beheers uw explosierisico's! - vincotte

34
Beheers uw explosierisico’s! Vinçotte, uw expert in adviesverlening en wettelijke conformiteit.

Upload: khangminh22

Post on 11-May-2023

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Beheers uw explosierisico’s!

Vinçotte, uw expert in adviesverlening en wettelijke conformiteit.

1

Waarom deze whitepaper? 2

Basisprincipe van explosie 3

Stof- versus gasexplosie 5

De eigenschappen van stof 5De eigenschappen van gas 10

Wettelijke spelregels 13

Economische wetgeving: ATEX 114 15Notified Body 19ATEX vs. machinerichtlijn 20Sociale richtlijn: ATEX 153 21Bijkomende aandachtspunten 22

Leidraad voor uw explosieveiligheidsbeleid 23

Planning en ontwerp 23Opbouw en indienststelling 27Gebruik 28Explosie 29

Conclusie 30

BEHEERS UW EXPLOSIERISICO’S, VINÇOTTE UW EXPERT IN ADVIESVERLENING EN WETTELIJKE CONFORMITEIT

Inhoudstabel

BEKIJK OOK ONZE ONLINE LESSEN

2

WAAROM DEZE WHITEPAPER?

Explosies hebben vaak ernstige gevolgen. De kracht van hitte, vuur en druk resulteert dikwijls in materiële en menselijke schade. Jaarlijks zijn er helaas nog vele duizenden explosies in Europa. Hoe komt dit?

Werkgevers en hun managementteam dragen de verantwoordelijkheid om hun werknemers te beschermen. Deze zijn vaak onwetend over de gevaren van een explosie en bovendien beseffen ze niet dat het product of de installatie waarmee ze dagelijks werken bij foutief gebruik hun leven in gevaar kan brengen. De gevolgen zijn vaak ernstig: brandwonden, rondvliegende voorwerpen, krachtige drukgolven, gehoorschade en soms zelfs dodelijke slachtoffers. Bovendien hebben explosies vaak ook serieuze financiële gevolgen. Het spreekt dus voor zich dat het hoge aantal explosies en ontbrandingen aangepakt moet worden. Hierbij zijn preventie en de sensibilisering van de werknemer prioritair.

Deze whitepaper zoomt in op het onderwerp explosie en is opgebouwd uit vier thema’s:1. Basisbegrippen van explosie2. Stof- versus gasexplosie3. Wettelijke spelregels4. Leidraad voor uw explosieveiligheidsbeleid

Gezien de complexiteit van een explosie, het beheersen van de risico’s en de wettelijke regels is het moeilijk om op een beknopte manier alle begrippen te kaderen. Op basis van onze jarenlange praktische ervaring bespreken we in deze whitepaper de verschillende aspecten van explosiegevaar en hun onderlinge interactie.

Als werkgever of fabrikant wilt u een zo veilig mogelijke installatie gebruiken of ontwerpen. Overeenstemming met de regelgeving rond explosieveiligheid is slechts een klein onderdeel van de wettelijke conformiteit. Aan de hand van basisbegrippen, tips & tricks en het wettelijk kader probeert deze whitepaper u op een eenvoudige manier te sensibiliseren.

Heeft u al een basiskennis over explosieveiligheid? Blader dan gerust naar het hoofdstuk ‘Leidraad voor uw explosieveiligheidsbeleid’. Voor wie minder vertrouwd is met het onderwerp raden we de eerste drie hoofdstukken aan. Hierin leggen we de basisbegrippen rond explosie en de wettelijke vereisten uit.

Veel lees en inspiratie plezier!

Basisbegrippen Stof versus gas Wettelijke spelregels

Leidraad voor uw explosie-

veiligheidsbeleid

EX

3

BASISPRINCIPES VAN EXPLOSIE

Helaas worden in Europa jaarlijks nog steeds 3900 arbeidsongevallen met dodelijke afloop gerapporteerd. Explosies en ontbrandingen zijn gelukkig niet de meest voorkomende oorzaken van arbeidsongevallen. Ze kunnen echter wel zeer dramatische gevolgen hebben: vaak kosten ze mensenlevens en brengen ze zware economische schade met zich mee. Elektrische problemen, explosie en brand zijn verantwoordelijk voor ongeveer 5,7 % van de dodelijke ongevallen. Statistieken tonen aan dat fatale ongevallen voornamelijk voorkomen bij mannelijke werknemers (94,7 %) tussen de 18-34 jaar (36,4 %). In dit hoofdstuk beschrijven we de kernbegrippen van een explosie.1

Een explosie is een plotse vrijzetting van energie die gepaard gaat met een drukopbouw. Ze is veelal destructief van aard en heeft een impact op zowel de installatie als de mens. Hierdoor zijn preventie en bescherming een industriële noodzaak. Er zijn twee soorten explosies: de fysische explosie, zonder verandering van samenstelling van materie, en de chemische explosie die wel gepaard gaat met een verandering van samenstelling.

Explosiedriehoek

Een explosie wordt gegenereerd bij aanwezigheid van drie basiselementen: brandstof, zuurstof en een ontstekingsbron. Preventie is het wegnemen van minimaal één element, want in principe is een explosie dan onmogelijk.

Explosie

1 Dit is slechts de basis van de preventie. Raadpleeg steeds uw preventieadviseur en andere experten voor een analyse op maat van uw bedrijf. U kan steeds beroep doen op de Vinçotte-experten in machine-, brand-, explosieveiligheid en elektriciteit

4

Ontstekingsbron Brandstof Zuurstof

Een ontstekingsbron kan voldoende warmte/energie afgeven om een brandstof tot ontsteking te brengen. Ontstekingsbronnen zijn ge-definieerd volgens Europese normen en gecatalogeerd in 13 domeinen.

Indien niet kan uitgesloten worden dat een risicovolle explosieve atmosfeer aan- wezig is, zijn maatregelen nodig om elke actieve ont-stekingsbron te beheersen. Een adequate ontstekings-bronanalyse is een onmisbaar gegeven in een correcte explosie-bescherming.

De brandstof zorgt voor de energie bij een explosie. Deze brandstoffen zijn stof, gas, damp, nevel of een hybride mengsel.

Producten zoals suiker en waterstof zijn zeer gevoelig. Er is weinig ontstekingsener-gie nodig voor een explosie. Een aluminium stofexplosie daarentegen is een zeer krachtige explosie met hoge drukopbouw. De fysische eigenschappen bepalen dus de preventiemaatregelen die noodzakelijk zijn voor een veilig ontwerp en een correcte bescherming.

Zuurstof, het element O2, is aanwezig in de atmosfeer. Zuurstof reageert met een brandstof onder invloed van een ontstekingsbron. Het resultaat is een explosie die wordt gekenmerkt door de vrijzetting van energie en verbrandingsproducten.

Het verlagen van het zuurstof-gehalte of het vervangen van zuurstof door een ander gas zoals stikstof, ook inertiseren genoemd, wordt frequent in de industrie toegepast.

5

STOF- VERSUS GASEXPLOSIE

De eigenschappen van stof

Jaarlijks worden er 2000 stofexplosies in Europese fabrieken en raffinaderijen gerapporteerd. Een tiental van deze explosies vinden plaats in België. Dit gebeurt niet alleen in de chemische nijverheid en houtfabrieken, maar ook in de voedselverwerkende industrie. Eén op vier explosies gebeurt bij de verwerking van droge ingrediënten zoals bloem, suiker, melkpoeder, koffie en cacao. Onwetendheid omtrent stofexplosies veroorzaakt die ondoordachtzaamheid en onvoorzichtigheid. Naast het type stof zijn er nog heel wat factoren die de eigenschappen en de kracht van een stofexplosie beïnvloeden. We zetten deze hieronder voor u op een rij. De exacte waarden van deze factoren worden bepaald op basis van genormaliseerde testen.

6

Korrelgrootte Stofdeeltjes zijn vanaf 0,5 mm mogelijk explosief. De korrelgrootte heeft twee belangrijke implicaties. Ten eerste blijven fijnere deeltjes langer in de lucht zweven waardoor ze ook gemakkelijker een explosieve wolk kunnen vormen. Deze fijne deeltjes worden tijdens het productieproces of transport bij producten zoals bloem en suiker gevormd. Ten tweede zorgen kleinere deeltjes ook voor een groter contactoppervlak waardoor de initiatie van een ontsteking sneller plaatsvindt. Daarom moeten stofdeeltjes in een productieproces altijd geïdentificeerd worden.

Minimale ontstekingsenergie

De minimale ontstekingsenergie (MIE) is de minimale sterkte van een elektrische vonk die in staat is om een brandbaar mengsel te ontsteken. Deze waarde wordt uitgedrukt in Joule en wordt gebruikt om mogelijke ontstekingsbronnen (zoals bv. een elektrische vonk of elektrostatische ontlading) in te schatten. Alle relevante ontstekingsbronnen in een explosieve atmosfeer moeten bekeken worden. Een stof met een MIE lager dan 10 mJ wordt gecatalogeerd als een gevoelige stof. Een stof met een MIE lager dan 3 mJ wordt beschouwd als extreem gevoelig.

H2O

7

Explosiedruk & explosiedrukstijging De maximale explosiedruk (Pmax in bar) en de maximale explosiedrukstijging (Kst bar.m/s) zijn kenmerkende waarden voor de kracht van een explosie. Vanaf een waarde van Pmax > 0.5 bar is het ontvlambare product/luchtmengsel explosief. De Kst-waarde wordt opgedeeld in drie klassen (zie tabel). De Pmax en Kst waarde worden beïnvloed door de korrelgrootte. Algemeen geldt dat hoe kleiner de korrelgrootte is des te hoger deze waarden zijn.

Vochtigheid De vochtigheid van een product beïnvloedt de ontstekingsgevoeligheid (MIE) en de kracht van een explosie. Producten met minder dan 10 % vocht zijn gevoeliger voor ontsteking. Producten met meer dan 10 % vocht zijn nog steeds explosief, maar de MIE en Kst dalen significant. Bevochtigen van het product is meestal niet mogelijk omdat het eindproduct hierdoor niet meer voldoet aan de gewenste kwaliteit. Bij te vochtige producten schuilt nog een tweede gevaar. Een biologische reactie, gekend als ‘broei’, kan zorgen voor zelfont-branding.

Stofwolk Een stofwolk wordt gekenmerkt door de massa van het stof per volume van het stof, uitgedrukt in g/m3. De ondergrens voor een explosie ligt meestal hoger dan 30 g/m3. Als op de werkplek de standaard industriële hygiëne (10-3 tot 10-2 g/m3 stof) gehanteerd wordt, is het risico op een explosieve stofwolk verwaarloos-baar. Intern in het productieproces, in mixers, silo’s, bakjestransport, transportbanden is een explosieve atmosfeer echter steeds mogelijk. Emissie naar de werkvloer moet dan beperkt worden door het nemen van adequate maat-regelen, zoals een installatie laten werken in lichte onderdruk.

Kst waarde

bar.m/s

Explosieklasse Ontploffingssnelheid

0-200 St 1 matig

201-300 St 2 hoog

> 300 St 3 zeer hoog

Stoflaag

Industriële hygiëne

Massa van het stof/ stof per volume (g/m3)

8

Stoflagen

Stoflagen bezitten voldoende stofconcentratie om een explosie te veroorzaken. Door ze op te wervelen onder invloed van een drukgolf voorzien ze de brandstof voor een zeer krachtige secundaire explosie. Dit is het begin van een ernstige kettingreactie doorheen een volledige productiesite. Het verwijderen van stoflagen en het beperken van stofemissie uit de procesinstallaties zijn daarom zeer belangrijke preventiemaatregelen.

Zelfontbrandingstemperatuur De zelfontbrandingstemperatuur is de minimale temperatuur waarop een heet opper-vlak in staat is om een stofwolk te ontsteken. Deze temperatuur wordt experimenteel in een labo opgemeten.

Glimtemperatuur Een laatste belangrijke factor bij stof is de glimtemperatuur. Stoflagen die in contact komen met warme oppervlakken zullen sneller tot ontbranding komen. Hoe meer stof er aan- wezig is, hoe lager deze glimtemperatuur. Standaard wordt deze temperatuur bepaald op een laag met een dikte van 5 mm. Neemt deze laag toe tot 50 mm dan kan de glimtemperatuur dalen met 100 °C. Stoflagen kunnen dus een significant gevaar vormen op een productiesite.

Max

. toe

gela

ten

oppe

rvla

ktet

empe

ratu

ur (°

C)

Laagdikte (mm)

400°C ≤ T5mm

320°C ≤ T5mm < 400°C250°C ≤ T5mm < 320°C

Primaire explosie

Drukgolf

Stoflaag wordt een stofwolk

Secundaire explosie

9

WIST U DAT

1. …stof explosief is vanaf 0.5 mm? Bij brandbare deeltjes kleiner dan 0.1 mm wordt het gevaar op een stofexplosie reëel.

2. …het aangewezen gebruik van materieel in een stofzone wordt bepaald door de stofgroep? Er zijn drie karakteristieke stofgroepen: IIIA, IIIB, IIIC afhankelijk van het type stof.

3. …wanneer in een stofwolk ‘het zicht minder is dan 1 m’ de wolk zich binnen de explosiegrenzen bevindt? Uw eigen hand dat u richt in het gezichtsveld kan u niet meer waarnemen.

4. …een stoflaag van 0,1 mm al voldoende is om een explosief stofluchtmengsel te creëren? 0,1 mm suikerstof op één vierkante meter resulteert in ongeveer 159 gram stof. De LEL (Lowest Explosion Level) van suiker ligt rond 60 g/m3. Dit is ruim voldoende brandbare stof voor een stofexplosie.

5. …de glimtemperatuur van stof significant verlaagt naarmate de dikte van de stoflaag toeneemt? Dit komt doordat stof warmte bijhoudt door zijn isolerende eigenschap. Het stof moet dus regelmatig verwijderd worden m.b.v. een periodiek reinigingsschema (proper huishouden).

6. …de ontstekingsenergie (MIE) van stof daalt naarmate de temperatuur van het product stijgt?

7. …kabels op stofrijke locaties steeds zo geïnstalleerd moeten worden dat ze minimale hoeveelheden stof accumuleren?

8. …statische ontlading een stofwolk kan ontsteken? Dit gebeurt voornamelijk tijdens transport waarbij ontlading ontstaat door wrijving. Voor brandbare stoffen dienen adequate maatregelen genomen te worden om statische oplading te voorkomen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn: het correct aarden van de installatie, het gebruiken van antistatische big-bags, etc.

Product Materieel-groep

LEL (g/m3)

Deeltjes <63 µm (%)

Kst (bar. m/s)

Pmax (bar)

MIE (mJ)

T5mm (°C)

Tig (°C)

Houtstof IIIB 60 100 200 9 60 250 400

Poeder- suiker IIIB 60 100 116 8-5 >5 mJ 350 420

Stofgroep Type stof Kenmerk

IIIA Polyester vezels Vezels

IIIB Bloem Niet elektrisch geleidend stof

IIIC Aluminium Elektrisch geleidend stof

Voorbeelden:

10

De eigenschappen van gas

Een gaswolk bestaat uit een condense hoeveelheid gasmoleculen. Deze zijn kleiner dan standaard stofdeeltjes. Deze moleculen kunnen eenvoudig diffunderen in kleine openingen en daar een explosieve concentratie bereiken. Gas kan vrijkomen als een ‘zwaar gas’, zoals propaan en butaan, of als een ‘licht gas’, zoals waterstof. Indien gas verwarmd wordt of onder hogedruk staat, komt dit vrij in de vorm van een jetemissie. Dit impliceert het vrijkomen van een gigantische hoeveelheid brandbaar gas in de atmosfeer op korte termijn. Een ontsteking van deze wolk resulteert in een ernstige explosie.

Brandbare gassen en ontvlambare vloeistoffen

Brandbare gassen zoals waterstof, butaan en propaan zijn onder atmosferische condities steeds gasvormig en brandbaar. De ontvlam-bare vloeistoffen zijn onder atmosferische condities steeds vloeibaar. Hun vlampunt en dampspanning bepaalt of ze explosief zijn onder atmosferische condities.

Vlampunt Het vlampunt is de temperatuur waarbij er voldoende aanvoer is van brandstof naar de atmosfeer om een explosieve wolk te vormen.

Gasdichtheid De gasdichtheid is het aanwezige aantal gas-moleculen per volume-eenheid. Dit is karakteristiek voor een bepaald gas. Algemeen geldt dat gassen met een molecu-laire massa hoger dan 29 g/mol (= gemiddelde moleculaire massa van lucht) diffunderen naar de grond (bv. propaan en butaan). Stoffen lich-ter dan lucht diffunderen naar boven (bv. waterstof).

STOF- VERSUS GASEXPLOSIE

optimalegasdichtheid

11

ZelfontbrandingstemperatuurZelfontbrandingstemperatuur is de temperatuur waarbij een gas vanzelf tot ontbranding komt. Deze wordt ingedeeld in temperatuurklassen T1-T6. Het is belangrijk dat apparaten in contact met een explosieve atmosfeer deze temperatuur nooit kunnen bereiken.

Materieelgroep & minimale ontstekingsenergieEen andere belangrijke factor is zoals bij stof de MIE en bijhorende materieelgroep. Een lagere MIE betekent dat het gas sneller ontsteekt en er dus meerdere ontstekingsbronnen een risico kunnen vormen. Zo moet bij gas bv. elektrostati-sche ontlading extra aandacht krijgen. Afhankelijk van het type gas moet het correcte materieel gebruikt worden.

Temperatuurklasse Toegestane T apparaat TemperatuurT1 T1-T6 450° CT2 T2-T6 300° CT3 T3-T6 200° CT4 T4-T6 135° CT5 T5-T6 100° CT6 T6 85° C

Gasgroep Typisch gas Ontstekingsenergie/mJI Methaan (mijn) 0.525

IIA Propaan (andere industrie)

0.320

IIB Ethyleen (andere industrie)

0.160

IIC Waterstof 0.017

12

WIST U DAT

1. …er tijdens het opladen van tractiebatterijen waterstof vrijkomt? Dit resulteert in een mogelijk explosieve zone rondom de batterij of zorgt voor accumulatie in de oplaadruimte bij aanwezigheid van meerdere batterijen.

2. …een persoon onder normale omstandigheden een statische ontlading kan genereren van ± 10 mJ? Dat is voldoende om veel gasdampen te ontsteken.

3. …door het vernevelen van vloeistoffen onder de vorm van een mist of aerosol wordt het werkelijke vlampunt verlaagd. Hierdoor verhoogt het risico op een explosie.

4. …vloeistoffen met een vlampunt tot 60 °C onder atmosferische condities gecatalogeerd worden als ‘risicovol voor een explosie’? De vloeistof mag niet boven zijn vlampunt opgewarmd worden. Hierbij wordt rekening gehouden met een veiligheidsmarge van 5 °C voor een zuivere stof of 15 °C voor een mengsel. Als deze veiligheidsmarges overschreden worden, wordt de vloeistof geclassificeerd als ‘risicovol voor een explosie’.

5. …een vloeibaar gemaakt gas in een drukhouder steeds zeer explosiegevoelig is, vooral door de volumetoename bij transformatie van de vloeistof- naar de gasfase? Zo geeft 5 L vloeibare propaan bv. 1300 L gasvormig propaan. Dit komt overeen met een explosieve wolk van 60 m3.

6. …dampdruk een belangrijke eigenschap is, voornamelijk bij tot vloeistof gecondenseerde gassen? De thermische expansie van een fles propaan is een essentieel risico. Een fles bewaard bij 20 °C op 8 bar zal een druktoename kennen tot 160 bar wanneer ze opgewarmd wordt tot 80 °C. Vandaar dat gasflessen steeds moeten beschermd worden tegen de vlakke zon en ze nooit volledig gevuld mogen worden.

7. …men drie belangrijke constructionele explosiebeschermingsmaatregelen onderscheidt? Een explosieresistent ontwerp, drukontlasting en explosieonderdrukking. Daarnaast is explosiecompartimentering een zeer belangrijk aandachtspunt.

8. …ventilatie een effectieve explosiepreventiemaatregel is? Dit zorgt namelijk voor verdunning en voorkomt zo accumulatie van explosieve dampen. Belangrijk hierbij is de ‘verversingsgraad’. Dit is het aantal keer per uur dat de volledige ruimte voorzien wordt van verse lucht.

Product Gas- groep LEL UEL Relatieve

dichtheidZelfontbrandings-

temperatuurMIE (mJ) T-klasse

Waterstof IIC 4.0 77 0.07 560 0.017 T1

Propaan IIA 1.7 10.9 1.56 450 0.25 T2

Voorbeelden:

13

De Europese Unie vaardigt jaarlijks vele honderden wetten uit onder de vorm van richtlijnen, verorderingen en individuele besluiten. Als kloppend hart van de EU heeft Brussel invloed op 20 % van deze Europese wetten.

Een voorbeeld hiervan zijn de wetten rond productconformiteit die resulteren in een CE-markering (Conformité Européenne). De producten die onder deze productwetgeving vallen, moeten een CE-markering hebben alvorens ze verkocht kunnen worden in de Europese Economische Ruimte (EER) plus de landen in de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze productwetgeving bestaat uit een 25-tal specifieke economische richtlijnen en verordeningen. De lidstaten nemen zonder wijziging de richtlijnen over in hun lokale wetgeving, verordening zijn rechtstreeks van toepassing. Deze wetgeving schrijft specifieke verantwoordelijkheden toe aan de fabrikant, de importeur en de distributeur van producten. Om een CE-markering voor een product te bekomen, moet dit product voldoen aan één of meerdere van deze richtlijnen of verordeningen afhankelijk van het toepassingsgebied. Het doel van deze CE-markering?De vrije markt stimuleren en het aanbieden van veilige producten binnen heel Europa.

Naast deze economische richtlijnen vervaardigt Europa ook sociale richtlijnen ter bescherming van de werknemers. De Europese sociale wetgeving schept een kader voor de lidstaten met ‘minimale eisen’. Dit betekent dat elk land in de Europese Unie zelf beslist om deze eisen al dan niet strenger toe te passen in zijn lokale wetgeving.

WETTELIJKE SPELREGELS

De ATEX-richtlijnen (ATmosphère EXplosibles) zijn geldig in de EER en EVA. Deze zijn onderverdeeld in de economische richtlijn, ATEX 114 (2014/34/EU) voor de fabrikant en de sociale richtlijn ATEX 153 (1999/92/EG)voor de werkgever ter bescherming van de werknemer.De nummers 114 en 153 zijn gekozen naar analogie metde artikelnummers van deze wetgeving in het verdragvan Europa (Treaty of Europe).

14

FABRIKANT

ATEX 114Markering

Notified bodyMachinerichtlijn vs. ATEX

ATEX 153Explosieveiligheidsdocument

Verouderde term AREI (Algemeen Regelment op Elektrische Installaties).

Nu KB. van 08/09/2019Apparatuur van voor 2003

WERKNEMER

De richtlijn ATEX 114 omtrent explosieveilige producten behoort tot de groep van economische productrichtlijnen. De sociale richtlijn ATEX 153 geeft meer verantwoordelijkheden aan de werkgever ter bescherming van de werknemer die werkt in zones met een mogelijk explosieve atmosfeer.

15

Bent u fabrikant en wordt uw product gebruikt op plaatsen met explosiegevaar? Dan bent u verplicht de conformiteit van uw installaties met de Europese wetgeving aan te tonen. De ATEX 114-richtlijn legt een aantal eisen op aan fabrikanten die een product maken of laten ontwerpen en onder hun merknaam verhandelen of gebruiken. Om de vele procedures te kunnen beheersen en de juiste documenten te verzamelen, is de nodige kennis vereist. U moet een technisch dossier met ontwerptekeningen en berekeningen opmaken en bovendien ook een adequate risicoanalyse afleveren. Daarnaast moet u het falen van het ontwerp en de daarmee verbonden gevolgen kunnen inschatten. Ten slotte bent u als fabrikant verplicht een verklaring van overeenstemming te schrijven. Hierin verklaart u dat u aan de richtlijn voldoet en de verantwoordelijkheid van het veilig functioneren van het materieel op u neemt. Het correct uitvoeren van deze procedure vraagt enige kennis en het inwinnen van advies van experten wordt dan ook sterk aangeraden.

De ATEX 114-richtlijn is van toepassing op producten die op locaties worden geïnstalleerd waar explosie gevaar aanwezig kan zijn:

a) apparaten en beveiligingssystemen;b) veiligheids-, controle-, en regelvoorziening die nodig is voor of bijdragen tot de veilige werking van het apparaat en de beveiligingssystemen en c) componenten die worden ingebouwd. In bijlage II van deze richtlijn vindt u de veiligheidseisen waaraan een fabrikant moet voldoen om een conform product te bekomen. Een fabrikant kan hiervoor ook de (geharmoniseerde) normen raadplegen die meer technische duiding geven hoe juist aan deze eisen te voldoen.

In België is de omzetting van de ATEX 114-richtlijn terug te vinden in het Koninklijk Besluit (KB) van 21 april 2016. De richtlijn definieert een aantal belangrijke begrippen: component, apparaat en samenbouw. Een voorbeeld van een component is een wartel. De pomp en motor zijn apparaten. Deze component en apparaten vormen een samenbouw. Deze voorbeelden sluiten goed aan bij de definities:

Component: dit is een onderdeel dat essentieel is voor de veilige werking van de apparaten en beveiligingssystemen, maar geen autonome functie heeft.

Apparaten: deze worden gedefinieerd als machines; vaste en mobiele apparaten, controle-, detectie- en preventieonderdelen die een eigen functie hebben en een ontstekingsbron kunnen vormen.

Meerdere apparaten kunnen samengevoegd worden tot een samenbouw waarbij door het samenbouwen bijkomende risico’s worden gecreëerd.

Het aaneenkoppelen van meerdere apparaten of samenbouwen resulteert in een installatie. Een installatie is niet meer de verantwoordelijkheid van de fabrikant, maar van de gebruiker, zoals weergegeven in de ATEX 153-wetgeving en in onderstaande figuur.

Economische wetgeving: ATEX 114

2 Een goede bron hieromtrent is de site van de Europese Unie. Hierop is steeds een lijst met de meest recente geharmoniseerde normen terug te vinden.

16

Component Apparaat Samenbouw Installatie

Andere onderdelen

Fabrikant 2014/34/EU

Conformiteitsbeoordeling op basis van de meest relevante categorie. Let op, fabrikant die apparaat maakt voor eigen gebruik is fabrikant.

Gebruiker 1999/92/EC

Risico-analyse op explosie.

Markering

In een ATEX-zone is het verplicht om ATEX- gecertificeerde apparatuur te gebruiken. Explosieveilige apparatuur wordt gekenmerkt met een ATEX-markering. Deze markering is opgebouwd uit twee delen:- het gedeelte gedefinieerd in de richtlijn II 3G; - het gedeelte uit de (geharmoniseerde) normen Ex d IIC T1 Gc.

Europ

ese c

onfor

miteit

Nummer

van h

et no

tified

body

Explo

siebes

cherm

ing

Group I

I = in

dustrie

Besch

erming

snive

au

G = ga

sEU

stan

daard ex

plosie

besch

erming

Besch

erming

swijze

Gasgro

epMax

imale

oppe

rvlak

te tem

perat

uur

GCII 3 G Ex T1d IIC

17

Zone Aanwezigheid van een explosieve atmosfeer Categorie Beschermings-

niveau

Gas, damp, mist

0 Voortdurend of gedurende langere tijd aanwezig 1G Ga

1Regelmatig of af en toe bij

normaal bedrijf te verwachten

2G Gb

2 Indien aanwezig slechts ge-durende een kortere periode 3G Gc

Stof

20 Voortdurend of gedurende langere tijd aanwezig 1D Da

21Regelmatig of af en toe bij

normaal bedrijf te verwachten

2D Db

22 Indien aanwezig slechts ge-durende een kortere periode 3D Dc

Op basis van onderstaande tabel kan u afleiden in welke zone een apparaat gebruikt kan worden. Elk apparaat wordt opgedeeld in een bepaalde categorie die altijd correspondeert met een specifieke zone en beschermingsniveau. Het apparaat met bovenstaande ATEX-markering mag bv. gebruikt worden in een zone 2 voor een gas met gasgroep IIC en T1 zoals waterstof.Bij een explosieve gasatmosfeer wordt de zone weergeven met 0, 1 of 2 en bij stof is dit 20, 21 of 22.

18

Principe Beschrijving Beschermingswijze (BTO) Afkorting

EnergiebeperkingDe apparatuur heeft

onvoldoende energie voor ontsteking

Intrinsiek veilig EX ia of ib of ic

Vermijden ontstekingsbron

De apparatuur heeft geen ontstekingsbron

Verhoogde veiligheid Niet vonkend

Ex e Ex n

Uitsluiting Gas komt niet in aanraking met ontstekingsbron

Ingegoten Olievulling Overdruk Stofdicht

Ex m Ex o Ex p Ex t

InsluitingOntsteking kan doorgaan maar kan niet naar buiten

treden

Drukvast Zandvulling

Ex d Ex q

Met elke zone is ook een bepaalde beschermingswijze tegen onsteking (BTO) verbonden.Elke BTO heeft zijn eigen afkorting, zoals in het voorbeeld de BTO ‘drukvast’ afgekort wordt met ‘Ex d’. Dit betekent dat een explosie in de behuizing zal plaatsvinden en ze door een zeer beperkte vlammenspleet niet naar de explosieve omringende atmosfeer kan migreren. Voor meer info over de BTO’s verwijzen we u graag naar gespecialiseerde literatuur en normen.Hieronder een beknopte set van BTO’s met hun eikingsprincipe.

19

Een Notified Body (NoBo), ook een aangemelde instantie genoemd, is een organisatie die door de EU aangewezen is om de conformiteit van bepaalde producten te beoordelen voor ze op de Europese markt gebracht mogen worden. Deze instanties voeren de conformiteitsbeoordelingen uit die vastgelegd zijn in de wetgeving. U kan ze terugvinden in de lijst van het NANDO.3 Elk van deze instanties heeft een eigen identificatienummer toegekend door de Europese commissie.

In de ATEX 114 of het KB van 21 april 2016 kan u meer informatie terugvinden over de nodige conformiteitsbeoordeling. De beoordelingsprocedures worden schematisch weergegeven in de flowchart hierboven. Het raadplegen van een aangemelde instantie is verplicht voor toepassingen in categorie 1 en voor motoren met inwendige verbranding en elektrische apparaten in categorie 2. Voor andere apparatuur, niet-elektrisch materiaal, bestaat een uitzondering bij materiaal van categorie 2. Hier kan een fabrikant zelf een interne productiecontrole uitvoeren en een technisch dossier opstellen. Dit moet wel aan een aangemelde instantie overhandigd worden. Materiaal uit categorie 3 moet alleen aan een interne productiecontrole onderworpen worden, assistentie van een NoBo is dus niet vereist. De fabrikant kiest er echter toch vaak voor om assistentie te vragen van een NoBo om zijn product te laten beoordelen m.b.v. een eenheidskeuring. De positieve beoordeling van een NoBo resulteert dan in een bijkomend ‘ex-certificaat’

Notified Body

3 Op de site van de Europese Unie onder het NANDO (New Approach Notified and Designated Organisations) kunnen de aangemelde instanties teruggevonden worden. Vinçotte is aangemeld onder het nummer 0026.

Categorie 1zone 0 of 20

EU type onderzoek

NoBo (Annex III)

Product kwaliteits-borgingNoBo

(Annex IV)

Product kwaliteits-borgingNoBo

(Annex VII)

Typeovereen-stemming (Annex VI)

Product- keuringNoBo

(Annex V)

EU type onderzoek

NoBo (Annex III)

Eenheids-keuringNoBo

(Annex IX)

Eenheids-keuringNoBo

(Annex IX)

Eenheids-keuringNoBo

(Annex IX)

Interne productie-controle

(Annex VIII)

Eenheids-keuringNoBo

(Annex IX)

Interne productie-controle

+ overhandigen

technisch dossier NoBo

(Annex IX)

Categorie 2, zone 1 of 21(motoren met inwendige

verbranding en elektrische apparaten)

Categorie 2, zone 1 of 21(andere apparatuur)

Categorie 3zone 2 of 22

20

Naast de ATEX 114-richtlijn (2014/34/EU), die resulteert in een CE, zijn er ook nog andere economische productrierichtlijnen opgesteld. Meer info over de richtlijnen die resulteren in een CE kan u terugvinden op de website van Europa of in de blauwe gids voor het uitvoeren van de EU-productvoorschriften.

De kaderrichtlijn, de machinerichtlijn (2006/42/EG) genaamd, resulteert eveneens in het afleveren van een CE. Machines zijn in de strikte zin gedefinieerd als “een samenstel, voorzien van of bestemd om te worden voorzien van een aandrijfsysteem maar niet op basis van rechtstreeks gebruikte menselijke of dierlijke spierkracht; van onderling verbonden onderdelen of componenten waarvan er ten minste één kan bewegen en die samengevoegd worden voor een bepaalde toepassing”. Dit laatste betekent dat de machine op zich praktisch bruikbaar moet zijn en dus een praktische functie moet hebben. Meer informatie kan u terugvinden in onze whitepaper machinerichtlijn.5

Wanneer moet uw machine niet alleen aan de machinerichtlijn, maar ook aan de ATEX-richtlijn voldoen? Hierover bestaat heel wat verwarring. De machines die in het toepassingsgebied van de machinerichtlijn vallen, kunnen namelijk soms ook binnen het toepassingsgebied van de ATEX-richtlijn vallen. Beide moeten dan vermeld worden op de finale verklaring van overeenstemming van de fabrikant.

De ATEX-richtlijn is alleen van toepassing wanneer de machine in een zone met een explosieve atmosfeer geplaatst wordt (voorbeeld 3). De ATEX-richtlijn is dus niet van toepassing wanneer de explosiegevaarlijke zone zich intern in de machine bevindt (voorbeeld 1) of wanneer de machine zelf de bron is van een explosieve atmosfeer (voorbeeld 2).

Zowel de machine- als de ATEX-richtlijn beschrijven een aantal specifieke eisen waaraan u moet voldoen om een conform product te bekomen. Zelfs wanneer een machine alleen onder de machinerichtlijn valt, is het vaak toch onvermijdelijk dat u ATEX-apparaten en -componenten zal moeten aankopen om de explosierisico’s te beheersen (zie eis 1.5.7 “risico’s door ontploffing” in de machinerichtlijn).

ATEX vs. machinerichtlijn

4De Gids voor de uitvoering van de richtlijnen die op basis van de nieuwe aanpak en de globale aanpak tot stand zijn gekomen (de “Blauwe Gids”) werd in 2000 gepubliceerd. Sindsdien is deze gids uitgegroeid tot een van de belangrijkste referentiedocumenten die uitleg biedt over de uitvoering van de wetgeving op basis van de nieuwe aanpak, die nu onder het nieuwe wetgevingskader valt.5In deze whitepaper wordt ingezoomd op het thema machineveiligheid. Deze uitdiepende publicatie werd opgesteld o.b.v. de jarenlange ervaring van Vinçotte.

EX EX

Toepasbare richtlijn MR:2006/42/EG

Explosieveatmosfeer

Toepasbare richtlijn MR:2006/42/EG

Toepasbare richtlijn MR:2006/42/EG

ATEX:2014/34/EU

1 2 3

EX

21

Bent u werkgever en gebruikt u producten en of machines op de werkvloer die bij het juiste gebruik toch explosief kunnen zijn? Dan zijn de Europese sociale richtlijnen van toepassing. Deze werden in België zowel omgezet in de Codex over het welzijn op het werk als in het KB 08/09/2019.

Sociale richtlijn: ATEX 153

ATEX 153, 1999/92/EG betreffende minimum- voor-schriften voor de verbetering van de gezondheidsbescher-ming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen.

KB van 28 april 2017 opgenomen in de Codex welzijn op het werk, boek III, titel 4 Ruimten met risico’s voor een explosieve atmosfeer.

Boek 1 van het Algemeen Regelement op Elektrische Installaties (KB 08/09/2019), KB 08/09/2019 - hoofdstuk 7.102 bescherming tegen explosiegevaar in explosieve atmosferen.

De richtlijn beschrijft de mini-male voorschriften. Iedere Eu-ropese lidstaat is vrij om deze voorschriften om te zetten in wetten. In België is de richtlijn omgezet in Belgisch recht via de Codex welzijn op het werk en het KB 08/09/2019.

Dit KB, opgenomen in de Codex welzijn op het werk is een Belgische omzetting van de richtlijn ATEX 153 ter bescherming van de werk-nemer op de arbeidsplaats. Deze definieert het toepas-singsgebied, de risicoanalyse en preventiemaatregelen, het opstellen van een explosie-veiligheidsdocument (EVD) en de voorwaarden betreffende arbeidsmiddelen.

Het boek 1 van het KB 08/09/2019 bevat een reeks voorschriften waaraan Bel-gisch elektrisch materieel en elektrische installaties moeten voldoen. Het omvat verwijzin-gen naar zowel ATEX 114 als 153. Het KB 08/09/2019 ver-meldt het opstellen van een zoneringsverslag en -plannen. Deze documenten worden getekend door een erkend organisme (EA) waarbij een bijkomend omstandigheids-verslag wordt afgeleverd.

22

Risico’s die ontstaan door het koppelen van apparaten of samenbouwen die een installatie vormen vallen onder de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker en dienen in een risicoanalyse omschreven te worden. Deze studies maken integraal deel uit van het EVD en moeten na wijzing van de installatie ook telkens herzien worden.

Volgens artikel I.2-2 van de codex is elke werkgever verantwoordelijk voor de structurele en planmatige aanpak van preventie en dit door middel van een dynamisch risicobeheersings-systeem. De werkgever moet kunnen aantonen dat hij alle risico’s, verbonden aan zijn installatie, geanalyseerd en geëvalueerd heeft. Een louter mondelinge verklaring dat alle risico’s geëvalueerd werden, volstaat dus niet. De werkgever is vrij om een methode te kiezen op basis waarvan hij de risico-analyse uitvoert. Vaak gekozen methoden zijn:

■ HAZard and OPerability study (HAZOP); ■ What-if; ■ Failure Mode Effect Analysis FMEA ; ■ …

Daarnaast zijn ook andere artikels uit het KB 08/09/2019 van toepassing: ■ In de afdeling 9.1.6 van het boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning

en zeer lage spanning staat dat de werkgever een plan van uitwendige invloedsfactoren moet opstellen voor zijn site. De locaties met gevaar op een explosie moeten als BE3 ‘ontploffingsgevaar’ geïdentificeerd worden. Elke elektrische installatie in een ATEX-zone moet nagekeken worden voor indienstelling door een erkend organisme.

■ in het hoofdstuk 6.4 van het boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en zeer lage spanning wordt het gelijkvormigheidsonderzoek voor ingebruikname beschreven. Daarnaast moet u een jaarlijks periodieke controle van elektrische installatie in ontploffingsgevaarlijke zones laten uitvoeren. Het doel van deze controles? Het behoud van de installaties met bepaling van titel 2 boek III van de codex nagaan.

Het apparaat of de samenbouw wordt na indienstelling een arbeidsmiddel. Het gebruikte arbeidsmiddel dient u correct te onderhouden volgens de voorschriften van de fabrikant. U moet als gebruiker periodiek evalueren of het arbeidsmiddel nog steeds voldoet aan de geldende standaarden en normen.

Wat met apparatuur voor 2003?

Apparatuur van voor 2003 die niet onder de ATEX-richtlijn werd gefabriceerd, maar wel in een explosieve atmosfeer staat, zelf een explosieve atmosfeer veroorzaakt of intern bevat, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de eindgebruiker.

Bovendien is er een onderscheid tussen elektrisch en niet-elektrisch materiaal. Voor elektrisch materiaal moet de procedure zoals beschreven in het KB 08/09/2019 of KB 22/06/1999 gevolgd worden. Voor niet-elektrische apparatuur is de gebruiker verantwoordelijk voor de risico-analyse. Deze is een essentieel onderdeel om aan te tonen dat al de apparatuur al dan niet veilig gebruikt kan worden en moet toegevoegd worden aan het EVD.

Bijkomende aandachtspunten

6http://www.werk.belgie.be

1

2

3

23

LEIDRAAD VOOR UW EXPLOSIEVEILIGHEIDSBEELD

Als u een nieuwe installatie wilt bouwen, komt daar heel wat bij kijken. Tijdens de planning en ontwerpfase worden de fundamenten gelegd voor het project. Een goede coördinatie en projectmanagement zijn onontbeerlijk. Bepaal met alle stakeholders, preventieadviseur en directie wat de verwachtingen zijn van het project. Stel een team van experten samen die de technische kant van het project invullen: elektriciteit, machineveiligheid/arbeidsmiddel, ATEX, druk, … Indien interne kennis niet aanwezig is, is het noodzakelijk om beroep te doen op externe expertisebureaus.

In het bijzonder voor ATEX is het belangrijk te definiëren waar de ATEX-risico’s zich bevinden. Is dit in de installatie? Of op de werkvloer? Vervolgens worden de fysische parameters van de ATEX-relevante producten per eenheid of locatie geïnventariseerd.

Doel Het feilloos plannen van een project is hele uitdaging. De algemene doelstelling, het budget en de timing worden eerst opgesteld. Vervolgens worden alle betrokken partijen en noodzakelijke acties bepaald. Het finale doel is een naadloos design dat aansluit bij de wensen en verwachtingen én bovendien volledig wettelijk conform is.

RoadmapDe roadmap is een stappenplan die planning en ontwerp in verschillende fases onderverdeeld. Een projectcoördinator zorgt dat alles in goede banen wordt geleid en volgt deze roadmap nauwgezet op. Hij communiceert met de verschillende partijen en zorgt dat correct wordt bijgeschakeld indien nodig.

Planning en ontwerp

24

GebruikerAankoopprocedure De aankoopprocedure wordt onderverdeeld in de “drie

groene lichten” = drie stappen. Na iedere stap wordt het licht op groen gezet en wordt overgaan naar de volgende fase. De drie stappen zijn: bestelling, levering en indienst-stelling.

Wettelijke conformiteit In de ontwerpfase moet bekeken worden aan welke wettelijke voorwaarden de installatie dient te voldoen.

Dit zijn bijvoorbeeld periodieke controles en wettelijke documenten:

■ bij elektrische installaties: gelijkvormigheid, uitwendige invloedsfactoren;

■ bij ATEX: explosieveiligheidsdocument, zonerings- verslag en -plannen;

■ machinerichtlijn en arbeidsmiddel; ■ milieuvergunning; ■ …

FabrikantVerkoopprocedure De fabrikant dient na te gaan of de aanvraag van de ge-

bruiker realiseerbaar is. Indien akkoord kan de bestelling doorgaan.

Wettelijke conformiteit De fabrikant evalueert aan welke wettelijke conformiteiten zijn product onderhevig is. Zijn er CE-richtlijnen van toepassing voor het product op de Europese markt mag verkocht worden? Zijn er maatregelen nodig omtrent persoonsbescherming? Alles wordt samengevat in een technisch dossier, handleiding en nodige wettelijke documenten.Het uitvoeren van een risico-analyse kan tijdens de ver-schillende facetten van het project plaatsvinden. Het is aan te raden al bij het ontwerp een analyse uit te voeren. Zo worden de eerste risico’s bij de bron aangepakt. Dit vermijdt dure of onmogelijke ontwerpwijzigingen die na de planning en ontwerpfase moeten geïmplementeerd worden.

25

Substitutie Ander product

Schade beperken

Drukontlasting/ onderdrukking

Blootstelling minimaliseren

Voortplanting minimaliseren

Persoonsbescherming

Controle Zones bepalen

Hoeveelheid beperken

Emmisie beperken

Ontstekingsbronnen beperken

Vorming van explosieve atmosfeer beperken

Beheers de explosierisico’s Hoe beheers je de explosierisico’s? Zowel in internationale normen (IEC = international electrotechnical commission) als Belgische wetgeving (codex welzijn op het werk) wordt een identieke werkingsfilosofie voorgesteld. Het beheersen van explosierisico’s start met een gefundeerde aanpak. Preventiemaatregelen zijn gebaseerd op drie principes: substitutie, controle en schade beperken. Ze vormen de basis van een adequaat explosiepreventiebeleid.

Ontstekingsbronnen in de zones identificeren

26

SubstitutieEen eerste maatregel is het vervangen van een gevaarlijk product. Dit is een efficiënte aanpak die in werkelijkheid echter niet altijd uitvoerbaar is. Denk maar aan een petrochemisch bedrijf waar het de bedoeling is om van aardolie karakteristieke eindproducten te maken zoals benzine, diesel,… Ook een industriële bakkerij gebruikt bloem en waarschijnlijk ook suiker om tot een gewenst eindproduct te komen. Een water gebaseerde glucosestroop gebruiken in plaats van suiker is een voorbeeld van substitutie.

ControleBeheers de brandstof door de hoeveelheid te beperken. Brandbare poeders, vloeistoffen en gassen ontsteken eenvoudiger dan vaste stoffen. Reduceer de vorming en vrijzetting van een explosieve gas- of stofwolk door bijvoorbeeld gasafzuiging of de installatie van stoffilters.

Een explosie vindt plaats indien de drie zijden van de explosiedriehoek aanwezig zijn. Vermijd de combinatie van brandstof, zuurstof en ontstekingsbron! Het uitvoeren van een ontstekingsbronanalyse is de sleutel tot het wegnemen van deze risico’s. De analyse inventariseert alle mogelijke ontstekingsbronnen en extraheert de meest relevante en significante bronnen. Het juiste materiaal dient gekozen te worden op basis van de zone. Zones zijn gevaarlijke gebieden ingedeeld aan de hand van de frequentie van voorkomen van een explosieve atmosfeer: 0, 1, 2 voor gas, 20, 21, 22 voor stof. Deze zones worden gedefinieerd in de Europese normenreeks en geven een indicatie hoe vaak een explosieve atmosfeer aanwezig is.

IN

UIT

STOP

Schade beperkenBeperken omvat het reduceren van de schade na het ontstaan van een explosie, ook gekend als mitigerende maatregelen. Deze derde en laatste pijler omvat onder meer drukontlasting, onderdrukking, persoonlijke bescherming, blootstelling en het minimaliseren van de voortplanting.

27

Op basis van de roadmap wordt de opbouw en de indienststelling op de voet opgevolgd. De periode tussen de start en de finale indienststelling is een cruciale periode.

Doel Het doel is de installatie opbouwen zoals op papier is vastgelegd. Zo worden extra kosten en tijdrovende discussies achteraf vermeden. Tijdens de opbouw worden regelmatig last-minutewijzigingen doorgevoerd. Het is belangrijk dat deze wijzigingen worden onderzocht en gerapporteerd. Zo worden onverwachte situaties die kunnen resulteren in non-conformiteiten bij de indienstelling vermeden.

Aandachtspunten ■ Bij installatie, onderhoud en revisie van ATEX-materiaal zijn specifieke normen van

toepassing. Hierin worden mechanische en elektrische risico’s beschreven.

■ ATEX-materiaal installeren vereist de nodige kennis van normen en beschermingswijzen. Een voorbeeld is het installeren van Ex i materiaal. Dit materiaal vereist het installeren van een barrière die de toegelaten spanning en stroom beperkt of de kabeleigenschappen dienen berekend te worden. Kortom, dit is werk voor experten. Tijdens de installatie dient de handleiding van de fabrikant te allen tijde gevolgd te worden. De maatregelen in de handleiding staan niet zomaar zwart op wit op papier. Ze kunnen niet alleen het leven van de installatie maar ook die van de operatoren redden.

■ Indien ATEX-apparaten en componenten worden samengebouwd, moet de samenbouw door de fabrikant geanalyseerd worden. Indien u als gebruiker zelf de installatie samenbouwt, en er door het connecteren van de apparaten bijkomende risico’s worden veroorzaakt, dient u zelf deze samenbouw te analyseren. Dit houdt in dat u als gebruiker de set certificeert volgens de CE-procedure en geldige normen. U neemt hierbij een deel verantwoordelijkheden op. Al te vaak zien we dat het correct opvolgen van deze regelgeving te wensen overlaat.

Opbouw en indienststelling

28

Doel Op basis van periodiek onderhoud, onderhoudsschema’s, technische en organisatorische maatregelen wordt het explosieveiligheidsniveau op peil gehouden.

ControlesControleer periodiek de installatie en de werkplaats. Analyseer of de uitbating nog steeds veilig gebeurt. Stimuleer het personeel om preventie ernstig te nemen en check of zij voldoende kennis bezitten om veilig te werken.

Aandachtspunten ■ Periodieke opleiding van werknemers is essentieel. Zorg voor informatie rond explosie

en voer evacuatieoefeningen uit.

■ Zorg voor management of change waarin verandering in de organisatie of installatie worden geregistreerd. Dit gebeurt volgens een duidelijk gedefinieerd stramien waarbij een verzoek tot wijziging wordt gebuikt. Een wijzigingsvoorstel is een verzoek om een bepaalde verandering aan de installatie of proces aan te brengen. Een wijzingsvoorstel kan het gevolg zijn van problemen die door de operatoren gerapporteerd werden.

■ Het is belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de werkingsprocedures. Daarvan is onderhoud een wezenlijk onderdeel. Tijdens een onderhoud is er een verhoogd explosierisico aanwezig. Een goed onderhoud begint met de juiste kwalificaties van de technieker. Tijdens de start- en stopprocedures kunnen andere condities van toepassing zijn waardoor tijdelijk een explosieve atmosfeer aanwezig is. Het is noodzakelijk dat werknemers geïnformeerd en alert zijn tijdens deze situaties. Bovendien mogen herstellingen of onderhoud aan een installatie enkel plaatsvinden onder veilige omstandigheden. Voer daarom detectiemetingen uit, verwijder stoflagen, maak gebruik van een lock-out-tag-out-procedure, vermijdt ontstekingsbronnen… Stel de werkingsprocedure op in nauw overleg met alle betrokken partijen en evalueer deze periodiek.

■ Werken met derden vereist bijkomende maatregelen. Een efficiënt systeem om met derden te werken is het gebruik van een vuurvergunning. Geef specifiek aandacht aan de vuurvergunning bij werken in een ATEX-zone.

Gebruik

29

Fases In panieksituaties is een duidelijk plan van aanpak noodzakelijk. Als bedrijf is het dus belangrijk om je zo goed mogelijk voor te bereiden via noodplanning, interne procedures en trainingen.

De verschillende actiefases tijdens een explosie worden hieronder beschreven:

De aard van de explosie bepaalt de acties die nadien moeten genomen worden. Een ongecontroleerde explosie evolueert vaak verder in een brand. Het is dan ook belangrijk dat het bedrijf ook een duidelijke visie heeft op de brandveiligheid.

Explosie

EXPLOSIE DETECTIE INTERNE ACTIES

EXTERNE ACTIES

NAZORG EN EVALUATIE

Preventie Op of rond de installatie

Melding naar interventie- diensten

Brandweer- interventie

Ongevallen analyse

Inblokken Door medewerkers

Toestel naar veilige modus

Rampenplan, overheid, omwonenden

Opruimen

Explosieresistent ontwerp, gra-dueel vrijlaten van de druk OF onderdrukken van de explosie

Officiële melding aan betreffende diensten

Evacuatie Communicatie, pers Heropbouwen

30

Explosies op de werkvloer komen nog steeds te vaak voor. Deze ongevallen ontstaan voornamelijk uit onwetendheid. Werkgevers en hun teams beseffen vaak niet dat het product of de installatie waarmee ze dagelijks werken bij foutief gebruik levens in gevaar kan brengen en tot grote schade kan lijden. Zulke ongevallen voorkomen en voldoende sensibiliseren is essentieel opdat de betrokkenen alerter en met voldoende kennis van zaken omgaan met potentieel gevaarlijke situaties. Het wetgevend kader is echter niet altijd even duidelijk. Wat geldt voor welke situatie? Bovendien is louter de wetgeving naleven niet voldoende. Continue opleiding van werknemers, regelmatige onderhoudsbeurten en controles inplannen zijn extra vereisten om de risico’s te beperken. Begeleiding door een expert ter zake is dan ook aangewezen. Vinçotte is hiervoor de ideale partner. Als geaccrediteerde instelling kent Vinçotte de wetgeving door en door. Het opstellen van een risico-analyse, inplannen en uitvoeren van conformiteitscontroles, advies over onderhoud, opleiding geven aan uw werknemers,… bij Vinçotte kan u terecht voor het volledige pakket.

CONCLUSIE

Referenties

31

■ Fig. p. 6 - Minimale ontstekingsenergie - https://ww1.issa.int/ ■ Fig. p. 7 - Gevarenzone-indeling met betrekking tot explosiegevaar - Deel 1:

Gasexplosiegevaar, gebaseerd op NEN-EN-IEC 60079-10-1:2015 NPR 7910-1:2018 Ontw.nl

■ Fig p. 10 - Brandbare gassen en ontvlambare vloeistoffen - https://www.osha.gov/Publications/HazComm_QuickCard_Pictogram.html

■ Fig p. 10 - Vlampunt - https://ww1.issa.int/ ■ Fig. p. 10 - Optimale gasdichtheid - http://www.google.be/

url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&ved=2ahUKEwi_tOvp-LHkAhXJ_KQKHVnMApQQjRx6BAgBEAQ&url=http%3A%2F%2Fwebshop.pypeagt.be%2Fnl%2Fkuilfolie-ultimate-powerfol-115um%2Fproduct-sheet&psig=AOvVaw21Cbr_69xPcYWeMGrfCHtp&ust=1567507002081221

■ Afbeeldingen; Shutterstock; p. 2, 3, 12, 20, 22, 23 - Vinçotte; p. 5, 26, 27 en cover

32

vincotte.be

Maatschappelijke zetel

Jan Olieslagerslaan 35

1800 Vilvoorde

Tel: +32 2 674 57 11

Offices

Jan Olieslagerslaan 35

1800 Vilvoorde

Tel: +32 2 674 57 11

[email protected]

Noordersingel 23

2140 Antwerpen

Tel: +32 3 221 86 11

[email protected]

Rue Phocas Lejeune 11

5032 Gembloux

Tel: +32 81 432 611

[email protected]

Bollebergen 2a bus 12

9052 Gent

Tel: +32 9 244 77 11

[email protected]

Technical Training Center

Leuvensesteenweg 248 A

Tel: +32 2 674 58 57

1800 Vilvoorde

[email protected]

Ver

antw

oord

elijk

e ui

tgev

er: J

os W

inde

y •

Jan

Olie

slag

ersl

aan

35 •

180

0 V

ilvoo

rde