cmagazine nr. 8: wanneer bent u verzadigd?
DESCRIPTION
CMagazine nr. 8, november 2011. Onmatigheid en vraatzucht zijn het begin van groei bij ieder bedrijf. Gula is misschien wel de meest actuele hoofdzonde. Onmatige bestuurders die hoge bonussen verlangen, liggen bij pers, politiek en publiek onder vuur.TRANSCRIPT
1CMAGAZINE
Wanneer bent u
verzadigd?
NR 8 / november 2011
Onmatigheid en vraatzucht zijn het begin van groei bij
ieder bedrijf.
2 CMAGAZINE
INHOUD
De zeven hoofdzonden: GulaOnmatigheid, gulzigheid, vraatzucht. De gula
is misschien wel de meest actuele hoofd-
zonde. Onmatige bestuurders die hoge
bonussen verlangen, liggen bij pers, politiek
en publiek onder vuur. Er zijn echter nog veel
ergere verschijningsvormen van de gula.
EN VERDER
ZinEen vennoot van Custom
Management vertelt over zijn
maatschappelijke nevenfunctie.
Pagina 17
DossierIt’s begon als een klein reparatie-
bedrijfje en groeide uit tot een
miljoenenbedrijf. De elektronicaketen
verloor daarmee de lenigheid om te
overleven in een slagvaardige markt.
Pagina 20
NieuwsPagina 23
Ogen groter dan maagEen gezonde eetlust kan omslaan in
vraatzucht, in de vorm van ongebrei-
delde overnamedrift. Het gevolg is
corporate obesitas.
4
10
14THEMA
PROFIEL
‘De drive om de aarde zo goed mogelijk achter te willen laten, zat er al vroeg ingebakken’Wetenschapper en
bestuurder Jo van Engelen
pleit voor een cruciale
omslag in het duurzaam
managen.
ESSAY
3CMAGAZINE
Onmatigheid
Van alle hoofdzonden, bezorgt de onmatigheid (gula) de mensheid op het moment de meeste kopzorgen. Zo leidt de vraatzucht van ‘het rijke westen’ tot welvaartsziektes en een onevenwichtige voedselverdeling wereldwijd. Daarnaast verbruiken we in een hoog tempo kostbare grondstoffen. De rekening van ons onmatige gedrag presenteren we aan volgende generaties.Ook in de fi nanciële wereld wordt de onmatigheid momenteel als het grootste probleem gezien. Wat dat betreft zie ik de louterende werking van deze crisis. Want bedrijven worden gedwongen kritisch te kijken naar de eigen fouten. En als ze dat zelf niet doen, doen de media dat wel. Die richten hun gifpijlen vooral op de fi nanciële vraatzucht bij topbe-stuurders. Het ‘gegraai aan de top’ is een symbool van de verziekte economische sfeer. Hoe abject het gegraai ook mag zijn, er zijn nog veel schadelijkere verschijningsvormen van de gula. En dan bedoel ik het soort onmatigheid dat de levensvatbaarheid van een bedrijf ernstig in gevaar brengt. Je ziet het bij bedrijven die blind voor ongebreidelde groei gaan. Ze merken te laat dat met iedere overname aan lenigheid, focus en klantgerichtheid wordt ingeboet. Wat de uiteindelijke schade van dit soort ‘corporate obesitas’ is, laat zich makkelijk raden.Een onderbelichte vorm van vraatzucht vind ik die de medewerkers van het bedrijf schaadt. Meestal gebeurt het bij bedrijven die een te grote sprong vooruit willen maken. Van medewerkers wordt gevraagd wat niet kan en dat zorgt voor gedemotiveerde of soms zelfs uitgebluste medewerkers. Een slechter scenario voor welk bedrijf dan ook is niet denkbaar.En toch is het goed als een directeur of CEO ‘gezegend’ is met een vleugje onmatigheid. Want de drang naar altijd meer, zet groei in gang. De uitdaging is om te herkennen wanneer dit gezonde groei is, of juist roofbouw op de toekomst. Een succesformule om altijd aan de goede kant van lijn te staan, is er helaas niet. Maar het helpt als een bestuurder niet omringd wordt door jaknikkers, op tijd zichzelf rust en afstand gunt en matigheid waardeert. Nu herkent iedereen dit als kenmerken van een goede topmanager. Maar het was nog niet zo heel lang geleden dat vraatzuchtige CEO’s, die de ene overname na de andere deden, werden verafgood door pers en publiek. Dat lijkt op dit moment voltooid verleden tijd. Toch zou ik het persoonlijk mooi vinden als we geen crisis nodig hebben om de schadelijkheid van de gula in te zien.
Veel leesplezier,
Harm Tunteler Managing Partner Custom Management
VOORWOORD
Uitgever Custom Management Concept en realisatie
Scripta Media Art direction Patrick Keeler
Traffi c coördinatie Jacqueline Konermann
Lithografi e Grafi media Amsterdam Drukwerk Zwaan
printmedia Redactie Djoeke Barkey, Peter van Vuuren,
Frans-Jozef Willems Redactieraad Bas Braad,
Rob van de Laar, Kees van Oostenrijk, Harm Tunteler
Contactgegevens Custom Management,
Plesmanstraat 2c, 3833 LA Leusden, 033 432 08 55,
[email protected], www.custommanagement.nl
Custom Management is als oudste en enige associatie al
dertig jaar actief in de top van de markt voor tijdelijk
management. Dat wil zeggen: bestuur of (project)manage-
ment op eindverantwoordelijk – vaak statutair – niveau.
De vennoten van Custom Management zijn succesvolle en
expertiserijke managers met veel ambitie tot het oplossen
van uitdagende managementproblemen.
Disclaimer De inhoud van deze uitgave is met uiterste zorg samengesteld en is
afkomstig van betrouwbare bronnen c.q. wordt samengesteld door deskundige
auteurs. De uitgever en producent accepteren geen enkele aansprakelijkheid
voor schade ontstaan door het gebruik van, of door informatie aangeboden
door, of door onvolledigheid op welke manier dan ook.
COLOFON
‘Een omschakeling in ons denken is nodig’De fi nanciële crisis heeft de narcistische
leider ontmaskerd. Er is behoefte aan
een nieuw type leider.
18
LEIDERSCHAP
4 CMAGAZINE
DE BETEUGELING VAN DE
ONMATIGHEIDWas hebzucht de belangrijkste veroorzaker van de krediet- en schuldencrisis?
Of was het toch die andere hoofdzonde, de onmatigheid? ‘Hebzucht gaat alleen
om geld. Onmatigheid heeft met macht en status te maken.’
Door Rutger Vahl Illustratie José Luis Garcia
IIn La grande bouffe besluit een stel rijke vrienden zich letterlijk dood te eten. De nogal plastische fi lm uit 1973 verbeeldt als geen ander de hoofdzonde gula: een ongebreidelde en zelfs destructieve vraatzucht. Ook in de politiek en economie komt een dergelijke extreme gulzigheid voor.
Maar daar laat gula zich meer vertalen als ‘onmatigheid’ en onbeheerste expansie-drift. Paul Kennedy beschreef de gula op staatsniveau in zijn klassieker The rise and fall of the great powers uit 1987. Alle grote wereldmachten, zo betoogde de historicus, van het Romeinse Rijk tot Hitler-Duitsland, gingen aan hun eigen groeidrang ten onder: ze creëerden een empire dat te groot werd om te besturen. ‘Imperial overstretch’ was
de term die Kennedy ervoor bedacht. Niet alleen naties kunnen zichzelf opblazen door extreme groei, ook bedrijven. De voorbeel-den van ‘corporate overstretch’ zijn legio. Zo bracht gula in het bedrijfsleven ons recent de internetzeepbel, de boekhoudfraude en de bankencrisis. In Nederland kreeg de gula gestalte in het duizelingwekkende bedrag van 70 miljard euro dat Fortis neertelde voor ABN AMRO.
ZONNEKONINGEN
In de economie ligt onmatigheid dicht aan tegen die andere hoofdzonde: de hebzucht. Toch ziet hoogleraar corporate fi nance Kees Cools een duidelijk onderscheid. ‘Hebzucht heeft een sterke relatie met geldlust. Doel is het vergaren van persoonlijke rijkdom.
Onmatigheid hangt tegen het narcisme aan; het gaat om status en macht. Die wordt niet zozeer verkregen door geld als wel door omvang. Hoe groter, hoe meer aanzien. Denk aan Bernard Madoff. Die wilde niet de rijkste belegger zijn, maar vooral de meest gelauwerde.’Een paar jaar geleden onderzocht Cools 25 grote bedrijfsschandalen. In zijn boek Controle is goed, vertrouwen nog beter (2005) maakte Cools de onmatigheid tot een van de grootste faalfactoren in bedrijven. ‘De ondernemingen die ik onderzocht, hadden onmatige groeidoelstellingen, onmatige beloningen en onmatige ego’s in de raad van bestuur.’ Bekendste Nederlandse voorbeeld is Ahold. De gevierde CEO van het supermarkt concern >>
THEMA
7 hoofdzonden in de menselijke organisatie: Gula
5CMAGAZINE
6 CMAGAZINE
Cees van der Hoeven beloofde zijn aandeel-houders elk jaar 15 procent groei (het gemid-delde in de supermarktsector ligt rond 1 procent), toucheerde zelf enorme bonussen door zijn overnames (zo’n vijftig in totaal) en gedroeg zich daarbij in toenemende mate als een zonnekoning. ‘De onmatigheid kan een kans krijgen als CEO’s zich omringen met jaknikkers. Wie niet meer wordt tegen-gesproken gaat in zijn eigen onfeilbaarheid geloven’, analyseert Cools.
ONMATIGE HELDENVERERING
Het bijzondere is dat onmatige managers aanvankelijk door velen als helden worden vereerd. Cees van der Hoeven werd vijf keer achter elkaar benoemd tot topman van het jaar. De CFO’s van Enron en WorldCom werden nog tot vlak voor hun ondergang met prijzen onderscheiden. Hetzelfde geldt voor voormalige topmensen als Ad van Wijk (Econcern) en Rijkman Groenink (ABN AMRO). Die laatste werd in 2005 door Elsevier verkozen tot ‘Nederlander van het jaar’ vanwege de gedurfde overname van de Italiaanse bank Antonveneta. Het weekblad schreef dat ‘lefgozer’ Groenink een ‘ondernemingsgeest’ had getoond ‘die doet denken aan het Nederland van de Ver-eenigde Oostindische Compagnie’. Onbe-doeld was dit een treffende vergelijking. Als er één Nederlands bedrijf aan gula ten onder ging, dan is het wel de VOC met zijn onbestuurbare handelsimperium.Al deze aanvankelijk door ons geprezen en prijswinnende maar later door ons beschimpte topmannen waren gericht op een maximale groei van hun onderneming. Kennelijk appelleert een overmoedige groeiambitie aan de jury’s van management-prijzen. De verklaring ligt voor de hand: groei is een van de belangrijkste pijlers onder de kapitalistische economie; zonder het nastreven van groei werkt het systeem simpelweg niet. Hoezeer onze economie op groei is ingericht bewijst ook de oproep van minister Verhagen van Economische Zaken aan de BV Nederland. We hebben in dit land
Curator Louis Deterink behandelde 13 van de 18 grootste faillissementen in Nederland. ‘Het gaat mis wanneer groei verheven wordt tot het enige, zaligmakende principe en helemaal als een veel te snelle en onge-controleerde groei gefi nancierd wordt met grote sommen geleend geld. De “plankgas groeistrategie” noem ik dat’, zegt Deterink. Die strategie is van alle tijden. ‘We zagen het in de jaren tachtig bij Fokker, dat twee grote toestellen tegelijk wilde ontwikkelen, en Daf, die zelfs vijf nieuwe trucks in ontwik-keling had.’ Maar ook andere voorbeelden van ‘corporate overstretch’ in de polder dringen zich op. Zo moest Numico 3 miljard afboeken op de overname van een Ameri-kaanse producent van vitaminepreparaten en Ahold 2,7 miljard op US Food Service. Recente voorbeelden zijn Fortis dat zich vertilde aan de overname van ABN AMRO, en autobedrijf Kroymans, dat de strijd aan-bond met zijn eeuwige concurrenten en dit moest bekopen met een snel faillissement en 1 miljard euro schuld. ‘Bij al deze bedrijven wilde de topman zich in korte tijd waarma-ken’, zegt Deterink. ‘Hij kreeg onvoldoende tegenwicht, waardoor het makkelijk uit de hand kon lopen. De oplossing is niet alleen een zwaardere raad van commissaris-sen, maar ook meer vrouwen aan de top. Vrouwen zijn meer risicomijdend en minder belast met gula. Die stelling durf ik op basis van mijn ervaring wel aan.’
GULZIGE ORGANISATIES
Toch zou het niet terecht zijn de schuld van onmatigheid in bedrijven eenzijdig bij een overambitieuze CEO neer te leggen. Gula kan ook in een cultuur sluipen. In 1974 introduceerde de socioloog Lewis Coser het begrip ‘gulzige instelling’. Coser doelde daarmee op bedrijven en organisaties die een maximale toewijding van hun mede-werkers of leden eisen. Niet door dwang maar door morele druk, zoals sektes hun volgelingen in de ban houden. Volgens de Zwitserse wetenschappers Heike Bruch en Bernd Vogel kunnen bedrijven gulzig
Het bijzondere is dat onmatige managers
aanvankelijk als helden worden vereerd
THEMA
behoefte aan meer groeiers en ambitieuze ondernemers, schreef de minister dit voor-jaar in het Financieele Dagblad. ‘Het zijn juist deze ondernemers die de grootste bijdrage leveren aan de oplossing van maatschap-pelijke vraagstukken, werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit. We moeten in Nederland een klimaat creëren waarin de TomToms van morgen ontstaan.’ De minis-ter verwees niet voor niets naar deze markt-leider in navigatiesystemen. Zijn boodschap was eigenlijk dat Nederlandse bedrijven, net als TomTom, best iets onmatiger in hun groeidoelstellingen mogen zijn.
GROEI IS GOED
Greed isn’t good, zo vinden de meeste mensen. Maar groei dus wel. Groei is zelfs hartstikke goed. Waar gaat het dan mis in bedrijven? Wanneer wordt gezonde groei onmatig?
7CMAGAZINE
worden als zij de grote sprong voorwaarts willen maken. In hun boek Fully charged uit 2010 spreken Bruch en Vogel over de zogeheten acceleration trap, de versnellings-valkuil. Kenmerkend voor gulzige bedrijven is dat het ene veranderingsproject moeite-loos overgaat in het andere. Medewerkers worden overladen met taken, terwijl zij de tijd noch de middelen hebben om ze goed uit te voeren. Gulzige bedrijven verheffen het uitzonderlijk hoge tempo tot norm en wie niet kan volgen wordt lui genoemd. Hoewel de CEO niet per se de oorzaak van de acceleration trap is, kan hij of zij wel een grote rol spelen bij het stopzetten van het dodelijke versnellingsproces. Een goed voorbeeld is Microsoft, dat in de jaren negentig in zo’n acceleration trap dreigde te vallen. Het softwarebedrijf deed de ene herstructurering na de andere. Tot topman Bill Gates aankondigde dat het bedrijf een heel jaar lang geen nieuwe veranderingen zou doorvoeren. Hoe Gates tot dit inzicht kwam? Hij was gewend zich elke lente en herfst een week terug te trekken in een huisje. Gates maakte zijn eigen bezin-ningsweek tot een vast ritueel bij Microsoft. Bruch en Vogel geven ook voorbeelden van bedrijven waar medewerkers verplicht moe-ten rapporteren als een collega zich over de kop dreigt te werken.
TEGENKRACHTEN ZIJN NODIG
Onmatige bedrijven, gulzige CEO’s. Er zijn sterke tegenkrachten nodig om hen af te remmen en tot bezinnen te brengen. Op macro-economisch niveau is dat niet anders. De liberale econoom Adam Smith was een warm pleitbezorger van een vrije markt, maar meende dat er regels nodig waren om de aangeboren onmatigheid in de mens te beteugelen. Nog voor zijn wereld-beroemde Wealth of nations beschreef hij dit in The theory of moral sentiments (1759). Paul van Seters, professor Globalization and Sustainable Development in Tilburg: ‘Veel mensen beschouwen Adam Smith als de vader van het snoeiharde kapitalisme. Maar
dat is niet juist. Smith wist dat de markt gereguleerd moest worden, en dat de mens in zijn handelen altijd een morele betrok-kenheid moest tonen.’ Van Seters ziet de huidige fi nanciële problemen als een direct gevolg van het ‘onmatige kapitalisme’ en een gebrek aan door Adam Smith noodzakelijk geachte tegenkrachten. Het ging mis in de jaren tachtig, stelt hij, toen nationale regels overboord werden gezet. ‘Vroeger konden we de economie op nationaal niveau vrij strikt reguleren. Dat hield de onmatig-heid in toom. Maar de afgelopen decennia stonden in het teken van deregulering en globalisering. In de economie zijn alle gren-zen weggevallen. Flitskapitaal schiet over de wereld zonder dat iemand er nog echt zicht op heeft. Er zijn geen mondiale regels of mondiale instituties die multinationals kunnen reguleren, zoals vroeger in natie-staten wél gebeurde. De globalisering heeft de onmatigheid zeker aangewakkerd en de gevolgen zien we nu.’
STEEDS DUURZAMER
De tegenkracht tegen de onmatigheid in de economie moet volgens Van Seters komen
>>
Gulzige bedrijven verheffen het
uitzonderlijk hoge tempo tot norm en wie niet kan volgen wordt
lui genoemd
GULAVolgens de rangschikking van de hoofdzon-
den, die in de zesde eeuw werd gemaakt,
behoorde onmatigheid (gula) tot de min-
der ernstige hoofdzonden. Alleen de lust
(luxuria) stond onder de gula. Evenzogoed
diende vraatzucht in de hel bestraft te wor-
den. Want wie bovenmatig veel had gecon-
sumeerd, had de aardse liefde voor voedsel
laten prevaleren boven de liefde voor God.
Dat zowel de lust als de vraatzucht onder
aan de lijst met hoofdzonden staat, komt
wellicht omdat beide, in beheerste vorm,
noodzakelijk zijn voor het voortbestaan.
Niet toevallig gaan beide hoofdzonden
gepaard met aangename gevoelens. Dat
ontging ook de vroege christelijke denkers
niet. Het probleem zat daarom niet in de
daad op zich, maar in de motivatie waarmee
deze werd bedreven. Was de mens bezig
zich te voeden (of voort te planten) of
streefde hij een egoïstische bevrediging van
zijn behoeften na?
Vandaag de dag leidt gula tot grote maat-
schappelijke problemen. Wereldwijd heb-
ben ten minste 1,3 miljard volwassenen en
meer dan 42 miljoen kinderen overgewicht
of obesitas. Naar schatting sterven hierdoor
jaarlijks 2,6 miljoen mensen. Volgens de
Raad voor Volksgezondheid & Zorg (RVZ)
wordt in Nederland ruim € 500 miljoen per
jaar besteed aan de directe gevolgen van
obesitas. De indirecte kosten worden ge-
schat op € 2 miljard per jaar.
8 CMAGAZINE
Bedrijvenkopers, sla uw slag! De
komende jaren komen in
Nederland een heleboel (familie)
bedrijven in de verkoop. Een uit-
gelezen kans om in één klap uw
omzet en winst te verdubbelen. Er
is keuze genoeg. De verkopende
partijen zullen zich op een pre-
senteerblaadje aandienen. Het
enige wat u hoeft te doen is
scherp te onderhandelen met een
van die vele duizenden onderne-
mers op leeftijd die hun bedrijf
van de hand willen doen – moeten
doen! – voor een goed pensioen.
Eén ding staat vast: de verwachte
overnamegolf zal uitmonden in
een slagveld. Uit bijna alle onder-
zoeken blijkt namelijk dat de
meeste fusies en overnames (naar
schatting 60 tot 80 procent) mis-
lukken in de zin dat ze niet leiden
tot waardecreatie. Killian
McCarthy van de universiteit in
Groningen promoveerde in mei
2011 op een onderzoek naar mis-
lukte fusies en overnames. Hij ziet
vooral menselijke oorzaken:
‘CEO’s overschatten hun eigen
mogelijkheden en kennis van de
markt, CEO’s zijn vooral uit op
eigen gewin (hogere bonus, meer
aanzien) waardoor ze de verkeer-
de bedrijven overnemen of CEO’s
hebben juist te weinig zelfver-
trouwen: zij nemen bedrijven over
om niet de boot te missen’, aldus
McCarthy.
Dirk Lips is CEO van Libéma.
Nadat hij begin jaren tachtig het
Autotron in Rosmalen had over-
genomen van zijn vader, bouwde
Lips zijn imperium door overna-
mes uit tot een organisatie met nu
twintig attractieparken, dierentui-
nen en beursgebouwen. Wie
denkt een gulzige ondernemer te
treffen, komt bedrogen uit. In een
bijgebouw van een oude boerderij
op het terrein van het Autotron is
de geheelonthouder Lips de
soberheid zelve. Zijn advies aan
collega-ondernemers die in de
toekomstige overnamegolf hun
slag denken te gaan slaan: ‘Als je
verantwoordelijk bent voor perso-
neel moet je je niet laten leiden
door je eigen ambities. Het
bedrijfsbelang moet altijd voor-
gaan. En dat betekent, althans in
mijn geval, dat ik veel vaker nee
zeg tegen een mogelijke over-
name dan ja. Als ik een bedrijf wil
overnemen, denk ik altijd: wat
gebeurt er als ik het niet doe?
Vaak blijkt dat het beter is voor
Libéma om terughoudend te zijn
en niet toe te happen.’ Natuurlijk
heeft ook Lips fouten gemaakt als
ondernemer. ‘Maar door mijn
gematigdheid heb ik fouten finan-
cieel altijd kunnen opvangen.’
Gematigdheid is in het geval van
Libéma: 30 miljoen euro vreemd
vermogen op een balanstotaal
van 170 miljoen euro.
Lips pakt iets uit zijn bureaula.
Het is een fullcolour brochure,
inclusief gedetailleerde platte-
grond, van het vogelpark dat hij
wilde bouwen op het terrein van
het failliete Land Van Ooit. In zijn
hoofd hoorde hij de vogels al flui-
ten. ‘Maar de gemeente vroeg
veel meer geld voor de grond dan
ik wilde betalen. We hadden een
jaar aan de plannen gewerkt. De
druk om daarom toch akkoord te
gaan was heel groot. Maar ik heb
het, tot verbazing van de gemeen-
te, niet gedaan. Ik dacht aan de
belangrijkste ondernemersles die
ik ooit kreeg van mijn mentor
Henz Brouwer: je zelfbeheersing
als ondernemer moet altijd groter
zijn dan je drang. In discipline is
geen compromis mogelijk.’
GEMATIGDHEID IS GEEN MIDDELMATIGHEID
Dirk Lips, eigenaar van Autotron en Beekse Bergen:
THEMA
CASE
Een kwart van de ondernemers in ons land is ouder dan 55. Als zij de
komende vijf jaar allemaal hun bedrijf te koop zetten, komen er circa
100.000 bedrijven op de markt. Nederland staat dus aan de vooravond
van een overnamegolf. Een buitenkans voor ‘gulzige’ managers?
Safaripark Beekse Bergen
9CMAGAZINE
van de duurzaamheidsbeweging. In 1987 publiceerde een commissie onder leiding van de Noorse politica Brundtland het rapport Our common future. Hierin werd duurzame ontwikkeling gedefi nieerd als ‘ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen’. Van Seters constateert dat het begrip duurzaamheid sinds de jaren tachtig is verbreed van iets wat louter betrekking had op het milieu tot de drie P’s: people, profi t, planet. ‘Zoals de arbeidersbeweging in de negentiende eeuw sociale wetten afdwong verwacht ik dat de duurzaamheidsbeweging in de eenentwintigste eeuw tot een minder onmatige maatschappij zal leiden, met een beter gebruik van grondstoffen, arbeid en kapitaal.’ Internationale regels zijn nodig om de onmatigheid te beteugelen. Maar nog belangrijker is dat de duurzaamheid als tegenwicht van onderaf wortel schiet. Het moet van de civil society komen, vindt Van Seters. En dat gebeurt ook, constateert hij: ‘In de ranglijst van meest invloedrijke Nederlanders op gebied van duurzaamheid in dagblad Trouw staan nu 45 topmensen uit het bedrijfsleven en slechts 14 uit de publieke sector. Niet de overheid maar het bedrijfsleven neemt dus het voortouw. Dat is heel erg toe te juichen. Iemand als Peter Blom van Triodos Bank belichaamt voor mij dat ondernemerschap prima samengaat met een duurzame visie.’
BLOOSTEST
‘Acht is meer dan duizend’, luidt een oud gezegde. Daarmee wordt bedoeld dat acht slaan op (zich bekommeren om) belangrijker is dan iets in duizendvoud bezitten. De uit-drukking is een pleidooi voor gematigdheid. Zal deze wijsheid nu eindelijk tot de mens-heid doordringen?Optimisten stellen dat de huidige crisis de gula voor lange tijd aan banden zal leggen. Zowel managers, politici als monetaire
autoriteiten hebben een harde les geleerd. Maar hoogleraar Kees Cools is minder hoopvol. Hij denkt dat gula in de menselijke genen zit. Voor zijn volgende boek is Cools van plan de hersenen van CEO’s met een MRI-scan te analyseren. Wijken die af van het gemiddelde? Het bewijs dat gula erfelijk is, verwacht Cools niet te gaan leveren. ‘Maar dat er achter de gulzigheid evolutio-naire drijfveren zitten, is wel duidelijk. Het is voor de mens moeilijk daar weerstand aan te bieden.’ Voor Pieter Winsemius, nummer 3 in Trouw’s Duurzame 100, moeten we het niet moeilijker maken dan het is. In het magazine van het Humanistisch Verbond zei hij dit jaar: ‘Werkgevers met idiote bonussen, het graaien, onheus gedrag, de kantjes eraf lopen: als je dat niet zonder blozen kunt vertellen, dan ben je fout bezig.’ Voor Winsemius, oud-politicus en voorzitter van Natuurmonumenten, is de bloostest daarmee een maatstaf voor gula. ‘Als ik onmatig gedrag vertoon en ik kan het niet goed uitleggen, dan moet ik dat eigenlijk niet wíllen uitleggen.’ <<
Je om iets bekommeren, is belangrijker dan iets in duizendvoud
bezitten
SPAARZIN LUIDDE CRISIS INSpaarzin is het tegenovergestelde van on-
matigheid. Toch leidde uitgerekend een
toevloed van spaargeld de afgelopen jaren
de huidige financiële crisis in. Dat zit zo:
banken kunnen alleen kredieten verstrekken
als er ook geld wordt ingelegd. Tot ver in de
twintigste eeuw gebruikten banken voor hun
funding voornamelijk particulier spaargeld.
Het geld dat consumenten naar de bank
brachten, was zo een bron van economische
groei en ontwikkeling. Eind jaren negentig
veranderde er iets. Banken bleken spaargeld
niet meer nodig te hebben. Het geld voor
de kredietverstrekking leenden ze liever
op de internationale kapitaalmarkten. Wie
nog spaarde voor 1 of 2% rente werd voor
gek versleten. Tot er in 2007 grote onrust
ontstond op de kapitaalmarkten vanwege
de Amerikaanse hypothekencrisis. Banken
klopten ineens weer aan bij de particuliere
spaarder. Spaargeld was weer welkom, wat
bleek uit snel oplopende spaarrentes (tot
5 procent en meer). In Nederland betra-
den agressieve buitenlandse spaarbanken
de markt. Achteraf kunnen we vaststellen
dat de ‘comeback van de spaarder’ geen
terugkeer naar oude bancaire principes
is geweest, maar een laatste stuiptrek-
king van een uit de rails gelopen, onmatig
bank wezen. Het omvallen van IceSave (een
spaarbank!) luidde op 7 oktober 2008 in
Nederland de financiële crisis in.
10 CMAGAZINE
‘ONTLEEN NORMEN VOOR DUURZAAMHEID AAN JE OMGEVING’ Vraatzucht zit in ons als mensen. We willen altijd meer. Wie duurzaam wil zijn, moet zich kunnen beheersen. Maar de zucht naar meer is niet per defi nitie fout, vindt Jo van Engelen. ‘Meer mensen aannemen, bijvoorbeeld, kan heilzaam werken.’ De wetenschapper en bestuurder pleit voor een cruciale omslag in het duurzaam managen. ‘Bedrijven moeten zich houden aan normen die ze samen met hun stakeholders vaststellen.’
Door Joost Bijlsma Illustratie Klaartje Pander
‘Wat ik heb met duurzaam-heid? De drive om de aarde zo goed mogelijk achter te wil-len laten, zat er al vroeg inge-
bakken. Een fascinatie voor natuur en natuurwetten zit in mijn genen. Op mijn veertiende schreef ik een verhandeling over de relativiteitstheorie. Ik absor-beerde natuurkunde en economie. Uiteindelijk heb ik mij op die twee disciplines toegelegd. Dat werd dus bedrijfskunde aan de TU Twente en atoomfysica aan de TU Eindhoven. Die laatste koos ik omdat ze mij inzicht in energievraagstukken verschafte. Ik heb destijds nog een klein steentje kunnen bijdragen aan de Brede Maatschappelijke Discussie over Ener-giebeleid. Het debat over kernenergie leefde toen enorm.’‘In mijn werk komen mijn interesses voor maat-schappelijk verantwoord en economie bij elkaar. Ik heb in de hoofddirectie gezeten van de ANWB en nu in de raad van bestuur van pensioenuitvoerder APG
Groep. Dat zijn maatschappelijk georiënteerde organisaties. Daarnaast ben ik hoogleraar in Delft en Groningen. De rode draad in alle activiteiten waar ik mij mee bezighoud, is het duurzaam bestu-ren van organisaties.’
HET STREVEN NAAR MEER
‘Je zou wellicht vraatzucht kunnen zien als een tegenhanger van duurzaamheid. De mens neigt ernaar om meer te nemen dan hij nodig heeft. Die vraatzucht valt moeilijk te ontkennen. Als iets lekker smaakt, neem je nog een tweede, of dat nu gezond is of niet. Deze zucht naar meer heeft te ma-ken met overleven. De econoom Keynes beschreef dat met zijn economische motieven. Een van de drie motieven om zoveel mogelijk kapitaal te verza-melen, is het treffen van voorzorgsmaatregelen voor mindere tijden. We neigen naar het overmatig op voorraad leggen van zoveel mogelijk soorten kapitaal. Een reden waarom we wellicht vaak meer nemen dan we nodig hebben. Het kan dus gebeu-ren dat we daardoor een te grote aanslag doen op, onder meer, natuurlijke hulpbronnen.’ ‘Maar het streven naar meer is niet per defi nitie >>
PROFIEL
11CMAGAZINE
Jo van Engelen
12 CMAGAZINE
PROFIEL
‘De drive om de aarde zo goed
mogelijk achter te willen laten, zat er al vroeg
ingebakken’
“on-duurzaam”. Bij duurzaamheid denken de meeste mensen vooral aan het ecologische aspect. Natuurlijk ben ik het ermee eens dat we ons ge-bruik van natuurlijke hulpbronnen moeten mati-gen. Ik vind echter dat duurzaamheid breder is dan ecologie: het gaat naast planet, ook over people & profi t. Wat betreft people mag je van mij best vraatzuchtig zijn. Je moet streven naar meer men-selijk kapitaal: hoe meer je creëert, des te beter. Met alleen CO2 terugdringen kom je er niet. We zullen heel slim samen moeten werken om de aarde leefbaar te houden. Als we dat niet doen, is de aarde zeker te klein.’‘Streven naar duurzaamheid binnen organisaties is van levensbelang. Bedrijven die hier geen oog voor hebben, zullen het niet lang volhouden. Duurzaam handelen is ook volstrekt logisch gedrag. Stel je voor dat je het niet doet, dan schiet jij jezelf in de voet. Mensen denken bij duurzaamheid altijd aan de lange termijn: straks is de olie op. Maar dat is niet het enige. Als ik op korte termijn niet op een sociaal duurzame wijze omga met medewerkers, dan presteren zij ook minder. En dan red ik het niet.’
MIJNSTREEK
‘In het boek Corporate Sustainability Management dat ik samen met Mark McElroy heb geschreven, pleiten wij voor een vernieuwde aanpak van het duurzaamheidsbeleid door organisaties. Sustaina-bility management is een nog jonge discipline die duurzaamheid wil meten en verantwoorden. Dat gaat nu nog niet goed. Bedrijven hebben geen idee of ze wel echt duurzaam bezig zijn. Weliswaar meten velen hun duurzame performance en rap-porteren daarover via de standaarden van Global Reporting Initiative (GRI). Maar die schieten te-kort. GRI houdt onvoldoende rekening met de context, vinden wij.’ ‘Om echt duurzaam te zijn, moeten organisaties rekening houden met de omgeving en al haar sta-keholders. Een goed voorbeeld is waterverbruik. Je kunt zeggen: we gebruiken minder water dan vorig jaar, dus zijn we duurzaam bezig. Maar deze uit-spraak zegt niets, zonder de context. Welk water gebruikt het bedrijf? Komt dat water uit een bijna uitgeputte bron of is dat in grote hoeveelheden aanwezig? Het is een substantieel verschil of ik een kaasfabriek op de Maasvlakte neerzet of in Zuid-
Limburg. De eerste optie is de betere, vanwege het ruime waterverbruik van zo’n bedrijf. In Limburg zou een nieuwe kaasfabriek een ramp voor het milieu kunnen zijn. Het is al mooi genoeg dat we hier een aantal bierbrouwerijen hebben.’ ‘Als bedrijf heb je een functie in je omgeving. De pensioenuitvoerder APG, waar ik nu voor werk, zit onder meer in Heerlen. We zijn de grootste werkge-ver in de oostelijke mijnstreek van Zuid-Limburg, een gebied met reeds lange tijd een relatief hoge werkloosheid. We hebben een grote meerwaarde voor de omgeving. Die goodwill heeft onze organi-satie alleen maar beter gemaakt.’
ECO-EFFICIENCY
‘Dat de context in duurzaamheidsverslagen nauwe-lijks aan de orde komt, ligt aan de systematiek van de GRI. Daarbij gaat het vooralsnog om afvinken. Bedrijven die de standaarden gebruiken, proberen te laten zien dat ze aan zoveel mogelijk aspecten van duurzaamheid aandacht besteden. Het gaat daarbij om kwantiteit van het aantal punten en nog niet om kwaliteit. De context wordt door GRI wel genoemd, maar is niet verplicht. Daardoor laten bedrijven dit links liggen. Duurzaamheidsverslagen rapporteren vooral over eco-effi ciency. Bedrijven meten bijvoorbeeld de omvang van de CO2-uitstoot, maar zonder een referentiekader. Daardoor weet je niet wat de prestaties waard zijn.’ ‘Ik heb onlangs nog een interessant gesprek gehad met Bibi de Vries, voorzitter van de jury voor de Kristalprijs, het beste mvo-jaarverslag. Die vroeg mij hoe zij kon bepalen wat echt duurzaam gedrag is. Ik heb geantwoord: daar zijn we nog mijlenver vandaan.’ ‘True sustainability, zoals wij dat voorstaan, bete-kent nogal wat. Dat is het streven om in alle hande-lingen daadwerkelijk duurzaam te willen zijn op lange termijn en voor alle stakeholders de toekom-stige social well-being te garanderen. Dat kost moei-te, veel moeite. Want je moet alle handelingen in kaart brengen die invloed hebben op jouw omge-ving. Vervolgens zul je met alle stakeholders in dialoog moeten gaan. Op de sleutelfactoren die je samen vindt met die stakeholders, moet je vervol-gens normen plaatsen, die samen het totale duur-zaamheidsbelang van al deze stakeholders garan-deren. Denk bijvoorbeeld aan: maximaal dit aan waterverbruik of minimaal deze bijdrage aan maat-
13CMAGAZINE
schappelijke vraagstukken. Vervolgens moet je over de realisatie van de gestelde normen openlijk, eerlijk en duidelijk verantwoording afl eggen.’‘Er zijn al bedrijven die de context in hun duur-zame beleid meenemen. In ons boek hebben wij het voorbeeld opgenomen van zuivelbedrijf Cabot Creamery. Dat is een van de grootste bereiders van cheddar-kaas ter wereld. Zij proberen duurzaam-heid op context based wijze te meten en implemen-teren. Dit bedrijf gebruikt normen die aan een dialoog met stakeholders zijn ontleend, bijvoor-beeld voor de locatiebepaling van nieuwe fabrie-ken. Ook hebben ze dit type normen gebruikt bij het opstellen van sociale contracten met medewer-kers en de keuze van het soort verpakkingen.’ ‘Het op deze wijze betrekken van de stakeholders bij het vaststellen van de normen gaat verder dan GRI. Want de nu gebruikelijke manier van rappor-teren beperkt zich, simpel gezegd, tot: bedenk zelf een overtuigende strategie en rapporteer of dat lukt.’
TIENERMOEDERS
‘Als de huidige methode van duurzaam meten en rapporteren tekortschiet, is het dan wel mogelijk om te investeren in duurzame bedrijven? Dat is een vraag die mij als directielid van een pensioenuit-voerder natuurlijk bezighoudt. Wij investeren immers in allerlei bedrijven en duurzaamheid is daarbij een criterium. Ik geloof wel dat de meeste bedrijven die nu onder de noemer “duurzaam” vallen een streepje voor hebben. Volgens de gang-bare, meestal juridische of politieke opvattingen zijn ze duurzaam, lees eco-effi ciënt of sociaal ver-antwoord. Maar het zou dus wel een stuk beter kunnen. Ik durf de opmerking aan dat geen enkele beleggingsmogelijkheid nu al true sustainable is, in de betekenis zoals wij dat bedoelen in ons boek.’‘Om volledig duurzaam te worden, dat valt niet mee. Stel je voor dat je een verantwoorde portable radio wilt ontwikkelen. Deze wordt pas duurzaam in de context van het gebruik. Je kunt een mooi recyclebaar en opwindbaar exemplaar ontwikke-len, dat voor mijn part na tien jaar verteert. Maar wat gaan de kopers met die radio doen? Geluid-overlast veroorzaken? Ook hierover moet een bedrijf nadenken: welk gedrag werk je in de hand bij de gebruiker? Je moet de hele context met alle stakeholders meenemen in je afwegingen. Dat is
mogelijk, ook met de bestaande infrastructuur van bedrijven.’ ‘Dat het kan lonen om goed naar je omgeving te kijken, heeft een Amerikaans bedrijf bewezen. Deze onderneming had behoefte aan jonge, goed geschoolde vrouwelijke medewerkers, maar die bleken schaars. Het vestigingsgebied kende een ernstig probleem van ongewenste tienerzwanger-schappen, terwijl abortus daar taboe is. Dat be-drijf heeft toen geïnvesteerd in voorlichting over zwangerschapspreventie op scholen. En ze heb-ben voorbehoedsmiddelen ter beschikking ge-steld. Dat heeft zowel het bedrijf als de maat-schappij geholpen. Want die jonge vrouwen konden studeren en werken, en hoefden geen uitkering aan te vragen.’
RISK MANAGEMENT
‘Ik denk dat bedrijven die op een context-georiën-teerde manier naar duurzaamheid kijken, daar in de praktijk voordeel van kunnen hebben. In deze tijd waarin zelfs staatsobligaties niet risicoloos meer zijn, gaan beleggers steeds meer kijken naar de wijze waarop ze risico’s kunnen mijden. Bedrij-ven die op klanten, omgeving, overheid, medewer-kers en buren letten, lopen minder risico en krijgen bij beleggers een streepje voor. Wellicht is het ren-dement op korte termijn wat lager, maar het komt op lange termijn minder snel in gevaar. Stel: ik heb twee griesmeelfabrieken, volledig identiek: zelfde omzet, zelfde winst, zelfde mogelijkheden. Op een enkel verschil na. Een van de fabrieken besluit een brandverzekering te nemen en de andere niet. De fabriek met verzekering krijgt daardoor een iets lagere winst bij dezelfde omzet. Een vraatzuchtige belegger gaat dan voor het hogere rendement op korte termijn. Dat is jammer. Het zou veel beter zijn als we met zijn allen vaker investeren in bedrijven die hun risico’s beter afdekken.’ ‘Het zou fantastisch zijn als GRI context based zou worden en als bedrijven het door ons voorgestelde duurzaamheidsbeleid invoeren. Ik weet niet of dat ook gaat gebeuren, want wat wij van ondernemin-gen verlangen, is best veel. Wel weet ik zeker dat de toekomst van onze kinderen er dan een beetje beter uitziet. Als wij op dit punt een bescheiden bijdrage leveren, ben ik al een tevreden mens. Het gaat mij om de dialoog. Alleen met elkaar kunnen we ontdekken welke kant het op moet.’’ <<
Prof. dr. ir. J.M.L. van Engelen
(1959) studeerde natuur- en
wiskunde aan de Technische
Universiteit van Eindhoven
en bedrijfskunde aan de
Universiteit van Twente.
Gedurende de jaren 1985-
1991 heeft hij verscheidene
senior management posities
bekleed in productontwik-
keling en marketing bij Océ.
Sinds 1991 is hij hoogleraar
Business Development en later
ook research fellow aan de
Rijksuniversiteit Groningen. In
1991 heeft hij zijn eigen bedrijf
Van Engelen bv opgericht dat
zich bezighoudt met organi-
satieontwikkeling. Hij heeft
gewerkt als management
consultant voor de directie van
vele bedrijven, zoals de TNT
Post Groep, Achmea, Essent,
PGGM en de ANWB. Van 2004
tot 2008 was hij lid van de
hoofddirectie van de ANWB
in Den Haag, waar hij een stra-
tegische heroriëntatie heeft
doorgevoerd en een aantal
daaruit voortkomende reorga-
nisatieprojecten. Vanaf 1 janu-
ari 2008 is hij lid van de raad
van bestuur van APG Groep. In
2010 is hij benoemd tot hoog-
leraar Integrated Sustainable
Solutions aan de Technische
Universiteit Delft. Verder is
Van Engelen commissaris (ge-
weest) bij organisaties zoals
Ordina Nieuwegein, Brunel
Amsterdam, AMIS Nieuwegein,
Kender Thijssen Veenendaal,
Reis & Rechtshulp Den Haag,
Unigarant/UVM Hoogeveen,
het Drents Museum Assen,
Loyalis Heerlen, Open
Universiteit Heerlen en Telstar
Harderwijk.
CV JO VAN ENGELEN
14 CMAGAZINE
e vormden de achtste plaag die God op de Egyptische farao liet neerdalen om hem te dwingen zijn volk te laten gaan: sprinkha-nen, een van de meest vraatzuchtige wezens op aarde. Ook nu nog komen er regelmatig sprinkhanenplagen voor, die een spoor van vernieling achterlaten. Niet zo vreemd dus dat de benaming ‘sprinkhanen’ ook wordt gebruikt voor de hedge funds en agressieve durfkapitalisten die zich als een ware plaag voor het bedrijfsleven manifesteerden, voordat de crisis als een combine alles neer-
maaide op het veld. Hedge funds springen op ondergewaardeerde bedrijven op de beurs en grazen ze zo grondig af tot ze in stukken uiteenvallen. Een private equity-investeerder als Apax nam krantenuitgever PCM over met geleend geld, vrat het bedrijf kaal en liet het na verkoop achter met een torenhoge schuldenlast. Vaak wordt Henry Kravis genoemd als de allergrootste sprink-haan. Kravis is de baas van het roemruchte Amerikaanse investeringsfonds Kohlberg Kravis Roberts (KKR), dat in de jaren tach-tig van de vorige eeuw tabaksfi rma RJR Nabisco inlijfde voor het destijds historische bedrag van 31 miljard dollar. De overval schreef geschiedenis, opgetekend in het boek Barbarians at the gate. In Nederland nam KKR onder meer afvalverwerker Van Gansewinkel over en was het mede-eige-naar van Maxeda, met winkelketens als V&D, de Bijenkorf en aanvankelijk de Hema.
OGEN GROTER DAN MAAG
Corporate sprinkhanen maken zich met hun binge eating disorders schuldig aan een van de zeven hoofdzonden: onmatigheid (‘gula’). Een gezonde eetlust is onontbeerlijk voor ondernemers – zonder het afsnoepen
van marktaandeel van de concurrent, of het aandikken van de omzet via strategische overnames, kan een bedrijf niet groeien en werkgelegenheid scheppen. Maar mateloos-heid aan de top kan een bedrijf juist ernstig in gevaar brengen. Dat geldt niet alleen voor de private equity-investeerders, die tijdens de crisis door de banken op een hongerdieet werden gezet en de waarde van hun onver-koopbaar geworden portefeuillebedrijven gevaarlijk zagen slinken, maar ook voor hun prooien. De bedrijven waarop sprinkhanen zo graag neerstrijken, zijn namelijk vaak zelf ook weer het resultaat van de vraat-zucht van hongerige bestuurders. Het door KKR overgenomen Vendex was ooit het imperium van Anton Dreesmann, die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw een ongebreidelde koopwoede van uiteenlo-pende bedrijven tentoonspreidde. Zijn ‘modern conglomeraat’ moest het bedrijf minder kwetsbaar maken, maar leidde uiteindelijk juist tot het uiteenvallen van het voormalige familieconcern. Rond de millen-niumwissel leek de hele top van het be-drijfsleven aan overnamekoorts te lijden. In hun onverzadigbare expansiezucht stroop-ten Nederlandse topmanagers als moderne kolonisten de wereld af. Aegon-topman
ESSAY
Z
DE VAL VAN DE VRAATZUCHTIGE
Door Marike van Zanten Beeld André Thijssen
Een goede ondernemer snoept marktaandeel af van de concurrent en zorgt voor voldoende vlees op de botten. Soms slaat die gezonde eetlust om in vraatzucht, in de vorm van ongebreidelde overnamedrift. Dat leidt tot corporate obesitas, sprinkhanenplagen met kaalgevreten velden als gevolg.
15CMAGAZINE
16 CMAGAZINE
Kees Storm deed met de aankoop van de Amerikaanse verzekeringsmaatschappij Transamerica destijds de grootste overzeese deal ooit door een Nederlands bedrijf ge-daan. Smaakmaker was het Transam-hoofdkantoor: San Francisco’s gezichtsbe-palende wolkenkrabber The Pyramid. Aad Jacobs toog in zijn eenvoudige pak naar Londen om de Britse elitebank Barings over te nemen, nadat deze ten val was gebracht door Nick Leeson (om vervolgens stuk te lopen op het dedain en de bonuszucht in de City). En dan waren er nog de topmanagers die zich gevaarlijk verslikten, omdat hun ogen groter waren dan hun maag. Ton Risseeuw zadelde Getronics vlak voor zijn vertrek op met megaovername Wang en Paul Smits overat zich bij KPN met de over-name van het Duitse E-Plus en te dure UMTS-licenties.
MATELOZE VERERING
In die tijd werden bestuursvoorzitters in-eens CEO genoemd en sierden ze als celebri-ties de covers van managementbladen. Die mateloze verering leidde tot zonnekonin-gengedrag, zoals bij de megalomane topman van het Franse mediaconcern Vivendi, die zichzelf J6M noemde: Jean-Marie Messier, Moi-même, Maître du Monde (vrij vertaald: ikzelf, heerser van de wereld). Messier woonde in een appartement van 2000 m2 ter waarde van 17,5 miljoen dollar op 515 Park Avenue, met een privélift, een uitzicht van 360°, vier baden, een dienst-bodekamer en een wijnkelder. Tyco-CEO Dennis Kozlowski maakte het nog bonter. Als CEO kocht hij in negen jaar tijd 150 bedrijven, waarmee hij de omzet van 3 miljard opblies tot 23 miljard dollar. Privé bezondigde hij zich aan een extravagante levensstijl. Zo kocht Tyco een appartement van 30 miljoen dollar voor Kozlowski met een paraplustandaard van 15.000 dollar in de vorm van een poedel, een douchegordijn van 6000 dollar, kledinghangers van 2900 dollar per stuk, twee stel lakens van 5960 dollar en een speldenkussen van 445 dollar. Het bedrijf betaalde verder een miljoen mee aan het verjaarspartijtje van Kozlowski’s vrouw op Sardinië, waar een ijssculptuur in
de vorm van Michelangelo’s David fungeer-de als wodkafontein. Fat cats!, schreeuwden de steeds vettere krantenkoppen. De boek-houdschandalen bij voorheen bejubelde concerns als Enron en WorldCom zorgden voor een defi nitieve omslag van het maat-schappelijk sentiment. CEO’s vielen van hun sokkel, hun aanzien zakte tot onder dat van tweedehandsautoverkopers. Ook in Nederland, waar we met Ahold ons eigen Enron aan de Zaan hadden.
ZIEN ETEN DOET ETEN
Waarom leveren CEO’s zich met hart en ziel over aan het overnamespel? Verveling, aldus managementgoeroe Manfred Kets de Vries in een interview in de Harvard Busi-ness Review: ‘Hoe kun je de verveling nou beter doden, dan door een moderne Viking te worden en te verkrachten en plunderen? Huwelijken en overnames helpen om de psychische pijn van de CEO te verbergen.’ ‘Besmetting en imitatie’ spelen een andere belangrijke rol bij fusies en overnames die vaak als golven af en aan rollen, aldus Hans Schenk, hoogleraar Economie aan de Uni-versiteit Utrecht, op FM.nl. Eraan ten grondslag ligt een oerangst: eten of gegeten worden. Dat kan leiden tot corporate vreetbuien, waarbij van alles naar binnen wordt ge-schrokt, ongeacht de vraag of de overname binnen de strategie past, of wel kan worden verteerd. Zo’n hap-snap-overnamebeleid leidt vaak tot onderwaardering en maakt bedrijven al snel tot prooi voor de corporate
sprinkhanen. Een speciaal soort is de bid-sprinkhaan, die zich van zijn soortgenoten onderscheidt doordat hij carnivoor is en vanuit een hinderlaag prooien aanvalt die groter zijn dan hijzelf. Een dergelijke agres-sieve houding doet sterk denken aan roof-dieren, die zich eveneens op hun prooi storten. Nadat een roofdier zijn honger heeft gestild, biedt het kadaver echter vaak ook nog een bestaan aan andere dieren. Aasgie-ren storten zich erop vanuit de lucht, kevers en andere insecten openen een grondoffen-sief. Dragen private equity-investeerders met hun roof- en vraatzuchtige gedrag op dezelfde manier misschien ook bij aan het ontsluiten en verdelen van verborgen waar-de, waarbij niet alleen zijzelf, maar ook bijvoorbeeld aandeelhouders en banken profi teren en daarmee het héle economische systeem?
CORNELIS, DIRK EN DE REST
Niet alleen sommige CEO’s maken zich schuldig aan onmatigheid, dat geldt ook voor de rest van de maatschappij. Oud-politicus Sytze Faber laakte in zijn column Contrapunt van vorig jaar niet alleen de grootheidswaan van ondernemers als Cor-nelis Verolme en diens moderne versie Dirk Scheringa, maar signaleerde een bredere trend: ‘In onze cultuur hebben waarden als matigheid en discipline het moeten afl eggen tegen die van onmatigheid en gulzigheid. Daar ligt de fundamentele oorzaak van de fi nanciële crisis, die voortvloeit uit de on-stuitbare neoliberale behoefte om perma-nent op te grote voet te leven.’ Die mateloos-heid uit zich ook op andere gebieden. Obesitas vormt een groot maatschappelijk probleem, hetzelfde geldt voor het onstuit-bare consumentisme, dat de aarde uitput en steeds verder opwarmt door de toenemende CO2-uitstoot. Als we daar met z’n allen mee doorgaan, hebben we straks niet alleen in ons bedrijfsleven last van sprinkhanen, maar in heel Nederland én de rest van de wereld: door de klimaatverandering komen er namelijk steeds meer. Doemdenkers zouden zo de onmatigheid kunnen zien als de opmaat van de apocalyps, waarbij de mens zichzelf te gronde richt. <<
‘Huwelijken en overnames helpen om de psychische
pijn van de CEO te verbergen’
ESSAY
17CMAGAZINE
‘Plezier en kleur in de stad brengen.
Dat positieve spreekt mij aan in
de Elephant Parade. Honderden
bontgekleurde kunstolifanten die
de straten sieren. Elke olifant is
een uniek kunstwerk, gemaakt
door internationale kunstenaars.
Na afl oop van de tentoonstelling
worden deze kunstwerken geveild.
Een deel van de opbrengst gaat
naar de Aziatische olifant. Ik heb
de oprichters Marc en Mike Spits
van Elephant Parade leren kennen
toen ik nog bij ABN AMRO werkte.
Toen Mike me vroeg of ik een
adviesrol wilde vervullen, hoefde
ik niet lang na te denken. Juist dat
het een commercieel bedrijf is, vind
ik sterk. Geen gezeur over te hoge
kosten maken met andermans geld.
Heel zuiver. Als het met ons goed
gaat, gaat het met de olifant ook
goed. Ik vind het indrukwekkend
om te zien dat alle mensen die
erbij betrokken zijn, zo ongelofelijk
enthousiast zijn. Iedereen legt
er zijn ziel in. Meedraaien in dit
project verruimt mijn blik enorm.
Dat komt niet alleen doordat ik
kennismaak met zoveel culturen,
maar ook doordat ik zoveel
verschillende mensen ontmoet.
Zo heeft zangeres Katy Perry een
olifant ontworpen. Ik loop haar
ongetwijfeld een keer tegen het lijf.
Op dit moment zijn de voorberei-
dingen voor de Elephant Parade
in Singapore in volle gang. Dit
land zet werkelijk alles op alles.
Hun grootste warenhuis Tangs
staat helemaal in het teken van de
expositie, tot het cadeaupapier
aan toe. Alle celebrities van
Singapore komen langs. Arm of
rijk, het mooie aan de Elephant
Parade is dat iedereen ervan kan
genieten. De olifanten in de stad
kan iedereen bewonderen – de
veiling is besloten. Alleen mensen
die wat te besteden hebben gaan
daarheen. Iedereen die ook maar
iets heeft met olifanten omarmt
het evenement. Het geheim van
het succes? Het is sympathiek
en de gouden combinatie van
kunst, liefdadigheid en business.
Daarnaast helpen we niet alleen de
olifanten met de parade. In Chiang
Mai zijn meer dan driehonderd
man aan het werk om replica’s te
maken van de kunstwerken uit de
parade: kleine handbeschilderde
olifantjes. Daar zijn we dus een
geliefde werkgever. Het is toch
prachtig dat je bedrijf succesvol is,
de olifant er iets aan heeft, je de
Thaise mensen werk verschaft én
dat je de kunstenaars een platform
geeft? Ons doel is om de grootste
organisatie ter wereld te worden
die de olifant ondersteunt. Een
wildlifepark kopen zou fantastisch
zijn. Of we dit bereiken is een
kwestie van: hoe hard kan de
organisatie rennen? Wat moeten
we aanpassen om de groei te kun-
nen bijbenen? En daar kom ik als
adviseur om de hoek kijken.’
Joris Linders, vennoot Custom
Management
SYMPATHIEK
ZINZIN
David
Lo
ng
/HH
Door Djoeke Barkey
18 CMAGAZINE
DE ECHTE STRESSTEST
Door dr. Sylvia van de Bunt-Kokhuis
De bankwereld is bezig zich in rap tempo te hervormen. Niet alleen vallen er banken om, maar ook het fundament waarop de organisa-tie is gebouwd, lijkt
in te storten. Dat fundament was er een van graaiende leiders, een bonuscultuur en zelfverrijking. De checks and balances waren volkomen zoekgeraakt, zoals bij Lehman Brothers en de – vooralsnog genationali-seerde – ABN AMRO bank. Banken zijn gewoonweg door hun leiders verkwanseld, zoals Jeroen Smit het beschreef in De Prooi over de teloorgang van ABN AMRO.
Die bancaire bestuurscultuur heeft tot maatschappelijke verontwaardiging geleid. Want hoe kunnen er door de economische crisis ontslagen vallen of salarissen laag blijven, terwijl CEO’s steeds hogere bonus-sen krijgen uitgekeerd? Twintig jaar geleden verdiende een Amerikaanse CEO gemid-deld veertig keer zoveel als een arbeider van datzelfde bedrijf. Inmiddels is dat gestegen tot een factor 400 (Steers e.a. pagina 303). Gedreven door fi nanciële motieven verlieten CEO’s hun idealen, sloten compromissen en zetten daarmee hun integriteit op het spel.
LEIDERSCHAP
Toch ging dat lange tijd goed. Leiders wer-den daardoor nonchalant. Ze lieten zich leiden door hun ego, namen grote risico’s voor de gemeenschap, maar niet voor zich-zelf. De economische crisis is medeverant-woordelijk voor de ontmaskering van dit handelen en de imagoschade die de bank-wereld daarmee heeft opgelopen.
En ook al was het excessief belonen in wes-terse bedrijven in ieder geval tot voor kort geen uitzondering, dit is niet iets van alle tijden. In de vroegere agrarische samenle-ving werd het maken van winst zelfs met argwaan bekeken. De prijs die men betaal-
de, of het loon dat men ontving, had slechts betrekking op de gemaakte kosten. Rente vragen was niet gepast. Wereldwijd bestaan uiteenlopende visies op belonen en renteheffi ng. In islamitische landen bijvoorbeeld gelden veelal strikte regels ten aanzien van het maken van winst en het heffen van rente. De sharia verbiedt rente. Handelen in fi nanciële risico’s wordt vermeden omdat dit gezien wordt als een vorm van gokken.
De nu verfoeide bonuscultuur vindt zijn oorsprong in het materialistisch denken in de westerse wereld, waarbij zelfregulering
De fi nanciële crisis heeft de gulzige en narcistische leider ontmaskerd. Er is behoefte aan een nieuw type leider met andere drijfveren dan een hoog salaris of exorbitante bonussen. Hij of zij geeft zijn medewerkers zelfvertrouwen en de organisatie daardoor meer kracht.
19CMAGAZINE
en eigenbelang de boventoon voeren. Kinderen worden opgevoed vanuit het ‘ik-denken’. Het idee hierachter is dat als je het eigenbelang nastreeft, dit ook ten goede komt aan het algemeen belang. Het verschil tussen westerse en niet-westerse waarden is al bij peuters waar te nemen. Chinese peu-ters laten in hun prille taalkeuze al meer collectivisme zien dan hun Amerikaanse leeftijdsgenootjes. Het beste uit meer werelden met elkaar te delen, is de grote uitdaging in moderne multiculturele organisaties. Ogenschijnlijke tegenstellingen zoals individueel en collec-tief blijken dan sterk onderling verbonden. Al in de negentiende eeuw paste de pionier Friedrich Wilhelm Raiffeisen dit principe toe bij de oprichting van de coöperatieve bankgemeenschap, waar later de Rabobank uit voortgekomen is. Hier staan de belangen van de gemeenschap voorop, wezenlijk anders dan bij beursgenoteerde banken. In lijn met deze coöperatieve gedachte: wat betreft beloningen is co-opetitie, een samen-trekking van competitie en coöperatie, hier een mooi voorbeeld van. In westerse organi-saties liggen de primaire verantwoordelijk-heid en navenante beloning vaak bij het individu. Deze individuele competitie werkt niet in een meer collectivistische cultuur van groeps- of teambeloning. Hoe kun je teambeloning (coöperatie) verzoenen met belonen van individuele excellentie (compe-titie)? Ofwel hoe kun je co-opetitie invoe-ren? Trompenaars en Voerman (2009) laten zien hoe IBM dit in de praktijk brengt. Een computerverkoper kan een bonus verdie-nen door ieder kwartaal aan te tonen wat hij of zij heeft geleerd van de klant. Door deze presentaties is de klant meer tevreden, leren de verkopers onderling meer van elkaars ervaringen en is de verkoop met een kwart gestegen. Opvallend detail is dat de beste verkopers het meeste van hun klanten hadden geleerd. Een omschakeling in ons denken is nodig. Zoals het in fi nancieel opzicht laag of onbetaalde werk beter waarderen. In de mantelzorg, de dagelijkse zorg voor elkaar, ligt de basis voor een gezonde sociale leef- en werkomgeving. Charles Handy vindt dat
regels. Er is meer: inspiratie, mededogen, (zelf )vertrouwen, wellevendheid, coulance, passie, troost en solidariteit zijn slechts enkele menselijke gedragingen die de kwali-teit van de (online) economie van de eenen-twintigste eeuw meebepalen. De belangrijk-ste trends in dit nieuwe leiderschap (zie kader) schetsen het beeld van een dienende leider. Het zijn slechts enkele trends in leiderschap waarbij macht en bonus niet langer vooropstaan. De nieuwe leider richt zich op talentontwikkeling en groei van de ander. Hij of zij handelt gewetensvol en als een rentmeester voor de organisatie en samenleving. Het gaat hen niet alleen om economische cijfers, maar ook om sociale verantwoordelijkheid. Deze taak oprecht voorleven geeft de organisatie gemoedsrust in roerige tijden en verbetert de prestatie. De vraag: hoe kan ik mijn gedrag naar mijn (klein)kinderen toe verantwoorden, is voor CEO’s de echte stresstest. <<
een CEO in sociaal opzicht lonely at the top is en in wezen een schraal bestaan leidt. Je zou gekscherend kunnen beweren dat de belo-ning zo hoog is aan de top, ter com pensatie voor het gemis aan betekenis en sociale waar-dering. Op de werkvloer ontvangt bijvoor-beeld een verpleegkundige een relatief laag salaris, omdat in dit type werk al zoveel aan warmte en waardering wordt ontvangen. En dat laatste is onbetaalbaar.
Welke verschuivingen hebben plaatsgevon-den sinds het faillissement van onder andere Lehman Brothers? De gulzige en narcistische leider maakt geleidelijk plaats voor een nieuw type leider. Deze haalt de drijfveren minder uit extrinsieke beloning (salaris, bonus) en meer uit intrinsieke beloning (er-kenning, voldoening). Dit nieuwe type leider-schap valt niet te verklaren vanuit de ratio-nele economie. Het gaat namelijk niet alleen om het economisch managen van cijfers en
COMMUNITY BUILDING
Het gemeenschappelijke
belang gaat voor het financi-
ele eigenbelang.
Bijvoorbeeld in de gezond-
heidszorg gaat het niet om
het technisch calculeren van
zorg. Het welzijn van de
cliënt staat centraal. Zo komt
er een einde aan zoiets als
‘pyjamadagen’ en andere
liefdeloze bezuinigingsmaat-
regelen. Maatschappelijke
verant woor delijk heid uit zich
door waarde terug te geven
aan de samenleving. Het
succesvolle coachings project
Giving Back voor kansarme
jongeren in de regio
Amsterdam die een tijdje
mee mogen lopen met een
CEO, is hier een goed voor-
beeld van.
BEWUSTWORDING
De leider is zich bewust van
de kansen en noden in zijn
omgeving en vormt slechts
een onderdeel in de organi-
satie. In een internationale
samenleving is het van
belang niet bipolair, maar
meerdimensionaal te denken
en culturele verschillen met
elkaar te verzoenen. De hui-
dige digitalisering van de
samenleving doet een groot
appel op deze bewustwor-
ding. Waar is bijvoorbeeld
de menselijke maat voor
patiënt, leerling, student of
klant in online communica-
tie? Wat is de kwaliteit van
online informatie en de
potentie van sociale net-
werken?
TALENT ONTWIKKELEN
De nieuwe leider sluit aan bij
de talenten van de mede-
mens, in plaats van het falen
te bestraffen. De leider durft
complimenten te geven, is
een rolmodel voor jongeren
en durft vertrouwen te
geven aan de volgende
generatie. Nelson Mandela
en Desmond Tutu zijn spre-
kende voorbeelden van hoe
(jonge) mensen te inspire-
ren. Maar die kracht kan ook
een directe collega, docent
of kunstenaar geven. Hoe
kun je talent laten bloeien,
en daarmee als leider uitein-
delijk succes boeken voor de
gehele organisatie? Het gaat
om respect hebben voor de
ander en waarde creëren.
Daar is moed voor nodig.
Het nieuwe leiderschap: drie trends
20 CMAGAZINE
DOSSIER
Wat ruim een eeuw geleden begon als een klein reparatiebedrijfje, groeide, nam over, groeide nog meer en werd een miljoenenbedrijf met ruim 1500 medewerkers. Toen It’s Electronics zich schrap zette voor een volgende groeistuip, was het bedrijf misschien al te groot geworden. Te groot om adequaat te reageren op een totaal andere werkelijkheid dan die verwacht werd…
Door Tryntsje Leijenaar
1904Aan het begin van de twintigste eeuw
start de Brabantse familie Van Boxtel
een reparatiebedrijf voor kachels. Een
paar jaar later wordt een winkel
geopend, waar eerst lampen en daarna
radio’s, televisies en huishoudelijke
apparatuur worden verkocht. Zo groeit
het familiebedrijf in de tweede helft van
de twintigste eeuw uit tot een, vooral in
Noord-Brabant, bekende elektrozaak.
Er worden diverse samenwerkingsver-
banden aangegaan, waaruit uiteindelijk
It’s Electric ontstaat.
2000Onder de vleugels van Vendex KBB
fuseert It’s Electric met Modern
Electronics tot IMpact Retail. Datzelfde
jaar nog worden ook de PrijsTopper-
winkels van Dixons overgenomen. In
Rotterdam heeft inmiddels de eerste
GROEISTUIP VERWACHT, GENADESLAG GEKREGEN
Mediamarkt de deuren geopend. Met
aanbiedingen, soms zelfs onder kost-
prijs, lokt het concurrerende concern zijn
eerste klanten en worden de messen
geslepen voor een elektronicaoorlog.
2005Door de toenemende concurrentie
hebben veel elektronicaconcerns het
zwaar. Megapool is al failliet. IMpact
Retail profiteert van de uitdunnende
concurrentie en ziet de omzet groeien.
Do
lph
Can
trijn
/HH
Mari
ett
e C
ars
ten
s/H
H
21CMAGAZINE
22 CMAGAZINE
DOSSIER
onterecht. IMpact Retail ontkomt niet
aan de crisis. De consument koopt nog
wel veel producten, maar de winstmar-
ges zijn laag, de concurrentie met
andere winkels is moordend en de crisis
zet mensen aan tot goedkope internet-
aankopen. ‘Zuunig’, noemt directeur
Philippe Smit zijn klanten in het
Financieele Dagblad. In een ultieme
poging deze ‘zuunige’ klant te behou-
den voor het concern wordt de online
PrijsTopper-formule bedacht. Maar de
site met A-merken voor bodemprijzen
komt nooit echt van de grond.
2010De winstcijfers lopen snel terug. De
kredietlimieten worden verlaagd, met
kleinere voorraden tot gevolg. Logisch
gevolg: klanten kiezen voor een
concurrent. IMpact Retail probeert het
tij nog wel te keren. Op het hoofdkan-
toor in Tilburg wordt het personeelsbe-
stand gehalveerd, van de 140 winkels
worden er 22 gesloten en er staan meer
winkels op de nominatie om de deuren
te sluiten.
25 januari 2011Het ‘pareltje waaraan gepoetst moet
worden’, zoals Philippe Smit IMpact
Retail bij zijn aanstelling noemde, is niet
meer te redden. De organisatie blijkt te
weinig fl exibel – lees te groot – om een
goed antwoord te bieden op de
veranderde markt. De moordende
concurrentie, de minimale winstmarges,
Desondanks stoot Vendex KBB het
bedrijf af. Twee investeringsmaatschap-
pijen gelieerd aan Van Lanschot
Bankiers nemen de ketens over. Alle
winkels gaan verder onder de naam It’s.
De merknaam Modern wordt alleen nog
gebruikt voor webverkopen.
2006De markt trekt aan. Er ontstaat een
hype rondom de platte televisies, die
dankzij sportevenementen als het WK
voetbal en de Olympische Winterspelen
als warme broodjes over de toonbank
gaan. Het is een goede voedingsbodem
voor concurrenten als Mediamarkt en
BCC om te bouwen aan hun imperium
en zaak na zaak wordt geopend. Maar
ook It’s zelf profi teert van de populari-
teit van de fl atscreens en noteert mooie
omzetcijfers.
2008Financiële crisis of niet, Philippe Smit,
CEO en medeaandeelhouder van IMpact
Retail, predikt groei. ‘De huidige
economische situatie remt onze plannen
niet’, zegt hij in een interview met
persbureau ANP. ‘Het biedt ons kansen.’
Veel It’s-winkels zijn dan al gevestigd
op A-locaties. Campagnes en een
opgefrist beeldmerk zijn de wapens die
It’s inzet om meer winst te maken.
2009Zowel het optimisme van Smit als de
groei waarop hij gerekend had, blijkt
de dure panden met langlopende
huurcontracten en de stijgende inter-
netverkopen nekken het bedrijf. Er
wordt surseance aangevraagd. Alle
fi lialen worden per direct gesloten.
31 januari 2011De rechtbank spreekt het faillissement
uit. Scheer en Foppen zal de internetac-
tiviteiten van Modern.nl nog overnemen
en tien It’s-winkels worden verworven
door Mikro Electro. Voor de overige 108
winkels valt het doek defi nitief, er
wordt geen overnamekandidaat
gevonden.
Go
os
van
der
Veen
/HH
CMAGAZINE
NIEUWS
Welkom Bas Braad Deze zomer is Bas Braad (53) toegetreden als vennoot tot Custom Management. Bas Braad vervulde de afgelopen jaren al diverse interim posities, o.a. bij APG/ABP als projectdirecteur. Daarvoor was hij werkzaam voor ANWB Media, de laatste zes jaar als eindverantwoordelijk directeur. Bas Braad is een ervaren veranderaar in complexe omgevingen met name als algemeen directeur. Hij is goed in het snel vertalen van de noodzakelijke verandering naar concreet te nemen stappen. Hij weet daarbij de mensen te enthousiasmeren en heeft een scherp oog voor individuele talenten.
23CMAGAZINE
Westdijk algemeen directeur a.i. bij PromenConny Westdijk is benoemd tot algemeen directeur ad interim van Promen. Dit bedrijf is werkzaam op het gebied van sociale werkvoorziening en re-integratie. Promen heeft ruim 2400 medewerkers. De missie van Promen is het bieden van zinvol werk met maximale ontwikkelmogelijk heden aan mensen met een afstand tot de arbeids-markt. Promen werkt in opdracht van twaalf gemeenten in de regio Midden-Holland. Conny Westdijk heeft de opdracht Promen in staat te stellen de nieuwe Wet werken naar vermogen optimaal invulling te geven.
CM ACADEMY SEMINAR RESTRUCTURING Op donderdag 10 november 2011 belegde
Custom Management op Nyenrode onder
auspiciën van prof. dr. mr. Leo Witvliet,
hoogleraar Interim Management aan de
Nyenrode Business Universiteit, een semi-
nar over restructuring van ondernemingen.
Gastspreker mr. Louis Deterink sprak over
“Ondernemingen in zwaar weer”.
Mr. Deterink is één van de bekendste insol-
ventie specialisten van ons land, ondermeer
wegens zijn benoeming als curator bij DAF,
Fokker, Ceteco, Versatel en UPC. Daarnaast
geeft prof. dr. mr. Witvliet een college
over “Interim management als restruc-
turing tool”. Het seminar was met name
gericht op bankiers, die zich met restruc-
turing bezig houden, adviseurs en interim
managers die hierbij betrokken zijn.
Kees de Korver zwaait afKees de Korver is uitgetreden als vennoot van Custom Management. Met ingang van 17 augustus heeft hij een functie aanvaard in de Raad van Bestuur van Hertel. Hertel bouwt, onderhoudt en ontmantelt fabrieken en installaties voor toonaangevende bedrij-ven in de (petro)chemie-, energie-, afval- en procesindustrie. Voor de defensie- en off-shore industrie ontwerpt, bouwt en plaatst Hertel technische – en accommodatiemodu-les. Kees gaat zich bij Hertel met name bezig houden met de verdere ontwikkeling en dagelijkse leiding van de Hertel groep in het Midden-Oosten. Hij heeft in de periode van 2006 tot 2011 met veel succes diverse interim opdracht voor Custom Management vervuld, voor o.a. Delta en Baas (TBI). Daarvoor vervulde hij bestuurlijke posities bij Shell, Philips en Honeywell.
Benoeming Jan Willem EyssenJan Willem Eyssen is benoemd als lid van de Raad van Toezicht van de MCA Gemini Groep. De raad oefent haar taak uit voor het Medisch Centrum Alkmaar (MCA) en het Gemini Ziekenhuis in Den Helder. MCA is een topklinisch ziekenhuis: er wordt meer dan de gebruikelijke medisch-specialisti-sche zorg geleverd. Patiënten komen naar MCA voor o.a. dotterbehandelingen, de behandeling van hoofd-halskanker en voor neurochirurgische ingrepen. Het Gemini Ziekenhuis biedt gespecialiseerde medische zorg aan, die gebaseerd is op de behoeften van patiënten in de regio Noord-Holland Noord en Texel.
<
<
<
CMAGAZINE
‘Echte contextuele duurzaamheid staat nog ver van de dagelijkse praktijk, maar is wel degelijk
mogelijk en aantrekkelijk’ Bas Braad
Vennoot Custom Management