bijdrage tot de toponymie van de meetjeslandse...

104
Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpen Promotor: prof. dr. Magda Devos Vakgroep Nederlandse taalkunde Masterproef, voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het behalen van de graad Master in de Taal- en Letterkunde Nederlands Engels Jordy Haverbeke Academiejaar 2009-2010

Upload: others

Post on 24-Jan-2021

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpen

Promotor: prof. dr. Magda Devos

Vakgroep Nederlandse taalkunde

Masterproef, voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het

behalen van de graad Master in de Taal- en Letterkunde Nederlands – Engels

Jordy Haverbeke

Academiejaar 2009-2010

Page 2: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

2

1 Woord vooraf

In de loop van het vorige academiejaar schreef ik een bachelorscriptie over de microtoponymie van

het dorp Sint-Laureins. De eerste zin uit het voorwoord luidde als volgt: “Een dorp toponymisch

beschrijven is een werk van lange adem”. Nu ik voor deze masterscriptie de polderdorpen

toponymisch beschreven heb, besef ik dat ik die openingszin beter had gereserveerd als aanhef voor

deze scriptie. Sint-Laureins kende immers al eeuwen lang min of meer hetzelfde stratenpatroon en

van de eerste nederzetting tot de huidige gemeente lag het dorpscentrum op precies dezelfde plaats.

Bij de polderdorpen was dat enigszins anders; hun topografisch en geografisch uitzicht veranderde

enorm in de loop der eeuwen. Overstromingen en stormvloeden zorgden er soms voor dat volledige

dorpsbevolkingen hun hebben en houden moesten samenrapen en elders hun dorp heropbouwen.

Bij andere nederzettingen was er van zo’n heropbouw helemaal geen sprake; zij verdwenen

voorgoed in het wassende water.

Dat alles maakt het er niet gemakkelijker op om een algemeen beeld van de polderdorpen te

schetsen, laat staan om de aangetroffen toponiemen te lokaliseren. Gelukkig kon ik voor deze

opdracht rekenen op de steun van een aantal mensen, die er mee voor gezorgd hebben dat ik deze

scriptie tot een goed einde kon brengen. Dit is dan ook de uitgelezen plaats om hen te bedanken.

Ik ben het meeste dank verschuldigd aan mijn promotor, prof. dr. Magda Devos. Zij stond me

letterlijk dag en nacht bij met deskundige uitleg. Elk deel van deze masterscriptie nam ze minutieus

onder handen en voorzag die van de nodige commentaar en suggesties. Tot en met

Pinkstermaandag 2010, de allerlaatste dag vóór de deadline van de masterscripties 2009-2010,

begeleidde ze me via een intensieve e-mailcorrespondentie bij de afwerking van mijn studie. In

dankbare herinnering aan deze intensieve samenwerking ben ik vastbesloten mijn

intentieverbintenis aan mijn promotor na te komen om mijn masterscriptie bij te stellen en om te

werken tot een publiceerbare monografie in de reeks Meetjeslandse toponiemen tot 1600.

Op toponymisch en geschiedkundig gebied ben ik verder ook Hugo Notteboom en Luc Van Durme

erkentelijk. Zij hebben mij op weg geholpen door me in contact te brengen met gespecialiseerde

werken en archieflocaties die achteraf van goudwaarde bleken. Ook kwam ik door hen in contact met

andere geïnteresseerden die allemaal, al dan niet bewust, hun steentje bijdroegen tot het realiseren

van dit project.

Uiteraard zijn er ook nog vele anderen die mij indirect geholpen hebben en die allen mijn

erkentelijkheid verdienen. Ik noem hierbij om te beginnen mijn ouders, die mij enthousiast een

universitaire opleiding lieten volgen en mij steeds onvoorwaardelijk steunden. Mijn dank gaat ook uit

naar de vele familieleden, kennissen en dorpsgenoten die interesse betoonden voor mijn onderzoek,

en mij meermaals nuttig advies en suggesties gaven. Hun belangstelling en blijken van waardering

hebben mij dikwijls een hart onder de riem gestoken. Ten slotte wil ik in dit dankwoord mijn

vrienden en studiegenoten betrekken, die me bijstonden in praktische aangelegenheden en bij

technische problemen met hard- en software, of die gewoon bemoedigende woorden spraken op

momenten dat ik het wat minder zag zitten.

Page 3: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

3

2 Inhoud

1 Woord vooraf ..............................................................................................................................2

2 Inhoud ........................................................................................................................................3

3 Inleiding ......................................................................................................................................4

3.1 Algemeen ............................................................................................................................4

3.2 De Polderdorpen .................................................................................................................4

3.3 Onderzoeksmethode ...........................................................................................................5

3.3.1 Materiaalverzameling ..................................................................................................5

3.3.2 Verklaring van de toponiemen .....................................................................................6

3.3.3 Lokaliseren ..................................................................................................................7

4 Verklaring van de toponiemen .................................................................................................. 10

4.1 Dorpen en wijken .............................................................................................................. 10

4.2 Polders en dijken ............................................................................................................... 21

4.3 Straatnamen ...................................................................................................................... 32

4.4 Terreinnamen .................................................................................................................... 48

4.4.1 Kernbestanddelen ...................................................................................................... 48

4.4.2 Terreinnamen in de polderdorpen ............................................................................. 50

4.5 Waterlopen, waterovergangen en waterschappen ............................................................ 58

4.5.1 Kernbestanddelen ...................................................................................................... 58

4.5.2 Waternamen in de polderdorpen ............................................................................... 59

5 Bijlagen ..................................................................................................................................... 66

5.1 Bibliografie ........................................................................................................................ 66

5.1.1 Geschreven bronnen .................................................................................................. 66

5.1.2 Elektronische bronnen ............................................................................................... 67

5.2 Glossarium ........................................................................................................................ 68

5.3 Kaart ............................................................................................................................... 103

Page 4: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

4

3 Inleiding

3.1 Algemeen

Deze masterscriptie werd opgesteld in de geest van de reeks Meetjeslandse toponiemen tot 1600.

Deze reeks, die uitgegeven wordt door de Stichting Achiel De Vos, streeft ernaar om van elke

Meetjeslandse gemeente een toponymische beschrijving te publiceren. Zo goed als alle

buurgemeenten van de polderdorpen werden al beschreven: als eersten in de reeks kwamen

Maldegem, Adegem en Sint-Laureins aan de beurt, beschreven door prof. dr. Johan Taeldeman. Later

verscheen ook de studie over de Eeklose toponiemen van de hand van Paul Van de Woestijne, en

recent publiceerde diezelfde auteur tezamen met Magda Devos de monografie van Lembeke-

Kaprijke. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat de leemte tussen die gemeenten, het gebied

van de polderdorpen, toponymisch beschreven zou worden.

Vorig academiejaar schreef ik een bachelorscriptie over de microtoponymie van Sint-Laureins, die

opgevat was als een aanvulling op en een uitbreiding van de nogal summiere monografie van prof.

dr. Taeldeman over die gemeente. Dat werk beviel me zo goed dat ik gretig inging op het aanbod van

prof. Magda Devos om dit jaar de toponymie van de polderdorpen te bespreken.

In het vervolg van deze inleiding geef ik eerst een korte omschrijving van het onderzoeksgebied

(paragraaf 3.2) , waarna ik nader in ga op de gevolgde werkwijze (paragraaf 3.3). In het volgende,

centrale hoofdstuk, worden de toponiemen gegroepeerd naar werkelijkheidscategorie en voorzien

van een verklarend commentaar. Het laatste hoofdstuk bevat de bijlagen: de bibliografie, het

glossarium en de kaart.

3.2 De Polderdorpen

Het onderzoeksgebied van deze scriptie strekt zich grotendeels uit over het grondgebied van vier

verschillende dorpen. Gerangschikt volgens oppervlakte en inwonersaantal (van groot naar klein) zijn

dat de dorpen Watervliet, Sint-Jan-in-Eremo, Sint-Margriete en Waterland-Oudeman. Samen met de

deelgemeente Sint-Laureins vormen zij sinds 1977 de fusiegemeente Sint-Laureins. De

fusiegemeente Sint-Laureins ligt in het uiterste noorden van de provincie Oost-Vlaanderen, tegen de

rijksgrens tussen Nederland en België.

De noordelijkste delen van dit grondgebied, waartoe Watervliet, Waterland-Oudeman en Sint-

Margriete rekenen, bevinden zich door de vele overstromingen op vruchtbare polderkleigrond. In

Page 5: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

5

Sint-Laureins en het deel van Sint-Jan-in-Eremo dat ten zuiden van het Leopoldskanaal ligt, is de

ondergrond eerder zandig.

Overigens bevonden zich in dit onderzoeksgebied ooit nog een aantal andere dorpen, zoals

Roeselare, Elmare en Sint-Niklaas-ter-Vaarne. Deze nederzettingen zijn ondertussen allemaal

vernield door de vernietigende kracht van de zee. Hun ontstaan en geschiedenis wordt beschreven in

het deel ‘Dorpen en wijken’.

Niet alle toponiemen die besproken worden lagen binnen de grenzen van de hedendaagse

polderdorpen. Zo lag de eerste nederzetting die Sint-Margriete heette, in een gebied dat

tegenwoordig ten noorden van de Belgisch-Nederlandse rijksgrens ligt. Die rijksgrens ontstond pas na

1600, dus Sint-Margriete is zeker niet het enige hier besproken toponiem dat zich op huidig

Nederlands grondgebied bevond.

3.3 Onderzoeksmethode

3.3.1 Materiaalverzameling

Het is natuurlijk niet mogelijk om een gebied toponymisch te beschrijven zonder daarvoor de nodige

toponiemen te verzamelen. Gelukkig is dat voor de Meetjeslandse gemeenten al gebeurd door twee

eminente vorsers, Achiel De Vos en Luc Stockman. Achiel De Vos, jarenlang stadsarchivaris in Eeklo,

onderzocht honderden archiefbronnen, op zoek naar toponiemen uit alle Meetjeslandse gemeenten.

Ooit wilde hij een toponymisch woordenboek van deze streek publiceren, en daarvoor noteerde hij

alle toponiemen die voor ca. 1625 vermeld waren. In de loop der jaren kreeg hij voor dit

monnikenwerk de hulp van ir. Luc Stockman, die de gegevens van De Vos aanvulde met materiaal dat

hij vond in Brusselse, Brugse en andere archiefdepots. Samen stelden ze voor elke Meetjeslandse

gemeente een glossarium op dat de resultaten van hun opzoekingswerk bundelde.

Het glossarium van de westelijke polderdorpen van de hand van De Vos en Stockman bevatte, naast

materiaal uit de vier tegenwoordige polderdorpen (zie hierboven) ook de geattesteerde toponiemen

van Middelburg, deelgemeente van Maldegem. Omdat we geen historische noch topografische

gelijkenissen zagen tussen Middelburg en de Sint-Laureinse polderdorpen, hebben we de

Middelburgse toponiemen in deze scriptie terzijde gelaten.

Page 6: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

6

Het glossarium van De Vos en Stockman werd verder aangevuld met de toponiemen uit de

polderdorpen die vermeld worden in het toponymisch woordenboek van Karel De Flou. Uiteraard

hebben we ook uit dit werk enkel de toponiemen gehaald die vóór de 17de eeuw geattesteerd

werden. In het glossarium dat achteraan als bijlage is ingesloten, zijn de toponiemen en

bronvermeldingen die we uit het woordenboek van De Flou haalden cursief gedrukt. De romein

gedrukte toponiemen en beschrijvingen komen uit het glossarium van De Vos en Stockman. De

toponiemen die De Flou vermeldt komen vaak ook voor bij De Vos en Stockman, maar toch doken er

een aantal vormen op die niet door hen geregistreerd waren. Eenmalig hebben we ook een citaat

opgenomen uit het Corpus Gysseling, de verzameling Oud-en Middelnederlandse teksten van de

hand van Maurits Gysseling. Die verzameling is integraal opgenomen in het Middelnederlandsch

woordenboek (MNW). Het betreffende citaat bevat de vermeldingen van het toponiem Sint-Niklaas-

ter-Varen en staat in het vet gedrukt in het glossarium.

3.3.2 Verklaring van de toponiemen

Om de toponiemen te verklaren zijn historische woordenboeken van groot belang. Onlangs werden

de meest omvangrijke historische woordenboeken van het Nederlands samengevoegd en

beschikbaar gebracht op één handige, overzichtelijke website. Via de portaalsite (http://gtb.inl.nl/)

wordt meteen de zoekapplicatie gestart die tegelijk zoekt in vier verschillende woordenboeken:

ONW: Oudnederlands woordenboek

VMNW: Vroegmiddelnederlands woordenboek

MNW: Middelnederlandsch woordenboek

WNT: Woordenboek der Nederlandsche Taal

Wanneer voor deze scriptie een van die woordenboeken digitaal geraadpleegd werd om een

toponiem te verklaren, staat bij die verklaring tussen haakjes de afkorting van het desbetreffende

woordenboek en het lemma waaronder de verklaring gevonden werd.

Voor de verklaring van de toponiemen hebben we ook ruim gebruik gemaakt van de reeds

verschenen monografieën in de reeks Meetjeslandse toponiemen tot 1600. Veel van de door ons

geattesteerde namen en naamsbestanddelen komen ook in andere Meetjeslandse gemeenten voor

en waren al het voorwerp van commentaar in één of meer gepubliceerde delen van de reeks.

Page 7: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

7

Bij de verklaring van persoonsnamen in toponiemen was het belangrijkste hulpmiddel het

Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk van Frans Debrabandere. Dit

woordenboek geeft een compleet overzicht van de betekenis en herkomst van de familienamen die

tot op heden bekend zijn. Voor deze scriptie werd de geactualiseerde en uitgebreide versie uit 2003

gebruikt. Om na te gaan of een bepaalde familienaam nog steeds bestaat in de streek, maakten we

gebruik van de digitale versie van de familienamenatlas van Ann Marynissen

(http://www.familienamen.be), die een overzicht geeft van de geografische spreiding van alle

Belgische familienamen.

3.3.3 Lokaliseren

Om de toponiemen te lokaliseren is er voor deze scriptie op verschillende bronnen een beroep

gedaan. De belangrijkste bron blijft natuurlijk de attestatie van het toponiem zelf in de archieven. Bij

zo’n toponiem wordt vaak direct of indirect de ligging aangegeven ten opzichte van referentiepunten

in de omgeving. Als de locatie van die referentiepunten bekend is, kunnen we meestal ook het

toponiem situeren. Vaak echter bevatten de bronnenexcerpten geen enkele indicatie over de ligging

van het toponiem. Daarom zijn we in de depots van het Rijksarchief van Gent en Brugge op zoek

gegaan naar oude kaarten. Die zoektocht bleef niet zonder resultaat: dank zij de kaarten die we in de

archiefdepots konden raadplegen, slaagden we erin een groot aantal toponiemen exact of bij

benadering te lokaliseren.

De belangrijkste gebruikte kaarten zijn de volgende:

Rijksarchief Gent, collectie ‘Kaarten en Plans’:

N° 617, uit 1542. Dit is de kaart van François Van de Velde die in sommige verklaringen

aangehaald wordt.

N° 710, uit 1557. Deze kaart geeft een overzicht van de meeste polders uit het behandelde

gebied, voor die in de 16de en 17de eeuw opnieuw geteisterd werden door het water. De

kaart is relatief gedetailleerd en vermeldt enkele straatnamen.

N° 625, uit 1617. Dit is een ingekleurde overzichtskaart van het poldergebied. Enkel de

poldernamen worden vermeld, de kaart is niet erg gedetailleerd.

Page 8: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

8

N° 630, uit 1622. Deze kaart is een bijzonder mooi afgewerkt overzicht van het

poldergebied. Bij de poldernamen staat telkens de grootte van de polder, en het jaartal

waarop de dijken braken.

Rijksarchief Brugge, collectie ‘Omlopers Peper’

N° 210. Dit is een omloper van enkele polders uit het onderzoeksgebied. In zo’n omloper

werd genoteerd welke grond verkocht werd, van eigenaar veranderde,… Het was dus een

beetje de voorloper van het moderne kadaster.

Kaart van Pourbus

Pieter Pourbus was een Brugse beeldhouwer-schilder-cartograaf. In de tweede helft van de zestiende

eeuw verzamelde hij jarenlang topografische gegevens over de streek van het Brugse Vrije, het

gebied onder Brugs zeggingschap, dat tot de Meetjeslandse polderdorpen reikte. Tegen het einde

van de 16de eeuw verwerkte Pourbus al deze gegevens in een reeks schetsen/schilderijen waarin hij

het volledige grondgebied van het Brugse Vrije afbeeldde. Op die geschilderde kaarten worden een

aantal toponiemen uit de polderdorpen vermeld, die we daardoor kunnen lokaliseren. De kaart die

zich achteraan deze scriptie bevindt, is overigens gebaseerd op die kaart van Pourbus.

Verder zijn nog twee historisch-geografische bronnen van groot belang geweest voor de lokalisering

(maar ook deels voor de verklaring) van vele toponiemen.

De eerste bron is het werk van Dr. M.K.E Gottschalk, Historische geografie van westelijk

Zeeuws-Vlaanderen. Dit werk is onmisbaar voor wie een goed inzicht wil hebben in de

opeenvolgende overstromingen, stormvloeden en landnames in westelijk Zeeuws-Vlaanderen en het

noorden van het Meetjesland. Voor deze scriptie werd er gebruik gemaakt van de herdruk in twee

delen uit 1983. Als er in deze scriptie tussen haakjes gerefereerd wordt aan het werk van Gottschalk,

wordt er altijd ‘I’ of ‘II’ bij vermeld. ‘I’ verwijst naar deel 1: “Tot de Sint-Elisabethsvloed van 1404”. ‘II’

verwijst naar deel 2: “Van het begin der 15e eeuw tot de inundaties tijdens de tachtig-jarige oorlog”.

De tweede bron is het tijschrift Appeltjes van het Meetjesland, dat sinds 1949 één keer per

jaar verschijnt, tegenwoordig met de subtitel ‘Jaarboek van het historisch genootschap van het

Meetjesland’. Dit tijdschrift bevat een schat aan historische informatie over alle mogelijke

onderwerpen, waaronder ook de lokale landschaps- en nederzettingsgeschiedenis. Alle jaargangen

Page 9: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

9

namen we systematisch door, we noemen hier twee artikelen die bijzonder informatief bleken voor

ons onderwerp.

Het eerste artikel, geschreven door Daniel Verstraete, is getiteld “Geteisterde dorpen in het

noorden van het Meetjesland” en verscheen in het “Appeltje” van 1957. In dit artikel geeft

Verstraete een diepgaande rondleiding in de vroegste nederzettingen in de polderdorpen.

Een tweede artikel werd geschreven door Luc Stockman en werd getiteld “De Generalen

Vrijen Polder in het Meetjeslandse krekengebied”. Dit artikel is eigenlijk een interpretatie en

verwerking van de gegevens die in de omlopers van de poldergebieden te vinden waren. Het

verscheen in de jaargang 1998.

Page 10: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

10

4 Verklaring van de toponiemen

4.1 Dorpen en wijken

In de huidige tijd kennen we de vier deelgemeenten van Sint-Laureins, zonder Sint-Laureins zelf, en

de wijk Bentille die eigenlijk zelf als dorpskern beschouwd kan worden. Bentille moet zowat de enige

nederzetting zijn die nog steeds op zijn originele, 13de-eeuwse locatie terug te vinden is. Alle andere

dorpjes uit die periode zijn, meestal door de vloed maar uitzonderlijk door een andere factor, enkele

keren verplaatst door de ongenadig beukende zee. Nog andere dorpen zijn overspoeld door het

water, opnieuw opgericht op dezelfde of een andere locatie, en tenslotte definitief verzwolgen door

de zee.

Bentille

Volgens verschillende bronnen was er al sprake van een plaats met de naam Bentille in de tweede

helft van de 13de eeuw. In de 14e eeuw was Bentille een dorp met een kapel en een eigen kermis.

Bentille kende in de jaren 1375-1376 een plotse bevolkingstoename. In die periode teisterde

namelijk een grote stormvloed de ruime omgeving, waardoor het nabijgelegen Sint-Jan-in-Eremo

onder water kwam te staan. De bevolking vluchtte dan ook massaal naar Bentille, dat zich op een

natuurlijke verhoging in het landschap, de Heerst, bevond en daardoor niet getroffen werd door het

verwoestende water (English 1960, p. 153).

De naam Bentille is een samenstelling van bent en hil. Bent is de oude naam van wat tegenwoordig

bentgras genoemd wordt. Bent was een verzamelnaam voor verschillende biesachtige grassoorten,

maar meer specifiek benoemde het de Aira caespitosa, een grassoort die tot ziektes bij het vee kan

leiden (WNT, lemma ‘bent II’). Hil is de Kustwestgermaanse, ontronde vorm van hul, dat door

umlautswerking ontstond uit de Germaanse vorm hulja. Zulke umlautsontrondingen zijn typisch voor

het Kustwestgermaans, zoals we nog kunnen zien in de in (West-)Vlaamse dialecten gebruikelijke

varianten stik, pit en dinne voor respectievelijk stuk, put en dun. Een echte heuvel zal er in de

omgeving niet geweest zijn, maar in het vlakke landschap van het Meetjeslandse poldergebied moet

de Heerst, de hogergelegen zandrug waarop Bentille lag, toch boven de omgeving uitgestoken

hebben. De samenstelling Bentille duidde dus op een verhoging in het landschap waar bentgras

groeide of te vinden was.

Page 11: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

11

Elmare

Oorspronkelijk was Elmare de naam van een klein waterloopje, dat al vermeld wordt in de eerste

helft van de 12de eeuw en dus een van de vroegst bekende plaatsnamen in dit gebied moet zijn.

Volgens het VMNW (lemma ‘elmare’), dat zich daarvoor beroept op de verklaring van de eminente

toponymist Maurits Gysseling, is elmare een samenstelling van alhjo, ‘eland’, en maru, ‘natuurlijke

waterloop in zeekleigebied’. Elanden kwamen in deze streken nog voor in de vroege middeleeuwen

en werden zelfs bejaagd.

In de periode tussen 1134 en 1153 schonk Graaf Dirk van de Elzas enkele stukken grond in de buurt

van dit riviertje aan de Gentse Sint-Pietersabdij (Gottschalk 1983, I, p. 34), waarna in 1144 een zekere

Nothold met enkele kloosterlingen ter plaatse gaat en er een priorij opricht (De Wilde 1962, p. 156).

Na de voltooiing van een kerkje en een verblijfplaats voor de monniken wordt Nothold de eerste

prior, Notholdus genaamd, van de priorij van Elmare. Aanvankelijk was Elmare een behoorlijk

zelfstandig klooster, dat zelf voorzag in zijn beheer en in de werving van nieuwe kloosterlingen. Na

de dood van Philips van de Elzas komt er echter een woelige periode in dit gebied, waardoor het

klooster het moeilijk krijgt. In het begin van de 13de eeuw staat niet langer een eigen kloosterling aan

het hoofd van Elmare, maar een proost van de Sint-Pietersabdij. Stilaan wordt de priorij meer een

kloosterhoeve die door de Gentse abdij vanop afstand bestuurd wordt en die uitgroeit tot één van de

belangrijkste hoeven in de omgeving (De Wilde 1962, p. 165). Bij de grote stormvloed in 1375-1376

sloeg echter het noodlot toe: tal van plaatsen ten noorden van de Graafjansdijk werden overspoeld,

en zo ook Elmare. Sommige nederzettingen werden later weer opgebouwd, maar Elmare was

definitief verloren gegaan: al in 1377-1378 liet de Sint-Pietersabdij de restanten van de molen bij de

hoeve afbreken, om er elders een nieuwe mee te bouwen.

Het is niet zo eenvoudig om de ligging van de priorij exact te bepalen. Uiteraard lag het langs het

riviertje waar het naar genoemd is, maar ook over de ligging van dat riviertje bestaan nogal

uiteenlopende theorieën. Een van de beste aanwijzingen vinden we op een kaart van François van

den Velde uit 1542 (RAG, collectie kaarten en plans, n° 617). Op die kaart zien we in het noordelijkste

stuk van de Hieronymuspolder, bijna tegen de dijk met de Oudemanspolder, de vermelding Elmare

landt. Dat moet in de buurt van de huidige parochie Waterland-Oudeman geweest zijn, wat door

verschillende bronnen (De Wilde 1962, p. 150 en Gottschalk 1983, I, p. 34) als een aannemelijke

ligging beschouwd wordt.

Elmare is misschien wel het bekendste verdronken gehucht uit het noorden van het Meetjesland. Het

dankt die status in grote mate aan de vermelding in “Van den vos Reynaerde”, waarin de wolf

Page 12: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

12

Isengrim zijn intrek neemt in het klooster van Elmare en er door Reynaert deskundig onder handen

genomen wordt.

Geerhoek

Het bestanddeel hoek betekent in de toponymie onder meer ‘buurt’ en verwijst dan vaak naar kleine

gehuchten gelegen in een uithoek of toch op een zekere afstand van het dorpscentrum. Zulke hoek-

gehuchten waren schaars bewoond en zijn dikwijls genoemd naar een inwoner, die in sommige

gevallen wellicht de enige inwoner was. Daarnaast zijn er ook plaatsen met een naam op –hoek

waarvan niet bekend is of er in de periode waarover onze bronnen gaan mensen woonden. Mogelijk

duiden deze namen onbewoonde landschappelijke complexen aan, bestaande uit akkers en weiden

die een topografisch geheel vormen.

Volgens de vermeldingen in de archiefbronnen lag de Geerhoek in de Cockuytpolder, waarschijnlijk

niet al te ver van de dijk met de Oostpolder. Voor het eerste deel van dit toponiem zijn twee

verklaringen denkbaar. Het kan een persoonsnaam zijn, een verkorte vorm van Geeraard, die dus

verwijst naar een vroegere inwoner. Ofwel is geer een soortnaam, afgeleid van het

Middelnederlandse werkwoord geeren, dat ‘schuin aflopen’ betekende (WNT, lemma ‘geeren’). De

Geerhoek was dan genoemd naar zijn vorm, die “gerend” was, dus met minstens één schuine zijde.

’s Gravengoed ’s Gravengoed was een moergebied, een complex land met veen in de grond in de buurt van

Watervliet. Oorspronkelijk waren de meeste moergronden in het gebied van de huidige

polderdorpen, grafelijke eigendommen. In de 13de eeuw worden deze gronden echter massaal

verkocht aan privépersonen, vaak rijke kooplui uit de steden in de buurt. Het was de bedoeling dat

deze moergronden eerst ontveend zouden worden, en later bruikbaar zouden worden voor

landbouw of veeteelt. Omdat die manier van handelen extra inkomsten zou opleveren voor de

eigenaars van de grond, werd er een grafelijke cijns ingesteld op sommige landerijen, zodat de

graven er toch nog de vruchten van zouden plukken (Gottschalk 1983, I, p. 140-141). Een van die

gebieden waar zo’n grafelijke cijns op rustte lag ten westen van Boekhoute en reikte tot voorbij

Watervliet, en kreeg door die grafelijke cijns de naam ’s Gravengoed. Het gaat om grote delen van

het gebied waar later de Christoffelpolder, de Hellepolder en de Sint-Laureinspolder zouden bedijkt

worden.

Page 13: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

13

(Het) Haantje

Volgens het woordenboek van De Flou was Het Haantje een gehucht in Sint-Jan-in-Eremo. Uit de

vindplaats van dat toponiem kunnen we geen precieze locatie afleiden, maar het is wel bekend dat er

in de buurt van het huidige Hondseinde, bij Sint-Margriete, in 1570 een dijkdoorbraak was. De

dijkopening die hier ontstond, werd Haantjesgat genoemd. (Verstraete 1957, p. 85). Enkele eeuwen

later zou men zich op de naam van dit stroomgat inspireren om twee nieuwe polders iets ten westen

van Sint-Margriete respectievelijk Oude en Nieuwe Haantjesgatpolder te noemen.

Het feit dat men deze dijkopening Haantjesgat noemde, geeft aan dat de wijk die het Haantje

heette, niet al te ver van het huidige Hondseinde gelegen kan hebben, in de huidige

Haantjesgatpolders dus. De naam Haantje komt in Vlaanderen vaak voor als wijknaam, vaak

afkomstig van een plaatselijke herberg die het Haantje heette. Andries (1993, p. 38) vermoedt dat

die herbergnaam afkomstig is van de ‘haan’ als sleutel van de tapkraan. Anderzijds is het ook

mogelijk dat de naam verwijst naar de diersoort, die afgebeeld stond op het uithangbord van zo’n

herberg.

Langaardenburg

De naam Langaardenburg verschijnt voor het eerst in 1252 in een oorkonde van gravin Margareta. In

die oorkonde bepaalde zij dat de schepenen van Aardenburg, toen een welvarende stad ten westen

van de polderdorpen, in haar plaats recht mochten spreken volgens de wetten die golden in

Aardenburg zelf (Gottschalk 1983, I, p. 70). Daarop zinspeelt vermoedelijk ook de naam

Langaardenburg, die te interpreteren is als een samenstelling van het adjectief lang met de

plaatsnaam Aardenburg: de macht van de schepenen uit Aardenburg werd als het ware verlengd tot

dit dorp. Langaardenburg is volgens Gottschalk zonder twijfel een alternatieve benaming voor de

parochie die ook Sint-Niklaas-ten-Vaarne heette, en waaruit later Waterland-Oudeman zou ontstaan.

Het tegelijk voorkomen van beide namen wijst er misschien op dat een van de twee als bijnaam

gebruikt werd.

Oudeman De lokale bevolking gebruikt de naam Oudeman tot heden nog steeds in plaats van Waterland-

Oudeman. Oudeman is nochtans ook de oorspronkelijke naam van deze parochie; Waterland is er

later als voorvoegsel aan toegevoegd als verwijzing naar de heerlijkheid waarin Oudeman zich

bevond, zo blijkt uit de bronbeschrijvingen (zie ook ‘Waterland-Oudeman’ hierna). Deze parochie is

ongetwijfeld genoemd naar de Oudemanspolder waarin ze ontstond rond 1526 (zie

Page 14: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

14

‘Oudemanspolder’). We kunnen Oudeman beschouwen als de heropleving van de vroegere parochie

Sint-Niklaas-ter-Varen, die in hetzelfde gebied bestond tot ze weggespoeld werd door de vloed in

1375-1376. In de archiefbronnen is ook sprake van de naam Oudemanskerke, maar die naam slaat

gewoon op de kerk van Oudeman, en niet op een specifieke plaats.

Praet

De naam Praet of Praet-ambacht slaat op het gebied waar de familie van Praet, de heren van de

eerste nederzetting in Watervliet, eigenaar van was (zie ‘Watervliet’). De toevoeging ambacht wijst

er meestal op dat het om een afgescheiden rechtsdistrict gaat, maar het is vreemd dat het kleine

Watervliet een apart rechtsdistrict zou gevormd hebben. Soms kan ambacht ook duiden op een

‘eigendom in land, oorspronkelijk onder leenverband aanvaard’ (MNW, lemma ‘ambocht’). Deze

tweede betekenis lijkt plausibeler: vermoedelijk had de familie van Praet het gebied oorspronkelijk

als leen gekregen, en zijn ze er later eigenaar van geworden.

(Nieuw-) Roeselare

Roeselare is een verdronken dorp dat zich dicht bij de huidige dorpskern van Sint-Margriete moet

hebben bevonden. Over het exacte jaar waarin de kerk van Roeselare opgericht werd, bestaat nogal

wat onduidelijkheid. Verstraete (1957, p. 85) vermoedt dat de kerk in 1243 werd opgericht, terwijl

Gottschalk (1983, I, p. 67) haar “iets jonger” noemt dan de kerk van Sint-Niklaas-ter-Varen, die

volgens haar in 1229 opgericht werd. Blijkens een citaat bij De Flou (lemma ‘Roeselare’) is er al in

1218 sprake van een stuk woestijn (‘wastina’) of onontgonnen grond dat Nieuw-Roeselare wordt

genoemd. Ook een bron uit 1249 maakt daar melding van. Overigens komen de namen Nieuw

Roeselare en Roeselare tegelijk voor, maar ze benoemen allebei dezelfde nederzetting. Misschien

gebruikte men Nieuw-Roeselare om het verschil met de West-Vlaamse stad Roeselare duidelijk te

maken. Het Roeselare waar we het hier over hebben werd genoemd naar de eigenaar van de grond,

de Bruggeling Gozewijn van Roeselare (Gottschalk 1983, I, p. 67).

Over de precieze ligging van Roeselare is in het verleden al uitvoerig gediscussieerd. Gottschalk

(1983, I, p. 67) twijfelde er niet aan dat Roeselare identiek was met de latere parochie Sint-

Margriete. Niet veel later werd deze bewering al door anderen sterk in twijfel getrokken. Zo geeft

Verstraete (1957, p. 87-90) enkele overtuigende argumenten om Roeselare en Sint-Margriete niet als

geografisch identiek te beschouwen. Ook Etienne Van Vooren, die in 1979 graafwerken uitvoerde

naar de kerk van Roeselare (Zie: Van Vooren 1980), meende dat Roeselare en Sint-Margriete

verschillende parochies waren. Enkele jaren later zou Verstraete (1982) op zijn standpunt terugkeren

Page 15: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

15

en beweren dat de eerste Sint-Margrietekerk wel in Roeselare stond. Stockman (1990) opende de

discussie enkele jaren later opnieuw. Hij onderzocht de kwestie niet op basis van akten van

grensscheidingen, zoals zijn voorgangers deden, maar op basis van de parochiale geschiedenis van

deze dorpen. Onder meer op basis van een parochielijst uit 1330 besluit hij dat Sint-Margriete en

Roeselare twee verschillende parochies waren. In die lijst, die de parochies van de dekenij

Aardenburg in 1330 opnoemt, komen beide namen voor, wat onlogisch zou zijn als het om dezelfde

parochie zou gaan. Stockman steunt hier dus de oorspronkelijke visie van Verstraete dat Roeselare

en Sint-Margriete niet identiek waren.

De meeste archivalische bronnen wijzen erop dat Roeselare net ten zuiden van de huidige dorpskern

van Sint-Margriete lag, in het gebied tussen het vroegere gemeentehuis en het kreekje dat De Val

heet. Dat kreekje is vermoedelijk nog steeds een overblijfsel van de grote vloed in 1375-1376, die

ervoor zorgde dat Roeselare volledig van de kaart werd geveegd. Toen het gebied in 1444

ingepolderd werd, kreeg het de naam Roeselarepolder naar het verdronken dorp dat er enkele

decennia eerder stond.

Scheppershoek

Scheppershoek lag volgens de vermelding in de archieven in Sint-Margriete. Ongetwijfeld werd dit

complex genoemd naar iemand die (De) Schepper heette, een familienaam die tot op vandaag

frequent voorkomt in de polderdorpen. (De) Schepper is afgeleid van de beroepsnaam van de

kleermaker (Debrabandere 2003, p. 1095). Vergelijk dit hoek-toponiem ook met Geerhoek hierboven.

Sint-Jan-in-Eremo

Rond 1300 werd Sint-Jan-in-Eremo, ongeveer tegelijk met Sint-Laureins, gesticht als één van de

laatste ‘moerparochies’. Zo’n moerparochie ontstond als een nederzetting van turfstekers die de

moergronden, rijk aan turf, kwamen ontginnen (Gottschalk 1983, I, p. 78). Een oude

volksoverlevering vertelt dat de parochie eerst opgericht werd in het gebied dat zich tegenwoordig

tussen de Oostpolderkreek en het Leopoldskanaal bevindt (Verstraete 1957, p. 103), maar enige

materiële of schriftelijke bronnen die dat verhaal bevestigen, zijn ons niet bekend. Het staat wel vast

dat ook Sint-Jan-in-Eremo door de vloed van 1375-1376 volledig onder water kwam te staan,

waardoor de bevolking massaal naar Bentille vluchtte. In de eerste helft van de 15de eeuw kon de

kerk echter heropgericht worden, en in 1447 werd toestemming gegeven om een toren op die kerk

te bouwen (Verstraete 1957, p. 104). Gottschalk (1983, II, p.30) weet ons te vertellen dat de

Oostpolder in 1427/1428 bedijkt werd naast de Sint-Janspolder, en dat kort daarna op de grens van

Page 16: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

16

deze twee polders, Sint-Jan-in-Eremo opnieuw opgebouwd kon worden. De benaming Sint-Jan-in-

Eremo duidt op het verblijf van de patroonheilige van de parochie, Johannes, in de woestijn. Het

Griekse woord Erèmia betekent namelijk: ‘steppe, woestijn’. Dat moeten we in verband brengen met

de term woestineland die in de 14de eeuw gebruikt werd om de afgegraven turfgronden te

benoemen, wat natuurlijk duidt op een bijzonder slechte bodemgesteldheid. Een alternatieve

benaming voor Sint-Jan-in-Eremo was dan ook de meer inheemse naam Sint-Jan-in-die-Woestine.

Vanaf de 16de eeuw komt ook de naam Sint-Jan-in-d’Armoe voor. Vermoedelijk verwijst dat niet naar

enige vorm van armoede, maar is Armoe een verbastering van Eremo.

Sint-Janshoek

Uit de naam kunnen we afleiden dat de Sint-Janshoek in Sint-Jan-in-Eremo, misschien wel specifiek in

de Sint-Janspolder lag.

Sint-Margriete

Toen de Sint-Pietersabdij in 1229 een kerk liet bouwen in Sint-Niklaas-ter-Vaarne en de bisschop van

Doornik er in 1243 een liet bouwen in Roeselare, voelde de Gentse Sint-Baafsabdij zich bedreigd in

haar eigen patronaatsgebied, dat iets westelijker dan Roeselare en Sint-Niklaas-ter-Vaarne lag (Zie

Verstraete 1957, p. 88). Als reactie hierop liet de abdij vermoedelijk in 1244 de Sint-Margaretakerk

bouwen op haar grondgebied, ten noorden van de huidige rijksgrens tussen België en Nederland

(Stockman 1990, p. 106). De kerk en de omliggende parochie lagen in het gebied waar we

tegenwoordig, op Nederlands grondgebied, de wijk Het Eiland terugvinden, net ten zuiden van

Oostburg.

Het was opnieuw de verwoestende vloed van 1375-1376 die ervoor zorgde dat Sint-Margriete onder

water kwam te staan. Rond 1400 begon men het gebied naast de Waardijk in te polderen, en men

noemde het gebied Sint-Margrietepolder naar het dorp dat voorheen gevestigd was in dit gebied.

Het is niet zeker wat er daarna gebeurde: volgens Gottschalk (1983, I, p. 186) en Verstraete (1957, p.

90) werd er in die Sint-Margrietepolder een nieuwe kerk gebouwd. Volgens Stockman (1990, p. 108)

vond men de overblijfselen van de vorige kerk terug en heeft men die opnieuw opgebouwd. Het is

zeker dat er, op ongeveer dezelfde plaats als voor de vloed, een kerk stond in de Sint-

Margrietepolder, maar het kan dus betwist worden of het om een gerestaureerde versie van de

eerste kerk, dan wel een tweede, volledig nieuwe kerk gaat.

Page 17: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

17

In 1404 spoelde, door de grote Sint-Elisabethsvloed die de ganse steek teisterde, die –recent

gebouwde of gerestaureerde- kerk van Sint-Margriete weg. Het zou duren tot 1462 voordat Jan de

Plaet, een rijke Brugse poorter, de Sint-Kruispolder zou indijken. Hij vroeg toestemming aan de Sint-

Baafsabdij om er een nieuwe Sint-Margaretakerk op te richten. Dat werd hem natuurlijk toegestaan,

en als wederdienst mocht de familie De Plaet de volgende 80 jaar de pastoors van Sint-Margriete

voorstellen (Stockman 1990, p. 108). De tweede dorpskern van Sint-Margriete ontstond dus in de

Sint-Kruispolder, ongeveer ter hoogte van de huidige Belgisch-Nederlandse rijksgrens, iets

zuidoostelijker dan het eerste Sint-Margriete.

Iets meer dan een eeuw ging het goed met Sint-Margriete: de dorpskern werd uitgebreid en veel

gelovigen uit de buurt, ook uit Het Eiland en Sint-Niklaas-ter-Vaarne, waar al even geen kerk meer

stond, gingen ter kerke naar Sint-Margriete. Rond Allerheiligen 1570 sloeg het noodlot echter

opnieuw toe. Door een zware storm braken verschillende dijken, en zelfs de Waardijk werd

getroffen. De kerk spoelde niet volledig weg, maar de schade was toch aanzienlijk. Rond het dorp van

Sint-Margriete werden stukken land zo zwaar uitgespoeld dat de resultaten eeuwen later nog

zichtbaar zijn: de Brandkreek is nog een overblijfsel van die zware Allerheiligenstorm. De gelovigen

uit de streek moesten zich nog een eeuw lang behelpen met bootjes om naar de mis te komen in een

opgelapte kerk. Pas in 1672 zou er een nieuwe kerk gebouwd worden in de Sint-Lievenspolder, een

heel stuk zuidelijker dus. Op die plaats vinden we nog altijd de huidige dorpskern van Sint-Margriete,

vlakbij de plaats waar zich enkele eeuwen voordien het dorp Roeselare moet uitgestrekt hebben.

Sint-Niklaas-ter-Vaarne

De parochie Sint-Niklaas-ter-Vaarne werd in 1229 opgericht in de nabijheid van Elmare, vermoedelijk

iets ten noorden ervan. Zes jaar later kregen de inwoners van Sint-Niklaas, om een onbekende reden,

een behoorlijk groot stuk grond van gravin Johanna. Ook zorgde zij ervoor dat de inwoners de wetten

en reglementen van Aardenburg moesten naleven, wat blijkbaar een voorrecht was. Hierdoor werd

Sint-Niklaas soms ook Langaardenburg genoemd. Zo’n voorrecht was meestal voorbehouden voor

beschermelingen van de graven, wat ons doet vermoeden dat Sint-Niklaas-ter-Vaarne opgericht was

om onderdak te bieden aan de arbeiders van de priorij van Elmare, die blijkbaar op de gunst van de

graven konden rekenen (Gottschalk, I, p. 69). De exacte ligging van Sint-Niklaas is niet duidelijk, maar

er is sprake dat er bij de parochie ook een haventje hoorde, dat zich in de huidige Oudemanspolder

bevond, in de buurt van het Krakeelpoldertje aan de Rovershoek ten noorden van de dorpskern van

Waterland-Oudeman. De kern van Sint-Niklaas kan dan ook niet veraf geweest zijn. Uit verschillende

Page 18: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

18

archiefstukken blijkt dat de kerk van Sint-Niklaas-ter-Vaarne eigenlijk een hulpkerk was van de Sint-

Kristoffelkerk in IJzendijke (Verstraete 1957, p. 96).

Sint-Niklaas-ter-Vaarne kan opgesplitst worden in twee delen. Sint-Niklaas verwijst naar de

patroonheilige van de parochie. Varne is waarschijnlijk een Middelnederlandse variant van de

plantnaam varen (MNW, lemma ‘varen III’). Het is best mogelijk dat er zich in de buurt van deze

nederzetting een varenbos bevond.

Smouthoek

Uit de attestaties in de archiefbronnen blijkt dat de Smouthoek, die al in 1262 vermeld wordt, in de

buurt van Watervliet lag. Het eerste deel is mogelijk de bij- of familienaam Smout, oorspronkelijk een

beroepsbijnaam voor een olieslager of een handelaar in smout of een eigenschapsnaam voor iemand

die rijkelijk en veel eet (Debrabandere 2003, p. 1138). In dat geval is de plaats genoemd naar een

vroege bewoner. Smout kan echter ook de soortnaam smout zijn, die vanouds ‘dierlijk vet’ betekent.

De naam zou dan verwijzen naar een eigenschap van de bodem, zoals ook vaak het geval is bij

toponiemen waar boter in voorkomt (WNT, lemma ‘boter’). Hoe we ons zo’n ‘smouterige’ bodem

moeten voorstellen, is onduidelijk: rijk en vruchtbaar, of vet, zwaar en moeilijk te bewerken?

Vergelijk ook Geerhoek hierboven.

Warande

Uit de bronbeschrijvingen blijkt dat de Warande in de 16de eeuw lag waar we tegenwoordig de wijk

Warande terugvinden: ten westen van de dorpskern van Bentille, net ten zuiden van de Graaf

Jansdijk.

Warande is oorspronkelijk afkomstig van het Westgermaanse werkwoord warôn, dat

‘bergen’ betekende en dat we herkennen in het tegenwoordige afgeleide werkwoord bewaren. Later

kwam de naam Warande in gebruik voor een plaats waar men wild ‘geborgen’ hield, en betekende

het dus ‘jachtterrein’ (VMNW, lemma ‘warande’). Vermoedelijk was de Bentilse Warande

oorspronkelijk het jachtterrein van een edele.

Page 19: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

19

Waterdijk

Volgens Gottschalk (1983, II, p. 157) werd de heerlijkheid Watervliet na de dood van Jeronimus

Lauwerein in 1509 in drie delen opgesplitst. Een van die delen heette Waterdijk. De twee andere

delen waren Watervliet en Waterland.

Waterland

Aan het begin van de 16de eeuw werd de grote heerlijkheid Watervliet, tot dan eigendom van

Jeronimus Lauwerein, opgesplitst in drie verschillende heerlijkheden, vermoedelijk om het gebied bij

de dood van Heer Lauwerein te kunnen verdelen onder zijn erfgenamen. Een van deze drie nieuwe,

kleinere heerlijkheden werd Waterland genoemd als verwijzing naar de strijd tegen het water die de

plaatselijke bevolking in het verleden niet altijd gewonnen had. De parochie Oudeman, die ongeveer

tegelijk met de heerlijkheid Waterland ontstond, bevond zich in de heerlijkheid Waterland, en werd

uiteindelijk, tegen het einde van de 18de eeuw, Waterland-Oudeman genoemd. Door deze

naamgeving werd ook het verschil duidelijk met een andere parochie in de heerlijkheid Waterland,

die Waterland-kerkje genoemd werd. Tot op heden bestaat dit plaatsje Waterlandkerkje nog steeds,

het bevindt zich nabij Oostburg op Nederlands grondgebied.

Watervliet

Watervliet is ongetwijfeld een van de oudste toponiemen in dit gebied. Het is een samenstelling van

water, dat al eeuwen ‘water’ betekent, en vliet of fliet, dat afgeleid is van het werkwoord flietan,

‘stromen’ (ONW, lemma ‘fliet’). Watervliet was dus oorspronkelijk een waternaam voor een

natuurlijke waterloop. Over de geschiedenis van het oude Watervliet is bijzonder weinig bekend. Er is

voor het eerst sprake van Watervliet in 995, maar die naam kan natuurlijk ook slaan op het riviertje.

In 1226 is er voor het eerst sprake van de kerk van Watervliet, dus vermoedelijk is het dorp

Watervliet in de 11e of de 12e eeuw opgericht in de buurt van de waterloop waarnaar het genoemd

is. De vroegste gezagsdragers in de heerlijkheid Watervliet was de familie Van Praet, die zich de

eerste heren van Watervliet noemden. Zo nam in de vroege 13de eeuw Boudewijn van Praet het

patronaat van de kerk op zich (De Potter-Broeckaert 1870-1872, p.38). Het oudst bekende

grondgebied van Watervliet stond bekend als de Heerlijkheid Praet of Nieuwe Keure van Watervliet.

Een keure is een statuut dat door een landheer is uitgevaardigd, waarbij plaatselijke voorrechten of

vrijdommen worden verzekerd, of, zoals in dit geval, het gebied waarbinnen zo’n keure gold (VMNW,

lemma ‘cuere’). Binnen de keure van Watervliet golden dus de rechten en plichten die de heren van

Watervliet hadden uitgevaardigd. De keure was afgebakend door vier kruisen in de bodem. Twee van

Page 20: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

20

die kruisen, een noordelijk en een zuidelijk, stonden langs de Vrouwenweg die de westgrens van de

keure afbakende. Een derde stond langs de Kleylandsweg en een vierde stond zuidelijk daarvan. Die

twee laatste vormden de oostelijke grens van de keure (Gottschalk 1983, I, p. 77).

Veel meer weten we niet over dit vroege Watervliet. In 1375-1376 wordt wel gemeld dat ook

Watervliet onder de stormvloed verdween. In 1416 werden er al plannen gemaakt om het

overstroomde gebied aan het zeewater te onttrekken, maar het zou nog tot in 1497 duren voordat

Paul en Gwijde de Baenst toestemming kregen tot de bedijking van de polders waarin het vroegere

Watervliet gesitueerd was. Na de dood van Paul de Baenst werd de hulp ingeroepen van Jeronimus

Lauwerein. Die slaagde erin om enkele polders droog te leggen, waaronder de Sint-

Christoffelspolder. In deze polder bouwde hij ook een kerk, die tegenwoordig nog steeds het

Watervlietse dorpsbeeld siert. Ook kreeg hij de toestemming om van Watervliet een stad te maken

die versterkt zou zijn met wallen, muren, torens en poorten (De Potter en Broeckaert 1870-1872, p.

7), wat voorzover bekend echter nooit gebeurd is.

Page 21: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

21

4.2 Polders en dijken

Polders en dijken worden in dit hoofdstuk samen behandeld, omdat ze één geheel vormen.

Oorspronkelijk was een polder namelijk ‘een stuk grond, door water omgeven, en soms door dijken

of kaden daartegen beschermd’ (WNT, lemma ‘polder’). Inpoldering kan natuurlijk een voortdurend

proces zijn, waardoor er zich naast de nieuw gewonnen stukken grond geen water meer bevindt,

maar er een nieuwe polder is komen te liggen.

De poldergemeenten zijn door de eeuwen heen vaak overstroomd en opnieuw ingepolderd,

wat de vele polder-toponiemen verklaart. In het gebied dat we hier bespreken, worden bijna alle

polders gesitueerd tussen twee specifieke dijken. In het westen liep de noord-zuidgerichte Waardijk

of Ware. In het zuiden was er een oost-westgerichte dijk, die men later de Graaf Jansdijk zou

noemen. Deze dijk was een voortzetting van de natuurlijke verhoging van het landschap tussen

Bentille en Boekhoute. Deze hogere rug in het landschap werd de Heerst genoemd (Gottschalk 1983,

I, p. 182).

Deze twee assen waren hoog en stevig genoeg om elke overstroming tegen te houden; na de

aanleg ervan bij het begin van de droogleggingen in deze streek konden zij elke aanval van het water

weerstaan. Hierdoor bleef het gebied ten zuiden (bv. Sint-Laureins) en ten westen (bv. Aardenburg)

ervan te allen tijde gespaard van het water. De gronden ten oosten en ten noorden van deze assen

werden echter talloze keren overspoeld en konden slechts moeizaam op de zee teruggewonnen

worden. In dit gebied vinden we dan ook de poldergronden.

Al in de 14de eeuw werden er werkzaamheden gestart om dat kwetsbare gebied droog te

leggen. Op vele plaatsen slaagde men daarin, maar vaak zorgde een nieuwe overstroming, zoals de

vloed in 1375-1376, voor zo’n verwoesting dat men het werk opnieuw moest beginnen. Dit verloop

kende een jammerlijk hoogtepunt op 19 november 1404, de naamdag van de heilige Elisabeth. Later

zou men dan ook spreken van de verwoestende Sint-Elisabethsvloed, die alle ingepolderde gebieden

in de streek opnieuw onder water zette.

In 1405 vaardigde Hertog Jan zonder Vrees een bevel tot dijkherstel uit. De dijk die vroeger al

bestond tussen Bentille en Boekhoute werd stevig versterkt, en droeg van toen af de naam Graaf

Jansdijk (Gottschalk 1983, II, p. 20-21). Vanaf het begin van de 15de eeuw begon men dan met de

definitieve inpoldering van de overstroomde gronden, te beginnen met die gronden die aan een van

beide grote dijken grensden. Deze polders werden de Zuidzeepolders genoemd, naar de waterplas

waaruit ze herrezen. Langzaam maar zeker kon men vorderen met het inpolderen, totdat halverwege

Page 22: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

22

de 16de eeuw bijna alle gronden van de poldergemeenten definitief drooggelegd en ingepolderd

waren.

Abbekenspolder

De Abbekenspolder plaatst ons voor een raadsel. Hij wordt voor het eerst genoemd in 1200, maar na

1266 is er geen sprake meer van deze polder. Uit de bronbeschrijvingen kunnen we opmaken dat

deze polder ergens in de buurt van Watervliet en het gehucht Ter Piete lag, maar een precieze locatie

is onbekend. Volgens Gottschalk (1983, I, p. 80-82) lag de Abbekenspolder aan de Hontekust, aan de

zeearm ten noorden van Watervliet dus. Verstraete (1960, p. 247-271) vindt dat Gottschalk die

locatie te noordelijk situeert, volgens hem moet de Abbekenspolder ergens op de grens tussen

Boekhoute en Biervliet gezocht worden. Geen van beiden kan echter zekerheid bieden omtrent de

exacte locatie. Vermoedelijk is de polder genoemd naar de eigenaar van de grond, of naar de

verantwoordelijke voor de inpoldering. Abbeken zou dan een diminutiefvorm zijn van de naam Abbe,

een kinderlijke verkorting van de naam Albrecht (Debrabandere 2003, p. 46).

Bentillepolder

De Bentillepolder werd al in 1398 bedijkt, maar ging weer verloren door de Elisabethsvloed in 1404.

Nadat de Graaf Jansdijk in 1405 versterkt werd, begon men de gronden ernaast in te polderen. In

1415 werd het gebied naast de dijk, dat rechtover Bentille lag, ingepolderd. De nieuw ontstane

polder werd hiernaar Bentillepolder genoemd. De omringende dijken waren de Bentilledijk, de

Bentillepolderdijk en de Bentillepolderzeedijk.

Eilandpolder

Enkel De Flou vermeldt dit toponiem, zelfs zonder attestatie. Bij Gottschalk (1983, II, p. 155) wordt

wel melding gemaakt van de naam Het Eiland, die een stuk land aanduidde dat omsloten werd door

twee zijtakken van een kreek in de Passegeulepolder. Misschien was de naam Eilandpolder dan een

alternatief voor Passegeulepolder.

Forchierpolder

Het woord forchier duidde in het Middelnederlands op ‘iets dat sterk is’: volgens het MNW (lemma

‘fortsier’) is het ontleend aan Oudfranse forchier, dat zelf teruggaat op het middeleeuws Latijnse

forsarius. Uit de citaten in het MNW kunnen we opmaken dat het woord betrekking had op een

Page 23: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

23

sterke, beveiligde koffer, een soort brandkast, waarin kostbaarheden werden opgeborgen. Deze

polder kan hier metaforisch naar genoemd zijn: een polder die zo goed beveiligd was als een

“forchier” of brandkast. De ligging naast de versterkte Graaf Jansdijk pleit ook voor deze hypothese.

De bedoeling was natuurlijk dat er geen water zou binnenstromen in een polder, dus het is niet

vreemd dat een polder zo genoemd werd. In 1412 werd ook de Forchierpolder ingedijkt met de Graaf

Jansdijk als zuidelijke grens (Gottschalk 1983, II, p. 16). Een van de andere afsluitdijken werd

Forchierpolderdijk genoemd. Een synoniem voor Forchierpolder was het kortere Forchier, of zelfs

Forchierken aangezien het om een betrekkelijk klein landoppervlak ging. Een bron vermeldt ook Oud

Polderken als alternatieve benaming.

Hellepolder

De oudste bron die dit toponiem vermeldt, heeft het over de helre polre, een vorm die ook nog in

enkele latere documenten wordt geattesteerd. In het Middelnederlands kwam helre voor als

hypercorrecte variant van het woord elre, dat we vandaag nog kennen als ‘elders’ (MNW, lemma

‘elre’). De Hellepolder zou dan een polder zijn die ‘elders’ lag dan een andere polder, die het

beschouwingspunt van de naamgevers vormde. Het is echter niet duidelijk om welke andere polder

het zou kunnen gaan. Het verschijnen van helre als oudste attestatie, maar ook de herhaaldelijk

voorkomende varianten met helder(e) als eerste deel, doet denken aan de Middelnederlandse vorm,

nog zonder epenthetische –d-, van het adjectief helder. Hoe we ons echter zo’n “heldere polder”

moeten voorstellen, is allerminst duidelijk. Misschien moeten we daarom toch aan het adjectief elre

‘elders’ denken, dat op een bepaald moment niet meer begrepen werd en volksetymologisch

geassocieerd werd met helre ‘helder’.

Afhankelijk van de bron werd deze polder tussen 1409 en 1415 tegen de Graaf Jansdijk

aangedijkt. Hij werd afgesloten door de Hellepolderdijk en de Hellepolderzeedijk.

Cocquytpolder

Deze polder was in 1410 de allereerste die met succes werd ingedijkt. Ook hier diende de Graaf

Jansdijk als zuidelijke afscheiding met het binnenland. De Cocquytpolder werd hoogstwaarschijnlijk

genoemd naar de eigenaar of naar de verantwoordelijke van de inpolderingswerken. De naam

Cocquyt is nog steeds courant in de streek en moet oorspronkelijk een bijnaam geweest zijn voor een

luiaard of een bedrogen echtgenoot (Debrabandere 2003, p. 693). De polder was ingesloten door de

Cocquytpolderijk en de Cocquytpolderzeedijk.

Page 24: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

24

Landsdijk

Uit de bronvermeldingen kunnen we niet precies opmaken of Landsdijk een eigennaam, dan wel een

soortnaam is. Volgens het WNT (onder het lemma ‘land’) kan land(s)dijk een soortnaam zijn, die

algemeen een ‘dijk met voorland’ aanduidt, i.e. een dijk die niet direct aan het water ligt. Het feit dat

in onze bronvermeldingen op verschillende plaatsen (bij Bentille, bij Watervliet,…) sprake is van

landsdijk, kan er inderdaad op wijzen dat meerdere dijken in de omgeving als landsdijk benoemd

werden.

Het is ook mogelijk dat er één Landsdijk was, die lang genoeg was om op die verschillende

punten gelokaliseerd te worden. Daarbij denken we natuurlijk aan de lange dijk die de omgeving

volledig afsloot in het zuiden, de Graaf Jansdijk. Tot op vandaag vinden we voorbij Bentille de

Gravenstraat, die de verbinding vormt tussen Bentille en Boekhoute, waar diezelfde straat Graaf

Janstraat heet. Meer dan waarschijnlijk gaat het hier dus om de voortzetting van de Graaf Jansdijk.

Een stuk van deze straat heet nog steeds Landsdijk, er is zelfs een gehucht naar genoemd. Dat maakt

het uiteraard verleidelijk om de vroegere Landsdijk te identificeren met de Graaf Jansdijk. In de

bronnen komt ook een Oude Landsdijk voor, maar hoogstwaarschijnlijk is dat een synoniem voor

Landsdijk.

Lapdijk

De exacte ligging van deze dijk is niet bekend. Uit de bronnen kunnen we opmaken dat hij in de buurt

van de Laureinspolder lag. Het prefix lap- is vermoedelijk afgeleid van de stam van het werkwoord

lappen, dat ‘herstellen’ of ‘repareren’ betekent. Dat wijst erop dat men deze dijk had moeten

herstellen, omdat er bressen in waren geslagen.

Lau(we)reinspolder

Een van de leidende figuren in de grondontginning van de Zuidzeepolders aan het begin van de 16de

eeuw was Jeronimus Lau(we)rein. Niet alleen had hij het plan opgevat om van Watervliet een

versterkte stad te maken, hij zou ook verschillende polders aanleggen. Dat plan lukte uiteindelijk niet

helemaal, maar enkele polders kon hij wel ontginnen. Eén ervan werd naar hem genoemd: de

Laureinspolder, die in 1503 drooggelegd werd. Deze polder bevindt zich ten oosten van Watervliet,

deels op het grondgebied van Boekhoute. Ook de naam Sint-Laureinspolder is enkele keren

geattesteerd. In de bronnen is er verder sprake van een Laureinsdijk. Uit de attestatie kunnen we

opmaken dat dit een dijk was die de Laureinspolder afsloot.

Page 25: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

25

Jonkvrouwenpolder

In de zomer van 1546 voltooide men de bedijking van de Jonkvrouwenpolder (Gottschalk 1983, II, p.

199). Het zou de laatste grote inpoldering zijn voor het uitbreken van de tachtigjarige oorlog,

waardoor de buitendijken van deze polder jarenlang de zee moesten trotseren. De polder is

vermoedelijk Jonkvrouwenpolder genoemd ter ere van een eigenares van de grond. Volgens het

bronnenmateriaal uit De Flou zou deze polder nog drie keer onder water komen te staan: in 1570,

1612 en 1622. Nadien werd hij in vier delen opnieuw bedijkt.

(Sint-)Mariapolder

Deze polder werd in 1464 aangedijkt tegen de Oostpolder en de Cocquytpolder. Hij was omringd

door de Mariapolderdijk en de Mariapolderzeedijk. De namen Marie(Maria)polder en Sint-

Marie(Maria)polder komen naast elkaar voor.

Nieuwe Polder

Bij de attestatie van Nieuwe Polder vermeldt een bron uit 1531 “…den oostpoldere diemen heet den

nieuwen poldere…”. Nieuwe Polder moet dus een alternatieve benaming voor de Oostpolder geweest

zijn. Dat wil echter niet zeggen dat die polder in 1531 “nieuw” was; toponiemen waarin nieuw

voorkomt blijven soms eeuwen bestaan, ook al is het benoemde niet meer nieuw, denk bijvoorbeeld

aan het kuststadje Nieuwpoort, waar ooit een nieuwe haven lag…

Noorddijk

Waarschijnlijk was Noorddijk de benaming van een dijk die een polder in het noorden afsloot. Dat de

attestatie een ligging aan de zee aanduidt, bevestigt die hypothese natuurlijk aangezien de zee in dit

gebied meestal aan de noordelijke kant van de polders lag. Net doordat er zoveel polders in het

noorden door een dijk van de zee gescheiden waren, is de exacte locatie van deze dijk onbekend.

Oostpolder

Na de bedijking van de Bentillepolder en de Sint-Janspolder, werd in 1425 ten oosten van deze twee

nog een andere polder bedijkt, die naar zijn ligging Oostpolder genoemd werd (Gottschalk 1983, II, p.

28). Op de grens van deze Oostpolder en de Sint-Janspolder zou men later het dorp Sint-Jan-in-

Eremo, dat al tijdens een vloed in 1367 weggespoeld was, laten heropbouwen (English 1960, p. 152).

Page 26: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

26

Er bestond ook een Oostpolderdijk, die volgens de bronvermeldingen de scheiding vormde tussen de

Oostpolder en de Bentillepolder. De Oostpolder werd ook Nieuwe Polder (zie hiervoor) genoemd.

Oude Dijk

De naam Oude Dijk wordt vermeld in 1572, waardoor elke dijk uit de vroege 15de eeuw natuurlijk in

aanmerking komt om als oud beschreven te worden. Te oordelen naar de inhoud van het excerpt

gaat het waarschijnlijk om de dijk die in 1464 werd opgeworpen om de Mariapolder van de zee af te

scheiden.

Oudemanspolder

In 1526 werd de Oudemanspolder aangedijkt tegen de Sint-Jeronimuspolder. Later, in 1553, zou

besloten worden om in deze polder het dorp Oudeman te bouwen vlakbij de plaats waar het

verdwenen Sint-Nicolaas-ten-Vaarne zich had bevonden (Gottschalk 1983, II, p. 200). Vermoedelijk is

de naam Oudemanspolder afkomstig van de bedijker, Jeronimus Lau(we)rein, die de oude man

genoemd werd om het onderscheid te maken met zijn zoon Matthias, die het werk van zijn vader

voortzette (Winkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen, 1972-1974). De naam Oudeman werd al in

1525 vermeld, toen de polder nog niet ingedijkt was. Volgens de bron was de Oudeman toen

inderdaad nog een schorrengebied ten noorden van de Sint-Jeronimuspolder.

Polderke

We kennen de naam Polderkin slechts uit één bronvermelding uit 1282. Het poldertje waar deze

naam naar verwijst moet dus al eind 13de eeuw in Watervliet bestaan hebben, lang voor er sprake

was van de Zuidzeepolders. De naam verraadt dat het geen groot stuk land was, maar meer is er niet

bekend over deze polder.

Roeselarepolder

De Roeselarepolder werd in 1444 aangedijkt tegen de Waardijk door een zekere Jan Eppe, die

verschillende stukken grond in de streek bezat (Gottschalk 1983, II, p. 61). De Roeselarepolder is

genoemd naar het dorp Roeselare, dat ooit op het grondgebied van deze polder lag maar al tijdens

de grote stormvloed in 1375-1376 in de golven verdween. Rond de Roeselarepolder lag de

Roeselaredijk.

Page 27: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

27

Schinkeldijk

De Schinkeldijk moet gesitueerd worden rond de Forchierpolder. Omdat de verschillende bronnen de

Schinkeldijk (alternatief ook Schinkeldijkske genoemd) zowel aan de oost- als aan de westkant van de

Forchierpolder situeren, kunnen we veronderstellen dat de volledige afsluitdijk (behalve het stuk

Graaf Jansdijk) Schinkeldijk genoemd werd. De vermelding van de naam Schinkelzeedijk pleit in het

voordeel van deze hypothese. Volgens het MNW (lemma ‘Schenkeldijc’) is Schinkeldijk ‘de benaming

van een dijk die (als een schenkel) aan een anderen is vastgehecht (meestal een binnendijk aan een

zwaarderen zeedijk) en daarmede een hoek vormende’. De Graaf Jansdijk kan natuurlijk een mooi

voorbeeld zijn van zo’n zwaardere zeedijk, waar de Schinkeldijk tot twee keer toe een hoek mee

vormde.

Sint-Annapolder

De Sint-Annapolder is een relatief kleine polder net ten noorden van Watervliet. Deze polder werd in

1539 ingedijkt tussen de veel grotere Sint-Jeronimuspolder en Sint-Christoffelpolder. In de bronnen

worden ook een Sint-Annadijk en een Sint-Annazeedijk genoemd. Of deze polder genoemd werd

naar de Heilige Anna, de moeder van Maria, is mogelijk, maar niet zeker. Misschien is het

voorvoegsel sint net zoals bij de Sint-Mariapolder en de Sint-Barbarapolder later toegevoegd en

verwijst de naam Anna naar een toen levende vrouw uit de familie of de omgeving van de bedijker.

Sint-Barbarapolder

Volgens Gottschalk (1983, II, p. 154) werd deze polder bedijkt in 1530. De bronnen maken echter al

eerder, namelijk in 1509 en 1529, gewag van een Sint-Barbarapolder. Een bron uit 1526 spreekt ook

over het ‘verlies’ van die polder. De inpoldering van dit gebied moet dus al vóór 1530 een aanvang

genomen hebben, waarschijnlijk rond de eeuwwisseling, zoals de polders in de omgeving.

Vermoedelijk zijn die werken al snel door een nieuwe vloed teniet gedaan, en werd de Sint-

Barbarapolder pas definitief ingepolderd in 1530. Ook deze polder was eigendom van Jeronimus

Lau(we)reins en werd volgens het toponymisch woordenboek van De Flou genoemd naar zijn dochter

Barbara. De oorspronkelijke naam zal dus Barbarapolder geweest zijn, waaraan later het voorvoegsel

sint- aan toegevoegd werd, zoals ook bij de (Sint-)Mariapolder het geval was.

Page 28: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

28

Sint-Christoffelspolder

Al in 1467 waren er plannen om het gebied waar we voorheen Watervliet en ’s Graven Goed

aantroffen, in te polderen. Toch zou het nog duren tot 1499 vooraleer dat daadwerkelijk zou

gebeuren, opnieuw onder impuls van Jeronimus Lau(we)rein. Het was zijn bedoeling om in deze

polder Watervliet te doen herrijzen, en er een bloeiende en welvarende stad van te maken. Dat

laatste lukte echter niet. Rond deze polder lagen de Sint-Christoffelsdijk en de Sint-

Christoffelspolderzeedijk. Of deze polder genoemd is naar de Heilige Christoffel of naar een

menselijke Christoffel uit die tijd, is onbekend. Zie eerder bij Sint-Annapolder.

Sint-Janspolder

Al in 1378 was er sprake van een Sint-Janspolder, genoemd naar het dorpje Sint-Jan-in-Eremo, dat

net ten oosten van die polder lag. Het dorpje spoelde echter weg in 1404, en dus was er ook geen

sprake meer van de Sint-Janspolder. In 1422 werd er een nieuwe Sint-Janspolder ingedijkt, en toen

enkele jaren later ook de Oostpolder herdijkt werd, kon op de scheidingsdijk een nieuw dorp Sint-

Jan-in-Eremo gebouwd worden. Ook de Sint-Jansdijk en de Sint-Janspolderdijk worden in deze

omgeving genoemd.

Sint-Jeronimuspolder

In 1501 werd de Sint-Jeronimuspolder bedijkt. In deze polder zou, door toedoen van Jeronimus

Lauwerein, Watervliet opnieuw opgebouwd worden. We vinden in de bronnen ook een (Sint-

)Jeronimuspolderdijk en een (Sint-)Jeronimuspolderzeedijk terug. Ongetwijfeld is de polder

oorspronkelijk naar de bedijker genoemd, en kreeg de naam het element sint pas later toegevoegd,

zoals bij Sint-Annapolder hierboven.

Sint-Jorispolder

In 1450 werd door een zekere Willem De Wilde een gebied naast de Sint-Margrietepolder ingedijkt.

Voor de grote overstromingen behoorde dit gebied ook tot de Sint-Margrietepolder, die na de

herdijkingen dus een stuk kleiner werd (Gottschalk 1983, II, p. 62-63). In de bronnen vinden we ook

een Sint-Jorispolderdijk terug. Of de polder genoemd is naar de Heilige Joris of naar een sterveling

met die naam, is onbekend. Zie eerder bij Sint-Annapolder.

Page 29: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

29

Sint-Kruispolder

In 1462 werd deze polder tegen de Waardijk aangedijkt door Jan de Plaet, een koopman uit Brugge

(Gottschalk 1983, II, p. 81-82). Net aan de andere kant van de Waardijk lag het dorp Sint-Kruis, dus

hoogstwaarschijnlijk is de naam Sint-Kruispolder daarop geïnspireerd. In deze polder werd enkele

jaren na de bedijking ook de derde kerk van Sint-Margriete opgericht door diezelfde Jan de Plaet.

Sint-Lievenspolder

Ook deze polder werd bedijkt met de financiële steun van Jan de Plaet. In 1481 voltooide men de

werkzaamheden aan de nieuwe polder, die zich uitstrekte van de buurt van de kerk van Sint-

Margriete (toen in de Sint-Kruispolder) tot bijna aan de kerk van Sint-Jan-in-Eremo. Rond deze polder

lagen de Sint-Lievensdijk en de Sint-Lievenspolderdijk. Ook hier blijft de leverancier van het

benoemingsmotief in het duister: was het de Heilige Livinus of een toen levende persoon die iets te

maken had met de bedijking of de bedijkers?

Sint-Margrietepolder

We lezen bij Gottschalk (1983, II, p. 18) dat er al in 1418 plannen waren om de Sint-Margrietepolder

te bedijken. Deze plannen vielen echter in duigen, vermoedelijk door een aantal stormvloeden (er

zijn er o.m. bekend in 1418, 1421 en 1428): het duurde uiteindelijk tot 1429 voor de inpoldering

voltooid was, en de nieuwe Sint-Margrietepolder was aanzienlijk kleiner dan die voor de grote Sint-

Elisabethsvloed in 1404. Voor deze vloed lag trouwens het dorp Sint-Margriete (met de tweede kerk)

in deze polder, vandaar de naam Sint-Margrietepolder. Het is bekend dat de Sint-Margrietedijk deze

polder omsloot.

Sint-Philipspolder

Sint-Philipspolder wordt slechts één keer vermeld, in 1505, als naam van een polder die in het

“toekomende seizoen” zou ingedijkt worden, ongeveer een mijl ten oosten van Watervliet. Hoewel

dit de enige vindplaats van deze naam is, wordt in 1506 wel een Philippinepolder bedijkt, die in 1532

weer zou overstromen en na 1563 opnieuw werd bedijkt. Ook de Philippinepolder werd ingepolderd

door Jeronimus Lau(we)rein, die ongeveer tegelijkertijd het nabijgelegen stadje Philippine oprichtte.

Beide werden genoemd naar Philips De Goede, die toestemming gaf voor een aantal inpolderingen.

Page 30: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

30

Sint-Pieterspolder

Deze polder wordt door onze bron uit 1483 gesitueerd bij Bentille, ten oosten van de Sint-Janspolder.

Ook De Flou vermeldt een Sint-Pieterspolder, maar dat moet een andere zijn dan die in de bronnen in

ons glossarium, want terwijl in deze bronnen de polder al in 1422 wordt geattesteerd, is er in het

citaat van De Flou sprake van bedijking in het jaar 1504: “… du poldre de Sainct-Pierre, disqué lan

1504».

Sint-Salvatorspolder

Vermoedelijk ontstond deze polder tussen Watervliet en Boekhoute kort na 1467, het jaar waarin

Philips de Goede een nieuw bedijkingsoctrooi uitvaardigde. Ergens in de volgende decennia moet

deze polder opnieuw overstroomd zijn, want in 1503 wordt de Laureinspolder bedijkt met de

vermelding dat het zuidelijke deel van deze polder de voormalige Sint-Salvatorspolder is (Gottschalk

1983, II, p. 84). Waarom men deze polder naar Sint-Salvator - d.i. de Redder, de Messias Jezus – werd

genoemd, is onduidelijk.

Veralysenpolder

Het is niet duidelijk waar deze polder precies gesitueerd moet worden. Waarschijnlijk lag hij ergens

tussen Watervliet en Biervliet (zie ook Gottschalk 1983, I, p. 187). De voorbepaling in het toponiem,

veralysen, is een samenstelling van ver, een gereduceerde variant van het substantief vrouw (MNW,

lemma ‘ver II’), en de genitief van de vrouwelijke voornaam Alice. Die naam is de geromaniseerde

variant van de Germaanse vrouwennaam Adelheid (Debrabandere 2003, p. 56). Veralysenpolder

betekent dus ‘polder van vrouwe Alice’.

Waardijk

De oudste getuigenissen over deze dijk vermelden de naam Ware. Volgens Gottschalk (1983, I, p.

142) ontstond deze dijk oorspronkelijk als afbakening tussen de waterschappen Beooster Eede en

IJzendijke. Eind 13de eeuw beschouwde men de Woutersweg als scheidingslijn tussen beide

waterschappen, maar om deze lijn te bestendigen besloot men de Woutersweg, die van in de

omgeving van Sint-Laureins in noordwestelijke richting liep, op te hogen tot een dijk, waardoor er

vanaf 1290 sprake is van een dijk die men de Ware genoemd heeft. Verstraete (1957, p. 80) deelt die

mening niet. In zijn artikel over de geteisterde polderdorpen situeert hij de Woutersweg als een weg

die parallel loopt met de Ware, maar een klein stukje oostelijker ligt.

Page 31: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

31

In de loop der jaren kreeg deze dijk nog een aantal andere namen: Were, Waardijk en Weerdijk. Deze

namen stammen allemaal af van dezelfde grondvorm: de oude Germaanse werkwoordsstam *war-:

‘toezien, zorgen voor, verantwoording hebben voor’ (WNT, lemma ‘Waar (I)’). In zijn oorspronkelijke

functie was de Ware dus een dijk die twee gebieden onderscheidde waar verschillende

waterschappen ‘verantwoording voor hadden’. Later hield de Waardijk ook het oprukkende water

van de Zuidzee tegen, en vermoedelijk vond er wel een betekenisverschuiving plaats in de richting

van een ‘dijk die bescherming biedt’, maar aangezien ook die betekenis in de stam *ware- te vinden

is (bv. “bewaren”) kon men de naam Waardijk zonder problemen blijven gebruiken.

Page 32: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

32

4.3 Straatnamen

Arnoudsweg

De genitief –s in deze naam wijst erop dat de bewoner of eigenaar van een perceel langs deze weg,

Arnoud heette. Arnoud kan zowel de voor- als achternaam van die persoon geweest zijn. De

familienaam Arnoud is ontstaan uit de mannelijke Germaanse voornaam Arn-wald, wat zoveel wil

zeggen als ‘arend-heerser’ (Debrabandere 2003, p. 50). Volgens de attestatie lag de Arnoudsweg in

Watervliet, maar de exacte locatie is onbekend.

Asaertweg

In een notitie bij hun attestaties van dit toponiem suggereren De Vos en Stockman dat de Asaertweg

ergens op het grondgebied van Sint-Margriete gesitueerd moet worden. De Asaertweg is genoemd

naar een persoon met de familienaam Asaert, die oorspronkelijk een bijnaam moet geweest zijn voor

een dobbelaar of kansspeler. Asaert is afgeleid uit het Oudfranse woord hasart, dat ‘kansspel’ of

‘geluk’ betekende (Debrabandere 2003, p. 579).

Bentillestraat

Een plaatsnaam als voorbepaling in een straatnaam wijst er doorgaans op dat het om een straat in de

richting van die plaats gaat. In dit geval moet de Bentillestraat dus in de richting van Bentille gelopen

hebben. Vanuit alle windstreken komen er natuurlijk straten uit in Bentille, waardoor we niet precies

kunnen zeggen om welke straat het hier gaat. De huidige centrumstraat van Bentille heet

Bentillestraat, dus misschien ging het in de 15de eeuw ook over deze straat, die verder naar Eeklo toe

de naam Moerstraat krijgt.

Bertolfsweg

Bij het opstellen van hun glossarium vermoedden De Vos en Stockman, waarschijnlijk op basis van de

vindplaats van dit toponiem, dat de Bertolfsweg in Sint-Jan-in-Eremo lag. Deze straat is genoemd

naar een bewoner of eigenaar die Bertolf heette. Dat is een Germaanse mannelijke eigennaam,

samengesteld uit brehta, ‘schitterend’, en wulfa, dat ‘wolf’ betekende (VMNW, lemma ‘bertolf’).

Biervlietse straat

De omschrijving in de vindplaats van dit toponiem leert ons dat deze straat in de Sint-Barbarapolder

lag, op het grondgebied van Watervliet dus. De naam Biervlietse straat geeft aan dat deze straat in

Page 33: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

33

de richting van Biervliet liep. Op de kaart van Pourbus vinden we in de Sint-Barbarapolder slechts één

grotere weg terug, die inderdaad in de richting van Biervliet liep. Die straat op de kaart zou dus de

Biervlietse straat kunnen zijn, maar een sluitend bewijs hebben we daar niet voor; Pourbus heeft de

straat niet benoemd. Als het inderdaad om de Biervlietse straat gaat, zien we op een hedendaagse

topografische kaart dat deze weg tegenwoordig Clara Verheyenstraat heet.

Blokstraat

De Blokstraat dwarste de Sint-Janspolder van de Waardijk in het oosten tot aan de vroegere

polderdijk in het westen. Later spoelde de Blokstraat door overstromingen uit, en werd de zo

ontstane geul Hoofdwatergang genoemd. De sporen van deze weg, later watergang, zijn nog steeds

zichtbaar in het landschap. Aan de vroegere westelijke polderdijk, waar we nu de Hogestraat vinden,

ligt er een waterpoel op het terrein van Camping Krekenpoort. Vanuit die waterpoel vertrekt er een

smalle stroom in westelijke richting, die onder de Sint-Jansstraat loopt en naast de watertoren weer

boven de grond komt. Een stuk verder is deze waterloop plots verdwenen, om enkele tientallen

meters verder opnieuw in het landschap te verschijnen en in de Boerenkreek te verdwijnen.

Voor de naam Blokstraat zien we twee mogelijke verklaringen. Enerzijds kan deze straat

genoemd zijn naar iemand met de familienaam (De) Blok, die oorspronkelijk een bijnaam was voor

een man met een zware lichaamsbouw (Debrabandere 2003, p. 136). Anderzijds kan de straat ook

genoemd zijn naar één of meerdere blokvormige percelen die langs deze straat lagen.

Blouwelsweg

De Brouwersweg was een bijzonder lange weg waarvan al in de 13de eeuw gewag gemaakt wordt in

onze bronnen. Tegenwoordig heet enkel nog de weg tussen de Moerstraat bij Bentille, en de

Mandeweg op de wijk De Zonne, Brouwersweg. Oorspronkelijk moet deze weg echter veel verder

gelopen hebben. Op de kaart van Pourbus zien we dat de Brouwersweg iets ten oosten van –en

evenwijdig aan- de Waardijk liep, in het noorden tot voorbij de plaats waar tegenwoordig de

rijksgrens tussen België en Nederland loopt. Een beetje zuidelijker, ongeveer ter hoogte van de Sint-

Janspolder, zien we op diezelfde kaart van Pourbus hoe de Brouwersweg uitloopt op de Waardijk.

Nog zuidelijker, ongeveer ter hoogte van de wijk De Zonne, zien we opnieuw hoe de Brouwersweg

zich afscheidt van de Waardijk en vervolgens draait tot hij net ten zuiden van –en evenwijdig aan- de

Graafjansdijk loopt. Of de Brouwersweg nog verder naar het westen doorliep, of na een eindje

samenvalt met de Graaf Jansdijk is niet duidelijk.

Page 34: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

34

De oudste naam van deze weg was niet Brouwersweg, maar Blouwelsweg. Die vorm, met

genitief-s, doet vermoeden dat Blouwel een persoonsnaam is. Een gelijkaardige familienaam is ons

echter niet bekend. In het WNT (onder het lemma ‘blouwen’) vinden we wel het woord blouwel

terug. Dat was een houten hamer die gebruikt werd in de vlas- en hennepbewerking. Het gebeurde

wel vaker dat mensen genoemd werden naar een werktuig of attribuut dat ze beroepsmatig

gebruikten, dus misschien was Blouwel wel de beroepsbijnaam van iemand die langs deze weg

woonde.

Vanaf de tweede helft van de 16de eeuw komen er echter ook een aantal nevenvormen voor. Zo

vinden we onder meer de namen Blauwersweg en Brouersweg terug. Niet toevallig vermeldt

François van de Velde op een kaart uit 1542 (RAG, Collectie Kaarten en Plans, n° 617) in de

Roeselarepolder, op het grondgebied van Sint-Margriete bij de Waardijk, enkele gebouwtjes die hij

omschrijft als “brauwerie” (Zie ook Gottschalk 1983, II, p. 233). Waarschijnlijk heeft de plaatselijke

bevolking de naam blauwelsweg volksetymologisch gezien als verwijzing naar de brouwerij, en heeft

men die weg dan ook verder Brouwersweg genoemd. Verder kan Blauwersweg een

volksetymologische aanpassing aan het woord blauwer geweest zijn. Blauwer betekende

‘smokkelaar’ en wordt nog steeds gebruikt in het West-Vlaams.

Boelensweg

Deze weg werd in het begin van de 14de eeuw geattesteerd als via Boelins, maar de precieze ligging

ervan is onbekend. Na de normale verdoffing van de onbeklemtoonde eindlettergreep verschijnt de

familienaam Boelens, die thans nog courant is in het Meetjesland. De naam Boelens is afgeleid van de

vrouwelijke vorm van de Germaanse voornaam Bolo, wat positief ‘liefje’ of ‘vrijster’ betekende, en

negatief ‘minnares’.

De Vos en Stockman, die dit toponiem in de archieven aantroffen, suggereerden dat dit

toponiem ook de Blouwelsweg kon benoemen. Ook dit is een plausibele mogelijkheid: de vorm

Blouwels was duidelijk al vroeg ondoorzichtig, getuigen de verschillende volksetymologische

verbasteringen (zie hiervoor, ‘Blouwelsweg’). Ook Boelensweg zou zo’n verbastering kunnen zijn.

Dwarsstraat

De Dwarsstraat vinden we terug in de Jonkvrouwpolder. Deze straat werd Dwarsstraat genoemd

doordat ze de dwarsverbinding vormde tussen de Langestraat in het westen en de Jonkvrouwgeul,

en waarschijnlijk eerder ook de Jonkvrouwstraat, in het oosten (Stockman ???). Dwarsstraat kan

Page 35: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

35

oorspronkelijk een soortnaam geweest zijn van alle straten die zo’n dwarsverbinding vormden,

waaruit later Dwarsweg als eigennaam evolueerde.

Dwarsweg

De Dwarsweg wordt vernoemd in het toponymisch woordenboek van De Flou (lemma ‘Dwarsweg’).

Hij situeert deze weg in de omgeving van Sint-Margriete, maar verdere informatie ontbreekt. Een

weg die de verbinding tussen twee andere wegen of plaatsen vormde, noemde men natuurlijk wel

meer een dwarsweg. In de loop der tijden kan de soortnaam dwarsweg geëvolueerd zijn tot de

eigennaam Dwarsweg.

Elsweg

Het is niet bekend waar deze weg zich destijds bevond. Toen De Vos en Stockman dit toponiemen

aantroffen in de archieven suggereerden ze, vermoedelijk op basis van de vindplaats van de

attestatie, een ligging in Sint-Jan-in-Eremo, maar meer informatie ontbreekt. De naam van deze weg

verwijst hoogstwaarschijnlijk naar de boomsoort die men terug kon vinden langs deze weg, namelijk

de els. De boomnaam els werd al in de vroegste taalstadia van het Nederlands gebruikt (ONW,

lemma ‘els’).

Elmareweg

Het is niet duidelijk waarnaar de Elmareweg genoemd is. Het stuk van de weg dat we kunnen

reconstrueren, bevindt zich in de Roeselarepolder, een stuk oostelijker dan waar de vroegere

proosdij van Elmare moet gestaan hebben. Het zou dus kunnen dat de Elmareweg zo genoemd werd

omdat hij in de richting van de proosdij liep. Het zou echter ook kunnen dat langs deze weg het

riviertje Elmare lag, waarnaar ook de proosdij genoemd is.

Het stuk van de Elmareweg dat we kunnen situeren is de tegenwoordige Groenstraat in Sint-

Margriete, althans het stuk van die straat dat vanaf de Sint-Margrietestraat in westelijke richting

loopt.

Page 36: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

36

Groenstraat

De Groenstraat lag volgens de bronvermeldingen in de Sint-Laureinspolder. Straatnamen die

samengesteld zijn met groen- benoemen meestal een met gras begroeide, dus onverharde veldweg

(Devos 1991, p. 31).

Groeneweg

Uit de attestaties in de archiefbronnen kunnen we opmaken dat deze weg in Sint-Margriete lag. Ook

hier wijst het prefix groene- erop dat het om een onverharde weg ging.

Hage(n)weg

De Vos en Stockman hebben de Hagenweg, vermoedelijk op basis van de plaats waar ze dit toponiem

aantroffen, in Watervliet gesitueerd. Meer duidelijkheid omtrent de locatie van deze weg is er niet.

De naam geeft aan dat deze weg langs ‘hagen’ liep. Of we het woord haag hier moeten opvatten in

zijn tegenwoordige betekenis ‘afzomend houtgewas’ dan wel in zijn oude, Middelnederlandse

toepassing ‘bosje’(VNMW, lemma ‘Haghe’), blijft onduidelijk.

Hellepolderstraatje

Dit is een bijzonder doorzichtig toponiem; het benoemt een straatje dat zich in de Hellepolder

bevond.

Kaprijkestraat

Volgens de bronbeschrijvingen lag deze straat in Sint-Jan-in-Eremo, en aangezien Kaprijke in dit

toponiem als voorbepaling gebruikt wordt, liep deze straat in de richting van Kaprijke. De

archiefbronnen vermelden ook de naam Kaprijkse Weg, maar uit de beschrijving van dit toponiem

kunnen we afleiden dat dat een alternatieve benaming was voor de Kaprijkestraat.

Castelamstraat

Het woord castelam is ons onbekend, dus vermoedelijk gaat het hier om een foutieve vorm. Dat kan

een verkeerde lezing zijn door De Vos en Stockman, die het toponiem in de archiefbronnen

aantroffen, maar het kan evengoed een schrijffout geweest zijn van de klerk die het brondocument

in 1619 opstelde.

Page 37: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

37

In Sint-Jan-in-Eremo treffen we tegenwoordig wel een Castelijnstraat aan, dus

hoogstwaarschijnlijk heeft onze bron het daarover. Het feit dat we de naam Casteleynstraat

aantreffen in een omloper van de Sint-Jeronimuspolder uit 1673 (RAB, collectie omlopers Peper,

n°210) versterkt deze hypothese. De Castelijnstraat bestaat tegenwoordig nog steeds in de huidige

Jeronimus Nieuwlandpolder, en loopt in de richting van Waterland-Oudeman.

Het eerste deel van dit toponiem is een persoonsnaam. Het Middelnederlandse kastelijn gaat

terug op het Oudfranse chastelain en betekende oorspronkelijk ‘kasteelheer’ (Debrabandere 2003, p.

230), maar naderhand kon het woord ook worden toegepast op iemand, bijvoorbeeld een

landbouwer, die in dienst stond van een kasteelheer, alsook op de uitbater van een herberg. Vanuit

die geëvolueerde betekenissen evolueerde het woord tot beroepsbijnaam en vervolgens tot erfelijke

familienaam. De Casteleynstraat is dus genoemd naar iemand die het beroep van kastelein

uitoefende of die Casteleyn als familienaam had.

Kerkstraat/Kerkweg

Tegen het einde van de 16de eeuw is er enkele keren sprake van de Kerkstraat of Kerkweg in de Sint-

Janspolder en de Bentillepolder. Uit de beschrijving bij die vermeldingen kunnen we afleiden dat

Kerkstraat en Kerkweg dezelfde straat benoemden: het noordelijke stuk van de huidige Sint-

Jansstraat, van de rotonde aan de Sint-Janspolderdijk tot de bocht aan de Houtlanddijk. Van een

bocht was er toen echter geen sprake, de Kerkstraat liep rechtdoor, door de landerijen die later door

het water overspoeld zouden worden en waar zich daardoor de Oostpolderkreek zou vormen.

Kleilandweg

De Kleilandweg, die soms ook Dierkensweg of Nieuwe Vierschaarweg (zie hierna) genoemd wordt,

liep volgens Gottschalk (1983, I, kaart op achterflap) in de 13de- 14de eeuw van Bassevelde tot in Sint-

Niklaas-ter-Vaarne, waarbij hij vlak bij Watervliet passeerde. Deze weg is genoemd naar ridder Dirk

Kleiland, die langs deze weg een stuk moergrond bezat, in de buurt van het klooster der

Wilhelmieten, dat op de grens tussen Watervliet en Boekhoute lag (Gottschalk 1983, I, p. 77). In de

buurt van de plaats waar dat klooster gestaan moet hebben, aan de huidige Noorddijk in Watervliet,

bestaat tegenwoordig een taverne die naar deze ridder, of naar deze weg, genoemd is: het

Cleylantshof. In onze bronnen wordt een halve eeuw later naast de naam Kleilandweg ook de

verbastering Kleenlandweg aangetroffen.

Page 38: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

38

Kruisstraat

In de bronnen is er sprake van twee verschillende wegen die Kruisstraat genoemd werden.

De eerste Kruisstraat kunnen we lokaliseren in de Oudemanspolder. In een van de

bronvermeldingen vinden we terug dat de Kruisstraat ook Dwarsstraat werd genoemd. De

Dwarsstraat hebben we hierboven echter al gelokaliseerd in de Jonkvrouwenpolder. Op de kaart van

Pourbus zien we wel dat die Dwarsstraat tot bij de Jonkvrouwgeul liep. Die geul liep ook in de

Oudemanspolder, dus op die manier kan er een vergissing opgetreden zijn. Het zou al te toevallig zijn

dat er op zo’n korte afstand van elkaar, twee verschillende wegen dezelfde naam gedragen zouden

hebben. We gaan er dus van uit dat Kruisstraat en Dwarsstraat dezelfde weg benoemden.

De tweede Kruisstraat kunnen we, op basis van de bronvermeldingen, lokaliseren in de

Bentillepolder, maar de exacte locatie is ons niet bekend.

Waar de naam Kruisstraat in beide gevallen vandaan komt, is niet duidelijk. In vroegere

tijden was Kruisstraat zelfs geen straatnaam, maar een naam voor een kruispunt van wegen

(Mattheeuws en Devos 1997, p. 18). Uit de context van de bronvermeldingen kunnen we echter

afleiden dat het in deze gevallen wel degelijk om straatnamen gaat. De straten waar hier sprake van

is zullen ook wel van of naar een kruispunt gelopen hebben, dus het is mogelijk dat ze daar hun naam

aan ontleend hebben. Anderzijds is het ook mogelijk dat ze (of een van beide) genoemd zijn naar een

of meerdere kruisen die zich langs de kant van de weg bevonden. Het was vroeger namelijk een

gebruik om op geregelde afstanden uit elkaar, veldkruisen op te richten om eigendom of

grondgebied af te bakenen. In de streek was het Zuidoostkruis het meest bekende; het bakende de

grens tussen het tiendegebied van Sint-Baafs en dat van Sint-Pieters af (Verstraete 1957, p. 89).

Mogelijk stond er langs beide hier behandelde ‘Kruisstraten’ ook zo’n kruis als grensaanduiding.

Landwegje

Het landwegje moet een voetgangerspad geweest zijn waarlangs men een akker of een wei kon

bereiken. Uit de bronvermelding kunnen we opmaken dat dit pad iets ten noorden van de

Clinckaertsgeul liep, maar het is niet mogelijk om het meer precies te lokaliseren.

Langeweg-Langestraat

In de bronnen vinden we een aantal vermeldingen van zowel een Langeweg als een Langestraat, in

Waterland-Oudeman of in Watervliet. Volgens De Flou (lemma ‘Langeweg’) zijn het allebei namen

Page 39: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

39

voor dezelfde straat. Uit de context van die bronvermeldingen kunnen we inderdaad opmaken dat

het om dezelfde straat ging.

De vroegere Langeweg-Langestraat liep door de hele Oudemanspolder heen, het was dus

inderdaad een lange weg, vandaar de naam. Zijn historische traject, dat op moderne kaarten nog

goed te reconstrueren valt, omvat de huidige Bevrijdingsstraat die in het noorden vertrekt aan

Rovershoek, daarna de Zandstraat min of meer kruist en ten zuiden daarvan, ook onder de naam

Zandstraat, verder loopt tot de huidige Oudemansdijk.

Volgens Stockman (1998, p. 199) was er ook een Langeweg in de Jonkvrouwpolder, die ook

lang genoemd werd omdat hij die polder van noord naar zuid doorkruiste. Stockman verwijst daarbij

naar de kaart van Pourbus, waarop we inderdaad een weg zien die, vanuit de dorpskern van

Watervliet, helemaal tot het noorden van de Jonkvrouwpolder loopt. Als we de kaart van Pourbus

vergelijken met een hedendaagse kaart van de streek, lijkt het aannemelijk om die lange straat, die

door Stockman dus ook als Langeweg geïdentificeerd wordt, te vereenzelvigen met de huidige

Molenstraat ten noorden van Watervliet.

Lathouwersweg

Deze weg, die vanaf de vroege 16de eeuw in de bronnen vermeld wordt, vinden we tegenwoordig

terug in de huidige Jeronimus Oudelandpolder onder de naam Lathouwerstraat. Thans is het de

verbindingsweg tussen de Calusstraat in het noorden en de Mariapolderdijk in het zuiden. Als De

Flou met de naam Kalingstraat eigenlijk de Calusstraat bedoelt, is hij fout wanneer hij opmerkt dat

de Lathouwersweg “Thans ook de Kalingstraat heet” (lemma ‘Lathauwersweg’): de huidige

Calusstraat is oost-westgericht, terwijl de Lathouwersweg wel degelijk van noord naar zuid liep, zoals

dat vandaag het geval is en zoals we al zagen op de 16de-eeuwse kaart van Pourbus.

Lathouwer was oorspronkelijk een beroepsnaam voor een persoon die latten kliefde.

Mogelijk woonde iemand die dit beroep uitoefende langs deze weg (Debrabandere 2003, p. 735).

Van deze beroepsnaam werd ook de familienaam (de) Lathouwer afgeleid, dus het is ook mogelijk

dat iemand met die naam langs deze weg woonde, of grondbezit had.

Lichtvoetsweg

De Lichtvoetsweg wordt al vermeld in de vroege 14de eeuw en moet dus al voor de grote stormvloeden

bestaan hebben. We moeten deze weg situeren in het uiterste noordwesten van het huidige Sint-

Margriete, in de vroegere Roeselarepolder en Sint-Kruispolder. Iets ten noorden van Sint-Margriete

Page 40: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

40

verdween hij in de vroegere Brandkreek, die ongeveer de huidige landsgrens volgde (Verstraete 1957,

bijgevoegde kaart), en waarvan tegenwoordig nog een kleine waterplas zichtbaar is bij Waterland-

Oudeman. Verder moet de Lichtvoetsweg in zuidwestelijke richting gelopen hebben en zowel de

Roeselareweg, de Brouwersweg als de Waardijk gedwarst hebben. Op tegenwoordig Nederlands

grondgebied dwarste hij de Sint-Pietersdijk om uiteindelijk uit te lopen op de huidige Zuidweg. Dat

laatste stuk, tussen de Sint-Pietersdijk en de Zuidweg, bestaat nog steeds onder dezelfde naam. Op

huidig Belgisch grondgebied is de Lichtvoetsweg verdwenen.

De Lichtvoetsweg is ongetwijfeld genoemd naar een persoon die naar de naam Lichtvoet luisterde.

Oorspronkelijk was deze familienaam een bijnaam voor een lichtvoetig persoon (Debrabandere 2003,

p. 771). Deze straat werd volgens enkele vermeldingen occasioneel ook Lichtvoetsstraat genoemd.

Loontjensweg

In het begin van de 14de eeuw is er in onze bronnen sprake van een viam lonekins in de parochie Sint-

Niklaas-ter-Vaarne, in de buurt van het huidige Waterland-Oudeman dus. Waar deze weg precies

liep, is onbekend. De genitief -s bij lonekins geeft aan deze weg genoemd is naar een persoon die

langs deze weg woonde, of er grond bezat. Lonekin is de diminutiefvorm van Lone, een verkorte

vorm van de voornaam Appolonius, die later als familienaam gebruikt werd en tegenwoordig onder

de vorm Loontjens vaak voorkomt in de provincies Oost-en West-Vlaanderen (VMNW, lemma

‘lonekin’ en Debrabandere 2003, p. 784).

Middelstraat/Middelweg

Volgens Verstraete (1957, bijgevoegde kaart) liep de Middelweg volledig door de Jeronimuspolder,

passeerde iets ten zuiden van de huidige locatie van Waterland-Oudeman en liep nog verder door

naar het noordwesten. Langs dit traject liep de Middelweg dus zowel op het grondgebied van

Watervliet, Waterland-Oudeman als Sint-Margriete. Uit de bronvermeldingen kunnen we opmaken

dat die Middelweg ook Middelstraat genoemd werd. Uit die namen kunnen we afleiden dat deze

straat voor de naamgever het midden vormde tussen andere referentiepunten, maar wat die

referentiepunten zijn is ons onbekend.

Muynckweg

De Muynckweg wordt door Gottschalk gelokaliseerd in het uiterste noorden van Sint-Margriete,

haaks op de Lichtvoetsweg (Gottschalk 1983, I, p.61). In de enige attestatie van het toponiem luidt

Page 41: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

41

het eerste deel moenke, wat één van de vele Middelnederlandse varianten (o.m. monec, moninc,

monc, munic, munc) is van het woord monnik, een afleiding van Latijns-Grieks monachus ‘monnik’

(MNW, lemma ‘monic’). De Muynckweg is genoemd naar de monniken van de abdij van Affligem, die

volgens Gottschalk in de 14e eeuw een rol speelde bij de ontginning van de gronden in het gebied

waar de weg doorheen loopt.

Moerstraat

De Moerstraat lag volgens de bronbeschrijvingen deels op het grondgebied van Sint-Laureins en deels

op dat van Sint-Jan-in-Eremo. Deze straat moet destijds een moergebied (veengebied) doorkruist

hebben van Bentille tot aan Balgerhoeke bij Eeklo. De straat tussen Bentille en Eeklo heet op het

grondgebied van de fusiegemeente Sint-Laureins Lege (‘lage’) Moerstraat.

Molenstraat

Uit de bronvermeldingen kunnen we afleiden dat de Molenstraat in Watervliet liep. Op de kaart van

Pourbus zien we uit de dorpskern van Watervliet een straat, waarlangs twee molens getekend staan,

vertrekken in noordelijke richting. Aangezien deze straat tot op de dag van vandaag Molenstraat

genoemd wordt, kunnen we die hoogstwaarschijnlijk identificeren met de Molenstraat die we in de

16de-eeuwse bronnen aantreffen.

Molenweg

De Vos en Stockman, die dit toponiem in de archiefbronnen aantroffen, situeren de Molenweg in

Sint-Jan-in-Eremo. Op de kaart van Pourbus zien we dat er een molen in de buurt van de dorspkern

van Sint-Jan-in-Eremo stond, ongeveer ter hoogte van het punt waar de Sint-Janspolder, de Sint-

Lievenspolder en de Sint Jeronimuspolder samenkomen en waar tegenwoordig de rotonde aan de

Sint-Janspolderdijk ligt. Het is goed mogelijk dat een van de straten die op dit punt samenkwamen,

Molenweg genoemd werd.

Een tweede molen op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo vinden we terug in de

Cochuytpolder, in de buurt van Bentille. Die molen wordt op de kaart van Pourbus Bentille Meulen

genoemd. Het kan dus evengoed zijn dat we de Molenweg in deze buurt moeten situeren.

Page 42: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

42

Nieuwe Vierschaarweg

Dit behoorlijk oude toponiem wordt in onze bronnen slechts één keer vermeld, in een document uit

1282. Volgens Gottschalk (1983, I, p. 77 en kaart op achterflap) is de Nieuwe Vierschaarweg gelijk

aan de Kleilandsweg, die van Bassevelde door Watervliet naar Sint-Niklaas-ten-Vaarne liep. De

Latijnse omschrijving, via de nova Virscare, geeft aan dat de bepaling nova, ‘nieuwe’, niet bij via,

‘weg’, staat, maar wel bij Virscare. Vierschaar is een samenstelling van het telwoord vier met schaar,

Middelnederlands scare, uit Oudnederlands skarna, dat ‘bank’ betekende. Een vierschaar was

namelijk een plaats waar recht gesproken werd, en die oorspronkelijk afgezet werd door vier banken

(ONW, lemma ‘fierskarna’, MNW, lemma ‘vierschare’). Langs de Nieuwe Vierschaarweg moet dus

ooit recht gesproken zijn, wat op het moment van de naamgeving van de weg een tamelijk recent

gebruik was.

Nieuwe Weg

In een landschap dat gekenmerkt wordt door verandering is het natuurlijk niet vreemd dat er wegen

nieuw genoemd werden. Er is wel een weg die Nieuwe Weg specifiek als eigennaam had. Op oude

kaarten (kaart van Pourbus; RAB, Omlopers Collectie Peper, n° 210) zien we dat rond dezelfde

periode, die weg ook Oliemolenweg genoemd wordt. Misschien was nieuwe weg dus oorspronkelijk

een bijnaam, die nadien als eigennaam gebruikt werd.

De Nieuwe Weg, die vermeld wordt vanaf 1527, moet gesitueerd worden in de Sint-

Janspolder. Het was de verbinding tussen de Waardijk in het oosten en de dorpskern van Sint-Jan-in-

Eremo in het westen. De Nieuwe Weg kunnen we tegenwoordig deels identificeren met het stuk van

de Hogestraat dat naast de kerk loopt, de Sint-Jansstraat dwarst en eindigt aan de dijk van de

Boerenkreek. Toen er nog geen sprake was van een kreek, liep de Nieuwe Weg daar gewoon

rechtdoor, kruiste de Rijselvereweg en de Woutersweg en liep tot aan de Waardijk. In het tweede

deel van de 16de eeuw werd de weg echter overspoeld door het water, waardoor het centrale stuk

van de huidige Boerenkreek hier ontstond.

Vermoedelijk werd de Nieuwe Weg soms ook Nieuwewegstraat genoemd, en nadat de weg

uitgespoeld was door het water kreeg de nieuwe kreek de naam Nieuweweggeul of Geul van de

Nieuwe Weg mee.

Page 43: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

43

Oliemolenweg

Op de kaart van Pourbus wordt een verbastering van Oliemolenweg (Holle Meulenwech) gebruikt om

deze weg, die ook Nieuwe Weg genoemd werd (zie ‘Nieuwe Weg’ hierboven), aan te duiden. De

naam onthult dat langs deze weg een oliemolen stond. In een oliemolen, die aanvankelijk door

dierlijke kracht en later door windkracht werd aangedreven, werd olie geperst uit zaaddragende

gewassen zoals lijnzaad en koolzaad.

(Onzer) Vrouwen Weg

Uit de beschrijving in de archiefbronnen blijkt dat de Onzer Vrouwen Weg enkele polders tussen Sint-

Jan-in-Eremo en Watervliet doorkruiste: hij wordt vermeld in de Mariapolder, de Cockuytpolder en de

Sint-Christoffelpolder. Waarschijnlijk is deze weg genoemd naar een vrouwelijke eigenares die grond

langs deze weg bezat. In de archiefbronnen kwamen ook nog de namen Onzer Vrouwen Straatje en

Vrouwenweg voor, maar uit de context van die vermeldingen kunnen we opmaken dat al die namen

dezelfde weg benoemden.

Oudemansstraat

De Oudemansstraat bevond zich in de Oudemanspolder en verbond de dijk van de

Jonkvrouwenpolder in het westen met de dijk van de Sint-Jeronimuspolder in het oosten. Aan de

oostkant van deze weg lag de dorpskern van Waterland-Oudeman, waarnaar deze straat genoemd

werd.

Op een omloper uit 1673 (RAB, collectie Omlopers Peper, n°210) werd de Oudemansstraat

door de landmeter verkeerdelijk als Langeweg benoemd, waarlangs volgens hem de Kreek van de

Langeweg liep. Stockman (1998, p. 198) zet die fout recht in zijn artikel over de Generale Vrije Polder:

het gaat hier wel degelijk over de straat waarlangs de Oudemansgeul liep. We kunnen de

Oudemansstraat identificeren met de huidige Zandstraat, die twee uithoeken van de Belgisch-

Nederlandse grens met elkaar verbindt. Langs die Zandstraat loopt nog steeds een waterloopje, dat

waarschijnlijk een restant is van de vroegere Oudemansgeul.

In de bronnen komt ook de Oudemanszeedijkstraat voor. Aangezien de twee dijken

waartussen de Oudemansstraat de verbinding vormden, ooit allebei zeedijken waren, is het goed

mogelijk dat men de Oudemansstraat ook Oudemanszeedijkstraat noemde.

Page 44: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

44

Polderstraatje

Uit de bronbeschrijvingen blijkt dat dit straatje zich in de Sint-Laureinspolder bevond, waarschijnlijk

werd het naar die locatie in de polder genoemd.

Relsweg

De Relsweg bevond zich in het zuiden van de Sint-Janspolder. De restanten van deze weg zijn

vandaag nog met moeite te zien; enkele honderden meters ten zuiden van het kerkje van Sint-Jan-in-

Eremo vinden we tegenwoordig wel de Houtlanddijk terug. Die Houtlanddijk is het oostelijke stuk van

de vroegere Relsweg. Verder westelijk kunnen we de Relsweg nog herkennen in het stuk van de Sint-

Jansstraat dat zich tussen de twee haakse bochten in deze straat bevindt, en vervolgens in het paadje

dat tussen de nieuwe gebouwen van het Provinciaal Centrum De Boerenkreek loopt. Dat paadje

stopt natuurlijk aan de oevers van de Boerenkreek, maar aan de westelijke oever van de kreek zien

we het opnieuw verschijnen als een kasseiwegje dat uitloopt op de huidige Meikenshoek. De Relsweg

zelf moet zich daarvoorbij nog westelijker voortgezet hebben, tot aan de Waardijk, maar daarvan zijn

geen duidelijke sporen meer zichtbaar.

Waarschijnlijk is de Relsweg genoemd naar een persoon die eigendom had langs of in de

buurt van deze weg. De familienaam Re(e)l(s) is volgens Debrabandere (2003, p. 1023) afkomstig van

de voornaam Reel of Radilo, een typisch Germaanse naam.

Rijselveerweg

Er is al sprake van de Rijselveerweg in het begin van de 14de eeuw, op het moment waarop de streek

nog niet zo hevig geteisterd was door overstromingen en er dus nog geen sprake was van de

Zuidzeepolders. Waar we deze weg op dat moment moeten situeren is niet duidelijk. Na de grote

overstromingen en de inpoldering van ons onderzoeks gebied vinden we hem terug in de

Bentillepolder en de Sint-Janspolder, die hij van noord naar zuid doorkruiste. We kunnen een restant

van de Rijselveerweg herkennen in de huidige Meikenshoek. Daar vertrekt van bij het

Leopoldskanaal, ongeveer halverwege tussen de bruggen van de Beoostereedepolderdijk en de Sint-

Jansstraat, een straatje in noordwestelijke richting. Hier moet oorspronkelijk de Rijselveerweg

gelegen hebben, en waar de weg nu afbuigt naar links liep die vroeger rechtdoor over de landerijen,

waar zich nu de Boerenkreek bevindt.

Het eerste deel in de straatnaam, Rijselveer, verwijst naar een waterloop die langs deze weg

gelopen moet hebben (zie ‘Rijselveer’). In de bronnen is ook sprake van de naam Rijselveerstraat, die

Page 45: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

45

vermoedelijk dezelfde straat benoemt. Verder wordt er ook een Rijselweg genoemd in de omgeving

van Sint-Jan-in-Eremo, maar het is niet zeker of het ook hier om een alternatieve benaming voor de

Rijselveerweg gaat.

Sint-Annastraatje

Uit de bronvermelding kunnen we afleiden dat Sint-Annastraatje een alternatieve benaming was

voor de Kruisstraat bij Sint-Jan-in-Eremo (Zie ‘Kruisstraat’ hiervoor). Het is mogelijk dat dit straatje

genoemd werd naar een of andere patroonheilige en daardoor het voorvoegsel Sint- draagt.

Anderzijds kan dit straatje ook genoemd zijn naar een grondbezitster of notabele met de naam Anna,

waarvan men later een heiligennaam gemaakt heeft. Ook is het mogelijk dat dit straatje in de richting

van de Watervlietse Sint-Annapolder liep.

Sint-Jansstraat

Tot op heden is de Sint-Jansstraat de verbindingsweg tussen de dorpskernen van Sint-Jan-in-Eremo

en Bentille. Aangezien Sint-Jansstraat in dezelfde periode geattesteerd werd als Kerkstraat of

Kerkweg, de naam voor het noordelijke stuk van deze weg, was Sint-Jansstraat vermoedelijk de

naam voor het zuidelijke deel van de huidige Sint-Jansstraat, tussen het huidige Leopoldskanaal en

het centrum van Bentille. Het noordelijkste stuk van de huidige Sint-Jansstraat werd Kerkstraat

genoemd naar zijn ligging aan de kerk van Sint-Jan-in-Eremo. De 16de-eeuwse Sint-Jansstraat liep in

de richting van Sint-Jan-in-Eremo, en werd daarnaar genoemd.

Sleestraatje

Afgaande op de context waarin we dit toponiem in de bronnen terugvinden, moet het Sleestraatje in

de Bentillepolder gelegen hebben. Slee is een benaming voor de sleeboom of sleedoorn, die

algemeen voorkomt in Vlaanderen (MNW, lemma ‘Slee I’; WNT, lemma ‘Slee II’). De sleedoorn was

vroeger geliefd als haaggewas, en een alleenstaande sleedoornstruik liet men soms wel eens

uitgroeien tot een boom (Mattheeuws en Devos 1997, p. 104). Langs het Sleestraatje stond dus

vermoedelijk zo’n boom, of werden er sleedoornstruiken als haaggewas gebruikt.

Page 46: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

46

Stakevereweg

Deze weg, die volgens de vindplaats van het bronnenmateriaal vermoedelijk in Sint-Jan-in-Eremo

werd gesitueerd, werd genoemd naar de waterloop Stakevere (zie ‘Stakevere’ bij de waternamen)

die langs deze weg liep.

Waalstraat

De Waalstraat liep van oost naar west door het uiterste zuiden van de Sint-Janspolder. Vermoedelijk

lag deze weg min of meer ter hoogte van de huidige loop van het Leopoldskanaal. Net ten zuiden van

dit kanaal loopt tot op heden een straatje met de naam Waaistraat. Waarschijnlijk is dat een

vervorming van de historische naam Waalstraat.

Het eerste deel van het toponiem is wellicht het Middelnederlandse waal, dat ook verschijnt

onder de gedaanten weel en wiel, en dat ‘kolk ontstaan door dijkdoorbraak’ betekende (MNW,

lemma ‘Wiel’).

Woutersweg

De Woutersweg begon bij de Graaf Jansdijk en liep iets ten oosten van – en evenwijdig aan- de

Waardijk. De Woutersweg wordt al in de 13de eeuw vermeld in de bronnen, die hem zowel situeren

in de buurt van het dorpje Roeselare als bij het oudste Sint-Margriete. Aangezien dat laatste op

huidig Nederlands grondgebied lag, in de buurt van het Eiland, wil dat zeggen dat we de Woutersweg

betrekkelijk ver in noordwestelijke richting moeten doortrekken. Als we kijken op de kaart van

François Van de Velde uit 1545 (RAG, Kaarten en plans, n° 617) zien we inderdaad nog een spoor van

de Woutersweg in de buurt van Oostburg. Volgens Verstraete (1957, bijgevoegde kaart) liep de

Woutersweg ten zuiden van de Graaf Jansdijk samen met de Blouwersweg, waar tegenwoordig nog

altijd de Brouwersweg loopt.

Al in de eerste helft van de 15de eeuw is er volgens een van de bronnen sprake van een geul

die Woutersweg heet. Het is inderdaad zo dat overstromingen vaak eerst de wegen uitsleten en die

in waterpoelen veranderden. De huidige Mesurekreek is ontstaan uit de geul die eerst de

Woutersweg was, en later uitgesleten werd tot een deel van de huidige Boerenkreek. Die lange,

smalle uitloper van de Boerenkreek is inderdaad noord-zuidgericht en gaat ten zuiden van het

Leopoldskanaal over in de Bentillekreek. In noordelijke richting is de uitgesleten en ondergelopen

Woutersweg nog zichtbaar in de watergang die de Roeselarekreek verbindt met de kreek die men de

Val noemt, ten zuiden van het dorp van Sint-Margriete in de Roeselarepolder.

Page 47: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

47

De naam Woutersweg is duidelijk afgeleid van een persoonsnaam. Dat kan een voornaam

geweest zijn, zoals Gottschalk (1983, I, p. 68) suggereert. Zij vermoedt een mogelijk verband met

Walter Cop (in de volksmond waarschijnlijk Wouter Cop), die in het begin van de 13de eeuw

verantwoordelijk was voor de landontginning in de streek. De Woutersweg kan ook genoemd zijn

naar iemand met de familienaam Wouters, afgeleid van de Germaanse voornaam Wald-hari, ‘woud-

heerser’ (Debrabandere 2003, p. 1338). De naam Wouters of nevenvorm Wauters komt overigens

nog regelmatig voor in de streek, dus is dat een aanvaardbare hypothese.

Page 48: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

48

4.4 Terreinnamen

4.4.1 Kernbestanddelen

Akker

Akker is afkomstig van het Germaanse woord akra, en in de Vlaamse dialecten is het de oudste

benaming voor bebouwd land. Het behoorde al tot de taal van de Germaane kolonisatoren die zich in

de eerste eeuwen van onze jaartelling in deze streken kwamen vestigen. In de vroege middeleeuwen

benoemde akker het gezamenlijke akkerland van de toenmalige nederzettingen, dat dicht bij de

bewoning lag en waarschijnlijk gemeenschappelijk bewerkt werd. Tijdens de grote ontginning van het

Meetjesland in de volle en late middeleeuwen (11e-14e eeuw) bleef het woord akker in gebruik voor

grotere, aaneengesloten complexen grond, die verder in kleinere percelen verkaveld werden (Van de

Woestijne 1994, p. 73-74).

Bilk

Bilk is een eeuwenoude afleiding uit de stam van het Germaanse werkwoord bilûkan, waar we het

huidige Nederlandse woord beluiken nog in herkennen, en dat ‘omheinen’ betekende. Een bilk was

dus een perceel dat omheind was met levend houtgewas. Zo’n perceel kon zowel als graas-en

hooiland als voor akkerbouw gebruikt worden. In Oost-Vlaanderen verschijnt vanaf de 15de eeuw ook

de typische geronde vorm bulk, die men tegenwoordig nog steeds gebruikt in de streektaal

(Mattheeuws en Devos 1997, p. 68).

Bos

Oorspronkelijk betekende bos ‘struikgewas’ of ‘kreupelhout’, zoals nu nog het Engelse bush, dat er

etymologisch identiek mee is. In de late middeleeuwen nam bos zijn huidige betekenis aan en

verdrong het als benaming voor hoogstammig, al dan niet door mensen aangeplant bos het oude

woord hout. Die betekenisevolutie van bos gebeurde vermoedelijk onder invloed van het Franse bois,

dat uit het Germaans ontleend werd en al in het Oudfrans betrekking had op hoogstammig bos

(Mattheeuws en Devos 1997, p.69).

Hout

Voordat bos algemeen ingang gevonden had in onze standaardtaal, gebruikte men het woord hout

om zowel natuurlijk als aangeplant bos te benoemen (Devos 1991, p. 45).

Page 49: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

49

Land

Land is afgeleid uit het Germaanse Landa, ‘grond’, en kan zowat alle soorten natuur- en cultuurland

aanduiden. Meestal wordt het gebruikt om ontgonnen land te benoemen, voornamelijk akkerland

(Mattheeuws en Devos 1997, p. 77).

Mate

Mate is afgeleid van het werkwoord meten en betekent volgens Van de Woestijne (1994, p. 77)

‘afgemeten stuk land, oppervlakte’. Vermoedelijk is het een technische term die door turfwinners

werd gebruikt bij de indeling van de grond.

Meet

Volgens Van de Woestijne (1994, p. 77) zijn mete en meet de respectievelijke verkorte vormen van

het dialectische substantief gemete en van diens standaardtalige tegenhanger gemet. In het

traditionele landmatenstelsel was een gemet een oppervlaktemaat (WNT, lemma ‘gemet’).

Stuk

Stuk wordt al sinds de vroege middeleeuwen gebruikt om een ‘deel van een groter geheel’ te

benoemen, meestal een deel van groter complex bouwland. Stilaan werd stuk een meer specifieke

betekenis aangemeten en werd de term gebruikt om een perceel akkerland te benoemen. De

ontronde vorm stik is van Kustwestgermaanse oorsprong en dus typisch voor de (zuid-)westelijke

dialecten van het Nederlands. Deze vorm wordt tot op heden in de meeste Vlaamse dialecten en ook

in het Meetjesland gebruikt om een perceel akkerland aan te duiden (Andries 1993, p. 51).

Veld

Veld betekent in vele dialecten, net als in de standaardtaal overigens, ‘bouwland’. Echter, in westelijk

Vlaanderen met inbegrip van het Meetjesland heeft veld altijd ‘ongecultiveerde grond’ benoemd. In

de middeleeuwen verstond men onder veld de onontgonnen gebieden die gelegen waren tussen de

gecultiveerde landerijen rond de toenmalige nederzettingen. Die velden waren echte woestenijen,

begroeid met heidevegetatie en kreupelhout, afgewisseld met moerassige plekken, poelen en vijvers.

Tijdens de middeleeuwse ontginningsgolf werden hele stukken van de ‘velden’ in akker- en weiland

omgezet, maar op de arme bodems van zandig Vlaanderen, dus ook in het Meetjesland bezuiden de

polders, heeft het nog eeuwen geduurd eer de laatste ‘velden’ helemaal ontgonnen waren. Het woord

Page 50: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

50

veld bleef daar dan ook nog lange tijd in de volksmond gebruikelijk als benaming voor woeste grond

(Mattheeuws-Devos 1997, p.79). In de polderstreken, waar natuurlijke ‘velden’ zoals hierboven

beschreven niet voorkwamen omdat het land gewonnen werd op de zee, werd het woord veld in de

dialecten waarschijnlijk in de eerste plaats gebruikt om te verwijzen naar de veldcomplexen in de

naburige zandstreek. Toch komen er in de Meetjeslandse polders ook toponiemen voor op veld. We

vermoeden dat die betrekking hebben op stukken moergrond die nadat ze uitgeveend waren weer aan

de natuur werden prijsgegeven.

4.4.2 Terreinnamen in de polderdorpen

Biesbilksken

Deze bilk, die gezien de diminutiefvorm van het grondwoord niet al te groot geweest zal zijn, bevond

zich op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo. Bies is een benaming voor verschillende grasachtige

plantensoorten die in vochtige gronden of in water groeien (WNT, lemma ‘bies I’). Het Biesbilksken

moet dus een laaggelegen en waterziek stukje grasland zijn geweest.

In de bronnen komt ook de naam Biezenbilk voor. De plaatsbeschrijvingen in de

archiefbronnen situeren beide toponiemen op dezelfde plek, waaruit we kunnen besluiten dat het

ofwel synonieme benamingen waren voor één en hetzelfde perceel ofwel dat het Biesbilksken een

kavel was van de grotere Biezenbilk.

Bijle

Dit land lag volgens de bronbeschrijving in de Hellepolder. Ongetwijfeld werd het perceel bijle

genoemd door de vormelijke gelijkenis met een bijl, het zal dus een L-vormig perceel geweest zijn.

Bosselken

Het Bosselken lag vermoedelijk in Watervliet. Bosselke is een nog in het West-Vlaams gebruikelijke

diminutiefvorm van bos (Devos en Vandekerckhove 1995, p.62). De beschrijving bij dit toponiem

heeft het echter over een bilcxken, waaronder een omheind perceel werd verstaan. Misschien was

dit stuk grond eerst begroeid met bomen, maar heeft men die naderhand gerooid om er graasland of

akkerbouwgrond van te maken.

Page 51: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

51

Bromstuk

De Vos en Stockman vermoedden dat het Bromstuk in Watervliet lag. Brom is een westelijke

dialectbenaming voor de brem (Vandeveire en Devos 2008, p.94). Het toponiem verwijst naar een

perceel dat ofwel beplant was met brem, een geliefd voedergewas voor schapen, ofwel omgeven

was door bremstruiken.

Bruneel

Volgens de beschrijving in de archiefbronnen lag de Bruneel tussen de Waardijk en de Brouwersweg,

ter hoogte van de Bentillepolder. De bestemming of begroeiing van deze grond wordt niet vermeld.

Het perceel is genoemd naar een voormalige eigenaar of gebruiker, een zekere Bruneel. Die naam is

een Vlaamse adaptatie van het Franse Brunel, dat ‘(kleine) bruine’ betekent (Debrabandere 2003, p.

197).

Doornbilk

De Vos en Stockman waren niet zeker over de ligging van deze Doornbilk, maar ze vermoedden dat

die ergens in Watervliet lag. Het perceel is genoemd naar de doornstruiken waarmee het omplant

was.

Drie Gemeten

De Vos en Stockman vermoedden dat dit perceel deels op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo en

deels op dat van Sint-Laureins lag. De naam verwijst naar de grootte van het perceel: het was drie

gemeten groot, dat is drie keer 44 are (zie ook ‘meet’ bij de verklaring van de kernbestanddelen).

Dullaard

Uit de context van de bronvermeldingen blijkt dat de Dullaard in de Sint-Janspolder lag, tussen de

Oliemolenweg en de Relsweg. Het was een partij “wijdauwe”, ‘wilgen’ dus (WNT, lemma ‘wijdouw’).

De jonge, buigzame uitschieters van de wilg, de zgn. wilgentenen, werden gebruikt om o.a. manden

te vlechten.

Voor dit toponiem zijn twee verklaringen denkbaar. Het perceel kan genoemd zijn naar een

persoon met de achternaam Dullaard, die met het achtervoegsel –aard afgeleid is van het adjectief

dul, d.i. de spontaan gepalataliseerde variant van dol. Met –aard worden persoonsnamen gevormd

Page 52: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

52

die naar een negatieve eigenschap verwijzen, bv. gierigaard, luiaard, snoodaard. Als bijnaam werd

dullaard gebruikt voor een domkop of dwaas (Debrabandere 2OO3, p.413). Het toponiem kan echter

ook teruggaan op een personifiërend gebruik van de soortnaam dullaard, die aan de familienaam ten

grondslag ligt, en verwijzen naar de moeilijk te bewerken bodem van het perceel in kwestie. Volgens

Van de Woestijne geldt de eerste verklaring: volgens hem was het bedoelde perceel in het bezit van

een familie Dullaert (Van de Woestijne 1994, p. 26).

Esbilken

De Esbilken lagen op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo. Blijkbaar gaat het om meerdere

percelen, waarrond essen stonden. Mogelijk ook betreft het twee of meer jongere kavels van een

voorheen onverdeelde ‘Esbilk’, die zo werd genoemd omdat hij met essen begroeid of omplant was.

Flines Bossen

Deze bossen lagen deels op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo en deels op dat van Kaprijke.

Vermoedelijk zijn ze genoemd naar de abdij van Flines in Noord-Frankrijk, dat toen tot het graafschap

Vlaanderen behoorde. Het is bekend dat meerdere grote abdijen grond bezaten in de Meetjeslandse

polders. De bossen die we tegenwoordig aantreffen op de wijk de Zonne, op de grens tussen Sint-Jan-

in-Eremo en Sint-Laureins, worden in de volksmond nog steeds de Flenus genoemd, wat vermoedelijk

een verbastering is van Flines.

Geer

Uit de bronvermelding blijkt dat deze partij land in Sint-Margriete lag, waarschijnlijk niet erg ver van

de Waardijk. De naam is afgeleid van het werkwoord geeren, dat ‘schuin aflopen’ betekent (WNT,

lemma ‘geeren’). De Geer moet dus minstens een schuine zijde gehad hebben.

Glazenmakersbos

Dit bos, dat op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo lag, werd genoemd naar de eigenaar, die

glasblazer of glazenmaker was, of die Glazenmaker heette.

Page 53: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

53

Grauwbroedersbos

Het Grauwbroedersbos lag op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo. Een grauwbroeder was een lid

van de orde der Franciscanen (WNT, lemma ‘grauw I’) en werd vermoedelijk zo genoemd door de

donkere kleur van zijn pij. Waarschijnlijk was dit bos een bezit van een klooster van de Franciscanen.

Hoog Stuk

De bron waarin Hoog Stuk geattesteerd is, vermeldt een ligging in de parochie van Sint-Margriete.

Waarschijnlijk lag dit land iets hoger dan de omgeving.

Houtland

De Vos en Stockman vermoedden dat deze grond in Watervliet lag. Op het eerste gezicht lijkt het

toponiem te zijn samengesteld uit de substantieven hout en land en zijn we geneigd het te verklaren

als ‘stuk land beplant of omplant met houtgewas’. De geattesteerde vorm is evenwel niet houtland

maar houteland, wat enigszins bevreemdend is omdat samenstellingen met hout doorgaans geen

tussenklank –e- hebben. Zo vermeldt het WNT bij de samenstellingen in het lemma ‘hout’ niet één

voorbeeld met zo’n tussenklank. In de dialecten blijken samenstellingen met houte echter wél

mogelijk, zo wordt in een aantal West- en Oost-Vlaamse dialecten houtewerk gebruikt voor ‘alles wat

aan een gebouw uit hout vervaardigd is’ (WVD Deel III, Afl. 6a, p.21). Een ander voorbeeld uit het

WVD-archief is de vorm houtemijte, de dialectische variant van houtmijt in de dialecten van oostelijk

West-Vlaanderen tussen Brugge en Tielt. De naam Houtland voor het gebied bezuiden de zeepolders

en bezuiden de Meetjeslandse polders wordt in de volksmond dan weer uitsluitend als houtland

uitgesproken, nooit als houteland. Misschien moet achter het eerste deel van ons toponiem dan ook

niet het woord hout worden gezocht, maar de familienaam Houte, de informele vorm van de officiële

voornaam Van (den) Houte.

Kalverbilk

Dit stuk land grensde aan de Nieuwe Weg in de Sint-Janspolder, leren we uit de bronbeschrijving.

Ongetwijfeld was dit een graasland voor jonge kalveren, die vaak in de buurt van de boerderij

gehouden worden. Ook het feit dat in een attestatie van dit toponiem de vermelding “achter een

ofstede” voorkomt, wijst daarop.

Page 54: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

54

Knuuts Bos

Dit bos lag in Sint-Jan-in-Eremo. Het kan genoemd zijn naar een persoon met de naam Knuts, die

oorspronkelijk een bijnaam was voor iemand met een gedrongen gestalte (Debrabandere 2003, p.

693).

Korte Mate

Dit stuk land lag volgens de bronbeschrijving in Sint-Jan-in-Eremo. De naam wijst erop dat het een

relatief kort stuk land moet geweest zijn (zie ook ‘Mate’ bij de verklaring van de kernbestanddelen).

Kortelinge

Dit stuk land wordt al in de 13de eeuw vermeld en bevond zich in Watervliet. Het WNT (lemma

‘korteling I’) verklaart korteling als benaming voor ‘Iets wat kort is in zijn soort’. Wellicht betreft het

hier een stuk land waarvan de lengte gering is in verhouding tot de breedte.

Lange Mate

Het toponiem Lange Mate komt meermaals voor. In ons glossarium wordt het vermeld in Sint-

Niklaas-ter-Vaarne (ergens aan de Vrouwenweg) en in Sint-Jan-in-Eremo. Het is ook geattesteerd in

Sint-Laureins. Deze mate (zie ‘mate’ bij de verklaring van de kernbestanddelen) was langwerpig van

vorm.

Market(te)

Uit enkele 13de- en 14de-eeuwse bronvermeldingen blijkt dat er verschillende stukken grond waren

die men Markette noemde. Eén ervan lag in Sint-Niklaas-ter-Vaarne, een ander wordt vermeld in

Sint-Jan-in-Eremo. De naam Market verwijst naar de abdij van Marquette, bij Rijsel, die nogal wat

bezittingen had in Vlaanderen, en specifiek in het Meetjesland. Zo blijkt uit een artikel van Ryserhove

en Tondat (1970) dat er in Bellem een wijk Markette genoemd is naar die kloostergemeenschap. Ook

de Markette-gronden in de polderdorpen zullen eigendom geweest zijn van de abdij van Marquette.

Page 55: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

55

Nieuwland

Dit toponiem is bijzonder oud; het wordt al in 973 vermeld in de bronnen en zou een locatie nabij

Watervliet, in de buurt van Oosthout, benoemen. De toevoeging nieuw- geeft aan dat deze grond

recent ontgonnen of verworven was.

Onzer Vrouwen Stuksken

Uit de archiefbronnen waarin dit toponiem gevonden werd, kunnen we opmaken dat deze grond in

de Cockuytpolder lag. Ofwel is dit ‘stukske’ genoemd naar een voorname vrouw die eigenares was

van de grond, ofwel is het zo genoemd doordat het langs de Onzer Vrouwen Weg lag, die door de

naastgelegen Mariapolder liep (zie ‘Onzer Vrouwen Weg’ bij de straatnamen.

Oostakker

Volgens de bronbeschrijving lag de Oostakker in de Cockuytpolder. Waarschijnlijk werd hij zo

genoemd omdat hij ten oosten van een bepaald referentiepunt gesitueerd was.

Oosthout

We kunnen uit de bronbeschrijvingen opmaken dat Oosthout al in de 10de eeuw in de buurt van

Watervliet lag. Waar precies deze beboste plaats gesitueerd was is niet bekend, maar het moet ook

ten oosten van een bepaald referentiepunt geweest zijn.

Paardengras

De archiefbronnen situeren dit ‘landt’ in Sint-Margriete, langs de watergang die naar Oostburg liep.

Paardengras is een verzamelnaam voor enkele grassoorten (WNT, onder het lemma ‘paard’),

waarvan er vermoedelijk één welig tierde op dit stuk grond. Tenzij gras hier metonymisch graasland

aanduidt en het perceel dus ooit werd gebruikt als graasweide voor paarden.

Rentmeestersland

Het Rentmeestersland lag ergens in Watervliet. Dit toponiem is genoemd naar een rentmeester, een

persoon die de ‘geldelijke inkomsten’ van een persoon, stad, land of vereniging beheerde (MNW,

lemma ‘rentmeester’). Dit stuk grond moet eigendom geweest zijn van zo’n rentmeester.

Page 56: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

56

Saelgebos

Dit bos bevond zich ergens op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo. Saelge is via het Oudfranse

salge afgeleid van het Latijnse woord salvia. Het is de naam van de plantenfamilie waartoe onder

meer het kruid dat we kennen als salie behoort (VMNW, lemma ‘saelge’).

Stoofveld

Dit veld lag volgens De Vos en Stockman vermoedelijk deels op het grondgebied van Watervliet en

deels op dat van Boekhoute. Stoof kan verschillende betekenissen hebben, maar in deze context

benoemt het waarschijnlijk het deel van de boom dat na het vellen in de grond achterblijft en dat

bestaat uit de wortels en een stukje stam (http://ecopedia.be/fiche/Stoof, 24.05.2010). De kans is

groot dat het Stoofveld een uitgeveend stuk grond was, dat na verloop van tijd op natuurlijke wijze

overwoekerd werd (en zodoende veld genoemd werd). Eventueel plantte men op dit perceel

naderhand bomen aan die op geregelde tijdstippen tot stoven gekapt werden.

Spijkelboor

Uit de vermelding bij de attestaties van dit toponiem kunnen we besluiten dat deze grond in

Watervliet lag. Vermoedelijk werd ook dit toponiem naar een werktuig genoemd door de vormelijke

gelijkenis. Een spijkelboor is namelijk de Zuid-Nederlandse variant van spijkerboor, een boor die

gebruikt werd om gaten voor spijkers te boren. In de toponymie komt de verwijzing naar zo’n boor

wel meer voor; in de Nederlandse provincie Drente bestaat er zelfs een dorp dat Spijkerboor heet

(http://spijkerboor.come2me.nl, 25/O5/2010).

Vingerling

De archiefbronnen situeren dit perceel in de Sint-Annapolder. De bronnen onthullen echter niets

over het gebruik of de bestemming ervan. Vingerling betekent veel verschillende dingen, die allemaal

een kromme of ronde vorm gemeen hebben. De meest waarschijnlijke betekenis in dit geval is die

van ‘dam van boogvormige gedaante’ (MNW, lemma ‘vingerlinc’). In de buurt van deze grond kan

zo’n dam gelegen hebben.

Voshul

Volgens De Vos en Stockman lag de Voshul in Watervliet, in de Sint-Christoffelspolder. Het

grondwoord hul, dat in de oudste attestatie geattesteerd is in de Ingveoonse, ontronde vorm hil zoals

Page 57: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

57

in de dorpsnaam Bentille (zie hiervoor de verklaring van ‘Bentille’ in het deel ‘Dorpen en wijken’),

betekent ‘heuvel’. De voorbepaling vos kan hier verwijzen naar het sluwe roofdier. In dat geval

bevond er zich op de hoogte in kwestie een vossenburcht of vermoedde men dat daar vossen

huisden. Het is echter ook mogelijk dat het eerste deel verwijst naar een persoon met de bij- of

familienaam (de) Vos en dat Voshul dus verklaard moet worden als ‘op een heuveltje gelegen perceel

dat eigendom is of bewerkt wordt door een zekere (de)Vos.’

Vrouw Boudens Mate

Uit de beschrijving van dit toponiem in de archiefbronnen blijkt dat dit stuk land in de Sint-Janspolder

lag, langs de Nieuwe Weg. Het is genoemd naar de eigenares van de grond, een zekere Vrouwe

Bouden. Het bestanddeel Bouden moet dan de bij- of familienaam van die vrouw zijn geweest, een

patroniem uit de mannelijke voornaam Bouden, de verdofte vorm van Boudin, zelf een vleivorm van

de voornaam Boudewijn (Debrabandere 2003, p. 165).

Westerste Meet

Deze grond lag volgens de bronbeschrijving binnen het gebied van de Nieuwe Keure van Watervliet.

Het perceel (zie ‘meet’ bij de verklaring van de kernbestanddelen) was vermoedelijk westelijk

gelegen ten opzichte van een of ander referentiepunt.

Page 58: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

58

4.5 Waterlopen, waterovergangen en waterschappen

4.5.1 Kernbestanddelen

Geul

Geul is het frequentste bestanddeel in de waternamen van de Meetjeslandse polderdorpen. Volgens

het WNT (lemma ‘geul’) is een geul een “smal kanaal, waardoor de stroom zich een weg baant”. Die

omschrijving sluit aan bij het beeld van de meeste geulen in dit gebied: vaak zijn het rechte, smalle

stroken water die elkaar kruisen onder een rechte hoek. De oorsprong van dat patroon vinden we in

het wegennet van de ingepolderde gebieden. Wanneer een polder bedijkt was, werden er tussen de

landerijen wegen aangelegd die de ene kant van de polder met de andere verbonden. Daardoor

ontstonden de vierkante blokken land, die door haaks op elkaar staande wegen van elkaar

gescheiden waren. Doordat die wegen vaak betreden werden, was er op deze plaatsen minder

begroeiing die de bodem samenhield. Bij de vele overstromingen sleet de bodem daardoor sneller uit

langs deze wegen, waardoor de nieuw ontstane geulen vaak het patroon van het vroegere stratennet

overnamen.

Gracht

Bijna overal in Vlaanderen gebruikt men het woord gracht om een kleine, gedolven afwateringssloot

te benoemen. Al tijdens de Germaanse tijd werd graft gevormd uit de stam van het werkwoord

graven met het achtervoegsel –t. In het Nederlands evolueerde graft vervolgens naar gracht door

een klankwettige verandering die we ook aantreffen in lucht (tegenover Duits luft) en zacht

(tegenover Engels soft) (Mattheeuws en Devos 1997, p. 139 en Van de Woestijne 1994, p. 117).

Watering

Watering is in België nog steeds de officiële benaming voor wat men (o.m. in Nederland) ook een

waterschap noemt. Zo’n waterschap was volgens Bernaert (1970, p. 300) meestal een autonome

organisatie, los van elk burgerlijk bestuur, die geleid werd door dijkgraven of dijkschepenen. Met de

term waterschap of het oudere watering werd niet alleen zo’n bestuur aangeduid, maar ook het

gebied waarvoor dat bestuur verantwoordelijk was. Binnen zo’n watering was (en is) het bestuur

verantwoordelijk voor het goede verloop van de afwatering van de landerijen.

Page 59: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

59

Het is opvallend dat in ons onderzoeksgebied bijna alle watering-namen gebieden

aanduidden buiten de polders. In de polders, in ons geval dus ten noorden van de Graaf Jansdijk en

ten oosten van de Waardijk, waren meestal aparte polderbesturen verantwoordelijk voor de

waterhuishouding in hun eigen polder. In de vaak waterzieke gebieden ten zuiden en ten westen van

deze dijken werd die taak opgenomen door de waterschappen, maar aangezien ons

onderzoeksgebied hoofdzakelijk poldergebieden beslaat, liggen deze wateringen meestal slechts

gedeeltelijk in het gebied waarop we ons toespitsen.

4.5.2 Waternamen in de polderdorpen

Banghelinsvere

Al in de vroegste taalstadia van het Nederlands benoemde vere in de toponymie een plaats waar

men een waterloop met een bootje kon oversteken. Banghelinsvere benoemde waarschijnlijk een

oversteekplaats die zich, volgens De Vos en Stockman, op het grondgebied van Sint-Margriete

bevond. Het voorvoegsel Banghelins, met genitief –s, is volgens het VMNW (lemma ‘banghelin’) de

kustdialectische vorm van de familienaam Bandelin. Deze familienaam was een diminutiefvorm van

de naam Bandin, die op zijn beurt een vleivorm was van verschillende Germaanse voornamen die

met band- begonnen, zoals Bando en Bandarid (Debrabandere 2003, p. 86).

Beoostereedewatering

Het ambacht Aardenburg, waar bijvoorbeeld ook Sint-Margriete toe behoorde, werd in twee delen

verdeeld door een riviertje tussen het centrum van Aardenburg en de plaats Slepeldamme, die aan

het begin van de 14de eeuw aan de kust lag (Gottschalk 1983, I, kaart op achterflap). Dat riviertje

werd Ee of Eede genoemd. De watering of het waterschapsgebied dat zich ten westen van het

riviertje uitstrekte, werd Bewestereedewatering genoemd, het gebied ten oosten ervan

Beoostereedewatering. Waar de oostelijke grens van deze watering precies liep, is niet duidelijk,

maar alle bronnen die de Beoostereedewatering in ons onderzoeksgebied vermelden, situeren ze in

het westen van het poldergebied, dicht tegen de Waardijk (zie ook: Gottschalk 1983, I, p. 55 e.v. en

p. 61 e.v.).

Page 60: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

60

Bertolfsvere

Het is niet duidelijk waar deze oversteekplaats zich destijds bevond. Ze moet genoemd zijn naar een

persoon, misschien een landeigenaar of bewoner, die naar de naam Bertolf luisterde. Bertolf was

oorspronkelijk een Germaanse voornaam, die samengesteld was uit brehta, ‘schitterend’, en wulfa,

‘wolf’ (VMNW, lemma ‘bertolf’). Het is niet duidelijk of Bertolf ook als familienaam voorkwam.

Bette Beels Geule

In de 16de-eeuwse omloper van de Sint-Janspolder (RAB, Collectie omlopers Peper, n° 210) wordt er

melding gemaakt van de Lijsbette Beelkens Geule. Volgens het kaartje dat Stockman (1998, p. 226)

bij zijn artikel over de Generale Vrije Polder voegde, is die Lijsbette Beels Geule, genoemd naar een

plaatselijk figuur, de huidige kreek ten noorden van het Leopoldskanaal en ten oosten van de Sint-

Jansstraat. Later zou deze geul Oostpolderkreek genoemd worden, de naam waaronder ze

tegenwoordig nog steeds bekend staat.

Bosgeul

Uit de context bij de attestatie van dit toponiem kunnen we afleiden dat de Bosgeul ergens in de

Watervlietse Jeronimuspolder lag. In een van de archiefbronnen is er sprake van een onbekende

plaats die gelegen was “tusschen de Buschguele ende den Lathauwere”, maar daaruit kunnen we

geen exacte plaats afleiden. Het is wel zeker dat deze waterloop van of naar een bos(je) liep.

Danckaertsgeul

De Vos en Stockman situeerden deze geul ergens in Sint-Jan-in-Eremo, maar naar een meer precieze

plaatsaanduiding is het gissen. De geul is genoemd naar een persoon met de naam Danckaert. Die

naam komt thans nog vooral in Oost-Vlaanderen voor als familienaam, maar was oorspronkelijk een

Germaanse voornaam, samengesteld uit thank, ‘dank of gedachte’, en hard, ‘sterk’ (Debrabandere

2003, p. 300).

Goochelarewatering

De Goochelarewatering besloeg voor het grootste deel landerijen die zich op het grondgebied van

Sint-Laureins bevonden, maar wordt hier toch vermeld omdat er ook nog een deel van het

Page 61: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

61

grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo toe behoorde. Meer dan waarschijnlijk gaat het om het deel van

Sint-Jan-in-Eremo dat zich ten zuiden van de Graaf Jansdijk en ten westen van de Waardijk bevond.

Binnen deze watering moeten we dan een deel van het huidige dorpscentrum van Bentille situeren,

net als de huidige wijk de Zonne die ook deels op het grondgebied van Sint-Laureins ligt. De watering

werd genoemd naar de Goochelare, een wijk op het grondgebied vain Sint-Laureins die het grootste

oppervlak van deze watering vormde.

Grote Geul

Zowel De Vos en Stockman als De Flou situeerden de Grote Geul op het grondgebied van Sint-Jan-in-

Eremo en Watervliet. De geul die groot genoemd wordt, is inderdaad behoorlijk uitgestrekt. Uit de

17de-eeuwse ommeloper van de Sint-Janspolder (RAB, Omlopers collectie Peper, n° 210) kunnen we

afleiden dat de Grote Geul het centrale stuk van de huidige Boerenkreek was, tussen de vroegere

Clynckaertsgeul en de geul van de Woutersweg. Het is best mogelijk dat deze geul tot in de Sint-

Lievenspolder liep, en dus inderdaad zowel op het grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo als op dat van

Watervliet lag.

Jacob(s)geul

Uit de vermelding van dit toponiem in de archiefbronnen blijkt dat de Jacobsgeul ergens op het

grondgebied van Sint-Jan-in-Eremo lag, waarschijnlijk niet zo heel ver van de Waardijk. Ze is

genoemd naar een persoon die Jacob heette. Oorspronkelijk was dat een Bijbelse voornaam,

afkomstig van het Latijnse Jakobus (Debrabandere 2003, p. 648).

Jonkvrouwgeul

De Jonkvrouwgeul liep in het noorden van de polder waarnaar ze genoemd werd, de

Jonkvrouwpolder. Op de kaart van Pourbus zien we dat er in die buurt verschillende waterloopjes

kronkelden in de richting van de Oudemanspolder. In een omloper van die polder (RAB, Omlopers

collectie Peper, n° 210) zien we dat de Jonkvrouwgeul inderdaad doorliep tot in de Oudemanspolder.

Deze omloper is weliswaar gebaseerd op een kopie uit 1660, maar toch kan Stockman (1998, p. 198)

uit dat 17de-eeuwse document opmaken dat de Jonkvrouwgeul al in 1526 in de Oudemanspolder

stroomde.

Page 62: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

62

Klapgoot

Volgens de beschrijving in de archiefbronnen lag de Klapgoot in de Roeselarepolder, op het

grondgebied van Sint-Margriete dus. Wat Klapgoot betekent, is niet duidelijk; de samenstelling is niet

terug te vinden in een woordenboek. Het tweede deel van de samenstelling, goot, is als naam voor een

afwatering gemeenzaam bekend in het Nederlands. Volgens het WNT (lemma ‘klap II’) kon klap een

‘kleine inlaatsluis’ betekenen. Misschien was de Klapgoot dan een afwatering waarlangs zich een kleine

inlaatsluis bevond?

Clynckaertsgeul

De Clynckaertsgeul was het stuk van de huidige Boerenkreek tussen de Oostpolderkreek en de bocht

naar het westelijke stuk van die kreek. Tegenwoordig kunnen we de vroegere Clynckaertsgeul enkel

nog herkennen in die centrale, noord-zuidgerichte arm, waarlangs we het haventje en de

aanlegplaats voor de zeilbootjes vinden. Vroeger liep die geul nog verder in noordelijke richting,

voorbij de westelijke arm van de tegenwoordige Boerenkreek, tot tegen de Sint-Janspolderdijk

(Omlopers collectie Peper, n° 210), in de buurt van de grote witte hoeve die we er tegenwoordig

aantreffen.

De geul werd genoemd naar een figuur die Clynckaert heette. Die naam kan verschillende

betekenissen hebben: afgeleid van het werkwoord klinken kan het een naam geweest zijn voor een

klokkenluider, een smid of een omroeper. Soms werd Clynckaert ook gebruikt als beroepsbijnaam

voor een stratenmaker (cf. een ‘klinker’pad). Het kan ten slotte ook een bijnaam zijn die afgeleid is

van de clinkaert, een oude Bourgondische goudmunt (Debrabandere 2003, p. 688).

Lathauwersgeul

Deze geul bevond zich langs de Lathouwersweg. Het is niet duidelijk of de weg naar de geul genoemd

is, of andersom. Lathouwer was de beroepsnaam van de lattenkliever (zie ‘Lathouwersweg’ bij de

straatnamen).

Maatgracht

Uit de attestaties in de archiefbronnen blijkt dat deze gracht zich in Sint-Jan-in-Eremo bevond,

vermoedelijk niet ver van de Rijselveerstraat in de Sint-Janspolder. Deze gracht is vermoedelijk

Page 63: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

63

genoemd naar een landerij die het element mate (zie ‘mate’ bij de terreinnamen) in de naam had en

die door deze gracht afgewaterd werd.

Nieuweweggeul

Deze geul werd ongetwijfeld genoemd naar de weg waarlangs hij liep, de Nieuwe Weg (zie ‘Nieuwe

Weg’ bij de straatnamen). Die weg liep van oost naar west in de Sint-Janspolder, waar we

tegenwoordig de Boerenkreek aantreffen. Waarschijnlijk was de Nieuweweggeul een van de geulen

die samen de Boerenkreek vormden.

Noordgeul

De Noordgeul liep, volgens de vermeldingen in de bronnen, in de Sint-Janspolder. Vermoedelijk werd

ze zo genoemd omdat ze ten noorden van een bepaald referentiepunt lag, of omdat ze iets (bv. een

stuk land) aan de noordelijke zijde begrensde.

Oostburgwatergang

De Vos en Stockman situeren deze waterweg op het grondgebied van Sint-Margriete, maar een meer

precieze plaatsbepaling is er niet. Uit de naam van deze watergang kunnen we afleiden dat hij

richting Oostburg, ten noorden van de huidige rijksgrens tussen Nederland en België, loopt.

Riesgeul

Uit de vermelding bij de attestatie van dit toponiem kunnen we afleiden dat deze geul in de

Bentillepolder lag. Vermoedelijk is hij genoemd naar een persoon die luisterde naar de naam Ries,

die oorspronkelijk de bijnaam was van een roekeloze of een waaghals (Debrabandere 2003, p. 1038).

Rijselveer

Het toponiem Rijselveer duikt in de archiefbronnen al op in de 13de eeuw. Volgens die bronnen lag

deze oversteekplaats in de buurt van Bentille, vermoedelijk iets ten oosten van de huidige wijk de

Zonne. Rijsel is vermoedelijk verwant met rijs, ‘rijshout’ of ‘kreupelhout’ (VMNW, lemma ‘rijs’).

Rijshout gedijt best in een drassige, vochtige omgeving, dus is het voorkomen in de buurt van een

oversteekplaats niet vreemd.

Page 64: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

64

Schipgracht

Volgens de beschrijving bij de vindplaats van dit toponiem, lag de Schipgracht in de Hellepolder.

Waarschijnlijk is de gracht genoemd naar kleine vaartuigjes dat men gebruikte om iets te

transporteren langs deze waterweg. Een gracht was doorgaans niet breed genoeg om er met een

groter vaartuig te passeren.

Sint-Jansgeul

De naam Sint-Jansgeul geeft aan dat deze geul in of naar Sint-Jan-in-Eremo liep. Waarschijnlijk is het

de naam van een van de armen van de huidige Boerenkreek in de Sint-Janspolder.

Sluisgracht

Uit de bronvermeldingen bij dit toponiem kunnen we opmaken dat deze gracht langs de huidige Sint-

Janspolderdijk lag, en dus van oost naar west langs de noordelijke grens van de Sint-Janspolder liep.

Langs deze gracht, of op het einde ervan, moet zich een sluis bevonden hebben.

Stakevere

Volgens De Vos en Stockman, die dit toponiem in de archieven terugvonden, lag de Stakevere ergens

in Sint-Jan-in-Eremo. Stake werd in het Middelnederlands net zoals in de huidige Vlaamse dialecten

algemeen gebruikt om een ‘puntige stok’ (VMNW, lemma ‘stake’) te benoemen. Aan de

oversteekplaats in kwestie zal zich een afsluiting van paaltjes hebben bevonden, ofwel was de oever

van de waterloop er met paalwerk versterkt.

Windasgeul (Windasheul)

In de bronnen is er sprake van de naam Windaeshuele. Aangezien het substantief heule in de

dialecten van westelijk Vlaanderen nog steeds gebruikelijk is voor een weggetje over een waterloop

(zie ook WNT, lemma ‘heul III’), is het vreemd dat De Vos en Stockman dit toponiem omgezet hebben

naar het moderne Nederlands als Windasgeul. We gaan ervan uit dat dit een foute interpretatie is

van dit toponiem, en behandelen hier de naam Windasheul.

Page 65: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

65

Volgens de bronbeschrijving moet deze heul, dit bruggetje dus, in de buurt van de

Blouwelsweg gelegen hebben. De Vos en Stockman suggereerden een mogelijke ligging op het

grondgebied van Sint-Margriete, waar de Blouwelsweg inderdaad passeerde. We moeten de

Windasheul dus vermoedelijk ergens in het uiterste westen van Sint-Margriete situeren, aangezien

de Blouwelsweg meestal net ten westen van de Waardijk liep.

De oorspronkelijke vorm Windaesheul doet denken aan de vorm windaas, een variant van

het substantief windas, letterlijk een ‘as waarrond men iets wond’.Het was dus een soort takel of

katrol, die voor verschillende doeleinden werd gebruikt. Volgens het WNT (bij de samenstelling

‘windaskop’ onder het lemma ‘windas’) werd een windas gebruikt als bedieningsinstrument in een

sluisinrichting. De Windasheul kan een bruggetje in de buurt van of over zo’n sluisinrichting geweest

zijn.

Woutersgeul

De Vos en Stockman vermoedden dat de Woutersgeul in Sint-Jan-in-Eremo lag. Van de Graaf Jansdijk

in het zuiden tot voorbij de huidige rijksgrens tussen Nederland en België in het noorden, liep

vroeger de Woutersweg, iets ten oosten van de Waardijk. In een omloper uit 1578 (RAB, Omlopers

collectie Peper, n° 210) is er sprake van een “geule wijlent den Wauterswegh”. Het is niet duidelijk

hoe lang de Woutersweg op dat moment al veranderd was in een waterloop (Stockman 1998, p.

191). In 1531 komt in onze bronnen de Woutersgeul voor, dus het is goed mogelijk dat men deze

geul genoemd heeft naar de weg die eronder verdwenen was.

Page 66: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

66

5 Bijlagen

5.1 Bibliografie

5.1.1 Geschreven bronnen

Andries, G. (1993). Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 – Deel III: Het Gentse – Band 2:

Lovendegem. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard en aangevuld door lic.

Geert Andries. Landegem: Stichting Achiel De Vos.

Bernaert, R. (1970). Uit de kronieken van Sint-Laureins vóór 1900. Maldegem: Drukkerij-Uitgeverij

Van Hoestenberghe.

Debrabandere, F. (2003). Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk.

Amsterdam/Antwerpen: L.J. Veen.

De Flou, K. (1914-1938). Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen, Vlaamsch

Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guisnes en Boulogne, en een gedeelte van het

graafschap Ponthieu. Gent: W.Siffer (18 delen).

De Tier, V. en Devos, M. (1998). Woordenboek van de Vlaamse dialecten. Deel III: Niet-agrarische

vaktalen. Aflevering 6a: De timmerman en de meubelmaker I. Gent, 1998.

Devos, M. (1991). Meetjeslandse Plaatsnamen van vóór 1600 – Deel II: Het Houtland – Band 1:

Aalter. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard door dr. Magda Devos.

Maldegem: Stichting Achiel De Vos.

Devos, M. en Vandekerckhove, R.(2005): Taal in stad en land: West-Vlaams. Tielt, Lannoo.

De Wilde, J. (1962). De Priorij van Elmare, in Appeltjes van het Meetjesland n°13, p. 149-180.

English, M. (1960). Sint-Jan-in-Eremo, in Appeltjes van het Meetjesland n°11, p. 152-174.

Gottschalk, Dr. M.K.E. (1983). Historische geografie van westelijk Zeeuws-Vlaanderen (Deel 1: Tot

de Sint-Elisabethsvloed van 1404), 1983, De Bataafsche Leeuw, Dieren.

Gottschalk, Dr. M.K.E. (1983). Historische geografie van westelijk Zeeuws-Vlaanderen (Deel 2:

Van het begin der 15de eeuw tot de inundaties tijdens de tachtig-jarige oorlog, 1983, De

Bataafsche Leeuw, Dieren.

Mattheeuws, K. en Devos, M. (1997). Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 - Deel IV: Het Ambacht

Zomergem - Band 3: Zomergem. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard en

aangevuld door lic. Kris Mattheeuws en dr. Magda Devos. Landskouter: Stichting Achiel De Vos.

Ryserhove, A. en Tondat, R. (1970). Oud Bellem. In: Ons Meetjesland, Jaargang 3, n°2.

Taeldeman, J. (1990). Meetjeslandse Plaatsnamen van vóór 1600 – Deel I: Het Ambacht

Maldegem – Band 3: Sint-Laureins. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard

door dr. Johan Taeldeman. Maldegem: Het Ambacht Maldegem.

Page 67: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

67

Vandeveire, J. en Devos, M. (2008). Meetjeslandse toponiemen tot 1600 – Deel II: Het Houtland –

Band 4: Ursel. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman en verklaard door Jozef

Vandeveire en Magda Devos. Sint-Denijs-Westrem: Stichting Achiel De Vos.

Van Vooren, E. (1980) De kerk van Nieuw-Roeselare, een archeologische benadering in historisch

topografisch perspectief. Boek A, tekst, p. II 26, Katholieke Universiteit Leuven.

Van de Woestijne, P. (1994). Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 - Deel IV: De Keuren van Eeklo-

Lembeke en Kaprijke - Band 3: Eeklo. Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman,

aangevuld en verklaard door lic. Paul van de Woestijne. Gent: Stichting Achiel De Vos.

Verstraete, D. (1957). Geteisterde dorpen in het noorden van het Meetjesland, in Appeltjes van

het Meetjesland n°8, p. 77-107.

Verstraete, D. (1982). Over Sint-Margriete, het dorp dat dikwijls verhuisde, in Historische

verkenningen in het Meetjesland, p. 257-271.

Verstraete, D. (1960). Watervliet in de XVIe eeuw, in Appeltjes van het Meetjesland n°11, p. 247-

271.

Winkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen. 5 delen. Brussel, Elsevier, 1972-1974

5.1.2 Elektronische bronnen

ONW, VMNW, MNW en WNT: http://gtb.inl.nl/?owner=WNT, geraadpleegd tussen 24 februari en 25

mei 2010.

http://maps.google.com, online kaartenatlas met satellietkaarten, geraadpleegd tussen 16 maart en

23 mei 2010.

http://www.familienaam.be/map.php, geraadpleegd tussen 16 maart en 23 mei 2010

Page 68: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

68

5.2 Glossarium ABBEKENS POLDER <WV>: Abbekins Polder, 1200, GY-TW, p.34; in abbekins polre, 1242, RAG-SP, O; in Abkins Polre, 1244, RAG-SP, O. Abbekenspolder <WV>. Een polder gelegen tusschen Watervliet, ter Piete en Isendijke : In loco qui dicitur Watervlit, et ab incolis loci illius nuncupatur Abbekins polra. 1218 (Chart. S. P., I, 240). (Laatste vermelding: 1266!) Akker <SJE>: Land te Sint-Jan-in-Eremo: ten oosthende opden Acker, 1562 (Ard. O. E., 92). ARNOUDS WEG <WV>: arnouds weghe, 1332, RAG-SV, O. ASAERTWEG <SMa>: anden asaert wech, 1576, SAG-330/93, 210v; --, 1600, SAG-330/124-II, 35r. BANGHELINS VERE <SMa>: up banghelins vere, 1297, RAG-AOE, O. BEHOUWELING / BEHOUWELINK <SJE>: tusschen den baerm anden dyc ende der ghuele gheheeten den beaulin, 1531, ARA-RK 45208, 105r; in sente jans poldere die zij zegghen den oospoldere gheheeten den behauwelynck, 1538, SAG-330/59, 148r. BENTILLE <SJE>: in loco qui dicitur benthil juxta aqueductum qui vocatum riselvere, 1262, ADL-B 1561, 59v; en i liu kon apiele benthille, 1282, ADL-B 1564, 26r; in eene stede die men heet benthil, 1307, RAG-AOE, O; van der strate die loept van benthille te west eclo waerd, 1317 [1318], SJHB-O.369; benthille, 1322, RAG-AOE, O; --, 1337, SJHB-D 2/2, 62r; den bentille, 1349, RAG-AOE, O; tote der straten die comt van bentille waert, 1357 [1358], SJHB-O.664; bintille, 1359, RAD-Cart.74, 40v; --, 1364, RAD-Cart.74, 72r; benthille, 1365, RAG-K/Ka, O; bentulle, 1402, SAG-301/16-II, 58r; --, 1402, RAG-RG, O; Benthille, 1409, SJHB-D 5, 44v; bentille, 1416, SAG-301/23-II, 74r; --, 1416, ARA-RK 7834, 3v; behoosten bentille, 1433, RAG-K/Ka, O; bentille, 1438, ARA-RK 33011, 4v; ande oostzide van bentille, 1439, RAG-K/Ka, O; bij benthille, 1447, SAG-330/24, 109r; sinte anthonis capelle van benthille, 1450, ARA-RK 33017, 5v; benthille, 1450, ARA-RK 7835, 2v; in de prochie van benthille, 1465, ARA-RK 45218, 60r; bentele, 1465, ARA-RK 45220, 123v; te bentelwaert, id, 128v; benthille, 1468, RAG-K/SMG 386, 1r; --, 1472, ARA-RK 33038, 4r; daer ment heet te bentille, 1473, SAG-330/32, 219r; benthille, 1483, RAG-K/Ka, O; --, 1484, RAG-AF 5547; --, 1498, RAG-K/Ka, O; bentille, 1498, RAB-J 2661, 39r; --, 1499, SAG-WH 270, 37r; bentulle, 1499, RAG-RvVl 956, 153v; aen sinte jans poldere ende benthille, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 34v; bentille, 1502, SAG-330/42, 171v; --, 1504, RAG-K/Ka, O; benthille, 1504, RAG-K/Ka, O; --, 1509, RAG-K/Ka, O; Inden drincke(re) bi benthille, 1529, SAE-1009, 21r; *benhille, 1531, ARA-RK 45185, 1r; benthille, 1531, ARA-RK 45208, 1r, 22r, 46r; --, 1535, SAG-330/53, 162r; --, 1536, ARA-RK 7848, 6v; bentille, 1541, RAG-K/WV 158, 10r; benthille, 1547, RAG-AM 623, 84v; bentille, 1548, RAG-WLO 27, 47v; --, 1550, SAG-301/103, 162r; --, 1551, RAG-AM 623, 185r; --, 1551, RAG-Ka 341, 26v; --, 1553, RAG-RvVl 970, 311r; --, 1553, RAG-Bo 406, 270r; benthille, 1554, RAG-AM 624, 12r; bentille, 1556, RAG-AM 624, 44r; --, 1556, RAG-Ka 341, 96v; --, 1558, RAG-AM 624, 91v; --, 1562, RAG-Ka 341, 317r; --, 1564, RAG-K/Ka, O; --, 1567, RAG-Ka 342, 7r; --, 1569, RAG-AM 625, 68v; --, 1571, SAG-330/89, 159v; in sint jansprochie te benthille ... west den rijsselverewech ... noordt den weerdyck, 1572, ARA-RK 45202, 29v; benthille, id, 1r, 2v, 50v, 56v; --, 1572, ARA-RK 45209, 8v; --, 1572, ARA-RK 45190, 112r, 120r; --, 1574, RAG-WLO 28, 27r; --, 1575, RAG-AM 626, 81v; bentille, 1587, SAG-AB O.194; --, 1602, SAG-330/125, 75r; --, 1607, SAG-330/128, 165v; --, 1607, RAG-WD 62, 89v; te Benthille, 1623, SAE-1010, 466v. Bentille <SJE>: Eene wijk van Sint-Jan-in-Eremo: Benthil (bij *Biselvere). 1262 (Inv. Ch. Ctes. Lille, 527). // Sex bonaria Wastinae nostrae jacentia in loco qui dicitur Benthil juxta *Biselvere,… 1262 (Emul., 1907, 64). // … et gisent à Bentille, ou tiéroit d’ Ardembourch. 1293 (Cart. Flines, I, 443). // an die west zide van der straten die loept van benthille te west eclo wart +/- 1300 (Rtb. S. Jansh., f. 187). //

Page 69: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

69

Eene stede, die men heet Benthil, 1306. (St. J. in Er., 9). Benthile. 1306 (Charter der abdij van Oost-Eecloo, in St. Jan in E., 9). // ende streckende noortwaert tote der straten die comt van bentillewaert… 1357 (Eecloo, 2, 504). // te Bentille… 1412 (Aardb. en Cadz., f. 23). // In sinte jans polre bi bentille. 1429 (Bonis Thosan, 232). // Bentille. 1477 (Inv. Arch. Br., 6, 136). // in diversche polders al bij Benthille. 1495 (Bijdr. Z. VL., 1856, 222). // Bentille. XVe e. (Froiss., 154). // Wij moeten noch gaen naer Bentille: Tes daer kermesse… +/- 1500 (St. Jan in E., 12). // Bentille. 1538 (Kaart V.d. Beke). // thende van een strate ghenaempt de vrauwenwech beoosten Bentille. 1557 (Cout. Franc., 2, 649). // By Bentille. 1578. (Aardenb., O.1.V., f. 23). // In de parochie van Benthille. 1578 (Bijdr. Z.-Vl., 3, 319). // De Stede, keure ende vrijhede van Caprijcke, daer onder begrepen is ’t landt van Bentille ende van ’s graven meersch, mitsgaders ’s graven Bosch van Aelschoot,… 1611. (Cout. Capr., 66). BENTILLEDIJK / BENTILSE DIJK <SJE>: den benthilsschen dycke, 1531, ARA-RK 45208, 81r; west den benthilschen dyck ... oost den mandewech, 1572, ARA-RK 45209, 1v; den bentilschen dyck, id, 66r; oost bentille dyck, id 75r. BENTILLEPOLDER / BENTILSE POLDER <SJE>: in den polder van bentille, 1447, RAG-SB, O; ung polre appelle le polre de benthille, 1454, RAG-SB, O; bentille polder, 1530, RAG-RvVl 959, 381v; den benthilschen poldere ghenaempt st jans, 1531, ARA-RK 45208, 1r; Inden bentilschen poldere, 1538, SAG-330/59, 148r; inden benthilschen poldere, 1545, RAG-AM 623, 54r; inden bentille pold(ere), 1546, RAG-WLO 27, 32r; den benthilschen poldere, 1547, RAG-AM 623, 54v; Int ambocht van maldeghem Inden bentille poldere, 1551, RAG-Ka 341, 7r; bentille pold(ere), 1553, RAG-WLO 27, 72v; Inden bentilschen poldere, 1554, RAG-Ka 341, 83r; bentille poldere, 1556, RAG-AM 624, 44v; benthille poldere, id, 44r; --, 1568, SAE-1010, 127r; bentille poldere, 1569, RAG-AM 625, 65v, 68v, 70v; --, 1571, RAG-AM 625, 117v; inden benthilsschen poldere, 1572, ARA-RK 45194/Oml. 132r; benthille poldere, 1572, ARA-RK 45202, 56r; --, 1572, ARA-RK 45209, 1r/v, 2r; inden benthilschen poldere, id, 14r/v; inden bentilschen poldere, id, 2v, 15v, 16r; bentillen poldere, id, 35r; bentille poldere, id, 8v, 35r, 36v; --, 1575, RAG-AM 626, 80v; bentillen poldere, id, 81v; benthille poldere, id, 83r; bentille poldere, 1579, RAG-AM 626, 171r; bentille poldre, 1581, SAG-330/98, 428r; bentillen poldere, 1607, RAG-WD 62, 91r; bentille polder, 1607, SAG-330/128, 165v; Bentille poldere, 1619, RAG-RvVl 988, 345r; --, 1619, SAG-330/135, 69v, 70r; --, 1624, SAG-330/136-III, 125r; in bentille poldre, 1626, RAG-RvVl 989, 286r. BENTILLEPOLDERDIJK <SJE>: oost den benthille polderdyck ... west de guele, 1572, ARA-RK 45209, 34v; oost den benthille polderdyck ... noordt den oostpolderdyck, id, 33v; den benthille polderdyck, id, 25r, 86r; den bentille polderdyck, id, 37v; den bentilschen polderdyck, id, 23v. BENTILLEPOLDERZEEDIJK <SJE>: noordt den benthillepolderzeedyck, 1572, ARA-RK 45209, 22v; noordt den benthille poldere zeedyck, id, 32r; zuudt de benthille poldre zeedick ... noort de groote guele, id, 107v. BENTILLESTRAAT / BENTILSE STRAAT <SJE>: ande benthille strate, 1497, RAG-AOE 50, 24r; bentilsche straete, 1563, ARA-RK 34487, 23v; zuyt benthille strate west de rysselveerstrate, 1572, ARA-RK 45209, 146r; zuyt de benthilsche strate ... noordt den weerdyc, id, 150v. BEOOSTEREEDEWATERING <SJE/SLa>: inde wateringhe van beooster heedt, 1554, RAG-WLO 27, 80r; inde wateringhe van beoosterheede, 1561, RAG-WLO 27, 106r; inde wateringhe van behoisterheede (... zuydt den relwech), 1572, ARA-RK 45204, 38v, 116r; inde waterynghe van behoisterheede, id, 2v; beoisterheede wateringhe, id, 22r; beoisterheede waterynghe (... west de waelstraete), id, 1v, 3r; de wateringhe van beoosterhede, 1577, RAB-AZD O.2656. BERTOLFSVERE <SJE?>: bertolfsvere / bertolfvere, 1313, ARA-RR 2856. BERTOLFSWEG <SJE?>: via bertolfs, 1313, ARA-RR 2856.

Page 70: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

70

BETTE BEELS GEULE(KEN) <SJE/SMa>: an bette beils guelken, 1530, RAG-RvVl 959, 380v; bette beels guele zuut de noortguele, 1572, ARA-RK 45209, 71v; up de groote guele noordt bette beels guelken, id, 61v. BEUZEL <SJE>: juxta locum dictum buezel, 1359, RAD-Cart.74, 40v. BIERVLIETSE STRAAT <WV>: ande biervlyetsche strate ... in sinte barbelen poldere, 1532, RAG-WV 8, 6r. BIESBILKSKEN <SJE>: het biesbulskin, 1560, RAG-AM 624, 158r; een partyeken lant ghenaempt tbyesbilcxken ten zuuthende den eechautwech, 1577, RAG-AM 626, 137v. BIEZENBILK <SJE>: in den biesen beilc ... in den voornoompden benthilschen poldere, 1545, RAG-AM 623, 54r; den biesen beilc, 1547, RAG-AM 623, 54v; een partye van lande ghenaempt den biesbilck ligghende inden bentillen poldere, 1575, RAG-AM 626, 81v; den biesen bilck ande westzyde ende ten zuuthende den eechautwech, 1578, RAG-AM 626, 136r. BIJLE <WV>: een stick landts genaemt de bijle Inden hellepoldere, 1563, SAG-330/80, 273v. BLOKSTRAAT <SJE>: noordt de blockstrate, 1572, ARA-RK 45202, 4r, 21v. BLOUWELSWEG <SJE/SMa>: a le voie blouwes, 1264, ADL-B 1561, 25v; via que dicitur bouwelweg, 1265, ADL-B 1561, 25v; blouwels wegh, 1313, ARA-RR 2856; an blouwels wech, 1323 [1324], SJHB-O.400; --, 1337, SJHB-D 2/2, 64r; --, ca.1460, SJHB-D 4, 76v; westwaert van Blouwels weghe, id, 76v; brauwel wegh, 1499, RAG-RvVl 956, 153v; Blouwelswech, id; Blauwels Wech, 1508 kop.1553, RAG-K/Mi 58, 9r; Blauwers Wech, id, 9v, 11r; anden waerdyc ande zuutzyde an blouwels wech, 1531, ARA-RK 45208, 6r; over den blouwelswech tusschen den mandeweghe ende den dicke, id, 6v; brauwers wech, 1530, RAG-RvVl 959, 383v; --, 1553, RAG-RvVl 970, 311v; --, 1554, RAG-RvVl 970, 420r; bijden brouwers wech, 1559, RAG-Ka 341, 203v; in de gochelaere waterynghe ... oost aende moerstrate ende zuyt de brauwerswech, 1572, ARA-RK 45202, 72r; den blauwerswegh, 1572, ARA-RK 45209, 53r; inden benthillepoldere ... zuyt brauwerswech, id, 1r; oost den brauwerswech ... west den landtsdijck, id, 3v; oost den brauwerswech zuytwest den weerdyck, id, 4r; ande *blauwe lyncx wech ofte Ryselveer strate, 1619, SAG-330/135, 69v. Blouwelsweg <SJE>: Een weg te Aardenburg, Sint-Kruis (Z.) en Sint-Jan-in-Eremo: binden ambochte van meldengheem, ende in de prochie van sinte ians, boostalf an blouwels wech. 1318 (Cart. ms. Sperm., f. cxi). // Die wedewe alaerd laepscuers, vj. m. zuudwaerd over den blouwels wech. 1395 (Laps., f. 3). // Zuud over anden roeselaer wech ende bewest over anden blouwels wech. 1417. (B.M. Ard., 123). // Binden ambachte van ardemburch, ende binder prochie van onser vrauwen, noordt vander kercke,… anden *blaeuwen wech. 1529-1538 (Reg. 624 Proossche, f. 48). // Metter zuijtzijde langhts den blauwers wegh. 1562. (Staatsarch. Brug., fonds Vander Beke, nr 143). // aende westzyde van de waerdijck, aende oostzyde van de blaeuwers wegh. 1562. (Ard. O. E., 29). // Aende suydtzyde vanden merckette wegh, tusschen den waerdyck ende den blauwers wegh… 1562 (Ard. O. E., 60). // Up beede zyden vande blauwers wegh. 1578 (Aardenb. O.1.V., f. 15). // Landt ligghende anden Weerdycke, cum noordthende ende cum zuudthende anden blaeuwerswech. 1589 (Rek. 0.1.V. Aardb., f. 7). BOELINS WEG <SJE?>: via boelins, 1313, ARA-RR 2856. (= Blouwelsweg?) Boeyenghemsche Weg <SMa>. Een weg te Oostburg, Aardenburg en Sinte-Marguerite: ende strect bi boeingeems weghe of oest half. +/- 1300 (Rtb. S. Jansh., f.30). // binder porchie van sinte

Page 71: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

71

maergrieten, west vander kerke, tusschen den poldere van sinte maergrieten landt ande zuudtsyde ende den bougheemschen wech ande noordtsyde. 1481 (Oostk.- Monckn., f. 56). Boningeweg <WV/SLa>. Een weg tusschen Watervliet en Sint-Laureins: in confinio parrochiarum de Watervliet et de Varne, prope loca que dicuntur via de Nova-virscare et via domine de Boninghe. 1282 (C.S.P., I, 427). Ook: Heeren van Boninghe wech <WV/SLa>. Een weg tusschen Watervliet en Sint-Laureins: in confinio parrochiarum de Watervliet et de Varne, prope loca que dicuntur via de Nova-virscare et via domine de Boninghe. 1282 (C.S.P., I, 427). Bosgeul <WV>. Een waterloop te Watervliet: tusschen de Buschguele ende den Lathauwere, binnen sdycx. 1501 (Cout. Watervliet, 297). BOSSELKEN <WV?>: een bilcxken ghenaempt het bosselken, 1615, RAG-WD 62, 114r. BROMSTUK <WV?>: Inden cockuytpolder ghenaempt et bromstick, 1562, RAG-Ka 341,356r. BROUWERSWEG: zie BLOUWERSWEG. BRUNEEL <SJE>: inden bruneel, 1569, RAG-AM 625, 65v; in benthille poldere ghenaempt den bruneel noordt oost den brouwers wech zuytwest den weerdyck ... zuyt ende zuytoost anden verberrenden staeck, 1572, ARA-RK 45209, 4r. BUSGEULE / BOSGEULE <WV>: inde busghuele inde zelve (Jeronimus) poldere, 1569, RAG-AM 625, 65v. CASTELAMSTRAAT <SJE>: an den heerwech ghenaempt de castelamstrate, 1619, SAG-330/135, 69v. COCQUYTPOLDER <SJE/SLa/WV>: in de prochie van Watervliet in den cockuut polre, 1402, RAG-RG, O; --, 1402, SAG-301/16-II, 58r; le polre de cokins, 1416, ARA-RK 7834, 3v; le polre des cocquus, 1418, ARA-RK 7834, 3r; Inden cockuut polre bij benthille, 1447, SAG-330/24, 109r; den kockuut poldere, 1447, RAG-PWS, O; le polre nomme le polre des cocquus, 1450, ARA-RK 7835, 2v; vanden poldre vanden cockuuts, 1483, ARA-RK 7837, 3r; In den cochuut poldere, 1486, RAG-RG 13, 8r; In den cockuut poldre, 1510, SAG-330/44, 135v; in den cochuut poldre, 1515, SAG-330/45, 344r; inden cochuyt polder, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 12r; cochuyt, helle, forchier ende marie polders, id, 13r; den cochuudt poldere, 1531, ARA-RK 45208, 85r; des polders de cocquus, 1536, ARA-RK 7848, 6v; cochuyt, forchier, helle ende marie polders, 1541, RAG-K/WV 158, 9v; inden cochuydt poldere, id; uuten couchuyt polder, 1541, RAG-NB, O; den cochuyt poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 3r; inden cochuyt poldere, 1546, RAG-WLO 27, 32r; Inden cockuyt poldere, 1551, RAG-Ka 341, 24r; Inde cockuudt polder, 1556, RAG-Ka 341, 176r; anden cochuudts poldre, 1559, SAE-1009, 415v; inden cochuyt poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 8v; inden cochuut poldre, 1562, RAG-K/WV 160, 7r; Inden cochuut polder, 1568, SAE-1010, 127r; tusschen den cochuudt ende den benthille poldere ... zuyt den weerdyck, 1572, ARA-RK 45209, 85r; inden cochuudt poldere ... west den benthillepolderdyck, id, 86r; den cochuudt poldere, id, 22v, 85v; cochuut poldere, id, 51v, 156v; cockuutpoldere, id, 98r/v; cockuut poldre, id, 85r; in den cockuytpoldere ... in watervliet ... zuyt den weerdyck, id, 88v; inden cockuytpoldere, id, 88r; Inden coockuyt polder, 1606, RAG-As 922, 184r; inden cockuyt poldere, 1607, RAG-WD 62, 92v; in Cockuut poldere, 1611, RAG-RG 30, 4r. CLYNCKAERTS GEULE <WV/SMa/SJE>: clynckaerts geule, 1530, RAG-RvVl 959, 380v; oost over clinckaert ghuele, 1531, ARA-RK 45208, 57r; in sente janspoldere ... zuyt den nieuwen wech west de clynckaertguele, 1572, ARA-RK 45209, 49v; clynckaertsguele, id, 59r, 61v; tclinckaert ghuele, id, 54r; clinckaertsguele, id, 63v, 64v.

Page 72: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

72

Cocquytpolder <SJE/WV>. Een polder te Sint-Jan-in-Eremo en Watervliet: Kokkuijt Polder, in de Waterlanden. In 1410 bedijkt (Roos, 91). // Van danen westwaert licht de Coccut polre, bedyct voor den voorseiden forchier polre,… 1470 (Cout. Watervliet, 284). // noordtwaert recht uutestreckende toten zeedyck van Cockuuds poldre. 128 (Cout. Watervliet, 403). // … keerende van daer lancx den voorseyden vrauwenwech tot up den zeedyck van den Cocluutspolder. 1557 (Cout. Franc, 2, 650). // Kockuut Polder. 1562 (Caerte Pourbus). COCQUYTPOLDERDIJK <SJE/WV>: cochuuts polder dyck, 1509, RAG-K/Ka, O; oost den cochuudt polderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 18r; oost den cochuudt polderdyck ... zuyt den weerdyck, id, 28r; inden cochuudtpolderdyck ... west den oostpolder, id, 87r; zuut den coockuutpolderdycq, id, 123r; inden oostpoldere oost den marie polderdyck zuydt den cockuyt polderdyck, id, 107r; zuyt den cockuytpolderdyck ... noordt den jeronimus poldere, id, 120v; den cockuytpolderdyck, id,89r. COCQUYTPOLDERZEEDIJK <SJE/WV>: zuut de cockuutpolder zeedyck, 1572, ARA-RK 45209, 123v; zuut cockuut poldere zeedyck, id, 124r; noordt den cochuytpolder zeedyck, id, 97v; zuydt den cockuydt polder zeedyck, id, 118v; den cockuytpolderzeedyck, id, 89v, 118r; zuydt den cockuyt poldere zeedyck west den oostpolderdyck, id, 113r; west van den cochuut poldere zeedyck, 1575, RAG-AM 626, 80v. COCQUYTWEG <SMa>: anden cochuut wech, 1575, SAG-330/93, 210v; --, 1600, SAG-330/124-II, 35r. Coppaerds Hofstede <WV>. Eene hofstede te Watervliet: Een weg te Watervliet: in de stede die men heet coppaerds hofstede ende bi cleenlants weghe. 1305 (Cart. ms. Sperm., f. cxxiii). DANCKAERTS GEULE <SJE>: over danckaerts ghuele, 1531, ARA-RK 45208, 69v. DIEDERIKS WEG <WV>: tote diederix weghe, 1351, RAG-SB/K 2543, 24r. Diericxweg <WV>. Een weg te Watervliet: juxta viam Theoderici. 1258 (Cout. Watervliet, 278). // ende also oostwaert van desen cruce tot den weghe Diericx,… 1504 (Cout. Watervliet, 142). // Diederijck van Watervliet. 1613 (Memorie, aang. in Cout. Watervliet, 429). Dierkensweg <SMa>. Een weg te Sinte-Margriete: bewesten dierkins weghe. 1395 (Bouc S.Baefs, 32). DIJKGRACHT <SMa>: ande dycgracht, 1450, RAG-SB, O. Dijkgracht (le) <WV>. Een watergang te Watervliet. 1501 (Cout. Watervliet, 287). DIJKPUTTEN <SJE>: an de dijcpits, 1447, RAG-SB, O. Dijkputten <SJE>: te Sint-Jan-in-Eremo. groot, met al de oude dijckputten 1365 (Oml. S. J. in Erem., 1). Dijkputten <SMa>. Eene plaats te Sinte-Margriete: metten oosthende aende dycpits. +/- 1550 (Situatio, f. 39, v.). DORP <SJE>: inden benthilschen poldere bachten dorpe, 1572, ARA-RK 45209, 14r. DOORNBILK <WV?>: ijC roeden ghenaempt den doorenbilck, 1608, RAG-WD 62, 75r. DRIE GEMETEN <SJE/SL?>: in de dry ghemeten, 1572, ARA-RK 45202, 33r.

Page 73: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

73

Droogte <WV>. Schorreland te Watervliet: Dit beghin es deel vande schorren ghenaempt de droochte, twelcke vercavelt ende begrepen es jnden Ommelooper vanden mauritius poldere. 1614 (Oml? Joncvr. Isend., f. 5). DULLAARD <SJE/SLa>: inden dullaerdt, 1547, RAG-AM 623, 11r; een partye van wydauwe ... ghenaempt den dullaert, 1567, RAG-AM 625, 23r. inden dullaert ... noordt den olymeulenwech, 1572, ARA-RK 45202, 5v; inden dullaert, id, 6v; bij den blocke inden dullaert zuudtoost den relswech, id, 21v. DWARSSTRAAT <WV>: ande oistzijde de Dwerstraete ofte Cruystraete, 1582, ARA-WK 9182, 1r. Dwarsweg <SMa>. Een weg te Sinte-Marguerite: aenden dweerswech. +/- 1550 (Situatio, f. 39, v.). Eilandpolder <SMa>. Een polder te Yzendijke en Sinte-Margriete: poldre vanden Eylande. 1506-1510 (Reg. ferien Vrije, F. 210, v). ELMARE <SMa>: fluviolum qui dicitur Helmara, 1134-1153, GY-TW, p.312; Elmariam, 1188, id; Almare, 1212, id; elmare, 1249 kop.einde 13e, KAD-Cart.D, 226v, 227r; versus domum ... de Elmare, 1249, 1254, 1258, RAG-SP, O; proest van der elmare, 1278, RAG-SP, O; prope elmare, 1282, RAG-SP, O; ter elmaren, 1340, RAG-SP, O; Elmare, 1351, RAG-SB/K 2543, 25r; in parochia de Vaerne in loco appellato Elmare / iuxta nemus de Elmare, 1357, RAG-SB, O; by den helmare in tverdroncken landt ende heet nieuwe roesselaere, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 33v; de thiende ... enaempt elmare, 1560, RAG-RvVl 974, 187v. Elmare <SJE>. Een waterloopje, tevens de naam eener boerderij, die eene priorij van Sint-Pietersabdij bij Gent was, tusschien Yzendijke, ZW. en Sint-Jans-in-Eremo, N., tegen Waterlandkerkje: ciciter.xx. bonaria mori jacentis juxta fluviolum, qui dicitur Helmara. 1128-1168 (C.S.P., I, 128). // Inde groede oest,… nord wart tote sprofs weghe anden landwech van der elmaren. 1260 (Rente Groede oest). // Eene jeghenode, gheheeten Helmare, verdronken. 1408 (Extr. du Dépôt des Arch., 2e série, VI, 51; Roos, 49). // land,… ligghende beoosten Ardemborch ende jnt ambacht van Yzendycke, bider Helmare*pit [l.jnt] verdroncken lant, ende heet Nieuwe Roesselare. 1435 (Cout. Ysendike, 505). Elmareweg <SJE/SMa>. Een weg, leidende naar de Helmare, te Sint-Jans-in-Eremo en Sinte-Margriete: anden landwech sprofs van der elmaren. 1260 (Rente Groede oest). // den Ellemarewegh, in St. Jans in Eremo. 1562 (Ard. O. E., 30). ELSWEG <SJE>: anden elswech, 1619, SAG-330/135, 69v. ENGEL <SJE>: van den huuse ... te bentille ghenaempt den ynghele, 1562, RAG-Ka 341, 317v; up den Inghel te bentille up den dyck, 1564, RAG-Ka 341, 268r. ESBILKEN <SJE>: hesschebilcken, 1553, RAG-RvVl 970, 311v. Flines Bossen <SJE>. Bosschen te Sint-Jan-in-Eremo en Caprycke): Kaprike,… encosté Blouweswech, en le Felines,… en le boes de Felines. 1356 (Cart. de Flines, 617). (Metten noorthende anden waterganck jeghens de flijnis bosschen. 1715 (N.O. St. Jan, f. 2).) FORCHIER <WV>: vanden scinckeldycke vanden forchiere, 1531, ARA-RK 45208, 92r; vanden schinckeldycke vanden forchiere, 1572, ARA-RK 45209, 90r. FORCHIERKEN <WV>: den poldere die men heet daude polderkin ofte tforchierkin, 1531, ARA-RK 45208, 119r; doude polderkin oft tforchierkin, 1572, ARA-RK 45209, 125r; zuydt den landtsdyck west den dyck van tforchier polderkin, id, 126v; int forchierpolderkin, id, 130r.

Page 74: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

74

FORCHIERPOLDER <WV/Ba>: in den forcier polde(re), 1447, RAG-PWS, O; cochuyt, helle, forchier ende marie polders, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 13r; Inden forchier poldere, 1529, SAG-330/50, 103r; forchier poldere, 1541, RAG-K/WV 158, 9r; duer forsier poldere, 1541, RAG-NB, O; in den forchier poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 4v; Inden forchierepoldre, 1547, SAE-1009, 244v; inden forchier poldere, 1554, RAG-Ka 341, 83r; --, 1556, RAG-Ka 341, 135v; inden *fotsier poldere, 1559, RAG-LvN 1157 AR/Bo, 6v; inden fortchierpoldere, 1561, RAG-LvN 1157 AR/Bo, 6r; inden forchier poldere, 1563, RAG-LvN 1157 AR/Bo, 6v; inden forchier poldere, 1567, RAG-WD 62, 25v; Inden forchier poldre binnen watervliet, 1569, RAG-RvVl 978, 270r; inden forchier poldere ... zuyt den lansdyck west den schynckeldyck ende noordt de leetstrate, 1572, ARA-RK 45209, 125r; vanden forchierpoldere oost den schijnckeldyck zuyt den lansdyck, id, 125v; inden forchier poldere, id, 126r/v, 127v; inden *fochier poldere, 1575, RAG-LvN 1158 AR/Bo, 7r; inde fossier poldere, 1577, RAG-LvN 1158 AR/Bo, 10r; inden forschier poldere, 1581, RAG-LvN 1158 AR/Bo, 11v; inden Forssier polder, 1582, ARA-WK 9182, 4v; forchier poldere, 1592, RAG-Bo 407, 427v; forsier poldere, 1608, SAG-330/129-II, 33r; in den fossier poldere, 1616, SAG-330/132-II, 123v. (klein stukje op Bassevelde) Forchierpolder <WV>. Een polder te Watervliet: van danen westwaert licht de polre gheheeten Forchier, de welcke bedyct gheweest heeft voor de helle polre. 1470 (Cout. Watervliet, 284). FORCHIERPOLDERDIJK <WV>: inden hellepoldere ... west den forchier polderdyck ende noordt den helder poldere, 1572, ARA-RK 45209, 135r; zuyt des graven landtsdyck noordt de leetstrate ... west den forchier polderdyck, id, 135v. GOOCHELARE <SLa/SJE?>: gokelers, 1275, ADL-B 1561, 48v; entre gokelers et vakewesc, id, 49v; anden ghokelare, 1348 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 4v; anden ghokelare, 1447, RAG-SB, O; gokelaere, 1500, RAG-K/Ka, O; --, 1537, RAG-AM 622, 18r; ghookelaere, 1551, RAG-AM 623, 180v; ghookelare, id, 176v; vanden gokelaere, 1556, RAG-AM 624, 38v; goochelare, 1558, RAG-WLO 27, 24r; goekelare, 1558, RAG-AM 624, 127r; gokelaere, 1559, RAG-AM 624, 127r; gokelare, 1565, RAG-AM 624, 230v; goockelare ... inde prochie van St Jans in Heremo, 1571, RAG-AM 625, 116r; gochelaere, 1572, ARA-RK 45202, 14r, 19r; gokelaere, id, 4v, 10v, 18v; goechelare, 1572, ARA-RK 45204, 1v, 4r/v ev; goeckelaere, id, 57r, 68r; goekelaere, id, 21v, 88r; goghelaere, 129r, 130v; goghelare, id, 128v; goghenlaere, id, 129r; goechelare, 1572, ARA-RK 45209, 3r; vanden gokelaere, 1573, P/M-KR 9r; --, 1575, RAG-AM 626, 83r; inden gokelare, 1575, RAG-Ka 342, 104v; goghelaere, 1577, RAB-AZD, O.2656; gookelaere, 1578, P/M-KR, 13r; ghokelaere, 1580, RAG-AM 626, 178v; gookelaere, 1582, P/M-KR, 18v; ghokelaere, ca.1600, RAB-J 2667, 28r; goegelaere, 1620, RAG-Ka 342, 204v; gogelaer, 1627, RAG-Ka 342, 279r. GOOCHELAREWATERING <SLa/SJE?>: Sinte Lauwereins ... inde wateringhe vanden gokelare metten noorthende anden gokelaere, 1500, RAG-K/Ka, O; de watrijnghe van den ghokelare, 1535, RAG-K/Ka, O; inde wateringhe vanden ghookelare, 1551, RAG-AM 623, 176v; inden wateringhe vanden ghookelaere, id, 180v; inde waterijnghe vanden gokelaere, 1556, RAG-AM 624, 38v; inde waterin(ghe) vanden goochelare, 1558, RAG-WLO 27, 24r; inde waetrijnghe vanden goekelare, 1558, RAG-AM 624, 127r; inde wateringhe vanden gokelaere, 1559, RAG-AM 624, 127r; inde gokelare wateringhe, 1562, RAG-AM 624, 170v; inne de wateringhe vanden gokelare, 1565, RAG-AM 624, 230v; inde gokelaere wateringhe, 1567, RAG-AM 625, 29v; inde waterijnghe vande goeckelare, 1569, RAG-AM 625, 68v; waterijn(ghe) vande goockelare int Ambacht van Maldeghem inde prochie van St Jans in Heremo, 1571, RAG-AM 625, 116r; gokelaere waterijnghe ... noordt den weerdijck, 1572, ARA-RK 45202, 6v; gokelaere waterijnghe, id, 6r; gochelaere waterijnghe, id, 8r; wateringhe vande goghelare, 1572, ARA-RK 45204, 128v; goekelaere wateringhe, id, 18v, 21v; goechelaere wateringhe, id, 2v, 3r, 5r; --, 1572, ARA-RK 45209, 6v; waterijnghe vanden gokelaere, 1573, P/M-KR 9r; in tfeyen ende gokelaer waterijn(ghe), 1573, RAG-AM 626, 33r; gokelaere waeterijnghe, 1575, RAG-AM 626, 80v; waterijn(ghe) van gokelaere, id, 83r; de wateringhe van de goghelaere, 1577, RAB-AZD, O.2656; waeterijnghe van gookelaere, 1578, P/M-KR, 13r; waeter(ijnghe) vanden ghokelaere, 1580, RAG-AM 626, 178v; waterijnghe vande gookelaere, 1582,

Page 75: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

75

P/M-KR, 18v; waetrijn(ghe) vanden ghokelaere, ca.1600, RAB-J 2667, 28r; de gokelaere waeterijnghe, 1613, SAG-330/131-III, 7r; --, 1616, SAG-330/132-II, 128r; gokelare wateringhe, 1619, SAG-330/135, 70r; gogelare waterijnghe, 1622, SAG-330/136-II, 61bisv. Goochelare-Watering <SLa/SJE>. Eene watering, zich bestreckende in de gemeenten Maldeghem. Sint-Laureins en Sint-Jan-in-Eremo: wateringhe vanden gokelare. 1462 (Reg. Sent.Vrije, f. 14, v). // GhokelareWatering, te St. Laureins. 1500 (St. Laur., I). // Inde wateringhe vanden gokelare. 1550 (Legher Chartr. Br., f. 213). // Gogelaere [-wateringh]. 1560-XVIIIe e. (RP., 1901, 260). // de Ghokeler Waterynghe. 1562 (Ard. O. E., 92). // Wateringhe vanden Goghelaere. 1577 (Charters Zoetendale, nr 2656, rood). // In Sinte Lauwereins, in de wateringhe gheseit vanden Goghelaere. 1577 (Chart. Staatsarch. Brug., nr 10248, blauw). // Inde waeterijnghe vande gookelaere. 1578 (Kerk. Mald., f. 13). // Inde gokelare waterynghe. 1578 (Aardenb. 0.1.V., f. 27). GROENSTRAAT <WV>: ande groenstrate, 1569, RAG-WD 62, 21v, 41r; in den laurynen poldere up de heerlichede van waterdyck ... suyt de groenstrate, 1617, RAG-WD 62, 121r. GEEN WEELDE(N) <WV>: die hofstede diemen zeghet gheene weelden, 1331, RAG-NB, O. GLAZENMAKERS BOS <SJE>: an tghelaesemakers busch, 1553, RAG-RvVl 970, 311v. GOED VAN PRAAT <WV>: mijns heren goed van Praet in Watervliet, 1311, RAG-NB, O; goet van praet, 1331, RAG-NB, O. GRAUWBROEDERS BOS <SJE>: bachten bentille ghenaempt de graubroeren busch, 1548, RAG-WLO 27, 47v. GROENEWEG: binnen den ambochte van Ard(enburch) ende in die prochie van Zinte M(er)grieten ... streckende metten voorsten hende anden groene(n) wech ende achterwaerd tote anden middelwech, 1371 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 119v; ter Ware waert ande tusschen den Groenen Weghe, id, 120r. (in Sint-Margriete?) GROTE WEG <WV?>: metten ouden dycken totten Grooten Weghe naer toude lant, 1582, ARA-WK 9182, 3r. (top?) Groeneweg <SMa>. Een weg te Sinte-Marguerite: In zinte margrieten,… anden groenen wech. 1371 (B.M. Ard., 119). Ook groeneweg: - weg van de Langeweg tot de grens met Eede, te Sint-Kruis

- weg van de sint-pietersdijk bewesten ligtvoetswet zuidwaarts tot den zuidweg, te sint-kruis.

- weg te Sint-Laureins GROOT BOS <SJE>: In den groo(te)n bosch, 1553, RAG-RvVl 970, 311v. GROOT BUL <WV>: vanden thienden die men heet tgroote bul, 1541, RAG-K/WV 158, 4v; ghenaempt tgrote bul, 1559, RAG-K/WV 159, 4v. GROTE GEULE <SJE/WV>: vander grooten guele, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 4v; totter grooter ghuele, 1520, RAG-RvVl 957, 358v; ande groote guele, 1529, RAG-RvVl 959, 277r, 386v; de groote ghuele, 1531, ARA-RK 45208, 104r; --, 1572, ARA-RK 45209, 106r; zuytwest de rysselverwech noordtwest de groote guele, id, 12v; in sente janspoldere tusschen de groote guele ande noortzijde ... oost den nieuwen wech, id, 50v; de groote guele, id, 51v, 63r, 69v; --, 1619, SAG-330/135, 69r.

Page 76: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

76

HEIDE <WV>: up de heyde ... zuyt den landtsdyck gheseyt den weerdyck ... noordt de leetstrate, 1572, ARA-RK 45209, 146r. Heist <WV>. Eene plaats in de gemeenten Watervliet, Bouchaute en Basseveld: devers les lieux appelles les Heist et le Zidelinghe es paroisses de Watervliet, Bouchoute et Bassevelde. 1416 (Cart. Dun., 773). HELLEPOLDER <WV>: le helre polre, 1416, ARA-RK 7834, 3v; In den helle polde(r), 1446, SAG-330/23, 334r, 339r; le helre polre, 1449, ARA-RK 7835, 2v; Int hellepolderken, 1450, RAG-PWS, O; Inden helle polde(r), 1451, SAG-330/25, 133r; de helbonre poldre, 1483, ARA-RK 7837, 3r; cochuyt, helle, forchier ende marie polders, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 13r; den heldere poldere, 1531, ARA-RK 45208, 128v; Inden hellepolder binnen der heerlichede van Watervliet, 1535, SAG-330/53, 162r; le helre poldre, 1536, ARA-RK 7848, 6v; hellepolder, 1538, SAG-330/55, 70r; --, 1541, SAG-330/59, 30r; hellepoldere, 1541, RAG-NB, O; cochuyt, forchier, helle ende marie polders, 1541, RAG-K/WV 158, 9v; helle polder, 1544, SAG-28bis/2/32, 5r; hellepoldre, 1544, RAG-Bo 406, 85r; helle poldere, 1547, RAG-Bo 406, 143r; hellepolder, 1548, SAG-330/66, 72v; inden hellen poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 8v; hellepolder, 1562, RAG-Ka 341, 151r; --, 1563, SAG-330/80, 273v; helle poldre, 1565, RAG-K/WV 161, 7r; hellepolder, 1569, RAG-As 920, 163r; inden helderpoldere ... zuyt de leetstrate ... noordt den helder polderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 134v; den helder poldere, id, 134r, 135r; den heldere poldere, id, 134r; inden helle poldere ... west den forchier polderdyck, id, 135r; inden hellepoldere ... zuydt den weerdyck ... noordt de leetstrate, id, 135r; hellepoldere, id, 139r, 140r; --, 1576, SAG-330/93, 180r; Helle poldere, 1582, ARA-WK 9182, 3r; *hellins poldere, 1592, RAG-Bo 407, 425v; in den hellen poldre up watervliet, 1608, RAG-WD 62, 75r; in den hellen poldere, 1617, RAG-WD 62, 126r; --, 1618, RAG-WD 62, 135v.(ook Bassevelde?) Hellepolder <WV>. Een polder te Watervliet: de Hellenpolder ten noorden van den Grave-Jansdijk. Bedijkt in 1409 (Roos, 114). HELLEPOLDERDIJK <WV>: inden helderpoldere ... zuyt de leetstrate ... noordt den helder polderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 134v; den helder polderdyck, id, 135v, 140v; zuyt tleestraetkin ... noordt den hellepolderdyck, id, 139r; den hellepolderdyck, id, 135v, 140r. HELLEPOLDERZEEDIJK <WV>: zuyt de leetstrate ... noordt den helderpolderzeedyck, 1572, ARA-RK 45209, 139v; an den hellen poldere zeedyck, 1623, RAG-Bo 408, 32v. HERT <SJE>: een hofstede ghenaemt den heert ... te bentille, 1556, RAG-AM 624, 44r; eene hofstede ghenaempt den hert, 1574, RAG-WLO 28, 27r; up bentille een huus ghenaempt den herdt, 1580, SAG-28/32/137, 37v. (Het) Haantje <SJE>. Een gehucht, aan het eind van den Graaf Jan’s zijdelingsdijk, dat zijnen naam gaf aan het Haantjes-gat (1570), te Sint-Jan-in-Eremo: Thaenken. 1562 (Caerte Pourbus). // het *Haanken. 1570 (Roos, 59). // ’t Haenkin. 1575 (St-J. in Er., 9). HOET <WV>: in loco qui dicitur hoet, 1260, RAG-NB, O. HOOG STUK <SMa>: in die prochie van sinte margrieten ende heet dat oghestic, 1282, GY-CM, 637; --, 1282, POB-O.57. JACOB(S) GEULE <SJE>: anden waerdyc tusschen jacob ghuele ende den oliemuelwech, 1531, ARA-RK 45208, 48r.

Page 77: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

77

's KEIZERS POLDER <WV?>: jn skeysers polre, 1357, SAG-330/2, 147bisr. *Finouthoek <WV>. Eene plaats te of bij Watervliet: Watervliet et *Finouthouc. 1262 (Inv. Ch. Ctes. Lille, 521). Aanm. misschien Smouthouc? GEER <SMa>: up iij ym. lands heet de gheer ligghende boosten S. Laur(eins) blocke oost over den wech daer de mole ant tzec wilen an stoet, ca.1420 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 149v. GEERHOEK <SJE>: anden dyc vanden nieuwen poldre over den waterghanck ende es een gheerhouc, 1531, ARA-RK 45208, 78v; den gheerthouck, 1553, RAG-RvVl 970, 311v; anden dyck vanden nieuwen poldere over den waterghanck ende es een gheerhouck, 1572, ARA-RK 45209, 87v. GEERHOEK <WV>: iii gh. clxxv R. Landts in den cockuytpolder ghenaempt den gheerhouck, 1562, RAG-Ka 341, 355v. GEULE <SJE>: tusschen den benthilsschen dycke ende der ghuele, 1531, ARA-RK 45208, 81r; totter ghuele, id, 104r; oost den dyck vanden oostpoldere ... west truye weghelkin ... noordt de guele, 1572, ARA-RK 45209, 23r; oost den benthille polderdyck ... west de guele, id, 34v; in sente janspoldere noordt den nieuwen wech zuyt de guele, id, 49v; neffens de groote ghuele ... totter ghuele, id, 106r; de guele, id, 54r. HAGE(N)WEG <WV>: van den haghe weghe westwaerd, 1371, RAG-NB, O. HELLEPOLDERSTRAATJE <WV>: in den hellepoldere ... zuydt den landsdyck west thellepolderstraetkin ende noordt de leetstrate, 1572, ARA-RK 45209, 139r. *Helmare pit: (zie Helmare): Een misschrijven voor: “Helmare, jnt verdroncken lant” 1435 (Cout. Ysendike, 505). HOUTLAND <WV?>: int houteland/hauteland, 1572, RAG-WLO 28, 23r; in houte land/haute land, 1581, RAG-WLO 28, 52r. JONKVROUWENPOLDER <WV>: inden joncvrauwe poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 7r; Joncvraupolder, 1561, RAG-RvVl 974, 445v; joncvrauwe poldre, 1562, RAG-K/WV 160, 5r; Joncvr. polder, 1567, SAG-330/84, 175v; joncvr. poldere, 1570, RAG-AM 625, 89v; joncvr. polder, 1571, RAG-WLO 28, 6r; Joffrau polder, 1612, RAG-RvVl 987, 160r. Jonkvrouwgeul <WV>. Een waterloop nabij Yzendijke: de Joncfrauw guele. Eene kreek, verre Zuid van St. Xpoffels. 1514 (Kaart). //…// Jonkvrouwgeul. Een stroom, uit de Waterlanden komende en naar den ouden Jonkvrouwpolder benoemd. s.d. (Roos, 75). Jonkvrouwpolder <WV>. Een polder bezuiden Yzendijke: de Jonvrauw polre, noort van Oudemans poldre. 1514 (Kaart). // palen vanden joncvraupolder in watervliet. 1560-1564 (Reg. ferien Vrije, f. 9). // Joncvrau Polder. 1562 (Caerte Pourbus). Jonkvrouwpolders <WV>. Vier polders bezuiden Yzendijke: Vier polders, welke te voren slechts één polder vormden, die in 1547 uit de overstroomde Waterlanden bedijkt werd. Overstroomd in 1570 en 1612, in 1614 herdijkt. Doorgestoken in 1622. Naderhand weder bedijkt in vier gedeelten, nl: 1° de Kleine Jonkvrouwpolder bezuiden; 2° de Groote Jonkvrouwpolder benoorden; 3° de Kleine Jonkvrouwpolder benoorden, en 4° de Groote Jonkvrouwpolder bezuiden (Roos, 76). Zie ook: de Kom.

Page 78: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

78

Jonkvrouwstraat <WLO>. Een weg,, in den Oudemans-Polder, tusschen Yzendijke en Waterland-Oudeman: over den waterganck datmen heet de Joncvrauwe guele, die ande westsijde vande Joncvrauwe straete licht. 1526 (Oudem. P.f. 4). // de Joncvrauwe straete die ter Sluusewaert loopt. 1526 (Id., f. 6) KALVERBILK <SJE>: ghenaempt den calverbilck ... oost den nieuwen wegh, 1572, ARA-RK 45209, 52r; inden calver bilck, id, 70v; (achter een ofstede) ghenaempt de *caverbilc, 1619, SAG-330/135, 69v. KAPRIJKESTRAAT <SJE>: die prochie van Sinte Jans an de Capricstrate, 1380 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 154r; in die prochie van Sinte Jans ... ande noortside streckende an de Capricstrate, id, 154v. Kaprijkestraat <SJE>. Een weg te Caprycke: Noortwaert vander capricstrate. 1417 (B.M. Ard., 4). KAPRIJKSE WEG <SJE>: in die prochie van S(inte) Jans in die W(oesti)ne ... metten hende anden Capricschen wech, 1333 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, los stuk. KERKENDORP <WV>: tuscken kerkedoerpe ende den weghe die men heet scarrenhole, 1331, RAG-SV, O. (vgl. Laarkendorp) KERKWEG <SJE>: oost den keerckwech zuyt den nieuwen wegh, 1572, ARA-RK 45209, 55v; in sente janspoldere ... noordt den keerckwegh, id, 56r; over den keerckwegh, id, 56v; inden benthillepoldere ... west den keercwech, id, 23r; den keercwech, id, 59v, 65r, 71v. KERKSTRAAT <SJE>: in sente janspoldere ... west de keerckstrate ende noordt an tkerckhof van sente janskeercke, 1572, ARA-RK 45209, 49r; west de keerckstrate naer de muelene ende noordt de sluusgracht, id, 56v; de keerckstrate, id, 56r; de keercstrate, id, 65r; de kercstrate, id 72v. Klapgoot <SJE>. Een waterloop en eene wijk te Sint-Jan-in-Eremo: de Clapghote. 1575 (St. J. in E., 9). // De Clapghote. 1562 (Caerte Pourbus). KLAPGOTE <SMa>: an de clapgote, 1529, RAG-RvVl 959, 277r; up een guele ghenaempt de clapgote, 1535, RAG-RvVl 961, 378v. in de Roeselaer poldere datmen noempt de clapgoote, 1619, SAG-330/135, 70r.7 Kleilanden <WV>. Eene plaats te Watervliet: … noortwaert tot eenen cruce gheset by den Cleilants. 1504 (Cout. Watervliet, 142). Kleilandweg <WV>. Een weg te Watervliet: juxta viam Cleylants. 1258 (Cout. Watervliet, 278). Hier ook: [Cleenlants wegh] <WV>. Een weg te Watervliet: in de stede die men heet coppaerds hofstede ende bi cleenlants weghe. 1305 (Cart. ms. Sperm., f. cxxiii). Klinkerland <WV>. Eene heerlijkheid te of bij Watervliet (O.-Vla): Gui Laurin heere van Clynckerlande. 1569-1574 (Reg. ferien Vrije, f. 199). // Edele ende weerde joncheere Guido Lauryn, heere van Clynckerlant? 1571 (Emul., 36, 316). KNUUTS BOS <SJE>: neffens den knuudts bosch, 1554, RAG-RvVl 970, 420r. KORTELINGE <WV>: van den ouden weghe noordwaerd streckende in die cortelynghe, 1360, RAG-NB, O.

Page 79: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

79

Kortelinge <WV>. Een stuk land te Watervliet (?): Quandam terram, que vocatur Corthlinghe. 1225 (Cart. Dun., 519). // circiter novem mensuris tarrarum, que vulgo dicuntur Cortelinghe. 1226 (Cart. Dun., 324). KORTE MATE <SJE>: jn de prochhie van zente Jans in die woestine ... ende es gheheeten de corte mate, 1332, RAG-SB, O. Krielweg <SJE/SLa>. Een weg te Sint-Laureins en Sint-Jan-in-Eremo: Inde prochie s. laurens zuut over an creylewech. 1375(B.M. Ard., 5). // in parochia sacnti (!) laurentij,... et a via vulgariter dicta crieleweghe. 1389 (Cart. Chartr. Br., f. 406). KRUISSTRAAT <SJE>: inden benthille poldere oost sleestraetkin ... noordt de cruustrate, 1572, ARA-RK 45209, 9r; in sente janspoldere ... zuyt den weerdyck ... noordt de cruustrate, id, 16v; noordt ande cruustrate ghenaempt st annestraetkin, id, 17v; de cruustrate, id, 15v, 16r; zuut aende cruusstrate, id 36v; inden bentillen poldere ... oost sleestraetken ... de *crys strate, 1607, RAG-WD 62, 91r; de cr(u)ys strate, 1624, SAG-330/136-III, 125r. KRUISSTRAAT <WV>: inden houdemans poldere ... hendende up de cruystrate ende den seedyck van jeronimus poldere, 1545, RAG-WLO 27, 30r; inden houdemans poldere vander cruysstrate inne, 1556, RAG-WLO 27, 89v; totter cruystraten, 1559, RAG-K/WV 159, 4r; totter cruustrate, 1565, RAG-K/WV 161, 3r; ande cruistrate, 1573, RAG-WD 4, los stuk; ande cruisstrate, 1574, RAG-WD 4, los stuk; ande oistzyde de Dwerstraete ofte Cruystrate, 1582, ARA-WK 9182, 1r. (in/aan Christoffelpolder?) LAARKENDORP <WV>: van laerken doerpe noerdwaerd, 1331, RAG-NB, O; tusken arnouds weghe ende laerkendoerpe, 1332, RAG-SV, O. (vgl. Kerkendorp) LANDSDIJK <SJE/WV/Ba>: in gokelaere waterynghe by benthille ... metten noordtwesthende anden landtdyck, 1572, ARA-RK 45202, 64r; noordt den landtsdyck, id, 2v; oost den brauwerswech ... west den landtsdyck, 1572, ARA-RK 45209, 3v; den landtsdyck, id, 14v; den landsdyck, id, 22r; inden forchier poldere ... zuyt den lansdyck west den schynckeldyck ende noordt de leetstrate, 1572, ARA-RK 45209, 125r; den lansdyck, id, 125v; den landtsdyck, id, 126v, 127r; zuyt des graven landtsdyck noordt de leetstrate west den dyck vanden forchier poldere, id, 135v; zuyt den landtsdyck ... noordt de leetstrate, id, 137r; zuyt den landtsdyck gheseyt den weerdyck ... noordt de leetstrate, id, 146r; zuyt sgravenstrate ... noordt den landtsdyck, id, 155r; inden hellepoldere ... zuydt den landsdyck, id, 139r. LANDWEGSKEN <SJE>: zuydt de clinckaertsguele noordt een straetkin dlantweecxkin, 1572, ARA-RK 45209, 64v. LANGE STRAAT <WLO>: de Langhe strate, 1587, RAG-RvVl 984, 130r; de Langhe strate, 1600, SAE-1010, 429r. LANGAARDENBURG <WV>: in langherdenborch, 1294, ARA-RR 534; in langhe ardenbuurch, 1332, RAG-SV, O; bynnen der cure van lanchardenburgh ende binder prochie van Watervliet, 1332, RAG-SB, O; in scabinatu de langhardenborch, 1357, RAD-Cart.74, 15r; scabinatum sive dominium appellatum lanchardemb(urgh), 1362 kop.1404, RAG-SB, O; scepenen van lancardenburgh, 1371, RAG-SP, O; langardenbourc, 1390, ARA-RK 7834, 4r; landardemburch, 1422, ARA-RK 7835, 6v; landardembourg, 1430, ARA-RK 7835, 4v; larderdembourg, 1433, ARA-RK 7835, 4v; lardembourg, 1450, ARA-RK 7835, 4v. LANGE MATE <WLO>: jn de prochhie van zente Niclaus te verne jn die langhe mate, 1331, RAG-SB, O; westwaert de langhe mate tot ons vrauwen weghe, 1531, ARA-RK 45208, 92r; de langhe mate, 1572, ARA-RK 45209, 90r.

Page 80: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

80

Lange mate (de) <SJE>. Land te Sint-Jan-in-Eremo: in de prochie sinte ians in de langhe mate. 1318 (Cart. ms. Sperm., f. CXII). Zie hierbij ook: Een stuk land te Sint-Laureins. In die prochie van sinte laurens, metter een zide aan crayloos wech,… an .j. stic lands twelke men heet de langhe mate. 1375 (B.M. Ard., 96) LANGE WEG <WLO>: metten zuuthende anden langhewech ende metten noorthende ande baerme vanden zeedyck, 1526, SJHB-Div 20, 3r; metten westhende anden langhen wech ... inden houdemans poldere, 1555, RAG-WLO 27, 81v (Oudemanspolder) Langestraat <WV>. Een weg te Watervliet : jeghens over deerste strate ligghende in Oudemans poldere, ghenaempt de Langestrate, zulcx dat de gheheele strate blyve onder watervliet,… 1554 (Cout. Franc, 2, 663). Langeweg <WV>. Een weg te Watervliet: den Langhewech, nevens den Oudemans-Polder. 1526 (Oudem. P., f.i). // Over deerste straete loopende noort waert, ghenaempt den Langhen wech, liggende in den Oudemans poldere. 1554 (Cout. Franc., 2, 661). Aanm. Wordt ook de Lange Straat geheeten LAPDIJK <WV>: vanden lapdyc ... ligghende voor laur(ynen) poldre, 1519, SAB-BV 216 KR/WV, 19r; anden lapdycke, 1521, SAB-BV 216 KR/WV, 14r; vanden lapdycke, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 14v. Lathauwer <WV>. Eene plaats te Watervliet: tusschen de Buschguele ende den Lathauwere binnen sdyckx. 1501 (Cout. Watervliet, 297). Lathauwersgeul <WV>. Een waterloop te Watervliet: up den zeedyc van Sincte Jeronimus poldre… ende de Lathouders guele… 1528 (Cout. Watervliet, 404). // … de hofstede van Cornelis Herregher, up den westcant vande straetgracht ligghende upde westzyde van den *Ludthouders weghe, ontrent de plaetse daer den zelven wech ende de *Luthouders guele vergaderen. 1554 (Cout. Franc., 2, 663). Lathauwersweg <SJE/WV>. Een weg te Sint-Jan-in-Eremo en Watervliet: up tzuudhende vanden Lathouwersweghe. 1528 (Cout. Watervliet, 403). // …de hofstede van Cornelis Herregher, up den westcant vande straetgracht ligghende up de westzyde van den *Ludthouders weghe, ontrent der plaetse daer den zelven wech ende de Luthouders guele vergaederen. 1554 (Cout. Franc, 2, 663). // eenen anderen wech gehenaempt den *Luthouders wech, streckende den zelven wech noort noortwestwaert duer Sinte Jeronimus poldere. 1557 (Cout. Franc; 2, 651). // *Lantouwers wech. 1562 (Caerte Pourbus). // de *Landhoudersweg. Een weg loopende van St-Jan-in-Eremo naar Watervliet. XVIde e. (Wat. Oud., 15). Aanm. Thans ook de Kalingstraat geheten. LATHOUDERS WEG <WV>: vanden lathouders wech, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 11v; up de westsyde vanden lathoudersweghe, id, 8v; totten lathoudersweghe, id, 11v; totten lathoudre weghe, 1516, SAB-BV 216 KR/WV, 8r; totten lathoudersweghe, 1559, RAG-K/WV 159, 4r. Laureinsdijk <WV>. Een dijk te Watervliet: an het oost hende van Houdemans poldere, streckende van daenen noord hoest ende zuutoost waert tot Lauweryns dyck ende niet voordere. +/- 1530 (Emul., 36, 292). LAU(WE)REINSPOLDER <WV/Bo>: in lauwerynspoldere, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 6v; ste laureinspoldre, 1516, SAB-BV 216 KR/WV, 5v; ste lauwereyns poldre, id, 19r; lauwereins poldere, 1517, RAG-LvN 1144 KR/Bo, 1r; laur(ynen) poldre, 1519, SAB-BV 216 KR/WV, 19r; louwereyns poldere, 1521, RAG-LvN 1144 KR/Bo, 5r; lauweryns polder, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 5v; lauwerheyns poldre, 1523, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 4r; in lauweryns poldere, 1524, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 6r; in lauwereys polder,

Page 81: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

81

1525, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 5r; in lauweryns poldere, 1526, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 5r; bedyct int jaer 1503 het scorre nu ghenaempt lauwereins poldre groot ontrent 1300 ghem. liggende oost van ste xpoffelsdycke ende streckende zuut naer bouchaute, 1529, RAG-RvVl 7523, 110v; ste barbelen poldre ... streckende oost naer lauwereins poldre, id, 111v; in s(inte) lauwereys poldere, 1529, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 5r; in lauvereins poldere, 1534, RAG-LvN 1146 KR/Bo, 3v; lauwereys poldere, 1535, RAG-LvN 1146 KR/Bo, 4v; lauwereyns poldere, 1536, RAG-LvN 1146 KR/Bo, 4r; louwereins poldere, 1537, RAG-LvN 1146 KR/Bo, 3v; sinte lauwereyns poldere, 1538, RAG-LvN 1147 KR/Bo, 3r; lauwerin poldere, 1541, RAG-K/WV 158, 2r: sente lauwereyns poldere, 1543, RAG-LvN 1147 KR/Bo, 7r; Lauwerine poldere, 1556, RAG-RvVl 972, 10r; den Lauwerins poldere, 1558, RAG-RvVl 972, 283v; laurijn poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 3v; laurin poldre, 1562, RAG-K/WV 160, 6r; laurynpoldere, 1563, RAG-LvN 1148 KR/Bo, 5v; lauryn poldre, 1565, RAG-K/WV 161, 6r; in den laurijnen poldere, 1566, RAG-WD 62, 103r; Laurin poldere, 1582, ARA-WK 9182, 3r; Laureins poldere, id; den laurynen poldere, 1611, RAG-WD 62, 103r; --, 1617, RAG-WD 62, 121r, 129r; lauwerynen poldere, id, 125r. Laureinspolder <WV>. Een polder te Watervliet: de Laureyne-Polder. Een polder in de Waterlanden. Bedijkt door Laureyn, krachtens octrooi van 1497 (Roos, Aanteekening, 96). // pour dicquier son poldre devant Bouchoute nomme Lauweryns poldre. 1504 (Cout. Watervliet, 327). // gheleghen in de prochie ende heerlichede van Watervliet, in Lauwerins poldre, oost van der kercke. 1539 (Fland., i, 59). LICHTVOETS <SMa>: lichtvoets, 1313, ARA-RR 2856. LICHTVOET(S)STRAAT <SMa>: upde Lichtvoet str(ate), 1600, SAE-1010, 429v; up den Lichtvoet straete, 1622, SAG-330/136-II, 61bisr. LICHTVOETS WEG <SMa>: ad viam lichtvoets, 1313, ARA-RR 2856; lichtvoetswegh, id; tusschen lichtevoets weghe ende der cuere van roecelare, 1337, SJHB-D 2/2, 1v; anden *lichtvoerswech, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 5v; ligtvoetsweghe, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 8v, 11v. Lichtvoetsweg <SMa>. Een weg te Sinte-Margriete, Aardenburg en Sint-Kruis (Zeeland): tusschen lichtvoets weghe ende der cuere van roecelare. +/- 1300 (Rtb. S. Jansh., f. 3). // in de prochie van sinte katelinen ende van Roesselare, benoorthalf ende bezuuthalf lichtvoets weghe. 1320 (Cart. ms. Sperm., f. cv). // Lichtvoet Wech. 1562 (Caerte Pourbus). LIEFVRENTSWEG? <SJE>: ande ware tusschen den relswech ende den liefvrentsweghe, 1572, ARA-RK 45209, 62v. LIEFZINKGEULE <SJE>: zuyt de liefzinckguele, 1572, ARA-RK 45209, 63v; zuyt de liefzinckguele ... noordt de clinckaertsguele, id. (Liefrinckgeule?) LONEKINS WEG <WLO>: in vaerne ante viam lonekins, 1313, ARA-RR 2856; lonekins wegh, id. (vgl. fn Leuntjens/Loontjens?) (*)Maandagweg/Mandeweg (de) <SJE>. Een weg te Sint-Jan-in-Eremo: in sint Jans in *Ermo,… metten noorthende anden maendewech. 1509 (Cart. S. Trudo, renten, f. 74, r). // ande maendach wech. 1509 (Ibid.). MAATGRACHT <SJE>: noort de rysselveerstrate zuut de maetgracht, 1572, ARA-RK 45209, 37v. MARIEPOLDER <WV>: sainte marie polre, 1471, ARA-RK 7837, 3r; sinte marie poldre die erdyct was int jaer m iiijc lxiiij, 1483, ARA-RK 7837, 3r; ste marien polder, 1496, SAG-330/41, 5r; sente marien polder in Watervliet, 1497, SAG-330/41, 62r; den maryen poldre, 1509, RAG-K/Ka, O; maryepoldre, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 8v; cochuyt, helle, forchier ende mariepolders, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 13r; poldre

Page 82: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

82

de Saincte Marie, 1522, ARA-WK 8751, O; sinte marie poldere, 1527, RAG-K/Ka, O; ste marien poldere, 1528, SAG-330/49, 319v; sinte marien poldere, 1531, ARA-RK 45208, 89v; marie poldere, id, 111r; marie poldre, 1536, ARA-RK 7848, 7r; binder prochie van watervliet In marye poldre, 1540, SAE-1009, 149r; cochuyt, forchier, helle ende marie polders, 1541, RAG-K/WV 158, 9v; marie poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 2v; --, 1551, RAG-RvVl 969, 262v; sinte marie poldere, 1553, RAG-SP-II 1338/2, 12r; marie poldere, 1554, RAG-Ka 341, 83r; mariepoldre / maryepoldere, 1557, RAG-AM 624, 66r; Inde heerlichede van Watervliet Inde Marye poldre, 1559, SAE-1009, 415v; maria polder, 1563, RAG-Ka 341, 170r; marie polder, 1567, RAG-Ka 342, 12r; marie poldere, 1571, RAG-AM 625, 117v; --, 1572, ARA-RK 45190, 120v; --, 1572, ARA-RK 45209, 88r, 90v, 91r, 113r, 120v; mariepoldre, id, 113r; sente marie poldere, id, 104v; maryepoldere, id, 86v; mariepolder, 1574, RAG-WLO 28, 27r; inde prochie van watervlyet in de marie poldere, 1575, RAG-AM 626, 80v; maryepoldere, id, 81v; --, 1576, RAG-AM 626, 121r; marienpoldere, id, 121r; marie poldre, 1581, SAG-330/98, 428v; mariepolder, 1586, RAG-WLO 28, 54r; --, 1607, SAG-330/128, 165v; marie poldere, 1616, SAG-330/132-II, 124r. Mariapolder <WV>. Een polder te Watervliet: Maria-Polder, in de waterlanden. Bedijkt in 1464 (Roos, 102). // eenen anderen paelsteen up den zeedyck van Marie poldre,… 1528 (Cout. Watervliet, 403). MARIAPOLDERDIJK <WV>: den maryen polder dyck, 1509, RAG-K/Ka, O; anden maryenpoldredick, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 12r; inden cockuytpoldere ... noordt de marie polderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 89v; de mariepolderdyck, id, 91v, 97v. MARIAPOLDERZEEDIJK <WV>: noordt den zeedyck van den marie poldere, 1572, ARA-RK 45209, 90v; den mariepolderzeedyck, id, 117r, 118r, 121r; den mariepolderzeedycq, id, 123r. MARKET(TE) <WLO>: in die prochie sinte niclawes ten vaerne in ene stede die men heet maerket, 1292, RAG-SP, O. Market <SJE>. Land te Sint-Jan-in-Eremo. In parochia sancti johanni in heremo,… terra dicta market. 1307 (Liber catenatus, f. x1.,r.). Markette <SJE>. Eene landerij te Sint Jan in-Eremo. 3 mens. terre dictas Market, jacentes nunc in parrochia Sancti Johannis in heremo et quondam in parrochia de Novo Rollario, decanatus Ardenburgensis. 1314 (Chart. 0.1.V kerk Br., nr 37, prov.). MATE <SJE>: inde mate ... noort aende rysselveerstrate, 1572, ARA-RK 45209, 35r. MEERSMENNE <SJE>: inde gokelaerewaterynghe oost de meerschmenne, 1572, ARA-RK 45202, 65v. MEER(S)STRAATJE <WLO?>: zuudt tmeerstraetken, 1561, RAG-WLO 27, 105r. (geen hs) MIDDELSTRAAT <WV>: vander muelestrate streckende vanden landycke totter middelstrate, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 4r; vanden zeedycke totter middelstrate, id, 4v; totter middelstraete, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 5v; totter eerster middelstrate, id, 9v. MIDDELWEG <SMa?>: binnen den ambochte van Ard(enburch) ende in die prochie van Zinte M(er)grieten ... streckende ... anden Groene(n) Wech ende achterwaerd tote anden Middelwech, 1371 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 119v. (in Sint-Margriete?) Middelweg <SMa>. Een weg te Sinte-Margriete. In zinte margrieten,… tote anderen middelwech. 1371 (B.M. Ard., 119).

Page 83: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

83

Moer <WV>. Een moerland te Watervliet: De quadam terra que vocatur Moer, jacente in parochia de Watervliet. 1226 (Cart. Dun., 324). // usque ad crucem quandam positam ultra morum, in fine ejusdem vie [Vrouwenwech]. 1258 (Cout. Watervliet, 278). // tot eenen cruce twelke es gheset over de moer int hende van den zelven weghe [de Vrauwen wech]. 1504 (Cout. Watervliet, 142). ZIE OOK: WATERVLIETMOER Moerkensweg <WV>. Een weg te Watervliet. 1562 (Caerte Pourbus). MOERSTRAAT <SJE>: in sinte jans prochie inde gokelaerewaterynghe ... west ende noordt de moerstrate, 1572, ARA-RK 45202, 42v; in sinte jans te benthille oost de moerstrate, id, 53v; te benthille oost den rysselvere wech zuudt de moerstrate, id, 56v; de moerstrate, id, 50v; MOLENSTRAAT <WV>: vander muelestrate streckende vanden landycke totter middelstrate, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 4r; totter muelenstraete, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 6r. MOLENWEG <SJE>: oost over den muelenwech, 1531, ARA-RK 45208, 78v. Muynckweg <WV>. Een weg te Watervliet: den moenke wech. 1332 (Cart. Magd. Brug.). NIEUWENDORPE <WV>: van den niewen dorpe weest waerd, 1363, RAG-NB, O. Nieuwe keure in Watervliet <WV>. Eene sectie der gemeente Watervliet: En le Neuve Coere de Watervliet de mellee. +/-1300 (Rol Aardenb.). // omme de redene dat tvorseide kint cuerbroeder was in de niewe kuere in Watervliet. 1378 (Bouc. Aud., II, 1056). // …de la seigneurie de la Nouvelle Cuere de Watervliet appelee sgraven goed. 1460 (Inv. Arch. Brug., 5, 425). NIEUWE POLDER <SJE>: den oostpoldere diemen heet den nieuwen poldere, 1531, ARA-RK 45208, 102r; vanden nieuwen poldre, id, 88v; den nieuwen poldere, 1572, ARA-RK 45209, 87v, 103r. NIEUW ROESELARE <SMa>: de novo rollario juxta rode(n)borg, 1241, RAD-Cart.68, 24r; de novo rollario, 1242, RAD-Cart.73, 11v; Novu(m) Rollar(ium), 1330-31, RAG-StVl 4691, 15v; (in novo rolario, 1361 kop.eind 14e, RAG-SB, B 1711, 28v;) infra scabinatum de Rollario novo, 1362 kop.1404, RAG-SB, O; binder kuere van nieuwe roeselare, 1365, ARA-RK 1072, 11r; binder kuere van niewe roeslare, 1381, ARA-RK 1073, 11r; ende heet nieuwe roesselaere, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 33v. NIEUWE VIERSCHAARWEG <WV>: prope loca que dicuntur via de nova Virscare, 1282, RAG-SP, O. NIEUWE WEG <SJE>: handen nieuwen wech, 1530, RAG-RvVl 959, 381r; ande *rysschvere inde mate bachten benthille van oostzyden in oostwaert tot den nieuwen weghe, 1531, ARA-RK 45208, 22r; den nieuwen wech, id, 25v; --, 1553, RAG-AM 804sexto, O; --,1572, ARA-RK 45209, 20r, 49r; in sente janspoldere ... noordt den nieuwen wech, id, 49v; zuyt den nieuwen wech west de clynckaertguele, id; in sente janspoldere oost den ryselveerwech zuydt den nieuwen wech, id, 52v; oost den relswech ... west den nieuwen wegh, id, 57v; den nieuwen wegh, id, 52v. Hier ook: Geul van de nieuwe weg <SMa>. Een waterloop te Sinte-Margriete: ande ghuele

vanden nieuwen weghe. +/- 1550 (Situatio, f. 39, v.). Hier ook: NIEUWEWEGGEULE <SJE>: lancx de nyeuwe wech ghuele, 1574, RAG-WLO 28, 53r.

Nieuwe weg <SMa>. Een weg te Sinte-Margriete: inden polder ter Passeguele, zuudoost vande guele gheseyt den Nieuwen wech in Ysendycke ambacht, inde prochie van Sinte-Margriete. 1527 (Charters S. Jans Hosp., nr 2773, blauw.).

Page 84: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

84

NIEUWEWEGSTRAAT <SJE>: anden nieuwech strate, 1619, SAG-330/135, 69v. (=Nieuwe Weg?) Nieuwland <WV>. Eene ‘nieuwland’ te Osthold, bij Watervliet : …tradidit… alodem suum Nieland dictum in Osthold sitam. (973) XIe e. (Trad. S. Petri, 85). Noorddijk <WV>. Een dijk te Watervliet: la Noorddycke de la mer. 1501 (Cout. Watervliet, 287). NOORDGEULE <SJE>: oost bette beels guele zuut de noortguele, 1572, ARA-RK 45209, 71v; oost de kercstrate zuut de noortguele, id, 72v. NOORDSTRAAT <SJE>: te benthulle metten zuythende an de noortstrate, 1499, RAG-RvVl 956, 153v. OLIEMOLENWEG <SJE/SLa>: ande ware tusschen den oliemuelenwech ende den relswech, 1531, ARA-RK 45208, 60r; den oliemuelwech, id, 48r; noordt den olymeulenwech ... zuudt den relswech, 1572, ARA-RK 45202, 1v; zuudt den olymeulenwech ... noordt de blockstrate, id, 4r; noordt den olymeulenwech, id, 5r/v; inden dullaert ... noordt den olymeulenwech, 6v. ONZER VROUWEN HUIZEKEN <WV>: loopende van onsen vrauwen huuseken, 1608, SAG-330/129-II, 33r; --, 1616, SAG-330/132-II, 124r. ONZER VROUWEN STRAAT(JE) <WV>: west van onser vrouwenstrate, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 4v; onser vrauwen straete, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 6r; onsvrauwenstraete, 1525, SAB-BV 216 KR/WV, 8v; neffens onsser vrauwen straetkin, 1559, K/WV 159, 8v; onsevrauwestraetkin, 1562, RAG-K/WV 160, 7r; inden cockuytpoldere ... zuyt de leetstrate ... noordt onse vrauwe straetkin, 1572, ARA-RK 45209, 96r; inden cockuytpoldere ... zuyt de leetstrate west de vrouwestrate, id, 96v; onse vrauwe straetkin, id, 51v, 88r, 99r/v; In ste xpoffels poldere ten zuytheinde den zeedyck ten noorthende onsevr(auwen) straete loopende van onsen vrauwen huuseken oostwaert, 1608, SAG-330/129-II, 33r. ONZER VROUWEN STUKSKEN <WV>: inden cockuytpoldere ... zuyt den weerdyck ... noordt den waterghanck van onse vrauwe sticxkin, 1572, ARA-RK 45209, 97r. ONZER VROUWEN WEG <WV/SJE>: via vrouwen ... vrouwenwegh, 1313, ARA-RR 2856; oost over ons vrauwen wech tusschen den waterganc ende den dycke van s(en)te marien poldere, 1531, ARA-RK 45208, 83v; ons vrauwen weghe, id, 92r; over ons vrauwenwech tusschen den waterghanck ende den dycke van sente mariepoldere, 1572, ARA-RK 45209, 88v; tot ons vrauwen weghe, id, 90r. OOSTAKKER <WV?>: een alf ghemet ghenaempt den oostackere ... inden cochuytpoldere, 1546, RAG-WLO 27, 32r. OOSTBURGWATERGANG <SMa>: up den hoestburgh waterganc, 1330, RAG-SB, O. OOSTHOUT <WV>: Osthold, 973 kop.midden 11e, GY-TW, p.767; in Ostholto, 995 kop.midden 11e, id; in Ostolto, 1038, id; Osthhouth, 1073 kop.eind 11e-begin 12e, id. Oosthout <WV>. Eene plaats nabij Watervliet: situm in Ostholto juxta Waterflit. 992 (C.S.P., I, 60). //…// in pago Flandrensi curtem in dominicatu in Ostolto. 1037 (C.S.P., I, 84). // S’ Wichardi de Osthhouth. 1073 (C.S.P., I, 103). Zelfde als: Oosthout <WV>. Een allodiaal goed, bij Watervliet, (O.-Vla.): Ostholt. 995 (Wauters, I, 429). Ostholt. 1017 (Wauters, I, 455).

Page 85: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

85

OOSTMOLEN <WV>: streckende lancx den ouden Landycke oostwaert naer Bochaute totten wal vander muelene die daer van ouden tijde ghestaen heeft ghenaempt den Oistmuelen, 1582, ARA-WK 9182, 1v. Oostmolen <WV>. Een molen tussen Bouchaute en Watervliet: de Oostmuelene. +/-1500 (Cout. Watervliet, 158). OOSTPOLDER <SJE>: oostpoldere, 1501 & 1504, RAG-SB, O; den oostpoldere diemen heet den nieuwen poldere, 1531, ARA-RK 45208, 102r; inden oostpoldere, 1535, RAG-WLO 27, 10r; in sente Jans poldere die zy zegghen den oostpoldere, 1538, SAG-330/59, 148r; oostpoldere, 1539, RAG-WLO 27, 14r; --, 1553, RAG-WLO 27, 72v; --, 1569, RAG-AM 625, 70v; --, 1572, ARA-RK 45209, 13r, 23r; inden cochuudtpolderdyck ... west den oostpoldere, id, 87r; dit es den oostpoldere diemen heet den nieuwen poldere, id, 103r; inden oostpoldere ... zuyt den benthillepolderdyck, id, 105v; oostpoldre, id, 107v. Oostpolder <SLa/SJE>. Een polder te Sint-Laureins en Sint-Jan-in-Eremo: lichende boven der lieve in den oost polre. 1287 (Cart. Eechout, f. 80). Oost Polder. 1562 (Caerte Pourbus). OOSTPOLDERDIJK <SJE>: oost den oostpolderdyck ... west de rijselveerstrate ende noordt sente janspolderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 28v; oost den benthille polderdyck ... noordt den oostpolderdyck, id, 33v; zuydt den cockuyt poldere zeedyck west den oostpolderdyck, id, 113r: inden oostpolderdyck, id, 104v; Inden bentillepolder zuyt de crysstrate noort den oostpolder dijc, 1624, SAG-330/136-III, 125r. OUDE DIJK <WV?>: inden mariepoldere ... noordt den auden dyck, 1572, ARA-RK 45209, 116r. Oude Geul <WV>. Een waterloopje, in den Jeronimus-Polder, te Watervliet: de Oude Guele, 1550 (BPM., 185). OUDE HOFSTEDE <SJE>: inden benthille poldere ghenaempt dhoude hofstede oost den dyck vanden oostpoldere, 1572, ARA-RK 45209, 23r; dhoude hofstede, id, 24r/v. (top?) OUDE HOLLE(N)WEG <SJE>: oost den ouden hollenwech west up den nieuwen wech, 1572, ARA-RK 45209, 59v. OUDE LANDDIJK <WV>: up de heerlichede van waterdyck ... zuydt den hauden lansdyck noordt de leetstrate, 1572, ARA-RK 45209, 139v. Oude Landsdijk <WV>. Een dijk te Watervliet: den Ouden Lansdyck, bij Watervliet. +/- 1500 (Cout. Watervliet, 158). OUDEMAN <WLO>: bij den ouden man, 1520, RAG-RvVl 957, 358v; in tscorre datmen heedt den houdeman ligghende an der noordtzijde van s(en)te hieronimuspolder, 1525, SJHB-Div O.15; ten houdeman, 1529, ARA-RK 33079, 12v; up den ouden man heerlichede van waterlant, 1559, RAG-Bo 406, 251v; up den auden man, 1560, RAG-WD 62, 14r; inden marie poldere ... west den dyck die loopt van benthille naer den hauden man, 1572, ARA-RK 45209, 113v; naer den oudeman, 1587, RAG-RvVl 984, 130r; Waterlandt ghezeydt den haudeman, 1589, SAE-1010, 429r; Inde prochie van den audeman, 1606, SAG-330/128, 37v; de Prochie van den hauden man, 1614, SAG-330/132,40v. Oudeman <WLO>. Een gewezen groote waterplas, sedert lang in polders, met trekgrachten en dijken, herschapen, gelegen te Waterland-Oudeman en Watervliet: 427m. I l. 72 r. waze inde schorre genaemd den Oudeman bij de St. Hieronimuspolder. 1525 (Pièces dev. Hosp. S. J. Brug., nr 15). //…// de Sluuse ten Houdemans, in den Oudemans-Polder. 1526 (Oudem. P., f. 2). OUDEMANSE STRAAT <WLO>: up de oudemansche strate, 1573, RAG-WLO 28, 19v.

Page 86: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

86

Oudemanskerke <WLO>. De kerk der parochie van den Oudeman, bij Watervliet: Dans la paroisse de Sainte-Marguerite et dans celle d’Oudemanskerke près de l’ église,… recouvert par la mer. 1430 (Inv. Arch. Nord, I, B. 1485). // Oudemanskercke te voren St. Niclays in Verno, is meest afgebroken bij de heretijcken, staet in den Oudemanspolder, een mijle west van Watervliet ende een halfve mijle suijt van Nieuw Yzendijcke… Hs. XVIe e. (Roos, 106). OUDEMANSPOLDER <WLO>: oudemanspolder, 1526, SJHB-Div 20, 3r; oudemanspoldere, id, 4v; --, 1527, SJHB-Div 20, 5r; --, 1527, RAG-WV 8, 3r; oudemans poldere, 1534, RAG-WLO 27, 9v; --, 1535, SJHB-O.1435; --, 1538, RAG-WLO 27, 12v; --, 1539, RAG-WLO 27, 15r; houdemans poldere, 1541, RAG-K/WV 158, 7r; oudemans poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 3v; haudemans poldere, 1545, SAG-28bis/2/31, 1v; houdemans poldere, 1545, RAG-WLO 27, 30r; --, 1546, RAG-WLO 27, 32r; ste niclaus in vaerne gheseyt den oudemans poldere, 1557, SAG-301/108, 78r; houdemans poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 6v; oudemans poldere, 1561, RAG-RvVl 974, 445v; oudemanspoldre, 1562, RAG-K/WV 160, 5r; houd(eman)s poldere, 1570, RAG-AM 625, 89v; oudemans polder, 1572, RAG-WLO 28, 15r; oudemanspoldere, 1581, SAE-1010, 353v; Oudemans poldre, 1582, ARA-WK 9182, 2v, 5r; oudemans poldere, 1587, RAG-RvVl 984, 130r; Haudemans Poldere, 1589, SAE-1010, 429r; den poldere van den auden man, 1606, SAG-330/128, 37v; oudemans polder, 1613, RAG-WLO 28, 44r. Oudemansstraat <WV>. Een weg te Watervliet: de Houdemans Strate, in den Oudemans-Polder. 1526 (Oudem. P., f. 1). // Item, dat men vanden selven paelsteen strecken zal oostwaert lancx Oudemans strate totten zeedyc van Oudemans polre. 1528 (Cout. Watervliet, f. 405). OUDEMANSZEEDIJKSTRAAT <WLO>: upden Oudemans zeedyck strate, 1600, SAE-1010, 129v. Oude Moer van Watervliet <WV>. Een moerland te Watervliet: Encores de vie moer et de wastines de Watervliet. 1296 (Rol Wastines). ZIE OOK: WATERVLIETMOER OUDE POLDER <WV/Ba>: le vielz polre, 1416, ARA-RK 7834, 3v; --, 1450, ARA-RK 7835, 2v; de oude poldre, 1483, ARA-RK 7837, 1v; le vielz poldre, 1536, ARA-RK 7848, 6v. OUDE WEG <SMa>: ande ghuele vanden houden weghe, 1450, RAG-SB, O. => Hierbij ook: Geul van de oude weg <SMa>. Een waterloop te Sinte-Margriete: ande ghuele vanden houdeweghe. +/- 1550 (Situatio, f. 39, v.). OUDE WEG <WV>: van den ouden weghe noordwaerd, 1360, RAG-NB, O. Oude Weg <SMa>. Een weg te Sint-Margriete: in Sinte Margriet,… anden houden weghe. 1561 (Pachtlanden St Donaes, F. 16, r.). OUD MOERSHOOFD <WV>: in veteri mourshont, 1282, RAG-SP, O; in veteri *morshoest, id. Oud Moershout <WV>. Een tiendeland bij Watervliet: De decimis terrarum in veteri *Mourshont, nec non et de decimis terrarum que dicunter le Polrekin Hohannis, filii,Dirkin, prope mare. 1282 (C.S.P., I, 427). OUD POLDERKEN <WV/Ba>: doude polderkin oft tforchierkin, 1531, ARA-RK 45208, 119r; --, 1572, ARA-RK 45209, 125r. OWERSTE? <SMa>: terra vulgariter dicitur owerste, 1249, KAD-Cart.D, 227r.

Page 87: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

87

(Overstee?) (kop.eind 13e?) PAARDENGRAS <SMa>: vieren linen Landts twelke land heet perdegars ligghende jn ysendyke ambacht jn die prochie van sente margrieten up den hoestburgh waterganc, 1330, RAG-SB, O. PALING <WV>: inde jheronimus poldere ghenaempt den palynck, 1569, RAG-AM 625, 65r. PARADIJSSTRAATJE <SJE>: inden cochuudtpoldere noordt tparadystraetkin, 1572, ARA-RK 45209, 86v. PARADIJSWEG <WV>: paredijs weghe, 1369 & 1370, RAG-NB, O. (Ter) Piete <WV>. Eene plaats nabij Bouchaute: in terra de Pite, in confinio de Bouchouthe. 1242 (C.S.P., I, 271). //…// Super terram nostram que jacet infra Pietam, extendens se usque ad villam de Watervliet. 1265 (Emul., I, 18). //…// lant, dat legt binden Pieten, streckende hem tote den dorpe van Watervliet. 1265 (C.S.P., I, 338). //…// Jean vander Pieten… a Piete *près de Watervliet+. 1321 (Van Hoorebeke, 132). PISWEGELKEN <WV>: van den weghe ... dat men heet pis weghelkijn, 1332, RAG-SV, O. POLDERSTRAAT <WV>: polderstrate, 1617, RAG-WD 62, 129r. POLDERSTRAATJE <WV>: tpolderstraetkin, 1576, RAG-Bo 407, 277r; in den laurynen polder ... west het polderstraetten wesende tgescheet van watervliet ende waterdyck noort den zeedyck vanden vorn. laurynen polder, 1617, RAG-WD 62, 125v. (zelfde als vorige?) POLDERKEN <WV>: que dicuntur le polrekin, 1282, RAG-SP, O. POREWEG? <WLO>: juxta viam appelatam porewesch, 1257, RAD-Cart.74, 15r. (geen fiche bij Stockman, Polreweg?) (kop.eind 13e?) Praat <WV>. Eene heerlijkheid te Watervliet: jeghen den bailliu ende scepenen (sheren) van Praet in Watervliet. 1372 (Aud., 319). Hierbij: Praat-ambacht <WV>. Het gebied der heerlijkheid van Praet, te Watervliet: Ende dat

voorseide lant leget binnen mijns heren ambochte van Praet in Watervliet. 1296 (Bad. Museum, 2, 370).

Radewegelke <SJE>. Een voetpad te Sint-Jan-in-Eremo: in sint Jans in *Ermo,… metten westhende an trade weghelking. 1509 (Cart. S. Trudo, renten, f. 74, r.). REEPT <SJE>: binnen bentille poldre ghenaempt Reept, 1581, SAG-330/98, 428v. Reinoudhoek <SJE>. Eene landerij, bij Helmare, te Sint-Jan-in-Eremo: Reynoudhouc .VII. mensurae. 1220 (C.S.P., I, 249). RELSWEG <SJE/SLa>: ande ware tusschen de oliemuelenwech ende den relswech, 1531, ARA-RK 45208, 60r; oost den weerdyck ... noordt den relswech, 1572, ARA-RK 45202, 1r; noordt den relswech ... zuudt de waelstrate, id, 2v; inden dullaert zuudtoost den relswech, id, 21v; den relswech, id, 1v, 2r; --, 1572, ARA-RK 45204, 38v, 116r; oost den relswech ... west den nieuwen wegh, 1572, ARA-RK 45209, 57v;

Page 88: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

88

ande ware tusschen den relswech ende den liefvrentsweghe, id, 62v; in sente jansprochie in ysendycke ambocht ... noordtwest een guele ghenaempt den relswech, id, 63r. Relsweg <SJE>. Een weg te Sint-Kruis (Zeeland) en Sint-Jan-in-Eremo: den Relswegh. 1562 (Aardb. O. E, 72). RENTMEESTERSLAND <WV>: van trentmeesterslande, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 9v. RIESGEULE <SJE>: inden benthille poldere ... noordt den weerdyck zuyt de riesguele, 1572, ARA-RK 45209, 24v. Rietbeek <WV>. Eene plaats te Watervliet: supra novam Keuram de Watervliet, a loco qui dicitur, ex una parte Springhe, et, ex alia parte, Riedbec. 1280 (Vad. Museum, 2, 361). RIJSELHOFLEE(T)STRAAT <SJE>: inden benthillepoldere oost ande rysselhof leestrate, 1572, ARA-RK 45209, 29r; de rysselhofleetstrate, id. RIJSELVEERSTRAAT <SJE>: te benthille poldere oost de rysselveerstrate zuudt de moerstrate, 1572, ARA-RK 45202, 56v; oost den oostpolderdyck ... west de ryselveerstrate ende noordt sente jans polderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 28v; de ryselveerstrate, id, 9r, 14v; de rysselveerstrate, id, 35v, 37v; an de blauwelyncx wech ofte Ryselveer strate, 1619, SAG-330/135, 69v. RIJSELVEERWEG <SJE>: via riselvere, 1313, ARA-RR 2856; te benthille oost den rysselverewech zuudt de moerstrate, 1572, ARA-RK 45202, 56v; west den rysselverewech ... noordt den weerdyck, id, 29v; den rysselverewech, 56r; in sente janspoldere oost den ryselveerwech zuydt den nieuwen wech, 1572, ARA-RK 45209, 52v; den ryselveerwech, id, 26v, 36v; oost den rysselveerwech ... noordt den nieuwen wech, id, 60r; den rysselveerwech, id, 14r/v, 15v, 53v, 59v, 60v; den rysselverwech, id, 12r/v, 13v, 52v; an den Rysselveere wech, 1624, SAG-330/136-III, 125r. RIJSELVERE <SJE>: in loco qui dicitur benthil juxta aqueductum qui vocatum riselvere, 1262, ADL-B 1561, 59v; risselevere, 1264, ADL-B 1561, 25v; risselewere, id, 25v; --, 1266, ADL-B 1561, 26r; die moer van ardenburgh tusschen vakeweghe ende der riselv(er)e, 1281, GY-CM, 547; super riselvere, 1294, ARA-RR 534; seur riselvere, 1295, ARA-RR 535; ricelvere, 1297, RAG-AOE, O; riselvere, 1305, ARA-RR 338; --, 1313, ARA-RR 2856; juxta aqueductum dictum Riselvere, 1362 kop.1404, RAG-SB, O; riselvere, 1365, ARA-RR 339; --, 1377, ARA-RR 349; an de ryselvere, 1447, RAG-SB, O; *rysselme, 1450, ARA-RK 7835, 4v; neffens den riselveere ende ande noordtzyde anden mandenwech, 1531, ARA-RK 45208, 31r; ryselveere, id, 67r, 75v, rysselveere, id, 82v; ande rysselschvere bachten benthille, id, 46r; ryschvere, id, 28v; ande *rysschvere inde mate bachten benthille, 22r; den ryselvere, 1572, ARA-RK 45209, 25v, 60v; de rysselveere, id, 63r, 66r; In St Jans poldere ter Ryselveere, 1619, SAG-330/135, 69v. Rijselvere <SJE>. Eene plaats tusschen Yzendijke en Sint-Jan-in-Eremo: Sex bonaria Wastinae nostrae jacentia in loco dicitur Benthil juxta *Biselvere,… 1262 (Mir., III, 122). // juxta aquae ductum qui vocatur *Biselvere. 1262 (Ibid.). // Binder ambochte van Ysendike, zuud vander kerke van Roecellare,… beoesten den weghe te Ricelvere;…ende ene line te Ricelvere,… 1297 (Vad. Museum, 5. 290). Rijselweg <SJE>. Een weg te Sint-Jan-in-Eremo: in s jans in de woestine, anden Riselwegh. 1284 (Cart. Magd. Brug.). // anden Riselwech. 1314 (Cart. Magd. Brug.). ROESELARE <SMa>: wastina novum rollarium appellata, 1249 (kop.eind 13e?), KAD-Cart.D, 226v; le nouvel rollers, 1264, ADL-B 1561, 25v; rosselare, 1265, ADL-B 1561, 20v; --, 1266, ADL-B 1561, 25v; roeselare, 1289, RAG-SB, O; zuud vander kerke van roecellare, 1297, RAG-AOE, O; in roeselare cheins,

Page 89: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

89

ca.1300, SJHB-D 3, 1v; in roecelare, id; ghiselbrechte van roeselare, 1311, RAG-SB, O; roecelare, 1320, SJHB-Rek.41A; --, 1337, SJHB-D 2/2, 1v; in roecelare cheins, 1350, SJHB-D 7, 1v; infra scabinatum de rollario novo, 1362, RAG-SB, O; a Giselino de Roeselare, 1362, RAG-SB, O; bij den helmare in tverdroncken landt ende heet nieuwe roesselaere, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 33v. Roeselare; ook Nieuw-Roeselare <SMa>. Een dorp en parochie onder Aardenburg: … decimas wastine Gosuini de Rollaris oppidani Gandensis,… que wastina novum Rollaruim appellatur,… 1218 (C.S.P., I, 239). //…// versus Rodembourc et Rosselare,… à via que dicitur Bouwelsweg, versus morum abbatis de Vaucellis. 1265 (Cart. Flines, 160). //…// lichende int ambocht van ysendike ende bezuudalf roeselare, beneden an moers hooft. 1297 (Cart. Eechout, f. 21). ROESELAREPOLDER <SMa>: de poldro de rousselare, 1484, RAG-SB, O; Inden Roesselaerpoldre, 1497, RAG-SB, O; In de poldren van Roesselare, 1502, RAG-SB, O; in de Roeselaer poldere, 1619, SAG-330/135, 70r. Roeselarepolder <SJE/SMa>. Een polder te Sint-Jan-in-Eremo, Sinte Margriete en Sint-Kruis bij Aardenburg: Rousselaer-Polder,… gossuin de Rollario. 1247 (Mém. soc. hist. Tournai, I, 237). ROESELAREDIJK <SMa/SJE?>: anden Reesselaeren dijc, 1529, RAG-RvVl 959, 277r; anden Roeselaer dijc, 1535, RAG-RvVl 961, 378v. SCHEPPERS HOEK <SMa>: vij gh. Landts ... Inde prochie van Ste margrieten ghenaempt sceppers houck, 1552, SAE-1009, 303r. ROOD HUIS <WV>: huyse ... in jeronimus pold(ere) ghenaempt troo huys, 1552, RAG-WLO 27, 65v. RUW WEGELKEN <SJE>: in bentille poldere ... noort het ruwe weghelkin, 1572, ARA-RK 45209, 36v. (zie ook Trudenwegelken) SAELGEBOS <SJE>: lancx saelghe bosch, 1554, RAG-RvVl 970, 420r. SCHARRENHOLEWEG <WV>: tuscken kerkedoerpe ende den weghe die men heet scarre(n)hole, 1331, RAG-SV, O; scarrehole weghe, 1332, RAG-SV, O. SCHEEDGRACHT / SCHEIDGRACHT <WV>: totter scheetgracht, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 4v; --, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 10v. (top.?: mogelijks) SCHINKELDIJK <WV>: den schynckeldyck, 1520, RAG-RvVl 957, 358v; vanden scinckeldycke vanden forchiere, 1531, ARA-RK 45208, 92r; den schynkeldyc, 1558, RAG-RvVl 972, 286v; inden cockuytpoldere oost den schinckeldyck vanden cockuytpoldere zuyt de leetstrate ... noort anden schinckeldyck, 1572, ARA-RK 45209, 90r; vanden schinckeldycke vanden forchiere, id, 90r; inden forchierpoldere ... zuyt den lansdyck west den schynckeldyck noordt de leetstrate, id, 125r; inden heldere poldere ... zuyt de leetstrate ... aende westzyde den schynckeldyck, id, 134v; den schynckeldyck, id, 125v; an den scynckeldyck, 1607, RAG-WD 62, 92v. Schinkeldijck (den) <SMa>. Een dijk te Sinte-Margriete: den Schijndeldijck. 1528 (Oml. v. sheer Pieter Booms poldere, 13). // In Sinte Margreiten… aen den schynkel dyck. 1561 (Pachtlanden St. Donaes, f. 75, v.). SCHINKELDIJKSKEN <WV>: inden hellepoldere oost tschynckeldycxkin, 1572, ARA-RK 45209, 137v; oost tscynckeldycxken zuyt den weerdyck ... noordt de leetstrate, id, 138r.

Page 90: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

90

SCHINKELZEEDIJK <WV>: inden houdemans poldere ... up den auden zeedyck ende schynckel zeedyck, 1555, RAG-WLO 27, 81r; inde mariepoldere oost anden barm vanden schynckel zeedyck zuyt den cockuytpoldere, 1572, ARA-RK 45209, 113r. SCHIPGRACHT <WV>: inden helderpoldere oost de scipgracht zuyt de leetstrate ... noordt den helderpoldere zeedyck, 1572, ARA-RK 45209, 139v. Simonshoek <WV>. Eene wijk nabij Watervliet. 1262 (Emul., 1907, 64). ‘s Graven Goed <WV>. Al het overstroomde land, dat voor 1378 en na 1501 Watervliet geheeten werd: ‘Graven Goed. De oudere benaming van Watervliet. Reeds in 1226 vermeld (Roos, aanteekeningen, 169). // Wie… scepenen te dien tiden up tsgraven goed in de niewe cuere van watervliet. 1314 (Cart. ms. Sperm., f. CXVII). // … de la seigneurerie de la Nouvelle Cuere de Watervliet appelee sgraven goed. 1460 (Inv. Arch. Brug., 5, 425). // *à Jérôme Lauwerein,… de la terre et seigneurie appellée en flameng *Sgranengoet [1. Sgravengoet] à qui le prince restitue le nom de Watervliet, nom qu’elle porati avant son inondation par la mer. XVe e. (Inv. Arch. Nord, 2, B. 1612). Aanm. 1) Als onbeheerd land en verdronken leengoed, na de overstrooming van 1378, teruggekeerd in het grafelijk domein. Aanm. 2) Bij Roos, 55, wordt het volgende gezegd: “Deze plaats was werkelijk ’s graven goed, namelijk oorspronkelijk eigendom van den bedijker der Waterlanden, Jan van Namen.” – Echter wordt de naam reeds in 1226 genoemd. SINT-ANNAPOLDER <WV>: st annepoldre, 1519, SAB-BV 216 KR/WV, 15r; sint annepoldre, 1521, SAB-BV 216 KR/WV, 14r; sint annenpolder, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 3v; een ander cleen polderkin groot 250 ghem. ghenaempt st annenpoldre ligghende noort ter zee waert naer st xpoffelsdycke, 1529, RAG-RvVl 7523, 111v; Jn sint anna poldere metten zuudhende anden dyc van sinte christoffels polder, 1532, SAE-1009, 47r; sint annen poldere, 1532, RAG-WV 8, 6r; ste annen poldere, 1538, RAG-WLO 27, 12v; sente annen poldere, 1541, RAG-K/WV 158, 9r; --, 1544, SAG-28bis/2/32, 4r; sinte anne poldere, 1547, RAG-AM 623, 72v; sint anne poldere, 1549, RAG-AM 623, 124r; sente anne poldere, 1553, RAG-WLO 27, 72v; binnen watervliet in ste anne poldere, 1556, RAG-Ka 341, 134r; ste annen poldere, 1559, RAG-WLO 27, 47v; sent annenpoldere, 1559, RAG-K/WV 159, 6v; sint anne poldre, 1562, RAG-K/WV 160, 4v; sint annenpoldere, 1564, RAG-AM 624, 215v; sinte annepoldre, 1565, RAG-K/WV 161, 6v; ste annen poldere, 1565, RAG-WD 62, 22bisr; --, 1567, RAG-WD 62, 25v; St Anna poldere, 1567, SAG-330/84, 175v; st anne polder, 1568, RAG-WLO 27, 70v; st anne polder, 1571, RAG-WLO 28, 5r; te Watervliet in St Anne poldere, 1576, SAE-1010, 270r; sente anna poldere, 1579, SAG-330/96-II, 130r; St Anna poldere, 1581, SAE-1010, 253v; --, 1582, SAE-1010, 376r; ste anna poldere, 1582, RAG-Ka 342, 180r; ste anna polder, 1620, RAG-Ka 342, 204v. Sint-Annapolder <WV>. Een polder te Watervliet: Sint-Anna-Polder. Bedijkt in 1505 (Roos, 16). //… SINT-ANNAPOLDERDIJK <WV>: anden barme van ste annenpolderdyck, 1573, RAG-WD 4, los stuk. (= vlg. top.?) SINT-ANNAPOLDERZEEDIJK <WV>: anden barm van sinte anne polderzeedyck, 1574, RAG-WD 4, los stuk; St Anna Polders seedyck, 1620, RAG-Ka 342, 204v. SINT-ANNASTRAATJE <SJE>: noordt ande cruustrate ghenaempt st annestraetkin, 1572, ARA-RK 45209, 17v. SINT-BARBARAPOLDER <WV>: in ste berble poldere, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 2v; voer tverlies van sinte berblen poldere, id, 13r; twelcke ghenaempt was ste barbelen poldre groot 350 ghem ligghende noort ter zee waert van st xpoffels dycke ende streckende oost naer lauwereins poldre, 1529, RAG-RvVl 7523, 111v; sinte baerblen poldere, 1530, SJHB-Div O.19; sinte barbelen poldere, 1532, RAG-WV 8, 6r;

Page 91: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

91

--, 1537, RAG-AM 622, 10v; ste barblen poldere, 1539, RAG-WLO 27, 14r; --, 1540, RAG-WLO 27, 16r; sente barbelen poldere, 1542, RAG-RvVl 964, 133r; sente barbelpoldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 4v; st barbele poldere, 1550, RAG-RvVl 968, 253v; sinte barble poldre, 1557, RAG-AM 624, 66r; sente barbele poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 6v; sinte barbele poldre, 1562, RAG-K/WV 160, 5r; sinte barble poldre, 1565, RAG-K/WV 161, 5r; ste barbelen poldere, 1567, RAG-WLO 27, 120v; --, 1567, RAG-WD 62, 25v; ste baerbara poldere, 1567, SAG-330/84, 175v; barbele polder, 1569, RAG-WLO 27, 123v; sinte barbelen poldre, 1570, RAG-Ka 342, 49r; sinte barble poldre, 1573, P/M-KR, 13r; sinte barble poldere, id, 16r; ste barbele poldre, 1573, RAG-WD 4, los stuk; barbel polder, 1574, RAG-WLO 28, 53r; sinte barbele poldre, 1574, RAG-WD 4, los stuk; st barbelpolder, 1575, RAG-WLO 28, 32r; sinte barble poldere, 1578, P/M-KR, 20r; sinte barblen polder, id, 30v; sinte barbelen poldere, 1582, P/M-KR, 28v; barbele polder, 1586, RAG-WLO 28, 54r; ste Barbarapoldere, 1602, SAG-330/125, 75r; *Barbala polder, 1620, RAG-Ka 342, 204v; ste Barbarapoldere, 1622, SAG-330/136-II, 61bisr. Sint-Barbarapolder <WV>. Een polder te Watervliet: Sint Barbel-Polder. In 1555 in bezit van Jerosme Laureyn (Roos, 56). // in Watervliet, Sinte Barbel poldere. 1560 (Charter Vrije, nr. 7921, blauw). // St. Barbara Polder. 1562 (Caerte Pourbus). Etym. Aldus geheeten naar Barbara, de dochter van Jeronimus Laureyn, heer van Watervliet (Roos, 22). Ook: Barbarapolder <WV>. Een polder te Watervliet: Ste Barbel polder (Noord van Watervliet). 1514 (Kaart). SINT-CHRISTOFFELSPOLDER <WV>: ste xpoffels poldre noort van bentille, 1502, SAG-330/42, 171v; ste xpoffels poldere, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 9r: ste *xpristoffelspoldre, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 12r; st xpoffels polder, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 11v; sinte xpoffels poldere, 1527, RAG-K/Ka, O; ste xpofels poldre, 1530, RAG-RvVl 959, 382v; an den dyc van sente christoffels poldere, 1532, SAE-1009, 47r; ste xpoffels poldre, 1538, RAG-RvVl 962, 403v; sente xpoffels poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 1r; ste *xpistoffels poldere, 1550, RAG-RvVl 968, 253v; sinte christoffels poldre, 1551, RAG-AM 623, 176v; ste *xpros poldere, 1554, RAG-Ka 341, 82v; ste xpoffels poldre bij Watervliet, 1556, SAE-1009, 341r; xpoffels poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 3v; sinte xpoffels poldere, 1561, RAG-WLO 27, 106r; christoffels poldere, 1562, RAG-K/WV 160, 2v; ste *xpros poldere, 1563, RAG-Ka 341, 169v; christoffels poldere, 1565, RAG-K/WV 161, 2v; xpoffelspolder, 1567, SAG-330/84, 175v; chrystoffelspoldere, 1579, SAG-330/96-II, 130r; Sinte xpoffels poldere, 1582, ARA-WK 9182, 3v; Ste xpoffels poldere, id, 1r; ste xpoffels polder, 1583, SAE-1010, 392r; ste xpoffels poldere, 1590, RAG-Ka 342, 190r; Christoffels poldere, 1592, RAG-Bo 407, 425v; ste xpoffels polder, 1600, SAE-1010, 429v; ste xpoffels poldere, 1605, SAG-330/127, 19v; --, 1608, SAG-330/129-II, 33r; ste Christoffels poldere, 1616, SAG-330/132-II, 124r; Ste Christoffelspoldere, 1618, RAG-RvVl 988, 328r, 350v; ste xpoffels poldere, 1623, RAG-Bo 408, 32v. Sint-Christoffelspolder <WV>. Een polder te Watervliet en Yzendijke: In watervliet, in sinte xpoff. poldere. +/- 1450 (Inv. S. Donat., f. 143). // Sint-Christoffels-Polder, in de Waterlanden. Bedijkt in 1499 (Roos, 36). SINT-CHRISTOFFELSDIJK <WV>: bedyct int jaer 1503 het scorre nu ghenaempt lauwereins poldre groot ontrent 1300 ghem. liggende oost van ste xpoffelsdycke ende streckende zuut naer bouchaute, 1529, RAG-RvVl 7523, 110v; twelcke ghenaempt was ste barbelen poldre groot 350 ghem ligghende noort ter zee waert van st xpoffels dycke ende streckende oost naer lauwereins poldre, byden welcken het gheheele noorthende van ste xpoffels dycke gans bevryt es, id, 111v; een ander cleen polderkin groot 250 ghem. ghenaempt st annenpoldre ligghende noort ter zee waert naer st xpoffelsdycke, id, 111v. (geen hs) SINT-CHRISTOFFELSPOLDERZEEDIJK <WV>: St xpoffels polder seedyck, 1620, RAG-Ka 342, 204v.

Page 92: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

92

SINT-JAN-IN-EREMO (IN-DIE-WOESTINE): jn de prochye van sinte jans kerke jn die woestine, 1311, RAG-SB, O; binder prochie van sinte jans, 1323 [1324], SJHB-O.400; S(an)c(t)us ioh(anne)s in heremo, 1330-31, RAG-StVl 4691, 15v; jn de prochhie van zente Jans in die woestine, 1332 & 1333, RAG-SB, O; die prochie van s(inte) jans in die w(oesti)ne, 1333 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, los stuk; die prochie van sente jans streckende an blouwels wech, 1337, SJHB-D 2/2, 64r; die proghie van sente Jans in die Wostine, 1357, RAG-SB, O; in parrochia Sancti Johannis in Heremo in officio de Ysendike prope terras ecclesie Sancti Nicholai in Vaerne, 1355 kop.15e, RAG-BG R1, 41v; in parrochia Sancti Johannis in Heremo in parte orientali et meridionali eiusdem loci, 1357 kop.15e, RAG-BG nr.1, 118v; parrochia sancti johannis in heremo, 1359, RAD-Cart.74, 41r; in officio de ysendike et parrochia sancti Johannis in heremo, 1362 kop.1404, RAG-SB, O; die prochie van Sinte Jans, 1380 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 154r/v; saint jehan de le woestine, 1388, ARA-RK 7834, 4r; in sente Jans prochie, 1402, SAG-301/16-II, 58r; saint jehan des wastines, 1416, ARA-RK 7834, 4r; saint jehan des woestines, 1419, ARA-RK 7834, 3r; sente Jans in de oestine, 1447, RAG-SB, O; saint jehan, 1450, ARA-RK 7835, 3r; saint jehan de wostine, id; binnen der prochie van S Jans, ca.1460, SJHB-D 4, 76v; ste jan, 1483, ARA-RK 7837, 3v; ste jans vander wostine, id, 3v; in p(arr)ochijs sanctorum Joh(ann)is in herimo et margarete, 1484, RAG-SB, O; sint jans jn heremo, 1485, SAG-301/58, 112v; --, 1499, RAG-RvVl 956, 153v; sinte jans in eremo, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 31r; sinte jans in heermo, id, 34v; sent Jans In heremo, 1501 & 1504, RAG-SB, O; Sainct Jehan in Hermo, 1522, ARA-WK 8751, O; sente Jans in heremo, 1529, RAG-RvVl 959, 277r; St Jans in heremo, 1535, RAG-RvVl 961, 378v; saint jehan de la woestine, 1536, ARA-RK 7848, 8v; ste jans in heremoede, 1539, RAG-WLO 27, 14r; sint jans in heremo, 1545, RAG-AM 623, 71r; ste jans in heremo, 1546, RAG-AM 623, 64r; sente jans in eremo, 1548, SAB-BV 216 KR/WV, 22r; ste jans, 1550, RAG-WLO 27, 53r; ste Jans In heremo bij bentille, 1553, RAG-RvVl 970, 311r; sinct jans in hermo, 1553, RAG-AM 804sexto, O; St Jans In heremo, 1554, RAG-RvVl 970, 419v; ste Jans in heremo, 1557, SAG-301/108-II, 49v; Int ambacht van ysendicke prochie van sent jans, 1562, RAG-RvVl 975, 58v; St Jans In eremo, 1568, SAE-1010, 127r; st jans, 1569, RAG-AM 625, 88v; int ambocht van maldeghem inde prochie van st jans in heremo, 1571, RAG-AM 625, 116r; sinte jansprochie, 1572, ARA-RK 45202, 2r; sint jansprochie, id, 29v; --, 1572, ARA-Acq.Lille 1131, O; --, 1572, ARA-RK 45209, 8v; sente jansprochie, id, 7v, 11v; sente jans, id, 7r; sente jans in heremo, id, 6v, 7r, 10v, 12v; --, 1572, ARA-RK 45204, 103r; ste jans prochie in eremo, 1573, RAG-AM 626, 47v; ste jans in heremo, 1575, RAG-AM 626, 80v; ste jans, id, 83r; te St Jans In eremo te St Laureins ten blocke, 1576, SAE-1010, 265r; ste jans in heremo, 1579, RAG-AM 626, 171r; st jans in eremo, 1581, RAG-WLO 28, 57r; tste jans in heeremore, 1581, SAG-330/98, 428v; St Jans ten Aermen, 1589, RAG-Ka 342, 189r; St Jans, 1606, SAG-330/128, 37v; st Jans in Eremo ambacht van Isendycke, 1619, RAG-RvVl 988, 345r; Sente Jans In Eremo, 1619, SAG-330/135, 69v; --, 1624, SAG-330/136-III, 125r. SINT-JANSPOLDER <SJE/Ba?/Bo?>: In den polre van sente Jans bewesten der kerken, 1378, RAG-AOE, O; den polre van sente Jans bij bentulle, 1402, RAG-RG, O; den polre van ste Jans bij bentulle, 1402, SAG-301/16-II, 58r; le polre saint jehan gisant empres bentille, 1416, ARA-RK 7834, 3v; le polre saint jehan ou l'eglise est dedens qui fut redigué en lan mil iiijc et xvj, 1422, ARA-RK 7835, 3v; Inden polder van sente Jans, 1447, RAG-SB, O; le polre de saint jehan, 1450, ARA-RK 7835, 2v; appelle le polre Saint Jehan, 1454, RAG-SB, O; ste jans poldre daer de kerke in staet, 1483, ARA-RK 7837, 3r; aen sinte janspoldere ende benthille, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 34v; ste janspoldere, 1509, SAB-BV 216 KR/WV, 5v; sente Jans polder (Bo), 1511, RAG-NB 7, 1r; st jans poldere, 1522, RAG-WV 8, 1r; St Jans poldre, 1530, RAG-RvVl 959, 380r; den benthilschen poldere ghenaempt st jans, 1531, ARA-RK 45208, 1r; den poldere van sint jans, id, 48r; den poldre van sint jans, id, 102r; st jans pold(ere), 1533, RAG-WD 4, los stuk; le poldre saint jehan ou l'egglise est dedens, 1536, ARA-RK 7848, 6v; le poldre saint jehan empres benthille, id, 48r; sente jans poldere, 1538, SAG-330/59, 148r; sint Janspoldere, 1546, RAG-Bo 406, 119r; sinct janspolder, 1553, RAG-AM 804sexto, O; st Jans poldre, 1559, SAE-1009, 413r; St Janspolder, 1560, RAG-RvVl 974, 12v; sint Jans poldre, 1571, SAG-28/10/41, 21r; sente janspoldere ... zuyt den weerdyck, 1572, ARA-RK 45209, 16v; sente janspoldere, id, 49r/v, 50r; sainct janspoldere, id, 49r; tsente Jans poldere (Ba), 1573, SAG-330/91, 261r; st jans polder, 1575, RAG-WLO 28, 32r; St Jans

Page 93: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

93

poldere, 1577, SAE-1010, 296v; ste Jans poldere, 1581, SAG-330/98, 428v; Ste Jans Poldere (Bo), ca.1590, RAG-Bo 87, 1r; St Jans poldere, 1619, SAG-330/135, 69v. Sint-Jan-in-Eremo <SJE>. Eene gemeente in Oost-Vlaanderen: in s. jans in de woestine. 1284 (Cart. Magd. Brug.) // … Sint-Janseik <WV>. Eene plaats bij Watervliet: te Watervliet ende te Sint Jans Heecke. 1539 (Charter Vrije, nr. 1985, blauw). SINT-JANSHOEK <SJE>: in sint jans houc daer de scepe ligghen, 1531, ARA-RK 45208, 102r; sint jans houc, 1572, ARA-RK 45209, 103r. Sint-Janspolder <SJE>. Een polder te Sint-Jan-in-Eremo, Z: In sinte jans polre bi bentille. 1429 (Bonis Thosan, 332). Ook: Sint-Jan-in-Eremopolder <SJE>. Een polder te Sint-Jan-in-Eremo: … goedinghe die harwaerts passeeren ende commen zouden duer den polder ghenaemt Sint Jans in Eremo. 1489 (Gr. Toulieu, VI, 363). SINT-JANSDIJK <SJE>: an st Jans dyc, 1535, RAG-RvVl 961, 378v; inden oostpoldere ... noordt sente jansdyck, 1572, ARA-RK 45209, 106v. SINT-JANSGEULE <SJE>: oost sente jansguele ... west den nieuwen wech, 1572, ARA-RK 45209, 58v; west sente jansguele, id, 49v. SINT-JANSPOLDERDIJK <SJE>: inden benthillepoldere oost den oostpolderdyck ... west de ryselveerstrate ende noordt sente janspolderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 28v; zuyt den weerdyck west sente jans polderdyck, id, 62v; te sente Jans polder dycke, 1619, SAG-330/135, 70r. SINT-JANSSTRAAT <WV>: st jansstraete, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 8v, 11v; sint-jansstraete, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 10r. SINT-JERONIMUSPOLDER <WV/WLO/SMa>: binnen den poldre van ste Jeronimus, 1509, RAG-SB, O; St Jeronimus poldre, 1512, RAG-SB, O; in ste jheronimuspoldre, 1516, SAB-BV 216 KR/WV, 8r; jheronimuspoldre, 1519, SAB-BV 216 KR/WV, 15v; Ste Jeronimus poldre in Watervliet ende Waterlant, 1520, RAG-RvVl 957, 358r; hieronimuspolder, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 9v; sinte hieronimuspolder, 1525, SJHB-Div O.15; hieronimus poldre, 1530, RAG-RvVl 959, 380v; st jheronimus poldere, 1530, RAG-WV 8, 4r; sinte jeronimuspoldere, 1535, SJHB-O.1435; jeronimus poldere, 1538, RAG-WLO 27, 12v; jeronymus poldere, 1541, RAG-K/WV 158, 4v; prochie van sinte margriete In sinte Jeronimus pold(er), 1543, RAG-RvVl 964, 406v; jeronymus poldere, 1543, RAG-WLO 27, 27v; Jeronimus poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 8v; --, 1545, SAG-28bis/2/31, 1r; sint jeronimuspoldere, 1548, RAG-AM 623, 215v; Inden Jheronimus binnen Watervliet polder, 1552, RAG-Ka 341, 47v; jeronymus poldere, 1553, RAG-WLO 27,18r; inde jeronimuspoldere, 1556, RAG-AM 624, 44v; Inden Jheronimus polder, 1556, RAG-Ka 341, 134r; In ste Jeronimus poldre ... west den dyck die loopt van ste Jans naer ste Margriete, 1559, SAE-1009, 415v; jeronimus poldere, 1559, RAG-K/WV 159, 4r; jeronymus poldere, 1560, RAG-WD 62, 14r; Ste hieronimus poldere, 1561, RAG-RvVl 974, 421r; Inden Jheronimus polder, 1563, RAG-Ka 341, 170r; Jeronimus poldere binnen Watervliet, 1565, SAG-330/82, 408v; sincte jheronimus poldere, 1567, RAG-AM 625, 29r; --, 1569, RAG-AM 625, 65r; jeronimus poldere, 1570, RAG-AM 625, 89v; hieronimus polder, 1570, RAG-WLO 27, 70v; --, 1572, RAG-WLO 28, 3r; noordt den jeronimus poldere, 1572, ARA-RK 45209, 120v; hieronimus polder, 1573, RAG-WV 145, O; Jeronimuspoldre onder de heerlichede van Waterlant, 1574, RAG-RvVl 980, 226v; St Hieronymus polder, 1577, SAE-1010, 305r; Ste Jeronimus poldere, 1582, ARA-WK 9182, 1v, 2v; Ste Heronimus poldere, id, 2v; Ste Hieronimus poldere, id, 4v; Ste

Page 94: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

94

Jeronimus poldere, 1600, SAE-1010, 429v; Ste Jheronimus Poldere, 1610, SAG-330/130-II, 12v; ste jheronimus polder, 1615, RAG-WLO 28, 60r; Ste Jeronimus Poldre, 1619, SAG-330/135, 69v; in ste Jheronimus poldere binnen Watervliet, 1619, RAG-RvVl 988, 350v; Sente Jheronimus poldre, 1625, SAG-330/138, 31r, 80v. Sint-Jeronimuspolder <WV>. Een polder te Watervliet en Yzendijke: Hieronimus-Polder, in de Waterlanden. In 1501 bedijkt; in 1711 herdijkt (Roos, 66). Lequel fief de Waterlandt sextendoit au poldre de Saint Jeromme. 1504 (Cout. Franc, 2, 665). //… (SINT-)JERONIMUSPOLDERDIJK <WV>: inden marie poldere ... zuydt den cockuydtpolderdyck ende noordt jeronimus polderdyck, 1572, ARA-RK 45209, 117v; anden cockuyt polderdyck ... noordt anden jeronimus polderdyck, id, 120r. Sint-Jeronimuspolderdijk <WV>. Een dijk en weg te Watervliet: Sint Jeronimus Dijck, nevens den St.-Jeronimus Polder. 1526 (Oudem., P., f. 1). de… S. Joorispoldere,… commende an Ste jheronimus polderdyck. 1543 (C.S.P., 2, 371). (SINT-)JERONIMUSPOLDERZEEDIJK <WV>: an hieronimus polder zeedyck, 1573, RAG-WLO 28, 22v. SINT-JORISPOLDER <SMa/WV/Ba?/Bo?>: inde prochye van sente margrieten noortoost van den kerchove daer de kercke wilen heer upghestaen heeft in eenen poldre gheheeten sinte Joris poldre, 1450, RAG-SB, O; in tribus polderis videlicet ... sancti Georgii ... streckende doer sent Joerijs poldere, 1469, RAG-NB, O; sent jorijs polder, 1480, SAG-301/55-II, 79v; sente Jooris polder, 1496, SAG-330/40, 265r; --, 1496, SAG-330/41, 5r; --, 1497, SAG-330/41, 62r; sente Jooris poldere, 1499, SAG-301/65, 107v; sent Jooris poldere, 1501, RAG-SB, O; --, 1504, RAG-SB, O; st Jooris polder binnen bochoute, 1507, SAG-301/70, 48r; benoortwest van bochoute In St Jooris poldre In de heerlichede van Waterdyck, 1513, RAG-AOE, O; St Jooris poldere te bouchoute, 1514, SAG-301/73-II, 53v; binder prochie van bouchoute west ende noordwest vander kercke jnden nieuwen poldre die bedyct was jnt Jaer veir tien hondert zesse ende tzestich ende es gheheeten sint Joris poldre, 1515, RAG-AOE, O; s. jorispoldere, 1517, RAG-LvN 1144 KR/Bo, 4r; sente jorispoldere, id, 4v; ste jorispoldere, 1519, RAG-LvN 1144 KR/Bo, 3r, 4r; sint joris poldere, 1520, RAG-LvN 1144 KR/Bo, 3r; sint jores poldere, 1521, RAG-LvN 1144 KR/Bo 3v; sente joris poldre, 1523, RAG-LvN 1145 KR/Bo 3v, 6v; sintioris poldere, 1524, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 6v; sint Joris poldre, 1524, RAG-AOE, O; jn st Joeris poldere, 1525, SAG-301/80, 138v; sinte jorijs polder, 1525, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 4v, 7v; sint joris poldere, 1526, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 4v; sinte jooris poldere, 1526, SJHB-O.1417; --, 1526, SJHB-Div 20, 1r/v, 4r; in sent Joorispoldere, 1527, RAG-AOE 19; sint tioris poldere, 1527, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 4v; in sente Jooris poldere, 1528, SAG-330/49, 319v; s. jooris poldere, 1529, RAG-LvN 1145 KR/Bo, 6v; sint Jooris poldre, 1530, RAG-RvVl 959, 380r; sent jooris poldre, 1534, RAG-LvN 1146 KR/Bo, 4r; sint jooris poldere, 1535, RAG-LvN 1146 KR/Bo, 4r; ste Jooris polder, 1535, SAG-330/53, 96v; ste Jooris poldre, 1537, SAG-330/54, 301r; sinte jooris poldere, 1538, RAG-LvN 1147 KR/Bo, 3r; ste Jooris poldere, 1541, SAG-330/59, 30r; st Joris poldere, 1541, RAG-NB, O: st Jooris polder, 1542, RAG-RvVl 964, 230v, 232r; sint Joris poldere, 1543, RAG-Bo 406, 61v; sent joryspoldere, 1543, RAG-LvN 1147 KR/Bo, 6v; sente Jooris poldere, 1544, SAG-28bis/2/32, 5v; sinte jooris poldere, 1545, RAG-LvN 1147 KR/Bo, 4r; ste Jooris poldere, 1548, SAG-330/66, 72v; St Jooris poldere, 1548, RAG-Bo 406, 182r; ste Jorys poldere, 1550, RAG-NB 8, 76r; sint Joris poldre, 1551, RAG-AOE, O; sinte jooris poldere, 1557, RAG-LvN 1148 KR/Bo, 4r; sint joris polder, 1558, RAG-LvN 1148 KR/Bo, 6v; sente Jooris poldere, 1559, SAG-330/76, 248v; St Jooris poldere, 1559, SAG-28bis/1/6, 5v; sinte jooris poldere, 1559, RAG-LvN 1157 AR/Bo, 2v; sent jooris poldere, 1560, RAG-WD 62, 14r; sente jooris poldere, 1561, RAG-LvN 1148 KR/Bo, 3v; synte jooris poldere, id, 5r; sente Joors poldere, 1562, SAG-330/80, 23v; sint jooris poldere, 1563, RAG-LvN 1148 KR/Bo, 6v; Ste Jooris poldere up dheerlichede van Waterdyck, 1567, RAG-Ka 342, 10r; sint joris poldere, 1569, RAG-LvN 1149 KR/Bo, 3v; sint joores poldere, id, 4v; sent joorispoldere, 1575, RAG-LvN 1149 KR/Bo, 4v; sinte joeris poldere, 1575, RAG-LvN 1158 AR/Bo, 7v; sente Jooris poldere, 1575, SAG-330/93, 134v; --, 1576, SAG-330/93,

Page 95: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

95

235r; St Jooris poldere in Watervliet, 1576, RAG-Bo 407, 277r; St Jooris poldre, 1576, SAE-1010, 296v; st joorijspolder, 1577, RAG-LvN 1149 KR/Bo, 6r; st joorijs polder, 1579, RAG-LvN 1150 KR/Bo 5r; sente Jooris poldere, 1579, SAG-330/96-II, 254r; ste joorijs poldere, 1581, RAG-LvN 1158 AR/Bo, 3r; Sent Jooris poldere, 1581, SAG-94bis/17, 160v; St Jooris poldere, 1582, ARA-WK 9182, 3r; st joorijs polder, 1583, RAG-LvN 1150 KR/Bo, 5r; sen joorijspoldere, id, 7r; ste Jooris polder, 1588, SAG-330/109, 5r; St Jooris poldre, 1600, SAE-1010, 429v; St Jooris poldere, 1601, RAG-AOE, O; (Bassevelde...) ste Jooris poldere, 1604, SAG-330/126-II, 30v; St Jooris polder, 1617, SAG-330/133, 93v; ste joorijs poldere, 1617, RAG-WD 62, 121r; ste jorispoldere, 1618, RAG-WD 62, 135r; Ste Jooris polder, 1622, SAG-330/136-II, 61bisv; Sente Jooris poldere up Waeterdyck, 1624, SAG-330/136-III, 114v; Ste Jooris polder, 1625, RAG-Bo 408, 66v. Sint-Jorispolder <WV>. Een polder te Watervliet en Bouchaute: De porle van Sinte-Jooris begint an de polre van Sint-Salvator westwaert gaende… 1470 (Cout. Watervliet, 284). // de… S; Joorispoldere, ende van daer lanc rechte duere de Passeguele ter syden van ’t goet van Jan Gaergoet tot in den oost-zuidoost houck van den voorseiden Passeguele, commende an Ste Jheronimus polderdyck,… de muelne staende in den Passeguelen poldere,… ende der straete ghenaempt der Cruusstraete. 1548 (C.S.P., 2, 371). SINT-JORISPOLDERDIJK <WV>: onder sint-jorispolderdyck, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 6v. SINT-KRUISPOLDER <SMa>: In ste cruus poldre In ste m(ar)grieten prochie, 1532, RAG-RvVl 960, 269v; in ste cruus poldere, 1535, RAG-RvVl 961, 378v; --, 1548, RAG-RvVl 966, 410r; in de prochie van sente margrieten Inden poldere van sente cruus, 1557, SAG-301/108-II, 49v; In den polder van ste cruus, 1557, SAG-330/75, 205v; inden cruyspoldere, 1559, RAG-WLO 27, 79r. Sint-Laureinspolder <SJE>. Een polder te Watervliet en Sint-Jan-in-Eremo: in polre Sancti Laurentii,… 1309 (Cart. Dun., 233). // St. Lauryns Polder. 1562 (Caerte Pourbus). SINT-LIEVENSPOLDER <SMa>: territorii sive poldri vulgariter nominati sinte livin(u)s poldre situati et collocati in p(arr)ochijs sanctorum Joh(ann)is in herimo et margarete, 1484, RAG-SB, O: sente lievins poldre, 1501 & 1502, RAG-SB, O; sinte lievins poldre, 1520, RAG-RvVl 957, 358v; sente lievins poldere, 1529, RAG-RvVl 959, 277r; ste Lievins poldere, 1532, RAG-RvVl 961, 269v; --, 1548, RAG-RvVl 966, 410r; binnen der prochie van ste margrieten Inden polder van ste cruus ende ste lievins, 1557, SAG-330/75, 220v; Sinte Lievins polder, 1562, RAG-RvVl 975, 59r; sinte lievens poldere, 1565, RAG-AM 624, 221r. Sint-Lievenspolder <SJE/SMa>. Eene polder, in de gemeenten Sint-Jan-in-Eremo, Sinte-Margriete en Waterlandkerkje: Sint-Livinus-Polder, in de Waterlanden. 1484-1622-1711 (Roos, 98). SINT-LIEVENSDIJK <SJE>: an sente lievins dijc, 1529, RAG-RvVl 959, 277r. Sint-Lievenspolderdijk<WV/SMa/SJE>. Een polderdijk en weg te Watervliet, Sinte-Margriete en Sint-Jan-in-Eremo: In Watervliet,… au sinte Lievens polder dijck. 1550 (Legher Chartr. Br., f. 117). (oostwaert totte strate van sinte Margriete dat wijlent den Sint lievens polder dijk is geweest. 1777 (Brand-Creke, Statenbodem, 1)). SINT-MARGRIETE: prope ecclesiam beate Margarete, 1244, RAG-SB, O; prope ecclesiam b(eat)e marg(a)r(ete), 1244 kop.eind 13e, KAD-Cart.D, 226r; in die prochie van sinte margrieten, 1282, GY-CM, 637; (--, POB-O.57); in parrochia sancte margarete, 1292, RAG-SB, O; jn die prochie van sente margrieten, 1330, RAG-SB, O; Sancta margar(etha) iuxta moer, 1330-31, RAG-StVl 4691, 15v; binnen den ambochte van Ard(enburch) ende in die prochie van Zinte M(er)grieten ... streckende ... anden Groenen Wech ende achterwaerd tote anden Middelwech, 1371 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 119v; binden ambochte van ysendike Ende inde prochye van sente m(ar)grieten, 1450, RAG-SB, O; ecclesia

Page 96: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

96

sancte m(ar)garete iuxta villa(m) ardenburgen(sem), 1481, RAG-SB, O; in p(arr)ochijs sanctorum Joh(ann)is in herimo et margarete, 1484, RAG-SB, O; prochie van sinte margriete, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 34r; kerke van ste margrieten, 1509, RAG-SB, O; st margrieten, 1512, RAG-SB, O; sinte margriete, 1526, SJHB-Div 20, 6r/v, 7v; ste m(ar)grieten prochie, 1532, RAG-RvVl 960, 269v, 374r; ste m(ar)griete prochie, 1535, RAG-RvVl 961, 378v; binnen der prochie van tste m(ar)griette jn watervliet, 1543, SAG-330/61, 54v; de prochie van sinte margrieten ysendyck Ambacht, 1543, RAG-RvVl 964, 406v; binder prochie van sinte mergrieten, 1544, RAG-RvVl 965, 44r; sinte margrieten p(ar)ochie, 1548, RAG-RvVl 966, 410r; binnen der prochie van ste margrieten bij oostbuerch, 1551, SAG-330/68, 116r; ste margriete, 1556, RAG-AM 624, 30v; sente margrieten, 1557, SAG-301/108-II, 49v; ste margrieten, 1557, SAG-330/75, 205r; sente margrieten, 1560, RAG-WLO 27, 82r; ste margrieten, 1563, SAG-301/113, 200v; sinte margriete, 1565, RAG-AM 624, 221r; ste m(ar)grieten jn waeterlandt, 1567, RAG-RvVl 977, 335r; ste margrieten, 1569, RAG-WLO 27, 126r; st margrieten, 1571, RAG-WLO 28, 5r; ste margriete Int Waterlant, 1574, RAG-RvVl 980, 178r; ste margriete, 1576, SAG-330/93, 210v; --, 1576, SAE-1010, 270r; --, 1577, SAE-1010, 305r; sint margrieten in Waterlandt, 1581, RAG-RvVl 982, 165v; Ste Margriete, 1582, ARA-WK 9182, 5r. Sint-Margriete <SMa>. Eene gemeente in Oost-Vlaanderen: … prope ecclesiam beate Margareta ad orientem,… 1244 (Cart. S. Bav., 234). //…// Ste Margriet heeft gestaen in St. Cruyspolder buyten den dyckx, omtrent een halve mile zuyt-west van St-Niclays, nu Oudemans, ende omtrent een quart mils noortwest van Rousselaere. 1639 (Ste Marg., 2). SINT-MARGRIETE(N)GOED <WV>: (Couvent St Mergriete te deynse) huerl. pachtgoet ghenaempt sente margrietens goet gheleghen in Ste Jooris polder, 1542, RAG-RvVl 964, 230v. SINT-MARGRIETE(N)POLDER <SMa>: in novo polro extra Ware nuncupato Sancte margarete, 1401, RAG-SB, O; pold. sancte margarete, 1402, RAG-SB, O; de poldro sancte m(ar)garite, 1484, RAG-SB, O; Ste margrieten poldere, 1552, SAE-1009, 303r; in den poldere van Ste Margrieten binnen der prochie van Ste Cruys, 1557, SAG-330/75, 220v; Inden polder van St Margriete, 1583, SAG-330/100, 366v; Ste Margriete poldere, 1621, SAG-330/135-II, 101v. Sint-Margrietepolder (de) <SMa>. Een polder te Sint-Kruis (Zeeland): Item lant bedijkct jnt jaer xiiij .ij. in sinte margriet polre bi ardenburgh. 1402 (bouc St. Baefs, 32). //…// St. Margareta Polder. 1562 (Caerte Pourbus). Sint-Margrietedijk <SMa>. Een dijk te Sinte-Margriete: ant water dat strect an sinte maergrieten dijc. 1481 (Oostk.- Monnekr., f. 56). Sint-Mariapolder <SJE/WV>. Een polder te Sint-Jan-in-Eremo en Watervliet: Van den voorseiden Coccut polre noordwaert licht een polre gheheeten Sint-Marien polre, bedyct… int jaer lxiiij. 1470 (Cout. Watervliet, 284). SINT-MARIEPOLDER <WV>: zie MARIEPOLDER. SINT-MARTENSPOLDER <SJE>: in sinte marten poldre, 1501 kop.begin 17e, ARA-RK 1075, 31r. (geen fiche Stockman - verschrijving Marien?) SINT-NIKLAAS-TER-VAARNE <WLO>: s(an)c(t)i nich(olai) de varne, 1244 kop.eind 13e, KAD-Cart.D, 227r; sancti nicholai de varne, 1249 (kop.eind 13e?), KAD-Cart.D, 226v; parrochiarum Sancti Nicholai de Varne, 1249, RAG-SP, O; infra p(ar)rochiam Sancti Nicholai de Varne, 1282, RAG-SP, O; Watervliet versus Varne, id; in confina p(ar)roch. de Watervliet et de varne, id; in die prochie sinte niclawes ten vaerne, 1292, RAG-SP, O; in vaerne, 1313, ARA-RR 2856; de prochhie van zente Niclaus te verne, 1331, RAG-SB, O; prope terras ecclesie Sancti Nicholai in Vaerne, 1355 kop.15e, RAG-BG R1, 41v; in parrochia de vaerne, 1357, RAG-SB, O; vaerne, 1357, RAD-Cart.74, 15r; in parrochia de vaerne infra scabinatum

Page 97: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

97

sive dominium appellatum lanchardemb(urgh), 1362 kop.1404, RAG-SB, O; saint nicolai, 1388, ARA-RK 7834, 4r; saint nicolay, 1416, ARA-RK 7834, 4r; saint nicolas, 1450, ARA-RK 7835, 3r; ste niclaus, 1483, ARA-RK 7837, 3v; ste niclaus in vaerne gheseyt den oudemans poldere, 1557, SAG-301/108, 78r; Sente niclaus te vaerne, 1561, RAG-RvVl 974, 446r. Sint-Niklaas-ter-Varent <WLO>. Eene oude prochie, onder Waterland-Oudeman: … parrochiarum sancti Nicolai de Varne, de osmondkeerka et aliarum existentium iuxta morum de Rodenborg,… 1218 (C.S.P., 1. 285). //…// Sint-Nicolaas. Eene plaats nabij Waterland-Oudeman. Verdronken den 16 Nov. 1377 (Bijdr. Z.-Vla., 6, 201). Sint-Nikolaas-ter-Varent: (...)vp neghentiene buunre ende een+half ymet ende dartich roeden lands lichtelic min iof me. licghende binnen den ambochte van ysendike ende in die prochie sinte niclawes ten vaerne in ene stede die men heet maerket Corp.I p. 1790, r. 27-30, Bruggrie, West-Vlaanderen, 1292; Jn sente niclaus prochie ten vaerne .ii. ᨣ .vi. ᨣ. siaers op .½. ghemet winnens lands. Corp.I p. 1597-1598, r. 40-1, Oudenaarde, Oost-Vlaanderen, 1291; Jn sancti nicholai de vaerne iuxta ysendike .ii. ᨣ .vi. ᨣ.(...) (In (de parochie van) Sint-Nicolaas van Vaarne bij IJzendijke, 2 schellingen 6 penningen...) Corp.I p. 228, r. 6, Oudenaarde, Oost-Vlaanderen, 1272 Sint Philipspolder <WV>. Eene polder tusschen Watervliet en Philippine: ende omdat hij voorseit… dat op Waterdijck, geleghen ontrent een mijle oost van Watervliet,… van nooden soude sijn dese toecommende saisoen in te dijcken een ander polder, die genaempt sal worden Ste Philips polder,… 1505 (Gesch. Meng., Z.-Vl., 26). SINT-PIETERSPOLDER <SJE>: le polre saint pierre ... rediqué 1422, 1424, ARA-RK 7835, 3r; le polre de saint pierre, 1450, ARA-RK 7835, 2v; in ste pieters poldere ligghende te benthille oost van ste jans poldre daer de kerke in staet, 1483, ARA-RK 7837, 3r; le poldre saint pierre, 1536, ARA-RK 7848, 6v. Sint-Pieterspolder <WV>. Een polder, wellicht te Watervliet: Lettre de la haute justice de la seigneurie du poldre de Sainct-Pierre, disqué lan 1504 (Cout. Watervliet, 344). Sint-Salvatorspolder <WV>. Een polder te Watervliet : De polre van Sint-Salvator de welcke begint an de havende van Bouchaute gaende westwaert,… 1470 (Cout. Watervliet, 284). SLEESTRAATJE <SJE>: inden benthillepoldere oost sleestraetken ... noordt de cruustrate, 1572, ARA-RK 45209, 9r; anden weerdyck west tsleestraetken, id, 20r; west tsleestraetken noordt commende ande cruustrate, id, 20v; oost sleestraetken, 1607, RAG-WD 62, 91r. SLUISGRACHT <SJE>: zuyt den nieuwen wech west de clinckaerts guele ende noordt de sluusgracht, 1572, ARA-RK 45209, 54v; west de keerckstrate naer de muelene ende noordt de sluusgracht, id, 66v; oost den nieuwen wech ... west de sluysgracht, id, 49r. SMISSE <WLO>: een huus staende up den oudeman ghenaempt de smesse, 1572, RAG-WLO 28, 10v. SMOUTHOEK <WV>: smouthouc, 1262, ADL-B 1561, 59v; smouthoech, 1294, ARA-RR 534; smouthoec, 1295, ARA-RR 535; --, 1305, ARA-RR 338; smouthouc, 1365, ARA-RR 339; smouthout, 1377, ARA-RR 349; smouthouc, 1388, ARA-RK 7834, 4r; smouthout, 1416, ARA-RK 7834, 4r; --, 1450, ARA-RK 7835, 3r: --, 1483, ARA-RK 7837, 3v. Smouthoek <WV>. Eene wijk van Watervliet: Ex Watervliet ex novo et veteris cum smouth oeck. 1294 (Comput. Wastinae).

Page 98: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

98

SPIJKELBOOR <WV/Bo>: In sente Jooris poldere vijf ghemeten Landts ... Int spyckelboort binnen de heerl. ende vryheyt van Watervliet, 1559, SAG-330/76, 248v; In spyckelboort, 1562, SAG-330/80, 23v. Springe <WV>. Eene plaats te Watervliet: supra novam Keuram de Watervliet, a loco qui dicitur, ex una parte Springhe, et, ex alia parte, Riedbec. 1280 (Vad. Museum, 2, 361). // versus parrochiis de Watervliet et de Bassevelde, ultra terminos infrascripteros qui dicuntur Springhe,… 1280 (Cart. de Flines, 242). Springweg <WV>. Een weg te Watervliet: versus parrochias de Watervliet et de Bassevelde, ultra terminos infra scriptos, videlicet qui dicuntur Springhe via ante portam Willeminorum,… 1208 (Cart. Flines, 1, 242). // de Straete voor de poorte van de Willemijnen in de sententie arbitrale anno 1280 genaempt den Springwech. 1280 (Messager, 1892, 339). STAKEVERE <SJE>: stakevere, 1313, ARA-RR 2856. STAKEVEREWEG <SJE>: ad viam stakevere, 1313, ARA-RR 2856. STEENOVEN <WV>: ghenamt steenhoven, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 8r, 11r; den steenhoven, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 9r. (in Sint-Christoffelpolder) STOOFVELD <WV/Bo?>: een leen drye ghemeten lants ... ghenaempt Stoofvelt, 1582, ARA-WK 9182, 3r. STRINGEN <SJE>: in de stringhen, 1553, RAG-RvVl 970, 311v. TAYENWEG <SJE>: ad viam tayen, 1313, ARA-RR 2856. TRUDENWEGELKEN / TRUIENWEGELKEN <SJE>: neffens den riselveere ende ande noortzijde anden mandenwech ende anden westzijde truden weghelkin, 1531, ARA-RK 45208, 31r; truden weghelkin, id, 34r; inden benthillepoldere noordt oost an truyeweghelkin, 1572, ARA-RK 45209, 11v; west truyeweghelkin, id, 13r; west ... truyeweghelkin noordt de guele, id, 23r; neffens den ryselvere ... ande noordtzijde anden mandenwech ende anden west truyeweghelkin, id, 25v; zuytwest den ryselveerwech ... noordt oost truyeweghelkin, id, 26v. (zie ook Rudderwegelken, Ruwe Wegelken) Twee Eiken <SJE>. Eene plaats te Sint-Jan-in-Eremo: in sint jans in *Ermo, lant… gheleghen bij den twee heeken daer de conijnen over loopen ende es sober lant. 1509 (Cart. S. Trudo, renten, f. 74 r). VAARNE: zie SINT-NIKLAAS-IN-VAARNE. VERALYSENPOLDER <WV?>: jn veralysen polre, 1357, SAG-330/2, 147bisr. VERBRANDE STAAK <SJE>: in benthille poldere ... noordt oost den brauwers wech zuytwest den weerdyck ... zuyt ende zuytoost anden verberrenden staeck, 1572, ARA-RK 45209, 4r. VERDULVEMOLEN / VARDULVEMOLEN ? <WV>: van der vardulve moelne, 1371, RAG-SP, O. VETELSWEG <SJE>: ad viam vetels ... vetels wegh, 1313, ARA-RR 2856. VIER WEGEN <SMa>: Int Landt van den vrije, In ardenborch ambocht Inde prochie van sente Cruus aldaer men gaet naer ste margriete up de oostzyde commende anden Weerdyck ende anden Cockuut wech metgaders anden asaert wech tusschen vier weghen, 1576, SAG-330/93, 210v; --, 1600, SAG-330/124-II, 35r. (top?)

Page 99: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

99

VIKONWEG ? <WV>: in officio de watrevliet versus viconwesc, 1265, ADL-B 1561, 22r. VINGERLING <WV>: In St Annapoldere ghenaempt het vy(n)gherly(n)ck groot vc r, 1581, SAE-1010, 353v. Vlamingstraat <SLa/SMa>. Een weg te Sint-Laureins en Sinte-Margriete: Vlaeminckstraete. 1562 (Caerte Pourbus). VOSHUL <WV>: den voshil, 1515, SAB-BV 216 KR/WV, 11r; --, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 8v; den voshyl, 1541, RAG-K/WV 158, 4r; den voshil, 1559, RAG-K/WV 159, 4r; zeven gemeten xx r. zuut van Watervliet datmen heet den voshuyl, 1622, SAG-330/136-II, 61bisv. (Sint-Christoffelpolder) VROUW BOUDENS MATE <SJE>: oost den nieuwen wech in vrauwe buedins mate, 1531, ARA-RK 45208, 25v; in vrauwe buedins mate, 1572, ARA-RK 45209, 20r. VROUWESTRAAT: zie ONZER VROUWEN STRAAT. VROUWENWEG: zie ONZER VROUWEN WEG. Vrouwenweg <SJE>. Een weg te Sint-Jan-in-Eremo. thende van een strate ghenaempt de vrauwenwech beoosten Bentille. 1557 (Cout. Franc., 2, 649). Zie ook: Onzer Vrouwen Weg Vrouwenweg <WV>. Een weg te Watervliet: in via que vocatur vrouwenwech. 1258 (Cout. Watervliet, 278). // Item, de terminen van der keure van Watervliet zijn vier crucen, waerop d’een cruce es gheset daerment heet Vrauwen wech inwaert gaende,… 1504 (Cout. Watervliet, 142). Zie ook: Onzer Vrouwen Weg WAALSTRAAT <SJE/SLa>: oost de weerdyck zuudt de waelstraete, 1572, ARA-RK 45202, 1r; zuydt de waelstrate west den poortwech ende noordt den relswech, id, 16r; de waelstrate, id, 1v, 2v, 3r; --, 1572, ARA-RK 45204, 38v; --, 1572, ARA-RK 45209, 67r; oost den rysselveerwech zuyt de waelstrate, id, 59v; zuyt de waelstrate ... noordt den nieuwen wegh, id, 61r; in sente janspoldere oost de groote guele ... noordt de walstrate, id, 51v; daerment nompt Inde Waelstraete, 1606, SAG-330/128, 37v; ande Waelstraete, 1619, SAG-330/135, 69v. Waalstraat <SJE/SMa>. Eene weg te Sint-Jan-in-Eremo en Sinte-Margriete: Waelstraete. 1562 (Caerte Pourbus). WALENWEG <SJE>: oost de waelstrate zuudt anden walenwech commende anden werdyck, 1572, ARA-RK 45202, 1v. WAARDIJK/WEERDIJK <SJE/SLa/SMa>: anden Waerdyc, 1497, RAG-AOE 50, 24r; tusschen den dyck vanden poldere van dierkin steen ... metten zuudtwesthende aende waerdyck, 1526, SJHB-O.1417; anden waerdyc, 1531, ARA-RK 45208, 1r, 6r, 48r; bij den Weerdyc, 1552, ARA-WK 3403, O; den waerdijck, 1553, RAG-Ka 341, 123r; --, 1554, RAG-RvVl 970, 420r; --, 1560, RAB-AZD O.2638; bachten der sonne ande weerdyc, 1569, RAG-AM 625, 71r; inden benthilsschen poldere aenden waerdyck, 1572, ARA-RK 45194/Oml, 132r; den weerdyck, 1572, ARA-RK 45202, 1r, 5v, 24r; inden gokelaere waterynghe ... noordt den weerdyck, id, 6v; oost de waelstrate zuudt anden walenwech commende anden werdyck, id, 1v; zuut de weerdyck loopende naer bentille, 1572, ARA-RK 45209, 8v; den weerdyck, id, 3r, 4r/v; den weerdyck, id, 68v, 69r; inden cochuudt poldere ... zuyt anden *weerduyck, id, 85v; Inde prochie van sente Cruus aldaer men gaet naer ste margriete up de oostzyde commende anden Weerdyck ende anden Cockuut wech metgaders anden asaert wech tusschen vier weghen, 1576, SAG-330/93, 210v; inde prochie van Ste cruys aldaermen gaet naer ste margriete commende

Page 100: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

100

anden weerdijck ende aenden cockuut wech metg. anden asaert wech tusschen vier weghen, 1600, SAG-330/124-II, 35r. Waardijk (den) <SMa>. Een dijk te Aardenburg: binder porchie van zinte margrieten, een lettel bet zuudt… anden waerdijc,… metten zuudthende langhes den waerdijck. 1481 (Oostk.- Monekr., f. 56). Waeldijck (den) <SMa>. Een dijk, in Pieter Booms Polder, te Sinte-Margriete. 1528 (Oml. Stampsh., 41). Vermoedelijk verschrijving van Waerdijck, JH. WARANDE <SJE>: inde warande bij benthille, 1551, RAG-AM 623, 184v, 185r; St Jans In heremo zuut oost van der kercke in diverssche p(ar)cheelen onder tsailant, haghen, bosch, wedau ende met heide die men zecht de Warande, 1554, RAG-RvVl 970, 419v; In de Warande streckende anden Lansdyck, 1563, RAG-Ka 341, 351r; inde prochie van st jans namel. inde warande, 1569, RAG-AM 625, 88v; inde warande ... zuudt de moerstrate, 1572, ARA-RK 45202, 50v; in gochelaere waterynghe ... noordt de warande, id, 8r; de warande, id, 50v, 63v; daer ment noempt de Warande Int ambacht van Maldeghem, 1606, RAG-As 922, 184r. WALLEKEN <SJE>: hofstede ... gheheeten tWallekin te Westenbentille ... jn de prochie van sint jans in heremo, 1485, SAG-301/58, 112v. (geen fiche Stockman) WARE <SJE/SLa/SMa>: ter Ware waert, 1371 kop.2e helft 15e, BAB-F 2bis, 120r; buter der Ware bi Arenburgh, 1400, RAG-SB, O; in novo polro extra Ware nuncupato Sancte margarete, 1401, RAG-SB, O; by den Weere, 1504, ARA-WK 3394, O; ande ware tusschen den oliemuelenwech ende den relswech, 1531, ARA-RK 45208, 60r; de weere, 1533, ARA-WK 3316, O; ande ware tusschen den relswech ende den liefvrentsweghe, 1572, ARA-RK 45209, 62v; bij der Weere, 1608, ARA-WK 3413, O. WATERDIJK <WV>: up waterdyc, 1521, SAB-BV 216 KR/WV, 11v; waterdyck, 1522, SAB-BV 216 KR/WV, 5v; heerlichede van waterdyc, 1559, RAG-WD 62, 4v; waterdyck, 1569, RAG-WD 62, 21v; in waterdyck ... zuyt den landtsdyck ... noordt de leetstrate, 1572, ARA-RK 45209, 128v; waterdyck, id, 138v, 139v; --, 1573, RAG-WV 145, O; --, 1582, ARA-WK 9182, 3r; Waterdick, id, 5v; waterdyck, 1617, RAG-WD 62, 121r; waterdick, 1618, RAG-WD 62, 135r. WATERLAND(-OUDEMAN): Waterlandt, 1506, RAG-SB, O; St Jeronimus poldre in Watervliet ende Waterlant, 1520, RAG-RvVl 957, 358r; Int Waterlandt, 1538, SAG-301/92, 148r; waterlant, 1539, RAG-WLO 27, 1v?; waterlandt, 1543, RAG-WLO 27, 26r; waeterlant, 1557, RAG-AM 624, 66r; den ouden man heerlichede van Waterlant, 1559, RAG-Bo 406, 251v; Inde prochie van ste m(ar)grieten jn waeterlandt, 1567, RAG-RvVl 977, 335r; heerl. van waterlant, 1570, RAG-AM 625, 89v; up waterland, 1571, RAG-WLO 28, 5r; waterlandt, 1572, ARA-RK 45209, 20v, 104v; prochie van ste margriete Int Waterlant, 1574, RAG-RvVl 980, 178r; In Jeronimuspoldre onder de heerlichede van Waterlant, id, 226v; den pasguele poldre binnen der prochie van sint margrieten in Waterlandt, 1581, RAG-RvVl 982, 165v; Waterlandt, 1582, ARA-WK 9182, 3r, 5r; Waterlant, id, 3r; Inden polder van St Margriete In Waterlandt, 1583, SAG-330/100, 366v; Waterlandt ghezeydt den haudeman, 1589, SAE-1010, 429r; waterlandt, 1618, RAG-WLO 28, 68r; Ste Margriete poldere Int Waterlandt boven Middelburch In Vlaenderen niet verre van Oostburch, 1621, SAG-330/135-II, 101v. Waterlanden <WV/WLO/SJE>. Eene polderstreek waarin de gemeenten Watervliet, Waterland-Oudeman en Sint-Jan-in-Eremo tot stand gekomen zijn. Het zijn oude bedijkingen van Jan van Namen. Waterland-Oudeman <WLO>. Eene heerlijkheid en eene gemeente in Oost-Vlaanderen: [à Barbette, autre fille de Jérôme Lauwerin, de la justice du poldre de Saint-Jérôme et de deux autres poldres à diguer, qui prendront le nom de paroisse de Waterland+. XVe e. (Inv. Arch. Nord, 2, B. 1612). // … y

Page 101: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

101

faire et ediffier une neufve eglise et paroiche et lintituler la paroiche de Waterlant. 1504 (Cout. Watervliet, 316). Watervliet <WV>. Eene gemeente in Oost-Vlaanderen: situm in Ostholto juxta Wateflit. 992 (C.S.P., 1, 60). // + Balduinus de Watervlieta. +/- 1200 (Cart. S. Andries, f. 119). //… WATERVLIET: VVaterflit, 995 kop.midden 11e, GY-TW, p.1050; Wat(er)flita, 1189, GY-TW, p.1050; Wat(er)vlit, 1200, GY-TW, p.1050; Reinger(us) de Wat(er)vlieth, ca.1225, RAG-SB, O; Ecclesiam de Wat(er)vlit, 1226, RAG-SP, O; p(ar)rochia de Watervelit, 1229, RAG-SP, O; Watervliet, 1235, RAG-SP, O; --, 1249 kop.eind 13e, KAD-Cart.D, 227r; watervlit, id; Watervliet, 1249, RAG-SP, O; --, 1258, RAG-SP, O; --, 1260, RAG-SP, O; p(ar)rochia de Watervliet, 1260, RAG-NB, O; watrevliet, 1262, ADL-B 1561, 16r; --, 1265, ADL-B 1561, 21v, 22r; Watervliet, 1278, 1280, 1282, RAG-SP, O; watrevliet, 1283, ADL-B 1561, 117v; Watervliet, 1292, RAG-SP, O; --, 1294, ARA-RR 534; --, 1295, RAG-SB/R 31d, 62r; --, 1297, RAG-SP, O; --, 1297, 1298, RAG-AOE, O; --, 1305, ARA-RR 338; scabini nove curie in Watervliet, 1311, RAG-NB, O; up myns heren goed van Praet in Watervliet, id; Watervliet, 1311, RAG-NB, O; Watervliet, 1330-31, RAG-StVl 4691, 15v; scepenen van der nieuwer chure in Watervliet, 1331, RAG-NB, O; Watervliet, 1331, ARA-RR 1897; --, 1331, 1332, RAG-SV, O; --, 1332, RAG-SB, O; --, 1334, RAG-SV, O; --, 1336, RAG-WV 13, O; --, 1337, 1342, RAG-NB, O; --, ca.1350, RAG-SB, rol; --, 1351, RAG-SB/K 2543, 24r; --, 1356, RAG-SP, O; --, 1357, RAG-SB, O; --, 1357, SAG-330/2, 147bisr; --, 1360, 1361, 1363, RAG-NB, O; --, 1365, ARA-RK 1072, 11r; --, 1367, 1369, RAG-NB, O; --, 1369, SAG-330/4, 225r; --, 1370, 1371, RAG-NB, O; --, 1381, ARA-RK 1073, 10v; --, 1402, SAG-301/16-II, 58r; --, 1450, ARA-RK 7835, 3r; --, 1506, 1512, RAG-SB, O; --, 1520, RAG-RvVl 957, 358r; --, 1531, ARA-RK 45208, 89v; --, 1532, RAG-RvVl 960, 374r; --, 1536, ARA-RK 7848, 12v; watervliedt, 1541, RAG-K/WV 158, 4r; Watervliet, 1550, RAG-NB, O; waetervliet, 1557, RAG-AM 624, 66r; watervliet, 1572, ARA-RK 45209, 20v, 88v; --, 1572, ARA-RK 45181-I, 49r; stede ende heerlichede van watervlyet, 1573, ARA-RK 33120, 9r; watervlyet, 1575, RAG-AM 626, 80v, 81v; --, 1576, RAG-AM 626, 121r. WEERDIJK: zie WAARDIJK WERE: zie WARE. WERFSTRAAT <WV>: de Weerfstrate, 1581, SAE-1010, 353v. WEST-BENTILLE <SJE>: te Westenbentille ... jn de prochie van sint jans jn heremo, 1485, SAG-301/58, 112v. WESTERSTE MEET <WV>: up die niewe chure in watervliet ... in die westerste meet, 1336, RAG-WV 13, O. WILLEMIETEN ter WOESTIJNE <WV>: c(on)v(en)t(us) de Wilgeminis iux(ta) watervliet, 1297, RAG-AOE, O; priori fratrum ordinis sancti Willelmi de Wastina prope Biervliet, 1305, RAG-SB, O; Priori wilgemitarum sancte marie de Wostina iuxta bochoute, 1316, RAG-NB, O; prioer van den Wilgeminen ter Wastinen, 1375, RAG-NB, O. WINDAESHEULE / WINDAESGEULE <SMa>: ter Windaeshuele ... anden Blauwers Wech, 1508 kop.1553, RAG-K/Mi 58, 11r; van der Windaeshuele, id, 11v. WOESTE <WV>: t(err)a vulgariter dicit(ur) dwoeste versus mare, 1249, RAG-SP, O. WOUTERS GEULE <SJE>: over woutersghuele, 1531, ARA-RK 45208, 74v, 83v; wouterghuele, 1572, ARA-RK 45209, 66v.

Page 102: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

102

WOUTERSWEG <SMa>: via que dicitur Wouterswech, 1244, RAG-SB, O; via que dicitur weuterswech prope ecclesiam beate margarete, 1244 kop.eind 13e, KAD-Cart.D, 226r; wouterswech, 1531, ARA-RK 45208, 3r, 51v, 63r; inden bentilschen poldere west wauterswech, 1572, ARA-RK 45209, 2v; wouterswech, id, 51r, 58v. Woutersweg <SMa>. Een weg te Sinte-Margriete: … in via que dicitur Wouterswech, prope ecclesiam beate Margarete ad orientem,… 1244 (Cart. S. Bav., 234). // Lichende inde polder van sinte jans, metter zuutzide strecket an eene ghuele de welcke heet den wouters wech. 1429 (Bonis Thosan, 232). Ijzenweg <SMa>. Een weg te Sinte-Margriete: ande noordzyde tot aenden ysenwech. +/- 1550 (Situatio, f. 39, v.). // In Sinte Margrieten,… tot aenden ysenwech. 1561 (Pachtlanden St. Donaes. f. 16, r.). ZEGGE <SMa>: loci qui dicitur zegghe, 1244 (kop.eind 13e?), KAD-Cart.D, 226r; a dicta cruce de zegghe, id. ZESTIG ROEDEN <WV>: in loco qui dicitur vvlgariter Sestechroden, 1260, 1261, RAG-SP, O. (geen fiche Stockman) Zonne <SJE>. Eene wijk en eene herberg tusschen Sint-Jan-in-Eremo en Sint-Laureins: ende is tbegin aldaer de herberghe namentlick de sonne in staet. 1562 (Ard. O.E., 82). ZUIDOOSTKRUISE <SMa>: wastine ... que vvlgariter dicitur Zudostc(ru)ce, 1249, RAG-SP, O; que dicitur zudostcruce, 1249 kop.eind 13e, KAD-Cart.D, 227r. ZWANE <SMa>: zeker huus ende schueren staende binder prochie van ste margriete ghenaempt de zwane, 1560, RAG-Ka 341, 44v. ZWANE <WV>: herberghe ghenaempt de zwane, 1580, SAB-BV 222 AR/WV, 1r. ZWARTE PAAL <WV>: et zwart pael, 1280?, 1281, RAG-SP, O. Zwartpaal <WV>. Een plaats bij Watervliet: … dividens inter novam coeram de Watervliet et coeram quatuor officiorum et Zwartpael. 1280 (Part. Flines, 1, 242).

Page 103: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

103

5.3 Kaart

Deze kaart is gebaseerd op de 16de-eeuwse kaart van Pieter Pourbus. De wit gekleurde gebieden,

omrand door de dikkere zwarte lijnen, zijn de polders waarvan sprake is in de verklaringen. In elke

polder die belangrijk is in het onderzoeksgebied staat een omcirkelde letter, die in het kadertje

hieronder aantoont om welke polder het precies gaat. Verder zijn op dit plannetje nog enkele

dorpskernen te zien die we terug konden vinden op de originele kaart van Pourbus. Belangrijke

dorpskernen die besproken waren maar niet benoemd waren op de kaart zijn de verschillende

nederzettingen die Sint-Margriete heetten, en het verdronken dorp Roeselare. Zij zijn door

afkortingen op de kaart aangeduid; waar die afkortingen voor staan wordt hieronder uitgelegd.

Op deze kaart staan verder weinig toponiemen aangeduid. Dat is ten dele te wijten aan de kwaliteit

van de oorspronkelijke kaart; veel landschappelijke elementen waren bijna uitgewist. Verder is het

ook bijzonder moeilijk om zo’n veranderend landschap als het Meetjeslandse poldergebied vast te

leggen in een momentopname als een kaart. Waar in de 14de eeuw een weg lag, kan enkele jaren

later al een kreek liggen die nog later opnieuw drooggelegd wordt. In de verklaringen van de

toponiemen staat vaak aangegeven in welke polder ze zich bevonden. Aan de hand van deze kaart

moet het al iets makkelijker zijn om een beeld te vormen van de locatie van een toponiem.

Polders

Dorpen

SM 1: Sint-Margriete tussen de 13de eeuw en de vloed in 1404.

SM 2: Sint-Margriete tussen de 15de eeuw en de vloeden in de 16de-17de eeuw.

SM 3: Sint-Margriete vanaf de 17de eeuw tot nu.

RO: Locatie van het verdronken dorp Roeselare.

A: Sint-Margrietepolder B: Sint-Kruispolder C: Roeselarepolder D: Sint-Janspolder E: Bentillepolder F: Oostpolder G: Sint-Lievenspolder H: Sint-Jeronimuspolder I: Mariapolder J: Cockuytpolder

K: Forchierpolder L: Hellepolder M: Sint-Christoffelspolder N: Sint-Annapolder O: Oudemanspolder P: Jonkvrouwpolder Q: Sint-Barbarapolder R: Laureinspolder S: Sint-Jorispolder

Page 104: Bijdrage tot de toponymie van de Meetjeslandse polderdorpenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/457/935/RUG01-001457935... · 2011. 2. 19. · Woordenboek van de familienamen in België

104