79-13660-4+betriebsanleitung pluto holländisch-überset_nl_final

120
GEBRUIKSINFORMATIE en GEBRUIKSAANWIJZING voor ERNST automatische plaatafbraammachine Type: Pluto 600 Machine is uitgerust met: - 1 slijpwals - 2 stalen borstelwalsen - alternatief 2 roestvrij stalen borstelwalsen - alternatief 2 lamellenborstelwalsen - magneetbaan - alternatief vacuümzuiginstallatie - ontstoffingsinstallatie type TE 2000 document.doc 26.10.09 Zi. Pagina 1 van 120 Fabrikant: Paul ERNST Maschinenfabrik GmbH Postfach 29 D - 74927 Eschelbronn Telefoon: 06226 / 9504 - 0

Upload: nathalieverbekentranslations

Post on 14-Jun-2015

255 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

GEBRUIKSINFORMATIE

en GEBRUIKSAANWIJZING voor

ERNST

automatische plaatafbraammachine

Type: Pluto 600

Machine is uitgerust met: - 1 slijpwals- 2 stalen borstelwalsen- alternatief 2 roestvrij stalen borstelwalsen- alternatief 2 lamellenborstelwalsen- magneetbaan- alternatief vacuümzuiginstallatie- ontstoffingsinstallatie type TE 2000

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 1 van 97

Fabrikant:Paul ERNST Maschinenfabrik GmbHPostfach 29D - 74927 EschelbronnTelefoon: 06226 / 9504 - 0Fax: 06226 / 9504 – 40e-mail: [email protected]: http://www.ernst-

Page 2: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

0 Inhoudsopgave

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 2 van 97

Page 3: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

1 Overdracht-, inspectie- en reparatiebewijs

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 3 van 97

Page 4: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

2 EG-Conformiteitsverklaring

Paul ERNST Maschinenfabrik GmbH – Postfach 29 – D-74927 EschelbronnTel.: 06226 – 95040 Fax.: 06226 – 9504 40

EG-Conformiteitsverklaringconform de EG – machinerichtlijn 98/37 EG, appendix II A

Hierbij verklaren wij, dat de hierna beschreven machine/uitrusting op basis van haar ontwerp en type en in de door ons in omloop gebrachte uitvoering voldoet aan de geldende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de desbetreffende EG – richtlijn(en).

Bij een niet met ons overeengekomen wijziging aan de machine/uitrusting wordt deze verklaring ongeldig.

Beschrijving van demachine/uitrusting: Plaatafbraammachine met draadborstels

voor gebrande elementen met flexibele slijpwals en2 contraroterende draadborstels voor het afbramen van

scherpe randenalternatief met 2 contraroterende lamellenborstels voor hetafronden van randen.

Type: Pluto 600Fabrikantennr.: 790051

Geldende EU–richtlijnen: EG-machinerichtlijn (98/37 EG) EG-laagspanningsrichtlijn (73/ 23/ EEG)

EG-EMC (89/336 EEG)Toegepaste EN ISO 12100-1 en EN ISO12100-2;geharmoniseerde EN 294, EN 563, EN 60204, deel 1normen, in het bijzonder: EN 61000-6-1, EN 61000-6-2, EN 61000-6-3,

EN 61000-6-4Toegepaste nationalenormen en technischespecificaties, in het bijzonder:

Datum / handtekening fabrikant: Paul ErnstMasch.-Fabrik GmbHD - 74927 Eschelbronn

16.10.2009 ___________________________Gegevens over de ondertekenaar: Hoofd constructieafdeling

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 4 van 97

Page 5: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

3 Certificaten

Alnaargelang regionale, nationale of bedrijfsbepalingen kan de opmaak van specifieke certificaten vereist zijn. Deze worden indien nodig in dit hoofdstuk toegevoegd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 5 van 97

Page 6: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

4 Algemeen

De Pluto-machine is geschikt voor het afbramen van vlakke metalen platen.

De machine is gebouwd in overeenstemming met de fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften en is voorzien van het CE-keurmerk.

De machine is volgens de stand van de techniek gebouwd en bedrijfszeker.

Voor de ingebruikname van de machine dienen de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsinstructies te worden gelezen en te worden nageleefd.

In deze gebruiksaanwijzing hebben wij alle punten die betrekking hebben op de veiligheid voorzien van een aanwijzingssymbool.

Geef alle veiligheidsinstructies ook aan andere gebruikers door.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 6 van 97

Page 7: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

4.1 Reglementair gebruik

De machine van het type Pluto met haar varianten is uitsluitend bestemd voor het gebruik bij afbraamwerkzaamheden aan vlakke metalen platen (staal of VA) (reglementair gebruik).

Let op:

Aluminium en de legeringen ervan mogen op demachines van het type Pluto niet worden bewerkt.

Hierbij dient het voorschrift BGR 109 van de federatievan industriële bedrijfsverenigingen ter voorkoming

van stofbrand en stofexplosies bij het slijpenvan aluminium en de legeringen ervan te worden nageleefd.

(legeringen met een gewichtsaandeel van min. 70% aluminium)

Ieder verdergaand gebruik geldt als oneigenlijk.

Voor hieruit resulterende schade is de fabrikant niet aansprakelijk.

Het risico hiervoor draagt uitsluitend de gebruiker.

Tot het reglementair gebruik behoort ook het naleven van de voorgeschreven gebruiks-, onderhouds- en instandhoudingsvoorwaarden.

De machine van het type Pluto mag uitsluitend worden gebruikt, onderhouden en gerepareerd door personen, die hiermee vertrouwd zijn en ten aanzien van de gevaren ervan werden geïnstrueerd.

De fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen alsmede de overige, erkende regels van de techniek dienen te worden nageleefd. Hiertoe behoren ook de desbetreffende bedrijfsinterne instructies.

Eigenhandige veranderingen aan de machine sluiten een aansprakelijkheid van de firma „ERNST” voor hieruit resulterende schade uit.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 7 van 97

Page 8: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

5 Technische beschrijving

De machine werkt met de droogslijpmethode en mag daarom uitsluitend samen met een geschikte ontstoffingsinstallatie worden gebruikt. Bijv.

ERNST - ontstoffingsinstallatie type TE 2000

De machine is uitgerust met een slijpwals, die wordt gebruikt voor het afslijpen resp. voor het verwijderen van de braam.

Twee contraroterende borstelwalsen worden aansluitend gebruikt voor het afronden van de randen.

De machine is uitgerust met een doorlopende transportband voor het werkstuktransport.

In de machine bevindt zich een doorlopende magneetbaan voor het neerdrukken van magnetische werkstukken op de doorlopende transportband bij het slijpproces.

Alternatief kan bij de magneetbaan een doorlopende vacuümzuiginstallatie voor het neerdrukken van niet-magnetische werkstukken geïntegreerd zijn.

Hierbij geldt voor magnetische kleine werkstukken een

minimale oppervlakte van 40 cm².

Hierbij geldt voor niet-magnetische kleine werkstukken een

minimale oppervlakte van 200 cm².

Alle slijp- en borstelelementen zijn voorzien van afzuigkappen, die het slijpsel opvangen en naar de overeenkomstige afzuiginstallatie voeren.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 8 van 97

Page 9: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

5.1 Technische gegevens

Werkstukdikte 1 – 150 mm

Min. werkstuklengte 80 mm

Min. werkstukoppervlakte met magneetbaan 80 cm²

Min. werkstukoppervlakte met vacuüm 200 cm²

Max. werkstukgewicht 300 kg

Werkhoogte constant ca. 850 mm

Voedingssnelheid traploos 1 – 4 m/min

Bedrijfsspanning 400 V AC

Stuurspanning 24 V DC

Frequentie 50 HZ

Energieverbruik 15 kW

Stroomopname 32 A

Stroomaansluiting Stekker

Persluchtaansluiting R ¼“

Minimale druk perslucht 5 bar

Minimale persluchthoeveelheid (zonder oscillatie borstels)

60 Nl/min

Minimale persluchthoeveelheid (met oscillatie borstels) 100 Nl/min

Gewicht van de machine werkbreedte 600 mm ca. 1.700 kg

Afmetingen van de machine (B x L x H) 1600 x 1925 x 1550 mm

Schuurpapierafmeting slijpwals 1540 mm lang x 600 mm breed

Hoeveelheid afzuiglucht 0,55 m3/s

Luchtsnelheid 25 m/s

min. onderdruk afzuiging 230 daPa

Onbelast Belast

Emissie-geluidsdrukniveau op de werkplaats

conform DIN EN ISO 11204

82 dBA 83 dBA

De lastwaarden werden bij het slijpen van stanselementen opgemeten, grootte ca. 1200 cm², materiaaldikte 10 mm, materiaal St 12.03

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 9 van 97

Page 10: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

6 Veiligheid

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 10 van 97

Page 11: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

6.1 Algemene veiligheidsinstructies

De machine is volgens de stand van de techniek gebouwd en bedrijfszeker.

Van de machine kunnen gevaren uitgaan, die levensgevaar en gevaar voor lichamelijk letsel bij de gebruiker of bij derden alsmede nadelige invloeden op de machine en andere materiële zaken van de gebruiker met zich mee kunnen brengen.

Iedere persoon die in het bedrijf van de gebruiker met de opstelling en ingebruikname, de bediening, het onderhoud en reparaties aan de machine belast is, moet de gebruiksaanwijzing en met name het hoofdstuk „Veiligheid” hebben gelezen en begrepen.

Wij adviseren de gebruiker bedrijfsinterne instructies, met inachtneming van de hem bekende vakkwalificaties van het desbetreffende ingezette personeel op te stellen en zich de inhoud van de instructies resp. aanwijzingen schriftelijk te laten bevestigen.

Veilig werken

De machine mag uitsluitend door opgeleid en geautoriseerd bedieningspersoneel worden gebruikt.

De bevoegdheden voor de verschillende werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine moeten duidelijk worden gedefinieerd en nageleefd, opdat onder het aspect veiligheid geen onduidelijke competenties zouden ontstaan. Dit geldt met name voor werkzaamheden aan de elektrische en pneumatische uitrusting, die uitsluitend door speciale vakmensen mogen worden uitgevoerd.

Bij alle werkzaamheden, die betrekking hebben op de opstelling, ingebruikname en het afstellen tijdens de werking, op wijzigingen in de toepassingsomstandigheden en bedrijfsmodi, onderhoudsbeurten, inspecties en reparaties, dienen de in de gebruiksaanwijzingen eventueel als noodzakelijk uit te voeren uitschakelprocedures te worden nageleefd.

Men dient iedere werkwijze na te laten die de concreet aan te duiden veiligheid aan de machine nadelig beïnvloedt.

De operator dient er mede voor te zorgen dat er geen onbevoegde personen aan de machine werken.

De operator is verplicht om de machine ten minste één keer per werkploeg te controleren op van buitenaf waarneembare schade en gebreken en om

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 11 van 97

Page 12: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

opgetreden veranderingen (met inbegrip van het werkingsgedrag), die de veiligheid nadelig beïnvloeden, onmiddellijk te melden.

De gebruikende onderneming dient ervoor te zorgen dat de machine altijd uitsluitend in correcte toestand wordt gebruikt.

Er mogen principieel geen veiligheidsinrichtingen worden gedemonteerd of buiten werking worden gesteld, omdat hierdoor levensgevaar en gevaar voor lichamelijk letsel ontstaat. Als de demontage van veiligheidsinrichtingen bij het afstellen, repareren en onderhouden noodzakelijk is, dient onmiddellijk na voltooiing van de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden de hermontage van de veiligheidsinrichtingen plaats te vinden.

Voor een storingvrij gebruik van de machine is het noodzakelijk dat het gebruikende bedrijf de vereiste afstellings-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden conform de gebruiksaanwijzing uitvoert. Dit mag uitsluitend door het bevoegde, dienovereenkomstig opgeleide personeel worden gedaan.

Bij de bediening van de afbraammachine moet gehoorbescherming worden gedragen.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 12 van 97

Page 13: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

6.2 Afkoppelen van het stroomnet

Voor iedere reparatie moet de machine door bediening van de hoofdschakelaar worden uitgeschakeld, waarbij de hoofdschakelaar, om ongeoorloofd inschakelen te voorkomen, moet worden afgesloten.

Eigenhandige ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan de machine zijn om veiligheidsredenen niet geoorloofd.

Bij werkzaamheden aan de elektrische uitrusting van de slijpwalsen en

borstelmachine dienen de ter zake geldende veiligheidstechnische bepalingen,

met name DIN EN 60204-1 „Elektrische uitrusting van machines” te worden

nageleefd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 13 van 97

Page 14: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

6.3 Veiligheidsinrichtingen

De machine is met een reeks veiligheidsinrichtingen uitgerust, die enerzijds tot taak hebben de operator te beschermen, en anderzijds de machine moeten beschermen tegen foutieve bediening.

Alle kappen en deuren met draaigrepen aan de machine zijn door middel van veiligheidsschakelaars met slot beveiligd tegen openen wanneer de machine in werking is.

1. Inloopzijde kap kan naar boven worden gezwenkt voor het vervangen van de slijpband.

2. De zijdeur rechts deur kan worden geopend voor het vervangen van de slijpband.

Alle verdere kappen, turen en schakelkastdeuren zijn vast vergrendeld en kunnen enkel met geschikt gereedschap worden geopend. De bediener moet ervoor zorgen dat dit gereedschap enkel ter beschikking staat van bevoegd en geschoold vakpersoneel.

Aan de inloop van de machine is een beweeglijke veiligheidsinrichting aangebracht (schakelklep) die bij bediening ervan de machine uitschakelt. De schakelklep voorkomt dat kledij of lichaamsdelen in de machine kunnen worden getrokken. Ze voorkomt ook dat er werkstukken die een grotere dikte hebben dan ingesteld is, in de machine kunnen lopen en deze kunnen beschadigen.

Aan de rechter machinezijde bevindt er zich respectievelijk een minimum/maximum-inrichting voor de slijp- en lamellenborstelwalsen, die voorkomt dat er met lopende slijpelementen in de transportband kan worden bewogen.

Een groepsindicatie van alle veiligheidsinrichtingen wordt via de Ortomat op het bedieningspaneel weergegeven. Voor preciezere informatie over de individuele veiligheidsschakelaars zie bedieningspaneel.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 14 van 97

Page 15: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

7 Transport en ingebruikname

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 15 van 97

Page 16: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

7.1 Transport van de machine

De machine kan met behulp van een vorkheftruck, draagvermogen zie transportschets, naar de opstellingsplaats worden getransporteerd (zie schets heftrucktransport).

Voor een kraantransport van de installatie moeten speciale hijsogen en gepaste touwen en kettingen van de firma ERNST worden gebruikt (zie schets Kraantransport). Dit toebehoren kunt u verkrijgen bij de firma Ernst.

De machine kan verder ook met pantserrollen, een heftruck of andere hulpmiddelen op een vlakke halvloer worden getransporteerd.

Er moet voor worden gezorgd, dat het transport uitsluitend door bevoegd en gespecialiseerd personeel wordt uitgevoerd.

Voor een ondeskundig transport van de machine aanvaardt de firma ERNST geen aansprakelijkheid.

LET OP

Er moet absoluut voor worden gezorgd dat de machine bij het kraantransport horizontaal ligt. Indien dit niet het geval is, moet eventueel de ophanging overeenkomstig worden aangepast, zodat een horizontaal transport van de machine gewaarborgd is.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 16 van 97

Page 17: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

7.2 Heftrucktransport

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 17 van 97

Page 18: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

7.3 Kraantransport

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 18 van 97

Page 19: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

7.4 Opstelling en ingebruikname

De opstelling van de machine gebeurt volgens het bij de machine behorende opstellingsschema. Hierin zijn alle technische gegevens voor de werking van de machine opgenomen, zoals ruimte, stroom, benodigde perslucht..

Het opstellingsschema wordt apart voor iedere machine speciaal opgesteld en is een bestanddeel van de orderbevestiging.

Bij de eerste ingebruikname van de machine moet deze zich enkel reeds op de desbetreffende opstellingsplaats bevinden en elektrisch resp. pneumatisch aangesloten zijn.

Voor de elektrische aansluiting moet de klant een stekkerbus (32 A) met overeenkomstige beveiliging voorzien. Bijgevolg is voor de inbedrijfname geen elektromonteur vereist.

Het elektrische draaiveld van de hoofdaansluiting moet rechtsdraaiend zijn. Het moet door middel van de instelling voor de werkstukdikte worden gecontroleerd. Bij het indrukken van de toets OMHOOG moet de machine omhoog gaan. Als dit niet het geval is, moeten 2 fasen van de hoofdaansluiting worden omgedraaid.

De persluchttoevoer wordt aangesloten op de gemonteerde onderhoudseenheid (afbeelding 1). Hiervoor moet een pneumatische slang ½“ (19/13) worden gebruikt. Aansluiting op de machine met een R1/4“- schroefverbinding.

Afbeelding 1

Voor de opstelling van de machine moeten eerst de beveiligingsblokken van de motoren worden verwijderd.

Het machinetoebehoren worden in een afzonderlijke kist geleverd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 19 van 97

Hoofdrukregelaar R1/4“ Instelling 5 bar

Pneumatische hoofdaansluiting

Steekaansluiting uitblaasleiding

Page 20: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

De correcte opstelling en het reglementair verbinden van de individuele machinecomponenten gebeurt bij de eerste ingebruikname door een geautoriseerde ERNST – servicetechnicus.

Voor de opstelling van de machine is geen bijzondere fundering nodig, het moet alleen gewaarborgd zijn dat de halvloer beantwoordt aan de gebruikelijke industriestandaard.

De standaard opstelling gebeurt op de vast aan de machine aangebrachte stelschroeven en platen. Hierbij worden deze platen voor het uitlijnen aangepast tot de machine waterpas staat. Na de uitlijning van de machine worden de stelschroeven met tegenmoeren vastgezet.

De controle moet gebeuren met een machinewaterpas (nauwkeurigheid 0,3mm/m, afwijking 0,3 mm/m).

Hiervoor legt men linialen in de lengterichting van de machine op de bandwalsen aan de in- resp. uitloop (niet op de transportband) en controleert men de lengte- en dwarsrichting van de machine.

De machine hoeft niet aan de vloer te worden bevestigd.

Afbeelding 2

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 20 van 97

Instelschroef

Machineframe

Tegenmoer

Page 21: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8 Uitrusting en machinecomponenten

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 21 van 97

Page 22: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.1 Slijpwals

8.1.1 Tolerantiecompensatie

In de doorlooprichting van de machine bevindt zich als eerste element de slijpwals (425). Het gaat hierbij om een stalen cilinder, die met een flexibele sponsrubberbekleding beplakt is. Via een spaninrichting (spansegment) kunnen schuurvellen met verschillende korrelgrootten worden opgespannen.

De slijpwals heeft als taak, het oppervlak van de werkstukken te ontdoen van de opstaande braam.

Door de flexibele sponsrubberbekleding, past de slijpwals zich zeer goed aan het oppervlak aan (dikte- en tolerantiecompensatie ± 1 mm).

Afbeelding 3

De werkstukken worden versterkt aan hun buitencontour resp. aan de randen van de openingen geslepen, terwijl er over het oppervlak van de werkstukken slechts lichtjes wordt geslepen. Daardoor worden losse hamerslagen en oppervlakteroest verwijderd van het werkstukoppervlak.

De slijpwals ligt los in oscillatiegeleidingen (oscillatiebaan 8 mm). Daardoor is gewaarborgd, dat de slijpwals bij een te sterk optredende slijpdruk naar boven kan uitwijken en daardoor grotere beschadigingen aan de machine worden vermeden.

Op de slijpwals kunnen slijpmiddelen van verschillende kwaliteit worden gespannen.

a.) Schuurlinnen korrelgrootte 36 – 180 b.) Schuurvlies kwaliteit H100, H280, H800

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 22 van 97

Slijpwals

Spansegment

Sponsrubberbekleding

Page 23: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Naast de flexibiliteit van het zachte sponsrubber van de slijpwals kan de machine worden uitgerust met een uitgebreide tolerantiecompensatie. Daardoor kunnen sterk kromgetrokken resp. in de dikte afwijkende werkstukken worden bewerkt.

De maximale tolerantiecompensatie met betrekking tot de werkstukdikte bedraagt in de plusrichting 6 mm en in de minrichting 1 mm.

De maximale compensatie van kromtrekking veroorzaakt door warmtetoetreding bij het snijden of door het walsen bedraagt maximaal 2 mm per strekkende meter en in totaal maximaal 6 mm over de volledige werkstuklengte.

Voor niet kromgetrokken en niet afwijkende werkstukken is de slijpwals ingesteld op een optimaal afbraamresultaat. Bij plustoleranties of kromtrekking zou zonder tolerantiecompensatie de slijpdruk en daardoor de machinebelasting maar ook de verspaning van het werkstuk sterk stijgen. De tolerantiecompensatie ontlast de slijpwals en maakt het daarbij voor de slijpwals mogelijk om bij een stijgende slijpdruk in de geleidingen naar boven uit te wijken. De slijpdruk blijft daardoor nagenoeg constant.

De in te stellen druk voor de ontlasting van de slijpwals hangt af van de werkstukbreedte:

bij smalle werkstukken moet de slijpwals sterk worden ontlast;

bij brede werkstukken moet de slijpwals weinig worden ontlast;

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 23 van 97

Page 24: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

De instelling van de druk voor de ontlasting kan afhankelijk van de machine-uitvoering manueel of automatisch gebeuren.

8.1.1.1 Manuele instelling van de slijpdruk

Het schakelpaneel van de machine is uitgerust met een manuele drukregelaar en een manometer. In een tabel wordt aan de werkstukbreedten de respectievelijke druk toegewezen.

Afbeelding 4

Afbeelding 5

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 24 van 97

Drukregelaar

Manometer

Tabel (breedte / druk)

Lagering

Oscillatieaandrijving

Oscillatierol

Aanslag

Drukcilinder

Page 25: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.1.1.2 Automatische instelling van de slijpdruk

Om ervoor te zorgen dat de druk bij frequent wisselende werkstukbreedten niet altijd opnieuw moet worden ingesteld en ook werkstukken met conische contouren gelijkmatig goed worden geslepen, wordt de werkstukbreedte voor de machine met een metende foto-elektrische beveiliging en door de machinesoftware omgerekend in de bijbehorende druk. De berekende druk wordt later ingesteld, wanneer de gemeten werkstukbreedte zich direct onder de slijpwals bevindt.

Afbeelding 6

Met een potentiometer kan de ingestelde slijpdruk voor afgestompt schuurlinnen een beetje worden verhoogd. Voor de correcte drukinstelling dient daartoe de keuzeschakelaar op "Manueel" te worden gezet en daarna de potentiometer worden ingesteld. Daarna kan de keuzeschakelaar opnieuw op "Automatisch" worden gezet.

Machines met een automatische tolerantiecompensatie beschikken over een keuzeschakelaar, om van de automatische instelling van de slijpdruk te kunnen omschakelen op de manuele instelling.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 25 van 97

Lagering

Oscillatierol

Aanslag

Drukkussen

Page 26: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.1.2 Handwielverstelling (optioneel)

Alternatief voor de tolerantiecompensatie kan de machine voor de flexibele bewerking met verschillende slijpmiddelkorrelgroottes en - typen met een handwielverstelling van de slijpwalsen worden uitgerust.

De instelling van het desbetreffende slijpmiddel gebeurt nu via het handwiel, bij geopende machinekap aan de rechterzijde van de slijpwals.

Hierbij wordt een correctie uitgevoerd van de instelling van de slijpwals, afhankelijk van de dikte van het te spannen slijmiddel (schuurlinnen of schuurvlies).

De markeringen op de schaalring van de slijpwalsverstelling zijn enkel indicatieve waarden, aangezien naargelang de korrelgrootte en fabrikant van het schuurvel resp. de kwaliteit van het op te spannen schuurvlies verschillende dikten van het slijpmiddel benodigd zijn.

De fabrieksinstelling van de schaalring:

Markering vlies max. Schuurvlies type H280 (nieuwe staat)Markering linnen Schuurvel korrelgrootte 80

De instelling kan door de verschillende slijpmiddelen lichtjes afwijken van de markeringen. Hierbij moeten ervaringswaarden evenals de krachtontwikkeling bij het draaien van de slijpwalsen in acht worden genomen.

Indien de instelling sterk afwijkt van de ingestelde markeringen, dan kan de schaalring door het openen van de klemschroeven versteld worden.

Afbeelding 7

Afbeelding 8

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 26 van 97

Positie schuurlinnen

Page 27: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Afbeelding 9

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 27 van 97

Klemschroef schaalring

Positie schuurvlies

Handwiel voor de verstelling van schuurlinnen / schuurvlies

Page 28: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.2 Borstelwalsen

8.2.1 Draadborstelwalsen

In de doorlooprichting, aangesloten achter de slijpwals, bevinden zich twee contraroterende stalen / roestvrij stalen borstelwalsen ( 250 mm), die als taak hebben de scherpe randen na het slijpproces te ontscherpen (breken).

Alleen de combinatie „slijpen en borstelen” leidt tot een bevredigend afbraamresultaat.

De borstels kunnen, afhankelijk van het eisenprofiel van de klant resp. de te bewerken werkstukken, in verschillende materialen (staal of VA), en in verschillende draaddikten (0,2 – 0,3 mm) en verschillende borsteldichtheden worden geleverd.

De normale bewerkingsdiepte voor het afbramen bedraagt ca. 0.2 mm, dat stemt overeen met een afslijpbreedte bij het opstellen van een slijpbeeld van ca. 8-10mm.

De borstels zijn bij het afbraamproces onderhevig aan een natuurlijke slijtage, die kan worden gereduceerd, doordat bij het slijpen zoveel mogelijk de complete werkbreedte wordt benut.

De bewerkingsdiepte resp. de slijtage van de borstels kan worden gecorrigeerd de afzonderlijke borstelwalsen bij te stellen. Hiertoe worden de flenslagers losgemaakt en de stelschroeven naar beneden gesteld (zie hoofstuk Reparatieaanwijzingen).

Afbeelding 10

De borstels kunnen bij sterke slijtage resp. na beschadigingen worden bijgewerkt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 28 van 97

Flenslager

Klemschroef

Stelschroef

Page 29: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Het naslijpen van de borstels is enkel mogelijk bij de firma

ERNST!

De maximale slijtage bedraagt 10 mm in de radius van de borstel.

Bij vervanging van de borstels is het zinvol deze compleet gemonteerd op de as aan te kopen, aangezien de borstels voor hun ingebruikname dynamisch uitgebalanceerd moeten zijn.

Voor bijkomende vragen met betrekking tot de vervanging van de borstelwals kunt u steeds terecht bij de klantendienst van de firma ERNST

8.2.2 Lamellenborstelwalsen

In de doorlooprichting, aangesloten achter de slijpaggregaten, bevinden zich als alternatief voor de draadborstels twee contraroterende lamellenborstelwalsen (Ø300 mm), die als taak hebben de scherpe randen na het slijpproces af te ronden.

Alleen de combinatie „slijpen en borstelen” leidt tot een bevredigend afbraamresultaat.

De lamellenborstels kunnen, afhankelijk van het eisenprofiel van de klant resp. de te bewerken werkstukken, in verschillende korrelgrootten (80 – 150) en verschillende borsteluitrustingen (lamellenuitlijningen) worden geleverd.

De normale bewerkingsdiepte voor het afbramen bedraagt ca. 1-1,5 mm, dat stemt overeen met een afslijpbreedte bij het opstellen van een slijpbeeld van ca. 35 mm.

Optioneel kan het borsteltoerental via een draaipotentiometer op het bedieningspaneel traploos tussen 200 – 1000 t/min worden ingesteld.

De borstels zijn bij het afbraamproces onderhevig aan een natuurlijke slijtage, die kan worden gereduceerd, doordat bij het slijpen zoveel mogelijk de complete werkbreedte wordt benut.

Bovendien moet erop worden gelet, dat de lamellenborstels slechts zo sterk als nodig worden belast.

zo laag mogelijk toerental instellen en bewerkingsdiepte in acht nemen!

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 29 van 97

Page 30: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

De bewerkingsdiepte resp. de slijtage van de borstels kan worden gecorrigeerd. Hierbij moet voor een parallelle instelling van de borstels worden gezorgd. De borstels kunnen bij sterke slijtage resp. na beschadigingen worden bijgewerkt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 30 van 97

Page 31: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.3 Afzuigingen

Aan de bijbehorende slijp- en borstelelementen is respectievelijk een afzuigtrechter in de machine aangebracht.

Deze afzuigtrechters hebben als taak het ontstane slijpstof naar de desbetreffende afzuiginstallatie te voeren.

De afzuigtrechters zijn wat betreft hun geometrie zodanig uitgevoerd, dat ze het ontstane slijpstof direct op de plaats van ontstaan afzuigen.

De instelmaat van de onderkant van de afzuiging moet 15 mm boven de desbetreffende werkstukdikte liggen.

Afbeelding 11 Afbeelding 12

Afzuigtrechter borstels 2 x Ø80 Afzuiging slijpwalsen Ø100Magneetventiel

Reiniging van de afzuigtrechters:

Om een storingsvrije werking van de machine te waarborgen, is het absoluut noodzakelijk de afzuigtrechters en buisleidingen van de installatie te onderhouden en te reinigen.

De afzuiginstallatie moet overeenkomstig haar gebruiksinformatie worden onderhouden en gereinigd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 31 van 97

Page 32: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Door een gebrekkige reiniging kan er smeulend vuur ontstaan in de machine, alsook in de buisleiding en in de afzuiginstallatie!

Dagelijkse reiniging: uitblazen afzuigtrechters in machineWekelijkse reiniging: reiniging afzuigtrechters door poetsdeksel

reiniging + controle afzuiginstallatie volgens specificatieblad

De reinigingsintervallen hebben betrekking op een werking gedurende 8 uur bij droog stof.

Bij oliehoudend stof moet voor de goede werking van de afzuiginstallatie een vochtontstoffer worden ingezet.

Voor beschadigingen door niet correct uitgevoerde reinigingswerkzaamheden aanvaardt de firma ERNST geen aansprakelijkheid.

De reiniging gebeurt door uitblazen met de uitblaasleiding uit het machinetoebehoren. Hierdoor wordt verhinderd, dat er zich stof en gloedresten in de afzuiginstallatie vormen en daardoor de volledige afzuigcapaciteit altijd ter beschikking staat.

Bij het einde van de ploegendienst moet de machine op een werkstukdikte van 70 mm worden gebracht. Met de gebogen uitblaasleiding (machinetoebehoren) moet bij een lopende afzuiging langs onder in de afzuigsleuf worden geblazen, om het daarin vastzittende stof te verwijderen.

De verbinding van de afzuigaansluitingen met de bij de machine behorende afzuigleiding gebeurt met niet-brandbare leidingen en slangen (Ø160 mm). De buisleiding moet met de reinigingsbezem uit het machinetoebehoren door de overeenkomstige poetsopening worden gereinigd. Dit gebeurt doordat de bezem in beide richtingen door de buisleiding wordt gestoken.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 32 van 97

Page 33: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.4 Transport

Het transport van de werkstukken door de machine gebeurt op een doorlopende transportband.

De transportband wordt via een verstelbare tandwielmotor aan de uitloop van de machine links aangedreven. De toevoersnelheid wordt met een potentiometer op het schakelpaneel ingesteld.

Bij de transportband gaat het om een rubberband met een glijlaag, een treklaag uit textiel en een rubberbekleding of om een hittebestendige (ca. 80°C), gelooide chroomlederband, die uitstekende eigenschappen heeft met betrekking tot slijtage, stof en vonkenregen.

Voor een correcte loop van de transportband is in de machine een transportbandbesturing aanwezig. De instelling gebeurt volgens hoofdstuk Reparatieaanwijzingen. Indien de transportband beweegt, schakelt de veiligheidsschakelaar de machine veilig af.

Bij lichte beschadigingen van de transportband is een reparatie ter plaatse in de machine mogelijk. Voor meer gedetailleerde informatie neemt u contact op met de firma Paul Ernst Maschinenfabrik GmbH.

Een vervanging van de transportband is pas nodig na een werkingsduur van meerdere jaren en mag uitsluitend worden uitgevoerd door een bevoegd ERNST-technicus.

Afbeelding 13

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 33 van 97

Transportband

Tandwielmotor

Page 34: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.5 Hoogteverstelling

De machine beschikt over een elektromechanische hoogteverstelling met tandwielmotor voor het instellen van de werkstukdikte. Via een kettingaandrijving worden tegelijkertijd de slijp- en borstelwalsen in de hoogte verplaatst. De werkhoogte van de machine blijft constant (850mm). Met de bijbehorende bedieningstoetsen werkstukdikte groter resp. kleiner kan de werkstukdikte worden gewijzigd.

De machine is bijkomend uitgerust met respectievelijk een Min.-Max.-schakelaar, die enerzijds de operator ertegen moet beschermen, met lopende slijp- of borstelelementen op de transportband te bewegen en deze te beschadigen en anderzijds in de maximumpositie moet verhinderen, dat met de machine uit de machinespillen wordt bewogen.

De instelling van de Min.-Max.-schakelaar gebeurt aan de overeenkomstige schakelnokken op een instelstang. De minimuminstelling bedraagt 1 mm, de maximale instelling is standaard 150 mm. Aangezien de eindschakelaars een zekere hysteresis vertonen, is het nodig om in het bereik voor dunne platen van 1 – 4 mm bij een contraroterende verstelling dit bereik te verlaten. Hierbij wordt aanbevolen de machine kort op een werkstukdikte boven 5 mm te brengen en dan aansluitend op de gewenste werkstukdikte.

Afbeelding 14

De instelling en afregeling van de machine resp. van het afleesinstrument van de hoogte-instelling is terug te vinden in hoofdstuk Reparatieaanwijzingen.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 34 van 97

Schakelnok minimum

Eindschakelaar minimum

Eindschakelaar maximum

Instelstang

Schakelnok maximum

Page 35: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.6 Uitblaasinrichting slijpwals

De slijpwals wordt in bepaalde tijdsintervallen (instelbaar in de schakelkast aan het overeenkomstige tijdrelais door een elektrotechnicus) afwisselend gereinigd door een persluchtstoot. Hiertoe is er een uitblaasleiding in de afzuigtrechter van de slijpwals geïntegreerd

In bepaalde tijdsintervallen (fabrieksinstelling 0,5 sec. blazen, 15 sec. pauze), wordt het magneetventiel geopend en wordt de uitblaasleiding voorzien van perslucht.

Daardoor wordt het schuurlinnen afgeblazen, zodat er een verhoogde standtijd van het slijpmiddel ontstaat.

Het uitgeblazen stof wordt meteen in de afzuigtrechter opgevangen en naar de overeenkomstige afzuiging gevoerd.

Om ervoor te zorgen dat het nodige luchtvolume voor het afblazen ter beschikking staat, bevindt er zich in het machineframe, onder de transportband, een persluchtketel (afbeelding 10).

Het overdrukventiel is ingesteld op een max. overdruk van 8 bar en voorzien van een loodzegel.

De aftapkraan dient om het ontstane condenswater uit de persluchtketel te kunnen aflaten.

Reinigingscyclus 3 maanden

Afbeelding 15

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 35 van 97

Drukketel

Toevoer perslucht

Toevoer afblaasleiding

Overdrukventiel max. 8 bar

Aftapkraan

Page 36: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.7 Schakelklep

De schakelklep aan de inloop van de machine loopt over de volledige werkbreedte.

De schakelklep heeft als taak de machine te beschermen tegen foutieve omstandigheden.

De instelling wordt 6 mm dikker ingesteld dan de werkstukdikte, zodat werkstukken met bramen er toch nog onderdoor kunnen gaan, en wordt parallel met de machine in de hoogte versteld.

Bij een te kleine instelling van de werkstukdikte tegenover de te bewerken werkstukdikten, schakelt de schakelklep de machine in „NOODSTOP” uit in de veilig stopgezette toestand.

De instelling van de schakelklep mag niet worden veranderd, aangezien hierdoor gevaren ontstaan voor mens en machine!

Afbeelding 16

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 36 van 97

Veiligheidsschakelaar

Slijpwals

Schakelklep

Transportband

Page 37: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.8 Magneetbaan

Om magnetische werkstukken (ferrietstalen elementen) bij het afbramen op de transportband te houden, is aan de bedieningszijde onder de transportband een magneetbaan geïnstalleerd over de gehele bewerkingsbreedte en -lengte.

Hierbij geldt voor magnetische kleine werkstukken een minimale lengte van 80 mm bij een minimaal oppervlak van 40 cm2. Daarbij mag de werkstukhoogte niet hoger zijn dan 60% van de werkstuklengte.

Bij de magneetbaan gaat het om een permanente magneet, die niet moet worden in- of uitgeschakeld en geen onderhoud nodig heeft.

De magneetbaan is met bevestigingsschroeven op de machinetafel gemonteerd en zodanig uitgelijnd, dat ze met de bandwals een vlak niveau over het volledige werkgebied vormt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 37 van 97

Page 38: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.9 Vacuümzuiginstallatie

In een speciale uitvoering kan de machine voor niet-magnetische werkstukken (bijv. roestvrij staal, non-ferrometalen, enz.) worden geleverd met een vacuümzuiginstallatie over de volledige werkbreedte. Hierbij geldt voor niet-magnetische kleine werkstukken een minimale lengte

van 100 mm bij een minimaal oppervlak van 200 cm² zonder openingen

Voor de vacuümzuiginstallatie is een externe hogedrukventilator nodig, die de nodige onderdruk produceert. Hij is naast de machine opgesteld (vgl. opstellingsschema van de machine).

De afzuiglucht van de ventilator wordt mee in de aanwezige afzuigleiding geblazen. De afzuigcapaciteit van de ontstoffingsinstallatie moet in samenspraak met de firma Paul Ernst Maschinenfabrik worden ingesteld.

Maandelijks moeten de kunststofaansluitingen aan de zijkant in de tafel worden verwijderd en moet de vacuümkamer met de persluchtleiding worden gereinigd van stofafzettingen.

Afzetting 17

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 38 van 97

Slangaansluiting voor afzuiging Ø100 mm ter plaatse aan te sluiten

Smoorklep vacuüm (volledig geopend)

Page 39: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.10Stofopvangbak

Bij de uitloop van de machine onder de transportbak bevindt zich een stofopvangbak, die de taak heeft het achtergebleven stof op de transportband afkomstig van het slijpproces op te vangen en naar een bak (bijv. emmer, doos, enz.) te voeren.

In de stofopvangbak zit een borstel die de transportband aan de onderzijde afveegt.

De stofopvangbak moet wekelijks gereinigd en gecontrolleerd worden.

Afbeelding 18

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 39 van 97

Transportband

Stofopvangbak

Emmer / doos (ter plaatse)

Page 40: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

8.11 Slijpgereedschappen

Er moet schuurlinnen in de machine worden gebruikt, dat voldoet aan de FEPA-norm (Europese vereniging van producenten van slijpmiddelen ).

Hierbij moet schuurlinnen worden gebruikt, dat een zekere stijfheid (textieldrager) heeft, om de veilige werking van het slijpmiddel in de machine te waarborgen.

Geschikte slijpmiddelen kunt u aankopen bij gerenommeerde producenten van slijpmiddelen.

Lijst van producenten van schuurvellen voor ERNST-afbraammachines

1. Hermes Schleifmittel GmbH & Co.Luruper Hauptstr. 106-12222547 HamburgTel.: 040/8330-0

2. VSM Vereinigte Schmirgel- und Maschinenfabriken AGSiegmundstr. 1730165 HannoverTel.: 0511/35260(Distributie door Paul ERNST Maschinenfabrik GmbH)

3. 3M Deutschland GmbHHauptverwaltungCarl-Schurz-Str. 141453 NeussTel.: 02101/140

4. AWUKO – Schleifmittelwerk KGWandmacher GmbH & Co.Postfach 146030014 Hannover-MündenTel.: 05541/8015

Lijst van verkopers van schuurvlies voor ERNST-afbraammachines

Paul ERNST Maschinenfabrik GmbHAlte Meckesheimer Landstr.74927 Eschelbronn

Bij een bestelling moet de leverancier van de slijpgereedschappen erop worden gewezen, voor welk machinetype en welk gebruiksdoeleinde de slijpmiddelen nodig zijn en welke afmetingen het schuurvel heeft.

Lengte 1540mm x werkbreedte 600 mm

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 40 van 97

Page 41: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Er moet absoluut voor worden gezorgd, dat de schuurvellen rechthoekig worden gesneden.

Opslag van de slijpgereedschappen

Zorgvuldige behandeling van de slijpmiddelen op supports (slijpgereedschappen) tijdens het transport

Mechanische beschadigingen bijv. door gooien, stoten of knikken moeten worden vermeden.

Opslag van de slijpgereedschappen in droge, vorstvrije ruimten. Niet in de buurt van verwarmingen, koude of vochtige muren en niet

rechtstreeks op de vloer opslaan. Aanbevolen worden opslagtemperaturen tussen 18 en 22 graden Celsius, bij

een relatieve luchtvochtigheid tussen 45 % en 65 %. Slijpgereedschappen beschermen tegen directe zonnestralen. Uit de verpakking genomen slijpgereedschappen zodanig opslaan, dat

beschadigingen worden vermeden. Het is aan te bevelen, de slijpgereedschappen vlak op te slaan, aangezien dit

de vervanging van het slijpmiddel in de machine vergemakkelijkt.

Ervaringswaarden hebben aangetoond, dat voor het afbramen van gestanste en genibbelde platen een korrelgrootte van 80-120 (FEPA-norm) zinvol gebleken is.

Voor het afbramen van gebrande of plasmagesneden werkstukken gebruikt men schuurlinnen met korrelgrootte 24-60 (FEPA-norm).

Het is zinvol het schuurlinnen zo grof mogelijk te kiezen voor het desbetreffende gebruiksdoeleinde, aangezien daardoor de standtijd en de sterkte van de slijpgereedschappen worden verhoogd.

De slijpgereedschappen worden in de machine met eenomtreksnelheid van 13 m/sec. aangedreven.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 41 van 97

Page 42: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9 Bediening van de machine

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 42 van 97

Page 43: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.1 Vervanging van het schuurvel

De afmetingen van het slijpgereedschap bedragen:

lengte = 1540 mm breedte = werkbreedte van de machine 600 mm

Met de keuzeschakelaar Transport - Handmatig (op het bedieningspaneel van de machine), brengt men een plaat met bekende werkstukdikte onder de slijpwals. De plaat moet in de breedte overeenstemmen met de werkbreedte van de machine.

Door de keuzeschakelaar „Transport - Handmatig“ terug te zetten resp. door de toets machine „STOP“ in te drukken, wordt de transportband gestopt zodra de plaat zich in positie onder de slijpwals bevindt.

De slijpwals wordt met de elektromechanische hoogteverstelling, op het bedieningspaneel ingesteld, op de werkstukdikte van de ingeschoven plaat (bijv. 1,5 mm).

Nu wordt het slijpmiddel tussen de cilinderwand en klemband I, ca. 120 mm tot aan de aanslag ingevoerd.

zie systeemschets nr. 28-7433-4, blad 2, fase I

Met de persluchtvulmeter (handgreep volledig doortrekken) ca. 3 bar perslucht in de klemband I laten stromen zodat het schuurpapier wordt tegengehouden.

Controle door lichtjes aan het schuurvel te trekken, om er zeker van te zijn dat dit zich in het juiste klemvak bevindt.

Daarna draait men de slijpwals in draairichting door middel van de meegeleverde ratel (machinetoebehoren).

Door de wrijving tussen het slijpmiddel en de plaat wordt het schuurvel gelijkmatig tegen de slijpwals gedrukt. Daarna wordt het uiteinde van het schuurvel tussen klemband II en het spansegment zover mogelijk ingestoken. Met de bandenvulmeter laat men ca. 3 bar perslucht in de klemband II stromen, zodat het schuurpapier wordt vastgehouden.

zie systeemschets nr. 28-7433-4, blad 2, fase II

Vervolgens laat men in de spanband met de bandenvulmeter ca. 2-2,5 bar perslucht stromen. Het spansegment spant het slijpmiddel vast rond de cilinderomtrek.

Nu draait men de slijpwals nogmaals één slag zodat het schuurvel er goed tegenaan ligt en eventuele losse plekken worden weggewerkt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 43 van 97

Page 44: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Om te controleren of het slijpmiddel correct opgespannen is, wordt met de hand, door lichtjes te slaan, ter hoogte van de spangroef gecontroleerd of er hier nog losse plekken aanwezig zijn. Mocht dat het geval zijn, dan is het absoluut noodzakelijk dat het opspannen van het schuurvel wordt herhaald. Anders ontstaat er immers gevaar voor de machine tijdens de werking. Ten slotte wordt de plaat uit de machine getransporteerd voordat er met het verdere werkproces kan worden doorgegaan.

zie systeemschets nr. 28-7433-4, blad 2, fase III

Let op!

Om beschadigingen aan de machine uit te sluiten en voor de

arbeidsveiligheid van het bedieningspersoneel is het absoluut

noodzakelijk,

dat voor het begin van de slijpwerkzaamheden telkens de lucht in de

klembanden

en in de spanband wordt gecontroleerd.

klemband I +II ca. 3 bar

Spanband ca. 2 - 2,5 bar

Verwijderen van het schuurvel:

Men beweegt de machine met de elektromechanische hoogteverstelling op een werkstukdikte tussen 5 en 10 mm. Na het openen van de afdekkappen laat men de lucht uit de span- resp. klembanden naar buiten stromen; hiervoor kunnen de ventielen worden ingedrukt. Na het uitstromen van de lucht kan het slijpmiddel uit de klemvakken worden getrokken en door voorzichtig te trekken van de cilindermantel worden afgerold.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 44 van 97

Page 45: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Afbeelding 19

sponsrubber Spansegment

Spanband klemband 2 klemband 1

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 45 van 97

Page 46: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.2 Technische gegevens slijpwals

Slijpwals- = 425mm Sponsrubberhardheid afhankelijk van de toepassing 12 – 20°Shore Slijpmiddel: Schuurvellen in korrelgrootten van P36-P280

Schuurvlies in kwaliteiten H100, H280, H800 Slijpmiddelafmetingen: Werkbreedte 900 x 1540mm

Werkbreedte 1400 x 1540mm Snijsnelheid: 13 m/sec. Slijpmiddelvervanging ca. 3 – 5 min

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 46 van 97

Page 47: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.3 Slijpmiddelafmetingen:

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 47 van 97

Schuurpapierafmeting

Werkbreedte

Let op: Schuurpapier plat bewaren!

Page 48: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.4 Systeem slijpmiddel aanbrengen

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 48 van 97

Page 49: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.5 Bediening van de machine

Voor het werken met de machine moet de veiligheidsketen van de installatie gesloten zijn; dit wordt op het bedieningspaneel van de machine aangegeven.

Afbeelding 20

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 49 van 97

21

15

14

11

8

7

6

5

13

18

19

20

22

5

6

3

4

12

9

10

16

17

23

1

2

Page 50: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

1. Besturing AAN2. Besturing UIT3. Slijpwals AAN4. Slijpwals UIT5. Oscillatie slijpwals AAN6. Oscillatie slijpwals UIT7. Borstels I en II AAN8. Borstels I en II UIT9. Transport AAN10.Transport UIT11. Indicatie werkstukdikte12.Drehzahlregelung Transport

13.Toerentalregeling transport14.Ampèremeter borstels15.Ampèremeter slijpwals16.Ontstoffingsinstallatie AAN17. Ontstoffingsinstallatie UIT18.Werkstukdikte OMHOOG19.Werkstukdikte OMLAAG20.Transport handmatig21.Noodstop22.Rollenbaan23.Ortomat

9.5.1 Starten van de machine

Toets pos.1 Besturing „AAN“ indrukken Toets 16 Ontstoffingsinstallatie „AAN“ indrukken Toets 9 Transport „AAN“ indrukken Aansluitend kunnen de starttoetsen voor de slijpwals en borstels naar

keuze worden geselecteerd. Voor het afbraamproces is het zinvol, de slijpwals met oscillatie toets 5 te

laten werken. Toetsen 18 + 19 Instellen van de werkstukdikte (OMHOOG-OMLAAG), die

kan worden afgelezen op de indicatie van de werkstukdikte pos.11. Regeling van de voedingssnelheid via potentiometer 12

Let op!

De machine mag in normale werking alleen worden uitgeschakeld met de toets 10 „Transport Uit” of door het uitschakelen van de individuele aggregaten, omdat hierbij het reinigingsprogramma van de ontstoffingsinstallatie automatisch begint te lopen.

Bij het stopzetten van de machine via de „NOODSTOP-toets” is de nareiniging van het filter niet gegarandeerd.

De „NOODSTOP-toets” mag uitsluitend in geval van nood worden bediend!

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 50 van 97

Page 51: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.6 Elektronisch foutlokalisatieapparaat „ORTOMAT”

Afbeelding 21

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

1 Transportbandverloop links2 Inloopdeksel3 Schakelklep4 Transportbandverloop rechts5 Deur rechts6 Motorveiligheidsschakelaar transport7 Motorveiligheidsschakelaar hoogteverstelling8 Motorveiligheidsschakelaar slijpwals9 Motorveiligheidsschakelaar oscillatie slijpwals10 Motorveiligheidsschakelaar borstel 111 Motorveiligheidsschakelaar borstel 212 Motorveiligheidsschakelaar ontstoffingsinstallatie13 Motorveiligheidsschakelaar vacuüm14 Drukschakelaar15 NOODSTOP16 Stuurspanning

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 51 van 97

Page 52: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

De Ortomat dient als optische indicator voor een keten van veiligheidsschakelaars en veiligheidsfuncties in de machine. De desbetreffende schakelaars worden in een schema op het bedieningspaneel getoond. De machine is alleen gebruiksklaar wanneer alle functies correct verlopen, dit wordt aangegeven doordat de lichtdiodeketen gaat branden.

Een fout wordt aangegeven doordat de lichtdiodeketen slechts gedeeltelijk brandt. De eerst gedoofde lichtdiode geeft aan, welke component een fout vertoont. Door het verhelpen van de aangegeven fout moet de veiligheidsketen weer gesloten zijn zodat de machine weer in de bedrijfstoestand kan worden gezet. Deze toestand wordt aangegeven door het oplichten van alle lichtdioden.

Foutoorzaken

Pos. 1 en 4 Veiligheidsschakelaar transportbandverloopControleren of de transportband scheefgelopen is (transportband door naspannen van de inloopbandwals naspannen en uitlijnen).Controleren of de elektrische eindschakelaars functioneren.

Pos. 2 en 5 Veiligheidsschakelaar voor inloopdeksel en zijdeuren rechtsControleren of inloopdeksel en zijdeuren rechts gesloten zijn. Schakelaar op defecten controleren.

Pos. 3 Veiligheidsschakelaar „schakelklep“Controleren of werkstuk te veel bramen bevat (werkstuk verwijderen).Controleren of machine te diep staat (werkstukdikte corrigeren). Controleren of schakelklep mechanisch hangt (schakelklep herstellen).Controleren of schakelaar mechanisch hangt. Schakelaar op defecten controleren.

Pos. 6 tot 13 „Motorveiligheidsschakelaars“Bij de bijbehorende motorveiligheidsschakelaar werd door een overbelasting (temperatuur) het bimetaalrelais geactiveerd.Eventueel machine-instelling controleren werkstukdikte corrigeren, slijpbeeld, controlerenFunctie van de afzonderlijke machine-elementenelektrische storing.Motor op defecten controleren.Motorveiligheidsschakelaars op defecten controleren.

Pos. 14 Drukschakelaar (optioneel)Persluchttoevoer

Pos. 15 Indicatie „Noodstopschakelaar“Noodstopschakelaar aan de inloop resp. uitloop van de machine is ingedrukt (Noodstopknop lossen).

Pos. 16 Stuurspanning

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 52 van 97

Page 53: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Controleren van de zekeringen.Stuurkring controleren op kortsluiting en defecte apparatuur.Stroomapparaatuur op defecten controleren.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 53 van 97

Page 54: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.7 „NOODSTOP – functie”

De machine is met verschillende schakelaars uitgerust, die een NOODSTOP-functie op de machine activeren.

NOODSTOP-toetsen bevinden zich

op het bedieningspaneel van de machine bij de uitloop van de machine

Deze toetsen mogen enkel bij gevaar worden ingedrukt om de machine te laten stoppen.

Bij de „NOODSTOP-functie“ wordt de machine onmiddellijk buiten werking gesteld en de slijp- en borstelelementen worden via een wervelstroomrem, die zich in de schakelkast bevindt, tot stilstand afgeremd.

Alle deksels en deuren en de schakelklep zijn door veiligheidsschakelaars met een slot beveiligd tegen openen tijdens de werking. Na het uitschakelen van de machine – ook bij NOODSTOP – worden de deuren pas ontgrendeld, wanneer de slijpaggregaten afgeremd zijn.

Let op!

Zelfs bij een geactiveerde „NOODSTOP” dient de operator zorgvuldig te werk te gaan zodat hij bijv. tijdens het remmen niet in draaiende delen grijpt, totdat de remprocedure afgesloten is.

De elektrische installatie staat bij een geactiveerde „NOODSTOP” nog onder spanning.

Bij een uitgeschakelde hoofdschakelaar staat de voedingskabel van de machine nog onder spanning.

De NOODSTOP-functie moet regelmatig 1/2-jaarlijks worden gecontroleerd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 54 van 97

Page 55: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.8 Werken met de machine

Voordat men het eerste werkstuk slijpt, dient er op het volgende te worden gelet:

1. Magnetische werkstukken vereisen bij bewerking op de magneet een lengte van minstens 80 mm en een oppervlak van minstens 40 cm² (bijv. 8 x 5 cm).

2. Niet-magnetische werkstukken vereisen bij bewerking op de vacuümbaan een lengte van minstens 100 mm en een oppervlak van minstens 200 cm² (bijv. 14 x 14 cm).

3. Werkstukken, die niet voldoen aan de minimumeisen voor de magneetbaan of de vacuümzuigbaan, kunnen als alternatief worden bewerkt zoals beschreven is in hoofdstuk Sjablonen.

4. Voor het starten van de machine moet de luchtdruk aan de klem- en spanbanden gecontroleerd worden. Indien nodig perslucht bijvullen.

Werkwijze bij het slijpen:

Meet de werkstukdikte en stel deze op het bedieningspaneel in met de toetsen Omhoog/Omlaag, tot de digitale indicatie de gewenste maat aangeeft.

Men kan best alle werkstukken een beetje schuin door de machine laten lopen, omdat daardoor de bewerking van de randen beter is.

De voedingssnelheid dient zo te worden gekozen, dat de randen van de werkstukken overeenkomstig afgebraamd en afgerond zijn. De machine heeft een traploze voedingssnelheid van 1-4 m/min. Hoe lager de voedingssnelheid is, des te intensiever worden de werkstukken bewerkt.

De standtijd voor het schuurvel is relatief hoog, maar is in sterke mate afhankelijk van het te bewerken materiaal en de braamvorming.

Mochten er zeer sterke versmeltingen op de werkstukken aanwezig zijn (>3mm), dan schakelt de schakelklep de machine uit. Door het manueel wegtikken van de hoge bramen kunnen deze werkstukken dan vervolgens in de machine worden bewerkt.

Het slijpmiddel wordt permanent met perslucht uitgeblazen, waardoor het verstoppen van de slijpkorrels wordt voorkomen. Zo kan men naargelang het slijpmiddel standtijden tussen 20 en 40 uren bereiken.

Het vervangen van het schuurvel duurt ongeveer 3-4 minuten. vgl. hoofdstuk Vervangen slijpmiddel

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 55 van 97

Page 56: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Bij de machines, waarin hoofdzakelijk brander- of plasmagesneden materiaal wordt verwerkt, wordt naar keuze, ter verhoging van de slijpcapaciteit, een glasvezelfolie tussen het schuurvel en de sponsrubberbekleding van de slijpwals aangebracht.

Deze kan los worden ingelegd, of vastgekleefd worden voor een eenvoudigere slijpmiddelwissel.

Vergelijk hoofdstuk Slijpmiddelwissel

De machine is in de fabriek voorzien van twee veiligheidsschakelaars (Min./Max.), die een verstelling van de machine van min. 1 mm tot max. 150 mm werkstukdikte mogelijk maken. Deze wordt door schakelnoppen aan respectievelijk een schroefdraadstang aan de rechterzijde van de machine onder de afdekkap ingesteld.

Bij het gebruik van de machine met grotere werkstukken ( deelgewicht ) is het zinvol voor resp. na de machine rollenbanen op te stellen. De grootte en de verdeling van de rollenbanen is afhankelijk van de te bewerken werkstukken.

M.b.t. de uitrusting en grootte van de rollenbanen neemt u contact op met de firma Paul Ernst Maschinenfabrik GmbH of een geautoriseerde vakhandelaar.

Als instelwaarden van de machine gelden:

afvlakking slijpwals ca. 15 mm

afvlakking stalen / roestvrij stalen borstelwals ca. 8 – 10 mm

afvlakking lamellenborstelwals ca. 35 mm

Deze waarden kunnen door controle van het slijpbeeld van de machine worden gecontroleerd.

Hiervoor wordt een plaat in de machine getransporteerd, de machine wordt op de plaatdikte van de aangevoerde plaat ingesteld en door het manueel draaien van de slijpwals resp. van de borstel wordt de desbetreffende afvlakking gecontroleerd.

Aan het slijpbeeld kan enerzijds het ingrijpen van de slijp- en borstelwalsen en anderzijds de parallelliteit van de slijp- en borstelelementen worden beoordeeld.

Bij een eventueel verschil tussen de benodigde afvlakking en de ingestelde werkstukdikte dient de digitale indicatie overeenkomstig de gebruiksaanwijzing te worden gecorrigeerd.

Het slijpresultaat kan ook door verschillende voedingssnelheden van de transportband worden veranderd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 56 van 97

Page 57: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Hoe lager de voedingssnelheid is, des te intensiever is het slijpresultaat.

Als richtwaarden kan men de volgende data aannemen:

Slijpen van sterk van bramen voorziene werkstukken (gebrande en plasmagesneden werkstukken) ca. 1 – 2 m/min.

Stans-, laser- en nippelwerkstukken ca. 2 – 4 m/min.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 57 van 97

Page 58: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

9.9 Sjablonen

Kleine werkstukken, die niet voldoen aan de minimumeisen voor de magneetbaan of de vacuümzuigbaan, kunnen met geschikte zelfgemaakte sjablonen of met het ERNST Vario-sjabloon worden bewerkt.

De zelfgemaakte sjablonen bestaan uit een plaat, die dunner is dan het werkstuk. Uit deze plaat wordt de werkstukcontour als negatief gelaserd, gebrand, enz. Het negatief mag indien mogelijk slechts een beetje groter zijn dan het positief, om een verdraaiing van de werkstukken te vermijden. Elk sjabloon moet voorzien zijn van een bodem.

Afbeelding 22

Werkstuk Negatiefsjabloon Geperforeerde plaat Bezet sjabloon

Afhankelijk van de werkstukdikte moet het negatiefsjabloon 0,5 mm tot meerdere millimeters dunner zijn, om een bevredigende bewerking van de randen te kunnen garanderen.

Voor frequent variërende werkstukken van kleine tot gemiddelde seriegrootten is in het bijzonder het ERNST Vario-sjabloon geschikt, waarop de meest uiteenlopende werkstukvormen veilig en variabel kunnen worden gespannen.

Afbeelding 23

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 58 van 97

Page 59: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Let op:

Als werkstukhoogte moet bij de bewerking met sjablonen de totale hoogte van de sjabloonopbouw worden ingesteld, d.w.z. werkstukdikte plus dikte van de

geperforeerde plaat

Voorbeeld:

Werkstukdikte 4 mm

Dikte van het negatiefsjabloon 2 – 3 mm

Bodemdikte 2 mm

Machine instellen op 6 mm

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 59 van 97

Page 60: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

10 Onderhoud van de machine

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 60 van 97

Page 61: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

10.1Dagelijkse reiniging en controle / wekelijkse controle

Machineonderhoud Blad 1

Type Pluto 600 Jaar:

Dagelijks:1. Afzuigtrechter met uitblaasleiding langs onder uitblazen, bij een lopende

afzuiging2. Visuele controle van machine op beschadigingen

Wekelijks:1. Reiniging van de afzuigtrechters met perslucht2. reiniging afzuigtrechters door poetsdeksel3. reiniging + controle afzuiginstallatie volgens specificatieblad

uitgevoerd uitgevoerdKW bij 8

uren.bij ...... uren.

Sym-bool

Datum KW

bij 8 uren. bij ...... uren.

Sym-bool

Datum

1 272 283 294 305 316 327 338 349 35

10 3611 3712 3813 3914 4015 4116 4217 4318 4419 4520 4621 4722 4823 4924 5025 5126 52

Reservebladen in de gebruiksaanwijzing

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 61 van 97

Page 62: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

10.2Maandelijkse controle

Machineonderhoud Blad 2

Type Pluto 600 Jaar:

Maandelijkse cyclus bij 8 uren = één ploegendienst

Vul overeenkomstig de gebruiksduur van de machine in uw bedrijf de tijdsintervallen in de 3de kolom in. (bijv. bij gemiddeld 4 uren = dubbele tijdsintervallen, bij ploegenbedrijf 1/2 resp. 1/3 tijdsinterval.)

Reiniging:1. Complete machine reinigen van stofafzettingen.2. Demontage en reiniging filter van ontstoffingsinstallatie. (In kolom „W”, vervanging

aankruisen)3. Reiniging buisleiding.4. Controle van slijpwals en borstels op hun toestand.5. Controle en ev. reiniging transportband.6. Smeren volgens smeerschema

uitgevoerd uitgevoerdKW bij 8

uren.bij ...... uren. Sym-

bool Datum KW bij 8 uren. bij ...... uren. Sym-

bool Datum

1 272 283 294 305 316 327 338 349 35

10 3611 3712 3813 3914 4015 4116 4217 4318 4419 4520 4621 4722 4823 4924 5025 5126 52

Reservebladen in de gebruiksaanwijzing

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 62 van 97

Page 63: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

10.3Smeerschema

De aangegeven smeerintervallen moeten worden nageleefd voor de afgebeelde smeerlocaties. Een gebrekkige smering kan leiden tot voortijdige defecten van kogellagers of machineonderdelen.

Afbeelding 24 Afbeelding 25

1 2

Afbeelding 26

3

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 63 van 97

Page 64: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Afbeelding 27 Afbeelding 28

4 5 6

Afbeelding 29 Afbeelding 30

9 10 11

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 64 van 97

Page 65: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Afbeelding 31 Afbeelding 32

12 13 14 15

Pos. Omschrijving Interval Type smeervet

1 Slijpwals zwenkarm links Maandelijks Rollenlagervet

2 Slijpwals zwenkarm rechts Maandelijks Rollenlagervet

3 Inloopbandwals rechts + links Halfjaarlijks Rollenlagervet

4 Uitloopbandwals rechts Halfjaarlijks Rollenlagervet

5 Uitloopbandwals links Halfjaarlijks Rollenlagervet

6 Transporttransmissie 10000 u Zie fabrikantenaanwijzingen in handleiding

9 Ketting tandwielmotor hoogteverstelling

Maandelijks Rollenlagervet

10 Tandwiel hoogteverstelling 10000 u Zie fabrikantenaanwijzingen in handleiding

11 Oscillatielager Maandelijks Grafietvet

12 Draaibeveiliging links Maandelijks Grafietvet

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 65 van 97

Page 66: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Pos. Omschrijving Interval Type smeervet

13 Oscillatierol links Maandelijks Grafietvet

14 Draaibeveiliging rechts Maandelijks Grafietvet

15 Oscillatierol rechts Maandelijks Grafietvet

Gebruik enkel geschikte en vergelijkbare smeermiddelen:

Rollenlagervet: Type: L71V Fabrikant: ArcanolGrafietvet: Type: Lycos Mo2 Fabrikant: Unil

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 66 van 97

Page 67: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11 Ontstoffingsinstallatie

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 67 van 97

Page 68: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.1 Veiligheidsinstructies

Het door ons geleverde apparaat is gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en is bedrijfszeker.

Toch kunnen er gevaren ontstaan voor

lichamelijk letsel bij de gebruiker of derden

de machine en ander materiaal van de gebruiker

de efficiënte werking van de machine

door niet-inachtneming van de technische documentatie.

Bediening, onderhoud en reparatie van het apparaat moeten worden uitgevoerd door deskundig personeel met een overeenkomstige kwalificatie.

Het apparaat is gebouwd in overeenstemming met de fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften en is voorzien van het CE-keurmerk.

Reparatie-, montage- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd, wanneer het apparaat resp. de installatie buiten werking gesteld is. Een inschakeling op afstand moet eveneens worden uitgesloten.

Voor beschadigingen van iedere aard, die ontstaan door verkeerd gebruik van het apparaat resp. van de installatie of door niet-inachtneming van de technische documentatie, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.

Ons leveringspakket is gespecificeerd in de offertetekst resp. in de orderbevestiging. Wanneer er bijkomende beschermingsmaatregelen nodig zijn, dan moeten deze door de exploitant van het apparaat resp. van de installatie ter beschikking worden gesteld en gemonteerd.

Onafhankelijk van de in deze handleiding vermelde veiligheidsinstructies gelden voor de werking van de installatie in ieder geval de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.

De exploitant is verantwoordelijk voor de naleving van deze voorschriften!

Indien er meer informatie over het apparaat / de installatie nodig is dan deze documentatie biedt, dan dient u contact op te nemen met de firma Paul Ernst Maschinenfabrik GmbH.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 68 van 97

Page 69: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.2Algemene voorwaarden

De overeengekomen garantie kan alleen worden verleend, wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:

Vakkundige en correcte montage, ingebruikname en bediening aan de hand van de onderhavige documentatie.

Aantoonbaar naleven van de voorgeschreven onderhoudsintervallen. Gebruik van het apparaat resp. van de installatie uitsluitend in het

toegelaten werkgebied. Onmiddellijke melding van schade aan de fabrikant. Het apparaat resp. de installatie wordt alleen gebruikt voor doeleinden

waarvoor ze volgens de technische documentatie bestemd is. Een wijziging van de gebruiksomstandigheden is enkel toegelaten na

overleg met de fabrikant inclusief schriftelijke bevestiging van de fabrikant. De verantwoordelijkheid voor de milieuvriendelijke afvoer van de

afgescheiden reststoffen resp. vervangen reserveonderdelen en slijtstukken ligt bij de exploitant.

Er mogen alleen originele reserveonderdelen van de fabrikant van het apparaat, de Maschinenfabrik PAUL ERNST, worden gebruikt.

De technische documentatie moet door het bevoegde bedieningspersoneel worden gelezen, begrepen en in acht worden genomen.

Technische wijzigingen, die nodig zijn voor de verbetering van de machine resp. installaties, zijn voorbehouden.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 69 van 97

Page 70: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.3Toepassingsgebied en reglementair gebruik

De afzuiginstallatie TE 2000 mag enkel onder de volgende voorwaarden worden gebruikt:

De afzuiginstallatie TE 2000 mag enkel voor droog, transporteerbaar en niet explosiegevaarlijk stof worden gebruikt

De korrelgrootte van het stof mag niet kleiner zijn dan 0,005 mm. De maximumtemperatuur van het ruwe gas bedraagt 70 graden Celsius.

De afzuiginstallatie TE 2000 mag niet onder de volgende voorwaarden worden gebruikt:

De afzuiginstallatie TE 2000 mag niet voor vochtig of olieachtig stof worden gebruikt.

Er mogen geen aluminiumstaven gefilterd worden.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 70 van 97

Page 71: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.4Korte handleiding

De korte handleiding geeft een overzicht van de apparaatbediening.

De gedetailleerde beschrijving van individuele functies kan worden nagelezen in de speciale hoofdstukken.

Voordat het apparaat wordt gestart, verzekert u zich ervan dat

de reinigingsaansluitingen gesloten zijn, de stofverzamelbak dicht aangesloten is, de inlaataansluiting voor ruw gas verbonden is met het af te zuigen systeem. de aandrijfmotor overeenkomstig de vastgelegde draairichting (pijl)

aangesloten is.

Overeenkomstig de hoeveelheid vrijkomend stof moet de stofverzamelbak van tijd tot tijd worden leeggemaakt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 71 van 97

Page 72: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.5Opbouw en werkwijze

De afzuiginstallatie TE 2000 is een droog filter met cycloonafscheiding en aangesloten filterpatronen.

Het patroon (PE-patroon met PTFE-bekleding) bevindt zich in het midden van het apparaat.

Door de cycloon wordt de luchtstroom in rotatie gebracht, dit zorgt voor een afscheiding van de grotere partikels en vonken in de stofopvangbak, die onder de trechter aangebracht is.

Het fijnere stof, dat niet door de cycloonwerking wordt afgescheiden, blijft in het patroonfilter hangen dat zich in het middengedeelte bevindt.

De door de radiale ventilator opgewekte luchtstroom, die verantwoordelijk is voor de afzuiging, wordt afsluitend door een geluiddemper geleid (ca. 75 dB (A)).

Het is bij staalstof mogelijk om de ontstoffingsinstallatie type TE 2000 in circulatiemodus te gebruiken.

Het zuivere gas moet niet naar buiten worden afgeleid. De installatie is geschikt voor circulatiemodus.

Let op:

Voor de afscheiding van roestvrij staalstof en luchtafvoer moeten de technische regels voor gevaarlijke stoffen inzake "luchtafvoer bij omgang

met kankerverwekkende gevaarlijke stoffen" (TRGS 560) worden nageleefd.

Aan de ontstoffingsinstallatie bevindt zich een kogelkraan, die na het uitschakelen van de machine manueel moet worden opengedraaid om het filterpatroon van binnen naar buiten toe met een luchtstoot te reinigen.

Papierfilterpatroon

Het papierfilterpatroon is geschikt voor de opname van droog, olievrij stof.

De reiniging gebeurt door automatisch uitblazen van binnen naar buiten.

Door deze uitvoering is een demontage voor de manuele reiniging slechts ca. om de 3 maanden nodig.

Reiniging

De manuele reiniging gebeurt door uitkloppen met de hand.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 72 van 97

Page 73: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

De demontage gebeurt aan vier sterhandgrepen, die na het verwijderen van de stofopvangbak toegankelijk worden.

Hierbij moet er echter voor worden gezorgd, dat het filterpatroon bij de demontage resp. de montage niet wordt beschadigd.

Na de reiniging moeten de vier sterhandgrepen gelijkmatig met de hand worden vastgedraaid, zodat de afdichting van de papierfilterpatronen gelijkmatig aansluit en er geen stof ongefilterd voorbij kan stromen.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 73 van 97

Page 74: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.6Montage van het apparaat

De ontstoffingsinstallatie moet worden opgesteld op een zuivere en vlakke halvloer, die beantwoordt aan de industriestandaard.

De installatie moet aan de drukketel met een persluchtleiding R ¾ inch met het persluchtnet van de exploitant van de installatie worden verbonden.

De machine moet bij langere productieonderbrekingen (pauzes) of uiterlijk na drie uur worden uitgeschakeld om het filterpatroon manueel door het openen van de kogelkraan te reinigen. Een te sterke vervuiling van het filterpatroon is daardoor uitgesloten.

Na de montage en verbinding van de ontstoffingsinstallatie met de machine via een buisleiding moet de behuizing van de ontstoffingsinstallatie respectievelijk aan elk van de drie poten met schroeven en pluggen aan de vloer worden bevestigd.

De elektrische aansluiting gebeurt op een stekkerdoos aan de machine. Een bevoegd elektrotechnicus is daarvoor niet noodzakelijk.

Een extern gebruik van de ontstoffingsinstallatie zonder de machine is niet mogelijk.

Indien de ontstoffingsinstallatie wordt verplaatst, dan moet bij het opnieuw in gebruik nemen in ieder geval de draairichting van de ventilator worden gecontroleerd.

Let op!

Voor alle onderhouds-, bedienings- en

reparatiewerkzaamheden die het openen van het

apparaat

vereisen, moet een inschakeling op afstand worden

verhinderd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 74 van 97

Page 75: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.7Onderhoud en verzorging

Het papierfilterpatroon wordt manueel via de kogelkraan gereinigd. Daarbij moet het papierfilterpatroon wekelijks op zijn functie resp. op

mechanische beschadigingen worden gecontroleerd Bij een beschadigd papierfilterpatroon moet dit worden vervangen. Wanneer een filter niet meer kan worden gereinigd, of wanneer het

beschadigd is, moet het worden vervangen door een nieuw filter. Voor de montage van dit filter moet de afzuiginstallatie door middel van een

handbezem worden gereinigd, zodat het stof in de onderaan aangebrachte opvangbak valt.

Tijdens de reinigingswerkzaamheden aan het filterpatroon moet een mond- en neusbescherming worden gebruikt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 75 van 97

Page 76: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.8Stofopvangbak leegmaken

Overeenkomstig de hoeveelheid vrijkomend stof moet de stofopvangbak worden leeggemaakt. Het stof moet volgens de wettelijke voorschriften worden afgevoerd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 76 van 97

Page 77: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.9Technische gegevens ontstoffingsinstallatie TE 2000

Motorvermogen 1,5 KW / 3,5 A

Spanning 3 ~ 400V / 50Hz

Toerental n = 2800 1/min

Afmetingen:

Hoogte met geluiddemper 2.150 mm

Diameter ontstoffingsinstallatie 800 mm

Afzuigwaarden:

Hoeveelheid afzuiglucht 0,55 m3/s / 2000 m²/h

Luchtsnelheid 25 m/s

Aanzuigaansluiting DN 180

Onderdruk 230 daPa

Filterwaarden Stofklasse M

Max. bedrijfstemperatuur ca. 70°C

Min. partikelgrootte 0,005mm

Aantal filters 1

Filteroppervlak 10 m²

Persluchtaansluiting R1/2“

Max. druk 5 bar

Minimale persluchthoeveelheid 30 Nl/min

Elektrische totale aansluiting 5,5 kW

Volume stofopvangbak Ca. 120 l

Onbelast Belast

Emissie-geluidsdrukniveau op de werkplaatsconform DIN EN ISO 11204

75 dBA 75 dBA

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 77 van 97

Page 78: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

11.10 Foutoplossing

Gebrekkig afzuigvermogen:

Reinigingsopening niet gesloten, stofopvangbak niet correct aangebracht, filterpatronen zijn sterk verontreinigd,draairichting van de ventilator stemt niet overeen met de draairichtingspijl.Afzuigtrechter in machine controleren, ev. reinigenAlle buisleidingen reinigen resp. afzuigtrechter in de machine reinigen.Controleren of de reiniging correct werkt.

Stofuittreding aan de zijde voor zuiver gas:

Filterpatroon defect, filter niet correct gemonteerd, filterpatroon sterk verontreinigd.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 78 van 97

Page 79: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12 Reparatieaanwijzingen

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 79 van 97

Page 80: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.1Reparatieoverzicht

Voor eventuele reparaties resp. de vervanging van defecte of beschadigde modules oriënteert u zich op het volgende overzichtsschema.

Werkzaamheden die enkel door een geautoriseerde ERNST–servicetechnicus mogen worden uitgevoerd, zijn in de tabel gemarkeerd met „EST”. Beschrijvingen over werkzaamheden die uitsluitend door een ERNST-servicetechnicus mogen worden uitgevoerd, zijn niet opgenomen in de gebruiksinformatie.

Werkzaamheden die door een geautoriseerde bedrijfsbankwerker of een andere vakman door de exploitant zelf kunnen worden uitgevoerd, zijn in de tabel gemarkeerd met „S” en zijn beschreven in de volgende hoofdstukken.

Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde elektrotechnicus en zijn gemarkeerd met „E”.

Bij informatieaanvragen neemt u contact op met de ERNST-klantendienstafdeling Tel. ++49 (0) 6226-9504-0.

Bij reparatiewerkzaamheden aan de machine moeten de geldende voorschriften voor de preventie van ongevallen (UVV) in acht worden genomen.

De gebruiksinformatie, pneumatische en elektrische schema’s moeten voor reparatiewerkzaamheden aan de machine, door de exploitant aan de machine ter beschikking gesteld zijn.

Er mogen alleen originele ERNST- reserveonderdelen in de machine worden gebruikt.

Voor verkeerd of gebrekkig uitgevoerde werkzaamheden aan de machine door de exploitant en daaruit resulterende schade voor mens en machine, aanvaardt de firma ERNST geen aansprakelijkheid!

Beschadigingen aan de machine en uit

te voeren reparatiewerkzaamheden

Gebruiksinformatie

hoofdstuk –

nummer – pagina

Werkzaamhede

n uit te voeren

door:

Transportbandvervanging - EST

Slijpwals vervangen - EST

Sponsrubber compleet vervangen - EST

Sponsrubber herstellen S

Sponsrubber uitlijnen S

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 80 van 97

Page 81: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Onderlegfolie vervangen S

Instellen slijp- + borstelwalsen S

Borstelwalsen montage resp. demontage S

Span- / klemband vervangen S

Instelling drukrollen S

Instelling werkstukdikte S / E

Hoogteverstelling geleidingselement - EST

Pneumatisch systeem S ; EST

Elektriciteit S ; EST

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 81 van 97

Page 82: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.2 Transportbandbesturing

De transportband wordt met een gebombeerde bandwals zo gevoerd, dat hij niet kan uitwijken.

Mocht de transportband na een bepaalde bedrijfsduur ondanks de bombering toch zijdelings uitwijken, dan schakelt een veiligheidsschakelaar de machine uit.

Afbeelding 33

Spanning van de transportband

De spanschroeven van de inloopbandwals kunnen door de openingen in de inloopbeveiliging worden bijgesteld. Voor het naspannen van de transportband wordt links en rechts aan de bandwals de transportband gelijkmatig gespannen.

De transportband mag slechts zo sterk worden gespannen, dat de transportband in het getrokken deel ca. 2 cm kan worden ingedrukt.

Bij een éénzijdig verloop moet de transportband eenzijdig worden nagespannen.

z.B. Band loopt naar rechts bandwals rechts spannen door draaien van de spanschroeven.

Band loopt naar links bandwals links spannen door draaien van de spanschroeven.

Hierbij moet er voorzichtig te werk worden gegaan, zodat de bandspanning niet te sterk wordt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 82 van 97

Veiligheidseindschakelaar voor de uitschakeling bij scheeflopen transportband

Page 83: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Draai de schroef zo ver, tot de band langzaam weer naar rechts resp. links beweegt. Deze werkwijze moet afwisselend rechts en links zo lang worden herhaald, tot de transportband foutloos loopt.

Na het instellen moeten alle klem- en contramoeren opnieuw worden vastgedraaid en de inloopbeveiliging opnieuw worden gemonteerd.

Afbeelding 34

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 83 van 97

Transportband

Spanschroef

As bandwals

Bandwals

Page 84: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.3 Sponsrubberbekleding herstellen / uitlijnen/ verzegelen

1.) Herstellen: Bij vocht het sponsrubber best gedurende het weekend laten drogen

(schuurlinnen moet eraf zijn). Beschadigde plek vierkant uitsnijden Uitgesneden plek met spiritus afbetten (doek, kwast) Let op: geen verdunning - er bestaat het gevaar dat de lijm onder het

overige sponsrubber loskomt Lijmnaad moet absoluut vetvrij zijn Sponsrubberlappen net zo groot uitsnijden als op de slijpwals Beide lijmoppervlakken met schuurlinnen opruwen (plaatelement van de

slijpwals en sponsrubberlappen). Sponsrubber en plaatelement van de slijpwals met lijm insmeren Enkele uren laten drogen (een nacht) Beide lijmoppervlakken met lijm (contactlijm Technicoll 8055) insmeren –

verdampingstijd 60 min.- Nogmaals beide lijmoppervlakken met lijm lichtjes afbetten – laten

verdampen tot de lijm geen draden meer trekt Sponsrubberlappen in slijpwals plaatsen en goed aandrukken. (Met

rubber- resp. kunststofhamer inslaan, tot de sponsrubberlap correct in de uitsparing zit) Droogtijd ca. 120 min.

Randen van de sponsrubberlap ook insmeren met lijm; in de machine na het inplakken en na 30 min. randen samendrukken.

2.) Uitlijnen: De slijpwals enkel in gespannen toestand van het spansegment uitlijnen. Een rechte, met schuurlinnen van korrelgrootte 40 of 60 (strook ca. 200

mm breed) bespannen houten plank onder de slijpwals brengen (zie schets hoofdstuk Uitlijnplank).

Voedingssnelheid op „0“ zetten Slijpwals starten met oscillatie en langzaam dieper bewegen. Aan het

begin van het uitlijnen slechts nog in stappen van 1/10 mm dieper bewegen en respectievelijk wachten tot er geen materiaalafschuring meer optreedt.

Sponsrubberlappen slechts zo ver uitlijnen, tot er lichtjes over het volledige oppervlak van de slijpwals wordt geslepen, zodat er geen overgang tussen de oude en nieuwe bekleding optreedt. Anders moet er een correctie van de hoogteverstelling worden uitgevoerd.

LET OP:

Bij het uitlijnen moet erop worden gelet, dat de slijpwals niet te heet wordt, aangezien de lijm anders loskomt.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 84 van 97

Page 85: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.4 Systeem Ernst-slijpwals

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 85 van 97

Uitlijnen van de sponsrubberbekleding Slijpwals enkel in gespannen toestand van het spansegment uitlijnen. Daarvoor links en rechts 2 platte ijzers 10 dik (40x30) in de spangroef leggen. Na het uitlijnen op omtrek 1335 mm, aan beide aanvoerplaatsen radius R=6 aanslijpen.

Omtrek slijpwals na het uitlijnen 1335 mm

Page 86: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.5 Uitlijnplank slijpwals

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 86 van 97

Voor het uitlijnen van de sponsrubberbekleding in de machine

Schuurlinnen korrelgrootte ca. 36-60

Werkbreedte: 900 resp. 1400

Spanplaat 19 mm resp. 22 mm dik

Het is absoluut noodzakelijk, dat het definitieve uitlijnen van de slijpwals in de machine plaatsvindt. Daarvoor is het noodzakelijk, dat de transportband zich in een goede toestand bevindt.De omtrek van de slijpwals na het uitlijnen = 1350 mmVoor het uitlijnen zijn de volgende machineaandrijvingen nodig:slijpwals, oscillatie slijpwals, hoogteverstellingLet op:Het uitlijnen mag uitsluitend droog, zonder slijpemulsie plaatsvinden!Bij het uitlijnen van de slijpwals mag er slechts een lage voedingssnelheid worden ingesteld (0,1 – 0,2 mm), zodat het sponsrubber niet te heet wordt.Voor de verdere voeding wachten tot er geen slijpgeluid meer hoorbaar is.Daarbij bestaat bovendien het gevaar, dat de lijm opnieuw loskomt.

Page 87: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.6 Instellen van de slijpwals en van de borstels

De instelling van de slijpwals en van de borstelwalsen wordt gecontroleerd met behulp van een slijpbeeld in de machine.

Hierbij kan zowel de correcte bewerkingsdiepte van de werkstukken als ook hun parallelliteit ten opzichte van de transporttafel worden gecontroleerd.

Breng een plaat met bekende dikte (ca. 1-2 mm) in de machine.

De machine wordt met de instelling voor de werkstukdikte ingesteld op de desbetreffende dikte.

Zet de voedingssnelheid van de transportband met de draaipotentiometer op stop.

Afbeelding 35

Door de slijp- resp. borstelelementen te draaien, ontstaat er een slijpbeeld op de metaalplaat (zie afbeelding 36).

Slijpbeeld slijpwals = ca. 12 – 15 mm Slijpbeeld stalen/roestvrij stalen borstelwalsen = ca. 8 – 10 mm Slijpbeeld lamellenborstelwalsen = ca. 35 mm

Door de hoogte-instelling te verplaatsen tot het gewenste slijpbeeld ontstaat, moet de machine mechanisch worden ingesteld op de desbetreffende werkstukdikte.

Bij verschillen tussen de instelling en de weergave van de werkstukdikte op het display moet deze overeenkomstig worden veranderd (vgl. hoofdstuk Instelling werkstukdikte).

De borstels moeten door het openen van de koppeling (vgl. hoofdstuk Borstelwalsen) overeenkomstig de instelling van de slijpwals worden ingesteld.

Bij scheve slijpbeelden klopt de parallelliteit van de machine niet. In dit geval neemt u contact op met de firma Paul Ernst Maschinenfabrik GmbH.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 87 van 97

Draaipotentiometer met stop-schakelaar

Page 88: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Afbeelding 36

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 88 van 97

Borstels ca. 8 mm

Slijpwals ca. 12 – 15 mm

Page 89: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.7Borstelwalsen montage resp. demontage

In een speciale uitvoering is de machine uitgerust met een snelwisselsysteem voor de borstelwalsen.

Voor de vervanging van de borstelwalsen zijn looprails, loopwagens, ophanginrichtingen en een aan de zijkant van de machine monteerbare standaard voor het naar buiten bewegen van de borstelwalsen nodig.

De vervanging van de borstelwalsen vindt plaats links of rechts. Hiervoor moeten de zijdeuren worden geopend. De beide loopwagens moeten in de looprail van de te vervangen borstelwals worden ingebracht. Dit gebeurt door ze in het profiel te schuiven. Nu wordt de zijdelingse standaard tot aan de machine gebracht. Daarvoor wordt het profiel omhoog geklapt en met de verbindingsmof in het bij de borstel horende profiel geschoven. Met de aan de zijkant aangebrachte sterhandgrepen moet de verbindingsmof van de standaard aan de looprail in de machine worden geklemd door sterhandgrepen. Er moet op worden gelet, dat de op de standaard aangebrachte afstelschroeven zodanig ingesteld zijn, dat de looprail van de standaard en de looprails in de machine dezelfde hoogte hebben.

12.7.1 Draadborstels

Eerst worden de borstelwalsen door middel van de hoogteverstelling naar de werkstukdikte 1 mm bewogen. In deze positie worden de V-riemen van de V-riemschijf van de motor afgenomen. Daarna wordt de machine naar de werkstukdikte 150 mm verplaatst. Als de borstelwals op 150 mm is bewogen, dan moet de ophanginrichting met haar draadstangen in de beide loopwagens worden opgehangen. Er moet op worden gelet, dat de ophanginrichting over de veiligheidsnokken van de loopwagens heen wordt geschoven en aan de borstelwals zuiver rond de as ligt. Daarna moet het staand lagerhuis links en rechts worden losgemaakt. Nu moet de machine opnieuw omlaag worden bewogen, zodat de wals vrij aan de ophanginrichting hangt. Nu is het mogelijk, de borstelwals aan de zijkant uit de machine te bewegen, zodat ze vrij naast de machine hangt. Afhankelijk van de aangebrachte borsteluitrusting kan de borstelwals door 2 personen met de hand worden uitgenomen of met een elektrische vorkheftruck worden opgenomen. De nieuwe borstelwals moet in omgekeerde volgorde weer in de machine worden gebracht. Er moet op worden gelet, dat het staand lagerhuis bij het inschuiven van de borstelwals niet kantelt. Na afloop van de succesvolle walsvervanging, moeten de ophanginrichting en de aan de zijkant opgestelde standaard opnieuw worden verwijderd.

Let op: Na afloop van de vervanging van de borstelwals moet in ieder geval worden gecontroleerd, dat alle in de machine aangebrachte hulpinrichtingen opnieuw verwijderd zijn en alle losgemaakte verbindingen opnieuw hersteld zijn en de V-riemen op de riemschijven werden aangebracht.

Vervanging van de borsteluitrusting van de borstelwalsen

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 89 van 97

Page 90: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

Aangezien bij nieuwe borsteluitrustingen eerst de as en de borsteluitrusting apart en na de montage nogmaals de volledige borstel moeten worden uitgebalanceerd, raden wij aan een vervanging van de borsteluitrusting uitsluitend bij de firma ERNST te laten uitvoeren.

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 90 van 97

Page 91: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.8Vervanging van de span- en klemband

Beide uiteinden van de banden zijn louter ingeklemd. Het demonteren resp. monteren gebeurt respectievelijk door de spangroef

in de slijpwalsmantel. De banden worden met de klemlippen aan de bijbehorende

bevestigingshaak gemonteerd. Bij de montage van de banden moet er absoluut op worden gelet, dat de

schroeven bij de montage door het rubber worden gedrukt en niet worden gedraaid.

Er mogen ook geen ovale gaten ontstaan bij de montage. In beide gevallen kunnen er lekken ontstaan aan de banden.

Afbeelding 37

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 91 van 97

Festalteschlauch I

Festhalteschlauch II

Spannschlauch

Klemmlasche

Page 92: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.9Instelling werkstukdikte

De werkstukdikte wordt met een gecodeerde magneetstrip aan de linker machinezijde gedetecteerd (afbeelding 39).

De verbindingskabel van de sensor moet worden beveiligd tegen mechanische beschadiging.

Bij sterke stofverontreiniging moeten de magneetstrips en de sensor met perslucht worden afgeblazen.

Afbeelding 38 Afbeelding 39

MagneetbandMagneetsensor

De instelling van de indicatie van de werkstukdikte vindt u terug in de bijlage op de informatiebladen "SIKO".

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 92 van 97

Page 93: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

12.10 Uitlijnen van de lamellenborstels

Indien het slijpbeeld zeer onregelmatig is of wanneer de lamellenpunten niet meer functioneel zijn (geen slijpmiddel meer op het textiel), dan moeten de borstels worden uitgelijnd.

Hiervoor een met schuurlinnen van korrelgrootte 36 beplakte uitlijnplank (zie schets 0-11472-4) onder de lamellenborstels brengen.

Borstels in omgekeerde draairichting inschakelen door bediening van de keuzeschakelaar.

De borstels langzaam door middel van de verstelling voor de werkstukdikte op de uitlijnplank bewegen.

Stapsgewijze de borstel (in stappen van tien millimeter) dieper zetten en tussen de voedingsbewegingen wachten, tot de borstel uitgelijnd is.

Borstel slechts zo ver uitlijnen, tot deze een gelijkmatige cilindervorm heeft (met slijpbeeld controleren).

Borstels opnieuw uitschakelen door bediening van de keuzeschakelaar. Na het uitlijnen moeten de lamellenborstels absoluut zoals hierboven

beschreven worden bijgeregeld en moet de bewerkingsdiepte door middel van een slijpbeeld worden gecontroleerd.

Afbeelding 40 Keuzeschakelaar voor uitlijning

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 93 van 97

Page 94: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 94 van 97

Schuurlinnenstrook korrelgrootte 36(155 mm x werkbreedte 900 mm resp. 1400 mm)

Werkbreedte 900 resp. 1400

Uitlijnplank lamellenborstels

Page 95: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

13 Pneumatisch schema

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 95 van 97

Uitblaasmondstukken slijpwals

Slangverbinding symmetrisch

Reiniging

BandenvulmeterIngesteld op 5 bar

Pneumatisch schema

Page 96: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

14 Schakelschema

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 96 van 97

Page 97: 79-13660-4+Betriebsanleitung Pluto holländisch-überset_NL_final

15 Bijlage

document.doc 26.10.09 Zi.Pagina 97 van 97