cedrus | 2011-12 | 1

28
CEDRUS CDS ANTWERPEN TIJDSCHRIFT VOOR HET ANTWERPS CHRISTENDEMOCRATISCH STUDENTENVOLK Jaargang 5 - Academiejaar 2011-12 - Nr. 1

Upload: cds-antwerpen

Post on 09-Mar-2016

233 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Tijdshrift voor het Antwerps christendemocratisch studentenvolk

TRANSCRIPT

Page 1: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUSCDS ANTWERPEN

TIJDSCHRIFT VOOR HET ANTWERPS CHRISTENDEMOCRATISCH STUDENTENVOLK

Jaargang 5 - Academiejaar 2011-12 - Nr. 1

Page 2: Cedrus | 2011-12 | 1

Sandiver BVBAAkkerbouwstraat 9

2170 MerksemBE 0864.050.462tel. 0475/504034fax. 03/6465200

SANITAIR & VERWARMING

Page 3: Cedrus | 2011-12 | 1

COLOFON INHOUDSTAFEL

Deze ‘CEDRUS’ is een uitgave van CDS Antwerpen onder V.U. Tom Wauters.

CDS ANTWERPEN Stamkroeg De Schacht Sint-Jacobsstraat 1 B-2000 Antwerpen [email protected] www.cdsantwerpen.be

HOOFDREDACTEUR Tom Wauters [email protected]

VERANTWOORDELIJKE PUBLICITEIT Stefan Gielen [email protected]

DRUK Quickprinter Koningstraat 13 BE-2000 Antwerpen

DISTRIBUTIE Dit blad wordt verspreid in de Antwerpse studentenstad.

GRAFISCH ONTWERP Tom Wauters

DEADLINE Kan u goed schrijven en bent u gebeten door de christendemocratie? Dan is dit uw kans om in de pen te kruipen voor het Antwerpse christendemocratisch studentenblad Cedrus! Alle kopijen (liefst in word-formaat) dienen bij de redactie ingediend te worden via [email protected] .

AUTEURSRECHTEN © 2011 bij CDS Antwerpen en de auteurs. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever of auteur. De redactie is niet verantwoordelijk voor artikels niet in eigen naam geschreven.

1 Voorpagina 2 3 4 5 6 7 8 9

10 11 13

14 15 16

17 19

22 27 28

Reclame Sandiver Colofon en inhoudstafel Voorwoorden Wie zijn we? Bestuursleden Kalender Christendemocratie For Dummies Christendemocratie For Dummies Migratie Burgerschap in het onderwijs Media en hun fictieve façade als vierde macht Lezing Mark Eyskens - Tekst Lezing Mark Eyskens - Poster Moet er een federale kieskring zijn? Opinie: Stemrecht voor studenten Het belgisch voetbal anders bekeken Interview Johan Bonny Ereleden Reclame De Schacht

Page 4: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 4

VOORWOORD Bestuur 2011-12 Op maandag 26 september begon in Antwerpen het academiejaar en van heel Vlaanderen zakten de studenten af naar onze stad om hier de beste jaren van hun leven door te brengen. Ook CDS zal dit jaar aanwezig zijn om de christendemocratische ideologie ‘in the picture’ te zetten. Dit doen we met een ploeg van 9 enthousiaste studenten die beloven, met de nodige ambitie en durf, van het 52ste werkingsjaar opnieuw een leerrijk en goedgevuld jaar te maken. Op 10 oktober gaan we van start we met onze grote openingsdrink op de bovenste verdieping van het MAS (Museum aan de Stroom). De maandag daarop hebben we weer een grote activiteit en halen we in samenwerking met Alechia, EKA, Capitant en Unifac Minister van Staat Mark Eyskens naar de universiteit. Daarnaast organiseren we nog vele inhoudelijke en studentikoze activiteiten, maar daarvoor verwijs ik jullie graag door naar de kalender verder in dit boekje of op onze website. In dit studentenblad kan u naast informatie over CDS en onze activiteiten ook enkele interessante teksten en opiniestukken terugvinden van enkele van onze bestuursleden. Het is zeker de moeite om eens verder te bladeren! Om af te sluiten zouden we de Antwerpse student nog een tip wensen mee te geven. Naast de gebruikelijke inhoudelijke activiteiten houden wij ook wel eens vaker van een pintje en dat drinken we ook dit jaar ook weer in Café De Schacht. We zullen daar na activiteiten regelmatig de avond afsluiten, met of zonder gratis vat. In onze stamkroeg kan u als lid (€ 5) zeer voordelige bierkaarten kopen aan € 13 (11pintjes). Dan rest er ons niet veel meer te zeggen behalve dat we hopen jullie op zo veel van onze activiteiten terug te zien. Veel lees plezier! Ut Vivat, Crescat et Floreat CDS Antwerpen! Bestuur 2011-12 Robrecht, Thomas, Sander, Bart, Jan, Orry, Gerd, Stefan en Tom

Page 5: Cedrus | 2011-12 | 1

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

Pagina 5

CHRISTENDEMOCRATISCHE STUDENTEN ANTWERPEN Wie zijn we? CDS Antwerpen, voluit de Christendemocratische Studenten te Antwerpen, is een geëngageerde politieke/filosofische studentenvereniging. In de eerste plaats streven wij ernaar studenten, los van enige partijpolitiek, op een informele manier, in contact te brengen met politiek in het algemeen en de christendemocratische ideologie in het bijzonder. Dit doen we op verschillende manieren. Klassiek met gespreksavonden en debatten maar ook met panelgesprekken en interne discussieavonden. CDS Antwerpen engageert zich ertoe een sterk inhoudelijk, kwalitatief en actueel programma aan haar leden aan te bieden. Zo proberen we jaarlijks prominente politici en bedrijfsleiders naar de Antwerpse auditoria te lokken om de studenten toe te spreken over maatschappelijke, economische ea. thema’s. Naast het inhoudelijke is zeker ook het studentikoze element binnen CDS van belang. Wij willen de grenzen van het louter politieke overschrijden en hechten als studenten veel belang aan het groepsgevoel. Zo is er steeds plaats voor kroegentochten, cantussen en veel meer! Onze werking met vrijwilligers is doorspekt met hechte vriendschapsbanden. Samen studenten warm maken voor politiek, daar draait het om!

CDS Nationaal Als christendemocratische studenten staan we niet alleen in Vlaanderen. In vrijwel alle studentensteden is er een CDS afdelingen actief. Allen worden ze overkoepeld door CDS vzw, de nationale kern van de Christendemocratische Studenten, die de verschillende lokale kernen ondersteunt waar nodig. Daarnaast organiseert CDS Nationaal elk jaar het nationaal congres in het Vlaamse Parlement waar de verschillende kernen samenkomen om gezamenlijk onze visie vast te leggen. Maar het gaat ook verder dan enkel het congres, samen hebben we al meerdere malen opiniestukken en persberichten de wereld ingestuurd. De laatste jaren maakte CDS een sterke evolutie door. Kernen werden nieuw leven ingeblazen en nieuwe afdelingen werden uit de grond gestampt. Momenteel zijn er actieve kernen in Antwerpen, Gent, Hasselt, Kortrijk en Leuven. Samen slagen we er ieder academiejaar weer in om gevarieerde en druk bijgewoonde activiteiten aan te bieden om op deze manier studenten te prikkelen voor het christendemocratisch verhaal.

European Democrat Students

Founded in 1961, the three pillars of EDS stood for Conservatism, Liberalism and Christian-Democracy. Today, EDS grew into a large family which has an outlook that is various, rich and unique, represented by the name 'Democrat': Here, student organisations, political youth organisations and other centre-right organisations come together to shape modern centre-right policies for Europe. For Belgium CDS and EDH (Etudiants Démocrates Humanistes) are both members of the pan-European centre-right student and youth political association.

Page 6: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 6

BESTUURSLEDEN

Robrecht Lippens Thomas Braeckmans Sander Wouters Praeses Vice-praeses Secretaris Master SEW Bachelor Geneeskunde Master Rechten [email protected] [email protected] [email protected]

Bart Sips Jan Braeckmans Orry Van De Wauwer Quaestor Politiek Secretaris Politiek Secretaris Bachelor PSW Master Rechten Master PSW [email protected] [email protected] [email protected]

Gerd Breugelmans Stefan Gielen Tom Wauters Praetor Public Relations Media Master HIRB Master PSW Bachelor Handelswetenschappen [email protected] [email protected] [email protected]

Page 7: Cedrus | 2011-12 | 1

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

Pagina 7

KALENDER Eerste semester

Dinsdag 26 september 2011 • Openingsmisviering UA (Pastorale Dienst) • Students on Stage (Unifac

Donderdag 29 september 2011 • Academische opening (AUHA) • Studay (Antwerpen Studentenstad)

Donderdag 6 oktober 2011 21u30 Kroegentocht @ Start : De Schacht

Maandag 10 oktober 2011 19u00 Openingsdrink @ MAS

Dinsdag 11 oktober 2011 20u00 Karel Van Eetvelt : Jongeren & ondernemen @ R.007

Maandag 17 oktober 2011 19u00 Lezing : Mark Eyskens & Leo Tindemans @ K.001

Dinsdag 18 oktober 2011 20u00 Christendemocratie For Dummies met prof. dr. Hendrk Opdebeeck @ Waagstuk

Dinsdag 25 oktober 2011 13u00 ‘s avonds

• Middagcollege : Begrotingsopmaak met prof. dr. Wouter Van Dooren

• CDS Leuven cantus

Donderdag 3 november 2011 20u00 De Grote Antwerpse Tsjevencantus @ De Schacht

Dinsdag 8 november 2011 13u00 Middagcollege : Media-ethiek met prof. dr. Walter Wyns

Vrijdag 11 – zondag 13 november 2011 CDS Nationaal Weekend naar Den Haag

Week 21 november 2011 Gratis theatervoorstelling / musical

Dinsdag 22 november 2011 • CDS Hasselt ontvangt Herman Van Rompuy • Pub : Soirée Politique

Dinsdag 29 november 2011 Filmbespreking

Nader te bepalen Ideologische discussieavonden

Nader te bepalen Spreker : Rik Torfs

Tweede semester

Nader te bepalen CDS Nationaal congres @ Vlaams Parlement, Havenbezoek, Lentedrink op Flandriaboot, Ideologische discussieavonden, lezingen, debatten EN MEER …

Page 8: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 8

CHRISTENDEMOCRATIE een inleiding tot DE SAMENLEVING Vandaag de dag leven we in een geïndividualiseerde maatschappij. Mensen leven veel meer op zichzelf in plaats van met elkaar. De term ‘samen-leven’ wordt gezien als een anachronisme, een gedateerd concept dat slechts nog bij naïeve enkelingen een positieve weerklank kent. Door wereldwijde veranderingen zoals de globalisering, verliezen we meer en meer de binding met onze eigen gemeenschap. Enerzijds trekken we ons terug op kleinere schaal (bv. Vlaanderen). Anderzijds winnen transnationale gemeenschappen aan belang (bv. de EU). Een tijd geleden was ons leven veel gestructureerder. Dit kwam door gezagsinstanties die bepaalde vormen en culturen hanteerden als maatschappelijke maatstaf en leidraad. Maar het zijn nu net deze instanties die aan gezag hebben ingeboet (denk maar aan de meirevolte). Dit heeft als gevolg dat personen hun identiteit grotendeels zelf moeten samenstellen. Langs de ene kant maakt dat het leven veel kleurrijker en pluralistischer. Langs de andere kant zien we ook een toenemende onvoorspelbaarheid. Meer dan eens zijn we onzeker over wie we zijn en wat er met ons gaat gebeuren. Vereenzaming en verdampend sociaal kapitaal staan hier niet los van. WAT IS CHRISTENDEMOCRATIE? Tegen deze achtergrond schets ik graag de grondbeginselen van ons gedachtegoed. Wat opvalt is dat men steeds dezelfde kernwoorden tegenkomt bij het onderzoeken van de christendemocratische ideologie: subsidiariteit, gerechtigheid, solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid. Subsidiariteit of het subsidiariteitsbeginsel wordt al te vaak uitgelegd als het beginsel dat bestuur wilt organiseren op het niveau dat daar het meest geschikt toe is. Volgens het door christendemocraten voorgestelde subsidiariteitsbeginsel dat veel ruimer is, behoort de overheid slechts initiatieven te nemen waar individuen en private organisaties niet in staat blijken de problemen zelfstandig op te lossen. Het beginsel is gebaseerd op de autonomie en waardigheid van het menselijke individu en stelt dat alle maatschappelijke instellingen, van het familieverband tot de staat en de internationale orde, zich ten dienste van de mens dienen te stellen. Subsidiariteit gaat ervan uit dat mensen van nature sociale wezens zijn. Het benadrukt het belang van kleine en middelgrote maatschappelijke verbanden als structuren die het individu in staat stellen de maatschappij te dienen en die het individu en de maatschappij als geheel met elkaar verbinden. Het beginsel is gebaseerd op de autonomie van het menselijke individu en stelt dat alle maatschappelijke instellingen, van het familieverband tot de staat en de internationale orde, zich ten dienste van de mens dienen te stellen. Het subsidiariteitsbeginsel is “positieve subsidiariteit”. Positieve subsidiariteit wil zeggen dat gemeenschappen, instellingen en overheden de sociale condities moeten scheppen waarin het individu zich ten volle kan ontplooien Gerechtigheid stoelt op het principe van rechtvaardigheid. Iedereen moet zich kunnen ontplooien, en er moet een zeker normen-en waardenstelsel zijn. Christendemocraten zien uiting hiervan in de (joods-)christelijke waarden, die volgens hen een sterke samenleving mogelijk maken. Een politiek programma kan echter niet alleen vanuit dat christelijke geloof worden afgeleid, maar wel is de conceptie van de mens die daaruit voortvloeit een morele basis voor het vormen van een verantwoorde politiek. Christendemocratie is net daarom een pluralistische ideologie die openstaat voor iedereen (Neen, wij zijn niet allemaal katholieken, neen, wij zitten niet iedere zondag in de Kerk). De westerse waarden die we vandaag de dag kennen komen traditioneel voort uit het christelijk geloof, maar zijn geëvolueerd tot gemeen bezit van gelovigen en ongelovigen. Solidariteit zegt dat we voor de zwakkeren in de samenleving moeten zorgen. Dit vloeit voort uit de christelijke caritas en naastenliefde. Deze term hangt samen met gespreide verantwoordelijkheid. Hierbij stelt men dat het individu niet alles alleen kan, en er dus een sterk maatschappelijk middenveld nodig is om hem op te vangen. Christendemocraten geloven met andere woorden in de civil society (liberalen en socialisten zien deze go-betweens liever verzwakt). Deze civil society vervult cruciale functies in de maatschappij en ligt tussen staat en markt. Wat burgers zelf willen doen, moeten ze ook zelf kunnen doen. De staat moet hen daarin ondersteunen. Vertrouwen is nog altijd belangrijker dan controle (op dit vlak verschillen we van het socialisme). Het is met name deze civil society die het sociaal kapitaal van mensen prikkelt en vergroot. Sociaal kapitaal dat een sterke democratie mogelijk maakt (cf. Robert Putnam). Een andere vorm van verantwoordelijkheid is de generatie overschrijdende verantwoordelijkheid, die we ook omschrijven als het beginsel van rentmeesterschap. Volgens dit principe zijn we ten opzichte van de volgende generatie slechts houders

Page 9: Cedrus | 2011-12 | 1

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

Pagina 9

van deze planeet. Dit houdt in dat we met de nodige zorg en voorzichtigheid met ons milieu, onze wereld moeten omgaan en haar niet nodeloos mogen uitputten. VERSCHILLEN MET HET LIBERALISME EN SOCIALISME De titel van deze paragraaf zou aanleiding kunnen zijn voor een duizendtal bladzijden tellend epistel. Daarmee ga ik jullie niet bezig houden. Wel zal ik trachten kort enkele aandachtspunten te duiden, maar vergeef me het gebrek aan nuance. Een eerste punt dat ik wil bekritiseren is de individualistische visie op de samenleving. De ideologie van de individuele vrijheid gaat uit van evenwichtige, succesvolle en gezonde mensen. Maar zijn we allen zo? Of we dat nu willen of niet, we zijn niet rationeel en perfect geïnformeerd (ken jij alle politieke programma’s?). Dat heeft als gevolg dat de liberale ideologie (soms ook wel plombeus ‘het recht van de sterkste’ genoemd) leidt tot een dualisering in de maatschappij: sommigen kunnen mee, anderen niet. Daartegenover plaatst een christendemocraat de notie van gedeelde verantwoordelijkheid. Het personalisme, de officiële ideologische grondslag, gaat uit van een menselijke vrijheid. Dit wil zeggen dat we in relatie staan met de samenleving. De mens heeft zijn wortels in de ander. Dat heeft tot gevolg dat een menselijke vrijheid aanzet tot solidariteit. Het is deze solidariteit waarvoor een gedeelde verantwoordelijkheid nodig is. Socialisme gaat dan weer uit van een solidariteit die streeft naar meer gelijkheid. Indien men streeft naar gelijkheid beschouwd men de mens meer in het collectief en minder als doel op zich. Bij een doorgedreven gelijkheidsdenken leidt dit zelfs tot de stelling dat de staat primeert op het individu. Gelijkheid zou echter niet mogen lijden tot egalitarisme. Egalitarisme stelt dat iemand maar vrij kan zijn, indien hij gelijk is aan de anderen. In dit streven naar de gelijkheid komt de gemeenschap op de eerste plaats. Volgens deze leer zullen mensen omwille van deze gelijkheid vrij worden. Men zou dit kunnen omschrijven als de democratie van het scheermes. Indien iets boven het gemiddelde uitsteekt, wordt dit afgetopt. Dit laat minder ruimtevoor initiatief en excellentie. Gelijkheid moet echter begrepen worden in om gelijke kansen en om het corrigeren van de ongelijkheden na de maatschappelijke participatie. Waar ongelijkheden tot instabiliteit en conflicten leiden, bevorderen gelijke levensomstandigheden de sociale solidariteit en de identificatie met de groep. Dit is een wezenlijk verschilpunt met de personalistische visie van de christendemocratie. De mens is een sociaal wezen maar is meer dan alleen maar een deel van de maatschappij. De mens kan niet herleid worden tot een deel van een gemeenschap, omwille van zijn vrijheid en het daarbij horende menswaardige bestaan. Christendemocratie is echter geen mengvorm van de vrijheidsleer van het liberalisme en de gelijkheidsleer socialisme. Het legt de nadruk op de wisselwerking tussen staat en individu, die voor beiden een meerwaarde creëert. WAAROM WE NODIG ZIJN Christendemocraten verzetten zich tegen de klassieke links-rechts indeling van het politieke spectrum. De klassentegenstelling is ongetwijfeld een enorm belangrijk maatschappelijk fenomeen geweest, maar lang niet meer volledig determinerend. Desalniettemin wordt de christendemocratie vaak afgeschilderd als conservatief. Maar conservatief en progressief dekken niet alles. Ja, wij hechten veel belang aan waarden en een morele orde (conservatief?). Ja, wij wijzen de volledige autonomie van een individu af (conservatief?). Maar langs de andere kant zijn we ook voor een sterk herverdelingsmechanisme dat meer gelijkheid brengt (en hiermee bedoel ik geen nivellering van de verschillen, stof voor later). En is dat dan weer niet progressief? De christendemocratie hoort bijgevolg al decennia dat ze vis noch vlees is. Maar is een centrumpositie werkelijk een teken van ideologische zwakheid? Is het werkelijk zo dat je voor a of b moet gaan? Extremen hebben nog nooit heil gebracht. Wij laten ons niet vangen in een kortzichtig hokjesdenken. De christendemocraten zijn mensen die antwoorden op problemen formuleren vanuit een sterk gemeenschapsgevoel. Solidariteit en verantwoordelijkheid zijn sleutelwoorden in onze maatschappelijke visie. Net daarom is de christendemocratie zo interessant – en meer nog: broodnodig. Sam Voeten Voorzitter 2008-09 Jan Braeckmans Voorzitter 2009-10

Christendemocratie For Dummies

met Prof. dr. Hendrik Opdebeeck

Dinsdag 18 oktober 2011

20u00 @ Waagstuk

Page 10: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 10

MIGRATIE door Sander Wouters Deze tekst is een korte persoonlijke bijdrage in het discours over migratie. Migratie is sinds enkele decennia een ‘hot topic’ in ons land en in heel Europa. Europa en andere Westerse landen worden nu meer dan vroeger sterk geconfronteerd met dit fenomeen. Wat zijn de drijfveren van mensen om te migreren? Wat zijn de verwachtingen van migranten eens ze aankomen? Hoe zien zij hun verdere toekomst? Wat is de reactie van de Staat van aankomst? Etc... Vragen die dit onderwerp sterk beheersen en uitlopende antwoorden kennen. FENOMEEN MIGRATIE: Migratie is al een eeuwenoud fenomeen. Denk maar aan de grote volksverhuizingen ten tijde van het Romeinse Rijk en de grote kolonisatiestroom tijdens de 16-17e eeuw. Denk ook aan de situatie die zich afspeelde in Ierland tijdens de 19e eeuw. ‘The Great Potatoe Famine’ was de oorzaak van een massale voedselschaarste waardoor enkele miljoenen Ieren het land ontvluchtte richting de Verenigde Staten van Amerika in de hoop voor een betere toekomst. Ook na het einde van de 2e wereldoorlog waren er grote migratiestromen. Duitsers die in het gebied woonden dat door de Sovjets op de Nazi’s was veroverd probeerden massaal te vluchten naar het Westen. Zij deden dit uit vrees voor repressie van de communisten en uit vrees voor het feit dat ze misschien afgesloten zouden kunnen worden van familie en vrienden in het ‘Westen’. UITEENLOPENDE FACTOREN VAN MIGRATIE Een bekende factor is hier o.a voedselschaarste (gelinkt aan droogte). Voedsel is een van dé basisbehoeften van de mens. Schaarste is daarmee

een factor dat leidt tot maatschappelijke ontwrichting en is een stimulans om te migreren Dit kunnen we o.a. terugvinden bij de situatie in Somalië, Ethiopië en Kenia. Een andere grote factor is de situatie van oorlog/repressie (en de dag van de vandaag ook gelinkt aan politieke instabiliteit en tevens ook aan tirannie/dictatuur). Een factor die vooral de grootste oorzaak is van vluchtelingen vanuit Zwart-Afrika (vooral uit Congo) en recent vanuit Noord-Afrika waar vooral de Arabische lente een grote rol in speelt. Verder zijn er nog gezinshereniging, natuurrampen, ... STATENPRAKTIJK Migranten zijn op zoek naar een beter leven, op zoek naar een weg uit hun miserie. Zij hebben meestal hoge verwachtingen van de plaats waar ze heen migreren maar eens ze aangekomen zijn worden zij geconfronteerd met de harde realiteit. De meesten van hen komen ook illegaal het land in en zonder papieren verkrijgen zij geen status. Hierop kunnen zij asiel indienen bij de staat van aankomst. Wat is de reactie dan van de overheid? Zij zal de asielprocedure strikt toepassen en alles streng opvolgen. Tijdens die procedure heeft de staat wel de verplichting om tijdelijk opvang te voorzien totdat de beslissing valt dat ze uitgewezen worden of een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen. Het is op deze verplichting dat ons land slechte punten scoort aangezien er een plaatsgebrek is dat op korte termijn niet kan worden opgelost, mede door het feit dat een ontslagnemende regering hier bijna geen beslssingen wil of kan nemen. Denk hier maar aan de beelden van migraten die op de

Page 11: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 11

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

straten, in stations of onder bruggen moesten slapen tijdens de winter in Brussel. Uiteindelijk zal maar een klein deel van deze mensen toegelaten worden tot het grondgebied, een deel verdwijnt in de illegaliteit en de rest zal worden uitgewezen. BESLUIT Wij kunnen besluiten dat migratie een fenomeen is dat uit ons dagdagelijkse leven niet weg te denken is. Het zal ook blijven voortduren in de toekomst, zij het dan misschien onder andere omstandigheden. De landen die ermee

geconfronteerd worden zullen er steeds terughoudender tegen optreden, zij het onder menselijke of onder onmenselijke omstandigheden. De oplossing voor dit probleem is daarmee zeker niet zonneklaar en het zal altijd een zoektocht worden naar een evenwicht tussen de verschillende belangen van de verschillende partijen. Sander Wouters Secretaris 2011-12 Master Rechten, UA

BURGERSCHAP IN HET ONDERWIJS door Stefan Gielen Vandaag de dag leven we in een democratische samenleving op quasi elk niveau, denken we maar aan onze lokale gemeentelijke besturen of, in Europa, het Europees Parlement. De verhoogde democratisering van onze samenleving brengt fundamentele rechten en vrijheden met zich mee. Globalisering en de opkomst van moderne media zorgen voor een wereldwijde geïnterconnecteerde gemeenschap. Kortom we zijn in staat om onze stem te laten horen en informatie te verzamelen. Allen zijn we aanhanger van de democratie, maar paradoxaal genoeg is er een dalende interesse in de politiek (Fishman, 2004). Dit fenomeen manifesteert zich op verschillende domeinen, het meest zichtbare hiervan zijn de verkiezingen, hoewel we hiervan in België gespaard blijven, kunnen we ons vragen stellen bij de kwaliteit hiervan. Naast de klassieke verkiezingen zijn er nog tal van andere manieren om te participeren of zich betrokken te voelen, zoals ondermeer lidmaatschap van een partij, meelopen in een betoging, ministers aanschrijven,… Maar ook deze vormen van participatie kennen een teruggang. Kortom, de betrokkenheid met het politieke leven in de samenleving daalt, alsook de politieke

kennis. Desondanks een breed informatienetwerk: onderwijsinstellingen, internet en journaals. Bovendien is het hoofdstuk politiek niet weg te denken uit een nieuwsuitzending. De reden achter de dalende interesse is het gebrek aan een objectieve kennis over de samenleving, en de politiek. Elke dag opnieuw hebben we een overvloed aan informatie vanuit alle verschillende kanalen. Het probleem hierbij is dat niet alle informatie even betrouwbaar is, of even objectief wordt weergegeven. Op die manier krijgen we een vertekend beeld. Het is dus van het grootste belang om kritisch om te gaan met deze informatie. Hier biedt het onderwijs een uitgelezen kans. Jongeren, de volwassenen van morgen, hebben dus nood aan burgerschapsvorming, waar ze leren hoe de samenleving in al zijn aspecten werkt. Dit gebeurd in Vlaanderen via de zogenaamde vakoverschijdende eindtermen (VOET), integenstelling tot onze noorderburen waar er een maatschappijleer-vak bestaat die deze taak op zich neemt. Dit heeft het impliciete gevolg dat er

Page 12: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 12

een grote discrapantie is tussen scholen in Vlaanderen, gezien burgerschapsvorming voor een groot deel afhankelijk is van de bereidheid van de leerkracht. We mogen het belang van deze opleiding niet onderschatten, opdat burgerparticiaptie van fundamenteel belang is voor de kwaliteit van onze democratie. Een democratie is geen gelukzalig eindpunt, maar een bestuursvorm waar continu aan gewerkt moet worden om het in stand te houden, en de kwaliteit ervan te verbeteren. BELANG VAN KENNIS Het is van cruciaal belang dat elke burger afdoende kennis heeft over de politiek, en de samenleving as such. Op die manier kan men bij participatie (denken we bijvoorbeeld aan verkiezingen) een gefundeerde en rationele beslissing maken over welke partij, of welke politicus het beste u persoonlijke preferenties verdedigd. Wanneer dit echter niet het geval is, en de burger niet kritisch staat t.o.v. de overvloed aan informatie en propaganda, bestaat de kans dat we ons laten leiden door emoties, i.pv. rationaliteit. Daarnaast stelt zich nog een probleem, namelijk dat van desinteresse. Om te beginnen leven we in een zeer complexe staat, waardoor interesse in politiek al geen vanzelfsprekendheid is. Ten tweede verliezen we vaak de interesse in de politiek tijdens politiek moeilijke tijden, zoals we

deze nu al enige tijd meemaken. Er is met andere woorden geen natuurlijke stimulus om kennis te vergaren over de samenleving, waar de politiek deel van uit maakt. Om die reden zouden wij in België, en Vlaanderen, moeten gaan voor een model zoals dat van onze Noorderburen. In plaats van de jongeren te belasten met een extra vak tijdens hun schoolloopbaan zouden we kunnen opteren om zedenleer of godsdienst te incorporeren in een nieuw vak dat de plaats inneemt die zedenleer en godsdienst innamen, zonder afbreuk te doen aan de noodzakelijkheden van beide opleidingsonderdelen. Wanneer de burger beschikt over een politieke basiskennis, kan die kritischer omgaan met informatie en verkiezingspropaganda wat de kwaliteit van de verkiezingen enkel maar ten goede kan komen. Waardoor dan weer de kwaliteit van de democratie an sich verhoogd wordt. Een democratie kan dus enkel op een kwalitatiefvolle manier functioneren als de participerende burgers geïnformeerd zijn. Stefan Gielen Public Relations 2011-12 Master Rechten, UA Fishman, R. M. (2004). Democracy's voices: social ties and the quality of public life in Spain. New York: Cornell University Press.

Page 13: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 13

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

MEDIA EN HUN FICTIEVE FAÇADE ALS VIERDE MACHT door Jan Braeckmans Het gaat niet zo goed met het algemeen imago van verschillende media. Het VRT programma Basta toonde aan dat bronnen niet meer zo nauwlettend gecontroleerd worden. Maar sindsdien nog andere excessen geweest met als grootste uitschieter een krant die onderzoeksmethodes die normaal alleen in het strafrecht gebruikt worden hanteerde om aan informatie te geraken. Er is geen discussie over over de vraag of News of the World een brug te ver is gegaan. Maar verschillende media privéleven van bekendere mensen te grabbel gooien of iets te assertief informatie verspreiden waardoor een gerechtelijk onderzoek publiek wordt gemaakt verschuilen de verschillende media zich achter democratische principes en het recht op informatie. Ja een gezonde democratie heeft nood aan goed geïnformeerde burgers. Nee censuur hoort niet thuis in vrije samenleving. Maar dit betekend niet dat media niet terecht gewezen mogen worden of dat excessen niet aan de kaak gesteld mogen worden. In die zin had de voorzitter van het Hof van Assisen helemaal gelijk dat hij de VRT op de vingers tikte toen die foto’s uit het gerechtelijke (geheime want enkel voor partijen ter inzage beschikbare) dossier. Dat de Vereniging voor de journalistiek de tweedaagse uitsluiting van de VRT een gevaarlijk precedent noemde kan ik al helemaal niet vatten. Het maatschappelijk belang in een Assisen proces bestaat erin dat een dader een eerlijke met zijn misdaad in verhoudingstaande straf krijgt. Het kennen van ieder sappig detail hoort daar niet bij. Er is hier dus geen sprake van een gevaarlijk precedent, maar wel van gevaarlijk naast hun schoenen lopende journalisten. Zij menen dat zij

omdat ze journalist zijn bepaalde regels van de rechtstaat naast zich mogen neerleggen. Moest men journalisten de inzage van de parlementaire stukken belemmeren dan zouden we een heel ander discour moeten hanteren. Naarmate het belangrijker wordt voor een democratische samenleving om informatie te hebben over het thema moet men meer ruimte geven aan de media en hen vooral niet beperken in hun werk. Het omgekeerde is echter ook waar. Indien de rechten en vrijheden van de samenlevende niet afhangen van een bepaald thema wordt de ruimte van de media beperkter. Zo is et al veel minder van belang welke politicus waar op reis is geweest of op welke temperatuur Logan Bailly zijn zwembad zet, ook in de winter nota bene. Het zou goed zijn dat de verschillende media een onderscheid maken tussen de media als producent van entertainment en hun rol als vierde macht in een democratische samenleving. Voor het eerste zijn zij voor het verkrijgen en verspreiden van informatie net als iedereen de rechten van anderen moeten respecteren, zoals het privéleven, privacy en de bepalingen rond laster en eerroof. Indien zij hier over de schreef gaan moet men daar ook tegen kunnen optreden. Slecht en slechts als zij hun rol van waakhond spelen moet men terughoudend zijn en hen een zeer verregaande vrijheid geven. In alle andere gevallen zijn zij ook maar mensen die net als de rest gebonden zijn aan dezelfde regels en ethische principes. Jan Braeckmans, Master Rechten, UA Public Relations 2011-12 Master Rechten, UA

Page 14: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 14

LEZEING MARK EYSKENS & LEO TINDEMANS maandag 17 oktober 2011 In samenwerking met Capitant, de Europakring Antwerpen, Unifac, Alechia, de Vereniging voor Economie, Rotary Antwerpen Zimmertoren en Vivium nodigt CDS Antwerpen u op maandag 17 oktober 2011 uit op een exclusieve lezing van Minister van Staat prof. dr. Mark Eyskens. Naast Minister van Staat was Mark Eyskens in het verleden minister van Begroting, Ontwikkelingssamenwerking, Financiën, Economische Zaken, Buitenlandse Zaken en Premier van België. Vandaag de dag maakt Mark Eyskens nog steeds deel uit van het partijbestuur van CD&V. Vanuit zijn ruime expertise in zowel de politieke, academische als economische wereld zal Mark Eyskens ons op zijn eigenste manier een interessante lezing geven met als werktitel “de barensweeën van een nieuwe communicatieve wereldmaatschappij”. De lezing zal dus niet de zoveelste in rij zijn over de huidige politieke toestand in België, maar onderwerpen aankaarten als sociale media en politieke – en bedrijfscommunicatie in het licht van de financiële en schuldencrisis. Deze academische lezing is relevant voor iedereen die een blik wil krijgen op hoe de Minister van Staat de moderne maatschappij bekijkt. Voor aanvang van de lezing zal Leo Tindemans, tevens Minister van Staat en oud-premier van België, een ode brengen aan Gaston Eyskens. Mis deze unieke kans om twee oud-premiers van België bezig te horen zeker niet! Na de lezing voorziet de faculteit TEW van de Universiteit Antwerpen tevens een receptie voor alle aanwezigen. Inschrijven voor deze boeiende avond met receptie kan via www.ikschrijfin.eu. Hier volgen de praktische informatie en het programma:

• Locatie: Stadscampus van de Universiteit Antwerpen, Aula Rector Dhanis (K.001), Kleine Kauwenberg 14-22, 2000 Antwerpen

• 18u45: Deuren open • 19u30: Aanvang lezing door Prof. Mark

Eyskens met voorwoord door Minister van Staat en alumnus Leo Tindemans.

• 21u30: Receptie, aangeboden door de Faculteit TEW Universiteit Antwerpen

Deze lezing kadert binnen het 30ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, dat volgend jaar zal plaatsvinden op de Universiteit Antwerpen.

Page 15: Cedrus | 2011-12 | 1
Page 16: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 16

MOET ER EEN FEDERALE KIESKRING ZIJN? door Robrecht Lippens De Belgische politiek zit al geruime tijd in het slop. Het idee van de federale kieskring duikt dan ook geregeld op als mogelijke oplossing. Voor het eerst in de geschiedenis van dit land werd er afgelopen zomer een formateursnota voorgesteld met daarin een vermelding van een federale kieskring. Elio Di Rupo suggereerde hierin om een beperkt aantal leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in een federale kieskring (volgens Vlaams nationalisten: unitaire kieskring) te verkiezen. Dat wil zeggen dat zij verkozen zullen worden op lijsten die in het hele land dezelfde zijn. Al te vaak wordt het voorstel voor de invoering van een federale kieskring maar al te vaak afgerekend op overtuigingen, intenties en beoogde doelstellingen die helemaal niet stroken met het algemeen belang. Het belangrijkste doel van een federale kieskring is de federale besluitvorming vlotter te laten verlopen en niet alleen het wegwerken van het huidige democratisch deficit. Dat is nodig voor het dagelijks bestuur van de federale bevoegdheden en het is zeker nodig voor het hervormen van de staat. Federale staten zijn nooit af, België zal bijgevolg ook nooit af zijn. Federale staten schuiven voortdurend met bevoegdheden, gaan op zoek naar de beste plaats voor nieuwe beleidsdomeinen en zoeken naar een evenwichtige manier om het beleid te financieren. Er is echt geen reden om dat elke keer te laten verlopen langs de lange en weinig fraaie weg die we de laatste jaren hebben mogen bekijken, de administratieve rompslomp die hiermee gepaard gaat is verschrikkelijk. Als voorstellen voor een hervorming alleen maar afgetoetst worden binnen de eigen taalgroep, met inbegrip van de harde belofte dat er niet van een bepaalde lijn zal afgeweken worden, wordt het zoeken naar een akkoord haast een onmogelijke taak. Dit is absoluut niet nodig en dient uiteraard vermeden te

worden. België moet meer zijn dan twee linguïstiek gescheiden democratieën die tegen elkaar geplakt zijn. Ik citeer hierbij Bart De Wever (in DM 11-06-2011): "Als ik één fout heb gemaakt, is het dat ik niet genoeg geïnvesteerd heb in de Franstalige publieke opinie”. Het is echter niet zijn fout, het is gewoon een fout van het systeem. Met een federale kieskring zouden politici en partijen die plannen hebben om het land te hervormen vanzelf wel de inspanning doen om alle betrokken burgers duidelijk te maken wat ze willen. Dan gaan ze zelf naar de kiezers van de andere taalgroep en zo hebben politici aan de andere kant van de taalgrens geen kans om het verhaal in hun voordeel te vervormen. Het is de bedoeling om miljoenen kiezers - waar ze ook wonen - toe te laten om te stemmen voor diegenen die naar hun gevoel de beste voorstellen hebben om het land te besturen of te hervormen. Een federale kieskring is geen compensatie voor wie of wat dan ook, maar een instrument dat ter beschikking zou moeten staan van iedereen, en in het bijzonder van diegenen die voorstanders zijn van goede en snelle hervormingen. Alleen wie meent dat België op zeer korte termijn zal ophouden te bestaan, kan oprecht beweren dat zoeken naar manieren om de staat goed te laten

Page 17: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 17

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

functioneren nutteloos en contraproductief is. Ik geloof dat een federale kieskring een noodzakelijke, zij het niet voldoende bijdrage zou kunnen leveren tot een efficiënter en bovendien ook democratischer bestuur. Helemaal zeker kan men natuurlijk nooit zijn. Niemand kan op voorhand de precieze impact van institutionele hervormingen inschatten. Maar het is moeilijk zich in te beelden welke schade de invoering van zo'n kieskring zou kunnen verrichten: de kiezers krijgen meer keuze, en politici worden gemotiveerd om te luisteren naar de hele bevolking waarover ze willen regeren en om hen uit te leggen wat hun visie is voor de hele Belgische Unie.

Misschien moeten we hierna nog een stap verder gaan en terugkeren naar nationale partijen? Het is terug tijd dat “nationale” (Vlaamse, Brusselse & Waalse) politici terug in contact komen met elkaar, niet alleen aan de onderhandelingstafel maar ook achter pot en pint. Al de voorstellen kunnen dan immers informeel afgetoetst worden, dit allemaal ver weg van journalisten en hun camera’s. Naar mijn mening zou het dan allemaal heel wat minder tijd en moeite kosten om tot een akkoord te komen. Robrecht Lippens Praeses 2011-12 Master SEW, UA

OPINIE : STEMRECHT VOOR STUDENTEN door Orry Van De Wauwer Medio januari opperden de Gentse en de Leuvense burgervaders Termont en Tobback (Sp.a) het idee om studenten te laten stemmen in de steden waar zij studeren. Zo kunnen studenten het studentenbeleid evalueren. Is dit echt de beste manier om de studentenbelangen te waarborgen? Op dit moment tellen studenten politiek noch financieel mee in de stad waar zij studeren; terwijl een grote populatie studenten er toch feitelijk woont. Om jullie de aantallen te doen inschatten: binnen enkele jaren (na de integratie van enkele academische opleidingen uit de hogescholen binnen de universiteiten) zouden in Gent en Leuven 30000 studenten op kot zitten. Antwerpen telt op dit moment ongeveer 5500 kotstudenten.

INNOVATIEF IDEE? Het idee om studenten stemrecht te geven in hun studentenstad is echter niet nieuw. In het jaar voorafgaand aan de laatste gemeenteraadsverkiezingen (2006) opperden enkele liberale politici reeds dit idee. Na de verkiezingen ging deze intentie echter verloren. Tobback en Termont zijn er deze keer meer dan op tijd bij om dit idee eventueel nog in te voeren voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen (die doorgaan in oktober 2012). WELK EFFECT HEEFT DIT VOOR DE STEDEN? Worden de burgervaders van onze grootsteden plots altruïstisch en zijn zij bekommerd over de mening van de studenten over het gevoerde beleid? Uiteraard handelen Tobback en Termont in het belang van de studenten. Zelf worden ze er

Page 18: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 18

echter ook beter van. Los van enige gesuggereerde politieke voordelen voor bepaalde partijen, halen de steden hier ook een financieel voordeel uit voor hun stad. De aanwezigheid brengt verschillende kosten met zich mee (infrastructuur, studentenvoorzieningen, studentenevenementen, veiligheid, …). Tegenover deze kosten staan echter geen opbrengsten van kotstudenten. Als studenten zich domiciliëren in hun studentenstad krijgt deze studentenstad hier echter wel extra middelen voor. Tot zover het voordeel voor de steden.

MAAR HOE ZIT HET NU EIGENLIJK VOOR DE STUDENTEN? Door zich in een studentenstad te domiciliëren, wijzigen de studenten hun hoofdverblijfplaats van hun ouderlijk huis naar deze studentenstad. Dit houdt in dat zij niet meer ten laste zijn en de ouders het kindergeld voor hun kotstudenten verliezen. Men kan zich de vraag stellen of het dit echt waard is. De gemeenteraadsverkiezingen vinden maar plaats om de zes jaar. Een groot deel studenten gaat “moeten” stemmen bij aanvang van hun studententijd. Op basis waarvan gaan zij het beleid van “hun” studentenstad beoordelen? Het is echter op dit moment dat zij hun stem kunnen laten gelden; tegen de volgende gemeenteraadsverkiezingen zijn zij hoogstwaarschijnlijk afgestudeerd (al kunnen we daar met de tendensen rond studieduurverlenging die de academische wereld blijken te propageren niet meer zo zeker van zijn). Andere studenten gaan op het einde van hun studentenperiode het gevoerde (studenten)beleid van de stad kunnen beoordelen. Een andere groep studenten gaat tot

slot nooit met gemeenteraadsverkiezingen geconfronteerd worden tijdens hun studententijd. Los van het feit of er nu al dan niet verkiezingen plaatsvinden blijft “dé mening van de studenten” maar beperkt tot zij die a) op kot zitten en b) hun kindergeld ervoor over hebben om te kunnen stemmen op de partij die pretendeert het meest studentenvriendelijk te zijn. WAT IS DAN WEL EEN ALTERNATIEF? Het is belangrijk dat studenten inspraak krijgen in het (studenten)beleid van hun studentenstad. Studenten stemrecht geven in ruil voor hun domiciliëring lijkt mij, omwille van bovenstaande redenen, echter niet de beste manier. Daar gemeenteraadsverkiezingen maar eens per zes jaar plaatsvinden vrees ik dat steden zich zeer pro studenten zullen opstellen in aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen; maar dan jaren een beleid kunnen voeren zonder rekening te houden met de studentenbelangen. Studenten hebben er nood aan dat hun belangen permanent worden verdedigd bij de stad. Een middel hiertoe zijn sterke inspraak- en adviesorganen met representatieve studentenvertegenwoordigers. Zo kent de stad Antwerpen het Antwerps studentenoverleg (ASO), dat sinds de start van het vorige academiejaar (september 2010) een aangepast statuut heeft gekregen waardoor het stadsbestuur van Antwerpen verplicht is de studentenvertegenwoordigers om advies te vragen in haar beslissingen m.b.t. het studentenbeleid. Een sterk adviesorgaan is effectiever en zinvoller om de belangen van studenten te verdedigen in de studentensteden. Dit gedurende je hele studententijd; niet enkel in het academiejaar voorafgaand aan gemeenteraadsverkiezingen. Orry Van de Wauwer Politiek Secretaris 2011-12 Master Politieke Communicatie, UA

Page 19: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 19

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

HET BELGISCH VOETBAL ANDERS BEKEKEN door Gerd Breugelmans De financiële situatie van de Belgische voetbalclubs is bedreigend. Verschillende Eerste Klasse clubs hebben moeite om de club financieel gezond te houden. In de Belgische Tweede Klasse is het eerder een uitzondering als een club financieel gezond. Meestal is dit het gevolg van slecht beheer en ongunstige economische omstandigheden. Lage inkomsten in combinatie met de extravagante uitgaven zorgen ervoor dat de voetbalclubs in moeilijke financiële situaties terechtkomen. De meeste voetbalclubs overleven alleen door middel van gulle investeerders die bereid zijn om enkele van hun miljoenen te investeren in het voetbal. DE OORZAKEN De belangrijkste bron van inkomsten voor een club zijn de uitzendrechten (Deloitte, 2010). Vele kleine clubs in België zijn zeer afhankelijk van deze gelden. Vorig jaar betaalde Belgacom zo’n 44 miljoen euro voor deze rechten. Dit bedrag is dit jaar reeds gestegen tot 170 miljoen euro verdeeld over drie seizoenen. Dit is nog steeds uitzonderlijk laag in vergelijking met andere landen: in Duitsland (1,65 miljard euro voor vier jaar), Italië (1,15 miljard euro voor twee jaar) en VK (1,1 miljard per seizoen) goochelen ze met miljarden. Hoewel, als we de cijfers van België vergelijken met de cijfers uit gelijkwaardige competities, doet België het op zich niet slecht: in Zwitserland krijgen de clubs per seizoen 23,6 miljoen euro en in Nederland zelf maar 35 miljoen euro. Het is dan ook niet moeilijk om te beseffen dat we op basis van de tv-inkomsten nooit zullen kunnen wedijveren met de grote Europese clubs. Dit bedrag moet in België wel verdeeld worden tussen de 34 professionele voetbalclubs, zestien in de Eerste Klasse en achttien in de Tweede Klasse, wat dus wel niet veel geld overlaat voor elke club. Wat meer is, de herverdeling is niet evenredig. De verdeling van de tv-gelden gebeurt op basis van een vastgelegde verdeelsleutel. De basis is een vast bedrag, gelijk voor elke club, maar het grootste deel is variabel naargelang het aantal keren een club in beeld is gebracht en de sportieve prestaties. Om dit laatste te meten, gebruikt men de vijfjarenranking, het totaalklassement van de voorbije vijf seizoenen. Zo hebben promovendussen en de clubs in Tweede Klasse steeds een handicap. De clubs in Tweede Klasse krijgen zo zelf maar een klein deel van dit geld; een 'survival pakket' zoals ze het zelf noemen (De Croock, 2010). De situatie in Tweede Klasse is ook structureel ongezond. Voetbalclub Antwerp speelt al zeven jaar in Tweede Klasse en kampt elk jaar met een gebrek aan liquide middelen. Dit komt onder meer omdat de Tweede Klasse geen aparte hoofdsponsor heeft. Ze zijn meer afhankelijk van gulle investeerders (kijk o.a. naar Verhaegen bij Antwerp en Samy bij Lierse). Voetbalclubs, die gedegradeerd zijn uit de hoogste afdeling, komen vaak ook in de problemen. Wie zakt naar tweede, komt in het huidige systeem niet snel meer terug. Daardoor pompen degradatiekandidaten zo veel mogelijk middelen in hun eerste elftal.

Page 20: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 20

Op die manier zitten clubs met een loonlijst van wel 35 spelers. Indien ze dan uiteindelijk toch degraderen, blijven ze zitten met de contracten die ze in Eerste Klasse hadden afgesloten. Dit heeft als gevolg dat hun uitgaven nog steeds hoog zijn, terwijl hun inkomsten - meestal ticket verkoop, sponsoring en televisiegeld - dramatisch instorten (De Croock, 2010). Een derde reden is de (huidige) economische en financiële crisis. In 2009 is Excelsior Moeskroen failliet verklaard als gevolg van financiële moeilijkheden van hun sponsor. De sponsor voldeed niet meer aan de financiële verplichting naar de club toe. Veel bedrijven snijden fors in gevallen zoals sponsoring om geld te besparen. Niettemin, voetbal blijft een sterke marketing propositie voor internationale bedrijven. Bedrijven kunnen een grote, specifieke mannelijke doelgroep aanspreken met voetbal. Een laatste reden is de hoge lonen van de spelers. Veel Belgische voetbalclubs besteden meer aan de lonen dan er inkomsten zijn. Ze volgen de filosofie van hoe betere - en duurdere – spelers ze kopen, hoe hoger ze zullen eindigen in de competitie en dus hoe hoger hun inkomsten uiteindelijk zullen zijn. In het seizoen 2006-2007 bedroeg het netto jaarsalaris in België slechts 113.492 euro. In het seizoen 2008-2009 was het loon reeds gestegen tot 134.020 euro, een stijging van liefst 20.000 euro in één jaar (Gazet van Antwerpen, 2009). MOGELIJKE OPLOSSINGEN In de eerste plaats is het noodzakelijk om het niveau van de salarissen in bedwang te houden. Enerzijds is een mogelijke oplossing het beperken van de totale uitgaven aan salarissen tot een bepaald percentage van de omzet. Dit voorkomt indirect dat de clubs met het meeste geld de beste spelers kopen en zo de competitie domineren. Anderzijds worden deze hoge salarissen worden meestal gegeven aan buitenlandse spelers. In Oostenrijk heeft men hier een oplossing voor gevonden: de helft van de tv-gelden wordt voorbehouden voor de clubs die minstens zeventig procent van de speelminuten aan Oostenrijkse spelers geven. Door deze voorwaarde zijn Oostenrijkse clubs indirect verplicht om geld in de eigen jeugd te investeren. Het financiële beheer van de clubs moet ook beter gecontroleerd worden. In het verleden waren er hier tekortkomingen, maar de Belgische Voetbalbond heeft in 2003 een eerste stap voorwaarts gezet door de clubs te verplichten een licentie te nemen. Aanvullende maatregelen, zoals corporate governance, moeten in de nabije toekomst ook zeker worden ingevoerd. Het invoeren van de Financial Fair Play regels van de UEFA zou hier een stap in de goede richting zijn. Managers moeten hun voetbalclub zien als een echt bedrijf (Jose Luis Arnout, 2006). Op dit moment gedragen voetbalclubs zich niet als bedrijven: ze blijven maar meer geld uitgeven aan spelers in de hoop dat ze winnen, zelfs wanneer dit hun middelen te boven gaat. Bovendien moet de Tweede Klasse worden opgewaardeerd. Een piramide is sterk afhankelijk van een gezonde basis, maar de top is snel ondermijnd als er enkel maar rottend hout onder zit. Britse studies

Page 21: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 21

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

geven aan dat de Eerste Klasse alleen kan groeien als de Tweede Klasse in goede gezondheid is (Deloitte, 2009). Dit is alleen mogelijk als een groter deel van het geld van de uitzendrechten naar de clubs van Tweede Klasse gaat of via een joint sponsor voor beide klasses. Ook Stefan Késenne, professor en sporteconoom aan de UA, geeft aan dat er een meer evenwichtige verdeling van het tv-geld onder de clubs moet komen om de Belgische competitie sterker te maken. Deze ‘solidariteit’ echter zal zeer moeilijk zijn. Twee jaar geleden wilden Anderlecht en Standard al hun eigen uitzendrechten verkopen, omdat zij zonder de andere teams meer geld zouden krijgen. Ook bij het onderhandelen van het nieuwe tv-contract dit jaar dreigde Standard nog met de verkoop van hun eigen uitzendrechten. Vele buitenlandse voetbalclubs zijn ook andere strategieën aan het uitproberen om de inkomsten te verhogen, zoals bijvoorbeeld de notering op de beurs. Vorig jaar heeft Anderlecht besloten om van een vzw naar een nv over te schakelen. Dit heeft geleid tot een extra inbreng van tien miljoen euro. Gerd Breugelmans Praetor 2011-12 Master Handelsingenieur in de Beleidsinformatica , UA BRONNEN Arnout, J.L. (2006), Independent European Sport Review 2006, 48 pages. De Croock, G. (2010), “Tweede Klasse virtueel failliet”, Het Nieuwsblad, 9 Maart 2010. Deloitte (2010), Football Money League 2010, UK, 44 pages. Deloitte (2009), Football Money League 2009, UK, 40 pages. Vermeulen, B. (2011), “De Jackpot van de JPL”, Sport/Voetbalmagazine, 28 september 2011. Gazet Van Antwerpen (10 Maart 2009), “Doorsnee voetballer in eerste verdient 134,024 (netto)”, 20 Maart 2010, from: http://www.gva.be/nieuws/sport/voetbal-binnenland/doorsnee-voetballer-in-eerste-verdient-134-024-euro-netto.aspx.

Page 22: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 22

INTERVIEW MET JOHAN BONNY

door Louis Warlop uit PSWeetje

UIT WELKE OVERTUIGING

BENT U PRIESTER GEWORDEN? Dat is een complexe vraag. Priester worden is nog net iets anders, iets meer dan alleen maar een beroep kiezen omdat dat iets is waar je met heel je persoon instapt. Wat heeft daar bij mij in mee-

gespeeld? Ik denk dat het was omdat ik uit een katholiek gezin kwam dat met de parochie meeleefde, en dat ik dus van kindsbeen af die band voelde tussen de familie en de plaatselijke kerkgemeenschap. Dat was een goeie band, een sympathieke band. Een gemeenschap die groter is dan het gezin waar ook de wereldkerk in aanwezig is. Ik realiseerde mij al als kleuter van ‘tjien’, door christen te zijn, behoor ik tot een wereldkerk. En daar behoren ook die christenen uit Afrika toe – Congo was toen nog een kolonie van België – dat trok ergens de wereld van een kind open. Die wereldwijde verbondenheid vind ik nog altijd een heel belangrijke dimensie van het kerkelijke gebeuren. In onze familie hadden wij een paar religieuzen – geen priesters – maar wat zusters en een broeder die bezig waren met zorg voor gehandicapten, voor mensen in de psychiatrie, met onderwijs. Dat heeft mij al heel vlug het besef meegegeven dat kerk te maken heeft met inzet voor gebroken leven, gekwetst leven, voor mensen, kinderen, jongeren die aan het opgroeien zijn. Dat aspect van inzet, betrokkenheid op zwakke mens, opvoeding, ja en

dat met een toewijding waar je met heel je leven instapt… Natuurlijk, een soort intuïtieve verbondenheid met de kerk moet zich dan wel uitdiepen, en dan moet je ook je eigen keuze gaan maken. Wat voor mij heel belangrijk is geweest in die keuze is de persoon van Jezus Christus en de boodschap van het evangelie. Dat is als een trechter die breed begint, maar je moet je keuze kunnen bouwen op de kern ervan. En die kern is dat de persoon van Jezus Christus van wie ik geloof dat – we zijn in de paastijd – dat een persoon is die leeft op een andere manier, maar die leeft, die mensen van alle eeuwen en alle plaatsen bezielt, bij elkaar brengt, dat hij ook een zin en een zending geeft aan het leven van mensen en aan een gemeenschap. In de kern is dat een keuze voor Jezus Christus, het evangelie en de kerkgemeenschap. Goed, je begint daaraan met veel ideaal, net zoals in een huwelijk, of in een beroepsleven. Dat moet ook de proef van de tijd doorstaan. In elke levenskeuze begin je met een soort droom en edelmoedigheid maar dan moet je met je keuze en je engagement de tijd overleven. Dat moet je als priester ook doen. Ikzelf kom uit een landbouwersgezin. Dat is een leven dicht bij de natuur, dicht bij de buren, dicht bij het dorp en dat had inderdaad iets landelijk en ongecompliceerd. Ik ben het seminarie binnengegaan in Brugge. Als student heb ik daar 5 jaar seminarie gedaan, en heb dan nadien 15 jaar les gegeven, dus 20 jaar in Brugge gewoond, dat is toch al een deftige stad. Dan ben ik van Brugge naar Rome overgeplaatst, heb ik 12 jaar in Rome gewoond en gewerkt, dat is toch al een maat groter. Dat is echt een wereldstad. Van Rome naar Antwerpen was geen schok meer, in Rome heb je alles gezien wat een stad kan bieden aan zorgen en aan vreugde, dus die overgang van de stad Rome naar de Stad Antwerpen was niet groot. Wat wel een stap is dat Antwerpen voor mij nieuw was.

Page 23: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 23

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

Het feit dat ik van West–Vlaanderen kwam, en West-Vlaanderen kende, was Antwerpen als stad en provincie nieuw, die kerkgemeenschap was nieuw. Het was terug van nul opnieuw herbeginnen, leren kennen. WELK BELEID WILDE U INITIEEL UITWERKEN HIER IN ANTWERPEN? De verantwoordelijk-heid speelt zich af op diverse niveau’s. Er is het niveau van het dagelijkse beleid en bestuur. De bisschop is de sleutelsteen, een beetje zoals een rector op de universiteit of als een gouverneur in de provincie. De sleutelsteen van een administratief geheel. Je moet zorgen dat de zaken goed beheerd worden. Dat benoemingen gebeuren, dat mensen opgeleid worden. Dat de financiële middelen binnenkomen en op de gepaste plaats terecht komen. De hele administratieve kant, daar gaat nogal wat tijd in. Aan de andere kant, het niveau eronder is voor mij van meer vitaal belang, alhoewel ik daar niet evenveel tijd kan insteken. De kerk is een geloofsgemeenschap. Die leeft van een geloof. Je moet dus ook mee als bisschop dat geloof voeding geven, inspiratie doorgeven, visie doorgeven, daar leeft een gemeenschap van. En waar de eerste uitdaging van de kerk voorstaat, is juist die visie van het christelijk geloof en het enthousiasme voor het evangelie en de geloofwaardigheid waar die gemeenschap voorstaat, om daaraan te werken. Dus op dat diepere niveau liggen de grootste taken en de grootste uitdagingen. VINDT U DAT MEDIA DE KERK DEMONISEERT? Ik stel mij geen vragen bij de media in het algemeen, wel bij hoe bepaalde journalisten bij bepaalde media met de zaak zijn omgesprongen. Daar heb ik vragen bij, ja. Aan de andere kant moeten ze elke dag nieuws brengen en spelen dus kort op de bal. Ik begrijp het wel dat als er zo’n probleem als dat van het kerkelijk misbruik zich aandient, zei daarop springen. Ook moet ik zeggen dat mijn ervaringen met de media niet zo slecht zijn. Integendeel. Ik heb ondervonden dat

als je aan journalisten een eerlijk antwoord geeft, in een klare taal en op het goede moment, zij dat ook waarderen. Je mag niet bang zijn van de vragen. Ergens vertolken de media de vragen waar ook de bevolking mee zit. Je kan moeilijk in gesprek gaan met iedereen dus het gesprek met de media is een plaatsvervangend gesprek met heel de bevolking. Je mag de vragen niet ontwijken, je mag lastige journalisten niet ontwijken, maar je moet proberen eerlijk te antwoorden. Als ik iets weet dan weet ik het, als ik iets niet weet, dan weet ik het niet. Wat je kan zeggen moet je zeggen, wat je niet kan zeggen, moet je dan ook niet zeggen. Je moet eerlijk en correct zijn. Tot nu toe is mijn aanvoelen dat dat globaal genomen ook gewaardeerd is. OP TERZAKE LEEK U MIJ NOGAL GEPIKEERD OVER DE VRAAGSTELLING VAN MEVR. COOLS? Ik ben verrast geweest omdat ze voor ze aan de vragen begonnen, beelden toonden waarvan ik niet wist dat ze ze zouden tonen. Dat ze met die beelden zouden beginnen. Je weet dat dat kan gebeuren. Goed, ik ben daar niet gepikeerd door geweest. Ik heb geprobeerd ook daar, je mag ook niet bang zijn, om daar correct op in te spelen. Als ik vond dat het beeld dat ze schetsten niet helemaal correct was, heb ik dat ook gezegd. Maar ik heb me daar niet gepikeerd gevoeld. Je moet de vraag oppakken. Een interview zoals dat in Terzake is een dans met twee. De een moet het hebben van z’n vragen, de ander moet het hebben van z’n antwoorden en je bent op elkaar aangewezen. Dat is een dans met twee die je moet durven aangaan. VOLGENS AARTSBISSCHOP LEONARD MOETEN WE NAAR EEN UITGEZUIVERDE KERK, VOLGT U DIE STELLING? Goed. Christenen hebben een ideaal, en we mogen niet bang zijn om ons het ideaal blijven voor te houden. Het is alleen maar dat als je naar een ideaal durft opkijken dat je groeit. Ergens, een

Page 24: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 24

ethische reflectie, een evangelisch ideaal mogen er staan. En door de lat wat hoger te leggen, groei je ook. Plus est en vous, het is maar met omhoog te kijken dat je groeit, dat je jezelf kan overstijgen. Van de andere kant, en dat is dan ook mijn punt. Je werkt met mensen, en je werkt met gewone mensen. De kerk is er niet voor andere mensen dan diegene die hier nu in het bisdom Antwerpen wonen. En gewone mensen, dat begint niet bij anderen, dat begint bij jezelf. Die tocht door het mens zijn, door menselijke ervaringen heen moeten, de afstand tussen ideaal en werkelijkheid, tussen wie je bent en wat je zou willen zijn. Tussen menselijkheid en groeien in meer menselijkheid, dat is een spanningsveld waar je instaat. De vraag is altijd, waaraan meet je mensen? Meet je met – bij manier van spreken – hoe ver de afstand is met de hoogste sport van een ladder of meet je van de stap die men al gezet heeft, en elk stapje hoger is winst. Dat is een meer pedagogisch denken, dat mij meer verwant is dan het meten van de afstand van het ideaal. Er moet wel ruimte zijn om te groeien. Mensen moeten geappelleerd worden op wat in hen zit. Dat is evengoed waar voor iemand die graag voetbal speelt, of iemand die muziek speelt, het is maar door naar een goede ploeg te gaan kijken je goesting zult krijgen voor goed voetbal. Het is maar door naar goeie muziek te luisteren dat je je instrument dat je speelt, beter zal spelen. Hetzelfde is ook waar in geloven. Het is maar door naar Bach en Beethoven te luisteren – om eventjes in mijn sector te blijven - dat je muzikaal gehoor verfijnt, dat je kennis van wat echte muziek is op punt wordt gezet en dat als je muzikant bent, je zult streven naar iets hoger. Hoe zou je weten dat je naar omhoog kunt, als je niet naar de wolken kijkt? Aan de andere kant, het gaat ook altijd over groei. Groei binnen een gegeven menselijkheid met de potentialiteit die mensen meehebben en je moet dus ook realistisch zijn, menselijk zijn in hoe je het aanbrengt en hoe je mensen uitnodigt. DUS GEEN ZUIVERE, MAAR EEN MEER DYNAMISCHE KERK?

Dynamische kerk vind ik beter gezegd dan een zuivere kerk, want een zuivere kerk, daar geloof ik niet in. Een zuivere mensheid bestaat niet, evenmin als een zuivere kerk niet bestaat. De les uit het misbruikverhaal is ook, de kerk is een plaats waar je moet kunnen groeien, waar je moet kunnen worstelen met een ideaal. Maar waar ook barmhartigheid moet zijn voor vallen en opstaan. Als we nu een beeld ophangen van een kerk die te hoog boven de realiteit zweeft, dan komt er een moment waar we met z’n allen met onze neus op de grond vallen. Men moet vaststellen dat een kerkgemeenschap ook een gemeenschap van mensen is. U SPREEKT OVER EEN KERK DIE MOET KUNNEN GROEIEN, MAAR ALS DE KERK ZAL WILLEN BLIJVEN WEGEN OP DE MAATSCHAPPIJ, ZAL ZE DAN BEPAALDE STANDPUNTEN ZOALS ER ZIJN ABORTUS, HOMOHUWELIJK, CELIBAAT NIET MOETEN AANPASSEN? ZICH MINDER CONSERVATIEF OPSTELLEN? Daar zit je in de discussie of dat nu progressief of conservatief is. Dat wil ik nu in het midden laten, maar het ethisch debat moet wel blijven worden aangegaan. En het ethisch debat bevat altijd een moment van confrontatie waarin je je niet zomaar gewonnen geeft aan de feitelijkheid. En de feitelijkheid confronteert met een geheel van waarden, een ideaal van menselijkheid of van grote menselijkheid. Wat vaak ook niet zomaar in de lijn ligt van de gegevenheid of van de maatschappelijke evidenties van vandaag. Inherent aan het ethische debat is een moment van confrontatie. Daarvoor dient dat debat. Rond abortus, zeker vanuit de christelijke gemeenschap zit daar een heel klare optie die niet evident is, die niet modieus is, maar de heel fundamentele optie ter bescherming van het leven vanaf z’n allereerste begin, nog voor de geboorte, vanaf er potentieel menselijk leven aanwezig is. Daarvan zeggen wij als christelijke gemeenschap. Dat verdient een maximale bescherming, niet alleen voor de individuele moeder die dat individueel in zich draagt, maar ook vanwege de

Page 25: Cedrus | 2011-12 | 1

Pagina 25

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

samenleving. Want ook de samenleving is geroepen menselijk leven te beschermen. Dan zitten wij met een standpunt dat vandaag niet zo gemakkelijk ligt in een Westerse wereld. Het moreel debat zal altijd een steen in de schoen zijn. Het ethisch debat is er net om iets onbehaaglijks te scheppen rond bepaalde evidenties. ER ZIT DUS STORING OP DE LIJN KERK – MENS? Er zitten storingen op de lijn, dat is zeker. Maar zo’n groot geheel als de kerk op een lijn brengen, dat is niet gemakkelijk. Om een gestroomlijnde aanpak en gestroomlijnde communicatie over de grote vragen te hebben voor verschillende continenten is niet gemakkelijk. We hebben ook goede communicatoren gehad. Johannes Paulus II was daar een van. Voor de ziekte van Parkinson hem in zijn macht kreeg, de eerste 10 – 15 jaar van zijn pontificaat is hij de wereld rondgetrokken. Er stond iemand met een boodschap, met een uitstraling die wereldwijd bekeken en beluisterd werd. Hier in België hebben we kardinaal Danneels. Op zijn manier gaat hij toch goed om met media en het brede publiek. De manier en de kwaliteit van de communicatie hangt voor een stuk ook samen met de boodschap. In een geseculariseerde tijd waarin God en al wat met het Goddelijke te maken heeft ergens heel ver weg zit, kan je moeilijk van een religieuze taal iets populair maken. Ergens wil je een product aan de man brengen waar de vraag heel klein naar geworden is. VOLGENS MIJ IS DE VRAAG NAAR ‘IN IETS GELOVEN’ IN ESSENTIE NIET KLEINER GEWORDEN, MAAR VINDT DE KERK OP DIT MOMENT OP DIE VRAAG MOEILIJK EEN ANTWOORD. Dat is juist. De vraag is er nog. Zeker op de kritische momenten van het leven. Zeker als het te maken heeft met diep menselijke ervaringen, die raken altijd aan de religieuze vraag. Of dat nu

geboorte of sterven is, liefde en trouwe, evengoed als pijn om verlies en breuk. De intense menselijke ervaringen raken aan de religieuze vraagstelling. Als je de religieuze vraag op zo’n moment kan bespreekbaar maken, dan voel je dat er terug iets naar boven komt. Maar daar de taal, de riten, de gebaren voor vinden, dat is inderdaad niet gemakkelijk. Het klopt dat de kerk nog werkt met een oud arsenaal. We werken soms een beetje met een vicieuze cirkel. Hoe minder jongere personen er zijn in je kader om daarmee om te gaan, hoe moeilijker het ook wordt om aansluiting te vinden met een jongere generatie. Het kan soms voldoende zijn een jongere persoon te vinden die er wel voor gaat omdat die dan in hun kring weer een opwaartse spiraal zouden kunnen wekken. MOET HET CELIBAAT WORDEN AFGESCHAFT? Opnieuw 2 zaken. Ik blijf geloven in de waarde van het ongehuwd leven omwille van het evangelie, het geloof en de kerkgemeenschap. Dat kan je leven vullen. Helemaal en in al zijn registers. Zowel op niveau van gevoel, van inzet, van relaties, van vrienden. Het schept ook een eigensoortige vrijheid, beschikbaarheid waarvan prachtige voorbeelden uit de geschiedenis van bestaan. Kijk naar een Damiaan, naar een Moeder Theresa die heel hun leven in teken van de kerk hebben gesteld. Jezus Christus is iemand die iemand met zijn gehele leven mag roepen. Iemand voor wie je dat huwelijk mag laten staan. En dit soort roeping en levenskeuze is van alle tijden en van alle eeuwen. Er zijn heel veel eeuwen geweest waarin die levenskeuze niet evident was en waarin er meer problemen waren met het celibaat, dan goeie voorbeelden. Men doet soms alsof dat in de vorige eeuwen altijd een evidentie geweest is, maar dat was het niet. Aan de andere kant zou ik ook blij zijn als ik een aantal gehuwde mannen priester zou kunnen wijden. Dat zou een aanvulling, een verrijking kunnen zijn voor ons pastoraal kader. Die zouden dat goed kunnen doen, zouden een eigen aanbreng kunnen hebben. Ik zie ook geen contradictie tussen gehuwd zijn en de

Page 26: Cedrus | 2011-12 | 1

CEDRUS

Pagina 26

mogelijkheid om priester te worden. Er zijn grote stukken van de katholieke kerk in Oost-Europa waar de kerk altijd gehuwde priesters heeft gehad. Het Westen is al heel vroeg een eigen koers gaan varen, al sinds de 3e of 4e eeuw. MOET HET CELIBAAT EEN VRIJE KEUZE ZIJN? Men kiest er vrij voor priester te worden, dus ook voor het celibaat. Maar het is niet omdat men er vrij voor kiest dat er geen problemen zijn. Dat is evenmin zo in relaties of in een huwelijk. Je zou kunnen zeggen, laat ze kiezen. De twee mogelijkheden zouden een verrijking kunnen zien. ZOU DE AFSCHAFFING VAN HET CELIBAAT EEN MANIER ZIJN OM MEER PRIESTERS AAN TE TREKKEN? Dat weet ik niet. Ik zou ervoor zijn als het kan, maar je moet realistisch zijn, ik ben er niet van overtuigd dat er daardoor plots heel veel roepingen zouden zijn. Het probleem komt van dieper. Het probleem zit niet direct op het niveau van huwen of niet huwen maar op het niveau van het geloof, met levenskeuze. Waag je je aan een levenskeuze voor het evangelie en voor de kerkgemeenschap. De problematiek zit op dat niveau. Het is niet omdat het gehuwde priesters zijn dat je er geen problemen meer mee hebt. Heb je gehuwde priesters dan haal je de problemen van gehuwde binnen, heb je ongehuwde priesters, haal je de problemen van de ongehuwden binnen. Dat is het leven. Je moet het celibaat niet afschaffen om geen problemen meer te hebben. Iedere levensstaat heeft zijn uitdaging.

HOE HEEFT U HET AFGELOPEN JAAR BELEEFD? Als een moeilijk jaar. Ik zit nog in een verkenningsfase van een groot bisdom. Antwerpen is toch een van de grotere bisdommen van België. Antwerpen, de tweede stad van België, de Kempen, dat zijn toch de blauwe heiden van een eeuw geleden niet meer hé. Het is een heel actief, dichtbevolkt gebied. Dat leren kennen, de mentaliteit, de werking, de zorgen. Dat is een verkenningstijd die nog duurt. Dan is het misbruikprobleem ertussen gekomen. Wat praktisch alleen al in de agenda heel veel tijd gevraagd heeft en wat ook mentaal met heel veel energie gaat lopen. Het heeft het toch extra zwaar gemaakt.

Page 27: Cedrus | 2011-12 | 1

Studentenblad Christendemocratische Studenten

Afdeling Antwerpen

Pagina 27

LID WORDEN Wens je op de hoogte gehouden te worden van onze activiteiten, wil je de christendemocratie ontdekken, wil je mee discussiëren over onze ideologie en de huidige politiek of ben je simpelweg een sympathisant, dan kan je lid worden van de Christendemocratische Studenten Antwerpen. Hoe word je lid? Door simpelweg te surfen naar http://www.cdsantwerpen.be/site/index.php/word-nu-lid of een bestuurslid aan te spreken. Een lidkaart kan de jouwe zijn voor slechts de kleine kost van 5 euro !

ERELEDEN De werking van CDS Antwerpen zou niet mogelijk zijn zonder de steun van al haar ereleden. Daarom zetten we hen hier in de verf! Wenst u ook erelid te worden van CDS Antwerpen? Dit kan door een bijdrage van € 50,00 te storten op het rekeningnummer (IBAN) BE12 7350 2946 9392. Wij danken onze ereleden :

Philip Heylen, peter

Marc Van Peel, peter

Jan Huyghebaert, oprichter

Sam Voeten, heroprichter

Boudewijn Muts

Dirk De Kort

Edwin De Cleyn

Elke Tindemans

Kris Peeters

Lawrence Vancraeyenest

Ludwig Caluwé

Lukas Jacobs

Marc Wellens

Marianne Thyssen

Nahima Lanjri

Nick Robyn

Ward Kennes

Page 28: Cedrus | 2011-12 | 1