aan de slag wil: wees heel duidelijk over de tijdelijkheid. “Zet een groot informatie-bord neer, plaats het in krant; alles om er geen twijfel over te laten bestaan dat het er misschien wel voor tien jaar, maar uiteindelijk toch echt tijdelijk is.”

10 Haven Amsterdam kreeg als eerste in Nederland een ontheffing op de Flora- en faunawet voor tijdelijke natuur: de natuur kan onbelemmerd haar gang gaan op braakliggende terreinen, zoals hier in het gebied met de tijdelijke natuur waar een nest van de kleine plevier is gevonden. Als de grond weer nodig is voor bedrijfsmatige doeleinden, mag het Havenbedrijf de ontstane natuur – na het broedseizoen – verplaatsen naar een terrein elders in het gebied. / The Port of Amsterdam was one of the first organisations in the Netherlands to be granted an exemption to the Flora

and Fauna Act for temporary nature: the nature can develop undisturbed on fallow terrain, like this Little Ringed Plover’s nest that was found in an area with temporary nature. When the land is needed for business purposes, the port authorities can relocate the nature that has developed to a site elsewhere within its precincts.Foto: Geert Timmermans

11 Fietspad door Westpoort met links het Gemaal Halfweg en de vispassage en in de verte steenkolen-overslag. / Cycle route through Westpoort with Halfweg Pumping Station and a fish ladder to the left and a coal transhipment facility in the distance. Foto: Edwin van Eis

10 11

Page 30: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

PLANAmsterdam30

Summary

For animals and plants Amsterdam is a nature reserve: a stony island surrounded by expanses of greenery. The people of Amsterdam greatly appreciate this bio-diversity within cycling distance – as well as on their doorsteps. This appreciation has been documented in the City Council’s ‘Big Greenery Survey’ (Grote Groenonder-zoek: 1996, 2008 and 2014). The many plants and animals make the city pleasant and are therefore a significant economic factor.

The proximity of nature is an important incentive when choosing where to live or establish a business, so maintaining and protecting this nature is highly worthwhile. One approach that can be highly effective is ‘creating’ extra nature: introducing new wildernesses to the city. Amsterdam has been gaining experience with ongoing ‘new nature’ experiments at locations such as Noorder IJplas – a brackish lake in a former polder – and within the Port of Amsterdam.

A helping hand for natureThe natural assets in and around the city are important and can be enhanced in various ways, in the first place by bolstering the nature around the city. Amsterdam is surrounded by two rings of scenic areas. Those in the outer ring rank amongst the country’s natural treasures: the coastal dunes, the polders that attract meadow birds, the Vechtplassen lakeland area including the Naardermeer lake, and the Oostvaarder-plassen lakeland area. Within the inner ring, the IJmeer lake, Waterland polders and Amsterdamse Bos woodland park boast a huge diversity of animals and rare vegetation. However, there are also monotone areas, such as the Spaarnwoude recreation area. Successful examples of sites where human intervention has increased the diversity of plants include Diemerpark and the Hoeckel-ingsdam breakwater. Ideas to enhance the appeal of Spaarnwoude have been outlined on paper.

Another means of enhancing natural assets is to draw nature into the city via

‘nature ribbons’ or ecological corridors – right up to people’s doorsteps. The City of Amsterdam’s Ecological Vision elaborates this further and proposes solutions for sticking points. It is also important to foster nature within the city itself. ‘Nature-inclusive construction’, such as providing ‘nesting bricks’ for sparrows or swifts, is one option. Utilising rooftops in the city can also be very effective, given that green roofs sustain a diversity of flora and fauna while also serving as a buffer for rainwater.

Amsterdam’s Ecological VisionThe city’s Structural Vision, Amsterdam 2040: Economically strong and sustainable (2011), devotes special attention to biodiversity, exemplifying the shift in mentality over recent years. Boosting the diversity of flora and fauna is important for various reasons. The disappearance of important key species – plants or animals essential to the survival of a particular biotic community – can undermine entire ecosystems, because pests – damaging viruses, bacteria, fungi, animals or plants without natural predators – are then able to proliferate. Biodiversity is also important because of the organisms that affect the self-cleansing capacity of soil and water. Moreover, many plants provide key ingredients for medicines.

The goal of the Ecological Vision (2012) – an elaboration of the aforementioned Structural Vision – is to augment biodiversity, for which there are three strategies: the first and most important is to interconnect and thus expand the habitat of animals and plants; the second is the improvement of the management and layout of green space; the third is enforcement of the Flora and Fauna Act.

The Ecological Vision maps out the green corridors that are vital to Amsterdam’s ecological structure and the expansion of habitats for wild animals (see page 2). The report proposes solutions for each of the 180 bottlenecks and specifies the fauna that will profit from these interventions. It is also important to manage the areas outside the ecological corridors in an insect- and

bee-friendly manner, for example ensuring that there is sufficient nectar through the stewardship of public greenery, whether parks, gardens or trees. The target date for the implementation of Amsterdam’s Ecological Vision is 2020.

Creating natureThe Port of Amsterdam has been a pioneer in temporary nature since 2009. In Westpoort there is an undeveloped eight-hectare site – the area of ten football pitches – that is ultimately intended for port-related business activities. The species currently found there include natterjack toads, butterflies, breeding birds, foxes and even two pairs of peregrine falcons.

The reasons for participating in the tem-porary nature pilot scheme were pragmatic: there is fallow land within the port precincts and recently cleared terrain is ideal for pioneer and early coloniser species – rare ones included. However, the Flora and Fauna Act and the European Union’s Habitats and Birds Directives require that protected species are left undisturbed once they are established, which is great for nature but can throw a spanner in the works when it comes to industrial use.

The Port of Amsterdam was the first organisation to gain an exemption from the Flora and Fauna Act and could therefore allow temporary nature to flourish there. These sites can be used for industrial or business purposes when required, so long as compensatory fallow land is allotted elsewhere within the port precincts. Since then almost thirty such permits have been granted in the Netherlands, and interest continues to grow. The port’s experience with the temporary nature exemption has been wholly positive: for nature, because pioneer and early coloniser species have the opportunity to proliferate; for the port, as management costs are much lower; and for the many employees in the area, because it now looks much more interesting and friendly, which also makes it attractive for recreational visitors.

New Wilderness Restoring and interconnecting nature

Page 31: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

03 | 2014 31

PLANAmsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening Gemeente Amsterdam en is te downloaden vanaf www.amsterdam.nl/planamsterdam

Auteurs van dit nummer

Remco Daalder (1960)– Werkt ruim tien jaar bij Dienst Ruimtelijke Ordening– Was projectleider van Structuurvisie Amsterdam 2040 en is nu waarnemend

teamhoofd van het Beleidsteam Stad– Was daarvoor ruim zes jaar werkzaam bij het Amsterdamse Bos– Is afgestudeerd als plantenecoloog– Schreef zes boeken over stadsnatuur waarvan de laatste, De gierzwaluw,

in april 2014 verscheen.

Sandra Langendijk (1971)– Werkt bijna zes jaar voor de gemeente Amsterdam– Studeerde af als politicoloog en journalist– Is sinds 2008 betrokken bij Plan Amsterdam als redacteur en eindredacteur – Was (mede-)eindredacteur van Structuurvisie Amsterdam 2040 en enkele

uitwerkingen hiervan, zoals de windvisie, de zonvisie en het strategisch plan.– Werkte ook mee aan diverse andere publicaties van DRO waaronder Rails;

43 Jaar werken aan het spoor in Amsterdam en Stop; 100 jaar verkeer regelen in Amsterdam

Geert Timmermans (1956)– Is sinds 2000 werkzaam bij de DRO als hoofdontwerper en ecoloog– Studeerde Tuin- en Landschapsarchitectuur aan de RHSTL in Boskoop en

fysische geografie aan de Rijksuniversiteit Utrecht– Werkte als projectleider aan projecten als IJdijken, Geuzenbos, Toekomst

Amstelland en de Amsterdamse Gedragscode Flora- en faunawet – Werkt nu aan de uitwerking van de ecologische visie, de Groene Puccini-

methode en Diemerbos– Schreef boeken over stadsnatuur zoals Haring in het IJ, de Wilde stad en

Vogelen in Amsterdam

2

1

1 In de binnenstad van Amsterdam is veel groen te vinden / There is plenty of greenery in the centre of Amsterdam.Foto: Fotobank Amsterdam

2 Klaprozen in de haven. Deze bloem is een echte pioniersplant, die vooral voor komt op droge, zanderige grond. De bloem levert hoogwaardig stuifmeel voor bijvoorbeeld honingbijen. / Poppies in the port. This flower is a true pioneer species that is primarily found on dry, sandy soil. It provides high-quality pollen for insects such as honeybees. Foto: Edwin van Eis

Page 32: Download Plan Amsterdam Nieuwe wildernis

Stadsbeeld 03/14Dynamische stadsstraat

Stedelijk leven, werken en recreëren vlakbij de A10 Deze afbeelding toont hoe de Jan Evertsenstraat, ter hoogte van het Lucas Andreas Ziekenhuis, er in de toekomst uit zou kunnen zien. We kijken hier vanaf de Ringweg in de richting van het Ringspoor; links de zogeheten ‘Knijtijzerpanden’en rechts het ziekenhuisterrein. De foto toont de huidige situatie.De Jan Evertsenstraat maakt deel uit van een lange, doorgaande route die loopt van de Dam tot aan de Sloterplas. Het meest westelijke deel, tussen de Orteliuskade en de plas, biedt talloze mogelijkheden. Er zouden veel meer mensen dan nu kunnen wonen,

werken, studeren en verblijven. De stadsdelen West en Nieuw-West hebben samen met Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) gewerkt aan een Perspectief op de Jan Evertsenstraat en de aanliggende gebieden in de Ringzone-West. Dit perspectief is op 5 maart 2014 aangeboden aan de wethouder Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam, Maarten van Poelgeest. De toekomst is begonnen.

Koos van Zanen, [email protected]

Beeld: Tim Nagtegaal