inleiding - expeditie rws 2050 · inleiding expeditie rws2050 in 2016 heeft de overheid als doel...
Post on 12-Aug-2020
2 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Inleiding
Expeditie RWS2050
In 2016 heeft de overheid als doel gesteld dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie is. Het Rijksbrede
programma ‘Nederland Circulair 2050’ geeft invulling aan deze intentie. Er zijn vele definities van circulaire
economie, maar alle zijn gericht op het slimmer omgaan met grondstoffen en het minimaliseren van de milieu-
impact van productie en consumptie. Om klimaatverandering en ernstige milieuschade tegen te gaan, is het
dringend nodig om een nieuwe visie op de economie te ontwikkelen, gericht op besparing, hergebruik en
regeneratie.
In Expeditie RWS2050 verkent Rijkswaterstaat de toekomst van de circulaire economie in Nederland. Het doel van
die verkenning is om in kaart te brengen welke ontwikkelingen en onzekerheden op RWS afkomen en wat dat
betekent voor de toekomstige maatschappelijke waarde van RWS. Zullen de missie, taken en werkwijze van RWS in
de toekomst veranderen?
Het circulair gebruik van grondstoffen is een van de dertien thema’s die Expeditie RWS2050 onderzoekt. De
verkenning bevindt zich nu in de eerste fase: het schetsen van toekomstbeelden. Daarbij worden allerlei aspecten
verkend, van demografie tot technologie en van sociale waarden tot geopolitiek.
Toekomstscenario’s
De toekomstscenario’s in dit document zijn een
eerste opbrengst van deze verkenning. De
scenario’s zijn geschreven als een ‘geschiedenis van
de toekomst’ en bieden elk een ander perspectief op
de toekomst van de circulaire economie in
Nederland. Ze zijn niet bedoeld als voorspellingen,
maar als verbeeldingen. Het zijn radicale, plausibele
beelden, op basis van ontwikkelingen die nu in de
kiem aanwezig zijn. De verschillen tussen de
scenario’s laten zien waar de belangrijkste
onzekerheden liggen met betrekking tot de
circulaire economie.
De scenario’s zijn ontwikkeld als een instrument
voor een strategische discussie. Het doel van de
discussie is niet om de scenario’s ter discussie te
stellen, maar om met een open blik te kijken naar de
mogelijke rol en maatschappelijke meerwaarde van
Rijkswaterstaat in de toekomst. De scenario’s bieden
de context voor dat gesprek.
Definitie van circulariteit
In gesprek met: Juan Bakker
Om werkelijk een circulaire wereld te kunnen realiseren
moet circulariteit volgens Juan Bakker in veel grotere
mate worden doorgevoerd. De grondstoffen die gebruikt
worden zijn toxicologisch veilig en deze worden op een
manier gebruikt die circulair-by-design is. Het is
daarnaast belangrijk om in circulariteit niet enkel te
focussen op de technologische kringlopen (hergebruik
van materialen), maar ook op de kringlopen in de
biosfeer. Alles wat geconsumeerd wordt (en meer) komt
in de biosfeer terecht, zoals schoonmaakmiddelen en
cosmetica. Vaak worden deze producten vergeten als het
gaat om circulariteit. Vooral producten die slijten zijn
lastig (bijvoorbeeld autobanden). Nu worden deze
producten ontwikkeld om zo lang mogelijk mee te gaan.
Maar hiervoor worden er giftige stoffen toegevoegd. In
een ideale wereld zou je misschien vaker je autobanden
moeten verwisselen, maar zou het slijtageproduct goed
zijn voor de omgeving (positieve impact).
Scenario 1: Duurzame diensten
Een toekomstbeeld
Esther kijkt ongeduldig op haar telefoon. Nog steeds geen bericht van de bezorger die een uur geleden haar
nieuwe antracietgrijze hoekbank zou komen brengen. De app geeft ook geen locatie aan, vreemd. Ze heeft
nu al spijt dat ze een nieuwe heeft besteld. Haar oude gele bank kan nog prima, maar volgens haar
meubelabonnement heeft ze dit jaar recht op een nieuwe, dus dat laat ze dan ook weer niet aan haar voorbij
gaan. Ze heeft expres voor het goedkoopste abonnement gekozen. Dat betekent dat ze niet zo vaak mag
wisselen en dat haar “nieuwe” spullen altijd tweedehands en soms zelfs derdehands zijn. Maar ondanks de
lage prijs heeft ze nooit klachten gehad. Meestal gaat het heel soepel: nieuwe meubelen worden gebracht en
de oude weer meegenomen. Maar uitgerekend vandaag is de bezorger te laat.
Het is een belangrijke dag voor Esther, want vandaag worden de eerste 50 woningen van de door haar
ontworpen woonwijk geplaatst. De woningen zijn de afgelopen maanden in Duitsland gebouwd en worden
nu in delen naar Nederland vervoerd. De grote kolonne zelfrijdende vrachtwagens is net de grens over
gereden en zal over een uurtje op de locatie zijn. Als de bezorger nu komt dan haalt ze het precies!
Het bouwen van die woningen was nog een behoorlijke logistieke uitdaging. Bouwen is eigenlijk ook niet het
goede woord, het is meer assembleren. Volgens de grondstoffenpaspoorten van de woningen, zijn de
onderdelen afkomstig uit zeven Europese landen. De vloeren komen bijvoorbeeld uit Denemarken, waar een
half jaar geleden een woonwijk is afgebroken, omdat die te dicht aan de kust lag. De constructie is gemaakt
van staal uit oude Duitse kolencentrales en het glas vormde ooit de ramen van een Frans kantoorgebouw.
Een echte Europese wijk dus.
De nieuwe wijk komt in een voormalig landbouwgebied te liggen. Ooit graasden hier melkkoeien, maar
tegenwoordig is er nauwelijks nog vraag naar zuivel. De boeren in dit gebied hebben gebruik gemaakt van
een gunstige uitkoopregeling en kunnen straks een riante woning op hun voormalige land kopen. De rest van
het gebied wordt omgevormd tot natuurgebied. De bewoners van de nieuwe wijk kunnen daar gratis gebruik
van maken, maar bezoekers van elders moeten betalen.
Er komt een appje binnen. Het lukt de bezorger niet om vandaag nog langs te komen. Esther baalt, heeft ze
daar nu al dit tijd op zitten wachten? Ze had misschien toch een duurder abonnement moeten kiezen.
Wereldmarkt | Mono-cycle | Monokanaal | Monopolisten | Diensten maatschappij | Lage redundantie | Modulaire
productie en bouw |
Levensduur Durable
Markt Wereldmarkt,
mono-speler
Buffercapaciteit Weinig nodig
Hergebruik Modulair niveau
of groter
Ketencomplexiteit Een stroom vormt
een cyclus
Situatieschets
Het aanbieden van diensten in plaats van producten heeft in dertig jaar tijd een enorme vlucht genomen. Waar rond
2020 een aantal bedrijven zoals Swapfiets, Ikea en Picknick, experimenteerden met dit concept, is dit in 2050 de
gangbare manier van consumeren. Consumenten zijn niet langer eigenaar van hun spullen, maar huren die van de
producent. Het bieden van comfort en gebruiksvriendelijkheid is hierbij belangrijk. Het aan huis aanleveren van
diensten wordt mogelijk gemaakt dankzij een complex systeem van distributiecentra. Door de verdere ontwikkeling
van dit concept domineren een aantal grote partijen de markt.
Omdat consumenten niet langer eenmalig betalen voor een individueel product maar structureel voor het gebruik
van producten, worden producten gestimuleerd om producten te ontwikkelen met een lange levensduur en weinig
onderhoud. Een herziening van het belastingstelsel heeft de ontwikkeling van durable producten verder aangejaagd.
Een hoge Europese belasting op afval dwingt producenten zo duurzaam mogelijk te produceren. Ook introduceerde
de EU strenge regels omtrent de import van “nieuwe” fossiele grondstoffen met behulp van een
grondstoffenpaspoort. Zo wordt ook het hergebruik fossiele grondstoffen gestimuleerd.
De overheid heeft het denken in termen van diensten overgenomen. Zo zijn er verschillende heffingen ingevoerd op
diensten die vroeger vrij publiek beschikbaar waren. Een voorbeeld hiervan is de invoering van entreekosten voor
nationale parken, maar ook voor andere vormen van natuurbeleving moeten burgers tegenwoordig bijbetalen.
Dankzij al deze maatregelen is het gelukt een circulaire economie te realiseren. De natuurlijke kringlopen in
Nederland zijn herstellende, mede dankzij de extensivering van de veeteelt en een vergroening van de
transportsector. Ook de steden zijn flink vergroend sinds begin 21ste eeuw. Doordat het autobezit sterk is afgenomen,
is er veel ruimte voor groen ontstaan.
De circulaire samenleving: producten als dienst
Om kwalitatief hoogwaardige diensten te leveren en de hoeveelheid afval te bepreken bouwen producenten hun
producten modulair op. Als een onderdeel van een product stuk gaat, wordt alleen dat ene onderdeel vervangen.
Zo beperken bedrijven hun afvalstromen en hun materiaalgebruik. Vanwege de hoge belasting op afval, worden
producten ontwikkeld om zo lang mogelijk mee te gaan. Door end-of-life-design is ook hun verdere verwerking in
het ontwerp opgenomen.
Een aantal grote producenten zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en hergebruik van vrijwel alle producten.
Deze producenten distribueren de producten via een complex netwerk naar klanten over de hele wereld. De
consument is zich nauwelijks bewust van de complexiteit van vervoer en productie dat aan de geleverde dienst ten
grondslag ligt.
Infrastructuur
Producten worden kant en klaar geleverd bij de klant thuis. Dit vereist een complex netwerk van distributiecentra
en transportroutes. Waar deze routes voorheen van de producent tot consument liepen, werkt dit nu ook de andere
kant op. Als een product stuk is, of de consument zegt zijn/haar abonnement op, gaat dit product terug naar de
eigenaar, oftewel de producent. Hier wordt het product gerepareerd en weer geleverd aan de consument óf het
wordt gedemonteerd tot grondstofniveau en ingezet om een nieuw product te vormen.
Deze demontage tot grondstofniveau wordt
gestimuleerd door de invoering van het
grondstoffenpaspoort. Hierdoor is het van ieder
product duidelijk waar het vandaan komt en
waaruit het is opgebouwd.
Technologie
Een belangrijke spil die de ontwikkeling van dit
vervoersnetwerk mogelijk heeft gemaakt zijn de
door artificial intelligence (AI) aangestuurde
vormen van goederenvervoer. Dit zijn op
regionale en nationale schaal vooral zelfrijdende
vrachtauto’s (goederen en grondstoffen) en
zelfrijdende auto’s en bussen (personenvervoer).
Daarnaast heeft de ontwikkeling van AI ook het
internationaal vervoer beïnvloedt. Het besturen
en het laden en lossen van vrachtschepen en vliegtuigen is hoofdzakelijk zelfsturend. Werknemers hebben vooral
een controlerende functie.
Al met al heeft dit beleid een grote impuls gegeven aan het vervoer van materialen die voorheen tot afval
behoorden. In veel plattelandsregio’s zijn grote distributiecentra verrezen. Vanuit hier kunnen nieuwe modules voor
de reparatie van producten snel geleverd worden en kunnen daarnaast afvalstromen efficiënt geclusterd en
doorgevoerd worden. Deze distributiecentra zijn op hun beurt verbonden met internationale hubs zoals de haven
van Rotterdam en luchthaven Schiphol. Via deze hubs kunnen de te recyclen producten snel naar de locaties
vervoerd worden waar verdere verwerking plaatsvindt.
Energie
Dankzij de constante verbetering van productiviteit van zonne- en windenergie, en de schaalvergroting in
opwekking hiervan, worden fossiele grondstoffen niet langer als brandstoffen gebruikt, maar enkel als grondstof
voor producten. Dankzij de verbeterde capaciteit van wind-, zonne- en in toenemende mate getijdenenergie, is een
stabiele bron van elektriciteit te waarborgen. Overschotten worden opgeslagen in accu’s van (vracht)auto’s en
schepen; in thermische energie in de ondergrond; en gedeeld met het buitenland. Ook wordt een deel van het
elektriciteitsoverschot omgezet in waterstof.
Grondstoffengebruik
Ondanks de opkomst van nieuwe materialen is het gebruik van fossiele grondstoffen voor producten nog steeds
gangbaar. Het gebruik van fossiele grondstoffen als brandstof gebeurt echter niet meer. Met name steenkool wordt
nauwelijks meer gebruikt in Europa. Aardolie nog wel, maar in beperkte mate, als grondstof voor
kunststofproducten.
De vraag naar zeldzame metalen is nog steeds groot, maar kan in toenemende mate worden voldaan door
hergebruik en recycling. De nadruk ligt daarbij op het hergebruiken van producten en onderdelen in plaats van de
materialen zelf.
Het einde van eigendom
In gesprek met: Johannes Alderse Baas
We moeten weg van de wegwerpmaatschappij, aldus Jeroen
Alderse Baas. Nu hebben veel producten een korte
levensduur en worden zij daarna afval. In een circulaire
economie is de verdeling van eigenaarschap veranderd. Er
komt een verschuiving van bezit. Niet iedereen heeft meer
eigen spullen, maar er zullen een soort van “smart Ubers”
opkomen. Een risico dat bij deze verandering van eigendom
komt kijken is dat een aantal grote partijen de markt
beheersen. Er is een goed concurrentiebeding nodig om dit
in de hand te houden, maar het is misschien lastig te
voorkomen.
Ook het materiaalgebruik in de bouw is drastisch veranderd. Duurzame grondstoffen en isolatiematerialen zijn de
norm geworden. Door het modulair opbouwen van gebouwen, kunnen hele wijken veranderd of verplaatst worden.
Projectontwikkelaars plaatsen of demonteren woningen op basis van de vraag naar woon- of kantoorruimte. Het
aangezicht van de stad is daardoor veel
dynamischer. De historische centra van steden zijn
een kleine kern waaromheen op basis van de
conjunctuur nieuwe wijken verschijnen en
verdwijnen.
Ruimtelijke inrichting
De heffingen die individuen betalen voor
natuurbeleving en andere activiteiten die
voorheen tot het publieke domein behoorden,
hebben restoratie van natuurgebieden mogelijk
gemaakt. Het herstel van natuurlijke kringlopen
staat hoog op de politieke agenda.
Boerenbedrijven worden financieel
gecompenseerd om hun productie laag te
houden en de import van kunstmest is aan
banden gelegd. Steden zijn radicaal vergroend:
groene daken en geveltuinen zijn een vast
onderdeel van het straatbeeld. Ook de inrichting
van binnensteden is veranderd: winkels zijn
grotendeels verdwenen en hebben plaats
gemaakt voor lokale “postkantoren”. De winkels
die er nog zijn dienen vooral om producten te
tonen, die dan elders kunnen worden besteld.
De modulaire bouw die tegenwoordig wordt toegepast heeft een dynamisch landschap tot gevolg. Deze flexibele
ontwikkeling van de stedelijke ruimte is echter niet alleen uit praktisch oogpunt interessant. Sinds decennia is het
alom bekend dat de zeespiegelstijging onontkomelijk is. In 2050 zijn de gevolgen hiervan op het afstromen van de
grote rivieren en het onderhouden van een robuuste zeewering nog te beperken, maar de voorspellingen voor 2100
zijn ernstig. Ook dit is een enorme stimulans voor het modulair en flexibel bouwen. Bestaande bouw wordt steeds
meer gezien als een lock-in. Modulaire bouw kan zo afgebroken en elders worden opgebouwd, wat het interessant
maakt met oog op een onzekere toekomst.
Wat betreft de belangrijkste infrastructuur is er de laatste decennia weinig veranderd in Nederland. De manier
waarop deze gebruikt worden is echter wel. Bijna al het vervoer is tegenwoordig zelfsturend en snelwegen hebben
nog slechts een enkele baan voor auto’s gestuurd door mensen.
Welvaartsverdeling
De maatschappelijke verschuiving naar het leveren van diensten en het huren van producten heeft geleid tot een
enorme verbetering in de kwaliteit en duurzaamheid van producten. Waar veel producten in het begin van de 21ste
eeuw werden ontwikkeld als “wegwerpgoederen”, is dit in 2050 niet langer het geval. Duurzame en te repareren
producten zijn centrale onderdelen geworden van de maatschappij.
Flexibele bouw
In gesprek met: Gert van Vugt
In de bouw zullen veel taken worden overgenomen door
machines in een fabriek (off-site). Volledige gebouwen
zullen in een fabriek worden voorbereid waardoor de
onderdelen on-site alleen nog te hoeven worden
samengevoegd tot één geheel. Dit zal het aanzicht van de
bouwplaats sterk veranderen. Daarnaast zal ook het
bouwproces zelf compleet veranderen. Bouwen is een
informatievraagstuk waarbij er constante afstemming plaats
vindt met de stakeholders. Dit is te scripten in een software
programma. Alle stappen van architectuur tot constructie en
de technische aspecten zullen in een softwareprogramma
zijn opgenomen. Op een manier die te vergelijken is met
WordPress zal het voor ontwerpers mogelijk zijn gebouwen
te ontwerpen zonder dat zij zelf alles hoeven door te
rekenen. Ondersteund door het script kan iedereen zijn
gebouw eigen maken door opties toe te voegen of juist niet.
Zo snel en eenvoudig als nu keukens samengesteld kunnen
worden zullen hele woningen kunnen worden opgebouwd.
De dienstenmaatschappij heeft echter ook nadelen.
Door de dominante positie van een klein aantal
producenten op de internationale markt is de macht
van deze multinationals groot. Dankzij hun
monopolypositie hebben zij veel invloed op de prijs
van verschillende diensten. Daardoor is een groot
aantal diensten heel duur geworden. Door de hoge
import belasting is het alternatief, het individueel
aanschaffen van producten, voor veel burgers ook
niet langer mogelijk. Om de toegang tot essentiële
diensten, zoals voedsel en kleding, toegankelijk te
houden voor iedereen werkt de overheid met
subsidieregelingen. Daarnaast probeert men
internationaal afspraken te maken over de
maximumprijzen van bepaalde goederen, maar dit
heeft nog geen vruchten afgeworpen.
Omdat alle spullen die mensen gebruiken onderdeel
zijn geworden van de vast betaalde lasten zijn individuen weinig flexibel geworden in de besteding van hun inkomen
en het maken van individuele keuzes over de producten die zij gebruiken. Voor veel diensten (zoals het gebruik van
een woning/auto/kleding) zijn verschillende kwaliteiten producten beschikbaar. Echter, het gebruiken van nieuwe
producten van duur materiaal, zonder gebruikssporen is een stuk duurder dan het gebruik van producten die al
langer meegaan en waarop de gebruikssporen zichtbaar zijn. Door dit verschil in kosten van verschillende diensten
zijn de maatschappelijke verhoudingen duidelijk terug te zien in het straatbeeld.
Referenties
Sundqvist-Andberg, H. & Kohl, J. (2017) Circular Economy in Finland 2030 – Scenario Analysis: Scenario 1, Efficient
Service Experience. Aarre, VTT Technical Research Centre of Finland.
https://www.slideshare.net/VTTFinland/circular-economy-in-finland-2030-scenario-analysis
FutureConsult & Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV). (2014), Omgevingsscenario’s: Verpakken in 2040.
Scenario C: Fort Europa. https://www.kidv.nl/6894/future-scenarios-packaging-en.pdf?ch=EN
Janssen, B., Bomas, B., Van Bergen, J., Kuiypers, V. (2013) Deltaprogramma | Nieuwbouw en herstructurering.
Ambitie klimaatbestendige stad 2050. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. The Millennium Project (2019)
Future Work/Technology 2050 Global Scenarios: 2050 Scenario 1: It’s Complicated—A Mixed Bag. The
Millennium Project, Global Future Studies and Research.
Overige:
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/06/28/de-lusten-en-de-lasten-van-private-leasen-a3965498
https://www.ikea.com/nl/nl/this-is-ikea/newsroom/13-12-2018-ikea-start-verhuur-meubels-aan-jongeren-
pub050ff671
https://www.klimaatakkoord.nl/serie-aanpakkers/aanpakker-swapfiets
http://monitor.topsectorlogistiek.nl/indicator/aantal-m2-distributiecentra-in-nederland-per-jaar/
Flexibel & Modulair
In gesprek met: Sanne de Groot
Flexibiliteit en aanpasbaarheid zijn volgens Sanne de
Groot cruciale onderdelen van een circulaire toekomst.
Flexibiliteit moet vooral worden gerelateerd aan
functionaliteit. Door flexibiliteit mee te nemen in het
ontwerp van grote constructies zoals infrastructuur kan
er snel worden ingespeeld op veranderende
benodigdheden. Een belangrijk onderdeel hiervan is de
keuze van materialen en grondstoffen. Wanneer
materialen op een modulaire manier worden gebruikt
als bouwstenen is het mogelijk deze een andere functie
te geven als dit gewenst is. Hierdoor kan er heel anders
naar afval en grondstoffen gebruik gekeken worden.
Scenario 2: Magische moleculen
Een toekomstbeeld
Majesteit, geachte aanwezigen,
Het is met gepaste trots dat ik u als Burgemeester van deze prachtige stad mag toespreken. En wel bij een
mijlpaal in haar geschiedenis. Vanaf vandaag mag de Rotterdamse haven zich met recht de duurzaamste
haven ter wereld noemen. En dat is een bijzondere prestatie.
Ik weet nog goed hoe ik als klein jongetje met mijn vader door het havengebied reed. Hij bracht me de
liefde bij voor Pernis, Botlek en de Tweede Maasvlakte. Maar hij deelde ook zijn zorgen met me. De grote
bergen steenkool, de gigantische opslagtanks voor aardolie. Dat had geen toekomst. De haven moest mee
met de verandering, zei hij. En onze generatie moest die verandering organiseren.
Hij leeft niet meer, maar ik moet nog vaak aan zijn woorden denken. Ik denk dat hij trots zou zijn op wat we
met elkaar hebben bereikt in de afgelopen decennia. In 2030 hebben we de eerste hyperloop van Europa
gebouwd, die Rotterdam verbindt met de Duitse industriegebieden. De olieraffinaderijen zijn vervangen
voor waterstoffabrieken die hun energie krijgen van de grote windparken in de Noordzee. En vandaag, de
opening van de Renaissance, de grootste moleculaire recycling installatie van Europa.
Ik ben geen ingenieur, maar ik heb me laten vertellen dat ze hier alle materialen kunnen afbreken tot
onzichtbaar kleine moleculen, waaruit daarna weer nieuwe materialen kunnen worden ontwikkeld. Dat deed
me denken aan een citaat uit de Bijbel: “Uit stof zijt gij geboren en tot stof zult gij wederkeren”. Wij gaan
nog een stapje verder. Uit het stof van deze installatie zullen in heel Europa spullen wedergeboren worden.
3D-printers over de hele wereld zullen worden gevoed vanuit Rotterdam. Uit een en dezelfde grondstof
kunnen oneindig veel creatieve vormen worden gemaakt, tot ze in Rotterdam weer tot stof worden
gemaakt. Een eeuwige cyclus, gevoed door wind en zon. Het is een symbool voor de vrijheid die ons in
Europa zo dierbaar is. De vrijheid om te leven zoals we dat willen, zonder de natuur daarbij schade toe te
brengen. Rotterdam brengt dat ideaal weer een stapje dichterbij.
Dan wil ik nu graag Hare Majesteit Koningin Catharina-Amalia verzoeken om De Renaissance officieel te
openen.
Wereldmarkt | Monocycle | Multi-kanaal | Nieuwe grondstoffen | Snelle doorloop cyclus | Veel buffer nodig |
Sterke marktwerking | Consumentisme | Hoge redundantie
Situatieschets
Decennialang stimuleringsbeleid voor technologische ontwikkelingen ten behoeve van het milieu heeft geleid tot
de ontwikkeling van hoogwaardige alternatieven voor reguliere grondstoffen. Materiaalgebruik is grotendeels
gestandaardiseerd, waardoor inzameling en recycling efficiënter en eenvoudiger is. Vrijwel alle producten zijn te
recyclen tot nieuwe grondstoffen.
Door sterke afname van biodiversiteit in Nederland en de toegenomen gevolgen van klimaatverandering (zoals de
grootschalige klimaatmigratie vanuit Azië en Afrika) zijn burgers zich meer bewust van hun ecologische voetafdruk.
Consumenten oefenen met hun aankoopgedrag invloed uit op de producenten. Eco-labeling en ecodesign helpen
de burger verantwoorde keuzes te maken smart-technologies gaan de verspilling van o.a. voedsel en brandstof
tegen. Technologische ontwikkeling maakt het mogelijk economische groei en ecologische bescherming te
combineren. Een voorbeeld hiervan is de technologische intensieve vorm van kringlooplandbouw die in Nederland
ontwikkeld is en die nu over de hele wereld wordt toegepast.
De circulaire samenleving: moleculair ecodesign
Onder druk van de overheid en consumenten ontwikkelen bedrijven vrijwel alleen nog maar duurzame producten.
De overheid dwingt het recyclen van grondstoffen af door hoge belastingen te heffen op het produceren van afval.
Ondanks dat veel producenten nog steeds wereldwijd handelen, is er een toenemende vraag naar producten met
een kleinere kringloop. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van Europees gegroeide hennep als isolatiemateriaal
en het creëren van nieuwe plasticachtige materialen uit rioolslib en compost.
Deze toegenomen interesse in lokale en
kringloopproducten komt voort uit zorgen
over de recente ecologische ontwikkelingen.
Geholpen door eco-labels en smart
technologie probeert de consument zijn
individuele impact zo klein mogelijk te houden.
Tegelijkertijd voeren actiegroepen de druk op
bedrijven en overheden op om werk te maken
van verduurzaming.
Deze verduurzaming heeft het
consumptiegedrag van de consumenten niet
wezenlijk veranderd. Nog steeds staat de
economie in het teken van snelle, kortstondige
consumptie met een beperkte levensduur van
producten en een hoge omloopsnelheid.
Technologie
Door het gevoerde stimuleringsbeleid op technologie zijn de technieken die de afgelopen decennia ontwikkeld zijn,
ook snel voor (grote groepen in) de samenleving beschikbaar gemaakt. Een voorbeeld van dergelijke technieken is
het moleculair recyclen van plastic. De ontwikkeling van moleculaire recycling heeft de afgelopen jaren een vlucht
genomen en is vele malen effectiever dan bijvoorbeeld chemische recycling. Standaardisatie van de gebruikte
soorten kunststof heeft de recycling aanzienlijk versimpeld. Ook de recycling van andere materialen (die op fossiele
Transparantie over productieprocessen
In gesprek met: Juan Bakker
Juan Bakker voorziet dat de maatschappij geijkt zal zijn op
dezelfde waarden als nu. Het consumeren van producten en
het “snelle gebruik” zal nog steeds plaatsvinden. Echter, zal dit
niet vrijblijvend zijn. Het systeem van ontwerp-productie-
gebruik-hergebruik en behoud van materiaalinformatie in de
keten moet drastisch aangepast worden om hieraan te kunnen
voldoen. Een centraal onderdeel hiervan is vergrote
transparantie. Dit kan door pre-competitieve collaboraties aan
te gaan. Hierbij worden de productieprocessen,
materiaalkenmerken, of ontwerpen openbaar gemaakt, maar
kan er op de markt nog steeds concurrentie bestaan. Hieraan
gerelateerd zijn ook de post-competitieve collaboraties,
waarbij het samenwerken in de verwerking van de
restproducten tot een nieuw product centraal staat. Een
belangrijk onderdeel hierin is de standaardisatie van gebruikte
materialen. Nu worden er in producten vele verschillende
soorten plastic, in verschillende kleuren gebruikt, wat recycling
heel moeilijk maakt. Een standaardisatie hiervan zou het
hergebruik van plastics sterk stimuleren. Het realiseren hiervan
gaat hand in hand met transparantie: openheid over de
samenstelling van materialen (mogelijk opgeslagen in een
materiaalpaspoort).
grondstoffen gebaseerd zijn) is de afgelopen decennia sterk verbeterd. Zelfs gesteente kan tegenwoordig worden
gerecycled en sommige gesteentes kunnen zelfs opnieuw worden ‘geprint’. Het gebruikte gesteente wordt vermalen
en oude metsel en lijmresten worden verwijderd. Hierna wordt het teruggebracht tot moleculair niveau. Onder hoge
druk wordt het daarna weer bij elkaar geperst, waarna het in elke wensbare vorm kan worden aangeleverd.
Infrastructuur
Dankzij de invoering van de technologie om moleculair te kunnen recyclen (op verschillende schaalniveaus) is de
transportsector sterk veranderd. Waar voorheen het vervoer van vooral eindproducten de markt domineerde, zijn
deze stromen nu teruggebracht tot bulkgoederen van gerecyclede grondstoffen. Nu producten overal makkelijk
ontwikkeld kunnen worden is het niet langer
interessant volledige producten te vervoeren,
maar slechts nog de bouwstenen hiervoor.
Om deze bulkgoederen op efficiënte manier te
kunnen vervoeren werden er het afgelopen
decennium steeds meer hyperloopverbindingen
aangelegd. Waar deze rond 2030 alleen nog
tussen Rotterdam en Frankfurt liep, zijn er
inmiddels verbinding door heel Europa gemaakt.
Deze hyperloopverbindingen worden
hoofdzakelijk gebruikt voor het vervoer van
goederen. Het personenvervoer gebeurt nog
hoofdzakelijk met de auto’s en treinen.
Energie
Dankzij de verdere verduurzaming van de energiesector is de prijs van energie de afgelopen jaren sterk gedaald.
Inmiddels is het omzetten van duurzame elektriciteit in waterstof de meest gangbare methode om energie op te
slaan. Ook door de oude aardgasleidingen stroomt nu waterstof. De scheepvaart is helemaal overgegaan op de
nieuwe energiedrager, waardoor de uitstoot van deze sector drastisch is gedaald.
Het omzetten van elektrische energie die wordt opwekt in grote windparken op zee, in waterstof, gebeurt nu nog
in grote centrales. De Eemshaven speelt hierin een centrale rol in vanwege de verbinding met de grote windparken
op zee. Veel scheepvaartroutes lopen inmiddels langs de Eemshaven om hier waterstof te kunnen tanken.
Grondstoffengebruik
Het gebruik van grondstoffen lijkt in veel opzichten nog op het begin van de 21ste eeuw. Toen bestonden er grote
buffers fossiele brandstoffen in o.a. de haven van Rotterdam, om het systeem te allen tijde draaiende te kunnen
houden. Ook nu zijn buffers een cruciaal onderdeel van de economie. Door het circulair gebruiken van grondstoffen
is de afhankelijkheid van andere spelers in de keten sterk vergroot. Zo is een producent die afvalstoffen verwerkt
tot een herbruikbare grondstof afhankelijk van de aanlevering hiervan, evenals de producent die na hem in de keten
weer afhankelijk is van deze herbruikbare grondstof. Veel producenten proberen het risico op uitval te beperken
door grote buffers van materialen te creëren. Door de wisseling in vraag en aanbod naar reststromen is dit echter
niet altijd mogelijk. Echter, door het grote aantal spelers in iedere keten is de redundantie groot en zijn veel spelers
dus vervangbaar.
Lean Logistics
In gesprek met: Johannes Alderse Baas
Volgens Johannes Alderse Baas zal er in de logistiek veel
veranderen in 2050 ten opzichten van nu. Het afstemmen op
verschillende onderdelen van de keten zal veel preciezer
gaan. Onderdelen zullen smart op elkaar worden afgestemd,
waarbij niemand hoeft te wachten. Ook zal er een
optimalisatie van technologie gebeuren. Nu staan veel
machines nog vaak stil, terwijl ze eigenlijk 24 uur per dag
gebruikt kunnen worden. Als de productie lean ingericht zou
worden kan de bestelling direct worden doorgegeven aan
de machines, die dan als ze klaar zijn automatisch een seintje
geven aan de werkplaats voor de assemblage.
De bouwsector is vrijwel geheel overgegaan op
duurzame materialen. Zo worden veel
constructies opgebouwd uit hout en kunnen
alternatieven voor plastic inmiddels zo sterk
gemaakt worden dat zij stalen onderdelen
kunnen vervangen. Gesteente en mineralen
worden nog wel gebruikt, maar vooral als
decoratie. Dankzij de enorme schaalvergroting
die in de houtbouw heeft plaatsgevonden is
hout nu het meest gebruikte bouwmateriaal.
Hierbij wordt het gros van de bebouwing
inmiddels opgetrokken uit kruislaaghout (Cross
Laminated Timber, CLT). Deze brandveilige
verlijming is even sterk als beton. Ook slaat
deze manier van bouwen CO2 op, terwijl de de
productie van beton en cement rond 2020 nog
zorgde voor enorm veel CO2-uitstoot. Naast het
gebruik van hout als fundatie in de bouw,
worden ook andere duurzame materialen
toegepast zoals riet, hennep en nieuwe plastic-
achtige materialen.
De recycling van asfalt sterk verbeterd en wordt
er op steeds grotere schaal geëxperimenteerd
met alternatieve materialen voor wegen. Een
van deze materialen is plastic. Holle, plastic
wegen kunnen makkelijk worden aangelegd en bevatten afwateringsinfrastructuur. Dankzij moleculaire recycling
kunnen deze wegen makkelijk geproduceerd worden uit afvalstromen.
Ruimtelijke inrichting
Het ruimtelijk aanzicht van Nederland is de afgelopen 30 jaar flink veranderd. De landbouw is door de jaren heen
steeds technologisch intensiever geworden. Door de goedkeuring van de ontwikkeling van kweekvlees voor de
internationale markt zijn de veehouderijen vrijwel uit het landschap verdwenen. Nederland is wereldleider op de
kweekvleesmarkt en in Limburg zijn grootschalige productielocaties verrezen. Alleen voor de productie van zuivel
is er nog veeteelt, maar de opkomst van genetisch gekweekte melk, dreigt ook hier een eind aan te maken.
Ook de akker- en tuinbouw is geïntensiveerd. Dankzij de verdere ontwikkeling van GMO’s is de productie per hectare
verveelvoudigd afgelopen decennia. Hierbij is ook de bosbouw steeds belangrijker geworden. Nu hout een centrale
component is in de bouw, zijn de productiebossen in Nederland flink uitgebreid. Deze geïntensiveerde land- en
bosbouwgebieden liggen vooral in het oosten en zuiden van het land.
Door de stijging van de zeespiegel treedt er steeds verdere verzilting van de bodem op, vooral in Groningen en
Friesland. De foerageergebieden van veel trekvogels komen in gevaar omdat de Waddenzee door de stijging van
de zeespiegel steeds minder vaak droogvalt. Om het verdwijnen van deze soorten tegen te gaan zijn er de afgelopen
jaren experimenten met grote zilte moerasgebieden in Friesland en de Wieringermeerpolder ontwikkeld. Uit de
eerste cijfers blijkt dat veel vogels hier hun heil zoeken.
Aangejaagd door de verhuizingen van mensen uit Noord-Holland en Friesland, wordt er gewerkt aan grootschalige
bouwprojecten in het oosten van het land. Hoewel de Randstad, dankzij de dijkverzwaringen van afgelopen
decennium, droog te houden is, geldt dit niet voor veel andere gebieden. Met name in de lager gelegen gebieden
in Friesland en de Flevopolder nemen de risico’s op overstroming toe. Ook zorgt de stijging van het grondwater
hier voor veel overlast.
Rol van de Overheid
In gesprek met: Gert van Vugt
Gert van Vugt voorspelt dat het proces waarbij de gene met
kapitaal steeds meer kapitaal kunnen vergaren zich mogelijk
verder doorzet in 2050. Grote kapitaal krachtige fondsen,
zoals pensioenfondsen, kunnen het eigendom over locaties
claimen, evenals het recht ergens te bouwen. Mogelijk neemt
ook de Rijksoverheid een rol in als assethouder. Dit vereist wel
een rolverandering bij de Rijksoverheid. Momenteel zit de
overheid gevangen in een tweestrijd. Aan de ene kant wil zij
innoveren en een snelle transitie naar een duurzame
samenleving initiëren, en aan de andere kant wil zij zo veel
mogelijk risico’s mijden en het vertrouwen van burgers
behouden. De balans tussen deze twee is nu niet evenredig
volgens Gert van Vugt. Als gevolg hiervan stelt de overheid
zich vaak conservatief op. Er is een cultuurverandering nodig,
evenals een verandering van doelstellingen. De overheid zou
zich vaker moeten gedragen als een sociale onderneming. Nu
zijn ze vaak te behoudend vindt van Vugt. De overheid zou
veel meer commitment aan circulariteit kunnen tonen en
meer kunnen investeren. Ze moeten zichzelf niet alleen als
facilitator, maar ook als actor zien.
Welvaartsverdeling
Aan de voorkant van de productie/consumptie balans is de afgelopen decennia weinig veranderd.
Consumentgedrag is vergelijkbaar met vroeger en de economie draait snel en is gericht op groei. Tijdens
sporadische interrupties in de productieketens blijkt hoe erg de verschillende partijen van elkaar afhankelijk zijn en
het op een circulaire manier opvangen van deze verstoringen lukt meestal niet. De aandacht voor sociale
duurzaamheid is veel kleiner dan voor het milieu. Hoewel er gebruik wordt gemaakt van duurzame grondstoffen,
zijn productieprocessen niet sociaal duurzaam en blijft er sprake van grote mondiale welvaartsverschillen.
Referenties
Leppänen, J., Neuvonen, A., Ritola, M., Ahola, I., Hirvonen, S.,Hyötyläinen, M. Kaskinen, T.,Kuppinen, T., Kuittinen, O.
Kärki, K., Lettenmeier, M., Mokka, R., (2012) Sustainable Lifestyles 2050: Pandemic Technology. SPREAD.
https://www.sustainable-lifestyles.eu/fileadmin/images/content/D4.1_FourFutureScenarios.pdf
Sundqvist-Andberg, H. & Kohl, J. (2017) Circular Economy in Finland 2030 – Scenario Analysis: Scenario 3,
Factories of the Future. Aarre, VTT Technical Research Centre of Finland.
https://www.slideshare.net/VTTFinland/circular-economy-in-finland-2030-scenario-analysis
Saxxion (2019) Transitie agenda circulair bouwen Overijssel. Provincie Overijssel
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) (2019) Plastic Pact NL. Den Haag.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-873989.pdf
Overige:
https://www.waterschappen.nl/plastic-muntjes-uit-afvalwater/
https://www.ad.nl/auto/tesla-volledig-zelfrijdende-auto-is-volgend-jaar-al-een-feit~aaadbceb/
https://www.deltacommissaris.nl/binaries/deltacommissaris/documenten/publicaties/2018/09/18/dp2019-b-
rapport-deltares/DP2019+B+Rapport+Deltares.pdf
Scenario 3: Richting de regio
Een toekomstbeeld
Goedemiddag luisteraars, dit is Globaal Nieuws op Radio Regio.
Supermarktgigant Ahold is failliet. Vorige week vroeg het bedrijf al uitstel van betaling, maar vandaag bleek
dat de het bedrijf niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Mensen op straat wijten te de teloorgang
van het eens zo machtige concern aan het uiteenvallen van internationaal handelsnetwerken en de opkomst
van lokale speciaalzaken. De meeste vestigingen zullen worden overgenomen door de plaatselijke
werknemers met steun van de lokale overheid.
Amerikaanse fregatten hebben opnieuw beschietingen uitgevoerd op militaire installaties in Noord-Korea.
De aanval duurde enkele uren, voordat een Chinese vloot de Amerikanen terugdreef richting de Japanse
Zee. Ook Russische schepen zijn in het gebied gesignaleerd, maar het is onduidelijk of ze aan de gevechten
hebben deelgenomen. Vrijwel alle scheepvaart rond Japan en ten westen van China is door de
aanhoudende spanningen stil komen te liggen.
De nieuwe metrolijn tussen Maastricht en Luik is vanmiddag feestelijk geopend door Prinses Alexia. De
supersnelle verbinding verkort de reistijd tussen de twee steden tot 20 minuten. De bouw heeft slechts vijf
jaar geduurd en is volledig uitgevoerd door bedrijven uit de regio. Het ontwerp voor de voertuigen is
gedaan door Design Academy Eindhoven.
In de haven van IJmuiden is een lading avocado’s onderschept, bedoeld voor de West-Europese markt. Ze
waren afkomstig uit Panama en waren op weg naar winkels in Deventer, Maastricht en Keulen. De avocado’s
waren verstopt in een lading Noordzeekabeljauw. De smokkelaars dachten zo het embargo van de EU op
producten uit Panama te omzeilen.
Het gaat goed met de Europese economie. Volgens de rekenmeesters van het CPB zal de
inkomensongelijkheid komende twee jaar met 3% afnemen. Ook de toegang tot zorg en onderwijs zal de
komende jaren verder verbeteren. Hoewel de Randstad te maken zal krijgen met krimp, komt het
voorzieningenniveau nog niet in gevaar. Afgezien van de doorgaande verzilting van de kustgebieden, is de
algehele verwachting dat de bodem- en luchtkwaliteit de komende jaren verder zal verbeteren.
Dit was Globaal Nieuws op Radio Regio.
Lokaal | Multi-cycle | Monokanaal | Sterke overheid | Semi-publieke en collectief beheerde nutsbedrijven |
protectionisme | Lokale grondstoffen | Schaarste grondstoffen
Levensduur Durable
Markt Lokaal, multi-speler
Buffercapaciteit Weinig buffers
nodig
Hergebruik Producten en
onderdelen
Ketencomplexiteit Veel cycli met één
stroom
Situatieschets
In de periode richting 2050 hebben de grote
wereldregio’s zich gericht op hun interne
versterking. Internationale spanningen tussen
grondstofrijke landen en grondstofarme landen
zorgen voor een afname van de wereldhandel.
Bedrijven hebben een hun wereldwijde
netwerken ingeperkt om handelsrisico’s te
voorkomen. Er wordt vooral gehandeld in
eindproducten op basis van lokale vraag en
georganiseerd in formele contracten.
Nederland richt zich op de versterking van de
Europese regio. De Rotterdamse haven blijft een
belangrijk kanaal voor het doorvoeren van
producten van en naar Europa, maar de toevoer
van grondstoffen is sterk afgenomen.
De regionale focus werkt ook door op lagere niveaus. De voormalige krimpregio’s hebben zich sterk ontwikkeld ten
opzichte van de Randstad. Middelgrote steden floreren omdat ze ruimte bieden, prettige woonomstandigheden en
minder verkeersdrukte. Bovendien zijn lokaal aanwezige grondstoffen beter bereikbaar. Vanwege de beperkte
internationale focus is het voor bedrijven niet langer nodig om de clusteren rond de mainports.
In de economie is de aandacht verlegd van economische groei naar een eerlijke verdeling van middelen en het
versterken van publieke voorzieningen. Lokale overheden en coöperaties organiseren functies zoals energie, water,
mobiliteit en voedsel. Productie en consumptie wordt aangevuld met een sterk ontwikkelde deeleconomie.
Door de afgenomen internationale handel heeft er een sterke krimp van de industriële landbouw plaatsgevonden.
Die richt zich nu op de productie voor de eigen regio waarbij natuur en bodem duurzaam gebruikt worden en
gebruik wordt gemaakt van natuurlijke kringlopen.
Dubbele BTW
In gesprek met: Laura Rosen Jacobson
Een manier die Laura Rosen Jacobson ziet om het
hergebruiken van materialen te stimuleren is het veranderen
van het btw systeem. Momenteel wordt de btw in
hergebruikte producten dubbel betaald. Een bouwbedrijf
koopt materialen in en betaald hier btw over. Als een ander
bedrijf dat de rest materialen wil gebruiken deze overneemt
wordt er ook btw over betaald. Op deze manier worden de
hergebruikte producten duur, terwijl er juist wordt
voorkomen dat dit afval wordt. Een systeem waarbij er op
tweedehands producten in het eerste jaar niet direct nog
eens btw betaald hoeft te worden zou dit probleem kunnen
aanpakken.
De circulaire samenleving: regionale kringloop
Een instabiele wereldmarkt en internationale politieke spanningen hebben ook hun invloed op de samenleving. Niet
alleen economisch, maar ook politiek en cultureel is er sprake van regionalisering. Regionale identiteiten versterken,
waarbij vaak verwezen wordt naar een gezamenlijke geschiedenis. Waar vroeger de “Gouden Eeuw” werd
aangehaald als symbool voor de identiteit van Nederland als wereldmacht, heeft met het tegenwoordig veel vaker
over het Hanzeverbond als symbool van regionale integratie. Nationale identiteit maakt plaats voor regionale
identiteit. Een inwoner van Maastricht voelt zich meer verbonden met Akenaars en Luikenaars dan met
Amsterdammers.
Het consumentisme van rond de eeuwwisseling heeft plaats gemaakt voor gemeenschapszin. Burgers zijn geen
passieve consumenten van producten die ver weg en uit het zicht worden geproduceerd, maar betrokken burgers
die actief bijdragen aan de realisatie van nutsvoorzieningen en via coöperaties gezamenlijk eigenaar zijn van kleine
en middelgrote bedrijven.
Omdat producten van buiten de eigen regio duur en moeilijk te krijgen zijn, heeft zich een bloeiende deeleconomie
ontwikkeld. Lokale overheden hebben publieke digitale platformen ontwikkeld, waarop burgers producten en
diensten kunnen aanbieden. Vooral elektronica en repareerdiensten worden veelvuldig gedeeld. Er bestaan tal van
alternatieve (digitale) valuta, waarmee lokaal afgerekend kan worden, zodat er geen geld aan te pas hoeft te komen.
De regionale focus heeft ook geleid tot eenkennigheid. Er is sprake van enige schaamte voor het kopen van spullen
van ver weg en migranten worden met argwaan bekeken. En dat terwijl de migratie vanuit armere regio’s door
klimaatverandering en internationale spanningen sterk is toegenomen.
Technologie
IT heeft een sterke vlucht genomen, met name op het gebied van data. Producenten gebruiken die data om
producten te ontwikkelen die zeer nauw aansluiten op de wensen van hun consumenten. Massaproductie is uit de
tijd, maatwerk en variatie zijn in. Consumenten gebruiken IT om hun weg te vinden in het gevarieerde aanbod van
producten uit de regio.
De schaarste aan zeldzame metalen maakt delen, repareren en hergebruikt van technologische producten
noodzakelijk. Op buurtniveau worden veel oude of overbodige technologische apparaten verzameld,
gedemonteerd en als grondstof hergebruikt voor de opbouw van technologieën die aan individuele wijken ten
goede komen. Op deze manier worden veel deelproducten ontwikkeld waar meerdere mensen gezamenlijk gebruik
van kunnen maken.
Grondstoffengebruik
Producenten maken vooral gebruik van regionaal beschikbare grondstoffen. Dat heeft in Noordwest Europa
bijvoorbeeld geleid tot een sterke toename in de productie en het gebruik van zand, hout en riet. Daarnaast zijn
bio-based en biologisch afbreekbare
grondstoffen populair als alternatief voor uit olie
vervaardigde plastics. De landbouwsector speelt
een belangrijke rol in de vervaardiging van
biomaterialen en het verwerken van gebruikt
materiaal.
Het gebruik van regionale grondstoffen heeft
geleid tot de ontwikkeling en versterking van
regionale ketens. Daarmee is ook ruimte ontstaan
om het eigendom binnen de ketens opnieuw in te
richten. Een aantal taken hierin zijn door de
overheid overgenomen. Zo zijn er een groot
aantal semipublieke nutsbedrijven ontstaan die
lokale grondstoffen verhandelen en verwerken.
Deze zijn vergelijkbaar met de
drinkwaterbedrijven voorheen. Deze bedrijven zijn
geografisch gedifferentieerd en hebben ieder een
eigen voorzieningsgebied. Naast deze
semipublieke bedrijven is ook het
coöperatiemodel sterk in opkomst. Zonder
inmenging van de overheden zijn veel burgers
verenigd in het eigendom van transport- en
productiebedrijven. Ook hier is er een duidelijke
verdeling over geografische gebieden. Net zoals de vroegere burgerinitiatieven voor bijvoorbeeld duurzame
energie, zijn deze coöperaties vaak regionaal gebonden en toegankelijk voor iedereen in een specifiek gebied.
Infrastructuur
De inrichting van de infrastructuur heeft zich geleidelijk aangepast aan de regionale focus en heeft deze verder
geïntensiveerd. Schiphol en Rotterdam zijn gekrompen, terwijl de spoor- en wegennetwerken naar Duitsland en
België juist zijn verdicht. De infrastructuur is een fijnmazig netwerk waarin goederen in relatief kleine hoeveelheden
(vanwege maatwerk en deeleconomie) worden vervoerd.
Energie
Energie wordt lokaal opgewekt uit een veelheid van beschikbare bronnen en gedeeld via smart grids. Boeren
produceren biogas wat samen met het biogas uit afvalwaterzuiveringen kan worden geleverd aan huishoudens.
Gebouwen zijn standaard voorzien van zonnepanelen en elektrische en waterstofauto’s kunnen ook als
energiecentrale dienen. Het energieverbruik is sterk afgenomen door vergaan de besparing en innovaties in de
bouw. De meeste woningen hebben een netto warmteoverschot en warmte kan eenvoudig worden opgeslagen.
Fossiele brandstoffen worden niet meer gebruikt en biomassa nog in zeer beperkte mate.
Voorbij afval
In gesprek met: Laura Rosen Jacobson
In een volledig circulaire toekomst bestaat het woord afval
niet meer, aldus Laura Rosen Jacobson. Momenteel
hebben restmaterialen vaak geen economische waarde
tussen het gebruik en de afvalcontainer. Deze zijn wel
waardevol, maar niemand heeft de intentie ze te
hergebruiken. Materialen moeten op een andere manier
gewaardeerd worden. Dit kan door het eigenaarschap van
de leveranciers uit te breiden. Daarnaast moet de
prijsopbouw van producten veranderen. Momenteel zitten
de kosten van producten niet in de grondstoffen, maar in
de arbeid. Producten worden in landen geproduceerd
waar de lonen veel lager zijn. Hergebruik in Nederland is
door de kosten van arbeid relatief duur. Het gebruiken van
virgin grondstoffen is hierdoor goedkoper dan hergebruik.
Er moet een eerlijke prijs worden betaald. Waarschijnlijk
verdubbelen (of meer) de kosten van producten hierdoor.
Hierdoor wordt het hergebruiken van materialen sowieso
interessanter.
Ruimtelijke inrichting
De focus van ruimtelijke groei ligt al lang niet
meer bij de Randstad. Het zijn stedelijke regio’s als
Maastricht-Aken-Luik, Arnhem-Nijmegen en
Apeldoorn-Deventer waar de ontwikkeling plaats
vindt. Typische regionale stedelijke centra hebben
zo’n 100-500 duizend inwoners, met veel kleine en
middelgrote bedrijven, decentrale
nutsvoorzieningen en zeer gevarieerd
ruimtegebruik. Er is nergens sprake van topdrukte
er zijn weinig files, maar overal gebeurt wat. De
water- en energie-infrastructuur is overal
zichtbaar maar op een natuurlijke manier
geïntegreerd in de openbare ruimte.
Rondom de steden bevinden zich landbouw-
natuurgebieden en voedselbossen,
productiebossen en recreatiegebieden en kleine
fabrieksterreinen. Ook hier is het aanzicht
gevarieerd en het landschap rijk aan biodiversiteit.
Het blijft, zoals altijd in Nederland, wel puzzelen
op de vierkante meter. In de kustprovincies worden met het oog op de stijgende zeespiegel geen grote nieuwe
bouwprojecten meer gestart.
Welvaartsverdeling
Hoewel er nauwelijks nog sprake is van economische groei, is de welvaart veel gelijkmatiger verdeeld dan aan het
begin van de eeuw. Lonen liggen lager dan vroeger, maar veel voorzieningen worden publiek georganiseerd zonder
individuele bijdrage. Het aantal grote multinationals is sterk afgenomen en de meeste mensen zijn direct of indirect
eigenaar van een bedrijf of coöperatie en delen mee in de winst. Belastingen zijn relatief hoog, maar dat geldt ook
voor het solidariteitsgevoel (al blijft dat meestal wel beperkt tot de ‘eigen groep’).
Referenties
FutureConsult & Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV). (2014), Omgevingsscenario’s: Verpakken in 2040.
Scenario B: Liever Lokaal. https://www.kidv.nl/6894/future-scenarios-packaging-en.pdf?ch=EN
Leppänen, J., Neuvonen, A., Ritola, M., Ahola, I., Hirvonen, S.,Hyötyläinen, M. Kaskinen, T.,Kuppinen, T., Kuittinen, O.
Kärki, K., Lettenmeier, M., Mokka, R., (2012) Sustainable Lifestyles 2050: Empathetic Communities. SPREAD.
https://www.sustainable-lifestyles.eu/fileadmin/images/content/D4.1_FourFutureScenarios.pdf
Sundqvist-Andberg, H. & Kohl, J. (2017) Circular Economy in Finland 2030 – Scenario Analysis: Scenario 2, New
Tribes. Aarre, VTT Technical Research Centre of Finland. https://www.slideshare.net/VTTFinland/circular-
economy-in-finland-2030-scenario-analysis
Weel, B. ter, A. van der Horst, G. Gelauff (2010) The Netherlands of 2040 CPB Publicatie
https://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/netherlands-2040.pdf
Overig:
https://www.vn.nl/zelforganisatie-krimpgebieden/
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/07/21/bomen-moeten-terug-op-het-land-a1610738
Openbare ruimte als grondstoffendepot
In gesprek met: Sanne de Groot
Je kunt de openbare ruimte als grondstoffen depot zien
volgens Sanne de Groot. Wanneer het logistiek areaal op die
manier georganiseerd wordt en inzichtelijk wordt gemaakt,
is het mogelijk binnen een bepaalde straal grondstoffen
stromen af te stemmen. Dit kan zowel binnen een
organisatie als tussen organisaties worden geoptimaliseerd.
Om dit te realiseren moet er een verandering plaats vinden
in hoe mensen de ruimte beschouwen. Momenteel wordt de
ruimte nog heel vaak gezien als maakbaar. Door
bijvoorbeeld klimaatverandering zou dit kunnen
veranderen. Mogelijk is een deel van het land in de toekomst
niet meer bruikbaar. Mogelijk kunnen gebieden veel meer
gebiedsgericht worden gefaciliteerd in hun benodigdheden,
binnen een radius van kilometers. Op deze manier kunnen
materialen gebiedsspecifiek worden ingezet en zijn er
minder risico’s op grote verstoringen.
Overzichtstabel
Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3
Opzet markt Diensten Producten Platform- en deeleconomie
Schaal markt Mondiaal Mondiaal Nationaal en regionaal
Rol overheid Kleine overheid, regisseert
met financiële maatregelen
Kleine overheid,
controlerend en
stimulerend
Sterke overheid
Bedrijfsleven Monopolisten beheersen de
markt (monospeler en
monokanaal)
Vele aanbieders zelfde
producten (multispeler en
monokanaal)
Lokale, semi-
overheidsmonopolies
(monospeler en multikanaal)
Hergebruik
grondstoffen
Modulaire opbouw en
recycling producten (Reduce
en Reuse)
Snelle recycling (Recylce) Sterke afname in gebruik
bepaalde grondstoffen en
vergaande recycling (Reduce,
reuse en recycle)
Buffer-
capaciteit
Eén partij levert producten.
Weinig buffers nodig
Iedere partij op de markt
heeft buffers nodig
Lokale buffers voor schaarste
Redundantie Laag, Rigide systeem Hoog, flexibel systeem Laag
Grondstoffen
-gebruik
Modulaire bouw. Fossiele
grondstoffen.
Alternatieve grondstoffen:
plastic, riet, hout.
Beschikbare grondstoffen:
hout, zand, klei, riet,
biomaterialen
Transport Volwaardige producten of
modules van producten
Grondstoffen, lokaal
geassembleerd
Regionale grondstoffen,
internationaal vooral
eindproducten
Energie Elektriciteitsoverschot,
combinatie met waterstof.
Onderdeel van internationaal
grid
Elektriciteitsoverschot,
waterstof als opslag.
Onderdeel van
internationaal grid
Radicale besparing. Regionale
energie-onafhankelijkheid.
Lokale smart grids.
Modaliteiten Zelfrijdende auto en
zelfrijdend vrachtverkeer.
Veel transport over water.
Aangedreven door
waterstof. Hyperloop
Personen vervoer via openbaar
vervoer. Snelwegen alleen voor
vrachtverkeer.
Gevoerd
beleid
Importheffing op ‘nieuwe’
grondstoffen;
materialenpaspoort;
afvalstoffenheffing
Stimuleringsbeleid
technologie,
afvalstoffenheffing
Importheffing grondstoffen,
CO2 belasting
Filosofie Comfort, Duurzaamheid Consumentisme Solidariteit in eigen kring
Colofon
Auteurs: Nicolien van Aalderen (KWR), Henk-Jan van Alphen (KWR)
Jaar: 2019
Geïnterviewden:
In dit rapport wordt gerefereerd aan gesprekken met leden van de Duurzame Top 100 van 2019. Ieder van hen is
afzonderlijk geïnterviewd over hun visie op een circulaire maatschappij in 2050.
Juan Bakker, gewerkt aan materiaalpaspoorten en Healthy Printing. Momenteel werkzaam bij het RIVM.
Gert van Vugt, oprichter en CEO Sustainer Homes.
Sanne de Groot, Adviseur duurzame Leefomgeving bij Tauw en intiatiefnemer ‘omgekeerd aanbesteden’.
Laura Rosen Jacobson, oprichter en directeur van materialen werkplaats Buurman.
Johannes Alderse Baas, oprichter DutchFiets
Bijlage 1 Morfologisch veld
De scenario’s zijn tot stand gekomen door te variëren met de aspecten in onderstaand morfologisch veld.
top related