bedrijf - voor een duurzame toekomst | natuur & milieu · infrastructuur voor de fiets, het...
TRANSCRIPT
Resultaten enquête onder wethouders grote gemeenten over duurzame mobiliteit
Juni 2016
Pagina
Voorwoord 3
1. Samenvatting 4
2. Aanleiding en opzet enquête 4
3. Resultaten 5
1.1 Rol duurzame mobiliteit in gemeenten 5
1.2 Ruimte voor (duurzame) mobiliteit 6
1.3 Belangrijk voor (duurzame) mobiliteit 7
1.4 Haalbaarheid van maatregelen 8
1.5 Maatregelen de komende 5 jaar op het gebied
van duurzame mobiliteit 10
2 Conclusies 12
3
In veel steden zijn knelpunten rond mobiliteit duidelijk zichtbaar en urgent. Gemeentelijke
bestuurders werken hard aan oplossingen. Tegelijk lijkt er versnelling nodig in de aanpak om de
doelstellingen te halen die veel gemeenten hebben voor gezonde, aantrekkelijke, goed bereikbare en
klimaatneutrale steden.
Natuur & Milieu wil bestuurders van de (grotere) gemeenten ondersteunen bij de grote uitdagingen
voor duurzame mobiliteit in steden en meedenken en -werken aan (innovatieve)
oplossingsrichtingen.
Een enquête over duurzame mobiliteit ingevuld door 22 wethouders mobiliteit en/of duurzaamheid
van de grotere gemeenten en gemeenten die deel uitmaken van de Klimaatcoalitie, laat zien waar u
en uw collega’s de grote knelpunten én kansen zien en welke maatregelen er al genomen worden.
Als er één ding duidelijk wordt uit de antwoorden is dat fietsen en elektrisch vervoer een centrale
rol spelen in de aanpak.
In dit rapport schetsen wij de resultaten van de enquête. Naar aanleiding van de resultaten bekijkt
Natuur & Milieu graag met u wat er nodig is - of beter, wat u nodig heeft - om ook op langere
termijn uw ambities waar te maken voor leefbare, aantrekkelijke en goed bereikbare steden.
Voor nu danken wij u hartelijk voor uw medewerking aan deze enquête.
Maarten van Biezen
hoofd Mobiliteit Natuur & Milieu
1.
Natuur & Milieu heeft een enquête ‘duurzame mobiliteit’ gehouden onder wethouders
duurzaamheid en/of mobiliteit van de grotere gemeenten en gemeenten die deel uitmaken van de
Klimaatcoalitie. Met als doel te inventariseren waar gemeenten de grote knelpunten én kansen zien
voor duurzame mobiliteit op korte en middellange termijn en welke maatregelen er al genomen
worden.
Van de 46 benaderde grotere gemeenten hebben 22 gemeenten de enquête ingevuld. Bijna alle
gemeenten willen in 2050 klimaatneutraal zijn en zien daarbij een rol weggelegd voor
verduurzaming van mobiliteit om de (lokale) luchtkwaliteit en de bereikbaarheid van - en in - de
stad te verbeteren.
Er bestaat grote eensgezindheid onder de grotere gemeenten in Nederland over de belangrijke
thema’s voor duurzame mobiliteit in steden. Veel meer ruimte voor fietsen en alle vormen van E-
vervoer staan hoog op de agenda. Zo geeft 68% van de gemeenten aan, veel meer ruimte voor
fietsen te willen en ruim 50% wil veel meer ruimte voor elektrisch vervoer (m.n. de elektrische auto,
fiets, OV). Ook voor deelauto’s en voetgangersgebieden wil men meer ruimte. De scooter zou voor
de helft van de gemeenten veel minder ruimte mogen krijgen.
(E-)fietsen staat ook in de top 5 van belangrijke opties voor duurzame mobiliteit. Evenals
elektrische auto’s en elektrisch-OV. Het belang dat men hecht aan fietsen en elektrisch vervoer zien
we terug in de maatregelen die gemeenten van plan zijn binnen 5 jaar te nemen: het blijvend
stimuleren van elektrische voertuigen (ook OV) en uitbreiding van de laadinfrastructuur evenals
het vergroten van de capaciteit voor het fiets parkeren en meer - en betere - fietsinfrastructuur en
fietsroutes.
De grootste uitdagingen en obstakels zien gemeenten dan ook in de (capaciteit van de)
infrastructuur voor de fiets, het stimuleren van mensen tot gedragsverandering en de bestuurlijke
en financiële mogelijkheden die een gemeente heeft om duurzame mobiliteit waaronder elektrisch
vervoer, te stimuleren. Tegelijk wordt ook opgemerkt dat het (bestuurlijk) lef vraagt om
veranderingen teweeg te brengen: ‘Het is een kwestie van keuzes maken’.
2.
Gemeenten werken hard aan leefbare, gezonde en goed bereikbare steden. En krijgen daarbij te
maken met vele – soms ogenschijnlijk - tegenstrijdige belangen. Om inzicht te krijgen in de
grootste uitdagingen die steden ervaren bij het bereikbaar houden van de stad en tegelijk te zorgen
voor een goede luchtkwaliteit en gezonde en aantrekkelijke steden heeft Natuur & Milieu een
enquête opgesteld voor bestuurders van de grotere gemeenten.
5
Deze enquête is verstuurd aan alle wethouders mobiliteit en/of duurzaamheid van de 46 grotere
gemeenten: de G32 en G4 en overige gemeenten uit de Klimaatcoalitie. Deze gemeenten
vertegenwoordigen ca. 42% van alle inwoners van Nederland.
Er zijn 24 enquêtes volledig ingevuld (ruim de helft). De periode waarin het ingevuld is liep van
eind december tot half februari 2016. Voor twee gemeenten hebben zowel de wethouder
duurzaamheid als de wethouder verkeer het ingevuld. Daarmee is het aantal gemeenten dat in dit
onderzoek vertegenwoordigd is 22.
Er zijn een aantal open vragen opgenomen om gemeenten de gelegenheid te geven alle
opmerkingen te maken die ze kwijt willen. Niet iedereen heeft bij elke optie antwoord gegeven.
Er is gevraagd naar:
- Ambitie om klimaatneutraal te zijn in 2050
- De belangrijkste redenen om te werken aan verduurzaming van mobiliteit
- Hoeveel ruimte men aan een aantal opties wil geven op weg naar een duurzame mobiele
stad (zoals OV, deelauto’s, fietsen)
- Het rangschikken van opties voor duurzame mobiliteit op volgorde belangrijkheid
- Het rangschikken van opties voor duurzame mobiliteit op volgorde haalbaarheid (en zijn er
belangrijke opties die niet haalbaar zijn?)
- De grootste obstakels voor een leefbare en bereikbare stad
- De belangrijkste maatregelen die men op korte termijn (binnen 5 jaar) wil nemen op het
gebied van duurzame mobiliteit
3.
1.1. Rol duurzame mobiliteit in gemeenten
Bijna iedereen (22) streeft ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Mobiliteit speelt hierin vaak
een belangrijke rol, vooral in relatie tot de luchtkwaliteit. Tegelijkertijd ligt de focus (nog) vaak op
de mogelijkheden die in de gebouwde omgeving te realiseren zijn. Een aantal gemeenten werkt aan
een Duurzaam Mobiliteitsplan voor de langere termijn.
De belangrijkste beweegredenen om te werken aan verduurzaming van mobiliteit is het verbeteren
van de (lokale) luchtkwaliteit en de bereikbaarheid van - en in - de stad. Gemeenten geven aan een
bijdrage te willen leveren aan een prettige, veilige en leefbare leefomgeving (kwaliteit van leven), nu
en in de toekomst. Ook geluidhinder speelt hierbij een rol, waarbij één van de gemeenten specifiek
noemt dat dit substantieel verminderd wordt als alle OV bussen elektrisch zouden gaan rijden.
Verder worden er diverse maatregelen genoemd die men belangrijk vindt: stimuleren elektrisch
vervoer w.o. stadsdistributie, meer laadpalen, schone OV bussen, benutten waterstof, stimuleren
fiets, OV en deelauto en vervoer over water.
Gevraagd naar de grootste uitdaging om inwoners mobiel - en de stad bereikbaar - te houden komt
het dilemma ‘ bereikbaarheid versus duurzaamheid en luchtkwaliteit’ sterk naar voren. Gemeenten
zien gedragsverandering en het beter benutten van de bestaande infrastructuur en het stimuleren
van alternatief vervoer als grote uitdagingen. Maar ook geeft men aan alle modaliteiten te willen
bedienen en mensen keuzevrijheid te willen geven. Hoe vermijd je bijvoorbeeld korte ritten met de
auto? Het bevorderen van fietsgebruik is in ieder geval één van de uitdagingen, waarvoor meer
infrastructuur voor de fiets nodig is inclusief voor fietsparkeren. Hier wordt ook de opmerking
gemaakt dat men keuzes moet maken en bestuurders lef moeten tonen.
1.2. Ruimte voor (duurzame) mobiliteit
Om een beeld te krijgen waar bestuurders in hun stad meer – of juist minder - ruimte voor willen
maken op weg naar een duurzaam mobiele stad is gevraagd naar een breed scala aan
mogelijkheden: scooters, conventionele auto’s, parkeerplaatsen op straat, OV, infrastructuur,
autovrije binnenstad, voetgangersgebieden, (goederen-)vervoer over water, deelauto’s, alle vormen
van elektrisch vervoer en fietsen. Het beeld dat naar voren komt is dat veel gemeenten (veel) meer
ruimte willen voor fietsen en allerlei vormen van elektrisch vervoer. En (veel) minder ruimte voor
scooters.
7
Indien we verder inzoomen op de antwoorden dan springt het meest in het oog dat 68% aangeeft
véél meer ruimte voor fietsen te willen. Nemen we de categorie ‘veel meer’ en ‘meer’ ruimte’ samen
dan willen bijna alle gemeenten (veel) meer ruimte voor (elektrisch) fietsen, alle vormen van
elektrisch vervoer en voor deelauto’s.
Naast de aangegeven opties werden nog apart genoemd: aandacht voor waterstof of
biobrandstoffen, (gesubsidieerde) elektrische wijkdeelauto’s om hiermee de 2e auto overbodig te
maken, sturen op gedrag zoals Het Nieuwe Werken, goede overstapvoorzieningen en
goederenvervoer via het spoor.
1.3. Belangrijk voor (duurzame) mobiliteit
Gemeenten konden een aantal opties voor duurzame mobiliteit rangschikken op volgorde van
belangrijkheid voor hun stad. Ook hier springt de fiets eruit: 19 van de 22 gemeenten zetten
(elektrisch) fietsen in de top 5 en 11 gemeenten zetten dit zelfs op nummer één. Ook elektrische
auto’s en E-OV vinden velen belangrijk.
Het minst belangrijk vindt men een sloopregeling (13 keer in de top 5), een milieuzone (11 x),
betere reisinformatie (11 x), flexibele infrastructuur (10 x) en (goederen)vervoer over water (10
x).
1.4. Haalbaarheid van maatregelen
Naast het belang van maatregelen voor duurzame mobiele steden, is het ook interessant te weten
welke maatregelen men (niet) haalbaar acht. En of er maatregelen zijn die men wel belangrijk
vindt, maar niet haalbaar acht.
Het meest haalbaar vindt men maatregelen m.b.t. (e-)fietsen. Tien gemeenten zetten dit op een
eerste plaats. Ook de elektrische auto en elektrisch OV, betere (of meer) infrastructuur voor
langzaam verkeer en de beschikbaarheid van deelauto’s ziet men als haalbare maatregelen.
Het minst haalbaar acht men een sloopregeling, autovrije binnenstad, milieuzone en
(goederen)vervoer over water. Als redenen hiervoor worden genoemd: het ontbreken van
bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak, financiële en technische belemmeringen en daarnaast
liggen sommige onderwerpen niet in de beïnvloedingensfeer van de gemeenten.
Overigens noteerde iemand hierbij ook, dat niet alles de rol van de overheid is en dat de markt in
eerste instantie aan zet is.
9
Hoewel de meeste gemeenten aangeven dat wat men (niet) belangrijk vindt, men in het algemeen
ook (niet) haalbaar acht, noemen enkele gemeenten wel een aantal punten die men wél belangrijk
maar niet haalbaar acht. Dan gaat het om: vermijden korte ritten, zero emissie goederenvervoer,
milieuzone, minder parkeerplaatsen op straat, landelijke subsidie elektrische bedrijfsvoertuigen,
landelijke registratie 2takt bromsnorfiets, autovrije binnenstad, vrij liggende fietspaden en 100%
OV.
Obstakels voor leefbare en bereikbare stad in 2030
Op de open vraag naar grootste obstakels voor een leefbare en bereikbare stad in 2030 zijn zeer
diverse antwoorden gegeven die in grote lijnen onder te verdelen zijn in twee categorieën:
Bestuurlijk en financieel
In gemeenten heeft men behoefte aan een rijksoverheid die hen meer mogelijkheden geeft m.b.t.
regelgeving zoals ten aanzien van milieuzones, maar ook subsidies op bijvoorbeeld elektrische
vracht/bestelvoertuigen. Tevens wordt een gebrekkige afstemming tussen rijksbeleid en de
uitvoering ervan gesignaleerd. Zo wordt er opgemerkt dat de Visie duurzame brandstoffen van I&M
ondersteund moet worden met (meer) middelen.
Gemeenten ervaren dat ze een beperkt gemeentelijk budget beschikbaar hebben voor dure ingrepen
zoals aanpassingen van (fiets) infrastructuur.
Meer algemeen merkt één van de gemeenten op dat gezien de economische en maatschappelijke
dynamiek, gemeenten sneller in moeten kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen in de
samenleving, zoals de opkomst van de deeleconomie, technologische mogelijkheden (zoals
waterstof, elektrisch/inzet van sensoren) en sociale innovatie (informele economie, coöperaties).
Dat vraagt van zowel de overheid als de mensen in de stad 'adaptief en innovatief vermogen’.
Daarnaast is men op zoek naar haalbare business cases voor schoner en elektrisch vervoer.
Gedragsverandering
Een aantal gemeenten geeft aan dat door de populariteit van sommige steden er een ruimtelijk
probleem is en een conflict ‘leefbaar versus bereikbaar’. Ook ziet men als probleem dat bewoners
geen urgentie ervaren rondom mobiliteit en men weinig zicht heeft op de invloed van de eigen
keuzes in het mobiliteitsgedrag op de kwaliteit van leven voor de eigen leefomgeving. In gemeenten
ervaart men (ogenschijnlijke) belangentegenstellingen tussen economie en milieu en weinig
draagvlak bij de burgers en winkeliers in de (binnen)stad voor maatregelen die de auto raken.
Opgemerkt wordt daarbij ook dat een deel van de maatregelen nooit breed gedragen zullen worden.
En het (bestuurlijk) lef vraagt om veranderingen teweeg te brengen ‘Het is een kwestie van keuzes
maken’.
1.5. Maatregelen de komende 5 jaar op het gebied van duurzame mobiliteit
Om het brede spectrum van voorgenomen maatregelen in kaart te brengen is een open vraag
gesteld. De diversiteit aan antwoorden is dan ook groot. De meeste maatregelen vallen onder de
noemer ‘fiets’ en ‘elektrisch’ :
Fiets
Veel voorgenomen maatregelen betreffen de (elektrische) fiets. Vaak genoemd is het vergroten van
de capaciteit voor het fiets parkeren, meer en betere fietsinfrastructuur en fietsroutes. Dus veel
meer fysieke ruimte voor de fiets. Men wil het fietsen aantrekkelijker maken, er is ‘ samenwerking’
en ‘ innovatie’ en een ‘ schaalsprong fiets in termen van marketing en infrastructuur’ nodig en e-
bikes kunnen een rol spelen bij de transitie van autogebruik naar fiets.
11
Elektrisch
Zeer veel aandacht gaat uit naar het blijvend stimuleren van elektrische voertuigen (ook OV) en
uitbreiding van de laadinfrastructuur. Naast een verschuiving van conventionele naar elektrische
auto’s, worden ook deelauto’s (zowel elektrisch als conventioneel) genoemd en geeft een van de
gemeenten aan te streven naar een groter aandeel waterstof voertuigen.
Verder worden onderstaande maatregelen genoemd:
- Gedragsverandering incl. voorbeeldgedrag van de overheid
- Vergroening OV
- (Zero-emissie) goederenvervoer
- Duurzame aanbesteding doelgroepenvervoer
- Opstellen SUMP’s (sustainable urban mobility plan)
- Faciliteren initiatieven van derden zoals flexplekken
- Koppelen lokaal opgewekte duurzame stroom aan e-mobiliteit
- Spitsmijdingen
- Toegankelijkheid van mobiliteit voor iedereen/ deelauto’s
- Vergroten voetgangersgebied centrum
- Stimuleren vervoer over water
- Versterken van ketenmobiliteit
4.
Er bestaat een grote eensgezindheid onder de grotere gemeenten in Nederland over wat belangrijke
thema’s zijn voor duurzame mobiliteit in steden. Veel meer ruimte voor fietsen en alle vormen van
elektrisch vervoer staan hoog op de agenda, evenals ruimte voor deelauto’s.
Bijna alle gemeenten zetten (e-)fietsen in de top 5 van belangrijke opties voor duurzame mobiliteit.
Ook elektrische auto’s en E-OV scoren hoog. Minder belangrijk (en minder haalbaar) zijn
bijvoorbeeld een sloopregeling of milieuzone. En de scooter zou voor de helft van de gemeenten
veel minder ruimte mogen hebben.
Het belang dat men hecht aan fietsen en elektrisch vervoer zien we terug in de maatregelen die
gemeenten van plan zijn binnen 5 jaar te nemen: het blijvend stimuleren van elektrische voertuigen
(ook OV) en uitbreiding van de laadinfrastructuur evenals het vergroten van de capaciteit voor het
fiets parkeren en meer - en betere - fietsinfrastructuur en fietsroutes.
De grootste uitdagingen en obstakels zien gemeenten in de (capaciteit van de) infrastructuur voor
de fiets, het stimuleren van mensen tot gedragsverandering en de bestuurlijke en financiële
mogelijkheden die een gemeente heeft om duurzame mobiliteit waaronder elektrisch vervoer, te
stimuleren.
En nu?
Deze inventarisatie naar wat gemeentebestuurders belangrijk vinden voor het realiseren van
duurzame mobiliteit in steden laat duidelijk zien dat (e-)fietsen en e-vervoer hierin een centrale rol
spelen. De knelpunten liggen veelal rond financiering, regelgeving en gedragsverandering.
Wat de uitkomsten van de enquête niet laat zien is, hoe men omgaat met de dilemma’s die spelen
bij het realiseren van duurzame, goed bereikbare en leefbare steden. Immers, meer ruimte voor de
fiets of voor parkeerplaatsen voor elektrische auto’s, betekent ook dat er voor andere zaken minder
ruimte is. Minder parkeerplaatsen op straat? Misschien toch die (deels) autovrije binnenstad, of
zijn er andere oplossingen mogelijk?
Het voorbeeld van de Mariaplaats in Utrecht levert in ieder geval, zoals uit de foto blijkt, een
aantrekkelijke en leefbare straat op.
13
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Colofon
Dit is een uitgave van Natuur & Milieu. Tekst Yolanda Wagter
juni 2016