10 valkuilen bij het gebruik van het ziekenhuisinformatiesysteem bij de kwaliteitscontrole van...
TRANSCRIPT
67Tijdschrift voor Urologie mei 2011 - nr. 3
de SILS en conventionele laparoscopische benadering voor basistaken op een boxtrainer. Zie figuur 9.1.
Materiaal en methodenTwintig onervaren laparoscopisten hebben 2 basista-ken getraind op een boxtrainer. De deelnemers werden gerandomiseerd in 2 groepen, waarbij de eerste groep de taken op een conventionele laparoscopie opstelling uitvoerde en de andere groep op de SILS-opstelling. De taken betreffen een translocatie- en een dissectie-taak (gebaseerd op de ‘Fundamentals of Laparoscopic Surgery’) en werden elk 11 keer gerepeteerd. Het aan-tal fouten en de benodigde tijd per oefening werden gemeten. De groepen werden met elkaar vergeleken op repetitie 2 (‘baseline’), repetitie 11 en op het plateau van de leercurve.
ResultatenEr was een significante verbetering van de vaardighe-den in beide taken wat betreft tijd en fouten in zowel de SILS als de conventionele laparoscopie setting en dit binnen 11 repetities. Voor beide wordt een plateau bereikt op de 8e repetitie. Voor de translocatietaak was er tussen de SILS en de conventionele laparosco-pie groep op het plateau van de curve geen significant verschil in tijd (gemiddeld 212 versus 181 seconden) en aantal fouten (gemiddeld 1.3 versus 2.7). Voor de dissectietaak was er eveneens geen significant verschil tussen de SILS en de conventionele laparoscopie groep in tijd (gemiddeld 205 versus 243 seconden) en fouten (gemiddeld 0,7 versus 1,9).
ConclusieHet aanleren van basistaken op een boxtrainer is niet moeilijker middels de single port benadering dan mid-dels conventionele laparoscopie.
10 Valkuilen bi j het gebruik van het z iekenhuisinformatiesysteem bi j de kwaliteitscontrole van steenbehandelingen
I.R. van den Berg, E.R. Boevé
St. Franciscus Gasthuis, Rotterdam
IntroductieDe commissie kwaliteit heeft in 2010 de kwaliteitspa-rameters voor steenbehandelingen opgesteld. Eén van deze kwaliteitsparameters is het percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen dat binnen 1 jaar na een steenoperatie opnieuw voor stenen is behandeld. Het feit dat deze cijfers gemakkelijk uit het ziekenhuisin-formatiesysteem (zis) te extraheren zijn, heeft meege-speeld bij het vaststellen van deze parameters.Deze studie had als doel het aantal herbehandelingen
ResultatenExtracapsulaire doorgroei was aanwezig bij 54% (45/83) van de patiënten, doorgroei in de NVB bij 36% (30/83). Algemene nauwkeurigheid, sensitivi-teit en specificiteit van MR-detectie van extracapsu-laire doorgroei was respectievelijk 71% (60/84), 53% (20/40) en 89% (39/44). Dezelfde waarden waren voor onderzoek middels rectaal toucher 64% (53/83), 39% (17/44) en 92% (35/39).Nauwkeurigheid, sensitiviteit en specificiteit ten aan-zien van detectie van infiltratie van de NVB waren resp. 76% (63/83), 57% (17/30) en 87% (46/53).
ConclusieIn een prospectieve klinische setting is multiparame-trische 3T MR-imaging met gebruik van endorectale spoel een accurate techniek bij de stadiëring van pros-taatkanker voor radicale prostatectomie. Een potenti-ele aanvullende waarde is de detectie van NVB-infil-tratie.
9 Single port versus conventionele laparoscopie: gerandomiseerde studie naar leercurves op een boxtrainer
L.S. Mertens, S.A.F. Fransen, S.M.B.I. Botden, N.D. Bouvy,
T.R.A.H. Tuytten
Maastricht University Medical Center, Maastricht
IntroductieSingle Incision Laparoscopic Surgery (SILS) is een mi-nimaal invasieve operatietechniek waarbij alle instru-menten door eenzelfde poort geïntroduceerd worden in de intraperitoneale holte. Sinds de eerst gerappor-teerde single port nefrectomie in 2007 is de SILS-bena-dering bij meerdere laparoscopische urologische pro-cedures beschreven, maar wereldwijd slechts beperkt tot enkele centra. Er wordt verondersteld dat SILS lastiger te leren is dan conventionele laparoscopie. In deze studie worden de leercurves vergeleken tussen
Figuur 9.1. Boxtraineropstelling.
68 Tijdschrift voor Urologie mei 2011 - nr. 3
Materiaal en methoden139 jongens met congenitale NST (19 bi- en 120 unila-teraal) en 69 jongens met verworven NST (15 bi- en 54 unilateraal) werden geïncludeerd. Prospectief werden de volgende gegevens verzameld: meest caudale tes-tispositie preoperatief, intraoperatieve testispositie en aspecten van epididymis en processus vaginalis.
ResultatenDe meest caudale testispositie in de congenitale groep: 23 keer was er geen testes palpabel en 4/158 (3%) testes waren maar net palpabel in het liesgebied. Daarentegen werden104/158 (66%) duidelijk gevoeld in het liesgebied, terwijl 27/158 (17%) tot in de scro-tumingang gebracht konden worden. Bij 15 jongens werd bij de operatie geen testis gevonden. Intraopera-tief werden 102/158 (65%) testes in of net buiten het lieskanaal gevonden. In 59/158 (37%) werd een afwij-kende epididymis gezien. De processus vaginalis was wijd open bij 74/158 (47%) testes. In 77/84 (92%) van de verworven NST was de meest caudale testispositie tot in de scrotumingang of in-stabiel in het scrotum. De meeste testes (52/84; 85%) lagen intraoperatief in de superficial inguinal pouch. Epididymisafwijkingen en wijd open processus vagi-nalis werden gevonden in respectievelijk 9/84 (11%) en 12/84 (14%). De gevonden verschillen tussen de 2 groepen waren statistisch significant.
ConclusieMeest caudale positie in congenitale NST preopera-tief was tot in de scrotumingang, deze testes waren vaak geassocieerd met epididymisafwijkingen en een wijd open processus vaginalis. Dit in tegenstelling tot verworven NST, die meestal preoperatief instabiel in het scrotum gebracht konden worden, en bij operatie vaak in de superficial inguinal pouch lagen, met een normale epididymis en een gesloten processus vagi-nalis.
12 urologische laparoscopie in getal: enquete onder nederlandse urologen
J.J. Van Asten, R.F.M. Bevers, R.C.M. Pelger
Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden
IntroductieUrologische laparoscopie wordt sinds 2 decennia be-oefend en kenmerkt zich door een toenemende popu-lariteit. Inzicht in het aantal laparoscopische ingrepen dat verricht wordt ontbreekt echter. In deze studie werd het aantal laparoscopische ingrepen in Neder-land in 2009 geïnventariseerd en vergeleken met een-zelfde onderzoek over 2005.
binnen 1 jaar na steenoperaties in een centrum van expertise te bepalen. Het aantal heroperaties werd bepaald via een automatische zoekopdracht in het zis en middels een handmatige controle. Door deze 2 uit-komsten te vergelijken werd de betrouwbaarheid van het zis gecontroleerd.
Materiaal en methodenRetrospectief zijn de gegevens geanalyseerd van pati-enten die tussen oktober 2008 en september 2009 voor een nier- of uretersteen geopereerd zijn. Het aantal heroperaties binnen 1 jaar werd door middel van sta-tusonderzoek nader bekeken. Daarnaast werd dezelfde zoekopdracht in het zis uitgezet.
ResultatenVolgens de automatische zoekopdracht ondergingen in een jaar tijd 83 patiënten een endoscopische en 76 een percutane steenoperatie. Respectievelijk 14 (17%) en 10 (13%) patiënten werden binnen 1 jaar opnieuw aan een steen geopereerd.Bij statusonderzoek bleken 80 patiënten endoscopisch geopereerd en 72 percutaan. Slechts 9 (11%) respec-tievelijk 7 (10%) patiënten ondergingen een tweede steenbehandeling binnen 1 jaar voor dezelfde steen. Deze aantallen zijn in overeenstemming met gegevens uit de literatuur.
ConclusieDe gegevens van de kwaliteitsparameters kunnen af-wijken van de werkelijkheid, indien uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een automatische zoekopdracht in het zis. Daar deze uitkomsten grote consequenties kunnen hebben voor de toekomst is het belangrijk ze goed aan te leveren. Het bijhouden van de gegevens in een prospectieve database kan hiervoor een oplossing zijn.
11 Verschil len in operatieve bevindingen bi j aangeboren en verworven niet-scrotale testes
J. van Brakel, G.R. Dohle, S.M.P.F. de Muinck Keizer-
Schrama, F.W.J. Hazebroek
Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam
IntroductieEen van de meest voorkomende urogenitale afwij-kingen op de kinderleeftijd is de niet-scrotale testis (NST). Twee vormen worden onderscheiden: congeni-tale en verworven NST. Over de anatomische verschil-len tussen de 2 vormen van NST is weinig bekend. Het doel van deze studie is het objectiveren van verschillen in (pre)operatieve bevindingen bij congenitale en ver-worven NST.