de koek(ens) eerlijk verdelen (derde adventszondag c)
TRANSCRIPT
I n h e t s p e l d a t h e t l e v e n i s ,
b l i j f t d e p u t o f g e v a n g e n i s :
u i t g e s l o t e n l a n g s d e w e l v a a r t s l i j n
e n l e v e n s l a n g v e r o o r d e e l d z i j n
M e t e e n ♥ v o o r d e z a a k z i n g e n w i j ,
m a a r w i j w o r d e n n i e t g e h o o r d .
M o e t e n w i j s c h o p p e n ♠ e n m o e t e n w i j s l a a n
o p d a t G o d s w o o r d w e e r w o r d t v e r - s t a a n ?
A l s e e n s t e m m i d d e n i n d e w o e s t i j n
r o e p t d e p r o f e e t o n s t o t o p v a n d a a g :
" G o d z i e t d e m e n s a l s e e n r o v e r d i e s t e e l t a l s h i j d e k o e k n i e t e e r l i j k d e e l t . "
I n h e t s p e l d a t h e t l e v e n i s ,
b l i j f t d e p u t o f g e v a n g e n i s :
u i t g e s l o t e n l a n g s d e w e l v a a r t s l i j n
e n l e v e n s l a n g v e r o o r d e e l d z i j n
M e t e e n ♥ v o o r d e z a a k z i n g e n w i j ,
m a a r w i j w o r d e n n i e t g e h o o r d .
M o e t e n w i j s c h o p p e n e n m o e t e n w i j s l a a n
o p d a t G o d s w o o r d w e e r w o r d t v e r s t a a n ?
(Pete
r B
iesbro
uck)
(Pete
r B
iesbro
uck )
In de duisternis schijnt de luister van Uw
licht
de nacht is helder als de dag.
(Ta
izé))
Heer God, wij willen vragen,
leer ons je Woord te dragen,
leer ons het slechte laten.
Heer God vergeef het ons.
(Ta
izé)
1Alle dagen wachten, vragennaar het einde van de nacht:schijnt het licht al in het donkerwaarop heel de wereld wacht?2De seizoenen doen vermoedendat het licht wel komen zalen de sterren staan te dromenvan een hel verlicht heelal.3Wat de jaren niet vergarenin hun eindeloze gangis de kracht die zelfs de schaduwvan de dood verdrijven kan.4Wat geen mensen kunnen wensenzal een dag te wachten staan:in een mens, een ster van vrede,breekt een nieuw seizoen zich baan!
Jongeriu
s H
enk /
„als
gij
naar
de w
oord
en lu
iste
rt‟
[Voorganger]
Geloven is
toch maar blijven wachten,
ook al is ongeduld meer in de mode,
ook al zullen de anderen
wellicht nooit weten
wat het wachten je heeft gekost.
Geloofsbelevenis
[Allen]
Geloven is
toch maar blijven hopen
ook al kwam je reeds vaak bedrogen uit,
ook al blijft de wereld even ziek.
[Vg]
Geloven is
toch maar de armen blijven helpen
ook al blijven ze even talrijk
ook al houdt de wereld je dan voor dwaas.
[Al]
Toch maar,
omdat Hij weer geboren wordt
als dat weerloos kind
als die volwassen man
die ons elk jaar weer vraagt:
“werk jij mee aan die droom van een wereld,
een visioen van vrede voor ieder mens”.
En dan altijd voort maar blijven proberen
en volhouden vanuit dat geloof in Hem.
K o m , o H e e r , e n w a c h t n i e t l a n g e r ;
k o m o n s r e d d e n i n d e z e t i j d .
(Ta
izé)
De nacht verduistert de aardeen de wanhoop vreet ons aan.Wij wachten op een nieuw begin:een licht in ons bestaan.
Een stem roept om te strijden,niet te zwijgen in dit uurmaar recht te doen in woord en daad:giet olie op het vuur.
God zegt: 'Het kan anders werken,'t kan heel anders dan je dacht:Je deelt je brood, je wordt een broer:een herder in de nacht.
Gods licht groeit steeds weer in mensenen zijn oproep is ons lot.Wij dragen hoop dicht bij ons hart:de toekomst, de zoon van God.
(Pete
r B
iesbro
uck /
“alle
dagen w
achte
n”)
[Voorganger]
Wij danken Jou, Vader, onze God,
dat Jij ons door de lange mensengeschiedenis
heen getoond hebt
wie Je voor ons wil zijn:
een God die hart heeft voor wereld en mens.
[allen]
Jij hebt ons weggeroepen
uit onze kleine wereld van ons lief en leed,
van onze kleine zorgen.
Door de duisternis van lijden en dood heen
heb Je ons het licht van Jouw liefde
ten volle doen ervaren,
en ben Je ons nabij gekomen
in Jezus van Nazareth.
[Vg]
Wij danken Jou, Vader,
omdat Hij ons getoond heeft
hoe wij vanuit Jouw liefde voor elkaar
en met elkaar moeten leven:
[Al] Hij heeft ons de weg gewezen
naar kleine, zwakke,
hongerige en verdrukte mensen.
Met hen moeten we delen
in alles wat we hebben en zijn,
de ganse koek.
Wij danken Jou, Vader,
voor deze onvergetelijke Jezus,
die ons mens-zijn zodanig heeft doorleefd,
dat Hij over de dood heen,
in ons en voor ons blijft leven. [ RECHTSTAAN]
[Vg]
En opdat wij Hem
door de tijden heen zouden gedenken,
heeft Hij ons een blijvend teken van liefde gegeven
In de nacht waarin Hij werd overgeleverd…
In brood en wijn,
in woorden van mensen heeft Hij zich gegeven
en ons voorgedaan
hoe wij ons moeten geven aan elkaar.
[Al] Wij danken Jou, God,
voor Jezus' gave aan de wereld.
Over lijden en dood blijft Hij ons nabij als de Verrezene
en schenkt Hij ons het échte leven.
Om Hem, durven wij hopen dat alles mogelijk wordt :
als Hij maar blijft leven in onze woorden en daden,
in onze aandacht voor al wat mensen boeien kan.
Zend ons daarom de kracht van Jouw Geest,
opdat Hij ons zou bemoedigen als we vertwijfelen,
opdat Hij de herinnering aan Jezus zou levend houden,
en ons zou zenden om te werken aan Jouw Rijk..
Geef ons de vrede Dona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace
Geef ons Uw vrede, geef vrede,
aan wie op U vertrouwt. Geef ons.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
Geef ons Uw vrede
(Taizé)
Wij gaan weer verder, vol van hoop
op ongebaande wegen
met onze droom op hinderloop
de meeste feiten tegen.
De onrust houdt ons op de been
en doet ons verder reizen,
een stem die klinkt door alles heen
een God niet weg te prijzen.
Zijn woord houdt aan in ons gemis
dat alles kan verkeren,
dat vrede hier bestaanbaar is
en onrecht om te keren
Hij doet ons kiezen voor de mens
bedreigd, verarmd, vergeten.
Hij voert ons naar de laatste grens
om van elkaar te weten.
Sjaloom, geluk op deze reis.
Het duurt misschien nog eeuwen
maar twijfel niet meer aan de wijs:
'het lam huist bij de leeuwen !'
(va
n O
pb
erg
en
Ja
n / J
an
Will
em
va
n d
e V
eld
e )