kinderbijslag 6 oefeningen rh

Deel 6:

oefeningen

2

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

Studerend weeskind (overleden vader was werknemer) woont samen met moeder werkneemster

Rechthebbenden: weeskind - moeder

Voorrangsrechthebbende:weeskind

3

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

oefening 2

Vader en moeder werknemer.Studerende dochter in gezin

Rechthebbenden:vader en moeder

Voorrangsrechthebbende: vader

4

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

oefening 7

Vader en moeder werknemer.Studerende dochter verblijft bij de grootouders die beide werknemer zijn.

Rechthebbenden:vader, moeder, beide grootouders

Voorrangsrechthebbende: oudste van de grootouders

5

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

oefening 3

Vader, werknemer, gescheiden van moeder, werkneemster.Studerende dochter, meer dan 18 jaar, verblijft bij de moeder

Rechthebbenden: vader, moeder

Voorrangsrechthebbende: moeder

6

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

oefening 4

Vader, werknemer, gescheiden van moeder, werkneemster. Moeder woont samen met werknemer.Minderjarige studerende dochter in gezin van moeder en partner. Jongere wordt opgevoed in co-ouderschap.

Rechthebbenden: vader, moeder, partner

Voorrangsrechthebbende:vader

7

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

oefening 5

Vader, werknemer, gescheiden van moeder, huishoudster Moeder woont samen met werknemer.Studerende dochter, ouder dan 18 jaar, in gezin van moeder en partner.

Rechthebbenden:vader, partner

Voorrangsrechthebbende: partner

8

Rechthebbende voorrangsrechthebbende

oefening 6

Vader, werknemer, gescheiden van moeder, huishoudster Studerende dochter, ouder dan 18 jaar, in gezin van moeder.

Rechthebbenden: vader

Voorrangsrechthebbende: vader