deel een keuzedeel - actie leer netwerk€¦ · 2 voorwoord de herziening kwalificatiestructuur die...
TRANSCRIPT
DEEL EEN KEUZEDEEL Themaboek Keuzedelen Zorginnovaties en Technologie (niveau 4) Zorg en Technologie (niveau 3)
1
Project Deel een Keuzedeel
Eindproduct Keuzedeel: Zorginnovaties en Technologie
Niveau 4 MBO Verpleegkundige BOL/BBL
Niveau 4 MBO Maatschappelijke zorg
Eindproduct Keuzedeel: Zorg en Technologie
Niveau 3 Verzorgende IG BOL/BBL
Niveau 3 Maatschappelijke zorg
December 2016
Auteurs:
Gerie Haartman (ROCMN)
Astrid Schat (MBO Utrecht)
Philip van Loenen (MBO Amersfoort)
Colinda de Vos (Hoornbeeck College Amersfoort)
Anita Lagendijk (Hoornbeeck College Amersfoort)
In samenwerking met Jan Joosten (Utrechtzorg)
Colofon
Dit onderwijsprogramma is tot stand gekomen en mogelijk gemaakt door samenwerkende partijen: Utrechtzorg, ROCMN, MBO Utrecht, MBO Amersfoort en
het Hoornbeeck College.
Licentie
Meer informatie
Het programma is gratis beschikbaar voor het onderwijs en zorg- en welzijnsorganisaties. Wilt u meer informatie over dit onderwijsprogramma?
Neem dan contact op met Utrechtzorg: Tel. 030-6340808 of mail naar [email protected] o.v.v Sofies leerreis.
© 2017 Stichting Utrechtzorg, ROCMN, MBO Utrecht, MBO Amersfoort, Hoornbeeck College.
2
Voorwoord De herziening kwalificatiestructuur die vanaf het schooljaar 2016-2017 bij alle mbo-opleidingen
operationeel is heeft een nieuw onderdeel, namelijk de keuzedelen. Een keuzedeel geeft onder
andere de mogelijkheid om verdieping in het bestaande onderwijs aan te brengen. In dit document is
de uitwerking te vinden van een onderwijsprogramma voor de keuzedelen ‘Zorginnovaties en
Technologie’ niveau vier en ‘Zorg en Technologie’ niveau drie voor zorg- en welzijnsonderwijs.
De uitwerking van het onderwijsprogramma is tot stand gekomen in samenwerking met ROCMN,
MBO Utrecht, MBO Amersfoort, het Hoornbeeck College en Utrechtzorg.
Het onderwijsprogramma
Dit themaboek bevat een onderwijsprogramma voor niveau drie als vier. Indien van toepassing, is er
duidelijk onderscheid gemaakt tussen deze niveaus. Omdat het keuzedeel voor niveau 3 zes
werkprocessen omvat en voor niveau 4 acht, maakt de niveau 3 student een extra BPV-opdracht en
een opdracht die voorbereidt op het examen. Op deze manier bestaat het onderwijsprogramma voor
niveau 3 en 4 uit acht themabijeenkomsten. Het examen bestaat uit een Criterium Gericht Interview.
In het onderwijsprogramma is geprobeerd om alle branches uit de zorg aan bod te laten komen en
wordt gesproken over een cliënt en niet patiënt of zorgvrager. Dit onderwijsprogramma is geschikt
voor de Beroeps Opleidende leerweg (BOL) als de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) en voor blok-
en lintstages.
Het onderwijsprogramma is geschreven voor een elektronische leeromgeving (ELO). In deze ELO zijn
weblectures, toepassingsopdrachten, werkcolleges en intervisiebijeenkomsten geplaatst die
uitgevoerd worden op school, zelfstudieopdrachten die overal uitgevoerd kunnen worden en BPV-
opdrachten voor in de praktijk. Het werken in de ELO biedt de mogelijkheid dat de studenten met
elkaar online in gesprek gaan en elkaar voorzien van feedback.
De docent is vrij om keuzes te maken in het aanbieden van opdrachten en lessen die passen bij het
niveau van de groep of individuele student.
Een uitgangspunt bij het ontwikkelen van dit onderwijsprogramma is het snel kunnen anticiperen op
veranderingen in zorg en maatschappij. De opdrachten zijn daarom zo opgezet dat zij vervangbaar
zijn door meer up-to-date ontwikkelingen.
Synchroon aan het onderwijsprogramma loopt ‘Sofies Leerreis’. Sofie is een mbo student, zij neemt
de studenten mee in haar ontdekkingsreis naar de kansen en uitdagingen van technologie in de
wereld van de zorg. Sofie gaat op ontdekking in verschillende zorgsettingen. De student bekijkt op de
website, ‘Sofies Leerreis’ het verhaal van Sofie en bereidt zich zo voor op het thema en de
themabijeenkomst.
Tot slot kan gesteld worden dat het samenwerken aan deze opdracht in het projectteam geleid heeft
tot veel werkplezier, inspiratie en mooi onderwijs voor onze mbo-studenten!
Utrecht, december 2016
3
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 2
Introductie ............................................................................................................................................... 7
Opbouw ............................................................................................................................................... 7
De structuur ......................................................................................................................................... 7
De opleiding ......................................................................................................................................... 7
Zelfstudie opdrachten ......................................................................................................................... 7
Beroepspraktijkvorming ...................................................................................................................... 7
Examinering ......................................................................................................................................... 7
Programmering.................................................................................................................................... 8
Thema 1 Bijdragen aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen ...................... 9
Overzicht ............................................................................................................................................. 9
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 12
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 12
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 12
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 12
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 12
C1 + C2 Werkcollege ...................................................................................................................... 12
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 13
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 14
Thema 2 Technologie toepassen op een ethisch verantwoorde manier .............................................. 16
Overzicht ........................................................................................................................................... 16
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 18
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 18
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 18
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 18
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 18
C1 + C2 Werkcollege ...................................................................................................................... 18
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 19
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 19
Thema 3 Bespreken van technologische hulpmiddelen met de cliënt ................................................. 23
Overzicht ........................................................................................................................................... 23
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 25
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 25
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 25
4
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 25
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 25
C1 + C2 Werkcollege ...................................................................................................................... 25
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 25
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 27
Thema 4 Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven ..................................................... 29
Overzicht ........................................................................................................................................... 29
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 31
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 31
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 31
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 31
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 31
C1 Werkcollege .............................................................................................................................. 31
C2 Werkcollege .............................................................................................................................. 32
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 32
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 33
Thema 5 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen .................... 36
Overzicht ........................................................................................................................................... 36
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 38
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 38
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 38
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 38
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 38
C1 Werkcollege .............................................................................................................................. 38
C2 Werkcollege .............................................................................................................................. 39
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 39
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 40
Thema 6 Multidisciplinair samenwerking met betrekking tot de inzet van technologische
hulpmiddelen ........................................................................................................................................ 44
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 46
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 46
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 46
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 46
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 46
C1 + C2 Werkcollege ...................................................................................................................... 46
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 47
5
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 48
Thema 7 Zorgpad of Prototype - Niveau 3 ........................................................................................... 52
BPV-opdracht 1 Zorgpad ............................................................................................................... 53
BPV-opdracht 2 Prototype ............................................................................................................ 58
Thema 7 Bijdragen aan zorginnovatie en onderzoek met betrekking tot technologie – Niveau 4 ...... 63
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 65
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 65
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 65
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 65
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 65
C1 Werkcollege .............................................................................................................................. 65
C2 Werkcollege .............................................................................................................................. 66
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 66
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 67
Thema 8 Werken aan het examen – Niveau 3 ...................................................................................... 69
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 70
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 70
A2 Toepassingsopdracht ............................................................................................................... 70
B1 Voorbereiden BPV .................................................................................................................... 70
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 70
C1 + C2 Werkcollege ...................................................................................................................... 70
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 70
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 72
Thema 8 Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega’s – Niveau 4 .......................................... 73
Lesinhoud .......................................................................................................................................... 74
A1 Weblecture ............................................................................................................................... 74
A2 deel A Toepassingsopdracht .................................................................................................... 74
A2 deel B Toepassingsopdracht .................................................................................................... 74
B1 BPV-opdracht ........................................................................................................................... 74
B2 Voorbereiden vlog .................................................................................................................... 74
C1 Werkcollege .............................................................................................................................. 75
C2 Werkcollege .............................................................................................................................. 75
D1 + D2 Intervisie .......................................................................................................................... 75
Zelfstudieopdrachten ........................................................................................................................ 78
Bijlage 1 BPV-opdrachten niveau 3 & 4 ............................................................................................... 80
6
Kerntaak en werkprocessen niveau 3 ............................................................................................... 80
Kerntaak en werkprocessen niveau 4 ............................................................................................... 80
Schema uit te voeren BPV-opdrachten niveau 3 en 4 ....................................................................... 81
Schema extra BPV-opdrachten niveau 4 ........................................................................................... 82
BPV-opdrachten niveau 3 en 4 .......................................................................................................... 83
Extra BPV-opdrachten niveau 4 ......................................................................................................... 92
Bijlage 2 Beoordelingsformulieren BPV-opdrachten niveau 3 & 4 ..................................................... 95
Beoordelingsformulier A ................................................................................................................... 95
Beoordelingsformulier B ................................................................................................................... 97
Beoordelingsformulier C ................................................................................................................... 99
Beoordelingsformulier D ................................................................................................................. 101
Beoordelingsformulier E .................................................................................................................. 103
Beoordelingsformulier F .................................................................................................................. 105
Beoordelingsformulier G ................................................................................................................. 107
Beoordelingsformulier H ................................................................................................................. 109
7
Introductie
Opbouw Het onderwijsprogramma is opgebouwd aan de hand van acht thema’s voor niveau vier en zes
thema’s voor niveau drie.
1. Bijdragen aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
2. Technologie toepassen op een ethisch verantwoorde manier.
3. Bespreken van technologische hulpmiddelen met de cliënt.
4. Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven.
5. Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen.
6. Multidisciplinair samenwerken door de inzet van technologische hulpmiddelen.
7. Niveau 3: Zorgpad of Prototype.
Niveau 4: Een bijdrage aan zorginnovatie en onderzoek met betrekking tot technologie.
8. Niveau 3: Voorbereiden van examen.
Niveau 4: Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega.
De structuur Het leren vindt plaats vanuit drie invalshoeken, op de opleiding, aan de hand van zelfstudie en leren
op de werkleerplek.
De opleiding Op school volgt de student een weblecture en gaat aan de slag in de lesgroep met een
toepassingsopdracht. De student volgt een werkcollege en heeft intervisie.
Zelfstudie opdrachten Zelfstudieopdrachten worden soms vooraf aan een bijeenkomst gemaakt of daarna.
Zelfstudieopdrachten kunnen plaats onafhankelijk gemaakt worden. Ter voorbereiding op de eerste
bijeenkomst van een thema bekijkt de student thuis het filmpje van Sofies Leerreis dat past bij het
thema en beantwoordt de vragen.
Beroepspraktijkvorming Niveau 3: De BPV-opdrachten bestaan uit 7 opdrachten die de student in de praktijk uitvoert. De
eerste zes staan vermeld in bijlage 1. De 7e BPV-opdracht is een toepassingsopdracht die op school
voorbereid wordt. De student kan een keuze maken uit opdracht ‘Zorgpad’ en ‘Prototype’ zoals
beschreven in thema 7. Deze opdracht beoordeeld een docent van school.
Niveau 4: De BPV-opdrachten bestaan uit 8 opdrachten die de student uitvoert in de praktijk (zie
bijlage 1).
De beoordeling van de BPV-opdrachten staan in bijlage 2 en worden op het stageadres (werkplek)
afgetekend.
Examinering Het examen bestaat uit een criteriumgericht interview in de praktijk. De BPV-opdrachten zijn
gekoppeld aan de werkprocessen en kerntaken uit het kwalificatiedossier en voorbereidend op het
examen. De BPV-opdrachten zijn formatief, dat wil zeggen ontwikkelingsgericht en voorwaardelijk
om deel te kunnen nemen aan het kwalificerend examen. Het criteriumgericht interview is
summatief (kwalificerend) dat wil zeggen, beoordelend. In het criteriumgericht interview staan twee
8
werkprocessen centraal. De student verzamelt de bewijslast in een beoordelingsportfolio. Dit
beoordelingsportfolio wordt apart verstrekt.
Programmering Tijdens de bijeenkomsten op school heeft elk thema de volgende opbouw:
1 x 2 lesuren A Weblecture (45 min) Toepassingsopdracht (45 min)
1 x 2 begeleid zelfstandig werken
B Voorbereiding BPV (45min) Voorbereiding vlog (45 min)
1 x 2 lesuren C Werkcollege (45 min) Vlog intervisie (45 min)
1 x 2 begeleid zelfstandig werken
D Voorbereiding BPV (45 min) Uitwerking vlog (45 min)
Naar gelang de programmering van de opleiding worden de bijeenkomsten achter elkaar in een
week, of verspreid over meerdere weken uitgevoerd.
9
Thema 1 Bijdragen aan de deskundige inzet van nieuwe
technologische hulpmiddelen
Overzicht
Titel thema Bijdragen aan de deskundige inzet van nieuwe technologische
hulpmiddelen
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak:
D1-K1 Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische
hulpmiddelen.
Werkproces:
D1-K1-W1
Levert een bijdrage aan de deskundige inzet van nieuwe
technologische hulpmiddelen.
Onderliggende competenties
Onderzoeken, leren, en kwaliteit leveren.
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een bijdrage geleverd
aan de deskundige inzet van (nieuwe) technologische
hulpmiddelen.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:
- onderzoekt actief mogelijkheden om kennis op te doen
m.b.t. technologische hulpmiddelen;
- gebruikt gericht feedback om zich te ontwikkelen;
- zet functioneel de eigen kennis in ter verbetering van het
beleid en de visie van de instelling;
- motiveert anderen doelbewust om na te denken over het
beleid en de visie van de instelling rondom
technologische toepassingen.
10
Korte omschrijving
Thema-
bijeenkomst
Centraal bij het 1e thema en de bijeenkomsten staat:
-Inleiding in het begrip technologie.
-De relatie van de zorgvraag met technologie.
ZS- opdrachten Sofies Leerreis thema 01.
Leerdoelen bij dit thema.
Begrippenlijst zorgtechnologie.
Visie op zorg en technologie.
Video’s van technologische hulpmiddelen in verschillende branches.
Motiverende gespreksvoering.
Vlog.
Feedback geven.
BPV-opdracht
Voorbereiding en schrijven van Plan van aanpak.
BPV-opdracht A uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel:
De student kan een bijdrage leveren aan de deskundige inzet met betrekking tot technologische
hulpmiddelen
- Subdoelen:
- Je kunt zelfstandig kennis genereren en bronnen identificeren.
- Je kunt reflecteren op eigen handelen en feedback vragen aan collega’s en laat hierin een duidelijke groei zien.
- Je kunt de betekenis van technologie en eHealth omschrijven.
- Je kunt de voorkomende vormen van technologie en eHealth op eigen afdeling noemen en uitleggen.
- Je kunt de relatie leggen tussen het gebruik van technologie, eHealth en de zorgvraag van
de cliënt.
- Je kunt jouw kennis over technologie en eHealth inzetten om anderen (cliënten en collega’s) te motiveren.
- Je kunt suggesties tot verbetering van de zorg met gebruik van technologie en eHealth aandragen op eigen afdeling.
- Je kunt benoemen wat verstaan wordt onder visie en beleid.
- Je kent de visie van de eigen afdeling.
- Je bent op de hoogte van het beleid van de eigen afdeling.
- Je kunt het begrip deskundigheid verwoorden en dit relateren aan technologie en eHealth gebruik op de afdeling.
- Je kunt uitleggen wat verstaan wordt onder kwaliteit in relatie tot het onderwerp eHealth en technologie.
- Je legt contact met collega’s en maakt technologie en eHealth bespreekbaar op individueel niveau en in teamverband.
- Je bent in staat motiverende gesprekstechnieken toe te passen.
- Je laat zien dat je in staat bent anderen (cliënten en collega’s) te laten nadenken over het
toepassen van technologie en eHealth.
11
Leermiddelen www.sofiesleerreis.nl
www.zorgvoorbeter.nl
https://www.focuscura.com/nl
https://www.youtube.com/watch?v=twbHCOQkspY
http://www.webnode.nl/blog/2013/09/beste-tips-over-het-maken-
van-een-videoblog/
http://www.webnode.nl/blog/2013/09/beste-tips-over-het-maken-
van-een-videoblog/http://www.webnode.nl/blog/2013/09/beste-
tips-over-het-maken-van-een-videoblog/
http://tg.leerscan.nl/
http://www.vilans.nl/docs/producten/Feedbackkaart_groen.pdf
http://www.eo.nl/home/video/-a-/player/-mc-/s/-stream-/64834/ http://www.kennispleinchronischezorg.nl/docs/producten/Motiverende_gesprekstechnieken.pdf
12
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 1 over: technologie, visie en beleid.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 01 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Maak subgroepen. Ga in je subgroep met elkaar in gesprek over de zorgvraag (= wat de cliënt nodig
heeft) en bespreek welke deskundigheid en kwaliteit van jou wordt gevraagd.
Bij ZS-opdracht 3 ben je huidige-/ vorige-/ komende BPV-organisatie opzoek gegaan naar de visie op
zorg en dan specifiek op zoek naar beleidstukken die gaan over de inzet van technologische
hulpmiddelen in de zorg. Aan de hand van enkele vragen heb je een uitwerking gemaakt waar je nu
in de groep samen met de docent over in gesprek gaat.
Beschrijf ten slotte jouw visie op technologie in de zorg. Wat vind jij belangrijk? Wat kun je hierin nog
leren?
Formuleer een prikkelende stelling per subgroep die jullie visie op technologie in de zorg weergeeft
en waar de klas over kan discussiëren. Neem deze stelling mee naar werkcollege C1.
B1 BPV-opdracht Luister naar de docent die dit onderdeel inleidt en uitleg geeft over de BPV-opdrachten die centraal
staan bij dit keuzedeel. Schrijf een Plan van Aanpak naar aanleiding van de introductie. Gebruik
hierbij de informatie uit bijlage 1 over BPV-opdracht 1. Verwerk in je Plan van Aanpak een tijdspad,
doelen, de opdrachten die je moet doen en een persoonlijk leerdoel. Denk ook aan de mensen of
organisaties die je nodig hebt, contactgegevens. Van wie heb je hulp nodig en aan wie kun je dat
vragen?
Werk tenslotte aan de voorbereiding van BPV-opdracht A zoals je deze kunt vinden in bijlage 1.
B2 Voorbereiden vlog Bij de zelfstudieopdracht 6 heb je de instructievlog bekeken van Sofie. Bij deze opdracht ga je
oefenen met het maken van een vlog opdat je bij themabijeenkomst 2 een vlog kan laten zien bij het
onderdeel intervisie. Let op je maakt per themabijeenkomst een vlog! Het vloggen vindt plaats in de
praktijk. Ben je een BOL student dan kan het zijn dat je tijdens het keuzedeel een periode niet
stageloopt. Is dat de situatie dan maak je een vlog op school.
Maak een vlog van maximaal 3 minuten. Werk in die vlog de volgende vragen uit:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 + C2 Werkcollege C1 Aan de hand van de stellingen die bij A2 zijn geformuleerd vindt er een ‘debat’ plaats waarbij de
voors en tegens besproken worden en genoteerd op het bord.
13
C2 Bij ZS-opdracht 5 heb je een mindmap gemaakt over motiverende gespreksvoering. Eén van de
leerdoelen bij dit thema is: ‘Je bent in staat motiverende gesprekstechnieken toe te passen’.
Bespreek in subgroepen jouw gemaakte mindmap. Wat vind jij belangrijk als je bijvoorbeeld naar
collega’s toe een motiverend gesprek moet voeren over het gebruik van zorgtechnologie?
Bij tijd over kan de volgende opdracht worden uitgevoerd:
Bekijk in de klas de video over Zorgrobot ZORA.
http://www.eo.nl/home/video/-a-/player/-mc-/s/-stream-/64834/
Welke vragen roept het gebruik van ZORA bij jou op? Wat is de invloed van robots op de zorg? Denk
aan personeelsbezetting, contact maken etc. Schrijf in tweetallen een opiniestuk waarin je een van de
volgende stellingen verdedigt. Verdeel de stellingen over de verschillende tweetallen in de klas:
- ZORA is hét hulpmiddel om eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan.
- Zorgrobots zijn onmisbaar om de zorg in 2020 efficiënt te organiseren.
- Door zorgrobots verlies ik mijn baan.
- Zonder eHealth ziet de zorg er een stuk menselijker uit.
- Door zorgrobots is er onvoldoende aandacht voor spirituele zorg.
D1 + D2 Intervisie Luister naar je docent die het onderwerp ‘intervisie’ introduceert. Stel intervisiegroepen samen en
maak een schema wiens vlog je wanneer bespreekt, wie voorzit en wie notuleert.
De intervisie bij dit keuzedeel vindt plaats aan de hand van een vlog en soms ook nog een opdracht.
Vooraf hebben jullie bij ZS 6 een instructievideo bekeken over vloggen en jullie hebben bij B2 op
school een oefenvlog gemaakt.
Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de oefenvlog. Wat gaat goed, wat ging minder goed en
wat vind je moeilijk?
Tip voor de docent:
Als er tijd over is, kan ZS-opdracht 4 en ZS-opdracht 7 tijdens intervisie in groepjes besproken
worden.
14
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 01: Ontdek technologie. Beantwoord
de twee vragen en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 1, weblecture
(A1).
Opdracht 2:
Maak een begrippenlijst in de ELO over technologische hulpmiddelen. Werk minimaal tien
verschillende begrippen uit en geef van elk begrip in eigen woorden een omschrijving. Geef drie
studenten feedback op wat zij hebben opgeschreven. Snap jij precies wat zij bedoelen?
Opdracht 3:
Ga na wat in jouw huidige-/ vorige-/ komende BPV-organisatie de visie op zorg is. Vraag naar
beleidstukken die gaan over de inzet van technologische hulpmiddelen in de zorg. Wat vind je
hiervan? Wanneer er geen beleidsstuk is over technologie in de zorg, wat vind jij dan dat er minimaal
in zo’n beleidsstuk moet staan? Denk aan financiën, privacy, veiligheid et cetera. Plaats jouw
uitwerking in de ELO en neem je uitwerking ook mee naar de eerste bijeenkomst.
Opdracht 4:
Welke ervaring heb jij met eHealth? Waarom is dit vak belangrijk? Waarom koos jij voor dit
keuzedeel? Beschrijf en plaats in de ELO (minimaal 1 A4).
Zoek voor de branches kraamzorg (KZ), gehandicaptenzorg (GHZ), verpleeg-, verzorgingshuizen en
thuiszorg (VVT) en psychiatrische zorg (GGZ) een technologisch hulpmiddel wat geschikt is voor die
branche. Zoek een filmpje van het hulpmiddel en plaats een link naar de filmpjes in de ELO.
Extra Niveau 4:
Geef bij elk hulpmiddel aan of jij dit zou gebruiken. Beschrijf daarvoor twee argumenten en plaats ze
bij de links in de ELO.
Opdracht 5:
Lees de pdf:
http://www.kennispleinchronischezorg.nl/docs/producten/Motiverende_gesprekstechnieken.pdf
over motiverende gesprekstechnieken en maak hiervan een mindmap. Kijk daarvoor dit filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=twbHCOQkspY. Neem je mindmap mee naar het werkcollege
(C2) .
Opdracht 6:
Bekijk de instructievlog van Sofie (www. ……. .nl) en/of
Bekijk dit filmpje over het maken van een vlog: http://www.webnode.nl/blog/2013/09/beste-tips-
over-het-maken-van-een-videoblog/
Post je vragen in de daarvoor aangemaakte omgeving in de ELO.
15
Opdracht 7:
Bestudeer de feedbackkaarten van Vilans, geef in de ELO de aan jou toegewezen student (door het
systeem of door de docent) feedback op zijn/haar bijdragen in de ELO. Let hierbij op: zien de
opdrachten er compleet en netjes uit? Wat vind je mooi of goed? Welke tips heb je voor jouw
groepsgenoot? Geef minimaal twee tips en twee tops.
16
Thema 2 Technologie toepassen op een ethisch verantwoorde manier
Overzicht
Titel thema Technologie toepassen op een ethisch verantwoorde manier
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak:
D1-K1
Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische
hulpmiddelen.
Werkprocessen:
D1-K1-W2
Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe.
Onderliggende competenties
Samenwerken en overleggen, ethisch en integer handelen,
overtuigen en beïnvloeden, onderzoeken en instructies en
procedures opvolgen.
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar gaat op een ethisch
verantwoorde manier met technologische hulpmiddelen om.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:
- onderzoekt met de cliënt en andere betrokkenen;
nauwgezet de impact van het gebruik van technologische
hulpmiddelen;
- raadpleegt actief collega’s over ethische dilemma’s m.b.t.
technologische hulpmiddelen;
- houdt consequent rekening met de geldende ethische
maatstaven van de organisatie en de cliënt bij het nemen
van beslissingen omtrent technologische hulpmiddelen;
- houdt zich nauwgezet aan wet- en regelgeving en aan het
beleid van de organisatie;
- leidt op een deskundige manier gesprekken en discussies
in duidelijke banen.
17
Korte omschrijving
Themabijeenkomst Centraal bij het 2e thema en de bijeenkomsten staat:
Zorgtechnologie en ethiek, wat houdt deze relatie in en welke
positie heeft de student daarin?
ZS-opdrachten Sofies Leerreis thema 02.
Leerdoelen.
Domotica.
Ethiek.
Stappenplan ethisch dilemma.
Wet- en regelgeving, Medisch Convenant.
WGBO, BOPZ, Wet klachtrecht.
Digitale zorg.
Een verkenning van grenzen.
BPV-opdracht
BPV-opdracht B uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel:
De student kan op een ethisch verantwoorde manier technologie toepassen.
Subdoelen:
- Je kunt zelfstandig kennis genereren en bronnen identificeren. - Je kunt reflecteren op eigen handelen en feedback vragen aan collega’s
en laat hierin een duidelijke groei zien. - Je kunt vertellen wat ethiek is. - Je kunt vertellen wat een ethisch dilemma is en op welke manier je dit
dilemma kunt aanpakken. - Je bent op de hoogte van de wijze waarop jouw zorginstelling omgaat
met ethische vraagstukken. - Je kent de rechts- en wetkennis inzake begeleiden van cliënten. - Je hebt oog voor de ethische belangen van de cliënt indien deze
gebruik maakt van zorgtechnologische hulpmiddelen en kan deze benoemen.
- Je kunt de cliënt begeleiden in de vraagstukken die zich voordoen bij het toepassen van zorgtechnologische middelen.
- Je kunt met belanghebbende het gesprek aangaan inzake eHealth en ethiek.
Leermiddele
n
Internetbronnen: CEG.nl (centrum voor ethiek en gezondheid), zorgethiek.nu,
filosofieengeneeskunde.nl,
www.sofiesleerreis.nl
www.detweedeverdieping.nu/dossiers-gezondheid/EHealth/watishet;
http://www.werkenindeouderengeneeskunde.nl/specials/ethiek/omgaan-met-
ethische-dilemmas-in-de-zorg/
https://www.youtube.com/watch?v=KEvxTzhMP_Y&feature=youtu.be http://www.debatindeklas.nl/debatvormen/lagerhuis/ http://www.kcwz.nl/doc/zorg_en_technologie/Een_verkenning_van_de_grenzen.pdf
18
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ethisch_dilemma
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 2 over: ethiek en zorgtechnologie.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 02 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Naar aanleiding van het weblecture gaan jullie in de groep in gesprek aan de hand van stellingen. Dit
doen jullie op de wijze van de discussiewerkvorm: Het Lagerhuis.
Ga naar http://www.debatindeklas.nl/debatvormen/lagerhuis/ en lees de informatie. Maak
subgroepen en vertel aan je klasgenoot hoe een debatvorm van het Lagerhuis werkt. De begeleidend
docent poneert een stelling, bijvoorbeeld: Beeldzorg is niet meer weg te denken in de thuiszorg,
cliënten die niet mee willen doen worden gekort op de begeleidingsduur van de verpleegkundige.
Vat aan het einde van de discussie in maximaal 10 regels samen wat de uitkomst van de discussie
was. Plaats dit in overleg met je docent in de ELO.
B1 BPV-opdracht Bereid opdracht B voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als je nieuwe
inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 + C2 Werkcollege Drs. J. Kool schrijft in het artikel: ‘Een techno-bestaan: menswaardig leven met technologie’,
http://www.kcwz.nl/doc/zorg_en_technologie/Een_verkenning_van_de_grenzen.pdf (pg. 72) over
haar leven als gehandicapte en de technologische voorzieningen. Zij is daarover zeer kritisch, ze
schetst als zorgbehoevende enkele ethische kwesties. ‘Niet zozeer de mate van de handicap bepaalt
19
iemands levensgeluk, maar in hoeverre iemands mogelijkheden benut of belemmerd worden door het
hulpmiddel.’
Ga met elkaar in gesprek over dit artikel en pak je stappenplan die je gedownload hebt bij ZS-
opdracht 4. Pas dit stappenplan toe op de problematiek die Kool schetst. Is dit stappenplan bruikbaar
in jouw BPV-organisatie? Op welke manier en weet je hierbij een concrete casus (ZS-opdracht 3)?
Upload je uitwerking in de ELO.
D1 + D2 Intervisie Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld. Wie
brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog. Wat
gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de slag?
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 02: Herken voors en tegens. Denk na
over de stelling en de vraag en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 2,
weblecture (A1).
Opdracht 2:
Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3:
Lees uit de publicatie: ‘Een verkenning van grenzen’, de inleiding en hoofdstuk 1: ‘Domotica in de
gezondheidszorg; waarom in vredesnaam niet?’.
http://www.kcwz.nl/doc/zorg_en_technologie/Een_verkenning_van_de_grenzen.pdf (pg. 2 t/m 17).
Ethicus Heleen Dupuis eindigt met een aantal aanbevelingen. Stel een vraag op naar aanleiding van
deze aanbevelingen en plaats deze in de groepsconversatie (ELO). Geef zelf ook antwoord op twee
van de vragen uit de groep.
Opdracht 4:
Onderwijs over ethiek heb je gehad tijdens het basisdeel en/of profieldeel van de opleiding. Wat
weet je nog van dit begrip? Noteer op minimaal een half A4 wat wordt verstaan onder ethiek. Geef
daarbij een voorbeeld van ethiek binnen jouw stage. In welke zorgsituatie speelde ethiek een rol? Bij
het werkcollege kan deze beschreven situatie worden ingebracht. Neem de uitwerking mee naar het
werkcollege (C1).
Opdracht 5:
Lees wat Wikipedia schrijft over een ethisch dilemma:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ethisch_dilemma. In de zorgverlening krijg je als zorgverlener te maken
met ethische dilemma’s.
Een voorbeeld: Mevrouw Stella is dementerend en woont in een beschermde woonvorm op afdeling
de Lelie. Mevrouw heeft sinds twee dagen wegloopgedrag. De verzorgenden en verpleegkundigen
20
willen graag cameratoezicht zodat ze weten waar mevrouw is. De familie geeft hiervoor geen
toestemming omdat zij de privacy van mevrouw Stella belangrijk vinden.
Zoek op het internet naar een stappenplan dat jou aanspreekt, download het stappenplan, sla het op
in de OneDrive of binnen de ELO. Bij het werkcollege (C1) wordt dit stappenplan ingezet, bereid je
dus voor op dit werkcollege door dit stappenplan voor jezelf vast uit te werken op bovenstaande of
een eigen casus.
Tip voor de docent: bij kraamverzorgenden kan gekozen worden om een zieke baby continu in beeld
te houden, maar waar ouders ook in verband met de privacy geen toestemming voor geven.
21
Opdracht 6:
Welke wet- en regelgeving speelt een rol bij de uitvoering van technologische middelen? Noteer het
antwoord binnen de ELO. Noem minimaal 4 wetten en beschrijf waarom ze van toepassing zijn op
technologische hulpmiddelen. Zoek ook op wat het Medisch Convenant betekent.
Opdracht 7:
Er zijn vier wetten die bij het onderwerp ethiek in de zorg van belang zijn:
1. de WGBO
2. de Wet Zorg en Dwang
3. de Wet Privacy en Persoonsgegevens
4. de wet Klachtrecht
Lees deze wetten door. Maak van elke wet een samenvatting van 1 zin:
De wet …. regelt ……….
Geef antwoord op de vraag:
Door het uitvoeren van deze wetten wordt de zorg op een ethische wijze uitgevoerd,
omdat…………………..
Plaats het antwoord binnen de groepsconversatie (ELO) en vraag om een reactie van minimaal drie
groepsgenoten.
Extra opdracht voor niveau 4:
Lees het Convenant ‘Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis’.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/convenanten/2011/12/23/convenant-veilige-toepassing-
van-medische-technologie-in-het-ziekenhuis
Beantwoordt de volgende vragen:
- Waarom is het Medisch Convenant opgesteld?
- Over welke drie fasen wordt er beleid opgesteld in het Convenant?
- Geef bij elke fase aan hoe dit beleid er in grote lijnen uitziet.
- Schrijf een korte samenvatting van vijf zinnen waarin de essentie van het Convent
weergeeft. Doe dit op een creatieve manier en upload in de ELO.
Opdracht 8:
Digitale zorg, het is bijna al heel normaal. Bekijk dit filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=KEvxTzhMP_Y&feature=youtu.be
Welke twee voorbeelden zie je als voorbeeld van digitale zorg? De mensen die aan het woord zijn,
zijn allemaal enthousiast. Echter is het echt zo onbevangen? Welke ethische dilemma’s of vragen kun
jij je voorstellen bij deze ontwikkelingen? Wat zou je moeilijk vinden? Wat zou je zelf anders willen?
Noteer deze antwoorden op een A4 en plaats in de ELO.
22
Opdracht 9:
Lees uit de publicatie: ‘Een verkenning van de grenzen’, het artikel: ‘Een techno-bestaan:
menswaardig leven met technologie.’
http://www.kcwz.nl/doc/zorg_en_technologie/Een_verkenning_van_de_grenzen.pdf (pg. 72-76).
Bij het werkcollege (C1) wordt dit artikel gebruikt, bereid je dus voor door het artikel te lezen. Schrijf
daarna in één zin de belangrijkste boodschap op uit het artikel en plaats dit in de ELO.
Extra opdracht voor niveau 4:
Reageer binnen de ELO op de samenvatting van twee medestudenten (ZS-opdracht 6). Ben je het
eens met hun samenvatting? Waarom wel/niet?
23
Thema 3 Bespreken van technologische hulpmiddelen met de cliënt
Overzicht
Titel thema Bespreken van technologische hulpmiddelen met de cliënt
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak:
D1-K1 Bijdragen aan de inzet van technologische hulpmiddelen.
Werkprocessen:
D1-K1-W3:
Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de
cliënt.
Onderliggende competenties
Begeleiden, aandacht en begrip tonen, overtuigen, beïnvloeden,
formuleren, rapporteren en analyseren.
Resultaat
De inzet van technologische hulpmiddelen sluit aan bij de wensen,
behoeften en mogelijkheden van de organisatie.
Gedrag
- De beginnend beroepsbeoefenaar: - bestudeert doelgericht de verkregen informatie van de
cliënt;
- combineert effectief gegevens uit verschillende bronnen
tot bruikbare informatie;
- legt op een begrijpelijke manier uit hoe technologische
- hulpmiddelen ingezet kunnen worden; - toont oprechte belangstelling en begrip voor de ideeën,
opvattingen en emoties van de cliënt;
- creëert tijdig draagvlak en betrokkenheid voor het gebruik
van technologische hulpmiddelen;
- maakt samen met de cliënt realistische keuzes die
aansluiten bij de mogelijkheden van de cliënt en
organisatie.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst De beginnend beroepsbeoefenaar bespreekt met de cliënt diens
wensen, behoeften en mogelijkheden met betrekking tot het
gebruik van technologische hulpmiddelen. Zo nodig consulteert
hij/zij collega’s en/of deskundigen. Samen met de cliënt gaat ze
na hoe de organisatie bij diens wensen en behoeften kan
aansluiten. Met de cliënt bespreekt ze de voor- en nadelen van
het al dan niet gebruiken van de technologische hulpmiddelen en
vraagt hem wat hij vindt van de diverse mogelijkheden.
ZS-opdrachten Sofies Leerreis thema 03.
Leerdoelen.
Veiligheid, budget en privacy.
Visie op veiligheid, budget en privacy in relatie tot eHealth.
Leerstijlen of leervoorkeuren.
24
Sofie in gesprek over technologische hulpmiddelen.
Nieuw hulpmiddel introduceren.
Schaalwandelen.
Beoordelen van voorlichting.
BPV-opdracht
BPV-opdracht C uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel:
De student bespreekt het gebruik van technologische
hulpmiddelen met de cliënt.
Subdoelen:
Je laat zien dat je gesprekstechnieken beheerst bij een individuele
cliënt:
- Je bespreekt de zorgvraag met de individuele cliënt.
- Je laat zien dat je aansluit bij de wensen, behoeften en mogelijkheden van een cliënt.
- Je bent op de hoogte van bruikbare technologische middelen voor individuele zorgvragen ter ondersteuning van de zelfzorg.
- Je kan gegevens uit bronnen identificeren over technologische hulpmiddelen en deze vertalen naar de individuele cliënt.
- Je laat zien dat je respectvol om kan gaan met ideeën, opvattingen en emoties van een cliënt.
- Je kan samen met de cliënt een keuze maken in een technologisch hulpmiddel die aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt en de organisatie.
- Je kent de voor- en nadelen in het gebruik van technologische hulpmiddelen.
- Je houdt rekening met veiligheid, budget en privacy bij de inzet van technologische hulpmiddelen.
- Je kan informatie verwerken in een elektronisch patiëntendossier.
- Je kan informatie genereren uit een elektronisch patiëntendossier.
- Je creëert draagvlak bij mantelzorgers en collega’s voor het
gebruik van technologische hulpmiddelen bij een cliënt.
Leermiddelen www.sofiesleerreis.nl Internetbronnen: zorg voor beter, Focuscura Leerstijlentest Manon Ruijters Schaalwandelen Koert Visser Feedback geven recept van Vilans http://www.vilans.nl/docs/producten/Feedbackkaart_groen.pdf Motiverende gesprekstechnieken: http://www.kennispleinchronischezorg.nl/docs/ producten/Motiverende_gesprekstechnieken.pdf https://www.springest.nl/opleiding-onderwijs/leeractiviteiten-leerstijlen/kolb-leerstijlen-test
25
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 3 over: technologie, de mogelijkheden van een cliënt en de organisatie
en motiverende gespreksvoering.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 03 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Kies een cliënt uit jouw huidige/ vorige stage die baat zou kunnen hebben bij een eHealth toepassing.
Bespreek in subgroepen eerst welke zorgvraag jouw cliënt heeft. Vervolgens bespreek je de
mogelijkheden van de cliënt; wat kan hij/zij nog en waar heeft hij/zij hulp bij nodig? Ten slotte ga je
bespreken wat de organisatie hierin kan doen en welk beleid er is op het gebied van inzetten van
technologie bij deze cliënt. Wat kun je hierin nog leren? Wat zou je nog willen weten? Welk
hulpmiddel zou je adviseren en waarom?
B1 BPV-opdracht Bereid opdracht C voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als je nieuwe
inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 + C2 Werkcollege Wat zijn motiverende gesprekstechnieken? Waarom heb je dat nodig bij dit vak? Luister naar je
docent die uitleg geeft over motiverende gesprekstechnieken. De docent legt hierbij de relatie tussen
deze gespreksvoering en het uitvoeren hiervan in de praktijk.
Schrijf in je subgroep een casus waarin je motiverende gesprekstechnieken toepast. Voer in je
subgroep of klassikaal aan de hand van de casus een rollenspel uit. Geef elkaar feedback aan de hand
van de feedbackkaart van Vilans (thema 1, ZS-opdracht 7).
D1 + D2 Intervisie D1 Opdracht schaalwandelen, waar sta je nu en waar wil je heen? Waar staan anderen en wat is het
meest haalbare? Bestudeer onderstaande genoemde voorbeelden (afbeelding 1) en zoek
aanvullende informatie over schaalwandelen op internet. Deze opdracht heb je voorbereid bij ZS-
opdracht 7.
D2 Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld.
Wie brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog.
26
Wat gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de
slag?
Afbeelding 1
Afbeelding 2
27
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 03: Maak technologie bespreekbaar.
Denk na over de stelling en de vraag en neem de genoteerde antwoorden mee naar
themabijeenkomst 3, weblecture (A1).
Opdracht 2:
Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3:
Maak een mindmap in de ELO over veiligheid, budget en privacy bij de inzet van technologische
hulpmiddelen. Kies voor een programma (bijvoorbeeld bubble.us of popplet.com). Beschrijf zo
precies mogelijk wat de genoemde begrippen inhouden. Stel vragen die je hebt binnen de ELO. Geef
aan drie studenten feedback over de door hen gemaakte mindmap.
Opdracht 4:
Vraag op jouw huidige/vorige/komende stage afdeling naar de visie op veiligheid, budget en privacy
die gaan over inzet van technologische hulpmiddelen in de zorg. Je kunt ook een afspraak maken
voor een interview bij een organisatie bij jou in de buurt. Kies voor een branche waar je graag zou
willen werken! Maak een samenvatting van de uitkomsten en neem deze mee naar de
toepassingsopdracht A2.
Opdracht 5:
Niveau 3:
1. Ga naar https://www.springest.nl/opleiding-onderwijs/leeractiviteiten-leerstijlen/kolb-
leerstijlen-test
2. Maak de test die er staat. De test bestaat uit 9 vragen. Elke vraag kent 4 antwoorden.
Geef 4 punten aan het antwoord dat je het beste bij je vindt passen, 3 aan het volgende
meest passende antwoord, etc. Denk rustig over je antwoorden na. Het invullen kost je
ongeveer 10-15 minuten.
3. Klik op volgende en vul je (school)mailadres in.
4. Bekijk de uitslag: hoe leer jij het beste? Herken je de uitslag? Wat wel/wat niet?
5. Bekijk de informatie in de ontvangen mail over de 4 leerstijlen van Kolb: doener, denker,
dromer of beslisser. Wat is belangrijk bij de verschillende leerstijlen? Waar zou jij
rekening mee houden als je jouw cliënt een nieuw hulpmiddel gaat aanleren?
6. Stel je nu voor dat je jouw cliënt gaat voorlichten over een nieuw technologisch
hulpmiddel. Bedenk voor elke leerstijl een manier waarop de uitleg het beste overkomt.
7. Schrijf bovenstaande bevindingen in een kort verslagje en zet dit in ELO.
Niveau 4:
1. Ga naar http://tg.leerscan.nl/ en maak de leervoorkeurentest. Deze test duurt een half
uur.
28
2. Bekijk de uitslag: hoe leer jij het beste? Herken je de uitslag? Wat wel/wat niet? Wat is
belangrijk bij de verschillende leervoorkeuren? Waar zou jij rekening mee houden als je
jouw cliënt een nieuw hulpmiddel gaat aanleren?
3. Stel je nu voor dat je jouw cliënt gaat voorlichten over een nieuw technologisch
hulpmiddel. Bedenk voor elke leervoorkeur een manier waarop de uitleg het beste
overkomt.
4. Schrijf bovenstaande bevindingen in een kort verslagje en zet dit in ELO.
Opdracht 6:
Kies een technologisch hulpmiddel wat jou aanspreekt. Verzamel zoveel mogelijk argumenten om
jouw ideeën naar voren te brengen over het gebruik van dit hulpmiddel. Wat vind jij goed aan dit
hulpmiddel? Welke meerwaarde heeft het voor jouw cliënt? Hoe krijg je de cliënt en jouw collega’s
mee om technologie in te zetten? Welke informatie heb je nodig om jouw idee voor te dragen? Wat
zegt dat over jouw leervoorkeur en dat van de ander?
Verwerk in een A4 en plaats in de ELO.
Opdracht 7:
Ga naar http://www.congres-content.nl/pdf/2016.03-congres-llb-impressie/11-conny-van-der-wulp-
schaalwandelen.pdf. Vat in maximaal 5 zinnen samen wat ‘schaalwandelen is’.
Bedenk voor jezelf waar je nu staat en waar je uit zou willen komen. Wat wil je graag leren. Bedenk
kleine stapjes hoe je kunt komen tot je doel. Wie heb je nodig, waarom wil je juist dat, wat kan je
helpen, welke inzet verwacht je van jezelf? Plaats de uitkomst in de ELO en neem ze ook mee naar de
intervisiebijeenkomst (D1).
Opdracht 8:
In thema één heb je vijf video’s gezocht over branche specifieke technologische hulpmiddelen (ZE-
opdracht 4). Bekijk je video’s nogmaals. Geef van elke video aan hoe het hulpmiddel geïntroduceerd,
gepromoot en uitgelegd wordt. Wat vind jij van deze manier van voorlichten? Sluit het aan bij de
doelgroep?
Extra opdracht voor niveau 4:
Welke vraag zie jij nog onbeantwoord in de video’s? Noem bij elke video minimaal twee vragen.
29
Thema 4 Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven
Overzicht
Titel thema Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven.
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak D1-K1: Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen.
D1-K1-W4: Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven.
Onderliggende competenties Begeleiden, samenwerken en overleggen.
Resultaat
Technologische hulpmiddelen worden zo ingezet dat dit de kwaliteit van leven van de cliënt stabiel houdt en waar mogelijk verbeterd.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar: - Schept effectief kansen en mogelijkheden voor de cliënt
om (nieuwe) technologische hulpmiddelen te gebruiken. - Maakt duidelijke afspraken met betrokkenen. - Voorziet betrokkenen tijdig van informatie en
aanwijzingen. - Stimuleert de cliënt en andere betrokkenen op een
duidelijke manier om de cliënt zo zelfstandig mogelijk te laten leven.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst In dit thema staan de volgende vragen centraal: Hoe zien ‘stabiliseren’ of ‘verbeteren’ van ‘kwaliteit van leven’ met behulp van eHealth eruit voor de cliënt? Verbetert eHealth de zelfredzaamheid van de cliënt? Kan de cliënt langer thuis blijven wonen door eHealth?
ZS-opdrachten Sofies Leerreis thema 04. Leerdoelen. Zelfredzaamheid. EHealth en langer thuis blijven wonen. Vilans overzicht eHealth toepassingen. Opstarten van beeldzorg. Verpleegplan.
BPV-opdracht BPV-opdracht D uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel: De student kan de kwaliteit van leven van een cliënt stabiliseren en/of verbeteren met behulp van eHealth toepassingen.
30
Subdoelen: - Je kunt de begrippen zelfstandigheid, zelfredzaamheid,
zelfbeschikkingsmogelijkheden en gevoel van veiligheid uitleggen.
- Je kunt uitleggen dat deze begrippen van toepassing zijn bij een cliënt.
- Je kunt voor een specifieke cliënt met zijn/haar hulpvraag een geschikte eHealth toepassing uitkiezen.
- Je kunt de cliënt begeleiden in het gebruiken van de eHealth toepassing.
- Je kunt de inzet van eHealth aanpassen aan de wensen van de cliënt. Dit verwerk je in het verpleegplan.
- Je kunt het netwerk van de cliënt op de juiste wijze inlichten over een verandering in het gebruik van eHealth.
Leermiddelen www.sofiesleerreis.nl http://www.vilans.nl/docs/vilans/publicaties/overzicht-consumentenelektronica-zorg.pdf http://www.forachange.nl/wordpress/wp-content/uploads/2014/08/Intervisie-in-vijf-stappen.pdf
31
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 4 waarin de begrippen zelfstandigheid, zelfredzaamheid,
zelfbeschikkingsmogelijkheden en gevoel van veiligheid in relatie tot eHelath worden uitgelegd.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 04 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Bespreek de informatie uit zelfstudieopdracht 2 in de klas.
In een onderwijsleergesprek bespreek je de volgende vraag:
“Zorgen eHealth toepassingen voor een betere zelfredzaamheid van de cliënt? Waarom wel en
waarom niet?”
In deze les maak je met de klas een lijst met onderwerpen die je als zorgverlener of begeleider juist
wel én juist niet moet doen om daarmee de zelfredzaamheid van de cliënt te verbeteren.
Let op: zelfredzaamheid = zelfstandigheid, gevoel van veiligheid en zelfbeschikkingsmogelijkheden.
B1 BPV-opdracht Bereid opdracht D voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als je nieuwe
inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 Werkcollege In thema 1 heb je de meest voorkomende vormen van eHealth leren kennen. In de
zelfstudieopdracht (5) ben je – in het document van Vilans – ook veel eHealth toepassingen
tegengekomen. In dit werkcollege verdeel je al deze eHealth toepassingen over de volgende drie
begrippen. Zet de eHealth toepassing bij het woord wat jij het beste bij de toepassing vindt passen:
1. Zelfstandigheid 2. Gevoel van veiligheid 3. Zelfbeschikkingsmogelijkheid
http://www.vilans.nl/docs/vilans/publicaties/overzicht-consumentenelektronica-zorg.pdf
32
C2 Werkcollege Bij ZS-opdracht 7 heb je een verpleegplan geschreven aan de hand van de casus die bij ZS-opdracht 6
staat. Bespreek in een subgroep de gemaakte verpleegplannen en ga opzoek naar overeenkomsten
en verschillen. Bevraag elkaar waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt.
D1 + D2 Intervisie D1 In je groep houd je intervisie volgens de vijfstappen methode. Bestudeer daarvoor de
onderstaande link.
http://www.forachange.nl/wordpress/wp-content/uploads/2014/08/Intervisie-in-vijf-stappen.pdf
Wijs een voorzitter aan die het gesprek leidt. Je hebt intervisie aan de hand van de gemaakte
vloggen.
Evalueer in deze bijeenkomst ook jullie manier van intervisie voeren. Benoem van elk groepslid een
tip en een top en deel met elkaar. Bedenk en beschrijf hoe je deze feedback mee kunt nemen in de
volgende vlog. Schrijf twee dingen op die jullie als groep blijven doen en twee dingen die jullie als
groep gaan verbeteren. Upload in de ELO.
D2 Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld.
Wie brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog.
Wat gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de
slag?
33
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 04: Meer dan zorg. Denk na over de
vragen en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 4, weblecture (A1).
Opdracht 2:
Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3:
In dit thema staat het begrip ‘zelfredzaamheid’ centraal. Daarbij hoorden woorden als
‘zelfstandigheid’, ‘gevoel van veiligheid’ en ‘zelfbeschikkingsmogelijkheden’.
In de vorige leerjaren heb je op school geleerd wat ‘zelfredzaamheid’ betekent. Tijdens je stage heb
je gezien of je cliënts zelfredzaam waren, of niet. En ook hoe dat kwam!
Noteer wat jíj verstaat onder ‘zelfredzaamheid’. Wat betekent het? (Wanneer) ben jij zelf
zelfredzaam? Wanneer is de cliënt zelfredzaam? Neem de uitkomsten mee naar onderdeel A2 op
school.
Niveau 3:
Illustreer je beschrijving van ‘zelfredzaamheid’ met een voorbeeld. Je kunt een casus schrijven,
tekenen, dichten, filmen of je illustratie op een andere creatieve manier vormgeven. Neem deze
uitwerking mee naar onderdeel A2 op school.
Niveau 4:
Geef aan in hoeverre jouw kijk op het begrip ‘zelfredzaamheid’ is veranderd tijdens je stages. Schrijf
daarnaast een casus waarin eerst geen sprake was van zelfredzaamheid, maar door de toepassing
van eHealth zelfredzaamheid gekomen is. Neem deze uitwerkingen mee naar onderdeel A2 op
school.
Opdracht 4:
EHealth en langer zelfstandig thuis wonen worden steeds vaker in één zin genoemd. Het lijkt alsof
eHealth toepassingen het antwoord zijn op de vraag hoe ouderen steeds langer thuis kunnen blijven
wonen. Zoek op internet naar een artikel die gaat over de volgende stelling:
‘Door eHealth toe te passen in de thuissituatie blijven ouderen langer thuis wonen. Het nadeel
hiervan is dat de cliënt minder contact heeft met de zorgverlener.’
Het maakt niet uit of in het artikel argumenten vóór of tégen de stelling genoemd worden. Je kunt
een artikel vinden door zoektermen als ‘zelfstandigheid’, ‘eHealth’, ‘zorgtechnologie’ en
‘zelfredzaamheid’ te gebruiken.
Maak een samenvatting van het artikel en geef een reactie op de stelling. Plaats in de ELO.
Opdracht 5:
34
Als voorbereiding op het werkcollege (C1) bekijk je het overzicht van eHealth toepassingen met hun
doelen in het volgende document (opgesteld door Vilans):
http://www.vilans.nl/docs/vilans/publicaties/overzicht-consumentenelektronica-zorg.pdf
Beschrijf van elk kopje (gezonde leefstijl, zelfmanagement, etc.) het hulpmiddel wat jou het meeste
aanspreekt. Beantwoordt de volgende vragen en upload in de ELO:
- Waar dient het hulpmiddel voor?
- Hoe waardeer jij het gebruiksgemak?
- (Hoe) vergroot het de zelfredzaamheid van de cliënt?
- Zou jij dit hulpmiddel zelf willen gebruiken?
Opdracht voor de kraamzorg:
Zoek drie apps die geschikt zijn om in te zetten in de kraamzorg. Beantwoordt daarbij ook de
bovenstaande vragen.
Opdracht 6:
Casus:
Mevrouw de Vries revalideert in een zorghotel na een Total Hip operatie. Dit is een operatie waarin de
cliënt een nieuwe heup krijgt. Het gaat goed met mevrouw en eigenlijk werkt de opname het
genezingsproces een beetje tegen. Mevrouw de Vries heeft heimwee en heeft het idee dat haar
opname het genezingsproces in tegen werkt. Haar begeleidend team (verzorgende, verpleegkundige,
huisarts en fysiotherapeut) onderzoekt of het mogelijk is dat mevrouw naar huis gaat en daar
revalideert onder begeleiding, door middel van beeldzorg.
Mevrouw de Vries is 65 jaar, zij is goed bij de tijd en woont zelfstandig thuis. Haar buren helpen haar
bij allerhande klusjes en zijn in te zetten als mantelzorger.
Aan jou als verzorgende of verpleegkundige wordt gevraagd een plan van aanpak te schrijven voor dit
experiment. Mevrouw de Vries kan tenslotte niet zomaar naar huis!
Deze opdracht maak je online met een groep medestudenten (max. 4). De docent maakt de groepjes.
Maak eerst afspraken wie wat doet. Beschrijf waar jullie plan van aanpak aan moet voldoen. Denk
hierbij aan het contact met de zorgverzekeraar, welk type beeldzorg, de voorlichting van de cliënt,
wie is verantwoordelijk voor de overdracht etc. Deze eerste opzet plaats je in de ELO en je vraagt
gericht feedback aan de begeleidend docent en je medestudenten door een vraag te stellen over de
opdracht. Deze vraag moet gaan over de inhoud van de opdracht. Met de feedback werk je het plan
van aanpak verder uit.
Het definitieve plan plaats je in de ELO. Deel het met je medestudenten en de begeleidend docent.
Extra opdracht voor niveau 4:
Neem daadwerkelijk contact op met een zorgverzekeraar en vraag naar informatie over
vergoedingen rondom beeldzorg. Wanneer krijg je beeldzorg vergoed? Wanneer niet? Waar heeft dit
mee te maken? Wat vind jij daarvan? Hoe kun jij beeldbellen regelen? Maak daarvoor een
stappenplan.
Alternatieve opdracht voor de kraamzorg:
35
Stel je voor dat een pas bevallen moeder een koemelkallergie heeft. Zij merkt aan haar kindje van vijf
dagen oud dat ze suf wordt, veel poept, spuugt en huilt. De moeder vermoedt een koemelkallergie.
Zij zou graag met haar kindje naar het consultatiebureau gaan om onderzoek te doen en
allergeenvrije melk te krijgen. De moeder is echter niet in staat om zelf naar het bureau te gaan, in
verband met een geïnfecteerde wond na haar keizersnede. Zij vraagt zich af of zij kan beeldbellen
met de consultatiebureauarts.
1. Zoek uit wanneer beeldbellen vergoed wordt en wanneer niet. Hoe kun jij beeldbellen
regelen voor deze moeder? Wie heb je daarvoor nodig?
2. Zoek uit wanneer allergeenvrije babyvoeding vergoed wordt. Hoe kun jij dit regelen voor de
moeder? Wie heb je daarvoor nodig?
Opdracht 7:
Mevrouw de Vries is inmiddels thuis en revalideert daar door middel van beeldzorg. Schrijf voor haar
een verpleegplan volgens de methode die jij op school geleerd hebt. Dit verpleegplan moet gericht
zijn op het beeldbellen. Neem het uitgewerkte verpleegplan mee naar het werkcollege (C2).
Alternatieve opdracht voor de kraamzorg:
Schrijf een verpleegplan voor de kraamvrouw waarin je het beeldbellen opneemt. Neem het
uitgewerkte verpleegplan mee naar het werkcollege (C2).
36
Thema 5 Voorlichting en advies geven aan cliënten over
technologische hulpmiddelen
Overzicht
Titel thema Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische
hulpmiddelen.
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak: D1-K1: Bijdragen aan een deskundige inzet van
technologische hulpmiddelen.
Werkprocessen: D1-K1-W5: Geeft voorlichting en advies aan
cliënten over technologische hulpmiddelen.
Onderliggende competenties
Begeleiden, presenteren, formuleren en rapporteren.
Resultaat
De cliënt is in staat om het technologische hulpmiddel op de
juiste manier te gebruiken.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:
- reageert duidelijk op de cliënt wanneer hij iets vertelt of vraagt;
- gebruikt woorden en uitdrukkingen op de juiste manier;
- legt zaken begrijpelijk uit;
- adviseert anderen met overtuiging.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst Centraal bij 5e thema en de bijeenkomsten staat: Hoe krijg jij voor elkaar dat jouw cliënten en mantelzorgers gaat accepteren en gaat gebruiken in het dagelijks leven? De invloed van eHealth op zelfmanagement (ZM) en zelfmanagementondersteuning (ZMO). Zelfmanagement betekent dat de cliënt zelf regie houdt over zijn leven en zich daar actief voor inzet. Zelfmanagementondersteuning betekent dat jij jouw cliënten daarin adviseert en helpt. Je zorgt zo dat jouw cliënt niet afhankelijk wordt van jou als hulpverlener.
ZS-opdrachten Sofies leerreis thema 05. Overtuigend adviseren van cliënten en hun naasten in relatie tot het gebruik van technologische hulpmiddelen. Voorlichting en instructie afstemmen op wat de cliënt nog wel kan en niet meer kan. Lezen Nivelrapport over technologie in de thuiszorg. ASE-model. Beoordeling website voor doelgroep.
37
BPV-opdracht
BPV-opdracht E uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel: De student kan voorlichting geven aan de cliënt over het gebruik van technologische hulpmiddelen en past hierbij maatwerk toe.
Subdoelen
Subdoelen: - Je kunt informatie geven over -en laat zien hoe je een
technologisch hulpmiddel kunt gebruiken. - Je kunt gebruik maken van informatiemateriaal en
verduidelijken waar dit voor dient. - Je kunt de vragen van de cliënt over technologische
hulpmiddelen beantwoorden. - Je kunt de antwoorden op de vragen die jij moeilijk vindt,
opzoeken op internet of hiervoor deskundige hulp inschakelen.
- Je kunt begeleiding geven aan cliënten en andere betrokkenen bij het omgaan met technologische hulpmiddelen.
Leermiddelen - www.sofiesleerreis.nl - http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-
Technologie-in-de-zorg-thuis.pdf? - artikel: eHealth voor zelfmanagement en zelfmanagement
ondersteuning in de verpleegkundige praktijk van dr. L. Alpay, dr. J. Verhoef, dr. L. van Wely
- http://serioussoap.nl/bibliotheek/inhoud.html
- https://youtu.be/dpiX930QKCY
- https://youtu.be/ea8fZGt9b1Q
- https://youtu.be/z3WKVz8DmD8
- smartphone of tablet met Skype of FaceTime
38
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 5 over het gebruik van technologische hulpmiddelen door cliënten, de
begrippen adoptie en acceptatie komen aan bod.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de stelling en vraag geformuleerd bij thema 05 van de website ‘Sofies
Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Naar aanleiding van het weblecture over acceptatie en adoptie van technologische hulpmiddelen
door cliënten, gaan jullie met elkaar in gesprek over de volgende stelling:
“Cliënten die niet met een ‘nieuw’ technologisch hulpmiddel willen werken moet je met rust laten in
plaats van ze te overtuigen dat het goed voor ze is.”
Discussievorm:
- Het lokaal heeft drie hoeken of ‘borden’: mee eens, mee oneens, ik weet niet.
- Reageer op de stelling door te gaan zitten in de hoek of bij het bord dat jouw mening het
best benadert.
- Discussieer met de studenten die ook in jouw hoek staan waarom je het eens of oneens met
de stelling bent.
- Noteer de argumenten op het bord of op een vel papier.
- Je mag tijdens de discussie van groep wisselen als je van mening verandert.
- Je sluit af met een groepsdiscussie waarin de docent de lesgroep uitdaagt om een relatie te
leggen tussen de verschillende meningen en de theorie uit het weblecture.
B1 BPV-opdracht Bereid opdracht E voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als je nieuwe
inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 Werkcollege Ga naar de site van serioussoap.nl: http://serioussoap.nl/ Vul je gegevens in en klik op de verwijzing
‘zelfmanagement’.
39
Maak de opdrachten bij zowel hoofdstuk 1 als hoofdstuk 2. Neem de verschillende stukjes tekst van
het onderwerp zelfmanagement door en stel je vragen aan medestudenten of je docent. Wanneer je
al eerder met de site hebt gewerkt stel je vast of jouw mening is veranderd ten aanzien van deze
opdrachten, zo ja waarom, zo nee waarom niet?
C2 Werkcollege Bij eHealth is het onmisbaar nieuwe technologische hulpmiddelen uit te leggen aan je cliënt. Jouw
cliënt zal willen weten hoe het hulpmiddel werkt en wat de voor- en nadelen ervan zijn. Tegelijk wil
je dat de cliënt niet helemaal afhankelijk is van een zorgverlener, maar ook zelf initiatieven toont. We
gebruiken hiervoor twee termen in de gezondheidszorg, namelijk zelfmanagement en
zelfmanagementondersteuning.
- Ga naar: http://www.venvn.nl/Themas/Zelfmanagement en zoek de betekenis op van
het woord zelfmanagement. Schrijf dit op.
- Ga naar:
http://www.venvn.nl/Portals/1/Nieuws/2014%20Documenten/20140506%20zelfmanage
mentondersteuning.pdf en zoek de betekenis op van het woord
zelfmanagementondersteuning.
- Beschrijf vanuit het bovenstaande document hoe jij als zorgverlener en/of begeleider een
cliënt kunt ondersteunen bij het zelfmanagement.
- Welke rol kan eHealth spelen in het zelfmanagement van jouw cliënt denk je?
- Plaats de uitwerking van deze opdracht in ELO.
Extra opdracht voor niveau 4:
Presenteer jouw uitkomsten van ZS-opdracht 4 aan je medestudenten.
D1 + D2 Intervisie D1Wissel met jouw intervisiegroepsgenoten ervaringen uit op het gebied van voorlichting en advies
geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen. Heb je een cliënt al eens verteld over een
nieuw hulpmiddel? Hoe ging dat? Hoe reageerde jouw cliënt? Wat zou je graag willen? Inventariseer
of jouw medegroepsgenoten tegen dezelfde problemen aanlopen ten aanzien van dit onderwerp en
bespreek deze samen. Hoe zou je dit kunnen oplossen? Gebruik de uitkomsten van de ZS-opdracht
7.
D2 Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld.
Wie brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog.
Wat gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de
slag?
40
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 05: Geef voorlichting en advies. Denk
na over de vragen en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 5, weblecture
(A1).
Opdracht 2:
Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3:
Zoek op internet de volgende overzichtsstudie van Nivel op:
http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-Technologie-in-de-zorg-thuis.pdf
Bestudeer blz. 42 t/m 56 van hoofdstuk 3: Perspectief van zorggebruikers op gebruik van technologie
in de zorg en zelfzorg.
- Beschrijf vanuit het onderzoek minimaal vijf factoren die ervoor zorgen dat de cliënt een
technologisch hulpmiddel accepteert en adopteert.
- Geef bij drie van deze vijf factoren aan hoe jij deze kunt gebruiken bij het overtuigen van
een cliënt als het gaat om het gebruik van ‘nieuwe’ technologisch hulpmiddelen waar
weerstand tegen is.
Niveau 4 opdracht 4:
Soms vraag je je af waarom er nog mensen roken, te hard rijden, en andere gevaarlijke dingen doen
terwijl al zolang bekend is dat dit verkeerd af kan lopen. Veel mensen beginnen voor de ‘fun’ en
kunnen dan niet goed meer stoppen. Andersom werkt het ook zo: mensen willen soms iets nieuws
níet uitproberen omdat ze dit moeilijk, lastig of eng vinden. Dit kun jij ook tegenkomen bij jouw
cliënt. Jij weet dat een hulpmiddel heel handig kan zijn, maar jouw cliënt wil er niets van weten. Het
kan interessant zijn om uit te zoeken waar die weerstand vandaan komt.
Wetenschappers hebben nagedacht over hoe mensen zich gedragen en welke factoren daarop
invloed hebben. Jij gaat nu kennismaken met het zo genoemde ASE-model. Het ASE-model is een
model wat wordt gebruikt om naar gedrag te kijken en erachter te komen waarom mensen bepaald
gedrag vertonen. Toegepast op het vak Zorg en Technologie: Mensen hebben altijd persoonlijke
redenen om een technologisch hulpmiddel juist wel of juist niet te gebruiken. Gedrag waar men zich
soms bewust van is, maar ook vaak onbewust van is.
1. Ga naar https://www.allesoversport.nl/artikel/ase-model-van-attitude-sociale-invloed-
en-eigen-effectiviteit-naar-intentie-tot-gedrag/ en lees de tekst rustig door. Het geeft
niet als je moeilijke woorden nog niet direct begrijpt.
2. Het ASE-model gaat ervan uit dat er drie factoren van invloed zijn op gedrag van mensen.
Er zijn dus ook drie factoren die invloed hebben op mensen om een technologisch
hulpmiddel juist wel of niet te gebruiken. Die factoren samen noemen we de intentie (=
voornemen om iets te bereiken) namelijk:
• Attitude
• Sociale invloed
41
• Eigen effectiviteit
Zoek informatie op over de 3 bovenstaande begrippen en schrijf op wat ermee bedoeld
wordt.
Deze drie factoren bepalen samen de intentie die je hebt, ofwel of je van plan bent om zelf
met het technologische hulpmiddel aan de slag te gaan. Of dit ook werkelijk lukt, hangt af
van nog meer factoren:
• ‘Individuele vaardigheden’, zoals het niet kunnen omgaan met een
computer/mobiele telefoon of het niet kunnen verzamelen van
relevante informatie door analfabetisme e.d.
• ‘Barrières’ verstoren het werkelijk gebruik van het technologische
hulpmiddel, zoals hoge aanschafkosten, blind zijn, slechtziendheid,
doof zijn, e.d.
• ‘Kenmerken van de persoon’, zoals leeftijd, intelligentieniveau, mate
van zelfvertrouwen, angst om fouten te maken e.d.
3. Lees op de eerdergenoemde website de informatie bij het kopje ‘groepsdruk’ en bekijk
daarna het filmpje ‘brandexperiment’ (7 min.).
4. Beantwoordt de volgende vragen:
a. Welke omstandigheden zorgen ervoor dat de vrouw reageert zoals ze reageert?
b. Hoe zou jij reageren? Waarom zou je op die manier reageren?
c. Zou jouw cliënt op dezelfde manier kunnen reageren als de vrouwen in het
filmpje met betrekking tot een nieuw hulpmiddel? Waarom wel of waarom niet?
5. Kies een technologisch hulpmiddel waarvan jij vindt dat iemand in jouw omgeving dat
zou moeten gaan gebruiken (een opa/oma, oudere in de straat, iemand die je goed kent).
Denk bijvoorbeeld aan Facebook, een handige gezondheids-App of beeldbellen via Skype
of Facetime. Let wel: dit moet een technologisch hulpmiddel waar de cliënt geen
uitgesproken afkeer tegen heeft. Kijk voor ideeën op bijvoorbeeld:
http://www.nu.nl/advertorial/advertorial-gezond-verzekeren/3879297/5-x-handige-
gezondheidsapp.html of zoek zelf op internet naar gezondheids-Apps voor ouderen. Stel
de oudere de volgende vragen:
a. Wat is uw houding (attitude) ten aanzien van het gebruik van dit hulpmiddel?
b. Wat is de invloed van de omgeving op het wel of niet gebruiken van dit
hulpmiddel (sociale invloed)?
c. In hoeverre acht u zichzelf in staat dit hulpmiddel daadwerkelijk te gaan
gebruiken? (eigen effectiviteit)?
d. Zijn er beperkingen in de ‘individuele vaardigheden’ die van invloed zijn op het
feit dat het hulpmiddel nog niet gebruikt is? (Of eenvoudiger geformuleerd: zijn
er vaardigheden die u niet heeft en wat kan maken dat u het hulpmiddel daarom
niet gebruikt?
e. Zijn er barrières (obstakels?) die van invloed zijn om het hulpmiddel te
gebruiken?
f. Wat is er volgens u nodig om wel met een dergelijk hulpmiddel aan de slag te
gaan?
6. Schrijf de antwoorden van het interview uit en geef aan hoe je de antwoorden gebruikt
om je de geïnterviewde te motiveren tot het gebruik van het technologische hulpmiddel.
Plaats de uitwerking van deze opdracht in de ELO.
42
Extra opdracht voor niveau 4:
Presenteer jouw uitkomsten van ZS-opdracht 4 aan je medestudenten (C2).
Opdracht 5:
Binnen deze opdracht beoordeel je in hoeverre een internetsite geschikt is voor een specifieke
doelgroep die afhankelijk is van zorg.
1. Kies een veel voorkomende chronische ziekte, beperking of handicap waar je meer over
te weten wilt komen.
2. Zoek de internetsite van de desbetreffende patiëntenvereniging op en beantwoord de
volgende vragen:
a. In hoeverre is de internetsite gebruiksvriendelijk voor de gekozen doelgroep?
b. In hoeverre vind je de informatie uitnodigend en of prikkelend?
c. In hoeverre wordt de informatie overzichtelijk/gestructureerd aangeboden?
d. In hoeverre denk je dat de doelgroep zich met de afbeeldingen kan identificeren
en waarom?
e. In hoeverre is het duidelijk wat de site voor de doelgroep kan betekenen?
f. Sluit de inhoud van informatie aan bij de doelgroep?
g. In hoeverre is het taalgebruik begrijpelijk en op het juiste niveau?
h. Is er sprake van beknopte, correcte en relevante informatie?
i. Zijn de voorlichting, adviezen en tips bruikbaar?
j. Wordt er op een duidelijke wijze doorverwezen voor verdere vragen/informatie?
k. Worden de doelen bereikt (Ja/nee, namelijk…. vul zelf aan)?
l. Valt je nog meer op aan de site wat je nog niet kwijt kon in bovenstaande
vragen?
3. Surf naar https://www.accessibility.nl/over-toegankelijkheid/handicaps/visuele-
beperking Hier vindt je het Expertisecentrum voor toegankelijke ICT.
4. Lees de tekst onder de kopjes; visuele, auditieve, cognitieve, fysieke of spraakbeperking.
In deze tekst staan onder meer de drempels beschreven waar mensen met een
beperking op internet tegen aanlopen en wat ze lastig vinden.
5. Schrijf een blog of vlog waarin in je aangeeft in hoeverre de eerder beoordeelde
internetsite gebruiksvriendelijk is voor mensen met een visuele, auditieve, cognitieve,
fysieke of spraakbeperking.
Extra opdracht voor niveau 4:
Stuur je blog of vlog in naar de beheerder van de gekozen site en vraag of ze jouw adviezen zouden
willen oppakken om de site gebruiksvriendelijker te maken voor mensen met een beperking. Schrijf
in je begeleidend schrijven ook waarom je deze blog/vlog gemaakt hebt en in het kader van welke
opleiding.
Opdracht 6:
Via mobiele telefoons of laptops kunnen ouderen via FaceTime (alleen bij Apple) contacten
onderhouden. Het voordeel aan deze App is dat personen elkaar kunnen zien en dit het gesprek
persoonlijker maken. Een bekende variant van FaceTime is Skype. Hiermee is het mogelijk om gratis
te bellen, elkaar op telefoon of laptopscherm te zien en te chatten. In deze opdracht wordt het geven
van patiëntenvoorlichting concreet geoefend.
43
1. Organiseer een Face-time of Skypegesprek met een cliënt in een zorginstelling waar je een
relatie mee hebt of een ouder gezinslid/kennis die vanwege de leeftijd of beperkingen niet zo
goed met deze vorm van technologie over weg kan.
2. Ga een gesprek aan over zorg en technologie en vertel dat jij de cliënt via het beeldscherm
wil leren om een screenshot te maken. Zorg dus dat jij dit zelf goed kunt.
3. Leg via het beeldscherm uit hoe hij/zij een screenshot kan maken en naar jou toe kan mailen.
Op http://www.samsung.com/nl/support/skp/faq/1069255 kan je zien hoe dit moet.
4. Beschrijf jouw ervaringen vanuit deze opdracht en geef hierbij aan wat er goed ging en wat er
beter kan. Wat vond je leuk en wat vond je moeilijk? Hoe zou je het een volgende keer
aanpakken?
5. Beschrijf hierbij hoe je rekening hebt gehouden met individuele vaardigheden, barrières en
kenmerken van de persoon.
6. Plaats je verslag inclusief het screenshot van het gesprek in de ELO.
Opdracht 7:
Bekijk het filmpje: Ouderen leren omgaan met social media/ https://youtu.be/dpiX930QKCY
Bekijk het filmpje: LINC Digitaal 1 - Ouderen & Gadgets/ https://youtu.be/ea8fZGt9b1Q
Bekijk het filmpje: LINC Digitaal 2 - Ouderen & het internet/ https://youtu.be/z3WKVz8DmD8
Beschrijf wat je opvalt aan de verschillende reacties van ouderen op ‘nieuwe’ technologische
hulpmiddelen en neem je ervaringen mee naar je intervisiegroep (D1).
44
Thema 6 Multidisciplinair samenwerking met betrekking tot de inzet
van technologische hulpmiddelen
Titel thema Multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak: D1-K1: Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkprocessen: D1-K1-W6: Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen.
Onderliggende competenties
Samenwerken en overleggen, relaties bouwen en netwerken, overtuigen en beïnvloeden en formuleren en rapporteren
Resultaat
De inzet en het gebruik van technologische hulpmiddelen zijn multidisciplinair afgestemd.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar: -Bouwt aan een professionele band en optimale samenwerking met alle samenwerkingspartners. -Voert tijdig overleg met alle betrokkenen m.b.t. de inzet en het gebruik van technologische hulpmiddelen. -Formuleert in overleg duidelijke en haalbare doelen. -Streeft actief naar overeenstemming en voldoende steun voor besluiten.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst Centraal bij het 6e thema en de bijeenkomsten staat: Het werk van verzorgende vindt plaats in een multidisciplinaire setting. Zonder overleg met de verschillende disciplines kun je geen goede zorg geven. Dat is ook zo wanneer je eHealth inzet. En dit werkproces reikt verder dan alleen de multidisciplinaire samenwerking. Van de verzorgende en verpleegkundige wordt ook een adviserende rol verwacht naar niet alleen de interne collega’s maar ook naar de externe partijen zoals het bedrijfsleven. Hoe de multidisciplinaire samenwerking er uit ziet staat centraal bij dit thema.
ZS-opdrachten Sofies leerreis thema 06. Screencast met informatie. Mindmap van alle disciplines die te maken hebben met eHealth. Externe partijen. Visie op eHealth. Interoperabiliteit. EHealth monitor. Veiligheid.
BPV-opdracht
BPV-opdracht F uit bijlage 1.
45
Doelen
Hoofdoel: De student werkt samen in het multidisciplinaire team op het gebied van inzetten van technologische hulpmiddelen en heeft daar ook een adviserende rol.
Subdoelen:
- Je benoemt de verschillende partijen waarmee je samenwerkt in het multidisciplinaire team.
- Je beschrijft de voorwaarden waar deze samenwerking aan voldoet.
- Je weet in welk overleg het onderwerp eHealth op de agenda staat en benoemt dit overleg.
- Je zorgt voor het vaststellen van concreet haalbare doelen in dit overleg en draagt deze uit.
- Indien nodig adviseer je het multidisciplinaire team over het toepassen van technologische hulpmiddelen en je bespreekt knelpunten.
- Je kent alle partijen die een bijdrage leveren in het uitvoeren van zorg technologie (externe partijen).
- Indien nodig adviseer je de externe partijen over het toepassen van technologie in de zorg en je bespreekt knelpunten.
- Je maakt een compleet beeld door de inzet en het gebruik van technologische hulpmiddelen binnen de zorgsetting waar je werkzaam bent. Wat doe je dan?
Leermiddelen www.sofiesleerreis.nl www.popplet.com http://www.deh-fund.nl/?page_id=57 https://www.nictiz.nl https://www.nictiz.nl/SiteCollectionDocuments/Rapporten/Veilig_ omgaan_met_EHealth_dit_zeggen_de_experts.pdf
46
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 6 waarin gesproken wordt over wie nu welke rol speelt in een team als je
kijkt naar het toepassen van technologische hulpmiddelen.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 06 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Bespreek in groepjes (die door de docent zijn samengesteld) de mindmap die je bij ZS-opdracht 3
hebt gemaakt. Samen komen jullie tot één mindmap waarbij inzichtelijk wordt welke partijen in een
multidisciplinair team een rol spelen als het gaat om het toepassen van technologische
hulpmiddelen. Je gebruikt elkaars mindmap én de nieuwe informatie die je bij het weblecture hebt
opgedaan. De docent zal de uitkomsten klassikaal nabespreken.
B1 BPV-opdracht Bereid opdracht F voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als je nieuwe
inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 + C2 Werkcollege Zoek het artikel op die je bij ZS-opdracht 8 hebt geüpload. In dit artikel staat beschreven op welke
manier veiligheid en het werken met zorg technologische hulpmiddelen wordt beschreven.
Geef elkaar in een subgroep van vier studenten een mondelinge samenvatting over de inhoud van dit
artikel.
Ga daarna aan de slag om een checklist (een scan) te maken. Een zorginstelling of organisatie moet
aan de hand van jullie checklist weten of zij veilig werkt met eHealth.
Beantwoordt eerst de volgende vragen. Deze helpen je om de checklist op te zetten. Gebruik voor
het beantwoorden het artikel wat je meenam uit ZS-opdracht 8.
1. Benoem drie risico’s die zich voor kunnen doen bij het inzetten van eHealth.
2. Wat is risicomanagement en welke rol speelt dit bij eHealth toepassingen?
3. Waarom is het belangrijk dat alle taken en verantwoordelijkheden rond het toepassen
van eHealth voor iedereen duidelijk zijn?
4. Wat is een functionele analyse? En waarom moet je die maken bij een cliënt?
47
5. Training is altijd belangrijk, maar waarom juist bij dit onderdeel?
6. Over welke disciplines wordt er in jullie artikelen gesproken, wie heeft er allemaal mee te
maken als het gaat om veilig omgaan met eHealth toepassingen?
Met deze antwoorden gaan jullie samen een checklist maken welke zorginstellingen kunnen
doorlopen om te kijken of het veilig omgaan met eHealth goed wordt toegepast.
Als een zorginstelling jullie scan doorloopt weet die zorginstelling wat al goed gaat, wat redelijk gaat
en wat nog niet geregeld is.
Geef aan welke discipline deze scan gaat uitvoeren en geef aan waarom?
Deze checklist of scan presenteer je aan de hele groep en slaan jullie op binnen de ELO.
D1 + D2 Intervisie Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld. Wie
brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog. Wat
gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de slag?
Ter variatie kunnen jullie de vlog bespreken met behulp van de methode zoals beschreven op de
website:
http://www.petatwijnstra-
coaching.nl/pdf/intervisiemodellen/opwarmers/MDIHB%20model%201.7.pdf
Komen alle onderdelen van ‘de hand’ terug in de besproken vlogs?
48
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 06: Zoek de samenwerking. Denk na
over de vragen en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 6, weblecture (A1).
Opdracht 2:
Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3:
Waar je ook werkt in de zorg, of het nu in een verpleeghuis is, in de kraamzorg of in de
wijkverpleging, je werkt samen met anderen, monodisciplinair en multidisciplinair.
Maak een mindmap (bijvoorbeeld met een Popplet) met daarin alle disciplines waar jij mee
samenwerkt en probeer verder te kijken naar alleen die disciplines in jouw directe team. Zorg dat je
in ieder geval acht disciplines benoemt.
- Vermeld bij elke discipline minimaal drie taken die hij of zij kan doen bij het gebruik van
eHealth.
- Vermeld bij elke discipline vier eHealth toepassingen die passen bij die discipline.
Bijvoorbeeld het gebruik van een digitale eetmeter bij diëtetiek.
Plaats deze mindmap in de ELO en neem de mindmap mee naar onderdeel A2 van de bijeenkomst op
school.
Opdracht 4:
Lees de subdoelen die geformuleerd zijn bij dit werkproces. Daar wordt beschreven dat jij in de
multidisciplinaire samenwerking een adviserende rol hebt. Een adviserende rol met betrekking tot
het inzetten van technologische hulpmiddelen. En dan niet alleen naar de collega’s in het team maar
ook naar externe partijen.
Welke externe partijen zijn dit? Overleg eventueel op je stageplaats of bijbaantje, met je
medestudenten of je docent. Maak een overzicht waarin je minimaal twee externe partijen zet die
ertoe doen en noteer in een half A4 per partij wat zij doen, waar zij voor staan en wat de relatie is
met waar jij werkt.
Neem de uitkomsten mee naar onderdeel A1 en A2 van de bijeenkomst zodat je het gesprek met
jouw groepsgenoten kan voeren.
Opdracht 5:
Bij themabijeenkomst 3 ben je op zoek gegaan naar de visie op veiligheid, budget en privacy van de
afdeling waar je de BPV doorloopt. Wanneer je als zorgverlener, begeleider jouw collega’s en
externen wilt adviseren over het toepassen van technologische hulpmiddelen dan ontkom je niet aan
een visie op eHealth. Of jij eHealth belangrijk vindt en waarom, dat merken je collega’s. Zoek deze
visie er nog eens bij. Staat er iets in die visie over samenwerking tussen de verschillende disciplines?
Wat vind jij? Wat moet er in deze visie staan vermeld over samenwerking tussen verschillende
disciplines?
49
Noteer dit in een paar steekwoorden en plaats dit in de ELO. Je vraagt 4 studiegenoten om erop te
reageren.
Wil je een voorbeeld over een visie op eHealth lezen kijk dan bijvoorbeeld op de site van Dutch
eHealth Fund (http://www.deh-fund.nl/?page_id=57).
Opdracht 6:
Je hebt al veel geleerd in dit keuzedeel en je wordt vaardiger in het onderwerp. Dat is nodig om je
collega’s en de externen te kunnen adviseren over het inzetten van technologische hulpmiddelen. Er
is één belangrijk document dat je nog meer informatie geeft zodat je goed weet wat je zeggen moet
op het moment dat je gaat adviseren.
Dat document is de nieuwe eHealth-monitor van 2015. Je vindt de eHealth-monitor op de site van
het NICTIZ. Voordat je deze publicatie gaat bestuderen ga je eerst de website van het NICTIZ
‘ontdekken’.
Op de site van NICTIZ (https://www.nictiz.nl/) staat de volgende missie omschreven:
‘Nictiz streeft naar betere zorg door betere informatie. Wij ondersteunen het zorgveld bij het
benutten van ICT om de kwaliteit van en efficiëntie binnen de zorg te verbeteren.’
Geef in je eigen woorden antwoord op de volgende vragen:
1. Welk doel heeft Nictiz? (of: Waarom is Nictiz opgericht?)
2. Welke instantie zorgt voor het geld om de website te onderhouden?
3. Waarom is Nictiz nodig?
Deel deze informatie met jouw groepsgenoten en bekijk zelf ook 2 ingeleverde stukken waar je
feedback op geeft in de ELO.
Opdracht 7:
Elk jaar geeft NICTIZ de eHealth-monitor uit. De publicatie van 2015 geeft veel informatie over de
huisartsen en hun gebruik van eHealth. Toch is hoofdstuk 7 ook interessant voor jou. Lees hoofdstuk
7 van de publicatie en geef antwoord op zes vragen:
1. Wat is het verschil tussen de care en de cure? Waar ben jij werkzaam en waar wil je werken?
2. Op welke manier wordt het gebruik van internet ingezet in de zorg?
3. Wat wordt bedoeld met ‘begeleiding op afstand’ en welke voorbeelden worden gegeven?
Welke taken kan een verzorgende hierbij hebben?
4. Wat is het verschil tussen beeldbellen en telemonitoring? Welke rol speelt de verzorgende
bij telemonitoring?
5. Wat is het verschil in de rol van de verzorgende bij eHealth in vergelijking met het jaar 2013,
2014 en 2015?
6. Op welke manier kan deze informatie jou helpen om naar jouw collega’s een adviserende rol
te hebben over het toepassen van technologische hulpmiddelen?
Plaats de antwoorden in de ELO.
Opdracht 8:
50
Je kunt niet om het onderdeel veiligheid heen als je het hebt over het toepassen van technologische
hulpmiddelen in de zorg. Want: hoe voorkom je dat er fouten worden gemaakt bij het inzetten van
technologische hulpmiddelen?
Lees het artikel over veilig omgaan met eHealth op de site van NICTIZ. Neem dit artikel mee naar het
werkcollege (C1 C2). Het is handig als je het artikel print.
(https://www.nictiz.nl/SiteCollectionDocuments/Rapporten/Veilig_omgaan_met_EHealth_dit_zegge
n_de_experts.pdf)
Vat in eigen woorden in maximaal tien regels samen waar dit artikel over gaat en plaats dit in de ELO.
51
52
Thema 7 Zorgpad of Prototype - Niveau 3
Titel thema Zorgpad en Prototype
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak: D1-K1: Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkprocessen: D1-K1-W1: Levert een bijdrage aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen D1-K1-W2: Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe D1-K1-W3: Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de cliënt D1-K1-W4: Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven D1-K1-W5: Geeft voorlichting en advies aan cliënten over technologische hulpmiddelen D1-K1-W6: Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen
Onderliggende competenties
Samenwerken en overleggen, relaties bouwen en netwerken, overtuigen en beïnvloeden, formuleren en rapporteren, begeleiden, presenteren, aandacht en begrip tonen, analyseren, ethisch en integer handelen, onderzoeken, instructies en procedures opvolgen, leren en kwaliteit leveren
Korte omschrijving
Themabijeenkomst In dit thema pas je de opgedane kennis uit de voorgaande zes themabijeenkomsten toe in een opdracht: Zorgpad of Prototype.
Doelen
Hoofdoel: - De student past de opgedane kennis uit de zes
werkprocessen toen in de opdracht Zorgpad of Prototype.
Leermiddelen Door de student zelf opgezochte literatuur en interviews.
53
Lesinhoud
Je gaat werken aan het ‘Zorgpad’ óf je gaat werken aan het ‘Prototype’. In overleg met je
docent kies je één van de twee opdrachten.
Deze opdrachten voer je uit op de huidige BPV-plek. Als je op dit moment geen
(lint)stageloopt, kun je ervoor kiezen deze opdracht uit te voeren bij een cliënt uit je vorige
stage of uit je bijbaantje. Je mag de opdracht ook uitvoeren bij een cliënt uit je komende
stage. Je gaat dan alvast kennismaken op je stageplaats en kiest in overleg met je
praktijkopleider of werkbegeleider een cliënt uit waarvoor je de opdracht maakt.
De opdracht wordt beoordeeld door je docent.
Deze themabijeenkomst is niet opgezet volgens de structuur van de eerste zes thema’s. In
de acht contacturen die je in dit thema hebt, werk je onder begeleiding van je docent aan
de door jouw gekozen opdracht.
Kijk voor inspiratie de laatste twee thema’s van Sofies leerreis, thema 07: Ga op onderzoek
uit en thema 08: Wees een voorbeeld (www.sofiesleerreis.nl ).
BPV-opdracht 1 Zorgpad Inleiding
De cliënt die jij verzorgt in de zorginstelling heeft waarschijnlijk al een traject aan zorg
achter zich liggen en een traject van zorg in het verschiet. Je kunt je voorstellen dat de
mevrouw die jij verzorgt in een kraamsetting of de man die jij verzorgt in het verpleeghuis
al het één en ander heeft meegemaakt. Dat noemen we ook wel het zorgpad.
Korte uitleg van de opdracht
Bij deze opdracht ga jij onderzoeken hoe het zorgpad van jouw cliënt is verlopen. Beschrijf
welk pad jouw cliënt heeft doorlopen vanaf het moment van het ‘problemen krijgen’ thuis
tot op dit moment.
Voorbeelden:
o Darmklachten krijgen, huisarts, polikliniek, diagnose ziekte van Crohn met medicatie, huisarts, opname, operatie, verblijf, ontslag, revalidatie, naar
huis met wijkzorg.
o Geheugenproblemen krijgen, naar de huisarts, consult bij de geriater,
diagnose Alzheimer, dagbehandeling verpleeghuis, opname
psychogeriatrische afdeling, verblijf op een psychogeriatrische afdeling.
EHealth
Op dat hele traject heeft eHealth wel of niet een rol gespeeld. Probeer duidelijk te krijgen
of jouw cliënt gebruikt heeft gemaakt van eHealth. Heeft jouw cliënt bijvoorbeeld via de
app Thuisarts zich voorbereid op het bezoek aan de huisarts? Of is geprobeerd die cliënt zo
lang mogelijk thuis te houden met het inzetten van beeldbellen? Heeft de cliënt
hulpmiddelen thuisgekregen om langer thuis te kunnen wonen? Beschrijf dit in je
document.
54
Opdracht
1. Schrijf een casus waarbij een zorgpad van een cliënt die jij hebt
verzorgd of nog verzorgt centraal staat. Dit kan alleen maar als je de
cliënt eerst introduceert.
Dus beschrijf eerst:
voorgeschiedenis,
situatie met
betrekking tot de
ziekte(s) of aandoening,
huidige situatie.
Lengte = minimaal 1 A4
Wees alert op de privacy, gebruik een fictieve naam voor de cliënt en
voor de zorginstelling.
2. Maak een overzicht van alle eHealth toepassingen die er zijn en die
een relatie hadden kunnen hebben met jouw cliënt. Wees zo volledig
mogelijk.
Denk hierbij aan toepassingen voor in huis, voor in het ziekenhuis, voor
op een revalidatieafdeling, voor in het zorghotel, verpleeghuis en het
woonzorgcentrum. Ondersteun eventueel met foto’s van de
toepassingen uit de praktijk.
3. Kijk naar het eerste zorgpad wat je hebt gemaakt over jouw cliënt.
Geef op een overzichtelijke manier aan wanneer in het zorgpad van
jouw cliënt eHealth een rol heeft gespeeld en geef aan welke eHealth
dit betrof. Dit kun je inzichtelijk krijgen door een tijdlijn te maken. Je
kunt informatie hierover inwinnen bij de cliënt zelf, familie en uit het
zorgdossier.
4. Pak nu je zelfgeschreven casus erbij. Maak een nieuwe tijdlijn voor
jouw cliënt en geef aan op welke momenten een eHealth toepassing
plaats had kunnen vinden en waar de cliënt baat bij zou hebben
gehad. Gebruik minimaal vijf eHealth toepassingen. Onder deze
tijdslijn beschrijf je waarom je gekozen hebt voor die toepassing en
welk effect het kan hebben op het welzijn van jouw cliënt. Neem daar
ook de toekomst bij. Bij welke toepassingen heeft jouw cliënt in de
toekomst baat? Motiveer de keuze.
Feedback medestudenten
Leg je verslag voor aan twee medestudenten. Deze geven jou feedback op de opdracht.
Geef schriftelijk een reactie op deze feedback. Maak hiervoor een logboek binnen de ELO
waar je deze informatie opslaat.
Beoordeling
Upload je uitwerking in de ELO en vraag een beoordeling aan bij je docent.
55
Je mag maximaal twee keer een ‘matig’ scoren óf één keer een ‘onvoldoende’. Als je de opdracht
niet hebt behaald, moet je deze herkansen.
Beoordelingscriteria
Casus:
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
De voorgeschiedenis is duidelijk
beschreven
Het is duidelijk welke ziekte(n)
aandoening(en) de cliënt heeft
De huidige situatie is duidelijk
beschreven
De lengte is minimaal 3 A4
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
Overzicht eHealth toepassingen
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
Het overzicht is duidelijk en concreet
Alle mogelijke toepassingen zijn
beschreven
Minimaal 2 bronnen zijn correct
gebruikt
De toepassingen zijn ondersteund met
beeldmateriaal van de afdeling
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
56
Het zorgpad (oude situatie)
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
Aan de hand van de eerste tijdlijn is
duidelijk wanneer eHealth
toepassingen zijn gebruikt
De eHealth toepassingen zijn
ondersteund met beeldmateriaal
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
Het zorgpad (nieuwe situatie)
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
Aan de hand van de tweede tijdlijn is
duidelijk wanneer eHealth
toepassingen zijn gebruikt
De motivatie voor keuze is omschreven
Het effect op het welzijn van de cliënt
cliënt is beschreven
De tijdlijn is doorgetrokken en met
eHealth toepassingen onderbouwd
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
57
Eindbeoordeling
BPV-opdracht 1 Zorgpad is wel/niet behaald.
Naam student:
Naam docent:
Lesgroep:
Datum:
58
BPV-opdracht 2 Prototype Inleiding
Medido, beeldzorg, GPS-tracker, de app Alzheimer assistent, de app Fysiotherapie, Leef
cirkels. Zo een aantal wearables, apps en apparaten die vallen onder eHealth.
Veel cliënts kennen ze niet en waarschijnlijk ook veel zorgverleners niet. Hoe kan daar
verandering in komen? In de eerste plaats door jou! Jij volgt immers dit keuzedeel en jij
kan de cliënt en jouw collega’s voorlichten over deze eHealth toepassingen.
Jij kunt dat doen door het uitvoeren van deze opdracht: prototype. In deze opdracht
bedenk jij zelf een eHealth toepassing die geschikt is voor jóuw stageplaats!
Korte uitleg van de opdracht
Een prototype is niks anders dan een eerste model van iets. Elke uitvinding heeft een
prototype, een model waarbij geëxperimenteerd wordt of alles wat bedacht is klopt en
werkt. Zo zal The Edge van Samsung niet gelijk op de markt zijn gebracht daar is eerst een
prototype van gemaakt. Er werd bijvoorbeeld getest of je zo’n telefoon wel makkelijk vast
kunt houden?
Maar ook in het onderwijs wordt er vaak eerst een prototype gemaakt van een
onderwijsactiviteit voordat deze wordt uitgevoerd.
Je begrijpt het zeker al…..bij deze BPV-opdracht ga je naar aanleiding van de wensen
vanuit de praktijk een prototype eHealth toepassing bedenken, oftewel een apparaat, een
app of een wearable. Een opdracht voor de creatieve geest!
Handleiding
Naast het prototype maak je een handleiding. Anderen moeten natuurlijk weten hoe de
app werkt, wat er nodig is aan kennis om de wearable te bedienen en hoe je de cliënt
instrueert bij het gebruik van het apparaat. Daarvoor moet je onderzoek doen, want
klopt dat nu wel wat jij hebt bedacht? Hoe zorg je voor veiligheid? Waar moet je
apparaat of toepassing aan voldoen?
Hiervoor ga je op de stageplaats ideeën opdoen, cliënts interviewen, collega’s om raad
vragen, literatuur lezen, dingen uitproberen et cetera.
Opdracht
1. Ontwikkel een prototype op papier (tekening) en/of op schaal. Het product moet
bij de gebruiker zorgen voor verhogen van zelfredzaamheid of kwaliteit van leven. Dus het product heeft een meerwaarde in de zorg die verleend wordt of misschien
vervangt het zelfs de zorg.
2. Zoek op internet of er al producten op de markt zijn die lijken op jouw prototype.
Jouw prototype moet een nieuw model in de markt zijn.
3. Verzin een toepasselijke naam en bedenk wat er op een afdeling of in een
woonsituatie minimaal nodig is om de tool te kunnen gebruiken. Zo kan beeldzorg
niet zonder wifi en tablet/laptop/mobiel.
59
4. Interview minimaal twee cliënts (of mantelzorgers) om ideeën op te doen of om
jouw idee te polsen bij hen. Ook bevraag je minimaal twee collega’s over jouw
idee, ook dit zet je op papier en plaats je als bijlage bij de handleiding. 5. Werk deze interviews uit en vat ze samen, dit komt als bijlage bij de handleiding.
6. Schrijf een handleiding conform de volgende richtlijnen:
a. Voorwoord b. Automatische inhoudsopgave en bronvermelding
c. Aanleiding
d. Inhoudelijk deel met het prototype, resultaten etc.
e. Conclusie
f. Wees kritisch op je product. Wat zijn de voor- en nadelen? Beschrijf twee voordelen en twee nadelen.
g. Bijlagen met samenvattingen van de interviews en gesprekken met
collega’s
h. Maximaal vijf taalfouten per pagina (voorwaarde voor beoordeling!)
i. Minimaal 6 A4 7. De presentatie van het eindproduct is een vlog van maximaal vijf minuten. In deze
vlog laat je het prototype zien (vanaf papier of als schaalmodel), je vertelt hoe het
werkt, je vertelt over de research die je hebt gedaan en je vertelt over de
handleiding. Als het lukt kun je het ook demonstreren al dan niet met een
figurant!
Upload de vlog in de ELO.
Feedback medestudenten
Laat je vlog zien aan twee medestudenten. Deze geven jou feedback. Geef schriftelijk een
reactie op deze feedback. Maak hiervoor een logboek binnen de ELO waar je deze
informatie opslaat.
Beoordeling
Upload je uitwerking in de ELO en vraag een beoordeling aan bij je docent.
Je mag maximaal twee keer een ‘matig’ scoren óf één keer een ‘onvoldoende’. Als je de opdracht
niet hebt behaald, moet je deze herkansen.
60
Beoordelingscriteria
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
De student heeft een creatief
prototype gemaakt
Het prototype heeft voldoende
meerwaarde op de uitgevoerde zorg
De student heeft research gedaan
(interviews)
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
Handleiding
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
De student heeft een handleiding
geschreven aan de hand van de
richtlijnen
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
61
Presentatie
onvoldoende matig voldoende goed uitstekend
De student heeft een informatieve vlog
gemaakt van minimaal vijf minuten
In de vlog staat het prototype centraal
De privacy van de cliënt is
gewaarborgd
Toelichting:
62
Eindbeoordeling
BPV-opdracht 1 Zorgpad is wel/niet behaald.
Naam student:
Naam docent:
Lesgroep:
Datum:
63
Thema 7 Bijdragen aan zorginnovatie en onderzoek met betrekking tot
technologie – Niveau 4
Titel thema Bijdragen aan zorginnovatie en onderzoek met betrekking tot technologie
Titel keuzedeel Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak: D1-K2: Bijdragen aan innovatie en de invoering van technologische hulpmiddelen
Werkprocessen: D1-K2-W1: Levert een bijdrage aan zorginnovatie en onderzoek m.b.t. technologie
Onderliggende competenties Analyseren, onderzoeken en instructies en procedures opvolgen.
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een bijdrage geleverd aan het in kaart brengen van aspecten rondom het ontwerp, de ontwikkeling en/of implementatie van een technologisch hulpmiddel.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar: - bekijkt zaken vanuit meerdere invalshoeken; - zoekt relevante en voldoende informatie om vragen op
een betrouwbare manier te kunnen beantwoorden; - stelt de juiste vragen om informatie te verkrijgen; - houdt nauwgezet rekening met geldende wet- en
regelgeving; - trekt logische conclusies uit de beschikbare informatie.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst Centraal bij 7e thema en de bijeenkomsten staat: - zorginnovatie; - onderzoek doen; - implementatie van technologische hulpmiddelen; - wet- en regelgeving bij innovatie; - adoptie en acceptatie van zorgtechnologie.
ZS-opdrachten Sofies leerreis. Kennis over implementatie. Zorgvernieuwing en innovatieprocessen.
BPV-opdracht
BPV-opdracht G uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel: De student kan een bijdrage leveren aan het in kaart brengen van aspecten rondom het ontwerp, de ontwikkeling.
64
Subdoelen: - Je kan deelnemen aan onderzoek met betrekking tot
zorgtechnologie. - Je kan wensen met betrekking tot een (nieuw) technologisch
hulpmiddel in kaart brengen, - Je kan benodigdheden om te kunnen werken met een
(nieuw) technologisch in kaart brengen. - Je kan de gevolgen van het werken met een nieuw
technologisch hulpmiddel verwoorden. - Je kan verschillende bronnen gebruiken om informatie over
een technologisch hulpmiddel te verzamelen. - Je kan structuur aanbrengen in verzamelde informatie en
kan beschikbare gegevens onderzoeken. - Je kan kansen, bedreigingen en risico’s vaststellen ten
aanzien van een technologisch hulpmiddel.
Leermiddelen www.sofiesleerreis.nl http://www.carrieretijger.nl/functioneren/commerciele-vaardigheden/swot-analyse http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-Technologie-in-de-zorg-thuis.pdf https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=6IN_ggqqiJI https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=C8XS6xMrQIg http://www.zorgvoorbeter.nl/docs/PVZ/vindplaats/verbeteren%20doe%20je%20zo/Veranderen%20volgens%20Kotter.pdf https://www.twynstragudde.nl/expertises/expertises/verandermanagement/kleurentest-snel-en-effectief-veranderen https://www.youtube.com/watch?v=5WHb3UdBZBY&feature=player_detailpage
65
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 7 waarin de begrippen zorginnovatie, onderzoek doen en implementatie
centraal staan.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 07 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 Toepassingsopdracht Bespreek in een groepje van vier studenten de volgende punten.
1. Het verschil tussen uitvinden en innoveren. 2. Het verschil tussen innoveren en implementeren. 3. Waardoor kan weerstand tegen een technologische innovatie ontstaan en hoe kun je deze
weerstand doorbreken? 4. Bediscussieer de stelling: ‘Stilstand is achteruitgang.’
Geef jullie bevindingen weer in een flyer, brochure of vlog en upload deze in de ELO.
B1 BPV-opdracht Niveau 4: Bereid opdracht H voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als
je nieuwe inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 Werkcollege 1. Ga op internet op zoek naar voorwaarden waar een game bij ouderen aan moet voldoen. 2. Ga met elkaar in gesprek hoe je deze voorwaarden kunt vertalen naar een computer- of
telefoonspel dat je zelf vaak speelt. 3. Door een spel aan te passen of anders aan te bieden kan er dus al een technologische en
sociale innovatie ontstaan. Kies een specifieke doelgroep cliënts buiten de ouderenzorg. Denk hierbij bijvoorbeeld aan cliënts met een zintuigelijke handicap, cliënts met autisme of ernstige lichamelijk beperking, waardoor de game zonder aanpassing niet te spelen is.
4. Beschrijf wat jullie met het aanbieden van de game bij de gekozen doelgroep willen bereiken. Geef vervolgens aan hoe jullie de game aanpassen voor de specifieke doelgroep en hoe zij ondanks hun stoornis of beperkingen toch de game kunnen spelen.
66
5. Maak een tekening van de bedachte aanpassingen en presenteer jullie innovatie aan de groep.
6. Tot slot bespreek je hoe je zou onderzoeken of de door jullie bedachte technologische en sociale innovatie effect heeft.
C2 Werkcollege Werk samen met een groepsgenoot. Stel dat jullie als zorgverlener van een verpleeghuis meewerken aan een invoering van een vorm van beeldzorg op een verpleegafdeling met licht dementerende cliënts.
1. Zet op basis van een onderzoekje op internet alle zwakke en sterke punten van beeldzorg op een rij.
2. Geef aan wat de innovatie oplevert voor: - de cliënt/de gebruiker; - de mantelzorgers; - de zorgverlener(s); - de andere disciplines; - het milieu; - de investering van tijd; - de kosten/betaalbaarheid van zorg; - de veiligheid van zorg; - de toegankelijkheid van zorg.
3. Bespreek hoe jullie de invoering van beeldzorg stap voor stap gaat aanpakken. Houd er rekening mee dat er op de afdeling in eerste instantie weerstand zal zijn.
4. Noem de middelen en mogelijkheden om de deskundigheid van jullie collega’s te bevorderen en hun belangstelling te wekken en de acceptatie te vergroten.
D1 + D2 Intervisie D1 Wissel met jouw intervisie groepsgenoten je ervaringen uit op het gebied van innovatie van een technologisch hulpmiddel in de beroepspraktijk. Inventariseer gemeenschappelijk problemen ten aanzien van dit onderwerp en bespreek samen mogelijke oplossingen. Bespreek hierbij ook hoe je de uitkomsten van ZS-opdracht 7 ‘De kleurentest van Caluwe’ bij jouw innovatie kan inzetten. D2 Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld.
Wie brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog.
Wat gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de
slag?
67
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1: Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 07: Ga op onderzoek uit. Denk na over
de vragen en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 7, weblecture (A1).
Opdracht 2: Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen of je bekijkt de instructievlog Opdracht 3: Zoek op internet de volgende overzichtsstudie van Nivel op: Lees het hoofdstuk; ‘Technologie in de zorg thuis. Nog een wereld te winnen!’ http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-Technologie-in-de-zorg-thuis.pdf Bestudeer blz. 58 t/m 71 van hoofdstuk 4 Innovatie en implementatie in de praktijk In de tekst vanaf blz. 62 worden er vijf factoren onderscheiden die van belang zijn voor een goede implementatie van zorginnovaties. Beschrijf per factor welke voorwaarden jij kunt gebruiken voor een geslaagde implementatie van een technologisch hulpmiddel en zet de uitwerking in de ELO. Opdracht 4: Bekijk het filmpje Innovatie routes in de zorg https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=6IN_ggqqiJI Dit filmpje geeft op toegankelijke wijze een uitleg van het landschap waarin de zorgvernieuwer zich beweegt en de vier routes die er zijn om je innovatie succesvol te laten landen in de zorg. Het laat je ook zien dat je het snelst resultaat behaald als je direct via de cliënt innoveert. Opdracht 5: Bekijk het filmpje; ‘Hoe begin ik met Innovatie? Een stappenplan’: https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=C8XS6xMrQIg Door dit filmpje krijg je een overzichtelijk beeld van een innovatieproces. Opdracht 6: Om een verandering succesvol te implementeren in een organisatie heeft prof. J.P. Kotter acht succesfactoren voor veranderen opgesteld. Door het volgen van dit stappenplan heb je minder kans dat je innovatieproces mislukt en wordt je bedreven in het doorvoeren en toepassen van de veranderingen. http://www.zorgvoorbeter.nl/docs/PVZ/vindplaats/verbeteren%20doe%20je%20zo/Veranderen%20volgens%20Kotter.pdf Beschrijf hoe jij deze stappen op je BPV/afdeling kan gebruiken om je collega´s mee te nemen in de verandering die jij wilt doorvoeren. Opdracht 7:
68
Innovatieprocessen kunnen op verschillende manieren worden uitgevoerd. De kleurentheorie (ontwikkelt door prof dr. Léon de Caluwé en dr. Hans Vermaak) zijn handzaam bij het kiezen van de kansrijkste veranderaanpak voor een bepaald probleem in een zekere organisatie. En het maakt het gemakkelijker over veranderingen met elkaar te communiceren. Het helpt de eigen eenzijdigheid én die van gesprekspartners te onderkennen en typeren. Maak de kleurentest en lees de uitkomst/toelichting nauwkeurig door. Neem de resultaten mee naar de intervisie bijeenkomst (D1). https://www.twynstragudde.nl/expertises/expertises/verandermanagement/kleurentest-snel-en-effectief-veranderen Beschrijf wat de uitkomst van deze test voor jou betekent. Opdracht 8: Bekijk het filmpje over sociale innovatie: https://www.youtube.com/watch?v=5WHb3UdBZBY&feature=player_detailpage Maak een vlog waarin je uitlegt waarom technologisch innovatie tegenwoordig niet meer zonder een vorm van sociale innovatie kan slagen. Plaats deze vlog in de ELO.
69
Thema 8 Werken aan het examen – Niveau 3
Titel thema Voorbereiding examen
Titel keuzedeel Zorg en Technologie (niveau 3)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak: D1-K1: Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkprocessen: D1-K1-W1: Levert een bijdrage aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen D1-K1-W2: Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe D1-K1-W3: Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de cliënt D1-K1-W4: Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven D1-K1-W5: Geeft voorlichting en advies aan cliënten over technologische hulpmiddelen D1-K1-W6: Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen
Onderliggende competenties
Samenwerken en overleggen, relaties bouwen en netwerken, overtuigen en beïnvloeden, formuleren en rapporteren, begeleiden, presenteren, aandacht en begrip tonen, analyseren, ethisch en integer handelen, onderzoeken, instructies en procedures opvolgen, leren en kwaliteit leveren.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst Centraal bij dit thema staat het voorbereiden van het examen.
ZS-opdrachten Beoordelingsformulier ontwerpen Creatief! Evalueren Vooruitblik op het criteriumgericht interview
Doelen Hoofddoel: Evaluatie van de module en werken aan het examen.
Leermiddelen http://www.leren.nl/artikelen/2010/werkstuk-maken/indeling.html http://www.vilans.nl/thema-EHealth.html http://www.studiemeesters.nl/studietips/hoe-maak-je-een-goede-planning/
70
Lesinhoud
A1 Weblecture Luister naar de introductie van je docent op deze themabijeenkomst. Maak aantekeningen, die kun je
hierna gebruiken bij de toepassingsopdracht.
A2 Toepassingsopdracht Lees het examen goed door. Noteer je vragen en opmerkingen en bespreek deze in een groepje van
drie medestudenten. Zorg dat je aan het einde van deze bijeenkomst weet wat de
examenvoorwaarden zijn, waar je precies aan moet voldoen en wat de inhoud is van het criteriumgerichte interview.
B1 Voorbereiden BPV Bespreek in groepjes van vier studenten de volgende stellingen. Geef voor elke stelling één argument
voor en één argument tegen.
Ik ga eHealth zeker toepassen in mijn stage.
EHealth is een onderwerp voor verzorgenden, niet voor andere disciplines.
Er is in de zorg geen geld voor eHealth.
EHealth zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van leven van de cliënt.
Upload jullie gespreksverslag met argumenten in de ELO.
B2 Voorbereiden vlog
Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
Let op: Presenteer in deze vlog je werkstuk uit ZS-opdracht 3.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 + C2 Werkcollege In een groepje van twee of drie medestudenten schrijf je een script voor een denkbeeldig criterium
gericht interview als afronding van de keuzemodule ‘Zorg en Technologie’. Bereid het script voor, in
de vorm van een rollenspel. Geef daarin aandacht aan de houding van de student, van de
werkbegeleider en/of praktijkopleider en de beoordelend docent.
Je presenteert het rollenspel voor de groep.
D1 + D2 Intervisie D1 Aan de hand van het vlog ga je in je intervisiegroepje in gesprek over de plaats van eHealth in
jouw stage. Vragen die deze intervisie centraal staan, zijn:
71
- Wat wil jij leren om je examen goed te kunnen afronden?
- Ga je voor een Goed/Voldoende of Onvoldoende eindresultaat? Waarom? Hoe wil je dit bereiken?
- Wat heb je in dit thema al gedaan om je examen te behalen? - Wat was het resultaat van datgene wat je al gedaan hebt? Was dat het resultaat dat je wilde
bereiken? Of niet, hoe komt dat dan?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nog doen/beter doen/anders doen?
- Hoe kijk je terug op de keuzemodule Zorg en Technologie?
D2 Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld.
Wie brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog.
Wat gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de
slag?
72
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1:
Het eindexamen is een criteriumgericht interview. Stel dat jij als verzorgende werkt in een
zorginstelling en je begeleidt een stagiaire. Waar wil jij de student op beoordelen? Wat wil je
minimaal zien? Ontwerp zelf een beoordelingsformulier en upload deze in de ELO. Vraag feedback
aan een medestudent en geef een medestudent feedback op zijn/haar uitwerking.
Opdracht 2:
Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3:
In deze opdracht vraag je jezelf af: 'Hoe wil ik in mijn stage eHealth in gaan zetten?'
Het antwoord op deze vraag verwerk je in een creatieve uiting: een video, een gedicht, een tekening,
een spreuk, een... Upload je resultaat in de ELO en vraag twee medestudenten om feedback. Geef
zelf ook aan twee medestudenten feedback op hun werkstuk.
Opdracht 4:
In deze opdracht evalueer je het keuzedeel 'Zorg en Technologie'. Schrijf twee tips en twee tops op
over het keuzedeel en upload deze in de ELO.
Opdracht 5:
Beschrijf voor het criteriumgericht interview wat jij al kunt en wat je nog wilt leren. Schrijf ook je
vragen over deze opdracht op. Upload deze in de ELO en vraag reactie aan twee medestudenten.
73
Thema 8 Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega’s – Niveau
4
Titel thema Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega’s
Titel keuzedeel Zorginnovaties en Technologie (niveau 4)
Kerntaak en werkproces(sen)
Kerntaak: D1-K2: Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen.
D1-K2-W2: Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega's.
Onderliggende competenties
Aansturen en begeleiden
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft passende voorlichting, advies en instructie gegeven aan een collega met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar: - geeft duidelijk en correct aan hoe omgegaan moet
worden met technologische hulpmiddelen; - checkt proactief of voorlichting, advies en instructie
aansluiten bij de wensen en behoeften van de organisatie en collega’s;
- checkt regelmatig of informatie goed is overgekomen.
Korte omschrijving
Themabijeenkomst Centraal bij het 8e thema en de bijeenkomsten staat: Technologie en deskundigheidsbevordering/training van collega’s.
ZS-opdrachten Sofies leerreis. De student ontdekt hoe de collega’s zorgtechnologie ervaren en wat nodig is om eHealth te kunnen implementeren.
BPV-opdrachten
BPV-opdracht I uit bijlage 1.
Doelen
Hoofdoel: De student kan een passende voorlichting, advies en instructie aan een collega geven met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen. Subdoelen:
- Je bereidt een voorlichting, advies en instructie voor ten behoeve van het gebruik van technologische hulpmiddelen.
- Je gaat na wat de leerdoelen zijn en zoekt hierbij voorlichtingsmateriaal en -middelen. Je legt uit waarvoor het technologische hulpmiddel bedoeld is. Je laat zien hoe het toegepast kan worden.
74
- Je geeft aan wat de voor- en nadelen en aandachtspunten zijn.
- Je beantwoordt vragen en gaat na of de informatie goed is overgekomen.
- Je geeft advies aan collega’s met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen in de dagelijkse praktijk.
Leermiddelen www.sofiesleerreis.nl http://www.learnit.nl/gratiscursus/coaching http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/onderwijs-video-nieuwe-functies-technologie.html https://www.youtube.com/watch?v=1TyKq7Q_U0g https://www.youtube.com/watch?v=j3_zoX1Ief0
Lesinhoud
A1 Weblecture Bekijk klassikaal weblecture 8 waarin het voorlichten van collega’s over nieuwe zorgtechnologieën
centraal staat, hoe pak je dit aan, wat zijn valkuilen etctera.
Na de weblecture wordt een onderwijsleergesprek gevoerd naar aanleiding van de geformuleerde
vragen in de weblecture en de vragen geformuleerd bij thema 08 van de website ‘Sofies Leerreis’.
A2 deel A Toepassingsopdracht 1. Surf naar http://www.learnit.nl/gratiscursus/coaching 2. Lees de teksten van hoofdstuk 1 t/m 8 over coaching vaardigheden. 3. Werk samen met een student aan opdracht 1.1 4. Lees de tekst van hoofdstuk 3 en oefen samen met een medestudent een gesprek over een
technologisch hulpmiddel waar je nog niet vee van afweet. Voor dit gesprek volgens de stappen van het GROW-model.
5. Werk samen met een student aan opdracht 5.1 Upload jullie uitwerkingen en ervaringen in de ELO.
A2 deel B Toepassingsopdracht Maak een elevator pitch. Dit is een kort maar krachtig presentatie, waarin je een technologisch hulpmiddel in zestig seconden aanprijst. Doe dit dusdanig dat klasgenoten/collega’s overtuigd raken van de vooroordelen van het technologische hulpmiddel. Kies als groep een winnaar uit!
B1 BPV-opdracht Niveau 4: Bereid opdracht I voor zoals die is beschreven in bijlage 1. Pas je Plan van Aanpak aan als je
nieuwe inzichten opdoet.
B2 Voorbereiden vlog Je hebt of een vlog gemaakt in de praktijk of je gaat nu een vlog maken omdat je geen stageloopt op
dit moment. Heb je al een vlog dan heb je nu de tijd om de vlog te bewerken en/of je helpt een
groepsgenoot met het bewerken van de vlog.
De vlog duurt ongeveer 3 minuten. Komen alle vragen aan bod?
75
Vragen voor in de vlog:
- Wat zijn mijn doelen?
- Wat heb je gedaan en wat niet?
- Wat waren de (on-) gewenste resultaten?
- Wat heb je hiervan geleerd?
- Wat ga je nu beter/ anders doen?
C1 Werkcollege Naar aanleiding van het weblecture gaan jullie in de groep in discussie over de volgende probleemcasus. ‘Hans van Voorden werkt al veertig jaar met volle tevredenheid in de thuiszorg. Cliënten zijn erg blij met de zorg en begeleiding die hij aan hen geeft. Over drie jaar mag hij met pensioen. Hij kan in het EPD rapporteren en hij kan mailen, maar vindt dit wel genoeg zo. Zijn zorgmanager wil dat hij zich gaat verdiepen in verschillende nieuwe technologische hulpmiddelen die hun intreden hebben gedaan binnen de thuiszorg. Hans baalt hiervan en overweegt eerder met zijn werk bij de thuiszorg te stoppen.’ Neem stelling door één van de volgende stellingen te kiezen en ga in discussie:
- Hans is bijna met pensioen je moet hem met rust laten. - Hans past niet meer in onze organisatie, we moeten hem stimuleren eerder met pensioen te
gaan. - Hans moet ontslagen worden in verband met werkweigering. - Hans moet door zijn collega’s verleid worden om de nieuwe technologische hulpmiddelen
toch aan te leren. Geef met argumenten aan wat jullie mening is ten aanzien van jullie stelling. Presenteer jullie stellingname met argumenten aan de klas.
C2 Werkcollege Stel jij gaat binnen jouw team een zorginnovatie invoeren, je bent echter bang dat die innovatie op weerstand zal stuiten. Bij ZS-opdrachten 3, 4 en 5 ben je bezig geweest met dit vraagstuk, je hebt allerlei argumentatie opgeschreven die je nu kunt gebruiken. Pak dus de uitwerkingen erbij en neem ze snel door. De docent gaat met jullie in gesprek met als doel te komen tot een 1 A4 waarop argumenten staan die jij kunt gebruiken als jij de innovatie gaat invoeren in het team.
D1 + D2 Intervisie D1 Tijdens deze bijeenkomst stellen jullie een praktijksituatie centraal waarin collega’s zich negatief uitlieten over het gebruik van technologisch hulpmiddel. Dit bespreken jullie via de stappen van Methodisch Praktijkbegeleiding (MPB). De methode verloopt op de volgende wijze:
1. De leerling verteld zijn ingebrachte situatie nog eens mondeling. 2. Hierop komen verbale en non-verbale reacties van de andere deelnemers. 3. Er kunnen vragen ter verduidelijking gesteld worden aan de leerling die de situatie in heeft
gebracht.
76
4. Concretiseren van het belangrijkste deel van de situatie. 5. Vaststellen op welke vraag de inbrenger nu antwoord wil of vragen wat hij graag wil
bespreken. 6. Gezamenlijk bespreken van de factoren die van invloed zijn op de situatie. 7. Mogelijke aanpakken van de situatie inventariseren. De inbrenger eerst. 8. Gezamenlijke keuzes maken tussen verschillende manieren van aanpak. Aandragen van
oplossingen en adviezen. 9. Evaluatie van proces (het verloop van de bijeenkomst) en product; (wat heeft het
opgeleverd). 10. Afspraken maken voor de volgende intervisie bijeenkomst.
77
D2 Ga samen met jouw intervisie-groepsgenoten verder zoals bij de 1e bijeenkomst is vastgesteld.
Wie brengt een vlog in en wie geven feedback? Bespreek van minimaal drie groepsgenoten de vlog.
Wat gaat goed? Wat vind je moeilijk? Wat zijn goede oplossingen? Met welke oplossing ga je aan de
slag?
78
Zelfstudieopdrachten Opdracht 1: Ga naar www.sofiesleerreis.nl en bekijk het filmpje bij thema 08: Wees een voorbeeld. Denk na over
de vragen en neem de genoteerde antwoorden mee naar themabijeenkomst 8, weblecture (A1).
Opdracht 2: Ben je BBL student of BOL student en loop je stage, maak een vlog in de praktijk en neem de vlog
mee naar de bijeenkomst (B2). Ben je BOL student en loop je nu geen stage, bereid je voor om bij
bijeenkomst (B2) een vlog op school te maken. Bij B2 vind je de eisen waar de vlog aan moet voldoen
of je bekijkt de instructievlog van Sofie.
Opdracht 3: Technologie die dagelijks gebruikt wordt, is ook prima toepasbaar in de zorg. Met de smartphone kun je collega’s, vrijwilligers en cliënten goed bereiken. Een nieuwe ontwikkeling zijn sensoren, gekoppeld aan software, die in de kamer van de bewoner kunnen worden geïnstalleerd, zodat de zorgverlener op afstand kan zien of de bewoner wel of niet op de kamer is. En of de cliënt nog beweegt, want misschien is hij wel gevallen.
1. Bekijk het filmpje: http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/onderwijs-video-nieuwe-
functies-technologie.html en beschrijf de voordelen die collega’s in de zorg ervaren. 2. Beschrijf waarom het belangrijk is om aan te sluiten op de technologische hulpmiddelen die
je collega’s al kennen en de voordelen die het voor hen, zorgverlener en mantelzorg oplevert?
Neem de uitwerking mee naar het werkcollege (C2). Opdracht 4: Interview een of twee verpleegkundigen uit een branche waar je graag zou willen werken. Denk aan het ziekenhuis, psychiatrie, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg en thuiszorg. Door middel van het interview leer jij wat jouw collega’s nodig hebben als jij een nieuw hulpmiddel wilt introduceren. Stel in ieder geval de volgende vragen en bedenk er zelf nog drie bij:
- Welke ervaring heb jij met innovaties (van eHealth)? - Hoe ervaar jij het als een collega een nieuw hulpmiddel introduceert? - Welke aspecten zijn daarbij van belang? - Wat heb jij nodig van mij als ik een nieuw hulpmiddel wil introduceren?
Upload een samenvatting van het interview in de ELO. Neem de uitwerking mee naar het werkcollege (C2). Opdracht 5: Je hebt inmiddels veel eHealth toepassingen bekeken, daaraan gewerkt of gepresenteerd. Kies nu één eHealth toepassing die jou het meest aanspreekt. Deze toepassing moet je kunnen inzetten in de branche waar jij graag zou willen werken. Beantwoordt de volgende vragen op ca. 1 A4.
1. Waarom koos je voor deze eHealth toepassing?
79
2. Voor welke doelgroep is deze eHealth toepassing geschikt? 3. Wat wil jij collega’s over deze eHealth toepassing duidelijk maken? 4. Hoe zorg jij ervoor dat jouw collega’s gemotiveerd worden om ook gebruik te maken van
deze toepassing? 5. Stel dat jij deze toepassing daadwerkelijk gaat implementeren. Hoe zou je dat doen en welke
hulpmiddelen zou je gebruiken? Schrijf een plan van aanpak. Upload je uitwerkingen in de ELO. Neem de uitwerking mee naar het werkcollege (C2). Opdracht 6: Bekijk deze video over holbewoners en verandering: https://www.youtube.com/watch?v=1TyKq7Q_U0gD1
1. Waarom wijzen de holbewoners het idee af?
2. Wat kunnen redenen zijn dat jouw collega’s een innovatievoorstel afwijzen? Noem minimaal
vijf redenen.
3. Geef bij elke reden aan hoe jij dit kunt tackelen. Noem daarbij per reden minimaal twee
interventies en geef daarbij concrete voorbeelden.
Opdracht 7:
Bekijk deze video:
https://www.youtube.com/watch?v=j3_zoX1Ief0
1. Wat valt je op in de houding van Jaap Bressers ten opzichte van verandering?
2. Wat is volgens Jaap Bressers nodig om te kunnen veranderen?
Upload je uitwerking in de ELO en reageer op de antwoorden van twee medestudenten.
80
Bijlage 1 BPV-opdrachten niveau 3 & 4 In het vervolg van deze bijlage vind je de opdrachten waaraan je gaat werken tijdens je stage. Je
bereidt in de lessen de BPV-opdrachten voor en gaat er daarna in je stage mee aan de slag.
Kerntaak en werkprocessen niveau 3 Bij de BPV-opdrachten ga je werken aan de volgende Kerntaak en werkprocessen:
Kerntaak 1
D1-K1 Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen.
Werkprocessen
W1 Levert een bijdrage aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen. W2: Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe. W3: Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de cliënt. W4: Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven. W5: Geeft voorlichting en advies aan cliënten over technologische hulpmiddelen. W6: Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen.
Kerntaak en werkprocessen niveau 4
Kerntaak 1
D1-K1 Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen.
Werkprocessen
W1 Levert een bijdrage aan de deskundige inzet van nieuwe technologische
hulpmiddelen.
W2: Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe.
W3: Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de cliënt.
W4: Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven.
W5: Geeft voorlichting en advies aan cliënten over technologische hulpmiddelen.
W6: Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische
hulpmiddelen.
Kerntaak 2
D1-K2: Bijdragen aan innovatie en de invoering van technologische hulpmiddelen.
Werkprocessen
W1: Levert een bijdrage aan zorginnovatie en onderzoek m.b.t. technologie. W2: Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega's.
81
Schema uit te voeren BPV-opdrachten niveau 3 en 4 Hieronder volgt een overzicht van alle opdrachten die je gaat uitvoeren in je BPV.
Kerntaak en
werkprocessen
BPV-opdracht Omschrijving resultaat Te beoordelen door:
K1 wp 1 Opdracht A verslag over deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen
discussiebijeenkomst met collega’s
beoordelingsformulier opdracht A
Praktijkbeoordelaar
K.1 wp 2 Opdracht B
uitgewerkt ethisch stappenplan
gesprek met de cliënt en/of
vertegenwoordiger
beoordelingsformulier opdracht B
Praktijkbeoordelaar
K.1 wp 3 Opdracht C een mindmap
gesprek met cliënt
beoordelingsformulier opdracht C
Praktijkbeoordelaar
K.1 wp 4 Opdracht D begeleiden van een cliënt bij het gebruik van een technologisch hulpmiddel
beoordelingsformulier opdracht D
Praktijkbeoordelaar
K1 wp 5 Opdracht E instructie van een nieuw
technologisch hulpmiddel
beoordelingsformulier opdracht E
Praktijkbeoordelaar
K1 wp 6 Opdracht F verslag over multidisciplinaire samenwerking.
beoordelingsformulier opdracht F
Praktijkbeoordelaar
82
Schema extra BPV-opdrachten niveau 4
Kerntaak en
werkprocessen
BPV opdracht Omschrijving resultaat Te beoordelen door:
K2 wp 1 Opdracht G een verslag van het
literatuuronderzoek inclusief een
duidelijke verwijzing naar
geraadpleegde bronnen
SWOT-analyse met betrekking tot het gekozen hulpmiddel.
Praktijkbeoordelaar
K2 wp 1
Opdracht H instructie van een nieuw
technologisch hulpmiddel aan
collega’s
beoordelingsformulier opdracht H
Praktijkbeoordelaar
/assessor school
83
BPV-opdrachten niveau 3 en 4 In de schema’s hieronder vind je een beschrijven van de opdrachten
BPV Opdracht A
Bijdragen aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Context Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als
MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de
inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Opdracht A
Kerntaak 1
Werkproces: 1
Voorbereiding:
Verdiep je in de visie op zorg en beleidstukken die gaan over inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen in de zorg.
Verdiep je in verplichtingen vanuit wet- en regelgeving ten aanzien van het invoeren van nieuwe technologische hulpmiddelen binnen de zorg.
Overleg met je praktijkbeoordelaar wanneer je een discussiebijeenkomst kan laten plaatsvinden over deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Opdracht:
Beschrijf in hoeverre je werk of stageplaats voldoet aan jouw visie op de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Beschrijf in hoeverre je werk of stageplaats voldoet aan verplichtingen die wet- en regelgeving met zich meebrengen in relatie tot het gebruik van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Formuleer een stelling over de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen binnen de instelling waar je werkt of stageloopt.
Bereid een discussiebijeenkomst met je collega’s voor.
Neem inhoudelijk en actief deel aan de discussie met jouw collega’s.
Beschrijf hoe de discussie verlopen is, vermeld verkregen feedback van je praktijkbeoordelaar, en geef aan hoe de inbreng van je collega’s jouw visie op het gebruik van nieuwe technologische hulpmiddelen hebben beïnvloed.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier A. Vraag je praktijkbeoordelaar jou tijdens de discussie jou te beoordelen op de
beoordelingscriteria uit beoordelingsformulier A.
Maak een verslag van de onderdelen die je binnen deze opdracht moet beschrijven en laat dit door je praktijkbeoordelaar voorzien van feedback.
Voeg beoordelingsformulier opdracht A samen met het verslag toe aan jouw beoordelingsportfolio.
84
Resultaat
Verslag over deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen
Discussiebijeenkomst met collega’s
Beoordelingsformulier opdracht A
85
BPV Opdracht B
Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als Verzorgende-IG of als
MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en onderzoekt of de inzet van
technologische hulpmiddelen gewenst en/of noodzakelijk is.
Opdracht B
Kerntaak 1
Werkproces: 2
Voorbereiding:
Kies in overleg met je praktijkbeoordelaar een cliënt uit, waarvan jij je afvraagt of de inzet van een bepaald technologisch hulpmiddel wel ethisch verantwoord is.
Formuleer het ethische dilemma dat jij signaleert bij de toepassing van een bepaald technologisch hulpmiddel.
Zoek op het internet naar een ethisch stappenplan dat jij wilt gebruiken voor deze opdracht.
Opdracht:
Je bespreekt het ethische dilemma en afwegingen met betrekking tot het al dan
niet inzetten van een technologisch hulpmiddel voor een cliënt met je collega’s
en overige betrokkenen en onderbouwt je standpunt.
Je maakt, waar mogelijk samen met de cliënt en/of vertegenwoordiger, een
afweging tussen de winst in zorgkwaliteit versus de beperking van de vrijheid en
privacy van de cliënt.
Je verwerkt de verkregen inzichten schriftelijk uit in het ethisch stappenplan.
Plan samen met je praktijkbeoordelaar een gesprek met de cliënt en/of
vertegenwoordiger, om jouw afwegingen m.b.t. het dilemma met hen te delen.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier B. Vraag je praktijkbeoordelaar het uitgewerkte stappenplan en het gesprek te
boordelen op basis van de beoordelingscriteria uit beoordelingsformulier B.
Voeg beoordelingsformulier opdracht B samen met het uitgewerkte stappenplan toe aan je beoordelingsportfolio.
Resultaat Uitgewerkt ethisch stappenplan
Gesprek met de cliënt en/of vertegenwoordiger
Beoordelingsformulier opdracht B
86
BPV Opdracht C
Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de cliënt.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als Verzorgende-IG of als
MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en bespreekt met de cliënt
diens wensen, behoeften en mogelijkheden met betrekking tot het gebruik van
technologische hulpmiddelen.
Opdracht C
Kerntaak 1
Werkproces: 3
Voorbereiding: Kies in overleg met je praktijkbeoordelaar een cliënt uit, waarbij je wensen en behoeften wilt vertalen naar mogelijkheden tot het gebruik van technologische hulpmiddelen.
Opdracht:
Bespreekt met de cliënt diens wensen, behoeften en mogelijkheden met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen.
Samen met de cliënt gaat je na hoe de organisatie bij diens wensen en behoeften kan aansluiten.
Met de cliënt bespreekt je de voor- en nadelen van het al dan niet gebruiken van de technologische hulpmiddelen en vraagt hem wat hij vindt van de diverse mogelijkheden.
Je beslist samen met de cliënt welke technologische hulpmiddelen worden ingezet en neemt hierbij de wensen van de cliënt, eventuele aandachtspunten van collega’s en/of deskundigen en mogelijkheden van de organisatie mee.
Maak een mindmap waarin je een duidelijke relatie legt tussen de wensen en behoefte van de cliënt en de technologische hulpmiddelen die hier bijpassen.
Maak een kopie van de mindmap en bespreek deze na met de cliënt om te achterhalen of je zijn wensen en behoeften voldoende hebt vertaald naar mogelijkheden met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier C. Vraag je praktijkbeoordelaar de uitgewerkte mindmap te beoordelen op basis
van de beoordelingscriteria uit beoordelingsformulier C. Zorg ervoor dat je praktijkbeoordelaar op de hoogte is van de feedback van de cliënt i.r.t. tot het resultaat van de mindmap.
Voeg beoordelingsformulier opdracht C samen met het origineel van de mindmap toe aan je beoordelingsportfolio.
87
Resultaat
Een mindmap
Gesprek met cliënt
Beoordelingsformulier opdracht C
88
BPV Opdracht D
Stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als Verzorgende-IG of als
MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en probeert gegeven de situatie
het maximaal mogelijke welzijn te bereiken bij de cliënt.
Opdracht D
Kerntaak 1
Werkproces: 4
Voorbereiding:
Kies in overleg met je praktijkbeoordelaar een cliënt uit, waarbij je de
zelfstandigheid, gevoel van veiligheid en zelfbeschikkingsmogelijkheden met behulp
van een technologisch hulpmiddel wilt vergroten.
Overleg met je praktijkbeoordelaar op welke momenten jij het beste geobserveerd
kan worden om alle onderstaande onderdelen beoordeeld te krijgen.
De werkzaamheden kunnen over meerdere momenten verdeeld zijn of in
combinatie met elkaar voorkomen. Zie ze niet als losse opdrachten maar als
onderdelen geïntegreerd in je dagelijkse werkzaamheden.
Lees goed de beoordelingsformulieren om te zien waarop je beoordeeld wordt.
Opdracht:
Je maakt afspraken met de cliënt over welke hulpmiddelen ingezet zullen worden en informeert betrokkenen hierover.
Begeleid de cliënt meerder dagen bij het uitvoeren van handelingen en/of activiteiten waarbij een technologisch hulpmiddel wordt gebruikt.
Je informeert je cliënt over het gebruik van het hulpmiddel en geeft je aan wat je doelen zijn t.a.v. de handelingen en activiteiten.
Je motiveert en activeert de cliënt, zodat de cliënt zelfvertrouwen krijgt om zijn zelfstandigheid te vergroten en beter te kunnen functioneren. Tijdens deze begeleiding toon je respect en geduld, zodat er een goede basis is voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid, veiligheid en autonomie. Bij dit alles houd je rekening met de mogelijkheden van de cliënt.
Je bewaakt de kwaliteit van leven van de cliënt en past het gebruik van technologische hulpmiddelen zo nodig aan.
Je evalueert de verleende ondersteuning regelmatig met de cliënt en andere betrokkenen.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier D. Je praktijkbeoordelaar observeert jou op de bovenstaande onderwerpen op
afgesproken momenten.
89
Resultaat
Begeleiden van een cliënt bij het gebruik van een technologisch hulpmiddel
Beoordelingsformulier opdracht D
90
BPV Opdracht E
Geeft voorlichting en advies aan cliënten over technologische hulpmiddelen.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als Verzorgende-IG of als
MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en geeft voorlichting aan de
cliënt over het gebruik van technologische hulpmiddelen en past hierbij maatwerk
toe.
Opdracht E
Kerntaak 1
Werkproces: 5
Voorbereiding:
Kies in overleg met je praktijkbeoordelaar een cliënt uit, waarbij je informatie geeft
over het gebruik van een nieuw technologisch hulpmiddel en laat de cliënt zien hoe
je het hulpmiddel kunt gebruiken. Overleg met je praktijkbeoordelaar op welk
moment je de instructie aan de cliënt kan uitvoeren.
Lees goed de beoordelingsformulieren om te zien waarop je beoordeeld wordt.
Opdracht:
Bereidt voorlichting voor aan de cliënt over het gebruik van technologische
hulpmiddelen en past hierbij maatwerk toe.
Je geeft informatie en laat zien hoe je het hulpmiddel kunt gebruiken.
Je maakt hierbij gebruik van informatiemateriaal en verduidelijkt dit waar nodig.
Je beantwoordt vragen.
Als vragen je deskundigheid te boven gaan, zoekt je het antwoord op of schakelt
een deskundige in.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier E.
Je praktijkbeoordelaar beoordeeld je plan van aanpak en observeert het instructiemoment bij de cliënt op afgesproken moment.
Voeg beoordelingsformulier opdracht E toe aan je beoordelingsportfolio.
Resultaat
Instructie van een nieuw technologisch hulpmiddel aan een cliënt
Beoordelingsformulier opdracht E
91
BPV Opdracht F
Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als Verzorgende-IG of als
MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en stemt de inzet van
technologische hulpmiddelen af met interne en externe collega’s/deskundigen, de
leidinggevende en (aanverwante) bedrijven/instellingen/ketenpartners.
Opdracht F
Kerntaak 1
Werkproces: 6
Voorbereiding:
Kies minimaal één interne, minimaal één externe partij, je leidinggevende en
minimaal één (aanverwant) bedrijf/instelling/ketenpartner, waarmee je de inzet van
een technologisch hulpmiddel gaat afstemmen.
Opdracht:
Je stemt de inzet van een technologisch hulpmiddel af met de vooraf uitgekozen
interne en externe collega’s/deskundigen, de leidinggevende en (aanverwante)
bedrijven/instellingen/ketenpartners.
Je bespreekt de verdeling van de taken en houdt hierbij rekening met de
mogelijkheden, eisen, prioriteiten en verwachtingen van betrokkenen.
Je geeft advies aan interne en/of externe collega’s/deskundigen over het
gebruik van een technologisch hulpmiddel.
Met behulp van de uitgewisselde informatie, vormt je een compleet beeld met
betrekking tot de inzet en het gebruik van het technologisch hulpmiddel.
Je bespreekt eventuele knelpunten in de samenwerking en zoekt naar
oplossingen.
Je maakt een verslag waarin je verantwoord welke mogelijkheden, eisen,
prioriteiten en verwachtingen de geraadpleegde partijen aangaven.
Je beschrijf in het verslag hoe benoemde knelpunten opgelost kunnen worden.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier F. Verslag over multidisciplinaire samenwerking.
Voeg beoordelingsformulier opdracht F toe aan je beoordelingsportfolio.
Resultaat
Verslag over multidisciplinaire samenwerking.
Beoordelingsformulier opdracht F
92
Extra BPV-opdrachten niveau 4
BPV Opdracht G
Levert een bijdrage aan zorginnovatie en onderzoek m.b.t. technologie.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg of bent werkzaam als mbo-
verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan het
ontwerpen, ontwikkelen en/of implementeren van technologische hulpmiddelen in
de zorg.
Opdracht G
Kerntaak 2
Werkproces: 1
Voorbereiding:
Verricht onderzoek naar de toepassing van een ‘nieuw’ technologisch hulpmiddel
voor een individuele cliënt of groep cliënten binnen je beroepspraktijk.
Voor deze opdracht mag je ook kiezen voor een nieuwe toepassing van een
bestaand technologisch hulpmiddel voor een individuele cliënt of groep cliënten
binnen je beroepspraktijk. In beide gevallen moet het hulpmiddel de zelfstandigheid,
gevoel van veiligheid en/of zelfbeschikkingsmogelijkheden van de cliënt vergroten.
Lees goed de beoordelingsformulieren om te zien waarop je beoordeeld wordt.
Opdracht:
Je levert een bijdrage aan het ontwerpen, ontwikkelen en/of implementeren
van een ‘nieuw’ technologische hulpmiddel in de zorg.
Je participeert in onderzoek met betrekking tot zorgtechnologie.
Je stelt vragen over de wensen m.b.t. een (nieuw) technologisch hulpmiddel,
over de benodigdheden om te kunnen werken met een (nieuw) technologisch
hulpmiddel en over de mogelijke gevolgen van het werken met een nieuw
hulpmiddel.
Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te achterhalen.
Je brengt structuur aan in de verkregen informatie, onderzoekt de beschikbare
gegevens en stelt de kansen, bedreigingen en risico’s vast.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier G.
93
Je praktijkbeoordelaar beoordeeld de inhoud van SWOT-analyse van het (nieuwe) technologische hulpmiddel ten opzichte van de gekozen doelgroep en de context van de zorginstelling.
Voeg beoordelingsformulier opdracht G toe aan je beoordelingsportfolio.
Resultaat
Verslag van je literatuuronderzoek inclusief een duidelijke verwijzing naar
geraadpleegde bronnen (minimaal 2 A4)
SWOT-analyse met betrekking tot het gekozen hulpmiddel.
Beoordelingsformulier opdracht G
94
BPV Opdracht H
Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega's.
Context
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg of bent werkzaam als mbo-
verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en geeft voorlichting, advies en
instructie ten behoeve van het gebruik van technologische hulpmiddelen voor.
Opdracht H
Kerntaak 2
Werkproces: 2
Voorbereiding:
Kies in overleg met je praktijkbeoordelaar een nieuw technologisch hulpmiddel uit,
waarbij je informatie geeft over het gebruik er van en laat je collega’s zien hoe je
het hulpmiddel kunt gebruiken. Overleg met je praktijkbeoordelaar op welk
moment je de instructie aan collega’s kan uitvoeren.
Lees goed de beoordelingsformulieren om te zien waarop je beoordeeld wordt.
Opdracht:
Je bereidt de voorlichting, advies en instructie ten behoeve van het gebruik van
technologische hulpmiddelen voor.
Je gaat na wat de leerdoelen zijn en zoekt voorlichtingsmateriaal en -middelen.
Je legt uit en laat zien waarvoor het technologische hulpmiddel bedoeld is, hoe
het toegepast kan worden en wat de voor- en nadelen en aandachtspunten zijn.
Je beantwoordt vragen en gaat na of de informatie is overgekomen.
Ook geeft je advies aan collega’s met betrekking tot het gebruik van
technologische hulpmiddelen in de dagelijkse praktijk.
Beoordeling:
Je wordt beoordeeld op basis van de criteria in beoordelingsformulier H.
Je praktijkbeoordelaar beoordeeld je plan van aanpak en observeert het instructiemoment bij de collega’s op het afgesproken moment.
Voeg beoordelingsformulier opdracht H toe aan je beoordelingsportfolio.
Resultaat
Instructie van een nieuw technologisch hulpmiddel aan collega’s
Beoordelingsformulier opdracht H
95
Bijlage 2 Beoordelingsformulieren BPV-opdrachten niveau 3 & 4
Beoordelingsformulier A Kerntaak 1: Bijdragen aan deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkproces 1: Levert een bijdrage aan de deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Inleiding
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als MBO-4
verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de inzet van nieuwe
technologische hulpmiddelen.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht A Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student: O V
Voorbereiding: 1. *Heeft zich verdiept in de visie op zorg en beleidstukken die
gaan over inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen in de zorg.
2. *Heeft zich verdiept in verplichtingen vanuit wet- en
regelgeving ten aanzien van het invoeren van nieuwe technologische hulpmiddelen binnen de zorg.
3. Heeft overlegd met de praktijkbeoordelaar wanneer de
discussiebijeenkomst kan plaatsvinden over deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
De opdracht: 4. *Heeft beschreven in hoeverre het werk of stageplaats
voldoet aan zijn/haar visie op de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
5. *Heeft beschreven in hoeverre werk of stageplaats voldoet aan verplichtingen die wet- en regelgeving met zich meebrengen in relatie tot het gebruik van nieuwe technologische hulpmiddelen.
6. *Heeft een stelling geformuleerd over de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen binnen de instelling waar je werkt of stageloopt.
7. *Heeft een discussiebijeenkomst met collega’s voorbereidt. 8. *Heeft inhoudelijk en actief deelgenomen aan de discussie
met collega’s. 9. *Heeft beschreven hoe de discussie verlopen is, 10. Heeft verkregen feedback van de praktijkbeoordelaar
beschreven 11. Heeft beschreven hoe de inbreng van collega’s zijn/haar
visie op het gebruik van nieuwe technologische hulpmiddelen hebben beïnvloed.
12. Heeft een verslag van alle onderdelen die je binnen deze opdracht moet beschrijven gemaakt
13. Heeft het verslag door de praktijkbeoordelaar laten voorzien van feedback.
96
Resultaat:
Werkproces 1 is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (10) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(8)
2 overige criteria
Als de student 90% (=11) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
Beoordeling praktijkopdracht A: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
97
Beoordelingsformulier B Kerntaak 1: Bijdragen aan deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkproces 2: Past technologie op een ethisch verantwoorde manier toe
Inleiding
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als MBO-4
verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de inzet van nieuwe
technologische hulpmiddelen.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht B Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
Voorbereiding: 1. Heeft in overleg met je praktijkbeoordelaar een cliënt
uitgekozen, waarvan hij/ zij zich afvraagt of de inzet van een bepaald technologisch hulpmiddel wel ethisch verantwoord is.
2. *Heeft een het ethische dilemma geformuleerd dat hij/zij signaleert bij de toepassing van een bepaald technologisch hulpmiddel.
3. Heeft op het internet gezocht naar een ethisch stappenplan dat jij wilt gebruiken voor deze opdracht
De opdracht
4. *heeft het ethische dilemma en afwegingen met betrekking
tot het al dan niet inzetten van een technologisch
hulpmiddel besproken voor een cliënt met de collega’s en
overige betrokkenen
5. *heeft zijn/haar standpunt met betrekking tot het inzetten
van het technologisch hulpmiddel onderbouwt.
6. *heeft waar mogelijk samen met de cliënt en/of
vertegenwoordiger, een afweging tussen de winst in
zorgkwaliteit versus de beperking van de vrijheid en privacy
van de cliënt gemaakt.
7. *heeft de verkregen inzichten schriftelijk uitgewerkt in het
ethisch stappenplan.
8. Heeft samen met de praktijkbeoordelaar een gesprek met de cliënt en/of vertegenwoordiger, om de afwegingen m.b.t. het dilemma met hen te delen.
9. Heeft de praktijkbeoordelaar gevraagd het uitgewerkte stappenplan en het gesprek met de cliënt/ vertegenwoordiger te beoordelen
Resultaat:
Werkproces 2 is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (7) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(5)
2 overige criteria
98
Als de student 90% (=8) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
Beoordeling praktijkopdracht B: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
99
Beoordelingsformulier C Kerntaak 1: Bijdragen aan deskundige inzet van technologische hulpmiddelen Werkproces 3: Bespreekt het gebruik van technologische hulpmiddelen met de cliënt. Inleiding:
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als MBO-4
verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de inzet van nieuwe
technologische hulpmiddelen.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht C Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
Voorbereiding: 1. Heeft in overleg met je praktijkbeoordelaar een cliënt
uitgekozen, waarbij de wensen en behoeften vertaald worden naar mogelijkheden tot het gebruik van technologische hulpmiddelen
De opdracht: 2. *Heeft met de cliënt diens wensen, behoeften en
mogelijkheden met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen besproken.
3. Heeft samen met de cliënt onderzocht hoe de organisatie bij diens wensen en behoeften kan aansluiten.
4. *Heeft met de cliënt de voor- en nadelen besproken van het al dan niet gebruiken van de technologische hulpmiddelen
5. *Heeft de mening gevraagd van de cliënt over wat hij vindt van de diverse mogelijkheden.
6. Heeft samen met de cliënt beslist welke technologische hulpmiddelen worden ingezet
7. *neemt hierbij de wensen van de cliënt, eventuele aandachtspunten van collega’s en/of deskundigen en mogelijkheden van de organisatie mee.
8. *Heeft een mindmap gemaakt waarin en duidelijke relatie gelegd is tussen de wensen en behoefte van de cliënt en de technologische hulpmiddelen die hier bijpassen.
9. *Heeft een kopie van de mindmap gemaakt en bespreekt deze na met de cliënt om te achterhalen of zijn wensen en behoeften voldoende zijn vertaald naar mogelijkheden met betrekking tot het gebruik van technologische hulpmiddelen.
10. Heeft de praktijkbeoordelaar de mindmap te beoordelen
Resultaat:
Werkproces 3 is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (8) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(6)
2 overige criteria
Als de student 90% (=9) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
100
Beoordeling praktijkopdracht C: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
101
Beoordelingsformulier D
Kerntaak 1: Bijdragen aan deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkproces 4: Stabiliseren en/ of verbeteren van kwaliteit van leven
Inleiding:
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als MBO-4
verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de inzet van nieuwe
technologische hulpmiddelen.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht D Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
Voorbereiding: 1. Heeft in overleg met de praktijkbeoordelaar een cliënt
uitgekozen, waarbij de zelfstandigheid, gevoel van veiligheid
en zelfbeschikkingsmogelijkheden met behulp van een
technologisch hulpmiddel vergroot worden.
2. Heeft in overleg met de praktijkbeoordelaar gekozen op
welke momenten het beste geobserveerd kan worden om
alle onderstaande onderdelen beoordeeld te krijgen.
3. Heeft de werkzaamheden over meerdere momenten
verdeeld of in combinatie met elkaar voorkomen.
4. Heeft de opdrachten als onderdelen geïntegreerd in je
dagelijkse werkzaamheden.
De opdracht 5. *Heeft afspraken gemaakt met de cliënt over welke
hulpmiddelen ingezet zullen worden en informeert betrokkenen hierover.
6. *Heeft de cliënt meerdere dagen begeleid bij het uitvoeren van handelingen en/of activiteiten waarbij een technologisch hulpmiddel wordt gebruikt.
7. *Heeft de cliënt geïnformeerd over het gebruik van het hulpmiddel en aangegeven wat de doelen zijn t.a.v. de handelingen en activiteiten.
8. *Heeft de cliënt gemotiveerd en geactiveerd, zodat de cliënt zelfvertrouwen krijgt om zijn zelfstandigheid te vergroten en beter te kunnen functioneren.
9. *Heeft tijdens deze begeleiding respect en geduld getoond, zodat er een goede basis is voor de begeleiding bij de zelfredzaamheid, veiligheid en autonomie.
10. *Heeft rekening gehouden met de mogelijkheden van de cliënt.
11. *Heeft de kwaliteit van leven van de cliënt bewaakt en past het gebruik van technologische hulpmiddelen zo nodig aan.
12. Heeft de verleende ondersteuning regelmatig geëvalueerd met de cliënt en andere betrokkenen.
Resultaat:
102
Werkproces 4 is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (9) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(7)
2 overige criteria
Als de student 90% (=11) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
Beoordeling praktijkopdracht D: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
103
Beoordelingsformulier E Kerntaak 1: Bijdragen aan deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkproces 5: Geeft voorlichting en advies aan cliënten over technologische hulpmiddelen.
Inleiding Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht E Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
Voorbereiding: 1. Heeft in overleg met de praktijkopleider een cliënt
uitgezocht die geïnformeerd wordt over het gebruik van een nieuw technologisch hulpmiddel en aan wie wordt getoond hoe het hulpmiddel ingezet kan worden.
2. Heeft overlegd met de praktijkbeoordelaar op welk moment de instructie uitgevoerd kan worden.
3. *Heeft een plan van aanpak geschreven. 4. *Heeft het plan van aanpak goed laten keuren.
De opdracht: 5. *Heeft de voorlichting over het gebruik van technologische
hulpmiddelen voorbereid en laat dit zien. 6. *Heeft de voorlichting aangepast, aan de situatie van de
cliënt. 7. *Heeft de voorlichting gegeven. 8. *Heeft getoond hoe het hulpmiddel gebruikt kan worden. 9. *Heeft gebruik gemaakt van informatiemateriaal en heeft
waar nodig verduidelijkt. 10. Heeft de vragen van de cliënt beantwoord. 11. Heeft desgewenst een deskundige ingeschakeld. 12. Heeft gewerkt aan de hand van het plan van aanpak
Resultaat:
Werkproces 5 is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (9) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(7)
2 overige criteria
Als de student 90% (=11) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
104
Beoordeling praktijkopdracht E: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
105
Beoordelingsformulier F Kerntaak 1: Bijdragen aan deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Werkproces 6: Werkt multidisciplinair samen m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen.
Inleiding
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg, werkzaam als verzorgende-IG of als MBO-4 verpleegkundige binnen de gezondheidszorg en levert een bijdrage aan de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht F Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
Voorbereiding: 1. Heeft 1 interne partij, 1 externe partij, de leidinggevende en
1 bedrijf/instelling/ketenpartner gekozen waarmee hij de inzet van een technologisch hulpmiddel heeft afgestemd.
De opdracht: 2. *Heeft de inzet van een technologisch hulpmiddel
afgestemd met de vooraf uitgekozen interne en externe collega’s/deskundigen, de leidinggevende en (aanverwante) bedrijven/instellingen/ketenpartners.
3. *Heeft de verdeling van taken besproken en heeft hierbij rekening gehouden met de mogelijkheden, eisen, prioriteiten en verwachtingen van betrokkenen.
4. Heeft advies gegeven aan interne en/of externe
collega’s/deskundigen over het gebruik van een
technologisch hulpmiddel.
5. *Heeft met behulp van de uitgewisselde informatie zich een
compleet beeld gevormd met betrekking tot de inzet en het
gebruik van het technologisch hulpmiddel.
6. *Heeft eventuele knelpunten in de samenwerking besproken.
7. Heeft bij knelpunten gezocht naar oplossingen. 8. *Heeft een verslag gemaakt waarin hij verantwoord welke
mogelijkheden, eisen, prioriteiten en verwachtingen de geraadpleegde partijen aangaven.
9. Heeft in het verslag beschreven hoe genoemde knelpunten opgelost zijn.
Resultaat:
Werkproces 6 is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (7) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(5)
2 overige criteria
Als de student 90% (=8) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
106
Beoordeling praktijkopdracht F: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
107
Beoordelingsformulier G Kerntaak 2: Bijdragen aan innovatie en de invoering van technologische hulpmiddelen.
Werkproces 1: Levert een bijdrage aan zorginnovatie en onderzoek m.b.t. technologie.
Inleiding
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg of bent werkzaam als mbo-verpleegkundige binnen de
gezondheidszorg en levert een bijdrage aan het ontwerpen, ontwikkelen en/of implementeren van
technologische hulpmiddelen in de zorg.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht G Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
1. Voorbereiding: 2. Heeft onderzoek verricht naar de toepassing van een
‘nieuw’ technologisch hulpmiddel voor een individuele cliënt of groep cliënten binnen de beroepspraktijk.
3. Heeft een keuze gemaakt voor een nieuw technologisch hulpmiddel of een nieuwe toepassing van een bestaand technologisch hulpmiddel.
4. Heeft voor een technologisch hulpmiddel gekozen dat het gevoel van veiligheid en/of zelfbeschikkingsmogelijkheden van de cliënt vergroot.
5. *Heeft een SWOT-analyse uitgevoerd. 6. *Heeft op grond van de SWOT-analyse keuzes geformuleerd.
7. De opdracht:
8. *Heeft een bijdrage geleverd aan het ontwerpen, ontwikkelen en/of implementeren van een ‘nieuw’ technologisch hulpmiddel in de zorg.
9. Heeft geparticipeerd in onderzoek met betrekking tot zorgtechnologie.
10. *Heeft vragen gesteld over de wensen m.b.t. een (nieuw)
technologisch hulpmiddel, over de benodigdheden om te
kunnen werken met een (nieuw) technologisch hulpmiddel
en over de mogelijke gevolgen van het werken met een
nieuw hulpmiddel.
11. *Heeft verschillende bronnen om informatie te achterhalen
gebruikt.
12. *Heeft structuur aangebracht in de verkregen informatie,
onderzoekt de beschikbare gegevens en stelde de kansen,
bedreigingen en risico’s vast.
Resultaat:
Werkproces 1 (kerntaak 2) is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (8) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(6)
2 overige criteria
Als de student 90% (=9) of meer behaald dan scoort zij een
108
‘goed’.
Beoordeling praktijkopdracht G: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening:
109
Beoordelingsformulier H Kerntaak 2: Bijdragen aan innovatie en de invoering van technologische hulpmiddelen.
Werkproces 2: Geeft voorlichting, advies en instructie aan collega's.
Inleiding
Je bent werkzaam in de maatschappelijk zorg of bent werkzaam als mbo-verpleegkundige binnen de
gezondheidszorg en levert een bijdrage aan het ontwerpen, ontwikkelen en/of implementeren van
technologische hulpmiddelen in de zorg.
Beoordelingscriteria praktijkopdracht H Beoordeling praktijkbeoordelaar
O V
De student:
Voorbereiding: 1. Heeft in overleg met de praktijkbeoordelaar een nieuw
technologisch hulpmiddel uitgekozen. 2. Heeft overlegd met de praktijkbeoordelaar op welk moment
de voorlichting, advies en instructie aan collega’s wordt uitgevoerd.
3. *Heeft een Plan van Aanpak geschreven. 4. *Heeft het Plan van Aanpak goed laten keuren.
De opdracht: 5. *Heeft de voorlichting, advies en instructie voorbereid. 6. *Is nagegaan welke leerdoelen aan de voorlichting, advies
en instructie gekoppeld zijn. 7. Heeft voorlichtingsmateriaal en -middelen gezocht. 8. *Heeft uitgelegd en laten zien waarvoor het technologisch
hulpmiddel bedoeld is en hoe het toegepast kan worden. 9. *Is op de hoogte van de voor- en nadelen van het
technologische hulpmiddel en kent de aandachtspunten. 10. Heeft bij de collega’s gevraagd of er nog vragen zijn. 11. *Heeft feedback gevraagd over de instructie (voorlichting). 12. *Heeft de collega’s geadviseerd over het gebruik van het
technologische hulpmiddel in de dagelijkse praktijk. 13. Heeft gewerkt aan de hand van het Plan van Aanpak.
Resultaat:
Werkproces 2 (kerntaak 2) is op het gewenste beheersingsniveau aangetoond wanneer 75% van alle criteria zijn behaald (10) Concreet betekent dit:
Alle criteria die gemerkt zijn met een *(8)
2 overige criteria
Als de student 90% (=12) of meer behaald dan scoort zij een ‘goed’.
110
Beoordeling praktijkopdracht H: goed/voldoende/onvoldoende Datum: Naam beoordelaar: Handtekening: Naam student: Handtekening: