bbl en kbl z&w : buitenschools leren ( stage)15 rekening houden met de gevoelens en wensen van een...

27
BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage) Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om: Beoordelingscriterium. Hiervoor kan ik: Buitenschools leren: 1 De leerling is vak competent 1.1 de leerling ervaart het werken in een bedrijf of instelling 1 Onder begeleiding van een medewerker/ stagebegeleider eenvoudige opdrachten uitvoeren. 2 Me aan afspraken houden zoals: - Rekening houden met de geldende kledingeisen. - Op tijd komen. - Me tijdig afmelden bij ziekte of andere omstandigheden - Tijdig aanwezig zijn op afspraken met begeleider( s) 3 Een positieve houding aannemen en me inzetten. 4 initiatief tonen door onder andere: - Ongevraagd taken op me te nemen. - Vragen te stellen aan stagebegeleider en of medewerkers - Interesse te tonen in het werk/ vak en de werkzaamheden 5 Werken met de geldende veiligheidseisen. Buitenschools leren: 2 De leerling is sociaal competent 2.1 de leerling laat zien dat hij / zij op een correcte en gewenste wijze met mensen omgaat. 6 Me uitdrukken in de Nederlandse taal en pas ik mijn taalgebruik aan bij de doelgroep . 7 Heb ik een respectvolle houding naar: - leidinggevende ( stagebegeleider) - medewerkers - cliënten / zorgvragers 8 Laat ik een leerhouding zien door onder andere: - open te staan voor kritiek, kritiek te accepteren - met de gekregen kritiek mijn werk/ werkwijze te verbeteren. 9 Zelf bij mijn leidinggevende ( stagebegeleider) op een positieve en correcte manier aangeven als ik het niet eens ben met bepaalde zaken. Buitenschools leren: 3.1 De leerling kan uitgevoerde praktijk opdrachten en verkregen ervaringen, in een verslag verwerken. 10 Met behulp van een PC een verslag schrijven van praktijkopdrachten die ik gedaan heb. 11 12 14 Buitenschool leren: 4.1 Communicatie Heeft een geïnteresseerde houding 15 mensen bij binnenkomen begroeten 16 Zit niet onderuitgezakt en een ander als hij/zij iets zegt aankijken 17 durf een ( sociaal) gesprek aan te gaan 18 Luistert als er iets verteld wordt

Upload: others

Post on 05-Feb-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage)

    Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is

    de leerling in staat om:

    Beoordelingscriterium.

    Hiervoor kan ik:

    Buitenschools leren:

    1 De leerling is vak competent

    1.1 de leerling ervaart het werken in een

    bedrijf of instelling

    1 Onder begeleiding van een medewerker/ stagebegeleider eenvoudige opdrachten uitvoeren.

    2 Me aan afspraken houden zoals:

    - Rekening houden met de geldende kledingeisen.

    - Op tijd komen.

    - Me tijdig afmelden bij ziekte of andere omstandigheden

    - Tijdig aanwezig zijn op afspraken met begeleider( s)

    3 Een positieve houding aannemen en me inzetten.

    4 initiatief tonen door onder andere:

    - Ongevraagd taken op me te nemen.

    - Vragen te stellen aan stagebegeleider en of medewerkers

    - Interesse te tonen in het werk/ vak en de werkzaamheden

    5 Werken met de geldende veiligheidseisen.

    Buitenschools leren:

    2 De leerling is sociaal competent

    2.1 de leerling laat zien dat hij / zij op een

    correcte en gewenste wijze met mensen

    omgaat.

    6 Me uitdrukken in de Nederlandse taal en pas ik mijn taalgebruik aan bij de doelgroep .

    7 Heb ik een respectvolle houding naar:

    - leidinggevende ( stagebegeleider)

    - medewerkers

    - cliënten / zorgvragers

    8 Laat ik een leerhouding zien door onder andere:

    - open te staan voor kritiek, kritiek te accepteren

    - met de gekregen kritiek mijn werk/ werkwijze te verbeteren.

    9 Zelf bij mijn leidinggevende ( stagebegeleider) op een positieve en correcte manier aangeven als ik

    het niet eens ben met bepaalde zaken.

    Buitenschools leren:

    3.1 De leerling kan uitgevoerde praktijk

    opdrachten en verkregen ervaringen, in

    een verslag verwerken.

    10 Met behulp van een PC een verslag schrijven van praktijkopdrachten die ik gedaan heb.

    11

    12

    14

    Buitenschool leren:

    4.1 Communicatie

    Heeft een geïnteresseerde houding

    15 mensen bij binnenkomen begroeten

    16 Zit niet onderuitgezakt en een ander als hij/zij iets zegt aankijken

    17 durf een ( sociaal) gesprek aan te gaan

    18 Luistert als er iets verteld wordt

  • BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage)

    19 Gaat in op wat de ander zegt

    20 Stelt vragen en vraagt door als iets niet duidelijk is

    21 Schrijft eventuele bijzonderheden op

    22 Maakt afspraken met collega’s over handelingen die hij/zij (niet) mag uitvoeren

    Buitenschools leren

    5.1Samenwerking / zich collegiaal opstellen

    Werkt samen met collega’s

    23 Maakt afspraken over de verdeling van werkzaamheden en houdt zich aan de afspraken

    24 Biedt hulp aan collega’s

    25 Laat niet onnodig werk voor de ander liggen

    26 Vraagt hulp als hij/zij iets niet weet

    27 Houdt zich aan afspraken die gemaakt zijn

    Buitenschools leren

    6.1Respect tonen

    28 Vriendelijk, beleefd en attent zijn

    29 De (zorgvrager) niet betuttelen

    30 Rekening houden met gevoelens en wensen

    31 Zorgvuldig omgaan met eigendommen

    32 Rekening houden met privacy

    33 Zorgvuldig omgaan met informatie

  • BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage)

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg

    Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is

    de leerling in staat om:

    Beoordelingscriterium.

    Hiervoor kan ik:

    P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige

    verzorgende activiteiten

    4.1.2 de hulpbehoefte van een klant

    achterhalen en ernaar handelen

    1 benoemen welke zorgmogelijkheden er zijn en welke zorg bij de hulpbehoefte van een klant/

    zorgvrager nodig is.

    onderstaande zorgmogelijkheden uitleggen én kunnen aangeven welke zorg bij iemand past:

    - Mantelzorg

    - Vrijwilligerszorg

    - Professionele zorg ( eerstelijnszorg, tweedelijnszorg)

    - Ambulante zorg

    - Intramurale zorg

    - Extramurale zorg

    - consult

    2 uitleggen wat ADL hulpmiddelen , zelfzorg betekent

    bij dagelijkse activiteiten inschatten wat de klant/zorgvrager zelf kan en welke hulp nodig is.

    3 wat ik zie bij een klant/zorgvrager op papier zetten en dit met de klant/zorgvrager, collega’s of

    leidinggevende bespreken.

    hierbij weet ik wat onderstaande termen betekenen én kan ik die in een gesprek gebruiken:

    - omgamgsvormen

    - taalgebruik

    - verbale en non verbale communicatie

    - open en gesloten vragen stellen

    - het verschil tussen objectief en subjectief

    P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige

    verzorgende activiteiten

    4.1.3 begrip en respect tonen voor gevoelens

    en wensen van de klant

    4 inspelen op de wensen van de klant/ zorgvrager waarbij ik met respect omga met de gevoelens van de

    klant/zorgvrager

    5 met mijn eigen emoties én die van anderen omgaan.

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg

    P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige

    verzorgende activiteiten

    4.1.4 verzorgende activiteiten uitvoeren en

    daarbij rekening houden met de privacy van

    de klant

    6 uitvoeren van dagelijkse activiteiten zoals persoonlijke verzorging, eten en drinken geven, kleding

    aan- en uitdoen, luiers verschonen, flesvoeding geven, waarbij ik rekening houd met de privacy van

    iemand.

    7 bij de handelingen die ik doe tegen de klant/ zorgvrager zeggen wat ik ga doen.

    8 iemand helpen bij de mondverzorging en kan ik uitleggen wat onderstaande termen betekenen:

    - mondhygiëne

    - cariës

    - melkgebit

    - blijvend gebit

    - kunstgebit

    P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige

    verzorgende activiteiten

    4.1.5 de klant stimuleren tot zelfredzaamheid

    9 uitleggen wat zelfzorg en zelfredzaamheid is én aan een klant/ zorgvrager kunnen uitleggen waarom dit

    van belang is.

    10 informatie geven over hulpmiddelen uit de thuiszorgwinkel én een klant/ zorgvrager aanmoedigen

    hiervan gebruik te maken.

    11 ADL toepassingen uitleggen en de klant/ zorgvrager aanmoedigen hier gebruik van te maken zoals:

    - Robotica

    - Domotica

    - Diverse ADL hulpmiddelen

    P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen

    en verplaatsen

    4.2.1de hulpbehoefte van een klant

    achterhalen en ernaar handelen

    12 inventariseren wat iemand zelf kan bij het bewegen en welke hulp en/of hulpmiddelen nodig zijn.

    Bijvoorbeeld ergo- en fysiotherapie én kan ik op een goede manier een klant/ zorgvrager

    ondersteunen bij het bewegen.

    13 Aan de klant / zorgvrager voorstellen doen over hulp en hulpmiddelen

    14 wat ik zie bij een klant/zorgvrager op papier zetten en dit met de klant/zorgvrager, collega’s of

    leidinggevende bespreken.

    hierbij weet ik wat onderstaande termen betekenen én kan ik die in een gesprek gebruiken:

    - omgamgsvormen

    - taalgebruik

    - verbale en non verbale communicatie

    - open en gesloten vragen stellen

    - het verschil tussen objectief en subjectief

    P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen

    en verplaatsen

    4.2.3 begrip tonen voorgevoelens en wensen

    van een klant

    15 rekening houden met de gevoelens en wensen van een klant/zorgvrager bij het bewegen.

    16 bij het uitvoeren van ondersteuning bij bewegen zorg geven die gevraagd wordt door iemand.

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg

    Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is

    de leerling in staat om: (vaardigheden vanuit docent geschreven)

    Beoordelingscriterium.

    Hiervoor kan ik: ( vaardigheden vanuit leerling geschreven)

    P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen

    en verplaatsen

    4.2.4 beweeg- til- en verplaatsingstechnieken

    gebruiken

    17 benoemen welke beweeg-, til – en verplaatsingstechnieken er zijn

    18 onderstaande beweeg-, til- en verplaatsingstechnieken uitvoeren:

    - in en uit de ( rol) stoel helpen

    - in en uit bed helpen met behulp van papagaai.

    - begeleiden met het lopen met een rollator

    - begeleiden met het lopen met een stok

    - rijden met een rolstoel of buggy

    19 uitleggen wat ergonomisch werken betekent én bij het uitvoeren van beweeg-, til- en

    verplaatsingstechnieken ergonomisch werken.

    P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen

    en verplaatsen

    4.2.4 beweeg- til- en verplaatsingstechnieken

    gebruiken

    20 benoemen welke beweeg-, til – en verplaatsingstechnieken er zijn

    21 onderstaande beweeg-, til- en verplaatsingstechnieken uitvoeren:

    - in en uit de ( rol) stoel helpen

    - in en uit bed helpen met behulp van papagaai.

    - begeleiden met het lopen met een rollator

    - begeleiden met het lopen met een stok

    - rijden met een rolstoel of buggy

    22 uitleggen wat ergonomisch werken betekent én bij het uitvoeren van beweeg-, til- en

    verplaatsingstechnieken ergonomisch werken.

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg P/ZW/ 4.3 eenvoudige EHBO-technieken

    toepassen

    4.3 .1 een inschatting maken van de ernst

    van de verwonding of afwegen: zelf handelen

    of hulp zoeken

    23 de rol van eerste hulpverlener vervullen

    24 de regels van de EHBO toepassen, zoals:

    zorgen voor veiligheid voor het slachtoffer en mezelf.

    nagaan wat het slachtoffer mankeert, wat er is gebeurd

    het slachtoffer geruststellen

    inschatten wanneer ik professionele hulp moet inschakelen.

    25 hygiënisch werken als ik EHBO handelingen uitvoer.

    zoals:

    - de handen wassen vóór en na een behandeling , of met handschoenen werken

    - ervoor zorgen dat een wond niet besmet raakt.

    - ervoor zorgen dat ik niet in contact kom met een bloedende wond

    - alles weer netjes opruimen

    P/ZW/ 4.3 eenvoudige EHBO-technieken

    toepassen

    4.3.2 handelen bij lichte verwondingen, letsel

    aan het bewegingsapparaat, verslikken en

    stikken, bloedneus, splinter

    26 onderstaande verbandmiddelen herkennen en kunnen benomen waarvoor deze gebruikt worden:

    dekverband

    hydrofiel verband

    steriel gaas

    zwachtel

    idealzwachtel

    snelverband

    27 uitleggen wat er in een verbandtrommel standaard aanwezig moet zijn

    een coldpack op de goede manier gebruiken

    desinfectiemiddel op de juiste maniergebruiken

    28 letsel herkennen én uitvoeren van EHBO handelingen:

    - verband aanleggen bij bloedende wonden

    - verband aanleggen bij kneuzingen en verstuikingen

    - een brandwond herkennen als eerste-, tweede of derdegraads verbranding én daar naar handelen (

    voldoend koelen, juiste manier verbinden)

    - hulp verlenen bij oog-,neus- of mondletsel

    - buikstoot bij verslikking uitvoeren

    - iemand in de stabiele zijligging liggen bij bewustzijn verlies

    - iemand veilig verplaatsen ( Rautek greep)

    -handelen bij teken- en insectenbeten

    29 in het Oranje kruisboekje informatie opzoeken met betrekking tot EHBO

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak

    voorkomende ziekteverschijnselen

    4.4.1 informatie zoeken en geven over vaak

    voorkomende ziekteverschijnselen.

    30 informatie zoeken op internet en in brochures over onderstaande ziekten en ziekteverschijnselen :

    - griep

    - verkoudheid

    - keel-, buik- en hoofdpijn

    -koorts

    -hoge en lage bloeddruk

    31 Folders van de GGD raadplegen met betrekking tot

    - rijksvaccinatieprogramma’s

    - griepprik

    32 - een ( digitale ) presentatie maken van de gevonden informatie.

    - een folder of brochure maken van de gevonden informatie

    P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak

    voorkomende ziekteverschijnselen

    4.4.2 een inschatting maken van de ernst van

    de ziekte en het eigen handelen daarop

    aanpassen

    33 Onderstaande begrippen in verband met ( het ontstaan van) ziekten kunnen beschrijven:

    - diagnose

    - besmetting

    - infectie

    - symptomen

    - incubatie

    - virussen en bacteriën

    34 onderstaande ziekten beschrijven én toelichten waaruit de behandeling bestaat.

    - kinder-, welvaarts- en ouderdomsziekten

    - griep

    - voedselvergiftiging

    - kanker

    - longaandoeningen

    - diabetes

    - reuma

    - artrose

    - decubitus

    - hart- en vaatziekte

    - beroerte en CVA

    - afasie

    35 een presentatie geven over ziekten

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak

    voorkomende ziekteverschijnselen.

    4.4.3 toezien op juist medicijn gebruik

    36 wat de termen vrij verkrijgbare medicijnen en voorgeschreven medicijnen betekenen

    37 uitleggen wat ( voedings) supplementen zijn

    38 benoemen waarvoor en hoe vrij verkrijgbare medicijnen en supplementen worden gebruikt zoals:

    - pijnstillers

    - griep en verkoudheid medicijnen

    - medicijnen tegen diarree

    - medicijnen tegen oor- en hoofdpijn

    39 uitleggen wat de term aanbevolen dagelijkse hoeveelheid betekent

    40 uitleggen welke redenen er zijn om extra vitamines en mineralen ( supplementen) te gebruiken

    P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak

    voorkomende ziekteverschijnselen.

    4.4.4 handelingen uitvoeren volgens

    voorschrift arts of recept

    41 het etiket op medicijnen lezen en begrijp ik wat er wordt bedoeld met:

    - houdbaarheidsdatum

    - bewaarvoorschrift

    - toedieningsvorm

    - dosering

    42 aan de hand van het etiket op medicijnen aan een klant/zorgvrager uitleggen hoe het medicijn moet

    worden gebruikt

    43 de bijsluiter van vrij verkrijgbare en voorgeschreven medicijnen lezen en begrijp ik wat wordt bedoeld

    met:

    - toedieningswijze

    - bijwerking

    - dosering

    44 aan de hand van de bijsluiter een klant/ zorgvrager uitleggen hoe het medicijn kan worden gebruikt

    P/ZW/4.5 toepassen van ICT en

    technologie in de hulpverlening

    benoemen , adviseren en gebruiken

    4.5.1 systemen van ICT en technologie

    volgens instructie gebruiken

    45 de begrippen zorgtechnologie en domotica uitleggen

    46 voorbeelden noemen van technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg

    47 van onderstaande ontwikkelingen een korte uitleg geven:

    - elektronisch dossier

    - zorgrobotica

    - e Health

    - zorg op afstand

    - consult via face timen

    48 eenvoudige zorg technologische systemen gebruiken zoals:

    - smartphone

    - elektronisch zorgdossier

    - domoitica

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg

    P/ZW/4.5 toepassen van ICT en

    technologie in de hulpverlening

    benoemen , adviseren en gebruiken

    4.5.2 functies van ICT en ( zorg) technologie

    benoemen en adviseren over de inzet van

    deze systemen

    49 de functies en gevolgen van technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg aangeven

    50 voorstellen doen voor het gebruik van ( zorg )technologische systemen zoals:

    - Elektronisch dossier

    - zorgrobotica

    - E – Health

    - domotica

    - Beeldscherm zorg

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit

    Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is

    de leerling in staat om:

    Beoordelingscriterium.

    Hiervoor kan ik:

    P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor

    een individu en groep voorbereiden

    3.1.1 wensen en behoeften achterhalen

    1 De mogelijkheden, beperkingen, interesses en belevingswereld van alle leeftijdsgroepen herkennen:

    - Visueel

    - Auditief

    - Fysiek

    - Verstandelijk

    - Zintuigelijk

    - Motorisch

    - Meervoudig

    - Aangeboren

    - Verworven

    - Erfelijkheid

    - Interne en externe ontwikkelingsinvloeden

    2 Samenstelling van groepen noemen:

    - Horizontaal

    - Verticaal

    - Homogeen

    - Heterogeen

    3 Verschillende communicatie- en gesprekstechnieken toepassen:

    - Omgangsvormen

    - Taalgebruik

    - Open en gesloten vragen stellen

    - Verbaal en non-verbaal

    - Rapporteren

    - Objectief

    - Subjectief

    - Pedagogisch handelen

    P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor

    een individu en groep voorbereiden

    3.1.2 een passende activiteit kiezen

    4 Uitleggen wat het doel van de activiteit is:

    - Recreatieve activiteiten

    - Sportief

    - Educatief

    - Arbeidsgerichte dagbesteding

    - Belevingsgerichte dagbesteding

    - Sociale activiteiten

    - Ontwikkelingsgerichte activiteiten

    5 Verschillende activiteiten, spellen en spelvormen uitleggen:

    - Spel- en bewegingsvormen

    - Knutselen

    - Eenvoudige kookactiviteiten

    - Kijkwijzer

    - AVI-niveau

    - Binnen- en buitenspellen

    6 Een activiteit kiezen die aansluit bij het individu en/of de doelgroep, rekening houdend met de

    mogelijkheden:

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit

    - Werkvormen

    - Zintuigactivering (snoezelen)

    - Zelfredzaamheid

    P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor

    een individu en groep voorbereiden

    3.1.3 informatie zoeken en geven over

    mogelijke activiteiten

    7 Informatiebronnen zoeken en selecteren:

    - Digitaal

    - Schriftelijk

    8 Relevante informatie verwerken en geven:

    - (digitale ) presentatie

    - Flyer

    - Folder

    - Nieuwsbrief

    - E-mail

    P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep uitvoeren

    3.1.5 een draaiboek voor een activiteit

    maken

    9 Met behulp van een ICT-toepassing een plan van uitvoering maken:

    - Tijdsplanning

    - Materialen

    - Begeleiders

    - Hulpmiddelen

    - Vervoer

    - Reserveringen

    - Logistiek voorbereiden

    - Kostenoverzicht

    P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep uitvoeren

    3.2.1 deelnemer(s) gastvrij ontvangen, op

    hun gemak stellen en wegwijs maken

    10 De deelnemers verwelkomen

    11 Uitleggen wat de bedoeling is van de activiteit

    12 Controleren of de deelnemers het begrepen hebben

    13 Belangstelling tonen, actief luisteren en betrokkenheid tonen

    14 De deelnemers helpen de weg te vinden

    P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep uitvoeren

    3.2.2 deelnemer(s) motiveren tot deelname

    aan een activiteit

    15 Deelnemers enthousiasmeren door:

    - Uitnodigen

    - Aansporen

    16 Begrip tonen voor gevoelens en wensen van de deelnemer en het tonen van empathie

    P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep uitvoeren

    3.2.3 deelnemer(s) stimuleren tot zelf doen

    of meedoen

    17 De lichamelijke/motorische, geestelijke/cognitieve en sociale(emotionele) ontwikkeling herkennen van:

    - Baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber/adolescent, volwassene, oudere, (hoog)bejaard

    - Pedagogisch handelen

    - Opvoedingsstijlen

    18 De deelnemers geruststellen en aanmoedigen

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit

    P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep uitvoeren

    3.2.4 op gestructureerde en consequente

    wijze iets voordoen en uitleggen

    19 Volgens een zelf uitgewerkt stappenplan werken aan een activiteit

    20 Instructie en taalgebruik aanpassen aan de doelgroep

    P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep uitvoeren

    3.2.5 aanwijzingen geven

    21 Toezien of een handeling op de juiste wijze wordt (na)gedaan en daarop feedback geven:

    - Observeren van individu en groep

    P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep afsluiten

    3.3.1 een activiteit afronden

    22 De deelnemers attent maken op de afsluiting van de activiteit

    P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep afsluiten

    3.3.2 materialen en hulpmiddelen laten

    opruimen

    23 Materialen zorgvuldig opruimen en de deelnemers bij het opruimen betrekken

    P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met

    een individu en groep afsluiten

    3.3.3 een activiteit met deelnemers en

    medewerkers evalueren

    24 Een draaiboek en/of een activiteit nabespreken en beoordelen:

    - Subjectief

    - Objectief

    - Zakelijk rapporteren

    - Feedback

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid

    Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is

    de leerling in staat om:

    Beoordelingscriterium.

    Hiervoor kan ik:

    P/ZW/1.1informatie geven over een

    gezonde leefstijl

    1.1.1 uitleggen welke aspecten van invloed

    zijn op fysiek, psychische en sociale

    gezondheid.

    1 uitleggen wat lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid is.

    2 uitleggen wat een gezonde of ongezonde leefstijl is, ik kan ook uitleggen wat de invloed kan zijn op je

    leefstijl door :

    - Je Cultuur

    - Erfelijkheid ( wat je ouders aan je hebben doorgegeven)

    - Je omgeving ( waar je woont met wie je omgaat)

    - beweging / sport

    - Welke producten je gebruikt, denk aan : biologische voeding, light producten, extra vitamines en

    dergelijke ( voedingssupplementen)

    3 uitleggen wat gezondheid en welvaart met elkaar te maken hebben. Ik kan ook uitleggen wat

    welvaartsziekten zijn.

    4 uitleggen wat een gezonde of ongezonde leefstijl voor invloed heeft op de lichamelijke, geestelijk en

    sociale gezondheid.

    P/ZW/1.1informatie geven over een

    gezonde leefstijl

    1.12 een verband leggen tussen leefstijl,

    voedingspatroon, hygiëne, bewegen en

    gezondheid

    5 Uitleggen wat een verantwoord voedingsgedrag te maken heeft met gezondheid.

    Hierbij kan ik ook uitleggen welke rol leeftijd en leefstijl hierbij spelen

    6 Uitleggen wat onderstaande ziekten/aandoeningen zijn én waarom onderstaande ziekten/

    aandoeningen welvaartsziekte zijn:

    - Diabetes typ 2

    - Hart – en vaatziekten

    - Obesitas

    7 uitleggen hoe slechte hygiëne de gezondheid kan schaden

    8 Aan de hand van onderstaande begrippen uitleggen welke invloed leefstijl op de gezondheid heeft:

    - Bewegen

    - SOA

    - BMI

    - Voedingsgewoonten

    - Hygiëne

    P/ZW/1.1informatie geven over een

    gezonde leefstijl

    1.1.3 informatie zoeken en geven over het

    gebruik van genotmiddelen.

    P/ZW/1.1informatie geven over een

    gezonde leefstijl

    1.14 de invloed van media op leefstijl

    beschrijven en herkennen

    9 informatie zoeken op het internet en in folders.

    10 van de informatie die ik gevonden heb zelf een presentatie maken én kan ik ook de presentatie geven

    aan een groep. ( Power Point of Prezi presentatie, flyer of folder)

    11 uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van het gebruik van genotmiddelen. Ook kan ik uitleggen wat

    het gebruik van genotmiddelen kan doen met je dagelijks leven.

    12 minimaal 4 kenmerken van een verslaving benoemen.

    13 benoemen welke media ( kranten, tv, radio,..) gebruikt wordt om doelgroepen over leefstijl te

    bereiken.

    ook de voor- en nadelen van de diverse media benoemen.

    14 de invloed van reclame en sociale media op leefstijl herkennen.

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen.

    1.2.1 een gezonde maaltijd samenstellen

    15 met de schijf van vijf een gezonde maaltijd samenstellen.

    16 gezonde voeding kiezen voor diverse doelgroepen zoals:

    -ouderen

    -zwangere

    -baby’s

    -kinderen

    -sporters

    -zieken

    -religie( islam, hindoeïsme, jodendom)

    17 een duurzame gezonde maaltijd samenstellen waarbij ik rekening houd met:

    - het seizoen

    - biologische voeding

    - keurmerken

    - dierenwelzijn

    - milieu en klimaat

    18 een gezonde maaltijd samenstellen waarbij ik rekening houd met voedingsgewoonten zoals:

    - biologische voeding

    - veganist en vegetariër

    - allergieën

    - ziekte en herstellen van ziekte

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen.

    1.2.2 recepten lezen en omrekenen naar

    aantal personen

    19 zelf een recept opzoeken en gebruiken. Tevens kan ik een recept omrekenen naar meer of minder

    personen.

    20 rekenen met inhoudsmaten, gewichten en verhoudingen.

    tevens een litermaat en een weegschaal gebruiken.

    ook maten zoals eet- en theelepel omrekenen naar milliliters en grammen.

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen.

    1.2.3 een planning maken voor het correct

    uitvoeren van de werkzaamheden

    21 een stappenplan maken voor het bereiden van een maaltijd zodat ik in logische volgorde een gerecht of

    gerechten kan bereiden

    22 een stappenplan gebruiken én een tijdschema maken voor het bereiden van een maaltijd

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen.

    1.2.4 tijdens werkzaamheden rekening

    houden met Hygiëne

    23 uitleggen waarom het belangrijk is hygiënisch te werken bij voedselbereiding.

    24 onderstaande termen uitleggen én toepassen bij het hygiënisch bereiden van voedsel

    - first in first out

    - ten minste houdbaar tot

    - tenminste goed tot

    - conserveren

    - bewaarvoorschriften

    - HACCP

    25 herkennen wanneer voedsel bedorven is en niet meer gebruikt mag worden

    26 uitleggen wat onderstaande termen betekenen én gebruiken als ik een maaltijd bereid:

    -kruisbesmetting

    -product hygiëne

    - persoonlijke hygiëne ( handen wassen, sieraden af doen, lange haren in een staart)

    -conserveer- en bewaarmethodes

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen.

    1.2.5 bassivaardigheden toepassen die

    noodzakelijk zijn voor de bereiding van een

    maaltijd

    27 voedingsmiddelen die ik gebruik bij het koken herkennen en voorbewerken. Zoals:

    - vers en geconserveerd voedsel

    - grondstoffen en ingrediënten

    - vleesvervangers

    - convenience food

    28 een recept volgen.

    29 bereidingstechnieken toepassen zoals:

    - snijden

    - koken

    - bakken

    - braden

    - stomen

    - wokken

    30 de juiste materialen gebruiken bij het koken zoals:

    - juiste kleur snijplank

    - juiste messen

    - juiste pannen

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen.

    1.2.6 materiaal en apparatuur hanteren bij de

    bereiding van gerechten in de

    privéhuishouding

    31 de juiste apparatuur en gereedschap kiezen en gebruiken

    32 veilig met apparatuur en gereedschap omgaan daarbij houd ik me aan de gebruiksaanwijzing/

    gebruiksvoorschrift.

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen

    1.2.7 gerechten presenteren

    33 gerechten garneren hierbij houd ik rekening met:

    - kleurcombinaties

    - passende garnering qua smaak en smaakcombinaties

    - een smakelijk uitziend gerecht.

    34 een tafel netjes dekken

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid 35 voor een meergangen menu het juiste bestek netjes indekken

    P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd

    samenstellen, bereiden en opdienen

    1.2.8 gebruikte materialen schoonmaken en

    opruimen.

    36 de afwas met de hand doen

    37 materialen , apparatuur en werkplek na gebruik schoonmaken en gebruik ik daarbij het juiste

    schoonmaakmiddel en schoonmaak materialen.

    de vaat-, thee- en handdoek op de goede manier gebruiken.

    38 bij het schoonmaken rekening houden met :

    - het milieu

    - hygiëne

    - afvalscheiding

    P/ZW/ 1.3 ondersteunen bij een

    verantwoord voedings- en

    bewegingspatroon en dagritme

    1.3.2 informatie zoeken en geven over

    voedings- en beweegpatroon en dagritme

    39 gebruik maken van de schijf van vijf van het voedingscentrum. Ook kan ik met de schijf van vijf een

    gezonde maaltijd samenstellen waarbij ik rekening houd met:

    - leefstijl

    - leeftijd

    - gezondheid

    35 informatie zoeken over gezonde voeding op het internet en in folders.

    organisaties noemen die informatie verschaffen rondom voeding.

    een presentatie over gezonde voeding geven aan een groep. Bijvoorbeeld met een Power Point

    presentatie, Prezi, folder of flyer.

    36 benoemen en uitleggen wat het verschil is tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.

    ook kunnen werken met wat er op een etiket van voedingsmiddelen staat en uitleggen wat

    onderstaande betekent:

    - additieve

    - allergenen

    - energiewaarde

    - calorieën

    - kilojoules

    - keurmerken

    - logos

    - waarschuwingen van fabrikanten in verband met voedings- en gezondheidsclaims

    37 uitleggen hoeveel calorieën ( energie) iemand nodig heeft rekening houdend met:

    - leeftijd

    - activiteit

    - omgevingstemperatuur

    38 uitleggen wat bewegingspatroon en dagritme betekenen én uitleggen hoe deze van invloed zijn op de

    gezondheid

    39 uitleggen hoe je kunt zien ( kenmerken) dat iemand een verantwoord voedingsgedrag heeft.

    40 informatie opzoeken en een presentatie geven aan een groep over verschillende diëten allergieën en

    intolerantie waarbij ik kan

    uitleggen wat onderstaande diëten inhouden:

    - natrium beperkt dieet

    - energiebeperkt dieet

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid - energieverrijkt dieet

    - glutenvrij dieet

    - lactosevrij dieet

    ook in een presentatie uitleggen wat het verschil is tussen voedselallergie en voedselintolerantie

    P/ZW/ 1.3 ondersteunen bij een

    verantwoord voedings- en

    bewegingspatroon en dagritme

    1.3.4 voedings- en leefgewoonten

    observeren, herkennen en de klant hierover

    adviseren

    40 zien of er veranderingen zijn in de voedings- of leefgewoonten van een klant/ zorgvrager. Hierbij let ik

    op:

    - of iemand minder actief is

    - of iemand anders is gaan eten

    - of de veiligheid anders is geworden

    41 als een klant zorgvrager dat vraagt óf als ik zelf iets heb gezien met betrekking tot voedings- of

    leefgewoonten, een gesprek met een klant/ zorgvrager hierover voeren.

    42 in een kort rapport opschrijven wat er besproken is met een klant/zorgvrager . Hierbij weet ik wat het

    verschil is tussen:

    - objectief en subjectief

    wat ik heb opgeschreven in een rapport, bespreken met een collega/leidinggevende

    43 Na een gesprek met klant/ zorgvrager bekijken wat goede keuzes zijn en aan de klant/ zorgvrager

    voorstellen doen om de voedings- en of leefgewoonten aan te passen

    P/ZW/ 1.3 ondersteunen bij een

    verantwoord voedings- en

    bewegingspatroon en dagritme

    1.3.5 uitleggen hoe dagritme van invloed is

    op het fysieke en mentale welzijn

    44 uitleggen wat een dagritme is en een voorbeeld van een dagritme geven

    45 uitleggen waarom een goed en verantwoord dagritme belangrijk is voor de lichamelijke en geestelijke

    gezondheid.

    uitleggen wat onderstaande termen betekenen:

    - evenwicht tussen activiteit en rust

    - stress

    - burn - out

    - overbelasting

    - regelmaat

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving

    Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is

    de leerling in staat om:

    Beoordelingscriterium.

    Hiervoor kan ik:

    P/ZW/2.1 schoonmaken- en

    onderhoudswerkzaamheden uitvoeren

    2.1.1 werkvolgorde en planning maken voor

    de uit te voeren werkzaamheden

    1 Verschillende onderhouds-en schoonmaakwerkzaamheden plannen

    Let hierbij op:

    - Onderhoudsvoorschriften

    - Schoonmaakregels

    P/ZW/2.1 schoonmaken- en

    onderhoudswerkzaamheden uitvoeren

    2.1.2 onderhoudsvoorschriften lezen,

    interpreteren en ernaar handelen

    2 Voorschriften van onderhoud en schoonmaak uitleggen en een onderhoud etiketten lezen en toepassen.

    3 Uitleggen wat de pictogrammen en symbolen betekenen en ik kan ernaar handelen.

    - Niet mengen

    - Giftig

    - Bijtend/corrosief

    - Schadelijk

    - Irriterend

    - Licht ontvlambaar

    - Oxiderend

    - Milieugevaarlijk

    - Veiligheid

    P/ZW/2.1 schoonmaken- en

    onderhoudswerkzaamheden uitvoeren

    2.1.3 schoonmaakmiddelen, - apparatuur en

    –materialen kiezen en gebruiken

    4 Ik kan een passend schoonmaakmethode kiezen.

    5 Een schoonmaakmiddel kiezen dat geschikt is voor reinigingen, ontkalken, ontvetten of desinfecteren

    en rekening houdend met het soort vuil.

    Let op:

    - Dosering

    - Milieubewust

    - Kent het pictogram

    6 Materiaal van vloeren, muren en meubels herkennen en daarbij passende schoonmaakmiddelen, -

    materialen en –apparatuur kiezen. Bij het gebruik let ik op:

    - de dosering

    - milieubewust werken

    - natuurlijke en synthetische middelen

    P/ZW/2.1 schoonmaken- en

    onderhoudswerkzaamheden uitvoeren

    2.1.4 werkzaamheden uitvoeren volgens plan

    7 Onderstaande termen uitleggen en toepassen bij het schoonmaken:

    - Schoonmaakfrequentie

    - Schoonmaakplan

    - Ergonomie

    - Milieubewust

    - Veiligheid

    - Routing

    - Huishoudelijk schoon

    - Ruwschoon

    - Smetschoon

    - Dagelijkse – periodieke schoonmaakbeurt

    8 Onderstaande werkzaamheden met de passende schoonmaakmiddelen, materialen en apparatuur

    uitvoeren.

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving

    - Schoonmaakfrequentie

    - Schoonmaakplan

    - Ergonomie

    - Milieubewust

    - Veiligheid

    - Routing

    P/ZW/2.1 schoonmaken- en

    onderhoudswerkzaamheden uitvoeren

    2.1.5 gebruikte materialen schoonmaken en

    opruimen

    9 Schoonmaken, onderhouden en opruimen van de gebruikte materialen, middelen en apparatuur.

    Let hierbij op de:

    - voorraadbeheer

    - hygiëne

    - onderhoudsvoorschriften

    P/ZW/2.2 textiel verzorgen

    2.2.1 etiketten lezen, interpreteren en ernaar

    handelen

    10 Kleding- en was etiketten lezen en ernaar handelen. Je kent de was symbolen en de pictogrammen.

    11 Kleding- en was etiketten uitleggen. Je kent de was symbolen en pictogrammen

    P/ZW/2.2 textiel verzorgen

    2.2.2. was sorteren

    12 Wasgoed sorteren en voorbereiden op was behandeling.

    Denk hierbij aan:

    - Wasvoorschriften

    - Zakken leeg

    - Ritsen dicht

    - Waszakje

    P/ZW/2.2 textiel verzorgen

    2.2.3. een wasbehandeling uitvoeren

    13 Apparatuur voor wasbehandeling bedienen en onderhouden

    14 Producten voor wasbehandeling kiezen, doseren en gebruiken

    15 Wasgoed laten drogen

    Uitleggen wat onderstaande termen betekenen en gebruiken als ik textiel verzorg:

    - Milieu- en energiebewust

    - Waterhardheid

    - Wasactieve stof

    - Waterontharders

    - Enzymen

    - Wasmiddelen

    - Vezelsoorten

    - Wasprogramma’s

    - Handwas

    P/ZW/2.2 textiel verzorgen

    2.2.4. strijken, vouwen en opbergen van de

    was

    16 Strijkapparatuur gebruiken

    17 De was verwerken, controleren en opbergen

    18 Eventuele gebreken opmerken en doorgeven

    o.a. knoopje mist of een naad los

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    19 Uitleggen waarom een goed verzorgd uiterlijk en goede lichaamshygiëne in dienstverlenende beroepen

    van belang is en dit in de praktijk toepassen

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving

    2.3.1 zich representatief en klantgericht

    opstellen

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    2.3.2 de klant ontvangen en begroeten

    20 Op een correcte wijze de klant te woord staan

    21 Initiatief nemen tot het leggen van contact.

    Achterhaal de reden van het bezoek.

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    2.3.3 een informatief en zakelijk gesprek

    voeren

    22 In de communicatie- en gesprekstechnieken rekening houden met:

    - Verschillende omgangsvormen

    - (in)formeel taalgebruik

    - Open en gesloten vragen

    - Verbaal en non-verbaal gedrag

    23 Informatie samenvatten aan het einde van een (telefoon) gesprek

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    2.3.4 taalgebruik afstemmen op de klant met

    name woordkeuze en stemgebruik

    24 Tijdens de communicatie- en gesprekstechnieken rekening houden met:

    - Omgangsvormen

    - Taalgebruik

    - Open en gesloten vragen

    - Verbaal en non-verbaal

    - Objectiviteit

    - Subjectiviteit

    25 Taalgebruik afstemmen op de doelgroep

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    2.3.5 een telefoonnotitie maken, een

    boodschap aannemen en doorgeven

    26 Relevante informatie vermelden in een notitie en doorgeven

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    2.3.6 een telefonische afspraak maken

    27 Communicatie- en gesprekstechnieken toepassen zoals:

    - Samenvatten

    - Doorvragen

    - Gesprek openen en afsluiten

    Let hierbij op: taalgebruik en beleefdheidsvorm

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden

    verrichten

    2.3.7 schriftelijk rapporteren

    28 Verschillende vormen van zakelijke rapporteren toepassen zoals:

    - e-mail

    - brief

    - (elektronisch) formulier

    - Notitie maken

    - (digitale) agenda

    - Tekstverwerkingsprogramma

    - Presentatieprogramma

    29 Objectieve en subjectieve informatie onderscheiden

    P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden 30 Op een passende wijze afscheid nemen.

    Let op: verbaal en non-verbaal gedrag

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving

    verrichten

    2.3.8 afscheid nemen

    31 Correcte omgangsvormen hanteren

    Let op: verbaal en non-verbaal gedrag

    P/ZW/2.4 ondersteunen bij het kiezen

    van aanpassingen en hulpmiddelen in en

    rondom het gebouw die toegankelijkheid

    en veiligheid bevorderen

    2.4.2 informatie geven over

    veelvoorkomende aanpassingen en

    hulpmiddelen in en rondom het gebouw

    32 Informatie en advies geven over de hulpmiddelen en aanpassingen die in en rondom het gebouw

    aanwezig kunnen zijn gerelateerd aan de zorgvrager en/of doelgroep

    Denk hierbij aan:

    - Arbo

    - Ergonomie

    - Veiligheid zoals kinderhekje, rubberen tegels, handgrepen, toilet met steun aan de muur

    P/ZW/2.5 bij het inrichten van een

    ruimte rekening houden met het gebruik

    van een ruimte

    2.5.1 een ruimte inrichten conform de

    opdracht

    33 Inventariseren voor welke doelgroep en functie de ruimte wordt gebruikt.

    Denk hierbij aan:

    - Woonruimte

    - Slaapruimte

    - Kinderopvang

    - Ziekenkamer

    - Recreatieruimte

    34 Werkzaamheden plannen en een ruimte volgens afspraak inrichten en gebruiksklaar maken

    Denk hierbij aan:

    - Decoratie

    - Meubilair

    - Seizoenen

    - Schets

    - Veiligheid

    - Looplijnen

    - Vluchtwegen

    - Toegankelijkheid voor evt. rolstoel, rollator, kinderwagen

    P/ZW/2.5 bij het inrichten van een

    ruimte rekening houden met het gebruik

    van een ruimte

    2.5.2 de inrichting afstemmen op de wensen

    en de behoeften van de gebruiker

    35 Bij de klant informeren naar de wensen over de inrichting en voorstellen doen

    36 Tijdens de communicatie- en gesprekstechnieken rekening houden met:

    - Omgangsvormen

    - Taalgebruik

    - Open en gesloten vragen

    - Verbaal en non-verbaal

    - Rapporteren

    - Objectiviteit

    - Subjectiviteit

  • Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving

    leerdoelen buitenschools lerenleerdoelen mens & zorg KBLleerdoelen mens en activiteit KBLleerdoelen Mens en gezondheidKBLLeerdoelen mens en omgeving KBL