100 examenvragen bij het fotoboek en de film naar nederland

7
100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND Vb U ziet de nerderlandse vlag. What zijn de kleuren van de Nederlandse vlag? Rood, wit, blaw. Vb U ziet een foto. Is dit Willem van Oranje of Princess Maxima? Aw. Willem van Oranje 1 In welk deel van de wereld ligt Nederland? Aw. Europa 2 Welk land ligt ten zuiden van Nederland? Aw. Belgie 3 Welk land ligt ten oosten van Nederland? Aw. Duitsland 4 Welk land is groter, Nederland of Marokko? Aw. Marokko 5 Welk land is kleiner, Nederland of Turkije? Aw. Nederland 6 Wat beteken Nederland? Aw. laag land 7 Kijk naar de foto, wat is dit? Aw. een dijk 8 Wat gebeurt er als er geen dijken zijn? Aw. staat Nederland onder water 9 Noem een grote stad in de Randstad? Aw. Utrecht 10 In Nederland wonen daar veel mensen of weinig mensen? Aw. veel mensen 11 Wat is de hoofdstad van Nederland. Aw. Amsterdam 12 In welke stad zit de regering? Aw. in Den Haag 13 Waar woont de koningin? Aw. in Den Haag 14 Waar ligt de grootste zeehaven? Aw. bij Rotterdam 15 Hoe heet de nationale luchthaven? Aw. Schiphol 16 Waar ligt shipol? Aw. bij Amsterdam 17 Wie helpt u als u in Nederland antkomt? Aw. mijn partner 18 Is Nederland vaak nat of droog? Aw. nat 19 Als u naar Nederland komt, moet u dan opniew uw rijbewijs halen? Aw. ja 20 In Nederland, zijn de wegen daar rusting of druk? Aw. druk 21 In Nederland, zijn er veel fietsen of weinig fietsen? Aw. veel Ant- woord

Upload: rocio-sandoval

Post on 29-Jun-2015

2.384 views

Category:

Documents


8 download

TRANSCRIPT

Page 1: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLANDVb U ziet de nerderlandse vlag. What zijn de kleuren van de Nederlandse vlag? Rood, wit, blaw.

Vb U ziet een foto. Is dit Willem van Oranje of Princess Maxima? Aw. Willem van Oranje

1 In welk deel van de wereld ligt Nederland? Aw. Europa

2 Welk land ligt ten zuiden van Nederland? Aw. Belgie

3 Welk land ligt ten oosten van Nederland? Aw. Duitsland

4 Welk land is groter, Nederland of Marokko? Aw. Marokko

5 Welk land is kleiner, Nederland of Turkije? Aw. Nederland

6 Wat beteken Nederland? Aw. laag land

7 Kijk naar de foto, wat is dit? Aw. een dijk

8 Wat gebeurt er als er geen dijken zijn? Aw. staat Nederland onder water

9 Noem een grote stad in de Randstad? Aw. Utrecht

10 In Nederland wonen daar veel mensen of weinig mensen? Aw. veel mensen

11 Wat is de hoofdstad van Nederland. Aw. Amsterdam

12 In welke stad zit de regering? Aw. in Den Haag

13 Waar woont de koningin? Aw. in Den Haag

14 Waar ligt de grootste zeehaven? Aw. bij Rotterdam

15 Hoe heet de nationale luchthaven? Aw. Schiphol

16 Waar ligt shipol? Aw. bij Amsterdam

17 Wie helpt u als u in Nederland antkomt? Aw. mijn partner

18 Is Nederland vaak nat of droog? Aw. nat

Ant-woord

Page 2: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

19 Als u naar Nederland komt, moet u dan opniew uw rijbewijs halen? Aw. ja

20 In Nederland, zijn de wegen daar rusting of druk? Aw. druk

21 In Nederland, zijn er veel fietsen of weinig fietsen? Aw. veel

22 wat is typisch Nederlands in het verkeer? Aw. fietsen

23 Leven Nederlanders veel binnen of buiten? Aw. binnen

24 Wie ziet u op het plaatje? Aw. Willem van oranje

25 Was de koning van Spanje protestant of katholiek? Aw. katholiek

26 Hoe lang duurde de oorlog met Spanje? Aw. tachtig jaar

27 Hoe lang bestaat de Nederlandse staat ongeveer vijftig jaar of vierhonderd jaar? Aw. vierhonderd jaar

28 Waren de VOC schepen voor de visvangst of voor de handel? Aw. handel

29 Wie schildere dit schilderij? Aw. Rembrandt van Rijn

30 Is er in Nederland scheiding van kerk en staat? Aw. ja

31 Door welk land is Nederland bezet tijdens de Tweede Wereldoorlog? Aw. Duitsland

32 Welke grote stad is in 1940 gebombardeerd? Aw. Rotterdam

33 Waarom is Anne Frank beroemd? Aw. ze schreef enn dagboek

34 Welke kolonie van Nederland wordt onafhankelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog? Aw. Indonesie

35 Uit welk land kwamen veel gastarbeiders, uit Turkije of uit England? Aw. Turkije

36 Welke kolonie van Nederland wordt in 1975 onafhankelijk? Aw. Suriname

37 Wie zijn dit? Aw. princes Maxima en prins Willem-Alexander

38 Uit welk land komt princes Maxima? Aw. Argentinie

Page 3: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

39 Hoe heet de kroonprins? Aw. Willem-Alexander

40 Is Nederland een democratie? Aw. ja

41 In welke stad zit het parlement? Aw. Den Haag

42 Wat is de belangrijkste wet in Nederland? Aw. Grondwet

43 Wie is de voorzitter van de raad van ministers, de minister president of de koningin? Aw. minister president

44 Wie vergaderen in dese zaal? Aw. de Tweede Kamer

45 Hoe vaak zijn er verkiezingen, elke vier jaar of elke zes jaar? Aw. vier jaar

46 Hoe oud moet u zijn om te mogen stemmen? Aw. achttien jaar

47 Heft Nederland één politieke partij of meer politieke partijen? Aw. meer politieke partijen

48 Wat is de functie van deze man? Aw. burgemeester

49 Is discriminatie strafbaar of toegestaan? Aw. strafbaar

50 Hebben vrouwen méér rechten dan mannen of dezelfde rechten? Aw. dezelfde rechten

51 Mogen vrouwen in Nederland zelf kiezen met wie ze willen trouwen? Aw. ja

52 Is het discrimineren van homoseksuelen strafbaar of toegsestaan? Aw. strafbaar

53 Heeft Nederland één staatsgodsdienst of zijn er veel godsdiensten? Aw. veel godsdiensten

54 Zijn de kranten, radio en televisie vrij in hun mening? Aw. ja

55 Heeft Nederland veel televisiekanalen of is er één staatstelevisie? Aw. veel kanalen

56 Is homoseksualiteit toegsestaan of strafbaar? Aw. toegestaan

57 Is wapenbezit zonder vergunning toegstaan or straftbaar? Aw. straftbaar

58 Is vrouwenbesnijdenis toegestaan of straftbaar? Aw. straftbaar

59 Is slaan van vrouwen toegestaan of straftbaar? Aw. straftbaar

Page 4: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

60 Hebben alle mensen in Nederland hetzelfde geloof? Aw. nee

61 Welke taal spreken de mensen in Nederland? Aw. Nederlands

62 Is het belangrijk om snel Nederlandse te leren? Aw. ja

63 Wat leet u in de Nerderlandse taalles? Aw. Nederlands

64 Moet u voor een taalcursus betalen of is het gratis? Aw. betalen

65 Wie betaalt de taalcursus, de school of uzelf? Aw. ikzelf

66 Gaan in Nederland alleen kinderen naar school of ook volwassenen? Aw. ook volwassenen

67 Worden verjaardagen in Nederland gevierd? Aw. ja

68 Als u bij iemand op bezoek gaat, maak u dan meestal een afspraak of loopt u zomaar naar binnen? Aw. ik maak een afspraak

69 Opa´s en oma´s wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart? Aw. apart

70 Waarom is het goed om met kinderen naar de Nederlandse televisie te kijken? Aw. om Nederlands te leren

71 Wie is verantwoordelijk voor wat kinderen doen: de school of de ouders? Aw. de ouders

72 Hoe oud zijn de meeste kinderen als ze naar school gaan? Aw. vier jaar

73 Vanaf welke leeftijd is onderwijs verplicht? Aw. vanaf vijf jaar

74 Tot welke leeftijd is onderwijs verplicht? Aw. tot achttien jaar

75 Leren kinderen als ze spelen? Aw. ja

76 Wie kiest de school voor het kind: de ouders of de gemeente? Aw. de ouders

77 Zijn er op school aparte klassen voor jongens en voor meisjes of zitten ze samen in één klas? Aw. samen in één klas

78 Dragen kinderen op school een uniform? Aw. nee

79 Wat doet de jongen achter de computer, leren of spelen? Aw. leren

Page 5: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

80 Voortgezet onderwijs is dat voor kinderen vanaf vier jaar of vanaf twaalf jaar? Aw. vanaf twaalf jaar

81 Gaan alle kinderen vanaf twaalf jaar naar hetzelfde soort onderwijs,of zijn er twee richtingen? Aw. twee richtingen

82 Tot welke leeftijd moeten kinderen naar school? Aw. tot achttien jaar

83 Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken? Aw. vanaf achttien jaar

84 Uzelf verzekeren tegen ziektekosten, is dat verplicht of vrij? Aw. verplicht

85 Wie betaalt uw verzekering tegen ziektekosten: de gemeente of uw partner? Aw. mijn partner

86 Als u ziek wordt, waar gaat u dan naar toe? Naar de huisarts of naar het ziekenhuis? Aw. naar de huisarts

87 Waar haalt men medicijnen op recept? Bij de drogist of bij de apotheek? Aw. bij de apotheek

88 In noodgevallen, waar gaat u dan naar toe, naar het ziekenhuis of naar de drogist? Aw. naar het ziekenhuis

89 Waar werken de meeste specialisten? Aw. in het ziekenhuis

90 Voor wie is het sonsultatiebureau, voor grote kinderen of voor kleine kinderen? Aw. voor kleine kinderen

91 Wie werken er in Nederland, allen mannen of mannen én vrouwen? Aw. mannen en vrouwen

92 Wanner moet u werk gaan zoeken, zo snel mogelijk of later? Aw. zo snel mogelijk

93 Waar is steeds minder werk te vinden: in de industrie of in de zorg? Aw. in de industrie

94 Waar is veel werk te vinden: in de landbouwof in de zorg? Aw. in de zorg

95 Wat is makkelijker te vinden: werk in de beveiliging of in de landbouw? Aw. in de beveiliging

96 Hoe vindt u gemakkelijker werk, via familie of via de krant? Aw. via familie

97 Waar kunt u zich inschrijven als u werk zoekt,bij een school of bij een uitzendbureau? Aw. bij een uitzendbureau

98 Geeft men elkaar bij dit gesprek eerst een hand of gaatmen direct zitten? Aw. eerst een hand geven

99 Krijgt u in Nederland een uitkering of moet uw partner voor u zorgen? Aw. mijn partner

100 Is het leven in Nederland duur of goedkoop? Aw. duur

Page 6: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

60 Hebben alle mensen in Nederland hetzelfde geloof? Aw. nee

61 Welke taal spreken de mensen in Nederland? Aw. Nederlands

62 Is het belangrijk om snel Nederlandse te leren? Aw. ja

63 Wat leet u in de Nerderlandse taalles? Aw. Nederlands147

64 Moet u voor een taalcursus betalen of is het gratis? Aw. betalen 170.52

65 Wie betaalt de taalcursus, de school of uzelf? Aw. ikzelf

66 Gaan in Nederland alleen kinderen naar school of ook volwassenen? Aw. ook volwassenen

67 Worden verjaardagen in Nederland gevierd? Aw. ja

68 Als u bij iemand op bezoek gaat, maak u dan meestal een afspraak of loopt u zomaar naar binnen? Aw. ik maak een afspraak

69 Opa´s en oma´s wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart? Aw. apart

70 Waarom is het goed om met kinderen naar de Nederlandse televisie te kijken? Aw. om Nederlands te leren

71 Wie is verantwoordelijk voor wat kinderen doen: de school of de ouders? Aw. de ouders

72 Hoe oud zijn de meeste kinderen als ze naar school gaan? Aw. vier jaar

73 Vanaf welke leeftijd is onderwijs verplicht? Aw. vanaf vijf jaar

74 Tot welke leeftijd is onderwijs verplicht? Aw. tot achttien jaar

75 Leren kinderen als ze spelen? Aw. ja

76 Wie kiest de school voor het kind: de ouders of de gemeente? Aw. de ouders

77 Zijn er op school aparte klassen voor jongens en voor meisjes of zitten ze samen in één klas? Aw. samen in één klas

78 Dragen kinderen op school een uniform? Aw. nee

79 Wat doet de jongen achter de computer, leren of spelen? Aw. leren

Page 7: 100 EXAMENVRAGEN BIJ HET FOTOBOEK EN DE FILM NAAR NEDERLAND

80 Voortgezet onderwijs is dat voor kinderen vanaf vier jaar of vanaf twaalf jaar? Aw. vanaf twaalf jaar

81 Gaan alle kinderen vanaf twaalf jaar naar hetzelfde soort onderwijs,of zijn er twee richtingen? Aw. twee richtingen

82 Tot welke leeftijd moeten kinderen naar school? Aw. tot achttien jaar

83 Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken? Aw. vanaf achttien jaar

84 Uzelf verzekeren tegen ziektekosten, is dat verplicht of vrij? Aw. verplicht

85 Wie betaalt uw verzekering tegen ziektekosten: de gemeente of uw partner? Aw. mijn partner

86 Als u ziek wordt, waar gaat u dan naar toe? Naar de huisarts of naar het ziekenhuis? Aw. naar de huisarts

87 Waar haalt men medicijnen op recept? Bij de drogist of bij de apotheek? Aw. bij de apotheek

88 In noodgevallen, waar gaat u dan naar toe, naar het ziekenhuis of naar de drogist? Aw. naar het ziekenhuis

89 Waar werken de meeste specialisten? Aw. in het ziekenhuis

90 Voor wie is het sonsultatiebureau, voor grote kinderen of voor kleine kinderen? Aw. voor kleine kinderen

91 Wie werken er in Nederland, allen mannen of mannen én vrouwen? Aw. mannen en vrouwen

92 Wanner moet u werk gaan zoeken, zo snel mogelijk of later? Aw. zo snel mogelijk

93 Waar is steeds minder werk te vinden: in de industrie of in de zorg? Aw. in de industrie

94 Waar is veel werk te vinden: in de landbouwof in de zorg? Aw. in de zorg

95 Wat is makkelijker te vinden: werk in de beveiliging of in de landbouw? Aw. in de beveiliging

96 Hoe vindt u gemakkelijker werk, via familie of via de krant? Aw. via familie

97 Waar kunt u zich inschrijven als u werk zoekt,bij een school of bij een uitzendbureau? Aw. bij een uitzendbureau

98 Geeft men elkaar bij dit gesprek eerst een hand of gaatmen direct zitten? Aw. eerst een hand geven

99 Krijgt u in Nederland een uitkering of moet uw partner voor u zorgen? Aw. mijn partner

100 Is het leven in Nederland duur of goedkoop? Aw. duur