“hitthe road$jack” $ $$$$$ ”hoepel$op$jack”$#op#gitaar#en#piano.#...
TRANSCRIPT
Les 5
“Hit the road Jack” ”Hoepel op Jack”
Ray Charles III
De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
M U Z I E K M A K E N de maat, het ritme en eenvoudige ritmische patronen spelen bij liedjes ook als voorspel, naspel en begeleiding.
Lesdoelen les 5 (aansluitend op de bovenvermelde kerndoelen): 1) De leerlingen kunnen het a-‐mineur akkoord en eventueel het g-‐, f-‐ en e-‐akkoord spelen
op gitaar en piano. 2) De leerlingen kunnen de basnoten: a, g, f, en e op basgitaar en piano spelen. 3) De leerlingen kunnen het lied “Hoepel op Jack” zingen en begeleiden op basgitaar, gitaar, piano en
bodypercussie (met aandacht voor tempo, ritme en toonhoogte.
Benodigdheden
Doelen
Tijd
Begeleidingsinstrument (gitaar); tekst/muziek “Hoepel op Jack”; Powerpoint presentaIe; bord/sIJ; gitaar, basgitaar, keyboard; 2 versterkers, 3 snoeren; metronoom, plectri; Opdrachtkaarten.
15 minuten (soundcheck) 50 minuten
Klank (duur) maat en tempo: de leerlingen leren bij het inzingen, bodypercussie en het aanleren van een nieuw lied de maat en tempoaanduiding te volgen. Klank (duur) ritme: de leerlingen kunnen simpele ritme-‐ parIjen aflezen.
Vorm vormprincipes: herhaling, contrast, variaIe bij een lied.
Betekenis volkslied: de leerlingen kunnen een lied van een muziekicoon zingen en begeleiden.
KVB-‐model
Beginsitua>e De leerlingen zijn bekend met de werkvorm: groepsac>viteit instrumenten bespelen.
1) Soundcheck (15 min.)
Deze fase wordt gebruikt om de groepsacIviteiten klaar te zeQen.
OrganisaIe: voor schoolIjd of Ijdens een pauze. Benodigdheden: Powerpoint presentaIe; bord/sIJ; gitaar, basgitaar, keyboard; 2 versterkers, 3 snoeren; metronoom, stemapparaat, plectri; opdrachtkaarten.
De leerkracht: -‐ sluit de versterkers aan; -‐ stemt de instrumenten; -‐ checkt het volume niveau; -‐ noteert de seRngs (voor de geluidscontrole Ijdens de les); -‐ legt de werkkaarten bij de juiste acIviteiten.
Ac>viteiten plaCegrond
1.
2.
3. 4.
5. stroom + snoer
stroom + snoer
stroom + snoer
woordenboek
2) Terugblik (5 min.)
Deze fase wordt gebruikt om eventuele aanpassingen te doen en/of herhaling van instrucIe te geven die bij de evaluaIe van de vorige les besproken zijn.
OrganisaIe: tafels netjes/leeg, de leerlingen ziQen op hun eigen plek. Benodigdheden: powerpoint presentaIe.
De leerkracht vult het bekende aQenIegebaar aan met de naam: en herhaalt: “Stop! S>l! Luister!” De leerkracht legt uit dat er met instrumenten gewerkt gaat worden. Dit kan alleen als er voorzichIg mee omgegaan wordt.
JACK!
De leerkracht deelt de klas op dezelfde vijf groepjes als de vorige les.
Na Ien minuten: De leerkracht kiest een groepje om voor te spelen. Daarna wisselen de leerlingen van acIviteit.
JACK! Werkvorm
Tijdens deze les is >jd voor twee ac>viteiten, aan het eind van de les worden de ac>viteiten samengevoegd in een uitvoering.
Instruc>e De leerkracht vertelt deze les afgesloten wordt met een uitvoering. Tijdens deze les worden de acIviteiten van de vorige les afgemaakt.
Er wordt gespeeld op electrische gitaar/bas/piano en er wordt bodypercussie gedaan. De leerkracht herhaalt klassikaal de instrucIe bij iedere acIviteit en/of vult aan met eventuele aanpassingen.
Zie werkkraarten + evaluaIe les: Ray Charles II.
Start Powerpoint presentaIe: Dia 1
Dia 3
Dia 2
Herhaling De leerkracht laat zien hoe de metronoom werkt.De leerkracht speelt het basisritme samen met de metronoom.
Herhaling De leerkracht speelt het basisritme samen met de metronoomen de vijfde maat improviseert hij/zij en keert terug naar het basisritme.
Werkkaarten 1a / 1b Dia 4
Dia 5
De leerkracht speelt de losse noten van het a-‐mineur akkoord.De leerkracht speelt het a-‐mineur akkoord. De leerkracht zingt het refrein en speelt de vier bijbehorende akkoorden.
De leerkracht speelt de losse basnoten: a – g – f – e. De leerkracht zingt het refrein en speelt de basnoten erbij.
Werkkaarten 2a / 2b
Herhaling
Herhaling
Dia 6
Dia 7
De leerkracht speelt de lossen noten van het a-‐mineur akkoord. De leerkracht speelt het a-‐mineur akkoord. De leerkracht zingt het refrein en speelt de bijbehorende akkoorden.
De leerkracht noemt een aantal gitaaronderdelen en wijst ze aan.
Werkkaarten 3a / 3b + woordkaartjes
Herhaling
Herhaling
Dia 8
Dia 9
De leerkracht geeJ aan dat bij deze opdracht een woordenboek of computer bij gebruikt mag worden.
De leerkracht geeJ aan dat bij deze opdracht een woordenboek of computer bij gebruikt mag worden.
Werkkaarten 4a / 4b
Herhaling
Herhaling
Dia 10
Dia 11
De leerkracht speelt de losse basnoten: a – g – f – e. De leerkracht zingt het refrein en speelt de basnoten erbij.
De leerkracht legt uit dat de informaIe voor de vragen bij deze opdracht te vinden zijn in de tekst op de werkkaart.
Werkkaarten 5a / 5b
Herhaling
Herhaling
Dia 12
Dia 13
Verlopen de bovengenoemde aandachtspunten goed? De leerkracht:
-‐ begeleidt per wissel één groepje Kleine instrucIe groep. Overige groepen zonder begeleiding.
-‐ gaat per wissel langs alle groepen Alle groepen worden Minder Ijd voor individuele aangestuurd. begeleiding.
-‐ observeert en begeleidt waar nodig Gerichte begeleiding. Overzicht neemt af.
Rondgang Tijdens de rondgang let de leerkracht als eerste op de werksfeer. 1) Zijn alle leerlingen bezig met de opdrachten? 2) Wordt er voorzichIg omgegaan met de instrumenten? 3) Is het volume niet te luid? Na drie minuten: de leerkracht vraagt of alle opdrachten duidelijk zijn.
JACK!
+ -‐
3) Kern (20 min.)
In deze fase werken de leerlingen aan de opdrachten van de vijf acIviteiten.
OrganisaIe: de leerling zijn opgedeeld in vijf groepjes. Benodigdheden: Powerpoint presentaIe; bord/sIJ; gitaar, basgitaar, keyboard; 2 versterkers, 3 snoeren; metronoom, stemapparaat, plectri; opdrachtkaarten.
Tijdens de rondgang selecteerd de leerkracht een bassist, gitarist en twee pianisten. Dit kunnen ook leerlingen uit de vorige les zijn.
Na Ien minuten: De leerkracht kiest een groepje om voor te spelen. Daarna wisselen de leerlingen van acIviteit.
JACK! Wissel
Dia 14
5) ShowPme! (15 min.)
In deze fase voeren de leerlingen het lied uit.
OrganisaIe: de leerling staan aan hun tafeltje. Benodigdheden: Powerpoint presentaIe; bord/sIJ; gitaar, basgitaar, keyboard; 2 versterkers, 3 snoeren; metronoom, stemapparaat, plectri; opdrachtkaarten.
De leerkracht noemt de vier leerlingen die hij/zij uitgekozen heeJ voor de band. 1 bassist 2 gitarist 3 piano (linkerhand) 4 piano (rechterhand).
De leerkracht laat de muzikanten uit de band één voor één hun parIj spelen de overige leerlingen luisteren.
De leerkracht maakt het aandachtsgebaar de band let op. De leerkracht telt af de band valt in.
De muzikanten spelen een voor een het beginakkoord/toon. De leerkracht speelt de begintoon (e) de vocalen groep neemt over. De leerkracht telt af de band speelt het koor zingt.
Band + Koor (refrein)
De band
Het is mogelijk dat de leerlingen nog niet alle akkoorden kunnen spelen. In dat geval: de leerkracht moedigt aan:
-‐ “Probeer mee te komen met het lied!” -‐ “In ieder geval elke vier tellen het a-‐mineur akkoord!”
Solo
Tu[
Het is belangrijk om dit een aantal keer te oefenen. Zo raken de leerlingen op elkaar ingespeeld.
Het is belangrijk om dit een aantal keer te oefenen. De leerkracht maakt het afslaggebaar als: -‐ niet maatvast; -‐ niet toonvast; -‐ Dynamiek (té hard of onzeker).
Dia 15
A^ouwen De muzikanten kiezen ieder een roadie uit hun groep en ruimen samen hun instrumenten op.
6) Applause!/afsluiPng (10 min.)
In deze fase worden Ips en tops gegeven.
OrganisaIe: de leerling ziQen aan hun tafeltje. Benodigdheden: bord/sIJ.
De leerkracht neemt ruimt de Ijd om te evalueren.
Na een groot appause voor de hele klas geeJ de leerkracht beurten voor Ips en tops. -‐ Wat ging er goed? -‐ Wat vond je mooi klinken? -‐ Hoe kan het lied nog beter uitgevoerd worden? -‐ Was het spannend om het instrument te bespelen voor de hele groep?
Evalua>e