opleiding duurzaam gebouw - leefmilieu brussel...2015/10/27  · g4 voorfilter en filter voor...

Post on 15-Jul-2020

0 Views

Category:

Documents

0 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

DIMENSIONERING VAN DE VENTILATIE

IN TERTIAIRE GEBOUWEN

Lieven INDIGNE

CENERGIE

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Ventilatie: ontwerp en afstelling

Leefmilieu Brussel

2

● Bespreking van de geldende reglementering op het vlak van

ventilatie, vooral de elementen die betrekking hebben op de

energieprestatie van gebouwen (EPB)

● Dimensionering van een hygiënische ventilatie-installatie in

een tertiair gebouw

● Keuzecriteria voor een ventilatiegroep

● Mogelijkheden van verwarming / koeling door de lucht

● Vereisten met betrekking tot bevochtiging / ontvochtiging

Doelstelling(en) van de presentatie

3

1. Welke debieten in hygiënische ventilatie?

a. NBN EN 13779 en EPB-bijlage

b. NBN EN 15251

c. ANDERE

2. Keuze van een luchtgroep

a. Welke keuzecriteria?

3. Klimaatregeling

a. Luchtdistributie

b. Diagram van de vochtige lucht

c. Verwarming/koeling

d. Bevochtiging/ontvochtiging

Ventilatie in tertiaire gebouwen

1. WELKE DEBIETEN?

● HYGIËNISCHE VENTILATIE: Het debiet moet een voldoende luchtkwaliteit handhaven rekening

houdend met de aanwezige vervuilers.

Verscheidene documenten preciseren de vereiste debieten:

► NBN D50-001 (1): dimensionering (residentieel)

vereist

► NBN EN 13779 (2): dimensionering (tertiair)

vereist

► NBN EN 15251: gebruik en comfortcriteria (tertiair en

residentieel)

► EPB (bijlagen, verwijzing naar de normen),

► Andere reglementen en voorschriften (ARAB,…) en

‘wetenschappelijke’ documenten (PHPP,…)

4

● INTENSIEVE VENTILATIE:

► het koelen van een gebouw door gebruik van buitenlucht

(gratis energie)

► het te produceren debiet is afhankelijk van het gebouw

(inertie,…), het klimaat en de af te voeren lasten.

● KLIMAATREGELING:

► het debiet wordt bepaald overeenkomstig het over te

brengen vermogen (warmte of koude) en de comforteisen

(pulsietemperatuur, …).

5

1. WELKE DEBIETEN?

a. NBN EN 13779 en EPB-bijlage

b. NBN EN 15251

c. ANDERE

6

1. WELKE DEBIETEN?

● De NBN EN 13779 heeft betrekking op de prestaties van de

systemen

● Bijlage VII (EPB) beoogt op de eerste plaats een minimale

ventilatie in niet-residentiële gebouwen te garanderen

(aanvullende eisen)

● Bijlage VII is noodzakelijk maar volstaat niet (luchtkwaliteit)

● Bijlage VII geldt voor niet-residentiële gebouwen of delen

ervan bestemd voor menselijk gebruik

7

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

3 soorten ruimten:

► ruimten bestemd voor menselijke bezetting

ruimten voorzien om mensen er langere tijd te laten vertoeven (…). voorbeelden: kantoren, restaurants, hotelkamers….

► ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting

ruimten voorzien om mensen er bij normaal gebruik slechts

gedurende vrij korte tijd te laten vertoeven (…).

voorbeelden: archieven, opslagruimten, toiletten….

► speciale ruimten (bijlage VII-§6.4.)

onder speciale ruimten wordt verstaan: ruimten blootgesteld aan specifieke vervuilers waarvoor andere (specifieke en/of strengere) eisen gelden wat de ventilatie betreft. voorbeelden: stookruimten, afvalopslagruimten,…

8

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

Klasse Verseluchtdebiet Verseluchtdebiet CO2-niveau in de lokalen

Luchtkwaliteit (niet-

rokersruimten) (rokersruimten) Typische waarden Standaardwaarden

IDA1

Uitstekende

kwaliteit

> 54 m³/u.pers. > 108 m³/u.pers. < 400 ppm 350 ppm

IDA2

Gemiddelde

kwaliteit

36 – 54

m³/u.pers. 72 – 108 m³/u.pers. 400-600 ppm 500 ppm

IDA3

Aanvaardbare

kwaliteit

22 – 36

m³/u.pers. 43 – 72 m³/u.pers. 600-1.000 ppm 800 ppm

IDA4

Lage kwaliteit < 22 m³/u.pers. < 43 m³/u.pers. > 1.000 ppm 1.200 ppm

● Ruimten bestemd voor menselijke bezetting

9

IDA1 IDA3: OK

IDA4 is onvoldoende

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

● Ruimten bestemd voor menselijke bezetting

► Ontwerpbezetting

► Theoretische bezetting (bijlage VII-§7.2.1.)

10

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

36 voorgestelde categorieën + ‘overige ruimten’

In te voeren gegevens vereist voor de

berekening van het minimumontwerpdebiet

in ruimten bestemd voor menselijke

bezetting

Vloeroppervlakte per

persoon (m²

/persoon)

(…)

Kantoren 15

Ontvangstruimten, onthaal, vergaderzalen 3,5

Hoofdingang 10

(…)

Overige ruimten 15

Klasse Verseluchtdebiet (niet-rokersruimten)

IDA1 klasse niet van toepassing

IDA2 > 2,5 m³/uur.m²

IDA3 1,3 – 2,5 m³/uur.m²

IDA4 < 1,3 m³/uur.m²

● Ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting

11

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

● Ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting

(bijlage VII-§7.2.2.)

► Sanitaire ruimten

› het aantal wc’s en urinoirs is gekend

debiet: 25 m³/uur per wc of urinoir

› het aantal wc’s en urinoirs is niet gekend

debiet: 15 m³/uur.m²

► Douches

› debiet: 50 m³/uur per douche

► Andere niet voor menselijke bezetting bestemde ruimten

› debiet: 1,3 m³/uur.m²

12

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

13

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

Ja

Bestemd voor

menselijke bezetting

Bezetting

vastgelegd door

bouwteam

Oppervlakte

per persoon

Berekende

bezetting

Max.

22 m³/uur.pers

Functie?

Nee

Debiet volgens

deze normen Debiet volgens andere

specificaties

1,3 m³/uur.m²

Ja

Wc/douches?

25 m³/uur.wc

50 m³/uur.douches

15 m³/uur.m ²

Nee Ja

Aantal wc’s/douches

gekend?

Nee

Andere

normen?

Niet bestemd voor

menselijke bezetting

Speciale

ruimte

● Hergebruik en doorstroming

► Het minimale ontwerptoevoerdebiet voor ruimten bestemd voor

menselijke bezetting moet worden gerealiseerd met buitenlucht.

De bijkomende debieten mogen worden gerealiseerd met

buitenlucht, hergebruikte lucht of doorstroomlucht (bijlage VII-

§7.3.)

► In ruimten die niet bestemd zijn voor menselijke bezetting mag

het toevoerdebiet volledig worden gerealiseerd met afvoerlucht

uit ruimten van de kwaliteit ETA1 of ETA2 (bijlage VII-§7.3.)

14

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

Voor hergebruik moeten alle richtlijnen van bijlage A.6 van de EN 13779 (bijlage VII-

§7.3.) worden nageleefd

● Hergebruikte lucht en doorstroomlucht

15 Bron: VADEMECUM REGLEMENTERING EPB-WERKZAAMHEDEN 2015

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

● Drukvoorwaarden

► Een niet te verwaarlozen onevenwicht tussen toevoer- en

afvoerlucht is toegelaten.

met een lekdebiet bij 50 Pa

-5 Pa ≤ CP ≤ +10 Pa (bijlage VII-§7.5.)

50.V

)q-abs(q.)q-sign(q=CP

0,65

1

50

extractv,supplyv,

extractv,supplyv,

extVV

50

16

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

a. NBN EN 13779 en EPB-bijlage

b. NBN EN 15251

c. ANDERE

17

1. WELKE DEBIETEN?

“Binnenmilieu-gerelateerde inputparameters voor ontwerp en

beoordeling van energieprestatie van gebouwen voor de kwaliteit

van de binnenlucht, het thermische comfort, de verlichting en

akoestiek”

● Bijlage B (informatief): basis van de criteria voor de kwaliteit van de

binnenlucht en de ventilatiedebieten

► B.1 Aanbevolen ventilatiedebieten voor de berekening in niet-

residentiële gebouwen

› B.1.2 Methode gebaseerd op menselijke bezetting en de componenten

van het gebouw

› B.1.3 Methode gebaseerd op het ventilatiedebiet per persoon of per m²

vloeroppervlakte

› B.1.4 Aanbevolen CO2-waarden voor de energieberekeningen

18

1. WELKE DEBIETEN? b) NBN EN 15251

“Binnenmilieu-gerelateerde inputparameters voor ontwerp en

beoordeling van energieprestatie van gebouwen voor de kwaliteit

van de binnenlucht, het thermische comfort, de verlichting en

akoestiek”

● Bijlage B (informatief): basis van de criteria voor de kwaliteit van de

binnenlucht en de ventilatiedebieten

► B.2 Aanbevolen debietwaarden voor de dimensionering van de

ventilatie van woningen

► B.3 Aanbevolen criteria voor de dimensionering van de

bevochtiging en ontvochtiging

► B.4 Ventilatie aanbevolen tijdens de uren van niet-bezetting

● Bijlage C (informatief): voorbeeld van het bepalen of een gebouw

weinig of zeer weinig vervuilend is

19

1. WELKE DEBIETEN? b) NBN EN 15251

● Uittreksel (B.1.2)

20

1. WELKE DEBIETEN? b) NBN EN 15251

Type

gebouw

of ruimte

Klasse Vloer-

opper-

vlakte

m²/pers.

l/(s.m²)

voor

bezetting

l/(s.m²) voor zeer

licht

verontreinigend

gebouw

l/(s.m²) voor licht

verontreinigend

gebouw

l/(s.m²) voor

verontreinigend

gebouw

Aanvulling

indien roken

toegelaten

Gesloten

kantoor

Landschaps

kantoor

Vergader-

zaal

Klasse Verwachte

ontevredenheid

over binnenklimaat

Debiet per persoon

l/s/pers

a. NBN EN 13779 en EPB-bijlage

b. NBN EN 15251

c. ANDERE

21

1. WELKE DEBIETEN?

● Andere reglementeringen en ‘wetenschappelijke’ documenten

► ARAB: Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming:

30 m³/uur per werknemer

► Rokersruimten en niet-rokersruimten (KB 19/01/2005 + …)

► Ventilatie in de HORECA (MB 09/01/1991)

► En in het PHPP: 30 m³/uur per persoon

22

1. WELKE DEBIETEN? c) ANDERE

● Debieten in tertiaire gebouwen: raam het vereiste hygiënische

ventilatiedebiet voor volgende ruimten

23

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

Kenmerken van de

ruimte

Ontwerpdebiet [m³/uur]

Kantoorlandschap: 150 m²

(voorzien voor 20 personen)

Individueel kantoor: 20 m²

(voorzien voor 1 persoon)

Archiefruimte: 15 m²

Klaslokaal: 50 m² (25

leerlingen + 1prof.)

● Minimale bezetting per type ruimte (EPB)

24

1. WELKE DEBIETEN? a) NBN EN 13779 en EPB-bijlage

TYPE RUIMTE [m²/persoon]

Kantoorgebouw

Kantoor 15

Ontvangstlokalen, onthaal, vergaderruimten 3,5

Hoofdinkom 10

Onderwijsinstellingen

Leslokalen 4

Polyvalente ruimte 1

Horeca

Restaurant, cafetaria, snelbuffet, kantine, bar, cocktailbar 1,5

Keuken, kitchenette 10

26

1. Welke debieten in hygiënische ventilatie?

a. NBN EN 13779 en EPB-bijlage

b. NBN EN 15251

c. ANDERE

2. Keuze van een luchtgroep

a. Welke criteria?

3. Klimaatregeling

a. Luchtdistributie

b. Diagram van de vochtige lucht

c. Verwarming/koeling

d. Bevochtiging/ontvochtiging

Ventilatie in tertiaire gebouwen

27

2. LUCHTGROEP HOE KIEZEN?

Bron: Carrier

Bron: Carrier

28 Bron: Carrier

2. LUCHTGROEP HOE KIEZEN?

29 Bron: GEA Happel Bron: Carrier

2. LUCHTGROEP HOE GROOT?

30 Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP HOE GROOT?

Luchtdebiet m³/u

31 Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

32 Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

33

● WARMTEWISSELAAR

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

● Warmtewisselaar met glycolwater

+ Luchttoevoer en afzuiging gescheiden

+ Toepassing: ziekenhuizen (geen risico van contaminatie)

+ eenvoudige regeling van T° (3-weg kraan)

- Laag rendement

- Drukval van glycolwater verbruik

van de pomp

- Risico op ijsvorming

- Kost niet verwaarloosbaar voor kleine

installaties

34 34

h = 50 – 65 %

2. LUCHTGROEP WELKE WARMTEWISSELAAR?

Bron: GEA Happel

35

● Platenwarmtewisselaar

+ Geen bewegende onderdelen laag elektriciteitsverbruik

+ Weinig onderhoud

+ Zeer laag risico op vervuiling van verse lucht

- Pulsie en extractie in de nabijheid

- Neemt veel plaats in

- Aanzienlijk drukverliezen bij grote debieten

- Beperkte vochtterugwinning

- Risico op ijsvorming

h = 80 – 90 %

2. LUCHTGROEP WELKE WARMTEWISSELAAR?

36

h = 70 – 80 %

● Warmtewiel

+ Vochtterugwinning (latente warmte)

+ Hoog rendement

+ Beperkte drukverliezen in verhouding tot het hoge rendement

+ neemt relatief weinig plaats in

+ beperkt risico op ijsvorming

- Pulsie en extractie in de nabijheid

- Bewegende onderdelen elektriciteits-

verbruik en onderhoud

- Risico op vervuiling van verse lucht

2. LUCHTGROEP WELKE WARMTEWISSELAAR?

37

h = 75 – 90 %

● Regeneratieve warmtewisselaar

+ Vochtterugwinning (latente warmte)

+ Hoog rendement

+ Beperkte drukverliezen

- Neemt veel ruimte in

- Grote investering

2. LUCHTGROEP WELKE WARMTEWISSELAAR?

38

Warmterecuperatie

● Besparing op voorverwarming van binnenkomende lucht

2. LUCHTGROEP WELKE WARMTEWISSELAAR?

39

Warmterecuperatie

● Besparing op voorverwarming van binnenkomende lucht

Warmtewisse-

laar met

glycolwater

Platen-

warmte-

wisselaar

Warmte-

wiel

Regene-

ratief

Besparing in de

winter € 2.010 € 2.175 € 2.860 € 3.175

Winst/verlies in % in

vergelijking met standaard: -8% 100 % +31 % +46 %

Besparing in de

zomer € 0 € 58 € 87 € 86

Winst/verlies in % in

vergelijking met standaard: - 100 % 100 % +50 % + 48 %

Rendement bij 8 °C

(t°/vochtigheid)

55 %

0%

56 %

0 %

81 %

42 %

94 %

10 %

Prijs (9.500 m³/u) € 15.000 € 15.000 € 18.000 € 42.000

2. LUCHTGROEP WELKE WARMTEWISSELAAR?

40

● LUCHTFILTERS

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

41 Bron: GEA Happel

● Zakkenfilters

2. LUCHTGROEP FILTERKLASSE?

42 Bron: GEA Happel

● Zakkenfilters

2. LUCHTGROEP FILTERKLASSE?

43 Bron: SICC

Aanbevelingen SICC (Société suisse des ingénieurs en VERWARMING et climatisation)

Te filteren stoffen Klasse volgens EN

779

Toepassingen

Insecten, textielvezels, haar, zand,

as, pollen, cement

G1

G2 Eenvoudig gebruik (bescherming tegen insecten)

G3

G4

Voorfilter en filter voor installaties van civiele bescherming

Luchtafvoer van spuitcabines, keukens

Antivervuilingsbescherming voor klimaatregeleenheden (bijv. in ramen)

Voorfilter voor filterklasse F6 tot F8

Pollen, cement, vervuilende deeltjes

(stof), ziektekiemen,

bacteriedragende stofdeeltjes

F5

Filter voor de luchttoevoer naar ruimten met beperkte

luchtzuiverheidseisen (werkplaatsen, garages, opslagruimten)

F5

F6

F7

Voorfilter en filter voor luchtbehandelingkasten

Eindfilter in luchtbehandelinginstallaties voor winkels, kantoren en

productieruimten

Voorfilter voor klasse F9 tot H12

Oliedampen en roetophopingen,

tabaksrook, metaaloxiderook

F7

F8

F9

Eindfilter in luchtbehandelinginstallaties voor kantoren, productieruimten,

ziekenhuizen, elektriciteitscentrales, computerruimten

Voorfilter voor absolute filters en actieve koolstoffilters

Ziektekiemen, bacteriën, virussen,

tabaksrook, metaaloxiderook

H10

H11 en H12

H13 en H14

U15 en U16

Eindfilter voor ruimten met hoge luchtzuiverheidseisen, laboratoria,

voedselnijverheid, apotheken, fijnmechanische, optische en elektronica-

industrie

H11 en H12

Eindfilter voor cleanrooms

Oliedamp en roetvorming,

radioactief stof

H13 en H14

U15 en U16

Eindfilter voor cleanrooms

Eindfilter voor operatieruimten

Eindfilter voor luchtafvoer van kerncentrales

2. LUCHTGROEP FILTERKLASSE?

44 Bron: Energie +

Qualité de l'air

intérieur

Qualité de l'air neuf

air pur

poussière

Concentration très

élevée

Élevée

(IDA 1) F9 F7+F9 F5+GF+F9*

Moyenne

(IDA 2) F8 F6+F8 F5+GF+F9*

Modérée

(IDA 3) F7 F5+F7 F5+F7

Basse

(IDA 4) F6 F5+F6 F5+F6

2. LUCHTGROEP FILTERKLASSE?

Kwaliteit van de

binnenlucht Zuivere lucht Stof

Kwaliteit van de verse lucht

Zeer hoge

concentratie

Hoog

Gemiddeld

Matig

Laag

45 Bron: Energie +

2. LUCHTGROEP FILTERKLASSE?

Absolute filters

Aansluiting tussen filters

Grove filters

Fijne filters

46

● VENTILATOREN

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

47 Bron: carrier

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

48 Bron: construction.co.uk

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

49 Bron: carrier

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

50

SPECIFIC FAN POWER (SFP)

Bron: Eurovent 6-8

The SFP value is defined as power divided by air flow. It can easily be proven

that the value is also total pressure drop divided by overall efficiency of the

fan and motor system and this indicates how to reduce the value.

where SFP = The specific fan power of the air handling unit/fan [kW/(m3/s)]

Pel = The absorbed electric power supplied from the mains to the fan in the air handling unit/fan (kW)

qV = Air flow through the air handling unit/fan (m3/s)

Δpfan = Total pressure rise from the fan inlet to the outlet (Pa)

ηe = Overall efficiency of the fan

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

51

SPECIFIC FAN POWER (SFP)

Bron: AIVC

ηe = Overall efficiency of the fan

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

52 Bron: Eurovent 6-8

SEPARATE SUPPLY AIR OR EXTRACT AIR HANDLING UNITS AND

INDIVIDUAL FANS

The specific fan power, SFPE is the electric power, in kW, supplied to a fan

divided by the air flow expressed in m3/s.

where SFPE = The specific fan power of the air handling unit/fan [kW/(m3/s)]

Pel = The absorbed electric power supplied from the mains to the fan in the air handling unit/fan (kW)

qV = Air flow through the air handling unit/fan (m3/s)

SPECIFIC FAN POWER for unit (SFPE)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

53 Bron: Eurovent 6-8

HEAT RECOVERY AIR HANDLING UNIT WITH SUPPLY AIR AND EXTRACT AIR

The specific fan power, SFPE is the total amount of electric power, in kW,

supplied to the fans in the air handling unit, divided by the largest of supply air

or extract air flow rate (note, not the outdoor air nor the exhaust air flow rates)

expressed in m3/s.

where SFPE = Specific fan power of a heat recovery air handling unit [kW/(m3/s)]

Pel,sa = The absorbed electric power supplied from the mains to the supply air fan (kW)

Pel,ea = The absorbed electric power supplied from the mains to the extract air fan (kW)

qV max = Largest of supply air or extract air flow through the air handling unit (m3/s)

SPECIFIC FAN POWER for unit (SFPE)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

54 Bron: Robatherm

SPECIFIC FAN POWER class (SFPE)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

Categ. SFPE [W/(m³/s)]

Pulsie of Extractie

SFPE [W/(m³/s)]

Pulsie en Extractie

SFP 1 < 500 < 1 000

SFP 2 500 – 750 1 000 – 1 500

SFP 3 750 – 1 250 1 500 – 2 500

SFP 4 1 250 – 2 000 2 500 – 4 000

SFP 5 2 000 – 3 000 4 000 – 6 000

SFP 6 3 000 – 4 500 6 000 – 9 000

SFP 7 > 4 500 > 9 000

55 Bron: Robatherm

SPECIFIC FAN POWER class (SFPE)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

Componenten SFPE

[W/(m³/s)]

Extra F7 of F9 luchtfilter + 300

HEPA filter (H10 to H13) +1 000

Actiefkoolfilter (gasfilter) + 300

Recuperator van klasse H2 of H1

volgens EN13053

+ 300

Grote koellast en/of ontvochtigingsbatterij + 300

56

SPECIFIC FAN POWER (SFP)

Bron: AIVC

Δpfan = Total pressure rise from the fan inlet to the outlet (Pa)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

57 Bron: AIVC

SFP with variable flow rate

In a constant air volume flow system,

the demands shall be met at the

design air flow and design external

pressure drop (pressure drop in the

ducting).

In a variable air volume flow system,

the demands made on the SFPE shall

be met at the partial air flow and the

related external pressure drop,

specified for each air handling unit

specification.

SPECIFIC FAN POWER (SFP)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

58 Bron: AIVC

Example of calculation of SFP of a whole building

SPECIFIC FAN POWER (SFP)

2. LUCHTGROEP VENTILATOREN?

59

● GELUIDDEMPERS

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

2. LUCHTGROEP GELUIDDEMPERS

60

Voor groep Voor leiding

Efficiëntie ↑ ↑

Δp ↑ ↑

Bron: AIVC

Efficiëntie ↓ ↓

Δp ↓ ↓

61

● Regenbescherming + kleppenregister

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

Bron: Energie +

2. LUCHTGROEP REGENBESCHERMING + KLEPPENREGISTER

62 Bron: Carrier

Kleppenregisters Regenbescherming

63

● Thermische isolatie + luchtdichtheid

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

2. LUCHTGROEP THERMISCHE ISOLATIE + LUCHTDICHTHEID

64 Bron: Carrier

HOMOLOGATIE CONFORM NORM EN1886

• Chassis in staalprofielen

• Panelen met thermische isolatie van 60 mm dik

• Warmtedoorgangscoëfficiënt klasse T2

• Koudebrugfactor klasse TB2

• Mechanische weerstandsklasse 2A/1A (D1/D2)

• Dichtheid klasse B (L2)

• Verliezen door filterbypass klasse F9

Bovenlaag

Grondlaag

Voorbehandeling

Zinkfilm

Stalen paneel

Zinkfilm

Voorbehandeling

Grondlaag

Bovenlaag

65

NORME NBN EN 1886

Ventilation for buildings - Air handling units – Mechanical performance

Thermal transmittance

Class U (W / m² . K)

T1 U ≤ 0,5

T2 0,5 < U ≤ 1

T3 1 < U ≤ 1,4

T4 1,4 < U ≤ 2

T5 No Requirements

2. LUCHTGROEP THERMISCHE ISOLATIE + LUCHTDICHTHEID

66 Bron:http://www.eurovent-certification.com/

NORM NBN EN 1886 >< EUROVENT

Casing air leakage

Obsolete Existing

Test pressure: -400 Pa

Classification:

Max. leakage rate 0,44 l/sm² => class B

Max. leakage rate 1,32 l/sm² => class A

Max. leakage rate 3,96 l/sm² => class 3A

Test pressure: +700 Pa

Classification:

Max. leakage rate 0,63 l/sm² => class B

Max. leakage rate 1,90 l/sm² => class A

Max. leakage rate 5,70 l/sm² => class 3A

Test pressure: -400 Pa

Classification:

Max. leakage rate 0,15 l/sm² => class L1(M)

Max. leakage rate 0,44 l/sm² => class L2(M)

Max. leakage rate 1,32 l/sm² => class L3(M)

Test pressure: +700 Pa

Classification:

Max. leakage rate 0,22 l/sm² => class L1(M)

Max. leakage rate 0,63 l/sm² => class L2(M)

Max. leakage rate 1,90 l/sm² => class L3(M)

2. LUCHTGROEP THERMISCHE ISOLATIE + LUCHTDICHTHEID

67

● Warmte-/koudebatterijen

Bron: GEA Happel

2. LUCHTGROEP WELKE CRITERIA?

2. LUCHTGROEP WARMTE-/KOUDEBATTERIJEN

68 Bron: GEA Happel Bron: Energie +

KLIMAATREGELING

69

1. Welke debieten in hygiënische ventilatie?

a. NBN EN 13779 en EPB-bijlage

b. NBN EN 15251

c. ANDERE

2. Keuze van een luchtgroep

a. Welke criteria?

3. Klimaatregeling

a. Luchtdistributie

b. Diagram van de vochtige lucht

c. Verwarming/koeling

d. Bevochtiging/ontvochtiging

Ventilatie in tertiaire gebouwen

a. LUCHTDISTRIBUTIE

b. DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

c. VERWARMING/KOELING

d. BEVOCHTIGING/ONTVOCHTIGING

70

3. KLIMAATREGELING?

De door de ventilatie aangevoerde lucht kan worden gebruikt als vector

● om te verwarmen of te koelen

● om te bevochtigen of te ontvochtigen

71

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

● Om te verwarmen of te koelen

Een van de voordelen van de passiefnorm is dat er in bepaalde gevallen

via de hygiënische ventilatie kan worden verwarmd (klein vermogen vereist).

Hierbij gelden echter enkele eisen en beperkingen:

► Het ventilatiedebiet wordt bepaald door de warmtebehoefte

(koppeling ventilatie-verwarming). Vaak dient er meer geventileerd

te worden dan op basis van de hygiënische behoeften nodig is (risico

van droge lucht en van oververbruik). Het probleem vergroot wanneer

de behoefte aan hygiënische lucht verkleint (bij niet-gebruik).

► De temperatuur van de ingeblazen lucht is begrensd (onder- en

bovengrens) omwille van het comfort, wat ook een begrenzing van het

vermogen inhoudt. Zo beperkt het PHPP de pulsietemperatuur bijv. tot

52 °C voor de verwarming.

72

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

N Voordelen:

• Kan worden gebruikt om de luchtvochtigheid te regelen (voorverwarming,

bevochtiging, …)

• Geen uitrusting nodig in de kamers

N Nadelen:

• Vereist grote luchtdebieten

∙ Aanzienlijke plaatsinname van luchtbehandelingsnetwerken

• Afhankelijkheid van hygiënische ventilatie met klimaatbehandeling

N Toepassing:

• Zones met hoog debiet en lage behoefte aan klimaatregeling

• Systeem met hoog reactief vermogen

Bron: Energie +

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

De luchtsnelheid speelt een rol in het comfortgevoel

Hiermee moet rekening worden gehouden bij de keuze van het

ventilatiesysteem en zijn componenten.

Bron: W. Frank: Raumklima und thermische Behaglichkeit. Berlin, 1975.

74

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

Toenemende energiebehoefte

Tocht Lu

chts

nelh

eid

[m

/s]

Onc

om

fort

ab

el: w

arm

Comfortabel

Oncomfortabel: koud

Luchttemperatuur [°C]

voor verwarming

De luchtsnelheid speelt een rol in het comfortgevoel

Bron: Energie + (norme DIN 1946)

75

In de bezette zone mag het temperatuurverschil tussen de

ingeblazen lucht en de omgevingslucht niet groter zijn dan:

- 1,5°C bij warme ingeblazen lucht

- 1°C bij koude lucht

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

De luchtsnelheid speelt een rol in het comfortgevoel

76 Bron: TROX

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

De luchtsnelheid speelt een rol in het comfortgevoel

Bron: Energie + (norme DIN 1946)

77 Bron: TROX

3. KLIMAATREGELING? a) LUCHTDISTRIBUTIE

a. LUCHTDISTRIBUTIE

b. DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

c. VERWARMING/KOELING

d. BEVOCHTIGING/ONTVOCHTIGING

78

3. KLIMAATREGELING?

79

3. KLIMAATREGELING? b) DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

80 Bron: AFPA – DEAT – F.Cabeza

3. KLIMAATREGELING? b) DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

Droge temperatuur

Absolute vochtigheid

Dauwpunt

a. LUCHTDISTRIBUTIE

b. DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

c. VERWARMING/KOELING

d. BEVOCHTIGING/ONTVOCHTIGING

81

3. KLIMAATREGELING?

● Verwarmingsbatterijen ► De verwarmingsbatterij is de warmtewisselaar die de lucht opwarmt.

elektrische weerstand

warmwaterbatterij

82

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

Symbool

83

Bron: AFPA – DEAT – F.Cabeza

De verwarming wordt op het psychometrisch diagram weergegeven door

een horizontale lijn tussen de punten A en B.

Wanneer de droge temperatuur t stijgt:

- blijft de dauwtemperatuur tr constant

- blijft de absolute vochtigheid x constant

Evolutie van de lucht - verwarming

De RV neemt af, en dat

is het probleem

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

Welk vermogen kan door de ventilatie worden overgebracht?

Verwarmingsvermogen [W]

=

0,34 x Debiet x T [W/(m³/u).K] [m³/u] [°K]

84

In deze ventilatie-installatie wordt 2.000 m³/u lucht verwarmd met

batterij BC. Hierbij moet het volgende worden vastgesteld:

1- De kenmerken van punt N aan de uitgang van batterij BC.

2- Het vermogen van batterij BC.

Bron: AFPA – DEAT – F.Cabeza

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

85

Welk vermogen kan door de ventilatie worden overgebracht?

1- De kenmerken van punt N aan de uitgang van batterij BC

ts1 = - 10°C

Φ1 = 80 %

Δt = 22°C

Q = 2000 m3/h

1 2

ts2 =?

Φ2 =?

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

P = 0,34 * Q * T

= 0,34 * 2000 * 22 = 15 kW

86

Welk vermogen kan door de ventilatie worden overgebracht?

2- Het vermogen van batterij BC

ts1 = - 10°C

Φ1 = 80 %

Δt = 22°C

Q = 2000 m3/h

ts2 = 12°C

Φ2 = 17 %!!!!

SI: Δt = 45°C

ts2’ = 35°C

Φ2’ = 4 %!!!

P = 0,34 * 2000 * 35 = 24 kW

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

87

Welk vermogen kan door de ventilatie worden overgebracht?

1- De kenmerken van punt N aan de uitgang van batterij BC

ts1 = - 10°C

Φ1 = 80 %

Δt = 22°C

Q = 2000 m3/h

1 2

Ts2’ = 35°C

Φ2’ = 4 %

2’

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

a. LUCHTDISTRIBUTIE

b. DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

c. VERWARMING/KOELING

d. BEVOCHTIGING/ONTVOCHTIGING

88

3. KLIMAATREGELING?

● Koudebatterijen ► De koudebatterij is de warmtewisselaar die de lucht afkoelt.

Batterij met koelvloeistof /

koud water

Bron: blog GuidEnR - Les systèmes de climatisation couramment utilisés 89

3. KLIMAATREGELING? c) KOELING

Symbool

vereist een sifon afvloeiing van het

condenswater

opvangbak voor het

condenswater

Koel-

vloeistof

Koel-

vloeistof

90

Le refroidissement est représenté sur le diagramme psychométrique par une

horizontale entre les points A et B.

Il s'agit donc d'une transformation inverse du VERWARMING.

On remarque que lorsque la température t sèche diminue:

- la température de rosée reste constante,

- l'humidité absolue x reste constante.

Bron: AFPA – DEAT – F.Cabeza

Evolutie van de lucht – “droge” koeling (zonder condensatie)

De oppervlaktetemperatuur van de koudebatterij blijft hoger dan de

dauwtemperatuur van de lucht voor die door de koudebatterij gaat.

Deze warmte die uit de lucht wordt getrokken, is de voelbare warmte.

Er is geen condensatie van waterdamp van de lucht.

Deze koeling van de waterdamp zonder wijziging van toestand wordt

voelbare of “DROGE” koeling genoemd.

3. KLIMAATREGELING? c) KOELING

91

De koeling van de lucht,

tot een temperatuur

lager dan het dauwpunt

ervan, gaat altijd

gepaard met een

ontvochtiging.

Bron: AFPA – DEAT – F.Cabeza

De daling van de droge

temperatuur gaat gepaard met:

- de daling van de

dauwtemperatuur,

- de daling van de absolute

luchtvochtigheid.

Een dergelijke transformatie

wijzigt zowel de voelbare warmte

als de latente warmte van de

beschouwde lucht.

Evolutie van de lucht – Koeling en ontvochtiging van de lucht

3. KLIMAATREGELING? c) KOELING

Koelbatterij

(100% efficiëntie toegelaten)

● Kasten voor luchtvermenging ► De vermenging beoogt de homogene samenvoeging van luchtdebieten

van verschillende herkomst.

Dit is bijvoorbeeld het geval voor de verse buitenlucht en de afvoerlucht

in de lokalen.

Vermenger met lamellen

Bron: dimclim.fr

92

3. KLIMAATREGELING? c) LUCHTVERMENGING

Bron: airtradecentre.com

Lokaal

Ver-

menging

Buiten

93

Toepassing van de wet van de luchtvermenging

geeft:

hM = ( qmE . hE + qmL . hL ) / ( qmE + qmL )

rM = ( qmE . rE + qmL . rL ) / ( qmE + qmL )

θM = ( qmE . θE + qmL . θL ) / ( qmE + qmL )

Bron: AFPA – DEAT – F.Cabeza

Het mengpunt M ligt op

een rechte lijn tussen de

2 punten. De plaats

hangt af van het

massadebiet.

Evolutie van de lucht – Vermenging van luchtmassa’s

3. KLIMAATREGELING? c) LUCHTVERMENGING

Lokaal

Ver-

menging

Buiten

Grafische

modellering

Evolutie op een luchtbehandelingscentrale – winter:

94

De lucht in A wordt met de lucht in B

vermengd tot de lucht in C.

De lucht wordt vervolgens verwarmd in de

warmtebatterij tussen C en D.

Tot slot wordt de lucht in het lokaal

geblazen.

Bron: CRETAL Ph

3. KLIMAATREGELING? c) VERWARMING

Evolutie op een luchtbehandelingscentrale – zomer:

95

De lucht in A wordt met de lucht in B

vermengd tot de lucht in C.

De lucht wordt vervolgens afgekoeld in de

koudebatterij tussen C en D.

Tot slot wordt de lucht in het lokaal

geblazen.

Bron: CRETAL Ph

3. KLIMAATREGELING? c) KOELING

a. LUCHTDISTRIBUTIE

b. DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

c. VERWARMING/KOELING

d. BEVOCHTIGING/ONTVOCHTIGING

96

3. KLIMAATREGELING?

● Waarom?

Wanneer de koude buitenlucht wordt verwarmd, daalt de relatieve

vochtigheid ervan (de absolute vochtigheid blijft constant). En een

te groot verseluchtdebiet kan tot droge lucht leiden, wat

oncomfortabel kan zijn (< 30 %)

Zone 1: droogteproblemen.

Zones 2 en 3: ontwikkeling van bacteriën en

microzwammen.

Zone 3: ontwikkeling van mijtachtigen.

Zone 4: polygoon van hygrothermisch comfort

Bron: R. Fauconnier

97

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

Vochtgehalte (g/kg) Vochtigheidsgraad

Temperatuur (°C)

Enthalpie h (kJ/kg)

● Waarom?

ARAB

Inzake luchtvochtigheid bepaalt het ARAB:

Het arbeidsklimaat mag niet worden verstoord door overmatige

vochtigheid of droogte.

Bovendien moet een relatieve luchtvochtigheid van 40 tot 70%

gehandhaafd worden, onder voorbehoud van technologische eisen.

Europese norm NBN EN 13779 (2004)

In het temperatuurbereik 20-26°C schrijft de norm een relatieve

vochtigheidsgraad voor van 30-70 %.

98

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

● Om te bevochtigen of te ontvochtigen

Om het risico van droge lucht te beperken, dient:

1. de toevoer van verse lucht beperkt te worden tot het minimum

dat voor de hygiëne vereist is, en geniet hercirculatielucht de

voorkeur als de vereiste luchttoevoer groter is (bijv. voor de

verwarming)

2. een deel van het vocht van de vervuilde lucht gerecupereerd

te worden d.m.v. hygroscopische recuperatoren

3. de verse lucht bevochtigd te worden

99

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

100

- Veel gebruikt voor 1980

- Opgelet voor woekerende bacteriën

- LENARD-effect (lucht laadt zich met statische

elektriciteit)

- Vereist warmtebatterij voor en na +

druppelafscheider

- Verboden voor cleanrooms

Bron: Energie+

Het water wordt door sproeiers verneveld in

de luchtstroom of op een

afvloeiingsoppervlak dat voor een betere

bevochtiging van de lucht zorgt.

Evolutie van de lucht – Vernevelingsbevochtiger

Gebruik vrijwel volledig vervangen door

nieuwe installaties!

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

Symbool

Luchtbehande-

lingsleiding

Druppel-

afscheider

Met recyclage

101

Of adiabatische bevochtiging (geen

uitwisseling van warmte met buiten).

De evolutie van de lucht gebeurt

theoretisch met constante

natteboltemperatuur.

De helling van de evolutie hangt af

van de temperatuur van het

vernevelde water, dus van de

verzadigingstemperatuur “sat”.

Bron: dimclim.fr

Evolutie van de lucht – Vernevelingsbevochtiger

De bevochtiger volstaat niet om de lucht te verzadigen.

Hiervoor is een “oneindig uitwisselingsoppervlak” nodig.

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

Symbool

102

Evolutie van de lucht – Stoomluchtbevochtiger

Bron: Energie+

- Geen probleem met hygiëne

- Eenvoudiger en nauwkeuriger onderhoud en

regeling

- Geen bijkomende warmtebatterijen

- Geen drukvallen op de lucht

Vervangt de bevochtigers door verneveling van

water.

De waterdamp wordt rechtstreeks in de leiding

of in de luchtbehandelingscentrale geïnjecteerd.

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

Symbool

Lucht-

behandelingsleiding

Stoom-

cilinder

Elektroden

Watertoevoer

103

De theoretische evolutie [ES]

gebeurt bij constante droge

temperatuur (isotherm).

Door de enthalpie van de damp (rv

= 2676 kJ/kg bij 100 °C) gebeurt

de reële evolutie [ES'] volgens een

helling die afhangt van de rv.

De reële temperatuurstijging

bedraagt 1 tot 2 °C naargelang

het geval en de temperatuur van de

damp.

Bron: dimclim.fr

Evolutie van de lucht – Vernevelingsbevochtiger

In het kader van een voorontwerp wordt de

evolutie als isothermisch beschouwd.

3. KLIMAATREGELING? d) BEVOCHTIGING

Symbool

a. LUCHTDISTRIBUTIE

b. DIAGRAM VAN DE VOCHTIGE LUCHT

c. VERWARMING/KOELING

d. BEVOCHTIGING/ONTVOCHTIGING

104

3. KLIMAATREGELING?

105

Evolutie van de lucht – Ontvochtiger door koudebatterij

- De lucht die door de

ontvochtiger gaat, wordt

afgekoeld tot onder het

dauwpunt.

- Condensatie van de waterdamp

op het oppervlak van de

koudebatterij

- De droge lucht gaat vervolgens

door de condensator waar hij

wordt opgewarmd en

teruggestuurd.

Luchtbevochtier die van een koker

kan worden voorzien

Bron: teddington.com

3. KLIMAATREGELING? d) ONTVOCHTIGING

106

- Niet echt energiezuinig procedé

- De kosten blijven beperkt door recuperatie van de warmte van de

condensatiegroep

Bron: dimclim.fr

Evolutie van de lucht – Ontvochtiger door koudebatterij

3. KLIMAATREGELING? d) ONTVOCHTIGING

107

Evolutie van de lucht – Ontvochtiger door adsorptie

- Het water in de lucht wordt in contact gebracht

met stoffen die sorptie-eigenschappen hebben,

m.a.w. die waterdamp kunnen absorberen.

- Het meest gebruikte vaste adsorptiemiddel is

silicagel.

Ontvochtiger door adsorptie

Bron: teddington.com

- Het adsorptiemiddel bestaat uit een

roterend wiel: terwijl de ene zone

geregenereerd wordt, zorgt de andere

voor de ontvochtiging.

Bron: dimclim.fr

3. KLIMAATREGELING? d) ONTVOCHTIGING

108

- De evolutie gebeurt grotendeels volgens een natte isotherm.

- Bij eerste benadering kunnen we aannemen dat de evolutie isenthalpisch

is.

Bron: dimclim.fr

Evolutie van de lucht – Ontvochtiger door adsorptie

3. KLIMAATREGELING? d) ONTVOCHTIGING

109

WEBSITES

● http://www.eurovent-certification.com/

● http://sites.uclouvain.be/energie-plus

● http://www.energieplus-lesite.be

● http://gidsduurzamegebouwen.leefmilieubrussel.be/nl/g-ene02-

een-energie-efficient-ventilatiesysteem-

ontwerpen.html?IDC=1048&IDD=5340

● http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=inf

ofiches&pag=42&art=1

● http://www.dimclim.fr

NORMEN:

● NBN EN 1886; 1998 Ventilatie van Gebouwen-

Luchtbehandelingseenheden

● NBN EN 13779; 2007 (N) Ventilatie niet-residentiële gebouwen

● LG03-eurovent-6-8; 2005

Nuttige hulpmiddelen, websites, enz.:

Referenties Gids Duurzame Gebouwen:

110

● Opleiding Passief en (zeer) lage energie – gedeelte ventilatie http://www.leefmilieu.brussels/themas/gebouwen/goede-praktijken-om-te-bouwen-

en-te-renoveren/om-u-te-helpen/opleidingen-duurzaam-37

● Gids Duurzame Gebouwen: http://gidsduurzamegebouwen.leefmilieubrussel.be/

Fiche G_ENE02 Een energie-efficiënt ventilatiesysteem ontwerpen

111

● Welke norm(en) gebruiken?

► Voor de dimensionering voor tertiaire gebouwen

► Voor de keuze van een groep

● Welke invloed heeft de EPB?

● Welke keuzecriteria zijn er voor mijn luchtgroep?

● Hoe comfort garanderen aan de gebruikers met

een klimaatregeling “alleen lucht”?

Om te onthouden van de presentatie

112

Contact

Lieven INDIGNE

Sr. Projectverantwoordelijke

Gegevens

: 03 272 19 39

E-mail: lieven.indigne@cenergie.be

top related