angele nederlof & sjaak vane (2009). metaforen aan het woord. betekenisvolle beelden binnen de...
TRANSCRIPT
De rubriek Literatuur bevat informatie over en bespre-
kingen van boeken en andere gepubliceerde teksten die
voor lezers van belang kunnen zijn. Wie wil reageren,
behoefte heeft aan informatie of een bijdrage wil leveren
kan contact opnemen met de redactie.
LiteratuurLiteratuur
Angele Nederlof & Sjaak Vane (2009). Metaforen
aan het woord. Betekenisvolle beelden binnen de the-
rapeutische praktijk. Leuven/Den Haag: Acco. isbn
978 90 334 7577 1 ¤ 24,50 $ $ $ $ $
Inleiding
Een metafoor is op te vatten als een vorm van den-
ken in beelden. ‘Mijn emmer zit vol’, is een voor-
beeld van een metafoor. Het is een beeld van een
persoonlijke situatie die niet eenvoudig zintuiglijk
of begripsmatig is te omschrijven. Gebruik maken
van metaforen is een erkend middel bij supervisie en
coaching. In dit tijdschrift wordt geregeld aandacht
besteed aan het werken met metaforen, bijvoorbeeld
in een artikel van Kramers en Baljon (2008, p. 306)
en in een bijdrage van Muijen (2009).
Nederlof en Vane hebben samen een trainings- en
begeleidingspraktijk waarin, naar eigen zeggen, het
gebruik van metaforen en imaginaties centraal staat
(zie www.beeld-en-imaginatie.nl). Imagineren is het
bewust oproepen van innerlijke voorstellingen. Met
Metaforen aan het woord willen de auteurs ‘een zo
scherp mogelijk beeld schetsen van onze werkwijze’
(p. 123). Zij doen dit vanuit een gestalttherapeutische
benadering en de jungiaanse analyse. Het boek is
volgens de auteurs bruikbaar voor onder meer psy-
chotherapeuten, coaches en maatschappelijk wer-
kers en hun clienten.
Inhoud
Metaforen aan het woord bestaat uit een voorwoord,
vier hoofdstukken, een nawoord en een literatuur-
lijst. Hoofdstuk 1 legt het begrip metafoor uit, be-
schrijft de invloed en het gebruik van metaforen en
licht het denken in beelden toe. In hoofdstuk 2 staat
het werken met metaforen centraal. De gestaltbena-
dering wordt kort besproken en de methodische
uitgangspunten ervan worden toegelicht. In hoofd-
stuk 3 gaat het over de drie fasen van de procesge-
richte begeleiding. In hoofdstuk 4 komt uitgebreid
de praktijk aan het woord, aldus de auteurs, met
metaforische beelden als de volle emmer, de perken
in de tuin, de raceauto’s, de aap, het wespennest, de
mier en de hond, en de strandbal. Dit geeft een in-
druk van de specifieke werkwijze tijdens de bijeen-
komsten.
De auteurs leggen uit dat achter iedere metafoor een
zienswijze zit. De begeleiding is erop gericht de be-
tekenis van een metafoor samen met de hulpvrager
verder te ontwikkelen. Dankzij de metafoor kan ‘iets
duidelijk worden wat niet is terug te brengen tot een
zintuiglijke of begripsmatige beschrijving’ (p. 19).
Metaforen zijn symbolische beschrijvingen die
kernachtig de kwaliteit van een emotie kunnen
weergeven. Het geheel van metaforen van een per-
soon, waarin het kan gaan om opvattingen over
onszelf en onze omgeving, wordt door de persoon
bepaald en kan ook worden veranderd. Sommige
persoonlijke metaforen zijn zo ingesleten dat ze rijp
zijn voor verandering. Tijdens de bijeenkomsten
worden innerlijke beelden doelbewust gewijzigd,
zodat ze deel gaan uitmaken van een persoonlijk
veranderingsproces. De hulpvrager krijgt een rijker
beeld van zichzelf en de omgeving: ‘Hij gaat de
dingen minder zwart-wit zien’ (p. 36).
In de gangbare praktijk van coaches en therapeuten
worden metaforen vaak gebruikt als een opwarmer
voor een gesprek. Zo niet bij de auteurs. De meta-
foor staat centraal gedurende het gehele begelei-
BSL - SUP Volume 27 / nummer 2 Pag. 097
supervisie en coaching (27) 2–2010 97
dingstraject, gedurende de startfase, de kernfase en
in de afrondende fase. De hulpvrager zegt bijvoor-
beeld al aan het begin van de sessie dat ‘de emmer
hartstikke vol zit’. De therapeut gaat er direct op in
met: ‘Je emmer zit hartstikke vol?’ (p. 56). Vervol-
gens wordt dit beeld helemaal uitgediept met vragen
als: ‘Hoe groot is de emmer?’, ‘Hoe ver zit de emmer
vol?’, ‘Beschrijf de emmer eens’, ‘Hoe ziet de buiten-
kant er dan uit?’, ‘Waarmee is hij gevuld?’, ‘Is er ook
een geur?’, ‘Hoe voelt het water wanneer je je hand er
in steekt?’, ‘Kun je de omgeving van de emmer be-
schrijven?’ Na al die vragen, en het bewust gebruik
maken van stiltes, reageert de hulpvrager bijvoor-
beeld met een emotie. De therapeut zegt dan: ‘Ach,
je emmer stroomt blijkbaar over’ (p. 59).
Commentaar
De auteurs beogen met hun boek een bescheiden
doelstelling, namelijk ‘het beschrijven van beteke-
nisvolle beelden uit een therapeutische praktijk’.
Het pretentieloze blijkt volgens inleider Rober ook
uit de taal die eenvoudig is (p. 9). Zowel de opzet als
de uitwerking van het boek is meer gericht op the-
rapeuten dan op coaches of clienten. Het gaat om
‘therapeutische sessies’ (p. 11). Alleen bij de metho-
dische uitgangspunten wordt opgemerkt dat meta-
foren ook binnen een coachingstraject een rol kun-
nen spelen.
Het wordt niet duidelijk of coaches de door de au-
teurs beschreven methode zonder meer kunnen
overnemen. Ik heb zelf mijn twijfels, ook over de
bruikbaarheid van het boek voor clienten. Ondanks
de eenvoud wordt er toch wel wat van een client
gevraagd om het boek zelfstandig door te ploegen.
Een leeswijzer was voor dit boek erg handig geweest.
Tot besluit
Voor supervisoren en coaches die graag praktijk-
voorbeelden zien van het werken met metaforen, is
Metaforen aan het woord een aanrader. Het is voor hen
wel goed te bedenken dat de in het boek beschreven
vorm van werken met metaforen zowel verruimend
als inperkend kan zijn, zowel door het werken met
metaforen als zodanig als door de keuze van een
metafoor. Vandaar het dat het belangrijk is de voor-
beelden naar de eigen praktijk te vertalen.
De auteurs maken wat mij betreft de gestelde doel-
stelling waar, want zij schetsen een beeld van hun
werkwijze. Dat is de kracht van het boekje: meer dan
de helft van de tekst bestaat uit voorbeelden uit de
therapeutische praktijk. De beschrijving van be-
grippen en achtergronden blijft beperkt tot 29 pagi-
na’s.
Cor Langen
Bibliografie
Kramers, M., & Baljon, M. (2008). Beeldende werk-
vormen in supervisie. Supervisie en Coaching, 25,
306-311.
Muijen, H. (2009). Het innerlijk kompas. Een bege-
leidingskundige metafoor uit de filosofie van de
levenskunst. Supervisie en Coaching, 26, 65-88.
Willem Lammers (2010). Wonderen met woorden.
Coach jezelf met logosynthese. Schiedam: Scriptum.
isbn 978 90 5594 717 1, 196 p., ¤ 18,95 $ $ $ $ $
Inleiding
Allerwegen in de wereld van zowel de op genezing
gerichte (therapie) als op leren gerichte (supervisie,
coaching) vormen van professioneel begeleiden
wordt gezocht naar wat werkt. Zo is logosynthese,
ontwikkeld door Willem Lammers, bedoeld als
nieuwe, efficiente methode om beter om te gaan met
de valkuilen, blokkades, versperringen en wegom-
leggingen op het levenspad. Aan de hand van de in
dit boek beschreven uitgangspunten kan de lezer
leren zichzelf te coachen, of beter nog: zich door het
eigen Zelf te laten coachen. Dat eigen Zelf, ook wel
aangeduid als Essentie, is volgens Lammers name-
lijk de beste coach.
Het Zelf heeft steeds een helder doel voor ogen, is
volledig in contact met mensen en weet wanneer het
hulp nodig heeft, maar het maakt zichzelf niet af-
hankelijk en het kan en wil leren. In onze huidige op
BSL - SUP Volume 27 / nummer 2 Pag. 098
supervisie en coaching (27) 2–201098
L I T E R A T U U R