blok 1...ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. het themaonderwijs / pedagogiek...

55
1 Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2019-2020

Upload: others

Post on 30-Jan-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

1

Amsterdams onderwijs in beeld

Studiewijzer Pabo Voltijd

Blok 1.1

2019-2020

Page 2: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 2 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Inhoud

BLOK 1.1 | DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD ................................................................ 3

HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT? .................................................................................................................. 4

HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN PABO HVA - EEN OVERZICHT VAN DEZE STUDIEWIJZER ............................................................ 4

BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING BLOK 1.1 VT ...................................................................................... 6

HOOFDSTUK 1.| THEMAONDERWIJS - PEDAGOGIEK .............................................................................................. 7

HOOFDSTUK 2.| BEROEPSOPDRACHT – AMSTERDAMSE LEERKRACHTEN IN BEELD ............................................... 9

HOOFDSTUK 3.| KENNIS EN VAARDIGHEDEN - DE VAKCOLLEGES ........................................................................ 13

NEDERLANDS 1.1: HET KINDERBOEK OP DE BASISSCHOOL ..................................................................................................... 14

NEDERLANDS: EIGEN VAARDIGHEID NEDERLANDS ............................................................................................................... 18

REKENEN EN WISKUNDE: HELE GETALLEN ONDERBOUW ........................................................................................................ 20

REKENEN EN WISKUNDE: EIGEN VAARDIGHEID .................................................................................................................... 22

MENS & WERELD: BASISDIDACTIEK BIOLOGIE ................................................................................................................... 23

MENS & WERELD: BASISDIDACTIEK GESCHIEDENIS ............................................................................................................. 25

MENS & WERELD: INTRODUCTIE EN BASIS(VAK)DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE .......................................................................... 28

MENS & WERELD: ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN ICT .............................................................................................. 30

KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE: MUZIEK .............................................................................................................................. 31

KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE: BEELDENDE VORMING ........................................................................................................... 33

KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE: VAKOPDRACHT 1.2 BEELDENDE VORMING & MUZIEK ................................................................. 35

CULTUURPROJECT 1: CULTUUR EN IK ................................................................................................................................ 37

HOOFDSTUK 4. | DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS ................................................................................. 40

HOOFDSTUK 5. | PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING ..................................................................... 42

HOOFDSTUK 6. | PRAKTISCHE INFORMATIE......................................................................................................... 45

BIJLAGE 1. | BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT 1.1 - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD .......... 47

BIJLAGE 2. | BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT NEDERLANDS 1.1 ........................................................ 48

BIJLAGE 3. | BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT KO 1.2 ........................................................................ 50

BIJLAGE 4. | BEOORDELINGSFORMULIER CULTUURPROJECT VT 1.4 ..................................................................... 53

BIJLAGE 5. | DE TAALNORM VAN PABO HVA ....................................................................................................... 54

Page 3: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 3 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BLOK 1.1 | Dit is Amsterdam! - Amsterdams onderwijs in beeld

INLEIDING - Welkom in Amsterdam. Dit is de stad waar je wordt opgeleid tot leerkracht basisonderwijs. Niet alleen

in het Kohnstammhuis van de HvA, maar vooral ook in al die Amsterdamse basisscholen. In deze scholen wordt de

basis gelegd voor de toekomst van een nieuwe generatie Amsterdammers. Meesters en juffen zijn daarin

onmisbaar. Zij dragen bij aan de ontwikkeling van kinderen door hen kennis, vaardigheden en een goede houding

te laten verwerven. Zij spreken kinderen aan op hun talenten en mogelijkheden en laten kinderen dingen leren die

zij zelf niet voor mogelijk hadden gehouden. Zij hebben oog voor alle kinderen in de klas en steken hun nek uit

voor kinderen die extra steun in de rug nodig hebben. Deze meesters en juffen creëren zo’n sfeer in de klas dat

kinderen met plezier naar school komen en zin hebben om te leren.

Zo’n meester of juf word jij ook. De komende vier jaar werk je samen met medestudenten, docenten en

leerkrachten in de Amsterdamse basisscholen om dat te bereiken. De lat ligt hoog. De Amsterdamse kinderen

verdienen de beste leerkrachten. Maar wat weet jij eigenlijk al van het Amsterdamse basisonderwijs en van die

duizenden Amsterdamse kinderen? Meestal heb je nog een redelijk goed beeld van je eigen basisschool. Van de

vakken die je leuk vond, of juist niet. Van de leerkrachten waarover je enthousiast was, of juist niet. Maar heb je

ook een goed beeld van hoe het er op andere basisscholen aan toe ging? Op welke manier het onderwijs daar

werd vormgegeven?

In dit eerste blok maak je kennis met de diversiteit van het Amsterdamse basisonderwijs. Je maakt kennis met de

diversiteit aan kinderen, hun sociaal-culturele achtergronden en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Ook ga

je jezelf verdiepen in de verschillende rollen van de leerkracht. Als leerkracht geef je niet alleen les, maar je bent

bijvoorbeeld ook medeopvoeder van de kinderen in jouw klas, je ontwerpt eigen onderwijs, je maakt onderdeel uit

van een team van leerkrachten.

Page 4: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 4 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Hoe ziet de opleiding op hoofdlijnen eruit?

Je bent nog maar net begonnen aan deze opleiding. Alles is nog nieuw. Bekijk hier het grotere plaatje van jouw

opleiding met alle thema’s per blok op een rij, zodat je weet wat je de komende vier jaar ongeveer kunt

verwachten.

1 Kennismaken met onderwijs en met de stad Amsterdam Kind in de grote stad / Leerkracht in de grote stad

1.1 Amsterdams onderwijs in

beeld

1.2 Lesgeven over Amsterdam 1.3 Leren door te spelen 1.4 Basisonderwijs in Nederland,

toen en nu

Praktijk Bovenbouw Bovenbouw Onderbouw (accent groep 1 en 2) Onderbouw (accent groep 1 en 2)

2 Differentiatie in opvoeden en onderwijzen Kinderen leren op verschillende manieren

2.1 Leren en ontwikkelen

stimuleren

2.2 Diversiteit: contact en

communicatie

2.3 Leren in en met de groep 2.4 De wereld verkennen: kinderen

leren verschillend

Praktijk Onderbouw (accent groep 3 en 4) Onderbouw (accent groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw

3 Hanteren van verschillen tussen kinderen in onder-/ bovenbouw Minor

3.1 Hanteren van verschillen tussen

kinderen in de groep, in onder- c.q.

bovenbouw

3.2 Omgaan met verschillen:

Samenwerken met ouders en

deskundigen in en buiten de school

Praktijk Bouw profilering leeftijdsgroep Bouw profilering leeftijdsgroep

4 Verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep Voorbereiden overgang naar het werkveld

4.1 Eigen (LiO)-groep:

verantwoordelijkheid nemen voor

het leerproces van kind en groep

4.2 (Eigen) onderwijs ontwikkelen

en verantwoorden

4.3 Afstuderen / voorbereiden

overgang naar het werkveld

4.3 Afstuderen / voorbereiden

overgang naar het werkveld

Praktijk LIO-1 LIO-1 LIO-2 LIO-2

Het onderwijsprogramma van Pabo HvA - Een overzicht van deze studiewijzer

Ieder blok wordt het onderwijs op de pabo verzorgd rondom een specifiek thema. Voor het komend blok is dat

Amsterdams onderwijs in beeld. Met deze studiewijzer geven we je graag een overzicht van wat je dit blok allemaal

kunt verwachten.

Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit

hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het blok wordt getoetst in de thematoets (zie

hoofdstuk 1 van deze studiewijzer).

Daarnaast werk je het gehele blok aan een beroepsopdracht. Deze opdracht vormt de schakel tussen de kennis en

vaardigheden die je tijdens de colleges opdoet en de praktische toepassing van die kennis voor de klas. Het

beroepsproduct dat je aan het eind van het blok inlevert, heeft altijd een directe link met het werken in de klas en

in de school (zie hoofdstuk 2).

De vakinhoudelijke kennis en vaardigheden staan ook in het teken van het blokthema. Je volgt vakcolleges en je

oefent je vaardigheden in de verschillende vakdomeinen. In hoofdstuk 3 zijn alle vakken die je dit blok gaat volgen

uitgebreid beschreven, alsmede de literatuur die je ervoor nodig hebt, en alle andere relevante informatie.

Let op: het is van belang dat je weet dat sommige, verschillende vakken vallen onder dezelfde SIS-code, die steeds

als één eenheid worden getoetst. Aan het begin van hoofdstuk 3 van deze studiewijzer leggen we dat uit.

We starten zo snel mogelijk met het stage lopen in de échte praktijk van het basisonderwijs. Al in de derde

lesweek begin je daar mee en wel (onder voorbehoud dat het praktisch geregeld kan worden op jouw stageschool)

Page 5: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 5 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

in de bovenbouw. Alle informatie over de praktijk vind je in de praktijkgids (die is te downloaden via intranet),

maar in deze studiewijzer worden de belangrijkste zaken rondom de praktijk voor komend blok in hoofdstuk 4 nog

even voor je op een rij gezet.

Tijdens de persoonlijke professionele ontwikkeling (PPO, hoofdstuk 5 van deze studiewijzer) word je begeleid

door je kerndocent. Deze ondersteunt je bij het uitvoeren van de beroepsopdracht, ziet toe op je studievoortgang

en helpt je om systematisch terug te kijken op je praktijkervaringen en wat daarvan valt te leren met het oog op je

professionele ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs.

Page 6: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 6 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing blok 1.1 VT

Hieronder vind je een samenvatting van het studieaanbod en de wijze van toetsen van blok 1.1.

Uitgebreide informatie (b.v. over de toetsstof en de omschrijving van de opdracht) vind je in deze studiewijzer bij

het betreffende studieonderdeel.

Let op: sommige studieonderdelen (zoals Persoonlijke professionele ontwikkeling) worden wel aangeboden, maar

pas aan het eind van het volgende blok getoetst en in studiepunten ‘verzilverd’.

BLOK 1.1 VT - STUDIEPROGRAMMA & TOETSING 2019-2020

COLLEGES

Door

TOETSING STP. TOETSVORM TOETSMOMENT HERKANSING

Pedagogiek Themalijn

Werkcolleges

Vakdocenten pedagogiek

Thematoets 1.1 3

Multiple choice

40 vragen

Toetsperiode

blok 1

Toetsperiode

blok 2

Vakcolleges

Nederlands

Vakdocenten Nederlands

Vakopdracht

Nederlands 1.1 2

Verslag

(zie voor de specifieke eisen de

opdracht in de studiewijzer)

Beoordeling door vakdocent

a.d.h.v. beoordelingsformulier

Toetsperiode

blok 1

Toetsperiode

blok 2

Werkcolleges

Practica

Beroepsopdracht

Kerndocent Beroepsopdracht 1.1 2

Verslag

(zie voor de specifieke eisen de

opdracht in de studiewijzer).

Beoordeling door andere

kerndocent a.d.h.v.

beoordelingsformulier

Toetsperiode

blok 1

Toetsperiode

blok 2

Stage

Schoolopleider

Stagementor Praktijk 1.1 3

Stagebeoordeling

Beoordeling door

schoolopleider a.d.h.v.

beoordelingsformulier

Toetsperiode

blok 1

Toetsperiode

blok 2

Eigen vaardigheid

Rekenen/wiskunde 1.1

Vakdocenten rekenen

Eigen vaardigheid

Rekenen/wiskunde

1.1 1

Wiscat-toets Toetsperiode

blok 1

Zie toetsrooster

Eigen vaardigheid

Nederlands 1.1

Vakdocenten Nederlands

Eigen vaardigheid

Nederlands 1.1 1

Pabo HvA-taaltoets Toetsperiode

blok 1

Zie toetsrooster

TOTAAL AANTAL STUDIEPUNTEN BLOK VT 1.1 12

Tot slot: in hoofdstuk 6 van deze studiewijzer hebben we alle praktische informatie voor je op een rijtje gezet,

zoals een kalenderoverzicht van dit blok, een overzicht van handige en belangrijke internetsites, de BSA-norm, een

overzicht van het vereiste taalniveau, etc.

Page 7: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 7 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

HOOFDSTUK 1.| Themaonderwijs - pedagogiek Sis-code: Pedagogiek Themalijn 1.1 TS

INLEIDING

In dit blok maak je kennis met de (super)diversiteit van het Amsterdamse basisonderwijs. Je ontdekt dat er grote

verschillen zijn tussen kinderen, onder andere op het gebied van sociaal-culturele achtergronden en

ontwikkelingsniveau. Je leert over de basisbehoeften van leerlingen en hoe je door middel van goed

klassenmanagement voorwaarden voor succesvol onderwijs kunt scheppen. Je leert hoe een (methode) les

opgebouwd is en wat de verschillende lesfasen inhouden.

Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van de reeks?

• Je kunt definiëren wat adaptief onderwijs is en je weet wat de drie psychologische basisbehoeften relatie,

competentie en autonomie inhouden.

• Je weet op welke manieren je door middel van klassenmanagement de voorwaarden voor succesvol onderwijs

kunt scheppen.

• Je kent enkele manieren om het pedagogische klimaat te beïnvloeden.

• Je weet welke informatie nodig is om de beginsituatie van je klas te beschrijven voor een lesvoorbereiding. Bij

het beschrijven van die beginsituatie kan je informatie over de leef- en belevingswereld van je leerlingen

betrekken.

• Je kent de begrippen beginsituatie, lesdoel en lesinhoud in een lesvoorbereiding. Je kunt de inleiding, de kern

en het slot van een (methode) les herkennen en je weet wat elke lesfase inhoudt.

• Je herkent de eerste vier competentiegebieden leerkracht basisonderwijs in de praktijk van de basisschool.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

Les 1. Het pedagogisch klimaat in de klas

In dit college leer je wat het ‘pedagogisch klimaat’ van een klas is en hoe je als leerkracht het pedagogisch klimaat kunt beïnvloeden. We behandelen de theorie van adaptief onderwijs en gaan in op drie psychologische basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. We vertalen deze begrippen naar de praktijk van jouw klas.

Voorbereiding:

Je bestudeert: Eijkeren, M. van (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Hoofdstuk 4

Les 2. Klassenmanagement

Doelmatig klassenmanagement is een voorwaarde voor succesvol onderwijs. In dit college behandelen we wat er allemaal komt kijken bij klassenmanagement en we leggen het begrip ‘preventieniveau 1’ uit. We zoomen in op onderdelen van je klassenorganisatie zoals de inrichting van je klas en de regels.

Voorbereiding:

Je bestudeert: Van Eijkeren (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Hoofdstuk 11.1 en 11.2.

Les 3. Kinderen begeleiden

Je bent nu (bijna) begonnen met je stage; op welke aspecten van klassenmanagement en pedagogisch klimaat kan je als eerste gaan letten? We gaan in op praktische zaken zoals bijvoorbeeld de lesstart (orde nemen) of het geven van beurten, het stellen en handhaven van regels en het werken aan een positieve relatie met je leerlingen.

Voorbereiding:

Je bestudeert: Eijkeren, M. van (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Hoofdstuk (4 herhalen eventueel) 5 en 6 en paragraaf 9.2

Page 8: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 8 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Les 4. De verschillende leef- en belevingswerelden van kinderen en de invloed daarvan op het onderwijs

In deze les worden de begrippen leefwereld en belevingswereld behandeld en gaan we in op de invloed hiervan op het onderwijs. Als je de leefwereld en de belevingswereld van je leerlingen kent, kan je hierop je onderwijs afstemmen. In deze les gaan we bij gegeven lesdoelen een beginsituatie vaststellen. Om deze informatie te verzamelen zal je de komende periode met de kinderen gaan praten en ze gaan observeren, ook daarover gaat deze les.

Voorbereiding:

Je bestudeert:

Van Eijkeren (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Hoofdstuk 1.

Hooijmaaijers, T., Stokhof, T., & Verhulst, F. (2019). Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs. Paragraaf 2.3.1 leefwereld en 2.3.2 belevingswereld

Les 5 ; Voorbereiden van een les De manier waarop de leerkracht de kinderen in zijn klas iets leert, hun ontwikkeling stimuleert, wordt didactiek genoemd. Een goede lesvoorbereiding verhoogt de kwaliteit van je les. Daarom gaan we deze les aandacht besteden aan het voorbereiden van een les. Je leert de inleiding, de kern en het slot van een (methode) les herkennen en je weet elke lesfase inhoudt.

Voorbereiding: Van Eijkeren (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden.

Hoofdstuk 8.1 en 8.2 , 9.1

Les 6. De competenties van de leerkracht

Een leerkracht basisonderwijs heeft veel verschillende rollen en taken. Je hebt in de lessen hiervoor al kennis gemaakt met de didactische rol (goed les kunnen geven) en de pedagogische rol (de leerkracht is ook opvoeder).

Deze en de overige rollen worden in deze les toegelicht met behulp van de competentiematrix.

Voorbereiding:

Bekijk de competentiematrix leerkracht basisonderwijs in de praktijkgids. https://extranet.mijnhva.nl/nl/stage_werkplekleren/pabo/Paginas/Praktijkgids.aspx

Bekijk een toelichting op de 7 competenties op: https://wij-leren.nl/SBL-competenties-leerkracht-primair-onderwijs.php

Toetsing

Tentamen (meerkeuzevragen). Op basis van 40 vragen en vier antwoordmogelijkheden, wordt de toets als

voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is.

Literatuur

• Collegestof en artikelen aangeboden tijdens de lessen en op Brightspace.

• Eijkeren, M. Van (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

• Hoofdstuk 1: Observeren

• Hoofdstuk 4: Pedagogisch klimaat: in de groep

• Hoofdstuk 5: Kinderen begeleiden: relatie

• Hoofdstuk 6: Kinderen begeleiden: autonomie en competentie

• Hoofdstuk 8.1 Drie niveaus van didactische vormgeving

• Hoofdstuk 8.2 Didactisch analysemodel van Van Gelder

• Hoofdstuk 9.1: Onderwijssituatie: voorbereiding van een onderwijsleersituatie.

• Hoofdstuk 9.2: Onderwijs geven

• Hoofdstuk 11.1: Klassenmanagement

• Hoofdstuk 11.2: Inrichting klaslokaal

Page 9: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 9 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

HOOFDSTUK 2.| Beroepsopdracht – Amsterdamse leerkrachten in beeld

Sis-code: Beroepsopdracht 1.1

INLEIDING Je oriënteert je op het Amsterdamse basisonderwijs en je verdiept je de leef- en belevingswereld van kinderen. Je houdt een interview met de stagementor en observeert zijn handelen in de klas. Hierdoor vorm je je een beeld van de eerste vier competenties van de leerkracht basisonderwijs. Door middel van twee deelproducten werk je toe naar een eindproduct waarin de kinderen en de stagementor van deze Amsterdamse basisschool centraal staan.

Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen?

• Je kunt vanuit kennis over de eerste vier competentiegebieden een interview structureel voorbereiden en

uitvoeren.

• Je kunt de visie van de stagementor op de eerste vier competentiegebieden beschrijven en onderbouwt deze

met voorbeelden uit de onderwijspraktijk.

• Je kent het verschil tussen de leefwereld en de belevingswereld van kinderen.

• Je kunt de samenvatting van het interview over leef en belevingswereld van twee kinderen in beeld brengen.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

Bijeenkomst 1

Wat wordt er van een leerkracht verwacht? Waar moet een

leerkracht aan voldoen? In deze les verdiepen we ons in de

competenties voor de leerkracht basisonderwijs. Wat houden de

competenties in en hoe herken je ze in de praktijk?

Neem je laptop mee naar de bijeenkomst.

Lees de beschrijving van de beroepsopdracht in de studiewijzer voor

blok 1.1. Noteer de vragen die je hebt zodat je deze kunt bespreken

met je kerndocent.

Bijeenkomst 2

Als onderdeel van deze beroepsopdracht interview je jouw

stagementor over de eerste vier competentiegebieden van de

leerkracht basisonderwijs. Tijdens deze bijeenkomsten bespreken we

wat er allemaal komt kijken bij het uitvoeren van een interview. Op

basis hiervan ga je aan de slag met de voorbereiding van het interview

met jouw stagementor. Je kiest een aantal aspecten uit de

competenties die je in je interview wilt verwerken. Daarnaast krijg je

informatie over het maken van een infographic.

Maak voor elk van de eerste vier competentiegebieden een aantal

concept interviewvragen en breng deze mee naar de bijeenkomst

Zoek op internet naar drie voorbeelden van een infographic over het

basisonderwijs en breng het beste voorbeeld mee naar de

bijeenkomst.

Bijeenkomst 3

In deze bijeenkomst ga je met medestudenten in gesprek over

verschillen en overeenkomsten tussen de kinderen in de

Amsterdamse basisscholen, jezelf en medestudenten met betrekking

tot leef- en belevingswereld.

Je bereidt in de les vervolgens een interview voor met twee kinderen

uit jouw stageklas. Het doel van het gesprek is de leef- en

belevingswereld van twee kinderen te onderzoeken. In de stageweek

ga je deze gesprekken voeren.

Page 10: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 10 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Bijeenkomst 4

We oefenen met het voeren van een interview met kinderen en

leggen de laatste hand aan de interviewleidraad.

Bijeenkomst 5

Tijdens deze bijeenkomst bespreken we deelproduct 1.

Neem alles wat je voor deelproduct 1 hebt gemaakt mee naar deze

bijeenkomst, zodat medestudenten feedback kunnen geven.

Zorg dat je je deadline van deelproduct in je planning verwerkt. Dan

heb je ook wat aan de bespreking van dit deelproduct.

Bijeenkomst 6

Tijdens deze bijeenkomst bespreken we deelproduct 2 en het concept

eindproduct. Iedereen presenteert zijn infographic. Tijdens de

bijeenkomst krijg je feedback van medestudenten. Ook blikken we

terug op deze periode en bespreken we wat je hebt geleerd.

Deelproduct 2 is afgerond: je brengt het werk mee naar de

bijeenkomst zodat medestudenten feedback kunnen geven.

Het concept eindproduct is afgerond: je brengt het werk mee naar de

bijeenkomst zodat medestudenten feedback kunnen geven.

Behalve de begeleiding die je ontvangt van je kerndocent in het kader van deze beroepsopdracht, volg je tevens

drie practica bij de kerndocent. Dit zijn specifieke trainingen waar je leerkrachtvaardigheden leert, die je nodig

hebt in de praktijk van het basisonderwijs.

Toetsing

Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Studiemateriaal

• Donk, C. van der en Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

• PowerPoints en artikelen, gebruikt in de lessen.

Aanwezigheidsplicht Voor de colleges van de beroepsopdracht en de practica geldt een aanwezigheidsplicht.

Beschrijving van de beroepsopdracht

De beroepsopdracht is een onderzoeksmatige opdracht waarin de koppeling tussen theorie en praktijk centraal

staat en de verbinding wordt gemaakt tussen de lessen op de opleiding en de eigen stagesituatie.

Deelproduct 1

Je beschrijft de visie van jouw stagementor op de eerste vier competentiegebieden van de leerkracht

basisonderwijs en de wijze waarop hij/zij dit in de praktijk laat zien. Hiervoor houd je een interview met je

stagementor en observeer je hoe je mentor deze competenties in de praktijk toepast. Om het interview met je

mentor goed te kunnen uitwerken is het raadzaam het gesprek op audio op te nemen.

Deelproduct 2

Je houdt een interview met twee kinderen om erachter te komen wat hun leefwereld en belevingswereld is. Ook

voor deze interviews geldt dat het handig is om het op audio op te nemen.

Page 11: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 11 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

In de uitwerking van het interview laat je zien dat je weet wat leefwereld en belevingswereld inhouden en wat het

verschil tussen beide is. Ook koppel je de uitspraken van de kinderen die je geïnterviewd hebt aan deze begrippen.

Anonimiseer de namen van de kinderen en vraag indien nodig toestemming aan de ouders voor het interview.

Met het voorbereiden en uitvoeren van gesprekken met je mentor en de twee leerlingen oefen je in het

systematisch verzamelen van gegevens gericht op een specifiek onderwerp. Hiermee word je voorbereid op het

verwerven van gespreks- en onderzoeksvaardigheden zoals het houden van een interview het voeren van

professionele gesprekken. Dit draagt bij aan de voorbereiding op het doen van onderzoek.

Eindproduct

De afronding van beroepsopdracht 1.1 bestaat uit verschillende delen die gezamenlijk worden beoordeeld:

1. Deelproduct 1.

2. Deelproduct 2.

3. Een samenvatting op basis van deelproduct 1. In deze samenvatting beschrijf je de visie van jouw stagementor

op de eerste vier competentiegebieden en hoe deze zichtbaar zijn in het dagelijks handelen van je mentor.

4. Een digitale infographic op basis van deelproduct 2. In deze infographic geef je een samenvatting van de kern

van de leef- en belevingswereld van twee kinderen uit jouw stageklas en de overeenkomsten en verschillen

tussen beide kinderen m.b.t. de leef- en belevingswereld.

5. Nawoord: hier beschrijf je wat je hebt geleerd van beroepsopdracht 1.1.

Een infographic is een vorm van presenteren van informatie waarbij alleen essentiële tekst wordt gebruikt en

gegevens grafisch worden weergegeven. Het is een andere vorm dan een verslag en vraagt daarom dat je goed

nadenkt over dat wat je hebt verzameld en de manier waarop je het aan anderen toont. Door het maken van een

infographic oefen je vaardigheden die bijvoorbeeld nodig zijn bij het communiceren met collega’s en ouders.

Voor de uitwerking van beroepsopdracht 1.1 kun je het hieronder gegeven verslagformat gebruiken. Controleer of

de geschreven tekst voldoet aan de eisen die worden gesteld in de pabo taalnorm en het B2 taalniveau.

Verslagformat beroepsopdracht 1.1

Voorblad

met bovenaan de naam van de opdracht, een toepasselijke illustratie en onderaan de naam van de student, het

studentnummer, het vak, het studiejaar en de groep waar je in zit.

Inhoudsopgave

Inleiding

Hier beschrijf je wat de aanleiding is tot dit verslag, wat er in het verslag staat en waarom heb je dit verslag gemaakt.

Page 12: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 12 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Deelproduct 1

1. Visie van de stagementor op de eerste vier competentiegebieden

Beschrijf de visie van de stagementor op het

a. interpersoonlijk competentiegebied, benoem tenminste twee elementen.

b. pedagogisch competentiegebied, benoem tenminste twee elementen.

c. vakinhoudelijk/didactisch competentiegebied, benoem tenminste twee elementen.

d. organisatorisch competentiegebied, benoem tenminste twee elementen.

2. Praktijkvoorbeelden

Beschrijf tenminste één voorbeeld van hoe de stagementor zijn visie op het

a. interpersoonlijk competentiegebied in praktijk brengt.

b. pedagogisch competentiegebied in praktijk brengt.

c. vakinhoudelijk/didactisch competentiegebied in praktijk brengt.

d. organisatorisch competentiegebied in praktijk brengt.

3. Werkwijze

a. Benoem welke twee onderwerpen je per competentie hebt besproken in het interview met de stagementor.

b. Beschrijf wat voor een soort interview je hebt gehouden, welke keuzes je hebt gemaakt en de reden daarvoor.

Deelproduct 2

1. Interview met leerlingen

Je laat zien dat je weet wat de begrippen leefwereld en belevingswereld inhouden en wat het verschil is tussen beide

begrippen. Op basis van het interview geef je voor beide leerlingen aan welke aspecten (die ze in het interview genoemd

hebben) onder leefwereld en onder belevingswereld vallen.

2. Werkwijze

Beschrijf wat voor een soort interview je hebt gehouden, welke keuzes je hebt gemaakt en de reden daarvoor. Anonimiseer

de namen van de kinderen, vraag indien nodig toestemming aan de ouders voor het interview.

Infographic Deelproduct 2

Deze infographic is een samenvatting van de kern van deelproduct 2.

Nawoord

Je verwoordt hier wat je hebt geleerd van beroepsopdracht 1.1.

Bijlagen

a. Voeg de leidraad voor het interview met de stagementor als bijlage toe.

b. Voeg de leidraad voor het interview met de leerlingen als bijlage toe.

Inleveren van het eindproduct

Het eindproduct moet worden ingeleverd via Beroepsopdracht 1.1 op Brightspace. De deadline voor het inleveren

wordt opgenomen in het (toets)rooster en staat vermeld op de inleverpagina van de betreffende pagina op

Brightspace. Het is niet mogelijk om een opdracht ná de deadline in te leveren, de mogelijkheid tot inleveren sluit

automatisch op de genoemde dag en tijd. Het is niet mogelijk om een opdracht op een andere wijze in te leveren

dan via Brightspace, bijvoorbeeld via e-mail bij een docent. Ingeleverde documenten worden gecontroleerd op

plagiaat. Daarna worden de documenten beschikbaar gesteld aan een docent voor de beoordeling.

Geef je document een duidelijke naam volgens een vast format:

Blok-StudiedeelStudiejaar-VoornaamAchternaam-Klas-InhoudDocument.docx.

Voor deze beroepsopdracht wordt dat bijvoorbeeld:

11-Beroepsopdracht1920-VoornaamAchternaam-Klas-Eindproduct.docx

Portfolioproducten

Je neemt het eindproduct, mits voldoende beoordeeld, op in je portfolio.

Page 13: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 13 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

HOOFDSTUK 3.| Kennis en vaardigheden - de vakcolleges

INLEIDING - Dit onderdeel van de studiewijzer beschrijft de vakcolleges die je dit blok gaat volgen. Iedere

beschrijving hieronder is op dezelfde wijze gestructureerd. We beginnen met een korte inleiding. Dan volgt steeds

een beschrijving van de leerdoelen en een schema met het programma. Dit schema is opgedeeld in een kolom met

daarin het onderwerp van het college en een korte beschrijving van de inhoud. Daarnaast een kolom waarin de

voorbereiding staat vermeld die dat van je vraagt. Verder vind je informatie over de toetsing en een overzicht van

de literatuur/toetsstof.

Page 14: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 14 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.1 Titel: Nederlands 1.1: Het kinderboek op de basisschool

SIS-code: Vakopdracht Nederlands 1.1 OP

INLEIDING – Het vak Nederlands op de Pabo HvA begint met de module Het kinderboek op de basisschool. Tijdens

deze lessen staat het belang van lezen en voorgelezen worden voor het kind op de basisschool centraal. Een

stimulerende leesomgeving en een positief leesklimaat in de klas zijn voor het kind belangrijk voor het plezier in

lezen en uiteindelijk ook voor de gehele (taal)ontwikkeling. De leerkracht speelt in de totstandkoming van deze

leesomgeving en het leesklimaat een belangrijke rol.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

• Je kent de kerndoelen primair onderwijs die met jeugdliteratuur te maken hebben.

• Je kent de theorie omtrent het jeugdboek.

• Je kent de uitgangspunten van de didactiek en de methodiek die horen bij jeugdliteratuur.

• Je kent de geschiedenis van het kinderboek, kan de verschillende genres van jeugdliteratuur noemen en

kan het belang van het kinderboek in de basisschool benoemen.

• Je kunt jeugdliteratuur vanuit verschillende perspectieven beschouwen.

• Je kunt de belangrijkste voorleestechnieken toepassen in de stage en hierop reflecteren.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Introductie op de module

Tijdens deze les krijg je uitleg over het vak Nederlands op de Pabo

HvA., We bespreken de wijze waarop deze module wordt afgerond.

Achtergrond informatie bij deze module kun je vinden in hoofdstuk 10

van Portaal, praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs (Paus,

H., 2018)

2. Lezen en voorlezen

Tijdens deze les bespreken we jouw ervaringen als jonge lezer. Welke

rol speelden boeken, zelf lezen en voorlezen in jouw jeugd? Voorlezen

is belangrijk om kinderen tot lezen aan te zetten. Hoe word je een

goede voorlezer?

Je bestudeert:

Broekhof, Kees (2017). Meer lezen, beter in taal.

1. Achtergrond: De taalontwikkeling op school

2. Effecten van lezen

3. Het leesklimaat

Tijdens deze les maak je kennis met verschillende activiteiten op de

basisschool in het teken van boekpromotie en leesbevordering,

waaronder de Kinderboekenweek.

We ontwikkelen samen een interview leidraad voor het interview met

de mentor.

Je bestudeert:

Broekhof, Kees (2017). Meer lezen, beter in taal.

3. Werken aan leesplezier

Let op: neem jouw lievelingsboek van vroeger mee!

4. De leesomgeving

Tijdens deze les kijken we kritisch naar de inrichting van de

leesomgeving. Hoe zag de leesomgeving van jouw basisschool eruit?

Wat kun je als leerkracht doen om deze omgeving te optimaliseren?

Je bestudeert:

Broekhof, Kees (2017). Meer lezen, beter in taal.

4. De opbrengst van de schoolbibliotheek

Page 15: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 15 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

5. Het belang van geletterdheid

Een goede leesvaardigheid is van grote invloed op schoolsucces,

sociale contacten en het latere maatschappelijke functioneren. Welke

rol speelt de leerkracht in het bevorderen van de leesvaardigheid?

En nu je dit weet: welke doelen stel jij jezelf hierin als leerkracht?

Je bestudeert:

Broekhof, Kees (2017). Meer lezen, beter in taal.

5. De doorgaande lijn: het belang van een leven lang lezen

6. ‘Spreekuur’ vakopdracht

Deze bijeenkomst krijg je de mogelijkheid om jouw vakopdracht

tussentijds aan de docent voor te leggen en feedback te ontvangen.

Toetsing

Schriftelijk verslag. Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als

voldoende zijn beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de

prestaties op de verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

Studiemateriaal

• Paus, H. (red.) (2018), Portaal, praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Uitgeverij

Coutinho.

• Broekhof, K. (2017), Meer lezen, beter in taal, Stichting lezen.

• Alle collegestof, dat wil zeggen PowerPoints alsmede uitgereikte materialen.

Beschrijving van de vakopdracht In deze vakopdracht analyseer en beoordeel je de leesomgeving en het leesklimaat de stageklas. Dit doe je door de

omgeving te observeren en de mentor te interviewen. Daarnaast lees je zelf tenminste een keer klassikaal voor. De

vakopdracht bestaat uit vier deelopdrachten die hieronder toegelicht worden.

1. Bestudeer Meer lezen, beter in taal (Broekhof, 2017) en op www.tule.slo.nl kerndoel 9: De leerlingen

krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve

teksten. Verzamel aan de hand van deze literatuur belangrijke criteria voor een stimulerende

leesomgeving.

2. Observeer met behulp van deze criteria de leesomgeving in de klas en in de bibliotheek van de school.

Beschrijf je bevindingen in deelopdracht 1: ‘Analyse van de leesomgeving’.

3. Maak aan de hand van bovenstaande literatuur een interviewleidraad voor een gesprek met de

stagementor. Bevraag hem of haar over:

o de invulling van het vrij lezen;

o de uitvoering van verschillende leesbevorderende activiteiten;

o het voorlezen aan de klas.

4. Werk vervolgens de beschrijving van het leesklimaat uit in deelopdracht 2: ‘Beschrijving van het

leesklimaat in de klas’. Baseer je tekst op het interview met de stagementor. Zorg dat dit een feitelijke

beschrijving is, zonder oordeel. Omvang: 1 A4.

Page 16: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 16 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

5. Schrijf op basis van de resultaten van beide deelopdrachten deelopdracht 3: ‘Beoordeling van de

leesomgeving en het leesklimaat’. Je komt tot een beoordeling door jouw bevindingen te vergelijken met

de beschrijvingen vanuit de bestudeerde literatuur. Sluit deze af met tenminste twee adviezen om de

leesomgeving te optimaliseren en twee adviezen om het leesklimaat te bevorderen. Omvang: 1 A4.

6. Deelopdracht 4: ‘Voorlezen in de stageklas’ staat los van bovenstaande drie deelopdrachten. Voor deze

deelopdracht lees je in de stageklas aan de kinderen een (fragment uit een) boek voor. Bereid dit voor aan

de hand van bijlage 1: ‘Voorlezen in de stageklas’. Laat de mentor deze voorleesles beoordelen met

behulp van bijlage 2: ‘Beoordelingsformulier voorlezen in de stageklas’. Reflecteer zelf op het voorlezen in

het tweede deel van het formulier ‘Voorlezen in de stageklas’.

Vormgeving van de vakopdracht

EISEN ALGEMEEN:

• Het verslag vormt een geheel;

• het verslag ziet er verzorgd uit;

• het verslag kent geen spel- of stijlfouten en voldoet aan de HvA-taalnorm;

• de pagina’s zijn genummerd;

• ieder onderdeel begint op een nieuwe bladzijde;

• de omvang van het verslag komt overeen met het gestelde aantal pagina’s.

EISEN SPECIFIEK:

Het verslag telt acht onderdelen

Voorblad

Vermeld: - naam; - klas; - studentnummer; - naam van de vakopdracht; - inleverdatum.

Inhoudsopgave Alleen de beginpagina’s van de diverse onderdelen vermelden.

Inleiding Leg uit hoe je te werk bent gegaan en maak duidelijk waar je deze vakopdracht hebt uitgevoerd; geef de naam van de stageschool, beschrijf kort de stagegroep en het aantal kinderen.

Deelopdracht 1: analyse van de leesomgeving

Werk in deze deelopdracht de observatie van de leesomgeving uit. Omvang: 1 A4.

Deelopdracht 2: beschrijving van het leesklimaat in de klas

Werk in deze deelopdracht het interview met de mentor uit over de wijze waarop hij/zij het leesklimaat stimuleert. Omvang: 1 A4.

Deelopdracht 3: beoordeling van de leesomgeving en het leesklimaat

Kom tot een beoordeling door jouw bevindingen te vergelijken met de beschrijvingen vanuit de bestudeerde literatuur. Sluit deze af met tenminste twee adviezen om de leesomgeving te optimaliseren en twee adviezen om het leesklimaat te bevorderen. Omvang: 1 A4.

Deelopdracht 4: voorlezen in de stageklas

Deze deelopdracht bestaat uit bijlage 1: ‘Voorlezen in de stageklas’ en bijlage 2: ‘Beoordelingsformulier voorlezen in de stageklas’. Zorg voor een handgeschreven beoordeling van de mentor.

Bronnenlijst De bronnenlijst is opgesteld volgens de APA-normen (zie Richtlijnen-APA.pdf).

Page 17: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 17 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Portfolioproducten

Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde

studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt het eindproduct van dit

studieonderdeel, mits voldoende beoordeeld, op in je portfolio.

Page 18: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 18 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.2 Titel: Nederlands: Eigen vaardigheid Nederlands

SiS-code: EV Nederlands toets digitaal

INLEIDING - Elke leerkracht moet correct kunnen spellen en formuleren alsmede vaardigheid bezitten in het

redekundig en taalkundig ontleden van zinnen. Hij moet boven de stof staan om het aan kinderen te kunnen

uitleggen. Daarnaast worden van elke student verslagen en lesvoorbereidingen in correct Nederlands verwacht.

Ook e-mails mogen geen taal- of spelfouten bevatten. In het eerste jaar wordt daarom een (digitale) toets over

spelling, schriftelijk formuleren, interpunctie en grammatica afgenomen.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

• Je hebt kennis van de spellingregels van het Nederlands, de interpunctie, de correcte wijze van

formuleren alsmede de regels voor redekundig ontleden (zinsdelen) en taalkundig ontleden

(woordsoorten).

• Je kunt die kennis in voldoende mate in de praktijk toepassen en bij de digitale taaltoets behaal je

minimaal een score die gelijk staat aan het cijfer 5,5.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Spelling niet-werkwoorden (onveranderlijke vormen)

Deze bijeenkomst wordt uitgelegd wat de eisen van de pabo zijn ten

aanzien van je taalniveau.

Het tweede deel van deze bijeenkomst behandelen we de

belangrijkste spellingsregels van onveranderlijke vormen.

Je bestudeert:

De Weerdt (2008). De Taaltoets- pabo haal je zo. P.31 t/m 36.

Je maakt de oefeningen op pagina 81-87.

2. Werkwoordspelling

We bespreken de regels van de tegenwoordige en de verleden tijd,

we behandelen het voltooid deelwoord en het werkwoord als

bijvoeglijk naamwoord.

Je bestudeert:

De Weerdt (2008). De Taaltoets- pabo haal je zo. P.29 t/m 30.

Je maakt de oefeningen op pagina 75 t/m 81.

Je maakt tevens oefeningen via:

http://www.cambiumned.nl

http://www.beterspellen.nl

http://www.jufmelis.nl

(Dit geldt ter voorbereiding voor ieder college)

3. Interpunctie en formuleren

Om een zin begrijpelijk te maken, is interpunctie nodig. We

behandelen de plaatsing van verschillende leestekens in een zin. Het

tweede deel van deze les staat in het teken van formuleren. We

bespreken de onderdelen contaminaties en foutieve woordkeuze.

Je bestudeert:

De Weerdt (2008). De Taaltoets- pabo haal je zo. P.52 t/m 54 & P.44.

Je maakt de oefeningen op pagina 94 t/m 97 en pagina 88 t/m 93.

4. Formuleren

Tijdens deze bijeenkomst besteden we aandacht aan foutieve

woordkeuze, foutieve samentrekking en verschil in getal

(incongruentie).

Je bestudeert:

De Weerdt (2008). De Taaltoets- pabo haal je zo. P.44 & 45.

Je maakt de oefeningen op pagina 88 t/m 93.

Page 19: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 19 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

5. Taalkundig ontleden (woordbenoemen)

We behandelen de basisbegrippen die je bij taalkundig ontleden moet

kunnen herkennen en benoemen.

Je bestudeert:

De Weerdt (2008). De Taaltoets- pabo haal je zo. P.58 t/m 61.

Je maakt de oefeningen op pagina 98 t/m 103.

6. Redekundig ontleden (zinsontleden)

We behandelen de belangrijkste zinsdelen die je moet kunnen

herkennen en benoemen in een hoofdzin.

Je bestudeert:

De Weerdt (2008). De Taaltoets- pabo haal je zo. P.65 t/m 68.

Je maakt de oefeningen op pagina 104 t/m 109.

Let op: er wordt in blok 1.2 in drie niveaugroepen gewerkt op basis van je score op de taaltoets:

1 = score < 100

2 = score 100- 118

3 = score 118- 127

Kijk in het rooster op welk moment de lessen voor bovenstaande groepen worden aangeboden.

Aanbevolen literatuur:

Weerdt, H. de (2008). De Taaltoets-pabo haal je zo. Bussum: Coutinho.

Page 20: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 20 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.3 Titel: Rekenen en wiskunde: Hele getallen onderbouw

SiS-code: Vaktoets Rekenen HG 1.2 TS

INLEIDING – In deze module wordt het vak rekenen op de basisschool geïntroduceerd. Rekenen op de basisschool

is in te delen in verschillende domeinen die kort behandeld zullen worden. Vervolgens zoomen we in op een van

die domeinen, namelijk hele getallen. Dit domein wordt in twee collegereeksen aangeboden: in dit blok wordt het

onderdeel hele getallen onderbouw behandeld, in het tweede blok (1.2) staat het domein hele getallen

bovenbouw centraal.

Vanaf groep 1 zijn de leerlingen bezig met het ontwikkelen van hun gecijferdheid. In groep 1-2 noemen we dat

ontluikende en beginnende gecijferdheid. In deze vakcolleges reken- en wiskundedidactiek staat de didactische

begeleiding van de ontwikkeling van leerlingen van groep 1 tot en met groep 4 centraal. Aan de orde komen de

volgende onderwerpen: (ontluikende) gecijferdheid, tellen en telontwikkeling, het optellen en aftrekken tot 10, 20

en 100 en de tafeldidactiek. In de lessen wordt aandacht besteed aan de benodigde kennis en inzichten in de

rekendidactiek en je leert hoe je een goede rekenles kan geven op de basisschool.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

• Je kent de uitganspunten van realistisch rekenen, waaronder de didactische opbouw context, model,

formeel en kunt deze in praktijksituaties herkennen en toepassen.

• Je kunt leerlingen rekenstrategieën aanreiken om rekenproblemen aan te pakken binnen het

rekendomein hele getallen en weet hoe niveauverhogingen te bewerkstelligen.

• Je kent de leerlijn tellen en getalbegrip en kan deze herkennen en beschrijven in praktijksituaties.

• Je kent de leerlijn basisbewerkingen hele getallen tot 10, 20 en 100 en kan deze herkennen en

beschrijven in praktijksituaties.

• Je hebt een aantoonbaar voldoende niveau van gecijferdheid met betrekking tot hele getallen.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Een rekenles op de basisschool

In deze les maak je kennis met het vak rekenen op de basisschool.

Welke onderdelen komen aan bod en hoe geef ik een rekenles? We

behandelen de verschillende domeinen, de didactische opbouw van

een rekenles en jouw rol als leerkracht.

2. Ontluikende gecijferdheid en getalbegrip

Getallen hebben verschillende betekenissen. Hoe ervaren jonge

kinderen getallen en hoeveelheden? En hoe krijgen peuters en

kleuters geleidelijk besef van deze verschillende betekenissen? Deze

vragen staan centraal in dit college. Vervolgens behandelen we de

verschillende vormen van tellen. Als je kunt tellen, betekent dit

namelijk nog niet dat je ook weet hoeveel iets is. Het leerproces om

dit te bereiken wordt ook behandeld.

• Bestudeer uit Van den Brom-Snijders, Van den Bergh, Hutten, en

Van Zanten (2014) hoofdstuk 2.

3. Peilen van getalbegrip

Om inzicht te krijgen in de rekenontwikkeling van jonge kinderen

wordt er gebruik gemaakt van peilingsspelletjes. In dit college ga je

zelf aan de slag met deze spelletjes en leer je hoe je getalbegrip bij

kleuters kunt peilen.

• Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) hoofdstuk 2.

Page 21: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 21 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

4. Rekenen tot 10 en 20

In groep 3 leren de leerlingen optellen en aftrekken tot 20. Hiervoor

zijn een leerlijn en veel materialen beschikbaar, die in dit college

worden behandeld.

• Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) hoofdstuk 3.

5. Rekenen tot 100

In groep 4 en 5 worden de getallen waarmee gerekend wordt steeds

groter. Gebruik maken van contexten, modellen en materialen blijft

hierbij belangrijk. In dit college wordt de didactische opbouw van het

optellen en aftrekken tot 100 behandeld.

• Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragrafen 4.1

en 4.2.

6. Tafeldidactiek

Kennis van de tafels is de basis voor onder andere cijferen en het

werken met breuken. Daarom wordt er op de basisschool veel tijd aan

besteed. De didactiek van realistisch rekenen probeert dat zo efficiënt

mogelijk te doen. In dit college wordt deze didactiek toegepast op

tafels.

• Bestudeer uit Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragraaf 4.3.

Toetsing

Deze collegereeks rondom hele getallen onderbouw en bovenbouw wordt aan het eind van blok 2 getoetst. De

toets betreft een schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen). De grens voldoende/onvoldoende hangt af van het

aantal vragen en het aantal antwoordmogelijkheden. De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien

minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is.

Studiemateriaal

• Brom-Snijders, van den P, Bergh, van den, J. Hutten, O. & Zanten, van M (2014). Hele Getallen. Reken-

wiskundedidactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

• Hoofdstuk 2: Ontluikende gecijferdheid.

• Hoofdstuk 3: Aanvankelijk rekenen.

• Hoofdstuk 4: Basisbewerkingen.

• Oonk, W., Keijzer, R., Lit, S, den Engelsen, J. Lek, A. Waveren Hogervorst, C. & Barth, F. (2015). Rekenen-

wiskunde in de praktijk: Kerninzichten. Groningen: Noordhoff.

• De behandelde onderwerpen tijdens de bijeenkomsten inclusief de bijbehorende powerpoints maken

deel uit van de toetsstof.

Portfolioproducten

n.v.t.

Page 22: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 22 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.4 Titel: Rekenen en wiskunde: Eigen vaardigheid

SIS-code: EV Rekenen/Wiskunde toets digitaal

INLEIDING - In jaar 1 maak je de WISCAT-pabo toets. Deze toets heeft als doel vast te stellen of je kunt rekenen op

het niveau van groep 8+. Het gaat hierbij om alle domeinen van het rekenen. De toets start met een gedeelte

hoofdrekenen, waarbij geen aantekeningen gemaakt mogen worden, en de sommen binnen korte tijd gemaakt

moeten worden.

Tijdens de bijeenkomsten werk je zowel aan het automatiseren (vlot opgaven kunnen oplossen), als

aan begripsvorming en rekenstrategieën.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

• Je kunt hoofdrekenen op het niveau van groep 8+.

• Je kunt omgaan met grote en kleine getallen, positief, negatief en ook kommagetallen/breuken.

• Je kunt globaal benaderend rekenen en schattend gebruikmaken van een set referentiematen.

• Je kunt op reflectieve wijze zijn eigen oplossingen en die van anderen analyseren, dat wil zeggen

aangeven hoe gerekend is en de procedure controleren op juistheid en dit categoriseren op

oplossingsniveau en –strategie.

• Je kunt de context, het model en de formele oplossing in uitwerkingen herkennen en hanteren.

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Het programma bestaat uit zes bijeenkomsten. In die bijeenkomsten sluiten we zoveel mogelijk aan bij de

beginsituatie en de behoefte van de studenten. In ieder geval komen de volgende onderwerpen aan de orde:

hoofdrekenen, rekenen met hele getallen (waaronder cijferen), rekenen met kommagetallen, breuken, procenten

en verhoudingen, meten (waaronder het metriek stelsel), meetkunde en verbanden. Om te oefenen worden

tijdens de lessen sommen uit het boek gemaakt en een deel als huiswerk opgegeven. Dit zal per week bekend

gemaakt worden.

Studiemateriaal

Bergh, J. van den; Brom-Snijders, P. van den; Hutten, O.; Zanten, Marc van. Reken Wijzer. ThiemeMeulenhoff,

Amersfoort 2012.

Page 23: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 23 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.5 Titel: Mens & Wereld: Basisdidactiek Biologie

SIS-code: Vaktoets Mens & Wereld 1.2

INLEIDING - Bij dit vak maken we een start met het aanleren van de basisvaardigheden die nodig zijn voor het

kunnen voorbereiden en uitvoeren van praktische werkvormen in de klas. Deze basisvaardigheden zijn essentieel

voor het geven van lessen biologie, maar ze zijn ook relevant voor natuurkunde en techniek. Er is dit semester

gekozen voor biologie, omdat dit vak goed aansluit bij het thema omgevingsonderwijs. De aangeboden

werkvormen zullen direct inzetbaar zijn bij het werkplekleren. Voor deze collegereeks is het van belang dat je

beschikt over natuurwetenschappelijke kennis op het niveau dat getoetst is in de landelijk verplichte

Toelatingstoets Mens en Wereld. Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

onderwijsaanbod in het eerste of tweede blok van dit semester volgt.

Leerdoelen

• Je kunt de levende natuur in de schoolomgeving inzetten bij biologielessen.

• Je oefent met praktische werkvormen voor biologie, kunt uitleggen welke werkvormen geschikt zijn voor

het behalen van de gewenste leerdoelen en kunt deze werkvormen toepassen in de praktijk.

• Je begrijpt de didactiek van onderzoekend leren en kunt de achterliggende theorie uitleggen.

• Je begrijpt de didactiek van natuurbeleving en kunt de achterliggende theorie uitleggen.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Veldwerk

In deze les staat het doen van veldwerk en de beleving hiervan

centraal. We doen een vegetatie-onderzoek en zullen vervolgens de

bijbehorende didactiek doornemen.

Je bestudeert:

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Inleiding & Hoofdstuk 1 t/m 3.

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 8 en 10.5.

2. Praktische werkvormen biologie (1)

Tijdens deze les gaan we in op de samenhang tussen doen en denken

en gesloten/open werkvormen. Hierna passen we deze theorie toe bij

het oefenen van enkele basale werkvormen bij biologie.

Je bestudeert:

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 5.

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 10.

3. Praktische werkvormen biologie (2)

Deze les wordt er kennisgemaakt met het toepassen van de

natuurwetenschappelijke onderzoeksmethode. Middels het opzetten

van een kiemingsexperiment wordt deze methode vervolgens

toegepast in de praktijk.

Je bestudeert:

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 6.

4. Onderzoekend leren (1)

Tijdens deze les zal de uitkomst van het kiemingsexperiment

gekoppeld worden aan de didactiek van onderzoekend leren. Er zal

met name aandacht worden besteed aan de fasen ‘rapportage en

communicatie’ en ‘verbreding en verdieping’.

Je bestudeert:

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 9.

Page 24: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 24 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

5. Onderzoekend leren (2)

Tijdens deze les gebruiken we een circuitpracticum voor het oefenen

in het operationaliseren van onderzoeksvragen en besteden we

daarbij aandacht aan de leerlijnen biologie.

Je bestudeert:

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 9 en 10.

http://tule.slo.nl (Leerlijnen Oriëntatie op jezelf en de Wereld

behorende bij kerndoelen 40 en 41).

6. Repetitie basisdidactiek biologie

Tijdens deze les repeteren we de toetsstof basisdidactiek biologie aan

de hand van de open vragen.

Je bestudeert:

De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs.

Hoofdstuk 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 10.

Toetsing

Deze collegereeks maakt deel uit van studieonderdeel Mens en Wereld 1.2. Deze wordt getoetst in de vaktoets van

blok 1.2. Dit betreft een schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen). De grens voldoende / onvoldoende hangt af van

het aantal vragen en het aantal antwoordmogelijkheden. Gemiddeld moet gerekend worden op minimaal 67%

goede antwoorden voor een voldoende.

Literatuur / toetsstof

Vaan E. de, & Marell, J. (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Bussum: Coutinho.

• Hoofdstuk 1: Waarover gaat natuuronderwijs?

• Hoofdstuk 2: Doen en denken

• Hoofdstuk 3: Waarnemen

• Hoofdstuk 5: Onderwijsleerstijlen bij natuuronderwijs

• Hoofdstuk 6: Onderzoekend en ontdekkend leren

• Hoofdstuk 8: Natuurbeleving

• Hoofdstuk 9: Stap voor stap: structuur in de les

• Hoofdstuk 10: Werkvormen met ‘echt’ materiaal

Page 25: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 25 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.6 Titel: Mens & Wereld: Basisdidactiek Geschiedenis

SIS-code: Vaktoets M&W 1.2 toets schr.

INLEIDING – In deze collegereeks wordt het leergebied geschiedenis geïntroduceerd. Naast de kernconcepten bij

geschiedenis wordt vooral aandacht besteed aan de vakdidactische kennis en vaardigheden die nodig zijn om een

goede geschiedenisles in het basisonderwijs voor te bereiden en te geven.

Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

onderwijsaanbod in het eerste of de tweede blok van dit semester volgt.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

• Je kent de didactiek van het vak geschiedenis en kan de achterliggende theorie uitleggen.

• Je kent de drie kernconcepten van het vak geschiedenis (tijdsbesef, historische werkelijkheid en historisch

redeneren) en kan hun onderlinge relatie aan de hand van voorbeelden illustreren.

• Je kunt lessen ontwikkelen waarin verschillende beeldvormers en werkvormen worden ingezet

die historisch denken en redeneren bij kinderen stimuleren.

• Je kent de didactiek met betrekking tot het geven van een instap tijdens de geschiedenisles en bent in

staat een passende instap voor een geschiedenisles te bedenken en te ontwikkelen.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Wat is geschiedenis?

In dit college staat de functie en ontwikkeling van

geschiedenisonderwijs op de basisschool centraal.

Je bestudeert:

Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016). Geschiedenis en

samenleving. Hoofdstuk 11 (‘Er was eens…’)

Boxtel, C. van en Drie, J. van (2008) ‘Vermogen tot historisch redeneren:

onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten’, in Kleio, nr 43, p 45-54.

Te downloaden via:

http://www.vvlg.be/echo_files/816-nl-srcBestand.pdf

2. Kinderen en (historisch) tijdsbesef.

In dit werkcollege zal worden stilgestaan bij de ontwikkeling van

(historisch) tijdsbesef bij kinderen en de bijbehorende

didactische mogelijkheden.

Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en

samenleving. Par. 12.3 (‘Kind en tijd’), par. 16.4 (‘Een programma voor

onder- en middenbouw’) en par. 16.5.1 (‘Oriëntatie in de tijd in de groepen

6 t/m 8’)

Wilschut, A. (2012) ‘Historisch denken over tijd. Onderzoek naar

tijdsbewustzijn', in: Kleio, nr 3, pag. 12-17. Te downloaden via:

http://members.casema.nl/wilschut/Kleio_mei2011.pdf

3. Didactische mogelijkheden van de instap.

In deze bijeenkomst zal worden stilgestaan bij de verschillenden

didactische mogelijkheden van de instap tijdens de

geschiedenisles.

Je bestudeert:

Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004) Geschiedenisdidactiek.

p. 257 – 272. (Wordt beschikbaar gesteld tijdens bijeenkomst.)

Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en

samenleving. Par. 14.2

Page 26: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 26 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

4. Werken met beeldvormers: stilstaand beeld

Het stilstaande beeld, waaronder afbeeldingen, prenten, en de

bijbehorende didactiek staat in deze les centraal.

Je bestudeert:

Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en

samenleving. Par. 13.4 (‘Beeldvorming door middel van afbeeldingen’)

5. Werken met beeldvormers: bewegend beeld

Het bewegende beeld, waaronder films en documentaires, en

de bijbehorende didactiek staat in deze les centraal.

Je bestudeert:

Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en

samenleving. Par. 13.4 (‘Beeldvorming door middel van afbeeldingen’)

6. Werken met de beeldvormer: (sleutel)begrippen

Geschiedenis en taal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden

In dit college staat omgaan met historische (sleutelbegrippen)

centraal.

Je bestudeert:

Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016). Geschiedenis en

samenleving. Par 13.5 (‘Beeldvorming d.m.v. het gesproken woord’)

Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek.

p. 53- 60; p. 290- 294. (Wordt beschikbaar gesteld tijdens bijeenkomst.)

Toetsing

Tentamen (meerkeuzevragen). Op basis van 40 vragen en vier antwoordmogelijkheden, wordt de toets als

voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Het betreft

een gecombineerde toets met vragen vanuit de vakken Geschiedenis, Aardrijkskunde en Natuur & Techniek.

Studiemateriaal

Boxtel, C. van, & Drie, J. van (2008). Vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en

inzichten, Kleio, 43 (Te downloaden via: http://www.vvlg.be/echo_files/816-nl-srcBestand.pdf)

• p. 45 - 54

Kooij, C. van der, & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek.

Groningen: Noordhoff.

• Hoofdstuk 11

• Paragraaf 12.3

• Paragraaf 13.4

• Paragraaf 13.5

• Paragraaf 14.2

• Paragraaf 16.4

• Paragraaf 16.5.1

Wildschut, A., Straaten, D. van, & Riessen, M. van (2004). Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent.

Bussum: Coutinho.

• p. 53-60

• p. 257–272

• p. 290-294

Wilschut, A. (2012). Historisch denken over tijd. Onderzoek naar tijdsbewustzijn. Kleio, 52 (3).

Page 27: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 27 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Te downloaden via: http://members.casema.nl/wilschut/Kleio_mei2011.pdf

• p. 12 -17

• De PowerPoints van de werkcolleges (zie Brightspace VT Mens & Wereld 1.2).

Aanbevolen literatuur om de (vereiste) vakinhoudelijke kennis op peil te houden:

Kooij, C. van der, & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek.

Groningen: Noordhoff.

Beschrijving van de vakopdracht

Niet van toepassing.

Portfolioproducten

Niet van toepassing.

Page 28: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 28 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.7 Titel: Mens & Wereld: Introductie en Basis(vak)didactiek Aardrijkskunde

SIS-code: Vaktoets M&W 1.2 toets schr.

INLEIDING - In deze collegereeks wordt het leergebied aardrijkskunde geïntroduceerd. Naast het ‘denken met

aardrijkskunde’, wordt vooral aandacht besteed aan de vakdidactische kennis en vaardigheden die nodig zijn om

een goede aardrijkskundeles in het basisonderwijs voor te bereiden en te geven.

Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

onderwijsaanbod in het eerste of in het tweede blok van dit semester volgt.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks?

• Je kent de didactiek van het vak aardrijkskunde en kan de achterliggende theorie uitleggen.

• Je kunt lessen ontwikkelen met kaarten waarbij kinderen verschillende kaartvaardigheden gebruiken.

• Je kunt de stappen voor het voorbereiden van een aardrijkskundeles doorlopen om zo te komen tot een

goede les voor kinderen in het basisonderwijs.

• Je kent de verschillende vormen van veldwerk en kan de omgeving van de school inzetten bij

aardrijkskundelessen.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Wat is aardrijkskundedidactiek?

Aardrijkskunde, wat is dat voor vak? In deze bijeenkomst wordt

duidelijk gemaakt wat het vak aardrijkskunde precies inhoudt en

worden de vakinhoudelijke doelstellingen toegelicht en verklaard.

Je bestudeert:

De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 1.1 & 4.1.

Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek

aardrijkskunde. Hoofdstuk 2.1 en 2.3.

2. Kaartvaardigheid

In deze les leer je lesgeven met het aardrijkskundige ‘basismateriaal’:

kaart & atlas.

Je bestudeert:

De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 3.1.

Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek

aardrijkskunde. Hoofdstuk 7.3.5 en 7.4.3.

3. Aspecten van een goede Aardrijkskundeles I

De aspecten van een goede aardrijkskundeles worden behandeld.

Daarbij staan leerstofanalyse en voorbereiding op de lesstof centraal.

Je bestudeert:

De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 2.1.

Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek

aardrijkskunde. Hoofdstuk 5.1; 5.3 t/m 5.4.4.

4. Aspecten van een goede Aardrijkskundeles II

Deze les is een vervolg op de vorige bijeenkomst. Ditmaal gaat het

vooral om het specifiek uitwerken van de aardrijkskundeles.

Je bestudeert:

De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 5.1.

Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek

aardrijkskunde. Hoofdstuk 5.4.5 & 5.4.6.

5. Werkvormen bij de aardrijkskundeles

In deze les worden verschillende typen werkvormen geïntroduceerd

en één specifieke werkvorm, namelijk een simulatiespel volledig tot

uitvoering gebracht en geëvalueerd op bruikbaarheid voor het primair

onderwijs.

Tijdens het college wordt gewerkt met het aanbevolen maar niet

verplichte boek:

Hoogeveen, P & J. Winkels (2011). Het didactische werkvormenboek:

Variatie en differentiatie in de praktijk. Assen: Van Gorcum B.V.

6. Aardrijkskundig veldwerk en -onderzoek

In deze les leer je veldwerk en -onderzoek uit te voeren. De directe

omgeving van de school is daarbij het uitgangspunt.

Je bestudeert:

De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 7.1 & 7.2.

Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek

aardrijkskunde. Hoofdstuk 8.1; 8.3 & 8.4.

Page 29: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 29 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Toetsing

Tentamen (meerkeuzevragen). Op basis van 40 vragen en vier antwoordmogelijkheden, wordt de toets als

voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Het betreft

een gecombineerde toets met vragen vanuit de vakken Geschiedenis, Aardrijkskunde en Natuur & Techniek.

Studiemateriaal voor de vaktoets

Hamer A. de, Bakker, A., Heck, M. van, & Broere, H. (2007). Aardrijkskunde geven: Praktische didactiek voor het

basisonderwijs. Assen: Van Gorcum B.V.

• Hoofdstuk 1.1: Wat is aardrijkskunde?

• Hoofdstuk 2.1: Aardrijkskundedoelen.

• Hoofdstuk 3.1: Lesgeven met de kaart.

• Hoofdstuk 4.1: Leren waarderen.

• Hoofdstuk 5.1: Lessen maken.

• Hoofdstuk 7.1: Op onderzoek uit.

• Hoofdstuk 7.2: Aardrijkskunde in je omgeving.

Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Amsterdam: Landelijk

Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. (Gratis te downloaden: www.expertisecentrum-

aardrijkskunde.nl/handboek).

• Hoofdstuk 2.1: Aardrijkskunde, wat is dat voor vak? – Inleiding.

• Hoofdstuk 2.3. Schoolaardrijkskunde, wat is dat eigenlijk?

• Hoofdstuk 5.1: Een aardrijkskundeles ontwikkelen – Inleiding.

• Hoofdstuk 5.3: Aspecten van een goede les.

• Hoofdstuk 5.4: Het ontwikkelen van een goede les.

• Hoofdstuk 7.3.5 en 7.4.3: Kaart en atlas in de klas.

• Hoofdstuk 8.1: De eigen omgeving en veldwerk – Inleiding.

• Hoofdstuk 8.3: De omgeving in het aardrijkskundeonderwijs.

• Hoofdstuk 8.4: Veldwerk.

Aanvullende artikelen en PowerPoints, te vinden op de Mens en Wereld jaar 1 pagina van MijnHvA.nl.

Aanbevolen literatuur om de vakinhoudelijke kennis op peil te houden:

Baltus, R. (2015 of 2019). Basiskennis aardrijkskunde. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Portfolioproducten

Niet van toepassing.

Page 30: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 30 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.8 Titel: Mens & Wereld: Ontwikkelingen op het gebied van ICT

SIS-code: ICT (I)

INLEIDING - Op de hoogte blijven van wat je vrienden doen, je rooster bekijken, geld overmaken voor de vakantie

of je medestudenten een groepsbericht sturen dat het lokaal is gewijzigd. ICT is een alledaags middel geworden.

Voor kinderen op de basisschool is dat niet anders. Zij zoeken informatie voor een werkstuk op internet, maken

foto’s van hun knutselwerk en rekenen oppervlakte uit op een touchscreen.

Het lijkt vaak alsof kinderen deze vaardigheden vanzelf ontwikkelen. Toch moeten zij ook hierbij worden geholpen

door de leerkracht. Dat betekent dat de leerkracht zich daar bewust van moet zijn en ICT inzet als middel in het

onderwijs. Om dat goed te kunnen doen ontwikkel je eigen vaardigheid op het technische vlak en kennis van de

didactische toepassingen.

Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

onderwijsaanbod in het eerste of het tweede blok van dit semester volgt.

Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks?

• Je bent op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van ICT en onderwijs;

• Je hebt een onderzoekende houding naar ontwikkelingen op het gebied van ICT in het onderwijs.

• Je maakt gebruik van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en arrangeert hieruit je eigen les.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1: ICT, een globaal overzicht

We beginnen bij de mogelijkheden van ICT voor de student zelf.

Welke middelen heb je tot je beschikking en op welke wijze gebruik je

die voor je studie? Daarnaast gaan we in op de middelen die je in de

stage tegenkomt en op welke manieren je die voor de les gebruikt.

Je bestudeert de websites:

kennisnet.nl/artikel/wat-is-ict-bekwaamheid

foo.mijnhva.nl

2: ICT in de vingers

We behandelen de visie op onderwijs volgens TPACK, waarbij de

technische, inhoudelijke en didactische principes in samenhang zijn

om de les te ontwerpen. Deze principes vertalen we naar de eigen

vaardigheden en mogelijkheden van zowel het kind als de leerkracht.

Je bestudeert de website:

www.tpack.nl

3: ICT in de praktijk

Met de theorie uit voorgaande lessen worden praktische toepassing-

en bekeken en daarbij schat je voor jezelf in hoe je dit kunt integreren

in je onderwijs.

Geen specifieke voorbereiding nodig.

Toetsing

In deze collegereeks komen essentiële, praktische vaardigheden aan bod. Daarom geldt een aanwezigheidsplicht

en actieve deelname voor alle colleges. Voldoende en actieve deelname aan colleges is een van de onderwerpen

van het functioneringsgesprek dat je voert met je kerndocent aan het eind van het semester.

Portfolioproducten

Niet van toepassing.

Page 31: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 31 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.9 Titel: Kunstzinnige Oriëntatie: Muziek

SIS-code: Vakopdracht Kunstzinnige Oriëntatie 1.2

’Het moet niet van een gelukje afhangen of je wel of niet in aanraking komt met muziekonderwijs op de basisschool’’, aldus Ilse de Lange tijdens

een bezoek aan onze pabo, toen ze als ambassadeur van Meer Muziek in de Klas de aftrap gaf voor de aankomende leerkrachten.

Met de landelijke subsidie Meer Muziek in het basisonderwijs die aan Pabo HvA is toegekend, werkt de pabo

met het project ‘Muziek Verbindt’.

Muziek verbindt mensen, muziek verbindt culturen. In een grote, diverse stad als Amsterdam is die verbinding een

voorwaarde voor het verankeren van het vak muziek in het primair onderwijs. Gedurende je opleiding word je

getraind om muzikale activiteiten in te zetten waarmee je kinderen met elkaar kunt verbinden. Hierbij is het

belangrijk dat jijzelf een goede muzikale basis hebt ontwikkeld.

Deze module is gericht op de ontwikkeling van vocale en instrumentale vaardigheden.

Tijdens de bijeenkomsten worden de volgende activiteiten aangeboden:

• Vocaal:

1. Stemvorming.

2. Koorrepertoire: POP/ wereldmuziek.

3. Opbouwen liedrepertoire basisschool.

• Instrumentaal:

1. Liedbegeleiding met body-percussie/ instrumenten.

2. Klankspelen met body-percussie / instrumenten.

3. Het lezen en uitvoeren van genoteerde ritmes.

4. Het lezen en spelen van akkoordsymbolen op ukelele en gitaar.

• Theorie:

- Kennisoverdracht met betrekking tot de vijf domeinen en het klank-vorm- betekenismodel.

• Methodiek-didactiek:

- Aanleer- en repetitietechnieken.

Leerdoelen

Muziek:

• Je kunt je vocaal presenteren;

• Je kent het voorgeschreven liedrepertoire.

• Je kunt een maatbegeleiding en/of een ritmische begeleiding uitvoeren.

• Je kent de (basis)akkoordsymbolen op ukelele, gitaar of piano en kunt een begeleiding bij een lied spelen.

Aanbevolen leesstof :

• Hoofdstuk 1: Muziek op de bassischool.

• Hoofdstuk 2: Zingen.

• Hoofdstuk 4: Muziek Maken.

• Hoofdstuk 5: Muziek lezen en noteren.

• Hoofdstuk 6: Vorm.

Page 32: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 32 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Toetsing

Deze onderwijseenheid wordt getoetst in het onderdeel Vakopdracht 1.2- Beeldende Vorming en Muziek.

Voor het onderdeel muziek zal er een eigen vaardigheidstoets van 60 minuten per 15 studenten worden

afgenomen.

Daarin wordt het volgende getoetst:

• Het liedrepertoire.

• De liedbegeleidingsvormen.

• De instrumentale vaardigheden.

Zie ook paragraaf 3.11 van deze studiewijzer.

NB: Je kunt excelleren door de uitdaging aan te gaan muzikale activiteiten in de stageklas uit te voeren.

Alle theorie die in de lessen wordt behandeld zal worden getoetst in jaar 2, blok 2.2

Literatuur

Lei, R. van der, Haverkort, F. & Noordam, L. (2014). Muziek Meester (Vierde ed.).Amersfoort, Nederland: Thieme

Meulenhoff.

Page 33: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 33 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.10 Titel: Kunstzinnige Oriëntatie: Beeldende Vorming SIS-code: Vakopdracht Kunstz. Or. 1.2 PD

INLEIDING – Je volgt de lessen beeldende vorming om je eigen vaardigheid en je kennis van het vak te

ontwikkelen. Tijdens de lessen maak je een collectie eigen beeldend werk en maak je kennis met de beeldaspecten

en materialen en technieken. Deze beeldaspecten leer je samen met de materialen en technieken toe te passen in

je eigen beeldende werk.

Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

onderwijsaanbod in de eerste of de tweede blok van dit semester volgt.

Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen?

• Je hebt basiskennis over de aangeboden materialen/ technieken en kan deze toepassen in je beeldende

werk.

• Je bent in staat de beeldende opdrachten volgens de gegeven criteria uit te voeren.

• Je hebt kennis genomen van de beeldaspecten en kan deze toepassen in je beeldende werk.

• Je bent in staat een procesverslag te schrijven volgens het format op MijnHvA.

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

1. Beelden en vormgeven, kerndoelen

In deze eerste bijeenkomst beeldende vorming word je je ervan

bewust hoe kinderen opgroeien in een wereld van beelden en wat de

functie en betekenis van die beelden kunnen zijn. Je gaat in op

vormgeving, materiaal en werkproces. Verder maak je kennis met de

kerndoelen voor dit vakgebied.

In de les ga je werken aan een collectie beeldende opdrachten vanuit

beeldend onderzoek, opgegeven door je docent.

Je bestudeert:

Van Onna & Jacobse (2017). Laat maar zien, hfdst. 1 Mens en beeld,

p. 13 t/m 21.

Van Basis Beeldende Begrippen (2017), hfdst. 1 Algemeen p. 5 t/m 11.

Bestudeer de website: http://tule.slo.nl/KunstzinnigeOrientatie/F-

KDKunstzinnigeOrientatie.html (beeldende vorming).

2. Sporen van ontwikkeling, verschillen tussen kinderen. Bijdragen

van beeldende vorming aan de ontwikkeling

Je maakt kennis met de beeldende ontwikkelingsfasen van kinderen

en de verschillen tussen kinderen, zodat je straks weet wat voor

opdrachten je kunt geven. Je begrijpt en leert uit te leggen waarom

beeldend werken belangrijk voor de ontwikkeling van een kind is.

In de les ga je werken aan een collectie beeldende opdrachten vanuit

beeldend onderzoek, opgegeven door je docent.

Je bestudeert:

Van Onna & Jacobse (2017). Laat maar zien, hfdst. 11 Sporen van

ontwikkeling, p. 247 t/m 285.

Van Basis Beeldende Begrippen (2017), hfdst. 2 Verschijningsvorm,

vlak, 2D en 3D p. 12 t/m 26.

Verzameld beeldmateriaal voor de beeldende opdracht meenemen.

Grote scherpe zwartwit foto (zelfportret) op A4 in meenemen, zo

groot mogelijk!

3. Beeldaspecten

Je leert wat beeldaspecten zijn en dat deze een deel van de leerstof

voor kinderen vormen. Kleur, licht, vorm, ruimte, compositie, en ook

punt, lijn, vlak, structuur en textuur (Zie Basis beeldende begrippen

H6) bestaan ieder uit een reeks aan te leren begrippen.

Je bestudeert:

Van Onna & Jacobse (2017). Laat maar zien, hfdst. 8 Beeldaspecten,

p. 155 t/m 183.

Van Basis Beeldende Begrippen (2017) hfdst. 6 Beeldende aspecten p.

42 t/m 71 (alleen globaal doornemen).

Page 34: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 34 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

In de les ga je werken aan een collectie beeldende opdrachten vanuit

beeldend onderzoek, opgegeven door je docent.

Bestudeer de website http://beeldende-vormgeving.jouwweb.nl

4. Beeldend onderwijs, visie en didactiek, doelen

In deze bijeenkomst maak je kennis met de essentie van het vak en de

benodigde didactiek (proces en product). Wat beeldend vormgeven is

kun je uitleggen vanuit het cirkelmodel (MVB-model).

In de les ga je werken aan een collectie beeldende opdrachten vanuit

beeldend onderzoek, opgegeven door je docent.

Je bestudeert:

Van Onna & Jacobse (2017). Laat maar zien, hfdst. 2 Zien en maken,

p. 25 t/m 47.

Van Basis Beeldende Begrippen (2017), hfdst. 3 Voorstelling p. 27-36.

5. Didactische vaardigheden en klassenmanagement; beeldend

onderwijs in de groep: voorbereiding en oriëntatie

Je leert over waar het om gaat bij beeldende vorming en de

kerndoelen. Je leert over het verkorte lesformulier.

Je kunt de brede ontwikkeling die beeldende vorming bewerkstelligt

benoemen.

In de les ga je werken aan een collectie beeldende opdrachten vanuit

beeldend onderzoek, opgegeven door je docent.

Je bestudeert:

Van Onna & Jacobse (2017) Laat maar zien, hfdst. 3 Beeldend

onderwijs, p. 49-67.

Van Basis Beeldende Begrippen (2017), hfdst. 4 Zeggingskracht p. 36-

40.

6. Afronding beeldende opdracht en presentatie.

Je neemt kennis over de voorbereiding van de les en wat daarbij komt

kijken (Beginsituatie, soort lesactiviteit, basisplan, doelen en

evaluatiecriteria). De leerkracht houdt rekening met de condities,

zoals de beschikbaarheid van het materiaal, de ruimte, de tijd, de

inrichting van het lokaal, de kennis en vaardigheden, en de interesses

van de kinderen.

Je bestudeert:

Van Onna & Jacobse (2017) Laat maar zien, hfdst. 4 Voorbereiding, p.

69 t/m 83

Al het beeldende werk afmaken en fotograferen. Het verzamelde

werk en/ of beeldmateriaal meenemen naar huis en bewaren voor de

beeldende collectie en (portfolio)presentatie.

Toetsing

Deze onderwijseenheid wordt getoetst in het onderdeel Vakopdracht 1.2- Beeldende Vorming (en Muziek).

Inleveren voor beeldende vorming :

Via dropbox lever je in:

• Het beeldend portfolio (foto’s van voorstudies als schetsen, materiaalproefjes, verzameld beeldmateriaal

ter inspiratie etc.) en je procesbeschrijving achteraf als één bestand.

Op een ingeroosterd moment in de toetsweek bied je bij de docenten ter beoordeling aan:

• Je collectie van al je beeldende opdrachten vanuit beeldend onderzoek (d.w.z. inclusief schetsen,

materiaalproefjes, verzameld beeldmateriaal ter inspiratie etc.);

• Je beeldende portfolio als papieren versie.

(Alles dien je na de beoordeling weer op te halen).

Literatuur

1. Boermans, B. (2017) Basis Beeldende Begrippen. Amsterdam, Lambo.

2. Onna, J. van & Jacobse, A. (2017) Laat maar zien. Didactiek voor beeldend onderwijs. Groningen,

Noordhoff.

Page 35: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 35 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.11 Titel: Kunstzinnige oriëntatie: Vakopdracht 1.2 Beeldende Vorming & Muziek

SIS-code: Vakopdracht Kunstz. Or. 1.2 PD

INLEIDING - Deze vakopdracht bestaat uit een deelproduct voor beeldende vorming en een deelproduct voor

muziek.

Leerdoelen

Beeldende vorming:

• Je hebt basiskennis over de aangeboden materialen/ technieken en kan deze toepassen in je beeldende

werk.

• Je bent in staat de beeldende opdrachten volgens de gegeven criteria uit te voeren.

• Je hebt kennis genomen van de beeldaspecten en kan deze toepassen in je beeldende werk.

• Je bent in staat een procesverslag te schrijven volgens het format op MijnHvA.

Muziek:

• Je kunt je vocaal presenteren;

• Je kent het voorgeschreven liedrepertoire.

• Je kunt een maatbegeleiding en/of een ritmische begeleiding uitvoeren;

• Je kent de (basis)akkoordsymbolen op ukelele, gitaar of piano en kunt een begeleiding bij een lied spelen

Beschrijving van de vakopdracht

Voor deze vakopdracht voer je diverse opdrachten uit voor het vak beeldende vorming en rond je een

eigenvaardigheidstoets af voor het vak muziek.

Opdracht 1 Beeldende Vorming

Via dropbox lever je het volgende in:

• Het beeldend portfolio (foto’s van voorstudies als schetsen, materiaalproefjes, verzameld beeldmateriaal

ter inspiratie etc.) en je procesbeschrijving achteraf als één bestand.

Op een ingeroosterd moment in de toetsweek bied je bij de docenten ter beoordeling aan:

• Je collectie van al je beeldende opdrachten vanuit beeldend onderzoek (d.w.z. inclusief schetsen,

materiaalproefjes, verzameld beeldmateriaal ter inspiratie etc.);

• Je beeldende portfolio als papieren versie.

(Alles dien je na de beoordeling weer op te halen).

Opdracht 2: Muziek

Voor het onderdeel muziek wordt er een eigen vaardigheidstoets van 60 minuten per 15 studenten afgenomen.

Daarin wordt het volgende getoetst:

• Het liedrepertoire.

• De liedbegeleidingsvormen.

• De (basis)akkoordsymbolen op ukelele, gitaar of piano.

Page 36: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 36 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Je kunt je op deze toets voorbereiden door de liederen en de liedbegeleidingsvormen met elkaar te oefenen

tijdens de zelfstudie-uren.

Toelichting toetsvormen

• De vakopdracht wordt beoordeeld op basis van criteria die zijn opgenomen in het beoordelingsformulier

dat is opgenomen in deze studiewijzer.

• Tijdens het beoordelingsproces wordt er één cijfer voor beeldende vorming vastgesteld en één cijfer voor

muziek. Het gemiddelde van beide cijfers is het eindcijfer van de gehele vakopdracht. Beide

vakonderdelen dienen met een voldoende te zijn beoordeeld.

Studiemateriaal

Muziek:

1. Lei, R. van de, & Haverkort, F. & Noordam, L. (2015) Muziek Meester! 4e druk. Amersfoort. Thieme

Meulenhoff.

Beeldende vorming:

2. Boermans, B.(2017) Basis Beeldende Begrippen. Amsterdam, Lambo.

3. Onna, J. van & Jacobse, A. (2017) Laat maar zien. Didactiek voor beeldend onderwijs. Groningen,

Noordhoff.

Portfolioproducten

Niet van toepassing.

Page 37: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 37 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

3.12 Titel: Cultuurproject 1: Cultuur en ik

SIS-code: Cultuurproject 1.4

INLEIDING – Iedereen is een drager van de cultuur waarin hij geboren is en waarin hij samen met anderen leeft. Als

(aankomend) leerkracht ben je een cultuuroverdrager pur sang. De bewustwording van jouw eigen

cultuurdragerschap vormt een belangrijke basis tot het professionele culturele zelfbewustzijn van de leerkracht. Je

neemt jouw eigen culturele bagage en identiteit daar in mee.

Met het oog op jouw ontwikkeling tot cultuurdrager en cultuuroverdrager in je rol als leerkracht neem je in jaar 1,

2 en 3 deel aan twee cultuurprojectweken. In het eerste jaar van de opleiding staat het thema ‘Cultuur en ik’

centraal en word je je bewust(er) van de invloed van jouw achtergrond op jouw persoonlijke, professionele

ontwikkeling tot leerkracht.

In de grootstedelijke context van Amsterdam krijg je als leerkracht te maken met verschillende culturele

achtergronden van kinderen en ook de scholen en wijken kennen diversiteit aan culturele levensstijlen. Daarnaast

biedt de stad – door het rijke aanbod van culturele instellingen als musea, theaters, muziekinstellingen etc. -

verschillende mogelijkheden om in het kader van cultuuronderwijs samen te werken. Tijdens de cultuurprojecten

is er een aanbod van cultuureducatieve activiteiten, zowel op de opleiding als in Amsterdam. Daarnaast werk je

zelfstandig (of met anderen) aan (zelfstudie)opdrachten.

Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

Cultuurproject 1

• Je hebt je eigen culturele identiteit in beeld gebracht.

• Je koppelt je eigen culturele identiteit aan de ervaringen van cultuurproject 1.

Cultuurproject 2

• Je hebt de eigen beleving van kunst in beeld gebracht.

• Je hebt je eigen ontwikkeling in kaart gebracht aan de hand van de drie basisberoepstaken

cultuureducatie.

Toetsing

In cultuurweek 1 en 2 werk je aan individuele producten. Deze producten zijn onderdeel van de beoordeling van

Cultuuronderwijs 1.4, waarvoor je in blok 1.4 één studiepunt krijgt. De opdracht wordt beoordeeld door je

kerndocent, aan de hand van de beoordelingscriteria in het beoordelingsformulier.

Let op:

Voor cultuuronderwijs geldt een ‘verplichte deelname’. Dat wil zeggen dat je aanwezig moet zijn en actief moet

deelnemen om de gestelde doelen te kunnen behalen. In de cultuurweken maak je samen met medestudenten

kennis met het culturele veld in Amsterdam en de betekenis daarvan voor het basisonderwijs. Vanwege interactie

en discussie met medestudenten, docenten en betrokkenen uit het culturele veld is aanwezigheid en actieve

deelname noodzakelijk om de doelen te kunnen behalen.

Mocht je afwezig zijn, dan moet je voor de dagen dat je er niet bent vervangende opdrachten maken.

Page 38: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 38 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Aanbevolen literatuur:

• Heusden, B.P. van, Tans, J.P.M., Rass, M.G. (2016). Cultuur², Basis voor cultuuronderwijs . Bussum:

Coutinho.

Activiteiten in projectweek 1

Introductie thema en individuele opdracht

Groepsopdracht

Stagedag

Bezoek gebedshuizen I

Aan de slag met de groepsopdracht

Bezoek gebedshuizen II

Aan de slag met de groepsopdracht

Afsluiting: presentaties

Zelfstandig werken aan product Cultuurproject 1

Activiteiten in projectweek 2

Introductie thema en individuele opdracht

Stagedag

Collegetour met kunstenaars, workshops en theatervoorstelling

Voorbereiden presentaties en eindpresentaties

Zelfstandig werken aan product Cultuurproject 2

Het precieze programma is een week voor de start van de cultuurprojecten te vinden op het studiedeel

Cultuurproject op Brightspace.

Beschrijving van de opdracht

Cultuurproject 1

In cultuurproject 1 werk je aan een opdracht die wordt meegenomen in de beoordeling van cultuuronderwijs in

blok 1.4. De opdracht voor cultuurproject 1 bestaat uit twee onderdelen:

1. Je maakt een persoonlijke identiteitscirkel, waarin is opgenomen welke aspecten en mensen belangrijk zijn

voor je eigen identiteit.

2. Je maakt een verwerkingsopdracht van cultuurproject 1 waarin duidelijk is gemaakt op welke wijze de

ervaringen van cultuurproject 1 van betekenis zijn geweest op je eigen culturele identiteit.

Cultuurproject 2

In cultuurproject 2 werk je aan een opdracht die wordt meegenomen in de beoordeling van cultuuronderwijs in

blok 1.4. De opdracht voor cultuurproject 2 is de volgende:

1. Je maakt een kunstpagina, waarin:

• de eigen beleving van kunst in het algemeen zichtbaar wordt gemaakt.

• verschillende kunstdisciplines in beeld zijn gebracht.

2. In de toelichting op de kunstpagina heb je een koppeling gemaakt tussen kennis over cultuurdragerschap in

relatie tot de eigen beleving van kunst en de ervaringen van cultuurproject 2.

Page 39: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 39 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Deadline:

In de cultuurweken zelf zal bekend worden gemaakt wat de deadline is voor de individuele opdrachten van de

cultuurprojecten.

Portfolioproducten

Je neemt de individuele opdrachten op in je portfolio in de map Cultuurdossier.

Page 40: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 40 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

HOOFDSTUK 4. | De praktijk van het basisonderwijs SIS-code: Praktijk 1.1 beoordeling

INLEIDING – In de praktijk voer je activiteiten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van je competenties. Deze

ontwikkeling wordt gedurende de hele stageperiode gevolgd aan de hand van de competentiematrix Leren

lesgeven in de grote stad (Amsterdam) van de Pabo HvA. Je maakt in het eerste blok kennis met het

basisonderwijs, het reilen en zeilen op een basisschool en met de kinderen in de groep. Je richt je op het contact

maken met kinderen, individueel en in de groep en maakt een start met het lesgeven. Werken aan de hand van

planningen en omgaan met feedback zijn aandachtspunten.

Stagedoelen

• Je weet jezelf duidelijk te presenteren aan jouw stageklas.

• Je maakt op een natuurlijke, informele wijze contact met de groep.

• Je kunt leerlingen individueel benaderen en leren kennen.

• Je kunt in overleg met jouw mentor een realistische planning maken voor jouw praktijkactiviteiten per

blok en per dag.

• Je hebt je verdiept in de leef- en belevingswereld van de kinderen in de groep.

• Je hebt je verdiept in de visie van de mentor op onderwijs en op de eerste vier competenties voor een

leerkracht basisonderwijs.

• Je lessen zijn opgebouwd op basis van inleiding, kern en slot.

• Je kunt de kinderen helpen en stimuleren bij hun leertaken.

• Je laat zien dat je open staat voor feedback van je begeleiders.

Overzicht van de stageactiviteiten

Gedurende je stage voer je een aantal stageactiviteiten uit. Deze activiteiten zijn zodanig geformuleerd dat ze op

elke basisschool, onafhankelijk van de visie of het concept van die basisschool, kunnen worden uitgevoerd. De

stageactiviteiten komen onder andere voort uit de beroeps- en vakopdrachten. In deze opdrachten verbind je

theorie en praktijk en vice versa.

Hieronder zie je een overzicht van de stageactiviteiten voor dit blok. Ze zijn onder voorbehoud van kleine

wijzigingen in de beroeps- of vakopdracht.

Let op: stageactiviteiten zijn vaak handig met elkaar te combineren.

• Je maakt kennis met en stelt je voor aan de groep (op een originele en doordachte wijze).

• Je voegt in in de groep, ondersteunt de leerkracht bij het voorbereiden van de dag en bij het afsluiten /

opruimen nadat de kinderen naar huis zijn.

• Je interviewt je mentor ten aanzien van de eerste vier competentiegebieden (deelproduct 1 voor

Beroepsopdracht 1.1).

• Je voert gesprekken met twee leerlingen over hun leef- en belevingswereld (deelproduct 2 voor

Beroepsopdracht 1.1).

• Je verzorgt met ingang van de stageweek iedere stagedag een voorbereide les, zodat je dus in totaal minstens

zeven groepslessen uit voert, keuze/voorbereiding van de lessen onder intensieve begeleiding van de mentor,

waarvan

- ten minste één groepsles t.b.v. de vakopdracht Nederlands, waarvoor je een tekst voorleest en het daarbij

horende beoordelingsformulier door de mentor laat invullen.

Page 41: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 41 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

• Je verzorgt met ingang van de stageweek iedere stagedag een individuele instructie, zodat je dus in totaal

minstens zeven individuele instructies uit voert; keuze/voorbereiding van de lessen onder begeleiding.

• Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback

en stagebeoordelingen.

Toetsing

Stagebeoordeling (toets praktijk).

De stage wordt beoordeeld aan de hand van criteria die zijn opgenomen in het beoordelingsformulier. De stage

wordt als voldoende (cijfer: 6) beoordeeld als aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en het vereiste

aantal criteria (volgens de normering op het beoordelingsformulier) met een voldoende is beoordeeld.

De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de schoolopleider. De

beoordelingsprocedure is als volgt:

Aan het eind van blok 1.1 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te

vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek

met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de schoolopleider. De schoolopleider is de examinator en komt op

basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is toegelicht),

het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het

beoordelingsformulier in en geeft het cijfer.

Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids 2019-2020.

Studiemateriaal

• Praktijkgids 2019-2020

Portfolio

Je neemt de voldoende praktijkbeoordeling op in je portfolio.

Page 42: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 42 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

HOOFDSTUK 5. | Persoonlijke professionele ontwikkeling SIS-code: P.P.O. 1.2 toets mondeling

INLEIDING

Het lesgeven in een grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraagt

veel van de kennis, vaardigheden en attitude van jou als leerkracht. Je moet ervoor zorgen dat kinderen goed

onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en

dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Je krijgt als leerkracht hierdoor te

maken met dilemma's: in de interactie tussen jou en leerlingen, met ouders, collega's, de directeur en andere

onderwijsprofessionals. Omgaan met dilemma's vraagt van jou als leerkracht dat je weet waar je voor staat en dat

je eigen wijze keuzes kunt maken, die zijn gebaseerd op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en

onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO) leer je je eigen

professionele handelen te verantwoorden, het maken van transfer, het ontwikkelen van eigenheid (waaronder een

eigen visie op onderwijs en het beroep leerkracht) en het zelf sturing geven aan je eigen leerproces. Het portfolio

fungeert hierbij als reflectie-instrument.

Leerdoelen

Identiteit

▪ Je koppelt de competentiematrix aan je eigen ontwikkeling.

▪ Je leert je medestudenten en opleiding kennen (binden).

▪ Je herkent je eigen (culturele) achtergrond

Eigen wijze keuzes maken

▪ Je beschrijft je eigen handelen in een dilemma in de studie of praktijk aan de hand van de reflectiecyclus.

▪ Je herkent in onderwijssituaties de theorie uit de opleiding.

Professionele ruimte creëren

▪ Je kunt op basis van eigen ervaringen en feedback je eigen studiehouding beschrijven.

Persoonlijke professionele ontwikkeling bestaat uit drie pijlers:

1. Identiteit Je kunt je persoonlijke professionele ontwikkeling duiden, weet waar je voor staat

(visie) en kunt deze verwoorden aan anderen.

2. Eigen wijze keuzes Je kunt op basis van verworven kennis, inzichten en ervaringen eigen wijze keuzes

maken in je beroepspraktijk, deze onderbouwen en verantwoorden aan anderen.

3. Professionele

ruimte creëren

Je hebt een onderzoekende houding, stuurt je eigen ontwikkeling, voelt de noodzaak

om jezelf te blijven professionaliseren en zoekt verbinding en samenwerking met

collega’s en externen.

Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

In de PPO-bijeenkomsten begeleiden wij studenten in hun persoonlijke professionele ontwikkeling, waarin

reflecteren en de onderzoekende houding van de student een grote rol speelt. Hierbij gaan we ook in op identiteit

en groepsprocessen.

In de PPO-bijeenkomsten word je uitgedaagd een bijdrage te leveren aan onderstaande onderwerpen:

Page 43: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 43 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

▪ Wie ben ik: je presenteert wat je bezighoudt, waar je vandaan komt, wat je achtergrond is.

▪ Muurkrant: wekelijks wordt actueel nieuws uit onderwijsland gepresenteerd en een discussie met de klas

(be)geleid.

▪ Lesvoorbereiding en –uitvoering: we bespreken de relatie tussen de lesvoorbereiding en –uitvoering.

▪ Video-interactie aan de hand van beeldmateriaal uit de stage.

▪ Competentieontwikkeling: hoe ontwikkel jij je in studie en stage?

▪ Koppeling theorie en praktijk: geregeld wordt er een koppeling gemaakt van de praktijk naar de theorie en

vice versa.

▪ Casusinbreng: in de vorm van een casus wordt er door iemand een succes- of leermoment ingebracht.

▪ Tip van de week.

▪ Energizer: wekelijks leert een student de klas een energizer.

▪ Spreekuur: studenten kunnen een afspraak maken en de kerndocent kan een afspraak maken met studenten

om te praten over zaken m.b.t. studie en stage.

De kerndocent voert in collegeweken 3 en 4 onder PPO-tijd kennismakingsgesprekken met de studenten. Dan is er

geen PPO-college.

Aanwezigheidsplicht

Voor de colleges van PPO geldt een aanwezigheidsplicht.

Toetsing

Aan het eind van dit semester heb je een functioneringsgesprek van 20 minuten met je kerndocent. Voorafgaande

aan het gesprek actualiseer je jouw portfolio.

Bij het gesprek en bij de beoordeling staan de volgende aandachtspunten centraal:

▪ Studievaardigheden, studiehouding, en studievoortgang. Actieve deelname aan de studie, waaronder

aanwezigheid in de colleges, kan nadrukkelijk aan de orde komen tijdens het gesprek.

▪ Reflectie op de eigen professionele ontwikkeling en koppeling hiervan aan de competenties zoals beschreven

in de competentiematrix ‘Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)’.

▪ Reëel zicht op het vak van leerkracht basisonderwijs, de eigen sterke en te ontwikkelen punten en het

formuleren van nieuwe leerdoelen voor semester 2.

Je bereidt je voor op het functioneringsgesprek door je portfolio verder in te richten en te actualiseren. Je neemt

de volgende documenten op in je portfolio:

▪ De stagebeoordeling(en).

▪ De voldoende beroeps- en vakopdrachten (inclusief beoordelingsformulieren).

▪ De competentiematrix met daarin gearceerd/gemarkeerd in het groen de competentiebeschrijvingen die je

beheerst en gearceerd in het geel de competenties waarin je je wilt ontwikkelen in het komende semester.

Om tijdens het functioneringsgesprek tot een helder beeld van jouw ontwikkeling te komen kan het je helpen om

je schriftelijk voor te bereiden:

Page 44: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 44 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

- Beschrijf in een apart document hoe je je in de groen gearceerde competenties ontwikkeld hebt. Je kunt hier

concrete voorbeelden aan koppelen.

- Welke kwaliteiten en welke aandachtspunten zijn bij deze items zichtbaar geworden?

- Hoe kun je deze kwaliteiten en of aandachtspunten in andere praktijksituaties inzetten of toepassen?

- Indien je gebruik wilt maken van beeldmateriaal neem je een videofragment uit je stage mee naar het

gesprek.

Let op: deze schriftelijke voorbereiding mag je meenemen naar het functioneringsgesprek, maar neem je niet op in

je portfolio.

Naast de beoordeling krijg je van je kerndocent zo nodig feedback op het onderdeel ‘gesprekken voeren’, het gaat

hierbij om de kwaliteit van je mondelinge taal. Aan het eind van het eerste jaar moet je het B2-niveau aantonen

van dit taalaspect. In blok 1.2 krijg je ‘ontwikkelingsgerichte feedback’ van je kerndocent, dat wil zeggen dat je zo

nodig aanwijzingen krijgt indien je taalgebruik niet op het gewenste niveau is. In het functioneringsgesprek van

blok 1.4 wordt het aspect ‘gesprekken voeren’ beoordeeld als onvoldoende/voldoende.

Portfolioproducten

Je neemt het eindproduct, mits voldoende beoordeeld, op in je portfolio.

Page 45: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 45 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

HOOFDSTUK 6. | Praktische informatie

INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie omtrent dit blok zoals de

blokkalender, de gebruikte literatuur en internetsites, het minimum taalniveau dat we hanteren, etcetera.

Opzet blok 1

Hieronder zie je in schema hoe dit blok verloopt: in de bovenste rij de weken van het blok, de rij eronder de

kalenderweek, de rij daaronder de begindatum van die week, dan de invulling, en tenslotte de toets- en/of

stageactiviteiten.

Belangrijke internetsites

▪ http://rooster.hva.nl

Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas.

▪ https://start.mijnhva.nl/paginas/lecturer.aspx

Hier staat alle actuele informatie van de opleiding.

▪ https://brightspace.mijnhva.nl

Hier staat alle actuele informatie van de verschillende vakken.

▪ https://extranet.mijnhva.nl/nl/Paginas/default.aspx

Informatie van het stagebureau voor externen.

▪ https://sis.hva.nl

Bekijk hier jouw studievoortgang.

▪ https://stip.hva.nl

Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-)

informatie.

• https://taaluniversum.hva.nl

Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren.

Belangrijke documenten (downloaden via MijnHvA):

• Competentiematrix “Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)”.

• Praktijkgids 2019-2020.

Boekenlijst

Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het derde studiejaar vind je op deze website:

https://www.athenaeum.nl/studieboeken

BLOK 1 2019-2020

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

02/09 09/09 16/09 23/09 30/09 07/10 14/10 21/10 28/10 04/11

17-09:

eerste stagedag

STAGEWEEK

VT: ma t/m vr.

DT: 1 dag extra

HERFST

TOETSWEEK.1

Stagebeoord.

Beroepsopdr.

Vakopdracht

TOETSWEEK 2

Thematoets

Vaktoets

Vaktoets

Page 46: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 46 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BSA-norm

Bij onvoldoende studievoortgang na jaar 1 kan de opleiding een negatief bindend studieadvies (BSA) afgeven. In

dat geval zul je de opleiding helaas vroegtijdig moeten afbreken. Om zo’n negatief studieadvies te voorkomen

moet je na het eerste studiejaar in het bezit zijn van minimaal 50 studiepunten.

Taalniveau

Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het

Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van

alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse

en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op

http://www.erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen.

Vereist niveau einde propedeuse (taalniveau B2)

Aan het eind van de propedeuse moet je het B2-niveau aantonen op de volgende taalaspecten:

1. Spreken (presenteren).

2. Gesprekken voeren.

3. Schrijven.

4. Lezen.

5. Luisteren.

Je toont aan het eind van het eerste jaar, in blok 1.4, je B2-niveau aan in spreken, gesprekken voeren en schrijven

tijdens de volgende daartoe aangewezen opdrachten:

▪ Schrijven: vaktoets Nederland 1.4 (schriftelijk), beoordeling door de docent Nederlands.

▪ Spreken (presenteren) en gesprekken voeren: vaktoets Nederlands 1.4 (mondeling), beoordeling door de

docent Nederlands.

Deze opdrachten staan inhoudelijk beschreven in de studiewijzers per blok. De opdrachten worden beoordeeld

met beoordelingsformulieren voor schrijven, spreken en gesprekken voeren op B2-niveau. De beoordeling op

taalniveau B2 staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld. B2-niveau in luisteren en

lezen wordt indirect aangetoond, namelijk via het volgen van (hoor)colleges en het lezen van studiestof. Je toont

het B2-niveau luisteren en lezen aan door het behalen van de eerstejaarstoetsen. Bij deze taalonderdelen worden

geen aparte beoordelingsformulieren voor ‘taalgebruik’ gehanteerd.

Je krijgt de mogelijkheid gedurende het eerste jaar je taalniveau (zonodig) te ontwikkelen tot het vereiste B2-

niveau. In blok 1 en 2, semester 1, van de propedeuse worden – als onderdeel van het vereiste B2-niveau - alle

schrijfproducten van studenten taalontwikkelinggericht nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo-HvA (deze

vind je in een van de bijlagen bij deze studiewijzer). Gedurende dit blok kunnen de schrijfproducten nog niet op

taal worden afgekeurd. De student moet wel zijn groei kunnen aantonen op dit gebied.

Vanaf semester 2 van de propedeuse (en de hierop volgende studiejaren) worden alle schrijfproducten met de

taalnorm nagekeken en bij te veel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling

teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn

geheel herkansen.

Page 47: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 47 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BIJLAGE 1. | Beoordelingsformulier Beroepsopdracht 1.1 - Amsterdams onderwijs in beeld Pabo HvA 2019-2020

Student: Cijfer:

Klas: Datum beoordeling:

Kerndocent: Beoordelende docent:

A1. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

1. Het eindproduct bestaat uit deelproduct 1, deelproduct 2 en één digitale infographic. O O

2. De student laat zien dat de stagementor en de leerlingen zijn geïnterviewd. O O

A2. Formatieve beoordeling taalaspect (in semester 1 nog geen voorwaarde voor voldoende)

3. Het schriftelijk werk voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA (zie bijlage in de studiewijzer). O O

B. Inhoudelijke criteria

Onvoldoende

(0 punten)

Niet helemaal

voldoende

(1 punt)

Voldoende

(2 punten)

Goed (3 punten)

Dit wordt door de beoordelaar

verantwoord in de feedback. 1. Je kunt vanuit kennis over de

eerste vier

competentiegebieden een

interview structureel

voorbereiden en uitvoeren.

• Kennis ten aanzien van de eerste vier

competentiegebieden wordt in het verslag

verwerkt.

• Het interview is op een systematische

wijze voorbereid en uitgevoerd.

2. Je kunt de visie van de

stagementor op de eerste vier

competentiegebieden

beschrijven en onderbouwt

deze met voorbeelden uit de

onderwijspraktijk.

• De visie van de stagementor op de eerste

vier competentiegebieden wordt

beschreven en bestaat uit tenminste twee

aspecten per competentiegebied.

• Met voorbeelden wordt toegelicht hoe de

visie van de stagementor op een

competentiegebied in de praktijk zichtbaar

is.

3. Je kent het verschil tussen de

leefwereld en de

belevingswereld van

kinderen.

• De leefwereld en de belevingswereld van

twee kinderen worden beschreven.

• De overeenkomsten en verschillen in leef-

en belevingswereld van de twee kinderen

worden beschreven.

4. Je kunt de samenvatting van

het interview over leef- en

belevingswereld van twee

kinderen in beeld brengen.

• De infographic is een samenvatting van de

kern van deelproduct 2, ziet er

professioneel, verzorgd en overzichtelijk

uit.

• De overeenkomsten en verschillen tussen

de leef- en belevingswereld worden in

beeld gebracht.

C. Eindbeoordeling / cijfer

Uitmuntend = 10 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 12 punten.

Zeer goed = 9 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 11 punten.

Goed = 8 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 10 punten.

Ruim voldoende = 7 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 9 punten.

Voldoende = 6 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 8 punten.

Net niet voldoende = 5 Aan één voorwaardelijk onderdeel is niet voldaan en/of minstens één inhoudelijk criterium is onvoldoende en de student heeft 7-9 punten.

Onvoldoende = 4 Aan één voorwaardelijk onderdeel is niet voldaan en/of minstens één inhoudelijk criterium is onvoldoende en de student heeft 6 punten of minder.

D. Aanvullende feedback en opmerkingen kerndocent

Page 48: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 48 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BIJLAGE 2. | Beoordelingsformulier Vakopdracht Nederlands 1.1 Pabo HvA 2019-2020

Student:

Cijfer:

Studentnummer:

Cursusjaar: Datum beoordeling:

Klas: Docent:

A. Algemeen criterium Ja Nee

▪ Het verslag voldoet aan de eisen voor de vormgeving van de vakopdracht (zie beschrijving in de studiewijzer).

▪ Het verslag voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA (in semester 1 nog geen voorwaarde voor een voldoende).

Inhoudelijke criteria

Helemaal niet (0)

Niet helemaal (1)

Voldoende (2) Goed (3)

1. De student heeft een analyse van de leesomgeving geschreven.

• Uit de analyse wordt in voldoende mate zichtbaar dat de student de verschillende criteria voor een stimulerende leesomgeving kent.

• De analyse van de leesomgeving is waardevrij beschreven.

2. De student heeft een beschrijving van het leesklimaat geschreven.

• Uit de beschrijving wordt in voldoende mate zichtbaar dat de student verschillende leesbevorderende activiteiten kent.

• De beschrijving van het leesklimaat is waardevrij.

3. De student heeft een beoordeling van de leesomgeving en het leesklimaat geschreven.

• Uit de beoordeling wordt in voldoende mate zichtbaar dat de student op basis van de bestudeerde literatuur een oordeel kan vellen over de leesomgeving en het leesklimaat in de klas.

• De student beschrijft twee adviezen waarmee de leesomgeving gestimuleerd kan worden. Deze adviezen sluiten in voldoende mate aan bij de bestudeerde literatuur en bij de resultaten van de analyse van de leesomgeving.

• De student beschrijft twee adviezen waarmee het leesklimaat bevorderd kan worden. Deze adviezen sluiten in voldoende mate aan bij de bestudeerde literatuur en bij de resultaten van de beschrijving van het leesklimaat.

4. De student heeft een (fragment van een) kinderboekboek voorgelezen in de stageklas.

• De (handgeschreven) beoordeling is voldoende.

• De student verantwoordt in voldoende mate zijn/haar tekstkeuze.

• De student kan in voldoende mate beargumenteren waarom de tekst geschikt is voor de doelgroep.

• De student reflecteert in voldoende mate op het verloop van het voorlezen.

Eindbeoordeling/ cijfer (0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel.)

Page 49: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 49 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

Aantal punten

O Uitmuntend = 10 12

O Zeer goed = 9 11

O Goed = 8 9 - 10

O Ruim voldoende = 7 8

O Voldoende = 6 7

O Onvoldoende = 5 6 - 5

O Ruim onvoldoende = 4 4 - 3

O Ruim onvoldoende = 3 2

O Ruim onvoldoende = 2 1

O Geen punten = 1 0

D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent

Page 50: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 50 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BIJLAGE 3. | Beoordelingsformulier Vakopdracht KO 1.2 Pabo HvA 2019-2020

Vakonderdeel 1: Beeldende vorming

Student: Beoordelende docent:

Cijfer1 vakonderdeel beeldende vorming:

Studentnummer:

Cursusjaar:

Klas:

Komt in aanmerking voor bonuspunt:

Datum beoordeling: ja/nee

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

• De student heeft de twee beeldende opdrachten gemaakt en aangeleverd. O O

• De student heeft het beeldend portfolio met vooronderzoek en procesbeschrijving achteraf aangeleverd. O O

• Het verslag voldoet aan de taalnorm van Pabo HvA. O O

B. Inhoudelijke criteria

Helemaal niet

(0 punten)

Niet helemaal (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

Je hebt basiskennis over de aangeboden materialen/ technieken en kan deze toepassen in het beeldend werk.

• Er is gewerkt volgens de materiaaltechnische criteria bij de opdracht, de voorgeschreven en/ of experimentele technieken zijn gebruikt.

• Er is sprake van onderzoek, verfijning en te verantwoorden materiaal- en techniekgebruik.

• De hanteringswijze past bij de inhoud van de opdracht.

Je hebt kennis genomen van de beeldaspecten en kan deze toepassen in je beeldende werk.

• Er is gewerkt volgens de vormgevingscriteria bij de opdracht.

• Er is sprake van onderzoek, verfijning en te verantwoorden vormgevingsgebruik.

• De vormgeving is zo gekozen dat het bij de inhoud past.

Je bent in staat een procesverslag te schrijven volgens het gegeven format op Brightspace

• Het procesverslag voldoet aan de beantwoording van de vragen uit het verslagmodel Werkproces achteraf.

• Inspiratiemateriaal en onderzoek (w.o. schetsen, materiaalproeven, verzameld inspiratiemateriaal als foto’s en tekst) maken deel uit van de beeldende collectie.

• Er is een samenhangend proces te zien in woord en beeld.

Je bent in staat om de gegeven opdracht volgens de criteria uit te voeren

• Er is gewerkt vanuit de inhoudelijke (betekenis) criteria van de opdracht.

• Er is aangetoond een beeldende collectie te kunnen maken vanuit proces en product.

Deze student komt in aanmerking voor een bonuspunt2 voor de vakopdracht KO 1.2

Doorhalen wat niet van toepassing is. ja nee

1 Het eindcijfer voor de vakopdracht KO 1.2 is het gemiddelde cijfer van het onderdeel beeldende vorming en het onderdeel muziek. 2 Een bonuspunt is je eindcijfer voor de gehele vakopdracht + 1. Een bonuspunt kan alleen worden toegekend als het eindcijfer minimaal een 6 is, én als je bij beide vakonderdelen een bijzondere kwaliteit hebt laten zien en/of een bijzondere prestatie hebt geleverd. De toekenning van een bonuspunt wordt altijd inhoudelijk toegelicht.

Page 51: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 51 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent

C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel).

Aantal punten

O Uitmuntend = 10 12

O Zeer goed = 9 11

O Goed = 8 9-10

O Ruim voldoende = 7 7-8

O Voldoende = 6 6

O Onvoldoende = 5 4-5

O Ruim onvoldoende = 4 3

O Ruim onvoldoende = 3 2

O Ruim onvoldoende = 2 1

O Geen punten = 1 0

Page 52: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 52 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

VT KO 1.2

Vakonderdeel 2: Muziek

Student: Beoordelende docent:

Cijfer3 vakonderdeel muziek:

Studentnummer:

Cursusjaar:

Klas:

Komt in aanmerking voor bonuspunt:

Datum beoordeling: ja/nee

Inhoudelijke criteria

Onvoldoende

(0 punten)

Niet helemaal voldoende

( 1 punt)

Voldoende

(2 punten)

Goed

(3 punten)

1A- Je kunt een toon overnemen en

aangeven.

1B-Je kunt een eenstemmig lied op de juiste toonhoogte zingen

1C- Je kunt in een groep een -

canon/meerstemmig lied zingen

2A. Je kunt bij een liedbegeleiding

onderscheid maken tussen maat en

ritme.

2B. Je kunt een genoteerd ritme

lezen en uitvoeren

3. Je kunt bij een liedbegeleiding ten minste twee akkoordsymbolen spelen op ukelele of gitaar.

Deze student komt in aanmerking voor een bonuspunt4 voor de vakopdracht KO 1.2

Doorhalen wat niet van toepassing is. ja nee

C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel).

Aantal punten

O Uitmuntend = 10 18

O Zeer goed = 9 17

O Goed = 8 14-16

O Ruim voldoende = 7 10-13

O Voldoende = 6 7-9

O Onvoldoende = 5 6

O Ruim onvoldoende = 4 4-5

O Ruim onvoldoende = 3 3

O Ruim onvoldoende = 2 1-2

O Geen punten = 1 0

D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent

3 Het eindcijfer voor de vakopdracht KO 1.2 is het gemiddelde cijfer van het onderdeel beeldende vorming en het onderdeel muziek. 4 Een bonuspunt is je eindcijfer voor de gehele vakopdracht + 1. Een bonuspunt kan alleen worden toegekend als het eindcijfer minimaal een 6 is, én als je bij beide vakonderdelen een bijzondere kwaliteit hebt laten zien en/of een bijzondere prestatie hebt geleverd. De toekenning van een bonuspunt wordt altijd inhoudelijk toegelicht.

Page 53: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 53 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BIJLAGE 4. | BEOORDELINGSFORMULIER CULTUURPROJECT VT 1.4 Pabo HvA 2019-2020

Student: Klas:

Cijfer: Datum: Beoordelend kerndocent:

A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

4. De student heeft deelgenomen aan cultuurproject 1. O O

5. De student heeft deelgenomen aan cultuurproject 2. O O

6. Het verslag voldoet aan de taalnorm van Pabo HvA. O O

B. Inhoudelijke criteria

Onvoldoende

( 0 punten) Net niet

voldoende (1 punt)

Voldoende (2 punten)

Goed (3 punten)

Cultuurproject 1: De student heeft de eigen

culturele identiteit in beeld

gebracht.

• In de identiteitscirkel maakt de student zichtbaar welke aspecten en mensen belangrijk zijn voor de eigen identiteit.

• De student heeft een toelichting gegeven op de inhoud van de identiteitscirkel.

Cultuurproject 1: De student koppelt de eigen culturele identiteit aan de ervaringen van cultuurproject 1.

• In de verwerkingsopdracht heeft de student duidelijk gemaakt op welke wijze de ervaringen van cultuurproject 1 van betekenis zijn geweest op de eigen culturele identiteit.

• De student heeft in de verwerkingsopdracht een koppeling gemaakt tussen de eigen ervaringen en de professionele rol van leerkracht.

Cultuurproject 2: De student heeft een kunstpagina samengesteld waarin de eigen beleving van kunst zichtbaar wordt.

• In de kunstpagina heeft de student de eigen beleving van kunst in het algemeen zichtbaar gemaakt.

• In de kunstpagina heeft de student verschillende kunstdisciplines in beeld gebracht.

• De student heeft zichtbaar aandacht besteed aan de vormgeving van de kunstpagina.

Cultuurproject 2: De student heeft de eigen ontwikkeling in kaart gebracht aan de hand van de drie basisberoepstaken cultuureducatie.

• In de toelichting op de kunstpagina heeft de student een koppeling gemaakt tussen kennis over cultuurdragerschap in relatie tot de eigen beleving van kunst en de ervaringen van cultuurproject 2.

• De student heeft de toelichting op kunstonderwijs onderbouwd met theorie en/of visie.

C. Eindbeoordeling / cijfer

Uitmuntend = 10 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en de student heeft 12 punten.

Zeer goed = 9 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en de student heeft 11 punten.

Goed = 8 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en de student heeft 10 punten.

Ruim voldoende = 7 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 9 punten.

Voldoende = 6 Aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan, voor alle inhoudelijke criteria is tenminste 1 punt gescoord en de student heeft 8 punten.

Net niet voldoende = 5 Aan één voorwaardelijk onderdeel is niet voldaan en/of minstens één inhoudelijk criterium is onvoldoende en de student heeft 7-9 punten.

Onvoldoende = 4 Aan één voorwaardelijk onderdeel is niet voldaan en/of minstens één inhoudelijk criterium is onvoldoende en de student heeft 6 punten of

minder.

D. Toelichting bij de beoordeling door de kerndocent:

Page 54: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 54 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

BIJLAGE 5. | De taalnorm van Pabo HvA

TAALNORM SCHRIJVEN PABO HVA

Page 55: Blok 1...Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het

2019-2020 Studiewijzer VT 1.1 pagina 55 – DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2019

PROFESSIONEEL SCHRIJVEN

Pabo

Hogeschool van Amsterdam

KENMERKEN VAN EEN PROFESSIONELE TEKST

Afstemming op doel

De vormgeving van het schrijfproduct is conform de eisen (lay-out, spellingscontrole).

De structuur van het product is afgestemd op het doel (bijv. adviseren, informeren,

overtuigen).

Afstemming op publiek

Het taalgebruik en de toon passen bij het publiek (bijv. formeel/informeel,

populair/zakelijk).

Samenhang

Zinnen en alinea’s zijn verbonden door verbindingswoorden en overgangszinnen.

Verwijswoorden zijn correct.

De gedachtelijn is logisch en consequent.

Woordgebruik en woordenschat

Het woordgebruik is gevarieerd.

De woordkeuze is correct.

Voorzetsels en lidwoorden zijn goed gebruikt.

De woordkeuze is passend bij het jargon uit het beroepenveld.

Het betrekkelijk voornaamwoord is correct gebruikt (dat/wat, deze/die).

Spelling en grammatica

De zinsbouw is correct, ook in langere, samengestelde zinnen.

De spelling is correct.

Leesbaarheid

Er zijn witregels, alinea’s en/of kopjes gebruikt. De structuur hiervan is logisch en

bevordert de leesbaarheid.

Interpunctie is correct gebruikt.