de preek van jezus in nazareth
TRANSCRIPT
Welkom
In deze dienst wordt een preek van br
Oosterhof gelezen met als thema:
“De preek van Jezus in Nazareth”
Organist Johannes de Vries
VDD ELB 150
Ruis, o Godsstroom der genade
1
Ruis, o Godsstroom der genade
in gemeent' en huis en hart!
Laat in U gezond zich baden,
wat gebogen gaat door smart!
Stroom, o heil'ge Geest, terneder
op het uitgedroogde land;
en de bloemen bloeien weder,
haast verwelkt door zonnebrand.
2
Laat het uit Gods hemel stromen
in de kerken overal!
Van uw nederdaling dromen
moede harten zonder tal.
Nieuwe liefde, nieuwe zangen,
kracht, die zielen opwaarts tilt,
brengt uw ruisen, die 't verlangen
als een heilig lied doortrilt.
3
Komt, gij dorstigen, hier drinken
uit die milde heilfontein!
Laat uw ziel in 't stof niet zinken,
maar in haar gereinigd zijn.
Laat U door haar golven dragen
tot waar liefde nooit verkoelt,
waar de kust der aardse dagen
door Gods vreugde wordt omspoeld.
Welkom
In deze dienst wordt een preek van br
Oosterhof gelezen met als thema:
“De preek van Jezus in Nazareth”
Organist Johannes de Vries
Intochtspsalm 103 – 7, 8, 9
Maar 's HEREN gunst zal over
die Hem vrezen
7 Maar 's HEREN gunst zal over die
Hem vrezen
in eeuwigheid altoos dezelfde wezen,
en zijn gerechtigheid de eeuwen door.
Zijn heil omsluit de komende
geslachten;
zo volgen zij die zijn verbond
betrachten,
van zijn barmhartigheid het lichtend
spoor.
8
Hij heeft de hemel tot zijn troon
verheven,
Hij heerst als koning over al het leven.
Looft engelen, zijn hoge majesteit,
krachtige helden, die aan alle oorden
als boden meldt zijn goddelijke
woorden,
Hem zij uw dienst, Hem zij uw lied
gewijd.
9
Laat heel het machtig koninkrijk des
HEREN
zijn grote naam, zijn grote daden eren.
Komt allen tot de lof des HEREN saam.
Lof zij den HEER in hemel en op aarde,
die aan zijn volk zijn liefde
openbaarde,
en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam.
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Als lofprijzing G 254 – 2, 3, 4
U, Vader, U aanbidden wij,
2
U, Vader, U aanbidden wij,
wij zingen U ter ere;
onwrikbaar staat uw heerschappij,
voorgoed zult Gij regeren.
Gij hebt onmetelijke macht,
uw wil wordt onverwijld volbracht.
Die Heer is onze Koning!
3
O Jezus, die de Christus zijt,
des Vaders Eengeboren,
Gij hebt ons van de toorn bevrijd
en redt wie was verloren.
Gij, Lam van God, voor ons geslacht,
verhoor ons roepen uit de nacht,
erbarm U over allen.
4
O Heilge Geest, ons hoogste goed,
ten Trooster ons gegeven,
heb dank dat Gij ons delen doet
in Jezus' dood en leven.
Beveilig ons in alle nood,
blijf ons nabij in angst en dood,
op U steunt ons vertrouwen.
Gebed ter verootmoediging.
Lezing van de wet uit Math 5
Jezus en de Wet
Antwoord P 106 – 1
Looft nu den HEER, want Hij is goed,
1
Looft nu den HEER, want Hij is goed,
die met zijn liefde ons ontmoet.
Zijn trouw houdt stand te allen tijde.
Wie prijst zijn daden woord voor
woord?
Wie kan zijn heerlijkheid belijden?
Wie looft Hem zodat elk het hoort?
Lezing van de genadeverkondiging
en leefregel.
Antwoord P 107 – 7
Laat ons nu voor den HERE
7
Laat ons nu voor den HERE
zijn goedertierenheid
toezingen en vereren
de God die ons bevrijdt.
Want wie zijn hulp verlangt,
Hem aanroept in gebeden,
verlost Hij uit de angst
en leidt Hij tot den vrede.
Gebed om verlichting met
De Heilige Geest.
Je hoeft niet bang te zijn.
1
Je hoeft niet bang te zijn,
al gaat de storm tekeer.
Leg maar gewoon je hand
in die van onze Heer.
2
Je hoeft niet bang te zijn,
als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur
rondom je leven zijn.
3
Je hoeft niet bang te zijn,
al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft,
als jij je ogen sluit.
Wij gaan, tot straks!!
Lezen Jes. 61 – 1, 2, 3
En Lukas 4 – 13 t/m 30 HSV
Het jubeljaar van de verlossing
1 De Geest van de Heere HEERE is op
Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft
om een blijde boodschap te brengen
aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij
gezonden om te verbinden de gebroke-
nen van hart, om voor de gevangenen
vrijlating uit te roepen en voor wie
gebonden zaten, opening van de
gevangenis;
2 om uit te roepen het jaar van het
welbehagen van de HEERE
en de dag van de wraak van onze God;
om alle treurenden te troosten;
3 om aangaande de treurenden van
Sion te beschikken dat hun gegeven
zal worden
sieraad in plaats van as,
vreugdeolie in plaats van rouw,
een lofgewaad in plaats van een
benauwde geest,
opdat zij genoemd worden eiken van
de gerechtigheid,
een planting door de HEERE, om Hem
te verheerlijken.
Lukas 4
Het begin van Jezus' prediking
14 En Jezus keerde door de kracht
van de Geest terug naar Galilea, en het
gerucht over Hem verspreidde zich
door heel de omgeving.
15 En Hij gaf onderwijs in hun
synagogen en werd door allen
geprezen.
Jezus in Nazareth verworpen.
16 En Hij kwam in Nazareth, waar Hij
opgevoed was, en ging naar Zijn
gewoonte op de dag van de sabbat
naar de synagoge, en Hij stond op om
te lezen.
17 En aan Hem werd het boek van de
profeet Jesaja gegeven, en toen Hij het
boek opengedaan had, vond Hij de
plaats waar geschreven stond:
18 De Geest van de Heere is op Mij,
omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft
Mij gezonden om aan armen het
Evangelie te verkondigen, om te
genezen die gebroken van hart zijn,
19 om aan gevangenen vrijlating te
prediken en aan blinden het
gezichtsvermogen,
om verslagenen weg te zenden in
vrijheid, om het jaar van het
welbehagen van de Heere te prediken.
20 En toen Hij het boek dichtgedaan en
aan de dienaar teruggegeven had, ging
Hij zitten, en de ogen van allen in de
synagoge waren op Hem gevestigd.
21 Hij begon tegen hen te zeggen:
Heden is deze Schrift in uw oren in
vervulling gegaan.
22 En zij betuigden Hem allen hun
instemming en verwonderden zich
over de woorden van genade die uit
Zijn mond kwamen, en zij zeiden: Is
Dit niet de Zoon van Jozef?
23 Maar Hij zei tegen hen: U zult Mij
ongetwijfeld dit spreekwoord
voorhouden: Dokter, genees uzelf;
alles waarvan wij gehoord hebben dat
het in Kapernaüm gebeurd is, doe dat
ook hier in Uw vaderstad.
24 Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u dat geen
profeet welgevallig is in zijn vaderstad.
25 Maar Ik zeg u naar waarheid: Er
waren veel weduwen in Israël in de
dagen van Elia, toen de hemel drie jaar
en zes maanden gesloten was, zodat
er grote hongersnood kwam over heel
het land,
26 en naar geen van hen werd Elia
gezonden, maar wel naar Zarfath bij
Sidon, naar een vrouw, een weduwe.
27 Ook waren er veel melaatsen in
Israël in de tijd van de profeet Elisa, en
geen van hen werd gereinigd, maar wel
Naäman, de Syriër.
28 En allen in de synagoge werden met
woede vervuld toen zij dit hoorden,
29 en zij stonden op, dreven Hem de
stad uit en brachten Hem op de top
van de berg waarop hun stad gebouwd
was, om Hem van de steilte af te
werpen.
30 Maar Hij liep midden tussen hen
door en ging weg.
ELB 185 – 1, 2
Leer mij Uw weg, o Heer
1
Leer mij uw weg, o Heer;
leer mij uw weg.
Schenk van uw kracht mij meer,
leer mij uw weg.
Houd mij in evenwicht,
dat 'k voor uw aangezicht
wandel in 't volle licht,
leer mij uw weg.
2
Als vrees soms 't hart benauwt,
leer mij uw weg.
Als zorg mijn dank verflauwt,
leer mij uw weg.
Help mij in vreugd en pijn,
noodweer of zonneschijn
steeds blij in U te zijn,
leer mij uw weg.
“De preek van Jezus
in Nazareth”
G 291 – 1, 2
Nooit kan 't geloof te veel verwachten,
1
Nooit kan 't geloof te veel verwachten,
des Heilands woorden zijn gewis.
't Faalt aardse vrienden vaak aan
krachten,
maar nooit een vriend als Jezus is.
Wat zou ooit zijne macht beperken?
't Heelal staat onder zijn gebied!
En wat zijn liefde wil bewerken,
ontzegt Hem zijn vermogen niet.
2
Die hoop moet al ons leed verzachten.
Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!
Voor hen, die 't heil des Heren
wachten,
zijn bergen vlak en zeeën droog.
O zaligheid niet af te meten,
o vreugd, die alle smart verbant!
Daar is de vreemdlingschap vergeten
en wij, wij zijn in 't vaderland!
Dankgebed en voorbede.
Collecte
1ste Open Doors
2de eigen gemeente
Slotlied ELB 235 – 1, 2, 3
Neem Heer mijn beide handen
1
Neem, Heer, mijn beide handen
en leid uw kind,
tot ik aan d'eeuw'ge stranden
de ruste vind!
Te zwaar valt m'elke schrede,
als 'k U verlaat.
O, neem mij met U mede,
daar waar Gij gaat!
2
O, doe genaad' ervaren
aan 't bevend hart,
en breng het tot bedaren
bij vreugd en smart!
Laat m'aan uw voeten rusten,
mij, hulp'loos kind,
vertrouwen en berusten.
voor d'uitkomst blind!
3
En blijft m„ ook soms verborgen
uw grote macht,
Gij voert mij tot de morgen,
ook door de nacht.
Neem dan mijn beide handen
en leid uw kind,
tot ik aan d„ eeuw'ge stranden
de ruste vind!
Zegenbede
Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!