sethnachte een nazaat van ramses ii? (in dutch)

16
Prins Setepenra in de processie van konings- zonen in de Luxortem- pel. Detail van afb. 7. Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? Over de regering van de eerste farao van de 20 e dynastie, Sethnachte (afb. 1), is slechts beperkt informatie beschikbaar. Een handvol bronnen geven inzicht in de ongeveer vier jaar dat Sethnachte farao was. Over zijn af- komst wordt in geen van deze bronnen duidelijkheid verschaft. Is het mogelijk om op basis van andere bronnen meer te weten te komen over de afkomst van Sethnachte? De opvolging van de laatste koningen van de 19 e dynastie verliep pro- blematisch. In zijn zesde regeringsjaar overleed Seti ii zonder directe mannelijke opvolger. Door toedoen van de kanselier Bay werd Seti ii opgevolgd door Siptah, wiens afkomst niet vastligt. 1 De regering van Siptah stond onder zeer grote invloed van de kanselier Bay en van Tawosret, de grote koninklijke echtgenote van Seti ii, die als regente van Siptah fungeerde. 186 Patrick van Gils Was Sethnachte een nazaat van Ramses ii? Een poging om de af- komst van Sethnachte, de eerste farao van de 20 e dynastie, vast te stellen. Ta-Mery 2013

Upload: independent

Post on 01-Mar-2023

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Prins Setepenra in de

processie van konings-

zonen in de Luxortem-

pel. Detail van afb. 7.

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii?

Over de regering van de eerste farao van de 20e dynastie, Sethnachte (afb. 1), is slechts beperkt informatie beschikbaar. Een handvol bronnen geven inzicht in de ongeveer vier jaar dat Sethnachte farao was. Over zijn af-komst wordt in geen van deze bronnen duidelijkheid verschaft. Is het mogelijk om op basis van andere bronnen meer te weten te komen over de afkomst van Sethnachte? De opvolging van de laatste koningen van de 19e dynastie verliep pro-blematisch. In zijn zesde regeringsjaar overleed Seti ii zonder directe mannelijke opvolger. Door toedoen van de kanselier Bay werd Seti ii opgevolgd door Siptah, wiens afkomst niet vastligt.1 De regering van Siptah stond onder zeer grote invloed van de kanselier Bay en van Tawosret, de grote koninklijke echtgenote van Seti ii, die als regente van Siptah fungeerde.

186

Patrick van Gils

Was Sethnachte een nazaat van

Ramses ii? Een poging om de af-

komst van Sethnachte, de eerste

farao van de 20e dynastie, vast te

stellen.

Ta-Mery 2013

Afb. 1 Sethnachte in

kv14. Foto: Patrick

van Gils.

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 187

Na het overlijden van Siptah in zijn zesde regeringsjaar was het Tawosret die de macht in handen kreeg.2 Tawosret usurpeerde de regeringsjaren van Siptah en regeerde in ieder geval nog twee jaar.3 Na haar overlijden werd zij opgevolgd door Sethnachte, de stichter van de 20e dynastie.

De troonsbestijging van SethnachteTwee bronnen, de Grote Papyrus Harris4 en de Elefantine-stèle van Seth-nachte,5 geven inzicht in de situatie voorafgaand aan de regering van Sethnachte en de omstandigheden rondom zijn troonsbestijging. De Papyrus Harris (afb. 2) werd in 1855 door lokale bewoners gevonden in een rotsgraf in de omgeving van Deir el-Medina. De papyrus werd in datzelfde jaar door de Britse antiquair Anthony Charles Harris aangekocht. Vanaf 1872 maakt de papyrus deel uit van de collectie van het British Museum in Londen. De 42 meter lange papyrus bestaat uit een omvangrijke opsomming van giften aan, en uitbreidingen van tem-pels door Ramses iii. Het laatste deel van de papyrus verhaalt over gebeurtenis-sen uit de regering van Ramses iii en over de chaotische situatie waarin Egypte zich voor de troons-bestijging van Sethnachte bevond:

‘… Het land van Egypte was omvergeworpen, elke man was uit zijn recht gegooid. Ze hadden geen leider voor vele jaren. Het land van Egypte was in de handen van leiders en heersers van dorpen. Een doodde zijn buurman, groot en klein. Yursa, de Syriër, was onder hen als leider. Hij plaatste het hele land onder tribuut voor hem, hij plunderde hun bezittingen. Zij maakten de goden als mensen en er werden geen offerandes in de tempels aan-geboden.’ 6

Afb. 2 De Grote Pa-

pyrus Harris (recto).

British Museum ea

9999,76. © The

Trustees of the British

Museum.

Volgens de tekst was het Sethnachte die de orde in Egypte herstelde:

‘… hij (Sethnachte) plaatste orde in het gehele land dat opstandig was ge-weest, hij versloeg rebellen die waren in het land van Egypte, hij zuiverde de grote troon van Egypte. Hij was heerser (leven, voorspoed, gezondheid) op de troon van Atoem. [...] [H]ij vestigde tempels met het bezit van goddelijke of-fers, om aan te bieden aan de goden volgens hun gebruikelijke bepalingen.’ 7

De Elefantine-stèle van Sethnachte werd in 1973 op het eiland Elefan-tine bij Aswan gevonden.8 Haar tekst beschrijft de troonsbestijging van Sethnachte aan het einde van een niet nader beschreven conflict, en geeft vanaf regel 4 inzicht in de situatie waarin Egypte zich voor de troonsbestijging van Sethnachte bevond:

‘… Ra vormde zijn beeld in gelijkenis aan hem, zijn lichaam zijnde het beeld van Atoem. De grote Enneade was blij met zijn plannen, want dit land was in verwarring, Egypte was vervallen in het verwaarlozen van god […].’

Vanaf regel 9 wordt de uitkomst van een conflict beschreven:

‘… De onruststokers voor hem, na diens angst hun harten genomen had, zij vluchtten weg zoals zwermen kleine vogels met een valk achter hen; terwijl zij achterlieten het goud, zilver en /// van Egypte (Ta-Mery). Zij hadden

188 Ta-Mery 2013

deze betaald aan de Aziaten van de leiders van Egypte om hen aan te trekken als strijders. Hun plannen faalden en hun beloftes waren gestrand ///.’

De overwinning van Sethnachte wordt vanaf regel 15 beschreven:

‘… Regeringsjaar 2, tweede maand van Sjemoe, dag 10, er waren geen tegen-standers tegen Zijne Majesteit in elk land, hun meesters kwamen om te zeg-gen tegen Zijne Majesteit: “Uw hart is vreugdevol, Heer van dit land! Dat wat de god voorspelde, is gebeurd! Uw vijanden, zij zijn niet langer op aarde. Er is geen macht van een leger of van strijdwagens behalve die van uw vader Seth!”’

Uit de twee passages wordt duidelijk dat Sethnachte een militaire over-winning had weten te behalen.9 In regel 18 is te lezen hoe, na de over-winning van Sethnachte op zijn niet nader benoemde vijanden, de rust in Egypte terugkeerde:

‘… Alle tempels zijn open en offerandes worden bereid om de magazijnen binnen te gaan.’

Het beeld dat aan de hand van de Papyrus Harris en de Elefantine-stèle van de periode voor de troonsbestijging van Sethnachte ontstaat, is dat van een chaotische, onrustige en gewelddadige periode. Met de overwinning van Sethnachte kwam er een einde aan deze chaos en werd de orde hersteld. Dit geschetste beeld wordt versterkt door een stèle van de Hogepriester van Amon, Bakenchons.10 Deze stèle werd op 11 december 2006 tijdens opgravingswerkzaamheden aan de sfinxenallee in Luxor gevonden. De kwartsieten stèle lag op slechts een halve meter diepte begraven, met de voorzijde naar beneden. De stèle is afkomstig uit het vierde regerings-jaar van Sethnachte en bevat het verslag van Bakenchons, die restauratie-werkzaamheden verrichtte aan omgevallen en beschadigde beelden in de tempel van Karnak: ‘… Welnu, nadat hij (Bakenchons) gezien had dat de afbeeldingen van de geprezenen en de beelden van de voorvaderen, de beelden van de edele konin-gen, vervallen zijn in een staat van kapot/vernietigd zijn in het hof van de poorten van het voorhof van de tempel, door de handen van de arme mensen, gevallen op hun voorzijden. Daarop verzamelde hij ze alle bij elkaar en hij maakte hun vernieuwing en hij zorgde dat elk misdadig ding dat hen was overkomen, was alsof het nooit gebeurd was en hij zorgde dat zij getranspor-teerd werden en richtte hen op in het grote stenen festivalhof waarin de gods-offers voor Amon geplaatst werden.’11

De oorzaak van de beschadigingen worden in de tekst niet genoemd, maar een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen liggen in de chaotische en gewelddadige situatie waarin Egypte zich vlak voor of tijdens de strijd om de troon bevonden had. Deze situatie wordt beschreven in zowel de Papyrus Harris als de Elefantine-stèle.

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 189

190 Ta-Mery 2013

Op basis van die laatste is vast te stellen dat Sethnachte met behulp van militaire middelen de macht wist te veroveren. Dat hij over die middelen kon beschikken, is een reden om aan te nemen dat Sethnachte een in-vloedrijk persoon geweest moet zijn. Een mogelijke aanwijzing voor de positie die Sethnachte bekleedde, is afkomstig van een hiëratische tekst op een funderingsblok van de dodentempel van Tawosret in Luxor. Het Tausret Temple Project van de Universiteit van Arizona is sinds 2004 actief met het opgraven en in kaart brengen van de restanten van deze tempel.12 De hiëratische tekst op een van de funderingsblokken leest (in hiërogliefen weergegeven):

rnp.t-sp 8 Abd 1 Smw sw 24 […] an mi 4tX-nxt‘Regeringsjaar 8, eerste maand van Sjemoe, dag 24 [?] mooi zoals Sethnachte.’

Volgens dr. R.J. Demarée, als hiëratisch expert verbonden aan het Tausret Temple Project, kan de tekst beschouwd worden als een indicatie dat de ware macht aan het hof gedurende de late jaren van Siptah en de rege-ring van Tawosret mogelijk in handen was van Sethnachte.13 Door deze, mogelijk hoge positie aan het hof zou Sethnachte de beschikking gehad kunnen hebben over de militaire middelen waarmee hij de strijd om de troon in zijn voordeel wist te beslechten.

De goddelijke interventie in de troonsbestijgingDe Elefantine-stèle beschrijft in regels 4 t/m 7 hoe de god Ra bepaald had dat Sethnachte koning over Egypte moest worden:

‘… Ra verlengde zijn arm en koos Zijne Majesteit (l.v.g.) uit miljoenen, honderdduizenden opzij schuivende die voor hem waren [om te herstellen] het land van Egypte.’

De Papyrus Harris beschrijft een vergelijkbare situatie. De tijd voor de regering van Sethnachte wordt beschreven als wetteloos. De goden verkozen Sethnachte om de orde te herstellen en met diens troons-bestijging komt een einde aan deze chaotische periode. De goddelijke interventie in de troonsbestijging kan beschouwd worden als een manier waarop de niet van koninklijke afkomst zijnde Seth-nachte zijn legitimiteit probeerde te versterken. Het gebruik van goddelijke interventie ter vergroting van de legitimiteit hoeft echter niet per se te betekenen dat diegene ook daadwerkelijk van niet-koninklijke afkomst was. Tijdens de 18e dynastie maakten Hatsjepsoet, Thoetmozes iii, Thoetmozes iv en Amenhotep iii melding van goddelijke interventie bij het verkrijgen van de macht,14 ondanks hun koninklijke afkomst. Het is ook mogelijk om de passage op de Elefantine-stèle te interpreteren

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 191

als Sethnachte die verkozen werd uit de vele afstammelingen van Ramses ii die aanspraak op de troon konden maken. Er wordt hier dan op een poëtische wijze een verwijzing naar zijn koninklijke afkomst gemaakt. De koninklijke familie van de 19e dynastie kent diverse individuen met een verwijzing naar de god Seth in hun naam. Het vroegst bekende fa-milielid met een dergelijke verwijzing, was Seti, de vader van Ramses i. In totaal hadden zeven prinsen een verwijzing naar Seth in hun naam.15 Twee daarvan werden uiteindelijk farao. De verwijzing in de naam van Sethnachte zou een aanwijzing kunnen zijn dat Sethnachte een lid was van de koninklijke familie van de 19e dynastie.16

De koninklijke titulatuur van SethnachteDe koninklijke titulatuur van Sethnachte bevat een aantal overeenkomsten met die van diverse koningen uit de 19e dynastie. De Horusnaam van Sethnachte,17 kA nxt wr pH.ty ‘De Sterke stier, groot aan kracht’, is identiek aan die van Seti ii, Siptah (19e dynastie) en Amenhotep ii (18e dynastie). Mogelijk wilde Sethnachte, die op de Elefantine-stèle verwees naar zijn militaire prestaties, zich door middel van zijn Horusnaam associëren met een van de grote oorlogskoningen uit de 18e dynastie. Het is echter, met het oog op het willen vergroten van zijn legitimiteit, aannemelijker dat Sethnachte zich wenste te ver-binden met Seti ii, de laatste koning van de 19e dynastie, die door de 20e dynastie als legitiem beschouwd werd.18 De Nebty-naam van Sethnachte, twt xa.w mi 6A-Tnn ‘Verschijnend beeld zoals Tatenen’, bevat een verwijzing naar de god Tatenen.19 Soortgelijke verwijzingen komen ook voor in de titulatuur van Ramses ii, Merenptah en Amonmesse uit de 19e dynastie. Aan-gezien die laatste door de 20e dynastie – als usurpator – als illegitiem beschouwd werd, is het niet aannemelijk dat Sethnachte zich door middel van zijn Nebty-naam met deze heerser wenste te verbinden. Een verbin-ding met Ramses ii en met Merenptah was waarschijnlijk wel gewenst. Er zijn van de Gouden Horusnaam van Sethnachte twee varianten bekend. De eerste variant, sxm xpS dr [rqy]w=f ‘Machtige sterke arm, die verplettert zijn vijanden’, komt voor op de Elefantine-stèle.20 De tweede variant, Hwi pD.t-psD.t an m [nswy.t] ‘Een die de negen bogen verslaat, mooi in koningsschap’, komt voor op stèle nr. 271 uit de Hathor-tempel in Serabit el-Chadim.21

Beide varianten van de Gouden Horusnaam verwijzen naar de militaire kracht van Sethnachte. De woorden sxm xpS dr uit de eerste variant komt ook voor in de titulatuur van Seti i (Nebty-naam), Ramses ii (Gouden Horusnaam) en Seti ii (Nebty-naam).22

Van de praenomen van Sethnachte zijn drie varianten bekend. De eerste vorm is in het hiëratisch geschreven en komt alleen voor op een ostracon.23 De hiëroglifische transcriptie van deze versie leest: wsr-xa.w-Ra-stp-n-Ra ‘Krachtig aan verschijningen van Ra, dien Ra heeft uitverkoren.’

192 Ta-Mery 2013

Een tweede variant van de praenomen is te vinden op de stèle van Meresyotef uit Abydos:24 wsr-xa.w-Ra-mr(i)-Imn ‘Krachtig aan ver-schijningen van Ra, geliefd door Amon.’De derde variant is een schrijfwijze waarin de twee hierboven beschreven varianten gecombineerd worden. Deze schrijfwijze komt voor in de westelijke hal van de tempel van Ptah in Memphis,25 op de stèle van Bakhenchons en op stèle 271 uit de Hathor-tempel in Serabit el-Chadim: wsr-xa.w-Ra-mr(i)-Imn-stp.n-Ra ‘Krachtig aan verschijnin-gen van Ra geliefd door Amon, dien Ra heeft uitverkoren.’In de praenomen van Sethnachte is een duidelijke overeenkomst met die van Seti ii zichtbaar. Daarvan zijn twee varianten bekend: wsr-xpr.w-Ra-stp.n-Ra ‘Krachtig zijn de vormen van Ra, dien Ra heeft uitverkoren’, en wsr-xpr.w-Ra-mr-n-Imn ‘Krachtig zijn de vormen van Ra, geliefd door Amon.’26

Het verschil tussen de praenomen van Seti ii en die van Sethnachte, wordt gevormd door het (xpr)-teken van Seti ii dat in de naam van Sethnachte wordt vervangen door (xa).

De nomen van Sethnachte kent twee varianten. De eerste variant komt alleen voor op de Elefantine-stèle:27 4tX-nxt-mrr-Imn-Ra ‘Sethnachte, geliefd door Ra.’De tweede variant komt voor op de stèle van Bakenchons, in de Papyrus Harris,28 stèle 271 uit de Hathor-tempel in Serabit el-Chadim, en op de stèle van Hori uit Amara-West:29 4tX-nxt-mrr-Ra-mri-Imn) ‘Sethnachte, geliefd door Ra, geliefd door Amon’.Overeenkomstig de derde variant van de praenomen, wordt ook aan deze versie van de nomen het element ‘geliefd door Ra’ en ‘geliefd door Amon’ toegevoegd. Het invoegen van deze epitheta moet volgens professor emeritus K. Kitchen beschouwd worden als een poging van Sethnachte om zowel in het noorden als in het zuiden steun te verkrijgen.30 De ver-wijzing naar beide goden komt ook voor in de nomen van Seti ii en zou wederom kunnen duiden op een poging van Sethnachte om zich te verbinden met de – vanuit zijn optiek – laatste legitieme koning van de 19e dynastie. De verwijzing naar Amon en naar Ra komt overigens ook voor in de praenomen van Amonmesse en van Siptah. Uit de koninklijke titulatuur komt duidelijk naar voren dat Sethnachte een poging ondernam om zich met de koninklijke familie van de 19e dynastie te verbinden. Mogelijk deed hij dit omdat hij zelf lid was van deze familie. Deze veronderstelling werd in 2004 al door Aidan Dodson gepostuleerd in zijn boek The complete royal families of Ancient Egypt. Volgens Dodson was hij ‘zeer waarschijnlijk een kleinzoon van Ramses ii bij een van diens vele nakomelingen’.31

Dodson noemt echter geen mogelijke kandidaat onder de ons bekende (klein)zoons van Ramses ii voor een mogelijke identificatie met Seth-nachte. Een tweetal hieronder beschreven monumenten bevatten de naam van een prins die mogelijk wel geïdentificeerd kan worden als de latere Sethnachte.

Afb. 3 De kleine

tempel in Medinet

Haboe. Foto: Patrick

van Gils.

Een hergebruikte processiescène in Medinet HaboeTijdens de 25e dynastie werd de uit de 18e dynastie afkomstige, aan Amon-Kamoetef gewijde tempel in Medinet Haboe uitgebreid (afb. 3).32 Voor deze uitbreiding werd voornamelijk gebruik gemaakt van mate-riaal dat afkomstig was uit een kleine tempel die zich oorspronkelijk aan de noordzijde van het Ramesseum, de cultustempel van Ramses ii, bevond. Dit bouwwerk was gewijd aan Nefertari, de grote koninklijke echtgenote van Ramses ii, en aan Moettoeya, diens moeder.33 Twee van de hergebruikte blokken maakten oorspronkelijk deel uit van een pro-cessie van koningszonen.34

Ramses ii bracht op de muren van in ieder geval vijf tempels, in Thebe en in Nubië, afbeeldingen aan waarop de koninklijke zonen en dochters in processie worden getoond.35 Mogelijk waren dergelijke lijsten ook in de tempels in Memphis en Pi-Ramesse aangebracht (afb. 4).Aangezien een datering op de lijsten ontbreekt, is het niet met zeker-heid vast te stellen wanneer ze precies zijn opgesteld.De volgorde van de prinsen op de verschillende processiescènes is nage-noeg gelijk. Daarom mag worden aangenomen dat ze op basis van een ‘nageslachtslijst’ zijn samengesteld. Ook mag worden aangenomen dat ze de volgorde van geboorte weergeven, zonder dat er sprake is van on-derscheid tussen de zonen die verwekt waren bij de voornaamste vrou-wen en die van lager geplaatste vrouwen en concubines.Dat alle zonen in de lijst werden opgenomen, hield niet in dat ze allemaal in aanmerking kwamen om hun vader op te volgen. Het waren zeer waarschijnlijk alleen de zonen van de twee grote koninklijke echtgenotes, Nefertari en Isisnofret, die geschikt bevonden werden om Ramses ii op te volgen.

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 193

Afb. 4 Een processie

van koningszonen

van Ramses ii in het

Ramesseum. Foto:

Patrick van Gils.

Afb. 5 Blok met

daarop de namen

van de koningszonen

Meheranti en [Seth-]

emnacht. Foto: Joke

Baardemans.

In de lijsten worden de mogelijke troonopvolgers en de overige prinsen duidelijk onderscheiden. Op alle lijsten, met uitzondering van de lijsten in Wadi es-Seboea en El Derr, zijn de drie eerste zonen namelijk op een andere wijze dan de andere prinsen afgebeeld. De drie eerste zonen zijn meestal gestoken in een gewaad dat tot halverwege de scheenbenen reikt, terwijl de andere prinsen korte kilts dragen. In een aantal gevallen dragen de eerste drie prinsen, als enigen, sandalen, of is er verschil tus-sen de lengte van de mouwen van de gedragen kleding.Daarnaast dragen alleen de eerste drie zonen de titel ‘Waaierdrager ter rechterzijde van de koning’. Ook hun overige titels – variërend van militaire tot ambtelijke – werden vermeld, terwijl de overige zonen al-

leen de titel ‘Lijfelijke Koningszoon’ droegen.Ramses ii gaf waar-schijnlijk niet de opdracht voor het aanbrengen van de nageslachtslijsten om over het grote aantal van zijn kinderen op te scheppen, maar eerder om er zorg voor te dra-gen dat zijn kinderen de genade van de goden zouden ontvangen.

194 Ta-Mery 2013

Hiermee verleende hij zijn kinderen een zeldzame gunst, welke hen het eeuwige leven met de heer van de tempel verzekerde.

De twee bij elkaar horende, hergebruikte blokken in Medinet Haboe bevatten samen de namen van zeven prinsen:36

sA nsw(.t) n Xt=f mr.y=f mry-4wtx ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon Mery-Seth’

sA nsw(.t) n Xt=f mr(.i)=f mhr-anti ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon Meheranti’

sA nsw(.t) n Xt=f mr(.i)=f [4wtx-m-]nxt ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon [Seth]emnacht’

sA nsw(.t) n Xt=f mr(.i)=f grg-tA.wy ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon Geregtawy’

sA nsw(.t) n Xt=f mr(.i)=f Sps-m-Iwnw ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon Shepesemioenoe’

sA nsw(.t) n Xt=f mr(.i)=f astrt-Hr-wnm=f ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon Astarteherwenemef’

sA nsw(.t) n Xt=f /// ‘De lijfelijke, geliefde koningszoon /// (naam onbekend)’

Behalve prins Meryseth,37 komen geen van de in deze lijst genoemde prinsen voor op andere in tempels aangebrachte lijsten met konings-kinderen.

Een deurpost uit QantirIn 1945 werden tijdens graafwerkzaamheden voor de aanleg van het Samanakanaal, ten zuiden van Qantir, de fragmenten van in totaal twintig deurposten uit de Ramessidische periode gevonden.38 De deur-posten bevatten de namen van diverse (klein)zonen van Ramses ii en hoge functionarissen. Het is niet bekend van wat voor bouwwerken de deurposten oorspronkelijk deel uitmaakten. Een mogelijkheid is dat ze aan de ingang van de woningen van deze notabelen toebehoorden. Deze woningen waren waarschijnlijk niet de villa’s zoals we die kennen uit Tell el-Amarna, maar bouwwerken met verschillende verdiepingen, die in een straat direct aan elkaar grenzend waren gebouwd. Een andere mogelijkheid is dat de deurposten deel uitmaakten van de administratieve bouwwerken waarin deze personen werkzaam waren. Een van de deurposten die in zijn geheel gereconstrueerd kon worden, was van kalksteen, was 215 cm hoog, 190 cm breed, en had deurstijlen van 40 cm breed (afb. 6). De latei was in tweeën gebroken, terwijl ook de linker- en rechter deurstijl nu uit respectievelijk twee en drie stukken bestaan.

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 195

Afb. 6 Een deurpost

afkomstig uit Qantir

met daarop de naam

van prins Sethem-

nakht. Naar: Habachi,

asae 52 (1952) pl. xxv.

In het midden van de latei bevinden zich de Horusnaam, praenomen en nomen van Ramses ii. De Horusnaam leest:

1r nb Hb.w mi 6A-tnn ‘De Horus, heer van jubilea zoals Tatenen’

Deze schrijfwijze van de Horusnaam van Ramses ii is een verkorte schrijfwijze van de Horusnaam welke na het eerste Sed-jubileum in het 30e regeringsjaar werd ingevoerd. Op basis daarvan is vast te stellen dat de deurpost na regeringsjaar 30 gedecoreerd is.39 Aan beide zijden van de latei is een inscriptie aangebracht welke de eige-naar van de deurpost identificeert. Deze persoon is tweemaal in een knielende houding afgebeeld. In zijn rechter hand houdt hij een Choe-waaier en een stuk stof. Zijn linker arm heft hij op in aanbidding voor de naam van Ramses ii. De persoon draagt een geplooide pruik en een lang gewaad, dat tijdens de 19e dynastie zowel door hoge functionaris-sen als door koningskinderen werd gedragen. Het is opvallend dat de

196 Ta-Mery 2013

Afb. 7 Prins Setepenra

in de processie van

koningszonen in de

Luxortempel. Foto:

Patrick van Gils.

afgebeelde persoon geen prinselijke zijlok draagt, terwijl de teksten op de deurpost duidelijk naar een koningszoon verwijzen.De teksten die op de beide zijden van de latei zijn aangebracht, zijn identiek aan elkaar en lezen:

dwA nsw.t an Hr TnTAt in rpa.t HA.ty-a sA nsw.t mr(i)=f stp.n-Ra mAa-xrw‘Het aanbidden van de koning die mooi is op de palankijn, door de erfprins, de gouverneur, de koningszoon, geliefd door hem, Setepenra, waar van stem.’

Prins Setepenra (afb. 7) was de tiende zoon van Ramses ii; het is niet bekend wie zijn moeder was.40 Hij komt voor op de processies van konings-zonen in het Ramesseum, de Luxor-tempel en de tempel van Wadi es-Seboea. Hij komt tevens voor op oorlogsscènes in de tempel van Karnak, de Luxortempel en het Ramesseum.41 Prins Setepenra draagt op geen

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 197

van deze monumenten de titel ‘kroonprins’; dit kan inhouden dat hij hier niet voor in aanmerking kwam, of dat hij al was overleden voor het 55e regeringsjaar van Ramses ii – het jaar waarin Merenptah, de 13e zoon van Ramses ii, de titel kroonprins voor de eerste maal droeg.42 De naam van prins Setepenra is op de hierboven beschreven latei ver-vangen door:

Ra-ms-s(w)-4tX-m-nxt.y mAa-xrw ‘Ramses-Sethemnacht, waar van stem.’

De usurpatie van de deurpost heeft waarschijnlijk plaatsgevonden op een moment na het overlijden van prins Setepenra, vermoedelijk ergens na rege-ringsjaar 55 van Ramses ii. Het bouwwerk en/of de rol van Setepenra werden overgenomen door Sethemnacht, die zijn naam op de latei liet aanbrengen.Deze prins Sethemnacht was mogelijk dezelfde als op de fragmentari-sche lijst met koningskinderen, zoals deze voorkomt op de uitbreiding van de 18e dynastie-tempel in Medinet Haboe.43

Sethemnacht = Sethnachte?Een prins met de naam Sethemnacht is op basis van de deurpost uit Qantir te plaatsen in het latere deel van de regering van Ramses ii. De titulatuur van Sethemnacht is ingevoegd in een reeks, waarin staat dat hij een koningszoon was. Enkel de naam van Setepenra is vervangen. Daarom mag ervan uitgegaan worden dat het een konings(klein)zoon was. De datering in het latere deel van de regering van Ramses ii wordt duidelijk gemaakt op basis van de Horusnaam van deze koning; de naam van Setepenra is daarom pas na regeringsjaar 30 aangebracht. De usurpatie door Sethemnacht moet dientengevolge op een later moment hebben plaatsgevonden; in het latere deel van de regering van Ramses ii. Als (klein)zoon van Ramses ii zou deze prins in principe aanspraak hebben kunnen maken op de troon. Onderzoek aan de mummie van Ramses iii, de zoon van Sethnachte, heeft vastgesteld dat Ramses iii ongeveer 65 jaar oud was toen hij overleed.44 Ramses iii, die in zijn 32e regeringsjaar overleed, zou in dat geval rond de 33 jaar oud zijn geweest toen hij zijn vader Sethnachte opvolgde, en zou dan omstreeks regeringsjaar 62/64 van Ramses ii geboren kunnen zijn.45 Wanneer er hypothetisch vanuit wordt gegaan dat Sethnachte 16 jaar oud was toen zijn oudste zoon Ramses iii geboren werd, dan zou Sethnachte zelf in regeringsjaar 46/48 van Ramses ii geboren kunnen zijn.Aan het begin van zijn loopbaan, op een niet nader vast te stellen moment na regeringsjaar 55 van Ramses ii, werd de naam van prins Sethemnacht op de latei in Qantir aangebracht. Gedurende de daarop-volgende jaren wist Sethemnacht mogelijk carrière te maken totdat hij tijdens, dan wel direct na de regering van Tawosret een dusdanige status had weten te bereiken dat hij aanspraak kon maken op de troon. Theoretisch gezien is het mogelijk dat prins Sethemnacht, die – indien geboren in regeringsjaar 46/48 van Ramses ii – op 43/45-jarige leeftijd, als Sethnachte, na een gewapende strijd de troon wist te veroveren.

198 Ta-Mery 2013

Afb. 8 Na zijn troons-

bestijging liet Meren-

ptah zijn afbeelding

in de processie van

koningszonen aan-

passen. Zijn naam

werd in een cartouche

aangebracht. Scène in

het Ramesseum. Foto:

Patrick van Gils.

Onomstotelijk bewijs dat Sethnachte en prins Sethemnacht een en de-zelfde persoon zijn, ontbreekt voor-alsnog. Dergelijk bewijs zou bij-voorbeeld een afbeelding van prins Sethemnacht kunnen zijn waar, na zijn troonsbestijging, de naam van Sethnachte in een cartouche is bij-geschreven en waar een uraeus aan het voorhoofd is aangebracht.Een dergelijk scenario kennen we voor Merenptah, de 13e zoon en uit-eindelijke opvolger van Ramses ii, die na zijn troonsbestijging zijn afbeelding in de diverse processies van koningszonen liet aanpassen. Er werd een uraeus aan zijn voorhoofd aangebracht en zijn naam werd in een cartouche geschreven (afb. 8). Ook tijdens de 20e dynastie lieten Ramses iv, Ramses vi en Ramses viii, hun naam in een cartouche aanbrengen op de twee processies van koningszonen in de tempel van Ramses iii in Medinet Haboe.

Tevens werd er een uraeus aan het voorhoofd toegevoegd.46

Op het fragment uit Medinet Haboe is de naam van Sethemnacht niet in een cartouche geschreven (afb. 5). Het bovenste deel van de afbeel-ding van de prins ontbreekt, waardoor niets gezegd kan worden over het wel of niet aanwezig zijn van een ureaus aan het voorhoofd.

In dit artikel heb ik op basis van de titulatuur van Sethnachte en diverse monumenten proberen aan te tonen dat een prins met de naam Seth-emnacht een goede kandidaat zou kunnen zijn om de strijd om de troon in zijn voordeel te beslechten, en geïdentificeerd zou kunnen worden als Seth-nachte. Ondanks dat prins Sethemnacht theoretisch gezien een goede kandidaat is om de latere koning Sethnachte te zijn, ontbreekt het absolute doorslaggevende bewijs om hem als zodanig te kunnen identificeren. Wie Sethnachte daadwerkelijk was, blijft daarom vooralsnog onbekend.

Noten 1 Over de kanselier Bay en de rol die hij speelde binnen de troonsbestijging van Siptah,

zie: Dodson, A., ‘Fade to grey: The Chancellor Bay, Eminence Grise of the late 19th dynasty’, in M. Collier en S. Snape (red.) Ramesside studies in honour of K.A. Kitchen (Bolton, 2011) 145-158; Dodson, A., Poisoned legacy: the decline and fall of the Nineteenth Egyptian Dynasty (Caïro/ New York, 2010) 86-89.

2 De hoogste datering van Siptah is afkomstig van een inscriptie van de strijdwagenstrijder Webekhusen, zie: Caminos, R., The New Kingdom Temples of Buhen (Londen, 1974) pl. 54.

3 Wilkinson, R.H., (red.) The temple of Tausret: The university of Arizona Egyptian

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 199

Expedition, Tausret Temple Project, 2004-2011 (Tucson, 2011) 44-45, 127-128. 4 British Museum ea 9999; Grandet, P., Le Papyrus Harris i(bm 9999) (Caïro, 2005

[1994]) ; Breasted, J.H., Ancient Records of Egypt iv (Chicago, 1906) §151 tot 412. 5 Deze stèle is in 1971 op Elefantine gevonden. Zie: Drenkhahn, R., Die Elephantine-

Stele des Sethnacht (Wiesbaden,1980); Peden, A.J., Egyptian Historical Inscriptions of the Twentieth Dynasty, Documenta Mundi Aegyptiaca 3 (Jonsered, 1994) 3.

6 Vertaling naar: Breasted, Ancient Records iv, 198-199, §398. 7 Breasted, Ancient Records iv, 198-199, §399. 8 Voor informatie over de ontdekking van de stèle, zie: Grossmann, P., in W. Kaiser et

al., ‘Stadt und Tempel von Elephantine. Dritter Grabungsbericht’, Mitteilungen des Deutschen Archäologischen Instituts Abteilung Kairo 28 (mdaik 1972) 193-194.

9 Goedicke, H., ‘Comments on the Sethnakhte stele’, mdaik 52 (1996) 154-175.10 Stèle van Bakenchons, nr. 37 in het Abu al-Gud-magazijn in Luxor. Boraik, M., ‘Stela

of Bakenkhonsu, High Priest of Amun-Re’, Memnonia: Bulletin édité par l’Association pour la Sauvegarde du Ramesseum 18 (Memnonia 2007) 119-126, pl. xxiv.

11 Boraik, Memnonia 18 (2007) 125.12 Wilkinson, Tausret, 33-52.13 Wilkinson, Tausret, 126.14 De goddelijke geboorte van Hatsjepsoet is aangebracht in haar tempel in Deir el-Bahri.

In de geboortekamer in de Luxor tempel bevindt zich de goddelijke geboorte van Amen-hotep iii. Het goddelijke orakel, waarin Amon-Ra Thoetmozes iii aanwees als de ware farao, bevindt zich in de tempel van Karnak. De ‘droomstèle’, geplaatst tussen de voorpoten van de sfinx te Gizeh, beschrijft de goddelijke interventie in de troons-bestijging van Thoetmozes iv.

15 Personen die behoorden tot de koninklijke familie en wiens namen een verwijzing naar de god Seth bevatten, zijn: Seti (de vader van de latere koning Ramses i); Seti i; vijf zoons van Ramses ii (namelijk Sethhirchopshef, Sethemwia, Seti, Ramses-Meryseth en Sethemnacht). Een zoon van koning Merenptah had de naam Seti-Merenptah (de latere ko-ning Seti ii), en ook Seti ii had een zoon met de naam Seti-Merenptah. Zie verder: Dodson, A., en Hilton, D., The complete royal families of ancient Egypt (Londen, 2004) 174, 182-183. De verwijzing naar de god Seth kwam tijdens deze periode ook geregeld voor in de namen van niet-koninklijke personen. Een eigennaam waarin de naam van Seth voorkomt betekent dus niet automatisch dat deze persoon deel uitmaakte van de koninklijke familie.

16 Dodson, Poisoned legacy, 126; Dodson en Hilton, Royal families, 186. 17 De Horusnaam komt voor op de stèle van Bakenchons (Abu al-Gud nr. 37; zie noot 10). 18 In de koningslijst van Ramses iii in zijn dodentempel te Medinet Haboe wordt Seth-

nachte direct na Seti i genoemd. Siptah en Tawosret zijn niet in de lijst opgenomen, omdat ze door de heersers van de 20e dynastie als illegitiem werden beschouwd. Zie: The Epigraphic Survey, Medinet Habu, Volume 4: Festival Scenes of Ramses iii, Orien-tal Institute Publications 51 (Chicago, 1940) pl. 207.

19 De Nebty-naam komt voor op de Elefantine-stèle van Sethnachte: Beckerath, J. von, Handbuch der Ägyptischen Königsnamen, Münchner Ägyptologische Studien 49 (Mainz, 1999) 164-165.

20 Von Beckerath, Handbuch, 164-165.21 Gardiner, A., en Peet, T.E., The Inscriptions of Sinai, 2e herziene editie door J. Çerný

(Londen, 1952-1955) 186, pl. xxiii; Petrie, W.M., Flinders, Researches in Sinai (Londen, 1906) 75.

22 Voor Seti I, zie: Kitchen, K., Ramesside Inscriptions: Historical and Biographical, Volume i (Oxford, 1975) 233; voor Ramses ii, zie: Kitchen, Ramesside Inscriptions, Volume ii (1979) 605; en voor Seti ii, zie: Kitchen, Ramesside Inscriptions, Volume iv (1982) 250.

23 Von Beckerath, Handbuch, 164-165.24 Egyptisch Museum Caïro JdE 20395; Mariette, A., Abydos: description des fouilles exé-

cutées sur l’emplacement de cetteville (Parijs, 1869-1880) pl. 52 (links); Kitchen, Rames-side Inscriptions, Volume v (1983) 5; Kitchen, ri, Translated & Annotated V: Sethnakht, Ramesses iii, & Contemporaries (Oxford, 2008) 5.

25 Petrie, W.M., Flinders, Memphis i (Londen, 1908) pl. 26[7]; Kitchen, ri v, 3.

200 Ta-Mery 2013

26 Von Beckerath, Handbuch, 158-159.27 Von Beckerath, Handbuch, 164-165; Kitchen, ri v, 671; ri, Translated & Annotated v, 7-8.28 Grandet, Papyrus Harris i, 75,7.29 Kitchen, ri v, 2.30 Kitchen, K.A., ‘The Titularies of the Ramesside Kings as Expression of Their Ideal

Kingship’, Annales du Service des Antiquités de l’Égypte 71 (asae 1987) 131-141.31 Dodson en Hilton, Royal Families, 186.32 Hölscher, U., The Excavation of Medinet Habu, Volume 2: The Temples of the Eighteenth

Dynasty, oip 41 (Chicago, 1939) 51-52.33 Leblanc, C., en Fekry, M.M., ‘Les enfants de Ramses ii, au Ramesseum’ Memnonia 1

(1991) 99-104. Dat de blokken daadwerkelijk uit de tempel van Nefertari en Moettoeya afkomstig zijn, wordt in twijfel getrokken door: Fisher, M.M., The Sons of Ramesses ii, Ägypten und Altes Testament 53 (Wiesbaden, 2001) 37-38.

34 Voor de huidige locatie van de beschreven blokken, zie: Porter, B., en Moss, R.L.B., Topographical bibliography of ancient Egyptian hieroglyphic texts, reliefs and paintings, 2e editie (Oxford, 1972) 472-473, nrs. 77 en 81.

35 De processies bevinden zich in de tempel van Luxor, het Ramesseum, de tempel van Seti i te Abydos, de tempel in Wadi es-Seboea, en in El Derr.

36 De volgorde waarin de namen staan, is die volgens Kitchen, K., Ramesside Inscriptions, Translated & Annotated ii: Royal inscriptions (Oxford, 1996) 563.

37 Prins Meryseth was de 33e zoon van Ramses ii. Behalve op de processie in Medinet Haboe, komt hij ook voor op een processie in Abydos, een deurlatei uit Qantir (thans Roemer und Pelizaeus Museum, Hildesheim 1890), en een stèle in het Egyptisch Museum in Berlijn (Ägyptisches Museum Berlin 20344). Zie verder: Fisher, Sons, Vol. 2 (catalogus), 184: 33.3 en 33.5.

38 Habachi, L., ‘Khata’na-Qantir: Importance’, Annales du Service des Antiquités de l’Égypte 52 (asae 1952) 489-493.

39 Von Beckerath, Handbuch, 152-153.40 Op de façade van de tempel van Nefertari te Aboe Simbel – waarop haar kinderen

zijn afgebeeld – staat prins Setepenra niet afgebeeld. Hij komt ook niet voor op het graffito in Aswan, alwaar de zonen van Isetnofret (namelijk de prinsen Chaemwaset, Ramses, Merenptah en prinses Binthanath) voor Chnoem zijn afgebeeld. Zie: Lep-sius, C.R., Denkmaeler aus Aegypten und Aethiopien, vol. iii (Berlijn, 1849-1859) pl. 175[h].

41 Fisher, Sons, 154-15642 Sourouzian, H., Les Monuments du roi Merenptah, mdaik Sonderschrift 22 (Mainz am

Rhein, 1989) 16.43 Dat de Sethemnacht op de deurpost uit Qantir mogelijk dezelfde persoon was als

Sethemnacht op de hergebruikte blokken in Medinet Haboe, werd al door L. Habachi verondersteld: Habachi, asae 52 (1952) 493; alsmede door K. Kitchen, in: Kitchen, ri, Translated & Annotated ii, 605.

44 Partridge, R.B., Faces of the pharaohs: Royal mummies and coffins from ancient Thebes (Londen, 1994) 171: ‘… The mummy of Ramesses iii is that of an old man; he was probably around sixty-five at the time of his death.’ <vertaling: ‘... De mummie van Ramses iii is dat van een oude man; hij was waarschijnlijk rond de 65 jaar oud op het moment van overlijden.’; Harris, J.E., en Wente, E.F., An x-ray atlas of the royal mum-mies (Chicago,1980) 202, veronderstellen dat Ramses iii op het moment van overlij-den 30 tot 35 jaar oud was. Deze leeftijd bij overlijden werd op basis van de röntgen-foto’s echter tamelijk laag ingeschat. Op basis van de röntgenfoto’s werd Ramses ii, die 67 jaar geregeerd heeft, namelijk geschat op 50 tot 55 jaar oud.

45 Op basis van de opgetelde regeringsduur van de opvolgers van Ramses ii, Merenptah (10 jaar), Seti ii (6 jaar), Siptah (6 jaar), Tawosret (2 tot 4 jaar) en Sethnachte (4 jaar) beslaat de periode tussen het overlijden van Ramses ii en de troonsbestijging van Ramses iii 28/30 jaar.

46 The Epigraphic Survey, Medinet Habu, Volume V: The Temple Proper, Part 1: The Portico, the Treasury, and Chapels Adjoining the First Hypostyle Hall with Marginal Material from the Forecourts, oip 83 (Chicago, 1957) pl. 299 en 301.

Sethnachte: een nazaat van Ramses ii? 201