atlas ruimtelijke impact technologische ontwikkelingen
DESCRIPTION
Wat is de ruimtelijke invloed van technologische ontwikkelingen in landbouw, ICT, energie, mobiliteit en industrie voor Vlaanderen? Kaartoverzicht bij een advies van TNO aan het Vlaams Gewest in het kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Juli 2012TRANSCRIPT
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
2
Voor u ligt de fase 2 studie over de ruimtelijke impact van technologie in Vlaanderen 2020-2050. Op basis van de fase 1 trendanalyse zijn per sector enkele ruimtelijke uitwerkingen gemaakt om de impact in het veld te toetsen. Voor iedere sector - energie, mobiliteit, industrie, landbouw en ICT zijn ana-lyses op Vlaams niveau en soms Europees niveau gegeven, waarna een specifieke en steeds verschillende stad of regio werd uitgewerkt. Iedere sector bevat een nadere toelichting op de ruimtelijk impact. In fase 3 zijn op basis van deze toetsing de beleidsaan-bevelingen geformuleerd.
INLEIDING
ENERGIE P.36
ENERGIE P.34LANDBOUW P. 16
ICT/ZORG P. 6MOBILITEIT P.41
INDUSTRIE/PHARMACEUTICA P. 24
ICT/E-COMMERCE P. 8
N
INDUSTRIE/METAAL P. 22
INDUSTRIE/BIER P.23
ICT/ZORG P 7MOBILITEIT P.42
ICT/ZORG P. 6
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
3
5.1 Hoofdlijnen uit de trendanalyse
In de trendanalyse worden de belangrijkste ontwikkelingen onder ICT gesitueerd in een voortgaande miniaturisatie, slimme materialen, digitale convergentie en steeds intelligenter en intu-itiever wordende apparaten. Tegelijkertijd is ICT behandeld als een general purpose technology. Onderdelen van de laatste ontwikkelingen op het gebied van ICT zijn dan ook hiervoor al (impliciet) aan de orde gekomen, zoals bijvoorbeeld in de energieparagraaf (mbt smart buildings) mobiliteitsparagraaf (mbt bijv. ADAS, ITS), Landbouwparagraaf (interactieve bere-gening systemen), Industrie (integraal adaptive onderwijs/werk, cleantech) etc. Derhalve beperken we ons hier vooral op de in de TNO essays nog aangegeven resterende veranderende toepassing bereiken in de gezondheidszorg (smart healthcare systems) en de woon-consumptiepatronen.
Bij de smart healthcare systems werd vooral gewezen op de nieuwe mogelijkheden die ontstaan op het gebied van de gepersonaliseerde diagnosestelling, behandeling en operatie (eventueel op afstand, zonodig in daarop gequipeerde centra) en ICT toepassingen op het gebied van zelf diagnose, monito-ring en zelf behandeling. Dit maakt dat ouderen/zieken steeds langer zelfstandig thuis kunnen (blijven) wonen, alsmede dat de zorg steeds gedecentraliseerder kan plaatsvinden.. Alleen voor uitzonderlijke, uitermate gespecialiseerde zorg, met bijzondere zeldzame middelen en vereiste specifieke kennis zal men nog naar centrale cure&care concentraties moeten gaan. Tegelijkertijd werd er gewezen op de dankzij ICT sterk gegroei-de mogelijkheden van E-commerce. Dit zal de verhouding van de staande consumptiepatronen richting de traditionele centra en greenstores cq. baanwinkels verder onder druk zetten. Alleen de sterk op gemak en vermaak (fun) geconcentreerde centra, alsmede sterk specialistische baanwinkels op het ge-bied van bouw, kleding, food etc. (de feel en moeilijk generiek te verhandelen artikelen), alsmede die van het halen en bren-gen van online gekochte producten zullen naar verwachting overeind blijven. Dit laatste vraagt wel op een fijnmazig distribu-tienet zoals bijvoorbeeld ook reeds behandeld bij de uitwerking van Antwerpen in de mobiliteitsparagraaf.
ICT - INLEIDING
-
44
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
ICT - ZORGIZ.1 ziekenhuizen kaartuitsnede Vlaanderen
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: BVZ
IZ.1 ziekenhuizen Overeenkomstig de Belgische Vereniging der Ziekenhuizen (BVZ) heeft Vlaanderen 7 Universiteit Ziekenhuisinrichtingen, 93 Ziekenhuizen, en 45 Psychiatrische ziekenhuizen, klinie-ken en overige inrichtingen. In vergelijking met Nederland waar ongeveer 1 ziekenhuis op de 120.000 inwoners norm is betreft dit in algemene zin een relatief hoge dichtheid (1 ziekenhuis op circa 75 a 80.000 inwoners). De indruk bestaat dat dit veel te maken heeft met de bestuurlijke stratificatie in Belgi en de hier nog steeds sterk bestaande verzuiling tussen de christelijke, socialistische, liberale en algemene gezindten. Niettemin zijn grote ziekenhuisconcentraties te vinden in vooral de (grote) steden, met name Antwerpen, gevolgd door Gent, Brugge, Kortrijk, Hasselt Rondom Leuven zijn vooral de Universitaire Ziekenhuisinrichtingen te vinden.
N
-
55
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
ICT - ZORGIZ.2 specialismen en medipolissen kaartuitsnede Vlaanderen
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
N
IZ.2 specialismen en medipolissenTechnologische ontwikkelingen maken het echter mogelijk te komen tot een veel grotere decentralisatie en verdeling van zorg. Met hulp van ICT kan steeds meer zorg op individuele basis aan huis online geboden worden. Daarnaast zijn voor simpele en of reguliere handelingen ook operaties op afstand en in real time mogelijk. Met de nieuwe digitale 3d printtechno-logien is ook een veel snellere op maat te realiseren prothese productie mogelijk. Deze activiteiten kunnen op steeds klei-nere locaties in zogenoemde medipolissen plaatsvinden. Dit zijn eenheden waar niet alleen de eerste lijns zorg, maar ook steeds meer activiteiten in de tweede en derde lijn kunnen plaatsvinden. Indien gerekend wordt met circa 1 medipolis op 10.000 inwoners ontstaat bijgaand beeld.
Tegelijkertijd neemt naar verwachting het technologisch onderzoek en bijbehorende mogelijkheden op het gebied van health & care echter wel continue toe. Dit betreft steeds meer hoogstaand en specialistisch onderzoek cq. zorg. Deze activiteiten vinden steeds meer plaats op hoogtechnologische concentraties, vaak verbonden met een academisch ziekenhuis of universiteit, in combinatie met daarop toegesneden toele-veraars, afnemers en verbonden medische industrien; zich ontwikkelend tot waarachtige zorgcampussen van hoogwaardig zorg gebonden research & development. In Vlaanderen kun-nen/zullen degelijke concentraties waarschijnlijk ontstaan rond het Universiteitsziekenhuis van Antwerpen, dat van Gent en vooral rond de verschillende universiteitscampussen in de cor-ridor tussen Brussel-Leuven. In afstemming daarop zullen naar verwachting ook onderzoekscentra ontstaan met betrekking tot de hardware en software ontwikkeling van zorg gerelateerde ICT-diensten.
-
66
IZ.4 en IZ.5 huidig en verbouwd ziekenhuis (rechts)In dit toekomstbeeld blijft dan echter de vraag wat te doen met de bestaande (en feitelijk overbodig geworden) 93 ziekenhui-zen. Derhalve hebben we hier een tweetal uitwerkingen ge-maakt; n in een meer stedelijke context en n in een meer landelijke context.
De stedelijke context betreft een uitwerking van de Franciscus Xaverius Campus van het Algemeen Ziekenhuis Sint Jan te Brugge. Door de externe ontsluiting van deze Campus om te zetten in een overwegend interne ontsluiting ontstaat de moge-lijkheid om deze locatie stap-voor-stap om te bouwen van een algemeen ziekenhuis naar een binnenstedelijk complex, waarin zowel een medipolis, alsmede bijvoorbeeld woningen, werkge-legenheid, een hotel en/of andere stedelijke voorzieningen zijn ondergebracht.
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
ICT - ZORG IN DE STADIZ.3, IZ.4 en IZ.5 zorcorridor Brussel-Leuven en verbouw bestaand stedelijk ziekenhuis kaartuitsnede Brugge
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
IZ.3 zorgcorridor Brussel-Leuven (boven)Indien we namelijk inzoomen op de corridor Brussel-Leuven, dan zijn hier niet alleen sterke concentraties van hoogtechno-logisch health & care te vinden in niet alleen het Universitair Centrum St. Jozef, de UZ Campus van Leuven en het Psy-chiatrisch centrum St. Kamillus, al of niet direct verbonden en ondersteund door de Universiteit van Leuven en die van Brussel. Tegelijkertijd zijn hier grote ondersteunende (private) onderzoeksinstituten en industrien te vinden op het gebied van medische apparaten bouw (zoals Terumo en SJM), Far-maceutische nijverheid (zoals Novartis, Boehringer, MSD e.d.) en Farmaceutische nijverheid producten (zoals Pfizer, Sanofi e.d.). Alle elementen voor een sterke interactieve netwerk ontwikkeling lijken hier aanwezig. Uitbouw van deze corridor tot een hoogwaardig technologisch health & care landschap, in afstemming op daarop toegesneden infrastructuur, landschap, woon- en werkgelegenheid is hier aan de orde. N.B. 1 Opmerkelijk is derhalve dat onlangs dergelijke centra rondom e-Health (bijv. De Micro-soft Innovatie Centra) niet bij deze concentraties, maar bij Kortrijk en Genk (C-Mine) tot stand zijn gekomen. De indruk bestaat dat dit nog sterk subsidie-gedreven is geweest. Het kan leiden tot een suboptimalisatie binnen IT zorg ontwikkeling. Nadere studie is hier gewenst.N.B. 2 Opmerkelijk is bovendien dat hier onlangs weer is besloten tot de bouw van een nieuw ziekenhuis aan Spoor Noord ter vervanging van het huidige Stuyvenbergziekenhuis, voor 50% deels gefinancierd uit Vlaamse middelen. De indruk bestaat dat ook hier nog sprake is van ver-ouderde, traditionele inzichten. Wellicht is te overwegen de daarvoor benodigde 160 miljoen in te zetten op de hier verwachte technologische ontwikkelingen van zorg.
N
-
77
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
ICT-ZORG IN DE NEVELIZ.6 en IZ.7 verbouw bestaand ziekenhuis nevel kaartuitsnede Sint Gillis Waas
IZ.6 en IZ.7 verbouwing bestaand ziekenhuis in de nevelVoor de landelijke variant is hier verkennend gekeken naar de site van het Algemeen Ziekenhuis Sint Nikolaas in Sint Gil-lis Waas. Dit complex die thans vooral aan de rand van het dorp gelegen is, zou zich in het voornoemde toekomstbeeld in de loop der tijd kunnen transleren naar een meer centrale voorzieningen locatie voor de gemeenschap, waarin naast een medipolis, ook een cultuurhuis, ouderenvoorzieningen, annex ontmoetingscentrum, kinderboerderij, openbare moestuinen, park, woon- en werkgelegenheid, en openbare voorzieningen als digi-punten en een bibliotheek zijn ondergebracht.
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
N
-
8IE.1 bestaande winkelstructuurIn dit geval is het voorbeeld Hasselt genomen. Op de kaart zijn aangegeven de funwinkels overeenkomstig de eigen opgave van de gemeente. Deze bevinden zich alle in de oude binnen-stad van Hasselt, intra muros, Daarnaast zijn op de kaart de baanwinkels gekarteerd. Overwegend bevinden deze zich op enkele punten langs de tweede ring van Hasselt (alwaar zich overigens ook de belangrijkste industriegebieden en kantoren bevinden) en langs de steenwegen richting Diest en Genk.
ICT - E-COMMERCEIE.1 bestaande winkelstructuur uitsnede Hasselt
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: http://www.youropi.com/nl/hasselt-147/winkelen/plattegrond
Funwinkels
Runwinkels
0 100 200 300 400 500 meter
modekindinterieursportfoodgadgets, sieraden etc.
baanwinkelsE-wegenR/N-wegenLokale wegenSpoorlijnRivier/kanaal
restaurantcafmuseum
-
99
ICT - E-COMMERCEIE.2 E-commerce winkelstructuur kaartuitsnede Hasselt
E.2 E-commerce winkelstructuurIngeval e-commerce zich krachtig doorzet, is de verwachting dat dit vooral impact zal hebben op de retailstructuur, omvang en aantal baanwinkels. En van de hypothesen is dat alleen de vers-, maat- en last minute aankopen (zoals bijvoorbeeld de su-permarkten, kledingswinkels, bouwmarkten etc.) een blijvende betekenis zullen houden, alsmede winkels met een anderszins succesvolle belevingsformule. Op bijgaande kaart is dat aange-geven. Daarnaast zal de binnenstad zich steeds meer moeten gaan specialiseren naar gemak en vermaak, aangevuld met een fijnmazig distributienet voor de e-commerce. In dit geval is daartoe voorzien in een multi-modaal overslagpunt langs het Albertkanaal, met een mogelijke aansluiting op het spoor en de tweede ring van Hasselt. Hier kunnen de online gekochte goederen verder gedistribueerd worden, dan wel opgehaald en weggebracht. In aanvulling daarop kan ook voorzien worden in distributie aan huis en/of bij afwezigheid in fijnmaziger ophaal/wegbreng punten bij bijvoorbeeld de bestaande postagent-schappen, tankstations, supermarkten etc. Elk van deze punten kan zich potentieel ontwikkelen tot een one-stop-e-shopping punt in combinatie met bijvoorbeeld crche, scholen, zorgverle-ners en/of andere serviceverleners.
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWODeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: -
Funwinkels
Runwinkels
0 100 200 300 400 500 meter
modekindinterieursportfoodgadgets, sieraden etc.
baanwinkelsE-wegenR/N-wegenLokale wegenSpoorlijnRivier/kanaal
restaurantcafmuseum
mogelijk te verlaten baanwinkel
centraal distributiepunt e-commercepostagentschapsupermarkttankstationdistributienet
Nieuw
-
10
stadmarkt
kwetsbaaren vers voedsel
hout (energie en bouw)
graan
ranches/wild
importstad
inkoop/veiling
voedingsindustrie
inheemse soortenop exotische plaatsen
lokale productie naar globale inkoop
kwetsbaar voedselgeconditioneerd
uitheemse soortenin lokale kassen
stadconsumenten
haven
keuken
industrileintensieveteelten
high techintensieve stadsteelt
stedelijkevoedseldistributie
exportinheemsespecialiteiten
binnenstadmarketingteelt
grondgebondenteelt rond veilingof voedingsindustrie
specialistischeteelten
stadsrandbouw
(inter)nationale distributie
4.1 Hoofdlijnen uit de trendanalyse
De landbouw heeft de afgelopen decennia al vele technolo-gische vernieuwingen meegemaakt die alle hebben geleid tot een flinke intensivering, productiestijging en industrialisering. Deze intensivering kent ook een tegenreactie, waar landbouw-verbreding ontstaat met een verweving met bv. natuurfuncties, toerisme, en gezondheidszorg. De trendanalyse geeft aan dat er ontwikkelingen zijn in de gentechnologie, biotechnologie, ICT en robotica. Gewassen en dieren zijn steeds preciezer te mo-dificeren naar productie-en consumptie-eisen. ICT en robotica optimaliseren logistiek en monitoringstechnieken waardoor ook de grond/locatiegebondenheid van sommige teelten minder be-langrijk is. Al met al lijken technologische ontwikkelingen vooral te focussen op een nog verdergaande mondiale en universele productie-optimalisatie en minder gericht te zijn op regionale voedselsystemen. Desalniettemin is dat laatste een sterke trend die breed maatschappelijk zichtbaar is.
LANDBOUW - INLEIDINGL.1 schema von Thnen revisited
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
L.1 Schema von Thnen revisitedDe Duitse landbouwtheoreticus Von Thuenen (1783-1850, Der Isolierte Staat) laat zien hoe van oudsher landbouw bij de stad hoort. De ligging ten opzichte van de stad en de markt werd bepaald door de combinatie van de grondprijs, de oogstop-brengst, de houdbaarheid en vervoerbaarheid van het product. De meest kwetsbare en bederfelijke waar zoals fruit, groenten, melk en eieren kwamen van zo dichtbij mogelijk. Bosbouw voor haardhout zat in een cirkel eromheen vanwege het moeizame transport. Houdbaar en eenvoudig transporteerbaar voed-sel, zoals bijv. graan, aardappelen, (levend) vee kwamen van verder. Het model strookt echter niet met het proces van industrialisatie en schaalvergroting. Urbanisatie zorgt voor een grote druk op het omliggend boerenland, waardoor grondverkoop ten behoe-ve van woningen of bedrijven ongeacht de oorspronkelijke teelt - altijd gunstiger is. Boerenbedrijven trekken zich daarom terug op eigen, vaak grootschalige productielocaties.
Door verbetering van rassen, goedkopere energie, gesubsidi-eerde landbouw en niet doorberekende milieu-en maatschap-pelijke lasten is landbouw nu op zeer veel plekken in de wereld mogelijk. Producten worden gestandaardiseerd en geconditio-neerd naar veilingen en industrieverwerking getransporteerd, alvorens het bij de stedeling aankomt. De landbouwketen is daarmee vrijwel geheel onafhankelijk van de fysieke nabijheid tot de naastgelegen stad. Er zijn wereldwijd slechts zon 120 voedingsindustrilen die deze voedselketen in handen hebben (Sinclair 1967, van der Schans 2012)Het industrialisatiemodel heeft echter grote en onnodige voedseltransporten veroorzaakt, een kwetsbare voedselze-kerheid, een onevenwichtige energiebalans en onherstelbare milieuschade. De stedeling is gereduceerd tot consument en de producent vecht vooral over prijs en schaal. Een verdere schaalvergroting binnen dit mondiale systeem is in het Vlaamse cultuurlandschap nauwelijks meer te realiseren. En de Vlaamse consument wordt langzaam bewuster van de voedselketens.
Von Thnen revisited gaat uit van een hernieuwde waardering van duurzame ketens, waarbij de fysieke nabijheid van een stedelijk gebied, een veiling of een producent herwaardeerd wordt. Nieuwe coperaties worden aangegaan rond voedsel-kwaliteit, innovatie, energie en transport. Stadslandbouw in de dichte delen van de stad benut daken en leegstaande gebouwe voor hoogwaardige en kwetsbare producten. Samen met de omringende fruit-en groenteteelt leveren die direct aan horeca en bewoners, waarbij er een feedback is tussen producent en consument. De meer intensieve veehouderij en glastuinbouw koppelt mee met industrie en energiebedrijven voor de rest-warmte. Grootschalige teelten gebeuren op grotere afstand van de stad rondom de groenten-en vleesindustrie. Natuurgebieden en cultuurgronden worden beter verankerd met toeristische en -zorgdiensten. In principe hoeven zo alleen uitheemse en ener-gieneutralere teelten te worden gemporteerd. (van de Ploeg 2002, van der Schans 2012)
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
1111
67 miljoen euro10 miljoen euro
graangrasland/maisoverig
62 miljoen euro10 miljoen
Imperial Meat Products
Westvlees PlukonVolys Star
PlumaHarry Verbinnen
Marmo
Van Reusel
Nutreco
AveveVersele-LagaKemin
Quartes
Vanden Avenne
LANDBOUW - GEMENGDE (VEE)TEELTENL.2 gemengde (vee)teelten kaartuitsnede Vlaanderen
NDeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: landbouwimpactstudie, trendstop
L.2 gemengde (vee)teeltenIn Vlaanderen is de uitsortering van landbouw en stad niet zo sterk als in de omringende landen. Het landschap van Vlaan-deren is relatief divers en vermengd in vergelijking met de uitgestrekte graanvelden in Noord-Frankrijk, de tuinbouwcom-plexen of grootschalige polderontginningen in Nederland. Die bestaande diversiteit en verweving is ook terug te zien in de vele gemengde bedrijven die over heel Vlaanderen zijn te vinden. Zij leveren aan de nabij gelegen grote voedingsindus-trie en onttrekking voedingsstoffen van veevoederbedrijven. De ruimtelijke structuur staat een schaalsprong naar intensie-vere teelten in de weg, alhoewel dit technologisch juist wel de tendens is. Maar nabij iedere veehouder zijn immers altijd een burger, een natuurwaarde of een andere private grondeigenaar te vinden, waardoor hier spanningen te verwachten zijn. Het benutten van die ruimtelijke variatie zou een goede basis kunnen vormen voor nieuwe, lokale of regionale coperaties waarin energie, voedselproductie, waterbeheer, natuurontwik-keling, wonen, dienstverlening en recreatie/toerisme tot nieuwe regionale verbanden leiden die juist niet uitsluitend op de mon-diale schaal opereren maar gecombineerde, gelokaliseerde productschappen opzetten. Aveve (Boerenbond) in Leuven is verreweg het grootste veevoerbedrijf in Vlaanderen, maar het bedrijf is met produc-tie verzamelsites en verkooppunten regionaal verspreid over Belgi en Frankrijk. Aveve is van oorsprong een coperatie, en bestaat thans uit zon 50 bedrijven. De overige veevoederin-dustrie is verder geconcentreerd in de regio Gent-Kortijk.
Grootschalige vleesindustrie is verspreid over heel Vlaanderen maar het Westen kent de twee grootste spelers: Imperial Meat Products nabij Gent en WestVlees in de Westhoek.
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
1212
Scana NolicoUnifrostArdo
PinguinLutosadArtaBonduelle
CL Warneton
Pasfrost
Westfro
Vanelo
Horafrost
Univeg
DejaegherePinguin
Den Berk
50 miljoen euro
LANDBOUW - GROVE GROENTENTEELTENL.3 grove groententeelten - kaartuitsnede Vlaanderen
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: landbouwimpactstudie, trendstop
ArdoPinguinLutosa
CL Warneton
Pasfrost
WestfroHorafrostDejaeghere
Pinguin
50 miljoen euro5 miljoen euro
groenteaardappelentuinbouwveiling
L.3 Grove groententeelten voor voedingsindustrieGrootschalige groenteproductie levert aan de groentever-werkende industrie. Hier is een opvallend onderscheid in Vlaanderen. De in Limburg gevestigde Scana Nolico is verreweg de grootste groenteverwerker, met een conglome-raat aan (georganiseerde) regionale leveranciers. De regio rondom Roeselaere kent vele verschillende spelers van iets kleinere schaal.De vereiste om dagverse groenten zo snel mogelijk naar de verwerkende industrie te transporteren maakt dat industrie en toeleveranciers sterk aan elkaar en aan de regio verbon-den zijn.
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
1313
fruitsierplantenerkend streekproducthoutachtigen
LANDBOUW - SPECIALE TEELTENL.4 kwetsbare en gespecialiseerde teelten kaartuitsnede Vlaanderen
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: landbouwimpactstudie
L.4 speciale teeltenHaspengouw (rond Sint Truiden) is een typische fruitteelt regio, waar ook enkele wijnboeren actief zijn. Rond Gent zijn er veel boomkwekers. Verspreid zijn er veel boeren die erkende streekproducten telen. De specialistische teelten zijn rondom de veilingen georganiseerd, de streekproducten rondom boe-renmarkten of toeristische regios.
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
14
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
14
L.5 Ongebonden teelten - kaartuitsnede VlaanderenLANDBOUW - ONGEBONDEN TEELT
L.5 ongebonden teeltenTeelten die niet grondgebonden zijn en ook niet afhankelijk zijn van een lokaal verankerd (gemengd) bedrijf, zouden het beste kunnen aanleunen tegen reeds ontwikkelde bedrijventerreinen en havengebieden. Zowel qua regelgeving als energetisch zijn intensieve industrile kweken daar mogelijk, met een verdere industrialisering en high-tech / biotech karakter.
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
1515
LANDBOUW - STADSTEELTENL.6 stadslandbouw en boerenmarkten kaartuitsnede Vlaanderen
stedelijk gebiedboerenmarkt
NDeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: landbouwimpactstudie
L.6 stadslandbouw en boerenmarktenIn stedelijke gebieden speelt stadslandbouw een rol in stede-lijke voedselstrategien. Daarnaast heeft de stad de traditionele rol als marktplaats voor voedsel.
-
16
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Afrikalaan
Kerkstraat Gentbrugge
Blaisantvest
Antwerpse Steenweg
Halvemaanstraat
Charles lEpeeplein
Volkstuinen van Gent-Assels
Boersepoort Kringwinkel
De Site Rabot
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Afrikalaan
Kerkstraat Gentbrugge
Blaisantvest
Antwerpse Steenweg
Halvemaanstraat
Charles lEpeeplein
Volkstuinen van Gent-Assels
Boersepoort Kringwinkel
De Site Rabot
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
L.7 stadslandbouw hoogstedelijk uitsnede Gent
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische dienst
L.7 stadslandbouw hoogstedelijk GentEen uitwerking is gemaakt voor de omgeving van Gent. Op dit moment zijn er in Gent vijf boerenmarkten en de stadsland-bouw binnen Gent wordt gestimuleerd op tijdelijke (braaklig-gende) terreinen en permanente volkstuincomplexen. In de toekomst worden binnen leegstaande gebouwen intensieve en high tech teelten mogelijk (Plantlab) die voor een deel in een gevarieerde voedselvoorziening voor de stad kunnen voorzien. Aldaar zijn ook op daken teelten en bijenkasten te voorzien, al dan niet gecombineerd met energie-en natuurdoelstellingen. In een nieuwe relatie tussen stad en landbouw kunnen de omringende landbouwgronden en vrije stedelijke gronden een stabiele aanvoer van regionale producten gaan vormen en spelen ze in op specifieke stedelijke vragen.
LANDBOUW - STAD
stadslandbouw hoogstedelijk met boerenmarktenbijenkasten, daktuinen en plantlabs directe toelevering aan horeca
stadslandbouw, fruitteelt, volkstuinen,stadsboerderijen, landhuizen- bestaand en nieuw
energiecoperaties, tuinbouw WKK
uit voedsel- en energie teelten
gebiedsspectialiteit: boomgaarden
kanaalzone met import exoten en intensieve industrile teelten
aanvoer en verwerking biomassa uit omgeving
cultuurhistorisch ontwikkelingsgebiedmet natuurwaarden en stadslandbouw
1 km
tuinbouwkassen, stadslandbouw
intensieveveehouderijen energiecoperaties
extensieveveeteelt, jacht en natuur
voedings-en energieteelt(graan, aardappels, biomassa, bosbouw)
uitheemse en/ofenergieneutralereteeltenmarkten kwetsbaar
veilingvan lokale specialiteiten
lokale specialiteit
-
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Afrikalaan
Kerkstraat Gentbrugge
Blaisantvest
Antwerpse Steenweg
Halvemaanstraat
Charles lEpeeplein
Volkstuinen van Gent-Assels
Boersepoort Kringwinkel
De Site Rabot
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Afrikalaan
Kerkstraat Gentbrugge
Blaisantvest
Antwerpse Steenweg
Halvemaanstraat
Charles lEpeeplein
Volkstuinen van Gent-Assels
Boersepoort Kringwinkel
De Site Rabot
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
L.8 stadslandbouw landgoederen uitsnede Gent
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: RUP Parkbos
L.8 stadslandbouw landgoederenTen zuiden van Gent is het cultuurhistorisch waardevol gebied Parkbos in ontwikkeling. Een landschappelijke structuur van lanen die landhuizen verbinden wordt hersteld in een verweven gebied van landbouw, natuurwaarden en cultuurhistorie. Aldaar verbouwden vroeger warmoezeniers groenten en kwetsbare teelten. In het landbouwdeel kunnen hier teelten voor enkele nabijgelegen campussen en instituten worden verbouwd. Zij leveren dus aan de stad, maar bieden ook een buitenplaats met een toeristische waarde en een uitloopgebied voor de instituten. Een stedelijk distributiesysteem tussen stad en land (in Gent kan dat via het waternetwerk) vermindert de logistieke druk en milieuhinder.
LANDBOUW - STAD
stadslandbouw hoogstedelijk met boerenmarktenbijenkasten, daktuinen en plantlabs directe toelevering aan horeca
stadslandbouw, fruitteelt, volkstuinen,stadsboerderijen, landhuizen- bestaand en nieuw
energiecoperaties, tuinbouw WKK
uit voedsel- en energie teelten
gebiedsspectialiteit: boomgaarden
kanaalzone met import exoten en intensieve industrile teelten
aanvoer en verwerking biomassa uit omgeving
cultuurhistorisch ontwikkelingsgebiedmet natuurwaarden en stadslandbouw
1 km
tuinbouwkassen, stadslandbouw
intensieveveehouderijen energiecoperaties
extensieveveeteelt, jacht en natuur
voedings-en energieteelt(graan, aardappels, biomassa, bosbouw)
uitheemse en/ofenergieneutralereteeltenmarkten kwetsbaar
veilingvan lokale specialiteiten
lokale specialiteit
17
-
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Afrikalaan
Kerkstraat Gentbrugge
Blaisantvest
Antwerpse Steenweg
Halvemaanstraat
Charles lEpeeplein
Volkstuinen van Gent-Assels
Boersepoort Kringwinkel
De Site Rabot
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
L.9 industrile productie uitsnede Gent
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: google maps
L.9 industrile productieIn het noorden van Gent biedt het industrieterrein van de haven met de site van Arcelor Mittal kansen. Alhier is het warmte-overschot van de hoogovens en de electriciteitscentrale te benutten voor bestaande en uit te breiden kassenclusters (WKK) in de omgeving. Rondom het haventerrein zelf zijn intensieve melkveehouderijen en gendustrialiseerde landbouw als varkensflats of kweekvlees mogelijk en worden exotische producten gemporteerd en verhandeld.
LANDBOUW - STAD
stadslandbouw hoogstedelijk met boerenmarktenbijenkasten, daktuinen en plantlabs directe toelevering aan horeca
stadslandbouw, fruitteelt, volkstuinen,stadsboerderijen, landhuizen- bestaand en nieuw
energiecoperaties, tuinbouw WKK
uit voedsel- en energie teelten
gebiedsspectialiteit: boomgaarden
kanaalzone met import exoten en intensieve industrile teelten
aanvoer en verwerking biomassa uit omgeving
cultuurhistorisch ontwikkelingsgebiedmet natuurwaarden en stadslandbouw
1 km
tuinbouwkassen, stadslandbouw
intensieveveehouderijen energiecoperaties
extensieveveeteelt, jacht en natuur
voedings-en energieteelt(graan, aardappels, biomassa, bosbouw)
uitheemse en/ofenergieneutralereteeltenmarkten kwetsbaar
veilingvan lokale specialiteiten
lokale specialiteit
18
-
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Afrikalaan
Kerkstraat Gentbrugge
Blaisantvest
Antwerpse Steenweg
Halvemaanstraat
Charles lEpeeplein
Volkstuinen van Gent-Assels
Boersepoort Kringwinkel
De Site Rabot
WKKStora Enso
Electrabel
Knippegroen(Arcelor Mittal)
Rodenhuize
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
RUG
RUGU.Z.G.
technologiepark
campus Sterre
Tuinbouwschool
bijenkasten
Oude DokkenVolkstuinen Slotenkouter
Koninklijk Werk volkstuinen
St. JozefTuinbouwopleiding
L.10 gespecialiseerde teelt uitsnede Gent
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
L.10 gespecialiseerde teeltTen oosten van Gent bestaat een gespecialiseerde zone met boomkwekers, een gespecialiseerde productie die alleen rond Gent te vinden is. Dit product vindt zijn weg via veiling of mark-ten naar de bovenlokale markt.
LANDBOUW - STAD
stadslandbouw hoogstedelijk met boerenmarktenbijenkasten, daktuinen en plantlabs directe toelevering aan horeca
stadslandbouw, fruitteelt, volkstuinen,stadsboerderijen, landhuizen- bestaand en nieuw
energiecoperaties, tuinbouw WKK
uit voedsel- en energie teelten
gebiedsspectialiteit: boomgaarden
kanaalzone met import exoten en intensieve industrile teelten
aanvoer en verwerking biomassa uit omgeving
cultuurhistorisch ontwikkelingsgebiedmet natuurwaarden en stadslandbouw
1 km
tuinbouwkassen, stadslandbouw
intensieveveehouderijen energiecoperaties
extensieveveeteelt, jacht en natuur
voedings-en energieteelt(graan, aardappels, biomassa, bosbouw)
uitheemse en/ofenergieneutralereteeltenmarkten kwetsbaar
veilingvan lokale specialiteiten
lokale specialiteit
19
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
20
3.1 Hoofdlijnen uit de trendanalyseUit de essays kwam het beeld dat de fysieke organisatie van de industrile productie steeds meer in het teken komt te staan van kleiner, meer decentraal en zuiniger in energie- en materiaalgebruik. De fabrieken van de toekomst zijn transformeerbaar, in netwerken georganiseerd, met een hoge mate aan autonomie en adaptie. Succesvolle business systemen worden meer dan voorheen open systemen en netwerken, waarbij intelligente manufacturing, adaptive learning, r&d en zo mogelijk open samenwerking daarin voorop staan. Veel is echter afhankelijk van het vermogen en/of inzet van het betreffende bedrijf. Daarnaast is de aard en/of karakter van de sector bepalend. Bij low en zelfs medium tech bedrijven is er vaak sprake van een commodity effect (een goed dat in al zijn hoedanigheden overal te koop is) en zal mondiale concurrentie alleen overeind te houden zijn met een verlaging van de kosten en/of just-in-time levering, doorgaans alleen te realiseren bij een economies-of-scale. Bij high tech en sommige medium tech sectoren kan men echter steeds meer een economies-of-scope aantreffen (concurrentie via gerichte excellentie). Hier gaat outsourcing (terugtrekken op de kerncompetenties), gepaard met insourcing (herlokatie van activiteiten waar deze het best tot hun recht komen) en cosoursing (samenwerking op r&d en innovatie om kosten te drukken). Co-opetitie en/of een concullega mentaliteit (elkaar beconcurreren waar het kan, samenwerken waar het moet) staan hier voorop.
INDUSTRIE - INLEIDING
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
21
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
21
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: Trendstop.be
INDUSTRIE - SPREIDINGI.1 spreiding industrie kaartuitsnede Vlaanderen
I.1 spreiding industrieDeze inzet is onderzocht voor de drie grootste industrile sectoren van Vlaanderen i.c. de Chemische Industrie, de Metaalnijverheid en Voedingsmiddelenindustrie - waarbij de omvang van de toegevoegde waarde in 2010 (meest recente cijfers) uitgangspunt is geweest. In Vlaanderen is zijn de KMO bedrijven weliswaar van structureel belang, maar deze zijn moeilijker te onderzoeken.
Indien we de bedrijven GSK (ligging net over de grens in het Waals Gewest) en UCB (Bussels Gewest) buiten beschouwing laten, dan wordt elk van deze sectoren gedomineerd door n groot (waarde toevoegend) bedrijf: Voor de farmaceutische industrie: Janssen Pharmaceutica
(met hoofdvestiging in Beerse) Voor de chemische industrie: BASF (met hoofdvestiging in
de Antwerpse haven) Voor de metaalindustrie: Arcelor-Mittal ( in Gent en Genk) Voor de non-ferro nijverheid: Umicore (met hoofdvestiging
nabij Hoboken/Antwerpen) en Voor de voedingsindustrie: INBEV (met hoofdvestiging in
Leuven).
De overige (Vlaamse) bedrijven in deze sectoren hebben in 2010 een veel kleinere toegevoegde waarde. Op het eerste gezicht lijkt de industrie in de voornoemde sectoren dan ook weinig robuust. Indien in het kader van de mondiale concurrentie n van deze bedrijven zou worden overgenomen, dan wel (het accent van) zijn productie naar elders zou verhuizen, dan zou dat grote impact kunnen hebben voor de betreffende sector. Cluster & netwerkvorming richting meer related variety is nodig om de sectoren veerkrachtig te maken. Dat lijkt vooral aan de orde voor Janssen en Umicore (meer medium/high tech). BASF, Arcelor-Mittal en INBEV lijken vooralsnog vooral gedreven door een economies-of-scale. Dat maakt ze ook global volatile. Meer gedetailleerde studie is evenwel nodig om die conclusie te kunnen boekstaven.
N
-
2222
I.2 en I.3 MetaalindustrieNiettemin, gegeven de recente geschiedenis, de trendanalyse en voorkomende mondiale verschuivingen, lijkt deze bedreiging niet geheel denkbeeldig voor Arcelor-Mittal i.c. de metaalindustrie. Dat zou ook ruimtelijk enorme gevolgen kunnen hebben. Naast vestigingen in Genk, Geel en Schoten, heeft Arcelor-Mittal immers vooral in de haven van Gent een grote productievestiging. Deze heeft een oppervlakte van 12 km2 (bebouwd 600.000 m2) en wordt doorkruist met circa 25 kilometer wegen en 50 kilometer spoor. Daarnaast heeft het honderden kilometers bovengrondse en ondergrondse leidingen, elektrische energie- en signaalkabels, glasvezelleidingen en ettelijke transportbanden voor de aan- en afvoer van grondstoffen en producten. Mogelijk mede vanwege die enormiteit is Arcelor-Mittal alhier vooral een stand-alone vestiging, met weinig (macro-)economische binding met de omgeving (anders dan het kanaal, spoor en werknemerspotentieel). Het terrein lijkt op het eerste gezicht echter nauwelijks voor een andere functie geigend en juist ook hier dreigt bij vertrek een brownfield.
Anders is de situatie potentieel in Gent. Hier zijn meerdere bedrijven op het gebied van de metaal- en non-ferro activiteiten bij elkaar gevestigd. Er lijkt dus sprake te zijn van een cluster. Niettemin zou nader en meer uitgebreid economisch (input-output/r&d) onderzoek duidelijk moeten maken of hier ook sprake is van een economisch netwerk. Zeppelin bijv. Is - net als Decometa - gespecialiseerd in het vervaardigen van tanks, reservoirs en bergingsmiddelen, Limeparts in het vervaardigen van metalen constructiewerken, Decomecc in het verspannend bewerken van metalen en Provan in het vervaardigen van metalen toeleveringswerk. Veel interactie lijkt hier niet aan de orde. Niettemin zijn de bedrijven echter ook allen gesitueerd rond de grootse Ford Automotive plant van Europa en de kolencentrale van Electrabel in Genk. Een veel meer gedetailleerde cluster-netwerk analyse zou echter moeten plaatsvinden om te bezien of hier sprake is van related variety en welke impact technologie potentieel zou kunnen hebben op een duurzame transitie naar een nieuwe veerkrachtige economie in een bijbehorende ruimtelijke omgeving. Dat valt thans buiten de krijtlijnen van deze studie.
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
INDUSTRIE - METAALI2. en I3 metaalindustrie kaartuitsnedes Gent-Genk en Genk
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: Trendstop.be
-
2323
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
INDUSTRIE - BIERI.4 Bier van Inbev kaartuitsnede Vlaanderen en de wereld
I.4 Bier InbevVergelijkbaar als bij Arcelor-Mittal, lijkt ook INBEV - onlangs gefuseerd met Anheuser Busch gedreven door een economies of scale. Het heeft vier brouwerijen in Vlaanderen, maar vanuit het hoofdkantoor in Leuven worden circa 125 plants over de gehele wereld aangestuurd. Het is daarmee een global leading beerproducer geworden en breidt haar activiteiten ook steeds meer uit over andere sectoren, zoals frisdranken. Niettemin is AB INBEV meer dan AM historisch ingebed in de Vlaamse omgeving, waarbij de brand Vlaanderen/Belgi als fameus bierland ook effectief wordt ingezet. Versterking van die brand met andere typische Vlaams/Belgische voedingsmiddelen als chocolade, hesp, friet etc. kan daarbij aan de orde zijn. Dat kan lokaal mogelijk ook ruimtelijke consequenties hebben op het gebeid van bijvoorbeeld een gemeenschappelijk onderzoeks- en verkooppunt, voedingsleisure centrum, pretpark a la Hersheys Chocolate World.
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: Inbev, Trendstop.be
-
2424
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
INDUSTRIE - PHARMACEUTICAI.5 pharmaceutica kaartuitsnede Antwerpen - Turnhout
I.5 pharmaceuticaMet betrekking tot het onderhavige thema valt er echter meer te zeggen in relatie tot de mogelijke regionale ontwikkeling van Janssens Pharmaceutica. Alhoewel ook dit bedrijf sinds de jaren zestig is verbonden met de wereldwijde groep Johnson & Johnson, heeft Janssen nog steeds een eigen in Beerse gesitueerd management en cordinatiecentrum en lijkt het ook duurzaam aan Vlaanderen gebonden. In de loop der tijd heeft het bedrijf zich dan ook vanuit haar oorsprong in Turnhout uitgebreid met vier campussen, waarvan twee in Beerse (met specialisatie in de voornoemde
cordinatie en marketing/verkoop, alsmede hoogwaardig, mondiaal gelieerd onderzoek op het gebied van de neurowetenschappen, infectieziekten, oncologie en immunologie),
n in Geel (lanceer- en groeisite voor chemisch basismateriaal die verder verwerkt wordt in farmaceutische productie) en
n in Olen (die zich toelegt op de productie van geneesmiddelen in pellets).
Daarnaast heeft Janssen in het Jan Palfijnziekenhuis in Merksem een eenheid die zich toelegt op het doen van klinisch onderzoek. En heeft het recent (in 2011) samen met de Universiteit van Antwerpen en met het Academisch Ziekenhuis van Antwerpen op de Campus De Eiken een Molecular Imaging Center Antwerp (MICA) opgericht voor de behandeling en het doen van onderzoek op het gebied van kanker, hartziekten, en neurologische en psychiatrische aandoeningen. Niet zozeer in de vorm van een Tripple Helix (want de derde O van Overheid lijkt hier vooralsnog te ontbreken), maar wel in de vorm van een Double-O (Onderzoek-Ondernemer) lijkt open, corporate venturing hier voorzichtig gestalte te krijgen.
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: google maps
-
2525
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
INDUSTRIE - PHARMACEUTICA I.6 overzicht woon-werk-onderzoekslandschap uitsnede Noord-Vlaanderen
I.6 Woon-werk-onderzoekslandschapOnder invloed van de nieuwe technologische hulpmiddelen, zou deze start in de komende tijd verder uitgebouwd kunnen worden. De ankerpunten worden hierbij gevormd door de campussen van Janssen en de UA/UZA Campus De Eiken bij Antwerpen. Maar net als bij de Brainport Eindhoven, zou in een open innovatienetwerk het aanwezige farmaceutische midden- en kleinbedrijf de mogelijkheid kunnen krijgen, de aanwezige cleanrooms. labs en onderzoeksfaciliteiten in de voornoemde campussen te gebruiken voor innovatieonderzoek, onder voorwaarden dat bij succes een deel van de revenuen terugvloeit naar de founding fathers. Voorts bieden de bestaande ziekenhuizen een potentie tot uitbouw van het klinisch onderzoek. Daarmee ontstaat een gediversifieerd woon-werk-onderzoekslandschap die de bestaande bedrijfsterreinen richt en nieuwe kansen biedt. Het elektrisch wagenpark door Janssen in opbouw voor de mobiliteit tussen de eigen campussen, zou in dit perspectief uitgebouwd kunnen worden tot een breed Kempens elektrisch mobiliteitsnetwerk, in combinatie met duurzame energie opwekking. N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: Janssen, google maps
-
26
INDUSTRIE - PHARMACEUTICA
I.7 - I.11 onderdelen van de campusPlanonderdelen van een dergelijk hoogwaardig Kempens woon-werk-onderzoekslandschap zouden kunnen zijn: uitbouw van de huidige twee campussen in Beerse in
combinatie met aangepaste woongelegenheid, sport/leisure voorzieningen, recreatie en de general aviation airport Zoersel;
upgrading van het bedrijfsterrein Olen/Geel via het versterken van cluster/netwerken tussen aanwezige bedrijven onderling op het gebied van toelevering, verwerking, logistiek en service verlening;
mogelijk verdere uitbouw van het toegepast onderzoek rond de polyvalente medische clusters in Sint Anthonius, eventueel in combinatie met de fysieke uitbouw van research & development faciliteiten hier;
eventuele herontwikkeling van de bestaande (verlaten/verouderde) boerderijen rond het stroomgebied van de Kempense Aa tot innovatieve onderzoeks/woonerven voor farmaceutische incubators, midden- en kleinbedrijf en gelieerde activiteiten;
mogelijk uitbouw van het gezamenlijk, open-source onderzoek tussen Janssen en IRMM-VITO-SCKCen cluster rond het researchpark van Mol
parallel aan het behoud en verder duurzaam uitbuiten van de culinaire, historische arcadische eigenschappen van het landschap in het algemeen tbv de quality-of-life
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: Janssen, google maps
I.7-I.11 onderdelen van de campus uitsnedes Noord Vlaanderen
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
27
E.1 Sankey diagram huidige situatie
E.1 Sankey diagram huidige situatieDiagram 1 toont de grafische weergave van de energiestro-men in Vlaanderen in 2009. Vlaanderen is voor het overgrote deel afhankelijk van de import van fossiele brandstoffen en de productie van nucleaire energie. De petroleumproducten gaan voor een belangrijk deel naar internationale bunkers van vliegverkeer en scheepvaart en voor een ander groot deel naar de industrie. De transportsector is geheel afhankelijk van petro-leumproducten. Residentieel (inclusief landbouw en diensten) is voor circa de helft afhankelijk van petroleumproducten, het andere deel van gassen en elektriciteit. Elektriciteit wordt opge-wekt met een standaard rendementsverlies van circa 50%. Het grootste deel door nucleaire warmte, het andere deel vooral door gassen en deels kolen en biomassa.
232,8 PJ 441,8 PJ 937,1 PJ 124,9 PJ15,3 PJ
89,1 PJ41,3 PJ
545,6 PJ
164,8 PJ
3,5 PJ
92,3 PJ
285 PJ
340,6PJ
182,7 PJ
378,1 PJ
351,8 PJ
petroleumproducten
import electriciteiteigen windproductie en zonnepanelen
biomassaandere brandstoffen (bv. afvalverbranding)
vaste brandstoffen(kolen)gassen
transformatie-sector
nucleaire warmte
electriciteiten warmte
transport
residentieel,tertiair
en landbouw
bunkersscheepvaart en
vliegverkeer
industrie
raffinaderijen
cokesfabriek
rendements-verlies
ENERGIE - INLEIDING / STROMEN
ENERGIE
1.1 Hoofdlijnen uit de trendanalyse
Uit de trendanalyse blijkt Vlaanderen voor 92% fossiele brandstoffen te importeren en deze in kerncentrales, gastur-bines, kolencentrales of raffinaderijen om te zetten in energie en brandstof. De ambitie is om het aandeel kernenergie in Vlaanderen af te bouwen. Dat aandeel is nu 42% van de elec-triciteitsproductie en dat zal dan door andere bronnen moeten worden opgevangen, de centraleparken ontmanteld of omge-bouwd. Aangezien fossiele bronnen uitputten of fors duurder kunnen worden wordt een mix van energiebronnen voorzien, die zowel lokaal als centraal worden geproduceerd. Dat bete-kent een herziening van het energienet tot een tweerichtings-verkeer smart grid waarin ruimte is voor lokale productie, lokale warmtenetten en lokale buffers. Technologisch zijn daarvoor geen belemmeringen, eerder economisch en mentaal*. Groot-schalige energieproductie is mogelijk bij windenergie op zee en biomassacentrales, kleinschalig zijn er vele mogelijkheden.* In Japan is op dit moment te zien hoe binnen twee jaar na de ramp van Fukuyama alle kerncentrales zijn stilgelegd, en door een combi-natie van slimme energiebesparingen, energie-import en een radicale omslag naar alternatieve bronnen het land zonder problemen blijft voorzien in zijn energiebehoefte. 9 juli 2012
Urban Unlimited 1.1bron: Energiebalans Vlaanderen VITO
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
28
toename transporten verbruik
isolatie woningenen kantoren
schonereindustrie
en selectie
HUIDIGE VRAAG
MOGELIJKEAFNAMEVRAAG
lokale buffers
benodigd (bij ongewijzigd totaalverbruik) 124,9 PJ
545,6 PJ
340,6PJ
182,7 PJ
378,1 PJ
351,8 PJ
petroleumproductenbiomassa import electriciteitzonne energiewindenergie
vaste brandstoffen(kolen)gassen
transformatie-sector
electriciteiten warmte
elektrisch/groen
transport
residentieel,tertiair
en landbouw
bunkersscheepvaart en
vliegverkeer
industrie
rendementsverlies
cokesfabriekraffinaderijen
441,8 PJ
? LNGBioodieselWindenergie
53 PJ 884 PJ
opslag-verlies
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: -
E.2 Sankey diagram toekomstige situatieENERGIE - STROMEN
E.2 Sankey diagram toekomstige situatieDiagram 2 toont het scenario waarin geen kernenergie meer wordt benut en deze geheel wordt opgevangen door lokale pro-ductie van zonne-energie, (voornamelijk off-shore) windenergie en biomassa. Deze productie wordt zoveel mogelijk direct lokaal aan vragers (woningen, industrie, tuinbouw, elektrisch transport) aangeboden, het overaanbod wordt in buffers opge-slagen. de buffers in de vorm van batterijen, warmte-opslag of brandstofcellen kennen nu nog een fors verlies van capaciteit. Aardgas blijft een basis voor energieproductie, de reductie in aanbod is te vinden in aardolieproducten en nucleaire energie. De vraagkant kan ook veranderen. De aardolieproducten worden in dit diagram aangeboden aan de externe vraag (bunkers voor vliegverkeer en watertransport) en voor de raf-finage, daarmee wordt dit deel beperkt tot de (lucht)havens van Vlaanderen. Het weg-en openbaar vervoertransport zal toenemen, zeker indien een transitie naar elektrisch vervoer wordt gemaakt. Huishoudens kunnen door isolatie en slimme meters een besparing tot nog wel 45% maken en industriecom-plexen zullen naar verwachting f verdwijnen f de transitie naar innovatieve en schone productie moeten maken om in Vlaanderen te kunnen voortbestaan. Dit leidt in totaal mogelijk tot een aanzienlijke afname van de interne vraag, waardoor ook een beter evenwicht in de fluctuaties tussen vraag en aanbod kan worden gerealiseerd.
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
29
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
29
(Doel | 2878)
Mol | 4Herdersbrug | 460
Knippegroen | 305
Mol | 260
Rodenhuize | 526
(Ruien | 879)
Zandvliet | 395
Langerlo | 556
Inesco Zwijndrecht | 133Gent Ham-Ringvaart | 513
Harelbeke | 83
Vilvoorde | 385Izegem | ?
uraniumkolen
aardgasbiomassa
hoogovengas
Electrabel/ GDF Suez
EssentEDF Luminus
Plannen
Haven van Antwerpen
leveranciers
netwerk
grondstof
geplande sluiting
uraniumkolen
aardgasbiomassa
hoogovengas
Electrabel/ GDF SuezE.on
EssentEDF Luminus
Plannen
leveranciers
gasleiding Noordzeenitrogen pijplijnoxygen pijplijnhydrogen pijplijn
hoogspanningsnetnetwerk
grondstof
geplande sluiting
E.3 electriciteitscentrales kaartuitsnede VlaanderenENERGIE - CENTRALES
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: Wikipedia, Vlaams gewest, Air Liquide, EGI, VREG
E.3 electriciteitscentralesDe elektriciteit in Vlaanderen wordt door enkele grote private bedrijven geleverd: - GDF Suez (Electrabel) exploiteert naast de twee kernener-
giecentrales van Belgi ook die in Frankrijk en veel water-kracht en windenergieparken,
- EDF Luminus heeft enkele kleinere gasturbines en enkele kleine wind-en waterturbines. Daarnaast participeert het in kernenergie (Doel). EDF Luminus opereert wereldwijd, met de nadruk op Frankrijk en Polen.
- E.on opereert voornamelijk in de UK en exploiteert Vlaamse kleinere biomassa/kolencentrales.
- Het Nederlandse Essent exploiteert de gasturbine in Zwijndrecht.
- Buiten Vlaanderen zijn ook RWE en Vattenfall grote Euro-pese spelers.
Lokale producenten in Vlaanderen (zoals boeren en particu-lieren met biogasinstallaties of zonnepanelen) leveren niet significant aan derden, maar kunnen wel reststroom terugle-veren aan het net*. Deze zijn niet in de kaart terug te zien. Het centrale net is ontstaan vanwege het voordeel van centrale aanvoer van fossiele brandstoffen via schepen en pijpleidingen, die na energie-opwekking meteen aan het net wordt geleverd. Voor de toekomst is te voorzien dat dit net gesegmenteerd moet worden in delen die tegelijkertijd ook een lokaal smart netwerk moeten kunnen vormen om de lokaal opgewekte ener-gie optimaal op te slaan en te verdelen (zie ook kaart E8)* Er zijn bedrijven (zoals Lampiris en Greenchoice) die in Europa uitsluitend groe-ne energie in de vorm van waterkracht, zonne-energie en biomassastook inkopen - ook bij particulieren - om die via het bestaande elektriciteitsnet bij de klanten te leveren. Met de winst wordt vervolgens op Europees niveau genvesteerd in groe-ne stroom projecten. Deze wijze van exploiteren omzeilt voorlopig het probleem dat de grootschalige electriciteitscentrales en het electriciteitsnet kleinschalige en fluctuerende groene stroom weert op het net, teneinde de grote milieu-onvrien-delijkere - centrales te laten draaien. Zie ook Super Smart Grid (E. 7)
uraniumkolen
aardgasbiomassa
hoogovengas
Electrabel/ GDF SuezE.on
EssentEDF Luminus
Plannen
leveranciers
gasleiding Noordzeenitrogen pijplijnoxygen pijplijnhydrogen pijplijn
hoogspanningsnetnetwerk
grondstof
geplande sluiting N
uraniumkolen
aardgasbiomassa
hoogovengas
Electrabel/ GDF SuezE.on
EssentEDF Luminus
Plannen
leveranciers
gasleiding Noordzeenitrogen pijplijnoxygen pijplijnhydrogen pijplijn
hoogspanningsnetnetwerk
grondstof
geplande sluiting
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
3030
Biblis
Emsland
Gundremmingen
Borsele
FrimmersdorfGoldenberg
NeurathNiederaussemWeisweiler
Westfalen
Ibbenbren
Gersteinwerk
Eemshaven
Emsland
Duisburg
Vianden
DidcotTilbury
Staythorpe
FawleyLittlebrook
NeckarwestheimPhillipsburg Altbach
HeilbronMannheim
Brunsbttel
Krmmel
JnschwaldeBoxberg Schwarze Pumpe
Goldisthal
Markersbach
Fyn
Isar
Unterweser
Grafenrheinfeld
Krmmel
Grohnde
Brokdorf
Scholven
Grokrotzenburg
Heyden
Irsching
Schkopau
Nuerenberg
Veltheim
Ironbridge
Kingsnorth
Ratcliffe-on-Soar
Killingholme
Grain
Maasvlakte
Nysted
HerneKammen
Blayais
Belleville
Bugey
Cattenom
Chinon
Chooz
Civaux
DampierreFessenheim
FlamanvilleGravelines
NogentPaluel
Penly
Phnix
Saint Alban
Saint-Laurant
SuperphnixTricastin Grans Maison
Roselend
Hartlepool
Hunterston
Torness
Sizewell
CottamSutton Bridge
Sloecentrale
Teesside
Bergum
Eemscentrale
GelderlandGelderland
Maxima
N9 juli 2012
Urban Unlimited 1.1bron: wikipedia, jaarverslagen EDF, SNET, GDF, Suez, Evonik, E.on,
Vattenfal, EnBW, RWE, ES, NUON, Essent, Eneco Dong, IntergenDeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
E.4 importoptie Frankrijk, Duitsland en Nederland kaartuitsnede Noord-West EuropaENERGIE - IMPORTOPTIES
capaciteit
4000 MW2000 MW1000 MW500 MW
KernenergieBruinkoolSteenkool
GasWater
soort
Thermisch
OliegestooktBiomassaWind
E.4, importoptie FrankrijkIndien het besluit van de Belgische/Vlaamse regering doorgang vindt om de twee kerncentrales (bij Doel en Thiange) te sluiten dan zal er een majeure transitie in de energievoorziening plaats moeten vinden. En van de opties is om dan in toenemende mate energie vanuit het buitenland te betrekken. Rondom Bel-gi/Vlaanderen doen zich dan enkele mogelijkheden voor. De eerste (E.4) is om dit vanuit Frankrijk en vooral EDF te doen. Juist nabij de grens zijn alhier grote kerncentrales van EDF aanwezig, zoals die van Gravelines, Cattenom, Paluel en in iets mindere mate Penly en Chooz. Maar men zou deze optie ook als van de regen in de drup kunnen beschouwen omdat dit eveneens kerncentrales zijn. De risicos en het probleem van kernafval blijven dan immers nog steeds aan de grens aanwezig.
E.4, importoptie DuitslandEen andere optie (E.4) is om energie vanuit Duitsland en met name RWE te halen. Hier zijn grote bruinkoolcentrales van RWE op korte afstand aanwezig. Dit neemt niet weg dat dan het net richting het oosten sterk uitgebreid moet worden en dat het grondwaterprobleem, alsmede vervuiling vanwege de bruinkoolwinning reeds thans zijn grensoverschrijdende scha-duw vooruit werpt.
E.4, importoptie NederlandEen derde optie (E.5) die zich voordoet is de aardgastoevoer vanuit Nederland. Maar de gas voorraden in Nederland zijn ook eindig en hier doen zich thans capaciteitsproblemen voor. De UK is niet echt een optie, omdat hier veel turbines op het punt van sluiting staan en de UK zelf het energievraagstuk nog op orde moet krijgen. Geen van deze buuropties lijkt derhalve duurzaam.
RijnmondEnecogen
Asns
StudstrupStudstrup
EnstedEnsted
AvedreAvedre
Esbjerg
Horns
AmercentraleAmercentrale
Clauscentrale
HemwegHemwegHoogovens
Elsta
capaciteit
4000 MW2000 MW1000 MW500 MW
KernenergieBruinkoolSteenkool
GasWater
soort
Thermisch
OliegestooktBiomassaWind
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
31
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
31
9 juli 2012bron: overname van Roadmap 2050, Analysis of the European energy market,
geproduceerd door OMA/AMO
Voorstel voor een Europees gentegreerd energiegrid(OMA/AMO)
E.5 Super smart grid EuropaDe Roadmap 2050 van de Europese Unie schetst een prak-tisch stappenplan naar een Europa met een lage CO2 uitstoot in 2050. Onderdeel van de Roadmap is een visie om een aaneengeschakeld electriciteitsnetwerk voor heel Europa te maken, waardoor piekbelastingen in vraag-en aanbod beter opgevangen kunnen worden en waardoor Europese regios hun specifieke energetische kenmerken kunnen optimaliseren. In deze visie leveren bv. de Middellandse zee landen de meeste zonne-energie, de Noordzeelanden windenergie, Scandinavi waterkracht en in Oost Europa thermische energie. Power Perspectives 2030 is een vervolg op deze studie, en biedt per sector inzicht in de benodigde energiereductie en in de nood-zaak van grid-verbindingen op Europees niveau.
ENERGIE - EUROPEES SMART GRIDE.5 super smart grid Europa - kaartuitsnede Europa
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
32
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: ADSEI
hand te liggen in verband met verdringingseffecten in de voedingsteelt, maar gecombineerd met de huidige veeteelt en grootschalige maisproductie is energieteelt mogelijk. Dit kan dan tot 53 PJ per jaar aan energie genereren.
- In totaal is dit 890 PJ, hetgeen theoretisch voldoende zou zijn voor het totale residentieel, industrieel en transportge-bruik van 2009. De internationale bunkers zijn afhankelijk van internationale ontwikkelingen en hier buiten beschou-wing gelaten. Maar ook deze kunnen (deels) worden opgevangen door biodiesel, LNG, windenergie (ecoliner; zeevrachten per zeilboot) of andere groene mobiele brand-stoffen. Per continent zou dit moeten worden afgestemd op de aldaar beschikbare brandstoffen.
- Het resterend deel van gemporteerde fossiele brandstof-fen en opgewekte warmte kan vervolgens beter renderend gemaakt worden via WKK en warmtenetwerken. Warmte-netten zijn logisch bij energiecentrales en industrieterreinen nabij warmte-afnemers als kassen of woongebied. Aard-warmte en warmte-koudeopslag (WKO) is in Vlaanderen te realiseren, mits in de nabijheid van woningen en industrie. Enkele zones in Vlaanderen zijn uitermate geschikt voor WKO.
- In het voormalig mijngebied is daarnaast nog methaan te winnen dat tot LNG te verwerken is. Dit gebied kan ook als CO2 opslag worden benut
De rol van fossiele brandstoffen wordt op deze manier steeds meer de backup-voorziening, dan de hoofd brandstofvoorzie-ning.
industrie en kantoren 592 km2
infrastructuur 1.054 km2
woningen 1.549 km2
onbebouwd 10.226 km2
Solaroad: 50 kwh/m2 = 0,18 PJ/km2= 189,72 PJ
Zonnepaneel: 80 kwh/m2= 0,288 PJ/km2
= 446,11 PJ
Zonnepaneel: 80 kwh/m2 = 0,288 PJ/km2= 170,50 PJ
= 884 PJ
territoriale zee (niet EEZ) Windmolens nu: 1292 MW = ca. 10,25 PJVerdriedubbeling: 30,75 PJ
Beperkt aantal windmolens op open landBiomassa 53 PJ
E.6 schematische capaciteitENERGIE - CAPACITEIT
E.6 schematische capaciteit en E.7 geografische spreiding (p.9)De nucleaire stroom die bij bestaande beleidsvoornemens verdwijnt kan worden opgevangen door groene stroom van windmolens, zonnepanelen, biomassa en het beter benutten van warmte-overschotten. De bestaande kerncentrales worden ontmanteld of omgebouwd tot gasturbines, de overige gas/kolencentrales kunnen de bijstook van biomassa opvoeren. Binnen Vlaanderen zijn er geografisch zones te onderscheiden die voor alternatieve energiebronnen geschikt zijn: - Zonne-energie kan bij maximale geografische benutting tot
806 PJ per jaar leveren. Daarbij is uitgegaan van panelen op daken en gevels van industrie, woningen en kantoren met een maximum van 50% benutbaar oppervlakte. Ook infrastructuur kan zonne-energie opleveren met Solar-road, waar glazen panelen in te vernieuwen wegen worden ver-werkt.
- de Noordzee is het meest geschikt voor windenergie. Wel-licht is het huidige areaal nog te verdrievoudigen, danwel binnen Noordzeeverband op andere locaties in te kopen. Verdrievoudiging leidt tot bijna 31 PJ per jaar. Daarnaast kunnen op land bij industrie-en bedrijventerreinen turbines worden geplaatst.
- Het overgrote deel van Vlaanderen is onbebouwd en voorgesteld wordt om hier geen wind-of zonne-energie te winnen, maar uitsluitend biomassa. Biomassa kan gewon-nen worden uit de reststromen van de voedingsindustrie, landbouw, groenbeheer en natuurbeheer, veeteelt (mes-droging) en afvalverwerking. Speciale teelt lijkt niet voor de
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
33
A2
A67
A74
A77
Belwind 330 MWNorthwind 216 MW
ca 10,25 PJ per jaarx3 = 30,75 PJ per jaar
C-Power 326 MW
Zonne energie 806 PJWoningen 446 PJIndustrie 170 PJInfrastructuur 189 PJ
Norther 420 MW
Biomassamax 53 PJ p/j (studie OVAM)- afvalverwerking, voedselverwerking, infrastructuur, land-en tuinbouw, energiemais, natuurbeheer
Windpark op zee
Warmtenetten (min 1 PJ)
Voor aardwarmte en WKO zeer geschikte aardlagen
Belwind 330 MWNorthwind 216 MW
ca 10,25 PJ per jaarx3 = 30,75 PJ per jaar
RentelC-Power 326 MW
Zonne energie 806 PJWoningen 446 PJIndustrie 170 PJInfrastructuur 189 PJ
Norther 420 MW
Biomassamax 53 PJ p/j (studie OVAM)- afvalverwerking, voedselverwerking, infrastructuur, land-en tuinbouw, energiemais, natuurbeheer
Methaan uit oude mijnen: max 1 PJ
Windpark op zee
Warmtenetten (min 1 PJ)Bestaand warmtenetWarmtenet in planningMogelijk warmtenet
Voor aardwarmte en WKO zeer geschikte aardlagen
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: diverse
33
E.7 geografische spreiding capaciteiten kaartuitsnede Vlaanderen
ENERGIE - CAPACITEIT
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
3434
eigen buffer
bedrijventerrein met regionale energieproductie
regionale buffer
biomassa centraleof vergister
boerenbedrijfmet biomassa
WKO
WKO
nationale centraleof import
regionaaltransport
biomassa enorganisch afval
woningof buurtschap
biomassaen organisch afval
Bestaande leveranciers:hoogspanningsnet met onderstationwarmtenet Roeselare
Potentile leveranciers:biomassawind/watermolen of waterzuivering(biomassastook/vergisting)energetisch bedrijventerrein met buffergrote regionale bufferweg naar smartgridspoorlijn naar smartgrid
zonnepanelen
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
ENERGIE IN DE NEVELE.8 smart grid in de nevel kaartuitsnede Westhoek
eigen buffer
bedrijventerrein met regionale energieproductie
regionale buffer
biomassa centraleof vergister
boerenbedrijfmet biomassa
WKO
WKO
nationale centraleof import
regionaaltransport
biomassa enorganisch afval
woningof buurtschap
biomassaen organisch afval
Bestaande leveranciers:hoogspanningsnet met onderstationwarmtenet Roeselare
Potentile leveranciers:biomassawind/watermolen of waterzuivering(biomassastook/vergisting)energetisch bedrijventerrein met buffergrote regionale bufferweg naar smartgridspoorlijn naar smartgrid
zonnepanelen
-
35
ENERGIE IN DE NEVELE.9 energieproductie bedrijventerrein kaartuitsnede Houthulst
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische dienst
E.8 smartgrid in de nevel (vorige pagina 11)Meer groene stroom betekent een grotere fluctuatie in aanbod en een meer lokale opwekking. Voor zowel een nevellocatie (Westhoek) als een stedelijk gebied (Oostende) zijn uitwer-kingen gemaakt om de ruimtelijke impact weer te geven. De kaartuitwerking voor de nevel toont een deel van de Westhoek tussen Roeselare en Diksmuide. De huidige regionale situatie voorziet in een dunne nevelstad aan steenwegen, doorsneden door het centrale elektriciteitsnet met onderstations, een warm-tenet in Roeselare en enkele lokale wind- en watermolens. En-kele waterzuiveringsinstallaties aan beken zijn aanwezig. Het is een veel voorkomende Vlaamse landinrichting waarbij indivi-duele kavels met woningen en/of bedrijven met elkaar weinig uitwisselen, maar alle vrijwel geheel afhangen van het centrale electriciteitsnet en van de steenwegen voor het wegtransport. Een nevelgebied zou echter een theoretisch evenwicht moeten kunnen bereiken tussen energievraag en energie-aanbod, aangezien de energievraag door de lage dichtheid relatief laag is en het relatief grote grondoppervlak vele opwekkingsmoge-lijkheden hebben.In een regionaal smart grid wordt de bestaande infrastructuur beter benut als tweerichtingen smart grid; de leidingen van electriciteitsnet, langs spoorlijnen en langs steenwegen worden daartoe beter met elkaar verknoopt. Vergistingscentrales bij waterzuiveringen verwerken de regionale biomassa en de huidige wind-en watermolens worden in capaciteit vergroot. Particulieren proberen zoveel mogelijk op eigen kavel een energetische autarkie tot stand te brengen met panelen en eventueel een eigen molen. Per kavel of per buurtschap is er een warmteopslag en een energieopslag. Op strategische pun-ten worden die aan een grotere regionale buffer gekoppeld. Op deze manier voorziet een regio voor een groot deel in zijn eigen energievoorziening. De regionale buffer wordt ook geschakeld aan het centrale net. Deze buffer kan opladen naar het centrale net of terugstromen naar de regionale gebruikers, al naar ge-lang de prioriteiten van regio en centraal net.
E.9 energieproductie bedrijventerreinBedrijventerreinen zijn de terreinen waar een sustantile over-productie tot stand kan komen indien de bedrijven onderling meer geclusterd te gaan werken met co-siting, door onderling beter de productiestromen op elkaar af te stemmen en door gezamenlijk extra energie op te wekken met het plaatsen van (kleinere) windmolens, zonnepanelen, WKO, industrile rest-stromen en restwarmte.
gas
hout
houtrecycling plastics
bouw-en interieurbedrijven
grondstoffen recycling
kavels
woningen
huidig bedrijventerrein Houthulst
waterretentie
waterretentie
100m
gas
hout
houtrecycling plastics
bouw-en interieurbedrijven
grondstoffen recycling
kavels
woningen
huidig bedrijventerrein Houthulst
waterretentie
waterretentie
100m
gas
hout
houtrecycling plastics
bouw-en interieurbedrijven(zonnepanelen en WKO)warmte/electriciteitsproductieen recyclingkavelontsluiting netwerk windmolens, slimme meter, batterij en biomassaophaaldienstwoningen (zonnepanelen)
uitwerking Smart Grid bedrijventerrein
waterretentie
waterretentie
extra waterretentie
uitbreidingzonnekapof solaroadbuffer
100m
gas
hout
houtrecycling plastics
bouw-en interieurbedrijven(zonnepanelen en WKO)warmte/electriciteitsproductieen recyclingkavelontsluiting netwerk windmolens, slimme meter, batterij en biomassaophaaldienstwoningen (zonnepanelen)
uitwerking Smart Grid bedrijventerrein
waterretentie
waterretentie
extra waterretentie
uitbreidingzonnekapof solaroadbuffer
100m
N
N
-
36
Maximale isolatie en slimme meters
zonnepanelen op daken en verwerkt in grote oppervlaktenwindmolens op bedrijventerreinen
Maximaliseren stedelijke energie opwekking
ENERGIE - STADE.10 en E.11 isolatie en stedelijke energieproductie kaartuitsnede Oostende
E.10 en E.11 isolatie en stedelijke energieproductieBij grotere steden is er geen sprake van een evenwicht in vraag en aanbod, daar is de vraag veelal groter dan het mogelijk aan-bod. Steden hebben evenwel het voordeel dat ze door de hoge dichtheid en massa een warmtewinst kunnen genereren. Een passief energieverbruik kan door een betere stedelijke inrich-ting eenvoudig worden afgedwongen.Voor Oostende toont de uitwerking enkele optimalisaties indien lokale energie-coperaties op blokniveau worden opgezet. De eerste (E.10) is een betere isolatie van de woningen, waardoor de wintervraag naar warmte, en de koeltevraag in de zomer met maximaal 45% af zou kunnen nemen. De tweede stap (E.11) is de maximale opwekking van eigen stroom via zonne-panelen en windenergie. Vervolgens gaat de stad per seizoen anders met zijn energie om.
N
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: zoominopuwdak.antwerpen.be
-
37
ENERGIE - STADE.12 en E.13 zomerstad en winterstad kaartuitsnede Oostende
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: -
Zomerstadmaximaliseren passieve windkoelingmaximaal benutten en uitbreiden koele parkenmaximaal benutten koel strandzonnepanelen leveren koeling woningenoverige warmte opslaan in lokale buffers(bodem, industrie, zwembad of ziekenhuis, water)
per eenheid warmte optimaliseren (energiecoperatie)warmtelevering vanuit lokale warmteopslag (eigen, industrie, voorziening, water) interne warmte/energiedistributiekoppeling tussen interne nettenlevering vanuit landelijk net
Winterstad
E.12 en E.13 zomerstad en winterstadDe zomerstad Oostende (E.12) is een extraverte stad. Een energie-passieve inrichting met bomen en windkoeling dwingt een meer natuurlijke koeling af. Hierdoor wordt eveneens hit-testress voorkomen (waar hitte onnodig blijft hangen). Zon-nepanelen en windenergie zorgen voor extra gebouwkoeling, restwarmte wordt opgeslagen in KWO-systemen op blokniveau. Hiertoe kunnen bv. restkavels in de stad worden benut. In de winter (E.13) wordt het systeem introvert. Dan doet de maxi-male isolatie zijn werk en wordt een warmtekoestering niet alleen per pand maar ook per blok nagestreefd. Het warmte-tekort wordt aangevuld uit het KWO-systeem op blokniveau. De openbare ruimte biedt ruimte aan maximale zonnestraling (bomen verliezen hun blad). Overige tekorten in warmte worden aangevuld vanuit het landelijke net.
N
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
38
2.1 Hoofdlijnen uit de trendanalyse
Uit de essays kwam een algemeen beeld naar voren in de richting van een verdere toename van de mobiliteitsgroei, als gevolg van de voortgaande internationalisering, demografische en sociaal-economische ontwikkelingen, en verdergaande individualisering en emancipatie. Gebruik van ICT leidt niet tot een vermindering van mobiliteit, maar eerder tot een meer diffuus spreidingspatroon over de dag en naar wisselende bestemmingen. Nieuwe technologische ontwikkelingen en hun voortgaande opname in voertuigen, infrastructuur en het verkeers- en vervoersmanagement leiden echter ook tot een steeds efficinter en intelligent gebruik van de infrastructuur (automated, interactief en dynamisch), alsmede tot steeds meer veilige en schone (elektrische/biobrandstof) voertuigen, waardoor de milieuhinder kleiner wordt en op grote schaal beter inpasbaar worden in de gebouwde omgeving. De enige milieubelemmering die er dan nog is, is de productie van en het grote ruimtebeslag van de vervoermiddelen. Alhoewel daartoe zeker nog ruimtelijk infrastructurele aanpassingen nodig zijn, lijkt - wellicht onbedoeld - de huidige verkeers- en vervoers-structuur van Vlaanderen daarop reeds kansrijk toegesneden.
MOBILITEIT - INLEIDING
-
3939
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWODeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
M.1 schema wegennet kaartuitsnede VlaanderenMOBILITEIT - SCHEMA WEGENNET
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: topografische kaart
M.1 schema wegennetIn vergelijking met bijvoorbeeld Nederland heeft Vlaanderen een fijnmazig wegennet. Waar in Nederland in het verleden vaak de strategie gevolgd werd van het opwaarderen van bestaande wegen, werd er in Vlaanderen veelal voor gekozen om een nieuwe weg naast de bestaande aan te leggen. Dit heeft tot gevolg gehad dat er in Vlaanderen doorgaans sprake is van parallelle structuren. Indien we een schematische voorstelling maken van het snelwegennet (de E- en A-wegen in zwart) en de Gewestwegen (de tweecijferige N-wegen in rood) dan blijkt er zelfs sprake van een Vlaanderen-dekkende parallelle structuur. Bij de grotere steden zijn doorgaans ook Ringwegen (de R-wegen) voorzien, hetzij op snelwegniveau (zoals bij Antwerpen en Brussel), hetzij op gewestelijk/provin-ciaal wegniveau (zoals bij Gent, Brugge, Mechelen, Leuven, Hasselt, Kortrijk, Roeselare etc.). De enige uitzondering op deze parallelle structuur wordt gevormd door de ontbrekende gewestwegen tussen Schilde-Geel-Hasselt (muv de N13 tus-sen Herentals en Geel). Daarnaast loopt de (inter)provinciale hoofdweg tussen Gent en Brugge via Eeklo (ipv. bijvoorbeeld Knesselare). Maar dit heeft waarschijnlijk te maken met de dif-fuse uitbouw van de link tussen Antwerpen en Brugge (delen zijn uitgevoerd als een snelweg, andere als een gewestelijke en som zelfs regionale weg).
De driecijferige N-wegen (in oranje) en overige hoofdwegen (in geel) complementeren de dan nog ontbrekende relaties, veelal in oost-west richting, soms in noord-zuid richting.
-
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
40
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
40
M.2 knelpunten kaartuitsnede VlaanderenMOBILITEIT - KNELPUNTEN
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: google maps
M.2 knelpuntenDit heeft tot gevolg dat meer dan bijvoorbeeld in Nederland, de bestaande wegenstructuur in Vlaanderen toegesneden lijkt op de nieuwe technologische ontwikkelingen in de mobiliteitssec-tor. Weliswaar zullen doorstromingsbevorderende (passieve) Intelligente Transport Systemen, net als in Nederland, in eer-ste instantie vooral op het kernnet (de E en A-wegen) worden toegepast. Maar juist de ontwikkeling in de richting van actieve ITS, in combinatie met een voortgaande elektrificering van het wagenpark, maakt de fijnmazige (parallelle) structuur van het Vlaamse wegennet een asset van eerste orde. Op het moment dat bijvoorbeeld de nagenoeg in elke auto aanwezige passieve navigatiesystemen uitgebouwd worden tot meer integrale intelligente systemen, waarbij via coperatieve ITS vehicle-to-infrastructure (V2I) en zelfs vehicle-to-vehicle interactie (V2V) worden gecombineerd, dan zijn in geval van calamiteit, file, veranderende wegdekcondities etc. immers online alternatieve routeringen mogelijk. De nu nog bestaande hirarchische inde-lingen worden daarmee omzeild en al naar gelang de intensi-teit en capaciteit van de wegen wordt de meest optimale route, met mogelijk gegarandeerde aankomsttijd berekend. Schone (elektrische/biosbrandstof) autos flankeren de ruimtelijke inpasbaarheid en daarmee deze ontwikkeling. Langs dit dichte net kan dan ook een fijnmazig netwerk van elektrische oplaad-stations gerealiseerd worden in combinatie met de gewenste buffermaatregelen onder Energie.
De belangrijkste bottlenecks zullen dan echter blijven plaats-vinden, waar de verschillende routes (langs de E- en A-wegen, tweecijferige en driecijferige N-wegen) bij elkaar samen komen. Dit betreffen in eerste instantie de rondwegen rond Brussel en Antwerpen (in rood), en in tweede instantie de gewestelijke en regionale ringwegen rond de andere Vlaamse kernsteden (in oranje). Feitelijk betreffen dit ook reeds de huidige bottlenecks, maar dit zal naar verwachting verder versterkt worden door de toenemende mobiliteit, alsmede de diffusie bevorderende ITS (meerdere autos komen ook op kleine afslagen binnen, dan wel willen daarvan af). Het moge-lijk tele-thuiswerken doet daar niets aan af, omdat uit nadere studie blijkt dat dit niet zozeer mobiliteit beperkt, maar eerder diffuus maakt naar tijd en bestemming. Vanwege natuurlijke barrires en het ontbreken van alternatieven alhier, zijn proble-men op de rondwegen daarmee dan niet alleen te verwachten in de spits, maar door de gehele dag heen.
-
4141
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
MOBILITEIT - UITWERKINGM.3 / M.4 gescheiden ringweg schema en geografisch - kaartuitsnede Antwerpen
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
GENT
BRUGGE
BRUSSEL
LUIK
NL
Noord
West
ZuidOost
Afslag Antwerpen
Afslag Antwerpen
Afslag Antwerpen
Afslag Antwerpen
Afslag Antwerpen
Noord
Oost
Zuid
West
Haven
Schelde
Afslag Antwerpen
Afslag Antwerpen
Afslag AntwerpenAfslag Antwerpen
Afslag Antwerpen
NL
BRUGGE
GENT
LUIK
BRUSSEL
M.3 en M.4 gescheiden ringweg AntwerpenFysieke ingrepen blijven derhalve vooral op deze Ringwegen nodig, juist ook in versterkte mate als gevolg van de invoe-ring van IT. Net als rond bijvoorbeeld Utrecht of Eindhoven is de mogelijke oplossing alhier om vroegtijdig vervoerstromen zoveel mogelijk naar bestemming van elkaar te scheiden en dedicated te maken. Voor een deel kunnen ITS en Advanced Driver Assistent Systemen (ADAS) hier helpen, in geval van bijvoorbeeld voorgeprogrammeerde lane fowarding en lane departure warning. Maar daarnaast blijven hier ook fysieke scheidingsmaatregelen nodig. In het geval van bijvoorbeeld Antwerpen (en bij complementering van de ring via de ooster-weelverbinding) zou men in een vroeg stadium het verkeer kun-nen scheiden naar bestemming Antwerpen, dan wel Nederland-Luik-Brussel, Nederland-Brugge-Gent, Gent-Brussel-Luik, Brugge-Brussel en/of Brugge-Luik vice versa.
Voor het doorstromend verkeer zouden daarmee 6 van de huidige 11 afslagen, inclusief hun weefvakken kunnen verdwij-nen. Op de resterende afslagen bevordert ADAS verder de doorstroming. Tegelijkertijd ontstaat hiermee op de verdwenen afslagen ruimte om nieuwe knopen, park & ride voorzieningen en/of goederenoverslag voor een verdere fijnmazige distributie in de stad (naar bijvoorbeeld de winkelgebieden, supermarkten, postkantoren, benzinestations) via elektrische, onder-grondse en/of omwisselbare dag/avondsystemen te realiseren. Het mes snijdt hiermee aan twee kanten.
WinkelkerngebiedenSupermarkten + GrootwinkelbedrijvenPostkantorenTankstations
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1bron: google maps
-
4242
Luchthaven Antwerpen
Luchthaven Zoersel
Antwerpen CSAntwerpen BerchemAntwerpen Zuid
Wijnegem
Lier
DuffelBoom
Willebroek
Mechelen
Vilvoorde
Weerde
Weisetter
Heverlee
Leuven
Gent St. PietersGent Dampoort
Melle
Dendermonde
Lokeren
Aalst
St. Niklaas
Temse
Ramsdonk
MOBILITEIT - SYNCHROMODALITEITM5 huidige verkeersmodaliteiten kaartuitsnede Vlaamse steden
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWODeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: Cambio, Vlo, de Lijn
M.5 huidige verkeersmodaliteitenIn aanvulling daarop, zou men ook veel scherper kunnen inzet-ten op synchromodaliteit. Alhoewel dit vooral een term is die uit de goederenlogistiek komt, is het via gecombineerde en dyna-mische ITS mogelijk ook toepasbaar op het personenvervoer. Intermodaliteit is hier vooral een eigenschap van de lading of van de reiziger, die dan weer kiest voor de auto, trein, bus, fiets ed. eventueel in verschillende ketens om de bestemming te bereiken. Multimodaliteit streeft echter naar het schakelen tus-sen deze verschillende modaliteiten al naar gelang de omstan-digheden wijzigen. Het wordt daarmee een eigenschap van het vervoersysteem. Niettemin is thans vaak praktisch onmogelijk om een evenwichtige keuze te maken, omdat als de lading of de reiziger van een bepaalde modaliteit gebruik, effectief switchen nagenoeg onmogelijk is. Synchromodaliteit heeft als doelstelling dit via technologische, ruimtelijke en institutionele maatregelen wel mogelijk te maken. Het vereist een vergaande cross-over tussen verschillende vervoersystemen en (vooral ook) hun verschillende beheermanagementsystemen. Daar-naast is een verregaande omslag van een eigendom-economie naar een gebruiks-economie nodig.
E-wegenN-wegen
SpoorwegenHSL
Metro/tramstelselStations
BuslijnenWaterwegen
Airport
Stedelijk GebiedBedrijfsterreinen
Grens Vlaanderen
1 2 3 4 5 km.
OUD
Cambio uitgifteVelo-uitgifte
NIEUW
Velo plusCambio plus
SneltramWatertransport
Synchroknoop groot
Synchroknoop klein
-
MOBILITEIT - SYNCHROMODALITEITM.6 mogelijke synchromodaliteiten kaartuitsnede Vlaamse steden
Deze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWODeze kaart stemt niet noodzakelijk overeen met het standpunt van departement RWO
Luchthaven Antwerpen
Luchthaven Zoersel
Antwerpen CSAntwerpen BerchemAntwerpen Zuid
Wijnegem
Lier
DuffelBoom
Willebroek
Mechelen
Vilvoorde
Weerde
Weisetter
Heverlee
Leuven
Gent St. PietersGent Dampoort
Melle
Dendermonde
Lokeren
Aalst
St. Niklaas
Temse
Ramsdonk
M.6 mogelijke synchromodaliteitenOok in dit verband is het huidige fijnmazige vervoersysteem een asset van eerste orde. Naast het wegennet, beschikt Vlaanderen over een fijnmazig spoornetwerk, met alleen al in de Vlaamse Ruit, zon 125 stations (gemiddeld 1 per 2 km2), ondersteunt door een nog weer fijnmaziger tram en buslijnen-net van de De Lijn. Daarnaast is inmiddels het Cambio-auto-leensysteem voorzichtig van de grond gekomen, eerst in Gent, Brussel en Antwerpen, maar nu ook in Mechelen, Leuven en St. Niklaas. Brussel kent daarnaast ook het fietsleensysteem Villo met 180 stations (om de circa 450 meter) en Antwerpen het velo-systeem met 80 stations en 1000 fietsen (om de circa 400 meter). In aanvulling daarop ontwikkelt de provincie Antwerpen thans het fiets-o-strada netwerk tussen Essen-Antwerpen-Mechelen en Antwerpen-Geel.
Daarnaast zijn er plannen om dit in de nabije toekomst verder uit te bouwen, zoals bijvoorbeeld het GEN-net rond Brussel en de Pegasus-plannen rond Gent en Antwerpen (vrij liggend, al dan niet met automated systemen). In aanvulling daarop kan mogelijk ook het waterpersonenvervoer over de Schelde, Den-der, Rupel en Durme met watertaxis en/of draagvleugelboten versterkt worden, alsmede het Cambio-systeem uitgebouwd richting 1 standplaats per 10.000 inwoners (de huidige dicht-heid van Gent) en het velo-systeem ingevoerd in Gent, Leu-ven, Mechelen, Lokeren, St.Niklaas, Dendermonde en Aalst. Hier ontstaan dan tal van bi-, tri- en eventueel zelfs quad- en quint-modale knopen, alwaar al naar gelang de omstandighe-den synchromodale switchen mogelijk zijn. Dit zijn dan tegelijk de punten alwaar ook een verdergaande ruimtelijke ontwik-keling mogelijk is. Voorwaarde daartoe is echter ook dat de bestaande schotten tussen de verschillende beheersmanage-ment systemen worden geslecht; dan wel en meer waar-schijnlijker er een portal tot ontwikkeling komt die dynamisch de linking-pin wordt tussen de reiziger en deze verschillende (synchro)modaliteiten.
E-wegenN-wegen
SpoorwegenHSL
Metro/tramstelselStations
BuslijnenWaterwegen
Airport
Stedelijk GebiedBedrijfsterreinen
Grens Vlaanderen
1 2 3 4 5 km.
OUD
Cambio uitgifteVelo-uitgifte
NIEUW
Velo plusCambio plus
SneltramWatertransport
Synchroknoop groot
Synchroknoop klein
43
9 juli 2012Urban Unlimited 1.1
bron: Cambio, Vlo, de Lijn
-
TEN BEHOEVE VAN DE VLAAMSE OVERHEIDDEPARTEMENT RUIMTELIJKE ORDENING, WOONBELEID EN ONROEREND ERFGOED AFDELING RUIMTELIJKE PLANNING
IN HET KADER VAN HET BELEIDSPLAN RUIMTE VLAANDEREN
HOOFDAANNEMER: TNOGEISKE BOUMABEI