college 2 •between-subject en within-subject designs •counterbalancen en randomiseren van...
TRANSCRIPT
College 2
• Between-subject en within-subject designs
• Counterbalancen en randomiseren van volgorde
• Interne en externe validiteit
• Literatuur: Elmes, Kantowitz & Roediger III, Hs. 5. Te
koop bij de diktatencentrale.
BETWEEN-subject en WITHIN-subject designs
• Between-subject design: elk subject krijgt 1 conditie.
• Within-subject design: elk subject krijgt alle condities.
• Mixed design: zowel een between als een within component.
Between-subject design:
Effect A vs. B = 2 - 4 = -2
Within-subject design:
gem. bij A = (3+1+2+2+4+0) / 6 = 2gem. bij B = (5+3+4+4+7+1) / 6 = 4.
Effect A vs. B = 2 - 4 = -2.
Mixed design:
Vooruitgang = Nameting - VoormetingGem. vooruitgang bij treatmentgroep = (5+3+4)/3 - (3+1+2)/3 = 4 - 2 = 2Gem. vooruitgang bij controlegroep = (2+4+0)/3 - (4+7+1)/3 = 2 - 4 = -2Effect van treatment vs. controle = 2 - (-2) = 4.
Voordelen van within-subject designs
• Subject-verschillen kunnen niet tot storende variabelen leiden.
Efficienter, er zijn minder subjecten nodig.
Je kan soms zelfs per subject een conclusie trekken.
Nadelen van within-subject designs
• Tijds-verschillen kunnen tot storende variabelen leiden, als er geen adequate controle maatregelen worden genomen.
Carry-over effecten: de subjecten veranderen tgv. eerdere condities (leren, oefenen, vermoeidheid).
Rijping effecten: de subjecten veranderen autonoom (veroudering, groei, spontane genezing).
COUNTERBALANCEN EN RANDOMISATIE VAN VOLGORDE
• Dit zijn “controle maatregelen” die van een within-subject design een ZUIVER EXPERIMENT te maken.– Randomisatie van de volgorde
• Intra-group
• Intra-subject
– Counterbalancen• Intra-group
• Intra-subject
1.a. Intra-group Randomisatie van de Volgorde
• Procedure• De volgorde wordt voor elk subject
opnieuw at random bepaald.
• Gevolg• In de groep worden alle condities
gemiddeld in ongeveer dezelfde fase gegeven.
Conditie Gemiddelde fase A (2+1+2+3+1+3) / 6 = 2 B (3+2+3+1+3+2) / 6 = 2.3 C (1+3+1+2+2+1) / 6 = 1.7
1.b. Intra-subject Randomisatie van de Volgorde
• Procedure
• Elk subject krijgt elke conditie heel vaak, in een random volgorde.
• Gevolg
• Bij elk subject worden alle condities gemiddeld in ongeveer dezelfde fase gegeven.
Rat 1 AABCBABCCABCBACAABCBCRat 2 CABBCABCCBACBAAABCCBA
Conditie Gemiddelde fase bij rat 1 A (1+2+6+10+14+16+17) / 7 = 9.43 B (3+5+7+11+13+18+20) / 7 = 11.00 C (4+8+9+12+15+19+21) / 7 = 12.57
2.a. Intra-group Counterbalancen
• Procedure• Er wordt een “gebalanceerde” lijst van
volgorden gemaakt. Elk subject krijgt at random 1 van de volgorden op de lijst.
• Gevolg• In de groep worden alle condities
gemiddeld in precies dezelfde fase gegeven.
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Rat 1 A B F C E D Rat 2 B C A D F E Rat 3 C D B E A F Rat 4 D E C F B A Rat 5 E F D A C B Rat 6 F A E B D C
Conditie Gemiddelde fase A (1+3+5+6+4+2) / 6 = 3.5 B (2+1+3+5+6+4) / 6 = 3.5 C (4+2+1+3+5+6) / 6 = 3.5
2.b. Intra-subject counterbalancen
• Procedure
• Elk subject krijgt de condities in meerdere, uitgekiende volgorden.
• Gevolg
• Bij elk subject worden alle condities gemiddeld in precies dezelfde fase gegeven.
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Rat 1 A B C C B A Rat 2 A B C C B A Rat 3 A B C C B A
Conditie Gemiddelde fase bij rat 1 A (1+6) / 2 = 3.5 B (2+5) / 2 = 3.5 C (3+4) / 2 = 3.5
Nadeel: Dit werkt alleen goed als rijping,vermoeidheid & oefening lineair toe- ofafnemen.
Within-subject designs: Voorbeeld II (naar Dion, 1972)
verhaal 1:hond op staarttrappen
verhaal 2:sneeuwbal metsteen erin
groep 1 aantrekkelijkkind
onaantrekkelijkkind
groep 2 onaantrekkelijkkind
aantrekkelijkkind
• Condities: fysiek aantrekkelijk / onaantrekkelijk kind op foto.
• Afhankelijke variabele: Hoe groot acht je de kans dat het kind in de toekomst weer zoiets agressiefs zal doen?
Resultaten
verhaal 1 verhaal 2groep 1 gem = 2.7 gem = 4.1groep 2 gem = 3.2 gem = 3.6
• Effect van aantrekkelijkheid:
• (2.7 + 3.6)/2 - (4.1 + 3.2)/2 = -0.5.
• Design: Elk subject krijgt beide condities
Dit is een within-subject design.
• Controle maatregelen: Elk conditie wordt gepresenteerd bij beide
groepen, met beide verhalen.De groep is geen storende variabele! Het verhaal is
geen storende variabele!Het berekende verschil wordt uitsluitend veroorzaakt
door de foto’s.Dit is een zuiver experiment.
INTERNE VALIDITEIT
• Validiteit = geldigheid
• Interne validiteit = de zekerheid waarmee kan worden geconcludeerd dat de onafhankelijke variabele (zoals gemanipuleerd) binnen het experiment (met deze subjecten, deze omstandigheden) invloed heeft gehad op de afhankelijke variabele (zoals gemeten)
Hiervoor is nodig:
• Een zuiver experiment, of
• Een quasi-experiment met aanvullend bewijs dat de alternatieve verklaringen niet kloppen.
EXTERNE VALIDITEIT
• De zekerheid waarmee de resultaten (dwz de gemiddelden) kunnen worden gegeneraliseerd naar bepaalde doelpopulaties en doel-omstandigheden buiten het experiment.
Hiervoor is nodig:
• Een grote, aselecte steekproef uit de doelpopulatie, en
• Onderzoek in omstandigheden die veel lijken op de doel-omstandigheden.
Doelpopulatie en doelsituatie
Steekproef
Groep 1 Groep 2
Randomisatie en validiteit
Random splitsing
Intern valide
Random
selectie
Extern valide