dag! nummereen magazine herfst 2012

12
Doe het zelf Met pompoenen de herfst in Samenwerken met ZuidZorg Samen zorgen voor optimale ontwikkelingskansen Andere juf? Zelfde werkwijze! Magazine Nummereen Kinderopvang | herfst 2012

Upload: 2d-studio-in-vorm

Post on 28-Mar-2016

224 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

DAG! Nummereen magazine herfst 2012

TRANSCRIPT

Doe het zelfMet pompoenen de herfst in

Samenwerken met ZuidZorgSamen zorgen voor optimale ontwikkelingskansen

Andere juf?Zelfde werkwijze!

Magazine Nummereen Kinderopvang | herfst 2012

ColofonDAG! magazine is een uitgave van Nummereen Kinderopvang. Het magazine informeert ouders, opvoeders en andere relaties over belangrijke, informatieve en leuke ontwikkelingen en gebeurtenissen die binnen Nummereen Kinderopvang plaatsvinden.

Nummereen KinderopvangPostbus 625530 AB Bladel0497 – 51 78 [email protected]

• DAG! magazine verschijnt vier keer per jaar.

• Oplage: 3.500 stuks.• (Eind)redactie:

afdeling PR & Communicatie.• Met medewerking van:

Jeroen van den Berg, Sabine Jansen, Pauline el Khoury, Karin Sesink, Pascale Spieringhs

• Opmaak & vormgeving: 2d studio in vorm, Kaatsheuvel.

Wilt u iets kwijt?Heeft u tips? Opmerkingen? Een compli-mentje of een verbetersuggestie? Over de opvang, dit magazine of iets anders? We horen het graag. Samen kunnen we onze dienstverlening nóg beter maken. U kunt ons bereiken via [email protected] of 0497 – 51 78 14.

“Bent u tevreden? Zeg het voort! Bent u niet helemaal tevreden? Zeg het ons!”

Wat een gezelligheid, met al die kinderen! Dagelijks horen we de meest grappige en schattige uitspraken. Wat hebben we de laatste tijd gehoord?Gehoord: Senna eet

een ijsje: >

Gastredacteur Jeroen van den BergWoonplaats Eersel

Leeftijd 36 jaar

Burgerlijke staat getrouwd met Susan

Kinderen Sophie (2 jr) en Floor (bijna 1 jr)

Beroep Ambulanceverpleegkundige

Opvanglocatie Duimelot, Dalemsedijk Eersel

Jeroen stelt zich voor: “Ik ben lid van de lokale ouder-commissie (OC) en ben daarnaast ook de afgevaardigde voor de gemeente Eersel in de centrale oudercommissie. Ik heb er bewust voor gekozen om lid te worden van de OC. Op deze manier kun je op allerlei manieren mee-denken met de organisatie. Je bent vaak als eerste op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en wijzigingen. Zeker als je kinderen nog een aantal jaren naar de opvang gaan is het een mooie bijdrage die je kunt leveren, vind ik. Bovendien creëert het een betrokken gevoel. Het was leuk om gastredacteur te zijn. Het is een mooi en professioneel uitziend magazine, wat bij ons thuis zelfs ook graag gelezen wordt door de opa’s en oma’s!”

Colofon Gastredacteur Jeroen van den Berg

Netersel

1x

Hulsel

1xCasteren

1xLage Mierde

2x

Hoogeloon

1x

Vessem

1x

Knegsel

2x

HoogeMierde

1x

Reusel

5xBladel

6xHapert

1xDuizel

1x

Eersel

4x

Steensel

1x

Wintelre

1x

Oerle

1x

Veldhoven

3x

Bergeijk

5x

Gastredacteur Jeroen van den BergGastredacteur Jeroen van den Berg

2

Goede[n]dagWe hebben het in de vorige editie al aangekondigd; vanaf nu wordt iedere DAG! samen met een gastredacteur gemaakt! Deze gastredacteur is altijd een ouder en lid van één van onze oudercommissies. Al tijdens onze eerste gezamenlijke redactievergadering bleek hoe leuk het is om ook ouders aan boord te hebben. Zij hebben een andere rol en invalshoek wat maakt dat we samen tot een optimale invulling en samenstelling van het magazine komen.Onze eerste gastredacteur is Jeroen van den Berg. Op een vaste plaats zullen onze gastredac-teuren zich voorstellen. Aan Jeroen de eer om dat als eerste te doen!

We merken soms dat er nog steeds verouderde opvattingen over de professionele kinder-opvang bestaan. “Baby’s zijn thuis het beste af” en “kinderen hoeven pas te leren als ze naar school gaan”, zijn opmerkingen die ik als directeur kinderopvang wel eens beluister. Het is altijd een uitdaging om betreffende mensen uit te leggen dat onze kinderopvang zoveel meer is dan alleen een ‘opvang’. Dit woord doet in alle opzichten tekort. We vormen een verlengstuk van thuis en geven naast aandacht, zorg en warmte ook een stevige basis mee aan de kinderen. Zo leren de kinderen bij ons dat ze op hun beurt moeten wachten, ze leren vriendjes maken, opkomen voor zichzelf en worden dagelijks spelenderwijs uitgedaagd en gestimuleerd. Zodat ze op vierjarige leeftijd goed beslagen ten ijs komen in hun nieuwe kleuterklas.

In deze uitgave vindt u onder andere een artikel waarin wordt uitgelegd hoe we omgaan met onze allerkleinsten. Verder is in deze DAG! wederom een gesprek met een van onze partners opgetekend. In dit geval een van onze contactpersonen bij ZuidZorg. Ook lezens-waardig: moeder en dochter leggen uit waarom zij zo graag werken bij Nummereen Kinder-opvang. En een ouder geeft een toelichting op haar opvangkeuze en -situatie. Kortom, weer genoeg te lezen. Ik wens u veel plezier, dag!

Sabine JansenDirecteur Nummereen Kinderopvang

“Als je zuigt komt er allemaal zuig ui t”

dag

“Als het hard regent, dan wordt het water nat” Alec:

Volg ons op Twitter

@nummereeN_ko

3

Andere juf? Zelfde werkwijzeElke groep heeft vaste pedagogisch medewerkers. En niet voor niets.

Kinderen en ouders bouwen een band op met ‘hun’ pedagogisch

medewerker. En vice versa. Dat is prettig voor de kinderen, ouders en

medewerkers.

Het is dan ook het meest ideaal als altijd dezelfde medewerker(s) op de groep staat. Maar ook de pedagogisch mede-werkers zijn soms toe aan vakantie. Of worden wel eens ziek. In zo’n geval komt er een ‘invaljuf’, ofwel een van de mede-werkers uit onze zogeheten fl expool. Medewerkers uit de fl expool zijn, zoals de naam al doet vermoeden, fl exibel inzetbaar. En daarmee zijn ze onmisbaar. Ze vullen, naast ziektes en vakanties, zwangerschapsverloven en kortdurende afwezigheid op bijvoorbeeld.

Ouders zijn niet altijd blij met zo’n ander gezicht op de groep. Weet zo’n inval-kracht wel hoe zijn/haar kind getroost wil worden? En waar hij/zij wel en niet van houdt? Los van het feit dat een invalkracht naast de vaste groepsmede-werkers werkt, is het ongetwijfeld een geruststellend idee om te weten dat alle pedagogisch medewerkers werken vol-gens hetzelfde handboek. Hierin zijn alle documenten en protocollen opgenomen waar we vanuit de GGD, Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid en de

“Kom, dan gaan we naar het werk, bij die enge mensen eten”Lana is samen met Bas buiten

aan het spelen en zegt:

Andere juf? Wet Kinderopvang aan moeten voldoen. Ook zitten hier aanvullende zelf ontwik-kelde documenten in die we belangrijk vinden ten aanzien van de kwaliteit. Sinds 1 september jl. is er een vernieuwd en geactualiseerd handboek wat voor alle locaties identiek is. Hiermee wordt geborgd dat de werkwijze op al onze locaties van zowel dagopvang als buiten-schoolse opvang eenduidig is.

LogboekNaast het handboek, wat als leidraad dient voor elke pedagogisch medewerker, hebben alle groepen een logboek. Dit logboek bevat specifi eke en persoonlijke gegevens van alle kinderen op de betref-fende groep. Vooral bij de 0-2 jarigen is zo’n logboek zeer uitgebreid. Het bevat slaap- en eetlijsten waarop steeds nauwgezet de gegevens per kind worden genoteerd. Er zit een overzicht met bijzonderheden in, zodat in één

4

“De kraan is leeg”Emma wil haar handen gaan wassen en zegt:“I k ben een brandweermanprinses”Quinthy:

oogopslag duidelijk is dat Puck allergisch is voor appel, bijvoorbeeld. Per kind bevat het logboek een hoofdstuk waarin wordt aangetekend hoe het betreffende kindje zich ontwikkelt. Denk aan aantekenin-gen met betrekking tot een eventuele voorkeurshouding of eetgedrag en de ontwikkelingen met betrekking tot krui-pen, zitten, staan etc. Daarnaast heeft het logboek een katern ‘dagverslagen’. Elke dag wordt er door de pedagogisch medewerkers genoteerd wat ouders bij het halen en brengen hebben doorge-geven als aandachtpunt of bijzonder-heden m.b.t. hun kind. Ook zaken die de medewerkers zelf signaleren gedurende de dag worden geregistreerd. Zo zijn alle

medewerkers van een betref-fende groep steeds optimaal op de hoogte van ieder

individueel kind.

De zomervakantie hebben we inmiddels alweer even achter ons gelaten. En alhoewel het weer niet elke dag mee-werkte, hebben we er met z’n allen hele gezellige en leuke weken van gemaakt. Voor de Cluppers was er het vakantie-programma in het thema ‘Amerika’, boordevol leuke activi-teiten en uitstapjes. En ook de kindjes van Duimelot en De Paraplu hebben zich goed vermaakt. Bekijk de foto’s voor een impressie van deze heerlijke weken!

Zomervakantie

5

Marleen van de Plas (33 jaar)

woont samen met Jori in Hapert.

Ze hebben drie kinderen: Imme

(6 jaar), Sam (bijna 4 jaar) en

Niene (1 jaar). Imme gaat twee

dagen per week naar de voor-

schoolse en naschoolse opvang

van Clup Hasta la Pasta in Hapert.

Haar jongere broertje en zusje

gaan op dezelfde dagen naar

Duimelot.

“Imme was 1,5 jaar oud toen wij vanuit Meerhoven naar Hapert verhuisden. Ze zat daar op een kinderdagverblijf en ik had er moeite mee om haar daar weg te halen. Ze had daar haar vriendjes en kende de juffen. Imme zelf vond het he-lemaal geen probleem en had haar draai ook bij Duimelot zo gevonden”, start

Marleen haar verhaal. “En toen was het voor mij ook goed. Inmiddels gaat Imme naar de basisschool, zij gaat dan ook naar Clup Hasta la Pasta. Sam en Niene gaan allebei nog naar het kinderdagverblijf.”

Ik werk op maandag en dinsdag als me-disch secretaresse in het Máxima Medisch Centrum. Normaliter werk ik eens in de twee weken ook op vrijdagochtend. Om-dat ik ouderschapsverlof heb opgenomen na de geboorte van Niene ben ik op die ochtend voorlopig thuis. Toen ik nog wel werkte, paste mijn moeder die ochtend op. Ik moét uiterlijk om 8.30 uur op mijn werkplek aanwezig zijn in verband met telefonische bereikbaarheid. Jori stapt dagelijks al om 7.15 uur in de auto. Dat betekent dat we op maandag en dinsdag Imme niet zelf naar school kunnen brengen. De voorschoolse opvang is voor ons de perfecte oplossing. Sam en Niene breng ik toch naar Duimelot en Imme gaat dan gewoon mee. Het scheelt maar enkele euro’s in de maand dus daarvoor hoeven we het niet te laten. Omdat Jori ook altijd later thuis is dan ik, ben ik de-

gene die de kinderen haalt. En dat is nog wel ’s een opgave…Imme zit met haar bso-groepje op de bovenste verdieping en Sam en Niene op de begane grond. Voordat ik ze dan bij elkaar heb, pfffft,” zegt Marleen met een lach.

“Toen ik nog geen kinderen had, dacht ik altijd dat ik dat nóóit zou doen, mijn kinderen naar de kinderopvang bren-gen. Ik vond het zielig. Maar toen werd ik zwanger en ging ik toch maar eens praten en kijken. En ik was meteen ‘om’. Kinderen lijden er niet onder, integen-deel. Ze leren ervan. Imme was altijd erg verlegen, net als ik vroeger. En als ik dan zie wat ze daarin gegroeid is! Ook de structuur op een kinderdagverblijf en de contacten met andere kindjes vind ik belangrijke pluspunten van de kinderopvang. Het kost ons iedere maand weer behoorlijk wat geld, maar het is het echt waard!”

Pedagogisch medewerker vraagt aan Fenne; “Heb je nieuwe gymschoenen gekocht?” Zegt Fenne: “Ja, voor aan mijn nieuwe grote voeten!”

Ouder aan het woord

In ons magazine laten we iedere uitgave een ouder aan het woord. Hoe is de gezinssituatie en hoe is de kinderopvang ingericht? Hoe gaat dat in de praktijk en hoe bevalt dat?

Marleen van de Plas

6

En toen was het ‘boem’Een ongeluk zit in een klein hoekje. Thuis, maar ook op het kinderdag-

verblijf. En ondanks zeer goede voorzorgsmaatregelen kan niet altijd

voorkomen worden dat er een ongelukje gebeurt. Een blauwe plek,

schaafwondje of tand door de lip kan natuurlijk door de pedagogisch

medewerker worden verzorgd. Maar wat als er écht wat gebeurt?

Uiteraard proberen we ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen. Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Op deze manier worden alle mogelijke risico’s in kaart gebracht. Deze worden door middel van gedragsafspraken met pedagogisch medewerkers en/of (bouw)technische aanpassingen zoveel mogelijk geminima-liseerd. Verder zijn al onze speeltoestellen gecertifi ceerd en dat geldt ook voor de boxen en bedden.

In ons handboek zijn verschillende protocollen ten aanzien van veiligheid en calamiteiten opgenomen. Deze protocol-len zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veilig-heid. Alle medewerkers kennen deze protocollen en handelen hiernaar. Mocht er onverhoopt toch een ongeval gebeu-ren, dan weet iedere medewerker wat hij moet doen. Onze medewerkers worden

hierop getraind. Wanneer een kindje hard valt of zich hard stoot, worden altijd de ouders op de hoogte gebracht, ook al lijkt verdere behandeling niet nodig. Indien doktersbezoek noodzakelijk lijkt, om te hechten bijvoorbeeld, dan worden ouders hierover altijd vooraf geïnfor-meerd. Zodat ze de mogelijkheid hebben mee te gaan naar de huisarts. Indien de arts besluit dat behandeling noodzakelijk is, verlenen ouders vooraf toestemming hiervoor. Mochten de ouders onverhoopt onbereikbaar zijn, besluit de arts of de behandeling kan wachten of niet. Mocht er echt iets acuuts aan de hand zijn of er is twijfel over wat te doen, dan wordt al-tijd 112 gebeld en om advies gevraagd of komt er een ambulance. De pedagogisch medewerker blijft bij het kind en ouders worden zo spoedig mogelijk gebeld.

Een ongeval is altijd een ingrijpende ge-beurtenis. Voor het kind, de ouder en de pedagogisch medewerker. Na afl oop van een ongeval wordt de gang van zaken altijd geëvalueerd en geregistreerd. De pedagogisch medewerker blijft in contact met de ouders over het herstel.

Roos zegt tegen Eef: Eef:“Kijk, ik heb een nieuwe bloemet jesonderbroek aan!” “Nou, nou, wat bli ts!”“Kijk, ik heb een nieuwe bloemet jesonderbroek aan!”

‘boem’

Meningen peilen?Op onze website staat sinds enkele maanden een poll. Door middel van deze poll peilen we de me-ning over professionele kinderopvang. De poll kan worden ingevuld door iedereen die onze website bezoekt. De stellingen hebben dan ook betrekking op kinderopvang in het algemeen. De uitslagen van de poll geven ons inzicht in de wensen en be-hoeften met betrekking tot kinderopvang. Ze zijn voor ons dus erg waardevol! De stelling verandert maandelijks. Poll ingevuld? Dan worden de resul-taten automatisch weergegeven op het scherm zodat iedere respondent de uitslag kan zien.

www.nummereen.com

7

Pompoen-lantaarnBij de herfst horen natuurlijk pompoenen. Om op

te eten (zie het recept elders op deze pagina) maar

ook om mee te knutselen. Een pompoenlantaarn,

bijvoorbeeld. Gezellig om in de tuin te zetten, nu de

avonden weer langer worden.

Snijd de bovenkant van de pompoen en bewaar deze. Hol de pompoen uit met een lepel (tip: gebruik hiervoor een ijsschep) zodat alleen de dikke schil overblijft. Snijd met een scherp mesje voorzichtig ogen, een neus en mond in de schil. Plaats een waxinelichtje in de uitgeholde pompoen en zet het deksel er weer op.

Benodigdheden:

1 oranje pompoen 2 winterwortels 1 ui 1,5 liter groentebouillon

Was de pompoen en snijd deze doormidden. Verwijder pitten en draden en snijd het vruchtvlees (schillen is niet nodig) in kleine blokjes. Snijd ook de wortel en ui fi jn. Fruit in een pan de ui en doe er daarna de wortel bij. Giet er vervolgens de bouillon en pompoen-blokjes bij en breng aan de kook. Laat op half vuur twintig minuten koken. Pureer de soep met een staafmixer. Smakelijk!

Herfstsoep

“Hee, de schil is er vanaf”

Soep is dé manier om groente in te ‘verstoppen’. Voor

moeilijke groente-eters dus een goede manier om de

nodige vitaminen binnen te krijgen. Bovendien geschikt

om in te vriezen, dus ideaal om op voorraad te heb-

ben voor na een drukke werkdag. Een paar volkoren

boterhammen erbij en in een mum van tijd staat er een

gezonde maaltijd op tafel!

Pol:Bij een uitstapje met Cluppers bleek een van de zitverhogers geen hoes te hebben

Clupper Jacobusschool:> >

Pompoen-

Benodigdheden:

1 ronde pompoen

mes lepel of ijsschep

waxinelichtje

8

In de kinderopvang speelt de pedagogisch medewerker in op de behoefte van elke baby aan veiligheid en geborgenheid én op de behoefte aan uitdaging en ontwikkeling. Geen eenvoudige taak om daarbij ook nog oog te hebben voor de eigenheid (temperament, aanleg) van elke individuele baby. Al met al een vak apart. Niet voor niets werken we dan ook alleen met professionals die hiervoor zijn opgeleid! Naast het creëren van een fysiek veilige omgeving is emotionele veiligheid bieden van groot belang voor een baby. Om zich emotioneel veilig te voelen, moet een baby zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen. Rosalie Smulders, pedagogisch medewerker bij De Paraplu in Veldhoven, vertelt: “Iedere baby is anders, heeft eigen behoeften en eigen manieren om deze behoeften duide-lijk te maken. We kijken dan ook goed naar iedere baby. Zodat signalen juist geïnterpreteerd worden en er op de juiste manier gereageerd wordt op de baby.”

GroepsgebeurenEmotionele veiligheid wordt ook gecreëerd door individuele en persoonlijke aandacht voor de kindjes. Tijdens het geven van de fles, voor baby én pedagogisch medewerker een heerlijk mo-ment van rust, wordt er zachtjes en op lieve toon tegen de baby gepraat en wordt er oogcontact gemaakt. Ligt de baby op het verschoonkussen dan wordt er bijvoorbeeld een kriebelspelletje gedaan. Zeker bij onze kleinsten zijn er volop van deze één-op-één momenten. Zo leren het kindje en de medewerker elkaar kennen en bouwen zij een band op. Maar naast de individuele contactmomenten worden de kindjes, zelfs al zijn ze nog zo klein, ook betrokken bij het groepsgebeuren. Carlijn van de Voort, pedagogisch medewerker in Bladel, geeft hierop als voorbeeld: “ik werk op een verticale groep, dat wil zeggen een groep met kinderen van nul tot vier jaar. Het verschil in ‘kunnen’ tussen driejarigen en

baby’s is natuurlijk enorm groot. De benadering daarentegen vertoont veel overeenkomsten. Ook al kunnen baby’s nog niet praten, we communiceren volop met hen. Als ik met de baby bezig ben, benoem ik alles wat ik doe. Ook de andere kinderen uit de groep worden hierbij betrokken. Als een baby’tje naar bed gaat, dan vertel ik dit tegen de andere kinderen en vraag of ze nog even ‘dag’ willen zeggen. Op de slaapkamer neem ik de tijd voor het kindje, stop het rustig in bed terwijl ik ertegen praat.”

Doordat kinderen bij Duimelot en De Paraplu onderdeel uit- maken van een groep, krijgen ze een andere stimulering dan thuis. Ze leren snel contact maken. Baby’tjes zoeken elkaar op en ‘kletsen’ tegen elkaar. Verder zien baby’s andere kindjes als voor-beeld voor het ontwikkelen van zowel de grove als fijne motoriek. Hierdoor wordt een kind gestimu-leerd in zijn/haar ontwikkeling, terwijl het kind zelf deze momen-ten als ontspannen ervaart.

“ik heb keiveel vriendinnen, je wil t niet weten hoeveel! ik heb wel 7 exen en de hel f t is een vriendin”

Onze allerkleinstenOnze jongste kindjes zijn acht weken oud. Piepklein dus nog. Hun dag bij Duimelot of De Paraplu wordt vooral

bepaald door hun eigen ritme. Op gezette tijden een voeding, lekker knuffelen, een wandeling maken, een

slaapje doen…voor de allerkleinsten zijn dat de hoofdbestanddelen van een dag. Maar dat betekent niet dat

het hierbij blijft.

9

Nummereen Kinderopvang is partner van verschil-

lende organisaties die te maken hebben met de

ontwikkeling van kinderen. ZuidZorg is een van deze

partijen. Omdat zij jeugdgezondsheidszorg (JGZ)

bieden aan kinderen van nul tot vier jaar hebben we

regelmatig contact. Wij zien deze groep kinderen

immers bij ons op het kinderdagverblijf.

Hetty van de Sande is stafmedewerker Kwaliteit & Beleid bij Nummereen Kinderopvang. In die hoedanigheid heeft zij con-tact met ZuidZorg. Kim Vaassen is JGZ-verpleegkundige in de gemeente Reusel-De Mierden. DAG! schuift bij hen aan tafel om te praten over deze samenwerking. Op welke manier krijgt deze gestalte? Kim legt uit: “Het is één van mijn taken als JGZ-ver-pleegkundige om kinderen van nul tot vier jaar te volgen in hun ontwikkeling. Een consult bij mij op het bureau duurt echter maar twintig minuten, dus ik zie de kindjes maar kort. Terwijl de kinderen hele dagen op het kinderdagverblijf zijn. De pedagogi-sche professionals op de groep zijn voor mij dan ook belangrijke

schakels. Zij werken zo intensief met de kindjes dat zij eventuele signalen snel oppikken.” “Als een pedagogisch medewerker vermoedt dat een kindje achterloopt in de ontwikkeling dan nemen ze contact met mij op”, vertelt Hetty. Er wordt een probleemverkenning gemaakt die ik bekijk. In sommige gevallen besluit ik op de groep te gaan observeren. Als ik na de observa-tie constateer dat er inderdaad wat aan de hand is, maak ik een afspraak met Kim. Zij komt dan een tweede observatie doen. Afhankelijk van de uitkomst wordt er een gezamenlijk plan opgesteld. Uiteraard worden de ouders hierbij betrokken.”

“Kinderen in de VVE-leeftijd die een achterstand hebben krijgen soms een indicatie vanuit ons, zegt Kim. Dit betekent dat zij extra dagdelen naar het peuterprogramma gaan. De ontwikke-ling van indicatiekinderen wordt extra gemonitord. Ik kan dat op afstand niet doen natuurlijk. De pedagogisch medewerkers en Hetty houden dit in de gaten en rapporteren aan mij.” Hetty vult aan: “Dit betekent dus dat niet alleen ik, maar ook pedago-gisch medewerkers contact hebben met Kim. Zij werken immers met het kindje. En ook als pedagogisch medewerkers een vraag hebben over iets kunnen zij hierover schakelen met Kim.”

“We weten elkaar ook te vinden voor informatieavonden” lichten Kim en Hetty toe. “Soms wil ZuidZorg een thema-avond aanbieden en dan vindt deze plaats op een locatie van Nummereen. Daar is immers de ruimte én de doelgroep. Omge-keerd kan ook. Nummereen benadert ZuidZorg als er behoefte is aan een informatieavond over het een of ander. Als er een

“Als papa jarig is, komen er allemaal mensen op zijn kinderfeest “Lex:

Samenwerking met ZuidZorg

José en Nina van Ham

Onze medewerkers zijn goud waard! Allemaal.

Niet iedere medewerker is voor u even zichtbaar.

Dit magazine is een mooie gelegenheid om onze

mensen aan u voor te stellen. In iedere uitgave

geven we een van onze medewerkers een po-

dium. Wat doet hij of zij binnen de organisatie?

Deze keer een tweetal in de spotlights; moeder

José van Ham (56 jaar) en dochter Nina van Ham

(23 jaar). José werkt voor het peuterprogramma

in Eersel en Reusel. Nina is werkzaam op kin-

derdagverblijf Duimelot in Bladel.

In despotlights

10

José steekt van wal: “We hebben een echte onderwijsfamilie. Je kunt wel stel-len dat het ‘hier’ in de genen zit. Mijn

man is leraar, ik houd me in mijn func-tie bezig met voor- en vroegschoolse educatie en nu is Nina sinds enkele jaren ook werkzaam als pedago-gisch medewerker! Ik heb vroeger, voor de geboorte van de kinderen,

gewerkt in een kindertehuis en met kinderen met gehoor- en spraakproblemen. Toen ons eerste kind geboren werd, ben ik gestopt. Twaalf jaar geleden

wilde ik het werken met kinderen weer oppakken. Ik ben begonnen als invalkracht op de peuterspeel-zaal in Reusel en later kwam daar ook Eersel bij. Inmiddels is de naam peuterspeelzaal veranderd in peuterprogramma. Het werk is echter grotendeels gelijk ge-bleven. Ik vind de peuterleeftijd zo leuk! Je ziet de 2,5-jarigen vaak als schuchtere kleintjes binnenkomen aan de hand

van mama. En anderhalf jaar later neem je afscheid van een eigenwijze kleuter. Dat vind ik mooi.”Nina herkent dit: “Ik ervaar iets soort-gelijks. Ik werk zelf op een groep met kinderen van nul tot vier jaar. Je ziet een kindje vanaf ca. acht weken totdat hij/zij naar de basisschool gaat. Die ontwik-keling, het is zo leuk om daarvan deel te mogen uitmaken. Je bouwt echt een band op met het kind, je leert de ouders kennen. Dat is erg leuk.”“Ons werk is thuis regelmatig onderwerp van gesprek”, zeggen ze. “Als ik iets leuks met een kindje heb meegemaakt, een grappig voorval of leuke uitspraak, dan weet mijn moeder precies wat ik bedoel. Ook praten we natuurlijk vaak over de organisatie en bijbehorende zaken” zegt Nina. “Soms is het wel even genoeg hoor”, valt José bij. “Dan zeggen we tegen elkaar ‘nu even niet’.”

Ze zijn het er allebei over eens dat een belangrijke taak van een pedagogisch medewerker het stimuleren en enthousias-

meren van kinderen is. Nina: “ik wil dat een kindje bij ons plezier maakt en aan het eind van de dag tevreden naar huis gaat. Ik wil de ouders vertellen wat hun kind beleefd heeft en hoe hij dit beleefd heeft. José vult aan: “Ik ben een stabiele factor voor kinderen. Ik zie het ook echt als mijn taak om de peuters voor te bereiden op school. Daar handel ik dan ook naar. Geen zin? Dat kan best een keer. Maar de keer erna wordt de betreffende peuter gestimuleerd om gezellig mee te doen. Dat moet op school immers ook. Maar ik kan ook lekker gek doen met de kinderen hoor. Lekker losgaan in de kring op een vrolijk muziekje!”

“Als je een baby in je buik hebt, dan ben je jarig“Amber:

‘bijtertje’ op de groep zit bijvoorbeeld. ZuidZorg geeft daarover themabijeenkomsten.

Kortom, de samenwerking gaat ver en kent vele mogelijkhe-den. Dat is eigenlijk altijd al zo geweest, maar nu alle partijen verenigd zijn in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) gaat het nog sneller en makkelijker.” “We versterken elkaar”, besluit Hetty. “De samenwerking zorgt voor een verdieping en aanvul-ling. We zijn allebei als professional bezig met de ontwikkeling van het kind maar wel vanuit een andere invalshoek. Dit komt het kind optimaal ten goede.”

José en Nina van Ham

In despotlights

Nummereen Kinderopvang heeft in elke gemeente van haar werkgebied nauwe contacten met ZuidZorg. De samen-werking heeft tot doel ervoor te zorgen dat kinderen zich optimaal ontwikkelen. In dit voorbeeld is de samenwerking in Reusel-De Mierden nader beschreven, maar in onze andere gemeenten verloopt dit op dezelfde manier.

11

Thematisch werkenBinnen onze kinderopvang kennen we het zogeheten thema-tisch werken. Aan de hand van een wisselend thema krijgen de zes pijlers uit ons pedagogisch beleid handen en voeten. Elke twee maanden staat op elke groep een nieuw thema centraal. Bijvoorbeeld huisdieren, groenteboer, natuur of familie & gezin. Dit geldt voor kinderen van alle leeftijden, al verschilt het thema, de aanpak en uitvoering per leeftijdsgroep. Op babygroepen krijgt het gestalte in de vorm van het lezen van boekjes en het zingen van liedjes. Op de bso worden alle vakantieprogramma’s georganiseerd vanuit een bepaald onderwerp, denk aan Ame-rika of architectuur. Voor de groep kinderen van 2,5-4 jaar geldt dat zij bij ons voor- en vroegschoolse educatie (VVE) krijgen aangeboden. Ook dit VVE-aanbod komt tot uiting in de thema’s.

Door op een speelse manier dagelijks activiteiten aan te bieden aan de kinderen komen alle ontwikkelingsgebieden structureel aan bod. Ons motto daarbij is “spelen is leren”.

Een werkgroep zorgt ervoor dat elke locatie cq. groep iedere twee maanden een uitgebreide themakist ontvangt. Hierin zit een draaiboek met uitgewerkte activiteiten en daarnaast bevat de kist boeken, spelmateriaal en – suggesties en knutseltips. Aan het eind van elk thema voegen de medewerkers hun ideeën en nieuwe materialen toe aan de kist, zodat ook de volgende groep van deze ideeën kan profi teren!

Natuurlijk spelend leren!

Thematisch werken